Réunion commune de la commission Justice et de la
commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières
administratives |
Gemeenschappelijke
vergadering van de commissie voor Justitie en de commissie voor Binnenlandse
Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken |
du Mercredi 14 septembre 2022 Matin ______ |
van Woensdag 14 september 2022 Voormiddag ______ |
De gedachtewisseling vangt aan om 10.54 uur. De vergadering wordt voorgezeten door mevrouw Kristien Van Vaerenbergh en de heer Ortwin Depoortere.
L'échange de vues commence à 10 h 54. La réunion est présidée par Mme Kristien Van Vaerenbergh et M. Ortwin Depoortere.
01 Gedachtewisseling over de escalatie van het drugsgeweld in Antwerpen en toegevoegde vragen van
- Ortwin Depoortere aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "De veiligheidscrisis in Antwerpen (diverse aanslagen in Borgerhout, Hoboken en centraal station)" (55029729C)
- Stefaan Van Hecke aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De communicatie over de inbeslagname van drugs" (55029739C)
- Vanessa Matz aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "De drugshandel in de grote steden en de gevolgen ervan" (55029740C)
- Julie Chanson aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "De administratieve benadering van criminaliteit en de oproep van verschillende burgemeesters" (55029776C)
- Ortwin Depoortere aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "De bescherming van de openbare orde via dringende maatregelen in de aanpak van de drugsoorlog" (55029784C)
- Sophie De Wit aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De aanpak van drugsgerelateerd geweld" (55029785C)
- Marijke Dillen aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De kostprijs van het ontmantelen van toxische stortplaatsen van druglabs" (55029819C)
- Ortwin Depoortere aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "Het storten van chemisch afval van druglabo’s in Haspengouw" (55029820C)
- Nabil Boukili aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "De rol van de Civiele Bescherming bij het opruimen van drugslabs" (55029967C)
- Nabil Boukili aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "De versterking van de FGP om drugshandel aan te pakken" (55029968C)
- Franky Demon aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "Het druggebruik binnen de politie" (55029976C)
- Nabil Boukili aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "De strijd tegen de drugshandel en de bestuurlijke handhaving" (55029984C)
- Ahmed Laaouej aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "De strijd tegen de georganiseerde misdaad" (55029994C)
- Sophie De Wit aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De aanpak van drugsgebruikers" (55030001C)
- Eric Thiébaut aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "De bestuurlijke handhaving" (55030013C)
- Sophie Rohonyi aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De internationale justitiële samenwerking in de strijd tegen de drugshandel" (55030014C)
- Sophie Rohonyi aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De regulering van het cannabisgebruik als maatregel in de strijd tegen de drugshandel" (55030015C)
- Sophie Rohonyi aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De sepositie van één drugszaak op twee" (55030016C)
- Sophie Rohonyi aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "Drugs geleverd aan huis" (55030018C)
- Sophie Rohonyi aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "De internationale politiële samenwerking in de strijd tegen de drugshandel" (55030019C)
- Sophie Rohonyi aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "De verdere versterking van de federale gerechtelijke politie" (55030020C)
- Sophie Rohonyi aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "De bescherming van de inwoners van grote steden tegen drugsgerelateerd geweld" (55030021C)
- Yngvild Ingels aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "De coördinatie van de strijd tegen drugsgerelateerde criminaliteit" (55030022C)
- Yngvild Ingels aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "De rekrutering bij de federale gerechtelijke politie" (55030025C)
- Yngvild Ingels aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "De concrete actie tegen drugsgerelateerd geweld" (55030026C)
- Stefaan Van Hecke aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De infiltratie van criminele organisaties in allerlei sectoren" (55030031C)
- Sophie Rohonyi aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "De wet betreffende de gemeentelijke bestuurlijke handhaving en de strijd tegen de drugshandel" (55030032C)
- Sophie Rohonyi aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "Het federale actieplan 'Stroomplan XXL' tegen de drugsgerelateerde criminaliteit" (55030033C)
- Eva Platteau aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "De oorzaken van en de mogelijke oplossingen voor het toegenomen drugsgeweld" (55030036C)
- Eva Platteau aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "De samenwerking en coördinatie bij de aanpak van drugscriminaliteit (I)" (55030037C)
- Eva Platteau aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "De samenwerking en coördinatie bij de aanpak van drugscriminaliteit (II)" (55030039C)
- Eva Platteau aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "Het beleid ten aanzien van politiemensen die betrapt worden op middelengebruik" (55030040C)
- Ortwin Depoortere aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democrat. Vernieuwing) over "De stand van zaken van het wetsontwerp inzake bestuurlijke handhaving" (55030044C)
01 Échange de vues sur l'escalade de la violence liée à la drogue à Anvers et questions jointes de
- Ortwin Depoortere à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "La crise sécuritaire à Anvers (diverses attaques à Borgerhout, Hoboken et à la gare centrale)" (55029729C)
- Stefaan Van Hecke à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La communication dans le cadre de la saisie de stupéfiants" (55029739C)
- Vanessa Matz à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "Le trafic de drogue dans les grandes villes et ses conséquences" (55029740C)
- Julie Chanson à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "L'approche administrative de la criminalité et l'appel de plusieurs bourgmestres" (55029776C)
- Ortwin Depoortere à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "La protection de l'ordre public par des mesures urgentes de lutte contre la guerre de la drogue" (55029784C)
- Sophie De Wit à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La lutte contre les violences liées à la drogue" (55029785C)
- Marijke Dillen à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Le coût du démantèlement des décharges toxiques des laboratoires de drogues" (55029819C)
- Ortwin Depoortere à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "Le déversement sauvage des déchets chimiques de labos de drogues en Hesbaye" (55029820C)
- Nabil Boukili à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "Le rôle de la Protection civile dans le démantèlement des labos de drogue" (55029967C)
- Nabil Boukili à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "Le renforcement de la PJF pour lutter contre le trafic de drogue" (55029968C)
- Franky Demon à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "La consommation de drogues à la police" (55029976C)
- Nabil Boukili à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "La lutte contre le trafic de drogue et l'approche administrative" (55029984C)
- Ahmed Laaouej à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "La lutte contre la criminalité organisée" (55029994C)
- Sophie De Wit à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'approche adoptée à l'égard des consommateurs de drogues" (55030001C)
- Eric Thiébaut à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "L'approche administrative" (55030013C)
- Sophie Rohonyi à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La coopération judiciaire internationale pour lutter contre le trafic de stupéfiants" (55030014C)
- Sophie Rohonyi à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La réglementation de la consommation de cannabis pour lutter contre le trafic de drogues" (55030015C)
- Sophie Rohonyi à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Le classement sans suite d’une affaire sur deux en matière de stupéfiants" (55030016C)
- Sophie Rohonyi à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "Le phénomène des "Uber-coke"" (55030018C)
- Sophie Rohonyi à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "La coopération policière internationale pour lutter contre le trafic de stupéfiants" (55030019C)
- Sophie Rohonyi à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "La poursuite du renforcement de la police judiciaire fédérale" (55030020C)
- Sophie Rohonyi à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "La sécurité des habitants des grandes villes contre la violence liée au trafic de drogues" (55030021C)
- Yngvild Ingels à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "La coordination de la lutte contre la criminalité liée à la drogue" (55030022C)
- Yngvild Ingels à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "Le recrutement à la police judiciaire fédérale" (55030025C)
- Yngvild Ingels à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "Les actions concrètes dans la lutte contre la violence liée à la drogue" (55030026C)
- Stefaan Van Hecke à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'infiltration d'organisations criminelles dans plusieurs types de secteurs" (55030031C)
- Sophie Rohonyi à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "La loi sur l’approche administrative communale pour lutter contre le trafic de drogues" (55030032C)
- Sophie Rohonyi à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Le plan d’action fédéral de lutte contre la criminalité liée à la drogue "Stroomplan XXL"" (55030033C)
- Eva Platteau à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "Les causes de la recrudescence de la criminalité liée à la drogue et les solutions éventuelles" (55030036C)
- Eva Platteau à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "La coopération et la coordination concernant la lutte contre la criminalité liée à la drogue (I)" (55030037C)
- Eva Platteau à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "La coopération et la coordination concernant la lutte contre la criminalité liée à la drogue (II)" (55030039C)
- Eva Platteau à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "La politique à l'égard des policiers dont il s'avère qu'ils ont consommé des substances" (55030040C)
- Ortwin Depoortere à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles et Renouveau démocrat.) sur "La situation concernant le projet de loi relatif à l'application de sanctions administratives" (55030044C)
01.01 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitster, mijnheer de voorzitter, bedankt voor de uitnodiging in deze comissie. Wij zijn staan altijd ter beschikking van de comissie. Als we vroeger moeten afspreken, is dat geen enkel probleem.
Op 15 juni van dit jaar hadden mevrouw Verlinden en ik de kans om voor beide commissies, Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken en Justitie, de impact van georganiseerde criminaliteit en het beleid en de inspanningen van de regering toe te lichten. Die gemengde commissie kwam er na hoorzittingen in het Parlement, waarbij de hoogste gerechtelijke en politionele autoriteiten van ons land hun bezorgdheden hadden overgemaakt over het gebrek aan inzetbare capaciteit bij de federale gerechtelijke politie. Het is belangrijk om opnieuw naar die uiteenzetting te verwijzen, omdat veel vragen die vandaag worden gesteld, ook toen al aan bod kwamen. Ik zei toen: "De strijd tegen de zware en de georganiseerde criminaliteit is vandaag wat de strijd tegen het terrorisme pakweg zes jaar geleden was."
De voorbije jaren is de ondermijnende impact van de zware georganiseerde criminaliteit, vaak gelinkt aan de cocaïnezwendel via de Antwerpse haven, alleen maar toegenomen. Daar kan geen enkel misverstand over bestaan. Ik had het toen over vier oorzaken die de verzuchtingen ten voordele van de federale gerechtelijke politie verklaren, namelijk: capaciteit, attractiviteit, voorspelbaarheid en effectiviteit.
Wat de capaciteit betreft, zorgt Sky ECC voor een crisissituatie. De gigantische hoeveelheid aan data, met 1 miljard berichten, leidde tot honderden nieuwe onderzoeken. Meer nog dan de hoeveelheid onderzoeken, spreekt de omvang van die onderzoeken boekdelen. Het gaat om onderzoeken naar de top van de maffia in binnen- en buitenland. De hypotheek die Sky ECC op de capaciteit van politie en Justitie legt, is navenant.
Op 6 september zijn er 499 dossiers gelinkt aan Sky ECC, 167 dossiers bestonden al, maar zijn verrijkt, 332 nieuwe dossiers werden geopend. In de tijdspanne tot 6 september zijn 1.239 personen voorwerp geweest van arrestatie type Salduz IV. Dat zijn er nog eens 128 extra in vergelijking met de commissievergadering van 15 juni, dus het werk wordt voortgezet. Intussen is voor meer dan 84 miljoen euro aan tegoeden en gelden in beslag genomen. De totale inzet van de federale gerechtelijke politie bedraagt op dit moment meer dan 1,5 miljoen uren, meer bepaald 1.230 voltijdse equivalenten, wat natuurlijk gigantisch is.
Ten tweede, bespreek ik de attractiviteit.
La deuxième cause est un manque d'enquêteurs qualifiés spécialisés. Le problème n'est pas tellement un manque de ressources mais un manque d'attractivité. Les postes vacants d'informaticiens, d'analystes et d'enquêteurs Ecofin n'ont pas ou peu été pourvus.
La troisième cause est un manque de prévisibilité dans le budget du pilier judiciaire. Le directeur général du pilier judiciaire, M. Snoeck, n'était pas en mesure de traduire sa vision DGJ 3.0 en pratique parce qu'il n'avait pas suffisamment de renseignements à propos de son budget.
De vierde oorzaak betreft de legitieme vraag of het aanwezige politiepersoneel in ons land wel effectief wordt ingezet. In 2021 waren er in ons land 48.763 voltijdse equivalenten bij de politie. In de laatste 16 jaar was er een stijging van meer dan 20 %. Er komt dus steeds meer politiecapaciteit bij. Ik twijfel er geen seconde aan dat al die politie-entiteiten in ons land op federaal en lokaal niveau het beste van zichzelf geven, laat dat duidelijk zijn, maar we kunnen ons wel de vraag stellen of de optelsom tot een maximaal resultaat leidt.
Ma collègue Mme Verlinden fournira la réponse du gouvernement concernant ces quatre points sensibles.
Premièrement, nous renforçons la police fédérale, y compris la police judiciaire fédérale.
Deuxièmement, des mesures concrètes sont demandées à la police fédérale pour travailler sur l'attractivité, notamment des PJF déficitaires (Bruxelles, Anvers, Louvain et Halle-Vilvoorde principalement). De bonnes campagnes de promotion de notre image en tant qu'employeur sont une nécessité mais ne sont pas suffisantes. D'autres mesures sont nécessaires sans entrer dans une concurrence malsaine avec la police locale. La police fédérale dispose d'un plan à cet égard.
Troisièmement, la décision du Conseil des ministres du 17 juin a donné au directeur général, M. Snoeck, la prévisibilité dont il avait besoin en fixant les orientations pour le reste de la législature.
Quatrièmement, un exercice interne d’efficacité a également été entamé non seulement au sein de la police fédérale mais aussi par extension au sein du pouvoir judiciaire, à savoir au ministère public par le biais du Collège des procureurs généraux, au siège et à la Cour de cassation. Nous voulons mettre en place une architecture de sécurité appropriée. Nous ne voulons pas faire des réformes pour le plaisir de faire des réformes mais avec comme idée de base d’offrir un meilleur service aux citoyens. Veiller à avoir moins de compartimentage, moins d’insularisation, davantage de coopération, davantage de spécialisation et un accroissement d’échelle en constituent les principes de base. Nous avons demandé à ces autorités policières et judiciaires de présenter des propositions concrètes d'ici la fin de l'année.
Die versterking van de federale politie met het juiste gespecialiseerde personeel is een kritische succesfactor voor het vernieuwde Stroomplan XXL, dat onderdeel is van een nationaal plan tegen drugsgerelateerde criminaliteit. Het eerste Stroomplan kwam tot stand onder impuls en op basis van een nota van 29 augustus 2017, iets meer dan vijf jaar geleden, van de gerechtelijke directeur van de federale gerechtelijke politie van Antwerpen. Dat leidde tot een memorandum of understanding, Stroomplan, dat door alle partners werd ondertekend.
Het plan wilde, vijf jaar geleden al, een antwoord bieden op de uitdijende criminele problematiek. Het Stroomplan werd in opdracht van de stad Antwerpen wetenschappelijk geëvalueerd door de Universiteit van Gent. Dat resulteerde in twee rapporten: een procesevaluatie en een beleidstekst.
De procesevaluatie “meet geen impact noch effectiviteit, maar geeft een louter beschrijvend overzicht van het proces”. Die procesevaluatie gaf een niet-exhaustief overzicht van de resultaten en knelpunten.
De beleidstekst definieerde vier cruciale ingrediënten voor de aanpak: “(1) een regie of coördinatie om een (2) ketengerichte aanpak op het gebied van preventie, reactie, repressie en nazorg mogelijk te maken waarbij alle relevante actoren (3) de nodige beleidsmatige, maar ook operationele capaciteit voorzien en (4) maximaal informatie delen met elkaar.” Om te besluiten stelde de beleidstekst: “Laat het net deze elementen zijn waarop de partners van het Stroomplan gebotst zijn tijdens de implementatiefase”. Het gaat daarbij om het Stroomplan van 2017.
Die evaluatie vormt voor de huidige regering de basis van het vernieuwde Stroomplan XXL, een veiligheidsplan voor de haven van Antwerpen en de andere havens, een plan van de bevoegde ministers van Binnenlandse Zaken, Financiën en Justitie.
Ik wil eerst antwoorden op de vraag van collega De Wit waarom dat vernieuwde Stroomplan XXL er nog niet zou zijn. Ik haal daarbij twee elementen aan.
Ten eerste, van bij het aantreden van mijn collega van Binnenlandse Zaken en mezelf was het dossier-Sky ECC een absolute prioriteit. Ik heb u al verschillende keren gezegd hoe we daarmee heel concreet aan de slag zijn gegaan. De criminaliteit evolueert en het beleid evolueert mee. Sky ECC en de aanpak ervan hebben de basis gevormd voor het Stroomplan XXL.
Ten tweede is het Stroomplan XXL een evolutief plan, een plan in voortdurende ontwikkeling. Het woord "stroomplan" zegt het net zelf: panta rhei. U zult merken dat over de meeste van de elementen reeds werd beslist of dat ze reeds werden goedgekeurd in het Parlement, of dat ze zelfs in uitvoering zijn. Het is dus geen aankondigingspolitiek. Op dat vlak hebben we veel geleerd van het eerste Stroomplan uit 2017.
Dit Stroomplan is dus geen stroomstootpolitiek, om in de terminologie te blijven. We hebben niet gewacht op de recente geweldsincidenten in Antwerpen om initiatief te nemen, maar de geweldsincidenten tonen wel aan dat voortdurende waakzaamheid noodzakelijk is. Ook al is het fenomeen van de zogenaamde bommen en granaten in de Antwerpse binnenstad niet nieuw – de laatste opstoot van geweld dateert van half 2020 – het is onaanvaardbaar dat de inwoners van Antwerpen op die manier geteisterd worden door geweld. In de periode van 1 januari tot 9 september 2022 deden zich 60 zware geweldsincidenten voor in Antwerpen. Het trieste hoogtepunt, of dieptepunt, was de maand augustus. De maand augustus 2022 was met 18 incidenten de meest gewelddadige ooit. Op 15 augustus iets na 19.00 uur viel er zelfs een dode door messteken op het De Coninckplein in het centrum. In de dagen daarna vonden nog vier schietincidenten plaats in de openbare ruimte en werden drie aanslagen vermeden. Dat geweld wordt gebruikt om, ten eerste, concurrerende bendes af te dreigen, met afbakening van territorium of intimidatie, ofwel, ten tweede, om bepaalde geviseerde personen te verklikken aan de politie, ofwel, ten derde, als afrekening voor mislukte deals of rekeningen die nog open staan.
Telkens werden de feiten onderzocht door de FGP en het parket. Er werden ook heel wat arrestaties en aanhoudingen verricht. De uitvoerders van deze aanslagen zijn vaak loopjongens of -meisjes, letterlijk zelfs, vaak tieners, niet zelden van Antilliaanse of Surinaamse afkomst. Zij worden voor een spotprijs ingehuurd om die feiten te plegen, vaak aangestuurd vanuit het buitenland. We moeten voorzichtig zijn met het trekken van conclusies, maar het lijkt erop dat deze geweldsfeiten het gevolg zijn van de successen van justitie en politie in de zaak-Sky ECC. Verantwoordelijken van politie en parket hebben al vaker gezegd dat Sky ECC een gamechanger was: het lijkt er inderdaad op dat de doorbraken dankzij Sky ECC de criminele verhoudingen hebben verstoord en soms zelfs voor een vacuüm hebben gezorgd, een vacuüm dat nieuwe bendes trachten in te vullen.
Mocht de perceptie ontstaan
of gevoed worden dat de geweldsfeiten het gevolg zijn van justitie en politie
die de zaken op hun beloop laten, dan moeten mijn collega en ikzelf dat dus met
klem tegenspreken. Het tegendeel is waar. De Antwerpse politie en justitie zetten zwaar
in op het fenomeen van cocaïnesmokkel via de haven, maar ook op de problematiek
van corruptie, witwassen en druggerelateerd geweld. Ook voor dealen en het
gebruik van drugs worden dagelijks pv's opgesteld of mensen gearresteerd.
Parket, FGP en lokale politie verdienen daarvoor alle lof.
Ik stel
voor dat ik even stilsta bij de vraag van collega Van Hecke over de
communicatie over in beslag genomen drugs. Er werd in de pers gepleit voor een
systematische communicatie over inbeslagnames om vermoedens van de ene
criminele bende dat ze bestolen zou zijn door de andere, de kop in te drukken.
Collega Van Hecke, wat uw eerste vraag betreft, is de communicatie tussen
het openbaar ministerie en de pers geregeld via een richtlijn uit 2019. In elk
geval is het zo dat het Antwerpse parket een politiek van transparantie en
proactieve communicatie voert, wat ik kan appreciëren.
Het
openbaar ministerie overlegt met politie en douane over de communicatie rond
inbeslagnames. Dat kunnen een ad-hoccommunicatie of periodieke momenten zijn,
zoals het persmoment van de douane op het einde van de zomer.
Wat uw
tweede vraag betreft, wordt bij de communicatie over inbeslagnames met
verschillende factoren rekening gehouden, zoals het geheim van het onderzoek en
het belang van het verdere onderzoek. Als er elementen zijn die een
communicatie zinvol of noodzakelijk maken, dan zal er na overleg tussen de FGP,
de drugsmagistraten en de douane een persbericht worden verspreid. Nieuw geweld
vermijden kan daarbij inderdaad een element zijn.
Ik keer terug naar het Stroomplan.
Les principes du Stroomplan XXL sont les suivants. Tous les rapports, y compris le rapport SOCTA (serious and organised crime threat assessment) d'Europol montrent que l’on peut se faire énormément d’argent grâce au trafic de cocaïne. Ce n’est pas pour rien que l’on parle d'or blanc. C’est pourquoi nous devons être réalistes. Ceux qui prétendent que la guerre contre la drogue peut être gagnée trompent les citoyens. Notre ambition n’est pas de bannir le problème, mais de le contrôler, de le maintenir gérable, en épuisant autant que possible le modèle de revenu criminel. C’est de cette façon que nous voulons réduire au maximum non seulement l’impact délétère, la corruption, le blanchiment d'argent, l'infiltration du tissu économique régulier, mais aussi la violence.
Nous avons tiré les leçons du Stroomplan de 2017 et de son évaluation réalisée par l’Université de Gand. Ce Stroomplan ne connut pas le succès escompté. Les services n’étaient pas prêts pour une telle coopération. La régie n'était pas clairement définie.
Nous restons fidèles à la philosophie du Stroomplan, à savoir que nous nous attaquons au problème en ayant une bonne coopération entre les services existants. Nous ne créons pas un nouveau service, comme aux Pays-Bas avec le MIT, l’équipe d’intervention pluridisciplinaire, qui n’est pas un réel succès jusqu’à présent, ou comme une agence européenne pour la lutte contre la drogue. Avec une telle démarche, nous risquerions en effet de nouveaux combats d'arrière-garde. La création d’un nouveau service ne fait pas non plus partie des recommandations contenues dans l’évaluation du Stroomplan.
Le dossier Sky ECC a été un moment charnière, un tremplin vers un Stroomplan XXL renouvelé. En effet, ce dossier a plus que jamais obligé la police et la justice à coopérer.
Die samenwerking consolideren we nu en bouwen we verder uit door de regie duidelijk te bepalen. Hierbij wordt één overlegtafel geïnstalleerd onder het voorzitterschap van de havenprocureur, een werkzame overleg- en beslissingsstructuur op strategisch en tactisch vlak. Dit gebeurt enerzijds om te garanderen dat de doelstellingen van het Stroomplan worden bereikt en anderzijds om de juiste keuzes te kunnen maken op dossiermatig vlak. Uiteraard hebben de stedelijke diensten hun plaats aan die tafel. Naast het casusoverleg, zoals bepaald in artikel 458ter van het Strafwetboek, zal de wet op de bestuurlijke handhaving – waar mijn collega het ongetwijfeld over zal hebben – de noodzakelijke informatie-uitwisseling mogelijk maken.
Waarom de havenprocureur als regisseur? In de vernoemde evaluatie van het Stroomplan door de UGent werd vooropgesteld dat het openbaar ministerie het best geplaatst is om de regierol op zich te nemen voor een nog meer doorgedreven aanpak van havengerelateerde drugcriminaliteit, zowel op strategisch, tactisch als operationeel niveau, en dus niet langer de gerechtelijke directeur van de FGP Antwerpen.
Waarom het Antwerpse parket? De Antwerpse haven bestrijkt in haar geheel zowel de rechter- als de linkeroever van de Schelde, met aan beide kanten de aanwezigheid van verscheidene kaaien, waaraan risicovolle zeeschepen vanuit uit Zuid- en Midden-Amerika aanleggen. Dit betekent dat, afhankelijk van de oever waar de feitelijke vaststellingen plaatsvinden, het parket van Antwerpen dan wel dat van Oost-Vlaanderen territoriaal bevoegd is. Hetzelfde geldt voor de onderzoeksrechter die gevat wordt en de bodemrechter die uiteindelijk moet oordelen. De regierol wordt best door één parket opgenomen. Het parket van Antwerpen is hiervoor het best geplaatst.
Daar zijn een aantal redenen voor.
Ten eerste loopt het Antwerpse parket voorop in de al opgebouwde terrein- en fenomeenkennis en de al bestaande contacten met de andere betrokken partners.
Ten tweede, politioneel neemt de FGP Antwerpen samen met de scheepvaartpolitie reeds gedurende jaren exclusief de gespecialiseerde politiezorg op zich voor het hele havengebied. Het maximaal centraliseren van de havengerelateerde drugdossiers bij het parket van Antwerpen draagt bij aan een eenheid van commando en van politionele en gerechtelijke afhandeling. Daarnaast zal een centralisatie van de onderzoeken bij het parket en de rechtbank van Antwerpen ook voor de FGP Antwerpen een merkbaar verschil opleveren, omdat zij operationeel zullen kunnen meegenieten van de nabijheid van het parket en de rechtbank, het gegeven dat bijvoorbeeld de overbrenging van gevangenen door externe diensten worden georganiseerd en de creatie van vaste aanspreekpunten.
Ten derde, de aanstelling van één enkel aanspreekpunt verbetert de snelheid en laagdrempeligheid van de communicatie voor zowel voor de politiediensten, de douane, de andere (buitenlandse) handhavingspartners als voor de bestuurlijke of privatieve partners, zoals de havenkapitein, Cepa en de FOD WASO.
Ten slotte stimuleert dergelijke centralisatie de verdere opbouw van expertise en gespecialiseerde kennis bij de Antwerpse onderzoeksrechters en bodemrechters. Ze vergemakkelijkt eveneens een uniform strafrechtelijk beleid en bevordert de eenheid van rechtspraak en de daaraan verbonden rechtszekerheid.
Anders dan in de invulling van de havenprocureur door de vorige regering, waar het ging om parketmagistraten van de arrondissementen Antwerpen en Oost-Vlaanderen die ingezet zouden worden in elkaars arrondissementen, wordt de regierol nu dus exclusief toegewezen aan het parket van Antwerpen, dat daarvoor extra capaciteit zal verwerven. Ik kom daarop straks nog terug.
Het federaal parket zal hierbij ook worden betrokken. Vooral op het vlak van de internationale samenwerking zijn de expertise en het netwerk van het federaal parket een grote meerwaarde.
Ik maak het concreet. Artikel 625 en het met de wet op de maritieme beveiliging ingevoerde artikel 73bis van het Gerechtelijk Wetboek vormen de juridische grondslag voor een protocol tussen de bevoegde procureurs-generaal van respectievelijk Antwerpen en Gent, waarin deze afspraak wordt vastgelegd. Dit protocol vervolledigt het protocol dat al in 2011 werd gesloten, op basis waarvan de FGP Antwerpen reeds alle vaststellingen deed gelinkt aan de cocaïnezwendel, ook de vaststellingen op Linkeroever.
Het parket van Antwerpen zal hiervoor extra capaciteit krijgen. Voor de dringende noden in het kader van Sky ECC wierven we begin 2021 61 extra medewerkers aan voor het openbaar ministerie en de zetel. Vanuit de extra middelen voor Justitie voorzien we voor 2023 in extra parketmagistraten om de regierol ten volle op zich te kunnen nemen, zowel beleidsmatig als operationeel.
Die inspanning wordt eveneens doorgetrokken naar het niveau van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen. Naast de extra medewerkers die in 2021 werden aangeworven in het kader van Sky ECC, geven we voor 2023 middelen voor extra magistraten en ondersteunend personeel, zodat de correctionele kamer, die momenteel de dossiers van de zware en georganiseerde criminaliteit behandelt, kan worden ontdubbeld. Er komt dus een extra drugkamer.
We mogen immers niet uit het oog verliezen dat de werklast inzake havengerelateerde georganiseerde drugsimport voor de Antwerpse correctionele kamer reeds zeer hoog is, en de jongste jaren nog sterk is toegenomen; niet alleen kwantitatief, maar ook kwalitatief. In een aantal dossiers gaat het om complexere en zwaardere zaken in een zeer gespannen context. Er zal daarbij gewaakt worden over de veiligheid van het gerechtelijk personeel.
Na de regie kom ik nu tot de aanpak van het Stroomplan XXL. De aanpak doorheen de verschillende assen van het Stroomplan kan het best uitgesplitst worden in drie elementen: de slaagkans, de pakkans, en de strafkans.
Bij de slaagkans gaat het om het opwerpen van barrières, om zoveel mogelijk te voorkomen dat de crimineel slaagt in zijn opzet om cocaïne in te voeren en uit te halen via de haven van Antwerpen en zich in te kopen in de reguliere economie.
De pakkans is het risico dat de crimineel loopt om gevat, betrapt, gearresteerd te worden. Een grote pakkans veronderstelt performante, goed uitgeruste en aanwezige law enforcement agencies, met een goede informatiepositie om zoveel mogelijk cocaïne in beslag te nemen, maar meer nog, om zoveel mogelijk verdachten te arresteren.
Als we willen bereiken dat misdaad niet loont, is de strafkans de volgende stap. Dat impliceert dat criminelen streng gestraft moeten worden. Zij moeten een grote strafkans hebben, niet enkel in de vorm van een gevangenisstraf, maar hun criminele winsten moeten vooral zoveel mogelijk worden afgenomen. Dat is wat we noemen de buitgerichte of profijtgerichte recherche.
Om de slaagkans van de criminelen te verkleinen, investeren wij in een betere beveiliging van onze havens. Op 14 juli van dit jaar werd in dit Parlement na opvallend weinig discussie de wijziging van het Belgisch Scheepvaartwetboek betreffende de maritieme beveiliging goedgekeurd. Met die wet ontwikkelen wij de nodige beveiligingsnormen en standaarden waaraan havens en havenfaciliteiten moeten voldoen en wordt in de nodige strafbaarstellingen voorzien om te vermijden dat onbevoegden toegang krijgen.
De wet maakt informatie-uitwisseling mogelijk via een beveiligd ISPS-platform, informatie-uitwisseling tussen de private en de publieke sector. De wet zal begin 2023 in werking treden. Wij zullen haar de komende maanden verder voorbereiden, samen met de havenbedrijven. Wij zouden deze wet 'de wet op de bestuurlijke handhaving in de havens' kunnen noemen.
Daarnaast maakt het
havenverbod, dat wij eind vorig jaar goedkeurden in dit Parlement, het mogelijk
om gekende, al veroordeelde drugcriminelen de toegang tot de havens te
ontzeggen voor een maximale termijn van 20 jaar. Het havenverbod kan als autonome straf worden
opgelegd voor zowel overtredingen van de drugswet als overtredingen van de wet
maritieme beveiliging. Ook dat zat vervat in de nieuwe wet. Het havenverbod kan
zowel een plaats- als een beroepsverbod uitmaken, meer bepaald het verbod om
nog activiteiten te ontplooien in de maritieme sector alsook in de
dienstverlenende sectoren werkzaam in voornoemde sector. Om onze havens
weerbaarder te maken tegen infiltratie, kan dat havenverbod tellen.
Tot slot
willen wij via de internationale maritieme organisatie ISPS als standaard
opleggen voor andere havens in de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit.
De burgemeesters van Rotterdam en Antwerpen schreven daarover in een brief dat
er meer en beter zou moeten worden toegezien op de beveiliging van die havens.
Zij hebben gelijk. Daarom besprak ik dat in mei met de voorzitter van de
Internationale Maritieme Organisatie in Londen en de zeven ambassadeurs van de
bronlanden. Ik geef er mij rekenschap van dat dit niet in een vingerknip kan
worden gerealiseerd, maar dat neemt niet weg dat ik de handschoen heb
opgenomen.
In dat
verband kan ik ook stilstaan bij de vragen van mevrouw De Wit, om mensen
op interessante posities preventief te beschermen tegen intimidatie of
verleiding door geld van drugscriminelen. Het is inderdaad geen unicum dat
mensen op zulke posities, zoals douaniers, havenarbeiders en havenbediendes,
veroordeeld worden omdat ze zich lieten verleiden door het grote geld. De heer
Van Hecke heeft in die zin ook vragen gesteld over de infiltratie door
criminele organisaties.
FGP
Antwerpen heeft doorheen de jaren een mooi netwerk opgebouwd in de haven. De
samenwerking tussen FGP en de private partners verloopt goed en dat heeft er
onder meer voor gezorgd dat partners als Cepa, Alfaport, Voka en het
Havenbedrijf de website onzehavendrugsvrij.be hebben ontwikkeld. Op die website
kan op anonieme wijze melding worden gedaan van onder meer intimidaties en
bedreigingen. Met de nieuwe wet op de maritieme beveiliging zal de
informatie-uitwisseling tussen de politie en de private sector nog verbeteren.
Daarnaast worden er ook regelmatig sensibiliseringscampagnes georganiseerd door
de havenbedrijven. Wanneer het openbaar ministerie communiceert over
drugsonderzoeken en interventies in druggerelateerde zaken, wordt steevast
verwezen naar die site. Dezelfde private partners zetten samen met de
havenbedrijven ook al sensibiliseringscampagnes op en lanceerden in dat
verband ook gerichte animatiefilmpjes ten behoeve van hun werknemers. Last but
not least, wanneer er aanwijzingen zijn van concrete benaderingen of
bedreigingen van havenpersoneel, treden politie en parket onmiddellijk op en/of
wordt een onderzoek opgestart.
In antwoord op de vraag van de heer Van Hecke over de infiltratie, kan ik zeggen dat er vanuit het moederdossier Sky ECC 37 dossiers werden opgestart waarin er sprake was van infiltratie. Op het geheel van lopende onderzoeken bij de FGP, in totaal meer dan 6.000, spreken we over een 60-tal dossiers corruptie sensu lato in 2022; in 2018 waren dat er 81. Zulke onderzoeken worden dan gevoerd door de arrondissementele FGP’s ofwel door de centrale gespecialiseerde dienst, de Centrale Dienst voor de Bestrijding van Corruptie (CDBC).
Na de slaagkans kom ik bij de pakkans. De aanwezigheid van de veiligheidsdiensten op het terrein is hiervoor de essentie. Gerichte patrouilles in de Antwerpse haven, in combinatie met een goede beveiliging van de haveninfrastructuur en een accurate informatie-uitwisseling met de private sector, doen niet alleen de pakkans stijgen, maar zullen ook een ontradend effect hebben. Het in 2021 recordaantal van 109 gearresteerde uithalers illustreert de noodzaak hiervan. Het uitgangspunt hierbij is dat het uitvoeren van patrouilles op privaat domein, bijvoorbeeld haventerminals, niet tot de taak van de overheid behoort. Het is in eerste instantie de verantwoordelijke private sector die het best in staat is om onregelmatigheden op te merken, hetgeen voor een buitenstaander zeer moeilijk is, omdat de werkprocessen per terminal verschillend zijn. Processen die intern goed bewaakt en geobserveerd worden, leiden tot arrestaties op het terrein door de politie, dankzij een goede publiek-private samenwerking.
De basispolitiezorg in de Antwerpse haven wordt waargenomen door de scheepvaartpolitie van de federale politie. Die scheepvaartpolitie wordt substantieel versterkt. Mevrouw Verlinden zal daar verder op ingaan. Op die manier moeten de onderzoeken naar de zogenaamde uithalers niet langer worden gevoerd door de FGP, maar kunnen ze worden afgehandeld door de scheepvaartpolitie. Dit maakt voor de FGP bijkomende recherchecapaciteit vrij. Omdat de Antwerpse haven een aanzienlijk aantal invalswegen kent, wat controle op ongewenste bezoekers bemoeilijkt, is het ANPR-netwerk rond de haven een interessant hulpmiddel om het in- en uitgaand verkeer te kunnen monitoren. Deze ANPR-gordel moeten we kunnen aansluiten op het AMS. De douane valt ook onder de aanwezigheid op het terrein. Met de minister van Financiën is een plan opgemaakt om tot 100 % scanning van risicocontainers over te gaan.
De taakverdeling voor cocaïne binnen de haven van Antwerpen tussen de douane en de FGP Antwerpen is duidelijk. De douane is verantwoordelijk voor de smokkelwaar; de FGP gaat achter de smokkelaar aan, tracht de criminele netwerken in kaart te brengen en verdachten te identificeren en te vervolgen.
Voor een goede informatiepositie zijn communicatiedata cruciaal. Het dossier Sky ECC heeft het belang van NTSU (National Technical & Tactical Support Unit), de dienst verantwoordelijk voor metadata en interceptie, enkel maar onderstreept. De investeringen van 30 miljoen euro in die dienst werpen hun vruchten af.
Zonder dataretentie geen dossier Sky ECC. Het is daarom van cruciaal belang dat de nieuwe wet op de dataretentie op 8 augustus in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd. We komen hiermee tegemoet aan de rechtspraak van het Europees Hof, maar vrijwaren de werking van onze veiligheidsdiensten. De oefening in de commissie voor Economie in het voorjaar was moeilijk, maar wel boeiend en doeltreffend. Dat herinneren sommigen zich hier vandaag ook nog.
Er werden de voorbije maanden inspanningen geleverd om de FGP Antwerpen te versterken, onder meer via bijstand van andere FGP’s, maar ook via bijstand van de lokale politie van Antwerpen. We stellen echter een structureel probleem vast, namelijk een gebrek aan attractiviteit van die FGP. Vele vacatures blijven onbeantwoord. Met aangepaste brandingcampagnes, met verkorte aanwervings- en opleidingstrajecten voor de zogenaamde zij-instromers, en met andere maatregelen zoals nieuwe voertuigen, pakken we dit probleem aan. Het is evident dat een sterke en goed uitgeruste FGP in Antwerpen een noodzaak is. Samen met de commissaris-generaal en de DGJ zullen we dat permanent monitoren om waar en wanneer nodig bij te sturen.
Mevrouw De Wit vroeg hoeveel speurders in Antwerpen op drugs en op PLUK worden ingezet. Ik ga daar heel uitgebreid op in, want dit is een belangrijke vraag.
Op 1 augustus 2022 bestond de afdeling drugs van de FGP Antwerpen uit 46 voltijdse equivalenten. Opgelet, het gaat hier alleen om het aantal speurders op de afdeling Drugs. De onderzoeken naar druggerelateerd geweld worden door andere afdelingen gevoerd. Daarnaast zijn er de zogenaamde EDGE-teams die werken op de dossiers, voortvloeiend uit het Sky ECC-onderzoek.
Naar aanleiding van operatie Sky ECC werd bij de FGP geopteerd om te werken met specifieke teams die aan de slag gaan met de massa aan data, de EDGE-teams. De onderzoeken die deze speurders voeren zijn in de regel drugonderzoeken, maar niet exclusief. Het gaat ook over corruptie, geweld, inbreuken wapenwet of witwas.
Naast de 46 voltijdse equivalenten bestonden deze EDGE-teams initieel uit 78 personeelsleden. Dertig daarvan kwamen uit de FGP Antwerpen, 25 vanuit andere FGP’s, 3 van de DGA en 20 agenten kwamen van de politiezone Antwerpen. Vandaag zijn er nog 52 personen werkzaam bij de EDGE-teams, aangezien dossiers werden opgesplitst en verdeeld naar andere regio's. Daarvan komen er 27 van de FGP Antwerpen. Andere FGP’s leveren momenteel nog 11 vte’s aan.
De FGP blijft dus investeren in de drugaanpak. Zoals de gerechtelijk directeur van de FGP Antwerpen in een recent interview zei, gaat 60 tot 65 % van de capaciteit van de FGP Antwerpen naar drugonderzoeken en dossiers van druggerelateerd geweld. Twee op de drie mensen die voor de FGP Antwerpen werken, doen niets anders dan dat. Uit de beeldvorming blijkt dat de drukbevolkte grensprovincie Antwerpen ook voor tal van andere uitdagingen staat. Denk aan het onderzoek-Borealis, waarover we hier op 30 augustus een gedachtewisseling hadden. Extra inspanningen voor de FGP Antwerpen zijn dus geen luxe, maar een absolute noodzaak.
Collega De Wit, tot zover de FGP. Ik kom tot de lokale politie. Voor de PZ Antwerpen werken meer dan 50 medewerkers lokale recherche in de materie drugs en de daaraan verbonden illegale vermogensvoordelen: 30 medewerkers in de onderzoeksteams Drugs, 5 medewerkers in het PLUK-team, 8 medewerkers in het DIFA-team (Directe en Indirecte Financiële Aanpak) en 1 coördinator. Op de werkvloer worden ze nog eens ondersteund door 8 medewerkers van het team Beeldvorming.
Daarnaast zijn er bij de PZ Antwerpen 73 medewerkers actief in de wijkondersteuningsteams en het drugondersteuningsteam van de afdeling Regiopolitie, respectievelijk 56 en 17. Die 73 medewerkers focussen zich hoofdzakelijk op de bestrijding van druggerelateerde overlast. Voor de politiezone Antwerpen gaat het dus om 126 medewerkers die actief zijn rond het fenomeen drugs.
In aanvulling op die reguliere inspanningen draagt de PZ Antwerpen momenteel bij in de Sky ECC-onderzoeken met de detachering van 16 medewerkers naar de FGP. De wedde van die 16 medewerkers wordt ten laste genomen door de federale politie. Dat brengt het totaal op 142 medewerkers die voor het fenomeen drugs worden ingezet in de lokale politiezone Antwerpen.
Op de vraag hoeveel speurders er worden ingezet voor PLUK-opdrachten kom ik straks terug.
Volledigheidshalve kan ik nog meegeven dat de onderzoeken druggerelateerd geweld aanvankelijk werden gevoerd door twee teams uit de afdeling Agressie. Gelet op de hoeveelheid feiten worden die dossiers echter reeds geruime tijd verspreid over de gehele ploeg Agressie, te weten 38 speurders. Sedert de golf aan feiten deze zomer werden ook ongeveer 14 speurders uit andere afdelingen ingezet in die onderzoeken.
De strijd tegen de georganiseerde misdaad, zoals die vandaag in Antwerpen wordt gevoerd, beperkt zich dus niet tot het inzetten van drugsspeurders of kaalplukspeurders. Het gaat ook om de inzet van agenten met kennis op het vlak van beeldvorming, bijzondere opsporingstechnieken, dataverwerking, data-analyse, misdrijfanalyse en internationale samenwerking. Die profielen, collega De Wit, zijn even essentieel als de eigenlijke drugspeurders.
Speurders met een verschillende voorkennis en achtergrond dienen samen te werken, hetzij in specifieke teams, dan wel door middel van structurele overlegfora met hun collega’s. Een vlotte informatie-uitwisseling tussen al die actoren is de sleutel tot succes en het is geruststellend te kunnen vaststellen dat dit vandaag ook effectief gebeurt.
Ten tijde van de evaluatie van het
Stroomplan was dat niet het geval. De gelijkenis met de strijd tegen het
terrorisme mag hier gerust worden gemaakt. De rode draad in het rapport van de
parlementaire onderzoekscommissie over de aanslagen van 22 maart 2016 was
immers "van verkokering en eilandvorming naar samenwerking".
Er kan op worden gewezen dat vandaag de cohesie en de wil om samen te
werken op het Antwerpse terrein zeer groot zijn. Ook dat was ten tijde van de
evaluatie van het Stroomplan veel minder het geval. Het betekent concreet
bijvoorbeeld dat speurders van de lokale politie Antwerpen en speurders van de
FGP in gemengde teams samenwerken in specifieke onderzoeken en rond bepaalde
targets of fenomenen, bijvoorbeeld in de zogenaamde
strafuitvoeringsonderzoeken. Ondertussen werden bijkomend de diensten van de
Antwerpse scheepvaartpolitie mee ingeschakeld in de gerechtelijke afhandeling
van de Antwerpse onderzoeken met betrekking tot de zogenaamde uithalers.
Daarnaast kan het parket rekenen op een goede en vlotte samenwerking met
de douanediensten, de diensten van de havenkapitein, de lokale besturen en hun
inspectiediensten, het havenbedrijf en andere relevante private partners. De
meeste druggerelateerde feiten in de Antwerpse haven doen zich immers voor op
het private domein. Vandaag bestaat er een grote synergie tussen al die
partners, en zo hoort het ook.
Zoals de recente nachtelijke arrestaties van vaak zeer jonge, al dan
niet gewapende Nederlandse criminelen in de Antwerpse binnenstad aantoonden,
vereist die totaalaanpak niet enkel een doortastend gerechtelijk optreden, maar
is het eveneens noodzakelijk dat de openbare veiligheid wordt gehandhaafd door
de bestuurlijke politie met gebruik van camera’s. Naast de inzet van speurders
met een gerechtelijke bevoegdheid dient dus ook de inzet van de bestuurlijke
politiecomponent mee in rekening te worden gebracht, bijvoorbeeld de
verkeerspolitie van de federale politie om de vaak gebruikte E19 te
surveilleren, of het snelleresponsteam van de lokale politie. Het was overigens
dat team dat de bestuurder van de bestelwagen die op 26 augustus leek in
te rijden op een terras in Brussel, kon arresteren in Antwerpen.
Al die capaciteit optellen, is dus geen kwestie van een simpele
rekensom. Het Antwerpse parket beklemtoont dat het vooral van belang is dat de
actoren op het terrein de verschillende aanbevelingen van het rapport-Colman,
dus de evaluatie van het Stroomplan, op een ernstige en professionele wijze
hebben opgenomen en dat er thans concreet werk wordt gemaakt van de
vooropgestelde 360°-filosofie. Die samenwerking gebeurt mede onder impuls van
het Antwerpse parket, dat de ambitie heeft om echt werk te maken van de figuur
van de havenprocureur, zoals ik heb toegelicht. Die aanpak en de inzet van alle
betrokkenen van justitie en politie hebben er ondertussen voor gezorgd dat er
aan de internationale drugscene de voorbije maanden ernstige klappen konden
worden toegebracht. Tot daar de antwoorden op uw vragen.
Daarmee kom ik bij het volgende onderdeel van de pakkans, de
internationale samenwerking.
De samenwerking met Nederland blijft cruciaal, nu het merendeel van de cocaïne – ongeveer 90 % – die in Antwerpen binnenkomt, nog steeds naar Nederland gaat. Zowel beleidsmatig als operationeel verloopt die samenwerking momenteel goed. Dat werd bijvoorbeeld recent nog aangetoond in de onderzoeken naar de bommen en granaten, waar vaak verdachten afkomstig blijken te zijn uit Nederland. Het dossier Sky ECC heeft aangetoond dat die internationale samenwerking cruciaal is, maar ook daadwerkelijk bestaat. De resultaten in Sky ECC waren het gevolg van een joint venture tussen de Belgische, Nederlandse, Franse politie en Europol. Met andere landen werden operationele taskforces afgesloten. Het dossier Sky ECC toonde het belang aan van operationele samenwerking met Albanië. Vooral in Brussel werden criminele bendes ontmanteld, waarbij verdachten van Albanese origine werden gearresteerd. Welnu, met Albanië, waar we ook een verbindingsofficier hebben, werd intussen ook zo’n operational task force afgesloten. Die taskforce loopt. Er zijn twee Albanese politiemensen werkzaam op Europol hiervoor.
J'en viens aux questions de Mme Rohonyi, en ce qui concerne la coopération avec l'Amérique du Sud. La police fédérale travaille actuellement à l'élaboration d'un memorandum of understanding avec l'Équateur d'une part, et d'un plan bilatéral avec la Colombie d'autre part. En outre, un nouvel officier de liaison de la police intégrée sera prochainement désigné pour la Colombie et devrait également pouvoir être accrédité pour l'Équateur. Actuellement, les services de la police belge peuvent faire appel aux officiers de liaison des services de police néerlandais situés à l'étranger, dont l'officier de liaison des Pays-Bas en Colombie, qui est lui-même accrédité pour l'Équateur et le Costa Rica.
Ik beland hiermee aan bij het derde element, de strafkans. Dat wil zeggen dat criminelen streng gestraft moeten worden. Zij moeten een grote strafkans hebben. Grote pakkans en strafkans is hetgeen wat wij tegenover de grote criminele winsten kunnen stellen. Dit betekent dat we niet alleen strenge gevangenisstraffen moeten vorderen, maar dat we ook de criminele vermogens en de criminele winsten maximaal trachten af te nemen. Wat de gevangenisstraffen in ons land betreft, is de hoogte van de straf niet het probleem. Waar we wel meer op willen inzetten, is de buitgerichte recherche.
Specifiek op de vraag van mevrouw De Wit hoeveel speurders hierop worden ingezet in Antwerpen, geef ik graag het volgende antwoord. De jacht op de illegale vermogensvoordelen die uit de drughandel voortvloeien, wordt gevoerd via een gelaagde strategie. In bepaalde gevallen wordt 'geplukt' in het lopende drugdossier, maar in andere situaties wordt ervoor geopteerd om een apart witwasonderzoek op te starten. In nog andere gevallen wordt er dan weer voor gekozen om te werken via een strafuitvoeringsonderzoek. Het PLUK-team van de FGP Antwerpen bestond op 1 augustus 2022 uit zes agenten. De druggerelateerde witwasonderzoeken worden opgenomen door speurders uit de afdeling EcoFin. Het zijn elf speurders die hierop werken. De vermelde strafuitvoeringsonderzoeken worden deels gevoerd door het PLUK-team van de lokale politie Antwerpen, dat de data aangeleverd krijgt vanuit de FGP. Het andere deel van de strafuitvoeringsonderzoeken worden sedert kort opgenomen door vijf speurders van de afdeling EcoFin van de FGP. Zij combineren dit evident met hun andere taken en onderzoeken binnen hun afdeling.
Ten slotte kan hier ook nog worden vermeld dat vanuit de FGP Antwerpen drie speurders worden toevertrouwd aan het succesvolle DIFA-team, waarbij DIFA staat voor 'directe en indirecte financiële aanpak'. Deze speurders gaven onlangs eenmalig een inkijk in hun werking via een lezenswaardig artikel in De Tijd.
Ook op het vlak van pakkans is de internationale samenwerking cruciaal. We weten dat verschillende verdachten zich ophouden in het buitenland. We dulden geen vrijhavens, vandaar het met de Verenigde Arabische Emiraten afgesloten verdrag, dat ook deel uitmaakt van het Stroomplan XXL. Verdachten die konden worden gelinkt aan het druggerelateerde geweld werden ofwel reeds gearresteerd en aangehouden, ofwel opgespoord. Justitie heeft ze in het vizier, ook internationaal. In februari werd een belangrijke verdachte op vraag van ons land gearresteerd in Zwitserland. Hij verbleef vroeger nog in de Verenigde Arabische Emiraten. En as we speak wordt aan Marokko om de uitlevering gevraagd van een high value target dat zowel gelinkt kan worden aan feiten van internationale drughandel als aan een reeks van zware druggerelateerde geweldsfeiten. De betrokkene hield zich gedurende vele jaren verborgen in Dubai, maar kon tijdens de zomervakantie geklist worden in Marokko.
Jullie weten dat het parket van Antwerpen, samen met het federaal parket en de FOD Justitie, werkt aan de uitlevering van andere gezochte criminelen of verdachten uit de Verenigde Arabische Emiraten. Het verdrag werd goedgekeurd in het Parlement – dat weet u nog zeer goed – en de ratificatie via de uitwisseling van instrumenten is voor binnenkort. De operationele contacten zijn bijzonder intensief. Eind juni was er namelijk nog een delegatie van de gerechtelijke autoriteiten van de Verenigde Arabische Emiraten in ons land. We laten dat niet los.
Tot daar collega’s, de belangrijkste krijtlijnen van het Stroomplan XXL. Het spreekt voor zich dat de bestuurlijke handhaving een onderdeel hiervan is. Dit kwam uit de evaluatie van het Stroomplan namelijk naar voren als een missing link in de aanpak. Mijn collega Verlinden zal daarover straks ongetwijfeld nog meer vertellen. De engagementen van met name de douane zijn ook nauwkeurig bepaald.
Ik heb nog een aantal heel specifieke vragen waarop ik zou willen antwoorden, voorzitters. Ik probeer natuurlijk op alle vragen te antwoorden, zoals u mij kent.
Collega's Rohonyi en De Wit vragen mij waarom Nationale Veiligheidsraad niet werd samengeroepen over dit probleem.
Le Conseil national de sécurité (CNS) s'est déjà réuni sur la lutte contre la criminalité grave et organisée, le 1er décembre 2021 pour être précis. C'est là qu'ont été fixées les lignes de force qui ont conduit à la décision du Conseil des ministres du 17 juin, qui a décidé de renforcer la PJF avec du personnel supplémentaire.
De Nationale Veiligheidsraad nu opnieuw
samenroepen over het geweld in de Antwerpse binnenstad zou een vreemde gang van
zaken zijn op een ogenblik dat de zonale veiligheidsraad in Antwerpen nog niet
is samengekomen over die problematiek. De geweldsincidenten in Antwerpen moeten
in de eerste plaats lokaal, door het Antwerpse parket, de Antwerpse FGP, en de
Antwerpse burgemeester, worden aangepakt. Zij zijn daarvoor het best geplaatst,
zij staan het dichtst bij het terrein.
De
beleidsmatige aansturing gebeurt inderdaad federaal. Dat is de essentie van het
Nationaal Veiligheidsplan dat door de regering werd goedgekeurd, en van het
Stroomplan XXL dat wij u presenteren. Daarnaast is het natuurlijk zo dat mijn
collega van Binnenlandse Zaken voor de bestuurlijke aanpak regelmatig overleg
heeft, ook met de burgemeesters. Morgen herhalen we dit overleg onder
voorzitterschap van de eerste minister, met de belangrijkste betrokken
burgemeesters, en met de politionele en gerechtelijke autoriteiten.
Voor de beleidsmatige
coördinatie hebben we de zogenaamde ACD, de Algemene Cel Drugbeleid, die met
professor Colman een nieuwe voorzitter heeft. In die cel zijn ook de
Gemeenschappen vertegenwoordigd, want voor de aanpak van de vraagzijde, en meer
bepaald de preventie van druggebruik, hebben de Gemeenschappen natuurlijk de
belangrijkste hefbomen in handen.
Dat brengt
mij, collega’s, bij de bredere aanpak.
Het is
niet meteen het opzet van deze hoorzitting, maar het is toch belangrijk om even
de ruimere context te bekijken. Het Stroomplan XXL vormt een onderdeel van een
nationaal plan tegen de druggelateerde criminaliteit. Het is belangrijk te
investeren in de Antwerpse haven en politie. Als in Antwerpen de Schelde
overstroomt, heeft de rest van het land daar last van. Het dossier Sky ECC
heeft dat ten overvloede bewezen. Wij moeten de druk in de Antwerpse haven en
op de illegale machtsbasissen in de Antwerpse regio, gelinkt aan de drugshandel
via de haven, aanhouden en opvoeren, zoals ik heb uitgelegd. Dat volstaat evenwel
niet. Wij moeten ook ons veiligheidsbeleid in de rest van het land verder
verstrakken. En wij mogen de vraagzijde niet uit het oog verliezen.
Ik kom tot
die vraagzijde. Hoe belangrijk veiligheid en handhaving ook zijn, zolang er een
afzetmarkt is voor het witte poeder, blijft het voor een stuk dweilen met de
kraan open. Neem de vergelijking met Nederland: wij kunnen moeilijk stellen dat
men in Nederland de zaken op hun beloop laat, maar daar werden een advocaat en
een journalist in koelen bloede vermoord. De federale regering wil daarom,
vanuit haar bevoegdheden en in overleg met de Algemene Cel Drugbeleid, ook de
aanpak van de vraagzijde versterken,
om te komen tot een interfederale drugstrategie.
Het is
niet aan mij om hier te spreken over de initiatieven van de federale minister
van Volksgezondheid. Dat zal hij morgen zelf doen, tijdens ons overleg met de
veiligheidsdiensten. Ik wil wel stellen dat Justitie ook aan de vraagzijde haar
verantwoordelijkheid opneemt. Er zijn mij vragen gesteld door de collega's De
Wit en Dillen over het al dan niet criminaliseren van druggebruikers, dit
blijkbaar naar aanleiding van de uitspraken van een aantal advocaten. Wel, ons
uitgangspunt is duidelijk: problematische druggebruikers zijn in eerste
instantie een probleem van volksgezondheid.
Justitie sluit zich aan bij een multidisciplinair kader om
problematische druggebruikers een traject aan te bieden. Dat doen we grosso
modo op twee manieren.
Ten eerste,
op het niveau van het parket worden problematische druggebruikers doorverwezen
naar de drughulpverlening. In Limburg gebeurt dat door de politie, met name het
LIM-project, wat betekent dat de gebruiker vier gemotiveerde gesprekken dient
te doorlopen. In Antwerpen, waar de onmiddellijke minnelijke schikking (OMS)
Drugs bestaat voor druggebruik en drugbezit op het openbaar domein, dat
trouwens sinds 1 januari 2022 is uitgebreid op het gehele grondgebied,
worden problematische druggebruikers doorverwezen naar de drughulpverlening via
het Adviespunt Verslaving Antwerpen. Dat is een samenwerkingsverband dat
doorverwijst naar de verschillende drughulpverleningscentra in de Antwerpse
regio. Specifiek aan dat OMS-beleid van het Antwerps parket is dat politiezones
die OMS pas kunnen toepassen als zij ook in een drughulpverleningsaanbod
voorzien. Op die manier wordt jaarlijks een derde van de beboete personen
doorverwezen naar de drughulpverlening.
Ten tweede,
op het niveau van de rechtbank bestond al enkele jaren in sommige rechtbanken
in Antwerpen en Gent de drugopvolgings- of drugbehandelingskamer. Gent was
daarin pionier. Het gaat erom problematische druggebruikers via een justitiële
aanpak op maat te begeleiden. Die aanpak wordt uitgebreid naar de rest van het
land, intussen is dat al realiteit in onder meer Charleroi en Brugge.
Die aanpak
werd en wordt door mij ondersteund en versterkt op verschillende manieren.
Ten eerste,
door de richtlijn COL 09/21 over de onmiddellijke minnelijke schikking uit
te vaardigen. Vandaag is OMS in heel het land mogelijk via de infrastructuur
van crossborder, die u kent van de verkeersboetes. Het komt de diverse
parketten toe om gebruik te maken van die mogelijkheid. Met andere woorden,
druggebruikers die met drugs worden betrapt, moeten een boete betalen
naargelang de hoeveelheid aangetroffen drugs en het type drugs. In de voorbije
zomer hebben ettelijke duizenden mensen een dergelijke boete moeten betalen.
Druggebruikers worden dus aangepakt en moeten boetes betalen, maar de focus
ligt op problematisch druggebruik en op de volksgezondheid.
Ten tweede,
wij voorzien ook in een wettelijk kader voor hersteltrajecten, waardoor good
practices zoals de drugopvolgingskamer en de jongerenopvolgingskamer wettelijk
worden verankerd.
Ten derde,
wij doen extra investeringen. Al in de IDP 2021-2022 voorzagen we in budget om
de brug tussen Justitie en Gezondheid te maken. Er werd in versterking voorzien
voor het openbaar ministerie om al bestaande proefprojecten in te voeren voor
alle parketten van het land. Er werd in een budget voorzien van 3,3 miljoen
euro per jaar vanaf 2022. Dat budget is niet exclusief bedoeld voor
druggerelateerde dossiers, maar in het algemeen voor nieuw beleid, waaronder de
opvolgingskamers.
Die oefening werd ook gemaakt voor de hoven en de rechtbanken. Voor de oprichting van opvolgingskamers werd een budget vrijgemaakt van 4,6 miljoen euro. Inherent aan die multidisciplinaire aanpak is natuurlijk het engagement van de andere partners, de justitiehuizen of de drughulpverlening om de belangrijkste te noemen. Hier hangen we dus mee af van de Gemeenschappen. Dat geldt ook voor de vraag van collega Dillen over gemeenschapsdienst voor druggebruikers. Het is de bevoegdheid van de Gemeenschappen om zoiets al dan niet in te voeren.
Concernant la question de Mme Rohonyi sur la réglementation de la
consommation de cannabis, une évaluation globale de la loi de base en matière
de drogues de 1921 est en cours au sein de la Cellule générale de
Politique en matière de Drogues (CGPD). Un groupe de travail a été constitué et
se réunit de manière régulière. Je ne vais pas anticiper ici le travail de la
CGPD, sous la nouvelle présidence du professeur Colman.
Il est
souvent fait référence au modèle portugais où la consommation de cannabis a été
dépénalisée et où les usagers doivent comparaître devant une commission. Avec
le renvoi des usagers problématiques de drogues vers les services d'aide par la
justice, nous sommes de facto déjà proches du modèle portugais.
Ik kom tot het tweede element, de verbreding naar de rest van het land, zoals ook in het nationaal plan staat. Het drugprobleem bestaat natuurlijk niet alleen in Antwerpen. Ook andere steden worden hiermee geconfronteerd: drughandel, drugbendes, maar ook geweld. Denk aan het geweld van de voorbije maanden in Molenbeek en Brussel. Mijn collega van Binnenlandse Zaken zal daarbij stilstaan. Verplaatsingseffecten, het zogenaamde waterbedeffect, moeten we zoveel mogelijk vermijden.
Naast de bestuurlijke handhaving en de versterking van de federale politie – zaken die het hele land ten goede komen – wil ik wijzen op de volgende elementen.
Een accurate criminele beeldvorming is belangrijk voor het hele land. Niet alleen beleidsmatig is dat belangrijk, maar ook tactisch-operationeel. Een accuraat crimineel beeld zal de FGP en het parket helpen bij het opstarten van de juiste onderzoeken. We hebben hierover afspraken met de DGJ gemaakt en men zet daarop in.
Het is ook duidelijk dat we sterker inzetten op een follow the money-aanpak. Hoe doen we dat?
Ten eerste breidden we het kader uit: we maakten middelen vrij voor de aanpak van fiscale fraude bij de parketten en de rechtbanken van eerste aanleg. Specifiek voor dat soort criminaliteit werd in een extra budget van 1,7 miljoen euro voorzien voor de aanwerving van zes fiscale substituten, zes deskundigen, zes fiscale rechters, twaalf griffiers en zes assistenten. We bieden hun ook opleidingen op maat aan. Wat de rechtbanken betreft, werd de aanwervingsprocedure al vorig jaar opgestart en zijn de kandidaten gekend. Zo goed als alle functies kunnen worden ingevuld.
Ten tweede nemen we het criminele vermogen af, onder meer door investeringen in SUO-magistraten en een specifieke follow the money-aanpak binnen de FGP. Door de extra inzet op het strafuitvoeringsonderzoek gaan we op zoek naar de bezittingen van veroordeelde personen om uitvoering aan de geldboetes te kunnen geven. De wet van 2014 zal op die manier systematisch worden toegepast.
We voorzagen in 1,45 miljoen euro voor 24 extra medewerkers bij Justitie. De SUO-magistraten (strafuitvoeringsonderzoek) werden aangeworven op 1 maart 2022, op 1 september 2022 en op 1 oktober zal nog iemand worden aangeworven. Die aanstellingen zijn nog te recent om resultaten te kunnen voorleggen. Desondanks wordt er bij de parketten-generaal opgemerkt dat het aangeworven gerechtspersoneel een goede ondersteuning biedt bij de reeds opgestarte SUO-werking.
Ten derde, onze wet van 28 november 2021 heeft de rechtstreekse toegang tot het CAP mogelijk gemaakt voor de procureur des Konings, de SUO-magistraten, de voorzitters en de vrederechters, dit om een efficiënter financieel onderzoek mogelijk te maken.
Ten vierde zorgde onze wet van 15 mei 2022 voor een gedeeltelijke omzetting van de betreffende richtlijn van het Europees Parlement van 20 juni 2019. Om grootschalige strafbare feiten gemakkelijker op te sporen en te vervolgen, zoals het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, moesten de rechtshandhavinginstanties vlot toegang krijgen tot financiële informatie uit andere lidstaten. Daarom werd de informatie-uitwisseling met de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) en het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring (COIV) vergemakkelijkt.
Ten vijfde zal er dit jaar ook verder gewerkt worden aan het wettelijk kader om een centraal register voor bestuursverboden op te richten. Dat moet een betere controle mogelijk maken op veroordeelde malafide ondernemers die een bestuursverbod hebben opgelegd gekregen en zich toch opnieuw in het economische verkeer begeven.
Ten zesde kom ik tot de MOTEM's (multidisciplinaire onderzoeksteams). Deze regering heeft eindelijk nieuw leven geblazen in het College voor de strijd tegen fiscale en sociale fraude, waarvan mijn collega’s Van Peteghem en Dermagne voorzitter en vicevoorzitter zijn. Het College dat sinds 2008 het daglicht heeft gezien, was immers al jaren niet meer actief. Het ministerieel comité heeft op 7 juni 2021 het eerste actieplan goedgekeurd. In dat actieplan zaten zo’n 30 projecten die allemaal zullen bijdragen in de strijd tegen de fraude. Eén van deze projecten hield in dat er een wettelijk kader moet worden voorzien zodat een overleg en samenwerking tussen parket, de FGP en de fiscale administratie mogelijk wordt met het oog op de bestrijding van ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd, en maximaal georiënteerd op de georganiseerde criminaliteit.
In samenwerking met mijn collega Van Peteghem hebben we die samenwerking wettelijk mogelijk gemaakt. Zo zullen minstens 25 fiscale ambtenaren de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie krijgen zodat zij effectieve bijstand kunnen verlenen aan de MOTEM's van de FGP. Men is momenteel bezig om de praktische uitvoering van deze samenwerking te beschrijven in een protocol. Dat wordt momenteel gefinaliseerd.
En matière de fraude fiscale et sociale, une directive Ecofin a été élaborée par la police judiciaire en janvier 2022. Elle porte sur les MOTEM, les enquêtes pénales d'exécution, les équipes patrimoine, la formation et sur d'autres éléments.
Robuuste veiligheidsdiensten, een effectieve justitie en een krachtige bestuurlijke handhaving zijn een must. Met de holistische aanpak zoals we die voorstaan met het beleid van de regering kan het beste resultaat worden geboekt om de illegale markt en de criminele verdienmodellen zoveel mogelijk te verstoren. Maar ook de aanpak langs de vraagzijde wordt versterkt. Dat is de essentie van het beleid van deze regering.
Tot slot beantwoord ik nog enkele punctuele vragen, die strikt gezien de aanpak van het druggerelateerd geweld in Antwerpen overstijgen. Ik zal zo kort maar zo volledig mogelijk antwoorden.
Over de kostprijs van het ontmantelen van toxische stortplaatsen van druglabs kan ik het volgende antwoorden. Over de oprichting van een fonds was er al briefwisseling tussen de Vlaamse regering en staatssecretaris De Bleeker. De staatssecretaris antwoordde dat een dergelijk fonds niet overeenstemt met het universaliteitsbeginsel van de begroting en dus voorbehouden dient te worden tot strikte uitzonderingen. Ik kan daar nog aan toevoegen dat het niet zo is dat de kostprijs voor het opruimen en vernietigen steeds ten koste van de gemeente komt. Wanneer er dumpingen zijn van drugsafval, verwittigt de politie het parket. Zodra het parket een vordering maakt om het afval op te ruimen, worden de kosten als gerechtskosten bestempeld en worden zij betaald door Justitie. Ingeval de daders veroordeeld worden, kunnen zij ook veroordeeld worden tot terugbetaling van de kosten. Indien de daders niet gevonden worden, blijven de kosten voor Justitie. De kosten die er desgevallend na de opruiming nog zijn, zoals sanering van de bodem, vallen wel ten koste van de gemeente. Als de daders gevonden worden, kunnen ook de gemeenten hun kosten op hen verhalen.
Madame Rohonyi, vous avez posé lundi des questions spécifiques sur les statistiques du parquet concernant les infractions liées à la drogue. Vous comprendrez qu'il n'était pas possible de donner une réponse complète à vos questions dans le court délai imparti. Je vous propose donc de poser cette question par écrit.
S'agissant de votre question sur ce que vous appelez Ubercoke, le phénomène des centrales d'appel avec livraisons à domicile est connu et on a effectivement constaté une croissance de ce mode opératoire durant le confinement. De plus, avec l'offre croissante de drogue sur les réseaux sociaux et via les applications de messagerie cryptées, la livraison à domicile est devenue courante.
Comme pour tout modus operandi, des enquêtes sont également menées sur ce mode de trafic. On peut citer le jugement récent suite à l'interpellation des vendeurs/livreurs via Telegram, ainsi que les actions "étoile" qui s'inscrivent dans le cadre de la coopération "Hazeldonk", dans laquelle les services de police et de douane des pays du Benelux et de la France s'attaquent aux réseaux de distribution organisée de drogue et aux organisations criminelles impliquées.
S'agissant de votre question sur l’audit du port d’Anvers par la Commission européenne, d'après mes informations, la Commission souhaite en effet réaliser des évaluations thématiques sur le trafic de cocaïne par conteneurs au sein de l'Union européenne. Elle a apparemment demandé l'aide de Frontex et d'Europol et prévoit d'effectuer un audit dans les ports d'Anvers, de Rotterdam et d'Algésiras en Espagne. D'autres ports seront examinés ultérieurement. L'étude portera principalement sur les points forts et les points faibles des ports.
Je fais référence à la nouvelle loi sur la sûreté maritime, qui a été approuvée par la Chambre. Avec cette loi, nous répondons déjà à la réduction des chances de succès et nous étendons le champ d'application à toutes les actions illicites. La loi entrera en vigueur le 1er janvier 2023 et fera l'objet d'une évaluation permanente.
Il va sans dire que nous offrirons au port d'Anvers le soutien nécessaire lorsque l'audit sera effectivement réalisé. À ce jour, ni l'Autorité nationale de sûreté maritime (ANSM) ni le port d'Anvers n'ont été contactés par la Commission ou ses représentants.
Mijn excuses voor de lange inleiding, maar vele vragen behoeven ook vele antwoorden.
01.02 Minister Annelies Verlinden: De minister van Justitie heeft al uitgebreid en gedetailleerd toegelicht wat de federale regering doet, gedaan heeft en gepland heeft met betrekking tot de strijd tegen georganiseerde criminaliteit en drugsgeweld in het bijzonder. Ik zal daar vanuit mijn bevoegdheid nog enkele dingen aan toevoegen.
Vooreerst wil ik de commissie danken om ons de mogelijkheid te bieden om vandaag die toelichting te geven. In de zomer hebben we een toename gezien van het aantal erg gewelddadige incidenten in Antwerpen. De laatste weken lijkt het iets rustiger geworden te zijn. We moeten ons echter geen illusies maken. Dit is niet voorbij. We moeten de strijd in Antwerpen, in Brussel, maar ook in andere steden zoals Charleroi, zeker voortzetten. Het is mijn absolute betrachting om de komende maanden en jaren de strijd tegen het drugsgeweld en de georganiseerde criminaliteit voort te zetten om de escalatie van het geweld te kunnen stoppen. Er is geen mirakeloplossing voor dat drugsgeweld. In de ons omringende landen, maar ook wereldwijd, is dat soort vormen van criminaliteit en drugsgeweld ook al decennialang bekend. Er zijn geen eenvoudige oplossingen voor.
Politie en Justitie moeten een belangrijk antwoord bieden op dat fenomeen en die problematiek, maar voor de aanpak ervan in de hele keten zijn zij niet de enige partners. De heer Van Quickenborne verwees al naar de preventieve aanpak die nodig is in de strijd tegen drugsgerelateerd geweld. Douane, lokale besturen, sociale diensten en straathoekwerkers moeten samen alles op alles zetten om een antwoord te kunnen bieden, samen met politie en Justitie en met de steun van alle beleidsmakers op alle niveaus. Ook qua communicatie is er werk aan de winkel. De evidentie van het gebruik van cocaïne – niet alleen cannabis – in heel wat milieus en omgevingen moet echt onderuitgehaald worden. We moeten onze jongeren duidelijk maken dat dit geen duurzame oplossing is in hun zoektocht naar plezier en geluk. Het onderwijs heeft daar ook een rol in te spelen. We moeten dat samen doen, want enkel op die manier kunnen we die problematiek een halt toeroepen.
Ce gouvernement agit de concert lorsqu'il s’agit de la sécurité des citoyens. Au début de cette législature, donc bien avant que les violences liées à la drogue ne resurgissent à Anvers, à Bruxelles et à Charleroi, il a été décidé d'investir 310 millions d'euros supplémentaires dans la police intégrée. Comme vous le savez, ce budget additionnel doit se concentrer davantage sur le recrutement, donner plus de moyens au parquet, renforcer les services de douane, etc.
En outre, dans le cadre du plan de relance européen, 20 millions d'euros ont été prévus pour des projets de numérisation et pour l'introduction de i-Police, avec différentes applications pour lutter contre la criminalité organisée.
Ce gouvernement a investi 300 millions d'euros, dont 79 millions d'euros provenant du plan de relance et de transition, notamment dans i-Police.
Afgelopen vrijdag was er de beslissing van het kernkabinet en vandaag ook van de ministerraad omtrent de wet bestuurlijke handhaving. Dat is een heel belangrijke mijlpaal en volgens mij een van de grote puzzelstukken in de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit, tegen het witwassen van drugsgeld, in het bijzonder ter ondersteuning van onze lokale besturen, die al heel lang vragende partij zijn om gerichte middelen te krijgen om op hun grondgebied op te treden tegen die ondermijnende criminaliteit. Met die belangrijke etappe – de goedkeuring door de ministerraad van het voorontwerp van de wet bestuurlijke handhaving – willen we hun die gerichte middelen geven en kunnen we bijdragen aan een groter gevoel van veiligheid. We beperken zo de overlast en zorgen ervoor dat iedereen zich op het grondgebied van onze steden en gemeenten comfortabel voelt en dat er bovendien geen oneerlijke concurrentie is voor bonafide handelaars of ondernemers van bepaalde sport- of commerciële activiteiten. Die weg moeten we absoluut verder bewandelen en ik wil al mijn collega's in de regering bedanken voor hun ondersteuning bij dat project.
Ik hoef er u vast niet van te overtuigen en het lijdt geen enkele twijfel dat het alle hens aan dek is. De gebeurtenissen van de afgelopen maanden hebben dat aangetoond. We moeten de inspanningen voortzetten. Het eindpunt is nog niet in zicht, maar we moeten samenwerken om onze straten en pleinen, onze dorpscentra en commerciële activiteiten niet over te laten aan de georganiseerde criminaliteit. Hoe we dat doen, en wat mijn bevoegdheden betreft alvast op politioneel vlak, licht ik u graag toe.
Naast de introductie die collega Van Quickenborne daarnet gaf, hebben we ook al de mogelijkheid gehad om uitgebreid van gedachten te wisselen over de federale gerechtelijke politie en over de impact van het dossier-Sky ECC op de gewelddaden en de incidenten, maar zeker ook op de organisatie van politie en justitie. Zoals de top van de politie ons toelicht, zijn de gewelddaden van de afgelopen weken in verband te brengen met de operatie-Sky ECC. Dat is aan de ene kant dus goed nieuws, in die zin dat we die criminele organisatie en bendes echt in hun kern hebben geraakt, maar aan de andere kant moeten we ook de gevolgen daarvan binnen de perken houden. Ik begrijp ook het onveiligheidsgevoel dat leeft binnen onze steden en gemeenten. Als buurtbewoners geregeld bommen en granaten horen ontploffen, moeten we dat in samenwerking met alle overheden aanpakken.
In Antwerpen hebben er zich in de periode van 1 januari tot 9 september 2022 60 zware incidenten en intercepties voorgedaan, die in verband kunnen worden gebracht met drugsgeweld. Achttien incidenten vonden plaats in augustus. De balans van dat geweld is zwaar. We betreuren een dodelijk slachtoffer en een persoon in levensgevaar. Sinds januari 2022 gebeurden er in Brussel 22 zware incidenten. In één geval viel daarbij een dode. Bij 14 feiten viel er een gewonde. Het is duidelijk dat de aard van de incidenten in Brussel en Antwerpen niet helemaal te vergelijken is. De strijd die op het terrein wordt gevoerd in Brussel, is van een andere aard dan die in Antwerpen, maar vindt wel zijn oorzaak in dezelfde drugsgerelateerde activiteiten en de daaruit voortvloeiende criminaliteit. De invloed van het Sky ECC-onderzoek heeft een duidelijke invloed op en een rechtstreekse band met de situatie op het terrein en op de politieoperaties.
Naar aanleiding van het Sky ECC-onderzoek konden ongeveer 1 miljard berichten onderschept worden, van meer dan 100.000 gebruikers wereldwijd. Het was één van de grootste politieoperaties ooit in ons land. Zo werden er bij een eerste gecoördineerde actie op 9 maart 2021 onder leiding van het parket en de onderzoeksrechters meer dan 200 huiszoekingen uitgevoerd en verschillende verdachten gearresteerd. Aan die actie namen meer dan 1.600 politiemensen deel. Dat is ongezien en iedereen die aan die actie deelnam, verdient alle lof.
Dankzij die invallen werden uithalers, dealers, daders en medeplichtigen aangehouden. Er waren ook havenarbeiders bij, die vaak benaderd worden door criminele organisaties. We mogen de ogen evenmin sluiten voor de corruptie binnen onze overheid, die voortvloeit uit het drugsgeweld. Er bleken ook veel te veel politie- en douaneambtenaren bij betrokken, wat aantoont dat de drugscriminaliteit op alle niveaus ingang heeft gevonden.
We hebben uiteraard heel wat informatie kunnen halen uit de onderzoeken. Ik spreek daarover regelmatig met de federale gerechtelijke politie. De informatie die we gekregen hebben, blijkt ook bijzonder nuttig om procedures, stromen en werkwijzen van de criminele organisaties in kaart te brengen. We kunnen dus echt onderzoeken hoe ze functioneren en hoe ze bijvoorbeeld drugs vanuit Zuid-Amerika tot bij de gebruikers halen. Dat geeft ons fundamentele informatie die we ook in de toekomst kunnen gebruiken om de criminele organisaties te volgen en bijgevolg te snel af kunnen zijn.
Il est clair que ces succès de Sky ECC ont uniquement été possibles
grâce au dévouement de la police locale, des différentes PJF, en particulier la
PJF d'Anvers, mais aussi grâce à leur collaboration étroite sur le terrain. Le
dossier Sky ECC a nécessité jusqu'à présent plus de 1,5 million d'heures
de travail, ce qui est énorme pour une organisation comme la police intégrée,
ce nombre d'heures étant l'équivalent de 1 234 policiers à temps
plein. Je tiens dès lors à les remercier une nouvelle fois pour leur engagement
et pour les résultats obtenus dans la lutte substantielle contre le trafic de
drogue.
Comme je
l'ai déjà indiqué mais il est peut-être bon de le rappeler ici, nous pouvons
attribuer tous les incidents de ces dernières semaines à trois phénomènes,
selon les informations dont nous disposons. Premièrement, la police fédérale a
constaté que les gangs de trafiquants de drogues se soupçonnent mutuellement de
mettre la main sur leurs cargaisons ainsi que d'être à l'origine de la
disparition des cargaisons et de ceux qui les récupèrent. Deuxièmement, il
existe une concurrence entre les recruteurs de nouveaux complices; les
recruteurs des différents gangs essaient de faire du headhunting des
complices, perturbant ainsi les organisations. Troisièmement, l’intimidation
des complices pour les empêcher de travailler pour la concurrence, pour les
dissuader de stopper leurs activités ou de s'adresser à la police ou à la
justice constitue une autre cause des violences. Cela se manifeste par
l'utilisation de grenades, des fusillades et des incendies criminels et parfois
même par des enlèvements et la torture de complices. Nous avons tous vu les
photos que les procureurs ont montrées dans cette commission. Les trafiquants
n'hésitent manifestement pas à recourir à la violence pour menacer les gangs
rivaux, pour s'emparer d'un territoire, pour régler des comptes avec des
concurrents ou des complices en cas d'échec d'une transaction, etc.
Bien qu’il n’existe pas de solution miracle, nous devons poursuivre notre lutte contre les violences en lien avec la drogue. Ce n'est qu'ainsi que nous pourrons déstabiliser les organisations criminelles et limiter et contrôler la progression de la drogue dans notre société, avec son lot de violence et de souffrances.
Ik heb het bij de introductie al gezegd: ik ben ervan overtuigd dat we dit fenomeen op verschillende fronten moeten aanpakken. Voor de aanpak van dit druggeweld en georganiseerde criminaliteit is een keten en een geïntegreerde aanpak noodzakelijk, met alle betrokkenen en op elk bestuursniveau. Ik trap een open deur in als ik zeg dat ook preventie in dit verband niet genoeg kan worden onderstreept. Ook ouders, familie, jeugdorganisaties en onderwijs hebben een belangrijke signaalfunctie inzake verslaving en crimineel gedrag, en daar stopt het niet. We mogen kosten noch moeite sparen om straten en pleinen niet aan criminelen over te laten. We willen dat onze burgers vrij en onbevreesd door de straten kunnen lopen, dat ondernemers kunnen ondernemen zonder malafide concurrentie en dat havenbedrijven op de terminals en daarbuiten kunnen rekenen op een veilige werkomgeving zonder dreiging van druggeweld, infiltratie en intimidatie.
Mesdames et messieurs, pour ces raisons, la lutte contre la criminalité organisée, en particulier contre la drogue, est une priorité de ce gouvernement fédéral. Avec les ministres de la Justice, de la Santé publique et des Finances, nous déployons différents moyens à cette fin.
La semaine dernière, par exemple, à mon initiative, le comité ministériel restreint a approuvé un avant-projet de loi sur l'approche administrative communale. Aujourd'hui, le Conseil des ministres a confirmé la première lecture de cet avant-projet. Ce projet de loi, qui prend en compte l'expérience du passé et de l’étranger ainsi que les avis de différentes parties prenantes, donne aux pouvoirs locaux davantage de moyens et prend des mesures dans la lutte contre la criminalité déstabilisante. J'y reviendrai plus tard.
La lutte contre les organisations criminelles, y compris les bandes de trafiquants de drogue, est également l'une des priorités du Plan national de sécurité (PNS). Le développement d'un programme transversal de lutte contre le crime organisé est une première dans ce PNS. Pour réaliser ces plans, nous nous attachons à mettre en place une police efficace. En effet, c'est une chose de faire des plans, et c'en est une autre de les réaliser sur le terrain.
We hebben bij ons aantreden vastgesteld dat de uitdagingen voor de geïntegreerde politie en in het bijzonder voor de federale politie heel groot zijn. We hebben een significante onderfinanciering geërfd, zowel wat personeel als wat middelen betreft. Net zoals Rome niet op één dag gebouwd is, kan ook niet worden verwacht dat die significante onderfinanciering en desinvestering van de voorbije jaren op één dag kunnen worden rechtgezet.
Wij laten ons echter niet afschrikken en wat dat betreft wil ik heel wat mijlen en meters maken om die organisatie beter achter te laten dan ik ze heb aangetroffen. Zo ben ik de eerste bondgenoot van de geïntegreerde politie en van het openbaar ministerie in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit, waarbij wij de bezorgdheden, wensen en inzichten van de geïntegreerde politie hebben in kaart gebracht. We hebben naar hen geluisterd en op basis daarvan gehandeld.
We versterken de federale politie structureel in al haar componenten. Een van de elementen dat daarbij essentieel is, is het versterken van de aantrekkelijkheid van de geïntegreerde politie als werkgever. Ondanks alle data en ondanks alle bijkomende middelen en efficiëntie die we op het terrein kunnen winnen, hebben we voldoende mensen nodig om die activiteiten op het terrein te kunnen ontwikkelen.
We hebben een specifiek actieplan voor de rekrutering. Dat geldt ook voor gespecialiseerde rekrutering, want als we het hebben over doorgedreven IT en digitale onderzoeken, hebben we het ook over specifieke profielen. Ook daaraan werken we met de federale gerechtelijke politie om ervoor te zorgen dat die profielen de weg vinden naar de FGP.
In deze legislatuur zullen we de federale politie met 1.000 personen versterken. Dat is veel en u kent allemaal de krapte op de arbeidsmarkt. Dat is een dagelijkse inspanning die wij moeten leveren. Daarvan zijn er 400 personen voor de federale gerechtelijke politie. Samen met de minister van Justitie hebben we afgesproken dat elk personeelslid dat de FGP verlaat, zal worden vervangen, maar dat we ook bijkomend zullen versterken.
Collega Ingels, u vroeg naar de rekrutering van gespecialiseerde profielen. Zoals gezegd, hebben we daarvan werk gemaakt, in overleg tussen de dienst HR van de politie en in samenwerking met de FGP. Die ambitie vertaalt zich budgettair in bijkomende personeelskredieten voor de Algemene Directie van de federale gerechtelijke politie ten belope van 24,9 miljoen euro. Zo tonen wij ook aan dat het ons menens is en dat we dit willen realiseren.
De personeelsversterking
bij de FGP zal prioritair worden aangewend om de projecten van de DGJ 3.0 en
Digital Investigations te realiseren. De focus ligt hierbij, evident, op het
follow the money-principe, het verzamelen van intelligence, en recherchemanagement,
maar ook op internationale politiesamenwerking en het aantrekken van
rechercheurs met een bijzondere specialisatie.
Madame Rohonyi, je partage votre préoccupation concernant le renforcement nécessaire de la police judiciaire fédérale. Grâce aux investissements réalisés par ce gouvernement, les effectifs de la PJF passeront de 4 172 personnes en 2020 à 4 581 en 2024; cela signifie une augmentation de 409 personnes. D'ici la fin de l'année 2024, nous emploierons un nombre record de collaborateurs au sein de la police judiciaire fédérale.
Comme le ministre de la Justice l'a déjà évoqué, à l'heure actuelle davantage de policiers au sein de la police judiciaire fédérale sont affectés à la lutte contre les violences liées à la drogue. En outre, plus de 400 enquêteurs de la PJF seront affectés en permanence à la lutte contre la criminalité organisée et liée à la drogue. Madame Matz, je peux donc vous confirmer que jamais auparavant, autant d'inspecteurs n'ont été mobilisés pour la problématique de la drogue.
Nous avons renforcé toutes les PJF. Toutefois, aujourd'hui, les informations nous montrent que le centre d'intérêt de l'enquête de Sky ECC et de la violence liée à la drogue se situe à Anvers, en raison de la présence du port. C'est un fait avéré.
Pour faire face à la charge de travail accrue, la police judiciaire fédérale d'Anvers a été renforcée en priorité. La police fédérale a publié plus de 100 vacances d’emploi, non seulement pour compenser les départs naturels, pour cause de retraite, de NAPAP ou de mobilité, mais aussi pour augmenter efficacement les effectifs de la PJF d’Anvers.
La capacité de la PJF d’Anvers a augmenté au cours des deux dernières années et demie. Au moment où j'ai pris mes fonctions de ministre de l’Intérieur, 414 collaborateurs y travaillaient à temps plein. En juin dernier, les effectifs se chiffraient à 492 collaborateurs à temps plein, soit une augmentation de 78 personnes.
Les différentes PJF font également preuve d’une grande solidarité, si bien qu’elles s’entraident en cas de besoin. Au sein de la police locale d'Anvers, 25 enquêteurs ont été affectés à la PJF d'Anvers pour apporter leur soutien dans les nombreux dossiers d'enquête judiciaire. À ma demande, la police fédérale travaille actuellement à la création d’une représentation de la criminalité organisée, y compris du point de vue de la problématique des drogues.
En outre, à ma demande, la police de la navigation d'Anvers a également été renforcée. C'était nécessaire. Il y a actuellement 31 postes vacants en mobilité pour la police de la navigation à Anvers, plus 14 postes vacants au sein de la réserve de recrutement nationale. Structurellement, la police de la navigation d'Anvers sera renforcée par 25 policiers et 20 détachements (6 ont déjà commencé en septembre, 6 commenceront le 1er octobre et 8 le 1er novembre).
Enfin, à ma demande, la Réserve fédérale d'intervention (FERES) apporte également son soutien à la police de la navigation d'Anvers depuis le 23 août. Elle effectue des patrouilles nocturnes ciblées dans le port d'Anvers afin d’assurer l'occupation du site, en plus des efforts que fournit également aujourd’hui la zone de police d'Anvers.
De aanpak van de georganiseerde criminaliteit vereist uiteraard ook een volgehouden inspanning van de lokale politiezones, want de buurten en de wijken in onze steden en gemeenten die vandaag getroffen worden door het drugsgeweld zijn in hoofdzaak prioritair het actieterrein van de lokale politie. Criminelen mogen nooit de indruk krijgen dat straten en pleinen van hen zijn. Ieder niveau moet zijn rol spelen volgens de principes van de integrale en geïntegreerde veiligheidsaanpak.
In dat verband kan ik u ook wijzen op de recente aanhoudingen en vaststellingen die konden worden verricht op het terrein aangaande Nederlandse criminelen die naar Antwerpen waren gekomen met verdacht materiaal in hun koffer. De lokale politie heeft die aanhoudingen en vaststellingen kunnen doen en zo mogelijk ook erger kunnen vermijden. De lokale politie toont zodoende haar sterkte en noodzaak.
Het is immers belangrijk om met voldoende politiemensen op het terrein aanwezig te zijn, enerzijds vanuit preventief en dus ontradend standpunt, anderzijds ook om snelle interventies mogelijk te maken, zoals we werken binnen de structuur van de geïntegreerde politie. De grote aanwezigheid van lokale politie laat ook toe om snel en gericht verdachte individuen te controleren, om drugteams en wijkondersteuningsteams in te zetten om de handel van drugs zoveel mogelijk te verstoren en een goede informatiepositie te verwerven. Antwerpen heeft het grootste politiekorps van het land en kan dus beschikken over veel medewerkers om dat mogelijk te maken.
Ook om de lokale politiezones te versterken ondernemen we actie, al sinds het begin van deze legislatuur. We zetten daarvoor prioritair in op de rekrutering van nieuwe aspiranten, die verdeeld zullen worden over heel het land, dus niet enkel in Antwerpen, maar ook voor Brussel en de Brusselse randgemeenten en andere steden en gemeenten en zones met een deficit. Zo voorzien wij dat jaarlijks ten minste 1.200 van de 1.600 te rekruteren inspecteurs naar de lokale politie zullen doorschuiven. Daarnaast hebben we ook afgesproken, op vraag van veel lokale zones, om lokale rekrutering mogelijk te maken, zodat de zones zelf test- en selectieprocedures kunnen organiseren en zo snel mogelijk over de gewenste aantallen nieuwe medewerkers kunnen beschikken. U ziet dus dat wij kosten noch moeite sparen, we zetten alles op alles in om de politie zo snel mogelijk te versterken. De lokale rekrutering heeft wel wat voeten in de aarde gehad, maar het is goed dat we die stap hebben kunnen zetten, zodat iedereen samen aan één zeel kan trekken.
Ook de lokale besturen vinden een partner in deze regering, niet alleen via de lokale rekrutering, maar ook via andere initiatieven. De regering zal morgen een onderhoud hebben met burgemeesters uit verschillende grootsteden aangaande de strijd tegen het drugsgerelateerd geweld, om met hen die strijd te voeren en een aantal punten uit het Nationaal Veiligheidsplan en het Stroomplan te kunnen opnemen. Dat behelst de politionele en de justitiële aanpak, in aanwezigheid van de procureurs, hoge politieambtenaren en topambtenaren van de douane.
Er lopen dus veel initiatieven binnen
verschillende bevoegdheidsdomeinen. Collega Ingels, u vroeg naar de
coördinatie. Ik geloof in een versterkte coördinatie over alle
bevoegdheidsdomeinen heen. Er worden heel wat initiatieven genomen, onder meer
met professor Colman, nu binnen de pijler van de gezondheidszorg. Daar moet
absoluut aan worden gewerkt. We mogen de gevolgen voor de gezondheid en het
welzijn van mensen, maar zeker ook de kosten voor de sociale zekerheid van dat
overmatige druggebruik, niet onderschatten. Uiteraard is er ook het preventieve
luik, waarvoor de deelstaten bevoegd zijn. Er is het politionele en het
justitiële luik. Uit de gesprekken die we hebben met medewerkers, hoor ik dat
men daar absoluut zijn best doet. We moeten die punten dichter bij elkaar
brengen en de coördinatie versterken. Met dat plan gaan we de komende weken aan
de slag, om het net rond de georganiseerde criminaliteit te sluiten, zonder
mazen in het net. Ik
ben daar zeer sterk voorstander van.
Zoals
gezegd hebben we er de afgelopen maanden alles aan gedaan om het wettelijke
kader voor de gemeentelijke administratieve handhaving te versterken. Die vraag
leeft al jaren bij lokale besturen. Misschien geen tientallen jaren, maar toch
al heel lang zijn lokale besturen daarvan voorstander en vragende partij. Ik
kreeg al vragen van collega's om hier in de commissie toelichting te geven bij
het wetsontwerp bestuurlijke handhaving dat door de kern en de ministerraad
werd goedgekeurd. Dat bewijst trouwens dat van die strijd een prioriteit wordt
gemaakt.
Net die lokale besturen zijn daarin een belangrijke speler. Vanop de eerste rij zijn zij er immers getuige van hoe de misdaad zich in het maatschappelijk weefsel nestelt, hoe malafide ondernemingen keer op keer opnieuw starten en frontzaken gebruiken om druggeld wit te wassen, hoe jongeren en andere mensen naar het misdaadmilieu worden aangetrokken en hoe dat een algemene impact heeft op het veiligheidsgevoel van de burgers in onze straten en onze pleinen en de eerlijke concurrentie voor bonafide handelaars tekortdoet.
Wij pleiten daarom voor een multidisciplinaire aanpak, waarbij de bestuurlijke en strafrechtelijke pijler elkaar aanvullen. Ik denk dat dit heel belangrijk is. Niemand heeft gezegd dat de bestuurlijke handhaving de magische oplossing voor het druggeweld is, we moeten blijven samenwerken, maar de strafrechtelijke aanpak is een repressieve aanpak nadat de daden zijn gepleegd. Wij willen proberen om misdrijven en malafide activiteiten zo veel mogelijk te voorkomen. Dat kunnen we doen met het instrument van bestuurlijke handhaving.
Er wordt dus een duidelijk en specifiek wettelijk kader aan de lokale besturen gegeven om proactief en snel tegen malafide handelaars te kunnen optreden, waarbij de lokale besturen de mogelijkheid zullen hebben om voor bepaalde fenomenen en activiteiten op hun grondgebied een integriteitsbeoordeling te kunnen uitvoeren. We doen dat met respect voor de privacy en de proportionaliteit van het optreden, in samenwerking met de nieuwe Directie Integriteitsbeoordeling voor Openbare Besturen (DIOB), die toegang tot relevante informatie zal hebben. Zij kan bevragingen bij inspecties doen en strafrechtelijke informatie verzamelen. Zo kan zij op een proportionele manier informatie aan lokale besturen geven, op basis waarvan de lokale besturen kunnen beslissen om bepaalde activiteiten, sectoren of fenomenen niet op hun grondgebied toe te laten.
In het voorontwerp inzake bestuurlijke handhaving voorzien we bovendien ook in een instrumentarium om de sluiting van malafide handelaars beter af te dwingen door middel van verzegelingen en dwangsommen. We zaten daar immers met een reus op lemen voeten. Men kon wel beslissingen nemen, maar vervolgens kon men die moeilijk afdwingen. Ik denk dat het nodig is om hierop in te zetten, zodat de handelaars voelen dat het ons menens is en dat het geen papieren beslissingen blijven.
In de wet inzake bestuurlijke handhaving voorzien we ook in de oprichting van een Arrondissementeel Informatie- en Expertisecentrum (ARIEC) in elk gerechtelijk arrondissement, zoals we die al in Limburg en Antwerpen kennen. Iedereen kan zo vanuit zijn achtergrond problemen detecteren en op tafel leggen, waarna men gezamenlijk kan optreden.
Dat voorontwerp zal worden voorgelegd aan onder meer de Raad van State en de Gegevensbeschermingsautoriteit, waarna het wetgevend proces in het Parlement wordt verdergezet. Ik kijk alvast uit naar de besprekingen die we daarover zullen hebben. Ik begrijp van verschillende fracties uit de meerderheid en de oppositie dat we hiermee zo snel mogelijk vooruit moeten kunnen gaan.
Collega Depoortere, ik ga er zeker mee akkoord om dit wetsontwerp prioritair in het Parlement te behandelen. We volgen daarvoor de gekende parlementaire weg. U hebt in mij een bondgenoot om daarmee zo snel mogelijk verder te gaan.
Comme le ministre de la Justice l'a mentionné, il faut une collaboration au niveau international car la lutte contre l'importation et l'exportation de drogue en Belgique ne peut évidemment pas être dissociée du contexte international. Les pays voisins sont confrontés aux même problèmes et défis et il est essentiel de collaborer. La criminalité liée à la drogue ne s'arrête pas aux frontières de notre pays.
En outre, une approche solide doit nécessairement comporter une composante internationale et transfrontalière à la fois large et pointue. De par sa situation centrale, la Belgique dispose en effet d'une infrastructure de transport bien développée et forme un centre névralgique logistique en Europe. Nous pouvons en être fiers. Hélas, ce réseau profite aussi aux criminels. De plus, le port d'Anvers constitue une plate-forme internationale, industrielle et commerciale offrant un accès à un marché international lié à la criminalité.
C'est pourquoi nous avons besoin d'une bonne coopération et d'un échange d'informations efficace avec nos voisins.
Au printemps dernier, une concertation a eu lieu entre le premier ministre, le ministre de la Justice, moi-même et les bourgmestres d'Anvers et de Rotterdam. Nous avons ensuite convenu d’étendre et d’approfondir le Stroomplan – que le ministre de la Justice vous a expliqué en détail –, de faire de l’approche administrative une priorité absolue et de continuer à travailler sur l'approche internationale de ce phénomène.
Bien que notre pays joue déjà un rôle de premier plan au sein d'Europol et coopère intensivement avec l’agence dans de nombreux domaines de la criminalité – notamment dans le cadre du dossier Sky ECC –, la coopération internationale au niveau européen des services de police et de justice doit également être développée.
Ainsi, à la fin de l'année dernière, j'ai signé une déclaration commune avec les ministres de l'Intérieur et de la Justice de la Belgique, des Pays-Bas, de la France et de l'Espagne, afin d’intensifier et de renforcer la coopération dans la lutte contre la criminalité organisée.
L’accent est mis sur:
- la coopération avec les pays d’origine et de transit dans la lutte contre le trafic de drogues;
- l'augmentation de la résilience des hubs et processus logistiques;
- la détection et la perturbation des flux financiers liés à la criminalité, suivies des saisies et confiscations de ces profits criminels;
- le numérique et le partage des meilleures pratiques grâce à la technologie et l'innovation.
L'Allemagne et l'Italie ont depuis rejoint cette initiative. Avec ces six pays, nous élaborons un plan d'action que nous lancerons à Amsterdam début octobre.
Gisteren had ik in Den Haag nog een bilateraal overleg met de Nederlandse minister van Justitie en Veiligheid, mevrouw Yeşilgöz, alsook met de nieuwe Belgische verbindingsofficier bij Europol, om onze bilaterale samenwerking en de samenwerking binnen Europol op dit vlak verder te bespreken.
Het is duidelijk dat het drugsgerelateerd geweld ook in Nederland al heel lang bestaat en daar soms bijzondere opflakkeringen kent. Men staat daar voor dezelfde uitdagingen. Daarom hebben wij gesproken over een nog snellere en nog betere informatie-uitwisseling. Het is essentieel dat onze politiediensten, op papier, maar ook op het terrein, informatie kunnen uitwisselen en dat zij de bilaterale samenwerking verder versterken.
Dat is dan ook de reden waarom wij werk gemaakt hebben van het Beneluxpolitieverdrag en van de uitvoeringsovereenkomsten daarvan. Binnen afzienbare tijd zal dat verdrag geratificeerd kunnen worden. Het is een essentieel instrument om de strijd op het operationele terrein te kunnen voeren.
Een belangrijk onderdeel van mijn gesprek met de Nederlandse minister was ook de communicatie ten aanzien van daders en gebruikers, en de gecoördineerde aanpak die Nederland ter zake voorstaat. Het moet duidelijk zijn dat ook de gebruikers moeten beseffen dat zij mee de oorzaak zijn van het probleem, en in dat zij die zin een verpletterende verantwoordelijkheid dragen voor de hele keten.
Ook een doorgedreven samenwerking met de bronlanden is van essentieel belang in onze aanpak. Wij weten dat Brazilië, samen met Colombia, het belangrijkste land is wat de internationale cocaïnehandel betreft. Op te merken valt dat door de doorgedreven internationale samenwerking, gelukkig maar, meer en meer drugs reeds in Zuid-Amerika wordt ontdekt. Vorig jaar werd in die landen al meer dan 100 ton onderschept die mogelijk naar Antwerpen onderweg was.
Het is duidelijk dat wij daar op moeten blijven inzetten. Dat is precies de reden waarom ik verder initiatief in dit verband heb genomen. Wij hebben al sinds 2013 een verbindingsofficier in Brazilië. Zoals u weet, heb ik beslist tegen eind dit jaar ook in Colombia een Belgische verbindingsofficier aan te stellen, die wij bovendien willen laten accrediteren voor Ecuador. Bovendien lopen er nog onderhandelingen met dit land en met Costa Rica om een MOU inzake politiesamenwerking af te sluiten. Wij moeten de bronlanden immers appelleren op hun verantwoordelijkheid en er intensief mee samenwerken om de gezamenlijke aanpak van de cocaïnetrafiek voort te kunnen zetten.
Ik hoef u niet te overtuigen van de meerwaarde van zo'n verbindingsofficier. Die vergemakkelijkt de uitwisseling van informatie en de uitvoering van gemeenschappelijke onderzoeken. Wat dat betreft zullen we zeker met de zes landen waar ik net naar verwees voor de verklaring van samenwerking tegen drugsgeweld, moeten bekijken hoe we onze gezamenlijke footprint zo goed mogelijk kunnen maken door de verbindingsofficieren bij elkaar onder te brengen en goed samen te werken. Zo hebben we immers meer ogen en oren op het terrein en kunnen we dus meer informatie verzamelen. Dat heb ik overigens gisteren ook besproken met de Nederlandse minister.
Voorts is, zoals u weet, de activiteit in het Midden-Oosten, in de Verenigde Arabische Emiraten, een pijnpunt. We zien dat daar wit geld van zwart geld wordt gemaakt en dat er crimineel geld wordt geïnvesteerd in allerlei malafide activiteiten en in roerende en onroerende goederen. Daar mogen we niet blind voor zijn. We moeten ook die landen blijven wijzen op hun verantwoordelijkheid. Dat heb ik gedaan door begin dit jaar, in februari, in Dubai een MOU te ondertekenen over politiesamenwerking. Het doel was die mensen dicht bij ons te houden en ervoor te zorgen dat we die politiemensen kunnen opleiden, informatie kunnen uitwisselen en zo ook de hand kunnen leggen op de benefits die de criminelen hebben vanuit hun drugsactiviteiten. Dat is volgens mij een van de belangrijke onderdelen. Gevangenisstraffen zijn één zaak, maar de criminelen hun profits en benefits, hun financiële voordelen, afnemen is zeker ook doeltreffend. Ook daarop moeten we dus blijven inzetten.
Een ander onderdeel waar ik sterk in geloof, is de samenwerking met de privésector, de havenbedrijven en de havengemeenschap in haar geheel. Het is ook voor de havenbedrijven van het grootste belang dat de veiligheid van medewerkers en operaties zo goed mogelijk wordt verzekerd. We moeten dus samen inzetten op een doorgedreven bescherming en beveiliging van de havenactiviteiten. Wat dat betreft, wordt er zeer goed samengewerkt, onder meer met het havenbedrijf in Gent, maar ook in Antwerpen, omtrent het nemen van bijkomende maatregelen. We weten dat heel veel havenbedrijven op de terminals geconfronteerd worden met infiltratie en de betrokkenheid van medewerkers bij malafide activiteiten. We moeten de werknemers beschermen, want het geweld dat daarbij gebruikt wordt, is aanzienlijk. Daarom hebben uiteindelijk ook alle havenbedrijven er baat bij om samen te werken.
We werken verder op die piste en moeten alle technieken die beschikbaar zijn zoals de inzet van digitale informatie, beeldvorming, maar ook van fysieke bewaking en bescherming en het optreden van havenbedrijven ten aanzien van malafide werknemers nog steeds in de verf zetten.
Ik ben ook voorstander van anonieme
drugsmeldpunten zoals in de haven van Antwerpen en in Limburg. We moeten die
veel meer naamsbekendheid geven en inzetten op communicatie en de mogelijke
gevolgen van dergelijke activiteiten voor de arbeiders en werknemers in
kwestie. Dat is nooit een gewonnen strijd en we moeten blijven inzetten op
sensibilisering en preventie. De contacten die we hebben en hadden met de haven
zullen we wat dat betreft ook intensifiëren.
Collega's ik ben mijn uiteenzetting gestart met te zeggen dat er geen mirakeloplossing bestaat om drugsgerelateerd geweld te stoppen. Dat is evenwel geen reden om in de verbeten strijd tegen drugscriminelen te berusten, integendeel. De maatschappelijke impact van de drugshandel op allerlei terreinen zoals de volksgezondheid en de kostprijs van de sociale zekerheid zijn groot. Bovendien is het onveiligheidsgevoel dat eruit voortvloeit enorm. Ik zie het dus als mijn absolute verantwoordelijkheid om daarin verder te gaan en de resultaten te boeken waarop we allemaal hopen.
Assurer la sécurité est une mission élémentaire de l’autorité. Je dis bien de l’autorité, et donc pas uniquement de la ministre de l'Intérieur ou du ministre de la Justice. En effet, personne ne peut s'attaquer seul à ce problème. Il est clair que si nous faisons cela, nous donnons un avantage aux criminels. Je lance donc un appel à tous les niveaux de pouvoir. Unissons nos forces et, chacun à notre niveau, faisons preuve de détermination. La police, la Justice, les douanes, les autorités locales, les Régions, nous avons tous une responsabilité importante, tant dans le domaine préventif que répressif.
Ik zal mijn strijd daarbij voortzetten. Ik ben steeds beschikbaar voor verder overleg binnen deze commissie, buiten deze commissie, met alle actoren op het terrein.
Ik wil u danken voor uw aandacht en ik kijk uit naar het verdere debat.
Kristien Van Vaerenbergh, voorzitster: Het kernkabinet start om 12.00 uur, waardoor de vergadering nu moet worden geschorst. Om 14.00 uur krijgen de leden het woord.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.55 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11 h 55.