Commission de l'Énergie, de l'Environnement et du
Climat |
Commissie
voor Energie, Leefmilieu en Klimaat |
du Mardi 12 juillet 2022 Après-midi ______ |
van Dinsdag 12 juli 2022 Namiddag ______ |
De behandeling van de vragen vangt aan om 14.44 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Christian Leysen.
Le développement des questions commence à 14 h 44. La réunion est présidée par M. Christian Leysen.
01 Débat d'actualité sur les surprofits dans le secteur de l'énergie et questions jointes de
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'écrémage des surprofits dans le secteur de l'énergie" (55029348C)
- Samuel Cogolati à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La taxation des surprofits dans le secteur de l'énergie" (55029543C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'approche en matière de surprofits" (55029570C)
01 Actualiteitsdebat over de overwinsten in de energiesector en toegevoegde vragen van
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het afromen van de overwinsten in de energiesector" (55029348C)
- Samuel Cogolati aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het belasten van de superwinsten in de energiesector" (55029543C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De aanpak met betrekking tot de overwinsten" (55029570C)
01.01 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, twee weken geleden hebt u in deze commissie bevestigd dat u aan een overwinstentaks werkt, naar Italiaans model, zoals u toen gepreciseerd hebt.
Het is intussen voor iedereen duidelijk dat er momenteel grote overwinsten geboekt worden door de energieproducenten. Het werd ook bevestigd door de CREG en de Nationale Bank. U hebt toen ook gezegd dat u de technische en juridische haalbaarheid van een eenmalige crisisbijdrage aan het onderzoeken bent.
Vorige week zei u echter op de RTBF, verrassend genoeg, dat u pas in september of zelfs oktober met een eerste voorstel naar de regering zou stappen. Dat zou betekenen dat de regering pas meer dan een jaar na de start van de energiecrisis misschien iets zal beslissen. Het blijft allemaal dus zeer hypothetisch, voor ons onaanvaardbaar.
Waarom duurt het zolang voordat u actie onderneemt? Hoe vaak gaat u nog aankondigen dat niemand zich in die crisis mag verrijken, terwijl elke actie uitblijft? Welke technische of juridische bezwaren zijn er nog voor een overwinstentaks? Hebt u al een idee van het percentage van de overwinsten dat u wenst af te romen? Gaat het om de 70 % die de CREG een tijdje geleden voorstelde? Of wilt u naar meer of minder gaan?
Over welke periode zullen de overwinsten afgeroomd worden? Sinds het begin van de energiecrisis, dus september 2021, of pas vanaf de inwerkingtreding van uw wetsontwerp? Ik hoop van niet, want dan worden het echt vijgen na Pasen. Garandeert u hier en nu dat er wel degelijk een overwinstentaks komt?
01.02 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le président, le seul élément avec lequel je suis d'accord, et en cela je rejoins l'orateur précédent, c'est qu'en effet ce n'est pas la première fois que nous parlons de ce sujet. Tous les groupes politiques sont intervenus sur le sujet de la taxation des surprofits. Ce n'est qu'une question de justice fiscale, c'est d'autant plus vrai en cette période exceptionnelle où nos citoyens sont littéralement sous les flots. Là où je m'en distingue, c'est sur le fait que rien n'aurait été fait, ce qui est plus que faux puisque nous savons bien que plusieurs organismes ont rendu des avis dont nous avons d'ailleurs débattu (la CREG, la Banque nationale de Belgique (BNB)).
Il est clair que les multinationales de l'énergie font des profits records alors qu'un nombre record de personnes sont en incapacité de payer leurs factures d'énergie. Là est le problème. Je me souviens de l'AIE (Agence internationale de l'Énergie) qui évoquait un chiffre de 200 milliards d'euros de surprofits réalisés dans le secteur. ENGIE-Electrabel a fait 92 milliards pour 2021 et a reversé des dividendes à Paris à concurrence de 1,2 milliard d'euros. C'est inacceptable!
Tous les groupes, je pense, se rejoignent pour dire qu'il doit y avoir une justice fiscale et qu'une contribution de crise doit être imposée. Notre groupe a posé cette question à maintes reprises. Je pense que le gouvernement s'est engagé à avancer sur cette question. Où en êtes-vous? Quelles propositions précises avez-vous mises sur la table du gouvernement pour l'ensemble du secteur de l'énergie et ce, quelle que soit la technologie?
01.03 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, u hebt meermaals aangegeven dat u de overwinsten wilt aanpakken en dat er verschillende rapporten en adviezen zijn gevraagd, onder meer bij de CREG en de Nationale Bank. U zou ook aan een voorstel van crisisbelasting werken om hier een antwoord op te bieden. Uit het advies dat de Raad van State gaf op het wetsvoorstel van de PVDA-fractie, bleek dat het nuttig en nodig is om ook de Gewesten hierbij te betrekken, omdat dit hun bevoegdheden zou kunnen beïnvloeden. Als u een initiatief neemt, zullen allicht dezelfde regels gelden.
Op welke manier wilt u verdergaan met dit dossier?
Welke vorm onderzoekt u concreet in het kader van het afromen van de overwinsten?
Welke definitie van overwinst wilt u daarbij hanteren?
Hebt u hierover al contact gehad met uw deelstaatcollega's, gelet op de visie van de Raad van State?
01.04 Kurt Ravyts (VB): Het is een goede zaak dat u niet over één nacht ijs gaat. We zouden de zaak heel populistisch kunnen benaderen, zoals mijn collega van de PVDA, maar dat doe ik niet. We zitten immers met een exploitant die hier anderhalf jaar geleden heeft gezegd dat hij voor zaken openstaat, maar dat er altijd een evenwicht zal moeten worden gezocht. Ik denk daardoor dat uw initiatief ook op de onderhandelingstafel ligt of heeft gelegen.
Over de eenmalige crisisbijdrage hebt u al kleur bekend. Bij het onderzoek naar de technische en juridische haalbaarheid, samen met de minister van Financiën, wilde u meer duidelijkheid in verband met de gascentrales. Ik hoop dat u nu, vlak voor het reces, al wat concreter kunt zijn, los van de interviews die u hebt afgelegd voor de RTBF.
01.05 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, ondernemingen maken winsten en verliezen, soms zeer grote winsten en verliezen. Laten wij duidelijk zijn: de fiscaliteit bepaalt dat die winsten worden belast. De vraag rijst wat normale winsten zijn en wat een uitzonderlijke behandeling verdient. In ieder geval is er behoefte aan duidelijkheid, transparantie en consistentie. Dat hebben wij in de discussie van vorige week over de fiscaliteit ook gezien. Als er wordt gezegd dat we overwinsten moeten belasten, dan kan men ook de vraag stellen of oververliezen moeten worden gecompenseerd, maar daar ga ik nu niet op in.
De vraag die ik u wil stellen, is of wij niet bezig zijn met het verkeerde debat. Als er hoge winsten worden gemaakt in sectoren – die trouwens ook veel subsidies van de overheid ontvangen –, dan is er sprake van een onevenwicht tussen vraag en aanbod. Wat de prijsvorming betreft, heeft de Europese overheid echter de mechanismen bepaald. Daarnaast heeft de overheid ook beslist – wij moeten daar eerlijk over zijn – dat een deel van het energieaanbod wordt uitgeschakeld. Ten slotte hebben wij ons zeer afhankelijk gemaakt – België in mindere mate, maar Duitsland zeker – van de geopolitieke toestand, om niet te spreken van geopolitieke chantage. De vraag is dan ook of wij niet prioritair moeten zorgen voor een herstel van een gezond marktmechanisme, zodat de vraag en het aanbod weer in evenwicht komen, wat zal leiden tot een prijsvorming die coherent is in een normale marktwerking.
01.06 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Warmoes, eerst en vooral wil ik zeggen dat het voor mij onaanvaardbaar is om niet beslagen ten ijs te komen. Net omdat ik dat niet wil, zijn wij zeer methodisch en stap voor stap te werk gegaan. U hebt hier tot drie keer gezegd dat ik of wij met de regering niets zouden hebben gedaan, maar dat aanvaard ik niet. Op 27 september hebben wij aan de CREG voor de eerste keer gevraagd of er overwinsten zijn. Op 14 oktober heeft de CREG ons geantwoord dat er een risico is van faillissement, dat er geen overwinsten zijn, behalve voor de gasproducenten buiten België. Het gaat om het jaar 2021. Op 17 januari 2022 hebben we de CREG opnieuw bevraagd. In die periode waren de prijzen aan het stijgen, was de economie opnieuw aan het aantrekken, maar was Rusland Oekraïne nog niet binnengevallen. Op 17 januari hebben wij de CREG dus om een actualisering gevraagd. Er kwam een update op 1 februari, waarna wij bijkomende vragen hebben gesteld. Op 14 maart 2022 zijn we met een eigen initiatief begonnen. Vervolgens hebben we op 26 april 2022 aan de Nationale Bank om extra input gevraagd, omdat we geconfronteerd werden met het feit dat de CREG inderdaad wel een aantal berekeningen kon maken, maar dat het begrip 'overwinst' niet gedefinieerd was, noch economisch, noch juridisch. Dat zijn de voorafgaande stappen.
Om aan te tonen dat die stappen logisch zijn, verwijs ik naar hetzelfde advies als waarnaar de heer Wollants heeft verwezen, namelijk het advies van de Raad van State over uw eigen voorstel. De Raad van State schreef daarover: "Uit de hiervoor gemaakte opmerkingen moet worden afgeleid dat het voorstel grondig moet worden heroverwogen en herwerkt. De Raad van State, afdeling Wetgeving, ziet dan ook af van een nader onderzoek ervan." Als u gauw iets opschrijft zonder enige onderbouwing, hebt u dat aan de hand.
Ik heb inderdaad al verschillende keren gezegd dat niemand zich mag verrijken in het kader van de energiecrisis. Daarvoor moeten er weloverwogen voorstellen aan de regering worden voorgelegd, gebaseerd op cijfers en analyses, en voldoende robuust. U vraagt mij welke bezwaren er allemaal kunnen zijn, maar misschien moet u het advies eens lezen dat de Raad van State heeft geformuleerd bij uw eigen wetsvoorstel, zodat u weet welke de bezwaren zijn als u zoiets wilt doen. Er moet namelijk worden nagedacht over het gelijkheidsbeginsel, over de inbreuk op het recht op eigendom en over het feit dat de voorgaande regeringen contracten hebben afgesloten met afspraken en clausules. Daarnaast spelen er nog elementen, waarnaar de heer Wollants heeft verwezen. Misschien moet er ook nog worden overlegd met de Gewesten. Al die bezwaren komen naar voren. Die bezwaren mogen ons niet verhinderen om iets te doen, maar het wil wel zeggen dat we niet onbeslagen ten ijs kunnen komen.
Mijnheer Warmoes, sinds de prijzen stijgen, heeft de regering de gezinnen en de bedrijven geholpen, tot vier keer toe, voor 4 miljard euro. Wij hebben daarnaast ook de energienorm ingevoerd. Daarover zijn er straks ook vragen, over het effect van die energienorm. Tegelijk zijn wij aan de slag gegaan om – als de prijzen zo hoog zijn en op oorlogsprijzen lijken – de onevenredige winsten, als die er zijn, te belasten.
Ik heb het hier reeds verschillende keren gezegd: vanaf het moment dat wij de informatie hebben verzameld, hebben wij een eigen voorstel geformuleerd. Ik heb dat ook gedeeld binnen de regering, op het niveau van de IKW's, zodat de regering hiermee aan de slag kan gaan. Ik heb dus een voorstel voor een crisisbijdrage op tafel gelegd, een eenmalige bijdrage, een bijzondere bijdrage op overwinsten die gemaakt worden als gevolg van uitzonderlijk hoge energieprijzen.
J'ai partagé la proposition de taxation des surprofits avec mes collègues du gouvernement avec la prudence nécessaire, ceci dans le but d'y travailler davantage dans les mois à venir et de la rendre juridiquement et fiscalement plus solide. L'Italie a déjà introduit une telle taxation ou contribution et j'ai donc basé ma proposition sur celle-ci. La contribution italienne sur les surprofits se base sur la déclaration de TVA du secteur de l'énergie et présente l'avantage pragmatique d'utiliser des déclarations déjà existantes.
De Nationale Bank van België heeft van haar kant altijd aangegeven dat er best een permanente vorm van overwinstbelasting komt, die symmetrisch en slim moet zijn, wat wil zeggen dat er ook rekening moet worden gehouden met de in het verleden gemaakte verliezen of dat de overwinst, indien ze is ingezet voor een maatschappelijk wenselijke investering zoals in de energietransitie, in rekening moet worden gebracht. Dat hebben wij onder andere kunnen lezen in het recentste expertenrapport.
Tegelijkertijd toont de Nationale Bank van België ook begrip voor het invoeren van een snelle eenmalige belasting, die best al de permanente oplossing benadert of die voorzichtig is opgesteld, namelijk een beperkt tarief vanaf een bepaalde drempel.
Dat zijn elementen die wij ook in de Italiaanse overwinstbijdrage hebben teruggevonden. Mijn voorstel bestaat er dus in om naar Italiaans voorbeeld een bijzondere belasting te heffen gelijk aan 25 % van de stijging van de brutomarge, zoals ze blijkt uit de periodieke btw-aangiften, ingediend voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2022 en vergeleken met dezelfde brutomarge voor dezelfde periode van 2021. Onder brutomarge moeten wij verstaan de uitgaande handelingen min de inkomende handelingen.
De belasting wordt enkel geheven indien binnen een kwartaal de stijging minstens 100.000 euro en meer dan 10 % bedraagt. De brutomarge wordt per kwartaal berekend en geëvalueerd, om een bijzondere taks per kwartaal vast te leggen.
Die bijzondere belasting is technologieneutraal. Ze is van toepassing op elektriciteits- en aardgasbedrijven die bekend zijn bij de vier regulatoren. Ze is ook van toepassing op geregistreerde handelaars in petroleum die rapporteren aan de FOD Economie en die dus btw betalen in België. Concreet gaat het over alle leveranciers, producenten en handelaars van elektriciteit, aardgas en petroleum.
Bij het ontwikkelen van een dergelijke bijdrage moeten inderdaad een aantal principes in acht worden genomen, die ook heel scrupuleus moeten worden beoordeeld, zoals het gelijkheidsbeginsel, dat erin bestaat dat gelijke categorieën gelijk moeten worden behandeld en ongelijke categorieën ongelijk.
Voor mij kan over de energiesector, waarvan de Europese Commissie, het Internationaal Energieagentschap en in eigen land de CREG ten overvloede aangekaart hebben dat in die sector uitzonderlijke winsten worden geboekt, worden geoordeeld dat die sector een categorie is die apart kan worden geviseerd.
Er is echter ook het principe van non bis in idem. Daarstraks hebben wij het over de repartitiebijdrage gehad. Er is bij dat debat ook verwezen naar het feit dat er een technologie is, namelijk kernenergie, waarvan een gedeelte reeds wordt belast onder de vorm van de repartitiebijdrage voor de centrales die niet in levensduur zijn verlengd en andere centrales, die een aparte regeling hebben en wel in levensduur zijn verlengd. Er zal dus inderdaad moeten worden bekeken wat er belast is versus wat er onbelast is. De vraag is dus of beide complementair kunnen worden uitgewerkt. Laten we niet vergeten dat de repartitiebijdrage ontworpen is in een tijd toen er geen sprake was van uitzonderlijke winsten of van een oorlog.
De repartitiebijdrage op zich is wel duidelijk gedefinieerd als een belasting op overwinst op het moment van haar ontwikkeling, naar aanleiding van de windfall profits en ook verschillende CREG-studies. Dit zullen we dus alleszins hiermee moeten beoordelen.
Mijn voorstel is nu het voorwerp van een discussie binnen de regering. U mag mijn woorden in het interview op de RTBF niet verkeerd begrijpen. Deze regering, zoals elke andere regering, heeft een bepaalde manier van werken. Een voorstel wordt binnen de regering eerst gedeeld op het niveau van de interkabinetten. Daar zitten de technici en de experts samen, ook op het vlak van fiscaliteit, zodat het voorstel verder kan worden gefinetuned. Nadien gaat het naar de regering.
Het is dus niet problematisch dat dat getrancheerd wordt in het kader van de begrotingsbesprekingen. Ik heb niet gezegd dat we tot dan zouden wachten. Neen, mijn voorstel is uitgewerkt op basis van de verzamelde input en het gesprek daarover binnen de regering kan nu starten.
En effet, comme M. Cogolati l'a dit, il s'agit ici d'une question de justice fiscale.
Op een moment waarop een recordaantal mensen problemen heeft om de factuur te betalen, kan het niet zo zijn dat bepaalde bedrijven recordwinsten boeken.
Ter herinnering, in de ramingen die de CREG maakte voor de kerncentrales is er sprake van 2,1 miljard euro voor Doel 3 en 4 en Tihange 2 en 3. Er zijn geen cijfers van de CREG voor de andere kerncentrales. Mij is gemeld dat er voor die kerncentrales geen gegevens beschikbaar zijn en dat de CREG ook juridisch geen middelen zou hebben om aan die gegevens te komen.
Wat de windparken op zee betreft, meldt de CREG mij dat er geen overwinsten waren in 2021 en 2022. Wat de elektriciteitscentrales op aardgas betreft, komt de CREG uit op 342,3 miljoen euro. De petroleumsector ten slotte valt buiten de raming van de CREG. Volgens mij heeft de CREG die cijfers ondertussen in deze commissie ook al ten overvloede toegelicht.
01.07 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, u bent bezig de geschiedenis te herschrijven. U hebt een goede chronologie gegeven, maar het blijft een feit dat u genoegen nam met het eerste rapport van de CREG, waarin gesteld werd – weliswaar op basis van oudere cijfers – dat er geen overwinsten waren, totdat wij – meer bepaald mijn medewerker – zelf de overwinsten hebben berekend en konden aantonen dat er 800 miljoen euro aan overwinst was. Toen pas hebt u aan de CREG een actualisering gevraagd. Toen is de bal aan het rollen gegaan. Dat is een eerste punt.
Een tweede punt is dat u verwijst naar het advies van de Raad van State over ons eigen voorstel. Uiteraard hebben wij dat aandachtig gelezen. We zijn aan het werk om dat op te lossen, maar wij hebben onze verantwoordelijkheid op dat moment genomen. Over hoeveel medewerkers beschikt u op uw kabinet, mevrouw de minister? Over welk leger van ambtenaren beschikt u? U beschikt over middelen waarover wij niet beschikken, maar wij hebben gedaan wat we op dat moment konden, en uiteraard zijn we ook geen experts.
U zegt dat u met een weloverwogen voorstel wilt komen en zich niet op glad ijs wilt begeven. Ik begrijp dat wel, maar ik heb het hier genoteerd, u bent inmiddels al een jaar aan het nadenken. Ondertussen heeft Italië, in maart of april, wel al een overwinstenheffing ingevoerd. Iets later volgde het VK. Hebben die dan geen gelijkheidsbeginsel? Hebben die dan geen recht op eigendom? Zij zijn er wel mee doorgegaan. Geen probleem dus dat u het weloverwogen wilt aanpakken, maar het duurt wel erg lang. Iets zegt mij dat dit politieke onwil is, misschien niet bij u, maar dan toch in elk geval binnen de regering. Dat blijkt trouwens ook uit het betoog van de voorzitter hier, die van een andere partij is dan u.
U hebt verwezen naar het Italiaanse model zonder te preciseren of u daarachter staat. Ze hebben het inderdaad gedaan in Italië, maar 25 % vinden wij zeer laag. De CREG had een belasting van 70 % voorgesteld.
U hebt 4 miljard euro uitgegeven om de mensen te helpen. Wij hebben dat ook goedgekeurd, maar dat is natuurlijk wel belastinggeld, terwijl de privéaandeelhouders zich blijven verrijken. Dat kan voor ons niet.
01.08 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la ministre, merci pour votre réponse qui clarifie la proposition que vous avez mise sur la table. Je pense que tout le monde ici a fait son job, la CREG, la Banque nationale de Belgique, et vous avez, selon le modèle italien, déposé une proposition rationnelle qui peut rejoindre l'assentiment du plus grand nombre de partis du gouvernement.
Maintenant, c'est une question d'urgence. Le gouvernement doit adopter au plus vite cette mesure. Il est excessivement difficile d'expliquer aux gens, que ce soient des jeunes qui "kotent", des familles monoparentales, des pensionnés qui n'arrivent pas à joindre les deux bouts, dont les factures explosent, qu'en même temps, les producteurs d'énergie s'en mettent de manière exceptionnelle plein les poches et profitent de la crise. Il y a là quelque chose d'indécent, d'injuste, qu'il faut rectifier de manière urgente.
01.09 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik denk dat het zeer wijs is om ervoor te zorgen dat, wanneer u met iets komt aanzetten, het degelijk is. Dat zou trouwens mijn advies zijn voor ongeveer alles, maar absoluut voor dit verhaal.
We hebben gemerkt dat de federale overheid al heel veel tijd in rechtbanken heeft doorgebracht wanneer het ging over dit soort zaken. Naar aanleiding van de bespreking die we hebben gehad over de wet op de repartitiebijdragen, heb ik destijds een en ander nog eens overlopen, samen met Jean-Marc Nollet. Het is inderdaad niet zo eenvoudig om tot iets te komen wat stand houdt, zeker met de uitspraken die hieromtrent in het verleden zijn gedaan. Wat dat betreft, was mijn kritiek op het voorstal van de PVDA zeer duidelijk. Dat is ook de reden waarom ik er toen voor geijverd heb om advies te vragen aan de Raad van State. Ik had immers een vermoeden van wat de Raad van State ervan zou denken.
Ik vind het wel belangrijk dat u met het Parlement in debat blijft om te kijken welke richting u hiermee uit gaat en in welke richting u denkt. We kunnen immers blijven studeren, maar aan het einde van de rit moeten we tot een resultaat komen. Dat is volgens mij van belang. Daar dragen dit soort voorstellen, die kort door de bocht gaan en proberen om plots miljarden binnen te halen, niet toe bij. Dat geldt voor het voorstel van de PVDA, maar ik herinner me ook een aantal amendementen van de heer Calvo uit de vorige regeringsperiode, waar hij in drie zinnen plots 1,8 miljard euro vroeg aan Electrabel. Ik denkt niet dat het op die manier werkt. Ik denk wel dat u stappen moet zetten en ons moet informeren over welke richting u uit wilt. Dan kunnen wij er hier ook over oordelen. Nu wordt de discussie immers verschoven naar de toekomst. We weten niet wat het zal worden en we kijken er heel erg naar uit om te weten op welke basis u dit allemaal zult stoelen.
01.10 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik deel de ambitie van de minister om een deel van de uitzonderlijke opbrengsten uit uitzonderlijke omstandigheden aan de overheid terug te geven. De overheid was verplicht om daarin tussen te komen om sociale calamiteiten te voorkomen, zoals de minister ook terecht heeft gezegd.
Ik ben het met de minister eens dat dit op basis van cijfers en analyses moet gebeuren. Ik ben het ook met haar eens dat dit robuust moet zijn. Dat is voor mij een synoniem van rechtszeker. De minister heeft terecht op een aantal problemen gewezen, zoals het gelijkheidsprincipe. Pakken wij overwinsten aan, alleen voor de energiesector en niet voor anderen? Maken we een onderscheid tussen nucleaire en niet-nucleaire energie? Wat met het recht op eigendom? Voeg daar ook het beginsel non bis in idem aan toe. Dat is juridisch niet evident.
Het is misschien niet toevallig dat er in het verleden ambities zijn geweest om nucleaire opbrengsten te taxeren, waarbij de politieke wereld destijds op een repartitiebijdrage is geland. Dat is geen taks in de traditionele zin van het woord, maar een conventionele afspraak. Achteraf is gebleken dat dit rechtszeker was, omdat het een akkoord was tussen de betrokken partijen, die dat niet aanvochten.
Ik wens u de komende weken en maanden veel succes. Ik zeg dat niet op een cynische manier, want ik vind de opdracht waarmee u door de regering wordt belast niet evident. Ik wil dat echt niet minimaliseren. Ik wens u toe dat u daarmee rond raakt. Als u daarin slaagt, dan verdient u een pluim, mevrouw de minister.
Dit is ook een kans om dit aan te pakken in een conventie. Als u de cijfers van de nucleaire overwinsten opsomt, dan is dat exponentieel veel meer. Als we een oplossing in de repartitiebijdragen kunnen vinden, dan hebben we een robuuste, rechtszekere oplossing over dat belangrijkste deel in de energiesector op het vlak van de overwinsten. Ook bij gas zit men immers met overwinsten. Het is niet evident om ook dat op een juridisch robuuste wijze aan te pakken.
Ik maak mij geen illusies dat ook dit zal worden aangevochten, want het gaat over veel geld. Zo gaat dat in dit land, maar ook in andere landen. Ik pleit er wel voor om zo weinig mogelijk risico's te nemen. Het zou jammer zijn dat we overwinsten taxeren die aan het einde van de rit, over x-aantal jaren, door een of ander hof zouden worden vernietigd.
01.11 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, ik begrijp u wanneer u zegt dat we beslagen ten ijs moeten komen. Daarna hebt u enkele zaken opgesomd die volgens u voor potentiële problemen kunnen zorgen als ons huiswerk niet goed gemaakt is. Dat klopt, maar wij zijn wel de baas in dit land en op een bepaald moment moeten er keuzes worden gemaakt. Slechte contracten uit het verleden of niet, op een bepaald moment moet er wel gesprongen worden.
U noemde het oorlogsprijzen en de heer Verherstraeten noemde het uitzonderlijke omstandigheden. Dat valt nog te bezien, want ik zie aan de grenzen van de Europese Unie geen verbetering van de oorlogssituatie en ik zie vandaag ook niet dat de problemen bij de Franse kerncentrales volgende week opgelost zullen zijn. Het grootste slachtoffer van de hele crisis is volgens mij het klimaat zelf. Ook daar is er geen enkel zicht of de impact op onze prijzen zal verbeteren. Laten we hopen dat het uitzonderlijke omstandigheden zijn, maar ik zie geen enkel bewijs dat dit het geval is.
Die overwinsten zijn het gevolg van een Europese prijszettingsmarkt, waarbij we uitgaan van een normale vrije markt en zeggen dat de winsten herinvesteerbaar moeten zijn in die markt. Wat ik echter tegelijk vaststel, is dat heel wat Europese lidstaten zich niets meer aantrekken van die vrije markt en maatregelen nemen die daar ver van af liggen. Het is heel goed dat we naar de overwinsten kijken, maar dat is wel een symptoom van een systeem dat ten gronde fout zit. De vrije markt werkt niet zoals hij zou moeten werken en het prijszettingssysteem maakt dat bedrijven vandaag heel grote winsten boeken waaraan ze helemaal geen verdienste hebben. De enige reden waarom ze die winsten maken, is omdat de prijszettingsmarkt in Europa zo georganiseerd is. Dat is een vaststelling die ik nog even wilde meegeven.
Mevrouw de minister, u hebt in het verleden al laten zien dat u uit moeilijke dossiers kunt raken. Voor mij is dit wellicht een van uw belangrijkste taken in de komende maanden, samen met dat andere belangrijke dossier van de btw en de accijnzen dat vandaag op uw bureau ligt.
01.12 Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw uitvoerige antwoord.
Ik beperk mij tot de inhoud. Waarover gaat het? Zoals u zelf hebt gezegd, gaat het om een ongekende energiecrisis, waarbij we zien dat heel wat gezinnen het moeilijk hebben om hun facturen te betalen. Dit weekend nog heb ik mensen met de handen in het haar zien zitten en zij waren toch dankbaar voor een federale regering die knopen doorhakt en die in het verleden de gezinnen mee heeft willen ondersteunen. Maar zoals de heer Cogolati zei, is het dan heel moeilijk om aan die mensen uit te leggen dat er energieproducenten zijn die overwinsten maken.
Ik ben het eens met de heer Verduyckt als hij zegt dat er op een bepaald moment gesprongen moet worden. Het voorstel dat u hier vandaag uit de doeken hebt gedaan, is volgens mij het eerste stapje in die sprong. U hebt uitgelegd wat uw idee is, wat uw visie is, na u geïnformeerd te hebben. Wij hebben steeds gezegd dat het juridisch robuust moet zijn. U legt vandaag een voorstel op tafel. Ik hoor alle partijen hier zeggen dat er iets moet gebeuren. Ik ga er dan ook van uit dat er snel beslist kan worden. Ik roep alle partijen op om die beslissing snel te nemen, gebaseerd op het robuuste voorstel dat u vandaag op tafel hebt gelegd.
01.13 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw Buyst, ik weet niet of alle partijen hier in de zaal superenthousiast zijn. Ik denk het niet echt.
Mevrouw de minister, mijn collega Van Lommel zei voor uw antwoord – hij is bijzonder intelligent – dat u het vandaag wel wat zou concretiseren. Dat hebt u ook gedaan. Ik ga mij niet uitlaten over de techniciteit van uw voorstel met betrekking tot die 25 % van de brutomarge. De heer Warmoes deed natuurlijk reeds een ideologische voorafname.
Mijnheer Verherstraeten, ik heb bijzonder goed geluisterd naar u. Dit verhaal zal inderdaad ook in conventie moeten gebeuren. Ik pleit dus voor een evenwichtige benadering.
Mevrouw de minister, wij zullen zien of u dit verhaal, uw initiatief, de komende weken heelhuids zult kunnen concretiseren.
Het incident is gesloten.
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les négociations avec ENGIE Electrabel sur la prolongation de la durée de vie de Doel 4 et Tihange 3" (55029346C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les négociations avec ENGIE" (55029556C)
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De onderhandelingen met ENGIE Electrabel over de levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3" (55029346C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De onderhandelingen met ENGIE" (55029556C)
02.01 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, u onderhandelt al sinds 18 maart met ENGIE Electrabel over de mogelijke levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3. Volgens de pers een tweetal weken geleden mikte de regering op een akkoord midden juli. In maart was er nog sprake van begin juni. Op de RTBF hebt u gezegd dat het 21 juli wordt. Het wordt dus stilaan spannend. U zou ook niet op vakantie vertrekken zolang er geen akkoord is. U zet dus uw vakantie op het spel.
ENGIE Electrabel eiste recent in een brief dat de overheid mede-eigenaar zou worden van de kerncentrales en een deel van de factuur van het kernafval zou moeten betalen. Dat gaat wel in tegen het onderhandelingsmandaat dat binnen de regering is afgesloten. Er zou niet onderhandeld worden over de factuur van het kernafval en de overheid zou geen mede-eigenaar worden.
Bevestigt u 21 juli als einddatum? Hoe verlopen de onderhandelingen? Zult u de onderhandelingen met succes kunnen afronden?
Waar staat u nu? Zijn er over bepaalde aspecten of deelaspecten al akkoorden? Welke obstakels zijn er waardoor er nog geen akkoord is?
Houdt u vast aan het onderhandelingsmandaat van de regering dat er niet betaald zal worden voor de factuur van het kernafval en dat de overheid geen mede-eigenaar zal worden van de kerncentrales?
02.02 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik maak mij niet de illusie dat u hier iets over de onderhandelingen zelf zult zeggen. Dat is ook niet mijn voornaamste vraag. Die is waar we naartoe gaan. De datum is immers al opgeschoven van juni naar september, daarna vervroegd naar 21 juli. Wanneer zullen we daarmee landen?
U hebt immers op het moment dat er werd besloten om te onderhandelen, ook heel erg duidelijk gemaakt dat het voor u absoluut van belang was om tijdig tot een akkoord te komen. We weten immers dat er een aantal stappen moeten worden gezet, gaande van het bestellen van kernbrandstof over een aantal investeringen, studiewerk, de MER-procedure enzovoort.
Dan is de vraag hoe flexibel u nog bent in dit verhaal. Hoever staat u vandaag? Wat mogen we op dat vlak van u verwachten?
02.03 Minister Tinne Van der Straeten: Uiteraard, als het van mij afhangt, wil ik de onderhandelingen met ENGIE zo snel mogelijk afronden, maar niet ten koste van alles. Het kader is heel duidelijk, namelijk het mandaat dat de regering gegeven heeft aan mij en aan de eerste minister. Ik blijf het herhalen, maar het is het mandaat zoals het gegeven is dat telt. Namelijk, de kernexploitant en de bijdragende vennootschap zijn verantwoordelijk voor de ontmanteling en de bestraalde splijtstof en alle kosten daaraan verbonden, voor alle zeven kernreactoren. De Belgische overheid zal geen exploitant zijn. Dat is wat er staat.
U vraagt mij naar de slaagkansen van de onderhandelingen. Ik zal daar geen cijfer op kleven. We zijn uiteraard hard aan het werk. Zoals gesuggereerd door een van de vraagstellers, zal ik niet ingaan op de verdere inhoud van de gesprekken, om de onderhandelingen niet in gevaar te brengen.
Het is altijd gevaarlijk om een datum te noemen. Laten we zeggen dat een goed akkoord belangrijker is dan de datum op zich. We gaan hier ongetwijfeld nog blijven pingpongen over de datum. Dat is ook het enige waarover hier kan gesproken worden. Ik vertrek immers van het principe dat ik niets over de datum zal zeggen, om de onderhandelingen niet in gevaar te brengen. Ik zal dit dus uitzitten tot er een akkoord is dat goed is voor alle Belgen.
Waarom doe ik dit? Laat ik even teruggrijpen naar de achterliggende reden. Ik doe dat omdat er in dit land 7 kerncentrales zijn, waarvan er 5 niet langer open kunnen blijven. De kernexploitant is van mening dat ze alle 7 moeten sluiten en hij heeft dat uitentreuren herhaald, ook toen Rusland Oekraïne binnenviel. De regering heeft toen erkend dat de kernuitstap niet werd voorbereid, waardoor er gascentrales nodig zijn. Rekening houdende met de oorlog in Oekraïne heeft men beslist over die 2 gigawatt nucleaire capaciteit te willen beschikken.
België is niet het enige land in Europa dat zijn energiemix herbekijkt door de oorlog. Het valt hier eigenlijk nog mee. Onze buurlanden Duitsland en Nederland hebben besloten hun kolencentrales in te schakelen. Duitsland doet dat omdat zijn kernuitstap reeds te ver gevorderd is om terug te kunnen draaien. België kan dat echter wel. We bevinden ons in een situatie waarbij opeenvolgende regeringen steeds hebben verklaard de kerncentrales te sluiten, waardoor er nog maar erg weinig tijd over is. Daarbij heeft de kernexploitant aangegeven het vizier op de sluiting te hebben gericht. Ik blijf echter van mening, en bij uitbreiding de regering, dat men in de huidige uitzonderlijke omstandigheden een beroep moet kunnen doen op die 2 gigawatt nucleaire capaciteit.
In dat opzicht onderhandelen wij om een akkoord te bereiken dat goed is voor de Belgen. Het is immers in ieders belang om ervoor te zorgen dat die 2 gigawatt nucleaire capaciteit beschikbaar is, waardoor we tegelijkertijd de energietransitie kunnen versnellen en een globaal positief verhaal kunnen schrijven. Ik wil uw vragen zeker niet onder de mat vegen, want ze zijn zeker terecht. Ik heb steeds gezegd dat wanneer er een akkoord is, ik ter beschikking van het Parlement zal staan om dat te bespreken.
02.04 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Het was natuurlijk voorspelbaar dat de minister niet veel zou zeggen, maar wij zijn natuurlijk uitermate nieuwsgierig. Wij blijven het opvolgen en zullen erover vragen blijven stellen, zodat de minister gestimuleerd wordt.
Voor de rest zijn wij zeker voor de openbaarheid van dat soort achterkamerdiscussies, maar goed. We komen erop terug en ik wens u veel succes, mevrouw de minister. We zijn benieuwd naar het eindresultaat.
02.05 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, u verwijst naar het mandaat dat u binnen de regering hebt afgesproken en waarschijnlijk zelf aan de regering hebt voorgesteld. Dat is voor ons niet relevant omdat wij het niet eens waren met het mandaat zelf.
Ten tweede haalt u aan dat het moeilijke discussies zijn en dat de kernexploitant geen vragende partij is. We moeten echter helemaal niet zo ver terug in de tijd om naar een moment te gaan waarop hij wel vragende partij was. Eind 2020 was hij dat namelijk wel. Toen heeft de kernexploitant ongeveer alle partijen, kabinetten en mensen gecontacteerd om te vragen of er niets mogelijk was. De deur van de regering is toen niet open gegaan. De premier heeft destijds in het Europees Parlement allerlei uitspraken gedaan om te zeggen dat er genoeg tijd was, dat we ons geen zorgen moesten maken en dat het allemaal nog kon. Deze meerderheid heeft trouwens ook een voorstel van resolutie van mijn fractie om te gaan spreken met ENGIE, weggestemd. Het was namelijk te vroeg en niet nodig.
Nu zegt men dus dat het moeilijke onderhandelingen zijn en dat de kernexploitant geen vragende partij is. Dat heeft men dan toch deels zelf veroorzaakt door niet te willen spreken en onderhandelen. Daar is de fout gemaakt, mevrouw de minister!
Oekraïne is trouwens ook geen nieuwe situatie. Laten we eerlijk zijn, wanneer waren er in Europa vragen over de gasbevoorrading naar aanleiding van Oekraïne? Dat was niet enkel in 2021, maar ook in 2014, 2012 en 2008! Dus als iedereen hier zegt dat men verrast is dat de gasafhankelijkheid een probleem zou kunnen vormen, dan vrees ik dat de energetische geschiedenis van ons land bij weinigen gekend is.
Mevrouw de minister, wij zullen u dus vragen blijven stellen, want het is van enorm belang dat dit in orde komt. Op deze manier vrees ik er echter voor.
Het incident is gesloten.
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le plafond tarifaire européen et les autres mesures européennes pour faire baisser le prix du gaz" (55029361C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le plan d'action pour l'hiver 2022-2023" (55029545C)
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het Europese prijsplafond en de andere Europese maatregelen om de gasprijs te doen dalen" (55029361C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het plan van aanpak met betrekking tot de winter 2022-2023" (55029545C)
03.01 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, eind mei kondigde premier De Croo triomfantelijk aan dat de Europese Commissie aan de slag ging met het Belgische voorstel voor de invoering van een prijsplafond en/of importheffingen. Ondertussen is er niets gebeurd, of we hebben alleszins niets gezien – dat is niet noodzakelijk hetzelfde. Maar de gasprijs blijft wel stijgen.
Wat is de stand van zaken met deze Europese plannen? Wanneer komt de Europese Commissie met een uitgebreid voorstel? Welk standpunt verdedigt België op het Europese niveau? Hoe ziet u dat prijsplafond en hoe zou dat in werking kunnen treden? Bepleit België nog andere maatregelen op Europees niveau? Of bereidt de Europese Commissie zelf nog ingrepen voor om de gasprijs op de beurzen te doen dalen?
03.02 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, de markt verwacht voor de levering van gas en elektriciteit in het vierde kwartaal nog hogere prijzen dan eind vorig jaar en begin dit jaar. Er is sprake van 180 euro per megawattuur gas, en boven de 400 euro per MWh elektriciteit. Dat zorgt voor onrust bij gezinnen en bedrijven.
Op welke manier moet de winter worden voorbereid? Welke maatregelen en mogelijkheden ziet u binnen uw eigen bevoegdheden? Wat kunt u op Europees niveau doen? Eerder was het uitgangspunt om de prijzen te plafonneren op het moment dat de leveringen zouden worden stopgezet. De vraag is echter hoe we daar dan verder mee moeten omgaan.
Deelt u de bezorgdheid dat dit najaar de prijspieken mogelijk nog hoger zullen liggen dan in het verleden? Welke aanvullende maatregelen stelt u voor en welke Europese initiatieven worden voorbereid om de impact van die hoge prijzen te beperken?
03.03 Minister Tinne Van der Straeten: Vooraleer ik inga op de concrete vragen over de prijsplafonds en de Europese initiatieven, zou ik eventjes willen stilstaan bij de huidige prijzen voor gas op de Belgische markt en hoe die verschillen van die in het buitenland. Sinds enkele maanden is de gasprijs in België immers merkelijk lager dan die in Duitsland en Nederland.
Op maandag 11 juli werd de Nord Stream 1 van Rusland naar Duitsland stilgelegd voor onderhoud. Dat is uitgebreid besproken, onder meer in de pers. In Duitsland stond de prijs op 170 euro per megawattuur, en in Nederland 169 euro per MWh. In België was dat 134 euro per MWh, wat voor alle duidelijkheid extreem hoog is. In oktober 2020 was dat nog 20 euro. De prijs ligt wel 36 euro lager dan bij onze noorderburen omdat België meer importeert dan wat het kan verbruiken en doorvoeren.
We voeren vier keer meer door dan we verbruiken. We kunnen momenteel niet meer doorvoeren. De pijpleidingen, en dan vooral die in Duitsland, zijn niet groot genoeg om meer door te voeren. Dat drukt bij ons de prijzen enigszins en levert op dit moment een belangrijk voordeel op voor België. Dit wijst ook op het feit dat België wordt bevoorraad vanuit Noorwegen, vanuit het Verenigd Koninkrijk en door de overzeese lng. Zolang die toevoer blijft bestaan, zitten we in België goed. Dat neemt niet weg dat de gasprijzen hoog zijn en allicht hoog zullen blijven – het is nu zomer en de winter moet nog komen. Die hoge prijzen zijn nefast voor onze economie.
Op vraag van België en andere lidstaten riep de Europese Raad van 23 en 24 juni de Commissie opnieuw op om samen met de internationale partners de stijgende energieprijzen een halt toe te roepen, inclusief tijdelijke prijsplafonds op import.
Mijnheer Wollants vroeg wat ik binnen mijn eigen bevoegdheden kon doen, maar het volstaat te kijken naar de initiatieven die Spanje en Portugal hebben genomen, en de nationale ontkoppeling daar, om vast te stellen dat dit geen impact heeft gehad op de prijzen in Spanje en Portugal. Zij hebben dus zelf een initiatief genomen, hebben daar toestemming voor gekregen van Europa, maar dat heeft geen merkbare neerwaartse druk gehad op de prijzen. Binnen de eigen bevoegdheden iets doen op het vlak van prijsregulering, is volgens mij dus niet de meest gewenste aanpak. Voor een stuk hebben we binnen de eigen bevoegdheden gereguleerde prijzen, namelijk het sociaal tarief, en we zorgen voor tegemoetkomingen, bijvoorbeeld met energiecheques, waarover discussies geopperd worden door de Nationale Bank. Echt interveniëren in het prijsmechanisme, in de volatiliteit, om te zorgen voor een structurele prijsverlaging, om de oorlogsprijzen eruit te krijgen, moet volgens mij echter gebeuren op Europees niveau.
De Europese Commissie heeft op 25 mei een taskforce opgericht waarin ze samen met de lidstaten de modaliteiten uitwerkt voor een samenaankoop voor aardgas, niet alleen om tekorten te voorkomen en de tanende Russische gasleveringen op te vangen, maar ook om de prijs te drukken. De Europese Commissie hoopt dat een samenaankoop zal leiden tot een verhoogde onderhandelingsmacht, die zodoende de prijs zal drukken. De Europese Commissie hoopt om tegen augustus met een concreet voorstel te komen.
Wij vinden met België als land dat het voorstel van de Commissie onvoldoende garanties biedt om de prijs daadwerkelijk te drukken. Daarom pleiten wij al van bij de aanvang voor een prijsplafond, gesteund door Frankrijk, Spanje, Griekenland en andere lidstaten. Vanuit de Verenigde Staten werd reeds 15 bcm extra lng toegekend aan de Europese Unie. Daaruit blijkt dat de Noord-Amerikaanse marktprijs, de zogenaamde Henry Hub, vele malen lager ligt dan de EU-prijs. Inclusief de transportkosten is die aanvaardbaar als prijsreferentie in het kader van de samenaankoop.
België vindt dat de Europese Commissie zo snel mogelijk werk moet maken van de operationalisering van het Europese energieplatform voor gasaankopen en heeft daartoe op alle niveaus opgeroepen: het administratieve DG-niveau, de Energieraden en de Europese Raden. Wij leveren ook technische input. Zo hebben we vanuit België ook op technisch niveau – ik heb dat ook herhaald op de Energieraad – uiteengezet dat een dergelijk voorstel ook gepaard kan gaan met prioriteit van gas dat gekocht wordt via dat platform, met prioritaire toegang tot de lng-faciliteiten, om een regulatoir kader te ontwikkelen dat voordelig is en interessant voor marktpartijen om te contracteren. Dat platform moet concreet operationeel zijn voordat de wintervoorbereidingen van 2022-2023 aanvatten en moet de verwachte Russische gastekorten kunnen dekken.
De prijs van aardgas wordt bepaald door vraag en aanbod. Enerzijds werken wij aan de aanbodzijde via het Europese platform, anderzijds pleiten we ook voor een reductie van de vraag, onder de voorwaarde dat de impact op onze industrie en economie zo klein mogelijk is.
In voorbereiding van de komende winter bepleiten wij een meer gecoördineerde Europese informatiecampagne, zodat het gasverbruik daalt en de prijsstijgingen worden beteugeld. Ik kom daar later uitgebreider op terug in mijn antwoord op de vraag van de heer Ben Achour over de Energieraad. Er komen wellicht bijkomende Europese initiatieven. Op 18 juli zal de Europese Commissie namelijk een plan voorstellen met betrekking tot het terugdringen van de vraag naar aardgas. Dat zal worden besproken op de uitzonderlijke Energieraad van 26 juli, waar ik uiteraard aanwezig zal zijn.
03.04 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, opnieuw veel geblaat en weinig wol. Wij wachten de Raad van 26 juli dan maar af. Er is blijkbaar geen gevoel van urgentie met betrekking tot deze crisis die iedereen ten volle treft, niet alleen de burger trouwens, maar ook de industrie, de zelfstandigen en de kmo's. Men doet maar verder. Wij hopen dat er toch iets uit komt.
03.05 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, het verschil in de parameters tussen bijvoorbeeld Zeebrugge en de Nederlandse markt is interessant, maar tegelijkertijd is de vraag hoe burgers en bedrijven daar vandaag van kunnen profiteren. Als men kijkt naar verschillende contracten, dan stelt men vast dat de contracten die indexeren op TTF of op ZTP – Zeebrugge – qua prijs niet zo heel ver van elkaar liggen. Heel veel van de contracten die mensen vandaag hebben, worden geïndexeerd op basis van de parameter uit Nederland, die een heel stuk hoger ligt. De grote vraag is of de burger vandaag een korting geniet op het vlak van de aardgasprijzen ten opzichte van wat er op de Nederlandse en Duitse markt gebeurt. Ik vrees dat dat niet het geval is en ik denk ook niet dat – ik zal het nakijken – de contracten die vandaag het goedkoopst zijn, allemaal worden geïndexeerd op de parameter van Zeebrugge. De vraag is of de burger daarmee zijn voordeel kan doen, want die indexeringsparameters zitten natuurlijk wel wat anders in elkaar.
U zegt dat ik u niet moet vragen om binnen uw eigen bevoegdheden bepaalde dingen te doen en geeft daarbij het voorbeeld van Spanje. U kunt echter ook andere dingen doen dan alleen ingrijpen op de prijs. U hebt er in het verleden trouwens zelf naar verwezen dat er ook andere mogelijkheden zijn. Dat is de reden waarom de regering de btw op onder andere zonneboilers en zonnepanelen heeft verlaagd. Dat heeft vandaag niet het gewenste effect, omdat de markt zo sterk overbevraagd is en omdat we er in Europa ook niet in slagen om voldoende toestellen te verzamelen om daarop een impact te hebben. Mogelijk zijn er daar ook wel stappen te zetten. Ik vraag mij vooral af op welke manier onze burgers en bedrijven zich tegen die prijzen zullen moeten weren, want de voorspelling van de Europese Commissie is dat de prijzen pas vanaf het najaar van 2024 zouden kunnen dalen. Daarover gaat het.
L'incident est clos.
04 Vraag van Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De 16de Belgisch-Britse conferentie van 1 juli 2022 en het MOU met het VK" (55029461C)
04 Question de Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La 16ème conférence belgo-britannique du 1er juillet 2022 et le MoU signé avec le Royaume-Uni" (55029461C)
04.01 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, u bent op 1 juli 2022 naar Londen gereisd voor de Belgisch-Britse conferentie, die geopend werd door de bevoegde Britse staatssecretaris. De conferentie volgde op de ondertekening van het memorandum of understanding tussen het Verenigd Koninkrijk en België over energiesamenwerking. Volgens uw eigen communicatie hebt u op 1 juli gesprekken gevoerd over de hoge energieprijzen, de energieveiligheid en de gasbevoorrading. Daar hebt u daarstraks al naar verwezen.
Het eerder ondertekende MOU is onder meer bedoeld voor de ontwikkeling van de energie-interconnectie tussen de deelnemers, voor het efficiënte gebruik van de infrastructuur en voor de samenwerking op dat gebied.
Kunt u wat meer inhoudelijke toelichting geven bij uw gesprekken?
Zijn de in maart aangekondigde werkgroepen, in het kader van het Nautilusproject, in samenwerking met de netbeheerders en regulatoren ondertussen opgestart?
Zijn de aangekondigde werkgroepen rond de samenwerking op het vlak van decarbonisering, bijvoorbeeld rond waterstof en CCS, al opgestart?
04.02 Minister Tinne Van der Straeten: Inderdaad, mijnheer Ravyts, ik ben naar de Belgisch-Britse conferentie geweest op 1 juli 2022, in opvolging van het MOU met het Verenigd Koninkrijk. Gegeven het feit dat het Verenigd Koninkrijk niet langer deel uitmaakt van de Europese Unie, en gezien de belangen tussen onze beide landen, onder meer op het vlak van energie, is het een belangrijke keuze van deze regering om te blijven inzetten op een goede bilaterale relatie. Binnen het Europese kader, en de afspraken over wat er al dan niet kan met het VK, blijven we werk maken van een goede bilaterale verhouding. Zowel voor gas, met de Interconnector, als voor elektriciteit, met de Nemo Link, zijn we met elkaar verbonden. Nemo is overigens de meest performante interconnector voor elektriciteit. In dat kader passen onze initiatieven met het Verenigd Koninkrijk, het MOU, de conferentie en ook de recente economische missie.
In de marge van die conferentie heb ik inderdaad een onderhoud gehad met mijn collega, Secretary of State Kwarteng. Zijn titel is misleidend, hij staat eerder op het niveau van een minister. Wij hebben uiteraard gesproken over de situatie van bevoorradingszekerheid in onze beide landen, ook in het kader van storingen op de Interconnector UK.
We hebben beiden herhaald dat we solidair zullen zijn met elkaar ingeval van crisis. Wij hebben ook gesproken over de uitdagingen op korte en middellange termijn voor het verzekeren van onze bevoorrading, het creëren van een goed werkende markt en het realiseren van de energietransitie, met name de grote doelstelling op het vlak van wind en de wil van beide landen om een tweede interconnector te realiseren.
U vroeg naar de verschillende werkstromen. Er is inderdaad een concrete werkplanning opgemaakt, voor die geïdentificeerde actiedomeinen, tussen de betrokken administraties, alvorens de set-up nog verder uit te breiden. Wij vertrekken van hetgeen we in het MOU geschreven hebben. In dit kader is er ook een eerste overleg geweest eind mei. Een volgend overleg staat ingepland voor het einde van de maand.
Op technisch niveau, nog anders dan onze administraties, bijvoorbeeld tussen de netbeheerders, is er ook uitvoerig overleg over de concrete projecten, dus Nautilus enerzijds en de performantie van de interconnector voor gas anderzijds.
04.03 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, overleg met het Verenigd Koninkrijk is bijzonder belangrijk voor dit land. U hebt de voorbeelden gegeven. Ik zal u de volgende maanden af en toe nog eens bevragen over de verdere vorderingen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De inhoudelijke betrokkenheid bij de rondetafel van skeyes i.v.m. de luchtvaartveiligheid" (55029464C)
05 Question de Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le rôle de fond de la ministre à la table ronde de skeyes concernant la sécurité aérienne" (55029464C)
05.01 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, u was op 29 juni 2022 aanwezig op de rondetafel georganiseerd door skeyes, dat blijkbaar bijkomende maatregelen wil uitwerken om de belemmeringen voor de inplanting van windturbines met betrekking tot de luchtvaartveiligheid te mitigeren, zonder de veiligheid en efficiëntie van het luchtverkeer in het gedrang te brengen.
Ik ben West-Vlaming en weet dus heel goed waarover het gaat. Er liggen allang plannen op tafel om bijkomende turbines te plaatsen langs de E40 tussen Gistel en de Franse grens. Dat is van belang voor de luchthaven van Oostende.
Misschien antwoordt u mij dat ik deze vraag moet stellen aan uw collega-minister Gilkinet, bevoegd voor skeyes, maar er komt blijkbaar in het najaar een actieplan dat ook de coördinatie met de operatoren rond windenergie dient te versterken. De federale regering heeft skeyes een subsidie van 6,75 miljoen euro toegekend om te helpen bij de nodige investeringen om de beschikbare ruimte voor windturbines te vergroten.
Mevrouw de minister, wat is de precieze inhoudelijke rol van u, uw administratie en/of uw kabinet, in de opmaak van het actieplan? Is er al een ontwerp en zo ja, welke zijn daarvan de krachtlijnen? Welke bijdrage hebben u en uw kabinet en/of administratie in dat gegeven geleverd?
05.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Ravyts, in het licht van het conflict in Oekraïne werd, met het oog op de versnelling van de energietransitie, door het kernkabinet van 18 maart beslist om de bestaande drempels voor de uitrol van hernieuwbare energie maximaal af te bouwen door te overleggen met skeyes en Defensie. Onder drempels wordt verstaan: afstanden tot radars, hoogtebeperkingen, oppervlakte en inplanting van uitsluitingszones.
Er werd ook een bedrag van 13,5 miljoen euro uitgetrokken om de nodige aanpassingen aan de radars te bekostigen. Dat bedrag werd gelijkmatig verdeeld over civiele luchtvaart, skeyes, en militaire luchtvaart, Defensie. De bedoeling is om te komen tot een beter op elkaar afgestemd gebruik door beide economische sectoren van ons luchtruim, zonder evenwel daarbij de veiligheid voor de luchtvaart in het gedrang te brengen.
Gelet op het belang van de installatie van bijkomende capaciteit aan hernieuwbare energie voor onze geopolitieke onafhankelijkheid en de bevoorradingszekerheid van ons land, is het evident dat ik betrokken ben bij dat traject. Bij dat overleg zijn naast mijn collega's, minister Ludvine Dedonder en vicepremier Georges Gilkinet, ook ikzelf, skeyes en de sectororganisatie van hernieuwbare energie in België aanwezig.
De besprekingen verlopen in een constructieve sfeer en moeten uitmonden in de identificatie van mogelijke aanpassingen en een traject om die aanpassingen door te voeren. Dergelijke processen nemen uiteraard hun tijd. De aanpassingen dienen ook op een beredeneerde wijze doorgevoerd te worden. Enige inspiratie voor de toe te passen hoogtebeperking en afstanden kunnen ook in andere lidstaten gezocht worden.
Gelet op de urgentie van de klimaatcrisis, nog versterkt door de energieprijzencrisis als gevolg van de Russische invasie in Oekraïne, verwacht ik de eerste resultaten te zien na de zomer. Alle actoren die kunnen bijdragen aan het stilleggen van de geldstroom naar de Russische oorlogskas en het waarborgen van de bevoorradingszekerheid, dienen hun verantwoordelijkheid te nemen.
05.03 Kurt Ravyts (VB): Uiteraard zijn het kleine stappen in de energietransitie, maar ze moeten worden gezet in het licht van de reeds lang aanslepende problematiek. Ik ben er wel van overtuigd, en misschien verschillen we daarover van mening, dat onze specifieke geografische beperkingen, ook in de windprovincie bij uitstek, West-Vlaanderen, ons toch tot realisme nopen.
L'incident est clos.
- Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De organisatie van een offshore tender" (55029465C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stand van zaken betreffende de uitbreiding van offshore windenergie" (55029555C)
- Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'organisation d'un appel d'offres pour l'éolien offshore" (55029465C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La situation concernant l'extension de l'éolien offshore" (55029555C)
06.01 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, net voor het zomerreces wil ik u vragen naar een stand van zaken met betrekking tot de voorbereiding van het regelgevend kader voor de uitvoering van de wet van 12 mei 2019 en de organisatie van een offshore tender.
We weten dat er heel wat acties op de agenda staan, ik zal ze niet allemaal opsommen. Ik heb het dan over de acties los van de voorstudies, maar ik zal meteen verwijzen naar wat er reeds is gebeurd, namelijk de publieke raadpleging over de tender.
Welke feedback kreeg u van de sector en van alle betrokken partijen, waaronder marktspelers en milieuorganisaties, over de criteria die worden voorgesteld voor het proces inzake de offerteoproep voor de Prinses Elisabethzone?
Er zou ook een compensatieregeling worden uitgewerkt voor de houders van een domeinconcessie in het geval dat de uitbreiding van het MOG geheel of gedeeltelijk niet in gebruik zou kunnen worden genomen op de vastgestelde datum.
Bij de uitwerking van de tenderprocedure zou er bijzondere aandacht worden besteed aan burgerparticipatie, meer bepaald het betrekken van hernieuwbare-energiegemeenschappen, conform de bepalingen in de Europese Energierichtlijn, waaraan we na de zomer concreet zullen beginnen in dit gremium.
06.02 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, in het kader van het akkoord over de verlenging van Doel 4 en Tihange 3 werd ook een aantal andere zaken afgesproken, zoals de vervroegde uitbouw van offshore wind. In 2027 zouden die eerste windmolens operationeel zijn. Tegelijk loopt er een hele reeks voorstudies, maar voor ons is niet duidelijk wat de exacte stand van zaken is. Er is wel gecommuniceerd over bepaalde opleveringsdata, maar die zijn deels al verstreken, bijvoorbeeld de tweede fase van de archeologische studie en de eerste fase van de geologische studie. Voorlopig is daar niets over gerapporteerd. Er zijn ook nog de reglementaire stappen, met name de verschillende koninklijke en ministeriële besluiten. Ook daar is de stand van zaken niet duidelijk.
Hoever staat het met de voorstudies die volgens planning klaar zouden moeten zijn? Wordt er over die resultaten gecommuniceerd?
Hoever staat het regelgevend proces? Welke kapen moeten daar nog gerond worden?
Laat de huidige timing toe om de realisatie mogelijk te maken tegen 2027? Of moet er een achterstand worden ingelopen?
06.03 Minister Tinne Van der Straeten: Geachte leden, er is een consultatiedocument gemaakt voor de tender Wind op zee. Die consultatie met de markt is eerder dit jaar gebeurd. Er waren meer dan zestig antwoorden. Het finale document met die antwoorden wordt in de loop van de zomer gepubliceerd op de website van de FOD Economie.
Met deze feedback vanuit de sector wordt het voorstel voor het tendersysteem verder verfijnd en uitgewerkt in het KB Tender, dat nog in 2022 aan de regering wordt voorgelegd. Op basis van de elektriciteitswet houdt het KB Tender rekening met burgerparticipatie. Het is dan ook mijn wens om burgers gelijke toegang te geven tot wind op zee en om gemeenschappen rond hernieuwbare energie in staat te stellen op gelijke voet te concurreren en mee actief deel te nemen in deze tender.
Net zoals bij de eerste wind op zee-projecten wordt er een KB MOG2 en een KB Liabilities opgemaakt om te definiëren welke garanties kunnen worden gegeven in het kader van de grid-aansluiting. Ook deze wettelijke initiatieven worden verder uitgewerkt en ingepland volgens de timing die wordt gecommuniceerd via de website van de FOD Economie.
Het MB Kabels is ook in voorbereiding om te komen tot een indeling van de Prinses Elisabethzone in verschillende loten. De eerste lezing wordt verwacht na de zomer. Het finale MB Kabels is echter pas gepland in 2024, op het moment dat alle informatie beschikbaar is van de voorstudies die aan dit MB worden toegevoegd.
Wat de status van de voorstudies betreft, die worden publiek gemaakt op de website van de FOD. De resultaten van de UXO desktop zijn hier te vinden, alsook de archeologische desktopstudie. De geologische desktopstudie zal eerst nog worden gecertificeerd voordat ze online wordt geplaatst.
Het geofysische deel van het geofysische en geotechnische veldonderzoek is afgerond. De data daarvan worden momenteel verwerkt en zullen eveneens worden gecertificeerd voordat ze online worden geplaatst. De geotechnische veldstudie loopt tot het najaar van 2022. Alle voorstudies zullen tegen begin 2024 afgerond zijn.
Deze planning wordt up-to-date gehouden door de FOD Economie, maar zal uiteraard ook verder bekeken worden op het moment dat er een beslissing wordt genomen over de netversterking op land en over de projecten Ventilus en la Boucle du Hainaut op gewestelijk niveau. Dat zijn belangrijke mijlpalen die een effect hebben op de hele planning voor wind op zee. Als u mij dus vraagt of de timing kan worden aangehouden, dan hebben deze beslissingen daar een aanzienlijke invloed op.
De bottomline is dat wij uiteraard hard werken om in dit dossier vooruit te raken. Voor alle duidelijkheid: de studies kosten tijd. Het is natuurlijk goed dat dergelijk studiewerk gebeurt, en wij van onze kant doen er alles aan om de vooropgestelde timing te halen.
06.04 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, dank voor uw uitgebreide antwoord met een stand van zaken over de verschillende KB's en – uiteraard ook heel belangrijk voor de concessies – het ministerieel besluit rond de kabels. Bedankt ook voor de kwestie van de certificering van de data uit al gevoerde studies.
Wat Ventilus betreft, vorige week was er wat consternatie rond uitspraken van de bevoegde Vlaamse minister, waaruit ik kon afleiden dat er in feite beslist kan worden. Voor die minister zou het het beste zijn dat ze vlug beslist en dat er geen verkiezingen aankomen in een nabije toekomst. Dat zeg ik zonder leedvermaak, het is gewoon de realiteit.
06.05 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, dank u voor de update.
De reden waarom ik de vraag over de voorstudies stel, is omdat we wachten op een aantal zaken die eigenlijk al uitgevoerd hadden moeten zijn. U zegt dat de archeologische studie al werd gepubliceerd. Echter, dat geldt enkel voor fase 1. Fase 2 moest worden opgeleverd in juni, maar daarvan zijn op de webstek nog geen gegevens beschikbaar. Wat betreft de geologische studie, fase 1 moest klaar zijn in februari 2022. Ook daarvan hebben we nog geen gegevens gezien. U zegt dat dit allemaal nog moet worden gecertificeerd, maar ik vraag mij dan af wanneer dit het geval zal zijn en wanneer wij over de gegevens zullen kunnen beschikken.
Wij willen er natuurlijk zeker van zijn dat er geen vertragingen worden opgelopen binnen de bevoegdheden van de federale overheid op dat vlak. De opmerking over Ventilus was te verwachten, maar dat ontslaat u niet van de plicht om wat u zelf in handen hebt, ook zelf helemaal aan te pakken. Daar stellen wij vragen bij. Ik ben er niet helemaal zeker van of we afdoende antwoord hebben op de vraag waar dit verhaal nu staat. Ongetwijfeld zullen we het er na de zomer nog met u over hebben.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 55029469C van mevrouw Dierick wordt omgezet in een schriftelijke vraag.
07 Vraag van Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het advies van de CREG met betrekking tot de energiekosten" (55029475C)
07 Question de Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'avis de la CREG concernant les coûts énergétiques" (55029475C)
07.01 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, ik heb u veertien dagen geleden al over deze kwestie ondervraagd. U was de mening toegedaan dat u het advies van de regulator CREG tijdig zou hebben ontvangen, als dat voor 1 juli was, advies dat samenhangt met het tweede deel van het wetsontwerp, namelijk inzake de energienorm, dat in februari kamerbreed werd goedgekeurd en waarmee u samen met de voorstellen op grond van de benchmarkstudie aan de slag zou gaan om de niet te verantwoorden verschillen in energiekosten ten opzichte van onze buurlanden aan te pakken. Ik veronderstel dat dat bij de begrotingsbesprekingen zal gebeuren.
Hebt u het advies daadwerkelijk ontvangen? Hebt u het al laten evalueren?
Zullen er nog dit jaar extra maatregelen komen rond de energiekosten om de concurrentiekracht van de ondernemingen en de koopkracht van de consumenten te vrijwaren? Zal hiervoor het instrument van de accijnzen worden aangewend?
Wordt alles gericht op de begrotingsbesprekingen in augustus/september? Of komen er toch nog eerder maatregelen, gelet op de Nederlandse termijnmarkt? U had het over een prijs van 139 euro per megawattuur, wat al zeer hoog is, en de heer Wollants had het zelfs over 170 euro per megawattuur. Ik mag er niet aan denken dat de prijs de volgende weken nog zou verhogen. Graag kreeg ik een update.
07.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Ravyts, dank u voor uw vraag. Ik heb het advies van de CREG inderdaad ontvangen vóór de vervaldatum, 1 juli 2022. Dat advies heeft betrekking op de competitiviteits- en koopkrachtanalyse die op 15 mei door FORBEG werd gepubliceerd. Die analyse werd gebaseerd op energiefacturen uit de maand januari en vergelijkt voor die foto als het ware de situatie van de Belgische energieverbruikers met die in het buitenland. Op basis van de analyse kon alvast vastgesteld worden dat er geen federale aspecten aan de oorsprong van de grote competitiviteitsverschillen lagen.
Bovendien is het natuurlijk ook steeds belangrijk om te blijven vergelijken met facturen van de concurrenten in het buitenland. Daarom vergelijken we, samen met de CREG, steeds de meest recente beschikbare prijzen. De hoge prijzen zien we immers niet alleen in ons land. Natuurlijk zijn de hoge energieprijzen, waaronder de hoge gasprijzen, veranderlijk. Eén foto, genomen in januari, zegt niet alles. Binnenkort vatten we met de regering besprekingen aan over de maatregelen die de CREG in haar advies voorstelt. De regering heeft al over heel wat maatregelen beslist in het kader van het sociaal tarief en de btw-verlaging.
De lijn die door de CREG wordt aangehouden in haar advies, is er een die ik voor honderd procent volg. We streven naar een betaalbare factuur voor iedereen en naar een markt waarin de consument begrijpt waarvoor hij betaalt. Ik zal die lijn ook blijven volgen, omdat ik overtuigd ben van de impact op lange termijn. Het is te vroeg om aan te geven of er bijkomende maatregelen nodig zijn en of de eventuele accijnzen daarvoor te dienen te den aangewend.
Dat biedt me de gelegenheid om te verwijzen naar de eerder gestelde vraag over de prijsplafonds en de eigen bevoegdheden. Ik kan zelf niet aan prijsregulering doen of prijsplafonds opleggen, maar uiteraard kunnen we binnen de eigen bevoegdheden andere maatregelen nemen. Het advies omvat bijvoorbeeld elementen die ook in het rapport van de Nationale Bank te vinden zijn, zoals de noodzaak van vaste contracten, het sociale tarief, de btw-hervorming en de accijnzenhervorming.
De CREG formuleert een advies naar aanleiding van de PwC-studie en focust op klanten in een kwetsbare situatie, met name gezinnen die geen sociaal tarief genieten, en kmo's aangesloten op het laagspanningsnet, omdat de regulator van oordeel is dat die twee groepen extra aandacht verdienen. Klanten met het sociale tarief worden goed beschermd, dat wordt keer op keer bevestigd, maar hetzelfde geldt voor klanten aangesloten op het hoogspanningsnet, omdat zij van de energienorm kunnen genieten. Vergeet niet dat het gaat om een vergelijking met de buurlanden om een antwoord te vinden op de vraag of er een competitiviteitsprobleem is dat toe te wijzen is aan factoren in België.
De voorstellen van de CREG zijn ook niet nieuw. Hoe kunnen we het sociaal tarief verbeteren? Moet dat structureel worden gemaakt? Moet dat structureel uitgebreid worden? Wat met de groep die net niet in aanmerking komt voor het SOCTAR, dat van toepassing is op de groep met het BIM-statuut? Moeten we vaste prijscontracten opnieuw ingang laten vinden? Vandaag is de vaststelling nog altijd dat 60 % van de klanten een vast prijscontract heeft, ook al wordt het niet langer aangeboden. De mix van lange-en kortetermijncontracten blijft wel belangrijk. Het is zeker een advies waarmee we aan de slag kunnen en dat ook in lijn ligt met het rapport van de Nationale Bank en met eerdere adviezen, die als input zullen dienen voor het begrotingsdebat, waar de koopkracht, meer bepaald de energiefactuur, opnieuw centraal zal staan.
07.03 Kurt Ravyts (VB): Zoals ik dacht – het is ook de logica zelve –, wordt een en ander voedingsstof voor de begrotingsbesprekingen, meer bepaald inzake competitiviteit en koopkracht. Ik heb het niet meer gecheckt, maar alleszins stond het advies tien dagen geleden nog niet online. Mijnheer de voorzitter, via het commissiesecretariaat kunnen we de vraag misschien aan de CREG richten? Mocht het advies niet online staan, is het toch belangrijk dat het Parlement erover kan beschikken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Vraag van Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De vraag van minister Jetten aan zijn Duitse ambtgenoot over de Duitse kerncentrales" (55029546C)
08 Question de Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La question du ministre Jetten à son homologue allemand sur les centrales nucléaires allemandes" (55029546C)
08.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, uw ambtgenoot Jetten in Nederland bevestigde dat hij zijn Duitse collega heeft gevraagd om na te gaan in welke mate er de komende winter nog Duitse kernenergie zou kunnen worden gebruikt en of Duitsland dus nog iets langer zou kunnen doorgaan met kernenergie. Dat was geen formele vraag, maar natuurlijk wel een informatieve vraag om te weten wat er mogelijk is.
Ook bij ons staat tegen 1 oktober de stillegging van de reactor Doel 3 op het programma. Dat zal ook weer 1.000 megawatt kernenergie uit het systeem halen, energie die dan elders zal moeten worden opgewekt. Het zou dus kunnen dat u een vergelijkbare vraag hebt gekregen van minister Jetten.
Er werd in het verleden al wel eens geopperd om, met toestemming van het FANC, een verlenging van de levensduur van bepaalde centrales voor een zeer korte periode te overwegen. Zo werd bij Doel 1 en 2 op een gegeven moment gesproken over een verlenging met drie maanden, tot na de winterperiode. Uiteindelijk werd er – verstandig genoeg – besloten om die reactoren open te houden tot 2025, maar het lag toen in ieder geval op tafel en stond zelfs in het regeerakkoord.
Welk effect verwacht u qua gasverbruik en op het vlak van stroomprijzen van de afbouw en sluiting van Doel 3 tegen 1 oktober?
Werd u ook benaderd door minister Jetten om de technische haalbaarheid van een tijdelijk uitstel na te gaan?
Wat zou er technisch noodzakelijk zijn om die centrale een winter langer te laten produceren?
Werd die piste door de regering overwogen? Welke elementen speelden op dat vlak een rol?
08.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Wollants, wat uw tweede vraag betreft, ik ben niet benaderd door minister Jetten. Hij heeft mij daar niet over gesproken. Ik heb hem gezien in de marge van de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie. Ook op het niveau van de ambassade of op technisch niveau is die vraag niet gesteld. Het is natuurlijk niet omdat de vraag niet wordt gesteld, dat zij niet zou bestaan of dat er niet over wordt nagedacht.
Uw vraag bestaat uit twee aspecten. Ik zal het technische deel eerst beantwoorden en vervolgens antwoorden op uw eerste vraag.
Er mag natuurlijk niet worden voorbijgegaan aan de technische uitdagingen die hieraan gekoppeld zijn, met name de nucleaire veiligheid. Doel 3 gaat momenteel de laatste tweeënhalve maand van zijn laatste cyclus in. Het is dus in elk geval niet aan de orde om de cyclus zomaar te verlengen met een aantal maanden, omdat daar geen brandstof voor is.
Een herformulering van de vraag kan ertoe leiden dat de centrale eerst stilgelegd moet worden om ze nadien herop te starten. In dat geval dient rekening te worden gehouden met een aantal aspecten. Bij een heropstart moet er rekening worden gehouden met de boorconcentratie in het koelwater, die bijna nul is op het einde van een cyclus, wat betekent dat er een beperktere speelruimte is om de neutronenabsorptie te reguleren. Daarnaast moet er rekening worden gehouden met een vergiftiging van de reactorkern door de splijtingsproducten xenon en samarium, die de neutronen absorberen en waarvan de concentratie na een stop kan toenemen.
Belangrijk is ook de burn-up van de aanwezige kernbrandstof, die een invloed heeft op de reactiviteit. De exploitant heeft daarbij momenteel rekening gehouden met het feit dat deze cyclus de laatste is, wat een impact heeft op de samenstelling van de kern, die daardoor niet dezelfde is als bij een gewone herlading. Dat feit speelt natuurlijk ook een rol indien wordt overwogen om toch een herlading uit te voeren om een bijkomende cyclus in te lassen. De kernbrandstof die daartoe nodig is, is niet vrijelijk te koop. De aankoop van die brandstof en de productie van de brandstofstaven is een proces dat makkelijk een tweetal jaar in beslag neemt.
Een bijkomend aspect om rekening mee te houden is dat het laatste onderhoud van de centrale uitgevoerd is met de definitieve sluiting van Doel 3 in het vooruitzicht. Daarbij hoef ik er uiteraard niet aan te herinneren dat Doel 3 een van de twee reactoren is met waterstofinclusies. Die centrale kon destijds, in 2014, pas opnieuw opgestart worden na uitgebreid onderzoek voor een veilige uitbating voor 40 jaar. In de veiligheidsstudie is dan ook een datum voor cut-off opgenomen.
Op zich is de kwestie van Doel 3 dus niet zo eenvoudig als op het eerste gezicht lijkt. In de allereerste plaats dient de kwestie bekeken te worden in het licht van de nucleaire veiligheid, wat onder de verantwoordelijkheid van de exploitant valt. Het initiatief ligt op een bepaald moment immers bij de exploitant, steeds onder controle van het FANC, dat als onafhankelijke nucleaire veiligheidsregulator waakt over de nucleaire veiligheid. Als voorzitter van de subcommissie nucleaire veiligheid heb ik u op dit vlak ongetwijfeld niet echt nieuwe dingen verteld.
Een en ander leidt er wel toe dat de piste van een tijdelijk uitstel van de stopzetting van Doel 3 in het licht van de technische elementen mij niet realistisch lijkt, maar zoals ik zei, komt die beoordeling eigenlijk de nucleaire veiligheidsregulator toe.
U hebt verwezen naar Duitsland. Mij is gemeld dat er ook in Duitsland geen mogelijkheid was. Mijn collega Habeck was vooral op administratief niveau al te ver gevorderd. Het hing al tegen de sluiting aan, waardoor het niet meer mogelijk was om dit terug te draaien. Ik word geconfronteerd met die technische realiteit.
Uw vraag is relevant, want wij moeten natuurlijk omgaan met de consequenties daarvan. U vroeg naar mijn verwachtingen qua gasverbruik en qua stroomprijzen. In eerste instantie gaat het niet om één op één. Wij mogen er niet van uitgaan dat de volledige productie van die centrale voor honderd procent zal worden vervangen door de gascentrales. We moeten rekening houden met de normale marktwerking en de optimalisatie, die in eerste instantie de goedkoopste productievormen eerst plaatsen. Dat gebeurt voor het volledige productiepark in de Centraal-Westelijke Europese zone, die via de day ahead- handel gekoppeld is.
In elk geval zal de impact van de sluiting van Doel 3 op de gas- en elektriciteitslevels op het vlak van de prijs veel beperkter zijn dan de voorziene stilstand van 15 gigawatt van het Franse nucleaire park in oktober 2022, wat voor ons toch ook een grote zorg is.
Bovendien zien wij dat er in Frankrijk, Duitsland en Nederland wordt gekozen om opnieuw kolencentrales in te zetten. Duitsland is namelijk van plan om de kolengestookte elektriciteitscentrales te gebruiken die in 2022 en 2023 zouden worden gesloten. Het gaat over 10 gigawatt, of een derde. 30 gigawatt kolencentrales zal dan in Duitsland opnieuw online staan. Neem mij niet kwalijk, een derde is fout. Met de heropstart zal het in totaal gaan over 30 gigawatt uit kolenproductie in Duitsland.
In Nederland kunnen de 4 gigawatt aan kolencentrales nu op volle capaciteit draaien in plaats van maximaal voor 35 %. In Frankrijk startte in maart 2022 de gesloten centrale Émile Huchet opnieuw op. Dat betekent 600 megawatt. De Cordemaiscentrale van 1.200 megawatt wordt verlengd gebruikt tot 2024.
Dat zijn uiteraard geen keuzes die toe te juichen zijn, maar ze worden ingegeven door een gebrek aan alternatieven. Wij hebben niet het alternatief van een steenkoolcentrale. Wij hebben geen werkende steenkoolcentrale meer of geen centrale waarin we steenkool kunnen verbranden. We hebben wel het alternatief om 2 gigawatt nucleaire capaciteit verlengd te gebruiken.
De Duitse en de Nederlandse beslissingen dateren van enkele weken geleden. De ENTSO-E en de ENTSOG zijn die gevoeligheden op dit moment aan het verwerken om te zien wat dit betekent voor het gasverbruik en de bevoorradingszekerheid. Dat zal leiden tot een nieuw assessment in de loop van oktober. Wij bereiden de winter maximaal voor en daarvoor kijken we inderdaad naar alles.
08.03 Christian Leysen (Open Vld): Als de commissieleden mij dat toestaan, wil ik eerst iets zeggen vooraleer ik hun het woord geef voor de replieken.
Mevrouw de minister, ik dank u voor deze bijzonder interessante toelichting. Ik heb echter een opmerking. Ik volg ook de Duitse pers en ik had gelezen dat een aantal exploitanten van kernenergie bereid was om een reeds gesloten centrale opnieuw op te starten en de levensduur van een andere te verlengen, maar ik kan het verkeerd hebben gelezen. De heer Habeck heeft ervoor gekozen om de kolencentrales te heropenen. Waar geen wil is, is er geen weg. Dat is een politieke keuze in Duitsland.
08.04 Minister Tinne Van der Straeten: Sorry, dat is géén politieke keuze in Duitsland. Wat de exploitant in Duitsland zegt, is voor rekening van de Duitse exploitant.
Ik ga voort op wat u zegt, namelijk dat de Duitse exploitant dat heeft aangeboden. Ik licht de manier van werken in nucleaire aangelegenheden even toe. De exploitant zegt wat hij wil doen en dan wordt dat het voorwerp van beoordeling door de nucleaire regulator. Ik stel vast dat de exploitant bij ons zegt dat het niet gaat. Ook dat wordt het voorwerp van beoordeling door de regulator. Het is de regulator die beslist.
In Duitsland – dat is gepubliceerd op de website van de Duitse overheid – heeft de regulator gezegd dat het niet kan. Dat is een assessment geweest van de veiligheidsautoriteit. Dat is wat ik hier ook zeg, dit is een beoordeling van de veiligheidsautoriteit. Ik heb u een aantal technische elementen gegeven die mij werden meegedeeld, maar als minister bevoegd voor de bevoorradingszekerheid en niet bevoegd voor de nucleaire veiligheid, kan ik alleen maar verder met het assessment van wat er uit de besprekingen tussen de exploitant en de regulator komt. De heer Wollants heeft vragen gesteld over Doel 3. Wat ik hier heb gekregen, lijkt niet van die aard te zijn dat dit zomaar kan gebeuren. Ik verzet mij tegen het feit dat dit een politieke beslissing is van de heer Habeck, die al heeft gezegd dat als hij het kon doen, hij het ook zou hebben gedaan.
08.05 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, je souhaite vous faire une petite remarque. Tout à l'heure, je voulais intervenir. Vous m'avez dit non.
Le président: J'ai demandé l'accord.
08.06 Marie-Christine Marghem (MR): Oui d'accord, mais je peux faire la même chose la prochaine fois alors. Je le retiendrai.
Je ne suis évidemment pas du tout d'accord avec ce qui est dit ici. Cela ne fonctionne pas de la sorte.
08.07 Bert Wollants (N-VA): Goed, ik zal de volgende keer drie vragen over dit onderwerp indienen, dan kunnen we er een actualiteitsdebat van maken. Dat zijn details, in deze commissie kan zoiets.
Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord. In mijn vraagstelling ben ik er al van uitgegaan dat er een akkoord moet zijn van het FANC, wat er ook beslist wordt. Dat is altijd zo. Dat is voor mij de basisvoorwaarde.
Alleen merk ik op dat toen het ging over Doel 1, er wel ernstig werd overwogen om een stillegging in te voeren tijdens de zomerperiode, om op die manier langer te kunnen doordraaien. Ik denk dus wel dat er mogelijkheden zouden kunnen zijn, maar de bereidheid om een en ander te onderzoeken moet natuurlijk ook aanwezig zijn.
Destijds werd er een veiligheidsanalyse gemaakt voor Doel 3. In een advies van een tweetal jaar geleden heeft het SCK ons daar nogmaals op gewezen. Die analyse gaf aan dat zelfs de huidige safety case ertoe leidde dat de centrale hoe dan ook tot de leeftijd van 45 jaar zou kunnen doordraaien op basis van de studies die toen zijn gebeurd. De winter is daar dus volgens mij niet het grootste probleem. De vraag is enkel of men ook effectief wil overwegen om deze vraag te stellen aan de exploitant. Wil men op die manier verder gaan? We zullen immers eens grondig moeten nagaan wat het effect is. U hebt er terecht op gewezen dat het niet allemaal gascentrales zullen zijn die blijven draaien. Er zit heel veel steenkool en bruinkool bij. Daar moeten we niet gelukkig over worden. Oostenrijk wil zelfs een aantal gascentrales ombouwen tot steenkoolcentrales.
De vraag is of de prijzen dan ook laag zullen blijven op het moment waarop de voorraden gas terugvallen. Voor bruinkool is het anders want de Duitsers bepalen zelf hun prijs voor bruinkool. Er bestaat geen internationale markt voor bruinkool. Voor steenkool liggen de zaken enigszins anders. Een groot deel van die steenkool komt uit Rusland, net zoals aardgas, misschien zelfs in grotere hoeveelheden als men dit gaat omrekenen naar percentages voor de Europese markt.
Ik zou dus grondig willen kijken naar de mogelijkheden. Vandaag is het dan wel het moment om hierover instructies te geven of om in ieder geval de juiste vragen te stellen. U gaat er nu van uit dat de exploitant het niet wil. Het is mij niet duidelijk of de regering de vraag heeft gesteld om het wel te doen.
Heeft men uit eigen beweging gezegd dat ze dit niet wilden? Is men bij u komen aankloppen met de boodschap dat men niet wilde blijven draaien deze winter? Of is er een vraag gesteld? Het is mij niet duidelijk waarom men dit antwoord heeft gegeven. Ik probeer mij nader te informeren.
08.08 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, je vais retenir votre bonne jurisprudence. La prochaine fois que je voudrai intervenir, je demanderai à tous les collègues s 'ils sont d'accord.
Le président: (…)
08.09 Marie-Christine Marghem (MR): Je ne suis pas fâchée du tout, n'ayez aucune crainte!
Je voudrais simplement dire que j'ai écouté très attentivement M. Wollants dans ses questions et sa réplique, ce que vous-même avez dit ainsi que les réponses de la ministre. Le fond de l'affaire est toujours le même; si l'exploitant veut ou exprime, à un moment donné, soit à la demande du gouvernement, soit de sa propre initiative, la volonté d'obtenir auprès du régulateur une prolongation, sa demande est examinée à ce moment-là, et tout le système s'enclenche.
C'est cela, le fond de l'affaire. Tout le reste, c'est du bla-bla. En Suisse, par exemple, comme ils n'avaient pas procédé aux opérations chimiques qui rendent les cuves impropres à la production d'électricité nucléaire, ils ont relancé une de leurs plus vieilles centrales nucléaires, parce que le besoin s'en fait sentir et que les impératifs d'approvisionnement et d'indépendance énergétiques rejoignent la nécessité de faire ce qu'ils font. C'est la même chose en Allemagne mais, malheureusement, en Allemagne, il y a d'abord une décision idéologique, et ils sont emprisonnés dans cette décision idéologique.
Si les trois ou les six réacteurs sont encore en mesure de produire et qu'ils n'ont pas fait l'objet d'opérations irréversibles, ils peuvent évidemment être prolongés, à condition que l'exploitant soit d'accord. En l'occurrence, l'exploitant a été suffisamment violenté ou violé, avec des procès à la clé, pour ne pas vouloir être de bonne grâce actuellement. Et cela, c'est encore une autre situation. Telle est la vérité.
08.10 Bert Wollants (N-VA): Voor mij is het duidelijk. De vraag is alleen wat we daarmee doen. Er leven immers verschillende visies binnen de regering, die hier in de regelluwe zone van deze commissie wel naar boven komen.
08.11
Marie-Christine Marghem (MR): (…)
08.12 Bert Wollants (N-VA): Van de sector hebben we vernomen dat er toch zaken zijn die bij graduele afschakeling van de grootste verbruikers mogelijk tot problemen zouden kunnen leiden. Bij de marktspelers zou men een bevraging organiseren om te zien op welke manier dit zou kunnen verlopen. Tegelijkertijd is er aan onze kant ook bezorgdheid over het economische verhaal. Men kan een bepaalde speler afschakelen, maar als dat vervolgens een kettingreactie geeft bij alle mogelijke afnemers die vervolgens ook hun activiteiten moeten stopzetten, met als gevolg tijdelijke werkloosheid en dat soort dingen, dan is de vraag of louter de afgenomen hoeveelheid gas bekijken wel de juiste keuze is.
L'incident est clos.
09 Vraag van Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het afschakelplan voor gas" (55029558C)
09 Question de Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le plan de délestage pour le gaz" (55029558C)
09.01 Bert Wollants (N-VA): We hebben uit de sector vernomen dat er een aantal zaken zijn die met een graduele afschakeling van de grootste verbruikers mogelijk tot problemen zou kunnen leiden. Men zou een bevraging organiseren bij de marktspelers om te kijken op welke manier dat zou kunnen verlopen. Tegelijkertijd is er onze bezorgdheid dat dit ook een economisch aspect bevat. Men kan een bepaalde speler afschakelen, maar als dit tot een kettingreactie leidt bij afnemers die vervolgens ook hun activiteiten moeten stoppen, met als gevolg tijdelijke werkloosheid, dan is de vraag of het wel de juiste keuze is om louter te kijken naar de afgenomen hoeveelheid gas.
Mijn concrete vraag is hoever u vandaag staat met de verfijning van het plan, waarvan ik vind dat het absoluut klaar moet zijn. Is het voor de betrokken industrietakken duidelijk wanneer ze daar van u de nodige duidelijkheid over kunnen krijgen?
09.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Wollants, eerst en vooral wordt er gewerkt aan een update van het noodplan. Bij elektriciteit spreken we van een afschakelplan. Bij gas gaat het over een noodplan. Dat is veel ruimer en voorziet in diverse maatregelen die moeten vermijden dat er geëvolueerd zou worden naar een afschakeling.
Wat de inhoud betreft, is de gasvoorziening vandaag gegarandeerd, maar de instabiliteit waarin president Poetin Europa heeft gestort, dwingt België ertoe om zich voor te bereiden op alle scenario's. Daarom heb ik in april 2022 gezorgd voor een eerste bijwerking van het gasnoodplan. Het is die bijwerking die momenteel wordt verfijnd door mijn administratie in nauwe samenwerking met Fluxys, binnen het kader van de Europese verordening. Om dat te kunnen doen, hebben we een brede raadpleging gehouden bij meer dan duizend bedrijven in het land. Het doel is om rekening te houden met hun realiteit en hun interne noodplannen, met name wat betreft de tijd die zij nodig zouden hebben om bepaalde maatregelen van het plan uit te voeren.
De online enquête die door verschillende bedrijfsfederaties wordt gesteund, heeft vooral succes geoogst. Meer dan 50 % van de gecontacteerde ondernemingen heeft de verschillende vragen beantwoord. De resultaten van die raadpleging worden momenteel grondig geanalyseerd. Ik zal dus niet aarzelen om bij u terug te komen, zodra de analyse is afgerond.
De volgende stap zijn de aanpassingen van het gasnoodplan. Dat zal worden besproken binnen de federale regering. De aanpassingen zullen ook worden voorgelegd aan de gewesten die bevoegd zijn voor energie, alvorens voor advies te kunnen worden voorgelegd aan de Raad van State. Dit proces van actualisering zal in september 2022 resulteren in de afkondiging van het nieuwe noodplan. Intussen gaat de raadpleging van diverse bedrijven, maar ook van andere stakeholders gewoon door. Het is belangrijk dat we zoveel mogelijk in overleg treden en blijven.
De ene bevraging diende om iedereen te bereiken. Maar dat staat niet in de weg dat we en cours de route niet zouden inspelen op ernstige situaties die zich zouden voordoen.
Het huidige overleg streeft naar het juiste inzicht, zodat we kunnen verfijnen in functie van bepaalde bedrijven die hun verbruik al dan niet kunnen verminderen. Zo kunnen we vermijden dat we een lichtzinnig noodplan afkondigen. Ik hoop met u dat we dat nooit nodig zullen hebben. Maar het is mijn verantwoordelijkheid om dat voor te bereiden, want met de bevoorradingszekerheid mag men geen risico's nemen.
U verwees, nu en ook al eerder, naar de economische kant van het verhaal. Door je zo goed mogelijk voor te bereiden kun je de maatschappelijke en economische impact van de huidige crisis beperken. Het noodplan is daar één schakel in. Uw vraag, en de vorige vragen van de heer Ravyts, zijn daar ook schakels in. Je moet de puzzel leggen met verschillende maatregelen, want de maatschappelijke en economische impact is nu al heel groot. Maar die is vooral het gevolg van de crisis zelf, en niet van het noodplan. Tot voor 31 maart was er zelfs geen noodplan. Ik kan me ook niet inbeelden wat de gevolgen zouden zijn als we de huidige crisis te lijf zouden moeten gaan zonder een dergelijk plan.
09.03 Bert Wollants (N-VA): Het plan bestaat inderdaad uit meer facetten dan louter het terugschroeven van het verbruik in een aantal bedrijven. De manier waarop het uitgevoerd wordt, kan nog een bijkomende impact hebben, boven op de energiecrisis. Het plan moet zaken oplossen. We moeten erover waken dat bepaalde sectoren niet zo erg getroffen worden dat er een kettingreactie volgt in ons hele economische weefsel, want dan zijn we nog verder van huis.
Ik ben wel enigszins verbaasd dat u zegt dat er voor 31 maart geen noodplan was. In het begin van uw antwoord hebt u gezegd dat u een verfijning hebt doorgevoerd aan het plan, maar om iets te kunnen verfijnen moet er toch al iets zijn? Vanuit de industrie hoor ik dat er in de periode 2007-2008 wel een noodplan was. Ik begrijp dus niet goed dat u zegt dat er voor 31 maart niets was. Misschien was dat plan niet functioneel en niet aangepast aan de situatie, dat zou wel kunnen.
Ik merk twee pistes in uw antwoord, waarvan er ongetwijfeld maar een de juiste zal zijn, of waarvan ik de verfijning vandaag nog niet helemaal begrijp. In een toekomstige vraag zal ik die wellicht nog kunnen begrijpen.
L'incident est clos.
10 Vraag van Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het directiecomité van de CREG" (55029562C)
10 Question de Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le comité de direction de la CREG" (55029562C)
10.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, 23 mei was de laatste datum waarop men zijn kandidatuur kon indienen als lid van het toekomstig directiecomité van de CREG. U weet dat het een bijzonder lang proces geweest is om eruit te raken. Het heeft verschillende jaren geduurd tussen het idee dat men het directiecomité wou vernieuwen en de mogelijkheid om dat daadwerkelijk te doen. Het heeft ook zes of zeven parlementaire vragen gevergd eer men eruit raakte.
Nu is alvast het gedeelte van de kandidatuurstellingen afgerond. De vraag is hoe de rest van de tijdlijn eruitziet. Wanneer mogen we verwachten dat de CREG een nieuw samengesteld directiecomité heeft dat die naam waardig is?
10.02 Minister Tinne Van der Straeten: Het vervolg van de procedure is vrij eenvoudig. Wij volgen namelijk de procedure die is opgenomen in het koninklijk besluit van 13 juli 2012.
Artikel 7, want daar zijn we intussen aanbeland, bepaalt dat Selor de kandidaten inschrijft in de groepen 'geschikt' of 'niet geschikt'. Die inschrijving wordt gemotiveerd. De kandidaten worden in kennis gesteld van hun inschrijving in een van beide groepen. De inschrijving wordt mij door Selor bezorgd onder de vorm van een lijst van de kandidaten die geschikt zijn bevonden voor de vacante betrekkingen.
Vervolgens moet ik een bijkomend gesprek organiseren met de kandidaten van de groep "geschikt" teneinde hen onderling te vergelijken inzake hun specifieke competenties, hun relationele vaardigheden en hun leidinggevende capaciteiten ten opzichte van de functiebeschrijving en het competentieprofiel van de vacante functie.
Ik ga er dus van uit dat wij na het zomerreces vooruitgang zullen kunnen boeken met de benoeming van het directiecomité van de CREG. Met andere woorden, ik wacht op het rapport van Selor.
10.03 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Ik vind het vooral belangrijk dat het eindresultaat er is. We zijn vorige keer immers ook al in deze fase geraakt, met geschikte en niet-geschikte kandidaten, met inbegrip van een extra ronde met die kandidaten. Daarna is men gecrasht en moest men opnieuw beginnen. Ik hoop dat we nu tot het einde raken. We moeten uiteraard bekijken wat er mogelijk nog roet in het eten kan gooien op dat vlak. Ik kijk uit naar het najaar, waarin de zaken georganiseerd zouden moeten raken.
L'incident est clos.
11 Vraag van Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stand van zaken betreffende de EMD-wet" (55029565C)
11 Question de Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le point sur la loi EMD" (55029565C)
11.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, de laatste vraag betreft het voorontwerp van EMD-wet. Daarover spraken we in april al eens, en toen zei u dat u volop bezig was met de tweede lezing, de tweede bespreking in de regering, en dat er geen knelpunten opgedoken waren. We zijn nu een aantal maanden later en het verbaast me dus enigszins dat er nog geen vooruitgang is.
Is de regering nog steeds bezig met die tweede bespreking? Wat is de exacte stand van zaken? Waar ligt het kalf gebonden, om het met een spreekwoord te zeggen?
11.02 Minister Tinne Van der Straeten: Het zal deze commissie in elk geval niet ontbreken aan wetgevend werk. De tweede lezing is namelijk afgerond, de kwestie is behandeld binnen de regering. Nu wordt het ingediend bij het Parlement. "Weldra" staat hier. In september wordt het besproken in de commissie, in het najaar dus.
Ik kijk er alvast naar uit om dat ontwerp hier te bespreken. Het gaat over tal van aspecten, tal van keuzes ook. Het is een omzetting, maar voor mij is het meer dan louter een omzetting. Het gaat bijvoorbeeld ook over het marktmodel, over hernieuwbare-energiegemeenschappen, uiteraard ook over wind op zee… Het is dus echt wel een belangrijk ontwerp.
11.03 Bert Wollants (N-VA): Dank u wel, mevrouw de minister. Ik kijk er alvast naar uit. Ik ben al blij dat uw medewerkers "weldra" hebben opgeschreven en niet "onverwijld". Dat maakt de kans groter dat we het hier daadwerkelijk te zien zullen krijgen, maar ik moet wel vaststellen dat er een zeer lange tijd over is gegaan tussen de eerste lezing en de uiteindelijke behandeling in het Parlement. Volgens mij was die eerste lezing al meer dan een jaar geleden afgerond. Ik ben dus heel benieuwd wat er uiteindelijk op papier zal worden gezet.
11.04 Minister Tinne Van der Straeten: Dat is waar en u hebt daar gelijk in, maar ik hoef er toch geen tekeningetje bij te maken? Er is een omvangrijk advies van de Raad van State over de EMD-wet en alle wijzigingen die we daaraan aanbrengen. We hebben daar grondig naar gekeken, we hebben er uitvoerig over gesproken met de Gewesten… Dit is van een andere orde dan de bekrachtiging van KB's. Oké, dat is misschien het andere uiterste, maar er komt in elk geval heel wat bij kijken en we hebben ervoor gekozen om alle open punten goed af te werken, goed wetende dat er ook voor het Parlement eten en drinken in zit. Het moet dus echt wel helemaal in orde zijn, en dat is het nu.
Het is ook wel zo dat het ontwerp er misschien twee maanden vroeger zou zijn geweest als er geen energiecrisis was. We moeten het echter doen met de handen die er zijn.
11.05 Bert Wollants (N-VA): Ik kijk ernaar uit, mevrouw de minister. Hier is heel veel tijd en moeite in gestoken, dus ik verwacht dan ook subliem werk. Wij zullen dat bekijken wanneer de teksten er zijn. Dan zullen wij zien binnen welk kader u uw redenering hebt opgebouwd.
De voorzitter: Dat staat op de agenda van de vergadering van 20 september.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.43 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16 h 43.