Commission de l'Énergie, de l'Environnement et du Climat

Commissie voor Energie, Leefmilieu en Klimaat

 

du

 

Mardi 20 septembre 2022

 

Soir

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 20 september 2022

 

Avond

 

______

 

 


De behandeling van de vragen vangt aan om 17.44 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Christian Leysen.

Le développement des questions commence à 17 h 44. La réunion est présidée par M. Christian Leysen.

 

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

01 Débat d'actualité sur le tarif social énergie et questions jointes de

- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le non-accès au tarif social pour les parents exerçant la coparentalité d'un enfant handicapé" (55029998C)

- Nahima Lanjri à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le tarif social pour l'énergie en cas de coparentalité" (55030064C)

- Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le tarif social en faveur des parents d’un enfant en situation de handicap" (55030220C)

- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les conditions d'octroi du tarif social" (55030292C)

- Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'octroi du tarif social" (55030302C)

01 Actualiteitsdebat over het sociaal tarief energie en toegevoegde vragen van

- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het mislopen van het sociaal tarief door ouders met co-ouderschap van een kind met een beperking" (55029998C)

- Nahima Lanjri aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het sociaal tarief voor energie bij co-ouderschap" (55030064C)

- Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het sociaal tarief voor ouders van een kind met een handicap" (55030220C)

- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De voorwaarden voor de toekenning van het sociaal tarief" (55030292C)

- Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De toekenning van het sociaal tarief" (55030302C)

 

De voorzitter: De eerste spreker is de heer Warmoes. Mevrouw Lanjri is er niet. Daarna hebben wij als sprekers de heer Ben Achour, de heer Wollants en de heer Verduyckt. Andere leden die willen spreken, kunnen dat eenmalig doen, ofwel bij de repliek ofwel bij de vraagstelling.

 

Mijnheer Warmoes, u krijgt het woord.

 

01.01  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mijn vraag is vrij specifiek, maar niettemin van belang voor een heel aantal mensen.

 

Mevrouw de minister, wij hebben verschillende getuigenissen gekregen van ouders die co-ouderschap hebben over een kind met een beperking. Zoals u weet, hebben ouders van kinderen met een beperking normalerwijze automatisch recht op het sociaal tarief. Het probleem is dat bij een echtscheiding de kinderen steeds bij één van de ouders worden gedomicilieerd, hoewel beide ouders een al dan niet gelijk deel van de zorg en de kosten voor hun kinderen voor hun rekening nemen.

 

Wanneer een minderjarig kind een erkende handicap van minstens 66 % heeft, dan heeft de ouder bij wie het kind gedomicilieerd is recht op het sociaal tarief, onder meer voor gas en elektriciteit. U weet ongetwijfeld ook dat het sociaal tarief vandaag erg belangrijk is. De andere ouder, bij wie het kind niet gedomicilieerd is, heeft dan weer geen recht op dat sociaal tarief, ook al neemt hij of zij een deel van de kosten en meerkosten van de zorg voor dat kind voor zijn of haar rekening.

 

Datzelfde geldt voor de situatie waarin het kind met een beperking meerderjarig is, een uitkering van de FOD Sociale Zekerheid ontvangt en hij of zij afwisselend verblijft bij en verzorgd wordt door beide ouders, terwijl hij of zij toch bij één ouder gedomicilieerd blijft. Door de intensieve zorg voor hun kind kunnen de betrokken ouders vaak niet voltijds werken. Dat komt er nog bovenop. Zij dienen dan ook noodgedwongen een deel van hun potentieel inkomen te derven.

 

De kosten voor energie zijn vaak hoger bij een kind met een ernstige beperking. Dat inkomensverlies kan, althans voor de ouder bij wie het kind gedomicilieerd is, deels worden gecompenseerd door de toekenning van het sociaal tarief voor gas en elektriciteit. De ouder bij wie het kind niet gedomicilieerd is, moet echter de volle pot betalen voor gas en elektriciteit, dus voor zijn of haar energiefactuur.

 

Wij hebben het hier al vaak gehad over de waanzinnig hoge energieprijzen vandaag. Die ongelijkheid en onrechtvaardigheid worden natuurlijk des te groter vandaag. Zal u die situatie rechtzetten? Zal u ervoor zorgen dat ouders met co-ouderschap van een kind met een beperking allebei recht hebben op het sociaal tarief? Ik kijk uit naar uw antwoord.

 

01.02  Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega Warmoes heeft de kwestie zonet toegelicht. Ik meen dat bijna alle collega's het verhaal kennen en ervan overtuigd zijn dat er een onrechtvaardigheid in schuilt. Daartegenover bewijst dit wel dat het sociaal tarief vandaag een grote bescherming biedt en dat mensen er tegenwoordig op een heel andere manier naar kijken dan een paar maanden of een jaar geleden.

 

Ik wil er nog een element aan toevoegen. Ik heb best wel aandacht voor de problemen, ook die rond de VME's. Op dat vlak lopen gezinnen die recht hebben op het sociaal tarief tegen het probleem aan dat zij weinig aan dat sociaal tarief hebben als zij in een collectief contract zitten. Mevrouw de minister, hebt u daaromtrent aan oplossingen gedacht?

 

Tot slot, welke andere problemen met het sociaal tarief en de toekenning ervan zijn u vandaag bekend? Vindt u dat er iets aan moet gebeuren? Waarmee bent u op dat vlak bezig?

 

01.03  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, devant la flambée des coûts de l'énergie, des mesures doivent être prises – et beaucoup le sont –, tout spécialement en faveur des personnes les plus vulnérables. Nous avons ainsi été interpellés par la situation de deux parents divorcés en charge d'un enfant en situation de handicap, dont le cas n'est évidemment pas isolé, puisqu'il illustre ce que vivent beaucoup d'autres citoyens.

 

En effet, lorsqu'un enfant mineur est atteint d'un handicap reconnu d'au moins 66 %, le parent chez qui l'enfant est domicilié a droit au tarif social, y compris pour le gaz et l'électricité – une mesure dont nous connaissons l'importance en cette période de crise. Du reste, ma mère en bénéficie pour ma sœur. L'autre parent – celui chez qui l'enfant n'est pas domicilié – ne bénéficie, quant à lui, pas de ce tarif social, et ce, même s'il supporte une part égale des soins et des coûts liés au handicap de son enfant.

 

Bien entendu, être parent d'un enfant en situation de handicap implique tant de disponibilité et d'énergie qu'il est souvent impossible de travailler à temps plein. Être marié, séparé ou divorcé n'y change rien. Pourtant, la situation domiciliaire de l'enfant provoque une inégalité entre les deux parents, dans la mesure où le coût de l'énergie est fixé à un tarif social pour l'un et au taux du marché pour l'autre.

 

Madame la ministre, ma question est très directe: serait-il envisageable, même à titre temporaire vu les circonstances exceptionnelles, d'étendre le tarif social énergétique au parent d'un enfant en situation de handicap chez qui il n'est pas domicilié?

 

01.04  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik zal de situatie die de heer Ben Achour al heeft aangekaart niet nog eens schetsen. Ik had u hetzelfde geval willen voorleggen. Daarnaast krijg ik echter ook signalen van het omgekeerde, namelijk dat mensen een integratietegemoetkoming krijgen en daardoor in aanmerking komen voor het sociale tarief. Het feit dat er sinds de afschaffing van de prijs van de liefde, zoals dat zo mooi heet, geen koppeling meer bestaat met het totale gezinsinkomen levert een onverwacht effect op. Dat kan enigszins wrang overkomen bij wie net buiten dat sociale tarief valt. Zij moeten vaststellen dat mensen in die situatie soms over een gezinsinkomen beschikken dat vier tot vijf keer boven de vastgestelde grenzen ligt en toch recht hebben op het sociale tarief, terwijl wie 100 euro te veel verdient daar geen recht op heeft.

 

Leidt dat ertoe een aantal van die voorwaarden opnieuw tegen het licht te houden? Hoe analyseert u die gevallen? Bent u bereid om die eens kritisch tegen het licht te houden, in beide richtingen?

 

01.05 Minister Tinne Van der Straeten: Collega's, ik deel uw bezorgdheden. Het sociaal tarief biedt inderdaad heel veel bescherming. Als men dan vaststelt dat men daarop geen recht heeft, komt dat bijzonder hard aan, zeker bij gezinnen die nog harder worden getroffen zoals eenoudergezinnen of mensen met een gehandicapt kind.

 

Voor het toekennen van het sociaal tarief aan klanten die op twee adressen zijn gevestigd, zoals bij eenoudergezinnen of bij ouders van een niet-gedomicilieerd kind met een beperking, is een databank vereist die informatie over de scheiding en de zorg van een gezamenlijk kind bevat. Die databank bestaat momenteel niet. Ook voor een papieren attest zou een zeer specifieke dossierbehandeling moeten worden opgezet, met bewijs van scheiding en gezamenlijke zorg, om uit te sluiten dat het om een tweede verblijf gaat of om misbruik te voorkomen.

 

De regering werkt nu heel intensief aan de hervorming van het sociaal tarief. Daarom komen dergelijke zaken nu ook naar boven. De heer Verduyckt verwees ook naar de specifieke situatie van mensen die in een gebouw van een mede-eigendom wonen en waar het contract door de VME is aangegaan. In dat geval gaat het dus om een professioneel contract met een kmo-nummer en geen residentieel contract.

 

Nous avons d'ailleurs rencontré le même problème avec le chèque chauffage.

 

De vraag is nu hoe wij dit kunnen oplossen. Uw suggestie is om te bekijken of we dat sociaal tarief, desnoods tijdelijk, kunnen toekennen voor elektriciteit en gas.

 

Je voudrais ajouter ici que le problème se pose également pour l'attribution des pensions alimentaires et autres allocations qui ne sont pas accordées aux deux, mais seulement à un seul parent. Les parents ne parviennent pas toujours à se mettre d'accord sur la répartition des coûts et des revenus pour la prise en charge de l'enfant. La question qui se pose est de savoir quel est notre rôle en tant que politiciens.

 

Het probleem beperkt zich niet tot het sociale tarief. De vraag rijst hoe we dat moeten benaderen en of we dat ook in zijn geheel moeten bekijken als het gaat over de toekenning van sociale rechten. Uiteraard moeten we er aandacht voor hebben, bijvoorbeeld door te bekijken hoe we databanken die de overheid ter beschikking heeft maximaal kunnen kruisen om aldus een maximale dienstverlening aan de bevolking te kunnen bieden.

 

Mijnheer Verduyckt, wat betreft de VME’s, op 6 april 2022 hebben we aan de CREG gevraagd om de mogelijkheden van de invoering van een premiesysteem te analyseren in de gevallen waarin het sociaal tarief complex of onuitvoerbaar is, zoals collectieve ketels buiten sociale woningbouw. Bij de VME’s gaat het niet over residentiële klanten. Voor zowel de verwarmingspremie als voor het basispakket energie hebben we daar nu een manuele situatie voor opgezet. Ik ben absoluut bereid om te kijken of we een dergelijke zaak eventueel ook kunnen opzetten voor personen in deze situatie, maar we moeten dit ook op een holistische manier kunnen bekijken. U, en wij ook, zijn aangesproken over deze specifieke situatie. Als we daar een antwoord op willen bieden, moeten we proberen om dat op een holistische manier te doen.

 

Dan is mijn vraag wel hoe we dat moeten aanpakken. Moeten we dat aanpakken vanuit het energiebeleid, vanuit de toekenning van het sociaal tarief? Of ligt de oplossing elders? Ik ben mij ervan bewust dat ik hier geen pasklaar antwoord geef, maar dat heb ik ook niet. Ik kan mij alleen maar engageren om daar in te duiken en te proberen daarvoor een oplossing te bedenken. Ik wil hier vooral ook geen valse beloftes doen. De situatie is bijzonder schrijnend, niet alleen voor de personen die ons geschreven hebben, maar ook voor vele anderen. In de mate van het mogelijke proberen we voor zoveel mogelijk mensen een antwoord te bieden.

 

01.06  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik begrijp natuurlijk dat er vandaag geen pasklaar antwoord is. Problemen zijn er echter om opgelost te worden. Ik begrijp ook dat u zich afvraagt of het uw bevoegdheid is, dan wel die van uw collega verantwoordelijk voor het armoedebeleid. U zit echter samen in de regering, dus ik reken erop dat het in orde komt.

 

Het is misschien ook een probleem dat niet enorm veel mensen of gezinnen betreft, maar voor deze mensen is de situatie wel heel erg. Ik denk dus dat u er echt werk van moet maken. Het is niet zo onoverkomelijk, er zijn veel grotere problemen in de wereld om op te lossen dan het feit dat er geen bestand is van deze gezinnen. Ik heb begrepen uit uw antwoord dat u er ook gevoelig voor bent en ik hoop anderen in de regering ook. Ik kan er inkomen dat u een holistische aanpak wenst. Dat mag echter geen reden zijn om een specifiek probleem niet op te lossen of te zeggen dat u alles in een keer zult oplossen, maar er wel drie jaar over doet.

 

01.07  Malik Ben Achour (PS): Merci, madame la ministre, pour votre réponse. Merci pour l'engagement que vous prenez de traiter cette importante question qui me touche personnellement, car j'ai une sœur qui est gravement handicapée, dont ma mère s'occupe. Elle bénéficie pour cette raison du tarif social. Elle n'est pas concernée par le cas spécifique de parents divorcés qui ont une garde alternée de l'enfant porteur de handicap, mais je suis certain que des centaines de familles le sont.

 

Au-delà d'un engagement de principe sur le thème, vous ne vous êtes pas engagée sur un délai. Dès lors, je voudrais savoir si la solution éventuelle que vous pourrez trouver aura un effet rétroactif. Considérant l'ampleur et la gravité de la crise, le temps qui passe représente beaucoup d'argent pour le parent chez lequel l'enfant n'est pas domicilié. Je vous incite à travailler très vite sur le sujet, à venir très rapidement avec des solutions qui, si possible, pourront avoir un effet rétroactif ou réparateur.

 

01.08  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik meen dat ik op mijn tweede vraag geen antwoord gekregen heb. Die ging specifiek over de integratietegemoetkoming en de inkomensgrenzen. Er zijn gevallen die vier of vijf keer het gezinsinkomen hebben dat normaal aanleiding geeft tot het sociaal tarief. Het komt wel wrang over bij degenen die net buiten de regeling vallen omdat zij 25.000 euro verdienen, dat iemand die 125.000 euro verdient, wel nog in aanmerking komt via die weg. Dat is moeilijk uit te leggen.

 

Ik wil dat u de regeling toch eens kritisch bekijkt. Zitten daar nog aberraties in waar een antwoord op moet komen?

 

01.09  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, ik noteer dat u aan de CREG advies hebt gevraagd over het premiesysteem voor VME's. Ik ga ervan uit dat het advies nog niet binnen is? Of misschien heb ik het gemist?

 

Het zou interessant kunnen zijn, want wat de VME's betreft, zijn er toch nog problemen. Ik hoorde gisteren het getuigenis van een jongeman dat hij de kosten in zijn appartementsblok moet delen met 12 huishoudens van vooral ouderen, mensen die veel thuis zijn en die de verwarming wat hoger zetten. Dat geeft natuurlijk een pak frustraties in het licht van de huidige prijzen. Ik weet dat de politiek niet al die problemen kan oplossen, maar ik wil wel aangeven dat het voor de VME's vandaag bijzonder moeilijk is. Waar wij een oplossing kunnen bieden, moeten wij dat toch zeker proberen. Ik ben ervan overtuigd dat wij daar samen verder aan kunnen werken.

 

01.10 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, sta me toe om nog even te antwoorden op die twee vragen. Er wordt gevraagd of het advies er al is en of dat in de hervorming van het sociaal tarief, waaraan we werken, wordt meegenomen.

 

Mijnheer Wollants, wat u zegt, verneem ik ook, maar het tegenovergestelde eveneens. Dat verhaal circuleert, maar ik krijg ook reacties van mensen die vragen wat wij zullen doen in het kader van de hervorming van het sociaal tarief. Mensen die een kind met een beperking thuis opvangen, hebben extra kosten. Het hele probleem is complex.

 

Mijnheer Verduyckt, het antwoord op de vraag of wij dat specifiek advies al hebben gekregen, moet ik schuldig blijven. Ook dat maakt voor ons deel uit van de hervorming van het sociaal tarief.

 

In finaliteit gaat de hervorming van het sociaal tarief erover dat een gereguleerd energietarief toegekend moet worden aan de meest kwetsbare gezinnen. In fine moeten wij ook een antwoord bieden op de vraag welke de meest kwetsbare gezinnen zijn. Met het sociaal tarief bereiken we een beperkte doelgroep op basis van het statuut en een uitgebreide doelgroep op basis van het statuut voor mensen met een verhoogde tegemoetkoming, wat in se een inkomensgerelateerd statuut is.

 

Nu regelen we een basispakket energie met een bepaalde hoeveelheid kilowattuur voor gas en/of elektriciteit, al naargelang, dat wordt afgerekend alsof het sociaal tarief is omgerekend naar een forfaitair bedrag, omdat het sociaal tarief ook binair is.

 

De CREG heeft, in het kader van de studie van de energienorm, waarover zij advies moet verlenen, ook specifiek gewerkt aan de uitbreiding van het sociaal tarief en een eventueel premiesysteem. Dat maakt daar voor ons ook deel van uit.

 

Het is geen evidente materie. Nu zitten we in een energiecrisis en zien wij het grote beschermend effect ervan, maar evident komen tegelijk degenen die niet beschermd worden, naar boven. In de genoemde voorbeelden gaat het over eenoudergezinnen met kinderen of mensen in een VME. Mevrouw Lanjri is nu niet aanwezig, maar zij heeft ook al het zorgwonen als voorbeeld vernoemd. In het kader van ons beleid zullen wij keuzes moeten maken. Dat zullen wij bekijken samen met onder meer de collega-minister van Sociale Zaken, aangezien het gaat over de toekenning van rechten. Specifiek als het gaat over personen met een beperking, zijn er ook belangrijke regionale bevoegdheden.

 

Ik wil de kwestie geenszins uit de weg gaan en absoluut het engagement aangaan om een en ander verder uit te werken. Het moet wel duidelijk zijn dat ik niet beschik over een silver bullet. 

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Samengevoegde vragen van

- Leen Dierick aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De bevoorradingszekerheid voor de winter 2022-2023" (55029717C)

- Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het winterplan in functie van onze bevoorradingszekerheid" (55030289C)

02 Questions jointes de

- Leen Dierick à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La sécurité d'approvisionnement pour l'hiver 2022-2023" (55029717C)

- Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Un plan hiver modulable en fonction de la sécurité d'approvisionnement" (55030289C)

 

02.01  Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, we spreken in dit Parlement vaak over de  energiemaatregelen die de regeringen nemen en we weten allemaal dat een daling van het energieverbruik echt een impact kan hebben. Dat is misschien een wat moeilijker verhaal, omdat we enerzijds niet het vingertje omhoog willen steken, maar anderzijds wel weten dat het een impact heeft. De Europese Unie stuurt daar overigens ook op aan. Volgens haar zou een daling met 10 % van het energieverbruik en met 5 % op de piekmomenten een goede zaak zijn.

 

Ik heb ook het gevoel dat er vandaag een prijsprikkel is. Iedereen met wie ik over het energieverbruik spreek, is zich vandaag toch veel meer bewust van het feit dat er toch wel wat energiebesparingen mogelijk zijn zonder echt heel zware inspanningen te leveren. Dat is op zich een goede zaak.

 

U hebt voor de zomer al het winterplan opgesteld en u hebt in deze commissie verklaard dat u daarover met de Gewesten zou overleggen. Hoe is dat overleg verlopen? Zijn er afspraken gemaakt of acties aan gekoppeld? Wat mogen we daar concreet van verwachten?

 

02.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Verduyckt, het overleg met de Gewesten is opgestart via ENOVER. Daar is gevraagd om potentiële maatregelen op te lijsten om zo te kunnen nagaan of de cumul van die maatregelen voldoende is om het doel van een daling van het energieverbruik met 15 % te halen. Alle entiteiten, dus ook de federale regering, hebben aangegeven dat ze meer tijd nodig hebben om na te gaan welke vraagbeperkende maatregelen ze kunnen nemen en welke impact die zouden hebben. Ze hebben zich ertoe verbonden om dat op korte termijn te doen.

 

Op 14 september 2022 heb ik ook aan tafel gezeten met de gewestelijke ministers van Energie. Ik heb toen vernomen dat elk Gewest sowieso volop bezig is met plannen inzake energiebesparing. Ik heb ook vernomen dat iedereen dat het liefst binnen zijn bevoegdheden doet en dat er niet noodzakelijkerwijs veel animo is om dat te versterken door samen te werken.

 

02.03  Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, op zich is dat misschien weinig verrassend. Ik geef het dan ook door aan de gewestelijke collega's, want volgens mij is het een taak van de overheid om mensen bij te staan in het besparen van energie en om daarover goede adviezen te geven.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De projecten van Fluxys in het kader van de gascrisis" (55029720C)

03 Question de Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les projets de Fluxys dans le contexte de la crise gazière" (55029720C)

 

03.01  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, er zijn een aantal projecten bij Fluxys die de mate waarin Europa zich kan bevoorraden met aardgas kunnen vooruithelpen. Een aantal energiespecialisten geeft aan dat de hervergassingscapaciteit en de capaciteit om het gas door te voeren momenteel op limieten botst en dat dat wel wat prijseffecten heeft.

 

Een project dat in dit verband vaak genoemd wordt is de versterking van de leiding Desteldonk-Opwijk. Men wilde daar eigenlijk vrij snel aan de slag. Men sprak namelijk over de aanvraag van een vervoersvergunning in augustus en de aanvraag van een omgevingsvergunning in september, dus dat was allemaal zeer concreet.

 

Een tweede project is ook de uitbreiding van de hergvergassingscapaciteit. Deze zou namelijk verdubbelen. Dat is een investeringsbeslissing van voor de hele crisis, maar uiteraard kan deze nu ook een meerwaarde hebben. Elke stap naar de realisatie van dat project die sneller gezet kan worden, is goed, zeker als men het in verhouding zet tot de totale Europese hervergassingscapaciteit. Ik zal niet beweren dat het de wereld zal veranderen, maar het zal wel bovengemiddeld bijdragen in verhouding tot de oppervlakte van dit land.

 

Wat is de stand van zaken rond de versterking van de leiding Desteldonk-Opwijk? Zijn de vergunningen al aangevraagd?

 

Wat is de stand van zaken rond het opvoeren van de hervergassingscapaciteit? Kan dat sneller dan oorspronkelijk gepland? Kunnen andere initiatieven worden genomen om de hervergassingscapaciteit op te drijven?

 

Staat u in contact met uw Europese collega's, wat betreft projecten die in dezelfde richting gaan? Wat betekent dat op Europese schaal?

 

Zijn er andere denkpistes die in dat kader passen en waarover u zou kunnen vertellen?

 

03.02 Minister Tinne Van der Straeten: In de maanden juni en juli 2022 werden infosessies georganiseerd met de betrokken gemeenten en met de landeigenaars en exploitanten langs het tracé om het project voor te stellen.

 

Wat de vergunningstoestand betreft, werd de aanvraag van de federale verklaring van openbaar nut ingediend op 3 augustus 2022 bij de FOD. Het openbaar onderzoek in het kader van deze vergunningsprocedure loopt tot eind september 2022.

 

De aanvraag voor de federale vervoersvergunning werd ingediend op 8 september 2022 bij de FOD. De aanvraag voor de regionale omgevingsvergunning wordt eind september 2022 ingediend.

 

Bij complexe projecten moeten we altijd een slag om de arm houden, maar de huidige beste inschatting van indienstname van de nieuwe leiding ligt op eind 2023. Die leiding zal meteen klaar zijn om ook waterstof te transporteren.

 

De uitbreiding van de hervergassingscapaciteit van de huidige 8 miljard m³ naar 17 miljard m³, onder andere via de bouw van drie bijkomende hervergassers met zeewater, zit op schema om begin 2024 in gebruik te worden genomen.

 

Ik heb met mijn Duitse en Nederlandse collega's gesproken over de gasbevoorrading en projecten die daaraan kunnen bijdragen. De verhoging van de binnenlandse capaciteit voor doorvoer van gas vanuit Zeebrugge naar Eynatten kan onze Duitse buren helpen, als zij natuurlijk ook aan hun kant zorgen voor voldoende transportcapaciteit. Zij moeten dus zelf ook aan hun kant van de grens de nodige investeringen doen en die zo goed mogelijk afstemmen op de onze. Zoals ik al zei, heb ik dat bilateraal besproken met mijn Duitse collega en zit ook dat op de goede weg.

 

Op Europees niveau volgt de Gas Coordination Group de bevoorradingssituatie op de voet. Ze heeft bijvoorbeeld in het voorjaar, samen met ENTSOG, studies uitgevoerd naar waar in het Europese gasnet de bottlenecks zitten om het gas, dat eerder traditioneel van oost naar west stroomde, nu in omgekeerde zin te laten lopen. Daarbij zijn projecten in kaart gebracht en werd onderzocht welke al bestaande projecten zouden kunnen leiden tot een hogere doorvoercapaciteit. Een voor mij opvallend project is de recente aankondiging dat Duitsland dan toch Frans geodoriseerd gas zal ontvangen in zijn net.

 

België is dankzij de keuzes uit het verleden een doorvoerland voor gas. Met de inkomende capaciteit kunnen we altijd ruimschoots onze eigen noden dekken. De crisis van vandaag leert ons dat we dat moeten koesteren, maar dat we ook klaar moeten zijn voor de toekomst. Die toekomst wordt nu voorbereid, en daarom publiceerden we in oktober 2021, nog voordat er sprake was van de oorlog in Oekraïne, onze federale waterstofvisie.

 

De energietransitie zal verder worden gerealiseerd door naast energiebesparingsmaatregelen in te zetten op elektrificatie, de ontwikkeling van hernieuwbare energie in ons land en door in te zetten op hernieuwbare waterstof en afgeleide moleculen. Die moleculen maken het mogelijk om moeilijk te elektrificeren sectoren koolstofvrij te maken en ze vergemakkelijken de invoer van energie.

 

Naar analogie van de keuzes die sinds de jaren 70 werden gemaakt voor de ontwikkeling van onze aardgasinfrastructuur, met name de lng-terminal in Zeebrugge en een zeer goed gekoppeld transportnetwerk, wil de federale regering België positioneren als een invoer- en doorvoerhub voor hernieuwbare moleculen in Europa. Ik hecht er veel belang aan dat de investeringen die we vandaag doen deel uitmaken van de opbouw van een infrastructuur die de energietransitie ondersteunt. De pijpleiding Opwijk-Desteldonk zal reeds klaar zijn voor het vervoer van waterstof en zal in het waterstofvervoersnet worden geïntegreerd zodra dat nodig en mogelijk is. Met de investeringen die we vandaag doen, kunnen we onze industrie en bedrijven toegang tot goedkope hernieuwbare moleculen garanderen en tegelijkertijd de energietransitie van onze buurlanden ondersteunen.

 

03.03  Bert Wollants (N-VA): Dank u voor uw antwoord. We zullen zien in welke richting het evolueert. We moeten ook onderzoeken hoe snel een aantal van die zaken uitgerold kunnen worden, zodanig dat ze ook effect kunnen hebben. Het risico bestaat immers dat diegenen die er het meeste baat bij hebben om op die manier koolstofarme waterstof binnen te krijgen, momenteel in de fase dreigen terecht te komen dat ze mogelijk deze winter eerst hun productie zullen moeten stilleggen vooraleer zij die overschakeling kunnen maken. Dat zou ervoor kunnen zorgen dat ze minder weerbaar worden. In het slechtste geval zou dat ervoor kunnen zorgen dat het net moeilijker wordt om op die manier met koolstofarme waterstof aan de slag te gaan. We zullen de evolutie van de situatie opvolgen zodat we die sector overeind kunnen houden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De planning voor de uitrol van offshorewind" (55029795C)

04 Question de Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'agenda prévu pour le déploiement de l'éolien offshore" (55029795C)

 

04.01  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, u haalde eerder aan dat u het vervroegen van de uitrol van offshorewind als een mogelijkheid ziet om minder afhankelijk te worden van Russische energiebronnen, Europees gezien. Volgens het akkoord van de regering in maart mikte u op het operationeel krijgen van de eerste windturbines in de tweede zone in het laatste kwartaal van 2027 in de plaats van in het eerste kwartaal van 2028. Het is ons op dit moment niet helemaal duidelijk wanneer u dan exact die windmolens operationeel zou willen krijgen, gelet op het feit dat u dit nog wil vervroegen ten opzichte van uw eerdere uitspraken. In die zin verzette u zich ook al tegen een verlenging van Doel 3 omdat, die geen impact zou hebben op de eerstkomende winters. Bij offshorewindturbines is dat eigenlijk gelijkaardig.

 

Wanneer zou de eerste fase van 700 megawatt offshorewind operationeel moeten zijn?

 

In welke mate zal die een rol spelen in de komende drie winters?

 

04.02 Minister Tinne Van der Straeten: Op basis van de huidige planning worden de eerste windmolens in de Prinses Elisabethzone verwacht tegen midden 2028. De timing van het transport van wind op zee over land zal moeten worden herbekeken op het moment dat er een duidelijke beslissing valt rond de projecten Ventilus en Boucle de Hainaut.

 

Elke verdere vertraging in deze dossiers vertaalt zich dan ook in een vertraging van de timing waarop wind op zee bij de Belgische verbruikers kan worden gebracht. De ontwikkeling van de Prinses Elisabethzone zal nog geen rol spelen tijdens de komende drie winters. Momenteel onderzoeken we al op welke manier de eerste zone voor wind op zee kan worden gerepowered met een zo hoog mogelijke continuïteit in de energieproductie en een bijkomende verhoging ten opzichte van de huidige hernieuwbare-energieproductie op zee in deze eerste zone.

 

Ik heb daarvoor eind augustus al een aanbesteding uitgeschreven om een studiebureau aan te trekken dat de mogelijke scenario's daarvoor uitwerkt. Daarnaast is het belangrijk op te merken dat de levensduur van de nieuwe installaties in de tweede zone en die na de repowering van de eerste zone veel langer zal zijn dan die van de huidige installaties, met name 30 tot 35 jaar. Dat is de reden waarom de verandering van de duur van de domeinconcessie daarnet in deze commissie werd goedgekeurd.

 

04.03  Bert Wollants (N-VA): Dank u voor uw antwoord, mevrouw de minister. Dat betekent dus dat de vervroeging naar eind 2027, waar u eerder op doelde, in de huidige omstandigheden eerder een kwartaal later dan een kwartaal vroeger zal komen. Op dat vlak zullen ze inderdaad geen rol spelen op korte termijn. Wat repowering betreft, u weet dat ik dat dossier ken: ik heb ooit een aanbeveling laten goedkeuren om daarmee aan de slag te gaan; toen was nog niet iedereen daarvoor gewonnen, maar ik ben blij dat u er nu mee aan de slag gaat.

 

Wel denk ik dat dat wat voeten in de aarde zal hebben, want er zijn bedrijven met lopende concessies. Dat zal ongetwijfeld leiden tot het verlengen van concessies, als we met dezelfde partijen blijven werken, of tot het vervroegd afbreken van concessies. Dat lijken mij geen gemakkelijke zaken om op korte termijn te realiseren. Ook daar vrees ik dat dit de eerste drie winters niet meteen een grote rol zal spelen. Ik kijk in ieder geval uit naar het studiewerk dat u aankondigt.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Question de Daniel Senesael à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La pratique de mise à l'évent" (55029929C)

05 Vraag van Daniel Senesael aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Gaslozingen" (55029929C)

 

05.01  Daniel Senesael (PS): "Madame la Ministre, voici plusieurs mois, la presse française révélait que Storengy, une filiale du groupe Engie active dans le domaine du stockage de l'énergie, avait recours à une pratique de maintenance, la « mise à l'évent », permettant de sécuriser une canalisation lors de réparations. Cette pratique impliquerait le rejet dans l'atmosphère d'importantes quantités de méthane – l'on évoque 2,5 millions de mètres cubes de gaz par année. Ce procédé paraît particulièrement problématique si l'on considère, premièrement, que des méthodes existeraient pour récupérer ce gaz et le réinjecter dans le réseau – ou du moins pour réduire ces émissions; deuxièmement, que le méthane – composant du gaz naturel à hauteur de 85% – fait l'objet d'un usage domestique par un grand nombre de nos concitoyens et que le risque de pénurie est aujourd'hui bien réel; et, quatrièmement, que le méthane est particulièrement polluant : son pouvoir de réchauffement sur 20 ans est environ 80 fois supérieur à celui du CO2.

 

Madame la Ministre, mes questions sont les suivantes:

 

1. Un chercheur du Laboratoire français des sciences du climat et de l'environnement a souligné que de telles pratiques étaient courantes dans le secteur de l'énergie. Savons-nous si ce phénomène survient aussi en Belgique ? Le cas échéant, savons-nous quelles quantités de gaz sont volontairement rejetées dans l'atmosphère ?

 

2. En France, un arrêté datant de 2014 impose aux entreprises de « prendre toutes les dispositions de leur ressort pour limiter les purges ou rejets à l'atmosphère de gaz à effet de serre », sans prévoir de dispositions efficaces en cas de rejet de méthane semblable à celui décrit. Pouvez-vous nous fournir des informations quant aux dispositions actuellement en vigueur dans notre pays sur ce point ?

 

Je vous remercie pour vos réponses."

 

05.02  Tinne Van der Straeten, ministre: La société Fluxys Belgium est le gestionnaire du réseau de transport du gaz naturel belge. Cette société m'informe que le total des pertes de méthane sur le réseau de Fluxys Belgium représente environ 0,02 % de l'ensemble des volumes transportés. Ce pourcentage est inférieur aux pertes moyennes de méthane sur les réseaux de transport européens, qui ont été évaluées à 0,05 % dans une étude réalisée en 2018 par Marcogaz, l'association technique de l'industrie gazière en Europe.

 

Le projet Go4Net0 de Fluxys a pour objectif d'atteindre des émissions de gaz à effet de serre nettes nulles d'ici 2035 pour ses activités. Cet objectif a été fixé en 2021. L'objectif premier est de réduire de moitié les émissions de gaz à effet de serre d'ici 2025 par rapport à l'année de référence 2017. Le projet Go4Net0 suit quatre pistes pour traiter les sources d'émissions de méthane.

 

1. La réduction des émissions lors d'interventions sur le réseau. Lors d'interventions, du gaz naturel doit souvent  être évacué d'un tronçon de canalisation. Fluxys applique et combine différentes bonnes pratiques afin de minimiser les quantités mises à l'air.  Du gaz naturel n'est rejeté dans l'atmosphère qu'en dernier recours, lorsqu'il ne peut être ni consommé, ni réinjecté sur le réseau, ni brûlé pour limiter les émissions de gaz à effet de serre.

 

2. Réduction des émissions des équipements.

 

3. Réduction des émissions fugitives. Des campagnes périodiques LDAR (Leak Detection And Repair) dans ces stations permettent de détecter des sources d'émissions fugitives et de procéder à des réparations et améliorations.

 

4. Plusieurs études sont en cours afin de déterminer d'autres pistes de réduction des émissions de méthane. Les initiatives et les investissements en vue de réduire les émissions de méthane ont fait diminuer les émissions de méthane en 2022 d'environ 12 % par rapport à 2020. Par rapport à l'année de référence 2017, les émissions de méthane ont diminué de plus d'un tiers.

 

La Commission européenne a publié en décembre 2021 son Hydrogen and Decarbonised Gas Market Package, contenant plusieurs propositions de directives et règlements – dont l'un vise les émissions de méthane. Ce projet de directive sera prochainement discuté à l'échelle européenne et sera transposé en droit national après son adoption par la Commission européenne.

 

Je souligne que, grâce à son projet Go4net0, Fluxys a adopté une approche proactive au regard du projet de directive.

 

05.03  Daniel Senesael (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour la qualité de votre réponse et, surtout, pour les propositions concrètes qu'elle contient, afin d'atteindre les objectifs qui ont été fixés. De même, je me réjouis d'apprendre que la Commission européenne va bientôt se prononcer et que nous pourrons transposer ensuite ce texte en droit belge.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

06 Question de Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les pratiques du fournisseur d'énergie Mega" (55030276C)

06 Vraag van Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De praktijken van energieleverancier Mega" (55030276C)

 

06.01  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, pas besoin de vous faire un dessin, vous le savez, les temps sont extrêmement durs, et les propositions de nouveaux montants d'acomptes de la part des fournisseurs riment le plus souvent avec de grosses montées d'angoisse. Dans ce contexte, certaines pratiques posent question. Je vais évoquer un fournisseur qui avait déjà défrayé la chronique il y a quelques mois et que nous commençons à bien connaître, à savoir Mega.

 

Il me revient que les négociations entourant la fixation des acomptes seraient particulièrement compliquées avec Mega. En somme, ce que révélait L'Écho le 18 août en était une première illustration, à savoir que Mega réclame un justificatif à ses clients qui n'acceptent pas l'acompte qui leur est proposé et qui souhaitent le renégocier, dans les cas où la baisse éventuelle dépasserait les 20 %. Pire, il semblerait que Mega empêche les départs de ses clients avant échéance de contrat.

 

Madame la ministre, je voudrais vous poser une série de questions concernant ces pratiques. Je peux d'ailleurs évoquer d'autres cas particuliers dans lesquels Mega refuse de renégocier les acomptes, car j'ai été interpellé à ce sujet très récemment par une habitante de ma ville. Avez-vous reçu des informations concernant ces nouvelles dérives manifestes dans le chef de Mega? Qu'en est-il de leur conformité à la législation et à l'accord protégeant le consommateur?

 

Avez-vous abordé le sujet avec votre collègue chargé de la protection des consommateurs? Quelles mesures préconisez-vous afin d'encore mieux encadrer les négociations d'acompte et de mieux protéger les clients dans le contexte dramatique que nous connaissons?

 

Enfin, quelles suites comptez-vous donner aux récentes recommandations de la Commission de Régulation de l'Électricité et du Gaz (CREG) visant à améliorer la transparence des fournisseurs vis-à-vis des clients? Des initiatives supplémentaires pourraient-elles être envisagées?

 

06.02  Tinne Van der Straeten, ministre: Monsieur Ben Achour, la fixation du montant de l'acompte des factures d'électricité et de gaz est soumise à la loi du 28 février 2022 portant des dispositions diverses en matière d'énergie. Cette loi prévoit des règles spécifiques quant à la fixation du montant de cet acompte.

 

Il y a six mois déjà, constatant d'importants problèmes au niveau des acomptes, nous avons voulu intervenir au niveau légal. L'accord du consommateur, notamment, ne suffisait plus. En outre, plusieurs fournisseurs n'ont pas signé cet accord du consommateur, raison pour laquelle nous avons ajouté cette disposition dans la loi portant des dispositions diverses.

 

Lorsqu'un fournisseur prend l'initiative d'une modification de ce montant ou qu'il refuse d'accepter une proposition  de modification de ce montant de la part du client résidentiel, il doit transmettre à son client une justification sur le mode de calcul utilisé. De plus, la modification de ce montant sur proposition du fournisseur est seulement appliquée si le client résidentiel ne s'y oppose pas dans les quinze jours suivant la notification par le fournisseur. La loi exige que la méthode de calcul convenue soit suivie par le fournisseur et le client.

 

Comme vous l'avez évoqué, ce n'est pas uniquement en ce moment que de telles plaintes nous parviennent. Cela dure déjà depuis un certain temps. C'est la raison pour laquelle j'avais demandé au médiateur fédéral de l'Énergie, à la CREG et à mon administration de nous prévenir, ma collègue Eva De Bleeker et moi-même, en tant que ministres compétents, des plaintes introduites chez eux, notamment auprès du médiateur fédéral de l'Énergie, afin de nous permettre d'agir vite, soit via l'Inspection économique, soit via une modification légale.

 

Je dois aussi vous avouer que je n'ai pas eu de récent retour de la part de cette task force. Cela ne veut pas dire qu'il n'y a pas de problème. Comme vous, je reçois aussi ces mêmes plaintes. Cela est suivi de près par ma collègue Eva De Bleeker.

 

Pour ce qui concerne vos questions 2 et 3, j'analyse évidemment toujours les recommandations de la CREG et nous tenons à bien informer les clients. Nous nous concertons entre co-compétents pour améliorer les règles là où il le faut.

 

06.03  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, dans un souci de me montrer très concret, je vais communiquer le message qui m'a été transmis. Il s'agit d'une dame qui m'a écrit au nom de ses parents qui perçoivent tous deux une petite pension. Ils sont clients chez Mega, avec laquelle ils ont conclu un contrat d'un an. Celui-ci doit s'achever en février 2023. "Les acomptes augmentent tous les mois…"

 

06.04  Tinne Van der Straeten, ministre: Quel est leur type de contrat?

 

06.05  Malik Ben Achour (PS): C'est un contrat fixe.

 

"Les acomptes augmentent tous les mois, si bien qu'ils doivent verser 750 euros d'acompte pour le gaz et 250 pour l'électricité. Ils sont retraités tous les deux, avec papa qui est gravement malade et en fin de vie. De plus, Mega se livre à des simulations à partir des consommations de l'année dernière avec un montant de TVA de 21 %. Or, aujourd'hui, elle s'élève à 6 % et sera ainsi prolongée jusqu'en mars 2023. Vu les conditions générales du contrat, maman a demandé à Mega de diminuer les acomptes. La société a refusé le montant proposé, qui était identique à celui de l'année dernière. Elle maintient un montant beaucoup trop élevé.

 

Mes parents font un maximum pour encore réduire leur consommation. Mega ne dispose pas d'un simulateur pour vérifier la correspondance entre la consommation et les acomptes."

 

La dame qui m'écrit me dit que ce devrait être obligatoire chez tous les fournisseurs. Je trouve que c'est une bonne idée.

 

"Maman souhaite quitter Mega, qui prétend que mes parents sont tenus de rester clients jusqu'en février 2023. Comment mettre fin au contrat avec ce fournisseur, sans frais supplémentaires? N'ont-ils pas le droit de changer de fournisseur avec un mois de préavis? Je me demande comment se porte cette société financièrement, avec des acomptes aussi élevés: en cas de faillite, comment récupérer les acomptes qui ont été versés?"

 

Il y a là une vraie angoisse de la part de la population. Je suis sûr qu'il ne s'agit pas d'un cas isolé. Les montants ici sont astronomiques: ils paient 11 000 euros par an pour l'énergie alors que ce sont deux pensionnés dans une petite maison! Comment est-ce possible? Il y a lieu de demander à l'Inspection économique, à tout le moins, d'investiguer en profondeur sur les pratiques de ce fournisseur. Ce n'est de plus pas la première fois qu'on l'évoque ici.

 

06.06  Tinne Van der Straeten, ministre: Puisque ces personnes vous ont contacté, elles peuvent transmettre ce qu'elles vous ont écrit à l'ombudsman. En outre, je vais demander à la CREG d'interroger les intéressés sur cette pratique. Je verrai avec mon collègue le ministre Dermagne si l'Inspection économique peut être impliquée s'agissant de la politique d'acompte de Mega.

 

06.07  Malik Ben Achour (PS): Ils parlent d'un outil en ligne pour modifier le montant de sa facture. On peut augmenter sa facture d'acompte mais pas la diminuer.

 

06.08  Tinne Van der Straeten, ministre: De la manière dont vous me le dites, cela n'est pas en lien avec la loi. Ceci est à vérifier par les instances compétentes en la matière, soit l'Inspection économique soit la CREG. Il faudra voir ce qui est le plus efficace.

 

Les clients peuvent s'adresser à l'ombudsman via e-mail afin qu'il puisse intervenir.

 

06.09  Malik Ben Achour (PS): Nous avons des solutions concrètes. Espérons qu'elles aboutissent.

 

06.10  Bert Wollants (N-VA): (…)

 

06.11 Minister Tinne Van der Straeten: Dat mag van mij ook. 

 

De voorzitter: (…) De Economische Inspectie is daarover ook door staatssecretaris De Bleeker aangesproken. Het geval dat u vernoemt, is mij ook bekend. Het is natuurlijk een moment waarop er in de markt ook een aantal spelers zijn die er in feite niet thuishoren.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

Voorzitter: Bert Wollants.

Président: Bert Wollants.

 

07 Questions jointes de

- Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les mesures européennes liées à la hausse des prix de l'énergie" (55030203C)

- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le plafonnement du prix du gaz" (55030277C)

07 Samengevoegde vragen van

- Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De Europese maatregelen in het kader van de hoge energieprijzen" (55030203C)

- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het gasplafond" (55030277C)

 

07.01  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, le 9 septembre 2022, s'est tenue une réunion du Conseil européen des ministres de l'Énergie, au sortir de laquelle la Commission a été chargée de travailler sur plusieurs mesures dont un plafonnement de l'ensemble des importations de gaz en Europe. Tandis que vous annonciez qu'un signal clair avait été envoyé à la Commission par le biais d'un mandat, nous constations que sa présidente, Mme von der Leyen, dans son discours sur l'état de l'Union, ne reprenait pas explicitement cette mesure parmi celles amenées à être mises en œuvre.

 

Pouvons-nous avoir votre retour sur l'absence du plafonnement du prix du gaz dans le discours d'Ursula von der Leyen? Cette mesure a-t-elle été abandonnée? Au vu de votre réaction au sortir de la réunion du Conseil et de votre confiance affichée voici une semaine, je ne vous cache pas mon incompréhension. Pouvons-nous encore espérer voir un plafonnement de l'ensemble du gaz importé être mis en œuvre?

 

En ce qui concerne l'écrémage proposé par la Commission relatif aux bénéfices des entreprises du secteur de l'électricité, renouvelable et nucléaire notamment, des recettes de 140 milliards pour les États membres ont été mentionnées. J'aimerais savoir sous quelles échéances l'Union européenne pourrait implémenter cette mesure. Le plafond de 200 euros/MWh repris dans l'avant-projet de la Commission a-t-il été revu? Savons-nous dès à présent quelle part de ces 140 milliards serait allouée à notre pays? Le chiffre qui a circulé évoquait la somme de 3 milliards.

 

Un écrémage des profits des grandes entreprises pétrolières, gazières et charbonnières a également été évoqué. Des informations vous sont-elles parvenues quant à la hauteur de la contribution qui leur sera imposée? Un calendrier et un montant de ces recettes ont-ils été établis?

 

07.02  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, er is veel uiteenlopende communicatie geweest over het onderwerp van het gasplafond. 

 

Eerst werd triomfantelijk aangekondigd dat het gerealiseerd zou zijn. Vervolgens was er de communicatie van de premier, of althans van de partij van de premier, die de bewering introk en voorbarig achtte. Ook op Europees vlak stelden een aantal mensen zich de vraag of de beslissing nu wel of niet was genomen, en ook de praktische invulling is nog niet helemaal duidelijk.

 

We weten dat de prijs zich zal bevinden tussen de Aziatische prijs en de Europese prijs in. U hebt gecommuniceerd dat de Europese prijs zo goed als het dubbele bedroeg van de Aziatische prijs. Daarbij werden bedragen genoemd van 180 tegenover 300 euro. Volgens mij was dat op dat moment geen correcte informatie. Op het moment dat ik mijn vraag heb ingediend, bedroeg de Aziatische prijs ongeveer 143 euro, ten opzichte van een Europese prijs van nagenoeg 175 euro. Vermoedelijk is dat ook de vork waarbinnen het prijsplafond zich zal bewegen. De eerdere inschatting als zou het 770 euro per gezin opleveren, wordt daarmee onder druk gezet. Hoewel een dergelijk prijsplafond wel kan helpen, lijkt me de grootteorde toch helemaal anders te zijn dan voorgespiegeld werd.

 

Ik heb daar een aantal concrete vragen bij.

 

Welk traject ziet u voor het Europese prijsplafond voor gas?

 

Welke verwachtingen hebt u aangaande het effect ervan voor burgers en bedrijven?

 

Bent u van mening dat de Europese beslissing tot invoering nu wel of vooralsnog niet is genomen?

 

07.03 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Ben Achour, bedankt voor jullie vragen.

 

Dans le résumé du président du Conseil Énergie du 9 septembre 2022, le Conseil a donné un mandat clair à la Commission pour élaborer une proposition de plafonnement des prix du gaz naturel d'ici la mi-septembre. Nous étions donc réunis en Conseil Énergie avec une proposition faite oralement par la Commission sur différentes mesures, dont un cap sur le gaz russe.

 

Dès lors, à la suite des interventions qui ont été menées par l'Italie et par la Belgique, une large majorité des États membres se sont prononcés en faveur d'un plafonnement sur le gaz importé en général et ont déclaré ne pas vouloir se limiter au gaz russe. Cela a été repris dans les conclusions du Conseil et constitue un mandat clair pour la Commission européenne. La présidente de la Commission, Ursula von der Leyen, a indiqué dans son discours sur l'état de l'Union qu'elle travaillait sur des mesures visant à réduire les prix, y compris un plafond pour le prix du gaz (un "price cap").

 

Le délai entre le Conseil de l'Énergie et le discours sur l'état de l'Union était clairement trop court pour aboutir à une proposition finalisée. Je vous rappelle que la proposition initiale de la Commission consistait à travailler sur un cap sur le gaz russe, une position qui a été élargie par les ministres de l'Énergie. Voilà où nous en sommes aujourd'hui.

 

België zal samen met de lidstaten Italië, Griekenland en Spanje aan de kar blijven trekken voor een Europees prijsplafond op aardgas. In concreto worden de voorstellen door deze vier landen verder verfijnd. Er wordt overlegd met de Europese Commissie, zodat die inspiratie krijgt voor een gedragen en gebalanceerd voorstel.

 

Dit toetsen wij intussen ook af met andere lidstaten, omdat we een zo evenwichtig en algemeen gedragen mogelijk voorstel willen voorleggen aan de commissiediensten. Er zijn landen die heil blijven zoeken in zeer hoge prijzen, omdat ze menen dat het energieverbruik van de bevolking daardoor automatisch zal verminderen. Ze zijn bereid hiervoor sociaal-economische problemen in andere landen en bij henzelf te riskeren.

 

De lidstaten die een price cap voorstaan, verwachten hiermee de volatiliteit van de gasprijs te beperken. Op die manier kan er worden gewerkt aan de opbouw van ideeën rond de toekomst inzake prijsvorming. Ik heb gisteren nog met Italië overlegd. Ik heb ook mijn Hongaarse collega gesproken. Wij werken non-stop op twee fronten, zowel met de lidstaten als met de Europese Commissie. Het is de bedoeling om op 30 september 2022 tijdens een uitzonderlijke Energieraad tot een akkoord tussen de lidstaten te komen. We wensen hiervoor een beroep te doen op artikel 122, net zoals voor het eerste pakket van maatregelen, zodat een snelle implementatie gegarandeerd wordt.

 

En ce qui concerne l'écrémage proposé par la Commission européenne, relatif aux bénéfices des entreprises du secteur de l'électricité, renouvelable et nucléaire notamment, des recettes de 140 milliards pour les États membres ont été mentionnées.

 

La Commission a lancé un premier paquet de mesures le 14 septembre. Il s'agit notamment de la proposition de plafonner les bénéfices excessifs des producteurs infra-marginaux, ce que la Belgique défend déjà depuis mars 2022. Le plafond des revenus a été fixé à 180 euros/MWh, ce qui permet de plafonner d'autres bénéfices, que les États membres collectent et peuvent redistribuer, tout en garantissant que ces producteurs conservent des marges bénéficiaires importantes. Une grande partie de l'élaboration est confiée aux États membres nationaux. Ils doivent parfois creuser très profondément dans les contrats pour voir où se trouvent les bénéfices.

 

La présidence tchèque souhaite adopter cette première série de trois mesures, y compris l'écrémage des bénéfices excédentaires, lors du Conseil exceptionnel Énergie du 30 septembre 2022, conformément à l'article 122 du traité qui permet d'agir tout de suite. Pour ces propositions, la Commission a déjà des textes. Pour le plafond du gaz, elle doit encore élaborer des textes. Notre souhait est de parvenir à un accord entre États membres le 30 septembre. Nous verrons alors si la Commission suit. En ce moment, les États membres sont déjà en train de commenter les propositions et la Belgique a exprimé sa première réaction au sein du groupe de travail du Conseil Énergie et du COREPER.

 

En ce qui concerne la question relative aux grandes entreprises pétrolières, gazières et charbonnières, la proposition de la Commission prévoit un prélèvement de 33 % sur la partie considérée comme un bénéfice excédentaire. Selon la Commission, cette partie correspond au moment où une entreprise de ce secteur réalise un bénéfice supérieur de 20 % au bénéfice moyen des trois dernières années. Ces bénéfices excédentaires seront écrémés pour l'année fiscale 2022. Comme toutes les autres mesures, il s'agit d'une mesure temporaire.

 

Ik wil daaraan toevoegen dat een Europese regeling ons op Belgisch niveau zal helpen, maar het sluit niet uit dat we op Belgisch niveau iets moeten doen. De voorstellen van de Europese Commissie zullen door de lidstaten moeten worden geïmplementeerd. We zitten niet te wachten tot de Europese Commissie klaar is, maar we kijken wel naar wat ze doet om de sporen te kunnen laten samenlopen.

 

Mijnheer Wollants, wat ik in mijn communicatie over de 180 versus de 300 wilde aangeven, is dat de TTF bokkensprongen kan maken. Dat heeft te maken met speculatie en volatiliteit in de markt. Op een moment dat de Aziatische prijzen daarin niet volgen, ontstaat er een kloof waarin men kan tussenkomen.

 

We werken met een pricecapmodel. Het is niet onze bedoeling om een price cap van 50 euro, 60 euro of 100 euro in te stellen, maar wel om te werken met een dynamisch en flexibel model, met een link naar de Aziatische markten.

 

Wat ik met het citeren van die cijfers heb willen aangeven, is dat delta daartussen zit. Als men dat naar beneden kan krijgen, kan men ook een deel van de groothandelsprijs naar beneden krijgen.

 

Het traject heb ik geschetst.

 

Werd de Europese beslissing tot invoering nu wel of niet genomen? Een zeer grote meerderheid van de energieministers van de lidstaten heeft gezegd dat ze wil dat de Commissie met voorstellen komt. Het is aan de Europese Commissie om die voorstellen te formuleren, omdat ze de mensen daarvoor heeft. Zij hebben ook het ACER.

 

In de contacten die wij met de andere lidstaten hebben, maar ook met marktactoren, zien wij toch een breed draagvlak voor een dergelijke maatregel. Het klopt dat sommige landen daar mordicus tegen zijn. Nederland is de thuisbasis van de TTF. We zien ook de reacties van Duitsland, die niet eenduidig positief zijn en die wijzen op de risico's die er met betrekking tot de bevoorradingszekerheid kunnen zijn.

 

Dat is door iedereen geweten. Dat is door iedereen gedeeld. Daarop moeten wij ook een antwoord bieden.

 

Het is zeker niet de gemakkelijkste maatregel om in te voeren. Technisch is het moeilijk. Het is echter een maatregel waarvan wij als land, en samen met ons vele andere landen, overtuigd zijn dat wij die moeten uitpuren tot op het einde, net wegens de grote volatiliteit van de markt.

 

07.04  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, we gaan kijken wat er nu volgt. We hebben de voorbije tijd de Aziatische en Europese prijzen elk een heel eigen traject zien volgen. We komen ook uit een situatie waarin de Aziatische prijzen veel hoger waren dan de Europese prijzen. Er waren ook spikes op de Aziatische markt en dergelijke meer. Markten voorspellen, is specialistenwerk. En zelfs dan is het een moeilijke zaak.

 

Ik denk echter dat op een bepaald moment een aantal mensen ervan uitging dat met een plafond op de gasprijs, de gasprijs zou kelderen. Ik denk niet dat dit zal gebeuren puur op basis van het invoeren van een plafond, zeker als dat ergens tussen de Aziatische en de Europese moet zitten.

 

U hebt in het verleden zelf aangegeven dat een stevig plafond gecombineerd moet worden met een groepsaankoop van gas, om de problematiek van de bevoorradingszekerheid op te lossen. U vermijdt dat enigszins, als het plafond een dynamisch plafond is tussen de Aziatische en de Europese. Het zal tegelijk wel een gasprijs opleveren die wellicht hoger zal zijn dan wat u het verleden voorzag, toen u sprak over een plafond van 150 euro, toen de marktprijs nog een stukje lager was.

 

Ik wil verder kijken waar we daarmee naartoe gaan. Het kan helpen, dat wil ik niet tegenspreken. We mogen echter ook niet verwachten dat het van de ene op de andere dag voor een halvering van de gasprijs kan zorgen. Dat zal niet het geval zijn. Als dat gebeurt, is dat vooral omdat de marktprijs door allerlei factoren naar beneden gaat en omdat bepaalde pieken afgevlakt kunnen worden. Op losse gebeurtenissen kan de markt overreageren. Als die pieken afgevlakt kunnen worden, heeft dat misschien wel effect.

 

07.05 Minister Tinne Van der Straeten: Ik ben het helemaal eens met u. We mogen die verwachting niet koesteren en niet cultiveren dat alleen al door die maatregel op zich de prijs zal kelderen. In het kader van de crisis probeer ik te vermijden te zeggen dat de prijs kan kelderen of halveren. De prijs onder controle krijgen of laten zakken zal een combinatie van verschillende zaken vergen.

 

Een vermindering van het verbruik kalmeert de prijs ook, omdat de markt het signaal krijgt dat er in Europa genoeg gas zal zijn. Om die reden zijn de daarstraks besproken energiebesparingsmaatregelen, met het discours daarrond en het dispositief dat volgt, ook heel belangrijk. Fix the fundamentals. Het feit dat de voorraden aangevuld zijn, geeft ook een signaal. Er is wat gekte geweest op de markt, er is veel gas ingekocht. Het is een lappendeken van maatregelen, waaronder ook prijsmitigerende maatregelen. Op die manier kunnen, zoals u zegt, de pieken eruit gehaald worden. Ik ben ervan overtuigd dat wij die maatregel daarvoor wel nodig hebben. Maar, zoals u zegt, we moeten daar ook niet alle heil van verwachten. Daarom mogen we vooral niet verwachten dat een eventueel prijsplafond uitsluit dat wij op nationaal niveau nog maatregelen moeten nemen. De prijzen zijn nog altijd zeven tot acht keer zo hoog als enkele jaren geleden, of nog maar twee jaar geleden.

 

07.06  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Een van de beste grafieken die ik de voorbije weken heb gezien, om te gebruiken tegen landen die stellen dat de hoge prijzen nodig zijn om ervoor te zorgen dat het verbruik naar beneden gaat, is een grafiek van Martin Visser. De grafiek gaf aan dat de gasprijs met 550 % was gestegen en dat het gemiddelde gasverbruik in Europa met 6 % was gedaald.

 

Hoeveel moet de prijs nog stijgen, om een fundamentele daling te krijgen op het gasverbruik? Ik meen niet dat het voorgaande de weg is.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Ik dank alle aanwezigen en vooral de diensten, om het te blijven volhouden. Ik dank uiteraard ook de minister en haar medewerker, om de vergadering te volbrengen.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 18.58 uur.

La réunion publique de commission est levée à 18 h 58.