Commission de l'Économie, de la Protection des consommateurs et de l'Agenda numérique

Commissie voor Economie, Consumentenbescherming en Digitale Agenda

 

du

 

Lundi 30 mai 2022

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Maandag 30 mei 2022

 

Namiddag

 

______

 

 


De openbare commissievergadering wordt geopend om 13.39 uur en voorgezeten door de heer Stefaan Van Hecke.

La réunion publique de commission est ouverte à 13 h 39 et présidée par M. Stefaan Van Hecke.

 

01 Question de Christophe Bombled à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Le rapport confié au centre ETUI" (55027179C)

01 Vraag van Christophe Bombled aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "Het aan het ETUI gevraagde rapport" (55027179C)

 

01.01  Christophe Bombled (MR): Monsieur le ministre, le 1er janvier 2024, la Belgique présidera le Conseil de l'Union européenne. Afin de se préparer à cette présidence, il a été demandé à l'Institut syndical européen (ETUI) d'élaborer un rapport sur l'importance et les opportunités stratégiques du marché intérieur européen dans le contexte géopolitique, technologique, socio-économique et environnemental changeant. ETUI devra évaluer les défis et les menaces actuels en considérant ses potentiels et ses opportunités dans le contexte des défis sociaux et économiques, actuels et futurs, de la double transition et de l'autonomie stratégique ouverte. Vous avez souhaité que ce rapport bénéficie d'un engagement actif du Conseil national du travail (CNT). De nombreux échanges vont donc intervenir avant le rapport final, qui devrait être achevé pour fin juin 2022.

 

Quand l'appel d'offre relatif à ce rapport a-t-il été publié? Quels étaient les critères prioritaires afin de remporter ce marché? Combien de soumissionnaires ont-ils répondu à cet appel d'offres?

 

L'Institut syndical européen (ETUI) est-il spécialisé quant à la problématique du marché intérieur? Répond-il aux indispensables conditions de neutralité et d'impartialité?

 

Quelle méthode de travail sera-t-elle être utilisée pour coordonner le CNT, le SPF Économie, le Bureau fédéral du Plan, le Conseil central de l'économie et les instances européennes?

 

Enfin, pensez-vous que le délai de juin 2022 pour remettre ce rapport pourra être respecté?

 

01.02  Pierre-Yves Dermagne, ministre: Monsieur le député, je vous remercie pour votre question. Dans le cadre de la présidence belge du Conseil de l'Union européenne, je souhaite accorder une attention particulière à la réforme du marché intérieur. Dans cette perspective, une étude préparatoire sur le rôle potentiel du marché intérieur en réponse aux défis sociaux, environnementaux et économiques actuels a été lancée. Un cahier des charges a été envoyé le 6 décembre 2021, conformément au protocole pour les procédures négociées sans publication préalable, et ce, à cinq groupes de réflexion reconnus dans l'intégration des enjeux sociétaux dans la concertation européenne. Il s'agit du Brussels European and Global Economic Laboratory (Bruegel), du Center of Regulation Europe (CERRE), du Center for European Policy Studies (CEPS), de l'Institut Royal des Relations internationales Egmont et du European Trade Union Institute for Research (ETUI).

 

Le 11 janvier, la Commission d'évaluation a remis une évaluation de 47/50 sur les critères de qualité et d'affectation des ressources humaines concernant l'offre d'ETUI (Institut syndical européen) La méthodologie de travail proposée ainsi que la diversité des profils des experts externes et internes impliqués démontrent la volonté d'inclure l'ensemble des points de vue de la société.

 

Par ailleurs, ETUI a une expérience reconnue dans la rédaction d'études socio-économiques et dans les relations industrielles et surveille les développements politiques européens d'importance stratégique pour le monde du travail.

 

Des réunions du comité d'accompagnement sont régulièrement organisées avec toutes les parties prenantes afin de s'assurer du bon suivi de la méthodologie, de la bonne représentativité et de la diversité des acteurs interrogés ainsi que du respect des délais annoncés.

 

01.03  Christophe Bombled (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse claire et précise et qui nous conforte dans l'idée que la procédure de marché public réalisée a été respectée tout comme l'expertise de l'Institut syndical européen ETUI. Comme vous l'avez dit, l'élaboration d'un tel rapport demande une bonne coordination entre les différents organismes belges et les instances européennes. Le rapport demandé arrivera bientôt et nous le lirons avec le plus grand intérêt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 55027652C vervalt aangezien mevrouw Rohonyi niet aanwezig is. La question n° 55027688C de M. D'Amico est reportée.

 

02 Samengevoegde interpellatie en vragen van

- Reccino Van Lommel aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De economische toestand" (55000284I)

- Kathleen Verhelst aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "Concrete hervormingen ter versterking van de Belgische economische groei" (55027873C)

- Reccino Van Lommel aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "Het koopkrachtplan" (55027920C)

- Reccino Van Lommel aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De economische indicatoren" (55027922C)

- Reccino Van Lommel aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De economische groei" (55028121C)

02 Interpellation et questions jointes de

- Reccino Van Lommel à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "La situation économique" (55000284I)

- Kathleen Verhelst à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Les réformes concrètes pour renforcer la croissance économique belge" (55027873C)

- Reccino Van Lommel à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Le plan de soutien au pouvoir d'achat" (55027920C)

- Reccino Van Lommel à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Les indicateurs économiques" (55027922C)

- Reccino Van Lommel à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "La croissance économique" (55028121C)

 

De voorzitter: Mevrouw Verhelst is niet aanwezig, maar haar vraag maakt deel uit van de samengevoegde vragen.

 

02.01  Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, u weet dat ik u geregeld vragen stel of u interpelleer over de economische toestand in dit land. Zoals u ongetwijfeld weet, hebben wij eerst economische stilstand gekend wegens corona en nadien kwam het economische herstel, met grondstoffentekorten en dergelijke op wereldschaal, waardoor hoe langer hoe meer productielijnen stilvielen. Ook hebben wij nu hoge energieprijzen en dergelijke, waardoor het leven aanzienlijk duurder is geworden.

 

Niet alleen de energiefactuur is duurder geworden voor de mensen, maar zij hebben nu ook een veel duurdere winkelkar. Ik vrees trouwens dat wij het laatste nog lang niet gezien hebben, want gelet op de supplychain van de bedrijven zullen de prijsverhogingen altijd met vertraging doorgerekend blijven worden aan de uiteindelijke consument. Dit betekent dat de winkelkar nu wel duurder geworden is, maar dat zij in de toekomst nog veel duurder zal worden. En dan zwijg ik nog over de prijzen voor iedereen die bouwt, renoveert of bepaalde goederen of diensten aankoopt. Het wordt allemaal bijzonder duur.

 

Mijnheer de minister, er wordt heel vaak gezegd dat het een probleem is, maar geen probleem dat alleen in België speelt; het probleem speelt op Europese schaal en zelfs op wereldschaal. Maar als ik dan dieper in de vele cijfers duik, onder andere die welke het IMF aangeeft, kan ik alleen maar vaststellen dat België helemaal onderaan de lijst bengelt. De groeiverwachtingen voor onze economie, zowel op korte termijn als op lange termijn, zijn toch weinig hoopvol.

 

De inflatie is hier bovendien hoger dan in andere landen. Het begrotingstekort is veel groter. Wij staan er eigenlijk niet zo heel goed voor. Een hogere inflatie betekent immers een veel snellere aantasting van de koopkracht. Ik begrijp dat wij in dit land wel het automatische loonindexerings­principe hebben, en dat dit uniek is. Er zijn maar een paar landen die dat principe toepassen. Daar mag dus niet aan worden gemorreld, maar goed, het zal altijd met vertraging werken.

 

Ten tweede, als de inflatie bij ons veel hoger is, dan komt men in een spiraal terecht waarbij de automatische index ook steeds meer zal toegepast worden, om er uiteindelijk voor te zorgen dat de loonkosten nog hoger worden, wat uiteindelijk opnieuw doorgerekend zal worden aan de eindklant. Zo komt men alweer in een nieuwe spiraal terecht.

 

Dat baart me zorgen. Onze economie gaat er dan immers niet echt goed op vooruit. Als we enkel nog maar kijken naar het Europese gemiddelde, zitten wij er op het vlak van groei ver onder. Het is ook niet zo, mijnheer de minister, dat we op dit ogenblik een potje klaar hebben staan, zoals sommige andere landen in Europa dat wel hebben, om slechte tijden zoals nu op te vangen en de economie zo een impuls te geven. Als we naar onze begrotingstekorten kijken, scoren we ook daar bijzonder slecht, zeker binnen de Europese Unie. Vaak moeten we qua economische groei enkel Italië achter ons laten. Alle andere landen scoren beter dan wij. Dat is dus hoe dan ook geen goede zaak.

 

Als we spreken over koopkracht, verwacht ik toch ook een bepaalde daadkracht van de regering. We zijn ondertussen al sinds oktober 2021 aan het debatteren met elkaar over facturen die duurder worden. In het begin ging het over energie, maar nu zijn het ook andere goederen, zoals ik heb aangegeven. Ik vind dat de koopkrachtmaatregelen voor een groot stuk uitblijven.

 

Mijn verbazing is dan ook bijzonder groot, mijnheer de minister, dat ik u, wanneer de bevolking schreeuwt om koopkrachtmaatregelen en daadkracht van de regering, in de media zie zitten op een persconferentie, geflankeerd door uw partijvoorzitter, om een koopkrachtplan voor te stellen, terwijl u zelf de voortrekker was om een expertengroep aan te stellen. U vond het een goed idee om dat te doen. Maar dan wachten we opeens de resultaten van de expertengroep niet af en wordt er een persconferentie gegeven. Dan maak ik me de bedenking namens wie u dan spreekt. U bent minister van economie. U bent vice-eersteminister. Maar u komt wel een plan namens een partij voorstellen, terwijl de bevolking geen daadkracht ziet op het vlak van regeringsmaatregelen.

 

Spreekt u dan namens uzelf of namens de regering? Wordt dat plan gedragen door de regering? Waarom wachtte u niet gewoon de resultaten van de expertengroep af?

 

Ik merk ook op, mijnheer de minister, en ik heb dat al vaker gezegd, dat ik eigenlijk niet begrijp dat jullie per definitie een expertengroep nodig hebben. Men zou toch verwachten dat er binnen de regering voldoende expertise aanwezig is, dat jullie heel wat kabinetsleden hebben die met kennis van zaken de nodige ondersteuning kunnen geven. Als er dan toch zo'n expertengroep wordt samengesteld, is dat vermoedelijk omdat er evenveel meningen zijn als partijen in de regering. Zo'n expertengroep moet er dan voor zorgen dat er toch bepaalde maatregelen kunnen worden genomen zonder dat dat al te veel tot een knieval voor bepaalde partijen in de regering zou leiden.

 

Ik heb zonet geschetst dat het er eigenlijk niet zo goed uitziet. Telkens als ik vragen stel in het Parlement, heb ik het gevoel dat de situatie voor de mensen thuis steeds prangender wordt. Een probleem dat klein begonnen is, is intussen uitgegroeid tot een catastrofe voor veel gezinnen. Als het leven wat duurder wordt, kan men dat tijdelijk opvangen. Maar op een gegeven moment wordt het probleem structureel, en dan moeten gezinnen noodgedwongen bezuinigen, niet alleen op het vlak van kleding en vakanties. Zoals ook de Gezinsbond uit een bevraging heeft kunnen afleiden, gaat het dan ook om de wekelijkse boodschappen van de mensen.

 

Het gaat ook al lang niet meer over mensen in de laagste inkomensklasse. In het begin was dat zo, maar ook mensen binnen de lagere middenklasse dreigen stilaan getroffen te worden. Die mensen kunnen ook geen gebruik maken van het sociaal tarief voor energie. Dat betekent dus ook dat de mensen op dit ogenblik hun spaargeld moeten aanspreken. Toen de coronacrisis uitbrak, was het vreemd om vast te stellen dat de spaartegoeden bij de banken bleven toenemen. Sommige parlementsleden hebben daarover toen in deze commissie vragen gesteld, om na te gaan hoe dat in die tijden mogelijk was. Op dit ogenblik stellen we echter vast dat er een omgekeerd effect speelt en dat de totale hoeveelheid geparkeerde spaarmiddelen voor het eerst opnieuw daalt. Dat betekent dat de mensen daadwerkelijk hun spaargelden aanwenden om hun koopkrachtprobleem deels op te lossen, voor zover men dat 'oplossen' kan noemen. Niet iedereen bezit echter spaargeld.

 

Hoe verklaart u dat verschil tussen de Belgische cijfers en die van de andere Europese industrielanden? Waarom zijn de economische vooruitzichten van ons land zoveel somberder dan elders?

 

Hoe bekijkt u deze vooruitzichten ten opzichte van het algemene welvaartsniveau in ons land en de bedrijven?

 

Wat hebt u ondernomen of zult u ondernemen om de inflatie te beteugelen, die in ons land hoger is dan elders in Europa? Inflatie zal inflatie in de hand blijven werken als we de lonen blijven indexeren. Het zal dus ooit eens moeten stoppen. Hoe zult u de concurrentiekracht van onze bedrijven waarborgen?

 

Ook al zijn de groeiperspectieven voor onze economie niet goed, onze economie heeft toch heel wat groeipotentieel. Zult u structurele hervormingen in het vooruitzicht stellen om dat groeipotentieel van onze economie te maximaliseren? Zult u, binnen de marge van de federale bevoegdheden, een bepaalde aanpak hanteren die verschillend kan zijn per regio, omdat de noden verschillend kunnen zijn?

 

Wat zult u verder doen om de werkzaamheidsgraad aan te zwengelen? In bepaalde regio's van dit land kan daar nog verder aan worden gewerkt. Ook wat de expertengroep betreft, doet u met uw partij een voorafname op wat kan zijn. Wanneer mogen we concrete resultaten verwachten van de expertengroep?

 

Ik heb in het verleden al een aantal keren op iets gewezen. Ik breng nu geen verhaal van stagflatie, al denk ik wel dat die eraan komt. Steeds meer economen voorspellen dat we richting recessie zouden kunnen gaan. Als er in Duitsland en andere belangrijke industrielanden over wordt gesproken, is daar meestal wel iets van aan. We merken dan dat dit met enige vertraging ook op ons land effect kan hebben.

 

Als we de economie willen aanzwengelen, heeft dat ook te maken met personeel. We hebben te maken met een gebrek aan arbeidskrachten in dit land. Heel wat bedrijven vinden geen geschikt personeel. Ook om die reden vallen bedrijven vaak stil, niet alleen omdat ze geen materiaal kunnen krijgen. Ook dat weegt uiteraard op onze economische groei. Nochtans zien we dat België volgens Eurostat de laagste werkzaamheidsgraad van West-Europa heeft. Hoe kijkt u daartegenaan? Hoe denkt u die problematiek verder op te lossen?

 

Ik heb het voornaamste aangehaald, mijnheer de minister, en kijk uit naar uw antwoord. U weet dat ik bij vorige gelegenheden de antwoorden vaak kort vond, gelet op de belangrijke problematiek die veel mensen in dit land bezighoudt. Ik kijk dus uit naar een omstandig antwoord.

 

02.02 Minister Pierre-Yves Dermagne: Mijnheer Van Lommel, dank u voor uw vragen en interpellatie.

 

De vooruitzichten van de Europese Commissie voor de economische groei zijn inderdaad naar beneden bijgesteld. De economische gevolgen van de verschrikkelijke oorlog in Oekraïne zullen dus langer aanhouden dan verwacht.

 

De economische situatie in België is relatief goed in vergelijking met de buurlanden. Volgens de Europese prognoses zouden België en Nederland hun bruto binnenlands product van voor de crisis al in 2021 hebben gehaald, terwijl dat voor Frankrijk en Duitsland later zal gebeuren.

 

De hogere inflatie in België is vooral te verklaren door de hogere inflatie voor energieproducten. Dit is voornamelijk toe te schrijven aan een groter aandeel van variabele elektriciteits- en gascontracten in België in vergelijking met andere buurlanden.

 

In deze context van hoge inflatie, met name van de energieprijzen, kunnen we niet langer genoegen nemen met tijdelijke maatregelen die per zes maanden worden verlengd. Ik wil liever structurele maatregelen om de koopkracht van de gezinnen met kleine en gemiddelde inkomens te verbeteren. Een verbetering van de koopkracht is een prioriteit voor de regering in deze moeilijke tijden. Een verbetering van het concurrentievermogen is ook een prioriteit. Het moet de werknemers ten goede komen.

 

De regering zal nieuwe initiatieven nemen, op basis van de maatregelen die zijn voorgesteld door de Groep van Tien en door de expertengroep onder het voorzitterschap van de Nationale Bank. Elke partij in de regering zal echter ook voorstellen indienen die binnen de regering zullen worden besproken. Dat is wat ik deed met mijn partijvoorzitter, op basis van verschillende universitaire studies, waaronder een studie van de KU Leuven.

 

Het is de bedoeling dat er nog voor de zomer of in elk geval voor het begrotingsconclaaf voor 2023 een akkoord wordt bereikt. Het is effectief essentieel om de koopkracht van de werknemers beter te ondersteunen. We moeten ervoor zorgen dat het aandeel van de toegevoegde waarde dat arbeid beloont terugkeert naar het niveau van 1996.

 

Er zullen ook structurele maatregelen moeten worden genomen met betrekking tot de energieprijzen. Ik denk met name aan het structureel maken van het hervormde sociaal tarief.

 

Ik ben ook van plan om snel werk te maken van de hervorming om overmatige schuldenlast beter te kunnen bestrijden. Het ontwerp is voorgelegd aan de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO en zal in het najaar aan het Parlement worden voorgelegd. Het gaat om een structurele maatregel om de koopkracht te verbeteren van mensen die risico lopen op een te grote schuldenlast en dus om in armoede terecht te komen. Het is ook een manier om het concurrentievermogen van ondernemingen te verbeteren, die geleidelijk aan met minder onbetaalde schulden zullen worden geconfronteerd.

 

Binnenkort zal in het Parlement een wetsvoorstel over intellectuele eigendom worden ingediend, om de toegang tot bescherming van intellectuele eigendom voor de kmo's te vergemakkelijken. Tegelijkertijd volg ik met grote aandacht het dossier van het Europese eenheidsoctrooi, dat na vele jaren in de komende maanden realiteit zal worden. Dit moet het mogelijk maken innovatie te bevorderen en onze economische vooruitzichten structureel te verbeteren.

 

Op de as 'innovatie en digitalisering' wil de regering de reeds ondernomen inspanningen op het vlak van O&O voortzetten. De regering heeft daarnaast ook toegezegd het concurrentievermogen van de Belgische ondernemingen te zullen versterken in het kader van het Plan voor Herstel en Veerkracht, onder meer door de waterstofindustrie uit te bouwen, de kmo's voor te bereiden op de circulaire economie en de cybersecurity in ons land te verbeteren.

 

Ik hoop dat het Parlement ook werk zal maken van initiatieven om de prijzen te verlagen en de koopkracht te verbeteren. Ik denk met name aan de reeds ingediende wetsvoorstellen om de opzegging van verzekeringsovereenkomsten te vergemakkelijken, waarover ik onlangs om advies werd gevraagd. Dit moet de mobiliteit van de consument bevorderen en de ontwikkeling van een gezonde concurrentie mogelijk maken.

 

Deze maatregelen, die prijzen en buitensporige marges doen dalen, zijn bijzonder belangrijk in de huidige context van hoge inflatie. De regering heeft de middelen van de Belgische Mededingingsautoriteit reeds versterkt, maar bijkomende maatregelen om via concurrentie de prijzen te doen dalen zijn wenselijk.

 

02.03  Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de minister, u hebt een aantal zaken en maatregelen aangehaald die ik zou verwelkomen.

 

U sprak over de overmatige schuldenlast die een bezorgdheid zou zijn van alle partijen in het halfrond. U stelde dat daaraan iets moet worden gedaan. In het begin van de legislatuur is daartoe door een aantal leden een eerste aanzet gegeven, maar uiteindelijk is er geen finaal akkoord over gekomen.

 

U sprak ook over de opzegbaarheid van verzekeringen. Vanzelfsprekend is die maatregel nodig. Die maatregel zou ik echter doorvoeren op een moment waarop wij niet in een precaire situatie zitten als de huidige. Wij bevinden ons nu in een ongezien scenario van koopkrachtverlies. Het is ondertussen sinds de jaren '70 geleden dat wij nog in een dergelijke precaire situatie hebben gezeten op het vlak van inflatie. Ik meen dan ook niet dat wij het zullen halen met de maatregelen die u hebt opgesomd.

 

Mijnheer de minister, de beste garantie om mensen koopkracht te geven, is ervoor te zorgen dat iedereen aan het werk is, dat er jobs zijn en dat de mensen een job hebben. U hebt een sprongetje gemaakt naar de voorstelling die u hebt gegeven samen met uw partijvoorzitter, de heer Paul Magnette. U stelde daarbij wel dat die voorstelling namens uw partij gebeurde. U zult echter ongetwijfeld begrijpen dat bijzonder veel mensen het ongepast vonden dat een partij op dat moment maatregelen kwam voorstellen die weergeven hoe zij een en ander ziet, die dan later meteen getorpedeerd werden door andere regeringspartijen, terwijl de regering zelf geen maatregelen neemt en de mensen zich grotendeels in de kou gelaten voelen. Ik denk bijgevolg dat de regering een bepaalde eensgezindheid mist.

 

Als ik een persconferentie wil zien, dan heb ik liever dat het een persconferentie is namens de regering, waarmee jullie de burger met een pakket maatregelen tonen dat het menens is en dat jullie echt iets kunnen doen aan de koopkracht. Jullie hebben in het verleden wel een aantal dingen geprobeerd, maar nog niets structureels. Ik denk bijvoorbeeld aan alles wat met energie te maken heeft.

 

Uw premier heeft ondertussen wel aangekondigd dat de tijdelijke maatregel inzake de 6 % btw wellicht verlengd zal worden. Er werden echter nog altijd geen garanties gegeven over het structurele karakter van deze maatregel.

 

De prijs van aardgas is bijvoorbeeld ook enorm gestegen. Sommige regeringspartijen zeggen dan dat de btw later terug naar 21 % moet omdat aardgas vervuilend is en niet goed is voor het klimaat. Men ziet echter dat de aardgasprijzen verdrievoudigen. Als men dan zoiets aan de bevolking verkondigt, begrijp ik dat het vertrouwen voor een groot stuk weg is.

 

Ik weet ook dat u met uw eerste minister aan een septemberakkoord werkt, waarmee Vivaldi zich zou willen heruitvinden. U hebt ook een sprongetje gemaakt naar het begrotingsconclaaf voor 2023. Dat zijn allemaal zaken die we pas kunnen vaststellen in september, oktober of november, bij de grote besprekingen van onder andere de beleidsnota's. De tijd tikt wel voor de mensen die hun factuur niet kunnen betalen. Ik denk dus dat er structurele maatregelen nodig zijn om de koopkracht te verbeteren. U zegt ook dat het moet gebeuren en dat jullie het daarover eens zijn. Ik zie echter bijzonder weinig gebeuren.

 

Verder zegt u dat arbeid moet worden beloond. Dat is vanzelfsprekend. We zijn nu eenmaal het land met bijna de hoogste belastingen van de hele wereld. Ik hoop ook, mijnheer de minister, dat u goed in het achterhoofd houdt dat ondernemen eveneens beloond moet worden. We zijn een echt kmo-land, met veel specialistische kennis, die we zeker hier moeten houden. Procentueel gezien is het aandeel van onze actieve beroepsbevolking dat bij een kmo werkzaam is bijzonder groot. Daarom moeten we er ook voor zorgen dat we het beleid op die leest blijven schoeien.

 

In de haven van Antwerpen, toch een bijzonder grote werkgever, willen chemiebedrijven uitbreiden, maar die uitbreiding wensen ze in bijvoorbeeld Duitsland door te voeren in plaats van in Antwerpen, omdat onze energiekosten 20 % hoger liggen dan die in de buurlanden en ook de loonkosten hier hoger zijn. Zo werden er meerdere zaken meegegeven. Natuurlijk moeten we ervoor zorgen dat we verschillende klokken horen luiden, maar het zijn toch allemaal betreurenswaardige signalen, want een uitbreiding van het aantal arbeidsplaatsen is altijd nuttig voor onze economie en onze economische groei.

 

Ik vrees dat de marge van middelen die u ter beschikking hebt niet zo heel groot is, omdat er niet altijd een spaarzaam beleid gevoerd werd. Andere landen in Europa staan er beter voor en kunnen zich in tijden als de huidige iets meer permitteren. Ik stel vast dat de federale overheid nooit de hand in eigen boezem steekt door te bekijken hoe zij spaarzamer of efficiënter kan functioneren. Uw staatssecretaris, de heer Dermine, heeft daarover al eens een filmpje verspreid op Twitter. Ik zei dat er best wel wat vet zit op de overheidsfinanciën en dat die wel efficiënter kunnen worden ingezet, maar hij heeft dat toen anders begrepen. Ik wou toen geen steen werpen naar de vele ambtenaren, maar wel naar het politieke beleid. Ik ben er namelijk van overtuigd dat onze middelen veel efficiënter kunnen worden ingezet. Dat zou nu van pas komen om onder meer de koopkracht van de mensen aanzienlijk te verbeteren.

 

We hebben het gehad over de energiefacturen, maar over de winkelkar hebt u niet veel gezegd. Er kan een wijziging worden doorgevoerd in de btw op basisgoederen, daar zit mogelijk nog rek op. Ook in heel het verhaal over de prijzen aan de pomp is er binnen de regering heel wat gebakkeleid. Uiteindelijk heeft de regering een bijzonder kleine aalmoes gegeven via de accijnzen, terwijl er veel meer kan worden gedaan om het Europees toegestane minimum te bereiken. Ook dergelijke zaken werden niet gehonoreerd ten aanzien van de bevolking. Zodoende zitten de mensen er toch nog elke dag mee.

 

Men kan dan wel zeggen dat men in het buitenland meer betaalt aan de pomp, wat ook inderdaad het geval is, maar de mensen betalen al bijna de hoogste belastingen van de wereld. Vorige week zagen wij het nog, nieuw onderzoek toont heel duidelijk aan dat wij belastingkampioen zijn, dat er nergens zo zwaar belast wordt als hier in dit land. Ik vrees dus dat het hele systeem structureel heruitgevonden zal moeten worden.

 

Als ik dan kijk naar het PS-plan, dan zie ik dat er bepaalde uitgaven gedaan zullen worden, maar die worden gecompenseerd door nieuwe belastingen. Ik ga akkoord met het gegeven dat bepaalde belastingen geheven moeten worden, maar vooraleer men voor nieuwe inkomsten nieuwe belastingen gaat invoeren, moet men eens bekijken hoe men het hele systeem kan hervormen en eerlijker maken.

 

Mijnheer de minister, ik heb een motie van aanbeveling voorbereid. Daarin beveel ik u een aantal concrete maatregelen aan. In de eerste plaats vraag ik een koopkrachtversterkend beleid. De mensen wachten daarop maar hebben nog niet veel gezien. Het is niet langer vijf voor twaalf, twaalf uur is reeds gepasseerd. Wij moeten ook durven kijken naar structurele maatregelen om het groeipotentieel van onze economie, dat er absoluut is, verder op te krikken. We moeten verder kijken naar de concurrentiekracht van onze bedrijven, die gewaarborgd moet blijven. Die moet ook bij uitbreiding van jobs of nieuwe jobs gegarandeerd blijven. Wij moeten er ook alles aan doen om de inflatie, die in België veel hoger is dan elders, zoveel mogelijk af te remmen.

 

Moties

Motions

 

De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

En conclusion de cette discussion, les motions suivantes ont été déposées.

 

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Reccino Van Lommel en luidt als volgt:

"De Kamer,

gehoord de interpellatie van de heer Reccino Van Lommel

en het antwoord van de vice-eersteminister en minister van Economie en Werk,

- gelet op de economische indicatoren en het IMF-rapport;

- gelet op de conclusie waarbij de inflatie in België hoger is, het begrotingstekort groter en de economische groei lager is ten opzichte van de meeste andere industrielanden;

- gelet op de eerdere vragen, interpellaties en tussenkomsten aan de minister betreffende inflatie en koopkracht;

- overwegende dat de problematiek van de inflatie in het verleden als overwegend minimalistisch werd beschouwd door de regering;

- overwegende dat een lagere economische groei een negatieve impact heeft op het algemene welvaartsniveau en de bedrijven;

vraagt de regering

- een koopkrachtversterkend beleid te voeren;

- structurele maatregelen te nemen om het groeipotentieel van onze economie op te krikken;

- de concurrentiekracht van onze bedrijven te waarborgen die het behoud en de uitbreiding van jobs kan garanderen;

- alles te doen en niet na te laten om de inflatie – die in België overwegend hoger is dan elders – af te remmen."

 

Une motion de recommandation a été déposée par M. Reccino Van Lommel et est libellée comme suit:

"La Chambre,

ayant entendu l’interpellation de M. Reccino Van Lommel

et la réponse du vice-premier ministre et ministre de l'Économie et du Travail,

- eu égard aux indicateurs économiques et au rapport du FMI;

- eu égard à la conclusion selon laquelle la Belgique connaît une inflation plus élevée, un déficit budgétaire plus important et une croissance économique plus faible que la plupart des autres pays industrialisés;

- eu égard aux questions, interpellations et interventions précédemment soumises au ministre concernant l’inflation et le pouvoir d’achat;

- considérant que le gouvernement a considéré le problème de l’inflation comme essentiellement mineur dans le passé;

- considérant qu’une croissance économique plus faible a une incidence négative sur le niveau général de prospérité et sur les entreprises;

demande au gouvernement

- de mener une politique de renforcement du pouvoir d’achat;

- de prendre des mesures structurelles en vue d’augmenter le potentiel de croissance de notre économie;

- de sauvegarder la compétitivité de nos entreprises afin de garantir le maintien et l’extension de l’emploi;

- de tout mettre en œuvre et de ne rien négliger pour ralentir l’inflation, qui est globalement plus élevée en Belgique qu’ailleurs."

 

Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Leslie Leoni.

Une motion pure et simple a été déposée par Mme Leslie Leoni.

 

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

 

03 Question de Malik Ben Achour à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "L’initiative citoyenne européenne visant à interdire les produits issus des colonies" (55027670C)

03 Vraag van Malik Ben Achour aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "Het Europese burgerinitiatief voor het verbod op producten uit de nederzettingen" (55027670C)

 

03.01  Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, je vous prie d'excuser mon retard et vous remercie, ainsi que les collègues, de me permettre de poser ma question.

 

Monsieur le ministre, le 21 février une initiative citoyenne européenne a été lancée en vue d'aboutir à l'interdiction de commercer avec les colonies israéliennes dans les territoires occupés. Le but est d'obtenir un million de signatures en une année dont 15 000 en Belgique. C'est à cette condition que les initiateurs pourront être entendus par le Parlement et la Commission et que cette dernière devra prendre une décision et la motiver. La démarche est soutenue par une centaine d'ONG parmi lesquelles Avaaz, Human Rights Watch ou la Fédération internationale pour les droits humains.

 

Dans le même temps, le CNCD-11.11.11. a réactivé la campagne belge Made in Illegality, qui partage le même objectif. Celle-ci est quant à elle appuyée par une trentaine d'organisations et de syndicats dans notre pays.

 

Nous savons que l'Union européenne est le premier marché d'exportation pour l'État hébreu et qu'une part substantielle de ces produits provient des colonies. Depuis 2015, l'étiquetage est obligatoire au sein de l'Union. Cet impératif est pourtant très loin d'être respecté. C'est pourquoi ce gouvernement, dans son accord de gouvernement, a décidé d'avancer sur la voie de la politique de différenciation. Un groupe de travail a été mis en place.

 

Monsieur le ministre, avez-vous pris connaissance de cette initiative citoyenne européenne? Je n'en doute pas. Le cas échéant, si les conditions de prise en considération étaient atteintes, relaierez-vous cette demande au niveau européen? Pourriez-vous faire un état des lieux de l'avancement des travaux du groupe de travail au sein du gouvernement? 

 

03.02  Pierre-Yves Dermagne, ministre: Monsieur le président, monsieur Ben Achour, effectivement, l'Union européenne doit respecter ses obligations légales et les engagements qu'elle a pris au niveau international, notamment en matière de droit international humanitaire. Dans ce contexte, nous pouvons soutenir l'idée que la reconnaissance du caractère illégal des colonies pourrait être accompagnée, au niveau de l'Union, d'une réglementation du commerce des biens en provenance de ces colonies.

 

J'en viens aux travaux réalisés par mon administration. Premièrement, des consultations sont en cours avec les États membres et la société civile pour déterminer s'il est possible d'améliorer l'arrangement technique et comment.

 

Deuxièmement, un autre exercice est également en cours. Il vise à évaluer une possible collaboration entre mon administration et la douane, en matière de contrôle de l'étiquetage des produits et, le cas échéant, l'adoption d'un modus operandi spécifique.

 

Troisièmement, mon administration a débuté une réflexion au sujet de la meilleure façon de sensibiliser les consommateurs et les entreprises.

 

Quatrièmement, un exercice porte sur les possibilités légales nous permettant de sanctionner les opérateurs économiques établis en Belgique qui commercent avec des entreprises reprises dans la base de données des Nations Unies (liste du 12 février 2020) et qui sont impliqués directement ou indirectement dans certaines activités spécifiques liées aux colonies israéliennes dans les territoires occupés. Dans le cadre de cet exercice, il faudrait évaluer s'il est nécessaire d'élaborer et d'adopter une législation belge ad hoc.

 

En ce qui concerne l'état d'avancement de ces travaux, nous espérons aboutir à un résultat avant la fin de l'année pour les trois premiers volets. Pour le quatrième, un délai un peu plus raisonnable pourrait nous amener en fin d'année 2023 dans le cas où une loi devrait être adoptée.

 

Monsieur Ben Achour, vous pouvez compter sur ma détermination pour faire respecter le droit international chez nous.

 

03.03  Malik Ben Achour (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses, mais surtout pour votre volontarisme dans ce dossier important.

 

Hier a eu lieu la "marche du drapeau", qui a vu près de 70 000 ultranationalistes traverser Jérusalem au cri de "Mort aux Arabes!" – et ce n'était pas la moindre des insultes. Les violences à l'égard des Palestiniens et l'assassinat de la journaliste palestino-américaine, il y a quinze jours, en témoignent: la violence augmente et, avec elle, les menaces sur l'horizon de paix dans la région.

 

Face à cette radicalisation tant du gouvernement israélien que de la société israélienne, il faut que les Européens soient capables de changer leur paradigme ou, en tout cas, les fondamentaux de leur grille de lecture sur ce dossier. Nous devons maintenant nous adapter à cette radicalisation et poser des actes concrets. Nous avons été capables de le faire dans d'autres dossiers. Nous devons être capables de le faire dans celui-ci aussi.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: La question n° 55027729C de Mme Florence Reuter est sans objet.

 

Vraag nr. 55027784C van mevrouw Depraetere wordt uitgesteld.

 

04 Vraag van Reccino Van Lommel aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "Faillissementen en verlies aan arbeidsplaatsen" (55027823C)

04 Question de Reccino Van Lommel à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Les faillites et pertes d'emploi" (55027823C)

 

04.01  Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de minister, in de maandelijkse verslagen van Statbel zien wij dat het aantal geregistreerde faillissementen is toegenomen. Het Vlaamse Gewest kreeg het hoogste aantal maandelijkse faillissementen te verwerken. Ten opzichte van maart 2019 is er zelfs een toename met 22,5 %.

 

In maart 2019 was er nog geen sprake van een lockdown en corona, dus ik vraag mij af of de toename wel iets met de coronacrisis te maken heeft. De overheid heeft immers heel wat steunmaatregelen genomen om de ondernemingen door de coronacrisis te loodsen. In die periode waren de faillissementscijfers ook lager, maar een toename met 22,5 % vind ik toch bijzonder groot. Men moet al teruggaan naar oktober 2013 om dergelijke cijfers terug te vinden. In Brussel en Wallonië is het maandelijkse aantal faillissementen zelfs gedaald ten opzichte van diezelfde periode in 2019.

 

Welke verklaring hebt u voor die cijfers? Welk effect op de economische groei verwacht u hiervan? Heeft het te maken met het feit dat er misschien een recessie dreigt aan te komen?

 

04.02 Minister Pierre-Yves Dermagne: Mijnheer Van Lommel, dank u voor uw vraag. Ik herinner eraan dat de regering naar aanleiding van de coronapandemie twee moratoria op faillissementen heeft ingesteld. Daarnaast werden verschillende maatregelen genomen om bedrijven te ondersteunen.

 

De stopzetting van de moratoria en de opschorting van een aantal steunmaatregelen liggen waarschijnlijk aan de basis van de stijging van het aantal faillissementen in maart 2022 in vergelijking met dezelfde periode in 2021. Dit cijfer ligt echter 2,7 % lager dan in dezelfde periode in 2019.

 

Wanneer de gegevens van maart 2022 worden geanalyseerd, blijkt dat 43 % van de faillissementen in de sector 'handel' viel in de reparatie van auto's en motorfietsen en in het verschaffen van accommodatie en maaltijden.

 

Het Vlaamse Gewest is goed voor 59 % van de faillissementen in deze twee categorieën. 70 % van de werkgevers in deze twee categorieën is gevestigd in het Vlaamse Gewest. Dat verklaart het hogere aantal faillissementen in vergelijking de twee andere Gewesten.

 

Volgens de jongste vooruitzichten van de Europese Commissie is de economische groei in de Europese Unie voor 2022 naar beneden bijgesteld, van 4,3 % naar 2,7 %. In België zal, zoals ik reeds geantwoord heb op een eerdere vraag, de economische groei in 2022 naar verwachting 2 % bedragen.

 

Volgens deze prognoses zouden België en Nederland hun bbp van voor de crisis al in 2021 opnieuw bereikt hebben, terwijl dit voor Frankrijk en de eurozone later zal gebeuren; voor Duitsland zelfs pas in 2023. Volgens de jongste vooruitzichten wordt in 2022 en 2023 noch in Europa, noch in België, een recessie verwacht.

 

04.03  Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord. U hebt een aantal specifieke sectoren genoemd die blijkbaar verantwoordelijk zijn voor die cijfers. Dat bekommert mij en is zeker iets om verder op te volgen.

 

U hebt het over een economische groei van 2 % en 2,6 % als Europees gemiddelde. U zegt dat een recessie niet echt wordt verwacht, maar u moet begrijpen dat wanneer er sprake is van inflatie en wanneer alles in de supplychain duurder wordt, de waarde van de toegevoegde waarde veel groter wordt en dat die eigenlijk in verhouding tot de loonstijgingen binnen het bbp zou moeten meegroeien. Dat lijkt mij logisch omdat we spreken over toegevoegde waarde. Als we die 2 % reëel bekijken, dan denk ik dat we niet van een groei mogen spreken. Als men die 2 % zou corrigeren …

 

Ik denk dat wij de faillissementscijfers in de komende maanden zeker verder moeten opvolgen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 55027941C van mevrouw Jadin vervalt. De vragen nr. 55027968C en nr. 55027969C van mevrouw Houtmeyers vervallen eveneens.

 

05 Vraag van Reccino Van Lommel aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De herberekening bij beheersvennootschappen van auteurs" (55028151C)

05 Question de Reccino Van Lommel à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Le recalcul dans les sociétés de gestion d'auteurs" (55028151C)

 

05.01  Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, wij hebben vernomen dat minstens één beheersvennootschap een brief heeft ontvangen van de FOD Economie in verband met de auteursrechten. In die brief wordt gevraagd om alle berekeningen opnieuw te maken voor het jaar 2021. In een aantal gevallen zullen er zelfs softwareaanpassingen nodig zijn om dat mogelijk te maken. Concreet betekent die vraag ook dat heel wat betrokken belanghebbenden hun vergoeding later zullen ontvangen dan gebruikelijk.

 

Mijnheer de minister, waarom heeft de FOD Economie die brief aan de beheersvennootschappen geschreven? Wat is de reden van de vraag tot herberekening?

 

Zal er na die herberekening nog een nieuwe controle worden uitgevoerd, bijvoorbeeld steekproefsgewijs, zoals dat steeds gebeurt?

 

05.02 Minister Pierre-Yves Dermagne: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van Lommel, mijn administratie heeft geen kennis van een dergelijk dossier waarbij zij de opdracht gaf aan een beheersvennootschap om alle berekeningen opnieuw te maken voor het jaar 2021.

 

05.03  Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de minister, dat moeten we dan toch eens nader bekijken, want die brieven vallen niet zomaar uit de lucht. We moeten dus nagaan vanwaar dat komt. Ik had begrepen dat die brieven vanuit de FOD Economie kwamen, maar u zegt dat er vanuit uw diensten geen dergelijke brieven zijn gestuurd. Dat is vreemd.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

06 Question de Leslie Leoni à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Le recouvrement amiable des dettes du consommateur" (55028156C)

06 Vraag van Leslie Leoni aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De minnelijke invordering van consumentenschulden" (55028156C)

 

06.01  Leslie Leoni (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, mon collègue Patrick Prévot, qui suit attentivement le dossier du recouvrement amiable des dettes du consommateur, aurait aimé vous poser cette question. Cependant, il se trouve actuellement entre deux biberons. Dans ce contexte, je suppose qu'il ne m'en voudra pas de reprendre sa question relative à la lutte contre le surendettement, thème qui est primordial pour mon groupe politique. Il l'est d'autant plus, dans le contexte actuel, qu'avec l'augmentation du prix de l'énergie et des biens de première nécessité, de nombreux concitoyens se débattent avec des factures qui explosent.

 

Nous le savons, au sein de notre commission – puisque nous avons organisé des auditions relatives à l'industrie de la dette –, il est malheureusement fréquent qu'une facture de quelques euros se transforme en une dette de plusieurs centaines d'euros. Il est donc essentiel de déterminer un cadre et de limiter les frais de rappel. 

 

De plus, j'ai encore été interpellée ce 19 mai en lisant un article paru dans Le Vif/l'Express concernant le recouvrement des redevances de stationnement par les huissiers. Nous y apprenions que de nombreuses procédures ouvertes par les huissiers étaient entachées d'irrégularités. Un contrôle de ceux-ci par le SPF Économie permettrait de remédier à certains abus.

 

C'est donc pour moi l'occasion de vous poser la question suivante. Monsieur le ministre, pouvez-vous faire le point sur le dossier du recouvrement amiable des dettes du consommateur? Où en est la rédaction du projet de loi? Quelles en seront les prochaines étapes? 

 

06.02  Pierre-Yves Dermagne, ministre: Madame la députée, je vous remercie pour votre question qui aurait effectivement pu être celle de votre collègue Patrick Prévot. Je lui exprime d'ailleurs ainsi qu'à sa compagne toutes mes félicitations et mes encouragements pour l'heureux événement. Le recouvrement des dettes est une matière qu'il a toujours suivie et pour laquelle il a voulu obtenir des avancées. Je me réjouis donc de pouvoir annoncer une réforme importante en la matière par la création d'un nouveau livre dans le Code de droit économique qui s'appellera "Dettes du consommateur". Le projet de loi encadrera strictement les coûts, frais et indemnités qui sont réclamés au consommateur ainsi que l'activité et la procédure du recouvrement amiable par les professionnels.

 

Le projet de loi est pour l'instant soumis à l'avis du Conseil central de l'économie et du Conseil Supérieur des Indépendants et des PME. Ce projet est très important pour moi et je souhaite le faire avancer le plus rapidement possible. Dès le retour des avis, le projet de loi sera rediscuté au sein du gouvernement. Un avis sera alors demandé à l'Autorité de protection des données et au Conseil d'État durant la période estivale, la volonté étant de soumettre ce projet à votre commission et au Parlement en automne.

 

Il s'agit d'un sujet important. Il l'était avant la crise actuelle. Il le sera encore plus dans les moments difficiles que traverse aujourd'hui une grande partie de notre population. Il est essentiel pour moi d'avancer rapidement pour encadrer, contrôler et mieux réguler ces pratiques du recouvrement amiable par des professionnels qui seront dorénavant, si le projet n'est pas substantiellement modifié, soumis au contrôle de l'Inspection économique avec éventuellement, en cas d'abus ou de non-respect des règles, des sanctions à la clé.

 

06.03  Leslie Leoni (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie de votre réponse, qui est très claire, tout comme votre agenda. Je ne manquerai évidemment pas de transmettre vos informations à mon collègue.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 14.35 uur.

La réunion publique de commission est levée à 14 h 35.