Commission de l'Énergie, de l'Environnement et du Climat

Commissie voor Energie, Leefmilieu en Klimaat

 

du

 

Mardi 30 aout 2022

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 30 augustus 2022

 

Namiddag

 

______

 

 


De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.13 uur en voorgezeten door de heer Christian Leysen.

La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 13 et présidée par M. Christian Leysen.

 

De voorzitter: Beste collega's, mijnheer de premier, mevrouw de minister, we zien elkaar sneller dan voorzien terug, zoals gevraagd door verschillende collega's. Uitzonderlijke tijden vergen uitzonderlijke acties en maatregelen. We zijn hier vandaag om het principeakkoord of de letter of intent te bespreken die de regering op 21 juli heeft bereikt met ENGIE met het oog de levensduurverlenging van de twee jongste kernreactoren.

 

Die uitzonderlijke tijden vragen zware inspanningen van ons allemaal. De bevolking ondergaat nooit eerder geziene prijsstijgingen, de energiemarkt maakt bokkensprongen, bedrijven overwegen productielijnen stil te leggen, gezinnen weten niet hoe ze financieel de winter zullen doorkomen. Daarom verwelkom ik de initiatieven van de regering. Het principeakkoord met ENGIE is natuurlijk geen silver bullet, maar is een deel van de oplossing. Wij kunnen alleen het hoofd koel houden en durf, moed en volharding tonen.

 

Beste collega's, sta me toe te zeggen dat het nucleaire dossier door zijn omvang, belang en timing ruimschoots de klassieke tegenstellingen tussen regering en oppositie overstijgt. We moeten er als commissie over waken dat de krijtlijnen van de levensduurverlenging operationeel helder zijn en dat het afvalprobleem opgelost geraakt, en dit alles op een redelijke en financieel verantwoorde manier. Het lijkt me daarom ook aangewezen dat het Parlement dit dossier aangrijpt om de tegenstellingen te overschrijden.

 

Aangezien de onderhandelingen lopende zijn, is het aangewezen dat de regering met discretie over haar verdere onderhandelingsstrategie communiceert. Ik laat het aan de regering om daar zo ver in te gaan als zij denkt daarin te kunnen gaan. Een optie was om de vergadering geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren te houden om de efficiëntie – die ik als ondernemer zelf heb mogen ervaren – te verhogen. Uit gesprekken kwam naar voren dat de regering daar geen principiële bezwaren tegen had, maar niet de indruk wenst te wekken dat zij niet volledig open kaart speelt. Bepaalde collega's hebben er ook op gewezen dat zij alleszins een volledig gesloten vergadering niet smaken, ook al is er bij sommige oppositiepartijen openheid voor een gedeeltelijk open en gedeeltelijk gesloten vergadering. Dit lijkt me vandaag echter niet de meest relevante werkwijze. Daarom heb ik beslist om het voorstel over gesloten deuren (artikel 31 van het Reglement) niet ter stemming te brengen en zal ik zo dadelijk rechtstreeks het woord geven aan de regering.

 

Wij moeten, mijns inziens, de volgende maanden ernaar streven om de handen in elkaar te slaan, aan een actieve opvolging te doen als commissie en als klankbord te fungeren tijdens het verdere verloop van de onderhandelingen. Daarom blijft het mijn pleidooi om te gepasten tijde bepaalde gedachtewisselingen tussen regering en Parlement achter gesloten deuren te houden. In dit Huis wordt er immers veel over geklaagd dat men bepaalde regeringsbeslissingen sneller in de krant leest dan in een vergadering.

 

Laat ons met dit dossier in de volgende maanden beter doen en bewijzen dat dit Parlement een grotere rol kan waarmaken. Onze bevolking moet weten dat de politiek hier en nu geen mirakels kan verrichten, maar wel door samenwerking realistische vooruitgang kan boeken.

 

01 Échange de vues sur les négociations entre le gouvernement fédéral et ENGIE concernant les centrales nucléaires Tihange 3 et Doel 4 et questions jointes de

- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les négociations avec ENGIE Electrabel sur la prolongation de la durée de vie de Doel 4 et Tihange 3" (55029637C)

- Thierry Warmoes à Alexander De Croo (premier ministre, chargé des AET et AEUR) sur "Les négociations avec ENGIE Electrabel sur la prolongation de la durée de vie de Doel 4 et Tihange 3" (55029638C)

- Leen Dierick à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'accord de principe concernant la prolongation de la durée de vie de Doel 4 et Tihange 3" (55029714C)

- François De Smet à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La prolongation des deux réacteurs nucléaires" (55029830C)

- Thierry Warmoes à Alexander De Croo (premier ministre, chargé des AET et AEUR) sur "L'accord conclu avec ENGIE concernant la prolongation de la durée de vie de Doel 4 et Tihange 3" (55029814C)

- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'accord conclu avec ENGIE concernant la prolongation de la durée de vie de Doel 4 et Tihange 3" (55029815C)

- Peter Mertens à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'accord conclu avec ENGIE concernant la prolongation de la durée de vie de Doel 4 et Tihange 3" (55029816C)

- Peter Mertens à Alexander De Croo (premier ministre, chargé des AET et AEUR) sur "L'accord conclu avec ENGIE concernant la prolongation de la durée de vie de Doel 4 et Tihange 3" (55029817C)

01 Gedachtewisseling over de onderhandelingen tussen de federale regering en ENGIE met betrekking tot de kerncentrales Tihange 3 en Doel 4 en toegevoegde vragen van

- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De onderhandelingen met ENGIE Electrabel over de levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3" (55029637C)

- Thierry Warmoes aan Alexander De Croo (eerste minister, belast met BZ en EZ) over "De onderhandelingen met ENGIE Electrabel over de levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3" (55029638C)

- Leen Dierick aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het principeakkoord over de levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3" (55029714C)

- François De Smet aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De levensduurverlenging van twee kernreactors" (55029830C)

- Thierry Warmoes aan Alexander De Croo (eerste minister, belast met BZ en EZ) over "De deal met ENGIE over de levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3" (55029814C)

- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De deal met ENGIE over de levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3" (55029815C)

- Peter Mertens aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De deal met ENGIE over de levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3" (55029816C)

- Peter Mertens aan Alexander De Croo (eerste minister, belast met BZ en EZ) over "De deal met ENGIE over de levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3" (55029817C)

 

01.01 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer de voorzitter, geachte leden, zoals u weet, werd op 22 juli het principeakkoord tussen de Belgische overheid en ENGIE bekendgemaakt over het langer openhouden voor een periode van tien jaar van de kerncentrales van Doel 4 en Tihange 3, de meest recente kerncentrales, goed voor 2 gigawatt.

 

Ons land heeft deze beslissing genomen, na een aantal maanden deze richting te hebben aangegeven. We hebben nu een eerste principeakkoord met ENGIE bereikt. Andere landen bevinden zich nu nog in de analyse- en overwegingsfase. Ons land heeft deze belangrijke stap reeds gezet.

 

De kern van het principeakkoord is dat beide partijen zich ertoe verbinden om tegen eind 2022 een bindend contract af te sluiten over een nucleaire doorstart van twee kerncentrales. Het is een bindend contract over de uitbating van de centrales, de kosten van het afval en de gebruikte splijtstof en de precieze juridische structuur. In het principeakkoord van 21/22 juli 2022 zijn de grote krijtlijnen ter zake vastgelegd. Minister Van der Straeten zal straks dieper ingaan op die krijtlijnen.

 

Dit principeakkoord is een cruciale stap met betrekking tot de energiebevoorrading in ons land. Zoals ik reeds heb aangegeven, heeft ons land een belangrijke stap vooruit gezet op dat vlak, terwijl andere landen zich nog in de discussiefase bevinden en nog niet heel ver. Dit moet ons vastere grond onder de voet geven in deze geopolitiek woelige tijden.

 

Het is ook een eerste stap in wat ik zou noemen take back control. En dit op een intelligente manier: niet door ons te isoleren, maar door ENGIE en de Belgische Staat als partners te beschouwen en te laten samenwerken zodat de opbrengst en de zekerheid zowel onze gezinnen als onze bedrijven ten goede komen. Zoals aangehaald is het de bedoeling tot een aparte juridische structuur te komen waarin de twee reactoren worden ondergebracht, en die voor de helft in handen is van de Belgische Staat en voor de helft in handen van ENGIE.

 

En fait, pour la première fois dans notre histoire, nous associons notre destin dans nos propres centrales nucléaires. Nous le faisons de façon intelligente, c'est-à-dire sans devenir des exploitants nous-mêmes. Les sociétés privées sont bien meilleures pour gérer des entreprises. À chacun son métier! Mais l'exploitation de centrales nucléaires ne fait pas partie des missions clefs des pouvoirs publics, c'est clair! De plus, nous sommes d'accord avec ENGIE pour dire que la porte doit rester ouverte à d'autres parties privées à plus long terme. Ce que nous faisons, c'est entrer dans le capital de ces centrales nucléaires. De cette façon, nous ancrons les centrales nucléaires en Belgique, nous ancrons les décisions stratégiques et les bénéfices potentiels en Belgique, mais nous laissons la gestion de ces centrales naturellement au marché. Nous combinons donc de cette façon le meilleur des deux.

 

La Belgique et ENGIE se sont accordées sur leur objectif commun: tout mettre en œuvre pour que les réacteurs soient opérationnels dès novembre 2026. Évidemment, ce redémarrage se fera en toute sécurité et l'approbation des autorités de sécurité sera naturellement requise.

 

Un dernier élément concerne le démantèlement et le stockage des déchets nucléaires. Un cadre clair sera défini. Nous sommes d'accord sur le principe que les coûts de démantèlement des centrales seront entièrement supportés par ENGIE, sauf les coûts dont il est prouvé qu'ils sont causés par l'interférence du redémarrage des deux centrales nucléaires.

 

En ce qui concerne les risques financiers et le coût du stockage des déchets nucléaires, c'est le modèle allemand, si je puis dire, qui  été choisi. ENGIE prend en charge les coûts majorés d'une prime de risque avec un certain montant à ne pas dépasser. Les coûts de stockage des déchets nucléaires et du combustible usé seront calculés. Le montant exact de ce plafond sera évalué par l'ONDRAF et la Commission des provisions nucléaires fera également partie du contrat.

 

Ik ben ervan overtuigd dat dit een goede oplossing is voor ons land. Ik heb reeds een aantal elementen naar voren geschoven waarom dit een goede oplossing is. We hebben namelijk vastgesteld hoe energie op dit moment een wezenlijk element blijkt in de veiligheid of de onveiligheid op het Europese continent. We zien dat onze collectieve energiesituatie momenteel veeleer een element van zwakte is, genadeloos uitgebuit door wie slechte bedoelingen heeft ten aanzien van ons. Het is dus zaak opnieuw meer controle te verwerven over de strategische beslissingen hieromtrent. ‘Opnieuw’ is in dit kader een verkeerd gekozen woord, vermits het  gaat om een stuk controle te verwerven die we voorheen nooit hebben gehad. In het verleden werden de kernreactoren geëxploiteerd door privébedrijven die eigenhandig beslissingen namen. Via de hier vooropgestelde structuren zal het de eerste maal zijn dat wij als Belgische overheid en maatschappij mee controle verwerven. Ik ben er dan ook van overtuigd dat dit een goede structuur is in dit gegeven moment.

 

De focus zal de komende weken en maanden komen te liggen op het omzetten van dit principeakkoord in een contract dat kan worden uitgevoerd tegen de winter van 2026 zodat wij – zoals reeds aangehaald – onze energietoekomst een stuk meer in eigen hand hebben, en daar ook de financiële voordelen uit kunnen putten.

 

Dat is een belangrijk element van de puzzel, maar we voeren de discussie uiteraard heel wat ruimer. Op korte termijn handelt de discussie onder meer over het vastzetten van prijsplafonds op Europees niveau. Ik verheug me over het feit dat de geesten hierover inmiddels gerijpt blijken. Ons land heeft in februari en maart hierin een pioniersrol vervuld door als één van de enigen en eersten voorop te stellen dat de vrije markt in dezen niet functioneert, en dat er dus moet worden ingegrepen. Het verheugt me dat de voorzitter van de Europese Commissie zich gisteren heel duidelijk heeft uitgesproken over de nood aan interventies, en dat de landen die voorheen sceptisch bleken steeds meer overtuigd zijn van de nood hieraan. Zoals gezegd is dat dus één element van de puzzel. In mijn ogen weliswaar een uiterst belangrijk element om het Europese continent te kunnen stabiliseren.

 

Ik kom dan bij een laatste element. Ik ben van mening dat dit een evenwichtig akkoord is. Wij maken een duidelijk onderscheid tussen de diverse verantwoordelijkheden. Het gaat dan om verantwoordelijkheden inzake het afval, de uitbating van de centrales, de ontmanteling van de oude centrales en de financiering ervan. Volgens mij is dit een zeer evenwichtig akkoord tussen de overheid en de private sector. Het is overduidelijk dat in turbulente tijden overheid en private sector mekaar moeten kunnen vinden. De structuur die wij voorstellen maakt dat mogelijk.

 

De afgelopen weken en maanden is er hard en fair onderhandeld. Ik heb daarover allerlei bespiegelingen gelezen in de pers, maar de onderhandelingen zijn altijd zeer respectvol geweest. Wij hebben geprobeerd te luisteren naar de bezorgdheden van beide partijen. Ik ben evenwel blij te zien dat dit principeakkoord een belangrijke stap vooruit is die zorgt voor vertrouwen rond de tafel. Dit vertrouwen is volgens mij essentieel. Als wij tegen het einde van dit jaar tot een akkoord willen komen, en beide partijen engageren zich hiervoor, moet dit in volle vertrouwen kunnen. Het is daarbij echter belangrijk dat hierover transparantie kan worden gegeven, ook aan dit Parlement. Aldus kunt u daarover vragen stellen die wij dan kunnen beantwoorden.

 

Er is nog bijzonder veel werk, maar dit is een zeer belangrijke stap voorwaarts. Ik ben blij dat beide partijen tot een principeakkoord zijn gekomen. In vergelijking met andere landen in Europa hebben wij daarmee een stuk voorsprong kunnen nemen.

 

01.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, collega's, zoals de eerste minister al heeft gezegd, beleven wij vandaag turbulente tijden. Die turbulente tijden zijn trouwens al een tijdje bezig. Na de zomer van vorig jaar en voor de oorlog is er met het aantrekken van de economie post-corona, dat de oorzaak was voor de eerste golf van prijsstijgingen, en de inval van Rusland in Oekraïne, pijnlijk duidelijk geworden hoe kwetsbaar wij zijn als continent en als land. De problemen rijzen trouwens wereldwijd want niet alleen op ons continent zijn er prijsstijgingen.

 

Ik wil inpikken op wat de premier heeft gezegd.  Het gaat effectief over take back control, of het terug in handen nemen. Wij moeten onze energiebevoorrading en de prijsvorming in handen nemen in plaats van enkel te ondergaan. We willen niet ondergaan dat er zorgen ontstaan over de bevoorrading en evenmin ondergaan dat de prijzen bokkensprongen maken.

 

Ik heb het al vaak gezegd en het gaat eens te meer op: energie is altijd een bron geweest van welvaart, van vooruitgang en van maatschap­pelijke verandering. Energie kan dus geen bron zijn van vertraging, van bezorgheden, van angsten. Om die reden heeft deze regering in februari en maart 2022 besloten om het energiebeleid, in het kader van de oorlog, op zeer korte termijn te herdenken. Toen werd het kader geschetst om de onderhandelingen met ENGIE Electrabel op te starten met het oog op de verlenging van de uitbating van de kernreactoren Doel 4 en Tihange 3 voor een periode van tien jaar.

 

Die twee kernreactoren, Doel 4 en Tihange 3, zijn onze jongste kernreactoren en kunnen met een minimum aan investeringen tien jaar langer functioneren. Ze hebben geen problemen van nood aan bijkomende niet-rendabele investeringen om te voldoen aan de internationale veiligheidsvereisten. Ze zijn ook niet aangetast door scheurtjes in de reactorvaten. Met andere woorden, het gaat om robuuste machines, met robuuste mensen, binnen een robuust bedrijf, die het land en zijn burgers kunnen helpen. Het is dan ook altijd de inzet geweest om een goed akkoord te sluiten voor alle Belgen.

 

Dat akkoord bestaat uit drie bouwstenen die niet los van elkaar kunnen worden gezien, met name de volgende.

 

De eerste bouwsteen is de levensduurverlenging van die twee reactoren, Doel 4 en Tihange 3, vanaf de winter 2026-2027, waartoe de nodige werkzaamheden opgestart zullen worden.

 

De tweede bouwsteen is de organisatie van die levensduurverlenging via de oprichting van een special purpose vehicle, een SPV, waarin de Belgische Staat zal participeren in het kapitaal. Met het oog op onze discussie deze middag is het van belang dat ik zeg dat het om een participatie in het kapitaal gaat. Er zijn veel vragen ingediend over de relatie tot de exploitant. Het behoorde tot het mandaat van de regering dat de Belgische Staat geen exploitant zou zijn. Wij zullen de kerncentrales dus niet operationeel uitbaten. Het is niet de bedoeling dat er vergunningen op naam van de Belgische Staat worden uitgereikt. Het gaat over de oprichting van een structuur waarin er een financiële participatie mogelijk is voor de Belgische Staat. Daarbij is het niet uitgesloten, zoals de premier al zei, dat ook derde partijen daarin participeren. Die openheid is expliciet tussen beide partijen afgesproken. Die constructie is vandaag in België al gekend, want de EDF Groep heeft vandaag een participatie van 10,2 % in de twee te verlengen centrales.

 

Het derde aspect heeft alles te maken met ons afvalbeheer. De afspraken die daarover zijn gemaakt, bouwen voort op het werk dat we in deze commissie al verricht hebben rond de nucleaire provisies. Daarbij zal nu versneld worden bekeken hoe de kosten van het afval er precies uitzien, zeker op het moment waarop het afval wordt overgedragen aan de NIRAS, de afvalautoriteit in dit geval.

 

Met andere woorden, er zijn een aantal zaken die ik graag wil benadrukken. De exploitant staat uiteraard zelf in voor de ontmanteling van alle zeven kerninstallaties. De exploitant staat ook zelf in voor het beheer van de bestraalde splijtstoffen. Over het moment waarop het afval wordt overgedragen aan de NIRAS, zullen evenwel nog verdere afspraken gemaakt worden: hoe dat zal verlopen, of daar een bedrag op kan worden geplakt, hoe dat bedrag bepaald wordt, en dit dan voor de zeven kerncentrales samen.

 

U stelde veel vragen over het statuut van het akkoord en vandaar ook de fasering in de onderhandelingen. Dit is een gezamenlijk principeakkoord dat het kader schept voor verdere uitwerking. Het is een belangrijke stap die hier wordt gezet, omdat die het engagement van beide partijen aantoont om dit te realiseren, telkens binnen de timing die de regering vooropstelde. Het geldt dus ook van de kant van ENGIE Electrabel. U hebt me daarover al vaak ondervraagd, en u weet dus dat de terughoudendheid bij de exploitant aanvankelijk zeer groot was. We hebben dan ook verschillende keren een 'nee' gekregen, zowel publiek als bilateraal. Dat moment is nu evenwel voorbij. Dat wil ook zeggen dat we geëvolueerd zijn van een ferm 'nee' naar een bereidheid en een duidelijk kader waarbinnen de onderhandelingen plaatsvinden.

 

De afgelopen tijd is er op dat vlak niet stilgezeten. Hoe dan ook hadden wij als regering, voorafgaand aan het principeakkoord, al een aantal stappen gezet, met name het voorontwerp van wet tot wijziging van de wet op de kernuitstap. Dat hebben we goedgekeurd op de ministerraad van 1 april 2022. Dat was uiteraard een noodzakelijke voorwaarde om de verlenging mogelijk te maken.

 

Ook hebben we al in stelling gebracht en voorbereid wat we op dit moment al kunnen doen voor de milieueffectenrapportering. Dat kunnen we uiteraard niet helemaal doen, want om een MER te kunnen uitvoeren, moeten we weten wat het programma voor de verlenging is. Dat is op dit moment nog niet volledig bekend, maar wat er kan worden gedaan, is al gedaan.

 

Ook tijdens de zomer is er de voorbije weken voortgewerkt aan het opzetten van de onderhandelingsstructuur en aan de specifieke operationele afhandeling of het voortwerken door de werkgroepen aan elk van de drie bouwstenen, zijnde de structuur, de LTO en het afval. Ons Belgisch team heeft gewerkt aan de ondersteuning daarvan, met name de Federale Participatiemaatschappij (FPIM), die ter zake belangrijke ondersteuning biedt. Er is echter ook een zakenbank en een juridisch adviseur aangesteld, zodat wij aan onze kant van de tafel een duidelijke projectstructuur en voldoende expertise hebben, uiteraard samen met de expertise waarover wij al beschikken. Ik denk daarbij aan de Commissie voor nucleaire voorzieningen (CNV) en aan onze afvalautoriteit NIRAS, de veiligheidsautoriteit FANC en natuurlijk ook de CREG, die algemene expertise heeft.

 

Dat betekent dat er nu een principeakkoord is over een duidelijk kader waarbinnen wordt onderhandeld. Het opzetten van de trajectstructuur is gebeurd. Die structuur mondt uit in een heads of terms agreement, zijnde eerst de bindende afspraken en echte verbintenissen op het eerst mogelijke moment in september 2022, om daarna te kunnen overgaan tot een finale overeenkomst tegen eind 2022. Ik zal u niet verhullen dat het om een pittige deadline gaat, die ambitieus is. De uitdaging waar wij tegenover staan, is echter van dezelfde aard.

 

Er zijn ook veel vragen over de SPV en over de kwestie of het nu al dan niet om een nationalisering gaat. Nationaliseren betekent natuurlijk dat de regering helemaal zelf de controle overneemt en dus ook de operationele kant van de centrales. Zoals ik daarnet al aangaf, is dat absoluut niet de bedoeling. De structuur die wordt opgericht, is een financieel vehikel, waarin overeenkomsten betreffende een verlenging zullen worden vastgelegd. Zij zou niks te maken hebben met de nucleaire uitbatingsvergunningen. Zoals jullie weten, zeker de leden van de commissie die tegelijk ook lid zijn van de subcommissie voor Nucleaire Veiligheid, komt er bij een uitbatingvergunning een en ander kijken. Dat alles blijft helemaal bij de exploitant zelf. In het kader van de SPV waarover de premier heeft gesproken, kunnen lusten en lasten verder worden gedeeld.

 

Dan het aspect afval. De regel in ons land is zeer duidelijk: wie voordeel haalt bij de uitbating, draait ook op voor de kosten van het afval. We hebben hierover uitvoerig gesproken in het kader van de wet op de nucleaire voorzieningen. Het principe is dat de vervuiler betaalt. Ontmanteling blijft bij ENGIE Electrabel, net als het beheer ervan. Op het moment dat de overdracht naar de afvalautoriteit gebeurt, wordt verder uitgewerkt wat dat betekent, of daarop een prijs kan worden geplakt en of we daarop meer vooruitzichten kunnen geven. Dit gebeurt ook niet in het ijle. Er is zowel de wet op de nucleaire provisies als recent goedgekeurde wetgeving inzake acceptatiecriteria. Dit gebeurde hier  en in de commissie voor Binnenlandse Zaken omwille van de twee luiken: het veiligheidsluik voor het FANC en het afvalluik voor de NIRAS. Dat is noodzakelijk om het afval te kunnen accepteren. Tot deze wetgeving werd goedgekeurd, bestond dit niet. Momenteel werken we aan de koninklijke besluiten voor de uitvoering daarvan.

 

Ten derde, voor de zomer hebben we een wetswijziging goedgekeurd, nodig voor de beleidsmaatregelen van de regering. De Raad van State had er immers op gewezen dat er een wettelijk kader ontbrak. De urgentie werd daarvoor aangenomen en we hebben dit nog kunnen goedkeuren voor het reces, zodat de regering het KB zo snel mogelijk kon aannemen. Het beleid rond radioactief afval met deze aspecten vormt een geheel. Binnen dit kader wordt verder gewerkt. Eén van de besproken aspecten is: wat met het moment van overdracht van het afval? Alle relevante elementen worden daarbij in rekening gebracht. Uiteraard rekenen we daarbij op de expertise van de Commissie voor nucleaire voorzieningen en op de NIRAS. In de Commissie voor nucleaire voorzieningen hebt u het zelf gehad over de wet op de nucleaire provisies. Het is al langer bekend dat er daar zeer veel expertise is op dit vlak.

 

Dat zijn de drie grote blokken. Ik vermoed dat ik hiermee reeds geanticipeerd heb op een aantal vragen.

 

De voorzitter: Ik geef nu het woord aan de leden. Omdat de heer Warmoes een mondelinge vraag had ingediend, krijgt hij als eerste het woord. Daarna volg ik de klassieke volgorde van de fracties. Ik vraag elke fractie om de spreektijd tot 5 minuten te beperken.

 

De heer Warmoes heeft het woord.

 

01.03  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Ik zal proberen ter zake te blijven, hoewel ik behoorlijk versteld sta van wat de premier verkondigde. Dat kan tellen, een liberaal die verklaart dat de vrije markt niet functioneert. U zegt "wij als eersten", maar sinds ik hier zit, ben ik tegenover mevrouw Van der Straeten op die nagel blijven kloppen. Wij hebben immers nooit geloofd dat de vrije markt kan functioneren inzake energie. Als u nu zegt, mevrouw Van der Straeten, dat we de prijsvorming zelf in handen moeten nemen in plaats van ze te ondergaan, dan is dat precies wat wij altijd al zeiden. Ik ben uiteraard blij dat jullie uiteindelijk tot dezelfde conclusie zijn gekomen.

 

We zijn blij dat deze commissie bijeenkomt. We betreuren wel dat het Parlement pas één maand na de persconferentie van 22 juli tekst en uitleg bij dat principeakkoord krijgt. Wij hebben toen samen met de N-VA gevraagd om deze commissie meteen bijeen te roepen. Wat jullie een principeakkoord noemen, noemt ENGIE Electrabel een niet-bindende intentieverklaring. U stelt weliswaar, mijnheer de eerste minister, een bindend contract tegen het einde van het jaar in het vooruitzicht, maar op dit ogenblik verbindt ENGIE zich tot niets, wat betekent dat het tot het uiterste zal gaan in de onderhandelingen.

 

Maar het is eigenlijk nog veel erger dan wij gevreesd hadden. Jullie gaan duidelijk plat op de buik voor alle eisen van ENGIE. U hebt gezegd, mevrouw Van der Straeten, dat de terughoudendheid van ENGIE voorbij is. Dat spreekt vanzelf, aangezien jullie plat op de buik gaan. Want met dat akkoord overschrijden jullie alle rode lijnen die jullie zelf binnen Vivaldi afgesproken hadden.

 

De eerste rode lijn was dat de overheid geen uitbater of eigenaar zou worden van de kerncentrales. Ik raad iedereen aan om het persbericht van 22 juli erop na te lezen. Het is echt sibillijns, het lijkt wel een orakel van Delphi. Er staat in: "De Belgische Staat wordt geen exploitant." Dat hebben jullie vandaag ook gezegd, maar jullie spelen met de woorden, want een zin verder zeggen jullie dat er een nieuwe vennootschap opgericht zal worden – naar ik verneem, 50 % in handen van de overheid en 50 % in handen van ENGIE – voor het delen van de risico's en de kosten met ENGIE. Jullie worden weliswaar geen technische exploitant van de centrales, maar de overheid wordt wel mede-eigenaar ervan.

 

Als jullie denken dat de overheid er rijk van wordt als ENGIE vanaf 2027 enorm veel winsten maakt, dan heb ik daar wel mijn bedenkingen bij. ENGIE zal dan namelijk denken dat het iets minder winst heeft, want het zal vooral kosten en risico's afschuiven. De belofte dat de regering geen eigenaar wordt van die centrales, hebben jullie dus eigenlijk al gebroken.

 

Een tweede rode lijn die binnen de regering was afgesproken, was dat de regering niet zou betalen voor het kernafval. Ook op dat vlak is de persverklaring schizofreen, want daarin staat dat de kosten van het kernafval voor de exploitant zijn, maar er staat ook dat de kosten via een studie bepaald zullen worden en – ik citeer – "gesprekken zullen starten rond een te definiëren cap en risicopremie". Dat is vandaag herhaald. Mevrouw de minister, ik vind het opmerkelijk dat u zegt dat de vervuiler betaalt, want dat gebeurt niet. Immers, op het moment dat het afval wordt overgedragen aan de NIRAS, zal worden bekeken wie wat betaalt, met andere woorden, hoeveel de vervuiler zal betalen en hoeveel de overheid, dus de belastingbetaler, zal betalen. Daar gaat het over. We kennen de bedragen nog niet, maar de overheid zal wel meebetalen voor de meerkosten van het kernafval.

 

Daarenboven hebt u verduidelijkt dat het niet gaat over het supplementair afval van die twee kerncentrales die voor tien jaar verlengd worden, maar wel over de zeven centrales. Die kwestie van risicopremie en cap betekent in gewone mensentaal dat, binnen een nog vast te stellen maximumbedrag, de overheid zal opdraaien voor alle meerkosten. Wij weten dat de kostprijs voor het kernafval momenteel zwaar onderschat wordt. Dat zal op de belastingbetaler worden verhaald.

 

Met die analyse staan wij niet alleen. Ik vestig de aandacht erop dat de milieubeweging het akkoord omschrijft als het grootste geschenk ooit aan ENGIE. Dat de regering daarin niet slaagt, op een moment dan nog waarop ENGIE ongeziene overwinsten boekt, is onbegrijpelijk, bovendien onder een groene minister van Energie.

 

Een aspect waarover jullie in alle talen zwijgen in jullie perscommunicatie zijn de overwinsten die ENGIE Electrabel tegenwoordig met de kerncentrales boekt. Dat is vreemd, want dat moet wel op de onderhandelingstafel hebben gelegen. Mij maakt u niet wijs dat dit niet met ENGIE werd besproken. De heer Lachaert, voorzitter van uw partij, mijnheer De Croo, heeft dat trouwens op 16 augustus min of meer bevestigd in La Dernière Heure. Over het belasten van overwinsten zegt hij: "Le problème, c'est qu'on a un deal."

 

Mijn vraag is dan ook wat er aan de onderhandelingstafel is gezegd over het belasten van de overwinsten. Mijnheer De Croo, bevestigt u dat er al een deal is met ENGIE om daar niet aan te raken?

 

Tot slot, een laatste vraag zij het een retorische. Erkent dat u de rode lijnen die de regering in maart had vastgelegd, overschrijdt om ENGIE over de brug te halen? Hebt u met andere woorden op dat punt dus volledig toegegeven? Bent u plat op de buik gegaan, zowel om de meerkosten van het kernafval te betalen als om mede-eigenaar te worden van de kerncentrales, en dus in de toekomstige kosten te delen?

 

01.04  Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, u zal zich herinneren dat ik een van de mensen was die er niet zo'n voorstander van waren om dit achter gesloten deuren te laten plaatsvinden. We vonden het wat onkies dat de regering een persconferentie kan houden over een akkoord, maar de zaak vervolgens achter gesloten deuren behandelt wanneer parlementsleden vragen stellen. Ik ben dan ook blij met deze oplossing, zodat we tenminste naar de essentie kunnen gaan.

 

Als we dan kijken naar wat er vandaag op tafel ligt, dan heb ik de indruk dat er vooral een akkoord moest worden gevonden tussen de partijen binnen de regering, eerder dan met ENGIE. Dit akkoord is eigenlijk niets meer dan zeggen: "We zetten de onderhandelingen niet stop." Er is vandaag nog niets binnengehaald. Er wordt zes maanden extra uitgetrokken om tot een akkoord te komen, terwijl het destijds natuurlijk de bedoeling was om tegen juni van dit jaar een akkoord te hebben. Dit is geen akkoord.

 

Ik moet vaststellen dat een aantal zaken die hier op papier staan, zaken zijn die hier in het Parlement zijn besproken, waarbij er voorstellen werden geformuleerd om toch maar verder te kijken. Herinner u de brief van ENGIE om een participatie bespreekbaar te maken. Die vraag werd hier door het gros van de meerderheidspartijen als onbespreekbaar van tafel geveegd. Toen die vraag in de plenaire vergadering aan de orde was, zei minister Van der Straeten onmiddellijk: "Nee. Dit past niet in het onderhandelingsmandaat dat ik heb." Daardoor heb ik nogal sterk de indruk dat er in feite pas nadien – we waren toen al half juni – echt ernstig is geprobeerd om tot een akkoord met ENGIE te komen. Dat is natuurlijk heel jammer, want we hebben daar heel veel tijd mee verloren. U weet dat deze regering de optie om de kerncentrales te verlengen meerdere malen van tafel heeft geveegd.

 

Mijnheer De Croo, mijnheer de eerste minister, u verklaart hier dat u enorm veel snelheid hebt gemaakt en veel sneller bent dan alle andere landen in Europa. U kon dat echter wel al een heel eind vroeger hebben gedaan. Toen wij het punt hebben voorgelegd naar aanleiding van de bespreking van het voorstel van resolutie dat mijn partij had ingediend, heeft de meerderheid het van tafel geveegd. Toen de aanbeveling in de Kamer op tafel lag op het moment waarop de beleidsnota van minister Van der Straeten aan bod kwam, is ze van tafel geveegd. U hebt altijd gesteld dat u meer dan tijd genoeg had.

 

Vandaag bevinden wij ons in een situatie waarin wij moeten vaststellen dat het alle hens aan dek zal zijn om alles rond te krijgen. Wat vandaag voorligt, is voor ENGIE een niet-bindend akkoord. Als de onderhandelingen goed aflopen, hebt u iets in handen. Is dat niet het geval, dan hebt u helemaal niks in handen. Dat is een pijnlijke vaststelling.

 

Er staan een aantal punten in de engagements­verklaring. Vanuit de logica van ENGIE begrijp ik dat het bedrijf zich daaraan niet wil binden. De vraag is of de regering dat wel doet. Anders geformuleerd: zijn de zaken waartoe de regering zich in de engagementsverklaring heeft verbonden, ook verworven? Onderschrijven alle regeringspartijen dat de regering deze lijn zal blijven aanhouden of bestaat de mogelijkheid dat de regering daarop nog terugkomt?

 

Heeft het akkoord ook gevolgen? Ik bedoel daarmee het volgende. Wordt een aantal stappen vooruit gezet? Wordt op basis van het principeakkoord kernbrandstof besteld of is dat niet het geval? Wordt dat uitgesteld tot na het akkoord dat er in december 2022 moet komen? De regering heeft er immers altijd mee geschermd dat het heel lang duurt om de kernbrandstof hier te krijgen. Als pas in januari 2023 of, naarmate de deadlines worden overschreden – zoals in het verleden meermaals is gebeurd – pas halverwege 2023 kernbrandstof wordt besteld, weten we waar wij zullen uitkomen, aangezien we er 36 maanden moeten bijtellen.

 

Is ENGIE vandaag reeds bereid om een aantal voorbereidingen of studies rond de verlenging op te starten, voorbereidingen die het bedrijf al heeft stilgelegd naar aanleiding van uitlatingen van de huidige regering? Heeft het bedrijf die voorbereidingen op 23 juli 2022 opnieuw opgestart zodat er een dossier ligt dat in december 2022 bij het FANC kan worden ingediend, of is dat niet het geval?

 

Dat zijn zaken waarvan ik mij afvraag hoe dat allemaal zal verlopen. Anders betekent dit dat we moeten vaststellen dat deze regering van bij de start het dossier voor zich heeft uitgeschoven, dat blijft doen en het dossier zelfs blijft ondergraven. Het is niet eens lang geleden, mijnheer de eerste minister, dat u de volgende uitspraak liet optekenen: "Kiezen we voor nieuwe technologie of houden we oude rommel open". Dat zijn uw woorden. Vandaag hoor ik u iets anders zeggen. Had u niet beter die uitspraak voor u gehouden en toen reeds onderhandelingen opgestart. Ik zie op dit vlak toch een aantal problemen.

 

Hieraan gekoppeld is de keuze die moet gemaakt worden over hoe we zullen omgaan met het afval. Zal de regering ter zake concrete beslissingen nemen, zoals die van een geologische berging? Is het de bedoeling dat de regering inzake dit soort berging nog een aantal bevragingen zal organiseren of zal u de kostprijs tegen het einde van dit jaar kennen? U kan immers maar een akkoord sluiten als u een grootteorde hebt van de kostprijs waarover u wenst te onderhandelen.

 

Een andere vraag is hoe de kalender er precies zal uitzien. U hebt een principeakkoord gesloten. Zijn er intussen reeds gesprekken gevoerd? Ik wil immers niet in een situatie terechtkomen waarbij het uitstelgedrag uit het verleden zich ook in de toekomst voordoet. Indien de gesprekken slechts midden september of oktober worden hervat, kan een blinde nu reeds zien dat we er opnieuw niet zullen geraken. Ik herinner u eraan dat u een beslissing over die twee kerncentrales in november vorig jaar zou nemen, terwijl het uiteindelijk maart 2022 werd. Die tijd hebben we niet meer.

 

Ook het onderhandelingsmandaat van de regering moet, mijns inziens, opnieuw tegen het licht worden gehouden. U blijft spreken over tien jaar. Is dat de beste manier om om te gaan met dit dossier. Als u zoveel mogelijk voordeel wil halen voor de Belgische burgers en bedrijven, kan het zinvol zijn om die kerncentrales niet tien maar twintig jaar open te houden. We hebben dat uit eerdere berekeningen kunnen vaststellen. We hebben dat bij eerdere berekeningen gezien, net zoals we dat hebben gezien bij Doel 1 en 2 en bij Tihange 1, waar we jammer genoeg niet tot die stap zijn gekomen. Als je die investeringen financieel kan spreiden over twintig jaar, dan krijg je een heel ander verhaal. Die investeringen liggen dan niet gek veel hoger dan voor tien jaar. Is er op dat vlak opnieuw een rode lijn of niet? Dat zou ik van de regering graag vernemen, want ik maak me er zorgen over dat dit akkoord er alleen maar is gekomen omdat u de zomer wilde ingaan met een akkoord, ook al levert dat niet zo gek veel op.

 

Wij willen graag resultaten zien en liefst zo snel mogelijk, want er is in dit dossier al te veel tijd verloren. Ik kijk dus uit om exact te vernemen wat er op papier staat.

 

De voorzitter: Bedankt voor uw antwoorden. Ik zal niet verder repliceren, want ik heb zelf veel letters of intent ondertekend. Ik zal ook niet over de definitie uitweiden, maar die letters hebben wel altijd tot echte akkoorden geleid.

 

01.05  Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, madame la ministre, ne nous voilons pas la face, le moment est important. Je crois que les gens sont légitimement inquiets étant donné les prix de l'énergie qui explosent. Il était donc capital de tenir ce débat, non pas à huis clos, comme cela a été proposé, mais en public. Il est ici question d'argent public et il est dès lors logique que toute la transparence soit faite au cours des débats. On parle du capital public et de l'argent de ceux qui n'en ont pas!

 

Monsieur le président, à propos de transparence, il serait utile de rendre publique la letter of intent – le document dont nous parlons tous dans cette commission – pour que les contours du préaccord conclu en juillet dernier soient rendus publics. Ma demande est formulée.

 

Sciensano a encore démontré dans son enquête relative à la santé mentale des Belges il y a quelques semaines, que les Belges sont encore plus angoissés par les prix de l'énergie que par le covid. J'aimerais vraiment ici insister sur le fait que notre rôle en tant que parlementaires et représentants de la Nation est de garantir la sécurité d'approvisionnement énergétique et de protéger et d'offrir un bouclier social à l'ensemble de la population belge. Oui, nous nous devons de faire aboutir ces négociations mais, attention, pas à n'importe quel prix!

 

Veiller aux deniers publics des Belges est aussi notre rôle et notre devoir. On en parlera encore très longuement! Un principe doit dominer nos discussions: le principe du pollueur-payeur. Tout le monde dans cette commission, quel que soit son parti politique, s'est mis d'accord – la loi a été votée à l'unanimité – pour renforcer les provisions nucléaires.

 

S'agissant du contour de l'accord, on parle de deux, quatre, cinq réacteurs voire même sept réacteurs ouverts. On a l'impression qu'il suffit de claquer des doigts pour prolonger les réacteurs. On se demande même pourquoi vous négociez puisque cela a l'air tellement facile de prolonger des réacteurs. Quand on est rationnel, on se rend compte que ce n'est pas aussi simple et que vous bossez quotidiennement depuis des mois comme des malades.

 

C'est pourquoi j'aimerais vraiment aborder ce dossier avec beaucoup de sérieux, mais aussi un peu d'humilité.

 

Monsieur le premier ministre, pourriez-vous confirmer une fois pour toutes que ce gouvernement ne travaille pas et n'a jamais travaillé sur des pistes irréalistes, à savoir la prolongation de Tihange 2 ou Doel 3? Cette centrale doit fermer prochainement à cause de problèmes de microbulles d'hydrogène et de réacteurs. Cette commission le sait, et au sein de la sous-commission de la sûreté nucléaire, nous savons que les réacteurs plus anciens posent forcément plus de problèmes que ceux de Tihange 3 et Doel 4, plus récents. Cette clarification doit être faite, pour commencer.

 

Ensuite, concernant les modalités de l'accord, j'aimerais revenir sur plusieurs éléments. Premièrement, le calendrier. La prolongation n'a de sens que si ces deux réacteurs moins anciens peuvent être directement relancés à partir de novembre 2026. Quelle garantie avons-nous pour imposer à ENGIE que les travaux soient faits à temps? Car nous n'allons pas prolonger des réacteurs en claquant des doigts: plusieurs réacteurs dans ce pays ne sont plus aux normes pour pouvoir fonctionner après 2025. Et ces travaux ont un coût.

 

Le grand public n'est pas forcément au courant de la nécessité de ces travaux. Certains responsables politiques font pour l'instant beaucoup de rhétorique, mais je crois qu'il est important de revenir à l'essentiel et de rationaliser. Quel sera le coût de ces travaux? J'ai entendu parler de 500 ou 600 millions d'euros par réacteur nucléaire. Il est important que nous le sachions, dans cette commission, surtout si l'État belge doit participer et mettre la main au portefeuille pour ces travaux et investissements nécessaires à la prolongation.

 

De même, pour le prix de l'électricité, cela fait des années que j'entends ENGIE dire qu'elle veut se décharger du nucléaire en Belgique et qu'elle veut investir dans le gaz, demandant un prix garanti pour la prolongation. Cela peut sembler fou alors que le prix actuel monte jusque 700 euros du mégawattheure. Quel prix garanti ENGIE demande-t-elle à l'État belge?

 

Enfin, les déchets radioactifs sont une balise capitale qu'on a tendance à oublier. C'est le coût caché du nucléaire, mais c'est comme si vous construisiez une maison sans prévoir de toilettes. Dans les années 1970, pleins d'enthousiasme, on a construit les réacteurs nucléaires. Mais aujourd'hui, 50 ans après, nous n'avons toujours pas d'option pleinement opérationnelle pour le stockage à très long terme – soit 300 000 ans – des déchets les plus hautement radioactifs.

 

Là, telle est notre condition, c'est important: ENGIE doit assurer 100 % – et  pas 80 %, pas 70 % – de sa responsabilité historique. Pour moi, il est clairement hors de question d'aller demander, dans un contexte dans lequel les Belges sont déjà étranglés par des factures d'électricité qui explosent, de trinquer pour la facture des déchets radioactifs à très long terme. Je vous assure que ce prix à long terme de 41 milliards d'euros, il est là. Je m'en souviens, et je veux tout faire pour empêcher que l'État belge en vienne à se ruiner.

 

On parle d'un cap, d'un plafond. Je sais qu'ENGIE a toujours défendu ce cap car, évidemment, c'est dans son intérêt, mais ce n'est pas nécessairement dans l'intérêt des Belges ou de l'État belge. J'aimerais savoir comment vous allez calculer ce plafond. Parce que même avec la meilleure volonté du monde et les meilleurs experts au monde, force est de constater aujourd'hui que nous n'avons pas de site de stockage géologique qui soit pleinement opérationnel. Prenez par exemple le laboratoire HADES, il s'agit d'un laboratoire d'expérimentation. Si vous allez à Bure – j'y suis allé il y a quelques mois – dans le Nord de la France, vous y trouverez des kilomètres de galeries construites dans la terre, mais il n'y a toujours pas de déchets à proprement parler à l'intérieur.

 

La vérité, aujourd'hui, c'est que nous n'avons pas de réelle option de stockage à long terme, et donc pas d'expérience industrielle à proprement parler. Dès lors, j'aimerais savoir comment ce coût va être calculé. Encore une fois, on fixe un plafond de 41 ou 50 milliards d'euros pour 2100, mais s'il s'avère que ce coût double ou triple d'ici 2100 ou 2150, qui va devoir payer, qui va trinquer? Donc, je le répète, pour moi, il est hors de question que ce soit le contribuable belge qui doive trinquer. Pour moi, il n'est pas question d'offrir encore un cadeau à ENGIE, alors que les prix de l'électricité connaissent une envolée historique. On a parlé d'une prime de risque. Quelle est-elle? Encore une fois, l'incertitude peut varier de 100 à 200, voire 300 %. Il me semble donc très difficile de calculer une telle prime de risque lorsque le risque est aussi élevé.

 

Nous avons décidé, par le biais du vote d'une loi récemment, que nous voulions donner cette fois la parole au citoyen à travers un large processus de consultation citoyenne qui sera géré et gouverné par la Fondation Roi Baudouin. Mais, à nouveau, n'est-ce pas mettre la charrue avant les bœufs? Car on va dire aux Belges qu'ils peuvent décider de l'option du stockage à long terme des déchets mais un plafond aura déjà été prévu pour le coût de cette gestion à long terme. Il importe que ce point soit éclairci.

 

Et puis, j'entends qu'ENGIE Electrabel sera chargée du démantèlement des réacteurs, sauf en ce qui concerne la prolongation. Encore une fois, j'en suis désolé, mais je ne vois très bien où se situe la hausse de coûts. De toute façon, même Tihange 3 et Doel 4 auraient dû être intégralement démantelés aux frais d'ENGIE. Dès lors, je tiens à m'assurer que la facture du contribuable n'augmentera pas.

 

Enfin, s'agissant du Special Purpose Vehicle, l'approche n'est pas très claire. Quelles formules le gouvernement préconise-t-il en vue de participer au capital de la société? Je lis ceci dans De Tijd de samedi dernier: "(…) volgens welingelichte bronnen is de mogelijkheid opengelaten dat ENGIE zijn belang na verloop van tijd afbouwt en zich zelfs helemaal terugtrekt." Est-ce vrai? Il importe de clarifier ce point. En ce qui concerne le personnel de Tihange 3 et de Doel 4, va-t-il se retrouver avec un nouvel employeur après 2025? Il est important de le préciser.

 

01.06  Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, je me réjouis également de la réunion publique de cette commission. Nous le demandions, notamment au nom d'une maxime qui me tient à cœur, puisqu'elle est inscrite au fronton de l'hôtel de ville de Verviers: "Publicité, sauvegarde du peuple". C'est une phrase qui avait été prononcée par le premier maire de Paris en 1789 et qu'il ne faut jamais perdre de vue. Cela fait réfléchir.

 

J'en viens directement à mes questions en remerciant évidemment le ministre et la ministre pour leurs éclaircissements. Je souhaiterais obtenir des informations plus précises quant aux notions qui ont été utilisées dans le communiqué du gouvernement et lors de la conférence de presse, notamment la notion de cap. Quel est le statut du cap envisagé dans le cadre des discussions avec ENGIE et Electrabel? Un parallèle peut-il être établi avec le dossier de la fermeture des centrales nucléaires en Allemagne? Concrètement, que comprendra ce cap? Concernera-t-il les provisions pour la gestion des déchets nucléaires et du combustible de toutes les centrales ou, par la négative, que ne comprendra pas ce cap? L'objectif est-il de réaliser un "solde de tout compte" sur la base de ce montant? C'est l'option qui a été choisie en Allemagne: "solde de tout compte" avec évidemment des risques importants pour l'État à long terme. Comment l'ONDRAF et la Commission des provisions nucléaires seront-ils impliqués? À partir de quel moment? Ces derniers ont-ils déjà reçu une lettre de mission de la ministre de tutelle au nom du gouvernement?

 

Pourriez-vous nous fournir des informations quant à la complémentarité des décisions prises avec le projet de loi sur les provisions nucléaires adoptées il y a quelques mois? Comment l'accord que vous négociez et ce projet de loi vont-ils s'articuler? On le sait, cette loi attache à l'exploitant et à ses filiales des obligations et des responsabilités renforcées quant à la disponibilité, la suffisance et la transparence des provisions nucléaires.

 

Les nouvelles structures qui seront créées seront-elles concernées par la question des provisions nucléaires conformément à ce qui a été défini dans la loi que nous avons votée? Ces structures devront-elles assumer la fonction actuelle de Synatom? Le cas échéant, les dispositions de cette loi s'y appliqueront-elles? Il s'agit d'une question importante. Je pense ici en particulier à la disposition portant sur l'accord de la Commission des provisions nucléaires (CPN) sur les décisions stratégiques. Pourriez-vous également nous dire si une modification de la loi pourrait être rendue nécessaire? Si tel était le cas, quelles seraient les responsabilités de l'État? Il s'agit ici encore d'une question importante.

 

Par ailleurs, je souhaiterais avoir des éclaircissements quant au calendrier prévu pour le programme national de gestion des combustibles usés et des déchets radioactifs. Nous savons que le débat sociétal se tiendra bientôt. Savez-vous d'ores et déjà quand ce programme pourrait être adopté? Lorsque cela sera le cas, quelles sont les décisions qui devront encore être prises concernant la gestion des déchets sur le long terme et suivant quel calendrier? Quelles sont, aujourd'hui, les estimations en termes de coût de la gestion des déchets et des combustibles usés? Il s'agit d'une question vraiment cruciale notamment dans la mesure où ces chiffres sont susceptibles d'évoluer. Des contacts ont-ils déjà été pris avec la CPN et avec l'ONDRAF à ce propos? Une fois ce montant établi, quel sera le caractère contraignant qui y sera lié? Sera-t-il ou non possible de modifier ces estimations après le 31 décembre 2022 ou considérera-t-on que les jeux sont faits?

 

Pour ce qui concerne la taxation des surprofits, quel est l'impact que pourrait avoir les discussions avec Electrabel sur la mesure qui a été annoncée par le gouvernement par la voix de la ministre? Nous savons que les exploitants des centrales nucléaires belges tout comme d'autres producteurs d'électricité ou acteurs du secteur réalisent des profits très importants. Sans vouloir m'éloigner du sujet d'aujourd'hui, je voudrais savoir quand nous pouvons espérer la mise en place d'une taxation sur les surprofits. Je rappelle la conviction qui est la nôtre pour que cela se fasse dans les plus brefs délais.

 

Enfin, je souhaite lancer un appel pour qu'on fasse tout pour garantir à notre population que l'État ne devra en aucune manière se retrouver contraint de financer la gestion des déchets nucléaires et des combustibles usés. Le texte sur les provisions nucléaires témoigne de grandes ambitions à cet égard et nous devrons nous y tenir. Il est nécessaire que ce texte soit respecté et que l'exploitant tienne ses obligations conformément au principe du pollueur-payeur. Nous ne pourrons accepter qu'une entreprise réalisant d'importants profits nous contraigne à devoir assurer la gestion de ces déchets. En matière de finances publiques, on parle souvent d'engager les générations futures et ce dossier en est un parfait exemple. Nous devons être extrêmement attentifs à ce sujet.

 

01.07  Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de voorzitter, collega's, het debat over de levensduurverlenging van een aantal kerncentrales gaat al enige tijd mee in dit Parlement. Wij kennen echter allemaal de bewuste passage in het regeerakkoord van september 2020. Daarin stond dat er nog tijd genoeg was om eventueel te streven naar een levensduurverlenging, indien nodig.

 

Collega's, ik meen dat wij de afgelopen jaren bijzonder veel tijd hebben verloren. Het was bijzonder beschamend te zien hoe met dit dossier werd omgegaan en welke argumenten er werden aangereikt om die sluiting te blijven rechtvaardigen. Ik kan enkel vaststellen dat de heer Cogolati, wiens partij de groene minister levert in de regering, vraagt om het debat met de nodige ernst te voeren. Eigenlijk zit hij echter oppositie te voeren tegen zijn eigen meerderheid.

 

Ik heb in de voorbije periode gemerkt dat er een hele poppenkast is gespeeld in dit dossier en dat het dogmatisch denken daarbij bijzonder belangrijk was. Ik heb in 2019 een aanzet gegeven om het debat te openen door een wetsvoorstel in te dienen om de levensduur van de twee jongste kerncentrales te verlengen. Later hebben wij in deze commissie een hoorzitting gehouden over nieuwe nucleaire technologie. De OESO heeft daarbij zelf aangegeven dat alle landen alles op alles moesten zetten om de levensduur van de bestaande kerncentrales maximaal te verlengen.

 

Er zijn ondertussen al zoveel signalen gegeven. Voor de vakantie hebben wij gehoord dat de minister hoopvol was over de onderhandelingen. Dat is het enige dat wij toen hebben gehoord. Ik vraag mij af hoe hoopvol wij moeten zijn als we zien wat er uit de bus is gekomen. Eigenlijk hebben wij nog steeds niets in handen. Men blijft spreken over een akkoord terwijl ENGIE Electrabel het vrijwel onmiddellijk na de persconferentie had over een vrijblijvende intentieverklaring. Dat is toch wel iets anders dan een akkoord. Er moest in juli wel worden gecommuniceerd want u had dat beloofd, mevrouw de minister. Voor u met vakantie ging, zou er een akkoord zijn. U heeft dan maar snel een persconferentie gehouden.

 

Ik hoor de premier zeggen: wij hebben een goede oplossing. Sta mij toe te zeggen dat wij als Belgische Staat, jullie als regering, met de rug tegen de muur staan, want ENGIE Electrabel zit in een zetel. Zij bepalen de spelregels en de voorwaarden. Uw partijvoorzitter, mijnheer de premier, verklaarde nog niet zo lang geleden in dit Parlement dat de kerncentrales een dood lijk waren, dat niet meer te reanimeren viel. Tijdens de begrotingsbesprekingen van oktober vorig jaar heeft hij nog gezegd: ze zijn 40 jaar oud, ze moeten sluiten. Intussen zien we dat overal in de wereld kerncentrales van 40 jaar oud wel resoluut verlengd worden.

 

Ik vraag me dan ook af waarom die levensduurverlenging maar tien jaar mag bedragen. Waarom opteren jullie niet voor twintig jaar? Ik garandeer jullie dat de collega's die hier over tien jaar zullen zitten, precies hetzelfde debat zullen voeren over al of niet verlengen. Als die investeringen nu toch moeten gebeuren, schrijf ze dan gewoon af over twintig jaar.

 

Wat de participatie betreft, wil ik graag weten tegen welke kostprijs die wordt genomen. De premier verklaarde dat we ons energiebeleid moeten verankeren. Maar waren het niet de liberalen die in 2006 beslist hebben om al onze kerncentrales van de hand te doen, want ze gingen toch sluiten? Blijkbaar heeft voortschrijdend inzicht u nu tot een andere mening gebracht.

 

De heer Cogolati wijst op de hoge kostprijs van de verlenging. Maar hoeveel zou de kostprijs bedragen van de bijkomende CRM die we jaar na jaar nodig zouden hebben gedurende die 10 of 20 jaar?

 

Wat de ontmanteling betreft en het kernafval, waarvan gezegd wordt dat de burger er niet voor mag opdraaien. We herinneren ons hoe, toen ENGIE Electrabel zijn brief geschreven had, een aantal collega's van de meerderheid die brief misbruikt hebben om te zeggen: "Electrabel wil dat de burger voor het afval betaalt." Ze schreeuwden moord en brand in de plenaire. U zegt, mevrouw de minister, dat ENGIE zal blijven betalen voor het oude afval. Dat lijkt me nogal evident, maar hoe zit het met het toekomstige afval? Daar lijken binnen de meerderheid evenveel meningen als partijen over te zijn. Kunt u daar duidelijkheid over scheppen?

 

Dan was er nog het hele debat rond de overwinsten. Ook daarover bestaat geen eensgezindheid binnen de regering. U hebt een heel andere mening dan uw collega Van Peteghem, die zegt dat wat u wilt realiseren, niet mogelijk is. Toch kan ik me niet van de indruk ontdoen, mevrouw de minister, dat wanneer u naar Parijs trekt om te onderhandelen over de levensduurverlenging, dat geen invloed heeft op de onderhandelingen.

 

Er zijn inderdaad veel overwinsten gegenereerd, ENGIE Electrabel heeft geld genoeg om een verlenging te betalen. Als men kijkt naar hoeveel miljarden euro's aan bijkomende winsten dat bedrijf de afgelopen maanden heeft gemaakt, moet die verlenging volgens mij zonder enig probleem betaald kunnen worden.

 

Maar waarom is er ook sprake van een participatie? ENGIE wil een engagement van de regering. Ze zijn uw wispelturigheid ondertussen beu. Dan weer niet, dan weer wel… Daarom vragen zij nu een concreet engagement, dat u er ook geld in steekt en die wispelturigheid nu eens kan stoppen. Als u dan uiteindelijk zult participeren – ik begrijp dat daarover dan al wél een akkoord bestaat –, wat zal dat dan doen met de prijsvorming op de energiemarkt? We hebben nu het hele verhaal van de inframarginale marge die bepaald wordt door de gascentrales, die nu al 25 % van onze capaciteit uitmaken. Zal de energiefactuur dan inderdaad dalen?

 

Daar wil ik nog aan toevoegen dat we in een ongeziene crisis zitten en dat we daarom veel verder moeten denken dan Doel 4 en Tihange 3. Ik weet dat mevrouw de minister in Parijs ook al gesproken heeft over de andere kerncentrales. Er wordt vaak gezegd dat de kernbrandstoffen niet voorradig zijn. Dat kan misschien zo zijn, maar dat noem ik nu eens een praktisch probleem waarbij de regering kan kijken wat er mogelijk is om alsnog te streven naar een maximale verlenging. Er is immers vandaag geen enkel argument dat rechtvaardigt waarom kerncentrales zouden moeten sluiten.

 

Ik zou dus zeggen: alles wat we hebben, moeten we koesteren. Tegelijkertijd moet u, mevrouw de minister, niet zeggen dat de kerncentrales van de toekomst iets is voor investeerders die te veel geld hebben en wat willen gokken. U moet maar eens kijken naar de investering in die nieuwe kerncentrales, die we nodig zullen hebben. Dat is trouwens een weg die ook andere landen inslaan, maar u wilt er niet veel van weten.

 

Ik houd het daar voorlopig bij. Ik zou nog veel verder kunnen gaan, maar hier zou ik graag antwoord op krijgen.

 

01.08  Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, je commencerai par vous remercier de l'organisation de cette réunion de commission car il me semble qu'elle était fort nécessaire. Je remercie par ailleurs déjà le premier ministre et la ministre de l'Énergie pour leur présence à cet échange qui concerne notre pays, nos concitoyens et nos entreprises qui, depuis plusieurs semaines, sont extrêmement angoissés par la tournure des évènements.

 

C'est là que je suis interpellée! Parce que je ne ressens pas le sentiment d'urgence pourtant bien présent au sein de la société et qui correspond à des réalités qui sont celles des factures que les entreprises et consommateurs doivent déjà honorer dès maintenant en raison de l'envolée des prix sur les marchés. Ce sentiment d'urgence, je ne le perçois pas dans l'action du gouvernement et ce, depuis des mois.

 

En effet, nous devions, après l'accord du 18 mars – qui aurait dû être pris fin décembre 2021 –, avoir un accord avec l'opérateur pour la prolongation de deux réacteurs. Cet accord du 18 mars a été reporté à début juin, ensuite à juillet. On a vu apparaître une lettre d'intention et un échange de "bons procédés" très courtois entre le pôle gouvernemental et celui de l'entreprise le 22 juillet, soit le lendemain de la date butoir que vous aviez vous-même fixée au 21 juillet. Aujourd'hui, on comprend (c'est-à-dire que nous l'avons compris au travers de l'écoulement des semaines d'été) qu'une concrétisation ne pourra se faire avant la fin de cette année.

 

Or je me souviens très bien qu'ENGIE avait expliqué que la commande du combustible devait au plus tard être faite en juin-juillet 2022. Ma première question est de vous demander si l'entreprise a commencé à commander le combustible nécessaire pour la prolongation envisagée de Doel 4 et Tihange 3?

 

Concernant les travaux du LTO (Long Term Operation), je pense que la confiance est suffisante entre les partenaires puisque je crois savoir – et j'aimerais que vous me disiez exactement ce qu'il en est – que l'entreprise a déjà débloqué un budget de 77 millions pour commencer les travaux d'élaboration du LTO de Doel 4 et de Tihange 3.

 

Vous parlez d'un véhicule juridique à élaborer! Il n'est quand même pas si compliqué que cela à configurer puisqu'il existe déjà dans d'autres pays et sur notre sol puisque Luminus est déjà actionnaire à 50 % de Tihange 1 et possède un droit de tirage de 10 % pour les centrales nucléaires de deuxième génération, soit Doel 3 et 4 ainsi que Tihange 2 et 3.

 

Donc, ce sont des formules juridiques qui existent déjà et qui peuvent évidemment être analysées et transférées dans la discussion comme étant valables pour le véhicule juridique que vous vous apprêtez à faire. Je n'ai d'ailleurs pas d'objection particulière sur celui-ci, et mon parti non plus. En effet, nous pensons que reprendre la main sur notre parc énergétique et sur la production que ce parc peut générer sur notre territoire est une chose très importante dans la situation d'envolée des prix que nous connaissons. Sur ce point, je rejoins complètement le premier ministre. C'est une condition, en économie, pour que l'on puisse à nouveau retrouver un point d'équilibre pour le prix, et que la loi de l'offre et de la demande puisse à nouveau jouer, ce qui n'est plus le cas actuellement, puisque les prix s'envolent à un point tel que the sky is the limit.

 

Les déchets sont une question supplémentaire. Je rejoins la position de M. Ben Achour et d'autres collègues qui ont très bien exprimé cette opinion. J'ai toujours défendu, et je continue à défendre, le principe du pollueur-payeur. Pour rassurer M. Warmoes, entrer dans un véhicule juridique ne veut pas dire que l'on est propriétaire de la centrale. On peut très bien bénéficier des revenus que va générer l'activité sans en être propriétaire ni exploitant. Vous mélangez d'ailleurs habilement les deux notions. On peut très bien, juridiquement, distinguer ces deux notions et laisser à l'exploitant ce qui est du ressort de son expertise, à savoir que c'est lui qui est l'opérateur des centrales. Après, les actionnaires en reçoivent les bénéfices et participent, notamment par le bais d'un conseil d'administration, au décours de la vie et de l'exploitation de ces centrales. Mais les déchets font évidemment partie de l'exploitation et des conséquences de celle-ci.

 

Je reviens à mon point. Je pense qu'il faut pouvoir négocier et je suis inquiète quand je vous entends. Il faut pouvoir négocier dans la droite ligne de ce qui a toujours été la raison d'État dans ce pays et qui s'est exprimé à travers la législation de 2003. Cela consiste à dire que les provisions doivent être existantes, suffisantes et disponibles en tout temps,  et que l'État belge n'a pas à participer, de près ou de loin, au financement du traitement des déchets.

 

Bien sûr, il peut participer à l'élaboration du programme de réduction ou de mise à l'écart de ces déchets, et il le fait au travers de la politique nationale des déchets qui, malheureusement, prend un train de sénateur, tout comme vos négociations avec l'opérateur ENGIE.

 

Dès lors, réfléchissez-vous à une façon d'articuler la création de ce véhicule juridique qui va contenir les participations de l'État belge dans l'exploitation opérée par l'exploitant des deux centrales prolongées? Ensuite, vos juristes ont-ils élaboré un parcours permettant à l'État d'éviter de devoir participer en pertes, en argent, en contributions, au traitement des déchets des deux centrales qui vont être prolongées mais aussi, éventuellement – si j'entends certains –, de toutes les autres centrales?

 

Aujourd'hui, on sait – mais certains aiment répéter à l'envi – que le coût overnight des déchets est un coût exorbitant. En réalité, il s'agit d'un coût de 18 milliards d'euros, on le sait. On connaît les normes internationales en la matière. Ce coût inflaté en 10, 20, 30, 40 ou 50 ans – le temps que tout le processus se déroule puisqu'il faut aussi attendre que les produits radioactifs perdent la chaleur qui empêche de les manipuler, par exemple – est systématiquement rappelé par certains comme étant de 41 milliards d'euros, histoire de bien faire peur à tout le monde, alors qu'en réalité, en 2025 et 2026, nous allons atteindre un degré de provisionnement par l'exploitant qui s'élèvera à 16 milliards d'euros.

 

Il manque donc deux milliards. Que fait-on avec ces deux milliards? Quelle sera la proportion de déchets générée par la prolongation de ces deux centrales? Qu'en sera-t-il de la participation – à laquelle je m'oppose – de l'État belge dans tout cela?

 

Aucune réunion n'ayant été organisée depuis le 21 juillet entre le gouvernement et l'État, je ne vois pas comment vous avancez alors que la société, les consommateurs, les entreprises ont un sentiment d'urgence. Vous investissez pour la prolongation de réacteurs, mais l'investissement auquel vous consentez pour dix ans est quasiment le même que si vous les prolongiez pendant vingt ans. Cela permet évidemment de lisser l'investissement, cela optimise les bénéfices que vous pouvez en retirer, ce qui n'est pas mauvais pour l'État, et cela permet d'aller plus loin dans la reprise en main du parc de production par l'État belge en ce qui concerne l'électricité.

 

J'ai déposé une proposition de loi qui vise la prolongation de minimum cinq réacteurs de notre parc nucléaire. Certains aiment disqualifier Doel 3 et Tihange 2 en parlant de fissures. Plus tôt, on a parlé de manière plus nuancée d'inclusion d'hydrogène, de micro-bulles. L'Agence fédérale de contrôle nucléaire (AFCN) a dit et redit que ces centrales pouvaient encore être prolongées pendant dix ans, jusque 2029 et 2030. Pour Doel 1, Doel 2 et Tihange 1, c'est la même chose. Les mesures internationales de la Western European Nuclear Regulators Association (WENRA) ne s'appliquent pas de manière contraignante. La Belgique, le 30 novembre 2011, a pris un arrêté rendant toutes ces mesures – contre les crues, les tremblements de terre, les chutes d'avion – linéairement et indifféremment imposables à toutes les centrales de notre parc nucléaire, alors qu'elles n'y sont pas toutes liées.

 

Il y a comme cela des biais cognitifs, que l'on entend dans les conversations, qui empêchent de voir la situation urgente sans tabou. Or c'est ce qu'il faut faire. Il faudrait reprendre en main notre parc pour calmer les prix et être en mesure de faire politiquement en sorte que le montant des factures diminue sur notre territoire.

 

01.09  Nahima Lanjri (cd&v): Mijnheer de premier, mevrouw de minister, u weet dat er voor mijn partij in dit dossier nooit taboes zijn geweest. Finaal telt voor ons dat energie opnieuw betaalbaar wordt, iets wat dringend nodig is vermits de prijzen vertwaalfvoudigd zijn en hetgeen men in het verleden per jaar betaalde, betaalt men nu per maand. Een tweede prioriteit is dat de bevoorradingszekerheid nooit in het gedrang mag komen, ook niet met een kernuitstap.

 

Cd&v is dan ook akkoord gegaan met het openhouden van de twee jongste kerncentrales, op voorwaarde dat het FANC ermee akkoord gaat. De nucleaire veiligheid primeert immers op alles. Bovendien moet voorafgaand aan die verlenging een milieueffectenbeoordeling worden gemaakt met inspraak van de burgers en grensoverschrijdende raadpleging. Voor mijn partij moeten het risico voor de kosten van de ontmanteling van de kerncentrales en de kosten van het beheer van de bestraalde slijtstof volledig bij de exploitant liggen en dus niet bij de belastingbetaler.

 

Mijnheer de premier, mevrouw de minister, mijn collega Leen Dierick die dit dossier normaal opvolgt, heeft ter zake een aantal vragen ingediend. Op een aantal aspecten heeft de premier reeds geantwoord. Ik heb evenwel nog een aantal bijkomende vragen.

 

Ten eerste, volgens het principeakkoord zal de Belgische Staat geen exploitant worden. Dat is goed want ik meen dat de Belgische Staat die expertise niet heeft. Wordt in het principeakkoord gegarandeerd dat ENGIE de volledige periode van tien jaar voor de volle 100% exploitant zal blijven? We lezen immers in De Tijd van 26 augustus 2022 een passage – ik citeer niet maar vat samen: daarbij is volgens welingelichte bronnen de mogelijkheid opengelaten dat ENGIE zijn belang na verloop van tijd afbouwt en zich zelfs helemaal terugtrekt. Dan kan een derde partner erbij komen.

 

Mevrouw de minister, kunt u daar wat duiding bij geven? Wat zouden de gevolgen zijn als ENGIE zijn belang na verloop van tijd afbouwt of zich zelfs volledig terugtrekt? Over welke derde partner spreken we dan? Waren er al contacten met andere bedrijven met nucleaire expertise, zoals EDF bijvoorbeeld? Wordt er door derde partners interesse betoond?

 

Ten tweede, de kosten voor ontmanteling van de kerncentrales, het beheer van de splijtstoffen en het radioactieve afval komen voor rekening van de exploitant volgens het principeakkoord. Wij juichen dat toe. Hoe wordt gegarandeerd dat de Staat nooit zal moeten bijbetalen? Wij willen in geen geval dat de Staat, de belastingbetaler dus, op één of andere manier zal moeten betalen.

 

Ten derde, de kostprijs voor de investeringen nodig om Doel 4 en Tihange 3 up to date te brengen, bedraagt naar schatting meer dan 1 miljard euro. In welke mate moet of zal de Belgische Staat mee instaan voor die investering van meer dan 1 miljard?

 

Ten slotte, in mei werd berekend dat Electrabel 1,2 miljard uitkeert aan ENGIE, het Franse moederbedrijf. Tijdens de eerste jaarhelft kende de winst van de groep meer dan een verdubbeling, 3,2 miljard euro. Zal men bovenop de vermoede verdeling 50/50 van winst en verlies in het special purpose vehicle nog een extra taks op de nucleaire rente heffen, analoog aan de huidige repartitiebijdrage van 38 % van de winstmarge? Hoe zal men, met andere woorden, omgaan met de heel aanzienlijke winstverdeling?

 

01.10  Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de premier en minister voor hun toelichting bij de niet-bindende intentieverklaring. Voor alle duidelijkheid, ik heb het niet over de niet-bindende intentieverklaring die de eigenaar van Legoland vandaag bekendgemaakt heeft met de federale Staat, al geeft dat wel aan dat een dergelijke verklaring niet zo'n zeldzaamheid is. Een niet-bindende intentieverklaring is op zich wel degelijk een belangrijke stap in een onderhandelings­proces, hoewel sommige oppositieleden daarover heel geringschattend doen.

 

Mijnheer de premier, mevrouw de minister, u hebt die stap gezet, u hebt vooruitgang gemaakt in dat dossier. Als lid van Vooruit zou ik dat moeten toejuichen, want wij zijn meegegaan in het akkoord om de levensduur van die twee kerncentrales te verlengen. Dat deden wij in een context van een oorlog aan de grenzen van ons continent en in een context waarin de vrije energiemarkt tegenwoordig niet werkt.

 

Europa drukt naar mijn mening nu best op de pauzeknop. Mijnheer Warmoes, de pauzeknop indrukken is nog iets anders dan meteen heel het marktsysteem, heel het kapitalistisch systeem, onderuit te halen. Dat is misschien leuk voor op Twitter, maar dat lost vandaag natuurlijk niets op.

 

De vooruitgang in dit dossier is dus goed, want wij hebben op dit moment, zoals de voorgaande spreker zei, al genoeg zorgen over energie. Onze gezinnen maken zich terecht heel veel zorgen over de betaalbaarheid, dus er ligt heel veel werk op de plank.

 

Mijnheer de premier, mevrouw de minister van Energie, toch wil ik enkele bezorgdheden meegeven omtrent uw onderhandelingen met ENGIE. Ik heb drie bezorgdheden.

 

Ten eerste, maak ik mij natuurlijk zorgen over de fundamenten van het bindend contract dat de premier aankondigde. ENGIE maakt momenteel miljarden euro's winst. Een dergelijk bedrijf zal gerust bereid zijn om een deel van dat geld te investeren in een stevig bataljon juristen om een contract te maken, waarbij het bedrijf in de eerste plaats natuurlijk denkt aan de eigen winsten en het ontlopen van eventuele kosten. We zien dat ook in andere dossiers, bijvoorbeeld in verband met de overwinsten of de nucleaire taksen, nu, maar ook in het verleden, of in verband met het doorsluizen van bepaalde bedragen naar het moederbedrijf. Op dat vlak moeten we ons geen enkele illusie maken, dus ik vraag mij af hoe wij ons als overheid daartegen wapenen en wie wij betrekken in dat proces. We moeten er zeker van zijn dat wij daar voldoende kennis en kracht tegenover zetten om een bijzonder goed en sterk contract te maken, goed voor ons land en onze burgers.

 

Mijn tweede bezorgdheid is de volgende. De eerste minister gaf al aan dat de uitbating van kerncentrales geen overheidstaak is. Dat wij een deel van de verantwoordelijkheid dragen, is op zich niet onlogisch en zou ik als socialist moeten toejuichen. Ik ben op zich immers voorstander van een sterke overheid. Ik heb daarbij echter ook vragen. Sommigen schermen immers met het verhaal dat het gaat over de lasten en de lusten, zijnde de eventuele winsten. Dat valt natuurlijk allemaal te bezien. Het grote probleem is dat het om een nijverheid gaat die de overheid niet goed kent. Het zal heel moeilijk zijn om te duiden waar de kosten en de opbrengsten liggen voor de overheid. Ik vraag mij dus af hoe wij ons daartegen gaan wapenen om straks een zicht te krijgen op de rechten die wij hebben in de eventuele overeenkomst die wij met ENGIE zullen maken.

 

Een derde bezorgdheid, is het verhaal van de risicopremie, die ook in Duitsland is afgesproken. Dat is geen goede zaak. Ik begrijp de vraag van het bedrijf, maar dat betekent niet dat wij ze zomaar moeten inwilligen.

 

Ik heb twee problemen daarmee.

 

Ten eerste, op het einde van het verhaal zullen wij altijd het risico lopen dat een deel van de bergingskosten van het kernafval bij de belastingbetaler belandt. Mevrouw de minister, u hebt terecht verwezen naar de sterke wetgeving die wij voor de zomer in het Parlement hebben gemaakt en waaraan u heel veel verdienste hebt. Die wetgeving huldigt net heel sterk het principe dat de vervuiler betaalt. Dat is heel goed. Wij zullen dat principe evenwel deels ondergraven met de risicopremie.

 

Ik weet wat u zal antwoorden. U zal opmerken dat een stevige veiligheidsmarge wordt ingebouwd, aangezien vandaag niet exact is geweten wat de kostprijs zal zijn. Er wordt echter een stevige marge aan toegevoegd. Op die manier wapenen wij ons tegen het feit dat er eventueel kosten bij de belastingbetaler zouden belanden.

 

Wij gaan vandaag echter uit van een berekening voor een oplossing zoals wij die vandaag kennen en zoals wij die denken uit te voeren. Het gaat dan over een nucleaire berging. Dat zal het vermoedelijk ook worden. Ook van die berging kennen wij echter niet alle voorwaarden. Stel dat wij over vijf jaar beslissen dat de diepte die vandaag wordt beoogd, toch niet volstaat en dat nog eens tweehonderd meter dieper moet worden gegaan. Zijn die extra kosten opgenomen in de huidige berekening?

 

De overheid stopt vandaag honderden miljoenen euro in onderzoeksprojecten zoals MYRRHA, waarbij wij hopen dat dergelijke projecten het kernafval zullen aankunnen. Zitten de kosten van dat project vervat in de berekening en is dat begroot? Maken die kosten deel uit van de risicopremie? Ik vraag me overigens af of dat risico in zijn geheel wel opweegt tegenover het tien jaar langer openhouden van twee kerncentrales. Weegt het ene wel op tegen het andere?

 

Met deze beslissing beperken we eigenlijk voor een stuk de speelruimte van toekomstige regeringen inzake mogelijke oplossingen voor het kernafval. Ik wou u deze bedenking vandaag graag meegeven. Op de een of andere manier kunt u hier misschien geruststellend op antwoorden, maar hoe dan ook is dat toch een stevige bedenking.

 

Voor ik afsluit, wil ik nog even ingaan op de opmerking van het Vlaams Belang aangaande Doel 3 en Tihange 2, met name wat de impact betreft op de factuur van de gezinnen. Dat is een flauwe opmerking vermits dat perfect geweten is. Momenteel zijn alle kerncentrales immers open en zien we geen impact: de facturen zijn hoog op dit ogenblik. Ik vind het een zeer logische beslissing dat er wordt nagegaan om ze in het licht van de bevoorradingszekerheid over de winter heen te tillen. We moeten wel stoppen met dergelijke simplistische redeneringen voor te houden: kerncentrales zijn geen speelgoed. Ik vind het terecht dat de heer Wollants stelt dat we het dossier van de twee centrales die we gaan verlengen op tijd op de tafel van het FANC moeten leggen. Dat hoort zo in het kader van de veiligheid, maar dat geldt uiteraard ook voor de rest. Laten we afstappen van simplistische beweringen waar niemand iets aan heeft.

 

01.11  Georges Dallemagne (Les Engagés): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, madame la ministre, je vous remercie pour votre présence.

 

Il est vraiment temps de rassurer, de protéger les citoyens, de donner un cap à notre politique énergétique et d'avoir, enfin, un État stratège. Pourtant, ce n'est malheureusement pas ce que vous nous avez montré, monsieur le premier ministre. Vous nous avez dit que vous aviez pris une longueur d'avance par rapport à d'autres États. Établir une comparaison avec l'Allemagne dont on connaît les très mauvaises décisions stratégiques qui y ont été prises en matière d'énergie est assez osé. Ce n'est pas parce qu'elle a été très mauvaise que l'on est très bon. En effet, il y a eu, dans notre pays, un défaut grave d'anticipation qui a, aujourd'hui, des conséquences sociales, climatiques et géopolitiques. Il faut pouvoir l'admettre!

 

Dans votre accord de gouvernement, en septembre 2020, vous avez décidé de ne pas décider alors qu'ENGIE avait fait savoir qu'une décision devait être prise avant décembre 2020. Vous avez finalement décidé en mars 2022 de tenter de prolonger les deux réacteurs de Tihange 3 et Doel 4. Avoir autant retardé cette décision est une grande faute, ce d'autant que vous l'avez fait avec le couteau sous la gorge. Cela nous met dans une position extrêmement compliquée, difficile et cela nous rend très vulnérable par rapport à ENGIE.

 

Vous avez dit que vous aviez un accord de principe. ENGIE appelle cela une déclaration d'intention non contraignante. Donc, pour l'instant, nous n'avons rien entre les mains. Nous espérons avoir un accord, un contrat d'ici la fin de l'année.

 

J'entends la musculation du côté d'Écolo, du PS et d'autres qui parlent de pollueurs-payeurs et qui disent qu'il n'est pas question de payer pour le traitement des déchets. Mais nous nous sommes mis dans une position de grande fragilité pour appliquer ce principe sur lequel nous sommes tous d'accord. À ce stade, nous ne savons pas si ENGIE acceptera la mise en œuvre de ce principe puisqu'elle lie l'accord définitif sur la relance de ces deux réacteurs à un accord sur le financement du traitement des déchets. Nous ne savons donc pas si cela pourra aboutir.

 

J'en arrive donc à ma première question. Avons-nous un plan B en cas de non-accord? Que se passera-t-il en cas de délai supplémentaire?

 

S'il y a un accord sur Tihange 3 et Doel 4, nous savons qu'il n'y aura pas un seul réacteur actif entre décembre 2025 et novembre 2026. Que se passera-t-il à ce moment-là? Comment assurerons-nous la sécurité de notre approvisionnement énergétique? Il y aura le CRN, ce qui signifie plus de gaz et plus de dépendance vis-à-vis de l'international par le biais des exportations. Or, nous savons que tous les pays aujourd'hui ont un problème d'approvisionnement en énergie. Il n'est pas clair que nous puissions mettre en œuvre cet aspect du CRN.

 

Pourquoi ne prolonger que dix ans? Nous savons que nous avons besoin d'électrifier notre mix énergétique. Actuellement, l'énergie en Belgique est aux trois-quarts d'origine fossile. Si nous voulons sortir de cette dépendance au gaz et au pétrole, nous devons électrifier et nous n'y arriverons pas sans nucléaire, même s'il y aura de l'éolien et de l'énergie solaire. Toutes les personnes sensées le savent. Nous devons donc relancer autant que possible notre parc nucléaire. L'enjeu est fondamental.

 

Pour élargir la discussion – monsieur le président, vous l'aviez fait en introduction – qu'en est-il de Doel 1 et 2? Nous devons prendre des décisions et voter une loi avant la fin de l'année. Qu'en est-il des études d'incidences, de l'avis du Conseil d'État? C'est important car il s'agit d'un GW supplémentaire. Qu'en est-il de la relance de Doel 3 et Tihange 2?

 

J'entends le débat relatif aux micro-fissures. Mais on n'a jamais demandé à l'AFCN ce qu'elle pensait de la sécurité de ces deux réacteurs! Ce gouvernement n'a rien demandé à l'AFCN alors que c'est son rôle de lui demander ce qu'elle pense de ces micro-fissures. Moi, j'entends les ingénieurs de ces centrales dire que l'on peut continuer. Il faut faire le point rapidement sur ces questions et ne pas se débarrasser de capacités nucléaires qui pourraient encore servir et être utiles en toute sécurité, évidemment.

 

Donc, ce débat-là doit aussi être mené très rapidement, monsieur le premier ministre. C'est maintenant qu'il faut le mener. Ce n'est pas parce que c'est compliqué ou coûteux, monsieur Cogolati, qu'il faut reporter cette décision, au contraire. C'est justement parce que c'est difficile qu'il faut prendre cette décision de principe maintenant concernant un nouveau cap dans ce domaine-là. Cette série de décisions doit avoir lieu maintenant.

 

Monsieur le premier ministre, on sent qu'ENGIE renâcle, traîne les pieds et que ce projet ne l'intéresse pas énormément. Il faut dire qu'il a un conflit d'intérêts. Il a gagné les enchères dans le cadre du CRM et va construire une centrale à gaz. N'est-il pas temps d'aller voir son actionnaire principal, l'État français? Vous avez fait le voyage en Norvège; n'est-il pas temps de faire le voyage à Paris? Pas pour  aller voir ENGIE, mais son actionnaire principal, l'État français, qui est en train de prendre une série de dispositions pour assurer la maîtrise de son avenir énergétique, et qui lui-même nationalise une partie de ses capacités énergétiques. N'est-il pas temps d'aller les voir? Nous pourrions leur dire: "Vous faites cela chez vous, mais  vous avez un opérateur privé ici en Belgique qui ne répond pas à nos préoccupations, qui a visiblement des préoccupations essentiellement de type économique, mais beaucoup moins sociales, environnementales ou stratégiques." N'est-il pas temps d'aller voir le gouvernement français pour lui dire que nous aussi, nous voulons maîtriser notre avenir énergétique? Nous voulons reprendre pied, pas seulement dans ces deux réacteurs nucléaires à travers cette joint venture, mais plus globalement, nous voudrions faire en sorte de rentrer nous aussi dans le capital d'ENGIE et d'avoir là une meilleure maîtrise, une maîtrise publique, de notre avenir énergétique. Je pense que c'est une question qu'il faut mettre sur la table et qu'il est temps d'aborder. Voilà quelles étaient les principales questions que je voulais aborder avec vous.

 

01.12  François De Smet (DéFI): Merci monsieur le président et désolé de vous interrompre. Merci également à M. le premier ministre et à Mme la ministre de l'Énergie pour leur présence et leurs exposés.

 

Il y a longtemps que nous discutons de ce dossier, devenu un marathon. Rappelons que votre accord de gouvernement prévoyait une décision sur cette prolongation pour la fin novembre 2021 au plus tard, ce qui était déjà tard compte tenu de l'avertissement d'ENGIE selon lequel il fallait une décision dès la fin 2020 pour prolonger ces deux réacteurs. Et voilà le résultat: aujourd'hui, en août 2022, de report en report, nous n'avons rien, ou pas grand-chose!

 

Ce n'est pas un accord que vous avez sur la table aujourd'hui. Ce n'est même pas un accord de principe, selon moi, et je n'ai d'ailleurs pas l'impression qu'ENGIE le considère comme tel. C'est, au pire, une feuille de route et, au mieux – pour reprendre vos propres mots, madame la ministre – un cadre de négociation. Nous sommes aujourd'hui le 30 août 2022, et il n'y a pas d'accord ferme, ni la certitude que cette négociation aboutisse. Des certitudes, nous n'en avons finalement que deux: premièrement, l'ensemble des sept réacteurs seront bien fermés en décembre 2025 avant que deux d'entre eux redémarrent peut-être en novembre 2026, ce qui pose, comme l'a dit le collègue Dallemagne, une sérieuse question au minimum sur l'hiver 2025.

 

Deuxièmement, nous aurons de toute façon besoin de nouvelles centrales au gaz. Des centrales au gaz dont personne n'a encore posé la première pierre, soit dit en passant, alors que l'un des intérêts de la prolongation était d'éviter ce recours accru au gaz. Mais surtout, alors qu'on pouvait espérer de votre gouvernement une rupture, la politique énergétique de la Vivaldi est malheureusement conforme au flou, aux allers-retours et aux mouvements de zig-zag des gouvernements qui se sont succédé sur l'énergie depuis 20 ans, autrement dit depuis la décision en 2003 d'ancrer dans la loi la fin du nucléaire, qui fut – je crois que nous sommes de plus en plus nombreux à le considérer – une erreur dont tous les partis du gouvernement sont responsables, soit pour l'avoir commise, soit pour ne pas l'avoir corrigée.

 

Je pense que nous payons en partie aujourd'hui ce manque de planification. La crise des prix actuelle est la crise de l'absence d'indépendance de l'Europe et de la Belgique sur le plan de l'énergie. Or, le drame, c'est que nous avons, au contraire, besoin de planification, selon moi. Nous avons besoin d'une politique énergétique sur plusieurs dizaines d'années. Je crois, monsieur le premier ministre, qu'il nous faut en matière d'énergie davantage d'étapes et plus de planification. Cela concerne le renouvelable, cela concerne la modération énergétique et cela concerne le nucléaire. Cela doit donc concerner des engagements qui dépassent ces deux réacteurs.

 

Pour être clair et concis, premièrement, j'espère que vous aboutirez quand même sur cette prolongation, malgré les bases très bancales de cette négociation que d'autres collègues ont détaillée, et malgré l'impression que vous négociez sur une couche de glace qui peut se briser à tout instant.

 

Je demande à nouveau que le mandat de cette négociation soit pour une prolongation de 20 ans et non de 10 ans, pour des arguments que certains de mes collègues ont évoqués et parce que cela ne ferait guère de différence d'investissement.

 

Ensuite, je me demande moi aussi si vous avez pris toutes les assurances, notamment auprès de l'Agence fédérale de contrôle nucléaire (AFCN), sur la possibilité d'arrêter le processus de fermeture des autres réacteurs. Il y en a deux qui doivent fermer avant la fin de l'année, on peut comprendre qu'il soit très tard, mais il en reste trois autres. Je voudrais savoir si, pour ces cinq réacteurs, les enquêtes techniques nécessaires déterminant si la prolongation est possible ont au moins été demandées.

 

Enfin, je voudrais profiter d'avoir l'oreille attentive du premier ministre et de la ministre de l'Énergie pour lancer un appel pour que notre pays se dote d'un plan énergétique à long terme. Cette planification engagerait plusieurs législatures, et donc plusieurs partis et pas seulement ceux de l'actuel gouvernement. Je suis convaincu que nous allons avoir besoin d'énergie renouvelable, de modération et de nucléaire de la quatrième génération. Pour cela, il faut un plan à 25 ans, il faut de la recherche – je sais que 100 millions sont bloqués dans le budget –, il faut des ingénieurs – qu'on a découragé à faire du nucléaire depuis 20 ans –, et il faut une liaison avec nos partenaires européens.

 

Allez de l'avant, profitez de l'opportunité de cette crise pour créer une véritable union énergétique et aidez notre pays, avec l'Union européenne, à se doter de ce qui lui manque le plus, c'est-à-dire une véritable indépendance énergétique.

 

01.13  Christian Leysen (Open Vld): Mijnheer de premier, mevrouw de minister, ik mag er mij alleszins over verheugen dat er een brede consensus is over het feit dat het verlengen van de levensduur van de nucleaire centrales – aan de juiste voorwaarden en met de nodige veiligheidsmaatregelen – blijkbaar voor iedereen een goede oplossing is. Ik kan mij er alleen maar over verheugen dat u een letter of intent heeft getekend. Voor een ondernemer is dat een essentiële en onvermijdelijke stap om tot een goed akkoord te komen. Zo'n letter of intent zegt wat we willen doen, welke de roadblocks zijn die opzij moeten worden geschoven, wat de timing is en wat nog verder moet worden uitgewerkt.

 

Ik heb u ook horen zeggen dat in de problematiek moet worden ingegrepen. Sommigen hebben u geciteerd toen u zei dat de markt niet meer functioneert. Wij zitten in een situatie waarbij de wereldeconomie een soort hartritmestoornis heeft en bokkensprongen maakt. Ook de methodiek van de prijsvorming zorgt vandaag voor problemen. De fameuze marginal pricing, die de elektriciteitsprijs bepaalt op basis van de gasprijs, functioneert in normale omstandigheden. In uitzonderlijke omstandigheden, met een prijsvormingsmechanisme dat door de Europese Unie is vastgelegd, leidt dit tot toestanden die onverantwoorde prijsschommelingen mogelijk maken. Ik reken erop dat u ook op dat vlak uw inspanningen voortzet.

 

Ik meen dat wij allemaal met een zeer grote bescheidenheid moeten toegeven dat wij allemaal verkeerde inschattingen hebben gemaakt de voorbije jaren. Wij dachten dat de overstap naar hernieuwbare energie snel zou gebeuren zodat wij de kerncentrales sneller zouden kunnen afschakelen. Wij dachten ook dat de gas altijd goedkoop zou blijven en geen deel zou uitmaken van een geopolitiek machtsspel. Voor mij moeten wij terugkeren naar een normale markt die ervoor zorgt dat vraag en aanbod mekaar vinden. Dit leidt tot een verantwoorde prijs. Maar, laten we eerlijk zijn, wij hebben het aanbod bewust beperkt, zonder ervoor te kunnen zorgen dat ook de vraag beperkt.

 

Een bijkomende vaststelling die ik wil maken, is dat veel wat niet kon, nu wel blijkt te kunnen. Dat is natuurlijk altijd zo in het leven. We kregen veel verklaringen over wat wel mogelijk was en – vooral – wat onmogelijk was. Wat eerder onmogelijk was, kan nu ineens wel. Zelfs in Duitsland is er nu sprake van het heropstarten van centrales. Hoe meer informatie ik over de dossiers krijg, hoe meer ik leer dat er altijd verschillende mogelijkheden zijn. Alles is moeilijk en niet evident, en we leven in een tijd waarin we keuzes moeten maken, en dan het liefst keuzes op de lange termijn.

 

U hebt nu twee belangrijke uitdagingen. Tussen nu en het einde van het jaar moet u twee grote dossiers afwerken. Het eerste is het dossier van de SPV's. Dat is een technisch dossier waarin de krijtlijnen relatief duidelijk zijn, maar waarvan de invulling tijd zal vragen. Het andere is natuurlijk het thema van het afval en de nucleaire provisies. Dat zal veel energie vergen, en als ik u één boodschap mag meegeven, mijnheer de premier en mevrouw de minister, dan is het mijn vraag om daar voldoende tijd in te investeren om dat voor elkaar te krijgen. Ik weet immers dat met name de premier altijd vele katten te geselen heeft.

 

Om te besluiten wilde ik niet alleen het head of public affairs van ENGIE begroeten, maar volgende keer zou ik graag eens hun directiecomité via streaming bijwonen. Daarnaast wil ik nogmaals benadrukken dat dit een zeer belangrijk dossier is, dat niet alleen voor deze regering, maar ook tijdens de volgende zittingsperiodes bepalend zal zijn en, wat het afval betreft, zelfs de volgende decennia. Daarom is het goed dat het Parlement tijdens een onderhandelingsproces – laten we daarover geen misverstanden bestaan – deelt wat er in de letter of intent staat. Daarom zou het ook goed zijn als de premier de toestemming geeft om het document zelf te verdelen.

 

Graag zag ik een soort klankbordgroep, besloten, zonder dat ENGIE meeluistert. Zo wil ik de komende maanden verder van gedachten kunnen wisselen. Het Parlement draagt hier een algemene verantwoordelijkheid. Als volksvertegenwoordiger moet ik kritiek leveren, maar ik wil ook iets bijdragen om oplossingen, waarover we het hier allen eens zijn vandaag, mogelijk te maken. We moeten daaraan kunnen bijdragen zonder dat de tegenpartij meeluistert en met de mogelijkheid om meer informatie te krijgen van de regering. Als de oppositie dat aanbod denkt te moeten afslaan, krijgt ze minder informatie. Als dat in de toekomst niet mogelijk blijkt zal ik met plezier een aantal vragen, opmerkingen en feedback rechtstreeks geven.

 

01.14 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer de voorzitter, het was nuttig om deze discussie in de commissie te kunnen voeren. Ik zal ingaan op een aantal punten en laat meer technische zaken over aan minister Van der Straeten.

 

Men moet mij geen woorden in de mond leggen. Ik heb gezegd dat er momenten zijn waarop de markt niet functioneert, niet dat in het algemeen de vrije markt niet functioneert. Ik ben ervan overtuigd dat de vrije markt een efficiënte manier is om middelen te alloceren, maar als men ziet dat ze niet werkt in een crisis zoals vandaag, moet men durven ingrijpen. Dat doen we ook met aandelenmarkten. Als die crashen en dreigen gezonde bedrijven mee naar beneden te sleuren, grijpen we in en vragen we om te kalmeren. We zijn op een moment waarop de markt grote onzekerheid en irrationaliteit kent. De kosten van die onzekerheid zijn vandaag buitenproportioneel, de maatschappij kan die niet aan. In mijn ogen moet men dan ingrijpen. Die onzekerheid is in mijn ogen niet in overeenstemming met de reële onzekerheid.

 

Wat is er nu juist gedaan? De heer Leysen heeft dat zeer goed aangegeven. Eerst sluit men een principeakkoord, een letter of intent, om duidelijk af te spreken wat de perimeter van de onderhandelingen is. Men sluit daar een akkoord over en gaat dan stap voor stap naar een finaal akkoord. Dat is de methode die men gebruikt bij alle complexe onderhandelingen. Op die manier wordt aan beide kanten een stap vooruitgezet. Naar een onderhandeling gaan, om er aan te geven wat wordt gewenst en te stellen dat het dat moet zijn, is een manier waarop ik nog maar zelden complexe onderhandelingen heb zien werken.

 

Het gaat hier ook om heel complexe onderhandelingen. Dat zal niemand tegenspreken. Het betreft een complexe materie, die ook van een andere orde is dan de verlenging die wij in het verleden hebben doorgevoerd. Het was belangrijk in het licht van de manier waarop de evolutie er is gekomen. Velen refereren immers aan uitspraken van regeringsleden in het verleden. Dat is correct, maar intussen is de situatie natuurlijk zwaar geëvolueerd. Wie had op het moment waarop het regeerakkoord is gemaakt, immers kunnen voorspellen dat wij in een oorlog zouden belanden in Europa, waarbij energie als een instrument wordt gebruikt om het Europese continent te destabiliseren. Wie dat op dat moment wist, heeft het toen in ieder geval niet naar voren geschoven.

 

Rekening houdende met de evolutie die wij de voorbije maanden hebben gezien, zijn wij van mening dat het een juiste beslissing is om deels de controle te laten nemen door de overheid en de maatschappij op een essentieel element dat stabiliserend moet zijn in de energiemarkt. Dat is in het verleden nooit het geval geweest. Sommige leden hebben gesteld dat er een uitverkoop is geweest van de energiesector. De energiesector is de voorbije decennia echter nooit in de handen van de overheid geweest. Ze is altijd privaat geweest. Ook de nucleaire exploitant maakte op dat moment keuzes, vaak zonder de toestemming van de overheid te vragen. In de SPV-constructie die wij opbouwen, zal dat op een heel andere manier gebeuren. Wij zitten mee aan tafel bij strategische beslissingen.

 

Madame Marghem, vous l'avez très bien expliqué. La notion juridique d'exploitant et la position d'actionnaire sont évidemment fort différentes.

 

Het akkoord was dus een essentiële stap vooruit van beide partijen. Een volgende stap komt er eind september. Tegen het eind van het jaar moet dat volledig onderhandeld zijn en uitmonden in een overeenkomst en dat zal inderdaad een zeer complexe en omvangrijke overeenkomst zijn.

 

MM. Cogolati et Leysen ont demandé s'il était possible de partager le texte de la letter of intent avec cette commission. Cela ne pose pas de problème. Je demanderai que le document soit envoyé à M. le président pour qu'il le fasse circuler parmi les membres. De toute façon, les différents éléments qu'il contient ont déjà été discutés. L'objet de cet accord est constitué par les deux réacteurs les plus récents. Il faut le dire clairement. Essayons de bien y travailler, car le problème est déjà suffisamment compliqué.

 

Natuurlijk zal ondertussen ook heel ons energielandschap fundamenteel veranderen. Wij zitten vandaag aan 2,2 gigawatt offshore in de Noordzee. De plannen zijn om dat naar 6 en zelfs naar 8 gigawatt te brengen, wat een fundamentele wijziging betekent voor de organisatie van de energiebevoorrading in ons land. Sommigen stellen dat we het nucleair park als een vast gegeven moeten beschouwen, maar er veranderen ondertussen heel wat zaken in de energiemarkt.

 

Ik hoor soms het hele energieprobleem herleid worden tot een discussie over de nucleaire verlenging. Dat heb ik al een paar keer gehoord en ik vind die uitspraak toch wat te gemakkelijk. Mocht die stelling kloppen, dan waren wij een unicum in Europa, want dan hadden wij lage prijzen. In Frankrijk moesten er dan ook geen prijsblokkeringen nodig zijn om de prijzen onder controle te krijgen. Dat is vandaag niet het geval. Sommigen stellen elk probleem voor als een nagel waarop eenvoudigweg gehamerd moet worden. Zo kan het energieprobleem zogezegd opgelost worden met de nucleaire verlenging. Eerlijk gezegd, dat is niet wat ik vandaag zie. Wel is de nucleaire capaciteit, zoals ik daarnet al zei, een element van de puzzel, een belangrijk element vandaag. De stelling dat nucleaire energie voor het energievraagstuk de oplossing is, gaat echter niet op. De oplossing zal komen door een verandering van de prijszetting in de energiemarkten, een punt dat minister Van der Straeten al sinds februari maakt. Die verandering van de prijszetting moet er komen door de crisis maar ook omdat het marginal pricing model niet meer overeenstemt met de huidige realiteit en de manier waarop men de gasprijzen onder controle kan krijgen.

 

Ik denk dat we zeer duidelijk geweest zijn over het onderscheid tussen de ontmanteling en de berging. De ontmanteling valt natuurlijk geheel onder de verantwoordelijkheid van de operator. De berging is een ander probleem.

 

Je comprends que certains considèrent que cette discussion autour de la fixation de montants est entachée d'incertitude. C'est un calcul qui n'est pas du tout évident, certes, mais c'est aussi la raison pour laquelle existent l'ONDRAF et la Commission de provisions nucléaires. Je comprends donc l'appréhension de plusieurs d'entre vous lorsqu'ils se demandent comment l'estimation de ce montant sera calculée et quelle sera la prime de risque qui y sera attachée. La détermination et le paiement de cette somme peuvent être regardés comme quelque chose d'incertain, mais aussi comme une certitude. Dans la vie, rien n'est permanent. Ainsi, la survie d'une entreprise n'est jamais garantie. Par exemple, les Allemands ont choisi de trouver un moyen de s'assurer que l'argent sera provisionné au moment opportun.

 

J'accepte la part d'incertitude, mais il faut considérer l'autre aspect, à savoir la contrepartie financière qui sera garantie durant septante ans, même si elle ne sera peut-être plus active à un moment. Ces deux volets doivent donc rester bien présents à l'esprit.

 

Een aantal leden heeft heel goed opgemerkt dat ENGIE verantwoordelijk blijft voor zijn verleden.

 

Mevrouw Lanjri, u stelt dat wordt gesproken over de bestaande openheid naar andere partners. U vraagt wat daarachter schuilt. Ik wil daarover heel transparant zijn. Waarover het gaat, is dat, mochten andere partners bereid zijn om in te stappen, het fout zou zijn om vandaag die mogelijkheid uit te sluiten. Wat daarmee wordt bedoeld, is dat er natuurlijk een mogelijkheid is dat iemand anders op een bepaald moment zou aangeven dat de activiteit in diens ogen interessant lijkt te zijn. Dat zou echter niet betekenen dat de historische exploitant zijn historische verantwoordelijkheid kan ontlopen.

 

ENGIE is exploitant geweest en zal dat ook zijn als dit dossier wordt afgerond. Mocht op een bepaald moment de historische exploitant evenwel beslissen met die activiteit te stoppen en een andere partner in de plaats komen, dan kan het verleden niet zomaar opzij worden geschoven. Het is belangrijk om dat goed te preciseren.

 

Over het risico en het stabiliserende effect van een bedrag heb ik daarnet al gesproken. Dat element kunnen wij eventueel nog nader bespreken. Wij praten voort.

 

01.15 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, als het gaat over energie stel ik vast dat er in deze commissie geen klassieke oppositie en geen klassieke meerderheid is. Dat verheugt me. Gezien het belang van de dossiers waar wij voor staan, is dat maar goed ook. Het zorgt altijd voor een verrijking. Ik wil alleszins de vele sprekers bedanken.

 

Ik zal beginnen met het aspect van CAP-plafond-nucleair afval.

 

De verschillende fracties hebben de uitdaging heel goed geschetst. De heer Cogolati heeft verwezen naar de vaststelling dat ik een en ander zal doen dans l'intérêt des Belges.

 

Mais comment calculer s'il n'y a pas de sites opérationels, pas de réelles options et pas d'expertise industrielle?

 

De heer Wollants heeft op een andere manier hetzelfde aangegeven. Hij heeft gevraagd wat ik zal doen en of ik ook nog extra keuzes zal maken.

 

Ik wil hier twee zaken benadrukken.

 

Ten eerste, de voorbije achttien maanden heeft deze regering in het dossier vooruitgang geboekt, vaak voor de eerste keer, en die vooruitgang is door het Parlement goedgekeurd. Ik geef als voorbeelden de aanpassing van de wet op de nucleaire provisies en de twee wetten op de acceptatiecriteria, zowel – zoals ik daarjuist heb meegeven – van de kant van Binnenlandse Zaken, FANC en Energie/NIRAS als op het niveau van de beleidsmaatregelen. Dat was tot nu toe niet gebeurd.

 

De heer Cogolati heeft verwezen naar Bure waar hij is geweest. Maar ook in een ander Europees land, met name in Finland, is er de site van Olkiluoto nog volop in voorbereiding, die het resultaat is van een beslissing van maar liefst 40 jaar geleden.

 

Zoals daarnet reeds gezegd, ontken ik niet dat dit een uitermate complexe oefening is. Complex omdat een aantal beslissingen nog maar recent is genomen. Het klopt dus, mijnheer Verduyckt, dat het een zeker risico kan inhouden, wat betekent dat we alle mogelijke expertise ter zake nodig hebben. We beschikken echter over die expertise in ons land. Door de driejaarlijkse herziening van de provisies hebben we veel expertise opgebouwd in de schoot van de Commissie voor nucleaire voorzieningen en de NIRAS. Die expertise is uiteraard ook voorhanden bij de regulator, de CREG, eveneens vertegenwoordigd in de Commissie voor nucleaire voorzieningen. Een makkelijke oefening wordt het zeker niet, maar door het kader waarover we ten dele beschikken, is het toch een oefening die we vastberaden en met veel vertrouwen maken.

 

Het is als het ware een track binnen de onderhandelingen, wellicht degene die het meeste inspanningen zal vergen. Momenteel loopt de driejaarlijkse herziening. Dat betekent dat beide complementair kunnen zijn, en dat er geput kan worden uit beide ervaringen.

 

Pour répondre à la question de M. Ben Achour, aucune mission n'a été confiée à l'ONDRAF ou à la CPN par écrit. Mais tous deux participent aux différents groupes de travail qui ont été mis en place. Ils participaient également au groupe de réflexion qui avait été mis en place auparavant.   

 

01.16  Malik Ben Achour (PS): (…)

 

01.17  Tinne Van der Straeten, ministre: L'ordre de mission est très clair. Il figure dans l'accord de principe. Si, à un moment donné, il s'avère nécessaire d'expliciter les choses, cela sera fait. Mais, selon moi, il s'agit d'une formalité. D'ailleurs, nous avons toujours pu compter sur l'expertise de l'ONDRAF et de la CPN, mais aussi de l'AFCN et du SCK CEN. Nous sommes donc entourés d'institutions qui ont une grande expertise.

 

Pour ce qui concerne le solde de tout compte et la prime de risque, les deux vont bien sûr ensemble. En effet, on ne peut pas avoir un solde de tout compte sans prime de risque.

 

Een risicopremie is bedoeld om die onzekerheden op te vangen. Hoe groter de onzekerheden, hoe hoger de risicopremies. Een groot deel van de discussie zal dus gaan over de vraag: waar zitten de onzekerheden en wie hoort die te dragen? Dat zal worden meegenomen in de discussies die gevoerd zullen worden over het afval.

 

J'en viens à la question de M. Cogolati sur le lien avec le démantèlement et la prolongation.

 

Enkel in het geval dat het aantoonbaar  te maken heeft met de verlenging, en bovendien enkel als dat objectief kan worden aangetoond. Om een voorbeeld te geven: stel nu dat in 2033 de internationale normen voor ontmanteling strenger zouden worden en dat dat meerkosten zou veroorzaken, dan brengt ENGIE aan dat ze die twee eenheden al ontmanteld heeft. Als er dus later een wetswijziging komt die de kosten hoger zou maken, dan geldt dat uiteraard enkel voor die twee eenheden.

 

Daarover hebben wij gezegd: "Oké, dat dragen jullie aan. Wij kunnen dat verder bekijken en de verdere contouren daarvan bespreken in het kader van de onderhandelingen." Ik herhaal wel dat we over een expertiseteam beschikken. Iemand vroeg hier of we over voldoende expertise beschikken, en welke soort expertise dat dan is. Wel, technisch-financieel – met CPN en NIRAS – en technisch-industrieel – met NIRAS en SCK. We kunnen dus echt wel rekenen op een pak expertise. Ik dacht dat het de heer De Smet was die zei dat de expertise de voorbije jaren is afgebouwd, maar laten we onszelf nu niet naar beneden praten. De dotaties aan het SCK en de NIRAS zijn altijd op punt gebleven; meer zelfs, deze regering heeft ze zelfs versterkt. Wij hebben niet toegestaan dat deze expertise zou worden afgebouwd, integendeel. Er zijn zelfs budgetten vrijgemaakt om de expertise nog verder op te bouwen in andere domeinen. Ik denk dan aan nucleaire geneeskunde, ik denk aan andere manieren om nucleaire radio-isotopen te maken en ook aan de SMR's waarnaar u zelf al verwees.

 

Er zijn een aantal heel specifieke vragen gesteld. Zo stelden de heer Wollants en mevrouw Marghem een vraag over de kernbrandstof. Daarover wil ik zeggen dat dat in de eerste track zit, de LTO-track, waar 2026 als timing werd vooropgesteld. Zo meteen kom ik bij een vraag van mevrouw Dierick over de winter van 2025. We zitten nu op een tijdpad waarbij nu ook de exploitant aangeeft te willen bekijken of het mogelijk is tegen 2026. Daarvoor moeten dan natuurlijk de nodige stappen worden gezet, en dat zit natuurlijk in de scope van de exploitant. Wij gaan geen kernbrandstof bestellen, maar in elk geval is ons ook verzekerd dat dat niet op het kritische pad zit om te kunnen vertragen richting 2026.

 

Monsieur Cogolati, pour ce qui concerne le personnel et le lien avec le SPV, le SPV mis en place entre ENGIE et l'État ne concerne que le règlement financier. Le personnel n'est donc pas inclus. Il appartient à ENGIE Electrabel de continuer à remplir ses obligations et ses engagements envers son personnel.

 

Wat ik net vergat te zeggen bij het punt afval. Soms wordt te weinig benadrukt dat de berekeningen die momenteel worden gemaakt voor het vaststellen van de hoogte van de provisies met de driejaarlijkse herzieningen, ervoor zorgen dat er wordt gewerkt met het meest conservatieve scenario, juist omdat over een aantal zaken nog niet werd beslist of omdat die in de laatste fase zitten. Dat scenario is conservatiever dan wat momenteel op tafel ligt, wat ook al een beveiliging is in hoofde van de Belgische Staat.

 

En ce qui concerne les budgets libérés par l'exploitant – auxquels Mme Marghem a fait référence –, cela se passe chez eux. Il y a des engagements de notre côté et des engagements de leur côté, à savoir mettre tout en œuvre pour être disponible pour l'hiver 2026-2027. J'espère et j'ai la conviction que toute partie contractante remplit de bonne foi les engagements couchés par écrit et va exécuter ce qui doit l'être, tout comme nous le faisons de notre côté pour ce qui concerne notamment la mise en œuvre et les rapports d'incidence environnementale.

 

M. De Smet a évoqué l'hiver 2025.

 

Ook mevrouw Dierick had daarover een vraag ingediend, waarnaar mevrouw Lanjri verwezen heeft. Voor het jaar 2026 wordt in oktober een nieuwe CRM-veiling georganiseerd, waarmee ik op de vraag van mevrouw Dierick antwoord. In het besluit van 30 maart, na overleg in de ministerraad, is een volume van 1.662 megawatt afgetrokken van de vraagcurve, hetgeen overeenkomt met beide nucleaire capaciteiten aan een deratingfactor van 80 %. Er wordt dus inderdaad rekening gehouden met Doel 4 en Tihange 3 in de komende veiling met het oog op het leveringsjaar 2026-2027. Zij nemen niet deel aan de veiling en worden dus beschouwd als niet in aanmerking komende capaciteit, maar het volume is dan ook afgetrokken van de vraagcurve, opdat het niet bij andere capaciteiten wordt gecontracteerd.

 

Aussi, pour assurer le principe de base de notre mécanisme de soutien à l'investissement, je dirais comme Mme Dierick: "Het juiste genoeg, niet te veel, niet te weinig". Pour être très claire, pour l'hiver 2025 auquel M. De Smet a fait référence, il n'y aucun souci. Il n'y aucun souci pour les hivers 2025-2027. On a tenu compte de tout s'agissant du CRM. Tout est en cours d'exécution et, en ce moment, il n'y a pas de souci de ce côté-là.

 

Monsieur De Smet, vous avez demandé plus de planification. Je suis entièrement d'accord avec vous. Notre politique énergétique, ainsi que la politique européenne, ont besoin de plus de planification. D'ailleurs, c'est aussi l'esprit dans lequel ce gouvernement travaille, avec une perspective d'ici à 2050. Sur les diverses pistes que vous avez avancées vous-mêmes en renouvelable, il y avait le quadruplement de notre capacité éolienne en mer du Nord – le triplement à court terme. En ce qui concerne la modération, il y a la campagne  "J'ai un impact". La Régie des Bâtiments a baissé la température de nos bâtiments fédéraux. On a pris la décision de prolonger une capacité de deux gigawatts nucléaires. Bien sûr, il s'agit d'une politique qui doit être menée dans une perspective de plusieurs législatures, avec un plan à 25 ans.

 

De langetermijnplanning moet voor de nodige rust zorgen op de markt. Zij is ook noodzakelijk om investeringen te kunnen aantrekken. Die investeringen moeten erop gericht zijn om onze onafhankelijk te verhogen. Vandaar de initiatieven van deze regering, niet enkel met betrekking tot onze eigen windmolens op zee, maar ook initiatieven met onze buurlanden.

 

De kritiek op de reis van de premier naar Noorwegen vind ik trouwens onterecht. Met permissie, Noorwegen is haast een buurland van België. Wij hebben een rechtstreekse verbinding met Noorwegen voor gas, dat in de toekomst omgevormd kan worden naar waterstof, dat we nodig hebben als grondstof in onze industrie. Noorwegen heeft ook veel plannen inzake wind op zee. Als u dus vraagt wat de premier daar is gaan doen: het gaat over de bevoorradingszekerheid, de veiligheid van ons land.

 

Er zijn overigens nog andere bilaterale contacten. Er zijn ook MOU's gesloten met Denemarken over die wederzijdse verbinding, alsook met Engeland over een dubbele verbinding. We zijn beiden zeer actief bezig met intra-Europese samenwerking alsook met internationale samenwerking, met name inzake waterstof.

 

Binnen dat bredere kader is een van de elementen inderdaad de verlenging van 2 gigawatt nucleaire capaciteit. Daarover hebben we een principeakkoord bereikt. Dat was niet gemakkelijk en velen onder u vonden dat dat vroeger had moeten gebeuren; dat hadden wij ook verkozen, maar het is wat het is. Vanuit dat kader kunnen we nu vooruitgaan. We hebben een strakke kalender voor ons. U hebt de uitdagingen daarvan geschetst. Dank u voor uw inbreng om de ins en outs daarvan te bepalen, zeker wat de cap betreft, wij gaan daar verder mee aan de slag en zullen op geregelde momenten naar u terugkoppelen.

 

Het werk is niet af, maar we zijn op de goede weg om effectief mogelijk te maken dat die 2 gigawatt nucleaire capaciteit verlengd wordt. Het is een van de elementen van de puzzel die we nodig hebben voor de bevoorradingszekerheid van ons land.

 

01.18  Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de premier, mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoorden.

 

De premier heeft het heel correct gesteld: we hebben nu een kader waarbinnen we zullen onderhandelen. Dat is er na al die tijd bereikt. Mevrouw Van der Straeten, u hebt gezegd: het is wat het is. Het is alleen maar wat het is omdat u de voorbije jaren de beste troeven uit handen hebt gegeven. U moet nu spelen met wat er zich nog aan kaarten in uw handen bevindt. Om eerlijk te zijn, open miserie ligt niet veraf. Wij zullen daar massaal de prijs voor betalen. Er is meer sense of urgency nodig. Die zes maanden zijn een risico. De regering heeft bewezen dat dergelijke tijdsplanning zelden wordt behaald. Als daar nog een aantal maanden bijkomt, komt de kernbrandstof wel op het kritisch pad.

 

Wat heeft dit akkoord opgeleverd? We zijn niet zeker van de brandstof. We zijn er niet zeker van dat de investeringen zijn voorbereid en men daarmee aan de slag kan gaan. We zijn er enkel zeker van dat ENGIE de tafel voorlopig niet zal verlaten. Ik vrees dat we daar niet de beste kaarten hebben en dring er op aan dat de onderhandelingen met de nodige spoed verder worden gezet, tot u iets concreets kunt voorleggen.

 

01.19  Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, mevrouw de minister, bedankt voor de gedachtewisseling. Ik zou kunnen ingaan op de woorden van de heer Wollants en hem er even aan herinneren dat ENGIE een aantal zaken ook vroeger al op tafel heeft gelegd. Het is duidelijk dat deze regering wel stappen zet.

 

Ik maak gebruik van de repliek om te zeggen wat voor onze fractie van belang is en wat wij in het oog zullen houden bij de komende besprekingen met ENGIE. Voor onze fractie is een duurzaam en betaalbaar energiebeleid altijd belangrijk geweest. Om die reden heeft de energietransitie de pijlen gericht op meer energie-efficiëntie en op meer investeringen in hernieuwbare energie. Ik ben blij dat de eerste minister heeft verwezen naar de windenergie op zee die wordt verdrievoudigd. Mevrouw de minister, u heeft verwezen naar de samenwerking met Noorwegen. Als er één ding is dat de federale regering van bij haar aantreden heeft gedaan, is het inzetten op de energietransitie.

 

Ik ben het met u eens dat niemand had kunnen voorspellen hoe de situatie zou veranderen. Daarom is het goed dat er in maart 2022 een akkoord is gesloten en dat is bekeken op welke manier de veranderde situatie kon worden aangepakt.

 

Er is onderhandeld. Als er één zaak is waarvan u beiden mij hebt overtuigd als leek in de commissie – er zijn leden die hier al veel meer jaren zitten en veel meer expert zijn op technisch vlak –, dan is het dat er onderhandeld is. Dat de onderhandelingen niet eenvoudig waren, heb ik al eens aangegeven tijdens de plenaire vergadering. Wij wisten allemaal dat ze niet eenvoudig zouden zijn. ENGIE heeft in 2018, 2019, 2020 en 2021 nee gezegd. Nu zien wij echter een toenadering. Dat is vandaag uw verdienste.

 

Ik wil u in mijn repliek graag meegeven wat voor mij wel belangrijk is. Dat zijn drie zaken.

 

Ten eerste, de kosten zijn belangrijk. Het is echt heel belangrijk dat de factuur voor de ontmanteling niet bij de belastingbetaler belandt. Er zijn partijen die terecht van de daken schreeuwen dat de factuur van de pensioenen niet bij de volgende generaties mag komen te liggen. Voor mij is dat ook belangrijk voor de factuur van de kernenergie. Ook die factuur mogen wij niet bij de komende generaties leggen. Die kosten zijn dus heel belangrijk.

 

Ten tweede, veiligheid is een belangrijk aspect. Ik ben enigszins bezorgd over het feit dat de kerncentrales er moeten zijn tegen november 2026, hoewel wij weten dat het lang duurt om na te gaan of een en ander op een veilige manier kan. In het verleden is bij een inderhaaste verlenging ook wel eens een lek gedetecteerd. Ik hoop dat wij daarvan gespaard kunnen blijven.

 

Een derde belangrijk aspect is de juridische robuustheid. Uit het verleden is heel duidelijk gebleken dat het aanpassen van wetgeving niet zomaar kan worden gedaan. Die aanpassing moet juridisch robuust zijn en moet goed aan elkaar hangen.

 

Tot slot, u zit binnenkort samen met alle regeringen van ons land. Ik wil u, ten eerste, vragen om werk te maken van de energieprijzen en te bekijken op welke manier wij ze kunnen aanpakken. Daar liggen de mensen immers van wakker. Ten tweede, de omschakeling of energietransitie is belangrijk voor de portemonnee maar ook voor het klimaat, waarover wij het vandaag te weinig hebben gehad. De huidige zomer heeft mij van één zaak overtuigd, namelijk dat wij niet mogen toegeven op het vlak van het klimaat. De energietransitie kan daarin een heel belangrijke rol spelen.

 

01.20  Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, je remercie le gouvernement de nous avoir apporté plusieurs réponses. Toutefois, comme c'est souvent le cas, je n'ai pas reçu de réponse à toutes mes questions. Je pense ainsi à la possibilité, au-delà du 31 décembre, de revoir les montants estimés. Disposons-nous de marges pour faire évoluer le modèle? Cela me semble essentiel, puisque nous travaillons pour le très long terme. En l'espèce, il nous est difficile de nous projeter dans le temps.

 

Je vous avoue, monsieur le premier ministre, avoir du mal à vous suivre lorsque vous déclarez que ce que nous considérons comme des incertitudes pourraient aussi être envisagées comme des certitudes. Pour moi, la seule certitude est que ce sera plus cher dans trente ou cinquante ans. C'est écrit dans les astres. Nous sommes, en effet, certains que les prochaines estimations seront dépassées ou caduques quand il s'agira de passer à la caisse. Une vigilance absolue est donc requise. Sinon, la facture que nous laisserons aux générations futures risque de se révéler colossale.

 

Ma réflexion suivante diverge de votre appréciation du marché qui fonctionne, sauf en période de crise. Il n'aura échappé à personne que, depuis 2008, les crises s'enchaînent et qu'avec la crise financière, le covid, la guerre en Ukraine et la crise climatique, le marché – c'est-à-dire la loi de l'offre et de la demande – atteint ses limites et s'effondre sur lui-même, emportant avec lui les ménages et les entreprises. Je pense que nous nous trouvons à l'aube d'un nouveau monde, d'une nouvelle ère, et que nous allons devoir revoir de fond en comble le paradigme dans lequel nous avons évolué au cours des trente ou quarante dernières années. J'en resterai là et vous remercie à nouveau.

 

Excusez-moi, je n'ai pas non plus obtenu de réponse à la question des surprofits.

 

Le président: Ce n'était pas à l'ordre du jour.

 

01.21  Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, je sais, mais j'avais posé la question.

 

Le président: Je crois que votre question reviendra!

 

01.22 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): (…)

 

01.23  Malik Ben Achour (PS): Mais ce que je voudrais, c'est une solution afin de ne pas devoir reposer la question à chaque fois.

 

01.24 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): (…)

 

Le président: C'est contrôler les prix pour qu'il n'y ait pas de surprofits.

 

01.25  Malik Ben Achour (PS): Le premier ministre me semble sceptique. Je le vois sur son visage.

 

01.26  Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de premier, mevrouw de minister, het is wat het is. Ik denk dat wij de komende maanden nog een bijzonder lange weg te gaan hebben.

 

Ik stoor mij wel aan het hele ontkenningsgebeuren van de groene partijen als ik hun leden hier bezig hoor. Ik denk ook dat er de komende weken en maanden vooral binnen de meerderheid gepraat zal moeten worden, want na de verschillende tussenkomsten heb ik het gevoel dat niet iedereen op een lijn zit.

 

Vooral heb ik ook geleerd dat wij, zeker in deze tijden, energie zoveel mogelijk in eigen handen moeten houden zodat we zo weinig mogelijk afhankelijk zijn van het buitenland in de toekomst. Ik hoor minister Van der Straeten hier een heel pleidooi houden over interconnecties en hoe wij alles in de toekomst in ons land zullen importeren, wat mij bijzonder bezorgd maakt.

 

Mijnheer de premier, u hebt gezegd dat de verlenging van de levensduur van die kerncentrales niet alles oplost. Dat is inderdaad het geval, die verlenging is een onderdeel van de puzzel. Ik beweer niet dat die kerncentrales alles oplossen. Met wat we vandaag hebben, moeten we er echter voor zorgen dat we maximaal vooruitgang boeken. We moeten dat koesteren. Zeker in tijden als de huidige moeten we dat als een onderdeel van de puzzel beschouwen. We moeten dan ook een maximaal mogelijke verlenging van de levensduur van onze kerncentrales overwegen. Het getreuzel van de voorbije jaren houdt ons nu gegijzeld. Dat verklaart de luxepositie waarin ENGIE Electrabel vandaag verzeild is geraakt. Als we spreken over een energietransitie in de toekomst, dan is dat voor mij een energiemix tussen enerzijds hernieuwbare energie en anderzijds een belangrijk deel nucleaire energie.

 

Normaal gezien richt ik mij tot de ministers, maar kennelijk is de heer Verduyckt erg bezeten van ons, elke keer opnieuw. Ongeacht het onderwerp, elke keer benoemt hij onze benadering als een simplisme. Ik heb daarstraks gevraagd wat het zou doen aan de prijs als de Belgische overheid participeert. Ik heb niet gevraagd wat de huidige marktsituatie met de kerncentrales voor de prijsvorming betekent. Ik ben specifiek ingegaan op de onderhavige case. In het verleden heeft de heer Verduyckt mij al simplisme verweten toen ik een pleidooi hield voor de verlengde openingsduur van Doel 4 en Tihange 3. Het stemt me blij dat die socialist op dit moment voor een deel het voorstel van Vlaams Belang uitvoert. Misschien moet ik ook eens een compilatie maken van al de uitspraken van de heer Verduyckt in de voorbije jaren. Het is namelijk de vivaldicoalitie die ik simplisme moet verwijten, aangezien de vivaldiregering net dit dossier in de voorbije jaren erg simplistisch heeft benaderd.

 

01.27  Marie-Christine Marghem (MR): Je vous remercie pour vos réponses mais je suis un peu déçue parce que l'on voit que, contrairement au sentiment d'urgence qui devrait vous animer, nous avançons à un train de sénateur avec des erreurs d'appréciation qui peuvent nous coûter très cher.

 

J'entendais le premier ministre parler d'un quadruplement de notre capacité éolienne offshore en mer. Il faut savoir qu'Elia, dans sa dernière étude dit bien que le scénario High pour 2032 est de 6 gigawatts et non pas de 9,7 gigawatts, soit un quadruplement de la capacité actuelle. La capacité actuelle représente en réalité 8 terawattheures, et encore tout à fait intermittents, sur les 80 terawattheures d'électricité dont nous avons besoin.

 

Cela montre que les calculs sont faussés et que nous devrons faire face à de grosses difficultés à moyen et à long termes.

 

M. Leysen expliquait très bien ce qu'il en est du marché. Le point d'équilibre, quand l'offre et la demande se rencontrent, forme le prix. Les problèmes sont alors réglés. En l'occurrence, l'offre et la demande ne se rencontrent plus parce que nous avons organisé une pénurie et que le marché anticipe parfaitement que nous sommes en train de l'organiser et que nous continuons à l'organiser.

 

J'avais donc bon espoir quand le premier ministre a dit que nous reprendrions la main sur le parc de production et que nous allions faire en sorte de pouvoir agir sur celui-ci. Mais pour ce faire, il faudrait que les calculs d'approvisionnement soient exacts, ce qui n'est pas le cas. Pour ce qui concerne le gaz, nous sommes dépendants de l'étranger, de pays européens tels que la Norvège, que vous avez visitée, monsieur le premier ministre. Mais le Norvégien a envie de vendre son gaz au prix du marché. Seule une action commune européenne, dont j'espère qu'elle sortira dans les colloques du 9 septembre prochain, mettra peut-être la Norvège au pied du mur et lui fera comprendre qu'elle doit nous vendre son gaz un peu moins cher.

 

Pour agir sur les prix de l'électricité sur notre territoire, on sait ce qu'il faut faire mais on ne le fait pas et pour agir sur les prix du gaz, nous verrons si l'Europe le fera et nous en verrons le résultat. Pour le gaz liquéfié, qui vient des États-Unis, l'Europe peut avoir une action intéressante et nous aider en faisant en sorte que, coincée entre les États-Unis et la Chine, elle arrête de s'atomiser comme elle est en train de le faire et garde un minimum d'indépendance énergétique pour sauver son économie, ses citoyens et ses entreprises.

 

01.28  Nahima Lanjri (cd&v): Ik dank de premier en mevrouw de minister voor de antwoorden die zij hebben gegeven. Een aantal zaken zijn reeds opgehelderd, maar er volgen hoe dan ook nog bijkomende commissies om het thema verder te bespreken. Er volgt ook nog overleg over dit toch wel uitermate belangrijke onderwerp voor de burger.

 

Morgen is er een Overlegcomité gepland waarbij ook de deelstaten worden betrokken. Daarin zal worden nagegaan hoe de betaalbaarheid voor de gezinnen kan worden verbeterd, een cruciaal gegeven voor ons. Er moeten hoe dan ook maatregelen worden genomen op de korte termijn. Laat ons in eerste instantie bekijken wat we op Belgisch niveau kunnen bewerkstelligen, en vervolgens afstemmen op Europees niveau. Dat globale kader op Europees niveau moet er evenzeer komen.

 

Meer specifieke vragen zullen nog aan bod kunnen komen in de volgende commissievergaderingen. Mijn collega Leen Dierick zal dan ook zeker terug present zijn.

 

01.29  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Er is niet geantwoord op mijn vraag, evenmin als op de vraag van de heer Ben Achour inzake de overwinsten. De heer Lachaert heeft gezegd dat daarover een deal zou zijn gesloten met ENGIE. Vermits jullie daar niet zijn op ingegaan, ga ik ervan uit dat die deal een feit is. We vragen al geruime tijd, met name sinds de start van de crisis, dat overwinsten zouden worden afgeroomd. Ik stel vast dat u daar niet op antwoordt en dat het in de feiten dus op de lange baan wordt geschoven. De voorzitter heeft gezegd dat het niet op de agenda stond ingeschreven, ik vraag me dan af wanneer het dan wel zal worden ingeschreven.

 

Mijnheer De Croo, u hebt eigenlijk nogmaals bevestigd wat ik al zei, namelijk dat uw regering haar eigen rode lijnen overschreden heeft. Een van die rode lijnen was dat de belastingbetaler niet zou betalen voor het kernafval. Het is heel duidelijk, en u hebt het nog duidelijker gezegd in uw betoog, dat ENGIE zijn verantwoordelijkheid zal kunnen afkopen met een zak geld, en de belastingbetaler zal dan de rest moeten betalen. Het enige wat vandaag nog niet bekend is, is hoeveel die rest dan wel zal zijn. Uw regering schuift dat dus wel degelijk door naar de volgende generaties. Op dat vlak vind ik het een vrij surrealistisch tafereel wat ik hier allemaal heb gehoord.

 

Ik heb verschillende collega's, van Ecolo, Groen, de PS en Vooruit om ze niet te noemen, horen zeggen dat het principe 'de vervuiler betaalt' moet worden toegepast. "Er zal betaald worden! De factuur zal niet doorgeschoven worden naar de toekomstige generaties!" Maar collega's toch, hebt u nu niet geluisterd naar wat hier is gezegd? In het akkoord staat wel degelijk dat de belastingbetaler van morgen zal moeten betalen voor het afval, of toch voor een deel ervan.

 

Ik weet dus niet hoe ik dit hier moet begrijpen. Betekent het dan dat die partijen niet akkoord gaan met dit akkoord? Dat ze misschien uit de regering stappen? Ik weet het niet, want ik heb u daarover niet gehoord, behalve dan de heer Verduyckt. Mijnheer Verduyckt, u was in feite nog straffer, want u hebt dan ook nog eens gezegd dat u het akkoord steunt terwijl u het tegendeel beweert. U steunt een akkoord waarin het tegenovergestelde staat. Het is dus heel duidelijk allemaal retoriek.

 

Wat de tweede rode lijn betreft, wordt met van alles geschermd om een en ander te verdoezelen. Die tweede rode lijn was dat de Belgische Staat geen exploitant en geen eigenaar wordt van de kerncentrales. Zo stond dat in de pers. Er wordt nu natuurlijk verwarring gecreëerd rond de kwestie exploitant/eigenaar, en mevrouw Marghem doet er nog een schepje verwarring bovenop. Blijkbaar kan men immers wel aandeelhouder zijn, maar geen eigenaar. Dan moet mevrouw Marghem of de heer De Croo – en dan het liefst die eerste, want zij heeft het gezegd, of anders u, mijnheer de voorzitter, met al uw ervaring in de privésector – maar eens uitleggen hoe men aandeelhouder kan zijn zonder eigenaar te zijn. Dat is mij niet helemaal duidelijk. (Opmerkingen)

 

Ik heb enkel de heer De Croo duidelijk horen zeggen dat in die nieuwe maatschappij de Belgische Staat voor 50 % aandeelhouder zal zijn. Voor mij is de Staat dan wel indirect eigenaar en zal hij bijgevolg ook de risico's en de kosten moeten dekken.

 

Dat was mijn reactie, mijnheer de voorzitter.

 

De voorzitter: Dank u. Ik sta altijd ter beschikking voor een coachingsessie over ondernemerschap.

 

01.30  Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer Warmoes, een akkoord dat er nog niet is, kan ik moeilijk steunen. Er is inderdaad een stap gezet, maar een definitief akkoord is er nog niet. Ik heb vooral geluisterd en mijn bezorgdheden uitgedrukt: de robuustheid van het contract, de verantwoordelijkheid die de Staat daarin opneemt en vooral de risicopremie, die inderdaad het gevaar inhoudt dat een deel van de kosten bij de belastingbetaler belandt. Daarover ben ik bezorgd. De informatie die ik daarover gekregen heb, heeft me niet helemaal gerustgesteld. Ik hoop vooral dat de minister en de eerste minister naar die bekommernissen geluisterd hebben.

 

Dat staat voor mij los van de andere belangrijke investeringen die tot energieonafhankelijkheid moeten leiden en die, zoals mevrouw Buyst terecht opmerkt, belangrijk zijn voor de prijs en voor het klimaatbeleid en alles wat we vandaag lezen over Groenland, Pakistan enzovoort. Ik ben het eens met de eerste minister als hij zegt dat de verlenging van die twee kerncentrales daarin niet cruciaal is; weliswaar vormt die een belangrijk element, maar ze is niet de heilige graal waar sommigen ze voor aanzien.

 

Tegen de collega van het Vlaams Belang wil ik zeggen: ik kan ook veel uitspraken van u aanhalen waarin u telkens opnieuw de indruk gaf dat de verlenging van die kerncentrales de factuur zou doen dalen en ervoor zou zorgen dat mensen hun energie goedkoop zouden betalen. Dat is vandaag duidelijk niet het geval. Ik kan het niet laten op zulke uitspraken te reageren. U hebt het net weer gedaan: u zegt dat het Vlaams Belang staat voor een markt waarin hernieuwbare energie en kernenergie centraal staan, en vervolgens verwijt u de minister dat ze inzet op interconnectiviteit. Welnu, die verbindingen met het buitenland zijn net een van de basisvoorwaarden om hernieuwbare energie te hebben. Die twee zaken zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

 

Dit is dus een heel belangrijk dossier. Vanavond is er kernkabinet, morgen Overlegcomité over energie: mijnheer de eerste minister, mevrouw de minister, wij rekenen op u, want onze mensen en onze bedrijven zien momenteel af.

 

01.31  Georges Dallemagne (Les Engagés): Merci pour vos réponses, monsieur le premier ministre, madame la ministre.

 

Monsieur le premier ministre, vous avez dit: "Qui pouvait prévoir ce qui nous arrive aujourd'hui?" Je voudrais vous répondre que gouverner, c'est prévoir et que la question climatique est présente depuis très longtemps. De toute façon, la relance des réacteurs nucléaires était indispensable. Nous avions d'ailleurs modifié la position politique de notre groupe dès le printemps 2020, deux ans avant le gouvernement, parce que nous avions vu que nous aurions besoin de ces capacités nucléaires. Il y a donc là un retard très important.

 

Deuxièmement, je vous interrogeais, madame la ministre, le 22 février dernier en commission de l'Énergie sur l'impact sur l'énergie de la guerre qui arrivait. Vous aviez répondu que l'impact serait marginal car nous ne dépendions pas de la Russie pour notre approvisionnement. À nouveau, grave erreur.

 

Troisième chose, j'ai ici le plan d'urgence de la Belgique en cas de problème dans la sécurité de l'approvisionnement en gaz. Ce plan ne sert à rien! Il n'avait pas prévu l'explosion du prix du gaz avec un approvisionnement qui continue. Donc, personne ne s'y réfère. Et, là aussi, il n'y a pas eu de modification de ce plan, pas d'amendement pour faire en sorte que ce plan serve à quelque chose.

 

Vous dites que vous allez travailler sur le long terme. Vous avez essentiellement parlé de l'éolien, et vous avez exagéré la production future. Je vois qu'on va passer à 6 gigawatts. Actuellement, la capacité électrique totale de la Belgique tourne autour de 14 gigawatts et nous savons qu'on va avoir besoin de doubler voire de tripler cette capacité. Et ce ne sont pas les 4 gigawatts d'éolien qui vont régler le problème! Nous avons besoin de toutes les capacités qui ne soient pas fossiles et c'est cela qu'il faut prévoir pour les 25 à 50 ans qui viennent. Nous aurons besoin de 30 à 40 gigawatts pour l'avenir. C'est là-dessus qu'il faut travailler!

 

De voorzitter: Collega’s, om af te sluiten, er is een bredere consensus dan we allen hadden verwacht. Sommigen voelen zich daar nog wat onwennig bij. Duidelijk is dat kerncentrales langer openhouden de juiste en snelste methode is om een deel van de energiecrisis op te vangen. In de toekomst moeten we alle opties blijven bestuderen om een antwoord te kunnen bieden.

 

Onderhandelen is een proces en ik wens de regering veel succes. Dank u.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De gedachtewisseling eindigt om 16.54 uur.

L’échange de vues se termine à 16 h 54.