Commission
de la Constitution et du Renouveau institutionnel |
Commissie voor Grondwet en Institutionele Vernieuwing |
du Mercredi 29 juin 2022 Matin ______ |
van Woensdag 29 juni 2022 Voormiddag ______ |
La réunion publique de commission est ouverte à 11 h 50 et présidée par Mme Özlem Özen.
De openbare commissievergadering wordt geopend om 11.50 uur en voorgezeten door mevrouw Özlem Özen.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
- Barbara Pas aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De stand van zaken met betrekking tot de institutionele hervormingen" (55028176C)
- Barbara Pas aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De stand van zaken met betrekking tot de institutionele hervormingen" (55028177C)
- Barbara Pas aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De interfederale ambtelijke taskforce in het kader van het dialoogplatform" (55028178C)
- Barbara Pas aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De interfederale ambtelijke taskforce in het kader van het dialoogplatform" (55028179C)
- Barbara Pas aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De stavaza van de thematische werkgroepen in het kader van het dialoogplatform" (55028236C)
- Barbara Pas aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De stavaza van de thematische werkgroepen in het kader van het dialoogplatform" (55028237C)
- Sander Loones aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De institutionele gesprekken" (55028619C)
- Sander Loones aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De institutionele gesprekken" (55028620C)
- Barbara Pas à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "Le point sur les réformes institutionnelles" (55028176C)
- Barbara Pas à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le point sur les réformes institutionnelles" (55028177C)
- Barbara Pas à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "La task force interfédérale administrative dans le cadre de la plateforme de dialogue" (55028178C)
- Barbara Pas à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La task force interfédérale administrative dans le cadre de la plateforme de dialogue" (55028179C)
- Barbara Pas à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "Le point sur les groupes de travail thématiques dans le cadre de la plateforme de dialogue" (55028236C)
- Barbara Pas à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le point sur les groupes de travail thématiques dans le cadre de la plateforme de dialogue" (55028237C)
- Sander Loones à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "Les discussions institutionnelles" (55028619C)
- Sander Loones à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Les discussions institutionnelles" (55028620C)
01.01 Barbara Pas (VB):
Mevrouw de minister, mijnheer de minister, het regeerakkoord bevat zoals
bekend een aantal bepalingen die betrekking hebben op institutionele
hervormingen of op de voorbereiding daarvan.
In dat kader werd onder meer in juli 2021
een 'parlementaire commissie belast met de evaluatie van de staatshervormingen
sinds 1970' opgericht. Zij kreeg als opdracht in de huidige
bevoegdheidsverdeling de knelpunten te inventariseren, te evalueren en
voorstellen te doen in de richting van meer homogene bevoegdheidspakketten.
Deze commissie heeft op 23 mei definitief haar werkzaamheden afgerond. De
resultaten daarvan zijn evenwel erg bedroevend. Er werden veel deskundigen
gehoord, maar slechts over vijf thema's, er werden daarover een aantal
knelpunten vastgesteld in de huidige institutionele werking en de
bevoegdheidsverdeling, maar besluiten, laat staan voorstellen tot verbetering
of homogenisering zijn er uit deze commissie niet gekomen.
Merkwaardig waren ook de verklaringen van
de heer Verherstraeten, die namens regeringspartij CD&V bij de
eindbespreking in deze commissie de regering uitnodigde om werk te maken van de
institutionele hervormingen “om datgene wat mogelijk is om zonder 2/3e
meerderheid te doen, wat is afgesproken in het regeerakkoord," te
realiseren, en ook om “de nodige contacten te leggen met de oppositie waarvoor
een 2/3e meerderheid wel nodig is". Dat suggereert dat daar tot op heden
nog geen werk van werd gemaakt.
De werkzaamheden van deze commissie werden
mee opgevolgd door beide ministers bevoegd voor Institutionele Hervormingen.
Hoe evalueert u de werkzaamheden van deze
commissie? Welke inhoudelijke besluiten trekt u daaruit?
Welk gevolg geeft de regering hieraan?
Wat is de stand van zaken met betrekking
tot de institutionele hervormingen? Welke stappen werden daartoe reeds in de
schoot van de regering gezet en tot welke resultaten heeft dat geleid?
Werden reeds de nodige contacten gelegd
met de oppositie om een 2/3e meerderheid en een meerderheid in de Nederlandse
taalgroep te bekomen, zo ja, met welke oppositie, en zo neen, wanneer denkt de
meerderheid die contacten dan wel te leggen?
In het kader van het zg. dialoogplatform
werd ingevolge een beslissing van het Overlegcomité van 24 november een interfederale
ambtelijke takforce opgericht. Deze bestaat uit personeelsleden van de
administraties van de diverse entiteiten en heeft tot taak gekregen de
beslissingen en procedures van het Overlegcomité uit te voeren die kaderen in
het zgz. Dialoogplatform.
Hoe vaak heeft deze taskforce inmiddels
vergaderd?
Kan worden gepreciseerd welke
activiteiten deze taskforce heeft uitgeoefend en welke beslissingen en
procedures van het OC hij heeft uitgevoerd?
Kunnen ons de verslagen van deze
taskforce worden bezorgd?
Hoe evalueren de ministers de
werkzaamheden van deze taskforce?
Heeft deze taskforce nog opdrachten te
vervullen wanneer de werkzaamheden van de thematische werkgroepen zijn afgerond
en zo ja welk? Wanneer wordt deze taskforce ontbonden?
In het kader van het zg. dialoogplatform
werden ingevolge beslissingen van het Overlegcomité van resp. 2 februari en 23
maart zeven thematische werkgroepen opgericht. Zij bestaan uit personeelsleden
van de administraties van de diverse entiteiten, eventueel aangevuld met
vertegenwoordigers van de bevoegde vakministers. Zij hebben tot taak
meegekregen knelpunten, conflicten e.d.m. in de huidige bevoegdheidsverdeling
te identificeren en er verbeteringen voor voor te stellen.
Op het Overlegcomité van 23 maart was
beslist dat deze thematische werkgroepen tegen 31 mei daarover een rapport
opstellen.
Hebben alle werkgroepen hun werkzaamheden
afgerond en hun rapport ingeleverd? Kan u eventueel specificeren welke wel en
welke niet?
Wat zijn de bevindingen van elk van deze
werkgroepen? Kunnen ons deze rapporten en de verslagen van deze vergaderingen
worden bezorgd?
Zijn de werkzaamheden van deze
werkgroepen daarmee afgerond?
Hoe evalueren de ministers de
werkzaamheden van deze werkgroepen?
Welk verder gevolg wordt gegeven aan deze
rapporten?
01.02 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de minister, mijnheer de minister, u kondigde
eerder aan dat u deze zomer institutionele gesprekken binnen de regering zou
voeren. Om die reden dienden, volgens de meerderheidspartijen, de burgerbevraging
en de gemengde commissie Staatshervorming absoluut te zijn afgerond voor de
zomer.
Vandaar
mijn vragen aan u:
1. Wat
is de stand van zaken over de planning van deze institutionele gesprekken
binnen regering?
2. Wat
is uw persoonlijke ambitie terzake?
3.
Plant u een algemeen debat of plant u zich op een aantal specifieke
bevoegdheidsdomeinen toe te spitsen?
01.03 Minister Annelies Verlinden: Mevrouw Pas, mijnheer Loones, uiteraard heb ik de werkzaamheden van de gemengde commissie met bijzondere aandacht gevolgd. De commissie had zichzelf namelijk als opdracht gesteld om de staatshervormingen sinds 1970 te evalueren. Ik heb ze echter vooral gevolgd om een objectief onderzoek te voeren naar de knelpunten binnen de bevoegdheidsverdeling en de werking van onze instellingen. Ik ben ervan overtuigd dat die commissie een aantal zinvolle stappen gezet heeft in de voorbereiding van een wat mij betreft noodzakelijke volgende staatshervorming.
Het is daarbij vooreerst belangrijk dat het niet enkel een oefening op federaal niveau was, maar dat ook parlementsleden van de deelstaten via de Senaat op een volwaardige manier deel uitmaakten van de commissie. Zo konden de parlementsleden uit de Gemeenschapen en Gewesten, naast de oefeningen die ook in hun eigen parlementen lopen, meebeslissen over de experts die werden gehoord en een belangrijke bijdrage leveren aan het debat. De volwaardige rol van de deelstaten in dit debat is voor mij belangrijk, omdat net zij vaak geconfronteerd worden met de beperkingen en moeilijkheden van de huidige bevoegdheidsverdeling.
In de commissie hebben we verder knappe uiteenzettingen gehoord van diverse sprekers uit het werk- en middenveld, uit de magistratuur en de overheidsadministraties en de academische wereld. Ze spraken over domeinen waar de bevoegdheidsverdeling tussen de federale overheid en de Gemeenschappen en de Gewesten zeer complex en versnipperd is. Zoals u weet, behandelde de commissie thema's als gezondheidszorg, mobiliteit, klimaat en energie, die behoren tot de meest complexe thema's inzake bevoegdheidsverdeling. Ik vond ook de hoorzittingen en debatten die plaatsvonden over het tweekamerstelsel en de verbetering van de samenwerkingsvormen verhelderend. Ik wil dan ook van de gelegenheid gebruik maken om iedereen die er gesproken heeft en heeft meegewerkt uitdrukkelijk te danken voor hun deskundige en verhelderende inbreng.
U vraagt naar de stand van zaken met betrekking tot de institutionele hervormingen binnen de regering. Ik heb in deze commissie op 16 februari en 4 mei al aangegeven dat de methode en de timing voor de uitvoering van de passage inzake institutionele hervormingen besproken werden in de kern op 19 januari en op 11 februari. In navolging van die besprekingen heeft het kernkabinet de ministers van Institutionele Hervormingen de opdracht gegeven om contacten te leggen met de verschillende vicepremiers van de meerderheid over de implementatie van de passages in het regeerakkoord over de institutionele hervormingen, in het bijzonder van de gezondheidszorg. De consultaties zijn nog niet afgerond. Ik kan u daarom nog geen verdere informatie geven over dit onderwerp.
Wat uw vraag betreft over in hoeverre de Vlaamse oppositie betrokken wordt bij deze besprekingen, kan ik opnieuw verwijzen naar mijn antwoord in deze commissie van 16 februari en 4 mei. Ik heb daarin aangegeven dat er daarover binnen de regering nog geen concrete afspraken werden gemaakt. Er is intussen niets gewijzigd.
Ook wat de verdere methode en timing betreft, moeten wij eerst de consultatieronde doorlopen en afronden. Na afloop van de consultatieronde zullen wij samen met de premier bekijken hoe de gewenste vooruitgang inzake de staatshervorming geboekt kan worden.
Ik heb uiteraard begrip voor de critici die zeggen dat het allemaal wat traag gaat. Ik zou ook liever vandaag dan morgen de bijzondere wetten goedkeuren die verband houden met de zevende staatshervorming. Gelet op de huidige fragmentatie van de bevoegdheden is een staatshervorming in dit land mijns inziens immers broodnodig. U hoeft mij daar niet van te overtuigen. Dat is ook wat de werkzaamheden van de gemengde commissie hebben aangetoond, zeker op het vlak van de gezondheidszorg.
U weet echter ook dat men niet alleen kan onderhandelen over een staatshervorming. Het is bovendien politiek geen eenvoudige en ook een bijzonder tijdrovende opdracht. Ik vind dat het tempo van de regering op het vlak van de staatshervorming effectief hoger mag. Ik zet mij daarvoor in en ik zal dat blijven doen. Dat engagement mag u van mij verwachten.
Het is overigens niet alleen mijn verantwoordelijkheid en die van collega Clarinval om die passage uit het regeerakkoord te bewaken, maar ook die van de premier, die moet waken over de uitvoering van het regeerakkoord, en bij uitbreiding ook die van de hele regering.
Als u meent een snellere methode te kunnen invoeren om vooruitgang te boeken, dan wil ik u oproepen om binnen het Parlement zelf bondgenoten te zoeken om de vereiste tweederdemeerderheid te bereiken, plus een meerderheid in elke taalgroep. Ik zal dergelijke activiteiten uiteraard met heel veel aandacht en interesse opvolgen.
01.04 Barbara Pas (VB): Mevrouw de minister, was dat het antwoord op alle gebundelde vragen? Of gaf u alleen een stand van zaken?
01.05 Minister Annelies Verlinden: Mevrouw Pas, indien u voor uw andere vragen ook naar uw schriftelijke vragen verwijst, kan ik onmiddellijk ook de andere vragen beantwoorden.
01.06 Barbara Pas (VB): Mevrouw de minister, ik had voor alle vragen verwezen naar de schriftelijke versie.
01.07 Minister Annelies Verlinden: Mevrouw Pas, excuseer mij, ik had het niet goed begrepen.
01.08 Sander Loones (N-VA): (…). (Zonder microfoon.)
01.09 Minister Annelies Verlinden: Dat is over de institutionele hervormingen. Is het goed voor u als wij alles samen behandelen? (Instemming.)
Het tweede deel ging over de interfederale ambtelijke taskforce.
01.10 Sander Loones (N-VA): (…). (Zonder microfoon.)
01.11 Minister Annelies Verlinden: Dat was het onder meer, maar ik was nog niet uitgepraat.
Mevrouw Pas, ik kan u melden dat de interfederale ambtelijke taskforce ondertussen vier keer is samengekomen in 2022, namelijk op 24 februari, 7 maart, 28 maart en 30 mei.
Op hun beurt dienen de thematische werkgroepen een rapport op te stellen over de in punt 7 van de notificatie van het Overlegcomité van 24 november 2021 bedoelde vragen. Dat punt heb ik ook al toegelicht tijdens vorige commissievergaderingen.
De taskforce coördineert de werkzaamheden van de zeven opgerichte interfederale thematische werkgroepen en bewaakt ook de voortgang van het proces. Daarbij werkt de taskforce in opdracht van het Overlegcomité, waarbij de verslagen van de taskforce in de eindrapporten van de zeven thematische werkgroepen aan het Overlegcomité zullen worden bezorgd, zodra de werkzaamheden zijn afgerond. Uw vraag om nu al de verslagen te bezorgen, is dus voorbarig, omdat de activiteiten nog lopen.
Op uw vraag over de evaluatie van de werkzaamheden van de taskforce kan ik antwoorden dat de rol van de taskforce, zoals eerder al besproken, zich beperkt tot het ambtelijk coördineren van de zeven opgerichte thematische werkgroepen en dat de taskforce uiteraard die coördinerende taak ook zeer ter harte neemt.
Uw laatste vraag had betrekking op eventuele opdrachten van de taskforce wanneer de werkzaamheden van de zeven thematische werkgroepen zijn afgerond. Ook het antwoord daarop is op dit moment voorbarig en kan ik nog niet geven. Zodra de werkzaamheden zijn afgerond, zal het immers aan het Overlegcomité toekomen om daarover een beslissing te nemen en te bekijken of de taskforce zijn werkzaamheden nog moet voortzetten.
Een laatste set vragen gaat over de thematische werkgroepen. De stand van zaken is dat tot op heden enkel de werkgroep Lokale Besturen de werkzaamheden heeft afgerond en een rapport heeft afgeleverd. De werkgroepen Gezondheidszorg, Klimaat en Energie, Mobiliteit en Vervoer en Fiscaliteit en Financiën zouden normaliter hun werkzaamheden begin juli 2022 moeten afronden en daarna hun rapport afleveren.
De werkgroepen Arbeidsmarktbeleid, Justitie en Justitiehuizen verwachten, vanwege het groot aantal besproken thema's, hun werkzaamheden af te ronden in de loop van oktober.
U vroeg mij ook hoe ik de thematische werkgroepen evalueer. Daarbij is het natuurlijk van belang om goed voor ogen te houden wat wel en wat niet tot de opdracht van die thematische werkgroepen behoort. De ambtelijke thematische werkgroepen hebben nooit de opdracht gehad om politieke onderhandelingen te voeren. Van ambtenaren kan overigens ook niet verwacht worden dat zij dergelijke politieke onderhandelingen voeren. Het ligt bijgevolg ook niet in de lijn van de verwachtingen of niet in de opdracht dat uit de werkzaamheden concrete politieke conclusies kunnen worden getrokken met het oog op een toekomstige staatshervorming.
Wat de thematische werkgroepen wel moeten doen, conform hun opdracht, doen ze goed, want zij zorgen voor een inventarisatie, een systematisering en een diepgang in de probleemanalyse van de beleidsdomeinen en bevoegdheidsdomeinen waarvan bevoegdheden verdeeld zijn, daarbij rekening houdend met de input van zowel de federale als de gemeenschaps- en gewestadministraties. Dat levert uiteraard een belangrijke toegevoegde waarde op. Daarbij wordt een palet van probleempunten, maar ook van oplossingen aangereikt, die als input kunnen dienen voor de verdere politieke besprekingen en politieke onderhandelingen. De werkzaamheden van de thematische werkgroepen bevatten dus veel informatie voor de politieke onderhandelingen over en bij een volgende staatshervorming. Dat was van bij het begin precies de bedoeling.
Daarnaast dwingen de thematische werkgroepen de verschillende federale en deelstatelijke administraties om op een gestructureerde manier na te denken over de problemen in de praktijk op het terrein in de bevoegdheidsverdeling. Dat stond voordien niet altijd bij alle administraties in dit land even hoog op de prioriteitenkalender. Het is dus zeker een waarde om dat nu op die manier gestructureerd aan te pakken.
Wij zijn er dus van overtuigd dat de oefening binnen die thematische werkgroepen de geesten verder doet rijpen in voorbereiding op een staatshervorming. Dat is belangrijk, omdat er voor een staatshervorming en de bijbehorende te nemen belangrijke beslissingen een draagvlak moet worden gevonden. Dat draagvlak kan niet zomaar ergens worden gezocht of aangetroffen, dat moet worden gecreëerd door het oplijsten van de probleempunten en het begin van oplossingen. In die zin kunnen wij met zijn allen toejuichen dat er over de staatshervorming wordt nagedacht en gesproken vanuit het terrein, vanuit de administraties, vanuit de praktijk. Vanop een afstand lijkt dat misschien een eerder kleine stap, maar wij zijn ervan overtuigd dat die noodzakelijk is ter voorbereiding van de staatshervorming. We weten hoe verhit de emoties kunnen zijn als we het in dit land over staatshervormingen hebben.
Als het goed voorbereid wordt door mensen vanuit het hele land binnen de administraties op het terrein kan dat een belangrijke opstap betekenen.
01.12 Barbara Pas (VB): Mevrouw de minister, geduld is een schone deugd. Op de vier legislaturen dat ik hier zit, moet ik steeds meer geduld uitoefenen. Het is een understatement dat het tempo gerust omhoog mag voor de realisatie van de communautaire passage uit het regeerakkoord. Het is toch wel ter plaatse trappelen. In de kern is de opdracht gegeven om met de vice-eersteministers op hun domeinen op zijn minst te overleggen. U legt zelfs nog geen timing op voor dat overleg binnen de eigen regering. Het zal dan nog wel even duren voor dat tempo effectief omhoog kan. U trekt ongetwijfeld aan de kar.
Gisteren bij de bespreking van de aanpak van de covidpandemie hebt u nog eens aangegeven dat u voorstander bent van homogene bevoegdheidspakketten inzake gezondheidszorg op het niveau van de regio's. Die animo ontbreekt bij uw regeringspartners.
De taskforce heeft blijkbaar vier keer vergaderd. We zullen dat verder opvolgen. Ik had nog vragen inzake de thematische werkgroepen. Het rapport van de lokale besturen is klaar. Een aantal andere rapporten mogen we eerstdaags verwachten. Is het mogelijk om die rapporten al over te maken aan het Parlement ter informatie? In die inventarisatie zit namelijk heel veel informatie die zeer nuttig kan zijn, los van de rapporten rond arbeidsmarktbeleid, Justitie en justitiehuizen die we pas in het najaar mogen verwachten. De al beschikbare rapporten kunnen voor veel parlementsleden onder ons interessante zomerlectuur zijn.
01.13 Sander Loones (N-VA): Dank u voor de antwoorden op de vragen. U weet dat wij dit van nabij volgen en geregeld u hier in het Parlement vragen over stellen. We houden de antwoorden ook bij. Eerlijk gezegd, een aantal maanden geleden vroegen wij naar het tijdspad over de institutionele gesprekken en het antwoord was toen dat eerst de online bevraging afgerond moest zijn voor de zomer. Om dezelfde reden moest de gemengde commissie met Kamer en Senaat absoluut zijn afgerond voor Pasen. Zo zou u tijdens de zomervakantie met de regering de discussie kunnen voeren over de constitutionele ambitie van deze ploeg. Inzake kernenergie merk ik op dat de premier mee zal onderhandelen met mevrouw Van der Straeten. Wanneer het over uw dossiers gaat, horen we de rest van de regering niet en is dat geen prioriteit. Die analyse kan ik helaas maken van zowat alle CD&V-dossiers: asiel en migratie en de chaos daarbij zijn ook niet één van de zeven werven van de premier, net zomin als de fiscale hervorming van minister Van Peteghem, al komt die nu met wat trekken en sleuren wel in het debat. Het is bijzonder dat de premier zich dit hoofdstuk niet aantrekt. Ik heb hem daarover nog ondervraagd deze week, maar op veel ambitie heb ik hem toen niet betrapt.
U zegt dat u deze legislatuur graag bijzondere wetten goedgekeurd zou zien. Ik ook, maar ik zou al tevreden zijn om voorstellen van bijzondere wet te kunnen zien en te merken dat de redactie daarvan bezig is. Ik heb al verscheidene van uw collega's uit de regering daarover ondervraagd, maar daarbij ook niemand op enige ambitie betrapt. Ook niet de minister die het op de eerste plaats aanbelangt, minister Vandenbroucke, die gewoon de bal terugschopt naar uw kabinet. Ik had ook gevraagd of er capaciteit was op de kabinetten om dat allemaal op te volgen. Iedereen had gezegd dat zeker te zullen doen, maar als puntje bij paaltje komt, zien we niets. Ik droom ervan om die wetten goed te keuren, maar hoop om ze minstens toch al te zien deze legislatuur.
U zegt dat het politiek geen eenvoudige opdracht is en dat het tempo omhoog mag. Mevrouw de minister, dat was net het punt waarom wij er vanaf de eerste dag voor hebben gepleit om die bevoegdheid aan een vicepremier toe te kennen. Dat staat ook in het regeerakkoord. Uw partij vond het echter niet nodig om uw bevoegdheid, Institutionele Hervormingen, toe te bedelen aan een vicepremier. Nu zien we waarom.
Ik krijg vaak de kritiek dat ik daar altijd over klaag, maar het gaat over politieke gewicht dat men aan een dossier toekent, het feit dat men altijd aanwezig is in het kernkabinet en dus heel zichtbaar is om dat dossier elke keer hoger op de agenda te plaatsen. Ik roep uw vicepremier, minister Van Peteghem, op om dat thema toch wat zichtbaarder te maken binnen het kernkabinet. Het spreekt voor zich dat alle sociaal-economische dossiers belangrijk zijn, maar ze zullen alleen maar opgelost geraken als ook het institutionele opgelost geraakt.
Ten vijfde, ik dank u om bondgenoot en aandachtige toeschouwer te zijn van wetgevende initiatieven die in dit Parlement worden genomen. Vanmiddag staat een voorstel tot wijziging van de bijzondere wet van 1980 tot hervorming der instellingen, specifiek over de luchthavens en de mobiliteit, op de agenda van deze commissie. Wij doen daar graag wat u ons aanbeveelt en proberen zelf ook een draagvlak te creëren om in een aantal dossiers te trancheren.
L'incident est clos.
- Sander Loones aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De hervormingen aan het kiessysteem" (55028207C)
- Sander Loones aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De hervormingen aan het kiessysteem" (55028208C)
- Sander Loones aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De loting van burgers voor de gemengde commissies en de burgerpanels" (55028549C)
- Sander Loones aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De loting van burgers voor de gemengde commissies en de burgerpanels" (55028550C)
- Barbara Pas aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "Het wetsontwerp inzake gemengde commissies en burgerpanels" (55028572C)
- Barbara Pas aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het wetsontwerp inzake gemengde commissies en burgerpanels" (55028573C)
- Nabil Boukili aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De burgerbevraging over de staatshervorming" (55028591C)
- Nabil Boukili aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "Burgerparticipatie door loting" (55028600C)
- Nabil Boukili aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Burgerparticipatie door loting" (55028601C)
- Sander Loones aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De burgerpanels" (55028936C)
- Sander Loones aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De burgerpanels" (55028937C)
- Kristof Calvo aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "Gemengde commissies en burgerpanels" (55029220C)
- Sander Loones à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "Les réformes du système électoral" (55028207C)
- Sander Loones à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Les réformes du système électoral" (55028208C)
- Sander Loones à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "Le tirage au sort de citoyens pour les commissions mixtes et les panels citoyens" (55028549C)
- Sander Loones à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le tirage au sort de citoyens pour les commissions mixtes et les panels citoyens" (55028550C)
- Barbara Pas à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "Le projet de loi relatif aux commissions mixtes et panels de citoyens" (55028572C)
- Barbara Pas à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le projet de loi relatif aux commissions mixtes et panels de citoyens" (55028573C)
- Nabil Boukili à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "La consultation citoyenne sur la réforme de l’État" (55028591C)
- Nabil Boukili à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "La participation citoyenne par tirage au sort" (55028600C)
- Nabil Boukili à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La participation citoyenne par tirage au sort" (55028601C)
- Sander Loones à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Les panels citoyens" (55028936C)
- Sander Loones à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "Les panels citoyens" (55028937C)
- Kristof Calvo à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "Les commissions mixtes et panels de citoyens" (55029220C)
02.01 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, de volgorde van de vragen is wat vreemd. Eigenlijk hadden wij het best eerst gehad over de burgerbevraging, dan over de afhandeling van de resultaten, dan over de loting en dan over de institutionele hervormingen, maar de agenda is net omgekeerd.
Mevrouw de minister, mijnheer de minister, ten eerste konden we al een en ander in de pers lezen over het systeem van burgerpanels met loting dat de regering op het getouw zet, waarbij er daarop een dubbele filter in het Parlement wordt geplaatst. Er blijven nog heel wat vragen over. Mijn belangrijkste kan men als volgt samenvatten: zal de regering dat alleen doen of wordt het Parlement ook een echte partner in dat dossier? Het gaat dan over heel concrete aspecten. Wat zal het statuut zijn van de panels? Hoe zal dat worden bepaald? Hoe zullen wij afspraken maken omtrent de organisatie en de afhandeling, het statuut van de leden, de verwerking van de resultaten?
U hebt een en ander al in de regering doorgesproken, maar er moet nog heel wat in detail worden uitgeklaard. Zult u dat eerst met het Parlement bespreken, in een gedachtewisseling? Zult u eerst hier daarover een gesprek hebben en indien nodig voorstellen ter stemming voorleggen, vooraleer u daarover met de regering beslissingen zult nemen? Het gaat dan specifiek over het statuut.
Ik hoop dat dat het geval zal zijn. Op dat vlak is het wat fout gelopen bij de onlineburgerbevraging. Daardoor is het steeds wat onduidelijk geweest, ook bij de bevolking, wat met de resultaten daarvan zou gebeuren. Dat is de participatiegraad aan de burgerbevraging niet ten goede gekomen.
Mijn tweede vraag gaat over wat u inhoudelijk wilt doen met de burgerpanels. Zal dat afgestemd worden met het Parlement of komt de regering zelf met een voorstel over de thema's die daar besproken kunnen worden?
Ik vind het opmerkelijk dat mijn vraag over het kiessysteem aan het debat hier is toegevoegd. Het is u niet onbekend hoe men te werk gaat: parlementsleden dienen hun vragen in, het kabinet doet dan een voorstel om een aantal vragen te bundelen, dat wordt doorgegeven aan de diensten, die dat dan zo op de agenda zetten. Mevrouw de minister, u en uw kabinet hebben mijn vraag over de hervorming van het kiessysteem gebundeld met de vragen over de burgerpanels.
Daarom kan ik niet anders dan ervan uitgaan dat het uw bedoeling is om tijdens de burgerpanels over het kiessysteem te debatteren. Ik zou het interessant vinden als dat gebeurt. Dat lijkt mij een boeiend thema om van gedachten over te wisselen met de deelnemers aan het hele project van participatie.
Verschillende partijen hebben hun standpunt al geuit. Open Vld, hier niet aanwezig, wil een federale kieskring. CD&V wil, net zoals onze partij, kleinere kieskringen. In het regeerakkoord staat een aantal zaken over de kieswetgeving. Het thema werd ook opgenomen in uw onlineburgerbevraging. Nu wilt u dat blijkbaar verder uitpuren in de burgerpanels.
Is dat inderdaad zo, mevrouw de minister? Kunnen we uit de bundeling van de vragen hier concluderen dat u de wijziging van de kieswetgeving in de burgerpanels besproken wilt zien? Zo neen, wat is dan precies uw ambitie met de teksten in het regeerakkoord over de kieswet en de kieskringen? Wanneer zult u hiermee dan naar het Parlement komen?
Van twee zaken een, mevrouw de minister. Ofwel komt het thema aan bod in de burgerpanels en zullen de werkzaamheden daarrond pas volgend jaar worden afgerond. Ofwel komt het niet aan bod in de burgerpanels en dan vernam ik graag of u daarmee sneller wilt gaan.
02.02 Barbara Pas (VB): Ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn vraag.
In de ministerraad van 3 juni werd een
voorontwerp van wet goedgekeurd over de loting van burgers voor gemengde
commissies en burgerpanels.
1.Wat zijn de krachtlijnen van dit
wetsontwerp?
2.Neemt de regering hierin vervolgens
zelf initiatieven, in casu dat wat burgerpanels betreft?
3.Worden daarvoor in hoofde van de
regering middelen uitgetrokken en zo ja, welke en op welke posten?
4.Wat is het voorziene tijdspad voor dit wetsontwerp?
02.03 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Het onderdeel van het regeerakkoord over het experimenteren met burgerpanels en gemengde commissies wordt stilaan uitgevoerd. Om dat mogelijk te maken, moeten er een aantal zaken gebeuren. Er moet een wettelijke basis zijn voor de loting en er moeten nieuwe reglementaire bepalingen worden ingevoerd in de Kamer via het reglement van de Kamer.
Onze fractie had een wetsvoorstel ingediend om het wettelijke kader mogelijk te maken. We zijn enthousiast dat de regering gelijkaardige ambities heeft en alvast een voorontwerp van wet heeft goedgekeurd. Ik vermoed dat die goedkeuring ook deels ten grondslag ligt van de vraagstelling van de collega's. Dat betekent natuurlijk ook wel dat het Parlement nog wel wat werk heeft. De Kamercommissie Reglement en Hervorming van de Parlementaire Werkzaamheden is niet de meest actieve commissie. Ik ben er zelfs niet zeker van of die commissie al meer dan één keer heeft vergaderd sinds de aanstelling van de regering. Dat moet dus nog gebeuren.
Er moet ook nog bepaald worden rond welke thema's de burgerpanels of gemengde commissies zullen werken. Dat is een keuze die in de eerste plaats toekomt aan het Parlement. Ik zeg dat niet om de ministers te schofferen of te provoceren. Ze hebben immers reeds te kennen gegeven dat dat ook de visie van de regering is. Enige tijd geleden hebt u ook die vraag schriftelijk gesteld aan het Parlement. Tegelijkertijd denk ik inderdaad dat alles goed op elkaar moet worden afgestemd. De samenhang tussen het ene en het andere moet wel duidelijk zijn. Om bij te dragen aan een doorbraak, vind ik het wel gepast om de ministers hierover te ondervragen, aangezien het voorontwerp is goedgekeurd.
Mevrouw en mijnheer de minister, hoe ziet u vandaag de samenhang tussen de onlinebevraging en het vervolg via de gemengde commissies en burgerpanels?
Kunnen de thema's nu al door de Kamer worden vastgelegd? Of vindt u het beter om daar nog even mee te wachten tot de resultaten van de onlineburgerbevraging bekend zijn?
Aangezien er wellicht een zekere samenhang zal bestaan, zullen de deelnemers aan de bevraging ook worden geïnformeerd over de vervolgstappen en mogelijkheden? Ook al ligt het initiatief bij de Kamer, ik wou toch even polsen naar uw visie.
02.04 Minister Annelies Verlinden: Geachte leden, de ministerraad heeft inderdaad op 3 juni 2022 het voorontwerp van wet goedgekeurd tot – ik haal de titel aan – bepaling van de beginselen voor de loting van burgers voor de gemengde commissies en de burgerpanels georganiseerd op initiatief van de Kamer van volksvertegenwoordigers. Daarin is onmiddellijk duidelijk wat onze ambitie is en hoe wij een en ander zien. Zo creëren wij de noodzakelijke wettelijke basis voor de loting van burgers, die dan deel kunnen uitmaken van burgerpanels of gemengde commissies, georganiseerd door de Kamer van volksvertegenwoordigers. Daarmee geven wij uitvoering aan de afspraken in het regeerakkoord.
Mijnheer Calvo, u sprak over experimenteren. Ook al gaat het om nieuwe vormen van burgerparticipatie, ik zou dat niet per se als een experiment omschrijven, want er is wel wat over nagedacht.
Mijnheer Loones, het Parlement is inderdaad een belangrijke partner. Dat hebben wij van bij aanvang gezegd. Ik heb net de titel van het voorontwerp voorgelezen, dus die geeft dat ook aan. Uiteraard zijn er daarover afspraken.
Mijnheer Calvo, u vroeg daarnet nog eens naar de thema's. Ik verwijs daarvoor graag naar de brief van vorig jaar en de afspraken die gemaakt zijn over de thema's. Die thema's liggen wat mij betreft op tafel. De burgerbevraging was in thema's en deelvragen opgedeeld. Aangezien de thema's die betrekking hebben op de toekomst van ons land, bekend zijn, houdt volgens mij niets de Kamer van volksvertegenwoordigers tegen om de nodige voorbereidingen te treffen, nu het wettelijk kader voorhanden is.
Wij moesten inderdaad een wettelijk kader uitwerken, omdat er burgers moeten worden geselecteerd en uitgenodigd. Er zal een loting worden georganiseerd op basis van een steekproef onder personen die aan verschillende voorwaarden voldoen. De loting gebeurt op een onafhankelijke manier met behulp van een techniek die het evenwichtige karakter van de selectie en de afwezigheid van enige vooringenomenheid in de gebruikte selectiemethode kan garanderen.
Daarvoor is toegang tot het Rijksregister noodzakelijk, omdat de Kamer van volksvertegenwoordigers, die de panels kan organiseren, over betrouwbare en authentieke informatie moet beschikken die alleen door het Rijksregister ter beschikking kan worden gesteld. Conform artikel 22 van de Grondwet, dat de voorbije maanden ook in andere materies aan de orde was, bijvoorbeeld voor de coronapas, moet de wetgever de toegang tot het Rijksregister van natuurlijke personen regelen, waardoor het hem dus toekomt om de rechten en de verplichtingen toe te kennen aan burgers die extern zijn aan het Parlement.
Alle elementen van het voorontwerp moesten bij wet worden geregeld en konden dus niet zomaar in het Reglement van de Kamer worden opgenomen.
Ik kan u alvast meegeven dat het voorontwerp van wet vier elementen omvat. Elke verwerking van persoonsgegevens kan immers een impact hebben op de privacy. Een inmenging in dat recht, de uitoefening ervan of het modelleren van dat recht is alleen toegestaan als dat noodzakelijk is en in verhouding tot het doel van het algemeen belang staat.
Een eerste element betreft de bepaling van de doeleinden van de beoogde gegevensverwerking, in dit geval de organisatie van een loting met het oog op de samenstelling van een panel of een commissie. De loting vindt plaats in twee fases. In de eerste fase wordt een loting uitgevoerd om een bepaald aantal burgers aan te duiden die ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van een Belgische gemeente, die de volle leeftijd van 18 jaar bereikt hebben en die de burgerlijke en politieke rechten genieten. In de tweede fase zal uit de personen die op de aanvankelijke uitnodiging ingegaan zijn, een tweede loting georganiseerd worden volgens de steekproefmethode, waarbij minstens rekening gehouden wordt met gender, leeftijd, woonplaats en opleidingsniveau.
Ten tweede definieert het voorontwerp de categorieën van personen waarop de verwerking betrekking heeft.
Ten derde bepaalt het voorontwerp de categorieën van gegevens die verwerkt zullen worden.
Ten vierde en ten slotte legt het voorontwerp de termijn voor de bewaring van de gegevens vast.
Vandaag worden de adviezen van de afdeling Wetgeving van de Raad van State en dat van de Gegevensbeschermingsautoriteit over het voorontwerp ingewonnen. Na het zomerreces zal het wetsontwerp op basis van die adviezen afgerond kunnen worden en dan zal het ook ingediend kunnen worden in het Parlement. Mijnheer Calvo, hopelijk kan dat samenlopen met de afronding van de voorbereidende werkzaamheden voor de panels.
Het komt de Kamer toe op eigen initiatief een bepaald onderwerp te selecteren om zo de burgerpanels of de commissie toe te laten aanbevelingen te formuleren over een specifiek vraagstuk inzake onze democratie of de toekomst van ons land.
Mijnheer Calvo, het is mijns inziens inderdaad aangewezen dat de gemengde commissie of de burgerpanels verder bouwen op één of meer thema's uit de onlineburgerbevragingen. Wij hebben die zeer breed gehouden. Het lijkt mij waarschijnlijk dat sommige thema's terugkomen, zodat het thematisch debat dat opgestart is via het onlineplatform, kan worden voortgezet en verdiept. Dat opzet werd al aangekondigd in het regeerakkoord en vormde ook het onderwerp van de vraag in de brief van de regering aan de Kamer vorig jaar om daar werk van te maken.
De aanbevelingen en de suggesties die gedeeld zijn op het onlineplatform, zullen opgenomen worden in een rapport, dat wat ons betreft zo spoedig mogelijk aan het Parlement zal worden bezorgd, zodat het zich daarop zal kunnen inspireren.
Daarmee kom ik bij uw vraag, mijnheer Loones, wat er gebeurt met de resultaten van de bevraging.
Iedereen zal kunnen nagaan dat het antwoord, suggestie of aanbeveling die men heeft gedaan, opgenomen is in dat rapport, dat bij het middenveld, het Parlement en de regering wordt verspreid voor verdere politieke gedachtevorming en mogelijk ook besluitvorming. Dus de meningen die alle burgers via het platform konden formuleren, zullen ook bekendgemaakt worden aan de panels of commissies. In onze brief hebben we al enkele suggesties gedaan, zoals een grotere betrokkenheid van de burgers bij het besluitvormingsproces, met respect voor de beginselen van onze representatieve democratie, en de wijziging van de kieswetgeving. Daarmee kan men dus al aan de slag gaan.
Mijnheer Loones, het is effectief de bedoeling om het kiessysteem te evalueren en eventueel te hervormen, uiteraard in samenspraak met het Parlement. Het Parlement is daarin een onmiskenbare partner. Het doet zelfs enigszins afbreuk aan de rol die het Parlement speelt om van een partner te spreken, omdat de parlementsleden bij uitstek daarover kunnen en moeten nadenken. Het verdere deliberatieve proces zal dan in het Parlement, in het bijzonder in de Kamer kunnen worden gevoerd.
Dat grotere uitdagingen in verband met ons kiesstelsel in een gemengde commissie of een burgerpanel zouden worden behandeld wanneer de Kamer daartoe zou beslissen, neemt uiteraard niet weg dat we momenteel ook al werk maken van de aanpassingen aan de kieswetgeving. Tijd is belangrijk en daarom zouden de sporen parallel kunnen worden gevolgd. Wij zijn er nu eenmaal van overtuigd dat onze verkiezingen de ontwikkelingen in onze maatschappij moeten volgen. Daarom bereiden we ook een wetsontwerp voor dat wijzigingen aanbrengt in de verschillende kieswetten met het oog op de verbetering van de organisatie van verkiezingen in België, zowel voor de kiezers als voor de kandidaten en de verantwoordelijken van de verschillende stembureaus. Het gaat daarbij in het bijzonder over verbeteringen en vereenvoudigingen in het kiesproces op basis van de ervaringen met de verkiezingen van 2019. Daar kunnen we na de zomer zeker op terugkomen.
Mijnheer Calvo, u vraagt naar het onderscheid tussen de gemengde commissies en de burgerpanels. Beide hebben voor- en nadelen. Het lijkt me dus wijs dat, vooraleer men overgaat tot de oprichting ervan, een grondig debat wordt gevoerd over de opzet van de deliberatieve processen om eensgezind de onderwerpen, de werkvormen en hetgeen er vervolgens met de resultaten gebeurt, te bepalen, zodat er maximale transparantie wordt geboden aan iedereen die eraan deelneemt.
Ik heb begrepen dat de Kamer momenteel werk maakt van een wijziging van haar Reglement om de gemengde commissies en burgerpanels mogelijk te maken. Naast het wetsontwerp zijn er inderdaad ook een aantal aanpassingen aan het Kamerreglement nodig, conform artikel 60 van de Grondwet.
Ondertussen regelen we ook die toegang tot het Rijksregister. Dat moet gebeuren door de wetgevende macht, conform de Grondwet. Waar mogelijk laat het voorontwerp van wet de Kamer toe om dat verder te organiseren. Wij zorgen dus enkel voor de minimale sokkel die nodig is om het mogelijk te maken. Alle andere elementen, die behoren tot de preferenties van de Kamer, kunnen dan in het Reglement van de Kamer geconcretiseerd worden. Zo wordt het zoveel mogelijk aan de Kamer overgelaten om de concrete werking te regelen, bijvoorbeeld de wijze van oprichting, de samenstelling, de formuleringswijze van aanbevelingen, de duur waarvoor zo'n commissie wordt opgericht, de wijze van beëindiging of ontbinding, het voorzitterschap van zo'n panel of commissie en de redactie van de verslagen. Er is dus nog heel wat manoeuvreerruimte voor de Kamer om dat op de gewenste manier te kunnen organiseren.
We kunnen besluiten met de vaststelling dat er over die gemengde commissies en burgerpanels heel wat gezegd kan worden. Dat is niet alleen het geval in België, maar ook in veel andere landen. Sommige landen beschouwen België als een voorbeeld, bijvoorbeeld omwille van de ervaringen in Oost-België. In Oost-België is er namelijk een permanent proces van burgerparticipatie ingevoerd, met de Citizens' Council van gelote burgers, die zowel onderwerpen kan voorstellen als de geformuleerde aanbevelingen opvolgt. Daarbij komt de Citizens' Assembly met gelote burgers over een bepaald thema samen. Op die manier wordt er permanent in deliberatieve processen voorzien. Daarnaast bestaan er in het Brussels parlement ook gemengde commissies van gelote burgers en parlementsleden. België heeft dus wel wat ervaring op dat gebied, maar nog niet op het niveau van de federale overheid.
Dienaangaande wil ik nog enkele bedenkingen formuleren. Het kan mijns inziens niet de bedoeling zijn dat zo'n burgerpanel zou worden beschouwd als een vervanging van ons representatief systeem. Het heeft immers nooit die legitimiteit. Dat is niet mijn opzet of ambitie, conform artikel 33 van de Grondwet.
Het kan wel een aanvulling zijn op ons representatief systeem en beschouwd worden als één van de mogelijke vormen van burgerparticipatie. Dat vraagt heel wat educatie en opleiding, zodat iedereen begrijpt wat het precies is en zodat eventueel fake news over het opzet – zoals we dat ook gekend hebben toen we met de onlinebevraging van start gingen – in de kiem gesmoord kan worden.
Qua timing zou de organisatie van die burgerparticipatie kunnen plaatsvinden voor of naast het parlementair proces om het debat in het Parlement aan te vullen. Ook daarover kan de Kamer mogelijk beslissen. Een voorwaarde is dat we dat goed organiseren en omkaderen, zodat de inspanningen van de burgers beloond worden en het ook echt een verrijking kan zijn. Aan die inspraak moet immers voorbereiding voorafgaan om er een zinvolle discussie van te maken. We kunnen niet over één nacht ijs gaan. Er moeten een groot aantal voorwaarden vervuld worden om er een goed proces van te maken.
We willen in ieder geval diversiteit garanderen en een rijk debat tot stand brengen. Bij zo'n deliberatief proces in de maatschappij is er veel diversiteit nodig. Er moet ook diversiteit zijn in de informatiebronnen en een goed contact met zowel de politici als het middenveld, dat ook al vormen van participatie en deliberatie organiseert. Er moet tijd zijn voor het debat en de gesprekken moeten goed gemodereerd worden, zodat iedereen zijn zeg kan doen.
Een burgerpanel is wat mij betreft niet het enige antwoord op de vraag naar democratische vernieuwing, maar wel een puzzelstuk in het complexe verhaal van het versterken van het vertrouwen in de democratie. Wij doen van onze kant het nodige om dat te faciliteren. Daarna kunnen we het stokje doorgeven aan de Kamer, en mogelijk in de toekomst ook aan de Senaat, om het concreet te organiseren.
02.05 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de minister, u kent onze meer ideologische kritiek op deze aanpak. Dat debat wil ik hier niet voeren. De burgerpanels komen er. Ik wil wel inpikken op uw laatste zin, namelijk dat de burgerpanels een element zouden moeten zijn om het vertrouwen in de democratie te versterken. Wat dat betreft wil ik u oprecht oproepen om het dan ook serieus te doen, op een manier die effectief het vertrouwen in de democratie versterkt. U hebt met deze ploeg immers de keuze gemaakt om deze oefening zo te organiseren. De onlinebevraging is op dat punt geen goed voorbeeld geweest, precies omdat er onduidelijkheid was over de precieze bedoeling en over wat er met de resultaten zou gebeuren. Dat is niet mijn analyse, deze analyse weerklonk onder andere toen u te gast was bij Re-Bel, de ploeg van Philippe Van Parijs, meer dan een jaar geleden. Als men zo'n oefening doet, zo luidde het, moet men vanaf het begin zeer duidelijk zijn over waar dat toe zal leiden en wat ermee zal gebeuren, anders verlaagt men net de participatiegraad en wordt de kloof met de politiek groter.
Ik begrijp uit uw antwoorden dat het enorm veel werk is om zo'n oefening op te zetten, zowel legistiek als operationeel, met ook het debat in het Parlement over de afbakening van het mandaat, het statuut enzovoort. Die analyse delen wij. U zegt terecht dat dit debat gevoerd moet worden en dat het Parlement meer is dan een partner. Ik wil dan ook iedereen oproepen om de tijd te nemen om dat ernstig te doen, zodat het afgerond is voordat de loting gebeurt. Je moet aan mensen die aan zo'n project willen deelnemen vanaf het begin duidelijk kunnen maken waartoe zij zich engageren. Welke thema's zullen er besproken worden, binnen welk tijdskader, met welk statuut en wat zal er gebeuren met de resultaten? Dat moeten ze weten vooraleer ze toezeggen om deel te nemen. We moeten dat doen, we moeten in de wetgevende basis voorzien om die loting mogelijk te maken. Het operationaliseren van het systeem mag echter pas gebeuren nadat al die vragen zijn uitgeklaard, anders riskeert u opnieuw dat eerder de frustratie wordt gevoed dan de participatie. Dat zou bijzonder jammer zijn.
Ik ben geen expert ter zake, maar dat is wat ik lees van experts. Wat ik zeg, komt letterlijk uit interviews die ik heb gelezen, met onder andere David Van Reybrouck, met zijn specifieke oproep om te zorgen voor klaarheid vooraleer zo'n oefening wordt opgestart. In de media was te lezen dat die burgerpanels misschien al begin volgend jaar van start zouden gaan.
Als ik hoor wat er nog allemaal moet gebeuren, met alle debatten die nog moeten plaatsvinden, lijkt die timing mij nogal ambitieus. We kunnen best een realistisch perspectief schetsen, zodat iedereen weet binnen welk tijdkader er wordt gedacht en wat dat precies allemaal inhoudt, ook qua praktische organisatie. Ik hoor in de wandelgangen dat de Senaat daarbij een nieuwe functie zou krijgen, met zijn zeer ongemakkelijke rode zetels.
Bij dezen vooral de oproep om de oefening grondig te doen, met een goede voorbereiding en een eerlijke communicatie ten aanzien van de mensen die zich engageren, zodat ze weten wat ze mogen verwachten. Ik begreep ook dat er twee soorten panels komen, gemengde en niet-gemengde. Ook daar moet voldoende duidelijkheid over bestaan.
02.06 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Wat de meerwaarde betreft, heeft de minister uitvoerig en overtuigend beargumenteerd hoe die werkvormen aanvullend en ondersteunend kunnen zijn tegenover de klassieke representatieve werkvormen. Ik denk dat we in deze tijd echt nood hebben aan zulke vormen van fysieke dialoog. Er moeten weer plekken zijn van meningsvorming en reflectie die de onlinereflexen en permanente meningsuiting in balans kunnen brengen. Mijnheer Loones, daar zie ik echt een toegevoegde waarde. Het is geen mirakeloplossing maar het kan de democratische gedachte, de verplichting tot empathie en dialoog, wel aanscherpen.
Mevrouw de minister, de bezorgdheid van collega Loones is ook de mijne. Alleen moet het voor u vreselijk vervelend zijn om op die vragen te antwoorden. We zouden eigenlijk de Kamervoorzitster moeten vragen om op de banken plaats te nemen, want de regering heeft haar deel van het werk gedaan.
Ik deel de vrees van collega Loones voor een heruitgave van de burgerbevraging, die kritiek heeft gekregen, maar in dit geval ligt de verantwoordelijkheid niet bij u maar bij het Parlement. Het is een experiment, zoals het regeerakkoord ook stelt. Het is niet de allereerste keer dat het gebeurt, maar het blijft toch pionieren, wat kwetsbaarheid impliceert. Het heeft tijd nodig. De reglementaire bepalingen moeten dus zo snel mogelijk op papier worden gezet.
Het prospectieve werk rond de toekomst van onze representatieve democratie zou heel interessant kunnen zijn, maar dat hoeft ons niet te beletten om alvast meer pragmatische kortetermijnhervormingen van het kiesstelsel met elkaar te bespreken. Daar is een belangrijke rol weggelegd voor de Kamer, ook omdat die thema's in het regeerakkoord aan de Kamer zijn toegewezen. Uw uitgestoken hand om elkaar na het zomerreces over de update van het Kieswetboek te spreken, juich ik toe. Ik vind het een goede zaak dat u de fracties consulteert, vooraleer u een definitieve keuze maakt, zodat niet alleen de meerderheid, maar ook de oppositie de kans heeft om haar ideeën over de hervorming van het Kieswetboek aan te leveren. Verkiezingen zijn een zaak voor alle partijen. Een moment beleggen met elkaar na het reces, in aanloop naar die update en vooraleer die wordt ingediend, lijkt mij dus verstandig in functie van draagvlak en inspiratie. Dan kunnen de panels of de gemengde commissies het meer prospectieve langetermijnwerk verrichten, want dat is één van de thema's waarvoor zo'n werkvorm zeker nuttig kan zijn.
Bij dezen leg ik dus transparant mijn kaarten op tafel, ook ten aanzien van de collega's van de regering, en ter verdediging van de minister die in dezen haar deel van het werk heeft gedaan en misschien zelfs iets meer, want het is uiteindelijk via een wetsontwerp gegaan terwijl ik gehoopt had dat het via een wetsvoorstel had gekund. De regering heeft dus meer dan haar deel van het werk gedaan.
02.07 Sander Loones (N-VA): Ik had ook een vraag ingediend over het budget. De heer Calvo zei dat de regering haar werk gedaan heeft, maar het is mij nog niet helemaal duidelijk in welke begroting de oefening van het burgerpanel precies zal komen. Komt die in de begroting van het Parlement of in die van de administratie? Dat is immers belangrijk voor de taakverdeling.
L'incident est clos.
03 Vraag van Sander Loones aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "Het bezoek aan de Bundestag in het kader van de democratische vernieuwing" (55029236C)
03 Question de Sander Loones à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "La visite au Bundestag dans le cadre du renouveau démocratique" (55029236C)
03.01 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de minister, u was te gast in de Bundestag en hebt daar een aantal interessante gedachtewisselingen bijgewoond over de rol van de Senaat, de kieswetgeving en de modernisering van de parlementaire werking.
Kunt u daar wat meer toelichting bij geven?
03.02 Minister Annelies Verlinden: Mijnheer Loones, ik heb inderdaad een gecombineerd bezoek gebracht aan Duitsland en dat was bijzonder interessant. Ik heb een bezoek gebracht aan de federale politieacademie, waar het over onderwijs ging, ik heb een lunch bijgewoond over radicalisering en terrorisme, fenomenen die ons allemaal aanbelangen, en dan heb ik een overleg gehad met en een toelichting van Marc André Wiegand, een expert met betrekking tot het Duitse parlementair systeem.
Wij hebben de onderwerpen die u allicht uit mijn tweet hebt afgeleid, zijnde de rol van de Senaat, de Bundesrat, het kiessysteem en het parlementair systeem, uitgebreid kunnen bespreken. Ik kom onmiddellijk tot de conclusie. Wat we daaruit kunnen afleiden, is dat wellicht elk land kampt met eigen uitdagingen op het vlak van democratische vernieuwing. Zij kijken naar ons en wij kijken naar hen. Zij keken naar ons, bijvoorbeeld over de burgerbevraging. We leren van elkaar.
Verder hebben we specifiek de uitdagingen voor Duitsland op twee fronten besproken. Ten eerste, de uitdaging voor de Bundestag is de hervorming van het kiessysteem. U weet allicht dat wie in Duitsland gaat stemmen twee stemmen heeft. Men werkt met een gecombineerd systeem, met zowel een proportionele vertegenwoordiging als elementen van een meerderheidsstelsel. De verandering in het kiesgedrag van de kiezers na elke recente verkiezing, waarbij zij hun twee stemmen niet meer voor dezelfde partij uitbrengen, zorgt ervoor dat er telkens meer zetels naar het Parlement gaan en er dus meer afgevaardigden in de Bundestag komen.
Deze legislatuur telt de Bundestag ondertussen al 736 leden, wat meer is dan in het Europees Parlement waar er 705 zetels zijn. Duitsland beschouwt dat als onhoudbaar, niet alleen op logistiek vlak, want men moet telkens zitjes bijplaatsen, maar ook financieel heeft dat een impact, zelfs voor het huren en het in gebruik nemen van gebouwen in Berlijn, want er moeten steeds meer mensen gehuisvest worden.
Momenteel bekijkt Duitsland dus op welke manier het systeem efficiënter kan worden gemaakt.
Dat is bijzonder interessant. Een side note is dat ik tijdens mijn opleiding Rechten dat ook wel heb gestudeerd, maar het lag wat verder in mijn geheugen. Het is bijzonder interessant hoe men zich daar heeft georganiseerd met die twee stemmen en de balance seats en overhang seats, waardoor er een toename is gekomen. Stelt u zich voor dat zulks in België zou gebeuren, namelijk dat er bij elke verkiezingen meer parlementsleden zouden zijn in de Kamer. Dat zou allicht voor een debat zorgen.
Interessant is bovendien dat in Duitsland de Senaat of de Bundesrat een vertegenwoordiging van de zestien deelstaatregeringen kent. Die raad is dus meer een executive body en spreekt zich in principe over elke wettekst uit die door de regering wordt aangebracht. Ook op dat vlak hebben wij van gedachten kunnen wisselen en ideeën kunnen opdoen voor de inrichting van onze Senaat.
Door die organisatie is er wel een structurele verbondenheid van de deelstaten met de federale besluitvorming. Dat is nodig, ook in Duitsland, gelet op het grote aantal bevoegdheden waarvoor zowel de federale overheid als alle Länder samen bevoegd zijn, hoewel in Duitsland wel de hiërarchie van de normen geldt, wat in veel gevallen een oplossing is voor debatten en conflicten tussen bevoegdheden.
Het is zeker niet mogelijk om een eenvoudige copy-paste te doen van de structuren of methodes naar België. Aangezien Duitsland echter doorgaans wordt beschouwd als een solide en matuur federaal land, was een en ander bijzonder leerrijk en heeft de gedachtewisseling mij opnieuw een ruimere blik gegeven op de thematiek, wat inspirerend kan werken.
Het was een erg kort bezoek aan Duitsland. Wij houden echter zeker contact, bijvoorbeeld ook over de veiligheidsthematieken, die ik met de minister van Binnenlandse Zaken daar heb kunnen bespreken en die grensoverschrijdend zijn.
03.03 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de minister, het was interessant. Ik herinner mij ook nog die vakken tijdens mijn opleiding Rechten, gegeven door Matthias Storme. Dat was altijd bijzonder boeiend.
Ik herinner mij vooral ook iets wat misschien ook ter sprake zal zijn gekomen, namelijk de rechtsvergelijking, niet alleen het debat over politieke cultuur maar ook over bevoegdheden. Op dat vlak heeft Duitsland een aantal interessante thema's, zeker aangezien u ook met de politie hebt geluncht. De politie is net als het gerechtelijk apparaat een bevoegdheid van de Länder. Belangrijke bevoegdheden liggen in Duitsland toch bij de deelstaten.
Dat kan dus alleen maar inspirerend werken.
L'incident est clos.
- Barbara Pas aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De online burgerbevraging" (55028325C)
- Nabil Boukili aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De burgerbevraging over de staatshervorming" (55028591C)
- Nabil Boukili aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De burgerbevraging over de staatshervorming" (55028592C)
- Sander Loones aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De verwerking van de resultaten van de burgerbevraging" (55028627C)
- Sander Loones aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De verwerking van de resultaten van de burgerbevraging" (55028628C)
- Sander Loones aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "Het communicatiebudget van de burgerbevraging" (55028629C)
- Sander Loones aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het communicatiebudget van de burgerbevraging" (55028630C)
- Sander Loones aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De resultaten van de burgerbevraging" (55028640C)
- Kristof Calvo aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De verwerking van de online burgerbevraging" (55029215C)
- Barbara Pas à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La consultation citoyenne en ligne" (55028325C)
- Nabil Boukili à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "La consultation citoyenne sur la réforme de l’État" (55028591C)
- Nabil Boukili à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La consultation citoyenne sur la réforme de l’État" (55028592C)
- Sander Loones à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "Le traitement des résultats de la consultation citoyenne" (55028627C)
- Sander Loones à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le traitement des résultats de la consultation citoyenne" (55028628C)
- Sander Loones à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "Le budget communication de la consultation citoyenne" (55028629C)
- Sander Loones à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le budget communication de la consultation citoyenne" (55028630C)
- Sander Loones à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Les résultats de la consultation citoyenne" (55028640C)
- Kristof Calvo à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "Le traitement de la consultation citoyenne en ligne" (55029215C)
04.01 Barbara Pas (VB): Mevrouw de minister, de burgerbevraging is al enige tijd afgerond. We weten dat er 19.000 pogingen tot een begin van een antwoord zijn gegeven. Het was uiteraard de bedoeling om daar verder nog iets mee te doen. Ik heb dan ook een aantal concrete vragen, ook omdat het in het begin zo slecht liep en er veel onduidelijkheid was. Er werden in dat verband een aantal aanpassingen doorgevoerd. Zo werd de volgorde van de vragen geregeld omgewisseld, allicht omdat er te weinig antwoorden binnenliepen over de onderwerpen die helemaal aan het eind kwamen.
Welke aanpassingen zijn er doorgevoerd in de loop van de zes weken dat de bevraging liep? Waarom vonden die aanpassingen plaats?
Hoeveel unieke personen bezochten het platform? Hoeveel daarvan hebben zich geregistreerd? Die cijfers hebben we gekregen, maar het lijkt me ook nuttig om te weten hoe de verdeling tussen Nederlands-, Frans- en Duitstaligen precies was.
Zijn er bepaalde ideeën of antwoorden waarmee uiteindelijk geen rekening is gehouden? Kunt u dat toelichten en verder preciseren?
Hoe evalueert u de communicatiecampagne in het licht van het aantal deelnemers? Het was een dure affaire, voor slechts 19.000 deelnemers.
Hoe evalueert u de resultaten van de bevraging?
Mijn laatste vraag betreft de verwerking van de resultaten. Op de openbare aanbesteding hebben twee kandidaten gereageerd. Welke werd geselecteerd, en op basis van welke criteria? Wanneer zal de analyse klaar zijn en worden de resultaten bekendgemaakt?
04.02 Sander Loones (N-VA): Ik heb eerst een aantal vragen over de burgerbevraging. Ik zou willen weten hoe men kan bewerkstelligen dat er zoveel mogelijk mensen deelnemen. Ten tweede wil ik weten wat er met de resultaten gebeurt. Ten derde vraag ik me af hoe het nu verder zal worden aangepakt.
Hoe bewerkstelligt men dat er zoveel mogelijk mensen deelnemen? Dat kan door de bevraging kenbaar te maken. De hele bevraging was een oefening van 2,1 miljoen euro. Er was ongeveer 1 miljoen euro voorzien voor de communicatie. We hebben de detailcijfers over wat er precies waarvoor werd uitgegeven, opgevraagd en intussen ontvangen. Ik laat de primeur echter aan de minister om ze toe te lichten. Ik zal er in de repliek dan nog wel iets over zeggen.
De resultaten zijn nu binnen. Ik heb daarover ruim op tijd schriftelijke vragen voor u ingediend. Minister Clarinval heeft mij al een partieel antwoord bezorgd en aangegeven dat er nog extra informatie zou komen. Die heb ik echter nog niet van hem mogen ontvangen, noch van u, mevrouw de minister. Vandaar voelde ik mij genoodzaakt om de eerder ingediende schriftelijke vraag, toch mondeling te stellen. Volgens het Kamerreglement moet de vraag immers binnen de maand beantwoord worden, maar dat is dus niet gebeurd.
Ik las in het antwoord van minister Clarinval dat er 75.000 antwoorden gegeven werden door ongeveer 19.000 mensen. Er hebben heel weinig organisaties deelgenomen, slechts twee of vier gemeenten. Ik zou wel graag willen weten hoeveel vragen de mensen die hebben deelgenomen specifiek hebben ingevuld. Als men de 75.000 antwoorden verdeelt onder 19.000 mensen, komt men namelijk aan een behoorlijk laag gemiddeld aantal antwoorden. Dat is dan ook nog een onderschatting, want er zijn een aantal koppigaards, waaronder ik, die alle vragen hebben ingevuld. Er zullen er ook geweest zijn die zich registreerden, maar geen enkele vraag invulden. Vandaar wil ik wel graag de detailinformatie hebben. Ik ga er ook van uit dat ze ondertussen beschikbaar is. Ik heb uit het antwoord begrepen dat het systeem niet was opgezet om statistieken in deze richting te maken, maar gelet op het feit dat de vraag al enige tijd geleden werd ingediend, zal dat ondertussen wel gebeurd zijn.
Ten slotte wil ik nog iets zeggen over de verwerking van de resultaten. Collega Pas heeft ook de vraag gesteld over hoe het nu zal worden aangepakt. In april vroeg ik u of de overheidsopdracht in orde zou komen. Toen was het antwoord dat het bedrijf dat de semantische analyse zou maken, in juni zeker zou zijn gevonden en dat de opdracht zou zijn toegekend. In de media zei professor Sinardet dat dat nog niet het geval was. Is de overheidsopdracht ondertussen wel toegekend? Werd er iemand bereid gevonden om de analyse te maken?
Is er vooral duidelijkheid over wanneer dat zal gebeuren?
Dit past ook in de vorige discussie. Als men dan een oefening doet, moet men het goed doen. 19.000 personen hebben zich geregistreerd. Zij willen allemaal weten wat er met hun antwoord gebeurt. Zij hadden gehoord dat de analyse kort na de zomer zou volgen. Bij de start van het parlementaire jaar zouden we het verslag van professor Sinardet krijgen. We lezen in de media dat dat ten vroegste het einde van het jaar zou zijn.
Ik zou daarover graag duidelijkheid krijgen. Is de overheidsopdracht gegund? Wanneer zullen de resultaten geanalyseerd zijn? Zijn er al een aantal tussentijdse conclusies te trekken? Wij horen het graag.
04.03 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, mevrouw de minister, ik heb los van mijn schriftelijke vraag een aantal opmerkingen naar aanleiding van de uiteenzettingen van mevrouw Pas en de heer Loones. Daarna kom ik tot een aantal aandachtspunten en verbeterpunten die ik zelf heb geïdentificeerd.
Laten we eerlijk zijn, de kans dat de N-VA-fractie en de Vlaams Belangfractie het initiatief positief zouden evalueren, was bij voorbaat eerder klein. Het oordeel was al geveld voor aanvang. Hun kritiek heeft natuurlijk wat kracht gekregen door de bevraging zelf. Daarop kom ik straks terug. Dat heeft niet bijgedragen aan het succes van de onlinebevraging.
Als paradepaardje van die vooringenomenheid was er ook de onlinecampagne van de N-VA. Ik vind de heer Loones meestal een zeer constructieve collega. Met de advertenties op Google met een url die leek op de eigenlijke url, eenlandvoordetoekomst.Vlaanderen, waarmee men terechtkwam op een pagina van de N-VA met kritiek op de bevraging die heel gekleurd was, eigenlijk een doelbewuste sabotage, verliest men in het debat toch enige geloofwaardigheid.
The duty of an opposition is to oppose, maar op dat vlak liet men als democraat toch steken vallen. Zo'n campagne opzetten als men burgers over de toekomst van het land mee wil laten praten, vind ik niet netjes.
Ten tweede denk ik dat een aantal zaken gewoon luidop gezegd mag worden, zonder dat daarmee het geheel afgekraakt wordt. Naar mijn mening was de looptijd wat aan de korte kant. Mede daardoor kon bijvoorbeeld de fysieke dialoogmethode nooit helemaal worden uitgerold. Dat aspect kon wat anders aangepakt worden.
Deelnemers aan de bevraging konden deelvragen of slechts bepaalde vragen invullen, maar dat was bij aanvang niet heel duidelijk, waardoor bij deelnemers vooral de zwaarte is opgevallen.
Bij de lancering bestond er onduidelijkheid over de parlementaire opvolging. Volgens mij heeft dat parten gespeeld in de beleving, in de aantrekkingskracht van de bevraging. Dat is opnieuw huiswerk voor de Kamer.
Daarmee somde ik de punten op die ik heb vastgesteld, maar ik ben benieuwd naar uw evaluatie. Ik ben ook benieuwd naar het gebruik van de dialoogmethode voor groepen en naar de termijn van het resultatenrapport.
Als er ook een formele evaluatie komt van het gelopen proces, wil ik, om sympathiek af te ronden, ervoor pleiten dat ook het Parlement daarin een stem krijgt. Bij de fracties, onder andere bij de heer Loones, bestond er namelijk grote interesse om mee te werken. Die betrokkenheid moet ook wel in de evaluatie gegund worden.
04.04 Minister David Clarinval: Mevrouw de voorzitster, dames en heren, het platform 'Een land voor de toekomst' werd op 5 juni jongstleden afgesloten, na een bevraging van zes weken. Op vraag van meerderen onder u kunnen wij u vandaag de eerste cijfers bezorgen die wij hebben ontvangen van de beheerder van het platform, de FOD BOSA, over de participatie van de burgers aan die participatieoefening op federaal niveau.
Ik vernoem eerst de cijfers over de participanten. In totaal hebben 18.833 mensen een account aangemaakt op het platform, van wie er 14.515 hun sociaal-demografisch profiel hebben ingevuld nadat zij hun account hadden aangemaakt. Van die 14.515 mensen hebben 14.456 mensen geantwoord in eigen naam en 59 in naam van een organisatie die zij vertegenwoordigen. Van de mensen die in eigen naam antwoordden, gaf de FOD BOSA een volgende geografische spreiding: in het Vlaams Gewest 8.955, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1.607 en in het Waals Gewest 3.894. De verdeling per taal is niet beschikbaar, omdat dat gegeven niet gevraagd werd bij de sociaal-demografische gegevens.
We beschikken niet over die geografische spreiding voor de 59 mensen die in naam van een organisatie hebben geantwoord. Van de 59 mensen hebben er twee aangegeven dat zij participeerden als lokaal bestuur. De naam van de organisatie zal niet worden gecommuniceerd om het beginsel van de anonimiteit te eerbiedigen. Bovendien werden er 137 papieren versies van de burgerbevraging telefonisch aangevraagd via het callcenter van de FOD BOSA.
In totaal werden er bijna 75.000 bijdragen ingediend tijdens de bevraging, verdeeld als volgt: 71.650 antwoorden werden gegeven op de uitdagingen en 3.319 ideeën werden geformuleerd voor de zes thema's samen. Bijgevolg werden er gemiddeld vier bijdragen gedaan per participant. De FOD BOSA, verantwoordelijk voor het platform, zei ons dat de exacte statistieken over het aantal personen dat geantwoord heeft op een of meerdere vragen nog niet beschikbaar zijn. Dief indicator wordt niet standaard gemeten op het platform. Een bijkomende behandeling door de FOD BOSA is dus nodig. Van de 3.319 gepubliceerde ideeën werden er 35 ideeën voor moderatie gemeld door participanten. Van de 35 gemelde ideeën werden er slechts zeven gedepubliceerd omdat zij niet stroken met de gedragscode.
U hebt ons bevraagd over het al dan niet slagen van de bevraging. Ik zou willen terugkomen op de context. Dit is de eerste grote burgerbevraging op Belgisch niveau. Het is de eerste keer in de politieke geschiedenis van België dat alle burgers de gelegenheid krijgen om hun mening te geven en hun idee te delen over thema's in verband met democratische vernieuwing en institutionele hervormingen.
Zoals u weet, was het tot op heden een relatief kleine groep politieke actoren die de opeenvolgende staatshervormingen sinds 1970 heeft uitgewerkt. Die participatieoefening vormt een belangrijk precedent ten aanzien van de hervormingen die werden gerealiseerd zonder burgerbevraging, waardoor vaak de indruk wordt gewerkt dat er een kloof bestaat tussen de realiteit op het terrein en de constitutionele teksten. Vaak leidt dit ertoe, dat moet ik u niet meer vertellen, dat de bevolking niet achter de beslissingen staat. Dit platform is er dus in geslaagd om een grotere groep burgers te betrekken bij het nadenken over de zevende staatshervorming en dat, beste volksvertegenwoordigers, is al een groot succes. Bovendien en ter vergelijking werden er op het meertalige, digitale platform van de Europese Commissie in het kader van de Conferentie over de toekomst van Europa 18.955 ideeën en 22.570 commentaren verzameld op bijna één jaar tijd, tussen 19 april 2021 en 9 mei 2022 in heel Europa. Ik maak van de gelegenheid gebruik om aan de heer Calvo te bevestigen dat de dialoogmethodes toegankelijk zullen blijven via het onlineplatform. De inhoud, opgesteld door experten, werd gebruikt voor debatavonden, interacties op scholen of in het middenveld. Mijn collega en ikzelf hebben de kans gehad om een reeks debatten bij te wonen.
Mevrouw Pas, u bevraagt mij over de aanpassingen die werden aangebracht aan het platform 'Een land voor de toekomst'. De FOD BOSA, beheerder van het platform, heeft meerdere aanpassingen doorgevoerd. In eerste instantie werd beslist de volgorde van de thema's om de twee weken te wijzigen, dit om rotatie van de thema's op de homepagina mogelijk te maken. Bovendien hebben de FOD BOSA en het consortium in samenwerking enkele verbeteringen aangebracht op het vlak van gebruiksvriendelijkheid en toegankelijkheid. Er kwam bijvoorbeeld een verbetering van de navigatie vanaf de homepagina, een verbetering van het kleurcontrast voor een betere leesbaarheid, een verduidelijking van de presentatie van de thema's en uitdagingen en een benadrukking van de contextualisering van elk thema, zonder dit verplicht te maken.
Meerderen van M1134, met betrekking tot de semantische analyse en de behandelingen die nodig zijn voor de behandeling van de bijdragen. Bij de opening van de offertes werd vastgesteld dat er twee offertes waren ingediend op 3 mei 2022. Bij de analyse van die offertes stelde de FOD BOSA vast dat beide offertes onregelmatig waren. De opdracht moest dus worden geannuleerd. Er werd onmiddellijk een nieuwe opdracht gelanceerd.
De twee kabinetten werden geïnformeerd over de situatie na de publicatie van de nieuwe opdracht door de FOD BOSA. Met betrekking tot de nieuwe opdracht vond de opening van de offertes plaats op 23 juni 2022. Er waren twee offertes ingediend. Die worden momenteel geanalyseerd door de dienst Procurement van de FOD BOSA. Om die reden moest de timing van de behandeling van de bijdragen worden aangepast, ten gevolge van de informatie verzorgd door de FOD BOSA inzake deze nieuwe opdracht.
Rekening houdend met een standstill die gerespecteerd moet worden voor de definitieve gunning, hoopt de FOD BOSA uiterlijk einde juli van start te kunnen gaan met de opdracht. De uitvoeringstermijn, opgelegd in het bestek, bedraagt maximaal 10 weken. Dat betekent dat de opdracht klaar zou moeten zijn op 15 oktober 2022.
Mijnheer Loones, omdat de bijdragen nog geanalyseerd moeten worden, zult u begrijpen dat het niet mogelijk is tegemoet te komen aan uw vraag om de eerste eventuele resultaten te bezorgen. Bovendien vroeg u ons wat er zou gebeuren als er geen enkele semantische analyse kan plaatsvinden. In dit stadium is die vraag niet aan de orde. De opdracht werd opnieuw gelanceerd en er werden twee offertes ingediend. Ik wil er evenwel aan herinneren dat in de nota aan de ministerraad van 30 april 2021, de FOD BOSA zich ertoe heeft verbonden om een inschrijver te vinden voor de semantische behandeling. Ik twijfel er niet aan dat de FOD BOSA zijn verbintenis zal nakomen.
Wat de overhandiging van het eindverslag betreft, na de analyse uitgevoerd door M1134bis, zal het consortium belast met de opstelling van het eindverslag van start kunnen gaan met zijn werk. Het bestek van de opdracht geeft maximaal 11 weken voor de levering van de definitieve versie van het eindverslag. Wij mikken dus op een eindverslag vertaald in de drie landstalen, dat uiterlijk in januari 2023 officieel aan de federale regering zal worden overhandigd.
Tot slot, wat de evaluatie van de oefening betreft, mijnheer Calvo, werd overeengekomen dat na afloop van het proces het wetenschappelijk comité een verslag zal opstellen over de regelmatigheid en de authenticiteit van het proces, dat het zal communiceren aan de ministers van Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing.
Er werden ook technische en budgettaire vragen gesteld over de communicatie. Mijnheer Loones, wat dit betreft, bevestig ik u dat er twee momenten gepland zijn op het niveau van de communicatiecampagne, namelijk tijdens de bevraging zelf en op de presentatie van het eindverslag over de bevraging. Zoals ik reeds heb toegelicht tijdens de commissievergadering van 4 mei, is de uitsplitsing tussen die twee momenten als volgt: ongeveer 1 miljoen inclusief btw voor het eerste deel, de zes weken, en ongeveer 5000 euro inclusief btw voor het tweede deel, gewijd aan de presentatie van het eindverslag. Op 9 juni informeerde de FOD BOSA, de verantwoordelijke voor de verschillende overheidsopdrachten voor dit project, mij dat 883.456,09 euro betaald was. Zoals ik eveneens tijdens de commissievergadering van 4 mei heb gezegd, bevestigde de FOD BOSA mij dat het bedrag van de communicatiecampagne 1.057.686,26 euro inclusief btw bedraagt. Bovendien laat de FOD BOSA weten dat het totaalbudget werd uitgesplitst in 12 posten, waarvan ik u de details zal geven via het document dat ik aan u en de voorzitster zal bezorgen. Ik zal dus niet op de details ingaan.
Tot slot beantwoord ik de vraag van mevrouw Pas over de communicatiecampagne van Bridgeneers. Hun strategie was er met name op gericht een zo groot mogelijk aantal mensen te vragen naar het platform te surfen. Daarvoor werd een brede campagne gevoerd op radio en televisie, terwijl de sociale media werden gemobiliseerd om te communiceren naar meer specifieke doelgroepen.
Concrete cijfers in verband met de campagne van Bridgeneers kan ik u bezorgen in een document dat ik aan mevrouw de voorzitster zal geven.
Ik herhaal eveneens dat de communicatiestrategie niet gestopt is bij de traditionele communicatiekanalen. Het middenveld, de academische wereld en de lokale besturen werden specifiek betrokken via verschillende mailings, presentaties en contacten.
Er zijn debatavonden geweest bij verenigingen, op universiteiten of hogescholen. Er waren open brieven, standpuntbepalingen van het verenigingsleven. Daarbij vormde communicatie een integraal deel.
Dat initiatief is een première, die zeker niet perfect was, maar die toch essentieel blijft in de huidige context. Wij hopen dat een dergelijk initiatief het democratische systeem zal versterken door de dialoog te stimuleren tussen de verkozenen en de bevolking. Maar die participatieve of zelfs deliberatieve oefeningen in de Kamer zullen herhaald moeten worden om de cultuur van de participatieve democratie te verankeren in onze gewoonten.
Wij zien het in de buurlanden, dat vraagt tijd en een opeenvolging van de verschillende en samenhangende initiatieven om de modernisering van onze democratie te versterken.
04.05 Barbara Pas (VB): Mijnheer de minister, ik wil u bedanken voor uw zeer uitgebreide antwoord. Het zal aan mij liggen dat ik één keer in uw antwoord 'burgerbegraving' heb begrepen in plaats van 'burgerbevraging.' Ik vind het zeer interessante cijfers die u rondgedeeld hebt inzake het bereik van de communicatiecampagne.
Er wordt bijvoorbeeld gezegd dat men via de televisie 6 miljoen mensen heeft bereikt, via radio bijna 7 miljoen, dat via Twitter 278 mensen hebben doorgeklikt naar de website, dat via TikTok 1 miljoen mensen werd bereikt, en dat 60.000 jongeren doorgeklikt hebben naar de website.
Dan kan ik maar één evaluatie maken, gelet op het bijzonder bedroevende aantal mensen dat een account heeft aangemaakt. Ik ging uit van meer dan 19.000 geregistreerden. U zegt vandaag dat het om slechts iets meer dan 18.000 accounts gaat. Er is dan ook maar een conclusie mogelijk, namelijk wat wij bij aanvang hadden gezegd: de bevolking had absoluut geen boodschap aan de burgerbevraging. Een langere looptijd, collega Calvo, of een verbetering van de kleurcontrasten zal dat niet verhelpen als men het geloof dat de politiek er daadwerkelijk iets mee zal aanvangen compleet kwijt is. U mag het historisch noemen of de naam geven die u wilt, maar u kunt niet anders dan vaststellen dat wij, helaas, over de hele lijn gelijk hebben gekregen. Wij waren inderdaad kritisch op voorhand, mijnheer Calvo, maar het is wel heel kort door de bocht om het nu zo te draaien dat de complete mislukking van de burgerbevraging aan de oppositie te wijten is.
Ik ben het met u eens, mijnheer de minister, dat de cultuur van de participatie een nieuw elan moet krijgen, maar ik ben ervan overtuigd dat men dat niet doet met zulke burgerbevragingen. Door er amper aan deel te nemen, hebben de burgers ook duidelijk aangetoond dat zij niet in de burgerbevraging geïnteresseerd zijn. Als men de cultuur van de participatie echt wil veranderen, dan moet men natuurlijk van echte burgerparticipatie werk maken, bijvoorbeeld door referenda mogelijk te maken in plaats van zulke burgerbevragingen te organiseren, maar die mening kent u al.
Aan de hand van de evaluatie die wij al hadden gemaakt op basis van de eerdere cijfers – 19.000 registraties – kwam de burgerbevraging al neer op een kostprijs van 110 euro per deelnemer, maar met uw cijfers – ik moet ze nog eens nalezen – vrees ik dat de kostprijs per deelnemer zelfs nog hoger zal uitvallen.
04.06 Sander Loones (N-VA): Collega Calvo, Vlaanderen is inderdaad het land van de toekomst. Dat zal ook wel duidelijk worden voor iedereen die serieus met die kwestie bezig is.
Ik aanvaard niet dat u zegt dat wij doelbewust die oefening hebben gesaboteerd. U hebt de vele vergaderingen van de commissie gemist als dat uw analyse is. Collega Pas en ikzelf waren elke keer aanwezig. Ik herinner mij een commissievergadering waar ik zelfs de enige was die tientallen vragen heb gesteld. Wij hebben vanuit de oppositie dus alle mogelijke suggesties gedaan, maar die zijn allemaal gewoon de vuilbak in gekieperd. Er is niets gedaan met onze suggesties over de opbouw, met onze suggestie om mensen te horen en met hen van gedachten te wisselen, met onze suggestie om het systeem te kunnen zien. Dat mocht allemaal niet. Elk mogelijk voorstel dat wij hebben gedaan, is gewoon niet gevolgd. En dat doet u alsof het geen succes is omwille van een zogezegde sabotage. Het feit dat het geen succes was, is volledig op uw eigen conto te schrijven.
Het is niet de eerste keer dat er zo'n grote burgerbevraging komt. Er is al eens zo'n grote bevraging geweest, ten tijde van de regering-Verhofstadt. Die bevraging liep ook gedurende zes weken. Toen hebben 400.000 mensen geantwoord. Hier communiceert u dat er 19.000 mensen geantwoord hebben, maar eigenlijk hebben er maar 14.000 geantwoord. Na de registratie moesten de respondenten ook hun profiel nog verder vervolledigen en pas dan konden ze antwoorden op de vragen. Nu blijkt dat er maar 14.500 mensen geantwoord hebben, zelfs geen 19.000. Daar gaat nog eens bijna 5.000 vanaf. Dat is nog eens 25 % minder. Dat is toch wel een bijzonder beschamend aantal, terwijl ongeveer 12,9 miljoen mensen de publiciteit gehoord hebben op radio en televisie. Daarbovenop hebben nog eens 6 miljoen mensen een advertentie gezien online. Van die 6 miljoen hebben maar 484.000 mensen doorgeklikt naar uw website. Van die 484.000 hebben er uiteindelijk maar 14.000 deelgenomen. Dat is 2,9 %. U hebt dus ten eerste niemand overtuigd om naar uw website te gaan. En ten tweede heeft 97 % van de mensen die wel op de website beland zijn, onmiddellijk besloten om niet mee te doen. Dit verdient toch een zeer grondige analyse van wat er is fout gelopen. We de toezegging gekregen dat we het expertencomtié zouden zien, maar we zouden ook de mensen moeten zien die die website hebben uitgedacht. Als 97 % van de mensen die op de website komen binnen de halve seconde beslissen te vertrekken en zich niet registreren, of zich niet volledig registreren, dan zit er toch iets meer dan grondig fout. Die cijfers zijn ronduit beschamend.
Wij hebben in de maand april ook tientallen vragen ingediend over de overheidsopdrachten in verband met de verwerking van de resultaten. Mevrouw Verlinden antwoordde dat de overheidsopdracht voor de verwerking van de gegevens zeker begin juni geregeld zou zijn. Dat zou nu eind juli het geval zijn. Ik wens u daarbij in elk geval bijzonder veel succes, zodat de antwoorden, de analyse en het rapport op 15 oktober in het Parlement liggen, zoals u hebt aangekondigd. Veel belangrijker is echter dat dit ook publiek wordt gemaakt, zodat de mensen die wel de duivelse procedure doorlopen hebben om uiteindelijk te antwoorden ten minste te weten komen wat precies met hun antwoorden is gebeurd.
Mijnheer de minister, ik wil u ook bedanken om aan te geven dat een zevental vragen offline zijn gehaald door de moderator. Dat is niet veel. Het is belangrijk dat mensen op een correcte manier communiceren, zeker in deze tijden. Het interesseert mij wel om meer details te krijgen over de 35 vragen die gemodereerd zijn en de zeven vragen die offline gehaald zijn. Daarover zullen we een aantal nieuwe parlementaire vragen stellen.
04.07 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Ik wil eerst nog even pingpongen met collega Loones. De oppositie is ook niet in die mate overtuigend dat het resultaat van de burgerbevraging aan hen moet toegewezen worden. Dat wil ik zeker niet gezegd hebben. Ik wil wel nog even herhalen dat ik de campagne die uw partij heeft opgezet bijzonder jammer vind. Ze staat haaks op uw parlementaire deskundigheid en betrokkenheid. Die kritiek wil ik handhaven.
Men koopt een URL die sterk lijkt op de URL van de bevraging, om daarrond campagne te voeren. Uiteraard mag men de bevraging bekritiseren, maar de informatie die daar ter beschikking gesteld werd, was niet correct.
04.08 Sander Loones (N-VA): Wat was er dan niet correct? Toon mij wat er fout was.
04.09 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Dat was toen al een heel tendentieuze evaluatie van de burgerbevraging. Vooral door het feit dat u die URL koopt en ermee adverteert, misleidt u mensen die op zoek gaan naar de bevraging. Dat vind ik niet netjes. Dat is mijn oprechte overtuiging.
Mijnheer de minister, ik hoor u aankondigen dat het wetenschappelijk comité een rapport zal maken over de regelmatigheid van onlinebevragingen. Ik denk dat er meer nodig is. Zeker wanneer men stappen wil zetten en wil bijleren, vind ik een evaluatie met een aantal formele verbeter- en actiepunten het minimum.
Ik wil nog aanvaarden dat pionierswerk niet altijd even makkelijk verloopt, maar als men ook iets wil leren, moet men durven evalueren en een aantal punten oplijsten. Dat kan ook bijdragen aan toekomstige oefeningen. Het is goed om parlementaire fracties die hun interesse hiervoor tonen te betrekken bij de evaluatie, desnoods via een snelle en efficiënte schriftelijke methode. Zo kunnen die bijdragen ook opgenomen worden in een evaluatierapport.
Ik wil aandringen op een dergelijke evaluatie. Wat voor mij deel kan uitmaken van die evaluatie, naast de punten die ik mijn vraagstelling heb genoemd, is de hoeveelheid geld die uitgetrokken wordt voor communicatie. Ik ben niet tegen communicatie, ik vind dat een dergelijk initiatief ook bekend gemaakt moet worden – dat getuigt immers van ambitie –, maar gaat wel over héél veel geld voor communicatie. Dat maakt de oefening ook kwetsbaar. Wat mij betreft, mag het met een bescheidener communicatiebudget, als dat in de toekomst wordt herhaald.
L'incident est clos.
- Sander Loones aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De gemengde commissie Staatshervorming" (55028625C)
- Sander Loones aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De gemengde commissie Staatshervorming" (55028626C)
- Sander Loones à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "La commission mixte Réforme de l'État" (55028625C)
- Sander Loones à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La commission mixte Réforme de l'État" (55028626C)
05.01 Sander Loones (N-VA): Minister Verlinden heeft hier al kort iets over gezegd in haar antwoord op de eerste vraag. Blijkbaar werd die vraag niet gebundeld.
Er werd een verslag gemaakt van de gemengde commissie Staatshervorming. Er was niet echt een conclusie. Mijn vraag is of u dat verslag ontvangen hebt. Intussen zijn we in de wandelgangen geconsulteerd door de voorzitters van die commissie, mevrouw D'Hose en mevrouw Tillieux. Zij waren aan het polsen of het mogelijk zou zijn om over de resultaten van die commissie een gedachtewisseling of een debat te houden in het Parlement, met u allebei. Sindsdien hebben we daar niets meer van gehoord. Ik zou dus willen weten of u hierover gecontacteerd bent en wanneer dat debat gepland is.
05.02 Minister David Clarinval: Mijnheer Loones, ik heb er akte van genomen dat de gemengde commissie Kamer-Senaat, die begin juni vorig jaar werd geïnstalleerd om de besprekingen over een nieuwe staatshervorming voor te bereiden, haar werkzaamheden heeft afgerond.
Natuurlijk heb ik kennisgenomen van de verslagen die gepubliceerd zijn, met name die over het eerste en tweede deel omtrent gezondheidszorg, energie, leefmilieu en klimaat. Het spreekt voor zich dat ik het derde deel ook zeer aandachtig zal lezen, zodra dat gepubliceerd is.
Dat verslag is zeer nuttig en komt boven op de verschillende stappen die door de regering werden ondernomen, zoals de fiche opgesteld door de administraties of de oprichting van thematische werkgroepen. Dat zal zeer nuttig zijn voor de politieke dialoog.
Ik sta altijd open voor een debat met mijn collega, maar het is de Kamer die haar werk moet organiseren. En dan zal ik natuurlijk deelnemen.
L'incident est clos.
05.03 Sander Loones (N-VA): Mijnheer de minister, ik stel voor mijn vraag nr. 55028672C, over GRECO en de vragen nr. 55029231C en nr. 55029232C, over de kabinetten, door te schuiven naar een volgende ronde mondelinge vragen en ze na de vakantie te behandelen, gelet op het feit dat wij een gevulde agenda hebben.
La présidente: Je n'y vois
pas d'inconvénient dans la mesure où nous avons du retard.
Monsieur le
ministre, je vous propose donc de passer au point 8 de notre ordre du jour
et à la question n° 55029233C de
M. Loones.
Je signale
que, vu l'absence de M. Roberto D'Amico, la question
n° 55028853C devient sans objet.
06 Vraag van Sander Loones aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het institutionele vraagstuk van de fusie van de Brusselse politiezones" (55029233C)
06 Question de Sander Loones à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La question institutionnelle dans le cadre de la fusion des zones de police bruxelloises" (55029233C)
06.01 Sander Loones (N-VA): Mijnheer de minister, tijdens de plenaire vergadering van vorige donderdag werden er enkele vragen gesteld aan minister van Binnenlandse Zaken Verlinden over de veiligheidsuitdagingen in de gemeente Sint-Jans-Molenbeek. De PS kwam toen met een verhaal aanzetten waar de CD&V volledig tegen inging, waarna de MR en Ecolo nog andere zaken beweerden. Dat was dus zeer boeiend en ik vroeg me af welk antwoord minister Verlinden op die vragen zou geven.
Zij pleitte in haar antwoord voor een fusie van de Brusselse politiezones als oplossing voor de problemen. Ondanks het feit dat ik het daarmee eens ben, vind ik het opmerkelijk dat een minister die bevoegd is voor de politie en voor institutionele hervormingen die stelling inneemt. Ik ga ervan uit dat zij niet alleen haar eigen ambitie uitspreekt, maar zich binnen de regering zal hebben bevraagd. Ze gaf immers ook aan om in een tussenstap extra bevoegdheden toe te willen kennen aan Brussels minister-president Vervoort.
Bent u geraadpleegd hierover? Wanneer precies? Kunnen we een overzicht krijgen van wat er is besproken? Wat zijn de plannen op dat vlak?
06.02 Minister David Clarinval: Mijnheer Loones, zoals minister Verlinden herhaalde tijdens de plenaire vergadering van vorige week, voorziet het regeerakkoord in een versterking van de verantwoordelijkheid van de Brusselse minister-president en in een meer geïntegreerd beleid tussen de zones, alsook in de versterking van de aanwezigheid van de nabijheidspolitie, daar waar het nodig is.
Er werden specifieke bevoegdheden toegekend bij de zesde staatshervorming, die nog kunnen worden verbeterd na de ervaring die de voorbije jaren in de praktijk is opgedaan. U weet bovendien dat de commissie voor Binnenlandse Zaken heel wat hoorzittingen heeft gewijd aan de kwestie van de fusie van de politiezones. Het regeerakkoord gaat de goede richting uit door een versterking voor te stellen van de eenheid van commando.
De fusie van de politiezones kan ook een goede zaak zijn op andere plekken in het land.
De politiezones in Brussel hebben al veel samenwerkingsverbanden en gemeenschappelijke diensten opgezet. Dit dossier, zoals andere dossiers vermeld in het institutionele deel van het regeerakkoord, valt onder de bevoegdheid van minister Verlinden, die een oplossing heeft uitgewerkt conform het regeerakkoord.
06.03 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, Jong MR is voorstander van de fusie van de politiezones, maar de moederpartij MR niet. U strooit met de term fusie, maar eigenlijk vindt u het goed dat de rol wordt versterkt en dus steunt u het voorstel van minister Verlinden aan de regering. De fusie van de politiezones steunt u echter niet. U hebt dat niet uitgesproken, maar we hebben dat allemaal zeer goed verstaan. Ik hoop dat de CD&V-parlementsleden die boodschap ook hebben gehoord.
Daarnet is een uur lang gesproken over de versterking van het vertrouwen in de democratie. De Open Vld-fractieleider in het Vlaams Parlement schrijft boeken over beton en over het feit dat politici niet constant allerlei beloftes mogen maken die ze toch niet nakomen. Minister Verlinden kan die boodschap misschien eens lezen. Zij heeft in de plenaire vergadering verwachtingen gecreëerd die we graag ingevuld willen zien. We zullen het dus niet nalaten daarvoor verdere politieke actie te ondernemen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 13 h 33.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 13.33 uur.