Commission de la Santé et de l'Égalité des chances

Commissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen

 

du

 

Mercredi 29 juin 2022

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Woensdag 29 juni 2022

 

Voormiddag

 

______

 

 


La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 03 et présidée par M. Thierry Warmoes.

De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.03 uur en voorgezeten door de heer Thierry Warmoes.

 

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

01 Samengevoegde vragen van

- Leen Dierick aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De vogelgriep" (55025424C)

- Kattrin Jadin aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De vogelgriep" (55025822C)

- Steven Creyelman aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De vogelgriep" (55028903C)

- Leen Dierick aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De Europese groepsaankoop van vogelgriepvaccins" (55028268C)

- Robby De Caluwé aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De Europese groepsaankoop voor vogelgriepvaccins" (55028430C)

- Steven Creyelman aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De gevolgen van de recente uitbraak van vogelgriep voor de duivensport" (55028905C)

01 Questions jointes de

- Leen Dierick à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La grippe aviaire" (55025424C)

- Kattrin Jadin à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La grippe aviaire" (55025822C)

- Steven Creyelman à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La grippe aviaire" (55028903C)

- Leen Dierick à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "L'achat groupé européen de vaccins contre la grippe aviaire" (55028268C)

- Robby De Caluwé à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "L'achat groupé européen de vaccins contre la grippe aviaire" (55028430C)

- Steven Creyelman à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Les conséquences de la récente apparition de cas de grippe aviaire pour la colombophilie" (55028905C)

 

Le président: Je constate qu’il y a des absents. D’autre part Mme Dierick s’est excusée. Quand elles sont jointes, ses questions deviennent sans objet.

 

01.01  Steven Creyelman (VB): Mijnheer de minister, in de afgelopen weken zijn op verscheidene plekken aan de kust dode vogels gevonden die besmet waren met het heel besmettelijke vogelgriepvirus. Recent was er nog een geval in Veurne, als ik mij niet vergis. De vrees bestaat dan ook dat het aantal zieke en dode vogels nog zal toenemen.

 

Mijnheer de minister, wat is de meest recente evolutie aangaande die problematiek? Welke maatregelen of bijkomende maatregelen zult u ter zake nemen? Zult u bij de Europese Commissie aandringen op de organisatie van een groepsaankoop voor de vaccinatie van pluimvee? Heeft ons land, in afwachting van het antwoord van de Europese Commissie, voldoende vaccins tegen vogelgriep ter beschikking? Hoe zult u een eventueel negatief antwoord van de Europese Commissie opvangen? Overweegt u een verplichte vaccinatie en hoe zult u die op termijn desgevallend organiseren?

 

Mijnheer de minister, ik heb ook een vraag ingediend omtrent de duivensport. In februari 2021 ondervroeg ik u al eens over de gevolgen van de zogenaamde dierengezondheidswet voor de duivensport. Op de vraag welke initiatieven u nam om te vermijden dat een ongenuanceerde invoering van de desbetreffende verordening de duivensport in ons land de facto zo goed als onmogelijk zou maken, antwoordde u dat de Europese Commissie in oktober en november 2020 ter zake werkgroepvergaderingen had gehouden, waarop door het FAVV de problemen naar voren werden gebracht die de verordening voor de duivensport in ons land met zich meebrengt. U verklaarde ook dat de Commissie zich bewust was van de problematiek en eventuele wijzigingen in de verordening in kwestie in redactie had. Het gaat onder meer over het voorstel op het overleg van 26 november 2020 om de minimumverblijfsduur van 21 dagen niet te laten gelden voor bepaalde wedstrijden.

 

Mijnheer de minister, wat is de stand van zaken daaromtrent? Hoe ver staat het met de bilaterale akkoorden met Frankrijk omtrent de duivenvluchten vanuit Frankrijk? Zijn er nog overlegmomenten geweest met de Europese Commissie over de u ongetwijfeld bekende verordening?

 

In uw antwoord op een van mijn toenmalige vragen gaf u te kennen dat u daaromtrent nog geen contact had gehad met Vlaams minister Weyts. Is dat ondertussen wel gebeurd, hetzij rechtstreeks, hetzij via het FAVV?

 

Gelet op de gevallen van vogelgriep vastgesteld aan de Vlaamse kust, in welke mate kan volgens u vaccinatie een rol spelen in het licht van de Europese verordening en de recente uitbraak van de vogelgriep? Welke mogelijkheden ziet u ter zake?

 

01.02  Robby De Caluwé (Open Vld): Diverse Europese lidstaten worden momenteel getroffen door vogelgriep. Ook ons land ontspringt de dans helaas niet. Daardoor wordt de blik meer en meer gericht op de toediening van een vogelgriepvaccin. In het verleden bestonden daaromtrent nogal gemengde meningen en gevoelens. De ministers van Landbouw van de EU-lidstaten hebben de Europese Commissie eind mei verzocht om de mogelijkheden van een mechanisme voor groepsaankoop of vaccinbanken te onderzoeken. Dat moet zorgen voor een robuuste en responsieve bevoorrading met vaccins. Vaccinatie is natuurlijk geen vervangmiddel, maar het is complementair aan de naleving van strikte bioveiligheidsmaatregelen en andere bestaande preventie- en bestrijdingsmaatregelen. Gelet op het grensoverschrijdende karakter van de vogelgriep wordt daarom nu gevraagd naar groepsaankopen voor de vaccins.

 

Wat is uw mening over die vraag? Wat is het vervolgtraject? Binnen welke termijn mogen we het antwoord van de Commissie verwachten?

 

Welke vaccins tegen vogelgriep zijn er vandaag beschikbaar? Hoe effectief zijn ze en wat is de kostprijs?

 

In welke mate moet nog worden onderzocht of de toediening van vaccins een impact kan hebben op de voedselveiligheid?

 

Hebt u al overleg gehad met de pluimveesector over de vaccinatieproblematiek? Welke houding neemt de sector aan in de kwestie?

 

Overweegt u een verplichte vaccinatie van pluimvee tegen de vogelgriep of zal de vaccinatie vrijblijvend zijn?

 

Welke houding zult uw aannemen indien de Europese Commissie niet wil overgaan tot groepsaankopen van vaccins?

 

01.03  David Clarinval, ministre: Monsieur le président, je vais répondre aux six questions jointes qui ont été déposées.

 

Le président: Si vous avez préparé une réponse globale, il ne vous est pas possible de procéder autrement. Mais normalement, vous ne devez répondre qu'aux questions qui vous sont posées en commission.

 

01.04  David Clarinval, ministre: De toute façon, il est plus intéressant de pouvoir disposer des six réponses.

 

Chers collègues, le 15 novembre 2021, suite à la détection de cas de grippe aviaire chez les oiseaux sauvages, une période de risque accru a été déclarée sur tout le territoire belge. Cette période impose des mesures de protection supplémentaires pour tous les détenteurs de volailles, qu'il s'agisse de professionnels ou de particuliers. Ces mesures instaurées suite à la déclaration de la période de risque ont permis de limiter le nombre d'infections chez les volailles et oiseaux captifs. J'ai pu lever l'imposition de ces mesures le 11 mai dernier, ce qui a permis à la Belgique de retrouver son statut indemne pour cette maladie en date du 20 mai.

 

Des contaminations d'oiseaux sauvages le long de la côte ont encore été signalées au début du mois de juin. Le risque de transmission aux volailles et aux volailles de hobby est donc encore tangible non seulement à proximité de la côte, mais aussi ailleurs dans le pays, et certainement dans toutes les zones à risque comptant de nombreux oiseaux aquatiques. Le respect de l'ensemble des règles de biosécurité et les mesures de précaution dans tout le secteur restent donc nécessaires. Mais des mesures supplémentaires ne sont pas requises à l'heure actuelle.

 

En date du 20 juin, une nouvelle contamination par le virus H5N1 a encore été signalée chez un marchand de volailles de Zoutleeuw bien connu des services de l'AFSCA. Cela a malheureusement eu comme conséquence la remise en place des zones de protection de trois et de dix kilomètres autour du foyer, mais cela n'a pas eu d'incidence sur notre statut indemne au niveau international.

 

J'ai demandé à l'Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire (AFSCA) de sanctionner durement cet opérateur de Zoutleeuw peu scrupuleux et qui, par sa négligence, pénalise lourdement tout le secteur. On le connaît. Ce n'est pas la première fois que cela arrive et cela commence à bien faire.

 

Du 1er novembre 2021 au 21 juin 2022, des foyers ont été confirmés dans quatre exploitations professionnelles de volailles et chez deux marchands d'oiseaux captifs. Il y a eu aussi environ quatre-vingts cas chez les oiseaux sauvages. Depuis 2020, neuf foyers ont été confirmés dans des exploitations commerciales. Des indemnités ont été octroyées par le Fonds sanitaire pour les volailles et autres oiseaux captifs abattus dans les exploitations professionnelles et chez les particuliers, mais aussi pour les œufs et les aliments pour volailles qui ont dû être traités ou détruits. Au total, 2 453 407,52 euros ont été octroyés à douze exploitations et à sept particuliers. Les indemnisations varient de 8,10 euros pour un particulier à plus d'un million d'euros pour un professionnel, de sorte qu'une moyenne ne serait pas représentative. Les frais opérationnels ont été pris en charge par l'AFSCA.

 

À la suite de la perte de notre statut indemne de grippe aviaire hautement pathogène dû au virus H5N1, vingt-deux pays ont imposé un embargo. Selon le pays de destination, il s'agit de volailles vivantes, d'oiseaux, d'œufs à couver, de poussins d'un jour, de viande de volaille et de produits dérivés, d'œufs, d'ovoproduits, d'aliments pour animaux et de sous-produits d'animaux. Il y a souvent une exception pour les produits qui ont subi un traitement thermique spécifique. Pour les destinations n'ayant pas imposé d'embargo, les conditions du certificat doivent être respectées. Il peut s'agir de traitements thermiques spécifiques auxquels les produits doivent être soumis ou de garanties concernant l'origine de la volaille ou de la viande.

 

Hong Kong, le Maroc, les Philippines, le Mexique, le Japon, Israël, l'Irak, la Corée du Sud et la Thaïlande ont imposé des embargos suite au foyer de fin juin 2021. L'Afrique du Sud, Singapour, la Chine, Cuba, la Russie, Taïwan, la Jordanie, l'Arabie saoudite, la Turquie, le Surinam, l'Oman, le Koweït et l'Ukraine ont maintenu les embargos précédemment imposés.

 

Dans nombre de pays en Europe, des cas de grippe aviaire sont encore signalés chaque semaine dans des exploitations de volailles et chez des oiseaux sauvages. La pression virale reste donc très importante et le risque de nouveaux foyers est encore réel.

 

Ik kom nu tot de vragen over de vaccinatie. Frankrijk, dat momenteel het voorzitterschap van de Europese Unie waarneemt, wil in Europa van vaccinatie een bijkomend preventie- en bestrijdingsinstrument maken tegen vogelgriep, voor het hoogpathogene H5N1-virus. Ter gelegenheid van de Europese landbouwraad van 24 mei jongstleden in Brussel heb ik de steun van België bevestigd voor de invoering van een Europese preventie- en bestrijdingsstrategie tegen vogelgriep, met inbegrip van vaccinatie. Ik heb evenwel herhaald dat de impact die deze strategie op onze export zou kunnen hebben, groot kan zijn.

 

Momenteel is er geen vaccin op de markt dat doeltreffend, veilig en geschikt is voor gebruik op het terrein en dat op grote schaal kan worden toegepast in de pluimveesector. Vooraleer er vaccinatie tegen vogelgriep gebruikt zal kunnen worden, zullen er studies moeten worden uitgevoerd om de risico's te evalueren, de kosten en voordelen te analyseren en een model te ontwikkelen dat toelaat de effecten van de vaccinatie in te schatten.

 

Een vaccinatiestrategie en de modaliteiten om die in de praktijk om te zetten, worden momenteel geëvalueerd door de Europese Commissie, in overleg met de lidstaten. Indien nodig kan er een plan voor België worden uitgewerkt. Vaccinatie mag geen handelsbelemmering vormen. Er zullen in dit kader gesprekken moeten worden gevoerd met derde landen.

 

In haar advies uit 2007 kwam de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid tot de conclusie dat er geen aanwijzingen waren dat de vaccinatie van pluimvee een rechtstreeks risico zou vormen voor de gezondheid van de consument. Er is echter een verzoek van de Commissie om dit advies te updaten. Ik wil eraan herinneren dat de preventie en bestrijding van vogelgriep gebaseerd blijft op bioveiligheidsmaatregelen en toezicht. De vaccinatie is slechts een aanvullend middel dat zal kunnen worden gebruikt.

 

Contacten met wilde dieren en verplaatsingen van dieren moeten in de beperkingsgebieden zoveel mogelijk worden gelimiteerd om de verspreiding van het virus vanuit die gebieden te voorkomen. Bij wedstrijden met sportduiven komen een groot aantal vogels, die grote afstanden kunnen afleggen, van verschillende plaatsen samen. Deze wedstrijden vormen dus een risicoactiviteit die moet worden beperkt om deze sector en de pluimveesector te beschermen. Het gebruik van een nationale of multinationale vaccinbank zal worden bestudeerd.

 

Tot slot zoom ik nog kort in op de gevolgen voor de duivensport. Op verzoek van het FAVV is de Europese wetgeving voor reisduiven aangepast. Ze zijn voortaan vrijgesteld van de door u, mijnheer Creyelman, vermelde minimumverblijfsduur van 21 dagen. Deze dieren hoeven niet langer vergezeld te worden van een door de bevoegde autoriteit afgeleverd dierengezondheidscertificaat. De dieren moeten evenwel nog altijd voldoen aan de voorwaarden inzake dierengezondheid, zoals de afwezigheid van klinische symptomen of van verdenking van relevante ziekten, en de vaccinatieplicht tegen de ziekte van Newcastle.

 

Door de wijziging van de EU-verordening zijn de problemen opgelost en is een bilateraal akkoord met Frankrijk niet langer noodzakelijk. Aangezien de Europese Commissie positief heeft geantwoord op onze verzoeken, zijn vergaderingen niet langer nodig. Er is geen conflict met de bevoegdheidsdomeinen van minister Weyts bij het beheer van dit dossier, zodat overleg niet nodig was.

 

Het probleem dat opgelost moet worden, is dat van de beschermingszone rond de uitbraken. Sinds de inwerkingtreding van de Animal Health Law eind april 2021 worden de maatregelen gedicteerd door de geldende verordening 2020/687. Het feit dat een duivenmelker uit een gereglementeerde zone niet mag deelnemen aan duivenwedstrijden, is een gevolg van het verbod op het transport en het verzamelen van gevoelige dieren in die zones. Voor vogelgriep definieert de wetgeving alle vogelsoorten als gevoelig. De verordening voorziet in enkele uitzonderingen op dat verbod, maar niet op het gebied van de verplaatsingen of verzamelingen van duiven of andere vogels van amateurs.

 

Voilà, monsieur le président, la réponse aux six questions reçues dont trois d'entre elles n'ont pas été évoquées ici.

 

Le président: Merci, monsieur le ministre. Le secrétaire me dit qu'il avait été effectivement précisé à Mme Dierick, qui s'est excusée, qu'elle pourrait prendre connaissance par la suite des réponses fournies.

 

01.05  Steven Creyelman (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is goed te horen dat u met de problematiek bezig bent. Dat denk ik bij mezelf en ik meen dat de andere sprekers het met mij eens zijn. Het is goed dat u de situatie goed monitort en dat u, wanneer het nodig zou blijken, bijkomende maatregelen zult treffen. Het vogelgriepvirus is tenslotte een erg besmettelijk virus.

 

Waar het virus zich in de zomer voornamelijk bezighoudt met de zomersoorten, zoals meeuwen en sternen, richt het virus zich in de winter vooral op watervogels. Dat is iets waarmee wij rekening moeten houden. Wij kunnen dus maar beter voorbereid zijn, zeker het recente geval in Veurne, in het Suikerpark, indien ik mij niet vergis, nog indachtig.

 

Indien ik u goed heb begrepen, zou er echter geen vaccinatiestrategie zijn, laat staan een verplichte vaccinatie, bij gebrek aan een effectief en efficiënt vaccin op de markt.

 

Voor de duivensport is het heel goed dat er nu eindelijk een nuancering in de verordening is verwerkt. Er is echter nog werk aan de winkel, indien ik het goed heb begrepen, op het vlak van die bewuste veiligheidszones, zeker met de vogelgriep in het achterhoofd. Het doorvoeren van die bewuste verordening zonder enige nuancering zou immers, zoals ik al meegaf in mijn inleiding, het einde van de duivensport in Vlaanderen en bij uitbreiding in Wallonië hebben betekend. Nochtans is voor de vogelgriep aangetoond in wetenschappelijke studies dat duiven immuun zijn voor de vogelgriep.

 

Met dat gegeven in het achterhoofd denk ik bij mijzelf dat het niet meer dan normaal is dat duiven in een andere categorie zouden vallen dan het reguliere pluimvee.

 

01.06  Robby De Caluwé (Open Vld): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord, ook op vragen die hier niet zijn gesteld. Dat is immers het geval wanneer een aantal leden afwezig is.

 

Ik sluit mij enigszins aan bij het punt van de vaccinatie dat u aanhaalt. Wij moeten immers zeker zijn dat ze zinvol is. Ik zou dan ook willen vragen om het dossier te blijven opvolgen. Het gaat immers om een problematiek die heel veel mensen bezighoudt.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: La question n° 55026123C de Mme Kattrin Jadin est sans objet. La question n° 55026802C de M. Patrick Prévot est transformée en question écrite.

 

02 Vraag van Dominiek Sneppe aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Chloorpyrifos op Marokkaanse sinaasappelen" (55027389C)

02 Question de Dominiek Sneppe à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le chlorpyrifos détecté dans des oranges marocaines" (55027389C)

 

02.01  Dominiek Sneppe (VB): Mijnheer de minister, de Nederlandse douane heeft sporen van chloorpyrifos gevonden op Marokkaanse sinaasappelen die op de Nederlandse markt worden gebracht. De Nederlandse autoriteiten hebben deze sinaasappelen daarom in februari of maart uit de handel genomen, zo meldt het Rapid Alert System for Food and Feed of RASFF.

 

Sinds 28 februari 2022 is het gebruik van chloorpyrifos verboden door het EPA. De Europese Commissie had het gebruik ervan eind januari 2020 verboden en stelde een termijn van drie maanden voor zijn totale terugtrekking uit het distributiecircuit voorop.

 

Worden er Marokkaanse sinaasappelen op de Belgische markt gebracht en werden daarop sporen van chloorpyrifos gevonden? Heeft de Nederlandse ontdekking gevolgen voor België?

 

In het voorjaar van 2021 was er al heel wat te doen rond groenten en fruit uit Marokko. Onder andere meloenen en paprika's werden teruggestuurd omdat er in de EU verboden producten op gevonden werden. Worden groenten en fruit uit Marokko sindsdien strenger gecontroleerd? Hoeveel controles waren er het afgelopen jaar? Hoeveel controles leidden tot terugtrekking van producten door het vinden van verboden producten? Wat gebeurt er met de teruggetrokken goederen?

 

02.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Sneppe, sinaasappelen worden via België uit Marokko ingevoerd. Het merendeel van deze sinaasappelen is echter niet bestemd voor de Belgische markt, maar wordt verzonden naar andere lidstaten. Omgekeerd kunnen ook sinaasappelen uit Marokko via andere lidstaten in de EU worden ingevoerd en vervolgens op de Belgische markt gebracht worden. Sinds het verbod op chloorpyrifos in de EU en de inwerkingtreding van de nieuwe maximale residulimieten op 13 november 2020 werden er geen sporen van chloorpyrifos op Marokkaanse sinaasappelen gevonden.

 

Het FAVV werd door Nederland via het RASFF op de hoogte gebracht van de aanwezigheid van niet-conforme sinaasappelen op de Belgische markt. Deze sinaasappelen werden door tracering geïdentificeerd en uit de handel genomen. Het FAVV voert doeltreffende invoercontroles uit om te garanderen dat de ingevoerde producten hetzelfde veiligheidsniveau hebben als de EU-producten en past aanpassingen toe op basis van een verfijnde risicobeoordeling.

 

In de EU-wetgeving zijn maximumwaarden voor residuen vastgesteld, aan de hand waarvan men kan nagaan of pesticiden correct worden gebruikt, om zo de gezondheid van de consument te beschermen.

 

Producten uit landen die belangrijke en terugkerende problemen vertonen, worden aan de grenzen van de EU aan verstrengde controles onderworpen. Momenteel komt slechts één product in deze verordening voor, met name sint-jansbrood met het product ethyleenoxide. Er zijn momenteel niet voldoende gevallen van niet-conforme andere producten uit Marokko die verstrengde controles rechtvaardigen.

 

In 2021 werden 30 monsters van levensmiddelen uit Marokko door het FAVV gecontroleerd op de aanwezigheid van residuen van bestrijdingsmiddelen. Een partij tafelolijven bevatte chloorpyrifos met een gehalte hoger dan de maximale residulimieten. Het product werd uit de handel genomen en teruggeroepen bij de consumenten. Het bericht voor de terugroeping kan op de website van het FAVV worden geraadpleegd.

 

Producten die niet conform de maximale residulimieten zijn en die uit de handel worden genomen of van bij de consument worden teruggeroepen, worden vernietigd.

 

02.03  Dominiek Sneppe (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor het volledige antwoord. Het is goed dat het FAVV zijn werk doet, maar wij horen de laatste tijd vaker dergelijke berichten over te hoge residuen op fruit en groenten. Ik hoop dat er een verstrengde controle plaatsvindt, zodat die niet in onze voedselketen terechtkomen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

03 Questions jointes de

- Séverine de Laveleye à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le processus de prolongation de l'autorisation du glyphosate" (55027409C)

- Roberto D'Amico à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La prolongation de l’utilisation du glyphosate" (55028676C)

- Barbara Creemers à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La licence pour l'utilisation du glyphosate" (55029244C)

03 Samengevoegde vragen van

- Séverine de Laveleye aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De verlenging van de vergunning voor glyfosaat" (55027409C)

- Roberto D'Amico aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De verlenging van de vergunning voor het gebruik van glyfosaat" (55028676C)

- Barbara Creemers aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De vergunning voor glyfosaat" (55029244C)

 

Le président: M. D'Amico nous a fait savoir qu'il ne pouvait pas venir pour poser sa question, donc elle devient sans objet.

 

03.01  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, l’usage des produits à base de glyphosate est autorisé en Europe jusqu’au 15 décembre 2022.

 

En décembre 2019, un groupe d’entreprises, dont Bayer, Syngenta et Barclay, a soumis une demande de renouvellement du glyphosate pour son usage en Europe. Cela a lancé formellement la procédure de renouvellement qui est toujours en cours et qui doit aboutir d’ici la fin 2022. Le 10 mai dernier, les agences européennes EFSA et ECHA ont annoncé une modification du calendrier d’évaluation. Elles rendront leur rapport final en juillet 2023. L’autorisation actuelle sera donc automatiquement prolongée le 15 décembre prochain. L’évaluation qui devait aboutir d’ici la fin 2022, n’aboutira pas avant la fin 2023, moment où l’Europe devra décider si elle prolonge ou pas cette autorisation.

 

Chacun se souvient des rebondissements lors du processus de renouvellement précédent, en 2017, et de la position que la Belgique a soutenue par la voix du ministre Ducarme en votant contre le renouvellement.

 

Monsieur le ministre, quelle est la quantité de substance glyphosate vendue en Belgique ces trois dernières années? Comment le positionnement de la Belgique va-t-il être construit? Une concertation avec les ministres compétents en Santé, Environnement et Agriculture de l’entité fédérale et des entités régionales est-elle prévue? Disposez-vous d’un calendrier pour savoir quand la position belge sera arrêtée?

 

De toute façon, vous n’êtes pas sans savoir qu’on aura des débats intéressants sur le sujet à la rentrée au niveau parlementaire.

 

03.02  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, collega de Laveleye heeft de situatie heel grondig geschetst. Het lijkt alsof de regeling automatisch wordt verlengd, als we de deadline van 15 december 2022, de datum waarop de vergunning afloopt, niet halen. Kunt u daarover wat meer uitleg geven? Als dat klopt, met hoeveel maanden wordt de regeling dan verlengd?

 

De Hoge Gezondheidsraad heeft in zijn advies nummer 9561 opgeroepen om niet op Europa te wachten, mocht er daar vertraging worden opgelopen en om in België sneller over te gaan tot uitfasering. In welke mate past het advies van de Hoge Gezondheidsraad in uw planning?

 

03.03  David Clarinval, ministre: Monsieur le président, chers collègues, l'Autorité européenne de sécurité des aliments, l'EFSA, a annoncé qu'elle ne serait pas en mesure de finaliser cet automne son rapport d'évaluation du glyphosate dont l'autorisation de mise sur le marché est actuellement valable, comme vous l'avez rappelé, jusqu'au 15 décembre 2022. Ce travail indispensable à la procédure de renouvellement de l'herbicide ne sera disponible, dit-elle, qu'en juillet 2023.

 

Dans le cadre de ce renouvellement, les titulaires de l'autorisation ont constitué un dossier pour le renouvellement de la substance et l'ont soumis à temps. L'évaluation de ce dossier par un groupe de quatre États membres européens a déjà eu lieu. Ils ont soumis leur rapport d'évaluation à l'EFSA en temps voulu. L'EFSA a ensuite organisé une consultation publique au cours de laquelle elle indique avoir reçu 368 réponses ainsi qu'environ 2 400 commentaires d'experts des États membres, donnant lieu à un dossier d'environ 3 000 pages.

 

À la lumière de ces nouvelles informations disponibles, l'EFSA compte mettre à jour son rapport d'évaluation d'ici fin septembre. En novembre ou décembre, les experts de l'EFSA et des États membres se réuniront pour examiner cette nouvelle version. Le groupe d'évaluation du glyphosate composé de la France, de la Hongrie, des Pays-Bas et de la Suède finalisera ensuite ses conclusions. Enfin, l'EFSA rédigera ses conclusions.

 

De EFSA heeft op 10 mei gecommuniceerd over de termijnen voor die etappes. De conclusies zullen worden gepubliceerd in juli 2023.

 

De conclusies van de EFSA en de classificatie voor de gemengde producten van het ECHA zullen als basis dienen voor het voorstel van de Europese Commissie over de vernieuwing van de goedkeuring. Er zal over het voorstel worden gestemd. Zoals het geval is voor het standpunt over de andere werkzame stoffen, zal de dienst Gewasbeschermingsmiddelen en Mengstoffen van de FOD Volksgezondheid de bespreking van het dossier volgen in de vergadering op Europees niveau conform de SCoPAFF-wetgeving. Op basis van de recente update van de termijn door de EFSA zal een stemming over de vernieuwing, gelet op de stappen die de Europese Commissie moet doen, niet kunnen plaatsvinden vóór maart 2024 ten vroegste, wat een zeer optimistische planning is.

 

03.04  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie de votre réponse, mais il me semble que vous avez surtout réexpliqué le processus que nous avions relativement bien compris. Mes questions se rapportaient plutôt à l'ampleur de l'usage du glyphosate en Belgique. Je ne pense pas vous avoir entendu à ce sujet. Ce n'est pas très grave, car je peux recevoir la réponse ultérieurement. En tout cas, il importe de savoir à quel degré notre pays est concerné.

 

Ensuite, comment le gouvernement fédéral - en l'occurrence, vous-même pour l'agriculture, le ministre de la Santé et la ministre de l'Environnement - et les entités fédérées s'organisent-ils en ce domaine?

 

Par ailleurs, vous avez partiellement répondu à ma troisième question, mais je n'ai pas reçu de réponse à deux autres interrogations.

 

03.05  David Clarinval, ministre: Chère collègue, les chiffres relatifs au glyphosate n'ont pas été publiés, en effet. Je propose de vous les envoyer, parce que j'ignore si nous aurons encore l'occasion de nous réunir avant les vacances parlementaires.

 

S'agissant de l'organisation du travail entre fédéral et entités fédérées, elle suit classiquement les pratiques qui ont cours pour d'autres discussions. En tout cas, je vous apporterai des réponses plus détaillées en aparté.

 

Le président: Monsieur le ministre, nous prenons bonne note que vous allez envoyer les chiffres à Mme de Laveleye. Si cela ne lui suffit pas, il lui sera évidemment loisible de vous interroger à nouveau à la rentrée.

 

03.06  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, je suis certaine que cela me suffira. J'apprécie beaucoup cette proposition et vous en remercie.

 

03.07  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): De planning van Europa konden we voor een stuk volgen. Ik begrijp echter niet helemaal dat zo'n product als glyfosaat, een toch al omstreden product, waarvan veel wetenschappers zeggen dat het mogelijk kankerverwekkend is, automatisch een nieuwe voorlopige vergunning krijgt, wanneer de voorlopige vergunning die Europa vijf jaar geleden heeft uitgereikt, eind dit jaar afloopt en de EFSA vertraging oploopt. Ik begrijp helemaal dat de EFSA haar werk grondig moet doen. Europa moet een vuist maken tegen zulke bedrijven en die producten niet vergunnen tot bewezen is dat ze 100% veilig zijn.

 

Hoe zal men te werk gaan na 15 december 2022? Als we het voorzorgsprincipe hanteren, mogen we glyfosaat niet vergunnen tot de definitieve stemming in maart 2024. Hopelijk neemt u die bezorgdheid mee als u hierover spreekt met uw Europese collega's.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van Nathalie Muylle aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "Het PANAMA-project en het belang van een correcte toepassing van gewasbeschermingsmiddelen" (55028242C)

04 Question de Nathalie Muylle à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "Le projet PANAMA et l'importance d'une application correcte des produits phytopharmaceutiques" (55028242C)

 

04.01  Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de minister, al meer dan 10 jaar wordt aan de land- en tuinbouwsector beloofd dat er een informaticatool zou komen om telers de juiste informatie te bezorgen met betrekking tot de duurzame toepassing van gewasbeschermingsmiddelen, het zogenaamde PANAMA-project. Deze tool moet ervoor zorgen dat de huidige inefficiënte werkwijze van goedkeuring van het erkenningsdossier tot de publicatie van de akte ervan wordt vervangen. Vandaag wordt nog gewerkt met pdf-documenten die manueel worden overgetypt in het eigen systeem. Dit is tijdrovend, de kans op fouten is heel groot en vaak is er een tijdspanne van een jaar tussen de erkenning en de publicatie.

 

Voor de sector is het belangrijk dat er een tool komt met de juiste en accurate informatie om de duurzame toepassing te kunnen registreren. Tot dit systeem ontwikkeld is, vraagt de sector om een digitale koppeling te maken tussen Fytoweb en de door de sector ontwikkelde digitale systemen om op die manier de accurate informatie op een efficiënte manier te kunnen opslaan.

 

Zult u ervoor zorgen dat er een duidelijk systeem komt, waardoor telers over de juiste en actuele informatie kunnen beschikken? Wat is de timing van het PANAMA-project? Hoe zult u intussen de tijdsspanne tussen de goedkeuring van het dossier en de uiteindelijke publicatie grondig inkorten om zo aan de frustraties van de sector tegemoet te komen? Zult u instructies geven aan de bevoegde diensten om op korte termijn een IT-technisch overleg te organiseren, zodat Fytoweb alvast kan worden gekoppeld aan de door de sector ontwikkelde systemen?

 

04.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Muylle, wat betreft de toekomstige database voor het beheer van aanvragen voor gewasbeschermingsmiddelen en Fytoweb, de website waarop de afgeleverde toelatingen nu reeds ter beschikking van het publiek worden gesteld, kan ik u laten weten dat deze tools werden ontwikkeld om de aanvragen voor toelatingen te behandelen en om de gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen, en dan vooral de landbouwers, correct te informeren.

 

Ik deel dus zeker uw bezorgdheid dat de landbouwsector op de hoogte moet zijn van alle details omtrent deze toelatingen en het is ook met dit doel voor ogen dat in een steeds meer doorgedreven digitalisering en informatisering is voorzien. Wat mij betreft, volstaat de informatie op Fytoweb om alle betrokkenen correct en volledig te informeren. Fytoweb wordt dan ook terecht als de referentie op dat vlak aanzien.

 

Derden gebruiken de informatie op Fytoweb voor verdere verspreiding en vulgarisering, al dan niet tegen betaling. Op de huidige website is hiervoor in een bestand met beperkte gegevens voorzien, dat kan worden geüpload in externe systemen. Een aantal derden gebruikt echter meer gegevens dan deze die in dit bestand ter beschikking staan. Ze halen die gegevens op eigen initiatief via de zoekfunctie in onze databank. We staan volledig achter het gebruik van al onze gegevens in externe systemen, om zoveel mogelijke correcte informatie te verspreiden. Ik zal dan ook al het mogelijke in het werk stellen om de diensten van deze derden te faciliteren, om zo de landbouwsector nog beter te informeren.

 

Bij de ontwikkeling van het nieuwe systeem wordt daarom in een module voorzien waarmee alle nuttige gegevens rechtstreeks zullen kunnen worden gedeeld. De ontwikkeling van deze module, waarmee derden al onze gegevens op eenvoudige wijze zullen kunnen gebruiken, vergt echter bijkomende middelen naast die voor de ontwikkeling van PANAMA zelf. Ik heb me logischerwijze in de eerste plaats gericht op de ontwikkeling van PANAMA.

 

Ik deel uw bezorgdheid dat het ons veel tijd kost om dergelijke nieuwe systemen te ontwikkelen. De toelatingsprocedures voor gewassenbeschermingsmiddelen zijn in de loop der jaren steeds complexer en veeleisender geworden, waardoor dus een zeer uitgebreid informaticasysteem nodig is, wat ook de langere ontwikkelingstijd verklaart. De laatste tijd werd er evenwel goede vooruitgang geboekt. Dit jaar nog, zal er worden gestart met de ontwikkeling van de module om de onderliggende gegevens rechtstreeks ter beschikking te stellen van deze derden. Ik koester goede hoop dat ze in de loop van volgend jaar ter beschikking komt. Overleg met de sector over de technische aspecten is gepland.

 

04.03  Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de minister, wij delen dezelfde doelstellingen, als ik het goed begrijp. Ik kan uit uw antwoord ook opmaken dat u er werk van wilt maken. Het is inderdaad heel complex. Het is belangrijk juiste data en juiste informatie te delen, zeker wanneer het gaat om duurzame toepassingen.

 

Ik heb ook begrepen dat er in het komende jaar nog een en ander zal bewegen en dat u daarvoor extra middelen nodig hebt, naast PANAMA. Ik begrijp dat u eerst PANAMA moet inzetten. Ik heb er vertrouwen in dat er dit jaar effectief stappen vooruit gedaan zullen worden. Mocht het niet zo zijn, dan hoort u mij opnieuw.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Questions jointes de

- Séverine de Laveleye à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Les dérogations pour des pesticides non autorisés au niveau européen" (55027473C)

- Karin Jiroflée à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La réduction des pesticides en Belgique" (55029193C)

- Sophie Rohonyi à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Les pesticides alimentaires" (55029248C)

05 Samengevoegde vragen van

- Séverine de Laveleye aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De derogaties voor pesticiden die niet toegestaan zijn op Europees niveau" (55027473C)

- Karin Jiroflée aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De pesticidenreductie in België" (55029193C)

- Sophie Rohonyi aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Pesticiden op voedingsgewassen" (55029248C)

 

05.01  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, notre pays accorde chaque année des dérogations de mise sur le marché pour des pesticides interdits au niveau européen. En plus des néonicotinoïdes (imidaclopride et clothianidine), il s'agit ici du mancozèbe, du béta-cyfluthrine et du phosmet.

 

On a également accepté une dérogation, introduite par BAYER, de mise sur le marché pour le Poncho Beta. Ce produit contient deux substances interdites au niveau européen : la substance active clothianidine et la substance active béta-cyfluthrine.

 

L’Autorité européenne de sécurité alimentaire a mis en évidence des dangers liés à la production et à l’utilisation de la béta-cyfluthrine, elle alerte d’un "risque inacceptable pour les travailleurs qui chargent et sèment les graines de betterave traitées avec de la béta-cyfluthrine" et d’un "risque élevé pour les résidents, les arthropodes non ciblés et les organismes aquatiques", d’un "risque inacceptable pour les opérateurs et les travailleurs" qui l’utilisent sur les tomates cultivées en serre.

 

Par ailleurs, la législation européenne a été mise à jour au sujet de la substance active phosmet qui n’est plus autorisée depuis le 1er février du fait entre autres d’un "risque aigu et chronique élevé pour les consommateurs".

 

Monsieur le ministre, de nouvelles demandes de dérogation ont-elles été soumises à votre administration pour l’année 2022 pour ces substances interdites par la législation européenne: mancozèbe, clothianidine, béta-cyfluthrine, phosmet? Si tel est le cas, quelles décisions ont été prises par le comité d’agréation au regard de la législation en cours?

 

05.02  Karin Jiroflée (Vooruit): Mijnheer de minister, vorige week werd het voorstel voor de nieuwe pesticidenreductieregulering gepresenteerd in de Europese Commissie door vicevoorzitter Frans Timmermans en Commissaris voor Gezondheid en Voedselveiligheid mevrouw Kyriakides.

 

Wij hebben dringend nood aan ambitieuze maatregelen om het gebruik en het risico van chemische en synthetische pesticiden te verminderen, om de biodiversiteits- en gezondheidscrisis te bestrijden en een duurzame productie van gezond voedsel te waarborgen. Het Belgische middenveld heeft daarom een aantal brieven verstuurd naar de bevoegde ministers, dus ook naar u. Het vraagt om ervoor te zorgen dat in België de nodige stappen gezet worden om de biodiversiteit te herstellen en schade aan gezondheid, water en milieu door pesticiden te voorkomen en dat België ook op Europees niveau de doelstellingen van de Farm to Fork Strategy steunt om te streven naar minstens 50 % reductie van gebruik en risico van chemische pesticiden tegen 2030.

 

De Europese Commissie stelt voor om het gebruik over de hele Unie met de helft te verminderen, met een verbod op het gebruik van pesticiden in de buurt van scholen, ziekenhuizen, parken en speeltuinen. Het gaat hier over een gemiddelde reductie, sommige landen zouden meer en sommige landen minder moeten doen. Het minimum is echter wel 35 %. België zou in dat geval zijn gebruik met de helft moeten reduceren. Ons land staat in de bedenkelijke Europese top drie van grootste pesticidenverbruikers. We zetten hier wel kleine stappen vooruit, maar het gaat te traag en is onvoldoende.

 

Binnenkort zult u komen met een nieuw actieplan pesticidengebruik 2023-2027. Ik heb in dit verband een aantal vragen.

 

Hebt u de brief van het middenveld ontvangen? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de opmaak van een nieuw actieplan houdende pesticiden 2023-2027? Welk standpunt zal ons land innemen met betrekking tot het voorstel van de heer Timmermans en mevrouw Kyriakides?

 

Op 15 december loopt de Europese erkenning af van de onkruidverdelger glyfosaat. België heeft de kans om tegen een verlenging te stemmen, zoals uw voorganger Ducarme reeds deed in 2017. Zal ons land consequent zijn en opnieuw tegen deze verlenging stemmen? Zal het andere landen aanmoedigen om hetzelfde te doen?

 

05.03  Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le président, monsieur le ministre, mercredi dernier, la Commission européenne a proposé aux différents États membres un objectif contraignant de restauration des écosystèmes qui doit se faire via des plans nationaux. Elle suggère dans ce cadre une diminution de moitié des pesticides utilisés d’ici 2030. Cette mesure est, à notre sens, essentielle pour garantir la sécurité alimentaire et préserver la santé de nos populations mais aussi pour mieux lutter contre le changement climatique.

 

La commissaire européenne à la Santé a ainsi déclaré que "l’usage excessif de pesticides constitue un risque majeur pour la santé humaine et tue les pollinisateurs responsables de la majeure partie de la nourriture que nous consommons".

 

Chaque pays pourra ainsi fixer ses propres objectifs en fonction de sa situation de départ et donc de la façon dont il utilise les pesticides. Mais si un État venait à ne pas fournir les efforts suffisants pour atteindre les objectifs fixés par la Commission, cette dernière pourrait faire pression sur cet État. Dans ce cadre, je me pose la question de l'ambition du gouvernement belge à cet égard car, le 25 mai 2022, lorsque certains de mes collègues vous ont interrogé sur l'étude réalisée par Pesticide Action Network (PAN) selon laquelle 34 % de nos fruits contiennent des résidus de pesticides nocifs, vous avez alors réfuté cette situation en parlant "d'informations malhonnêtes par certains lobbies verts". Ceci a bien entendu été réfuté par l'ONG même pour qui vous avez "induit en erreur le public et le Parlement fédéral au sujet de la menace que représentent les pesticides dans les fruits et légumes belges qui sont les plus contaminés d'Europe".

 

Monsieur le ministre, quel suivi allez-vous accorder à la proposition de la Commission européenne? Craignez-vous, comme certains ministres de l'Agriculture, qu'elle puisse compromettre la productivité des exploitations? De quelle manière comptez-vous parvenir aux objectifs fixés par la Commission? Avez-vous déjà réfléchi à un calendrier de travail? Dans l'affirmative, serait-il contraignant? Quelles sont actuellement les pistes dont nous disposons et sur lesquelles vous travaillez aujourd'hui pour augmenter notre recours aux alternatives aux pesticides? Je pense notamment aux techniques génomiques. Les contrôles réalisés par l'AFSCA peuvent-ils être encore davantage augmentés? Quel est l’état des lieux des dérogations aux pesticides aujourd'hui en vigueur en Belgique, idéalement ventilé par types de pesticides et par durée de dérogation? Enfin, comptez-vous demander ou non de nouvelles dérogations en la matière?

 

05.04  David Clarinval, ministre: Mesdames les députées, depuis de nombreuses années, mon administration gère de manière proactive les demandes de dérogation et d'autorisation des produits phytopharmaceutiques. Cela passe par un important accompagnement des éventuels demandeurs. Cet encadrement se traduit notamment par des rencontres, des groupes de travail, des réunions régulières avec les demandeurs issus d'institutions encadrant les secteurs agricoles tels les centres d'essai, les criées, les centres pilotes et les associations de producteurs.

 

Lors de ces réunions, les problématiques sont évoquées et les éventuelles solutions sont analysées, de sorte que dans certains cas, la voie de la dérogation est abandonnée au profit d'une autorisation classique, quand cela est possible. Dans d'autres cas, quand l'approbation d'un dossier de dérogation semble improbable, pour cause soit de dangerosité connue, soit d'inexistence de données permettant une évaluation minimale de la demande ou encore en l'absence d'alternative, mon administration le renseigne à l'éventuel demandeur. Finalement, pour les dérogations de 120 jours qui ont été accordées, je peux vous assurer que l'article 53 du Règlement CE 1107/2009 est scrupuleusement suivi, pour toutes les autorisations de ce type accordées par mon administration.

 

L'information sur ces dérogations est publique. Elles sont toutes communiquées sur le site de Phytoweb. Pour l'année 2022, au jour d'aujourd'hui, mon administration n'a reçu aucune demande de dérogation, selon l'article 53 du Règlement CE 1107/2009, pour une formulation contenant la substance active mancozèbe. L'élaboration du programme 2023-2027 du NAPAN est entrée au niveau fédéral, au niveau wallon et au niveau bruxellois, dans une phase de finalisation politique. Au niveau flamand, des consultations sont encore en cours; le programme 2023-2027 devrait être adopté pour la fin du mois de novembre.

 

Au niveau fédéral, les avant-projets ont été modifiés en fonction des commentaires et suggestions reçues. Ces avant-projets sont actuellement analysés au niveau des différents cabinets. Le comité stratégique qui préside ces travaux s'est déjà réuni deux fois en juin à ce sujet et prévoit de continuer les travaux en juillet et en août. L'adoption des projets communs aux Régions et au fédéral est planifiée pour le mois de septembre. L'adoption de l'arrêté royal est prévue en octobre, à la Conférence interministérielle de l'Environnement élargie pour le NAPAN.

 

L'ambition du projet dépend notamment du conclave budgétaire d'automne.

 

Het is belangrijk om actief te blijven zoeken naar alternatieven. Ik vestig er echter uw aandacht op dat de ondersteuning van wetenschappelijk onderzoek met het oog op het naar voren brengen van deze alternatieven tot de exclusieve bevoegdheid van de Gewesten behoort. Het algemene standpunt van België over de ontwerpverordening die de Europese Commissie op 22 juni heeft ingediend, zal worden voorbereid voor de  Raad Landbouw en Visserij van juli, waar het ontwerp door de Commissie zal worden voorgesteld. Over de ontwerpverordening zal vervolgens via de Europese medebeslissingsprocedure met het Europees Parlement worden onderhandeld. Naar verwachting zal dit nog enige tijd in beslag nemen.

 

Mevrouw Jiroflée, voor uw vraag over glyfosaat verwijs ik naar mijn eerdere antwoord.

 

05.05  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, merci pour vos réponses. Je suis désolée, j'ai de nouveau un petit souci, parce que mes questions n'ont reçu que des réponses partielles. Vous avez été très clair sur le fait que pour 2022, il n'y avait eu aucune demande de dérogation pour le mancozèbe. Je demandais aussi pour les autres principes actifs, notamment la bétacyfluthrine et le phosmet, qui ont été récemment repointés comme représentant des risques inacceptables pour les travailleurs dans le secteur de la betterave et dans le secteur des tomates. Là, je n'ai pas reçu de réponse.

 

Mais de façon plus large, comme vous le savez, j'ai demandé les dossiers de dérogation à votre administration. Je suis encore en train de les éplucher, parce qu'ils sont assez épais. C'est extrêmement intéressant de voir comment votre administration travaille. On voit quand même, malgré tout, que certaines routines sont mises en place, avec des copier-coller des demandes qui apparaissent dans le dossier de réponse. À mes yeux, certains types de questions reçoivent des réponses probablement insuffisamment exigeantes. Mais nous n'allons pas avoir le grand débat maintenant.

 

Il me semble par contre particulièrement important de souligner, - et cela a été dit par mes collègues et on nous l'a encore redit, il y a quelques jours - que nous devons diminuer de 50 % les recours aux pesticides. Je trouve qu'il est préoccupant de voir qu'en Belgique, nous restons parmi le top des pays qui accordent le plus de dérogations pour des produits qui sont pourtant interdits au niveau européen parce qu'ils sont dangereux.

 

Même si nous pouvons dire que l'administration fait son travail, je n'ai pas de souci avec cela; il y a vraiment un changement culturel qui doit être accompagné à tous les niveaux, auprès des personnes qui ont besoin de ces produits pour leur pratique – à savoir les agriculteurs – mais aussi auprès de nos administrations. Dans notre vision politique, nous devons absolument nous émanciper de notre dépendance à ces pesticides pour notre agriculture. C'est une question absolument centrale pour notre santé, la santé de notre biodiversité et le problème de pollution.

 

J'espère que dans les deux ans qu'il nous reste avec cette législature, nous allons pouvoir nous montrer plus ambitieux, et que le NAPAN dont nous avons pu débattre en commission, il y a quelques mois, va encore bénéficier de cet été pour se renforcer avec les nouvelles lignes européennes. À nos yeux, il n'était pas encore tout à fait assez ambitieux.

 

05.06  Karin Jiroflée (Vooruit): Mijnheer de minister, ik hoorde nog geen duidelijk standpunt over het voorstel van de heer Timmermans en mevrouw Kyriakides. Pesticiden zijn gevaarlijke stoffen en moeten als dusdanig behandeld worden. In die context zullen we dat van nabij blijven volgen.

 

05.07  Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses et je suis heureuse de voir que des deadlines sont prévues pour avancer en la matière dans les prochains mois. Nous vous réinterrogerons en temps opportun. Toujours est-il qu'il y a une réelle urgence parce que le gouvernement est légalement tenu depuis 2011 d'éliminer progressivement ces pesticides les plus toxiques, lorsque des alternatives existent. Or, contrairement aux engagements que nous avons pris, on voit que la présence de pesticides ne cesse d'augmenter en Belgique notamment grâce au système de dérogation.

 

Vous nous dites qu'une grande publicité est assurée à ce sujet et qu'à ce jour, aucune demande n'a été émise en la matière, sauf qu'il ne s'agit que d'une seule substance nocive alors que toute une série de variétés de pesticides peuvent faire l'objet de demandes de dérogation. Je reste donc cruellement sur ma faim à ce propos.

 

Par contre, ce qui est vrai, c'est qu'il convient de soutenir les producteurs dans leur transition vers des productions sans pesticide. Vous renvoyez la balle aux entités fédérées en arguant que ce sont elles qui sont compétentes pour soutenir les études relatives aux alternatives mais ici, je pense que l'enjeu de santé est tellement important qu'il mérite une concertation entre le fédéral et les entités fédérées. À cet égard, nous avons une Conférence interministérielle Santé qui peut être mobilisée pour cela. Je me permets de vous formuler une demande en ce sens parce que c'est véritablement cela qui nous permettra d'avoir des objectifs ambitieux au niveau européen et non plus être à la traîne, comme nous le sommes aujourd'hui.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

06 Questions jointes de

- Séverine de Laveleye à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le rapport "Forbidden fruit" du Pesticide Action Network Europe" (55028304C)

- Barbara Creemers à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La présence de résidus de pesticides dans les fruits et la réaction de PAN Europe" (55028324C)

- Séverine de Laveleye à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "Le rapport de PAN Europe sur la présence dans nos fruits de résidus de pesticides" (55028602C)

- Séverine de Laveleye à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Les conclusions du rapport "Forbidden Fruit" de PAN Europe" (55029041C)

06 Samengevoegde vragen van

- Séverine de Laveleye aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het rapport 'Forbidden fruit' van Pesticide Action Network Europe" (55028304C)

- Barbara Creemers aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De pesticideresidu’s op fruit en de reactie van PAN Europe" (55028324C)

- Séverine de Laveleye aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "Het rapport van PAN Europe over pesticideresiduen in fruit" (55028602C)

- Séverine de Laveleye aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De conclusies van het rapport 'Forbidden fruit' van PAN Europe" (55029041C)

 

06.01  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je tiens à faire remarquer qu'une des questions a, en réalité, été adressée à M. Vandenbroucke. Cette question a été renvoyée à M. Clarinval. Toutefois, M. Vandenbroucke y a finalement répondu. Or, je constate qu'elle figure toujours à l'ordre du jour. La deuxième question qui est ancienne a été actualisée suite à la réponse du ministre en séance plénière. Force est de constater un problème de mise à jour et que, ce faisant, les questions sont reprises deux fois.

 

Cela dit, ma question est un peu longue, mais je vais essayer de respecter mon temps de parole de deux minutes. 

 

Monsieur le ministre, vous évoquiez le mercredi 25 mai, en séance plénière, les propos trompeurs et malhonnêtes…

 

06.02  David Clarinval, ministre: (...)

 

06.03  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Malhonnêtes intellectuellement. Je prends acte de votre remarque.

 

Je disais donc que vous évoquiez, le mercredi 25 mai, en séance plénière, les propos trompeurs et malhonnêtes intellectuellement que diffuserait Pesticide Action Network Europe (PAN Europe) dans son rapport "Forbidden fruit".

 

Il nous semblait nécessaire de revenir sur ces échanges. En effet, un débat en séance plénière, quelques heures seulement après la sortie du rapport, aurait été un peu restrictif tant pour vous que pour nous.

 

Le travail de PAN se focalise sur les pesticides les plus dangereux pour notre santé et notre environnement, et qui appartiennent à la catégorie des "candidats à la substitution". D'après la recommandation européenne, si une alternative non chimique ou chimique existe, la substance concernée ne peut être autorisée sur le marché. Cette obligation aurait donc dû, si elle avait été respectée scrupuleusement, mener à la diminution progressive, puis à l’élimination de l’utilisation de ces substances, et donc de leurs résidus dans l’alimentation. Pourtant, le rapport montre une présence croissante de ces substances.

 

Vous avez basé votre réponse sur le fait que les niveaux de résidus détectés dans les échantillons analysés se situent en dessous des limites maximales de résidus (LMRs) et qu'il n'y avait donc pas de risque. Ce faisant, vous avez évacué le fait que ces substances devraient avoir été substituées et vous n'avez pas traité la préoccupation liée à l’effet cocktail qui n'est évidemment pas pris en compte dans les LMRs. Vous mentionniez aussi que la Belgique tiendrait son mauvais classement européen en raison de la quantité de molécules testées par échantillon par l’AFSCA. Or, le rapport montre qu’il s’agit bien de la quantité significative de produits phytosanitaires contenant des candidats à la substitution autorisée en Belgique qui pose problème et non la méthode d’analyse de l'AFSCA qui fait son travail comme elle le doit. Je rappelle qu'il est ici question de 44 substances autorisées candidates à la substitution sur les 55 reprises sur la liste.

 

Monsieur le ministre, sur la base d'une lecture plus approfondie du rapport de Pesticide Action Network, arrivez-vous à des conclusions différentes de celles que vous avez pu partager en séance plénière?

 

Par rapport à l'obligation d'évaluation comparative entre le produit à substituer et les alternatives, pouvez-vous dire dans quelle mesure cette évaluation est faite de façon adéquate?

 

Combien de produits phytosanitaires contenant un ou plusieurs de ces 44 candidats à la substitution sont-ils autorisés aujourd'hui en Belgique? Depuis 2015, combien de ces cas de substitution décompte-t-on à la suite de la conduite d'une évaluation préparative?

 

Dans le cadre de la stratégie "Farm to Fork", il est attendu que les États membres réduisent de 50 % l'utilisation des pesticides. Pensez-vous que nous allons vraiment y arriver d'ici à 2030?

 

Quels sont les moyens mis en œuvre par le fédéral pour analyser les dangers potentiels des effets cocktails dans nos produits de consommation? Nous en avons parlé avec votre collègue le ministre Vandenbroucke, il y a quelques jours.

 

Enfin, il y a la question du NAPAN, mais vous l’avez déjà traitée dans la réponse précédente.

 

06.04  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, collega de Laveleye heeft het probleem al zeer volledig geschetst. Ik heb twee bijkomende vragen.

 

Wij maken ons echt wel zorgen over het cocktaileffect van de verschillende stoffen die wij binnenkrijgen. Er zijn intussen wel studies op Europees vlak lopende, maar die houden geen rekening met het cocktaileffect, waar wij ons zorgen over maken. Men kan bekijken welk effect de verschillende stoffen in combinatie hebben op de schildklier, maar dan bekijkt men nog maar één hormonale klier, en niet het hele hormonale stelsel. Dat is precies waar stoffen als ciprodinil en tebuconazool op inwerken. Die stoffen hebben hormoonverstorende effecten. De wetenschappelijke gemeenschap, in het bijzonder de endocrinologen, maakt zich daar echt zorgen om. Zij waarschuwen dat we die stoffen gewoonweg niet meer binnen mogen krijgen.

 

Als die stoffen al elf jaar op een lijst van te vervangen producten staan, wordt het wel tijd aan te slag te gaan.

 

Ten eerste, hoe gaan wij inzake de residu's van de hormoonverstorende stoffen in ons eten aan de slag? Hoe kan het dat die nog in ons eten zitten?

 

Ten tweede, hoe hebt u gereageerd op de brief van PAN Europe? Hebt u die beantwoord? Hebt u gereageerd op de eis van PAN Europe, Progrès Belgium en VELT tot een onmiddellijk verbod op het gebruik van de twaalf meest giftige stoffen en van de vervanging van al die stoffen door veiligere alternatieven tegen 2030?

 

06.05  David Clarinval, ministre: Mesdames, la publication de PAN fait référence aux substances actives dites substances dont on envisage la substitution. Les produits qui contiennent des substances actives appartenant à cette catégorie doivent faire l'objet d'une évaluation comparative. Le rapport de PAN Europe attire l'attention sur la présence de résidus d'une sélection de substances actives.

 

J'ai confiance en mon administration quant à la gestion des risques en cette matière. Nous n'avons pas attendu le rapport de PAN Europe pour prendre en compte la présence de résidus dans les produits de consommation. 

 

Actuellement, chaque substance active prise séparément fait l'objet d'une analyse de risques pour le consommateur. Par exemple, des données de mesures issues de programmes de surveillance démontrent que les niveaux de résidus sont souvent faibles et bien inférieurs aux limites maximales en résidus (LMR). Ces limites ne sont pas des normes de sécurité mais des valeurs limite en dessous desquelles resteront certainement les teneurs en résidus si les produits phytopharmaceutiques sont utilisés conformément à leur autorisation. On parle donc de marges de sécurité très larges prenant en compte également la consommation des différentes denrées alimentaires.

 

Concernant l'exposition cumulative du consommateur aux résidus de pesticides (l'effet cocktail), une méthodologie est en cours de développement au niveau européen par l'EFSA. Le seul fait de détecter plusieurs résidus de pesticides dans certaines denrées alimentaires n'est donc pas en soi une raison pour céder à la panique. Cela ne signifie pas que cela comporte un risque plus élevé pour le consommateur. Le nombre de résidus qui peuvent être présents sur une denrée alimentaire n'est pas un indicateur fiable de risque pour le consommateur.

 

La méthodologie européenne a déjà été implémentée en 2020 et 2021 par l'EFSA pour une évaluation du risque cumulatif des résidus de pesticides ayant un effet possible sur le système nerveux et des effets à long terme possibles notamment sur la glande thyroïde. Cela a été réalisé au moyen de résultats du monitoring des résidus collectés par plusieurs États membres de l'Union, dont la Belgique, pendant la période 2014-2016.

 

Sur base de cette première évaluation du risque cumulatif, il n'y a pas de raison de s'inquiéter et une adaptation des limites pour des substances individuelles ou une adaptation des autorisations ne s'avère pas nécessaire. En d'autres termes, la connaissance actuelle de l'exposition cumulative des consommateurs ne nécessite pas de prendre des mesures supplémentaires.

 

Entre-temps, sur le plan européen, de nouvelles démarches ont été entreprises afin d'examiner également les effets cumulatifs sur d'autres organes. En vue d'accélérer le processus, la Commission européenne - en collaboration avec l'EFSA - a développé un plan d'action qui accordera la priorité aux pesticides et aux organes qui présentent le risque le plus élevé possible. De plus amples informations sur ce plan d'action et l'état d'avancement de l'évaluation des risques cumulés des résidus de pesticides en général sont disponibles sur le site internet de la Commission européenne.

 

Considérant que la recherche sur le risque cumulé pour les consommateurs de résidus de produits phytopharmaceutiques dans les aliments et que le développement de méthodologies harmonisées sont principalement menés et coordonnés à l'échelle européenne, c'est-à-dire le niveau auquel les limites de l'Union sont établies, je ne vois actuellement pas de nécessité de prendre des initiatives supplémentaires au plan fédéral. L'agriculture et l'environnement sont des compétences relevant également des Régions, lesquelles sont représentées au Comité d'agréation des pesticides à usage agricole et font part, lors de ses réunions, de l'existence éventuelle de méthodes non chimiques de prévention ou de lutte, ainsi que de leurs caractéristiques économiques et pratiques. Si les Régions concluent à l'efficacité de l'emploi de telles méthodes, la demande d'autorisation du produit contenant une substance active dont on envisage la substitution sera, madame de Laveleye, évidemment refusée.

 

Par ailleurs, le Règlement CE 1107/2009 a identifié les substances dont on envisage la substitution, mais également une autre catégorie: les substances actives à faible risque, dont le nombre est limité. Le pouvoir fédéral a entrepris des démarches visant à en étendre le nombre autant que possible. Afin d'informer les utilisateurs belges de cette possibilité, le site Phytoweb reprend les approbations de ces substances de base ainsi que les usages phytosanitaires acceptables.

 

De EFSA identificeert cyprodinil en tebuconazool momenteel niet als hormoonverstoorders. De producten worden momenteel geëvalueerd op het Europese niveau. In 2020 werd cyprodinil 119 keer vastgesteld op 697 analyses. In 1 van die analyses werd de MRL overschreden. In 2021 werd cyprodinil 101 keer vastgesteld op 713 analyses. Al die analyses waren evenwel conform de MRL. In 2020 werd tebuconazool 99 keer vastgesteld op 684 analyses, waarbij elke analyse conform het MRL voor tebuconazool was. In 2021 werd tebuconazool 104 keer vastgesteld op 717 analyses. Bij die metingen waren 2 analyses hoger dan de MRL.

 

Ter herinnering, enkel de overschrijding van de wettelijke maximale residulimieten wijst op een non-conformiteit, waardoor een product helemaal niet mag worden verkocht en gebruikt. In dit geval wordt er een risico-evaluatie uitgevoerd om te bepalen of de overschrijding een risico inhoudt voor de gezondheid van mens of dier. Een productterugroeping zal worden opgelegd in het geval van een risico. Er werd selder teruggeroepen waarvan de tebuconazooleresiduen hoger waren dan de MRL, omdat die een risico kon inhouden voor de gezondheid.

 

De aard en de omvang van een niet-monotone dosisrespons, waarvoor er geen veilig blootstellingsniveau zou bestaan, maken altijd het voorwerp uit van debatten en controverse onder wetenschappers. De huidige opinie van de Europese deskundigen is dat er een niet-monotonedosisresponsfenomeen bestaat voor pesticiden. Gelet op de maatregelen voor hormonenverstorende stoffen in de Europese wetgeving voor gewasbeschermingsmiddelen verordening 1107/2009 wordt er geen bijkomende actie gepland in het kader van het NAPED.

 

06.06  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie de votre réponse. Je garde un sentiment de "malaise" - c'est peut-être le meilleur mot - par rapport à un élément. Je comprends bien la logique. Vous expliquez toute une série de choses pour les procédures et les normes. Mais en attendant, quand l'Europe décide, voici de nombreuses années, de désigner toute une série de produits comme candidats à la substitution, l'Europe a de grosses administrations qui arrivent à la conclusion que c'est nécessaire pour notre santé et/ou pour notre environnement. Après plusieurs années, on donne toujours l'accès à 44 d'entre eux en Belgique, sur 55. Je trouve que c'est énorme. On comprendrait si cela concernait une petite partie des produits pour lesquels on n'a pas encore trouvé d'alternatives. Nous devons soutenir nos agriculteurs. Mais 44 sur 55, c'est massif!

 

Ce n'est pas seulement votre responsabilité. Vous l'avez dit. Les ministres des Régions la partagent. On doit soutenir des alternatives. Vous n'avez pas toutes les réponses dans vos mains bien sûr, et cette législation européenne date de bien avant vous. Mais j'en reviens à la conclusion que j'ai faite précédemment: quand va-t-on se rendre compte qu'il faut aller beaucoup plus vite? L'Europe nous pousse dans le dos. Notre santé nous pousse dans le dos. L'effondrement des écosystèmes nous pousse dans le dos et je ne comprends pas qu'on ne soit pas déjà plusieurs kilomètres devant.

 

Il est très bien que l'Europe travaille pour l'instant sur l'effet cocktail et le risque cumulatif. J'ai presque envie de dire qu'il est presque temps. Je souligne le fait qu'hier, un nouveau rapport de l'Agence européenne pour l'environnement est sorti. Ce rapport concerne les liens entre les cancers et l'environnement et il stipule spécifiquement le danger du risque cumulatif. Il dit de faire attention, que nous sommes mal outillés, et qu'il faut avancer encore sur cette question. Du coup, je me dis qu'il y a peut-être un momentum, même s'il arrive de nouveau fort tard. J'espère que la Belgique sera hyperactive en ce qui concerne la recherche de méthodologies pour l'effet cocktail. Je pense qu'on passe à côté de problèmes majeurs qui doivent être résolus. On parle quand même de 10 % de nos cancers, au strict minimum, qui seraient liés aux pollutions. Je pense qu'il est temps de se réveiller.

 

06.07  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, u hebt niet gezegd of u gereageerd hebt op de vraag van PAN Europe en de andere ngo's, maar wij zullen hun het antwoord bezorgen dat u hier vandaag gaf, zodat zij op de hoogte zijn van het vervolg van hun onderzoek.

 

U verwijst terecht naar het EFSA-onderzoek rond het cocktaileffect. De methodologie is in ontwikkeling. Als wij goed zijn geïnformeerd, denkt de autoriteit tegen 2030 daarmee klaar te zijn. Dat is nog wel heel lang. Ook merkte u op dat cyprodinil en tebuconazool voorlopig niet als hormoonverstorend worden geïdentificeerd maar wel nog worden onderzocht. Ook wat dat betreft, blijf ik op mijn honger. Onze oudste zonen zijn geboren in 2006, op het moment dat de REACH-regelgeving in Europa in zijn kinderschoenen stond. Ze zijn intussen 16 geworden en zullen moeten wachten tot ze volwassen zijn en zelf aan kinderen beginnen, vooraleer we echt grote stappen zetten met betrekking tot stoffen waarvan al jaren bekend is dat ze problemen opleveren.

 

U zegt dat er onder wetenschappers discussie bestaat over de niet-monotone dosisrespons. Bij endocrinologen is die discussie er echter niet: zij zijn er 100 % van overtuigd dat er problemen zijn voor het zenuwstelsel en met de schildklier.

 

In het EFSA-onderzoek wordt inderdaad het effect gemeten van al die stoffen op het zenuwstelsel en de schildklier, maar het effect ervan op het volledige hormonale systeem, dat volgens endocrinologen wordt verstoord, wordt te weinig of te traag geëvalueerd. U stelt terecht dat een groot deel van het gebruik van pesticiden een bevoegdheid van de Gewesten is. Europa vindt dat we de farm-to-forkstrategie onverwijld moeten uitvoeren en België zal daarbij misschien het gebruik van pesticiden met meer dan 50 % moeten reduceren. We zullen de aanpak dan niet louter op de Gewesten kunnen afschuiven. Het op de markt brengen van bepaalde producten en afwijkingen daarop, zijn een federale bevoegdheid en we zullen onze ambitie veel kracht moeten bijzetten. In die zin zal het u niet verbazen dat onze fractie teleurgesteld is, omdat de beschikbare uitstekende instrumenten in het NAPAN en NAPED niet worden ingezet. Wij vinden dat een gemiste kans.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 55028193C van mevrouw Depoorter wordt omgezet in een schriftelijke vraag.

 

07 Vraag van Frieda Gijbels aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Fraude met paspoorten en elektronische chips van dieren" (55028588C)

07 Question de Frieda Gijbels à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La fraude aux passeports et puces électroniques pour animaux" (55028588C)

 

07.01  Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, vrij recent raakte bekend dat het gerecht een aantal paardenstallen in de provincie Antwerpen was binnengevallen in het kader van een onderzoek naar grootschalige fraude met paarden. Ook bedreigde diersoorten zouden worden onderzocht. Er zou onder meer geknoeid zijn met paspoorten en microchips van paarden. Het vermoeden bestaat dat de fraudeurs bepaalde paarden een andere bestemming hebben gegeven, door bijvoorbeeld van rijpaarden slachtpaarden te maken om daaruit munt te slaan. Dat is geen goede zaak voor de voedselveiligheid, omdat men niet meer kan achterhalen welke geneesmiddelen de vermeende slachtpaarden hebben gekregen en of de wachttijden gerespecteerd zijn. De vraag is of er vlees van dergelijke paarden in de voedselketen is terechtgekomen.

 

Wat is de stand van zaken van het onderzoek? Op welke manier is het FAVV daarbij betrokken? Welke rol heeft het daarin gespeeld? Is er al een reconstructie van de feiten gebeurd? Is er vlees van deze paarden in de voedselketen terechtgekomen? Zo ja, in welke producten?

 

In het verleden is er ook al fraude met paardenvlees gepleegd. Hoe vaak is dat al vastgesteld in ons land?

 

Is de problematiek van de verwisseling van chips en de vervalsing van paspoorten ook gekend voor andere diersoorten? Welke initiatieven zult u nemen om dergelijke situaties in de toekomst te vermijden en het systeem waterdicht te maken?

 

07.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Gijbels, dit dossier is in handen van het parket en valt onder de geheimhoudingsplicht. Ik kan u dus geen volledig antwoord op deze vragen geven.

 

De ontdekking van deze zaak is het resultaat van een reeks onderzoeken door de nationale opsporingseenheid van het FAVV. Het is de taak van het FAVV om mededelingen te doen die van essentieel belang zijn om de consument te beschermen. Het is echter aan het parket om te beslissen of er al dan niet over de grond van de zaak wordt gecommuniceerd.

 

In een gerechtelijk of administratief onderzoek is het nooit zeker dat de situatie volledig is omlijnd, maar de agenten van het FAVV hebben onder leiding van een onderzoeksrechter een aantal elementen verzameld die ik hier, zoals daarnet toegelicht, niet verder kan uitwerken. Het komt de onderzoeksrechter toe om dit vast te stellen en, indien nodig, het openbaar ministerie om hierover te communiceren. Ik kan u alleen maar zeggen dat indien zou worden vastgesteld dat vlees van deze handel in omloop was, het FAVV verplicht zou zijn de bevolking in te lichten en dit vlees uit de markt te nemen.

 

Dit probleem van fraude bij de traceerbaarheid van paarden is al vele jaren bekend bij de diensten van het FAVV. Zo wordt momenteel in Marseille een proces gevoerd tegen een aantal Franse, Belgische en Nederlandse verdachten, na een lang onderzoek dat in 2012 door de agenten van het FAVV werd gestart. De pers, met name de Franse, doet uitvoerig verslag over dit proces. Het gaat vooral om paardenvlees, hoewel de meeste economische speculaties kunnen getroffen worden door pogingen tot fraude.

 

De problematiek van de herbestemming van dieren doet zich enkel voor bij paarden. Sommige ambtenaren van de Nationale Opsporingseenheid van het FAVV zijn deskundigen op Europees niveau geworden. Het is onder hun impuls en met bundeling van hun kennis dat de Europese wetgeving en de controles in de gehele Europese Unie doeltreffender worden. Het zou uiteraard contraproductief zijn om in detail de onderzoeksmethoden van onze onderzoekers uiteen te zetten, maar ik kan u verzekeren dat de situatie zich in heel Europa positief ontwikkelt onder impuls van de agenten van het FAVV.

 

Op Europees niveau werd reeds beslist om paarden enkel nog wegens het gebruik van bepaalde diergeneesmiddelen van de slacht uit te sluiten. Hierdoor zullen er minder paarden als niet-voedselproducerend worden beschouwd, waardoor ook de fraude zal verminderen.

 

07.03  Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, ik heb er alle begrip voor dat u zich niet kunt uitspreken over de grond van de zaak, aangezien het dossier momenteel nog in handen van het parket is. Ik hoop wel dat wanneer er een uitspraak is en wanneer duidelijk is wat er is gebeurd, u dit komt toelichten in het Parlement, want het is belangrijk dat we daarvan op de hoogte zijn. Ik heb me in deze aangelegenheid verdiept en ik heb begrepen dat er in België een zekere expertise werd uitgebouwd op het vlak van fraude met paardenvlees. Het is dus belangrijk dat u ons inlicht zodra dit mogelijk is.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Samengevoegde vragen van

- Frieda Gijbels aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Harddrugs in flessen champagne" (55028589C)

- Patrick Prévot aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Ecstasy in magnumchampagneflessen" (55028624C)

- Barbara Creemers aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "MDMA in champagne" (55028644C)

08 Questions jointes de

- Frieda Gijbels à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La présence de drogues dures dans des bouteilles de champagne" (55028589C)

- Patrick Prévot à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La présence d’ecstasy dans des magnums de champagne" (55028624C)

- Barbara Creemers à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La présence de MDMA dans du champagne" (55028644C)

 

08.01  Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, er zouden opnieuw champagneflessen met daarin de harddrug MDMA hebben gecirculeerd. In februari berichtte het voedselagentschap reeds over een dergelijk geval, waarbij er intoxicaties in Nederland en Duitsland werden vastgesteld. Dit leidde tot zeven ernstige ziektegevallen en een dode in Duitsland en vier ziektegevallen in Nederland. De flessen werden online aangekocht via een nog onbekende website. Er werden destijds geen incidenten in België gemeld. Er waren geen aanwijzingen dat deze flessen ook op de Belgische markt aanwezig zouden zijn.

 

Recent is een tweede geval opgedoken, waarbij het gaat om flessen met een ander lotnummer. Ook nu zijn volgens het voedselagentschap nog geen incidenten in België gemeld, maar de flessen zouden wel verkocht zijn via verschillende verkooppunten in België, naast de onlineverkoop.

 

Mijnheer de minister, kunt u een gedetailleerd overzicht van de stand van zaken geven? Hoe verliep de informatieketen, zowel nationaal als internationaal? Welke landen zijn betrokken? Hoeveel MDMA werd aangetroffen? Hoe toxisch is deze dosis? Hebt u meer informatie over mogelijke incidenten?

 

Welke rol speelt het FAVV in deze zaak? Hoe verloopt de samenwerking met politie en gerecht? Hoe verloopt de internationale samenwerking?

 

Hoe verloopt het onderzoek naar hoe MDMA in de flessen is terechtgekomen? Hoe kan het dat hiervoor sinds het eerste geval in februari nog steeds geen verklaring kan worden gegeven?

 

In welke verkooppunten in België werden de bewuste loten verkocht? Bestaat hiervan een overzicht? Kan de consument dit terugvinden en waar? Welke webshops zijn hierbij betrokken? Hebben Belgische consumenten deze producten gekocht? Zo ja, kunt u dit toelichten?

 

Zullen er verdere steekproeven worden uitgevoerd? Is het uw intentie om andere flessen van dit merk te laten screenen of flessen van een ander merk? Is het uitgesloten dat andere voedingsproducten ook schadelijke stoffen zoals MDMA bevatten?

 

Hoeveel meldingen heeft het meldpunt voor de consument van het FAVV reeds over deze kwestie ontvangen? Kunt u hiervan een overzicht geven? Hoeveel internationale meldingen zijn er geweest?

 

08.02  Patrick Prévot (PS): Monsieur le ministre, après des intoxications relevées aux Pays-Bas et en Allemagne, c'est au tour de la Belgique d'être touchée par un curieux phénomène: la présence d'ecstasy dans des bouteilles de champagne de la gamme Imperial Ice de Moët & Chandon.

 

L'Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire (AFSCA) met donc en garde les consommateurs face à ce MDMA liquide qui aurait les caractéristiques de ne pas contenir de bulles, de présenter une teinte brun rougeâtre et de sentir l'anis. L'Agence n'exclut pas que d'autres bouteilles, qu'importe la marque, puissent contenir cette dangereuse drogue de synthèse.

 

Monsieur le ministre, lors du dépôt de cette question, aucun incident connu n'avait été relevé en raison de ce phénomène. Est-ce toujours le cas?

 

Sauf erreur de ma part, le communiqué de l'AFSCA ne précisait pas la quantité de MDMA présente dans les bouteilles de trois litres. Auriez-vous connaissance de cette quantité afin de mieux en évaluer la dangerosité?

 

Avez-vous pris contact avec vos homologues hollandais et allemands pour travailler ensemble à découvrir l'origine de ces intoxications volontaires? Qu'il s'agisse des Pays-Bas, de l'Allemagne ou de la Belgique, les agences de sécurité de la chaîne alimentaire émettent-elles des pistes? Lesquelles?

 

08.03  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, op 3 juni 2022 verspreidde het FAVV een persbericht met een waarschuwing voor mogelijke aanwezigheid van de harddrug MDMA in sommige drieliterflessen van Moët & Chandon. In België zijn er nog geen gevallen bekend van flessen die MDMA bleken te bevatten, maar dat is wel het geval in Nederland en Duitsland. Het FAVV deed er dus zeker goed aan deze boodschap te verspreiden.

Dit is echter niet de eerste keer, ook op 25 februari 2022 verspreidde het FAVV reeds zo'n waarschuwing. In beide berichten liet het agentschap weten dat de oorzaak van de aanwezigheid van de drug in de flessen nog niet bekend is.

Hieromtrent heb ik voor u de volgende vragen:

Welke onderzoeken gebeurde er sinds de ontdekking in februari reeds door:

Het FAVV?

De andere voedselagentschappen van EU-lidstaten?

De fabrikant zelf?

Welke stappen werden er na de ontdekking in februari nog genomen om zowel de oorzaak van de fout te vinden als na te gaan wie hiervoor verantwoordelijk is en of het autocontrolesysteem wel naar behoren functioneerde bij de producent?

Welke bijkomende initiatieven werden er zowel door het FAVV als de andere voedselagentschappen van EU-lidstaten genomen na dit tweede incident?

Welke nieuwe elementen zijn er bekend sedert het persbericht van 3 juni?

 

08.04  David Clarinval, ministre: Monsieur le président, c'est un autre cocktail que nous allons évoquer ici!

 

Mevrouw Gijbels, mevrouw Creemers, mijnheer Prévot, de directie van de bestrijding van de zware en georganiseerde criminaliteit van de eenheid volksgezondheid en omgevingscriminaliteit van de federale politie heeft de nationale opsporingseenheid van het FAVV ervan de hoogte gebracht dat verschillende flessen, afkomstig uit twee loten die het voorwerp uitmaken van een onderzoek naar aanleiding van de feiten van februari, in België in de handel waren gebracht. Uit voorzorg heeft het FAVV de bevolking hierover ingelicht, aangezien het gaat over een product dat lang kan worden bewaard en omdat er mogelijk nog flessen in kelders zouden kunnen worden bewaard.

 

Voor meer informatie inzake het verloop van de informatieketen en de betrokken landen, verwijs ik u door naar mijn collega, de minister van Binnenlandse Zaken, onder wie de directie van de bestrijding van de zware en georganiseerde criminaliteit valt.

 

Aangezien het om drugs gaat, en dit dus niet onder de bevoegdheid van het FAVV valt, komt het FAVV tussen als doorgeefluik van informatie aan de consumenten. Bovendien is het FAVV bereid om technische ondersteuning te bieden indien dit zou worden gevraagd door de federale politie. Onze diensten werken regelmatig samen telkens als dat vereist is en deze samenwerking met de politie verloopt zeer goed. De samenwerking is zelfs nog toegenomen sinds de detachering van een inspecteur van de nationale opsporingseenheid naar de directie van de bestrijding van de zware en georganiseerde criminaliteit van de eenheid volksgezondheid en omgevingscriminaliteit.

 

Hier gaat het duidelijk om een drugsonderzoek dat bijgevolg in handen is van de politiediensten, zowel bij ons als in de andere betrokken lidstaten. Wat de aangetroffen concentratie betreft, de toxiciteit ervan, het lopende onderzoek en de eventuele verdere stappen van de drugsbestrijding, verwijs ik u graag naar mijn collega, de minister van Binnenlandse Zaken.

 

Il a été constaté que des bouteilles de deux lots concernés ont été vendues en Belgique mais toutes les bouteilles de ces lots ne sont pas concernées par cet incident.

 

Comme la drogue a été trouvée dans une denrée alimentaire, un communiqué de presse a été publié sur le site internet destiné aux consommateurs de l'AFSCA avec une description du produit concerné ainsi que davantage d'informations sur l'ecstasy, le MDMA. Ce communiqué de presse a également été diffusé via les médias sociaux tels que Facebook.

 

Avec les informations reprises dans le communiqué de presse, le consommateur peut facilement vérifier si les bouteilles qu'il a achetées sont concernées en contrôlant les numéros de lots et en prêtant attention aux caractéristiques qui indiquent la présence de MDMA, d'ecstasy liquide.

 

L'AFSCA a pour mission d'avertir les consommateurs en leur donnant les moyens de reconnaître les bouteilles manipulées et c'est exactement ce que l'Agence a fait.

 

En date du 9 juin 2022, le point de contact de l'AFSCA pour les consommateurs n'a reçu aucune question ou plainte de consommateur dans le cadre de cette problématique. Depuis février, il s'agissait d'une notification des Pays-Bas et, cette fois, une notification de l'Allemagne.

 

Vu que le trafic de drogue est du ressort de la police, l'AFSCA n'est pas concernée par le suivi de la notification internationale. Je vous renvoie donc également sur ce point vers ma collègue Verlinden.

 

Enfin, je ne suis pas au courant de l'existence de cas en Belgique.

 

08.05  Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, ik begrijp vooral dat de vraag opnieuw zal moeten worden gesteld aan minister Verlinden. Ik zal dat dan ook doen, zodat wij alles goed kunnen opvolgen. Het is wat verwarrend, want het gaat wel degelijk ook over de voedselveiligheid, maar ik begrijp dat de zaak niet onder uw bevoegdheid valt als er drugs in het spel zijn.

 

08.06  Patrick Prévot (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse rassurante quant au fait qu'il n'y a pour l'instant pas de signalement en Belgique et que l'AFSCA reste, comme elle l'est systématiquement, à disposition de la police fédérale en cas de besoin.

 

08.07  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Ik denk dat het FAVV goed en snel gecommuniceerd heeft in deze, dus daarvoor spreek ik mijn complimenten uit.

 

Ik heb vragen ingediend over het autocontrolesysteem, maar ik begrijp dat de betrokken fabrikant van de champagne er niets aan kon doen of niet betrokken was, daar lijkt het althans op. Die vragen vervallen dan ook.

 

Sowieso denk ik dat het goed is om hier na het onderzoek nog eens op terug te komen, zodat we kunnen evalueren hoe de samenwerking verlopen is. Mogelijk valt daar nog wat uit te leren. In deze lijkt het erop dat het FAVV toch alles gedaan heeft wat het kon.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Question de Séverine de Laveleye à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Les mesures miroirs" (55029055C)

09 Vraag van Séverine de Laveleye aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Spiegelmaatregelen" (55029055C)

 

09.01  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, les normes européennes ne s’appliquent pas automatiquement aux produits que nous importons. Il serait pourtant pleinement logique que les consommateurs européens soient assurés que les méthodes de production des produits importés soient les mêmes qu’en Europe, en particulier sur les plans du bien-être animal, des usages d’antibiotiques et de produits phytopharmaceutiques. Nous avons déjà beaucoup parlé des normes européennes aujourd'hui. Parfois, nous aimerions qu'elles aillent plus loin, mais ces normes sont parmi les meilleures au monde. Nous pouvons en être fiers.

 

Cependant, l’Union européenne continue d’importer d’importantes quantités de pesticides contenant des substances actives non autorisées au niveau européen du fait de leur toxicité sur les humains et l’environnement. Les consommateurs européens retrouvent donc ces substances toxiques dans des produits alimentaires importés. L'Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire fait un énorme travail à ce sujet, mais tout ne peut pas être absolument contrôlé et le poids repose trop sur notre Agence.

 

De plus, des mesures dites miroirs auraient un impact positif pour nos agriculteurs belges. Le niveau d’exigence serait le même pour les produits belges et les produits importés, de quoi réduire significativement une concurrence déloyale. Il paraît bizarre de demander à nos agriculteurs d'être excellents dans leur pratique et de les mettre en concurrence avec des agriculteurs d'autres pays qui peuvent utiliser des produits auxquels ils n'ont pas accès.

 

Les ministres européens de l’Agriculture se sont positionnés le 13 juin sur ce dossier, sur la base d'un rapport de la Commission européenne qui confirme la faisabilité juridique d'instaurer des mesures miroirs. Il semble que la quasi-totalité des ministres soutiennent les conclusions de ce rapport et conviennent que l'Union européenne devrait agir pour mettre en cohérence ses objectifs internes avec sa politique commerciale extérieure.

 

Cependant, les avis semblent diverger sur la voie à suivre: une partie des ministres concernés plaident pour que soient imposées des mesures miroirs à chaque fois que c'est nécessaire, tandis que d'autres se montrent moins volontaristes et favoriseraient  les négociations au niveau multilatéral dans le cadre de l'Organisation mondiale du commerce (OMC) ou l'inclusion de clauses spécifiques dans les accords de libre-échange à négocier avec les partenaires.

 

Monsieur le ministre, votre homologue wallon a annoncé plaider le fait que l’on ne devrait pas vendre chez nous ce qu’il est interdit d’y produire: "Pour protéger nos consommateurs, tout en soutenant notre agriculture locale, je défends ce principe qui devrait prévaloir dans tous les accords commerciaux."

 

Quelle position la Belgique a-t-elle défendue sur les mesures miroirs le 13 juin dernier? Plaidez-vous pour intégrer l’interdiction d’exportation de pesticides non autorisés au niveau européen en vue de créer une législation cohérente?

 

09.02  David Clarinval, ministre: Madame de Laveleye, je vous confirme que je soutiens, et que j'ai d'ailleurs soutenu au nom de la Belgique au Conseil européen, l'instauration de clauses miroirs. Je suis tout à fait favorable à ces mesures.

 

Pour la Belgique, la mise en place de ces mesures qui visent à assurer la réciprocité des modes de production est intéressante, et elle mérite un examen approfondi. L'instauration de clauses miroirs renforce les normes exigées sur les biens en provenance de l'étranger, et limite ainsi la concurrence parfois déloyale à laquelle font face les agriculteurs européens.

 

Les normes sanitaires et phytosanitaires en Europe, basées sur les connaissances scientifiques, font partie des plus élevées dans le monde. La Belgique souhaite une analyse qui prend en compte, notamment, la protection de la santé, de l'environnement et de la production, ainsi que des aspects juridiques.

 

Dans le cadre des objectifs du Green Deal et de la stratégie "Farm to Fork", la Belgique estime qu'il est nécessaire que les produits importés respectent des normes environnementales et sanitaires minimales, et dans le cadre de l'OMC.

 

Les procédures de l'OMC indiquent qu'une restriction d'importation de denrées alimentaires ne peut se faire que sur la base de la démonstration scientifique d'un risque pour le consommateur, sans quoi elle serait considérée comme une mesure protectionniste. C'est en ce sens qu'il est important d'encourager les pays tiers vers une harmonisation des conditions de production et d'utilisation, les rendant aussi sûres pour les travailleurs et l'environnement qu'en Europe.

 

Concernant l'objet de votre deuxième question, ma collègue la ministre de l'Environnement ne m'a jusqu'à présent pas consulté sur le sujet. Cependant, il est fort probable que cette proposition n'a pas d'impact sur l'usage à travers le monde de ces produits interdits en Europe. En effet, les conditions environnementales locales génèrent des ravageurs distincts affectant les cultures, nécessitant des solutions de protection différentes.

 

Il importe de rappeler que 85 % des produits fabriqués en Belgique sont exportés, dont 70 % vers le Japon. En sus, la législation proposée risque simplement de délocaliser la production belge. N'oublions pas que la production belge représente un total de 4 630 emplois de qualité à temps plein en Belgique, dont 1 400 emplois directs. Nous devons également prendre en considération la balance commerciale excédentaire d'environ un milliard d'euros.

 

09.03  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse. Je n'avais pas de doute mais il est vrai qu'il est parfois difficile de suivre les débats européens. Je vous remercie également d'avoir confirmé que vous avez soutenu l'optique des mesures miroirs. Nous semblons parfaitement alignés sur cette question. Espérons que l'Europe aboutira le plus vite possible grâce, notamment, à votre soutien et à celui de la Belgique.

 

Pour l'exportation, j'entends qu'on n'en est pas encore au stade d'une concertation du gouvernement. J'espère que les initiatives qui sont prises pourront aboutir avec le soutien de tout le gouvernement. Nous devons harmoniser nos pratiques à l'échelle internationale et non pas continuer à penser que l'Europe, même si elle est plus ambitieuse que les autres, est une île isolée. En réalité, elle est confrontée aux pratiques agricoles du reste de la planète. J'espère que nous irons dans le bon sens.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van Barbara Creemers aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De reactie van de minister op de toetsing van de sensibilisering voor pesticiden in tuincentra" (55029230C)

10 Question de Barbara Creemers à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La réaction du ministre à l'appréciation de la sensibilisation aux pesticides dans les jardineries" (55029230C)

 

10.01  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, gisterenochtend publiceerde de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren (VELT) haar screening van dertig tuincentra en doe-het-zelfzaken, die zij de afgelopen weken bezocht. De VELT-leden deden zich daarbij voor als particulieren op zoek naar een oplossing tegen bijvoorbeeld onkruid op een oprit. Daarbij gingen ze ervan uit dat in de tuincentra minder risicovolle, niet-chemische methoden ter bestrijding van onkruid naar voren zouden worden geschoven, dat er ook aandacht zou zijn voor preventieve maatregelen om onkruid te vermijden, en dat er correct geïnformeerd zou worden over de risico's van pesticidegebruik voor gezondheid en milieu.

 

Producenten van pesticiden vertellen vaak dat hun producten slechts beperkte gezondheidsrisico's hebben, op voorwaarde dat de gebruiker de veiligheidsmaatregelen strikt toepast. Wie de proef op de som neemt, komt erachter dat dat niet zo is. 86 % van de tuincentra adviseert onmiddellijk om een onkruidverdelger te gebruiken, terwijl alternatieve methoden nauwelijks aan bod komen. 60 % van de tuincentra vindt de op de verpakking vermelde veiligheidsmaatregelen overbodig. Ik geef enkele voorbeelden, mijnheer de minister. Wie in een tuincentrum vraagt of hij of zij ergens op moet letten bij het gebruik van zo'n product, krijgt als antwoord dat het allemaal veilig is. Op de vraag of men handschoenen moet dragen, luidt het antwoord dat dat niet hoeft. Men vindt het evenmin nodig dat men beschermende kledij draagt. Wanneer de consument opmerkt dat er kinderen en een hond rondlopen, is de reactie om die te laten spelen. Op de vraag of men voorzichtig moet zijn met het rioolputje, beweren verkopers dat het allemaal ecologische producten zijn en men daar geen rekening mee hoeft te houden.

 

Dat is niet wat is afgesproken met de tuincentra, lijkt mij. Er zouden opgeleide mensen tewerkgesteld zijn; de consument zou terechtkunnen bij een callcenter waarnaar verwezen moet worden; er zouden affiches die de overheid heeft voorbereid, moeten worden uitgehangen in het rek met pesticiden. Die blijken in 70 % van de gevallen niet op te hangen.

 

Ik ben teleurgesteld en verontwaardigd dat er, vijf jaar nadat ik dezelfde mysteryshopping voor VELT heb georganiseerd, geen verbetering is. Mijnheer de minister, hopelijk heeft iemand op uw kabinet de vaststellingen van VELT kunnen lezen en kunt u erop reageren. Ik hoop ook dat u zelf bijkomende controles plant, vóór deze die in het Nationaal Actieplan voor de Reductie van Pesticiden (NAPAN) worden aangekondigd. In 2024 en 2026 zouden er een aantal ijkmomenten komen.

 

Die aanpak voor tuincentra en doe-het-zelfzaken verandert niet in het voorontwerp van het nieuwe NAPAN, dat we konden lezen. Vertegenwoordigers van de FOD Volksgezondheid, waarmee we hebben kunnen discussiëren in onze commissie, verdedigden de aanpak die de tuincentra hanteren, terwijl in de feiten blijkt dat die niet volstaat.

 

Bent u van plan bij te sturen? Waarom wel of waarom niet?

 

10.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Creemers, u stelt een belangrijke vraag. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door de hobbytuinier moet worden geregeld. Ik zie meerdere aspecten aan de behoefte aan toegang tot informatie, namelijk advies over de oplossing voor een gedefinieerd probleem, advies over het correcte gebruik van het product en advies over de bescherming van de gebruiker. We moeten met de distributiesector op zoek gaan naar de beste oplossing opdat het advies de klant bereikt. Er bestaan al meerdere oplossingen, zoals de toegang tot het callcenter of, voor bepaalde gespecialiseerde winkels, gekwalificeerde verkopers in de winkels.

 

De Gewesten zijn bevoegd inzake de informatie over de alternatieven die de verkopers kunnen geven, terwijl de winkels worden gecontroleerd door de dienst DG Leefmilieu van de FOD Volksgezondheid, die onder de verantwoordelijkheid van minister Khattabi van Leefmilieu valt. Ik heb vertrouwen in haar. Ik zal haar echter bewustmaken van het belang van het werk van haar inspectiedienst, wat ongetwijfeld vruchten zal afwerpen.

 

10.03  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw bezorgdheid. Uiteraard gaan wij met uw collega-minister Khattabi aan de slag voor meer controles, zodat een en ander ook kan bevestigd of ontkracht worden. Het rapport, dat eigenlijk geen verbetering aantoont ten opzichte van vijf jaar geleden, moet u en uw collega's toch aanzetten om het plan te verstrengen en om ambitieuzer te worden. Wij hebben dat reeds een paar keren gezegd. Er is komende zomer veel werk voor de IKW's. Het rapport moet ons wakker schudden. De situatie is nog steeds niet verbeterd in de tuincentra. Er is heel veel werk aan de winkel.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.50 uur.

La réunion publique de commission est levée à 11 h 50.