Commission de l'Économie, de la Protection des consommateurs et de l'Agenda numérique

Commissie voor Economie, Consumentenbescherming en Digitale Agenda

 

du

 

Mercredi 5 octobre 2022

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Woensdag 5 oktober 2022

 

Voormiddag

 

______

 

 


La réunion publique de commission est ouverte à 09 h 44 et présidée par M. Albert Vicaire.

De openbare commissievergadering wordt geopend om 09.44 uur en voorgezeten door de heer Albert Vicaire.

 

01 Question de Roberto D'Amico à Thomas Dermine (Relance, Investissements stratégiques et Politique scientifique) sur "Les voitures à la disposition du gouvernement" (55028846C)

01 Vraag van Roberto D'Amico aan Thomas Dermine (Relance, Strategische Investeringen en Wetenschapsbeleid) over "Het wagenpark van de regering" (55028846C)

 

01.01  Roberto D'Amico (PVDA-PTB): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, dans un article du 11 juin 2022, La Dernière heure se penchait sur la flotte de véhicules dont dispose le gouvernement fédéral, en rappelant l'engagement pris dans l'accord de gouvernement concernant la neutralité carbone des véhicules de société à l'horizon 2026. À notre grand regret, nous n'avons pas lu votre nom, monsieur le secrétaire d'État, dans cet article.

 

Monsieur le secrétaire d'État, voici mes questions. De combien de voitures votre cabinet dispose-t-il? De quels modèles de voitures s'agit-il? Pouvez-vous nous en détailler l'utilisation? Fonctionnez-vous avec du leasing ou s'agit-il de véhicules achetés? Pouvez-vous nous indiquer des montants relatifs à ces leasings ou achats? Enfin, quelle est la part de ces véhicules qui est héritée du gouvernement précédent? Quels sont les véhicules qui ont été achetés par ce gouvernement? Je vous remercie.

 

01.02  Thomas Dermine, secrétaire d'État: Monsieur D'Amico, pour votre parfaite information, mon cabinet avait effectivement été interrogé par la journaliste que vous évoquez. Ma chargée de communication lui a fourni les réponses en date du 8 juin de cette année. Je ne peux expliquer la raison pour laquelle les éléments n'ont pas été repris dans l'article. C'est probablement une sélectivité de certains cabinets.

 

Quoi qu'il en soit, en mars 2021, un marché public a été lancé afin de remplacer les véhicules qui arrivaient en fin de contrat de leasing de la législation précédente. Le cahier spécial des charges a été rédigé en tenant compte des éléments se trouvant dans la "Note directive pour les secrétariats de la cellule de coordination générale de la politique, les cellules de politique générale et les cellules stratégiques diverses" du 23 octobre 2020, qui a été émise par la Chancellerie du premier ministre.

 

À la suite de l'attribution du marché public, le 16 juin 2021, le parc automobile de mon cabinet se compose de quatre véhicules: une Fiat 500 électrique, une Audi A6 Mild Hybrid diesel, une Volkswagen Golf Mild Hybrid essence et une Volkswagen Golf diesel.

 

Les assurances et les entretiens sont compris dans les prix de location des véhicules. Nous pouvons vous fournir un tableau avec le prix des leasings, qui ont été conclus pour une période de 36 mois à dater de la réception des véhicules.

Trois véhicules sont utilisés par mon directeur de cabinet, secrétaire de cabinet et moi-même.

 

Un quatrième véhicule est un véhicule de service staff qui est gardé pour les différentes missions au sein du cabinet de transport logistique de documents et de personnes.

 

Afin de soutenir et d'encourager la mobilité douce, et notamment parce que beaucoup de nos trajets pendant la journée de travail sont intrabruxellois, le cabinet dispose également de trois vélos électriques pour les déplacements intrabruxellois des membres du cabinet.

 

Monsieur D'Amico, si vous le souhaitez, je dispose d'un tableau complet reprenant l'écoscore, le CO2 et les montants mensuels qu'on peut vous envoyer sans problème.

 

01.03  Roberto D'Amico (PVDA-PTB): Monsieur le secrétaire d'État, je suis étonné que la journaliste n'ait pas repris vos éléments. Vous me dites que cela avait été envoyé le 8 juin 2022. J'en tiens compte.

 

Enfin, il se pourrait que vous ayez oublié un véhicule dans la liste que vous m'avez citée. En effet, j'ai vu dernièrement dans la presse que vous êtes venu à vélo à Bruxelles.

 

01.04  Thomas Dermine, secrétaire d'État: Je ne le fais pas tous les jours, monsieur D'Amico. Rassurez-vous!

 

01.05  Roberto D'Amico (PVDA-PTB): Je ne sais pas si c'est votre vélo ou si c'est celui de votre cabinet.

 

01.06  Thomas Dermine , secrétaire d'État: C'est celui de mon papa que j'emprunte, si vous voulez tout savoir, car j'ai un VTT mais je n'ai pas de vélo de route.

 

01.07  Roberto D'Amico (PVDA-PTB): Je vous remercie.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Samengevoegde vragen van

- Sander Loones aan Thomas Dermine (Relance, Strategische Investeringen en Wetenschapsbeleid) over "De werkzaamheden en de aanpassingen in het kader van het plan RRF" (55029516C)

- Sander Loones aan Thomas Dermine (Relance, Strategische Investeringen en Wetenschapsbeleid) over "De bijsturing van het Nationaal Plan voor Herstel en Veerkracht" (55030376C)

- Sander Loones aan Thomas Dermine (Relance, Strategische Investeringen en Wetenschapsbeleid) over "De halfjaarlijkse rapportage van het Nationaal Plan voor Herstel en Veerkracht" (55030377C)

- Sander Loones aan Thomas Dermine (Relance, Strategische Investeringen en Wetenschapsbeleid) over "De financiering van het Nationaal Plan voor Herstel en Veerkracht" (55030379C)

- Sander Loones aan Thomas Dermine (Relance, Strategische Investeringen en Wetenschapsbeleid) over "Het RePowerEU-plan" (55030380C)

- Reccino Van Lommel aan Thomas Dermine (Relance, Strategische Investeringen en Wetenschapsbeleid) over "De stand van zaken met betrekking tot het Plan voor Herstel en Veerkracht" (55030675C)

02 Questions jointes de

- Sander Loones à Thomas Dermine (Relance, Investissements stratégiques et Politique scientifique) sur "Les travaux et les modifications dans le cadre du plan RRF" (55029516C)

- Sander Loones à Thomas Dermine (Relance, Investissements stratégiques et Politique scientifique) sur "L'ajustement du Plan national pour la reprise et la résilience" (55030376C)

- Sander Loones à Thomas Dermine (Relance, Investissements stratégiques et Politique scientifique) sur "Le rapportage semestriel du Plan national pour la reprise et la résilience" (55030377C)

- Sander Loones à Thomas Dermine (Relance, Investissements stratégiques et Politique scientifique) sur "Le financement du Plan national pour la reprise et la résilience" (55030379C)

- Sander Loones à Thomas Dermine (Relance, Investissements stratégiques et Politique scientifique) sur "Le plan RePowerEU" (55030380C)

- Reccino Van Lommel à Thomas Dermine (Relance, Investissements stratégiques et Politique scientifique) sur "Le point sur le Plan de relance et de résilience" (55030675C)

 

02.01  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, fijn om elkaar terug te zien – wij vernemen, onder meer via sociale media, dat u met de fiets naar het werk komt – na het zomerreces met een aantal vragen over uw kerncompetentie. Het gaat om de opvolging van het investeringsbeleid en de daaraan gekoppelde Europese middelen.

 

Mijn eerste vraag gaat over de rapportage. Wij krijgen centen vanuit Europa. We weten al dat we veel te weinig krijgen, maar goed, op dat bedrag kunnen we alvast rekenen. Daarover moet gerapporteerd worden, de volgende rapportage is gepland op 15 oktober. Uit mijn reeks vragen is de belangrijkste of u dat eerst aan het Parlement zult voorleggen. Bent u bereid om hier eerst toelichting te geven, vooraleer u aan Europa rapporteert? Die vraag is essentieel. Van mijn andere vragen hebt u kennis genomen via de ingediende tekst.

 

Mijn tweede vraag gaat over de inhoud. Net voor de zomer hebben we al gezegd dat het interessant zou zijn om een opvolgingsrapportage te krijgen zodat we weten hoe het precies met al die projecten staat. Een van de redenen is dat er slecht nieuws kwam. We krijgen normaal gezien 5,9 miljard euro. Daar is een deel vanaf gegaan, nu zitten we aan 4,2 miljard euro. Het is nog altijd niet helemaal duidelijk hoe die minderinkomsten aangepakt zullen worden. Wij hebben ons ten aanzien van Europa moeten engageren om een aantal milestones, doelstellingen, absoluut te halen. Die doelstellingen blijven vooropstaan, ook al is het bedrag naar beneden gegaan. Wij hebben ons geëngageerd, de doelstellingen blijven dezelfde.

 

Dat betekent dus dat er een gap is, een gat dat gevuld moet worden. Dat kan op verschillende manieren gebeuren. Een eerste mogelijkheid is dat de regering woord houdt en alle beloftes effectief uitvoert, maar dan moet er gezocht worden naar extra financiering binnen het federale budget. De federale begroting heeft het echter al heel moeilijk, want die staat volgend jaar 23 miljard euro in het rood en dat zijn vooral structurele tekorten. Een tweede mogelijkheid is dat met de Europese Commissie een gesprek wordt aangegaan om mee te delen dat ons land zijn beloftes niet kan nakomen en dus minder zal doen. Mijn tweede reeks vragen polst naar een stand van zaken.

 

Dat is trouwens ook gekoppeld aan het feit dat de aan Europa beloofde hervormingen structureel van aard zijn, specifiek inzake de pensioenhervorming. Eigenlijk heeft uw regering aan Europa beloofd dat de financiering van de pensioenen versterkt ging worden, zodat de kosten verlagen. Het pensioenakkoord van de regering heeft de financiering echter verzwakt. Er is twee miljard extra uitgaven bijgekomen. Het is nodig dat de pensioenen worden versterkt, daarover gaat de discussie niet, maar u doet net het tegenovergestelde van wat u aan Europa hebt beloofd.

 

Met betrekking tot de financiering hebben we ook gelezen dat de vraag uit Wallonië zou komen om hun deel budgettair gecompenseerd te zien. Dat zou op de agenda van het Overlegcomité in de herfst, dus nu ongeveer, staan. Wat is de stand van zaken daarvan?

 

Mijn volgende vraag gaat over de bestemming van dat geld. Wat gaat u met die centen doen? Er was een interview met de voorzitter van de MR. In dat interview zei Georges-Louis Bouchez dat de middelen misschien zouden moeten worden geheroriënteerd. Als er geld is dat nog niet besteed is, zou dat misschien naar ecologische projecten kunnen gaan.

 

Uw RRF-plan zet al sterk in op duurzaamheid. Georges-Louis Bouchez zegt dat hij dat nog wil versterken. Er wordt zeer veel gecommuniceerd, zeker door de voorzitter van de MR, maar het is moeilijk om alles te volgen. Als we dan vragen wat er precies op de tafel van de regering wordt gelegd, is dat iets helemaal anders. Vanochtend had de heer Bouchez het op de radio over het beperken van de werkloosheidsuitkering in de tijd, een zeer forse communicatie, maar nu hoor ik dat dat thema zelfs nog niet werd aangehaald door de MR-ministers in de regering. Ze hebben er zelf nog geen woord over gezegd.

 

Gaat het in dit geval om de MR-voorzitter die opnieuw een kranteninterview moest geven? Of wordt die heroriëntatie daadwerkelijk geambieerd? Er zit uiteraard wel iets in dat we in deze energiecrisis op dat vlak extra zullen moeten investeren, maar het zou goed zijn om te weten of die ambitie door de hele regering wordt nagestreefd. Ik vind het interessant, maar ik wil weten of dat echt op de tafel ligt.

 

Ik sluit af met een actualisering van mijn vraag over het RePowerEU Plan. Dat was voor mij het nieuws van de dag. Wat is er immers aan de hand? Na de coronacrisis was er het coronafonds, het RRF-plan en de hele stroom die is opgezet voor een budget van nu iets meer dan 4 miljard euro. Bovendien is op Europees niveau beslist om ook nog een extra traject op te zetten, dat RePowerEU heet. Specifiek dient het om investeringen in duurzaamheid mogelijk te maken. Het gaat over 20 miljard euro, dat moet worden verdeeld over de verschillende lidstaten.

 

Wat wil het toeval? De verdeelsleutel werd gisteren afgeklopt. Wij weten wat wij krijgen. Aanvankelijk zou België in het basisscenario 269 miljoen euro krijgen. Dat zou het geval zijn, indien de slechte parameters van het RRF-plan ook zouden worden toegepast op RePowerEU.

 

Wij hebben vragen daarover aan u en aan de eerste minister gesteld. België heeft toen beslist dat het geen slechte parameters wil. Het gaat immers over duurzaamheid en ecologie. Dus moet er rekening worden gehouden met energieafhankelijkheid en met het inwonersaantal. Er zouden dus andere parameters moeten gelden.

 

Ik heb aangegeven dat die denkwijze logisch was. Het gaat over energie. Dus moeten er energiesleutels zijn. Ik heb toen gevraagd hoeveel België zou krijgen, indien die duurzaamheidsparameters zouden worden toegepast. Het antwoord was dat België dan geen 269 miljoen euro zou krijgen, maar 506 miljoen euro. Dat is bijna een verdubbeling. Het bedrag van 506 miljoen euro zou naar België komen, indien de duurzaamheidparameters zouden worden gebruikt.

 

Wat werd echter gisteren beslist? België krijgt slechts 282 miljoen euro. Het krijgt net iets meer dan het basisscenario. In plaats van 269 miljoen euro krijgt het 282 miljoen euro.

 

Mijnheer de staatssecretaris, ik heb een en ander even nagekeken. Zestien Europese lidstaten krijgen meer geld dan wij. Twaalf van hen hebben een lager bruto binnenlands product dan ons. Elf van die lidstaten hebben minder inwoners dan wij. Elf lidstaten met minder inwoners dan wij krijgen dus een pak meer geld.

 

Hoe komt het dat de regering zo slecht onderhandelt op Europees niveau? Ik kan daar echt niet bij. Wie is de grote winnaar? Dat is Polen, dat meer dan een verdubbeling van zijn budget krijgt. Het kreeg aanvankelijk 1,4 miljard euro. Nu gaat dat bedrag naar 2,7 miljard euro. Ook Hongarije krijgt een verdubbeling van het budget. Uw regering zit constant op de kap van die lidstaten, maar die landen gaan wel met alle centen lopen. Nederland, dat weliswaar een hoger bevolkingsaantal dan ons heeft, gaat van 280 miljoen euro naar 455 miljoen euro. Het krijgt er 175 miljoen euro bij. België krijgt er slechts 13 miljoen euro bij.

 

Mijnheer de staatssecretaris, dat is gewoon niet meer ernstig te noemen. Dat is echt niet meer ernstig te noemen. Wij worden geconfronteerd met een eerste minister die in elk kranteninterview stelt dat hij de eerste minister van België is en dat wil blijven, ook na de volgende verkiezingen. Hij stelt geen Europese post te ambiëren en niet weg te willen naar Europa. Wij zien echter alleen dat er geld wordt weggegeven aan andere Europese landen dat gebruikt zou kunnen worden om de noden hier te lenigen. Dat creëert wel zeer sterk het idee dat hier bereidheid wordt gekocht op Europees niveau om hier en daar een functie te kunnen pakken. Dit moet gewoon stoppen.

 

Hoe kan het dat Nederland er 175 miljoen bij krijgt en België 13 miljoen? Hoe kan het dat landen als Polen en Hongarije hun inzet verdubbeld krijgen en België niet?

 

Hoe kan het dat 12 landen die economisch minder sterk zijn dan België toch veel meer terugkrijgen?

 

02.02  Reccino Van Lommel (VB): Over het plan voor herstel en veerkracht hebben we al geregeld met elkaar van gedachten gewisseld. Vorige keer hebben we het onder meer nog gehad over de minder dan voorziene beschikbare middelen. We zijn een aantal maanden verder. De Europese Rekenkamer heeft een beoordeling gepubliceerd van alle herstelplannen. Ondertussen heeft ze een wijziging gepubliceerd om nog een versnelling hoger te schakelen in de invoering van duurzame energiesystemen. Anderzijds wil men de afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen afbouwen. Uit de rapporten blijkt dat Frankrijk en Griekenland al een uitbetaling hebben ontvangen, België nog niet. Volgens het rapport zouden er ook een aantal inconsistenties zijn.

 

In welke mate zijn die inconsistenties ook van toepassing op België? Wat zijn die dan?

 

Wat is de stand van zaken rond de Herstel- en Veerkrachtplannen?

 

Begin juni hebben verschillende Europese landen de operationele regeling al ondertekend en een betalingsverzoek ingediend. Wanneer kunnen we dat verwachten?

 

Wat zullen de gevolgen zijn in de RePowerEU-hoofdstukken en wat zijn de gevolgen daarvan voor het land?

 

Tot slot, zullen de toegekende middelen uiteindelijk volstaan om alle projecten uit te voeren?

 

02.03 Staatssecretaris Thomas Dermine: Mijnheer Loones, meerdere vragen en commentaren waren bestemd voor de heer Bouchez. Ik ben zijn persattaché niet en bovendien is het moeilijk, ook voor ons, om te volgen wat er gebeurt in zijn hoofd.

 

Wat Wallonië en de vermindering van de envelop van de Faciliteit voor herstel en veerkracht (RRF) betreft, ben ik niet bevoegd om beslissingen van de Waalse regering te becommentariëren. We volgen het dossier wel van nabij op.

 

Allereerst wil ik uw aandacht vestigen op drie opvolgingspunten van het Plan voor herstel en veerkracht, besproken in de ministerraad van 8 juli 2022. Eén, de ministerraad van 8 juli keurde in eerste lezing het samenwerkingsakkoord goed dat de betrekkingen regelt tussen de verschillende entiteiten die betrokken zijn bij de uitvoering van het plan. Twee, deze ministerraad heeft ook de operationele regelingen tussen België en de Europese Commissie goedgekeurd, en drie, wat deze eerste betalingsaanvraag betreft – de tweede vraag van de heer Van Lommel –, hiermee heeft diezelfde ministerraad deze aanvraag vastgesteld voor het najaar. De maand oktober zal dus worden gewijd aan de afwerking van dit dossier, dat het bewijs zal bevatten van de verwezenlijkingen van 22 mijlpalen en 1 doelstelling op Belgisch niveau.

 

Van deze mijlpalen hebben er zestien betrekking op hervormingen en zeven op investeringsprojecten. Mijnheer Loones, op die manier wordt de voorwaardelijkheid tussen hervormingen en investeringen geconcretiseerd, dus door de betalingsaanvragen. Wij moeten immers een antwoord bieden op de investerings- en hervormingsprojecten.

 

U had het in uw vraag ook over de kwestie van de uitvoering van de plannen. Zoals u weet moeten wij midden oktober een derde halfjaarlijks verslag over de projecten van het plan voor herstel en veerkracht indienen bij de Europese Commissie. Ik ben het helemaal eens met uw voorstel, mijnheer Loones. Als dat nodig en nuttig is, kunnen wij in deze commissie volle transparantie bieden over het verslag van oktober. Dit verslag is zowel retrospectief als prospectief en zal betrekking hebben op de mijlpalen en doelstellingen van het verleden, maar ook die van de komende twaalf maanden. Het gaat om 105 mijlpalen en doelstellingen, waarvan er 39 onder de federale bevoegdheid vallen.

 

Wat betreft uw vragen over de wijziging van het plan naar aanleiding van de bijsturing van de Europese subsidies, zoals u hebt gezegd, kan ons plan nu rekenen op 4,5 miljard euro aan Europese subsidies. Dat is inderdaad 23 % minder dan de kostprijs die anderhalf jaar geleden werd geraamd. In deze context heeft de ministerraad op 8 juli besloten om het federale deel van het plan aan te passen aan de geactualiseerde Europese enveloppe.

 

In dit stadium is op interfederaal niveau nog geen besluit genomen over de verdeling van de geactualiseerde subsidie tussen de verschillende entiteiten. Zonder vooruit te lopen op de beslissing die op interfederaal niveau zal worden genomen en om met de technische werkzaamheden te kunnen beginnen, zijn wij toch uitgegaan van een lineaire vermindering van ongeveer 296 miljoen euro voor de federale regering. De regering heeft er op 8 juli mee ingestemd zes projecten uit het onderdeel subsidie van het plan te schrappen en over te hevelen naar het onderdeel RRF-leningen, op basis van een opportuniteitsanalyse die ik in de komende weken aan de ministerraad wil voorleggen.

 

De perimeter van het plan blijft dus duidelijk dezelfde. Wij zullen alle projecten op federaal niveau uitvoeren en wij garanderen de financiering, maar het type van financiering verandert: in plaats van een Europese financiering wordt het een federale financiering.

 

02.04  Sander Loones (N-VA): (…) (Microfoon is niet ingeschakeld)

 

02.05 Staatssecretaris Thomas Dermine: Ik heb nog een laatste deel over RePowerEU.

 

02.06  Sander Loones (N-VA): (…)

 

02.07 Staatssecretaris Thomas Dermine: Mijnheer Loones, het is inderdaad zeer belangrijk dat wij een sterke klemtoon op energie-investeringen leggen. Wij investeren al in ons transitieplan, maar ook om onze onafhankelijkheid van Russisch gas te versterken, bijvoorbeeld in de renovatie van publieke gebouwen, het spoortransport en de bouw van infrastructuur voor waterstof of CO2-capture.

 

In het kader van RePowerEU hebben wij een additionele enveloppe van 20 miljard euro van de Europese Commissie. Wij hebben samen met minister Van Peteghem een gemeenschappelijke positie ingenomen om de eerste verdeelsleutel te wijzigen. Dat was immers dezelfde verdeelsleutel als de covidverdeelsleutel. Dat had geen zin.

 

Op 4 oktober heeft inderdaad een debat plaatsgevonden in de Ecofin. Onze positie dat de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en de stijging van de investeringskosten moeten worden opgenomen, zit vervat in de nieuwe sleutel, maar er is ook een element over de cohesiedimensie in opgenomen.

 

Dat verklaart waarom landen als Polen en Hongarije een groter deel van de enveloppe krijgen. We krijgen inderdaad voor 282 miljoen euro extra aan Europese subsidies. We kunnen een eindeloos debat voeren over de verdeelsleutel, maar het belangrijkste debat vandaag is dat over de 20 miljard op Europees niveau voor de transitie en de onafhankelijkheid van Russisch gas. Dat is niet zo veel, rekening houdend met de uitdagingen waar we voor staan. We moeten inderdaad twee verschillende debatten voeren. Ten eerste, is de verdeelsleutel rechtvaardig? Ja. Het grotere debat gaat echter over de 20 miljard euro op Europees niveau voor een dermate belangrijke uitdaging. Dat is veel te weinig. Dat is de grootste uitdaging, niet alleen voor de onafhankelijkheid van Russisch gas, maar ook voor de transitie. We moeten meer investeren en dat moet op Europees niveau gebeuren.

 

02.08  Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de staatssecretaris, dank u voor uw antwoord en de toelichting van de huidige stand van zaken. We zullen in de komende weken en maanden opnieuw van gedachten wisselen over dat plan. We komen er dan nog op terug.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: La question n° 55029159C de M. François De Smet devient sans objet.

 

La réunion publique de commission est levée à 10 h 10.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 10.10 uur.