Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières administratives

Commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken

 

du

 

Mercredi 11 mai 2022

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Woensdag 11 mei 2022

 

Voormiddag

 

______

 

 


De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.03 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.

La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 03 et présidée par M. Ortwin Depoortere.

 

01 Actualiteitsdebat over de Oekraïense vluchtelingen en toegevoegde vragen van

- Ben Segers aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De toeleiding van gastgezinnen en Oekraïense vluchtelingen" (55027007C)

- Ben Segers aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Een duurzame omkadering voor gastgezinnen" (55027011C)

- Eva Platteau aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De stand van zaken van de registratie en opvang van Oekraïense vluchtelingen" (55027335C)

- Ben Segers aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De opvolging van niet-begeleide minderjarige Oekraïners" (55027552C)

- Dries Van Langenhove aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De stand van zaken van de opvang van Oekraïners" (55027610C)

- Simon Moutquin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De opvang van Oekraïense vluchtelingen" (55027628C)

- Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De opvangplaatsen bij particulieren" (55027637C)

- Theo Francken aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De geweigerde Oekraïense ontheemden" (55027694C)

01 Débat d'actualité sur les réfugiés ukrainiens et questions jointes de

- Ben Segers à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'accompagnement des familles d'accueil et des réfugiés ukrainiens" (55027007C)

- Ben Segers à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Un encadrement durable pour les familles d'accueil" (55027011C)

- Eva Platteau à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'état d'avancement de l'enregistrement et de l'accueil des réfugiés ukrainiens" (55027335C)

- Ben Segers à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le suivi des mineurs non accompagnés ukrainiens" (55027552C)

- Dries Van Langenhove à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'état de la question de l'accueil d'Ukrainiens" (55027610C)

- Simon Moutquin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'accueil des réfugiés ukrainiens" (55027628C)

- Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les places d'accueil des particuliers" (55027637C)

- Theo Francken à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les Ukrainiens déplacés refusés" (55027694C)

 

01.01  Ben Segers (Vooruit): Mijnheer de staatssecretaris, wie het internet afschuimt op allerlei Belgische solidariteitsfora voor Oekraïne kan niet anders dan onder de indruk zijn van de grote bereidwilligheid van de Belgische bevolking. Het valt echter op dat veel gastgezinnen en Oekraïners niet op de hoogte lijken te zijn van de precieze werking van het reguliere circuit, dus met matching vanuit het registratiecentrum op de Heizel, dat nu veel beter werkt dan enige tijd geleden. Op die fora zijn veel gastgezinnen te vinden die hun diensten aanbieden alsook Oekraïense vrouwen die op zoek zijn naar een plek om te overnachten en niet lijken te weten dat ze zich daarvoor het best zo snel mogelijk naar het registratiecentrum op de Heizel kunnen begeven.

 

Hoewel het overgrote deel van de posts bonafide is, zorgen die ook voor problemen. Oekraïense vrouwen stellen zich bijvoorbeeld vaak bijzonder kwetsbaar op en bieden dan aan te zullen werken, zonder vooraf de intenties te kennen of te kunnen kennen van wie daarop ingaat. Die situatie is uiteraard suboptimaal, omdat een duurzamere opvang niet afhankelijk mag zijn van een al bij al toevallig contact. De verwachtingen qua duur, profiel enzovoort zijn niet op elkaar afgestemd. In de allerslechtste gevallen kan en zal dat zelfs leiden tot uitbuiting.

 

Zeer vaak worden die situaties bestendigd na de registratie in het centrum op de Heizel, omdat men van oordeel is dat men geen nood heeft aan opvang, aangezien men al een opvangplaats heeft. Het is dus van belang om zo vroeg mogelijk in het proces te kunnen ingrijpen.

 

Bent u het met mij eens dat die personen – zowel gastgezinnen als in België verblijvende Oekraïense vluchtelingen – het best zo snel mogelijk naar het reguliere circuit worden geleid? Hoe zult u dat doen of hoe doet u dat? Deze vragen zijn namelijk al enige tijd geleden ingediend.

 

Hebt u uw administratie of een middenveldorganisatie bijvoorbeeld gevraagd om die personen ook systematisch aan te spreken? Dat is niet zo moeilijk, want de contactgegevens zijn erbij vermeld.

 

Zorgt u ervoor dat op die manier opgemerkte malafide advertenties ook worden gemeld bij de bevoegde instanties, namelijk de FGP, het parket en de centra voor slachtoffers van mensenhandel?

 

Om te vermijden dat een parallel circuit nodig is, moeten de overheidsfaciliteiten natuurlijk op elk ogenblik van de dag werken. Welke opvang wordt er geboden aan Oekraïense vluchtelingen die na het sluitingsuur van het registratiecentrum op de Heizel aankomen? Tot hoe laat kunnen zij waar terecht? Wat met de vluchtelingen die op de luchthaven van Charleroi aankomen na een vlucht van bijvoorbeeld tien uur en dan met Flixbus naar Brussel-Zuid gaan? Worden vluchtelingen die met Flixbussen in Brussel-Noord aankomen ondertussen naar opvangplaatsen begeleid?

 

Het tweede dat ik wil aanhalen, zijn de niet-begeleide minderjarigen. Ik heb daar recent nog vragen over gesteld aan minister Van Quickenborne, die mij heeft geantwoord dat het registratiecentrum aan de Heizel voorziet in een apart loket voor minderjarigen, dat bemand wordt door de DVZ. Dat hebben we ook kunnen vaststellen bij ons bezoek. Ik dacht dat de dienst Voogdij daar ook nog bij betrokken zou worden. Dat loket voert een eerste gesprek met de minderjarigen en vraagt naar de levensomstandigheden en verblijfplaats. Daarna stuurt het een signalementsfiche naar de dienst Voogdij, waarbij het adres dat de minderjarige opgeeft op de signalementsfiche wordt vermeld. Na een positieve woonstcontrole door de wijkagent zal het adres van de niet-begeleide minderjarige ook in het Rijksregister worden vermeld.

 

De minister had het toen over 709 Oekraïense niet-begeleide minderjarigen, waarvan een tweehonderdtal zich in een observatiecentrum bevond, wat betekent dat er toch al een overheidstoezicht voor hen was, zij het zonder voogd. Voor slechts 89 niet-begeleide Oekraïense minderjarigen werd een voogd aangesteld. Dat betekent dat er op dat ogenblik zo'n 420 Oekraïense niet-begeleide minderjarigen waren zonder voogd. Ik heb ook begrepen dat het aantal Oekraïners in de pleegzorg beperkt is. Ik maak me dan ook zorgen over die 420 minderjarigen. Misschien zijn het er intussen meer.

 

Ik ving tevens op dat de contacten tussen de minderjarige en het begeleidende – zogenaamde - familielid, of een vriend van de familie, niet altijd optimaal verlopen. Een oplettende OCMW-medewerker kon een mistoestand opmerken, maar wat met de niet-begeleide minderjarigen zonder voogd die niet bij het OCMW raken of waarbij het OCMW bepaalde signalen onvoldoende kan opmerken? Sommigen zullen ook allicht nog lang op een voogd moeten wachten. Wat gebeurt er ondertussen? Is er nu al een systematische woonstcontrole bij die 618 Oekraïense niet-begeleide minderjarigen? Wordt daar prioriteit aan gegeven? Is er een systematische monitoring en terugkoppeling, in plaats van een automatische doorverwijzing naar de steden en gemeenten, of hangt veel louter van goede wil af?

 

Bij hoeveel van die 418 niet-begeleide Oekraïense minderjarigen vond al een controle plaats? Wordt verzekerd dat die controle meermaals gebeurt? Zijn u al mistoestanden bekend? Hoeveel? Wat hebt u eraan gedaan?

 

In Nederland kan men voor de huidige opvang van Oekraïners verder bouwen op de ervaringen van Takecarebnb, dat zorgt voor intakegesprekken en matching. Er worden geen Oekraïners aan gastgezinnen toegewezen zolang die fases niet doorlopen werden. Ik weet dat er tot voor kort geen personen werden toegewezen. Misschien is dat ondertussen al veranderd.

 

Ik weet ook dat er in België wel een screening is gebeurd, terwijl dat in Nederland vooralsnog niet is gebeurd. Dat betekent dat alle Oekraïners die op dat ogenblik opgevangen waren, geen screening hadden doorlopen. Bepaalde collega's stelden het hier helemaal verkeerd voor.

 

Een consortium van het Rode Kruis, Vluchtelingenwerk Nederland, het Leger des Heils en Takecarebnb coördineert daar een en ander. Er is een telefonische intake, een verklaring over het gedrag bij het gastgezin, de gastgezinnen worden geïnformeerd. Er hadden zich 30.000 gastgezinnen aangemeld via refugeehome.nl, 40 % daarvan werd geweigerd, bijvoorbeeld omdat er geen aparte kamer beschikbaar was of omdat het gastgezin slechts heel kort in opvang kon voorzien. Daarnaast zijn er ook vrijwilligers die het vaste aanspreekpunt zijn. Dat is echt een heel goed systeem.

 

Mijnheer de staatssecretaris, zult u een dergelijk systeem uitwerken, samen met het middenveld en de deelstaten in België? Dit systeem kan dan meteen ook in niet-crisistijden worden ingezet voor niet-Oekraïners, met name voor personen aan wie net internationale bescherming werd toegekend en die de opvang dus moeten verlaten.

 

01.02  Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de staatssecretaris, het is enige tijd geleden dat we een vragensessie hebben gehad. Daarom lijkt het mij goed om nog eens te vragen naar de stand van zaken van de aanmeldingen van Oekraïense vluchtelingen.

 

We zien nu dat de situatie in Kiev en het westen van het land toch al beter is. Russische troepen nemen Kiev niet langer in het vizier, zodat de inwoners van Kiev hun leven kunnen hervatten. Dat is mogelijk ook goed nieuws voor vluchtelingen die willen terugkeren naar huis. Anderzijds blijft het conflict duren in het oosten van het land en woedt de oorlog daar nog volop.

 

Op 29 april 2022 las ik in de media dat het aantal Oekraïense vluchtelingen dat zich dagelijks laat registreren toen schommelde tussen 350 en 450 mensen per dag. Dat was heel wat lager dan de eerste weken na het begin van de oorlog.

 

Mijnheer de staatssecretaris, kunt u actuele cijfers over het aantal dagelijkse aanmeldingen geven? Verwacht u in de komende weken nog een toename van het aantal aanmeldingen? Bestaan er op Europees niveau afspraken over een spreiding van vluchtelingen die nu in Oost-Europese landen worden opgevangen over andere Europese landen? Zo ja, zullen we die mensen ook in België kunnen opvangen?

 

Hoelang zal het aanmeldcentrum van de DVZ op de Heizel operationeel blijven? Hebt u plannen om de locatie te wijzigen, indien het aantal aanmeldingen beperkt blijft tot honderden mensen per dag?

 

Vinden alle mensen die zich aanmelden op dit moment een opvangplek? Ik denk dan ook aan mensen die initieel bij gezinnen thuis werden opgevangen en die nu verkiezen om naar een andere, georganiseerde opvangplaats te gaan. Hoe verloopt die doorstroming?

 

Eind april bedroeg het aantal Oekraïners dat bescherming heeft aangevraagd 37.000. Weet u of er daarvan ondertussen al naar Oekraïne zijn teruggekeerd?

 

01.03  Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb nog een vraag over de opvang van Oekraïners. Tijdens de commissievergadering van 30 maart ondervroeg ik u al over de uitbouw van de collectieve opvangplaatsen voor die Oekraïense vluchtelingen. De twee Vlaamse nooddorpen die toen in Antwerpen en Mechelen in het vooruitzicht werden gesteld hebben intussen hun deuren geopend. De overige dertien komen er voorlopig niet, want de nood blijkt gelukkig niet zo hoog te zijn als aanvankelijk werd gedacht of gevreesd.

 

In Vlaanderen zijn er 20.000 opvangplaatsen, hoewel er maar 3.000 vluchtelingen met  woningnood geholpen moeten worden. Indien de situatie dat vereist, zou er evenwel snel geschakeld kunnen worden. Toen ik u naar een stand van zaken vroeg van de plannen en realisaties met betrekking tot de oprichting van nooddorpen in Brussel en Wallonië, stelde u tijdens de commissievergadering in kwestie onder meer dat men vooral niet naar elkaar mag wijzen. U voegde daar wel aan toe dat de opvang van vluchtelingen in gastgezinnen fijn is, maar geen structurele oplossing kan zijn. Daarom moest ervoor worden gezorgd dat er meer plaatsen in de structurele, collectieve huisvesting komen.

 

Op 5 mei schreef u op Twitter: “Geen zin in communautair gedoe. De realiteit is echter dat Vlaanderen collectieve opvang organiseert om particuliere opvang over te nemen, zoals het hoort. Brussel en Wallonië beschouwen de opvang bij particulieren echter als structureel. Dit is onverantwoord."

 

Mijnheer de staatssecretaris, zonder naar iemand te willen wijzen, herhaal ik dan ook mijn eerdere vraag. Graag kreeg ik van u een stand van zaken van de plannen en de realisaties voor de uitbouw van collectieve opvang voor Oekraïense vluchtelingen in Brussel en Wallonië. Hebt u over de onverantwoorde houding van Brussel en Wallonië reeds overleg gepleegd met de bevoegde instanties? Zo ja, wat was het concrete resultaat?

 

01.04  Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, comme de nombreuses questions ont déjà été posées, j'irai à l'essentiel.

 

Quel est votre point de vue sur la situation globale? Quels sont les chiffres actuels de l'accueil quotidien dans les communes en Belgique? Quels sont les retours des communes?  Au début, c'était assez compliqué, ce qui est tout à fait normal. Apparemment, il y aurait une grande différence entre les chiffres officiels de l’Office des étrangers/Fedasil et le nombre d’inscrits dans les communes. Cela s'explique sûrement par le fait que certaines personnes s'enregistrent sans s'enregistrer dans les communes mais cela pose parfois problème aux communes en matière d'accueil et de mise en place de politiques spécifiques au niveau local. À Waterloo, par exemple, voici dix jours, deux réfugiés étaient inscrits à la commune contre 104 selon l’Office des étrangers. Comme je le disais, cela  peut empêcher les communes d’anticiper certaines dispositions. Un questionnaire ou certaines dispositions peuvent-ils être mis en place pour faire correspondre ces chiffres?

 

Par ailleurs, certains hébergeurs nous reviennent et nous expliquent qu'ils accueillent des personnes qui ont parfois des besoins spécifiques, notamment des personnes porteuses d'un handicap. Un questionnaire est-il proposé aux réfugiés ukrainiens et puis transmis aux futurs hébergeurs de manière à pouvoir prendre des dispositions?

 

Deux mois et demi après le début de la crise, la question du screening a été compliquée, vu que tout s'est fait rapidement. Des dispositions ou des recommandations très claires ont-elles été prises auprès des communes pour éviter des abus dans l'accueil des réfugiés ukrainiens?

 

01.05  Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, le cadre a été donné par mes collègues. Comme M. Segers le rappelait tout à l'heure, la mobilisation de nos concitoyens a été extraordinaire pour répondre en urgence à la nécessité de trouver des lieux d'accueil pour celles et ceux qui quittaient leur pays contraints et forcés à la suite de l'acte tellement honteux et assassin de Vladimir Poutine. Mais, aujourd'hui, ces mêmes concitoyens ne se rendaient peut-être pas compte de la tâche et de ce qui les attendait. Beaucoup me disent: "Monsieur Rigot, jusque quand allons-nous devoir assumer notre mission? Y aura-t-il à un moment donné un relais? La situation financière devient compliquée pour nous. Le coût de la vie vient de terriblement augmenter pour chacune et chacun. Et certains, avec le cœur sur la main, aujourd'hui, malgré tout n'y arrivent plus."

 

Et, puis, il y a quelquefois aussi des situations difficiles. Je me souviens notamment d'un concitoyen du côté de Hannut qui me disait: "J'ai vécu une situation très pénible avec un mineur non accompagné. Je n'ai pas eu le soutien que j'espérais des services de tutelle. Je me sens aujourd'hui seul et désœuvré. Que dois-je faire?"

 

Face à ces situations, certains concitoyens pourraient, à un moment donné, dire stop – et le font déjà. Quelles solutions pourraient-elles être apportées rapidement aux familles qui souhaitent le transfert de réfugiés vers des places d'accueil autre que les leurs, qu'il s'agisse de transferts vers d'autres familles demandeuses ou vers des structures organisées par l'État? Il me semble, en effet, qu'il est temps que nous puissions organiser l'accueil de familles. Pourquoi les familles d'accueil ne reçoivent-elles pas d'aide financière et ne bénéficient-elles pas d'un accompagnement? Une compensation financière peut-elle être envisagée au niveau belge? Combien de temps cet accueil d'urgence devra-t-il encore durer? Les familles sont en attente d'un engagement de votre part que l'État va assurer sa mission en la matière. Dans l'attente d'un accompagnement, quelles mesures pouvez-vous mettre en place?

 

01.06  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, u weet dat ik bedenkingen heb bij de manier waarop u de Oekraïnecrisis hebt aangepakt, namelijk holderdebolder.

 

U hebt gezegd dat de Syrische crisis van 2014-2015 niets was in vergelijking met deze. Ik heb het eens nagekeken. Ik meen dat er op het hoogtepunt van de Syriëcrisis meer mensen aangekomen zijn dan nu mensen uit Oekraïne. Er werd gesproken over 200.000 mensen. Die hebben wij tot nu toe niet gezien. Dat kan altijd nog komen, maar ik meen dat die kans klein is. Ik hoor en lees dat een aantal mensen al terugkeert naar Oekraïne en dat het op dit moment redelijk rustig is aan de Pools-Oekraïense grens, en ook in Roemenië.

 

Volgens u kon de federale overheid het zelf niet aan en moest de opvang gebeuren samen met de deelstaten en de lokale besturen, want wat ons land in 2015 heeft meegemaakt, was peanuts in vergelijking met wat wij nu zouden meemaken. Tot nu toe hebt u daar geen bewijs van. De cijfers wijzen er niet op dat wat wij nu meemaken veel groter zou zijn dan de Syriëcrisis uit 2014. In die zin is uw motivatie om het op deze manier te doen door de feiten een stuk ondervangen.

 

Maar goed, wij zitten nu in de situatie waarbij de deelstaten en de lokale besturen mee verantwoordelijkheid opnemen. Dat doen wij ook. Volgende week zal ik in Lubbeek een zomerhuis openen, als burgemeester van ons college waarmee wij samen met CD&V al tien jaar proberen goed te besturen. Wij zullen dus zeker onze verantwoordelijkheid opnemen, dat is het probleem niet.

 

Ik vraag mij echter wel af hoe het zit met de geweigerde Oekraïense ontheemden. Ik begrijp dat mensen die blijken geen Oekraïner te zijn niet echt opgevolgd worden. Wat gebeurt er met hen? Hoe werkt dat? Kunt u daar meer toelichting over geven? Wat zijn de jongste cijfers? Wat is de jongste stand van zaken? Worden zij opgesloten, of teruggestuurd? Hoe wordt dat gedaan? Dat is mij niet helemaal duidelijk.

 

01.07 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, ik probeer te antwoorden op de vele vragen.

 

Mevrouw Platteau, op de website van Statbel vindt u ook altijd een actueel overzicht van het aantal registraties. Tussen 14 maart 2022 en 9 mei 2022 werden reeds 40.000 attesten van tijdelijke bescherming afgeleverd. Bovendien is nog een aantal personen geregistreerd van wie het dossier nog in behandeling is of van wie de aanvraag werd geweigerd.

 

De dagelijkse registratie fluctueert rond 300 attesten per dag. Op een maandag is dat cijfer vaak wat hoger. Net zoals voor de registratie van asielzoekers is dat cijfer op een maandag wat hoger. Het schommelt dan soms rond 500 registraties, om maar een idee te geven.

 

Mijnheer Francken, u vroeg naar een vergelijking met het verleden. Ik weet niet in welke mate u zaken wenst te vergelijken, maar in ieder geval gaat het om meer dan 40.000 mensen die op drie maanden tijd zijn geregistreerd. Alleen dat gegeven al, namelijk de registratie van meer dan 40.000 mensen op drie maanden tijd, is ongezien. Daarvan kunnen wij wel uitgaan.

 

De vraag hoelang mensen hier blijven alsook of mensen hier blijven en of wij van 40.000 naar 70.000 of 100.000 gaan, kan niet worden beantwoord. Celeval doet een aantal prognoses. Time will tell. U kan echter moeilijk stellen dat de uitdaging, ten minste op het vlak van registratie, niet bijzonder pittig is geweest en behoorlijk ongezien.

 

Laten wij echter hopen dat de situatie niet erg problematisch wordt. Ik ben alleen de mening toegedaan dat politici ook de verantwoordelijkheid hebben om altijd uit te gaan van een worstcasescenario, waarop wij ons moeten voorbereiden. Niemand hier in de zaal zal van oordeel zijn dat dat niet het geval is. Dat hoop ik in ieder geval.

 

Monsieur Moutquin, tous les bénéficiaires de la protection temporaire sont accueillis dans notre pays, même si cela ne se passe pas toujours par les canaux réguliers par lesquels Fedasil peut organiser des allocations avec les autorités locales. Cela ne signifie pas qu'il n'y a pas de contact permanent avec les différentes villes et communes solidaires. Par l'intermédiaire des gouverneurs et des entités fédérées, nous sommes toujours en contact avec le terrain et nous essayons d'aider à trouver des solutions en cas de difficulté.

 

Après leur enregistrement à l'Office des étrangers, toutes les personnes bénéficiaires de la protection temporaire ne se rendent pas nécessairement immédiatement à la commune en vue de leur enregistrement au Registre des étrangers. Par ailleurs, toutes les communes n'ont pas à faire face aux mêmes afflux et toutes ne disposent pas des moyens suffisants en personnel, selon les informations qui m'ont été rapportées.

 

Dans certaines communes, les délais sont beaucoup plus importants que dans d'autres, même si on a affaire à un nombre aussi important de demandeurs ukrainiens.

 

Ik weet dat alle steden en gemeenten heel veel inspanningen leveren. De realiteit is wel dat bepaalde steden, ook proportioneel bekeken, veel meer moeite hebben met de aanpak van de registratie. Ik toon alle begrip, wetend dat de steden plots met specifieke problemen worden geconfronteerd. De steden en gemeenten leveren in ieder geval wel alle inspanningen.

 

Monsieur Moutquin, il est vrai qu'il existe actuellement une différence entre les chiffres relatifs aux attestations de protection temporaire délivrées et les inscriptions dans le Registre national. Sur les quelque 40 000 certificats délivrés, environ la moitié des Ukrainiens ont pu mener à bien la procédure d'enregistrement dans leur commune, le résultat final étant l'enregistrement dans le Registre national. Il y a plusieurs raisons à cela. Par exemple, malheureusement, tout le monde ne s'inscrit pas auprès de la commune immédiatement après avoir reçu son attestation. En outre, certains gouvernements locaux suivent des procédures différentes pour traiter administrativement l'afflux d'Ukrainiens. De nombreuses autorités locales tentent d'y faire face de la manière la plus souple possible mais cela n'est pas toujours facile. Par conséquent, il faut parfois attendre longtemps, trop longtemps, avant d'obtenir un rendez-vous et d'être inscrit au Registre national, ce qui explique l'écart entre les chiffres.

 

Mijnheer Van Langenhove, de deelstaten zijn het engagement aangegaan om het aanbod van bijkomende duurzame opvangplaatsen verder aan te jagen en te monitoren. Concrete cijfers over de uitbouw van collectieve plaatsen kunnen altijd aan de bevoegde overheden van de betrokken regio's worden gevraagd. Ik heb begrepen dat er in het Vlaams Gewest 9.000 plaatsen in de nieuw gecreëerde collectieve opvangplaatsen beschikbaar zijn, maar opnieuw, die vraag kan het best aan de bevoegde overheid gesteld worden. Dat verdient echter een pluim en maakt het mogelijk dat Oekraïense vluchtelingen doorstromen van particuliere naar collectieve opvangplaatsen.

 

Desalniettemin blijven de verschillende overheden van het land in nauw overleg op verscheidene relevante fora. De situatie blijft onvoorspelbaar, waardoor ik steeds ben blijven pleiten voor een grote waakzaamheid en de creatie van voldoende plaatsen. Wij mogen onze aandacht dus niet laten verslappen en moeten over de beleidsniveaus heen, dag na dag, blijven voortwerken aan duurzame oplossingen voor de vele gevluchte Oekraïners.

 

Il me semble important de signaler que chacun détient des compétences propres. Nous sommes habilités au fédéral à nous charger de l'enregistrement et, si nécessaire, de l'accueil de crise. Les Régions accomplissent leur travail en ce qui concerne le logement. Je sais bien à quel point il n'est pas évident d'organiser l'accueil structurel sur le plan régional, mais nous savons aussi tous combien c'est nécessaire.

 

Je me réjouis de constater que la Flandre a créé plusieurs logements structurels, qui sont indispensables. De la sorte, chaque famille d'accueil peut se charger du dispatching. Comme je l'ai dit récemment, il ne s'agit pas de participer à un jeu communautaire, mais chaque Région dispose de compétences en matière de logement. Par conséquent, je ne puis qu'espérer que chacune y mettra du sien.

 

Vous l'avez dit à juste titre, monsieur Rigot: certaines familles d'accueil ont voulu apporter leur aide temporairement – et c'est très louable. Cependant, ces gens doivent poursuivre leur vie et continuer à habiter un logement structurel par la suite. Je suis inquiet à cet égard, dans la mesure où j'ai parfois l'impression que l'accueil par ces familles est perçu comme permanent. Or ce n'est pas le cas. Je peux comprendre que ce n'est pas évident sur le plan budgétaire. De même, la construction de villages de crise n'est pas simple. Toutefois, il faut faire le nécessaire. Je suis toujours disposé à voir ce que nous pouvons entreprendre ensemble. J'observe que certains sont capables d'agir en ce sens et je suis certain que tout le monde peut y parvenir. Travaillons ensemble, parce que c'est la seule façon de s'en sortir. Il ne sert à rien de regarder ce que l'un fait et l'autre pas. Mon inquiétude est guidée par le sort des Ukrainiens et des familles d'accueil. Il importe donc de travailler sur cette question.

 

Mijnheer Francken, de personen die niet de Oekraïense nationaliteit hebben en die wij het statuut van tijdelijke bescherming weigeren omdat ze niet voldoen aan de criteria en dus veilig en duurzaam kunnen terugkeren naar hun land van herkomst, hebben uiteraard de mogelijkheid om ondersteuning te krijgen van de organisatie die instaat voor de terugkeer naar het land van herkomst. Als zij niet vrijwillig terugkeren en geen andere procedure opstarten, kan naast de ICAM-procedure ook altijd de procedure voor gedwongen verwijdering worden opgestart.

 

Wat is mijn eerste inschatting van de zaak? De interpretatie van de TPD, de Temporary Protection Directive, is anders in elk land. In Nederland is het bijvoorbeeld zo dat ook iemand die student of arbeidsmigrant was en die in Oekraïne zat daarvoor in aanmerking komt. Als men vanuit Oekraïne vertrekt, weet men niet altijd goed op welke manier een bepaald land de TPD interpreteert. Dat zorgt voor verwarring. Ondertussen leid ik, op basis van wat ik van contacten op het terrein hoor, af dat het besef van de interpretatie die wij aan de richtlijn geven aan het groeien is. Dat is goed. De hand wordt gereikt aan iedereen die Oekraïne is kunnen ontvluchten. Zij moeten alle bescherming kunnen vinden in het land van herkomst. Daar werken wij graag aan mee.

 

Het registratiecentrum bevindt zich op dit moment nog steeds op de Heizel in Paleis 8. Door Batibouw is het registratiecentrum tijdelijk verkleind en is Fedasil verhuisd naar een nabije locatie. Het is op dit moment niet de bedoeling om te verhuizen naar een andere locatie. De locatie is goed en de structuren daar zijn goed georganiseerd.

 

Ik mocht onlangs mijn Canadese collega verwelkomen, die naar onze organisatie kwam kijken, omdat wij in staat zijn om onmiddellijk te registreren terwijl heel veel buurlanden daartoe niet in staat zijn.

 

Zelfs met de algemeen dalende cijfers vergeleken met de eerste dagen van het conflict, moeten we altijd voorzichtig blijven. Op maandag 2 mei werden er 582 personen geregistreerd. Men moet dus niet stellen dat het maar om 300 personen gaat die worden geregistreerd, want dat is nog steeds een significant aantal. Als er zich op een maandag 582 personen aanmelden, dan lijkt mij dat toch een aanzienlijk aantal. Men mag ook nooit onderschatten wat er in Oekraïne gebeurt. Ik denk trouwens dat niemand hier in de zaal dat doet. Afhankelijk van hoe het conflict evolueert, moet men in staat zijn om het registratiecentrum modulair af te bouwen of te versterken.

 

Dat is het voordeel van Paleis 8, namelijk dat er modulair snel kan worden geschakeld. Wij zijn op een bepaald moment naar meer dan 60 loketten gegaan, met een registratiecapaciteit van meer dan 3.500 plaatsen. Wij hebben die capaciteit heel snel kunnen afbouwen omdat ze niet nodig was.

 

Natuurlijk heeft het personeel van Fedasil en van de DVZ veel andere taken. We hebben een achterstand in andere dossiers en we hebben ons personeel dus ook daarvoor nodig. Het is dan ook goed dat zij hun werk aan die dossiers kunnen voortzetten.

 

Mevrouw Platteau, alle personen die op de dag van de registratie aangeven dat zij niet bij familie of vrienden terechtkunnen en dus nood aan opvang hebben, worden door Fedasil georiënteerd naar een opvangplaats in een gemeente. Er is een housingtool gecreëerd en op dat vlak is er een goede samenwerking met de regio's en de lokale besturen. Als het door omstandigheden niet mogelijk is dat de personen met nood aan opvang worden toegewezen aan een lokaal bestuur, dan worden zij opgevangen in de federale noodopvang.

 

Monsieur Rigot, l'hébergement de crise des familles d'accueil n'est, dans la plupart des cas, pas indéfini. Les coordinateurs locaux sont toujours en contact avec les familles d'accueil de leur commune pour apporter le soutien nécessaire, tant aux réfugiés ukrainiens qu'aux familles d'accueil solidaires.

 

Au niveau de l'État également, un soutien supplémentaire est offert de diverses manières aux autorités locales, aux familles d'accueil et aux Ukrainiens, entre autres par la ministre Lalieux.

 

En ce qui concerne les entités fédérées, elles se sont aussi engagées à créer des lieux d'hébergement durable afin que les personnes bénéficiant d'un statut de protection temporaire puissent être orientées d'une famille d'accueil vers des formes d'accueil plus durables. C'est d'ailleurs ce que l'on voit aussi dans la majorité des pays européens. L'accueil chez les familles, en période de crise, s'est fait partout en Europe. Par la suite, des structures de crise plus "définitives" sont installées. Si le conflit perdure pendant des mois, voire des années, il faut continuer à faciliter l'intégration d'Ukrainiens. Si le conflit dure potentiellement 15 ou 20 ans – façon de parler – il faut forcément faire en sorte qu'ils puissent être intégrés de la meilleure des façons.

 

Monsieur Moutquin, lorsqu'il s'agit de personnes vulnérables, comme les personnes handicapées, le lieu d'accueil le plus approprié est toujours envisagé avec le plus grand soin. Mes services s'efforcent donc toujours de trouver une adéquation entre l'Ukrainien en question et l'accueil. En cas de problème, là aussi, le coordinateur local peut examiner comment trouver une solution en concertation avec toutes les personnes concernées.

 

En ce qui concerne la sélection de familles d'accueil, une circulaire a été envoyée aux autorités locales et à la police locale afin de garantir la sécurité. Au niveau des entités fédérées, des mesures ont également été prises pour assurer le suivi des exigences minimales de qualité des lieux d'accueil.

 

Je pense vraiment que le coordinateur local joue un rôle important. Il joue souvent son rôle d'une très bonne façon. Certes, notre pays est parfois institutionnellement assez complexe, mais chacun y prend sa responsabilité.

 

J'ai eu des discussions avec plusieurs coordinateurs locaux qui font un travail remarquable. Ils savent très bien qui vit dans la commune. Ils peuvent faire passer ces messages aux coordinateurs des entités fédérées. Le travail se poursuit alors avec le gouvernement fédéral. Ce travail entre niveaux de pouvoir est important. Dans la plupart des communes, cela se déroule assez bien. Là où cela ne se passe pas bien, il faut le signaler.

 

Mijnheer Segers, door de plotse instroom van Oekraïners in de Europese Unie hebben verschillende lidstaten een procedure uitgewerkt om zo snel mogelijk in opvang te voorzien. In essentie is er geen groot verschil met Nederland. Er wordt ook bij ons samengewerkt met verschillende middenveldorganisaties. Met de verschillende partners, in het bijzonder met de lokale besturen en de Gewesten, gaan we voortdurend na hoe we de opvang voor deze doelgroep verder kunnen verbeteren.

 

Wat de transitie van erkende vluchtelingen betreft, wil ik erop wijzen dan het systeem van opvang bij families vroeger ook al bestond, voor de oorlog in Oekraïne. Uiteraard kan de huidige situatie voor de deelstaten een inspiratiebron zijn om na te denken over hoe bepaalde systemen kunnen worden verbeterd. De verschillen die er bestaan tussen de tijdelijke bescherming of TPD en de erkende vluchtelingenstatus spelen natuurlijk wel een rol, omdat de eerstgenoemden hier voor een jaar verblijven en de anderen langer. Het kan boeiende informatie opleveren voor de deelstaten om lessen uit te trekken voor hun huisvestingsbeleid.

 

Mevrouw Platteau, er zijn geen precieze cijfers bekend over het aantal personen dat is teruggekeerd naar Oekraïne, ook omdat het aantal schommelt. Sommigen gaan even terug om spullen of familieleden op te halen en keren vervolgens weer terug naar hier. De inschatting van hun aantal is moeilijk te maken omdat men het risico loopt dubbel te tellen. Soms denken mensen op basis van bepaalde informatie dat het er weer veilig is, om dan ter plaatse vast te stellen dat ze beter naar hier terugkomen. We moeten dus voorzichtig blijven met ramingen, met veronderstellingen dat het probleem er niet meer is en met de inschatting dat op het vlak van huisvesting alles in orde is.

 

Mijnheer Segers, de niet-begeleide minderjarigen moeten inderdaad blijvend onze aandacht krijgen. Zij worden opgevangen bij families of in een opvanggezin. Ik ben zelf niet bevoegd voor de woonstcontrole, maar het is wel belangrijk dat er voldoende aandacht is voor de situatie waarin minderjarigen worden opgevangen. De controle door de politie en de opvolging daarvan is de bevoegdheid van de lokale politie maar moet ook worden opgevolgd door de bevoegde autoriteiten. We hebben al zaken uitgewerkt met de bevoegde collega's maar het is belangrijk dat hier verder aandacht aan wordt geschonken en dat de lokale politie het werk goed doet. In de meeste gemeenten is dat ook het geval. Minister Verlinden heeft ook het initiatief genomen om dit op lokaal niveau goed te laten opvolgen.

 

Uiteraard zal ook de lokale politie voorzichtig omgaan met de situatie van niet-begeleide minderjarigen. Naast de politie speelt ook de dienst Voogdij een belangrijke rol. Die stelt een voogd aan voor elke niet-begeleide minderjarige. Deze voogd waakt ook over het hogere belang van het kind. Op dat vlak is er volgens mij ook nood aan extra voogden voor de individuele opvolging van elk kind. Minister Van Quickenborne heeft aangegeven extra inspanningen te willen leveren. Ik wil niet in de plaats van iemand anders spreken. Ik kan enkel aangeven dat we rond de tafel gezeten hebben met minister Van Quickenborne. Hij heeft aangegeven dat er voldoende voogden nodig zijn om iedereen individueel te kunnen opvolgen. Een voogd is de beste contactpersoon die aanvoelt wat er leeft en hoe men ergens mee omgaat.

 

We kennen het probleem van capaciteit bij de dienst Voogdij al een tijdje. Dat is geen nieuw gegeven. Dat is enkel maar groter geworden door de Oekraïnecrisis, waarbij een op de drie Oekraïners die in België aankomt jonger dan twaalf jaar blijkt te zijn. Daarom is het goed dat er extra budget vrijkomt en er extra inspanningen worden gedaan door de dienst Voogdij. Daar hameren we al langer op. Ook in deze commissie heb ik dit al een paar keer laten vallen. Het is goed dat de Oekraïnecrisis op dat vlak misschien ook een opportuniteit is om de dienst Voogdij, die hard en moeilijk werk levert, significant en structureel te versterken. Vooral het structurele is belangrijk. Het is niet de bedoeling om nu even bij te tanken, de dienst Voogdij moet zijn werk permanent kunnen doen.

 

Ik vind het ook belangrijk dat minderjarige en meerderjarige personen in het reguliere circuit terechtkomen. Al enkele keren heb ik gezegd dat het kwalijk is dat er Facebookgroepen ontstaan die, met de beste bedoelingen, een en ander zelf willen organiseren. Via die Facebookgroepen proberen we ook de boodschap mee te geven dat het via het reguliere circuit moet gaan. We bekijken ook voortdurend hoe we die boodschap nog meer kunnen verspreiden. We roepen burgers op om waakzaam te zijn, omdat niet alles gebeurt in het zicht van de overheid en het belangrijk is dat kwetsbare personen beschermd worden en dat problemen gerapporteerd moeten kunnen worden.

 

Daarom wordt iedereen in het registratiecentrum mee geïnformeerd, ook mensen die zeggen geen hulp nodig te hebben omdat ze weten waar ze terechtkunnen. Zij krijgen een telefoonnummer waarnaar ze kunnen bellen als er een probleem is. Deze personen mogen niet denken dat ze via Facebook over alle informatie beschikken. Zij moeten weten dat er iemand is aan de andere kant van de telefoonlijn bij wie ze terechtkunnen.

 

Mijnheer Segers, u sprak terecht over de noodzaak van voldoende aanbod om te vermijden dat mensen hun toevlucht zoeken in het informele circuit. Ook voor mij was het een voorwaarde dat het contactpunt in Brussel-Zuid van la Croix-Rouge zowel 's avonds als in het weekend bemand is vooraleer de Heizel op bepaalde uren kon worden gesloten. Op de Heizel hebben we de uren wat ingekort omdat er wat minder mensen toekwamen, maar de voorwaarde was dus wel dat er aan Brussel-Zuid voldoende medewerkers voorzien zijn. In de eerste dagen konden de mensen tot 22.00 uur op de Heizel terecht, maar aangezien die uren ingekort zijn, moeten die mensen nu dus wel elders terechtkunnen. Ik ben heel blij dat la Croix-Rouge die inspanningen geleverd heeft. Misschien benadrukken we dat te weinig, maar naast Fedasil, naast de Dienst Vreemdelingenzaken en naast de politie, daar aanwezig, zijn ook het Rode Kruis en la Croix-Rouge werkzaam, niet enkel op de Heizel, maar ook op het terrein. Zij voeren belangrijk werk uit om ervoor te zorgen dat de mensen goed worden opgevolgd en de best mogelijke bescherming krijgen als zij hier aankomen, want dat is volgens mij onze grootste uitdaging.

 

De voorzitter: Mijnheer de staatssecretaris, bedankt voor uw uitvoerig antwoord op de vele vragen.

 

01.08  Ben Segers (Vooruit): Mijnheer de staatssecretaris, dank u wel voor uw uitgebreide antwoord.

 

Ik zal vooral ingaan op hetgeen waarmee ik minder tevreden ben, namelijk uw antwoord in verband met de niet-begeleide minderjarigen. U zegt dat er blijvende aandacht nodig is, maar dat de woonstcontrole niet onder uw bevoegdheid valt. De lokale politie moet haar werk doen, en in de meeste gemeenten gebeurt dat goed, maar u hebt wel samen met minister Verlinden en minister Van Quickenborne de rondzendbrief ondertekend. Hoe u het ook draait of keert, het is een falen van de overheid dat de voogd niet onmiddellijk aangeduid kan worden. Ik weet dat er beterschap komt. Dat is super. Er komt structurele verbetering. De vraag is evenwel nu wat wij in de tussentijd doen. Wij moeten echt zicht krijgen op de Oekraïense niet-begeleide minderjarigen die in een afwijkende thuissituatie zitten. Zeggen dat er een rondzendbrief is en vragen aan de steden en de gemeenten om de controle te doen, is te weinig. Wij moeten ons er nu echt van verzekeren dat de steden en de gemeenten dat doen. We moeten dat dan ook centraal monitoren, om zeker te zijn dat het in de tussenperiode gebeurt, voor elk van die Oekraïense niet-begeleide minderjarigen. Dit zegt niets over mijn appreciatie voor wat er op de langere termijn gebeurt. Dat vind ik bijzonder goed.

 

Wat de toeleiding betreft, had ik eerlijk gezegd iets meer verwacht. Ik ben zelf op zoek gegaan. Ik heb een aantal websites afgeschuimd, en het bleek niet zo moeilijk een aantal malafide advertenties te vinden. Ik heb gezien dat een medewerker van u systematisch de fora op Facebook aanspreekt. Die doet dat heel goed. Maar het moet nog veel structureler kunnen. Er zijn immers vele platformen. U zegt dat die Facebookgroepen op zich kwalijk zijn. Dat vind ik eigenlijk niet. Daar worden ook heel veel zaken georganiseerd.

 

01.09 Staatssecretaris Sammy Mahdi: (…)

 

01.10  Ben Segers (Vooruit): Dan heb ik u wellicht verkeerd begrepen. Des te beter.

 

Daar worden vooral ook heel veel zaken georganiseerd waaraan nood is. In elk geval.

 

Het is wel nodig dat men de personen die in die groepen zitten, systematisch aanspreekt. Dat is ook niet moeilijk, want hun contactgegevens staan erbij.

 

Er is al een Vlaamse hulplijn. Vluchtelingenwerk Vlaanderen is daarmee bezig en krijgt veel vragen die ook in die fora gesteld worden. De gastgezinnen stellen daar dezelfde vragen. De Oekraïners die zich daar aanbieden, stellen dezelfde vragen. Waarom zouden wij niet een middenveldorganisatie als Caritas of een soortgelijke middenveldorganisatie kunnen aanstellen om dat systematisch te doen? Men ziet zo dat het fout kan lopen. Er is weer een Oekraïense vrouw die op zoek is naar opvang en zegt dat ze in ruil daarvoor wel wil komen werken. Dat werken in ruil is helemaal niet nodig. Die vrouw moet zo snel mogelijk naar de Heizel toegeleid worden.

 

Ik vind dat dit structureel moet gebeuren en dit is zeker mogelijk in de praktijk. De informatie is erg eenvoudig terug te vinden op het internet. Ik hoop dat u een structurelere aanpak zult hanteren.

 

01.11  Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de staatssecretaris, ook ik wil de bijzondere inspanningen van de diensten erkennen. Zij hebben in een korte periode 40.000 attesten van tijdelijke bescherming en dat verdient wel een blijk van waardering. Het zal niet de bedoeling zijn om het aanmeldcentrum op de Heizel te verplaatsen. Het is goed om voorbereid te zijn op een eventuele stijging van het aantal aanvragen. Aangezien ik in mijn ingediende vraag het aspect over de Europese spreiding van vluchtelingen niet heb vermeld, zal ik daar misschien een aparte vraag over indienen.

 

Ik ben het met u eens dat opvang bij particulieren een tijdelijke en geen duurzame of structurele maatregel moet zijn. De terugkeercijfers tonen aan dat het statuut van de tijdelijke bescherming enige flexibiliteit biedt en ik vind dat een goede zaak.

 

01.12  Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer Mahdi, u bent echt wel klaar om CD&V-voorzitter te worden, nu ik uw communicatie hier hoor. De vorige keer kon ik u nog het voordeel van de twijfel geven, omdat u toen misschien nog niet op de hoogte was van de precieze verwezenlijkingen in Brussel en Wallonië voor de collectieve opvang. U zegt nu echter dat ik deze informatie dien op te vragen bij de bevoegde instanties of overheid en dat vind ik geen serieuze manier van werken. Ik kan me moeilijk indenken dat de staatssecretaris voor Asiel en Migratie die over de recentste gegevens beschikt, niet op de hoogte is van de situatie op het terrein, zowel in Vlaanderen, Brussel als Wallonië. Ik vind het jammer dat u mij naar andere overheden doorverwijst, waar mijn partij niet vertegenwoordigd is, maar dat kan in de toekomst misschien veranderen. We zullen wel zien welke reactie dat zal teweegbrengen in Wallonië en in Brussel, maar ik denk niet dat dit realistisch is. Ik vind het jammer dat u niet op mijn vraag ingaat. U zegt zelf dat men scherper en duidelijker moet communiceren – dat is één van uw krachtlijnen – maar dan stel ik voor dat u dat zelf ook doet in de maanden of weken die u nog resten als staatssecretaris en dat u betere gegevens bezorgt.

 

Vlaanderen lijkt me alleszins zijn engagementen na te komen en levert grote inspanningen. Wallonië en Brussel hinken minstens achterop. In het slechtste geval komen zij hun engagementen volledig niet na. Ik zou als Kamerlid daar duidelijkere uitspraken over willen doen, maar dat kan niet, indien ik niet de correcte statistieken en gegevens krijg. Dat is jammer.

 

01.13  Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le secrétaire d'État, j'apprends aujourd'hui que vous êtes candidat à la présidence du CD&V. Je ne le savais pas. Félicitations! Je me demandais qui allait le placer aujourd'hui. Ce n'était pas moi! Je vous félicite même si ce n'est pas encore fait.

 

Vos réponses étaient assez complètes et je vous en remercie. Là où je vous rejoins, c'est sur le fait que chacun doit prendre ses responsabilités dans l'accueil. Les hébergeurs le font. Ils l'ont fait depuis 2015 quand il fallait accueillir toute une série de personnes. À un moment donné, je crois qu'il faudra les remercier, d'une façon ou d'une autre, pour leur participation à cet effort commun.

 

N'oublions pas qu'en parallèle, il y a une tension dans la situation du réseau d'accueil, hors réfugiés ukrainiens. Les communes doivent en effet jouer un rôle à ce niveau-là. Je me réjouis de voir qu'à Genappe, un nouveau centre d'accueil ouvrira. Á Molenbeek, le projet d'ouverture d'un centre pose toujours question. J'espère que la bourgmestre pourra faire un pas en avant dans cet accueil des autres réfugiés.

 

Pour ce qui est des chiffres qui diffèrent, le rôle des coordinateurs est fondamental mais il y a aussi le rôle des gouverneurs. Ces derniers pourraient peut-être faire un travail pour faire correspondre les chiffres afin de rendre le travail des communes plus effectif. Cette tâche pourrait leur être attribuée dans les prochaines semaines.

 

La question de la perspective est importante. Comme vous l'avez dit, il n'est pas évident pour les réfugiés qui s'installent chez nous de s'ancrer car leur espoir est toujours de pouvoir rentrer rapidement en Ukraine. On le voit dans les chiffres de la scolarité. Il n'est pas facile pour un jeune de se scolariser dans un pays, alors qu'il pense rentrer chez lui. Il y a là un travail à faire qui, pour le coup, n'est pas le vôtre mais celui des Communautés. Je pense que cela vaut la peine de creuser cette question en CIM Migration ou ailleurs car l'intégration via la scolarité est vraiment fondamentale. En outre, il convient également d'apporter un soutien psychologique à ces jeunes et moins jeunes.

 

01.14  Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie. Aujourd'hui encore, vous êtes secrétaire d'État. Il importe de le souligner. C'est la fonction que vous assumez et je pense qu'en l'état, nous avons besoin de vous pour répondre à nos questions et pour agir aussi. Je ne doute pas que, quel que soit l'avenir que vous choisirez plus tard, vous le mènerez bien. Quoi qu'il en soit, aujourd'hui, vous êtes notre secrétaire d'État et c'est donc vers vous que je reviens.

 

J'entends, non pas de votre bouche, un débat malheureux de certains collègues qui commencent à opposer Wallonie, Bruxelles et Flandre. C'est un débat regrettable qui n'a pas sa place ici. Ce sont ceux-là même que j'ai trouvés beaucoup moins enthousiastes lorsqu'il était question de tendre la main aux Afghans, voire aux Syriens.

 

Subitement, ils le deviennent lorsqu'il s'agit des Ukrainiens. Cela me fait penser au sondage De Stemming paru dans De Standaard ce matin. C'est peut-être cet effet qui fait qu'on se sent solidaire de l'Ukraine et beaucoup moins des autres pays.

 

Pour ce qui me concerne, quand il s'agit de solidarité, il n'est pas question de savoir quelle est l'origine des personnes. Il est question de savoir comment faire pour tendre la main dans le respect de nos compétences et conformément à notre devoir de solidarité.

 

Monsieur le secrétaire d'État, je suis bien conscient du fait que, dans le cas qui nous occupe, un rôle important doit être joué par les entités fédérées. Mais j'avoue que, depuis le début, j'estime que ce rôle aurait dû être rempli par le fédéral et que c'est pour une question de statut que ce rôle revient aux entités fédérées. Je le regrette parce qu'elles n'ont pas l'expérience de Fedasil, de l'État fédéral pour mener à bien un premier accompagnement, un premier suivi, pour apporter une aide en matière de santé mentale, une aide aux mineurs vulnérables, etc. J'aurais souhaité que, durant une brève période de trois ou quatre mois, le premier relais d'accueil puisse être pris en charge par le fédéral. 

 

Il y a aussi la question du contexte. Je ne peux pas accepter que l'on dise que la Wallonie ne fait pas son travail. Il est facile de regarder les chiffres, mais il faut aussi tenir compte des phénomènes, des situations. La Wallonie fait face à des situations résultant des inondations qu'elle a connues. Elle doit toujours reloger des personnes en difficulté. Telle est la réalité. N'est-ce pas, monsieur Francken? La Wallonie doit assumer ce rôle important. On ne peut pas faire de distinctions. En outre, la Wallonie doit également faire face à une présence importante de structures collectives d'accueil. Cela ne me pose pas de problème. Je suis d'ailleurs très heureux que des centres d'accueil soient ouverts par Fedasil, en Wallonie, et que l'on remplisse notre rôle. Mais se pose la question d'équilibre des répartitions au niveau de l'accompagnement des demandeurs de protection internationale dans toutes les provinces et dans toutes les Régions du pays. Nous pourrons alors parler d'une vraie solidarité et chacun pourra assumer le rôle qui lui revient.

 

En conclusion, n'opposons pas les Régions. Tel n'est pas le débat qui nous occupe aujourd'hui. Trouvons une solution pour les Ukrainiennes et les Ukrainiens. Soulageons les familles qui ont besoin de perspectives. En effet, comme Mme Platteau l'a dit, si demain les demandes augmentent et s'il n'y a plus de familles pour accueillir, que fera-t-on? Telle est la crainte pour les mois à venir qui seront très difficiles pour tous.

 

01.15  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, de laatste tussenkomst was politiek de meest relevante, meen ik. Ik hoor dat de vertegenwoordiger van de PS zegt dat zij al heel veel doen, dat ze doen wat ze kunnen, maar dat het eigenlijk beter zou zijn als het federale niveau gedurende minstens een paar maanden in het begin, ab initio, meer verantwoordelijkheid zou nemen voor onder andere de niet-begeleide jongeren. Ik hoor dat van verschillende meerderheidspartijen, maar zeker van de PS. Ik kan dat alleen steunen.

 

Wij hebben van bij het begin gezegd dat #PlekVrij een holderdebolderaanpak is. U zei toen dat het maar voor even was, maar blijkbaar is dat toch niet het geval. In Wallonië en Brussel is dat permanent want er is geen collectieve opvang. Het zal daar dus nog heel lang #PlekVrij zijn, met alle gevolgen van dien. Voor heel wat gezinnen is dat niet evident, want zij dachten dat het maar tijdelijk was. Men meldt nu massaal dat het niet de bedoeling is om die mensen jaren in huis te houden. Dat begrijp ik ook. Ik heb respect voor de solidariteit die heel veel gezinnen hebben getoond door dit te doen.

 

U zei ook dat we de opvang wel op die manier moesten doen, omdat wat op ons afkwam ongezien was. Dat blijkt echter niet uit de cijfers. U zegt dat het ongezien is op het vlak van registratie, maar het ging niet over de registratie, wel over de opvangdruk. U deed lacherig over de opvangcrisis van 2014 en 2015. U zei dat het peanuts was tegenover wat wij nu zouden krijgen. De eerste twee maanden na het conflict in Oekraïne zijn er minder mensen binnengekomen dan na het "Wir schaffen das" van Angela Merkel in 2014 en 2015. Dat klopt dus zelfs niet. U hebt daar de vlucht vooruit gekozen en u krijgt nu het deksel op de neus.

 

U zegt dat ze altijd kunnen intekenen op vrijwillige terugkeer en dat er misschien ook gedwongen terugkeer kan worden opgestart. Quod non. Hoeveel gedwongen terugkeer is er opgestart? Dat zal niets zijn, maar ik zal het navragen. Dat zijn praatjes die u hier verkoopt.

 

Tot slot, met betrekking tot de richtlijnen voor de lokale politie, mijn lokale politie heeft één richtlijn van uw regering gekregen, namelijk de richtlijn dat wij ze niet mogen screenen. Dat mag dus niet. Er zou dan worden bekeken of er toch geen oplossing kon worden gevonden maar die is er nog steeds niet. Ik heb nog altijd geen nieuwe richtlijn gekregen. Mogen we nu screenen of niet? Volgens de privacywet mogen we dat niet. Ik weet dat een aantal gemeenten en burgemeesters dat heel creatief invullen, maar onze politie is daar niet toe bereid. Bij ons is er dus geen screening van de gastgezinnen van #PlekVrij. Het enige wat wij kunnen doen is het strafblad bekijken, nagaan of dat blanco is of niet, maar er zijn ook andere politiedatabanken, zoals de ANG, die bijzonder relevant kunnen zijn voor de screening en die losstaan van het strafblad. Voor men in België veroordeeld wordt, is men immers al een eindje verder.

 

Collega's, dit krijgt duidelijk nog een serieus staartje. Het is duidelijk dat er geen eensgezindheid over bestaat en dat er vanuit Wallonië een duidelijke vraag is om minstens gedurende een aantal maanden in een federale fase te voorzien. Ik ben benieuwd waar dat toe leidt. In Vlaanderen wordt in collectieve opvang voorzien, maar in Wallonië en Brussel niet. Volgens hen moeten de vluchtelingen maar bij de mensen thuis blijven, misschien nog gedurende jaren. Dat is toch ook geen oplossing? U bent wettelijk verplicht om uw verantwoordelijkheid op dat vlak te nemen. Ik vind dit vluchtgedrag op vele vlakken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Actualiteitsdebat over het ontslag van de directeur van Frontex en toegevoegde vragen van

- Eva Platteau aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het ontslag van de Frontex-topambtenaar na een bezwarend OLAF-rapport" (55027352C)

- Simon Moutquin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het ontslag van de directeur van Frontex" (55027625C)

- Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het ontslag van de directeur van Frontex" (55027655C)

- Greet Daems aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het OLAF-rapport en het ontslag van F. Leggeri" (55027679C)

- Philippe Pivin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het ontslag van de directeur van het Frontex-agentschap" (55027697C)

02 Débat d'actualité sur la démission du directeur de Frontex et questions jointes de

- Eva Platteau à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La démission du directeur de Frontex à la suite d'un rapport accablant de l'OLAF" (55027352C)

- Simon Moutquin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La démission du patron de Frontex" (55027625C)

- Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La démission du directeur de Frontex" (55027655C)

- Greet Daems à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le rapport de l'OLAF et la démission de M. Leggeri" (55027679C)

- Philippe Pivin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La démission du directeur de l’agence Frontex" (55027697C)

 

02.01  Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, op 29 april 2022 heeft de ondertussen ex-baas van Frontex, Fabrice Leggeri, zijn ontslag ingediend na meerdere beschuldigingen aan het adres van Frontex van betrokkenheid bij illegale pushbacks. Ook was er een bezwarend OLAF-rapport dat gewag maakte van fraude aan de top van Frontex en waarin ook specifiek – wij hebben immers geen inzage in het rapport, maar hebben enkel in de media kunnen vernemen wat over de zaak werd gelekt – de verantwoordelijkheid van Leggeri aangetoond zou  zijn bij het toedekken van bewijsmateriaal van pushbacks. Dat zijn toch wel ernstige beschuldigingen.

 

Ik heb u en de minister van Binnenlandse Zaken, mevrouw Verlinden, al eerder vragen over de kwestie gesteld. België is immers uiteraard vertegenwoordigd in het bestuur van Frontex. Op de dag dat Leggeri zijn ontslag heeft aangekondigd, namelijk op 29 april 2022, was ook de raad van bestuur samengekomen om het over de zaak te hebben, ook naar aanleiding van de tuchtprocedure die was opgestart wegens het OLAF-rapport.

 

Op mijn vragen aan de minister van Binnenlandse Zaken werd mij geantwoord dat zij voor de procedure van het tuchtonderzoek in overleg was met de Belgische vertegenwoordiging. Ook uzelf, in uw hoedanigheid van staatssecretaris voor Asiel en Migratie, stelde dat het Belgische standpunt zou worden bepaald en dat de regering instructies zou geven aan de Belgische vertegenwoordiging in de raad van bestuur.

 

Naar aanleiding van het ontslag heb ik de hiernavolgende vragen.

 

Kunt u meedelen of het ontslag vrijwillig was dan wel of ook door de raad van bestuur op het ontslag werd aangestuurd?

 

Is de tuchtprocedure volledig afgerond? Wat was het resultaat van de tuchtprocedure?

 

Heeft België in de raad van bestuur ook het ontslag van Leggeri gevraagd?

 

Wanneer zullen wij inzage krijgen in het OLAF-rapport? Die vraag heb ik al meermaals gesteld.

 

Zijn er in het OLAF-rapport, indien u daarin inzage hebt gehad, aanwijzingen dat de heer Leggeri ook strafrechtelijk kan worden vervolgd voor bepaalde feiten?

 

Ten slotte, mijnheer de staatssecretaris, wat betekent het ontslag voor de toekomst van het Europees Agentschap? Hoe zal de zoektocht naar een nieuwe directeur verlopen? Is dat ook een bevoegdheid van de raad van bestuur? Heeft België inspraak in de zoektocht?

 

02.02  Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le secrétaire d'État, au-delà des questions sur les droits humains soulevées par un rapport qui montre que Frontex a maquillé 22 pushbacks entre 2020 et 2021, je rappelle que Frontex a un budget annuel de 584 millions d'euros, payé par les citoyens. La bonne gestion d'une telle instance est fondamentale en matière de droits humains mais aussi en matière de transparence pour les citoyens.

 

La plupart des questions ont été posées.

 

M. Leggeri a démissionné. Quelle est la position de la Belgique face à cette démission? A-t-elle été demandée, notamment au Conseil des ministres? Quelles suites vont y être données? Quelles réformes va-t-on exiger?

 

L'accord de gouvernement accepte le renforcement des frontières européennes sous réserve du respect des droits humains. Comment la Belgique va-t-elle faire en sorte que les droits humains soient respectés aux frontières de l'Union européenne?

 

02.03  Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, le journal Le Monde a publié le 3 mai dernier une enquête impitoyable sur l'agence Frontex. Elle mettait en évidence, notamment sur base de documents internes, que l'agence a refoulé pas moins de 957 personnes entre mars 2020 et septembre 2021 à la frontière grecque. Il s'agissait de migrants parfois rejetés à la mer sans même une bouteille d'eau ou un gilet de sauvetage.

 

Non contente de ces agissements, l'agence a également tenté de les camoufler en "opérations de prévention au départ". Ce dossier est si énorme que le directeur de l'agence a été contraint à démissionner.

 

Nous avons déjà évoqué ces faits avec vous à de nombreuses reprises au sein de cette commission. Vous nous avez répondu, dans l'esprit, que le droit devait s'appliquer partout. Une attitude à la hauteur de ce scandale doit être prise!

 

Monsieur le secrétaire d'État, avez-vous demandé immédiatement une réunion du Conseil JAI pour traiter de ce dossier? Si non, pourquoi et quand comptez-vous le faire?

 

Quelles mesures structurelles entendez-vous porter pour réformer en profondeur Frontex – ce navire qui coule et dont on ne cesse de condamner les agissements – et mettre en place de vrais moyens de contrôle?

 

Quelles instructions avez-vous donné aux représentants belges au sein du conseil d'administration de Frontex, en concertation avec votre collègue en charge de l'Intérieur, suite aux révélations dans la presse?

 

Quelle suite judiciaire sera réservée à cette affaire?

 

02.04  Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de staatssecretaris, eind februari raakte bekend dat het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) een zeer kritisch rapport over Frontex had gemaakt. Het rapport zou bewijzen dat Frontex betrokken is bij pushbacks van migranten. Twee maanden later, op 29 april, diende het hoofd van Frontex, de heer Leggeri, zijn ontslag in. Dat bewijst op zijn beurt dat de feiten zeer ernstig zijn.

 

Het is ook niet de eerste keer dat de heer Leggeri in opspraak kwam. Zo weigerde hij 40 mensenrechtenofficiers aan te werven, maar kon hij zelf wel beschikken over 63 persoonlijke stafleden. Vorig jaar nog kwam aan het licht dat hij ontmoetingen had met verschillende bedrijven en belangenorganisaties, uit onder meer de wapenindustrie en de beveiligingssector, en dat hij daarover had gelogen in het Europees Parlement. Met mensenrechtenorganisaties had hij vreemd genoeg geen ontmoetingen. Het rapport van OLAF is jammer genoeg nog altijd niet gepubliceerd.

 

Het ontslag van de heer Leggeri lijkt noodzakelijk, maar volstaat niet om Frontex de mensenrechten te doen handhaven aan de grenzen van Europa. Nog buiten beschouwing gelaten dat verregaande corruptie onder de neus van de Europese Commissie kon plaatsvinden, gaat het hier voornamelijk over een problematisch politiek fundament. Het asielrecht in Europa staat namelijk al langer onder druk vanwege zeer twijfelachtige overwegingen. Illegale pushbacks worden omzeild door middel van nationale noodtoestanden en worden impliciet toegelaten. Zo wordt Polen niet vervolgd voor zijn illegale pushbackbeleid en verklaarde Europese Commissievoorzitster Ursula von der Leyen in 2020 dat Griekenland het schild is voor de rest van Europa.

 

Dat betekent dat het Europese recht wat asiel en migratie betreft in feite geïnstrumentaliseerd wordt in het kader van de interne Europese machtsverhoudingen. Het feit dat de heer Leggeri nu kop van jut is als verlengstuk van dat beleid, verandert niet noodzakelijk iets aan het beleid op zich. In plaats van nauwelijks te reageren op Europese pushbacks, moeten Europese leiders nadenken over een holistisch en progressief migratiebeleid dat niet blind is voor de oorzaken van migratie en de eigen medeplichtigheid daaraan.

 

Mijnheer de staatssecretaris, welke stappen hebt u al ondernomen om respect voor het Europese recht af te dwingen? Heeft België, als lid van de bestuursraad van Frontex, het OLAF-rapport al kunnen inkijken? Zo ja, wat kunt u ons erover mededelen?

 

02.05 Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur le président, chers collègues, je peux vous confirmer que le directeur exécutif Leggeri a lui-même démissionné. Les 28 et 29 avril 2022, une réunion extraordinaire du conseil d'administration de Frontex a eu lieu. Le rapport de l'OLAF figurait à l'ordre du jour de celle-ci. Au cours de cette réunion, le directeur exécutif a eu l'occasion de présenter son point de vue le premier jour. Il a déclaré souhaiter démissionner de toutes ses fonctions et mettre fin à sa mission à l'agence avec effet immédiat. Le conseil en a pris note et a conclu que la coopération était donc terminée. Actuellement, le rapport de l'OLAF n'est pas public. Les autorités politiques n'ont donc pas accès à ce rapport.

 

Tijdens diezelfde vergadering moest de raad van bestuur zich vervolgens uitspreken over het disciplinaire luik van de procedure. Dat gebeurde via geheime stemming. Gelet op het ontslag van de uitvoerend directeur heeft de raad van bestuur besloten dat een eventuele disciplinaire procedure zonder voorwerp werd. Ik vind het persoonlijk wel belangrijk dat goed onderzocht wordt wat hier precies gebeurd is. Het is daarna wel aan de rechterlijke macht om de afweging te maken of er strafrechtelijke vervolging moet volgen, maar ik meen dat een onderzoek nooit verkeerd kan zijn.

 

U stelde ook vragen over de toekomst van het agentschap. De raad van bestuur heeft de adjunct-uitvoerend directeur met de meeste anciënniteit aangeduid als waarnemend uitvoerend directeur, om de continuïteit te verzekeren. De raad van bestuur zal in een volgende fase een plaatsvervangend uitvoerend directeur ad interim aanduiden. Die aanstelling is nodig, aangezien een waarnemend uitvoerend directeur geen strategische langetermijnbeslissingen kan nemen. De procedure voor de aanstelling van een volwaardige nieuwe uitvoerend directeur zal ook enige tijd in beslag nemen. Vandaar dat eerst een waarnemende uitvoerend directeur wordt aangeduid, daarna een plaatsvervangende en vervolgens een nieuwe. De Europese Commissie werd verzocht deze procedure dan ook zo snel mogelijk te lanceren.

 

Le Conseil est une institution officielle de l'Union, avec des pouvoirs législatifs et budgétaires décrits dans les traités européens. Un contrôle sur l'agence Frontex par le Conseil est possible conformément au règlement 2019/1896 relatif à l'agence. Le mandat de l'agence Frontex a été révisé à plusieurs reprises. La dernière révision date de 2019. L'agence s'occupe actuellement de la mise en oeuvre de ses nouvelles missions. La mise en oeuvre du mandat de Frontex fait l'objet d'un suivi régulier par le conseil d'administration, ainsi qu'au sein des formations du Conseil concerné.

 

Aucune nouvelle révision du mandat de l'agence n'est prévue à ce stade. Je pense qu'il est important que l'agence puisse continuer à s'acquitter de ses tâches importantes avec efficacité, et bien sûr en toute légitimité. Le cadre juridique pour cela existe déjà. Aujourd'hui, il existe déjà un contrôle extensif par le management board, un groupe de suivi informel au Parlement européen, un groupe au sein du conseil d'administration de Frontex, qui enquête sur les incidents, les fundamental rights officers, qui ont d'ailleurs été renforcés. On en a parlé dans cette commission à plusieurs reprises. Il existe aussi les moniteurs des droits de l'homme et la Cour des comptes européenne. Beaucoup de ces mécanismes de contrôle sont relativement nouveaux et ont été introduits, d'ailleurs, avec le soutien de la Belgique. Notre pays n'hésitera pas, comme il l'a fait dans le passé, à rappeler au niveau européen que l'agence se doit d'agir conformément au droit de l'Union et au droit international, en ce compris au principe de non-refoulement.

 

02.06  Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de staatssecretaris, als ik het goed heb begrepen, heeft de heer Leggeri zelf ontslag genomen, nadat hij zich heeft aangeboden bij de raad van bestuur naar aanleiding van de bespreking van het OLAF-rapport. Ik zou het goed vinden dat de tuchtprocedure toch volledig wordt doorlopen, ook al is ze dan zonder voorwerp, aangezien het ontslag reeds werd ingediend.

 

Ik vind het evenwel vreemd dat u zegt dat het OLAF-rapport niet openbaar is en dat de politieke verantwoordelijken geen inzage hebben. De minister van Binnenlandse Zaken heeft mij gezegd dat zij overleg pleegt met de Belgische vertegenwoordiging van de federale politie. Zij moet wel een standpunt over die tuchtprocedure in die raad van bestuur innemen. Dat er dan geen inzage in het OLAF-rapport is, lijkt me wel een vreemde gang van zaken. Ik ga ervan uit dat onze Belgische vertegenwoordiging wél inzage in dat rapport heeft, dus het lijkt me vreemd om een gezamenlijk Belgisch standpunt in te nemen. Dat blijft me een raadsel.

 

U zegt dat Frontex in ieder geval zijn taak verder zal zetten binnen het wettelijke kader, waaronder ook het non-refoulementprincipe, wat zeer belangrijk is. Ik wil benadrukken dat Frontex' opdracht grenscontroles is, maar wel met respect voor het internationale recht. Grenscontroles mogen niet gelijkgesteld worden aan een uitsluiting van de toegang tot de asielprocedure. Het is belangrijk op te merken dat grenscontroles perfect mogelijk zijn met respect voor de mensenrechten en met de garantie van de toegang tot de asielprocedure. Monitoring van mensenrechten is ook een zeer belangrijke taak voor Frontex. We hebben vastgesteld dat dit veel te weinig of zelfs niet gebeurde. Er werden ook veel te traag human rights officers aangeworven.

 

Ik beland daarmee bij het punt over transparantie en verantwoording van het agentschap. De heer Moutquin heeft verwezen naar de toename van het budget van 6 miljoen euro in 2005 naar 543 miljoen euro in 2021. Dat is een gigantisch budget voor een agentschap, waarvoor ook 1.500 mensen werken. Enige verantwoording en transparantie zijn dus wel gepast. Frontex is niet alleen verantwoording aan het Europees Parlement en de Raad van ministers verschuldigd. Op de website valt namelijk ook het volgende te lezen: "Frontex is accountable to national border guard authorities sitting in the agencies management board." Frontex is dus ook verantwoording verschuldigd aan het Belgische Parlement.

 

Ik betreur dat het OLAF-rapport, het rapport van het Europese Bureau voor Fraudebestrijding, niet openbaar gemaakt wordt, net vanwege het belang van transparantie. De directeur is nu ontslagen, maar wat gebeurt er met andere betrokkenen aan de top van Frontex? Lopen er tegen hen tuchtprocedures? Ging het enkel om die ene persoon, of liep er echt structureel iets mis in die organisatie? Ik denk dat Frontex echt tot een cultuurverandering moet komen. Dat is echt wel nodig gelet op de geuite beschuldigingen en de disfunctionering van Frontex. Ook voor de toekomst van ons Europees grenzenbeleid is het van belang dat wij een sterk agentschap hebben dat de Europese waarden en de mensenrechten respecteert. Wij hebben in die zin overigens ook een resolutie ingediend, waarvoor ik op steun van alle partijen hoop.

 

02.07  Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Ma collègue, Mme Platteau, a très bien répondu pour le groupe Ecolo-Groen. Je veux juste remercier le secrétaire d'État pour ses réponses.

 

02.08  Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vous le répète, cela fait bien longtemps que l'on dit que Frontex est un instrument dont le mandat n'est pas assez défini et qui ne fait l'objet d'aucun contrôle suffisamment sérieux, sans quoi on n'en serait pas là aujourd'hui. Au vu des missions qui sont les siennes, il faut davantage de contrôles et certainement autre chose que le contrôle d'un conseil d'administration. Si, aujourd'hui, on a des faits aussi honteux et si ces faits ne suffisent pas à ouvrir les yeux de tous les États européens pour prendre les mesures nécessaires et mettre un terme à ces agissements, je ne sais pas ce qu'il faut pour y arriver!

 

Des agents mandatés par l'Union européenne n'ont pas seulement bafoué les principes même les plus élémentaires du droit européen en matière d'asile et de migration, ils ont rejeté pas moins de 957 personnes à la mer et je parle uniquement de ce qu'il s'est passé à la frontière grecque. On ne parle pas de ce qui peut se passer dans les Balkans ou à la frontière avec l'Ukraine où des étudiants d'origine extra-européenne ont aussi dénoncé des traitements discriminatoires voire ouvertement racistes. Cela suffit maintenant! Cela suffit vraiment!

 

En effet, que le directeur de l'agence démissionne est une très bonne chose mais ce n'est pas parce que la tête est coupée et que l'on met une nouvelle tête que le corps se porte bien. Le corps est gangrené de la tête aux pieds. Il faut donc prendre les mesures pour greffer une nouvelle tête sur un corps sain. Pour cela, il faudra que les auteurs de ces faits soient jugés et punis. Il faudra qu'une inspection approfondie, indépendante et sans concession soit faite de cette agence, de la cave au grenier. Il faudra aussi que cette inspection puisse avoir des conséquences pénales, le cas échéant. Surtout, il faut arrêter de tolérer que des missions aussi sensibles soient confiées à une agence dotée de quoi? D'un conseil d'administration! Cela ne va pas.

 

Aujourd'hui, ce sont des centaines de millions d'euros d'argent public qui sont dépensés dans les budgets d'un tel organe sans qu'il dépende directement d'un organe démocratiquement élu et pas à titre principal d'un conseil d'administration. Je n'en reviens pas! Il faut revoir complètement le statut de cette agence, son mandat, ses moyens de contrôle. J'attends de vous que vous portiez cette parole de la Belgique à vos collègues européens. Ma collègue, Mme Platteau l'a rappelé, nous avons une résolution qui est là aujourd'hui, et dont nous devons parler. Cette résolution demande à la Belgique de prendre ses responsabilités et d'aller dire: "Stop! La récréation honteuse est terminée!". Nous comptons sur vous, monsieur le secrétaire d'État!

 

02.09  Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de staatssecretaris, ik vind het raar dat er nog zoveel onduidelijkheid is over wie er nu al dan niet inzage heeft gekregen in het OLAF-rapport. Die informatie moet zo snel mogelijk publiek worden gemaakt, niet alleen voor inzage van de raad van bestuur. Het mag echt geen doofpotoperatie worden.

 

Het ontslag van de heer Leggeri bij Frontex betekent niet noodzakelijk dat er in de feiten iets zal veranderen aan het Europees migratiebeleid. Dat is echter toch wel nodig als Europa de pushbacks zelf oogluikend heeft toegelaten en tot nu toe vooral zelf passief heeft gereageerd op de opkomst van rechtse repressieve migratiebeleidsvormen en retoriek.

 

Het komt erop aan de oorzaken van migratie aan te pakken. Dat is van fundamenteel belang. Met nog een afschrikkingscampagne erbij zullen we er niet raken. Daarnaast is er nood aan een inclusieve en progressieve visie op migratie en hoe dat in beleid vormgegeven wordt. Het recht op asiel mogen we echt niet aantasten of ondergraven. Zet hiervoor consequent druk op uw Europese collega's.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Samengevoegde vragen van

- Darya Safai aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het beleid inzake niet-begeleide minderjarige vreemdelingen" (55027496C)

- Dries Van Langenhove aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het akkoord van de IMC m.b.t. NBMV’s" (55027612C)

- Tim Vandenput aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De IMC Migratie en Integratie" (55027632C)

- Greet Daems aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De IMC Migratie en Integratie van 29 april en de tekorten bij de dienst Voogdij" (55027676C)

03 Questions jointes de

- Darya Safai à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La politique concernant les mineurs étrangers non accompagnés" (55027496C)

- Dries Van Langenhove à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'accord de la CIM sur les MENA" (55027612C)

- Tim Vandenput à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La CIM sur la Migration et l'Intégration" (55027632C)

- Greet Daems à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La CIM Migration et Intégration du 29 avril et les manquements au Service des Tutelles" (55027676C)

 

03.01  Darya Safai (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, op donderdag 28 april 2022 organiseerde Fedasil een rondetafel met verschillende partners die actief zijn op het vlak van de opvang en begeleiding van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen in België. Momenteel heeft Fedasil een groeiende nood aan opvangplaatsen voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, waardoor er oplossingen moeten worden gezocht voor deze kwetsbare doelgroep. De deelnemers formuleerden concrete voorstellen en Fedasil heeft die aanbevelingen meegedeeld aan de politieke verantwoordelijken op een interministeriële conferentie over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen.

 

Om de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen sterker te ondersteunen, worden enkele doelstellingen en de eraan gekoppelde concrete acties noodzakelijk geacht. De eerste doelstelling is in voldoende opvangplaatsen te voorzien voor zowel verzoekers om internationale bescherming als voor niet-verzoekers, waaronder aangepaste plaatsen voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen met een specifiek profiel, namelijk heel jong, sociaal kwetsbaar of met een bijzondere medische of psychologische context. Welke concrete acties zult u hiervoor ondernemen?

 

De tweede doelstelling bestaat erin aanklampend te werken om minderjarigen op straat te bereiken en te oriënteren door in laagdrempelige opvang en begeleiding te voorzien. Welke concrete acties zult u hiervoor ondernemen?

 

De derde doelstelling is in een soepele transitie voorzien voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die verblijfsrecht verkregen hebben in België, waarbij voldoende huisvesting en begeleiding worden gegarandeerd. Hoe zult u onderzoeken hoe de transitie van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen en ex-niet-begeleide minderjarige vreemdelingen met verblijfsrecht in België kan worden bevorderd?

 

De vijfde doelstelling is een goede preventie en efficiënte en adequate opvolging van de verdwijning van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Wat is uw plan van aanpak om het personeel dat niet-begeleide minderjarige vreemdelingen opvangt verder te informeren en op te leiden met betrekking tot verdwijning? Wanneer zal het draaiboek voor alle eerstelijnsactoren voor preventie en opvolging van verdwijning klaar zijn? Wat zijn de resultaten van de werkgroep inzake verdwijning van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen? Kunt u een overzicht geven van het aantal verdwijningen voor het jaar 2021 tot dusver?

 

De achtste doelstelling is het migratiebeleid holistisch benaderen, de pull- en de pushfactoren voor migratie voortdurend monitoren en evalueren en waar nodig maatregelen nemen om hieraan tegemoet te komen.

 

Welke concrete maatregelen zult u nemen om die doelstellingen te behalen?

 

03.02  Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, op 29 april jongstleden meldde u via Twitter een eerste akkoord van de Interministeriële Conferentie Migratie over de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. U sprak van betere opvang, een betere screening van de leeftijd en betere begeleiding. Het gaat over een belangrijk akkoord over een veelbesproken thema in de commissie voor Binnenlandse Zaken, waarvoor al heel wat aanbevelingen zijn geformuleerd. Daarover willen we dan ook wat meer informatie krijgen.

 

Mijnheer de staatssecretaris, over welke specifieke deelthema's werd er een akkoord tot stand gebracht en wat houdt dat precies in betreffende de opvang, begeleiding en screening van de leeftijd? Hebt u de garantie dat bij twijfel over de opgegeven leeftijd de leeftijdscontroles sneller en consequenter zullen worden uitgevoerd? Werd er in dat verband ook een overeenkomst bereikt over sancties bij een eventueel gebrek aan medewerking? Zo ja, wat houden die sancties precies in? Dezelfde vraag geldt ook voor de vastgestelde leeftijdsfraude, die jammer genoeg nog steeds op grote schaal plaatsvindt. Wat werd er precies overeengekomen omtrent het riante Vlaamse uitkeringssysteem, onder meer het Vlaamse Groeipakket, waarvan ontegensprekelijk, zoals u zelf al hebt aangegeven, een aanzuigeffect uitgaat?

 

03.03  Tim Vandenput (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, de twee collega's hebben de situatie al goed geschetst. Ik heb twee vragen. Wat is de inhoud van het akkoord dat werd afgesloten binnen de interministeriële conferentie? Nog belangrijker daarbij is de vraag welke de volgende thema's zijn die binnen de IMC behandeld zullen worden.

 

03.04  Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de staatssecretaris, de dienst Voogdij blijft kampen met een acuut tekort aan voogden en middelen. Daardoor ligt de individuele werklast van de voogden veel te hoog en kunnen ze de hun toegewezen jongeren niet naar behoren begeleiden. Meerdere keren meldden de werknemers de acute problemen, zonder resultaat evenwel. Ik geef een voorbeeld van de omvang van het probleem. Midden maart stonden meer dan 700 kinderen op de wachtlijst. Vandaag zijn het er al een kleine 1.000 geworden. Door die problemen ging de dienst Voogdij op 17 maart over tot stiptheidsacties om het werk leefbaar te houden, maar vooral om druk te zetten op de politiek voor het vinden van oplossingen voor de NBMV’s.

 

Die strategie heeft zijn vruchten afgeworpen. Minister Van Quickenborne is zich komen verantwoorden bij Terzake en beloofde 15 nieuwe voogden en een betere opvolging van de voogden. De belofte werd ondertussen zelfs opgetrokken van 15 naar 23. In totaal zou het neerkomen op meerdere miljoenen aan investeringen. Dat toont de kracht van de werkende klasse.

 

We moeten echter vaststellen dat er vandaag op de werkvloer nog niets is veranderd. De vrees is dat er dit jaar ook niets zal veranderen, dus geen nieuwe voogden noch intensievere opvolging, terwijl de wachtlijsten wel blijven groeien. Er worden momenteel alleen nog voogden aangesteld in geval van extreme nood. Als er tot volgend jaar moet worden gewacht, dan zal dat een catastrofe betekenen.

 

Mijnheer de staatssecretaris, op 29 april werd een al uitgestelde interministeriële conferentie gewijd aan de NBMV’s. Wat was het resultaat van die conferentie? Welke concrete stappen zullen er worden ondernomen? Hoe zit het met de capaciteit in de opvangcentra voor NBMV’s? Zijn er nog genoeg plaatsen voor de doorstroming in de eerste fase en ook in de tweede en de derde fase?

 

03.05 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Collega's, op 28 april organiseerde Fedasil inderdaad een rondetafel met verschillende partners die actief zijn op het vlak van opvang en begeleiding van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen in België. Ongeveer 100 personen namen deel aan deze onlinebijeenkomst, onder wie het Rode Kruis, integratiecentra, de departementen Jeugdzorg en Onderwijs en voogden. U weet ongetwijfeld dat werken met het middenveld en alle stakeholders voor mij een belangrijk aandachtspunt is.

 

De rondetafel leidde tot voorstellen voor de opvang, begeleiding en integratie van de minderjarigen. Partnerschappen zijn hierbij noodzakelijk. Het agentschap analyseert momenteel de voorgestelde pistes en zet deze dan ook om naar een actieplan.

 

Mevrouw Safai, de doelstellingen waarnaar u verwijst zijn diegene die voorbereid werden in de IMC en goedgekeurd zijn op 29 april 2022. Ik zal de doelstellingen die daar afgeklopt werden kort overlopen.

 

De eerste doelstelling betreft het voorzien van voldoende opvangplaatsen. Mevrouw Daems, u vroeg me ook of er op dit moment voldoende opvangplaatsen zijn voor niet-begeleide minderjarigen. Er is een daling te zien in de aankomst van niet-begeleide minderjarigen, waardoor er in de eerste fase wat meer ademruimte gekomen is. De bezettingsgraad bedraagt daar op dit moment iets minder dan 70 %. Dat is natuurlijk een goede zaak, aangezien we op een bepaald moment op ongekende hoogtes zaten. Er zijn plaatsen bijgekomen en dat heeft tot ademruimte geleid. Er is traditioneel wel een stijging van de aankomst in de lente en in de zomer. We moeten dus voorbereid zijn en niet denken dat we ons met de huidige cijfers geen zorgen hoeven te maken. Voorzichtigheid is geboden en we mogen zeker niet te snel overgaan tot de sluiting van opvangplaatsen, zoals men dat in het verleden veel te vaak heeft gedaan.

 

In de tweede fase van de opvang blijft het wel krap. Daar bedraagt de bezettingsgraad bijna 97 %. In de derde fase bedraagt die 72 %. De opvangcapaciteit voor deze doelgroep blijft dus nog steeds een uitdaging.

 

In samenwerking met verschillende partners lopen er reeds projecten die niet-begeleide minderjarigen met een kwetsbaarder profiel begeleiden en opvangen. Er zijn met verschillende van deze en andere partners ook discussies lopende om de bestaande projecten voort te zetten, om nieuwe projecten op te starten en om meer aangepaste opvangplaatsen te creëren.

 

Ik kom nu tot de tweede doelstelling omtrent het aanklampend werken met minderjarigen op straat. Daarvoor is er ook het project Xtra MENA dat ik in deze commissie al eens besproken heb. Er wordt al drie jaar een outreachend project gefinancierd door Fedasil, dat inzet op het informeren en naar formele opvang toeleiden van de moeilijk te bereiken niet-begeleide minderjarigen en het sensibiliseren, vormen en ondersteunen van de eerstelijnsactoren en professionals die met deze doelgroep in aanraking komen.

 

Er lopen ook discussies met Médecins Sans Frontières, Minor-Ndako en Samusocial om na te gaan of en onder welke voorwaarden wij deze doelgroep nog beter kunnen begeleiden naar de meer reguliere opvang.

 

Met betrekking tot niet-begeleide minderjarigen met een straatprofiel, er werd reeds een budget vrijgemaakt om een opvangtraject op maat van deze kwetsbare doelgroep te voorzien, startend met een laagdrempelig inloophuis met nachtopvang. Hierbij worden ook de lokale partners, zoals de gemeente Anderlecht en Macadam betrokken.

 

Er is ook nood aan samenwerking met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap, bevoegd voor jeugdhulp. Wij weten allemaal hoe moeilijk die doelgroep is. Het gaat onder meer om Marokkaanse jongeren van 10 à 11 jaar oud die lijmsnuiven aan het station. Men moet die proberen te overtuigen om zich via het reguliere circuit te laten opvangen. Dat is niet altijd evident, want het is vaak een kwestie van vertrouwen dat men moet opbouwen.

 

De derde doelstelling omvat de actie dat er verder onderzocht zal worden hoe de transitie van een minderjarige met verblijfsrecht kan worden verbeterd. De minderjarigen worden tijdens hun verblijf in een collectieve opvangstructuur uiteraard geleidelijk voorbereid op een zelfstandiger leven.

 

Met betrekking tot de verdwijningen wordt er op dit moment hard gewerkt aan een draaiboek, in samenwerking met heel wat actoren. Er wordt ook gewerkt aan een nationaal protocol tussen de betrokken diensten om de opvolging van de verdwijningen te vergemakkelijken, een reeds lang bestaande vraag van heel veel organisaties.

 

Wat de cijfers over het aantal verdwijningen betreft, beschikt Fedasil alleen over cijfers van niet-begeleide minderjarigen aan wie een opvangplaats werd toegewezen en die verdwenen. Onder verdwijningen rekent Fedasil drie categorieën, namelijk mensen die niet zijn aangekomen, onrustwekkende verdwijningen en spontaan vertrek bij recht op opvang. Die zitten allemaal vervat in de cijfers. Een onderscheid daartussen maken is niet evident.

 

Een laatste doelstelling die het vermelden waard is, betreft het monitoren en evalueren van de pull- en pushfactoren. Dat is iets waarover wij ons continu moeten buigen, om te weten wat de reden is waarom niet-begeleide minderjarigen naar België komen, wat de reden is waarom ze vertrekken en wat de reden is waarom ze dan per se naar België willen komen. Een monitoring van de redenen waarom men als minderjarige naar België komt, op een holistische manier benaderd, is een van de zaken waarvoor wij aandacht moeten hebben. Daarover zijn ook afspraken gemaakt in de interministeriële conferentie.

 

Wat de leeftijdsonderzoeken betreft, is er momenteel een adviesraad aan de slag. Die werkt aan een rapport met aanbevelingen, om hierover een breed debat te kunnen voeren in de bevoegde commissie. We weten dat er problemen met de leeftijdsonderzoeken zijn, aangezien sommige vluchtelingen minderjarig beweren te zijn en na onderzoek meerderjarig blijken. We moeten de ambitie hebben om misbruik van de procedure te vermijden en correcte leeftijdsonderzoeken uit te voeren. Dat is in het belang van de echte minderjarigen en alle werknemers van het bevoegde departement.

 

Voor het Groeipakket werden er reeds maatregelen op het Vlaamse niveau genomen, waardoor de niet-begeleide minderjarigen die door Fedasil worden opgevangen slechts een derde van hun Groeipakket zullen krijgen, net zoals alle andere Vlaamse jongeren die in een instelling verblijven. Ik wil ook nog benadrukken dat ik tevreden ben dat de IMC mijn nota aanvaardde. Het toont aan dat alle regeringen van ons land zich duidelijk willen engageren voor deze doelgroep. Per doelstelling zijn er verschillende concrete acties opgenomen, die door de bevoegde federale en deelstatelijke ministers zullen worden uitgevoerd. Er werd bovendien afgesproken om volgend jaar binnen de IMC in opvolging te voorzien om te vermijden dat de engagementen dode letter zouden blijven.

 

03.06  Darya Safai (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, bedankt voor het antwoord. Er is nog zeer veel werk op dit vlak en we zullen het opvolgen.

 

03.07  Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, er zijn al zaken gebeurd, maar wanneer het gaat over de leeftijdscontroles, de leeftijdsfraude en de eventuele sancties, merk ik dat er weinig of geen vooruitgang werd geboekt. Dat is waarschijnlijk te wijten aan het feit dat het niet zo goed overkomt bij uw coalitiepartners als u daarvoor de nodige stappen wilt zetten. Ik zal bijkomende vragen indienen om te weten te komen wat u in de komende maanden zal ondernemen om dit aan te pakken. Als u dat niet aanpakt, hebben veel andere maatregelen zeer weinig effect. Het aanzuigeffect zal blijven bestaan – ook al is dat probleem met het Groeipakket nu opgelost – als misbruikers vernemen dat er in België geen consequente sancties volgen op fraude en misbruik.

 

03.08  Tim Vandenput (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, uw antwoord op de eerste vraag was zeer duidelijk en uitgebreid, maar ik blijf een beetje op mijn honger wat mijn tweede vraag betreft. Moet ik hieruit concluderen dat er nog geen volgende IMC is gepland en dat er nog geen onderwerpen zijn gedefinieerd?

 

03.09 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Jawel, maar ik houd de spanning er graag in.

 

03.10  Tim Vandenput (Open Vld): Terecht. Ik ben het echter eens met collega Van Langenhove dat het aanzuigeffect van Vlaanderen ook eens moet worden besproken, want het kan niet dat dit blijft bestaan en dat er in Vlaanderen nog meer mensen komen. Wij zijn voor een eerlijkere spreiding, dus ik zou dat toch meenemen naar de besprekingen.

 

03.11  Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de staatssecretaris, de situatie van de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen stevent af op een sociale catastrofe. Ik vind het positief dat u dat serieus lijkt te nemen, maar de tijd is hier van cruciaal belang. De wachtlijsten bij de dienst Voogdij voorspellen het ergste als zij niet meteen worden aangepakt. Dat zou een prioritair dossier moeten zijn voor alle betrokken beleidsvoerders, want het gaat tenslotte over enorm kwetsbare kinderen.

 

De voorzitter: Zijn er nog andere replieken? (Nee)

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- Dries Van Langenhove aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De koppeling van handelssteun aan de bereidheid tot terugname van illegalen" (55026935C)

- Dries Van Langenhove aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De Europese visumsancties" (55026936C)

04 Questions jointes de

- Dries Van Langenhove à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'établissement d'un lien entre les aides économiques et la réadmission d'illégaux" (55026935C)

- Dries Van Langenhove à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les sanctions européennes en matière d’octroi de visas" (55026936C)

 

De voorzitter: Mevrouw Van Langenhove, ik bedoel mijnheer Van Langenhove, u kan uw vraag stellen.

 

04.01  Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de voorzitter, tegenwoordig kan je natuurlijk nooit zeker zijn.

 

Mijnheer de staatssecretaris, begin april 2022 raakte bekend dat de Europese Commissie voorstelt om de gunstige handelstarieven die heel wat derde landen genieten in de toekomst gedeeltelijk afhankelijk te maken van hun bereidheid tot terugname van hun illegale onderdanen. Dat is een opmerkelijk voorstel, aangezien de Europese Unie tot op heden op zijn zachtst gezegd uiterst terughoudend is geweest in het gebruik van negatieve prikkels of de stok, zoals ik dat hier al een aantal keer heb genoemd, om derde landen tot meer medewerking van hun hier illegaal verblijvende onderdanen te bewegen. Dat bleek ook uit het meest recente rapport van de Rekenkamer.

 

Het gunstregime dat heel wat landen genieten, is al gekoppeld aan voorwaarden zoals respect voor het milieu, mensen- en arbeidsrechten en goed bestuur. In dat lijstje zou medewerking aan de strijd tegen illegale migratie alvast niet misstaan. Het tegendeel is waar. Wij zijn op dat vlak dan ook al langer vragende partij, zeker gezien het feit – ik verwijs nogmaals naar het rapport van de Europese Rekenkamer – dat  het huidige terugkeersysteem van de Europese Unie kampt met enorme inefficiëntie, die illegale migratie zelfs aanmoedigt.

 

Mijnheer de staatssecretaris, kan u bevestigen dat de Europese Commissie een dergelijk voorstel heeft gedaan? In een reactie in De Tijd op 7 april 2022 stelde u absoluut voorstander te zijn van het koppelen van handelssteun aan de bereidwilligheid om mensen terug te nemen. Vertolkt u daarmee het standpunt van de voltallige regering en het standpunt dat u uitdraagt in het overleg daaromtrent?

 

Maakt het voorstel van de Europese Commissie reeds het voorwerp uit van een bespreking op Europees interministerieel niveau? Zo ja, welk standpunt heeft België ter zake ingenomen? Zo niet, wanneer mogen wij ons aan een initiatief in dat verband verwachten? Wat zal desgevallend het officiële Belgische standpunt zijn?

 

Ik geloof dat hier nog een andere vraag aan gekoppeld is, die daar dicht bij aanleunt. Het gaat opnieuw over een belofte op het vlak van de Europese Commissie en de Europese Unie die u al meermaals hebt geuit, maar waarop wij tot nu toe hebben moeten wachten.

 

U verklaarde in het verleden al meermaals voorstander te zijn van sancties voor derde landen die al dan niet manifest weigeren hun illegaal in dit land verblijvende onderdanen terug te nemen. Bepaald veel vorderingen blijken er op dat vlak helaas nog niet gemaakt te zijn. Sinds de herziening van de Schengenvisumcode is de Commissie verplicht tenminste eenmaal per jaar de medewerking van derde landen op het gebied van overname te beoordelen, waarna de Raad positieve of negatieve gevolgen kan koppelen aan de bevindingen uit het rapport.

 

Vorig jaar zouden niet minder dan dertien landen de slechtst mogelijke beoordeling hebben gekregen, terwijl daarnaast de meeste andere Afrikaanse en Aziatische landen slechts zwak bleken mee te werken.

 

Uiteindelijk resulteerde dat in visumsancties tegen één welbepaald land, met name Gambia. Dat is een triest resultaat, maar ook daarmee bent u het grotendeels eens, vermoed ik. Ondertussen is er een nieuwe cyclus begonnen.

 

Mijnheer de staatssecretaris, een antwoord op de volgende vragen zou ons helpen om ons parlementair werk juist en goed te doen. Is de Europese Commissie al klaar met haar nieuwe rapport? Zo ja, wat zijn de voornaamste bevindingen van de Commissie? Welke landen scoren onvoldoende, zwak of zeer zwak?

 

Maakte dit rapport reeds het voorwerp uit van besprekingen in de Europese Raad?

 

Acht u de kans reëel dat er deze keer tegen meer dan één land, liefst tegen landen die meer illegale migratie vertegenwoordigen, visumsancties zullen worden uitgevaardigd?

 

Wanneer mogen we concrete resultaten verwachten?

 

04.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer Van Langenhove, staten hebben de juridische plicht om onderdanen die geen recht hebben op verblijf terug op te nemen. De Europese Raad van staatshoofden en regeringsleiders sprak zich reeds meermaals uit, met steun van België, voor het gebruiken van de nodige hefbomen om de uitvoering van overnameovereenkomsten te verbeteren.

 

Het is ook mijn overtuiging dat we op het vlak van terugkeer niet alleen met één Europese stem moeten spreken, maar dat we ook de nodige hefbomen moeten durven in te zetten, met inbegrip van het visuminstrument of de handelssector.

 

De lidstaten van de EU maken nu voor het tweede jaar gebruik van de Schengenvisumcode om maatregelen te nemen wanneer derde landen dit manifest weigeren of net opvallend goed meewerken. Dat kan natuurlijk in beide richtingen gaan.

 

Het jaarlijks verslag van de Commissie over readmissiesamenwerking in het kader van de procedure van artikel 25bis werd op 30 december 2021 aan de lidstaten bezorgd. Het is een geclassificeerd rapport en ik kan u dus niet vertellen wat de inhoud daarvan is. Het werd nog niet besproken in de Raad van ministers, maar wel al in verschillende technische werkgroepen, de Working Party on Integration, Migration and Expulsion, de EMWP en de visawerkgroep.

 

De artikel 25bis-procedure loopt steeds gedurende de periode van een jaar. Die zal dus eind december opnieuw worden afgesloten.

 

Op 22 september 2i021 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een verordening betreffende de toepassing van een stelsel van algemene preferenties gepubliceerd. Hierin is onder andere de mogelijkheid openomen om de tarifaire gunstregimes tijdelijk in te trekken voor landen die hun onderdanen niet terugnemen. De gunstregimes hebben ook betrekking op de handelssector.

 

De Belgische regering heeft op EU-niveau steeds gepleit om mechanismen te ontwikkelen om onwillige landen aan te zetten tot medewerking op het vlak van terugkeer.

 

Het voorstel van de Commissie wordt sinds oktober 2021 in de Raad van de Europese Unie in het kader van het comité Handelspolitiek onderzocht. Na van de Commissie verduidelijkingen over de werking van het mechanisme te hebben bekomen, kon België de bepalingen betreffende de terugname ondersteunen. Het voorstel werd ondertussen ook besproken in het Europees Parlement.

 

Ik herinner u er ook graag aan dat het opleggen van sancties geen doel op zich is maar wel belangrijk is in het kader van betere readmissie. Er wordt ook steeds een dialoog opgestart met landen, om te proberen hen te sensibiliseren. Indien het zo lukt, leidt het steeds tot duurzame resultaten. Sancties zijn een laatste redmiddel. De realiteit blijkt vandaag wel te zijn dat dit laatste redmiddel meer dan ooit vaak nodig is, niet alleen in het geval van Gambia. Ik kijk uit naar het vervolg, tegen het einde van het jaar, voor de nieuwe landen die dan mogelijk gesanctioneerd kunnen worden.

 

Het eerste land was effectief Gambia. Ik heb gezegd dat ik tevreden ben dat er stappen worden gezet maar dat ik niet tevreden ben met de landen die op de lijst staan. Gambia is het eerste geval maar dat is vooral symbolisch van aard. De Europese Unie neemt daarmee immers de beslissing om eindelijk een land collectief te sanctioneren. Wij moeten echter veel verder gaan. Ik ben ervan overtuigd dat wij veel meer landen moeten sanctioneren. Ik hoop dat wij tegen het einde van het jaar kunnen evolueren naar landen die, indien ze niet meewerken aan terugkeer, ook veel meer gesanctioneerd zullen worden. Als dat niet het geval is, zal ik bijzonder teleurgesteld zijn over de procedure.

 

Als ik met mijn collega's van Migratie op Europees niveau spreek, heb ik in elk geval het gevoel dat nagenoeg iedereen dat volgt, want ik heb eigenlijk nog niemand gehoord die van mening is dat men niet meer landen moet sanctioneren. Alle landen moeten dus gewoon voldoende durf hebben om landen op die lijst te zetten, ook al is men soms bang voor het beschadigen van bepaalde bilaterale relaties. De realiteit is dat de cijfers niet goed zijn, in heel de Europese Unie, omdat landen van herkomst niet doen wat van hen verwacht wordt.

 

Zij hebben een internationale plicht, net als wij. Als ik vanuit België over mensen die recht hebben op internationale bescherming zou zeggen dat 20 % van de mensen die hier zouden mogen zijn hier mag blijven en de rest niet, dan krijg ik heel de wereld over mij heen. Omgekeerd zou dat ook moeten gelden. Als men geen nood heeft aan bescherming en men moet terugkeren naar het land van herkomst, dan moet men terugkeren naar het land van herkomst. Dan heeft dat land van herkomst geen reden om dat te weigeren. Punt.

 

De Europese Unie is daar veel te lang veel te soepel in geweest en heeft veel te lang gedacht het diplomatiek op te kunnen lossen. De realiteit is dat wij 20 à 30 jaar later staan waar wij vandaag staan, namelijk niet veel verder. Europa moet dus eindelijk af en toe de tanden laten zien, want anders eindigt men met een bevolking die terecht gefrustreerd is en met nationale politici die dat ook zijn.

 

04.03  Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, u mag me zeker en vast rekenen bij die nationale politici die gefrustreerd zijn over het uitblijven van een degelijk sanctiebeleid met betrekking tot de terugname van illegale onderdanen. Bijna alle ministers van Migratie die u spreekt zijn er blijkbaar voorstander van om meer landen te sanctioneren omdat ze niet bereid zijn illegale onderdanen terug te nemen. Ik vraag me dan toch oprecht af wat er fout loopt in het proces tussen het standpunt van die ministers, die er blijkbaar unaniem voorstander van zijn om meer landen te sanctioneren, en de invoering van effectieve sancties. Zoals u terecht toegeeft, zijn die enkel van symbolische aard. Alleen Gambia wordt immers als een symbooldossier op tafel gelegd. Ik hoop dat de fout die de vorige keer is gemaakt nu niet opnieuw zal worden gemaakt en we dus niet opnieuw eindigen met symbolische sancties, waarbij misschien nog één of twee relatief onbenullige landen op die lijst worden geplaatst. Ik vrees dat veel landen die onbereidwillig zijn om mee te werken aan de terugname van illegale onderdanen, op den duur ook wel beseffen dat het bij symbolen zal blijven en dat de EU na 40 à 50 jaar nog geen daadkracht zal tonen.

 

U bent er voorstander van om meer landen op die lijst te plaatsen en meer sancties uit te vaardigen. Ik vermoed dat u daarmee het standpunt van de Belgische regering vertolkt en dat u dus dat standpunt ook op die conferentie meedeelt. Is dat het standpunt van de voltallige regering?

 

04.04 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Daar ga ik toch van uit.

 

04.05  Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, het stelt me tevreden dat dit het standpunt van de voltallige regering is. Dat zal wel het resultaat zijn van niet al te gemakkelijke onderhandelingen in de coalitie, waarvan toch ook een aantal groene en rode coalitiepartners deel uitmaken.

 

Het dossier zelf is volgens u geclassificeerd en wordt opgevolgd eind december. Het is heel jammer dat het allemaal zo traag verloopt, terwijl de onwil van een aantal landen toch heel duidelijk is en al heel lang aansleept. Waarom moet dat allemaal zo tergend traag verlopen? Waarom duurt het jaren voor men eindelijk een krachtdadige beslissing neemt? Al die Europese ministers van Migratie zijn het er volgens u immers over eens dat dit geen daadkrachtig beleid is en dat we meer sancties moeten uitvaardigen, maar toch duren die procedures tergend lang. Dat is heel jammer. We zullen daarover vervolgvragen indienen, maar we zullen dus blijkbaar nog moeten wachten tot het einde van dit jaar voor we hierover iets meer weten. Dat is bijzonder triest.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Dries Van Langenhove aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De illegale migratie over het Kanaal" (55026958C)

05 Question de Dries Van Langenhove à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les migrations illégales par la Manche" (55026958C)

 

05.01  Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, de illegale migratie via de zogenaamde Kanaalroute zit al enkele jaren in de lift en bereikte vorig jaar een triest hoogtepunt, toen meer dan 28.000 personen Groot-Brittannië via die weg bereikten. Om dat fenomeen onder controle te krijgen, riepen Frankrijk en België eind vorig jaar de bijstand in van Frontex. Sinds begin december patrouilleerde het Europees agentschap met een vliegtuig, onder andere boven de Noordzee.

 

Mijnheer de staatssecretaris, hoe beoordeelt u in het algemeen de inzet van Frontex op dat vlak in de afgelopen maanden? Welke concrete resultaten leverde die operatie op? Acht u een verdere inzet van Frontex op het terrein nuttig en wenst u die eventueel op te schalen?

 

05.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van Langenhove, zoals u weet, was ik zelf vragende partij voor een Frontex-missie aan de Noordzeekust. Daarover hebben we al een tijdje geleden, op 28 november 2021, gediscussieerd met onder meer Frankrijk, Duitsland en Nederland te Calais, waarbij Frontex mee aan tafel zat. Vanuit Frankrijk en België werd toen gevraagd naar een Frontex-missie aan de Noordzeekust. Er werd een Operation Opal Coast gelanceerd, wat volgens mij belangrijk is.

 

De Europese Unie heeft buitengrenzen in Zuid-Europa en Oost-Europa, waar Frontex degelijk werk moet leveren. De Europese Unie steekt daartoe ook significant veel middelen in Frontex, wat naar mijn aanvoelen belangrijk is voor de uitvoering van grenscontroles. Uiteraard dient steeds toezicht te worden gehouden op de uitvoering van de grenscontroles, maar ik zie niet in wat het probleem is van investeringen in Frontex. Integendeel, die zijn volgens mij noodzakelijk. We hebben echter ook een buitengrens aan onze kant, namelijk met Groot-Brittannië. Als Europese belastingbetalers leveren wij allemaal een bijdrage en daarom zie ik niet in waarom Frontex niet ook hier werk kan leveren, in samenwerking met onze politie. Er wordt dus een missie uitgevoerd met een vliegtuig boven België en Frankrijk, en dat is naar mijn mening een heel goede zaak.

 

Transmigratie is natuurlijk een complexe bevoegdheid, die ik overigens deel met de minister van Binnenlandse Zaken, mevrouw Verlinden, aangezien zij bevoegd is aangaande de politiesamenwerking. Het gaat om politiesamenwerking aan de grensstreek tussen Groot-Brittannië, Frankrijk en België. Ik onderhoud natuurlijk ook contacten met de Britse collega's, waarbij ik zelf het belang van die contacten benadruk.

 

De Britten zijn bereid om enorm te investeren in de versterking van veiligheid in Frankrijk en België. Ik zie niet in waarom we dat niet zouden doen. We doen dit en moeten blijven bekijken in welke mate we deze samenwerking verder kunnen blijven versterken.

 

Bij deze vraag moet ik ook aangeven dat ik niet te veel voor mijn beurt mag spreken. Daarom stel ik voor uw vragen over concrete politieacties door Frontex en dus ook door de Britten te stellen aan de bevoegde collega, mevrouw Verlinden.

 

05.03  Dries Van Langenhove (VB): Ik val uw collega Verlinden ook regelmatig lastig over dit onderwerp. Maakt u zich wat dat betreft dus zeker geen zorgen. Toch had ik graag ook van u vernomen hoe u het resultaat van Operation Opal Coast beoordeelt. Bent er tevreden over? Hoe zullen we dit verderzetten?

 

U spreekt van verdere investeringen in Frontex en de verdere inzet van Frontex. Toch had ik graag net iets concretere informatie gekregen over het resultaat van de operatie en of u ervoor gaat zorgen dat het record van 28.000 oversteken in 2021 niet wordt overschreden, maar wel wordt teruggedrongen in het komende jaar. Die ambitie heb ik hier niet meteen gehoord. Ik veronderstel dat het toch de ambitie moet zijn van deze regering, van u en van uw collega Verlinden.

 

Iedere oversteek gaat immers gepaard met een enorm groot risico en potentieel verlies van levens van mensen in heel moeilijke situaties. Voorkomen is nog steeds beter dan genezen. Genezen is belangrijk, maar voorkomen zou nog beter zijn. Wat dat betreft, moeten we natuurlijk de Europese buitengrenzen veel beter bewaken. De Europese buitengrenzen moeten dicht. Zowel juridisch als fysiek moeten we obstakels opwerpen om ervoor te zorgen dat de transitmigranten, die we eigenlijk illegalen moeten noemen, niet doordringen tot in België en het probleem zich dus niet kan voordoen.

 

Wat het Britse beleid betreft, hoop ik dat u met de goede contacten die u, mevrouw Verlinden en de heer De Croo hebben, er ook op tafel wordt gelegd dat er een enorm aanzuigeffect uitgaat van het feit dat zij niet werken met deftige identificatiebewijzen en er een enorm grote zwarte economie is in Groot-Brittannië. Dat heeft een enorm aanzuigeffect op mensen in moeilijke situaties, zeker ook hier in België. Het is dus wat mij betreft een aanbeveling om dit af en toe eens op tafel te leggen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Dries Van Langenhove aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het asielcentrum in Sint-Jans-Molenbeek" (55026959C)

06 Question de Dries Van Langenhove à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le centre d'asile de Molenbeek-Saint-Jean" (55026959C)

 

06.01  Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, via de media vernamen wij dat er onenigheid bestaat over Home Sebrechts in Sint-Jans-Molenbeek. Indien wij goed zijn ingelicht, zou het voormalige rusthuis, dat tot voor kort gebruikt werd voor de tijdelijke noodopvang van Oekraïense vluchtelingen, ondertussen ook dienst doen voor de opvang van een tweehonderdtal asielzoekers uit landen zoals Afghanistan, Syrië en Eritrea. Bovendien zou er op lange termijn zelfs sprake zijn van een opvangcapaciteit van ongeveer zeshonderd personen.

 

Volgens sommigen – waaronder Molenbeeks burgemeester Moureaux –  is een en ander in tegenspraak met de afspraak, waarin werd gesteld dat het zou gaan om de tijdelijke opvang van Oekraïners gedurende een duidelijk afgebakende periode.

 

Graag kreeg ik een antwoord op de hiernavolgende vragen.

 

Klopt het dat er een akkoord bestond dat het voormalige rusthuis zou worden gebruikt voor de tijdelijke opvang van Oekraïense vluchtelingen gedurende een duidelijk afgebakende periode?

 

Klopt het dat er, mogelijk in tegenstelling tot een eerder akkoord, ondertussen een tweehonderdtal asielzoekers vanuit alle windstreken worden opgevangen?

 

Uw woordvoerder stelde daarover het volgende: "Op de lange termijn is er een opvangcapaciteit van ongeveer 600 personen mogelijk in Sebrechts. Het zou moreel niet te rechtvaardigen zijn om deze capaciteit niet te gebruiken." Aldus luidde het citaat uit Bruzz van 9 april 2022. Kan u dat bevestigen? Indien ja, acht u het dan moreel te rechtvaardigen dat daarmee een eventueel eerder akkoord wordt gebroken of ontkent u dat er een dergelijk akkoord bestond?

 

Hebt u plannen, om ook elders in het land centra die momenteel worden ingericht voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen, op termijn in gebruik te nemen als asielcentra voor andere vluchtelingen of sluit u een dergelijk scenario uit?

 

Rachid Barghouti, woordvoerder van Molenbeeks burgemeester Moureaux, stelt een brief te hebben gestuurd naar de eerste minister om de situatie te verduidelijken en om begrip voor hun situatie te vragen. Kan u ons mededelen over welke verduidelijkingen het hier zoal gaat? Hebt u zelf ook een dergelijk schrijven ontvangen?

 

06.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van Langenhove, het voormalige opvangcentrum Home Sebrechts in Sint-Jans-Molenbeek werd reeds van bij de aanvang gezien als een toekomstig opvangcentrum voor verzoekers om internationale bescherming. Ik heb de burgemeester daarover in december 2021 trouwens al ingelicht, reeds voorafgaand aan de oorlog in Oekraïne. In 2021 was die oorlog immers voor alle duidelijkheid nog niet aan de orde. Ik heb ook door Fedasil een overeenkomst laten sluiten om het gebouw als opvangcentrum te kunnen inrichten.

 

Er is dus op geen enkel moment een akkoord geweest over aantallen of profielen. Ik begrijp echter dat het voor burgemeesters nooit een evidentie is, om dat aan de bevolking op een juiste manier uit te leggen. Ik kan alleen maar mededelen dat de eerste gesprekken dateren van december 2021.

 

Toen de Oekraïnecrisis uitbrak, werd het gebouw eerst versneld omgevormd tot een opvangstructuur om een oplossing te kunnen bieden voor het hoge aantal personen uit Oekraïne die in ons land bescherming zochten. Het is dus eerder omgekeerd gebeurd, namelijk bedoeld als een opvangcentrum voor internationale bescherming, waarna we hebben vastgesteld dat er een heel grote instroom van Oekraïners is en dat we het gebouw dus tijdelijk moesten omvormen tot een centrum voor Oekraïners.

 

In tussentijd werd een tijdelijke noodopvangstructuur geopend in Sint-Lambrechts-Woluwe, waardoor Home Sebrechts opnieuw kan worden gebruikt waarvoor het initieel altijd was bedoeld. Ik heb dat altijd zo meegedeeld aan de burgemeester en aan iedereen die mij daarover vragen heeft gesteld. Ik hoop op dat vlak dat de sereniteit daar kan terugkeren en vooral dat burgemeesters kunnen meewerken aan een juiste en transparante communicatie aan de burgers. Anders is het immers begrijpelijk dat mensen zich ongerust maken en niet weten in welk verhaal ze stappen, want dat het iets anders is dan wat hen werd beloofd.

 

In dezen vonden de eerste gesprekken al een zestal maanden geleden plaats en ik denk dat het ondertussen duidelijk genoeg is.

 

06.03  Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor een aantal belangrijke verduidelijkingen.

 

Ik hoop dat u dat met uw coalitiepartners goed kunt doorspreken, zodat de burgemeester van Sint-Jans-Molenbeek, die zelf een pleitbezorger is van een opengrenzenbeleid, de juiste informatie kan doorgeven aan haar inwoners. Als die akkoorden er inderdaad al sinds december zijn, is er inderdaad geen sprake van een akkoord dat het enkel zou gaan om Oekraïense vluchtelingen.

 

Ik zou wel graag nog een antwoord krijgen op mijn vierde vraag. Zijn er momenteel plannen om centra waarvoor er een akkoord zou zijn dat het enkel om een tijdelijke opvang van Oekraïense vluchtelingen zou gaan, op termijn ook in gebruik te nemen als asielcentra voor vluchtelingen uit andere regio's zoals Afghanistan, Syrië en Eritrea? Zijn die er al? Sluit u in de toekomst een dergelijk scenario uit? Daarop heb ik nog geen antwoord gekregen.

 

06.04 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Dat is op dit moment allesbehalve aan de orde.

 

06.05  Dries Van Langenhove (VB): En acht u dat mogelijk naar de toekomst toe, of sluit u dat uit?

 

06.06 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Ik herhaal dat het allesbehalve aan de orde is. Dat zegt toch duidelijk genoeg wat ik ervan denk.

 

06.07  Dries Van Langenhove (VB): Naar CD&V-standaarden is dat duidelijk genoeg. Ik zal dat blijven opvolgen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Samengevoegde vragen van

- Ben Segers aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het plaatsen van drie kleine kinderen in een gesloten centrum" (55027010C)

- Greet Daems aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Contradictoire verklaringen over de 3 niet-begeleide minderjarigen die al dan niet opgesloten werden" (55027674C)

07 Questions jointes de

- Ben Segers à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le placement de trois jeunes enfants en centre fermé" (55027010C)

- Greet Daems à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les déclarations contradictoires sur l'enfermement de trois mineurs étrangers non accompagnés" (55027674C)

 

07.01  Ben Segers (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, twee Servische meisjes van ongeveer 12 jaar en een jongetje – mogelijk een broertje – van ongeveer 10 jaar werden op zondag 10 april betrapt bij een poging tot inbraak in Flémalle bij Luik. Er zijn vermoedens van gedwongen criminaliteit en mensenhandel. Op maandagochtend bracht de politie de meisjes over – na een nacht in een Luikse politiecel – naar het gesloten centrum in Holsbeek. De jongen werd naar het gesloten centrum in Merksplas gebracht.

 

Volgens minister Van Quickenborne, die ik hierover ook al heb ondervraagd, ligt de oorzaak hiervoor bij de gebrekkige bereikbaarheid van de dienst Voogdij 's nachts, waardoor de politie de kinderen uit frustratie dan maar naar gesloten centra heeft gebracht. Ik had deze vraag al eerder willen stellen, samen met mevrouw Safai, maar ik was uit het oog verloren dat Paasmaandag ook meetelt voor het indienen van vragen in het Parlement.

 

Wanneer werden uw diensten precies voor het eerst van de feiten op de hoogte gebracht?

 

Er werden ‘s nachts reeds pv’s opgesteld, onder meer wegens onwettig verblijf. Werd er toen contact opgenomen met de DVZ? Was de identiteit, inclusief de leeftijd, toen al gekend bij de DVZ? Welke melding gebeurde er ‘s nachts bij de DVZ?

 

Wat was het precieze ogenblik waarop het voor uw diensten voor het eerst duidelijk was dat het minderjarigen betrof? Was dit ‘s nachts al duidelijk of pas de volgende dag bij aankomst in de gesloten centra van Holsbeek en Merksplas? Zo ja, wanneer precies?

 

Werden uw diensten vervolgens op de hoogte gebracht van de komst van de jongeren in Holsbeek en Merksplas?

 

Van de meisjes weten we dat ze uiteindelijk bij Meza werden geplaatst, het nieuwe opvangcentrum voor slachtoffers van mensenhandel. Wat gebeurde er met de jongen? De media en het antwoord van minister Van Quickenborne spreken elkaar tegen op dat vlak. De minister vermeldde Fedasil.

 

Hoe uitzonderlijk is het dat er minderjarigen in een gesloten centrum terechtkomen? Gebeurt het nog dat, bijvoorbeeld de lokale politie, minderjarigen zomaar naar een gesloten centrum brengt?

 

07.02  Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, op 19 april beantwoordde u een vraag over drie niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die bijna werden gedetineerd in twee verschillende gesloten centra. Het opsluiten van minderjarigen in gesloten centra is nochtans  een duidelijke schending van de kinderrechten. Deze kinderen werden door de politie van Flémalle opgepakt op 10 april.

 

In een eerder antwoord stelde u dat de politie van Flémalle verkeerde geboortedata doorgaf aan de DVZ om de verplaatsing naar het gesloten centrum van Merksplas mogelijk te maken. De DVZ zou bij aankomst van de minderjarigen te Merksplas de fout meteen opgemerkt hebben, de kinderen teruggestuurd hebben en contact hebben opgenomen met de dienst Voogdij.

 

Er was initieel geen enkele reden om aan dit verhaal te twijfelen, maar op 25 april kwam daar verandering in. Tijdens de gemeenteraad gaf de burgemeester van Flémalle namelijk een volledig andere versie van de feiten. Volgens haar zou de lokale politie immers wel aan de DVZ hebben meegedeeld dat het om minderjarigen ging.

 

Ze zouden echter alsnog instructies van de DVZ hebben gekregen om ze over te brengen naar de centra van Merksplas en Holsbeek. Holsbeek weigerde de transfer, Merksplas deed dat niet. Deze feiten zouden zijn opgenomen in officiële documenten van de politie en zouden ook duidelijk blijken uit hun communicatie. De politie van Flémalle zou ook een verslag hebben ingediend bij het Comité P. Het gaat hier dus om twee verhalen die elkaar direct tegenspreken. Dat vraagt toch om opheldering

 

Gezien deze ontwikkelingen stel ik u de volgende vragen. Wie besloot op 10 april dat deze kinderen overgebracht moesten worden naar gesloten centra? Was dat de DVZ of de politie van Flémalle? De politie van Flémalle zou wel degelijk ook zelf contact opgenomen hebben met de dienst Voogdij.  Zijn er daarvan bewijzen, en hoe kwamen ze dan toch bij de gesloten centra terecht? Uit welke bron kreeg u de informatie die u op 19 april meedeelde aan het Parlement? Zijn er officiële documenten die uw verklaringen op 19 april kunnen bevestigen? Zo ja, bent u bereid deze mee te delen aan het Parlement?

 

07.03 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, de Dienst Vreemdelingenzaken ontving de administratieve verslagen op 10 april om 17.47 uur en om 17.59 uur. In eerste instantie nam de DVZ een beslissing tot vasthouding, omdat er door de politie aan de DVZ geen melding gemaakt werd van de minderjarigheid. Het betrof ook gevallen van openbare orde, waaraan de prioriteit van vasthouding wordt gegeven.

 

Tijdens de avond en nacht van 10 april was er enkel via de elektronische systemen contact tussen de DVZ en de politie. Er was voor de DVZ dus geen reden om aan te nemen dat het om minderjarigen ging. Er stond namelijk op een van de administratieve verslagen van de politie als antwoord op de vraag 'twijfel over minderjarigheid' nee. Duidelijker konden ze niet zijn.

 

Zodra het bij de DVZ duidelijk werd dat het om minderjarigen ging, werd de beslissing tot vasthouding onmiddellijk herzien. De Dienst Vreemdelingenzaken bevestigt dat de minderjarigen door hen op geen enkel moment effectief vastgehouden werden omdat het vrij duidelijk was dat ze minderjarig waren.

 

Wat de vasthoudingsbeslissing voor de jongen betreft te Merksplas, heeft het gesloten centrum aan de dispatching op maandag 11 april om 09.14 uur gemaild dat de politie hen opgebeld had en had aangegeven dat de betrokkene minderjarig was. Het gesloten centrum van Merksplas deelde mee dat er geen minderjarigen in de gesloten centra vastgehouden worden. Hierop kreeg het centrum om 10.56 uur, anderhalf uur later dus, bericht dat de permanentie een nieuwe beslissing genomen had en de opsluiting dan ook geannuleerd werd. Bijgevolg heeft de politie zich niet bij het centrum met de betrokkene aangeboden. Dat is de logica zelve.

 

Wat de twee meisjes betreft, op 11 april kreeg het secretariaat van het gesloten centrum te Holsbeek 's ochtends telefoon van de politie met de vraag of er plaats was voor twee minderjarigen. Bij eerdere communicatie met de DVZ werd van de minderjarigheid geen gewag gemaakt. De medewerkers van het gesloten centrum deelden de politie dan ook mee dat er geen minderjarigen in het centrum worden vastgehouden. De politie antwoordde daarop dat zij zich vergist had en dat de meisjes toch niet minderjarig waren, waarna zij naar het centrum werden gebracht.

 

Bij aankomst daar bleek vrij duidelijk dat zij toch minderjarig waren, waarop het centrum meteen contact opnam met het afdelingshoofd van de dienst Intercepties/Permanentie. Er werd beslist om de meisjes op te vangen en ze ook onmiddellijk vrij te stellen. Het centrum contacteerde onmiddellijk de dienst Voogdij en omstreeks 14 uur werden de meisjes opgehaald door deze dienst.

 

Wat de contacten betreft die er die nacht geweest zijn tussen de politie en de voogdijdiensten, moet u zich uiteraard richten tot de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie. Alle informatie die ik u meedeel, werd mij bezorgd door de Dienst Vreemdelingenzaken. Ik geef ze u met alle plezier in detail mee, want op basis van de informatie die ik kreeg van mijn dienst blijkt dat men perfect correct gehandeld heeft.

 

Mevrouw Daems, ter staving van de antwoorden die ik geef, zit de nodige documentatie in de DVZ-dossiers. Er zijn namelijk administratieve verslagen die de DVZ ontvangen heeft van de politie waarin de minderjarigheid niet wordt vermeld. Er is het mailverkeer tussen de dispatcher die de toewijzing aan een gesloten centrum doet en de betrokken gesloten centra. De notities in de betrokken dossiers over de telefonische communicatie die gevoerd werd tussen deze diensten, de politie en de DVZ, kan ik uiteraard niet fysiek met u delen, gelet op de privacywetgeving. Mijn diensten zijn echter met veel plezier bereid om de nodige informatie te delen met het Comité P als die vraag gesteld zou worden.

 

Daar er op basis van de info die aan de DVZ gecommuniceerd werd door de politie geen bijzonderheden te melden waren, werd mijn kabinet niet ingelicht over de vasthouding. De DVZ heeft immers perfect gedaan wat van hem verwacht wordt. Het is ook niet de bedoeling dat het kabinet ingelicht wordt over ieder dossier, zeker niet wanneer er op de juiste manier gehandeld wordt en de DVZ doet wat er verwacht wordt.

 

Mijnheer Segers, zoals u weet, worden minderjarigen niet vastgehouden in gesloten centra, daar minderjarigen worden vastgehouden in open woonunits, in FITT-woningen. Normalerwijs moet de politie op het moment van de interceptie van een minderjarige zowel de DVZ als de dienst Voogdij inlichten, daar die laatste instaat voor minderjarigen.

 

Wat er met de niet-begeleide minderjarige gebeurt, moet u uiteraard aan de dienst Voogdij vragen, die bevoegd is voor deze niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Daarmee wil ik uiteraard niet gezegd hebben dat ik geen verantwoordelijkheid heb in dit dossier. Als ik dat niet zeg, krijg ik daar ook wel reacties op.

 

07.04  Ben Segers (Vooruit): Mijnheer de staatssecretaris, het is duidelijk dat het probleem ligt bij het gebrek aan werkelijke nachtelijke permanentie bij de dienst Voogdij, niet alleen voor de toenmalige actie maar ook in het algemeen. Als de dienst Voogdij 's nachts wordt gebeld, vraagt die immers om de daaropvolgende ochtend terug te bellen. Het is wel duidelijk dat het probleem niet bij uw diensten lag.

 

Door de onbereikbaarheid van de dienst Voogdij hebben anderen moeten improviseren en dat is zeer jammer. Dat heeft ertoe geleid dat die jongeren in een gesloten centrum zijn terechtgekomen. Het normaal te doorlopen traject is daardoor niet gevolgd. Dat is geen goede manier om vertrouwen op te bouwen, zeker niet als zou blijken dat de personen in kwestie effectief slachtoffers van mensenhandel en gedwongen criminaliteit zijn. Het is dus zeer jammer dat het normale traject niet kon worden gevolgd door de gang van zaken.

 

Ik heb ook nog een aantal prangende vragen over het optreden van het parket. Ik begrijp niet dat zij niet hebben geconcludeerd dat er sprake was van een verontrustende opvoedingssituatie. Die samenloop van omstandigheden heeft ertoe geleid dat jongeren van de radar verdwenen. Gelukkig heeft minister Van Quickenborne aangekondigd dat die permanentiedienst op redelijk korte termijn verbeterd zou worden. Daar kijk ik naar uit.

 

07.05  Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de staatssecretaris, twee betrokken politici vertellen tegenstrijdige verhalen. Dat is frappant, maar los daarvan is het belangrijk om de precieze feiten te achterhalen, zodat zulke zaken in de toekomst vermeden kunnen worden. Natuurlijk bewijst het nog maar eens dat de dienst Voogdij met een gebrek aan middelen kampt en dat dit ook uw diensten beïnvloedt.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Questions jointes de

- Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La liste d'attente pour les DPI Dublin" (55027080C)

- Eva Platteau à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le point sur la liste d'attente des inscriptions au Petit-Château" (55027324C)

08 Samengevoegde vragen van

- Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De wachtlijst voor VIB's die onder de Dublinprocedure vallen" (55027080C)

- Eva Platteau aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De stand van zaken van de wachtlijst voor aanmelding bij het Klein Kasteeltje" (55027324C)

 

08.01  Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, il y a quelque temps déjà, je vous indiquais que le tribunal de première instance de Bruxelles jugeait que la liste d'attente au droit d'accueil, qui est de mise au centre d'arrivée, était illégale. Je supposais donc qu'on allait corriger le tir et mettre un terme à cette pratique.

 

Cependant, Vluchtelingenwerk Vlaanderen m'indique que, malgré le jugement qui confirme l'illégalité de la liste d'attente au droit d'accueil organisée par Fedasil au centre d'arrivée et qui condamne l'État et Fedasil pour déni d'asile, cette liste d'attente continue d'être utilisée pour toute une série de demandeurs de protection internationale ayant pourtant droit à l'accueil.

 

Jusque fin mars, en moyenne vingt demandes ont été renvoyées sur la liste d'attente alors que des places d'accueil sont pourtant disponibles, selon cette organisation. Or, l'État et ses administrations, dont Fedasil, sont tenus à se conformer au droit positif.

 

Monsieur le secrétaire d'État, confirmez-vous le maintien de la liste d'attente mise en place par le centre d'arrivée? Comptez-vous prendre en considération et respecter la décision du juge considérant cette liste d'attente comme illégale? Quels demandeurs de protection internationale se trouvent-ils sur cette liste d'attente? Sur la base de quels critères? Combien de temps et pour quelle raison doivent-ils attendre? Pourquoi maintenir une liste d'attente si des places sont disponibles? Pouvez-vous m'indiquer combien de personnes de la liste d'attente ont été invitées et se sont vu octroyer une place d'accueil?

 

08.02  Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur le président, je répondrai aux deux questions, même si Mme Platteau n'est pas présente.

 

Monsieur Rigot, la liste est toujours utilisée. Ce système temporaire restera en place aussi longtemps que nécessaire. Il n'est cependant pas encore possible de préciser à quelle date il pourra y être mis un terme, au vu de la saturation du réseau d'accueil qui persiste.

 

Le système ne concerne ni les personnes vulnérables, ni les familles. Il se limite aux hommes isolés ayant obtenu le statut de réfugié ou de protection subsidiaire dans un autre État membre et ayant fait l'objet d'un 'hit Dublin' dans la base de données Eurodac indiquant qu'ils ont déjà introduit une demande de protection internationale dans un autre État membre.

 

Le nombre très limité de places disponibles dans le réseau oblige à établir des priorités pour garantir l'accueil des personnes vulnérables et de celles qui ne font pas partie des catégories mentionnées. Dès que des places d'accueil sont disponibles en suffisance, des personnes sur liste d'attente sont invitées à se présenter pour être accueillies.

 

Monsieur Rigot, vous avez dit, à juste titre, qu'il y avait d'énormes enjeux en matière de logements à trouver, que ce soit de manière temporaire, structurelle, etc. Le réseau de Fedasil est également assez saturé. Néanmoins, le nombre de places a augmenté ces derniers mois. Plusieurs communes, que ce soit en Flandre, en Wallonie ou à Bruxelles, ont fait le nécessaire. Malgré cela, le réseau reste saturé. Nous travaillons donc avec une philosophie qui nous permet de faire en sorte que les plus vulnérables ne se retrouvent jamais à la rue.

 

Overigens, het is niet dat er niets mee gebeurt wanneer men op de wachtlijst staat.

 

Je vais peut-être le dire en français, étant donné que seul M. Rigot est présent. Le 3 mai, 663 personnes étaient inscrites sur la liste d'attente. Parmi elles, 409 ont été ensuite hébergées. Le but n'est donc pas d'enregistrer quelqu'un pour ne rien faire par la suite. Il s'agit de garantir que nous puissions suivre les plus vulnérables et, surtout, éviter qu'ils ne se retrouvent à la rue. En même temps, il faut créer suffisamment de places d'accueil, accélérer les procédures du CGRA, faire en sorte que ceux qui ne prennent pas leurs responsabilités à l'échelle européenne les prennent. Plusieurs aspects doivent être pris en compte, et je ne dois pas vous l'apprendre.

 

Entre-temps, nous essayons de faire le nécessaire, même si nous nous rendons compte que ce n'est pas le système le plus idéal.

 

Er wordt in de nieuwe beschikking, uitgevaardigd op 25 maart 2022, rekening gehouden met het wachtlijstsysteem. Er wordt thans onderzocht welk gevolg aan de beschikking wordt gegeven. Er werd ook beroep tegen aangetekend.

 

08.03  Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, vous l'avez dit et je suis bien conscient que nous sommes vraiment dans une situation complexe, depuis bien longtemps déjà. C'est une situation qui perdure. Aujourd'hui, il faut vraiment donner un coup d'accélérateur. L'un des axes sur lesquels on doit certainement travailler, c'est l'accélération de cette procédure: renforcer le CGRA, renforcer le Conseil du Contentieux, se donner les moyens d'aller plus vite parce qu'évidemment, c'est la course à l'échalote. On n'arrivera jamais à créer assez de places d'accueil si la procédure dure trop longtemps. On sera toujours un cran en retard. Donc, nous devons vraiment mettre l'accent à ce niveau. C'est essentiel!

 

Je comprends aussi et je vous rejoins sur un élément: quand il faut faire le choix, qui est affreux, de laisser des personnes à la rue, il faut en premier lieu tenir compte des vulnérabilités. C'est sûr et essentiel. Je compte vraiment sur vous pour donner un coup d'accélérateur.

 

Nous avons été condamnés. Il y a un état de fait qui est là. Il y a un État de droit aussi. Nous avons le devoir et l'obligation d'offrir une place d'accueil à toutes celles et ceux qui sont dans les conditions et même à celles et à ceux qui sont sur la liste d'attente et sont dans les conditions. Il faut donc corriger le tir et, à mon sens, c'est en mettant l'accent, là, maintenant, sur l'accélération de la procédure, sur le contrôle de celles et ceux qui ont, oui ou non, droit à l'accueil dans le réseau et puis chercher et chercher encore des places, si nécessaire, pour répondre aux besoins. Je compte vraiment sur vous. Je pourrais vous dire: "Vous ne faites pas bien votre job!". Si, je pense que vous faites bien votre job mais que ce n'est pas simple et qu'il faut encore taper sur le clou.

 

Je vous remercie.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van Tomas Roggeman aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het meldpunt radicalisering bij Fedasil" (55027113C)

09 Question de Tomas Roggeman à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le point de contact radicalisation auprès de Fedasil" (55027113C)

 

09.01  Tomas Roggeman (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, tijdens de vorige regeerperiode werd een meldpunt radicalisering opgericht voor de opvangcentra. Het personeel van Fedasil kreeg ook een opleiding over het herkennen van signalen van radicalisering. De nadruk lag hierbij op preventie. Bij de oprichting van het meldpunt werden daarvoor tien voltijdsequivalenten ingeschakeld.

 

Bestaat het meldpunt nog? Zo ja, hoeveel meldingen ontving het de voorbije jaren? Kunt u daar wat details over geven?

 

Wat gebeurt er met de meldingen die bij het meldpunt binnenkomen? Aan hoeveel meldingen werd een gevolg gegeven?

 

Wat is de bezetting vandaag? Werken er nog steeds tien voltijdsequivalenten? Hoe evalueert u de bestaffing?

 

Plant u nog andere initiatieven ter preventie en bestrijding van radicalisering in opvangcentra?

 

09.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer Roggeman, het meldpunt radicalisering bij Fedasil bestaat nog steeds, en terecht. Het verzorgt regelmatig opleidingen voor het personeel van de opvangsector, zodat zij eventuele signalen van radicalisering bij asielzoekers beter kunnen ontdekken en melden.

 

Het meldpunt staat ook in voor de opvolging van eventuele meldingen. Sinds de invoering van de meldingsprocedure in maart 2016, dus de voorbije zes jaar, werden 144 meldingen gedaan door verschillende opvangstructuren. Voor meer details in verband met de opsplitsing van de meldingen, per jaar en per centrum, kunt u een schriftelijke vraag indienen.

 

Alle meldingen worden ontvangen door het meldpunt radicalisering van Fedasil. De expert radicalisme en de verbindingsofficier van de geïntegreerde politie staan in contact met de opvangstructuren en staan dan ook ter beschikking van de medewerkers, mochten zij vragen hebben over radicalisme in het algemeen of over de gesignaleerde persoon in het bijzonder. De meldingen worden ook doorgegeven aan de cel Radicalisme van de Dienst Vreemdelingenzaken, die het dossier dan verder opvolgt.

 

Het meldpunt radicalisering van Fedasil schakelt een voltijdse medewerker in die als expert in radicalisering fungeert voor de opvangsector. Het meldpunt is hiervoor niet afhankelijk van de cel Radicalisme van de Dienst Vreemdelingenzaken, die momenteel zeven voltijdse medewerkers telt die individuele dossiers opvolgen. De opdrachten van de cel zijn veel uitgebreider dan het opvolgen van signalen, zoals bij Fedasil. De Dienst Vreemdelingenzaken zorgt voor de screening van asielzoekers, in samenwerking met de inlichtingendiensten en de veiligheidsdiensten. Men volgt het plan-R op en is verantwoordelijk voor interne en externe informatie-uitwisseling rond radicalisme en sensibiliseert  alle betrokkenen over het onderwerp. Daarnaast volgt men dus ook nog de individuele dossiers op.

 

De preventie, detectie en opvolging van signalen van radicalisering in mijn diensten blijven uiteraard een prioriteit.

 

Naast de algemene opleiding over radicalisme ontwikkelt de expert radicalisme bij Fedasil meer specifieke infosessies over bepaalde landen voor een beter inzicht in de culturele en politieke context van het land of van de landen. Het betreft heel belangrijk werk, waar we een prioriteit van willen maken. Ten bewijze, de Cel Radicalisme bij DVZ zal binnen afzienbare tijd versterkt worden met drie extra fulltime-equivalenten. Het is belangrijk dat we radicalisering snel kunnen opsporen en het fenomeen kordaat aanpakken. Daar is ons personeel voor nodig. Ik ben dus zeer tevreden dat we ook die dienst zullen versterken, wat niet wegneemt dat alle diensten nood hebben aan extra handen.

 

09.03  Tomas Roggeman (N-VA): Wij blijven terecht waakzaam voor radicalisering. Dat betekent natuurlijk ook dat er een actief preventiebeleid nodig is, met snelle actie in het beginstadium van de vastgestelde handelingen en signalen. Het vereist ook voldoende opvolging. U geeft mij mee dat u drie extra personeelsleden inzet, maar momenteel bestaat de bestaffing maar uit zeven voltijdse personen, terwijl het personeelskader eigenlijk al tien voltijdse equivalenten omvat. De facto betekent de inzet van de drie personeelsleden dus geen toename, maar het volbrengen van het bestaande kader.

 

Voor de details verwijst u mij door naar een schriftelijke vraag. Ik wil dat graag doen, maar het is jammer dat we antwoorden op schriftelijke vragen pas ontvangen wanneer we ze uiteindelijk mondeling stellen. Wat is dan de aangewezen methode om van u informatie te verkrijgen?

 

De voorzitter: Dat laatste pijnpunt moet niet aan de orde worden gesteld in de commissie, maar in de Conferentie van voorzitters. Mondelinge vragen zijn evenwel niet geschikt om cijfermateriaal op te vragen. Die vaststelling is ook al in het Reglement vervat.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van Tomas Roggeman aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het afsprakenkader over de toegang van de lokale politie tot het opvangcentrum" (55027114C)

10 Question de Tomas Roggeman à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le cadre conventionnel pour l'accès de la police locale au centre d'accueil" (55027114C)

 

10.01  Tomas Roggeman (N-VA): Recent is gebleken dat er bijzonder veel veiligheidsincidenten in de opvangcentra plaatsvinden. De ordediensten moeten dan ook regelmatig ter plekke komen. Het is de bedoeling dat de lokale politiekorpsen een afsprakenkader opmaken met de respectieve opvangstructuren. In zo'n afsprakenkader wordt onder andere de toegang van de politiediensten tot het opvangcentrum geregeld.

 

Zijn er opvangcentra waar de lokale politie vandaag geen toegang krijgt op basis van een afsprakenkader? Zo ja, welke?

 

Waren er in het verleden al moeilijkheden in verband met de toegang van de lokale politiekorpsen tot een opvangcentrum?

 

Hoe staat u tegenover de invoering van een uniform afsprakenkader voor het hele land als leidraad voor alle opvangcentra?

 

10.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: De politie krijgt altijd toegang tot de opvangcentra wanneer de politie dat nodig acht. Fedasil geeft aan geen weet te hebben van moeilijkheden met toegang door de politie. Het huidige afsprakenkader tussen de lokale politie en de opvangcentra is al eenvormig en geeft toegang tot alle respectieve opvangcentra in België.

 

10.03  Tomas Roggeman (N-VA): Ik dank de staatssecretaris voor zijn antwoord.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van Tomas Roggeman aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De aanpak van het vele geweld in de opvangcentra" (55027305C)

11 Question de Tomas Roggeman à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La gestion des nombreuses agressions dans les centres d'accueil" (55027305C)

 

11.01  Tomas Roggeman (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb u onlangs een schriftelijke vraag gesteld over de veiligheidsincidenten in de opvangcentra. De resultaten deden mij van mijn stoel vallen. Voor het hele jaar 2021 staat het totaal op 1.281 incidenten. Dat zijn er meer dan 3 per dag. Het gaat onder andere om dagelijkse vechtpartijen, wekelijkse gevallen van seksueel geweld, diefstallen en bedreigingen. Onder de slachtoffers telt men zowel bewoners als medewerkers van Fedasil. Ik vind dat eigenlijk ongehoord. Blijkbaar kunnen wij vandaag de veiligheid van onze eigen mensen onvoldoende garanderen. Dat er mensen opgevangen worden die vluchten voor oorlog, is zeer terecht, maar als die terechtkomen in een opvangcentrum waar opnieuw het recht van de sterkste geldt, is dat toch ongehoord.

 

Mijn verontwaardiging wordt niet minder door het gevoerde sanctiebeleid. Dat is eigenlijk om te lachen. Van de 1.281 incidenten in 2021 heeft geen enkel incident aanleiding gegeven tot de zwaarste sanctiemaatregel, namelijk de definitieve uitsluiting uit het centrum. Zelfs in de zwaarste gevallen met de minste verzachtende omstandigheden durft men niet doortastend te bestraffen. Ik begrijp dat niet.

 

Wat zien we wel? Er is de formele verwittiging: foei, vechten mag hier niet; niet meer doen, dat is stout! Er is ook de tijdelijke uitsluiting van het zakgeld. Voor de feiten die hier opgelijst staan, is dat toch lachwekkend. Zal men naar aanleiding van een aanrandingpoging het zakgeld van de dader intrekken? Dat is toch gewoon slap? Nog een populaire sanctiemaatregel is de tijdelijke transfer naar een ander centrum. Daar kan men dan gewoon dezelfde feiten herhalen. Ik vind dat een sanctiebeleid op het niveau van een kleuterklas. Het zou lachwekkend zijn als het niet zo erg was.

 

Voor de agressieveling in kwestie is dat dan de eerste kennismaking met het Belgische systeem. En dan schrikken wij dat de cijfers jaar na jaar toenemen. Ik vind dat onbegrijpelijk.

 

Ik heb maar één vraag: wat zult u hieraan doen.

 

11.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer Roggeman, er is effectief een toename van het aantal incidenten dat vastgesteld wordt in de opvangcentra. Het is belangrijk dat wij die kordaat opvolgen. Dat moet en zal ook gebeuren.

 

Bewoners en personeel hebben het recht op een veilige woon- en werkomgeving. Fedasil en zijn opvangpartners werken hier reeds lang aan. Zij willen werken aan een bredere kijk op incidenten, die niet langer worden beschouwd als een geïsoleerd verschijnsel of als een tijdelijke situatie, die opgelost moet worden.

 

Meerdere acties en initiatieven maken deel uit van een veel ruimer plan waarbij we sterk inzetten op alle preventiemaatregelen in eerste instantie. Het gaat onder andere om het heel duidelijk toelichten van de interne regels en sancties, de verhoging van de inzichten inzake groepsverschijnselen bij het personeel, de uitvoering van verschillende aanbevelingen van de preventieadviseur, het voorzien in kwaliteitsvolle opvang met de juiste controlemechanismen en de inzet op interculturele bemiddelaars.

 

Preventie alleen volstaat niet. We moeten ook sterker durven op te treden, als dat nodig is. Daarom nemen we het sanctiebeleid en maatregelen tegen veelplegers onder de loep.

 

Fedasil treedt trouwens alsmaar vaker kordaat op bij incidenten. In 2021 nam Fedasil maar liefst 1.658 sancties ten aanzien van bewoners in opvangcentra, meer dan dubbel zoveel als in 2017. Toen waren het er 779. Ook de uitsluiting uit het opvangnetwerk, de strengst mogelijke disciplinaire maatregel die Fedasil kan nemen, werd in 2021 vaker toegepast dan voorheen. Op die manier maakt Fedasil de bewoners duidelijk dat de regels dienen te worden gerespecteerd. We zullen erop toezien dat die filosofie de komende jaren wordt doorgetrokken.

 

Daarnaast is het natuurlijk niet een verhaal van Fedasil alleen. Het mag niet stoppen bij een interne sanctie of een uitsluiting. Of men nu asielzoeker is of niet, als men dergelijke feiten pleegt, horen politie en Justitie altijd op te treden. Naast onze preventieve maatregelen en de alsmaar strengere sanctiemaatregelen door Fedasil moeten ook de politie en Justitie hierbij betroken worden en de noodzakelijke maatregelen nemen.

 

Er zijn al een aantal initiatieven genomen met het oog op een geïntegreerde aanpak van incidenten, zodat iedereen die in België aankomt, of men nu in een asielcentrum terechtkomt of niet, beseft dat er meteen kordate maatregelen worden genomen wanneer men zich aanstelt en verkeerde dingen doet.

 

11.03  Tomas Roggeman (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.

 

U zegt dat we nu al veel strenger zijn dan in het verleden en dat het aantal sancties verdubbeld is. Mag ik u toch meegeven dat het aantal incidenten ook verdubbeld is? We zijn van 554 incidenten in 2017 gegaan naar 1.281 incidenten in 2021. Als men dezelfde stijging ziet in het aantal sancties, is dat dus geen verstrenging, maar gewoon dezelfde ratio die wordt doorgetrokken.

 

U zeg dat de strengste sanctie, de definitieve uitsluiting, vaker wordt toegepast dan vroeger. Dat vind ik toch wel een straffe uitspraak, want die komt helemaal niet overeen met uw antwoord op mijn schriftelijke vraag daaromtrent. Weet u hoeveel keer die straf in 2021 werd toegepast? In 2021 werd ze welgeteld 0 keer toegepast, in 2020 en in 2019 telkens één keer.

 

Mijnheer de staatssecretaris, sinds wanneer is nul veel vaker dan één? Zelfs tijdelijke uitsluiting wordt niet vaker toegepast dan in het verleden. In 2021 zitten wij op 62 sancties van tijdelijke uitsluiting tegenover 181 in 2020. Dus er is helemaal geen stijging. Integendeel, die aanpak verslapt nog.

 

Vandaag verklaart u een voorstander te zijn van een verstrenging van het sanctiebeleid. Ik noteer dat. Dat is alvast een lichtpuntje in uw antwoord. De sancties moeten effectief strenger. Wij moeten doortastender optreden. Met een blaam of verwittiging kunnen geweldplegers er niet van afkomen.

 

U vindt dus in ons een partner om dat beleid bij te sturen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: De samengevoegde vragen nr. 55027346C van mevrouw Platteau en nr. 55027627C van de heer Moutquin, de samengevoegde vragen nr. 55027349C van de heer Rigot, nr. 55027582C van de heer Roggeman en nr. 55027699C van mevrouw Daems, de vragen nrs. 55027454C, 55027455C, 55027456C en 55027458C van de heer Roggeman, de samengevoegde vragen nr. 55027478C van de heer Roggeman, nr. 55027503C van mevrouw Platteau en nr. 55027663C van de heer Van Langenhove, de vragen nrs. 55027534C en 55027535C van mevrouw Safai, vraag nr. 55027556C van mevrouw Platteau, vraag nr. 55027583C van de heer Roggeman, de vragen nrs. 55027584C, 55027609C en 55027611C van de heer Van Langenhove, de vragen nrs. 55027623C, 55027624C en 55027626C van de heer Moutquin, de vragen nrs. 55027633C en 55027635C van de heer Vandenput, vraag nr. 55027675C van mevrouw Daems en de vragen nrs. 55027691C en 55027693C van de heer Francken worden uitgesteld.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.32 uur.

La réunion publique de commission est levée à 12 h 32.