Commission de l'Énergie, de l'Environnement et du Climat

Commissie voor Energie, Leefmilieu en Klimaat

 

du

 

Mardi 7 juin 2022

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 7 juni 2022

 

Namiddag

 

______

 

 


De behandeling van de vragen vangt aan om 15.31 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Christian Leysen.

Le développement des questions commence à 15 h 31. La réunion est présidée par M. Christian Leysen.

 

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

 

01 Actualiteitsdebat over de samenwerking Offshore EU en toegevoegde vragen van

- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De doelstelling van 150 GW aan offshore-energie" (55027955C)

- Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De Esbjerg Declaration: de Noordzee als energiecentrale" (55028289C)

- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het REPowerEU-plan en de internationale samenwerking rond offshore" (55028474C)

01 Débat d'actualité sur la collaboration Offshore UE et questions jointes de

- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'objectif des 150 GW d'énergie offshore" (55027955C)

- Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La déclaration de Esbjerg: la mer du Nord comme centrale énergétique" (55028289C)

- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le plan REPowerEU et la coopération internationale concernant l'énergie offshore" (55028474C)

 

01.01  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, het is inmiddels duidelijk geworden dat er een overeenkomst is gevonden tussen Nederland, Denemarken en Duitsland en dat daarbij een gezamenlijke doelstelling van 150 gigawatt (GW) voor wind op zee is gedefinieerd. Uit de communicatie was evenwel niet duidelijk af te leiden wat dat precies betekent voor de ambities die u hier zou willen formuleren vanuit het federale niveau.

 

Er zijn uiteraard in het verleden al toezeggingen gedaan op het vlak van offshorewind. Het is dus de vraag hoe het hele pakket eruitziet. Gaat het hier veeleer over het formaliseren binnen de internationale overeenkomst van de doelstelling van 5,8 GW, die eventueel zou kunnen doorgroeien tot 8 GW, afhankelijk van het moment waarover het gaat?

 

Mevrouw de minister, welk engagement nam de federale regering in dit kader concreet op? Hoe wordt de 150 GW precies verdeeld tussen de verschillenden landen? Hoe ziet die verdeling eruit in het kader van de kortere doelstelling, met name 2030? Tegen 2030 is er een engagement opgenomen van 65 GW. Hoe moeten we dat zien?

 

Zijn er nog zaken die via een aanvullend beleidskader dienen te worden uitgewerkt in ons land of is dat niet het geval?

 

01.02  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, we hebben het deze ochtend al met de CEO van Elia gehad over de Noordzee als green power plant of Europe. U hebt uw opwachting gemaakt in het Deense Esbjerg, waar u samen met de premier een declaratie hebt ondertekend. De ambities zijn bijzonder groot. De vier betrokken landen willen tegen 2030 namelijk een totale capaciteit van 65 GW bereiken. Dat is al een verviervoudiging. Voor 2050 spreken we zelfs over 150 GW, tien keer meer dan vandaag.

 

Samenwerking is natuurlijk heel belangrijk in dit verhaal, om tot één groot netwerk te komen. We hebben het vanmorgen nog besproken: België zet sterk in op interconnectie met andere landen. Het gaat dan niet alleen om Denemarken, maar uiteraard ook om de bestaande interconnectie met het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Nederland. Los van de bekende beoogde capaciteit is er natuurlijk het voorbereidende analytische werk.

 

In de ingediende vraag heb ik letterlijk geciteerd uit de Esbjerg Declaration. Ik had daar graag wat meer toelichting over gekregen. Wat in het oog sprong, was bijvoorbeeld dat elke betrokken staat een team van experts zou moeten samenstellen tegen de energieraad van december. Kunt u wat dit betreft wat meer duiding geven?

 

01.03  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, vorige week waren er twee belangrijke gebeurtenissen. Ten eerste kondigde de Europese Commissie het REPowerEU-pakket aan met concrete maatregelen, met als doel onafhankelijk te worden van Russische olie en gas. Ten tweede was er de Noordzeetop met Nederland, Denemarken en Duitsland waarop u aanwezig was en die is uitgemond in de Esbjerg Declaration. Het doel daarvan is om met die vier landen naar 65 GW windenergie op zee te gaan in 2030 en naar 150 GW in 2050. Die twee staan natuurlijk niet los van elkaar.

 

Ik heb daar drie vragen over. Ten eerste, het onderdeel REPowerEU is het uitbreiden van de capaciteit van de gasinfrastructuur vanuit België naar Duitsland. We weten dat Duitsland vrij veel Russisch gas invoert en dat moet worden gecompenseerd. Dat betekent eigenlijk nieuwe investeringen in fossiele infrastructuur in ons land. Kunt u daar meer over zeggen? Gaat het over een volledig nieuwe pijplijn of om een uitbreiding van de bestaande? Waar zal die komen te liggen? Over welk investeringsbedrag gaat het? Wie zal daarvoor betalen? Is dat Fluxys? Zal dat dan worden doorgerekend in de netkosten van de gasfactuur of niet?

 

Wat is de deadline? Wanneer moet die infrastructuur er zijn? Zo snel mogelijk, neem ik aan, maar is daar iets over afgesproken?

 

Ten tweede, staan er concrete bijkomende maatregelen voor ons land in het REPowerEU-plan of volstaan de huidige plannen en beslissingen die u als regering al nam in het kader van REPowerEU? Kunt u een duidelijke opsomming geven van de eventuele bijkomende projecten, investeringen of maatregelen die in het kader van dat plan voor ons land gelden?

 

Ik heb een vergelijkbare vraag met betrekking tot de Esbjerg Declaration. Hoe verhouden de internationale doelstellingen van 65 GW in 2030 en 150 GW in 2050 zich ten opzichte van reeds beslist beleid voor ons land?

 

U onderzoekt de mogelijkheid om 8 GW extra in de Belgische territoriale wateren op te wekken. Welke bijkomende concrete maatregelen of investeringen zijn noodzakelijk om de doelstellingen van de Esbjerg Declaration te halen? Ook hier had ik graag een duidelijke opsomming van de bijkomende projecten, investeringen of maatregelen.

 

01.04  Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, ik vermoed dat iedereen het erover eens is dat coördinatie en samenwerking op Europees niveau een oplossing bieden voor de grote uitdagingen, niet alleen inzake klimaattransitie maar ook wat energieonafhankelijkheid betreft. In dat verband heb ik twee vragen.

 

Ten eerste, door het Verdrag van Lissabon is de energiemix nog altijd een verantwoordelijkheid van de nationale regeringen. Moet dat niet herbekeken worden?

 

Ten tweede, bent u niet van oordeel dat REPowerEU misschien te snel te veel nieuwigheden bevat? Moeten we er niet eerst over waken dat de bestaande programma's ten volle worden uitgevoerd?

 

01.05 Minister Tinne Van der Straeten: Collega's, de Esbjerg Declaration is niet uit de lucht komen vallen. Ze is niet simpelweg een opsomming van de capaciteit voor een aantal jaren.

 

Mijnheer Wollants, ik kom zo dadelijk zeker terug op de specifieke cijfers en engagementen. De verklaring vertrekt in feite voornamelijk bottom-up van bestaande projecten en eerder genomen beslissingen, met daaraan gekoppeld de versnelling die we maken door ons met vier landen aan elkaar te verbinden. Daarnet heb ik in het kader van begroting gesproken over de fast track voor het offshoregrid. De Noordzee heeft een capaciteit van 300 GW in de offshorestrategie van de Europese Unie.

 

Wij gaan die capaciteit maximaal aanspreken voor enerzijds elektriciteit en de directe elektrificatie, terwijl de overschotten anderzijds kunnen worden benut om waterstof te maken. Dat is niet de strategie van België, omdat wij een heel klein gebied hebben, maar wel van een aantal andere landen. Het energiepotentieel op de Noordzee is erg groot, maar dat staat of valt natuurlijk met de projecten die zullen worden opgezet.

 

U weet dat ik begin januari 2022 heb aangekondigd dat wij onze Noordzee zouden verbinden met Denemarken, de zogenaamde Triton Link. Op 23 november 2021 hebben we een MOU ondertekend met Denemarken. Door het project nader uit te werken, dus door de werkgroepen die daarover plaatsvinden en het overleg, niet alleen tussen de netbeheerders maar net zo goed op politiek en administratief niveau, blijkt dat het uiterst zinvol is om andere landen bij het project te betrekken.

 

Die voortrekkersrol van België en Denemarken heeft geleid tot de bredere samenwerking, die is uitgemond in de Esbjerg Declaration. Die is een belangrijke stap in het nader ontwikkelen van de concrete plannen op het vlak van wind op zee. Zoals ik daarnet al aangaf, is dat immers niet louter een verklaring. Het gaat om plannen die concreet worden uitgewerkt.

 

Inzake de concrete plannen hebben wij het op bilateraal niveau over de interconnectie. We hebben daarover vanmorgen ook met Elia gesproken, met name over het Nautilusproject met het Verenigd Koninkrijk, dat verankerd is in de MOU. Ik ben een aantal weken geleden ook meegegaan op economische missie met prinses Astrid, waar ik met mijn collega Kwasi Kwarteng heb gesproken, ook op politiek niveau, om het project de nodige tractie te geven. Het is niet dat het project bijkomende tractie nodig heeft, maar wij werken met het VK wel in het kader van de Brexit, waar toch een aantal complexiteiten bij komen kijken.

 

De Nautilusverbinding is zowel voor Engeland als voor België van cruciaal belang, onder andere op het vlak van de bevoorradingszekerheid van de beide landen en het versnellen van de energietransitie. Daarom volgen wij dit op ministerieel niveau van heel nabij, dus Kwasi Kwarteng en ikzelf.

 

Voor de Triton Link met Denemarken hebben wij werkgroepen op het niveau van de administratie, de netbeheerders en de regulatoren.

 

Het Nautilusproject grenst echter ook aan Nederland. Ook de Triton Link zal de Nederlandse zones op zee doorkruisen, evenals de Duitse zones. Daarom hebben wij de Deense, Duitse, Nederlandse en Belgische administraties samengebracht, om dit op een gestructureerde manier te organiseren. Dat is opgenomen in de Esbjerg Declaration.

 

Ten slotte, in een breder kader werken wij ook nog binnen de North Seas Energy Cooperation samen met alle Noordzeelanden, dus ook met Noorwegen. Voor Engeland wordt bekeken of en op welke manier dat land opnieuw bij de samenwerking kan worden betrokken.

 

Binnen de North Seas Energy Cooperation wordt er gewerkt aan een geïntegreerd netwerk in de Noordzee. Met die vier landen, vertrekkend van dat specifieke project, nemen wij eigenlijk het voortouw om de nodige versnelling te kunnen doorvoeren.

 

Ik geef u de concrete cijfers. Duitsland heeft momenteel 7,7 GW gebouwd en de doelstelling in 2030 is 30 GW. Nederland heeft momenteel 2,75 GW gebouwd en de doelstelling in 2030 is 21 GW. Denemarken heeft momenteel 2,31 GW gebouwd en de doelstelling in 2030 is 10 GW. België heeft 2,26 GW gebouwd en de doelstelling in 2030 is 6 GW. Zoals u weet, valt die 6 GW uiteen in de vork van 5,4 tot 5,8 GW. Wij hebben ervoor gekozen om in de verklaringen een afgerond cijfer te gebruiken, van 65 GW, dat is at least, terwijl het mathematisch opgeteld over 66,71 GW gaat.

 

Wat de verdeling voor 2050 betreft, gaat het over minstens 150 GW. We spreken dan over 70 GW voor Duitsland, 38 GW voor Nederland, 35 GW voor Denemarken en 8 GW voor België. U weet dat België maar een klein stuk van de Noordzee beheert. U ondervraagt mij ook over de densiteit. Wij lijken een beetje uit de toon te vallen, maar dat wordt ruimschoots goedgemaakt door de expertise van onze bedrijven, die in veel van die landen ook actief zijn.

 

Voor de doelstelling 2030 hoeven we geen aanvullend beleidskader te creëren. De nodige maatregelen zijn opgesomd in de beslissing van het kernkabinet van 18 maart. Zoals we daarnet al hebben kunnen bespreken, hebben we ook de nodige budgetten vrijgemaakt om vertragingen te vermijden.

 

Mijnheer Warmoes, u stelde vragen over REPowerEU. U verwijst naar het deel van het ENSAG-assessment van de bijkomende noodzakelijke gasinfrastructuur, meer bepaald voor de regio West-Europa. Een versterking van de capaciteit om de flows van de LNG-terminal in ons land naar Duitsland te verhogen, wordt in het plan gezien als een belangrijke stap om de afhankelijkheid van Russisch gas in Duitsland te verkleinen. Het gaat echter om een assessment, een evaluatie op basis van gesprekken met de betrokken partijen. In dat kader werd door België het project Opwijk-Desteldonk voorgesteld, waarmee de uitgangscapaciteit naar Duitsland verhoogd kan worden tot 30,6 gigawattuur (GWh). Het gaat over de aanleg van een tweede pijpleiding over 44 kilometer naast de bestaande pijpleiding, de zogenaamde VTN, de grote vervoersas van hoogcalorisch gas tussen Zeebrugge en de Duitse grens.

 

De nieuwe infrastructuur is voor ons heel belangrijk. Nieuwe infrastructuur betekent: onmiddellijk klaar en compatibel voor het transport van waterstof.

 

Een haalbaarheidsstudie is aan de gang. Dit project kan eind 2023 worden uitgevoerd. Aan Duitse zijde wordt de vereiste infrastructuur aangelegd om de invoercapaciteit te verhogen tot 30 GWh. Voor de infrastructuur wordt aangelegd, wordt die natuurlijk eerst onderzocht.

 

Wij sturen er heel erg op aan dat die versterking in aanmerking komt als een Europees project van common interest. In eerste instantie gaat het nu uiteraard over de bescherming van Duitsland, waarbij wij een cruciale rol kunnen spelen omdat Duitsland dan minder afhankelijk wordt van flows uit Rusland, terwijl wij veel invoercapaciteit hebben die niet uit Rusland komt. U weet dat slechts een derde van de capaciteit die geïmporteerd wordt, voor gebruik binnen België dient. Tegelijkertijd is die versterking belangrijk voor de bevoorradingszekerheid van waterstof en de verbinding van onze industriële clusters.

 

De REPowerEU-ambities worden vertaald in een ambitieverhoging van wetgevende initiatieven met het oog op de targets voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie uit het Fit for 55-plan. Hoe ze vertaald worden in België zal natuurlijk afhangen van de onderhandelingen over deze dossiers binnen de Raad van de Europese Unie.

 

Andere doelstellingen van het REPowerEU-plan vergen dat de Commissie met nieuwe wetgevende voorstellen voor de dag komt, bijvoorbeeld voor joint gas and hydrogen purchasing. Daar had ik het daarstraks over, naar aanleiding van het begrotingsplatform dat wordt opgezet.

 

Ook de EU IT Tool for Demand Aggregation and Infrastructure Transparency heeft daarmee te maken. Voor het opzetten van het platform voor de groepsaankoop is transparantie uiterst belangrijk. De EU zorgt van haar kant voor de nodige IT, zodat het platform effectief kan werken, want het is wel mooi om iets te regelen op papier, maar men moet natuurlijk een effectieve infrastructuur hebben om het te doen werken.

 

Er is een strakke regelgeving inzake gasopslag in de maak, maar verschillende lidstaten hebben ter zake natuurlijk al eigen nationale initiatieven genomen.

 

01.06  Bert Wollants (N-VA): Dank u voor uw antwoord, mevrouw de minister. Als ik de optelsom maak van wat er allemaal op tafel ligt, lijkt mij het belangrijkste deel van die overeenkomst te zijn dat ze de deur opent om binnen een welbepaald frame te spreken met vooral de Nederlanders, en in mindere mate de Duitsers, over het doorlaten van de Triton Link.

 

De andere elementen lagen natuurlijk al wel op tafel. De andere projecten waarover werd gesproken, zaten al in het pakket. De ambities zijn die die al eerder waren vastgelegd. In die zin kan ik u volgen dat het niet uit de lucht gevallen komt.

 

Ik zou niet zeggen dat we helemaal uit de toon vallen. Als het vermogen langs de kustlijn wordt gelegd, komt het op andere cijfers neer. Nederland heeft een kustlijn van meer dan 450 kilometer. Duitsland zit bijna aan 2.400 kilometer. Denemarken telt 7.300 kilometer, met Groenland erbij. Bij onze kustlijn van 76 kilometer moeten dan wel een aantal zaken in perspectief worden gezet. Dat kan het best ook gebeuren. Ik zal u in de toekomst waarschijnlijk nog wel een vraag hierover stellen.

 

01.07  Kurt Ravyts (VB): Bedankt voor de toelichting. U bent niet heel punctueel ingegaan op het expertenteam dat tegen december preliminaire plaatsen moet vinden van eilanden en hubs om de uitbreiding te bereiken. Na 2030 zal uw derde windturbineparkzone daar waarschijnlijk deel van moeten uitmaken.

 

01.08  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Het waren voornamelijk informatieve vragen. U zei op een bepaald moment dat het voor een stuk over nieuwe infrastructuur gaat, namelijk 44 kilometer, van Zeebrugge naar Duitsland. Mathematisch klopt dat niet, dus dit zal deels nieuwe infrastructuur zijn? Die infrastructuur zal klaar zijn voor een eventuele overschakeling naar waterstof. Europees Commissaris Timmermans heeft ooit gezegd dat de bestaande infrastructuur ook bruikbaar was voor waterstof. Hoe zit het dan met de nieuwe en oude infrastructuur voor waterstof? Kunt u dat verduidelijken?

 

01.09 Minister Tinne Van der Straeten: Zoals u weet, heb ik al een aantal keren in het kader van mijn beleidsnota toegelicht dat we op het vlak van de aanleg van waterstofinfrastructuur in eerste instantie moeten kijken naar de recuperatie van de bestaande gasstructuur. Daar bestaat geen discussie over.

 

In het kader van de federale waterstofstrategie en de open access backbone zijn we bezig met het voltooien van het regelgevend kader. Ik hoop dat ik voor het einde van het jaar nog daarmee naar de commissie kan komen. Dat zal sowieso het uitgangspunt zijn. Het zou een interessante suggestie zijn voor het Parlement om met Fluxys over waterstof en de CO2-backbone te praten, net zoals u vanmorgen met Elia hebt gesproken over de interconnecties.

 

Wat de 44 kilometer betreft, heb ik u niet zo goed begrepen. Het gaat in dit geval over een nieuw stukje leiding dat wordt aangelegd naast de bestaande leiding. Wanneer het over nieuwe infrastructuur gaat, kan het niet de bedoeling zijn dat die niet vanaf de eerste keer compatibel zou zijn. Het is niet de bedoeling om stranded assets te creëren. We moeten duidelijk het signaal geven aan de markt dat dit slechts een transitie kan zijn. Die leiding wordt voor ons zo belangrijk geacht omdat onze waterstofstrategie gefocust is op het verbinden van die clusters. Maar ik had niet zo goed begrepen waar de verwarring precies zit.

 

01.10  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Waar ligt die 44 kilometer dan?

 

01.11 Minister Tinne Van der Straeten: Dat zal ik op de kaart moeten opzoeken. Mijn geografisch inzicht is niet zo goed.

 

De voorzitter: Dat zullen we dan later wel doen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Vraag nr. 55027318C van de heer Cogolati wordt omgezet in een schriftelijke vraag.

 

02 Questions jointes de

- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les surprofits dans le secteur de l'énergie et le rapport de la Banque nationale" (55027366C)

- Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les bénéfices excédentaires d'ENGIE" (55027378C)

- Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La taxation des surprofits des acteurs des marchés de l'énergie" (55028461C)

02 Samengevoegde vragen van

- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De overwinsten in de energiesector en het rapport van de Nationale Bank" (55027366C)

- Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De overwinsten van ENGIE" (55027378C)

- Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het belasten van de superwinsten van de spelers op de energiemarkt" (55028461C)

 

02.01  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, u hebt aan de Nationale Bank van België (NBB) gevraagd om een voorstel uit te werken voor een crisisbijdrage van de energiesector. Sommige producenten boeken momenteel namelijk miljarden euro's aan overwinsten. De Nationale Bank zou tegen eind mei met een antwoord komen. Uw vraag naar een advies was indertijd een reactie op het rapport van de CREG.

 

Hebt u al een antwoord van de Nationale Bank ontvangen? Wat stelt die voor? In de commissie zei u vorige keer dat de regering mogelijke maatregelen zou beoordelen op basis van de input van de Nationale Bank. Wat ligt daar dan nu op tafel, als er al iets op tafel ligt? Behoudt u de timing? Als er tegen juni – en daar zitten we intussen al – geen Europees initiatief komt voor het afromen van de overwinst, dan zou de Belgische regering namelijk zelf actie ondernemen. Eerlijk gezegd verwacht ik niets van Europa, maar u misschien wel. Welk standpunt verdedigt België op het Europese niveau?

 

02.02  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, we hebben eerst de winsten van ENGIE van vorig jaar gezien. Dan was er de tussentijdse melding van 1,5 miljard euro over drie maanden, enkel en alleen via de Belgische kerncentrales.

 

We hebben in de commissie al over het thema gesproken. Dat was een bijzonder lange en technische discussie. Mij gaat het er vooral om dat zo'n bedrijf een faire bijdrage moet leveren wanneer het slapend rijk wordt. Het hoeft geen enkele extra inspanning te doen, want de Europese prijsvorming zorgt ervoor dat het vandaag bijzonder veel winst maakt op het moment dat de gezinnen en de kmo's het moeilijk hebben. We staan straks voor een lange en onzekere winter. De situatie is dus onhoudbaar.

 

Wat is de stand van zaken in dit dossier?

 

02.03  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, on connaît la situation. Je ne vais pas la rappeler. On se rappelle aussi qu'après consultation de la CREG, des avis ont été demandés à un cabinet d'avocats et à la Banque nationale de Belgique (BNB), dans le but de trouver un moyen de taxer les surprofits réalisés par les exploitants des centrales nucléaires. Vous avez indiqué qu'un rapport commun de la CREG et de la BNB devait être rendu pour début juin. Par ailleurs, vous avez annoncé que, dans le cas où une initiative européenne n'aurait pas été engagée, une décision pourrait être prise par le gouvernement en juin.

 

Madame la ministre, voici mes questions.

 

1. Le gouvernement entendait définir des critères permettant d'écrémer les bénéfices exceptionnels par le biais de l'Europe avant le mois de juin. Ces critères ont-ils été établis? Pouvez-vous-nous informer sur l'état d'avancement des travaux menés au niveau européen sur ce sujet? Une initiative commune peut-elle être envisagée à court terme? Le cas échéant, pouvez-vous nous indiquer la forme que prendrait cette mesure?

 

2. Le rapport de la CREG et de la BNB sur la rente nucléaire vous est-il parvenu? Si oui, pourrait-on en connaître le contenu?

 

3. Quelles sont les pistes de solution actuellement envisagées en vue d'augmenter la contribution de répartition, ainsi que la redevance annuelle de Doel 1 et Doel 2? Sous quelles échéances celles-ci pourraient-elles être engagées? Le mois passé, une possibilité a été évoquée, à savoir contrevenir aux taxes actuellement en vigueur, de sorte à rendre nulle l'interdiction de contributions supplémentaires et à permettre au gouvernement l'établissement de nouvelles mesures fiscales. Si l'initiative européenne devait ne pas aboutir, cette piste serait-elle privilégiée?

 

4. En outre, la CREG a soulevé deux propositions visant à augmenter la contribution des exploitants des centrales à gaz: d'une part, taxer à hauteur de 70 % les bénéfices supérieurs à 100 euros le MWh d'électricité par an; d'autre part, associer les bénéfices excessifs aux calculs du CRM. Pourrions-nous avoir votre point de vue sur ces propositions? Une action du gouvernement dans ce sens est-elle envisagée?

 

Je vous remercie.

 

02.04 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, de voorgeschiedenis van dit dossier is genoegzaam bekend, van de eerste keer dat wij een vraag hebben gesteld aan de CREG tot de vraag aan de Nationale Bank onlangs. Ik heb nog geen antwoord ontvangen van de Nationale Bank, maar ik zal zo dadelijk nog wat concreter zijn.

 

Daarstraks werd gevraagd hoe het staat met een Europees initiatief versus een nationaal initiatief. De Commissie gaf aan dat de lidstaten dit kunnen en mogen overwegen. Bij de REPowerEU-communicatie zit in bijlage een lijst van twee pagina's met voorwaarden waaraan een taks op de inframarginale rente moet voldoen. Wij weten dus in welke regulatoire context we zullen moeten werken. De lijst verscheen op 3 maart 2022. In de finale versie is dat eigenlijk niet concreter geworden. Dus ja, wij zullen een eigen initiatief uitwerken. We zijn daar zelfs al aan bezig.

 

Ik wil niet vooruitlopen op hoe dat er precies gaat uitzien. Wij zijn dit aan het uitwerken. Het is dus gewoon nog een beetje te vroeg om reeds op de concrete details in te gaan. U weet dat ik graag wacht tot we klaar zijn met het denkwerk.

 

De vraag was of er overwinsten zijn. Daarvoor hebben wij de studie van de CREG. De CREG heeft die berekend voor de kerncentrales waarvan de levensduur niet verlengd wordt. Die worden vandaag belast met de repartitiebijdrage. Die brengt dit jaar 115 miljoen euro op. De CREG schat die belastinginkomsten tussen 500 en 700 miljoen euro voor 2022.

 

Over de periode 2016 tot nu zou de repartitiebijdrage de winstmarge reeds ongeveer voor 60,75 % belast hebben. Dat is toch merkelijk hoger dan de 38 % afroming die de repartitiebijdrage beoogt. Dit komt vooral door de minimumbijdrage van 150 miljoen euro in deze periode, waarin de centrales geplaagd werden door langdurige stilstand en lage marktprijzen. Voor de hele periode, 2016-2024, berekende de CREG dat de repartitiebijdrage uiteindelijk bijna 40 % zal opbrengen, dus iets meer dan de voorziene 38 %.

 

Met betrekking tot de kerncentrales waarvan de levensduur verlengd werd, voor Doel 1 en 2 is het jaarlijks 20 miljoen euro, Tihange 1 zou eind 2024 nog steeds een negatieve marge hebben door het recupereren van de gemaakte historische verliezen en de investeringskosten voor de verlenging. Hierop ontvangen wij bijgevolg geen bijdragen.

 

Heeft de Staat daarbij inkomsten gemist, mijnheer Verduyckt? De inkomsten van de repartitiebijdrage voor 2016 lagen tussen de 250 en 470 miljoen euro per jaar, afhankelijk van hun beschikbaarheid. Vergeet niet dat Electrabel steeds tegen deze belasting in beroep is gegaan. Die beroepen zijn bij het Grondwettelijk Hof opgeschort door de conventie met de Belgische Staat. Heeft de Belgische Staat inkomsten gemist? Het antwoord daarop is dat de Belgische Staat zichzelf op een zodanige wijze heeft georganiseerd dat ze die inkomsten miste. Ik denk dat dit de correcte samenvatting is.

 

Dat is waarmee ik vandaag word geconfronteerd. Dit is een feitelijk element in de discussie, waarmee we al dan niet rekening zullen moeten houden, maar het speelt wel mee in de robuustheid van een ander kader dat later zou worden ontwikkeld. We moeten ons hierdoor niet laten intimideren, maar de situatie is wat ze is.

 

Dan kom ik tot het punt van de gascentrales. Ik heb daarover al gesproken in de commissie van 24 april. De CREG heeft die berekend op een theoretische basis.

 

Je ne suis pas convaincue par ce raisonnement.

 

Ik heb de CREG dan ook gevraagd om tegen 15 juni de oefening opnieuw te maken op basis van de werkelijke kosten en inkomsten, zodat wij hiermee rekening kunnen houden bij de maatregelen die we in de loop van juni verder zullen uitwerken.

 

Je suis tout à fait d'accord avec vous, monsieur Ben Achour, mais la CREG ne me fournit pas, pour le moment, les infos à partir desquelles je pourrais agir. Si je dois le faire sur la base d'un calcul purement théorique, je serai confrontée à un recours devant les tribunaux introduit par les propriétaires des centrales existantes. Par conséquent, je compte sur le régulateur pour me convaincre que le modèle théorique tient la route ou alors pour me fournir des chiffres tangibles relatifs aux centrales implantées.

 

Wat betreft wind op zee, daarover zegt de CREG dat er geen uitzonderlijke winsten zijn. De parken met variabele ondersteuning worden geconfronteerd met een verlaging van de ondersteuning, wat de Belgische Staat 177 miljoen euro oplevert. De CREG schat dat de windmolenparken tot 2026 779 miljoen euro minder steun nodig hebben dan voorzien. Dat plaatst eerdere vragen die ik heb gekregen over de ondersteuning voor wind op zee toch in een ander perspectief.

 

De parken met vaste ondersteuning verkopen via PPS hun productie tegen een vaste prijs die volgens de CREG overeenstemt met de prijzen in normale marktomstandigheden. Dat wordt ook op basis van open boek gecontroleerd door de regulator.

 

Dan is er de vraag of deze overwinsten na de repartitiebijdrage en de verlaging van de subsidies een probleem vormen voor de Belgische economie. Dat was ook mijn vraag aan de Nationale Bank. We worden vandaag immers geconfronteerd met het feit dat een overwinst juridisch noch economisch gedefinieerd is. Voor mij kan een winst die een nadelig effect creëert voor de samenleving en de economie, worden gekwalificeerd als een overwinst die we moeten wegbelasten, dus het wegbelasten van een externaliteit. We hebben die studie van de Nationale Bank nog niet ontvangen. De Nationale Bank heeft aangegeven wat meer tijd nodig te hebben omdat ze met diezelfde uitdaging wordt geconfronteerd, dat er namelijk geen juridische of economische definitie is.

 

Ik wil dit absoluut zo snel mogelijk objectief vastgesteld hebben, want als we dit willen belasten, zullen we stevig in onze schoenen moeten staan. Wij wachten natuurlijk niet tot we alles hebben ontvangen, maar zijn ondertussen aan het werk. We brengen verschillende mogelijkheden in kaart, zodat we dit ineens kunnen afronden op het moment dat we over alle informatie beschikken en het heel snel duidelijk wordt welke weg de regering wil inslaan.

 

Nous pouvons parler ici de l'imposition des bénéfices excédentaires et nous concentrer sur ce point, mais il est encore plus important pour moi de savoir ce que nous pouvons faire pour éviter les bénéfices excédentaires en premier lieu. Comme le dit l'Agence pour la coopération des régulateurs de l'énergie (ACER), il faut s'attaquer à la cause première. Si le prix du gaz n'était pas aussi élevé, et si le prix de l'électricité n'était pas aussi élevé, le problème des surprofits ne se poserait tout simplement pas. C'est pourquoi j'examine également les solutions à plus long terme et nos points de vue au niveau européen sont principalement liés à ces solutions à plus long terme. Il s'agit, sur le modèle de marché actuel, de tarification marginale, qui entraîne un effet de contagion des prix élevés du gaz aux prix de l'électricité. Cela provoque, en outre, des surprofits. Nous invitons donc l'ACER à étudier des mécanismes de tarification alternatifs dans le but d'éviter les surprofits et de rendre le gaz et l'électricité plus abordables.

 

Je fais référence à ce que j'ai dit dans la discussion précédente. La plateforme qui va s'installer créera automatiquement plus de stabilité par un mix qui est plus sain, des contrats à court terme et à plus long terme. Nous en appelons donc particulièrement aux différents niveaux européens, le premier ministre comme moi, pour améliorer la liquidité à long terme des marchés à terme, qui peuvent fournir un retour sur investissements stable et surtout plus équitable.

 

Je soutiens néanmoins les propositions de l'ACER qui visent principalement à dynamiser les marchés à long terme. Je pense même qu'en Belgique, nous devrions jouer un rôle de pionniers dans ce domaine. J'invite donc le secteur à se joindre à moi pour examiner ces propositions de l'ACER et la manière dont nous pouvons les mettre en pratique en Belgique le plus rapidement possible.

 

02.05  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, de lidstaten mogen een overwinstentaks overwegen. U sprak van een communicatie van de Europese Unie. Die dateert echter al van maart. Dat is dus niet nieuw. Italië heeft trouwens al beslist en het VK ook, hoewel dat land geen deel uitmaakt van de EU. U wacht en wacht. U bent nu bezig. U hebt nu een rapport van de Nationale Bank gevraagd en het is logisch dat u daarop wacht. Wanneer komt dat dan? Hopelijk komt u minstens voor het reces met concrete maatregelen. Dit dossier blijft immers maar aanslepen.

 

Ten tweede, u hebt herhaald wat de CREG heeft gezegd over de repartitiebijdrage. Het is mij echter niet duidelijk wat uw standpunt daarover is. U hebt wel gezegd dat u niet akkoord was met de CREG wat betreft de gascentrales. Voor de repartitiebijdrage gaat de CREG ervan uit dat het gemiddeld gezien over alle jaren iets meer dan 38 % is. De PVDA maakt een onderscheid tussen de gewone, normaal te verwachten winst en de overwinst. De overwinsten zijn abnormaal hoog. Als u wilt dat niemand zich verrijkt door de crisis, is het 100 % afromen van de overwinst belangrijk. Dat is niet wat de CREG voorstelt. U hebt zich daarover niet gepositioneerd.

 

Ten derde, het is vreemd dat u niets hebt gezegd over de offshore. De tijd was natuurlijk ook beperkt. Het is niet voorzien in de wet dat wanneer de marktprijs zodanig hoog is dat de offshoreproducenten meer dan voldoende winst maken, ze eigenlijk een deel van hun subsidies zouden moeten terugbetalen. U zou daarvoor de wetgeving aanpassen, maar daarover specifiek hebt u niets gezegd. Ik ga ervan uit dat dit een vergetelheid was of dat u niet alles kunt zeggen.

 

Enfin, vous avez parlé des causes premières. Pour nous, la cause première, c'est la libéralisation! Le fonctionnement du marché est ce qu'il est avec la libéralisation du secteur. C'est la cause première des prix élevés aujourd'hui.

 

02.06  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, ik dank u voor het overzicht en de duidelijke boodschap dat er een eigen initiatief aankomt. Het is inderdaad een spijtige vaststelling dat de overheid er in het verleden niet in is geslaagd om zich zo te organiseren dat ze een correcte bijdrage van het bedrijf kon ontvangen.

 

De uitwerking is misschien niet simpel, maar het uitgangspunt wel: in een samenleving moet een overheid kunnen beslissen op welke wijze ze haar inkomsten uit belastingen haalt, en ze moet dat op een faire wijze doen. Wij doen dat bij onze burgers en bij bedrijven, maar wij stellen vast dat sommige bedrijven het nodig vinden om daar een batterij advocaten op te zetten om dat te betwisten. Wij voeren in de commissie vaak de discussie over het verleden, over de slechte uitwerking door en intenties van vorige ministers of regeringen, die er niet in zijn geslaagd dat goed te organiseren. Laten we hopen dat uw initiatief degelijk genoeg is om een correcte en faire bijdrage van het bedrijf binnen te halen.

 

02.07  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, merci pour ces réponses. Je comprends que, sur la taxation des surprofits, il y a encore des difficultés assez majeures, entre autres relatives à la définition même d'un surprofit, ainsi qu'au modèle trop théorique de calcul de la Commission de régulation de l'électricité et du gaz (CREG). Ce sont les arguments d'ENGIE, que j'entends. Je ne dis pas qu'ils sont légitimes ou illégitimes, mais peut-être ne doit-on pas partir de l'idée du surprofit. Créons simplement un impôt supplémentaire, sans dire qu'il vise particulièrement les surprofits. Nous sommes dans un contexte d'explosion des prix, évitons l'obstacle plutôt que de perdre trop de temps à philosopher sur la définition d'un surprofit.

 

Tout ce que je souhaite, c'est que nous puissions avancer, avec un dispositif solide, efficace, qui répondra à ce déséquilibre qu'a provoqué le marché entre des profits anormalement élevés, en tout cas inhabituels, et des factures d'énergie qui sont devenues insoutenables.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

03 Vraag van Dries Van Langenhove aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De 'Ik heb impact!'-campagne op uw kabinet" (55026918C)

03 Question de Dries Van Langenhove à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "La campagne "J'ai un impact!" au sein de votre cabinet" (55026918C)

 

03.01  Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de minister, ik had deze vraag graag aan minister Verlinden gesteld, maar zij heeft de vraag naar u doorverwezen, wellicht omdat het een moeilijke vraag is. Ik ben blij dat ik ze eindelijk kan stellen.

 

Twee maanden geleden intussen lanceerde de federale overheid de campagne Ik heb impact! om burgers aan te moedigen minder energie te verbruiken. Op de website www.ikhebimpact.be worden tips verzameld gaande van koken met de microgolf tot maximaal 100 km/u rijden op de snelweg. "Elf miljoen kleine beetjes maken een groot verschil", klinkt het op de website die de regering heeft gelanceerd.

 

In het kader daarvan heb ik twee concrete vragen voor u, mevrouw de minister.

 

Gaat u uw privékok op het kabinet vervangen door een microgolfoven? Gaan de andere ministers en staatssecretarissen die een privékok hebben dit doen?

 

Gaan uw privéchauffeurs en die van de andere ministers vanaf nu nog maximaal 100 km/u op de autostrade rijden?

 

03.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Van Langenhove, ik ben ook benieuwd wanneer ik eens vragen krijg die opgesteld zijn op basis van wat er werkelijk in de campagne staat in plaats van op basis van wat er in de krantenartikels staat. Er staat helemaal niet in dat je moet koken met een microgolfoven. Er staat dat als je de keuze hebt om je eten op te warmen op een elektrisch vuur of met de microgolfoven, het met de microgolfoven net iets efficiënter is.

 

Voor de rest slaat u de bal ook op een aantal andere punten mis. Ten eerste heeft mijn kabinet geen privékok. Ten tweede, in de campagne heeft men het niet over een maximumsnelheid van 100 km/u. Er staat wel in de campagne dat zuinig rijden zorgt voor een besparing op brandstofverbruik. Daarover zijn alle experts het eens en dat werd recent ook nog eens bevestigd door het verkeersinstituut VIAS.

 

Zowel het Internationaal Energieagentschap als de Europese Commissie legt in alle voorstellen die zij doen, de nadruk op energie-efficiëntie om minder afhankelijk te worden van Russisch gas. Dat is ook wat er in de informatiecampagne wordt aangemoedigd. Verschillende Europese landen zoals Nederland en Italië hebben vergelijkbare campagnes gelanceerd.

 

De voorzitter: Dank u voor de factcheck. Hebt u nog een repliek, mijnheer Van Langenhove?

 

03.03  Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Ik noteer dat u de VRT verwijt fake news te hebben verspreid. Dat zijn immers niet mijn quotes. Dat zijn quotes uit het artikel van VRT NWS over uw plan Ik heb impact!

 

Mijn vraag was ook gericht aan uw collega, die de vraag weigerde te beantwoorden. Zij heeft wel een privékok, net zoals veel andere ministers en staatssecretarissen in deze regering. U hebt niet geantwoord op mijn vraag of hun privékoks nu met een microgolfoven zullen koken of erdoor zullen worden vervangen.

 

Ook op de vraag over de quote van VRT NWS om maximaal 100 km/u te rijden hebt u niet geantwoord. Ik kan er alleen maar van uitgaan dat het plebs, het volk, die regels wel zal moeten volgen om zogezegd Russisch gas te besparen, maar u niet. Als u echt Russisch gas wilt besparen, dan gaat u niet voor gascentrales zoals deze regering voorstelt, maar dan gaat u voor kernenergie. Daarmee zou u echt van het gas afstappen, in tegenstelling tot de slechte plannetjes die u hier voorlegt.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Questions jointes de

- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le rapport de l'ACER, les mesures européennes et le plafond tarifaire (ibérique)" (55027367C)

- Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le plafond temporaire sur les prix à l'importation du gaz" (55028313C)

- Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le sommet européen des 30 et 31 mai" (55028452C)

04 Samengevoegde vragen van

- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het rapport van ACER, de Europese maatregelen en het (Iberische) prijsplafond" (55027367C)

- Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het tijdelijke plafond op de invoerprijzen van gas" (55028313C)

- Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De Europese top van 30 en 31 mei" (55028452C)

 

04.01  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, we hebben het daarstraks al even gehad over het rapport van ACER, de Europese koepel van regulatoren die vorige maand zijn eindrapport publiceerde over de werking van de Europese energiemarkten. In de commissie hebt u verklaard dat de Europese discussies over een prijsplafond verder lopen.

 

Welke conclusies trekt u uit het ACER-rapport? Hoe beïnvloedt dat rapport de discussies over de introductie van een mogelijk prijsplafond? Wanneer zal er een beslissing worden genomen over de introductie van dat prijsplafond of andere bijkomende maatregelen voor het aanpakken van de energiecrisis? Welke andere maatregelen liggen eventueel op tafel?

 

Ondertussen hebben Spanje en Portugal aangekondigd een prijsplafond op te leggen, wat ik in mijn vraag 'het Iberisch prijsplafond' noem. Het gaat dus over het opleggen van een prijsplafond aan de productie-eenheden die elektriciteit produceren met aardgas, om op die manier de marktprijs van elektriciteit los te koppelen van de aardgasprijzen. Wij vinden dat alvast bijzonder interessant. Wat vindt u daarvan? IJvert België er ook voor om de elektriciteitsprijs op die manier los te koppelen van de aardgasprijs?

 

04.02  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, u hebt al een tipje van de sluier gelicht tijdens de bespreking over de begrotingswijziging.

 

Naar aanleiding van de stopzetting van de Russische gasleveringen aan Nederland stelde u op 31 mei nogmaals dat voor de groepsaankopen het EU Energy Purchase Platform er zo snel mogelijk zou moeten komen. Daarbij zou dan ook feitelijk een prijskaap – een prijsplafond – worden gehanteerd omdat de groepsaankoop er dan zou komen eenmaal dat plafond bereikt is.

 

Het Belgische voorstel zou tevens voor een uitwijkmogelijkheid zorgen in het licht van de gasbevoorrading en zou ook een impact hebben op de elektriciteitsprijs, waarbij het principe van de marginal pricing toch intact zou blijven.

 

België heeft er de voorbije maanden, ondanks de realiteit van het Europese marktmodel van vrije prijsvorming, toch voor gepleit om prijsregulering door te voeren als een urgentiemaatregel of noodmaatregel, en ook als een structurele maatregel om de volatiliteit van de gasprijzen uit de markt te kunnen halen.

 

Ik weet niet hoe u de conclusies evalueert van de Europese Raad. Ik citeer letterlijk: "De Europese Raad verzoekt de Europese Commissie om ook samen met onze internationale partners na te gaan hoe de stijgende energieprijzen kunnen worden beteugeld, en onder meer de haalbaarheid van een eventuele invoering van tijdelijke plafonds op invoerprijzen te onderzoeken." Ik vond dat vrij vaag geformuleerd, in tegenstelling tot de triomfberichten waarmee de premier uitpakte in het licht van die passage. We zitten dan wel in het politieke vak, maar ik vond het contrast in dezen toch treffend.

 

Het marktmodel wordt sterk verdedigd door ACER, op aangeven uiteraard van de Europese regulatoren, zoals ook onze eigen regulator, de CREG. We hebben dat hier in de twee vergaderingen rond marginal pricing zelf kunnen vaststellen.

 

Kunt u toelichting geven bij het blijkbaar door de Belgische regering tijdens de Europese ministerraad op tafel gelegde voorstel van de CREG?

 

Wat is de visie van de minister bij conclusie 27a, punt 2 van de Europese Raad, met name het onderzoek naar een eventuele invoering van tijdelijke plafonds op de invoerprijzen van gas?

 

04.03  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, les 30 et 31 mai derniers s'est tenu un sommet européen lors duquel les travaux commencés à l'occasion de la réunion des 24 et 25 mars dernier se sont poursuivis. Parmi les sujets abordés, nous retrouvons la sécurité et la diversification des sources et des voies d'approvisionnement énergétique, le déploiement des énergies renouvelables, la stratégie RePowerEU ou encore l'optimisation du marché de l'électricité.

 

De manière générale, pouvons-nous obtenir votre commentaire, d'une part, relativement aux positions défendues par notre pays lors de cette réunion et, d'autre part, à propos des décisions prises?

 

Ensuite, le rapport des conclusions de la réunion nous apprend que "le Conseil européen invite la Commission à étudier également, avec nos partenaires internationaux, les moyens d'infléchir la hausse des prix de l'énergie, y compris la possibilité d'introduire des plafonds temporaires pour les prix à l'importation, le cas échéant". Pourrions-nous en apprendre plus à ce sujet? Nous savons, par ailleurs, que le Conseil et la Commission ont été chargés, les 24 et 25 mars, de discuter avec les parties prenantes "de toute urgence", pour analyser les propositions soulevées par les États membres – parmi lesquelles nous retrouvons le plafonnement des prix du gaz sur le marché de gros. Pouvez-vous nous informer de l'état d'avancement des discussions portant sur ces propositions? Une deadline a-t-elle été fixée? Un montant de plafonnement du prix du gaz a-t-il été évoqué? De même que la durée de son application? Sous quelles conditions ce plafond serait-il déterminé?

 

En outre, pourrions-nous en apprendre plus sur les modifications du marché de l'électricité actuellement à l'étude? Dans ce cadre, j'aimerais obtenir votre retour sur le rapport de l'ACER.

 

Enfin, disposez-vous d'informations quant à l'utilisation des fonds déployés dans le cadre du RePowerEU, en vue de soutenir les investissements, les réformes et l'innovation? Dans quelle mesure l'objectif de construire 17,5 GW d'électrolyseurs d'ici 2025 favorisera-t-il le déploiement de ce vecteur énergétique dans notre pays?

 

04.04 Minister Tinne Van der Straeten: Geachte leden, wij verwelkomen het ACER-rapport en de 13 no-regretmaatregelen die worden voorgesteld. Ik beaam in het bijzonder de bevinding dat marktintegratie binnen de EU noodzakelijk is om de elektriciteitssector te decarboniseren tegen de laagste kostprijs. Bovendien komt die integratie de bevoorradingszekerheid ten goede, waardoor buurlanden elkaar van elektriciteit kunnen voorzien wanneer de situatie dat vereist. Ik heb de Europese Commissie opgeroepen om de mogelijkheid te onderzoeken een steunmechanisme op Europees niveau op te zetten om een waterstofmarkt te ontwikkelen en het vergunningsproces van windenergie op zee in de Noordzee te versnellen. Ik betreur dat het marginaleprijsmodel, waardoor stijgende gasprijzen leiden tot stijgende elektriciteitsprijzen en overwinsten, niet werd getoetst aan alternatieven.

 

Wat betreft het prijsplafond – ik heb daar al verschillende keren over gesproken – wordt in het REPowerEU-plan voortgewerkt op de conclusies van ACER, dus met behoud van het huidige marktmodel, maar met verfijningen die aangewezen zijn en met steun aan de kwetsbaarste gezinnen. Prijsplafonds blijven volgens ACER een mogelijke optie als nationale maatregel, maar er wordt gewezen op de mogelijke gevolgen voor het prijssignaal. ACER verkiest zelf dus minder marktverstorende maatregelen. Wij blijven er echter wel voor pleiten om een prijsplafond in te voeren, eerder dan nationale maatregelen, die dan verder tot interne EU-competitie kunnen leiden. Zoals ik eerder vandaag al uitgebreid heb toegelicht, zien wij de oprichting van het EU Energy Platform als een zeer goed instrument daarvoor.

 

De onderhandelingen lopen. U verwees naar de Raadsconclusies van 25 maart jongstleden, mijnheer Ravyts. Er staat daarin wat er staat. Voor ons was het gewoon heel belangrijk. Ik begrijp uw vraag, want in de Raadsconclusies staat het inderdaad zeer voorwaardelijk, maar zowel de eerste minister als ik was er zeer tevreden mee, omdat de onderhandelingen nu lopen. België is gestart als een land dat weinig tractie had op dit thema. Er zijn lidstaten – eigenlijk ook de Europese Commissie zelf – die helemaal niet warm lopen voor het idee. Dat verklaart ons enthousiasme, maar ik begrijp u ook, mijnheer Ravyts.

 

Ik ga even in op de timing van de maatregelen. (…) Binnen het REPowerEU-plan ligt er een hele resem maatregelen op tafel om de prijs te drukken, de bevoorradingszekerheid te verzekeren en de klimaatdoelstellingen te behalen.

 

Wat de loskoppeling van de gas- en elektriciteitsprijzen betreft, verwijs ik naar wat ik eerder heb gezegd. Wij vragen aan ACER om het huidige marktmodel minstens te vergelijken, want er is een feitelijke ontkoppeling van het Iberisch schiereiland – Spanje en Portugal. Zij bevinden zich natuurlijk in een bijzondere situatie, omdat ze erg beperkt geïnterconnecteerd zijn met de rest van de Europese Unie. In energietermen vormen ze dus eigenlijk ook een schiereiland, maar wat heeft men bereikt als men zo hard vasthoudt aan zijn marginaleprijsmodel, dat bepaalde zones in de markt niet meer meedoen?

 

In het begin heb ik gezegd dat de integratie voor mij noodzakelijk is om te kunnen decarboniseren. De marktintegratie, over de vectoren elektriciteit en gas heen, is voor mij ook echt belangrijk.

 

En réponse aux questions posées par M. Ben Achour sur le Conseil du 30 et 31 mai, je dois renvoyer à M. le premier ministre, parce que c'était lui qui était présent. J'ai, comme vous, pris note de cette décision du Conseil européen. L'initiative revient à présent à la Commission européenne d'élaborer une proposition.

 

Le rapport de l'ACER arrive à la conclusion que le marché de l'électricité, dans le cadre des règles, fonctionne normalement, et qu'il n'y a donc pas de distorsion du marché en soi. Toutefois, le rapport de l'ACER ne se prononce pas sur le niveau des prix. Ce dernier aspect est une question de nature politique et sociale.

 

La Commission a donc présenté un ensemble complet de mesures et actions visant à réduire rapidement notre dépendance à l'égard des combustibles fossiles russes, à accélérer la transition écologique et à accroître la résilience du système énergétique de l'Union européenne. Ce plan repose sur trois piliers: les économies d'énergie, les énergies renouvelables et la diversification de notre approvisionnement énergétique.

 

L'analyse est en cours. Les propositions législatives détaillées seront chacune communiquées par la Commission européenne au Conseil et au Parlement européen. Une fois les détails connus, une position belge pourra également être établie.

 

En ce qui concerne le financement du plan, il est frappant de constater que la Commission européenne propose de mettre aux enchères des fonds provenant de la réserve de stabilité du marché du système d'échange des quotas, en plus d'une réallocation des fonds existants. Cette proposition se heurte à de nombreuses questions et préoccupations en raison de son impact sur le climat.

 

Outre un contrôle approfondi de l'intégrité environnementale, il y a aussi des questions d'ordre financier. L'annonce a eu impact à la baisse sur les prix des systèmes d'échange de quotas, ce qui amène la Belgique et d'autres États membres à générer moins de revenus des enchères. Nous devons donc veiller à ce que cela ne devienne pas un jeu à somme nulle.

 

Mijnheer Ravyts, er is geen voorstel van de CREG over de invoering van een heffing op Noors gas, of alleszins is er mij geen voorstel onder die titel bezorgd.

 

04.05  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, het gebeurt niet vaak, maar ik kan mij wel globaal vinden in het antwoord dat u net gaf. Zodoende kan ik mijn repliek kort houden.

 

Ik betreur samen met u dat er geen alternatief onderzocht wordt voor het marginaleprijsmodel dat aan de basis ligt van heel de energiecrisis en meer fundamenteel voor het in vraag stellen van die marktmechanismen. Ook wij zijn voorstander van een alternatief daarvoor. Spanje en Portugal zijn inderdaad relatief afgesloten van de rest van Europa op het vlak van interconnectie. Wij zijn voorstander van een Europees prijsplafond en ik hoop dat daarmee voortgang gemaakt wordt. Wij rekenen dan ook op u om daar verder met de nodige spoed in door te duwen, als ik dat zo mag zeggen.

 

04.06  Kurt Ravyts (VB): Bedankt, mevrouw de minister, omdat u mij begrijpt rond de passage in de oplijsting van de verschillende conclusies van de Europese Raad. Ik ben tevreden dat we toch minstens op weg zijn naar een verfijning van het marktmodel. Dat is een goede zaak, en we zullen zien waarmee de Europese Commissie op de proppen komt rond die tijdelijke plafonds op de invoerprijzen.

 

04.07  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses.

 

Nous attendrons ce qui sortira de la Commission en matière de proposition. J'ai une crainte a priori, à savoir passer à côté des grands enseignements de la crise et ne pas interroger assez profondément les ressorts des grands paradigmes du marché. La crise covid, la crise ukrainienne et la crise des prix de l'énergie doivent toutes les trois nous inciter à remettre en question certains fondamentaux qui nous dirigent depuis quasiment 40 ans. J'espère qu'il y aura suffisamment de voix clairvoyantes au niveau européen pour nous orienter dans la bonne direction.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 55027533C van mevrouw Dierick wordt uitgesteld.

 

Er staan nog veel vragen op de agenda. U kunt verwijzen naar uw schriftelijke vraag. U mag veronderstellen dat er al op uw vraag geantwoord is, maar u mag ook de vraag stellen.

 

Aangezien wij om 17 uur willen stoppen, kunt u misschien het best een selectie maken van wat u prioritair beantwoord wenst te zien.

 

05 Question de Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le prix abordable de l'énergie et le souhait du premier ministre de prolonger la réduction de la TVA" (55027368C)

05 Vraag van Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De betaalbaarheid van de energiefactuur en de wens van de premier om de btw-verlaging te verlengen" (55027368C)

 

05.01  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, voor de mensen die ons volgen via de streaming, vind ik het belangrijk te zeggen waarover het gaat, anders is het toch maar vreemd. Ik wil vermelden dat deze vraag is ingediend op 29 april. Het zou goed zijn dat de minister wat vaker naar onze commissie komt, aangezien er altijd wel actuele vragen over energie zijn. Nu is mijn vraag niet meer zo actueel.

 

Minister Vandenbroucke komt bijvoorbeeld elke week naar de commissie voor Gezondheid.

 

Mevrouw de minister, in Le Soir van 28 april hebben we kunnen lezen dat de heer De Croo, onze eerste minister, zich uitgesproken heeft voor de verlenging van het uitgebreid sociaal tarief en de verlaging van de btw op energie. Dat betekent dus: zowel elektriciteit als gas.

 

Achteraf heeft zijn partij, Open Vld, gezegd dat ze voor de verlenging van die verlaging is voor elektriciteit, maar niet voor gas. Maar goed, de eerste minister is de eerste minister, en Open Vld is Open Vld.

 

Zowel het uitgebreid sociaal tarief als de verlaging van de btw op elektriciteit en gas loopt eind september af. In de officiële communicatie van de regering staat vooralsnog dat er eerst een evaluatie van de maatregelen komt, in september.

 

Mijn vraag is gewoon: ligt die verlenging van de btw-verlaging op energie en/of van het uitgebreid sociaal tarief al op de tafel van de regering? Ik zou ook kunnen vragen wat er eigenlijk te evalueren is. Energie is toch een basisbehoefte. Ik meen dat wij het daarover eens zijn. De btw-verlaging op energie en het uitgebreid sociaal tarief kunnen dus het best permanent zijn.

 

Welke andere maatregelen overweegt de regering om de energiefactuur opnieuw betaalbaar te maken?

 

05.02 Minister Tinne Van der Straeten: We hebben natuurlijk al diverse forse maatregelen genomen om de energiefactuur betaalbaar te houden. Daar hebben we al verschillende keren over van gedachten gewisseld. Ik ben uiteraard blij dat de eerste minister de verlenging van de btw-verlaging en het uitgebreid sociaal tarief steunt. Er liggen allerlei voorstellen op tafel. Ik zal daar niet op vooruitlopen. Ik heb daarstraks wel al aangegeven hoe ik mij positioneer als het gaat over het sociaal tarief. De regering moet doen waar de regering goed in is, namelijk rond de tafel beslissen, met de nodige ondersteuning van onze instellingen, zoals de CREG en de Nationale Bank, en op die manier overeenstemming vinden over de goede maatregelen. Daarvoor wordt de maand juni gebruikt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Samengevoegde vragen van

- Leen Dierick aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De energienorm" (55027544C)

- Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De toepassing van de energienorm m.b.t. het nemen van federale maatregelen op de energiefactuur" (55028291C)

- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De eerste evaluatiestudie in het kader van de energienorm" (55028469C)

06 Questions jointes de

- Leen Dierick à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La norme énergétique" (55027544C)

- Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'application de la norme énergétique et la prise de mesures fédérales pour la facture énergétique" (55028291C)

- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La première étude d'évaluation dans le cadre de la norme énergétique" (55028469C)

 

06.01  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, we hebben enkele maanden geleden een belangrijk wetsontwerp goedgekeurd over het tweede deel van de energienorm, de jaarlijkse evaluatie in de vorm van de benchmarkstudie door de CREG. Dat moest tegen 15 mei gebeuren en dat is ook gebeurd. Daar is een aantal conclusies uitgekomen die niet verrassend zijn: "Belgische gezinnen en bedrijven aangesloten op laagspanning betalen, net zoals de vorige jaren, een hoge elektriciteitsfactuur in vergelijking met de buurlanden. In tegenstelling tot vorig jaar betalen Belgische gezinnen een relatief hoge aardgasfactuur in vergelijking met onze buurlanden." Er zijn nog enkele andere conclusies, maar die zijn niet zo verwonderlijk.

 

Ten laatste tegen 1 juli moet de CREG een advies bezorgen aan de regering waarin ze moet aangeven of het nodig is om nieuwe maatregelen te nemen op de factuur. Dat advies zou vooraf voorgelegd worden aan de Adviesraad van de CREG en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB). Wellicht, en hopelijk, zal een en ander dan deel uitmaken van de begrotingsbesprekingen voor 2023. Daar ga ik toch van uit.

 

U hebt altijd gezegd dat de accijnshervorming een regelknop is, zodat men kan moduleren en meer flexibiliteit heeft. Kunt u een stand van zaken geven van die intussen opgeleverde studie? Wat is uw reactie op de door de CREG gecommuniceerde conclusies? Is de studie al voorgelegd aan de Adviesraad van de CREG en aan de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven? Ik meen me te herinneren dat de CREG de deadline van 1 juli nogal krap vond.

 

06.02  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, het gaat over de studie die op 13 mei gepubliceerd werd door FORBEG, de koepel van Belgische energieregulatoren. Het was een eerste evaluatie in het kader van de energienorm. In de studie wordt de energiefactuur van onze gezinnen en bedrijven vergeleken met die van onze buurlanden. Hieruit blijkt dat de energiefactuur voor gezinnen voor zowel elektriciteit als aardgas hoger ligt in België dan in de buurlanden. In de studie werden de prijzen van januari 2022 vergeleken.

 

Een opmerkelijke conclusie uit de studie is dat men er enkel met prijsregulering in slaagt om de energiefactuur onder controle te houden. Zo slaagde zowel Frankrijk als het Verenigd Koninkrijk erin om de prijsstijgingen voor de gezinnen sterk te beperken. In de conclusie van de studie staat dat overheidsingrijpen bewerkstelligt dat “de stijging van de groothandelsprijzen amper wordt doorgerekend aan de gezinnen”. Wij vragen dat ook hier de energieprijzen bevroren worden.

 

Welke conclusies trekt u uit de studie in het kader van de energienorm? Zult u bijkomende maatregelen nemen om de energiefactuur van gezinnen of bedrijven te verlagen? De wet op de energienorm staat u immers toe om met de resultaten van deze studie bijkomende maatregelen te nemen.

 

06.03 Minister Tinne Van der Straeten: Uiteraard staat de wet mij dat toe, ik heb ze zelf gemaakt en we hebben dat erin geschreven met een reden. We wilden namelijk een instrument hebben. Wat wij in de wet hebben geschreven, gaat een pak verder dan wat er in de verschillende Gewesten aan de orde is. We hebben de energienorm niet alleen voor bedrijven, maar ook voor gezinnen en de evaluatie niet alleen voor competitiviteit, maar ook voor de koopkracht gecreëerd.

 

Ik heb inderdaad de vergelijkende studie, in opdracht van de regulator, gekregen op de datum die we in de wet hebben ingeschreven, namelijk 15 mei. De studie gaat in detail in op de energiefactuur van de verschillende verbruikers in de drie Gewesten, met als belangrijkste boodschap dat we als federale regering heel veel doen voor de kwetsbare gezinnen. Ze worden nergens beter beschermd tegen de gevolgen van de prijsstijgingen dan in België.

 

We doen ook voor de andere gezinnen heel wat inspanningen, met een positief effect. De btw-verlaging naar 6 % heeft een werkelijke impact op de Belgische koopkrachtpositie, al is dat nog niet zichtbaar in de gegevens van de studie aangezien het een momentopname is van de maand januari.

 

Voor de industrie doen we ook alles wat in onze macht ligt, door bijvoorbeeld de accijnzen te hervormen. De energienorm bewerkstelligt ook dat bedrijven die energie-intensieve processen toepassen vrijstellingen kunnen genieten. Hierdoor komt het federale aandeel voor de bedrijven te vervallen.

 

Daarnaast komt er een koninklijk besluit dat de parameters voor de zonet vermelde studie vastlegt. Zoals u weet, dateert de wet die deze bepaling invoert van 28 februari 2022, maar ik heb al eerder in deze commissie gezegd dat we meteen in het eerste jaar met dat regime van start willen gaan. Het is dus niet omdat er nog geen KB is, dat we de studie niet zullen gebruiken. De opstart vond plaats in januari, in samenwerking met de regulator en de consultant. Het latere KB kon dus geen wijzingen meer aanbrengen aan de werkmethode van dit jaar. Eventuele wijzingen zouden pas vanaf volgend jaar mogelijk zijn.

 

Op 1 juli verwacht ik de studie van de regulator, die indien nodig bijkomende maatregelen kan voorstellen. Daar wil ik niet op vooruitlopen, omdat ik het belangrijk vind dat de procedure zoals we die hebben ingeschreven in de wet en zoals u die hebt goedgekeurd – dus met de adviezen van de Adviesraad van de CREG en het advies van de CRB – integraal doorlopen. Op basis daarvan zullen we ons dan positioneren.

 

Ik weet dat het tijdschema ambitieus is. Zowel de CREG als de CRB en de Adviesraad hebben mij erop gewezen dat het een ambitieuze timing is, maar ik herinner u eraan dat we begrotingsbesprekingen hebben in oktober en dat het de bedoeling is dat we de input en de voorstellen die we krijgen, kunnen meenemen in die besprekingen, niet alleen in de periode waarin ik minister ben, maar ook voor de ministers van Energie die na mij zullen komen.

 

06.04  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, dank u voor uw duidelijke antwoord. De deadline van 1 juli moet gehaald worden. U hebt inderdaad terecht aangegeven dat de CREG voor de momentopname van januari erkent dat de minst kapitaalkrachtige bevolkingsgroepen goed beschermd worden. Dat gerichte beleid is een realiteit.

 

06.05  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Dank u wel, mevrouw de minister. Ik denk dat wij tamelijk proactief zijn. Ik was ervan overtuigd dat er nog een advies van de CREG kwam. We wachten daarop en zullen zien wat u daarmee zult doen. We komen er later nog op terug.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De nucleaire rente" (55027549C)

07 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "La rente nucléaire" (55027549C)

 

07.01  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, op 4 mei 2022 ging premier De Croo in De Ochtend op Radio 1 in op de nucleaire rente die zorgt voor overheidsinkomsten. Deze zal 'honderden miljoenen euro hoger liggen dan in een normaal jaar', verkondigde de premier aldaar in een reactie op de hoge winst van Electrabel. "In alle berekeningen die wij maken is die nucleaire rente dit jaar veel hoger dan vorig jaar. Dat zal wegen op de winst van Electrabel. Het is een van de bronnen van inkomsten om de btw op energie en de accijnzen te doen dalen."

 

Graag stel ik u hierover volgende vragen:

 

1/ Kan u het parlement 'alle berekeningen' waarvan premier De Croo spreekt bezorgen?

 

2/ Kan u het parlement de exacte cijfers van de ontvangen nucleaire rente bezorgen en dit voor de periode 2010 – 2022?

 

3/ Zonder vooruit te willen lopen op de exacte cijfers, weten we dat de nucleaire rente zienderogen is gedaald afgelopen jaren. Hoe verklaart u die dalende trend van de nucleaire rente?

 

07.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Loones, eind maart bezorgde de CREG mij een update van de ramingen van de repartitiebijdragen voor de jaren 2022 tot 2025, namelijk 1,192 à 1,346 miljard euro. Dit zijn ramingen die uiteraard afhangen van hoeveel de kerncentrales zullen draaien in die periode. Dit is de repartitiebijdrage na degressiviteit, zowel het aandeel van ENGIE als dat van EDF-Luminus. Het gaat dus over meer dan 1,2 miljard euro voor een periode van vier jaar. Deze cijfers hebben telkens betrekking op het exploitatiejaar ervoor.

 

Ter vergelijking, de reëel ontvangen nucleaire rente voor de periode 2010-2021, met betrekking dus tot de exploitatieperiode 2009-2020, bedraagt 3,066 miljard euro.

 

De bepalingen rond de nucleaire rente en repartitiebijdragen zijn op meerdere momenten gewijzigd, door aanpassingen aan de wet van 11 april 2003, dat is de wet op de provisies, de SYNATOM-wet. De vorige regering heeft de kerncentrales van Tihange 1 en Doel 1 en 2 verlengd met 10 jaar. Ze sloot daarover een akkoord met ENGIE. Het gevolg is dat deze reactoren niet meer meegenomen worden in de berekening van de globale repartitiebijdrage. De bijdrage van deze reactoren is beperkt tot ongeveer 20 miljoen euro per jaar. Dat gaat voornamelijk over Doel 1 en 2, want, zoals ik daarstraks reeds zei, heeft Tihange 1 nog steeds een negatief resultaat ten gevolge van investeringskosten en overgedragen verliezen. De overblijvende repartitiebijdrage behelst dus alleen de reactoren Doel 3 en 4 en Tihange 2 en 3.

 

Tevens is de voorbije jaren, om allerlei redenen – met name de stillegging voor technische problemen, werken gedurende de laatste jaren, met uitzondering van vorig jaar, en lage marktprijzen – de winst op de kerncentrales beperkt gebleven. Hieruit volgde dan ook een lagere nucleaire rente. Wij verwachten de komende jaren dus een hogere nucleaire rente, maar die had nog veel hoger kunnen zijn zonder de conventies die daarover door de vorige regering werden afgesloten.

 

U herinnert zich ook dat er een groot dividend werd uitgekeerd aan de aandeelhouders. Dat spiegelt natuurlijk wat ik daarnet heb gezegd. Ik zei daarnet dat het laag is gebleven vanwege stillegging en lage marktprijzen. Nu was er een uitzonderlijk groot dividend. Dat had natuurlijk te maken met de grote beschikbaarheid én met de hogere prijzen.

 

07.03  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord. Mijn vraag was echt een cijfervraag, aanvankelijk ingediend ter attentie van staatssecretaris De Bleeker, met wie wij over de begroting in de commissie voor Financiën vaak de gewoonte hebben over cijfers te spreken.

 

De concrete toetsing van de stelling van de premier is mij wel ontgaan. De premier sprak zich op de radio nogal duidelijk uit over het feit dat we dit jaar al een budgettaire impact zouden zien. Zijn interview kaderde voor een stuk ook in de begrotingscontrole van 2022. Vandaar dat ik mijn vraag, die bij u is beland, had ingediend voor mevrouw De Bleeker. Ik ben vooral op zoek naar wat we dit jaar kunnen verwachten.

 

07.04 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Loones, die cijfers bestaan, maar voor dit jaar is het sowieso beperkt. De impact is nu beperkt, omdat het telkens gaat over het jaar ervoor. Vorig jaar waren er alleen in het laatste kwartaal hoge prijzen. De prijzen zijn pas vanaf oktober 2021 beginnen te stijgen. De echt grote impact, lopende dit jaar, zullen we dus pas volgend jaar zien. Die cijfers zijn wel beschikbaar, maar ik heb ze nu niet bij de hand.

 

07.05  Sander Loones (N-VA): Bedankt, mevrouw de minister,. Ik denk dat die cijfers nuttig kunnen zijn voor het begrotingsdebat, dat wij in de komende weken zullen voeren. Ik begrijp wel dat ze enigszins op gespannen voet staan met de uitspraak van de premier: "Deze zal honderden miljoenen hoger liggen dan in een normaal jaar." Maar ik zal de cijfers afwachten.

 

07.06 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Loones, voor die uitspraak denk ik dat u de premier in zekere zin moet excuseren. Hij bekijkt natuurlijk de overview. Die honderden miljoenen zullen over de komende jaren gaan. Als uw vraag gaat over de impact hier en nu, dan moet u weten dat het telkens over het jaar ervoor gaat, waardoor het nu maar gaat over de twee laatste kwartalen van vorig jaar. Wij zullen het wel crescendo zien gaan.

 

Nog een nuance: zoals ik daarstraks al zei, is dat het nu om een schatting gaat, op basis van veronderstellingen, nog te toetsen aan de effectieve beschikbaarheid en de reële prijzen. Los daarvan denk ik wel dat we een redelijk goede inschatting kunnen maken.

 

07.07  Sander Loones (N-VA): Bedankt, mevrouw de minister. Ik zal de premier graag excuseren.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De verzekerbaarheid in de energiesector" (55027956C)

08 Question de Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'assurabilité dans le secteur énergétique" (55027956C)

 

08.01  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, de uitstap en het studiewerk dat we konden verrichten met het Belgian Offshore Platform was heel interessant. Ik heb daar een aantal zaken kunnen oppikken. Het was jammer dat de delegatie van het Parlement nogal kernachtig was, maar er zullen ongetwijfeld nog gelegenheden komen.

 

De problematiek die daar werd aangekaart, is ook de problematiek van de verzekeringssector, namelijk dat er momenteel onvoldoende middelen en aanbod zijn om naar een volledige dekking te gaan, waardoor de verzekeringskosten voor de offshorewindmolens zouden toenemen.

 

Kunt u die problematiek schetsen? Is dat een aandachtspunt voor de sector? Welke mogelijkheden zijn er om daarop een antwoord te bieden, op Europees vlak of binnen uw eigen bevoegdheid? Is het nodig om daarop een antwoord te bieden? Kunnen er parallellen worden getrokken met andere energiesectoren? U weet ongetwijfeld welke ik bedoel.

 

Is het uw inschatting dat dit louter een tijdelijke kwestie is, die het gevolg is van de groei van de sector, die nog wel even zal doorgaan, of is dit een fundamenteel verhaal waarop we een antwoord moeten formuleren?

 

08.02 Minister Tinne Van der Straeten: De delegatie was kernachtig, maar de trip was stormachtig. Misschien is dat recht of omgekeerd evenredig.

 

Ik doe zelf ook veel terreinbezoeken, omdat ik daar altijd dingen uit oppik. Ook dit thema stond misschien niet op de radar, maar verdient het wel om opgepikt te worden. Er zijn inderdaad bijzondere uitdagingen voor de verzekeringssector. Er dient enerzijds voldoende liquiditeit in de markt van aanbieders van verzekeringen te worden gevonden om de sterke groei van wind op zee te volgen. De sector wind op zee kent wereldwijd een forse opgang, met een parallelle vraag tot verzekeringsdekking. Anderzijds is er ook een stijging in het aantal schadeclaims, onder meer als gevolg van het stijgende aantal operationele parken, maar ook het aantal parken in ontwikkeling. Beide elementen leiden ertoe dat zowel de dekkingsgraad als de kostprijs onder druk staat Voor de huidige parken zijn de kosten op een aantal jaren tijd aanzienlijk gestegen. De verzekeringen spelen zich natuurlijk af op de private markt. U vraagt naar parallellen met andere sectoren waarbij geen verzekering kan worden afgesloten door de aard van de uitbating. De sector wind op zee kan, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de nucleaire sector, niet genieten van een op maat gemaakte gereguleerde en beperkte aansprakelijkheid of verzekering, omdat kernenergie risico's met zich meebrengt die in essentie onverzekerbaar zijn. De sector wind op zee heeft dus geen bijzondere wetgeving nodig op de beperking van de aansprakelijkheid en de organisatie van de verzekering, zoals de regeling die al decennia geldt voor de nucleaire sector.

 

In het kader van de energiecrisis nu zijn er bijzondere uitdagingen voor traders en energieleveranciers voor hun collaterals voor de hedging. Dat is strikt genomen geen verzekeringskwestie, maar zit eerder in het financiële aspect. Deze issues liggen echter wel in dezelfde aard.

 

De verzekeringen vallen onder de bevoegdheid van de minister van Economie, maar dit staat niet in de weg dat we hierover van gedachten kunnen wisselen. De verdere intensieve ontwikkeling van de offshorewindparken is zowel een opportuniteit als een uitdaging voor de verzekeraars. In het geval van een sneller groeiende vraag ten opzichte van het aanbod zal dit een impact hebben op de prijs. Dit gebeurt ook wanneer zich schadegevallen manifesteren in de sector die typisch een grote kostenimpact hebben. Uit navraag blijkt dat de sector nadenkt over andere manieren om het risico te beperken of te verzekeren, zoals het ook in andere sectoren gangbaar is. We moeten hierover wel eens het gesprek aangaan met de verzekeringssector. In het kader van de nucleaire aansprakelijkheid hebben we ook uitgebreid gesproken met de verzekeringssector. Zij hebben toen aangegeven waar onder andere hun rode lijn en hun verzekerbaarheid liggen. Zeker in het kader van de energietransitie zijn er zodanig veel investeringen nodig de komende jaren. Dat gaat over miljarden. Dan is een deftig gesprek aan de orde, niet alleen met de verzekeringssector, maar ook met de financiers, dus de banken. Bijvoorbeeld inzake projectfinanciering mogen de banken niet verder financieren dan zeven jaar. Dat zal een druk leggen op het ondersteuningsmechanisme dat al dan niet ontwikkeld wordt. We hebben die zeven jaar ook gezien bij het CRM. Iedereen komt dan vragen om gereguleerde inkomsten voor een langere periode.

 

De energietransitie is dus geen op zichzelf staande zaak van overheden en investeerders. Het is ook een zaak van de verzekeraars van deze financieringen. Deze twee sectoren hebben een zeer grote invloed en daar mag wat meer debat, uitwisseling en transparantie zijn. Dat zal ons mogelijk helpen om een juiste oplossing te vinden.

 

Het Parlement heeft al eens een gezamenlijke commissie voor Financiën betreffende het prijsmodel georganiseerd. Ik weet niet goed hoever men op dat vlak staat, maar dat is zeer relevant. Ik heb reeds verschillende keren over het prijsmodel gesproken en u hebt toch wel aangevoeld dat ik niet de strenge leer van de Europese Commissie volg. De energietransitie zou samen met de commissie voor Economie, bijvoorbeeld als het over aspect van de financiering en de verzekering gaat, inspiratie kunnen geven aan het Parlement of de regering om wetgevende initiatieven te nemen om het onderwerp wat meer body te geven.

 

08.03  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, dank u voor uw antwoord. Ik denk vooral dat we moeten zien hoe het verder evolueert. Ik heb de indruk dat de installatie van offshorewindmolens wereldwijd exponentieel zal gaan, maar dat tegelijkertijd de complexiteit van die projecten misschien ook in dezelfde mate zal toenemen. De eerste projecten die overal werden gerealiseerd, waren near shore, eigenlijk op relatief eenvoudige plekken. Ik onderschat nu even de complexiteit van een dergelijk eenvoudig project. Het zal wel moeilijker worden en het zal wegen op de financieringssector om dat allemaal te financieren.

 

Als er dan nog een terugkoppeling is van de prijs om de verzekeringen te kunnen betalen, wordt dat mogelijk wel een stevige rem. Na een periode waarin het steeds goedkoper werd, draagt dit het risico in zich dat het misschien de andere richting uit gaat. Dan komen we ook voor het eigen financierings- en ondersteuningssysteem voor de offshorewindmolens mogelijk in een ander scenario, waarbij we met de Europese partners misschien iets kunnen doen, of zouden moeten kunnen doen, om daarin vooruit te gaan. We nemen de suggestie mee om ons daarover eens te buigen met specialisten.

 

08.04 Minister Tinne Van der Straeten: Ik ben het helemaal eens inzake de complexiteit: niet alleen near shore of far shore, maar de floating en, in onze eigen zone, de densiteit die onmiddellijk impact heeft op de financiering en wellicht ook de verzekering. Waarom is dat belangrijk? Als men het hele potentieel van de Noordzee wil ontwikkelen, ook Europees, dan zullen we het maximaal moeten kunnen benutten, met toename van de complexiteit.

 

Daarom vind ik dat de verantwoordelijkheid van de financiële sector en van de verzekeringssector wat hoger en prominenter op de radar zou mogen komen. Als de overheid en de ontwikkelaars risico's op zich nemen, mogen we het toch ook hebben over de risico's die verzekeraars en financiers op zich nemen. Persoonlijk vind ik dat ze er zich wat gemakkelijk van afmaken. We wijken af, maar het is interessant.

 

08.05  Bert Wollants (N-VA): Ik snap uw punt. Alleen is de financiële sector in het verleden af en toe wat anders omgegaan met risico's dan we vandaag zouden doen. Dat maakt het ook weer moeilijk. Het was mij ondertussen duidelijk dat dit een complex gegeven was.

 

08.06 Minister Tinne Van der Straeten: Ik vind dat het perspectief van de EIB daarin ook zeer interessant is, want die kunnen daar gewoon sturend in zijn, in de guidance die ze geven. Wij hebben nu bijvoorbeeld ook beslist dat burgers moeten kunnen deelnemen in de financiering. Rechtstreekse participatie, niet alleen onrechtstreekse participatie.

 

Dat heeft ook een consequentie voor de risico's. Banken of investeringsmaatschappijen positioneren zich daar ook anders in. Sommige willen het echt niet doen, terwijl andere zeggen: bring it on, wij willen dat bekijken.

 

Het is een complexe materie, maar we kunnen dit ook met de commissie voor Financiën doen. Dan hebben we een trilaterale commissie.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08.07  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, er staan nog heel wat vragen op de agenda. De minister komt binnen drie weken terug, maar ik zou willen vragen aan de minister om een keer extra naar de commissie te komen om een inhaalbeweging uit te voeren. Anders gaat de actualiteitswaarde aan ons voorbij. Ik zie de minister knikken. Het is aan u om dat te regelen, mijnheer de voorzitter.

 

De voorzitter: Ik zal dat met het secretariaat regelen. Ik ga ervan uit dat de actualiteitswaarde van de actualiteitsvragen enkel zal stijgen.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.06 uur.

La réunion publique de commission est levée à 17 h 06.