Commission
de l'Économie, de la Protection des consommateurs et de l'Agenda numérique |
Commissie voor Economie, Consumentenbescherming en
Digitale Agenda |
du Mercredi 5 octobre 2022 Après-midi ______ |
van Woensdag 5 oktober 2022 Namiddag ______ |
La réunion publique de commission est ouverte à 16 h 07 et présidée par M. Stefaan Van Hecke.
De openbare commissievergadering wordt geopend om 16.07 uur en voorgezeten door de heer Stefaan Van Hecke.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
01 Vraag van Katrien Houtmeyers aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, belast met Buit. handel) over "Overheidsopdrachten voor kmo's" (55029625C)
01 Question de Katrien Houtmeyers à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique, chargé du Com. Ext.) sur "Des marchés publics pour les PME" (55029625C)
01.01 Katrien Houtmeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn mondelinge vraag.
Mijnheer de minister,
zelfstandigenorganisatie Unizo heeft onlangs een project gelanceerd om
kmo-ondernemers te stimuleren om meer in te tekenen op overheidsopdrachten. Via
workshops probeert ze hen wegwijs te maken in de procedures zodat hun
slaagkansen bij overheidsopdrachten stijgen.
Ik heb al vaker vragen gesteld over dit
onderwerp, maar blijkbaar gaat de situatie er in de praktijk niet op vooruit.
Integendeel. Uit recente Europese cijfers blijkt dat de Belgische overheid in
2020 maar 30% van haar grote overheidsopdrachten gunde aan kmo’s (terwijl de EU
45% vooropstelt). Dat was een daling van 34% ten opzichte van 2019. Belgische
kmo’s stellen zich ook minder kandidaat voor opdrachten. De participatiegraad
is 54%, terwijl het Europees minimum 60% bedraagt. Nochtans hebben onze
ondernemers alle steun, en zeker die van hun eigen overheid, nodig om overeind
te blijven.
In de praktijk horen we dat de drempels
voor kmo-ondernemers om in te tekenen op overheidsopdrachten nog te groot zijn.
Het gros van de openbare aanbestedingen is nog steeds op maat van de grote
bedrijven. Bovendien blijkt dat het heel moeilijk is om dit circuit binnen te
geraken, omdat als voorwaarde vaak wordt gesteld dat je als kmo ervaring moet
hebben met overheidsopdrachten. Maar daarvoor moet je natuurlijk wel eerst
kansen krijgen.
Er zijn dus inspanningen nodig, zowel om
de ondernemers te informeren, maar ook vanuit de overheid om de aanbestedingen
kmo-vriendelijker te maken. Ik verwacht dat u hier ook werk van wil maken,
vermits dit onderwerp ook werd opgenomen in de beleidsnota.
Mijn vragen:
Wat vindt u zelf van deze cijfers en van
het feit dat we ver onder de Europese doelstellingen vallen?
Kan u nog recenter cijfermateriaal met
ons delen?
Heeft u een verklaring voor deze dalende
trend?
Hoe zouden de aanbestedingen van de
overheid kmo-vriendelijker kunnen gemaakt worden?
Zou u de pool van kmo’s bijvoorbeeld
kunnen uitbreiden door minder te vragen naar ervaring? Want anders zijn het
altijd dezelfde bedrijven die de aanbestedingen binnenhalen.
Hoe zou u de misverstanden en vooroordelen die kmo’s nog hebben over overheidsopdrachten uit de wereld kunnen helpen? Zou de overheid zelf inspanningen kunnen leveren om de kmo’s beter te informeren en te begeleiden?
01.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Houtmeyers, ik ben mij zeker bewust van de moeilijkheden die kmo's, met name de zeer kleine ondernemingen, ondervinden bij de toegang tot overheidsopdrachten. Daarom heb ik in mijn beleidsnota een specifieke actie aan dit onderwerp gewijd. Samen met de eerste minister en de minister voor Ambtenarenzaken hebben wij een actieplan van 32 punten ter goedkeuring voorgelegd aan de ministerraad van 19 november 2021 dat erop gericht is de toegang van kmo's tot overheidsopdrachten te stimuleren en te zorgen voor een breder toezicht, met name op de deelname van kmo's aan overheidsopdrachten. Sindsdien zijn reeds verscheidene maatregelen genomen of in uitvoering.
De door u geciteerde cijfers verdienen nuancering. Eerst en vooral handelen die cijfers enkel over overheidsopdrachten boven de Europese bekendmakingdrempels, met andere woorden het type overheidsopdrachten dat sowieso minder evident is voor een kmo om te participeren gezien de grootte van de opdracht. Daarnaast zijn de gegevens van slechte kwaliteit. Bijna de helft van dat type opdrachten ontbreekt wegens laattijdige of niet-publicatie van de relevante gegevens en voor de opdrachten waarvoor er wel gegevens beschikbaar zijn, ontbreekt vaak het ondernemingsnummer dat nodig is om de ondernemingsgrootte correct te identificeren. Die Europese cijfers geven met andere woorden geen betrouwbaar beeld van de werkelijkheid.
In het kader van as vier van het gemeenschappelijk actieplan Toegang van kmo's tot overheidsopdrachten bevorderen wordt in de nodige maatregelen voorzien om een grondige, kwaliteitsvolle monitoring van de kmo-participatie bij overheidsopdrachten in België te garanderen en dat voor de opdrachten boven en onder de Europese bekendmakingdrempels en voor alle Belgische overheidsniveaus.
Ondertussen heeft de FOD Economie pogingen ondernomen om op basis van de vandaag beschikbare gegevens in het e-procurementplatform van de FOD BOSA de situatie op alternatieve wijze in kaart te brengen. Daarvoor focust de FOD Economie op de gegevens over de op federaal niveau ontvangen offertes volgens ondernemingsgrootte. Het betreft hier dus opnieuw een partiële en onvolledige indicator.
Een rapport opgesteld in 2021 leert ons volgende zaken: in 2015 was 8 % van de ontvangen offertes afkomstig van een onderneming zonder werknemers, 18 % van een onderneming met 1 tot 9 werknemers, 12 % van een onderneming met 10 tot 19 werknemers enzovoort. Misschien kan ik u de lange lijst met cijfergegevens overhandigen. Idem voor 2020. Misschien kunt u die cijfers zelfs raadplegen.
Momenteel wordt er gewerkt aan een update van die partiële cijfers. Op basis van de acties inzake de monitoring van de kmo-participatie voorzien in het gemeenschappelijke actieplan zal de Belgische Staat in zijn geheel vanaf 2025 in staat zijn om een quasi volledig beeld te krijgen van de kmo-participatie bij overheidsopdrachten. Het gemeenschappelijke actieplan voorziet in een reeks maatregelen om de toegang van kmo's tot overheidsopdrachten te stimuleren. U kunt het in zijn geheel raadplegen op de website van de FOD Economie. Ik kan u de link doorsturen.
Bovendien heeft de ministerraad van vrijdag 7 juli 2022 een voorontwerp van wet gevalideerd dat een diepgaander en preciezer toezicht over de deelname van kmo's aan overheidsopdrachten mogelijk zal maken. Met name door de digitalisering van de procedures onder de Europese bekendmakingsdrempels, moeten de kmo's van het land zich inschrijven via e-procurement. Via dit platform ontvangen zij ook alle aankondigingen van opdrachten die voor hen van belang kunnen zijn.
Voorts werken wij momenteel met de eerste minister en de minister van Ambtenarenzaken aan een ander voorontwerp van wet dat erop gericht is de betalingsmodaliteit in het kader van de uitvoering van overheidsopdrachten te verbeteren, met name door te voorzien in de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden voorschotten te vragen en de betaaltermijn te verbeteren. Het wetsontwerp voorziet in een administratieve vereenvoudiging van de elektronische handtekening, die van deelnemers aan overheidsopdrachten wordt verlangd, en waarvan de huidige modaliteit, met name voor de kmo's, praktische problemen oplevert.
Er zitten nog andere elementen in het plan,
maar ik stel voor dat ik u het totaalantwoord schriftelijk bezorg. Dat zijn nog
drie bladzijden, en dus wat te lang voor de mondelinge vraag. Ik geef u alle
teksten met alle cijfers.
01.03 Katrien Houtmeyers (N-VA): Het zou fijn zijn om die documenten te ontvangen. Van de website ben ik op de hoogte. U spreekt over het platform voor inschrijvingen. Daar ben ik ook van op de hoogte. Het is alleen niet zo eenvoudig om zich daarop te registreren en in te schrijven. Zeker voor kleine bedrijven geeft dat echt nog problemen. Een vereenvoudiging kan zich daar echt nog wel opdringen.
In mijn vraag heb ik het ook over de vele drempels voor kmo's om in te tekenen op overheidsopdrachten. Een van de vereisten is dikwijls ervaring met overheidsopdrachten. Daar staan punten op. Als een bedrijf niet in dat circuit zit, is het heel moeilijk om daarin te geraken. Een van de punten is immers ervaring met overheidsopdrachten. Daardoor zijn het altijd dezelfde bedrijven die in dat circuit blijven zitten. Daar kan eens over worden nagedacht, hoe we dat breder kunnen maken, zodat meer bedrijven daarop kunnen inspelen.
L'incident est clos.
02 Vraag van Bert Moyaers aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De digitale fitheid van kmo’s" (55029689C)
02 Question de Bert Moyaers à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "La santé numérique des PME" (55029689C)
02.01 Bert Moyaers (Vooruit): Mijnheer de minister, uit een peiling van Unizo blijkt dat slechts de helft van de Vlaamse kmo's en zelfstandigen actief inzet op digitalisering. Dat is natuurlijk heel weinig. Op basis van de verzamelde gegevens in verband met digitalisering stelde Unizo de index digitale fitheid op. Deze graadmeter brengt de digitale paraatheid van zelfstandigen en kmo's in kaart. In deze index wordt met zes elementen gewerkt, waaronder het hebben van een expliciete digitale strategie, het analyseren van klantendata en het nemen van maatregelen op het vlak van cybersecurity. Bij de ondernemers behaalt 48 % een score van vijf op zes. Zij worden beschouwd als digitaal fit. Bij 38 % worden wel digitale initiatieven ingevoerd maar zij scoren niet optimaal, terwijl 14 % absoluut gebuisd is.
Tijdens de covidpandemie werden heel veel ondernemingen gedwongen om te digitaliseren. Toch scoren er vandaag nog heel veel een onvoldoende. Vooral het resultaat op het vlak van cybersecurity is alarmerend: één onderneming op drie past absoluut geen basismaatregelen toe. Bij een phishingtest onder de Unizo-leden liep één ondernemer op vijf in de val, terwijl ze nog wel op voorhand waren gewaarschuwd. Er is dus echt wel nood aan een bewustmakingscampagne.
Bent u zich ervan bewust dat de digitale fitheid van onze ondernemers beter moet? Hebt u zelf een actieplan om vanuit de federale overheid de ondernemers beter te wapenen op het vlak van cybersecurity? Plant u een specifieke bewustwordingscampagne voor kmo's en zelfstandigen?
02.02 Minister David Clarinval: Mijnheer Moyaers, het onderwerp van uw vragen wordt steeds
belangrijker, zowel voor het bedrijfsleven als voor de rest van de samenleving.
Hoewel wij ons moeten blijven inspannen om de digitaliseringsgraad van onze
bedrijven te verbeteren, moet ook worden opgemerkt dat volgens de meest recente
gegevens van Eurostat de Belgische kmo’s boven aan de Europese ranglijst staan
wat betreft digitale intensiteit. Alleen de Scandinavische landen, Zweden,
Finland en Denemarken, en Malta en Nederland hebben een groter aandeel kleine
bedrijven met een hoge of zeer hoge digitale intensiteit. Van de kleine
Belgische bedrijven wordt
24 % beschouwd als bedrijf met een hoge of zeer hoge digitale intensiteit.
Dat is meer dan de 10 % in Frankrijk, 21 % in Duitsland of 17 %
in Luxemburg. Evenzo is in België een groter deel van de middelgrote bedrijven
digitaal intensief dan in de buurlanden.
We moeten
opmerken dat de regering investeringen in digitale technologie en
digitaliseringstools fiscaal steunt. Bovendien werken mijn voorgangers en ik
sinds enkele jaren aan de sensibilisering van kmo's inzake digitalisering,
onder andere via een wedstrijd voor getuigenissen van gedigitaliseerde kmo’s in het kader van de campagne Tijd voor digitaal. De demystificatie van artificiële
intelligentie, een campagne die gevoerd werd in de loop van 2021; de
versterking van de cyberveiligheid met de cyberscan die
geraadpleegd kan worden op de website van de FOD Economie; en steun voor de ontwikkeling van
lokale e-commerce. Verder zal ik in 2023 een campagne
lanceren gericht op de zelfstandigen en de kmo’s om hen kwalitatieve informatie
te geven om zich voor te bereiden en e-commerce-activiteiten te ontwikkelen. Ik meen dat die verschillende
projecten positief zijn voor onze ondernemingen en wens mijn acties in die
richting voort te zetten.
Wat betreft cyberbeveiliging en de studie die u noemt, zijn de cijfers die naar voren komen over het gebrek aan basisbescherming voor bedrijven inderdaad alarmerend. De verbetering van de cyberbeveiliging van onze kmo’s is een van mijn prioriteiten en ik heb daaromtrent meerdere initiatieven genomen.
De
cyberscan, een instrument voor auto-evaluatie en advies aan de kmo's, werd
online geplaatst in maart 2022 door de FOD Economie. Gelijklopend zijn wij
in het kader van het Plan voor Herstel en Veerkracht, samen met
vice-eersteminister De Sutter, van plan om de cyberweerbaarheid van kmo's
en zelfstandigen te verbeteren. Hiervoor wordt een budget van 12 miljoen
euro uitgetrokken. Het project omvat meerdere concrete acties. Er zal een
meerjarige bewustmakingscampagne worden gevoerd en er zal een website worden
ontwikkeld, specifiek voor startende ondernemers, rond cyberbeveiliging. Het
doel van de campagne en de website is dubbel. Ten eerste is het doel om werk te
maken van een gedragsverandering bij de kmo’s, opdat zij de nodige maatregelen
nemen om hun cyberveiligheid te versterken. Ten tweede is het doel de kmo’s te
informeren en sensibiliseren via verschillende bestaande middelen over de
cyberveiligheid van de kmo’s, en met name de cyberscan. De campagne en de
website zullen eind 2022 worden gelanceerd en zullen in de komende jaren worden
voortgezet.
Aanvullend
werden er vijf projectoproepen gelanceerd, die open blijven staan tot 31
oktober 2022. Zij beogen concreet bij te dragen aan de cyberweerbaarheid van
onze kmo’s. Deze vijf oproepen, vier nationale en één gewestelijke, hebben
betrekking op de volgende thema’s: organisatorische maatregelen, technische
maatregelen, opleidingen en toegang tot vaardigheden, professionele
begeleiding, specifieke transversale projecten.
Dit zijn dus de verschillende initiatieven in verband met de cyberbeveiliging van onze kmo’s die, naar mijn mening, volledig tegemoetkomen aan uw legitieme bezorgdheden.
02.03 Bert Moyaers (Vooruit): Mijnheer de minister, dit is inderdaad een onderwerp dat steeds belangrijker wordt, zowel voor particulieren als voor ondernemers. We zijn immers allemaal kwetsbaar op dat vlak.
Ik verwees naar een aangekondigde phishingtest die Unizo uitvoerde, waarbij toch nog 20 % van de deelnemers in de val liep. Uit andere studies die ik heb gelezen blijkt dat heel veel kmo's zelfs niets hebben voorzien inzake cyberveiligheid. Vaak is het de bedrijfsleider zelf die instaat voor het veiligheidsplan. Daarbij blijkt zelfs dat 40 % van die bedrijfsleiders bereid zouden zijn om losgeld te betalen in het geval van cybercrime, in de hoop hun gegevens te kunnen terugkrijgen. Dat lijkt me niet meteen een strak plan. Het is dan ook goed dat u bewustmakingsacties organiseert en samen met minister De Sutter acties zult ondernemen.
Ik vind het goed dat er een website komt, alleen moeten we opletten dat het niet de zoveelste website wordt, waardoor we uiteindelijk door de bomen het bos niet meer zien. De krachten bundelen is in deze kwestie niet onbelangrijk.
Het incident is gesloten.
03 Question de Roberto D'Amico à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. Démocratique) sur "L’aide apportée aux PME et aux indépendants victimes de la hausse des prix" (55030210C)
03 Vraag van Roberto D'Amico aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De steun voor de kmo's en zelfstandigen die getroffen worden door de forse prijsstijgingen" (55030210C)
03.01 Roberto D'Amico (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, de nombreuses petites entreprises et indépendants souffrent de la hausse des prix et du manque de mesures ambitieuses de votre gouvernement en la matière.
Quelles mesures allez-vous mettre en place pour soutenir les PME et les indépendants face à la hausse des prix?
De quelle façon les grandes entreprises qui profitent de la hausse des prix vont-elles contribuer à soutenir les plus petites entreprises?
03.02 David Clarinval, ministre: Monsieur D'Amico, j'ai déjà répondu pour partie à votre question dans la réponse à Mme Houtmeyers. Dans votre deuxième question, vous évoquez les grandes entreprises qui profitent de la hausse des prix et pourraient contribuer à soutenir les plus petites. Dans le cadre de la crise actuelle, toutes les entreprises sont touchées, certaines plus que d'autres et cela n'a pas toujours à voir avec leur taille mais bien plus avec le caractère énergivore de leur activité.
Certaines filières d'activités sont également plus fortement touchées par la hausse des prix de certaines matières premières. Je pense notamment au secteur agroalimentaire, mais aussi au secteur de la construction. Des critères tels que le pourcentage du chiffre d'affaires qu'une entreprise dépense en coût énergétique et le niveau d'accroissement de leurs dépenses énergétiques par rapport à une année de référence sont utilisés.
Les difficultés économiques que nous traversons sont sérieuses, et ce pour de nombreux ménages, mais aussi de nombreux indépendants et entreprises face à la hausse de leurs coûts fixes. Les mesures d'aide sont largement prises en charge par l'État et, donc, par le fruit des activités de tous ceux qui travaillent en Belgique, les petites entreprises comme les grandes.
03.03 Roberto D'Amico (PVDA-PTB): Merci, monsieur le ministre. Vous avez certainement vu, sur les réseaux sociaux, les boulangers se plaindre du coût de l'énergie. Un boulanger notamment est passé d'un acompte de 1 800 à 11 000! Si on ne prend pas des mesures assez fortes, tout un pan de l'économie risque de disparaître face à cette augmentation du coût de l'énergie.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag nr. 55030389C van mevrouw Depraetere wordt uitgesteld.
04 Question de Albert Vicaire à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. Démocratique) sur "Les aides aux indépendants et aux PME pour faire face à la crise énergétique" (55030426C)
04 Vraag van Albert Vicaire aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De steun voor zelfstandigen en kmo's in het licht van de energiecrisis" (55030426C)
04.01 Albert Vicaire (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, les questions auraient pu être groupées car elles portent pour ainsi dire que le même sujet.
Cependant, ma question porte plus particulièrement sur les mesures que vous avez prises et sur celles que vous envisagez.
J'ai appris, comme tout le monde, en lisant la presse, qu'une diminution maximale des accises sur l'énergie avait été décidée pour les indépendants et les PME afin de leur permettre de faire face à la hausse des prix de l’énergie.
Mais il est également question de deux autres mesures. La première a trait au droit passerelle, la deuxième au chômage énergie. Ces mesures aident plutôt les entreprises à fermer et non à continuer leur activité économique.
Monsieur le ministre, je ne veux pas de mesures qui nuisent à l'activité économique. Je veux des mesures qui aident les entrepreneurs à poursuivre leur activité. Lorsqu'il n'y aura plus de boulangerie, tout le monde sera obligé de faire son pain ou d'aller en acheter dans les grandes surfaces. Ce n'est pas le modèle économique que nous voulons. Nous souhaitons protéger les indépendants.
Monsieur le ministre, sur quelles nouvelles mesures planchez-vous pour aider nos indépendants et nos PME à payer leur facture d’énergie?
04.02 David Clarinval, ministre: Monsieur le président, je crois aussi qu'il aurait fallu joindre les questions.
Je partage votre point de vue et je ne suis certainement pas non plus en faveur de mesures qui nuisent à l’économie ou qui sacrifient les salariés au détriment des entreprises. Mon plus vif souhait est de maintenir l’activité économique et tout l’emploi dans ce pays. Les entreprises ont besoin des travailleurs et réciproquement. Face à la situation actuelle, il était nécessaire de venir rapidement en aide aux entreprises qui doivent réduire la voilure pour éviter une faillite. Le droit passerelle et le chômage temporaire constituent une bonne réponse à cette situation.
Il est vrai que les mesures fédérales pourraient être perçues comme étant des mesures d'aide à la fermeture. Ce n'est pas le cas. Certains indépendants sont dans des situations telles qu'ils sont contraints de fermer, et il nous incombe de les accompagner. Par contre, d'autres mesures directes, comme la diminution d'accises ou les aides directes au niveau régional, sont des mesures qui veillent à maintenir les activités. Le gouvernement a pris des mesures directement en vue de réduire la facture d’énergie, ainsi que des mesures fiscales et sociales pour soutenir les indépendants et les PME en difficultés. Je ne vais pas les répéter à nouveau.
La réduction de la facture énergétique de nos entreprises et des particuliers ne sera pas résolue par le seul niveau fédéral. Notre premier ministre a clairement rappelé que les Régions avaient un rôle à jouer et devaient intervenir en soutien aux entreprises. La Région flamande vient de décider de le faire tant pour réduire les factures énergétiques, que pour soutenir les entreprises en difficulté. L’expansion économique et les aides directes relèvent en effet des compétences régionales.
Le premier ministre et la ministre de l’Énergie travaillent à des solutions structurelles pour réduire la facture énergétique des particuliers et des entreprises. En ce qui me concerne, je suis à leurs côtés pour mettre en place des mesures d'accompagnement, dont certaines sont en effet des mesures d'accompagnement dans le cadre de fermetures temporaires des activités.
04.03 Albert Vicaire (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, merci pour votre réponse.
Je pense qu'on ne peut effectivement pas limiter d'emblée tous les prix pour toutes les entreprises. Il faut limiter nos aides aux petites entreprises ou, par exemple, comme en France, aux entreprises qui emploient dix personnes maximum. Mais il est absolument indispensable de les aider, tout en restant dans les contraintes budgétaires que nous avons.
C'est pour cela qu'il faut réfléchir à prévoir
dans le budget une espèce de tarif social pour les indépendants ou bien un
contrat PME pour l'énergie électrique en tout cas; parce que clairement,
on risque là de faire face à une chute en dominos de notre activité économique.
Cela coûtera bien plus cher de redresser tout cela que d'éviter que cela ne
tombe. Merci.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 55030534C van de heer Vanden Burre wordt omgezet in een schriftelijke vraag.
05 Vraag van Katrien Houtmeyers aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De stijging van het aantal zelfstandigen die hun activiteiten stopzetten" (55030544C)
05 Question de Katrien Houtmeyers à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. Démocratique) sur "L'augmentation du nombre d'indépendants mettant un terme à leurs activités" (55030544C)
05.01 Katrien Houtmeyers (N-VA): Ik verwijs naar mijn schriftelijk ingediende vraag.
Volgens cijfers van de FOD Economie is
het aantal zelfstandigen dat zijn activiteiten tussen 2020 en 2021 heeft
stopgezet, toegenomen met acht procent. Een jaar eerder, tussen 2019 en 2020,
was er nochtans een sterke daling van het aantal stopzettingen (-19,1 procent).
Het waren vooral zelfstandigen die hun activiteit in hoofdbezigheid uitoefenen
die er tussen 2020 en 2021 de brui aan gaven. Ook voornamelijk vrouwen (+9,4
procent) en mensen van minder dan 35 jaar (+15,3 procent) stopten hun
zelfstandige activiteit.
Volgens de FOD Economie moet deze tendens
- van meer zelfstandigen die stoppen - worden geïnterpreteerd in het licht van
het einde of de verkorting van steunmaatregelen in 2021 die in het kader van de
gezondheidscrisis werden genomen, zoals het moratorium op faillissementen of
het overbruggingsrecht.
Hoewel het totale aantal zelfstandigen
nog altijd in stijgende lijn gaat (+4 procent tussen 2020 en 2021, tot
1.230.419 zelfstandigen en helpers in het vierde kwartaal van 2021) mogen we
niet voorbijgaan aan het feit dat meer zelfstandigen, dus blijkbaar ook
jongeren, ervoor kozen om hun zelfstandige activiteit te staken.
Meneer de minister,
Kan u me meer recente cijfers (van dit
jaar) verschaffen van het aantal zelfstandigen dat zijn activiteiten stopzet?
Kan u een onderverdeling maken per
gewest, geslacht, leeftijd en sector?
Vindt u het zelf zorgwekkend dat steeds
meer zelfstandigen afzien van hun ondernemingsplannen?
Welke verklaring geeft u zelf aan deze
trend?
En wil u de stijgende trend van stopzettingen aanpakken? Zo ja, hoe?
05.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Houtmeyers, de meest recente cijfers over het aantal stopzettingen van zelfstandigen gaan inderdaad over 2021. Deze cijfers worden jaarlijks geactualiseerd op de website van de FOD Economie. Het RSVZ zal in de loop van 2023 de cijfers van 2022 publiceren.
Ik ben het eens met de analyse van de FOD Economie die stelt dat er in 2021 een stijging van het aantal stopzettingen was met 8 %. Groepen waarbij het aantal stoppers sterker steeg dan gemiddeld zijn vrouwen, zelfstandigen jonger dan 35 jaar en zelfstandigen die actief zijn in de transportsector. Deze evolutie is onderhevig aan de economische context en de progressieve stopzetting van de ondersteuningsmaatregelen die werden genomen in het kader van de gezondheidscrisis, zoals een moratorium op faillissementen.
De jaren 2020 en 2021 waren zwaar voor de zelfstandigen en voor sommige sectoren in het bijzonder. We weten dat vrouwelijke zelfstandigen vooral actief zijn in sectoren die zwaar getroffen werden door de sanitaire crisis. De jongste ondernemers zijn ongetwijfeld globaal minder gewapend tegen crisissen van een uitzonderlijke omvang. Het jaar 2022 zal ook worden gekenmerkt door de gevolgen van de inflatie en de energiecrisis die het hele Belgische socio-economische weefsel raakt.
Om de zelfstandigen en ondernemingen te helpen heeft de regering besloten een hele reeks maatregelen in te voeren. Ik heb ze al vermeld. Het gaat over uitstel van sociale bijdragen voor bedrijven in moeilijkheden als gevolg van de hoge energiekosten. Ook de regeling voor tijdelijke energiewerkloosheid wordt geactiveerd en afgestemd op het Europees tijdelijk crisiskader. Verder zal het tijdelijk overbruggingsrecht worden toegekend aan zelfstandigen die moeilijkheden ondervinden door hun energierekening. Voor de sociale bijdragen van zelfstandigen zal in langere terugbetalingsregelingen worden voorzien. Ook wordt een tijdelijk moratorium op faillissementen ingevoerd voor bedrijven die door de energiecrisis zijn getroffen als gevolg van acties van leveranciers.
Momenteel geef ik de prioriteit aan het ondersteunen van de zelfstandigen en de kmo's ten aanzien van de uitzonderlijke gebeurtenissen waarmee we worden geconfronteerd. We moeten laten zien dat de overheid aan de zijde van de zelfstandigen en kmo's staat. We moeten werken aan het herstel van de welvaart en daarvoor moet met name de ondernemingsgeest worden aangewakkerd.
05.03 Katrien Houtmeyers (N-VA): Dank u voor uw antwoord, mijnheer de minister.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.36 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16 h 36.