Commission de la Mobilité, des Entreprises publiques et des Institutions fédérales

Commissie voor Mobiliteit, Overheidsbedrijven en Federale Instellingen

 

du

 

Mardi 26 avril 2022

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 26 april 2022

 

Namiddag

 

______

 

 


De behandeling van de vragen vangt aan om 14.58 uur. De vergadering wordt voorgezeten door mevrouw Kim Buyst.

Le développement des questions commence à 14 h 58. La réunion est présidée par Mme Kim Buyst.

 

01 Vraag van Kurt Ravyts aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De stand van zaken m.b.t. het geplande Franse windmolenpark" (55026225C)

01 Question de Kurt Ravyts à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'état d'avancement du projet de parc éolien français" (55026225C)

 

01.01  Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de minister, uw kabinet heeft gisteren al uitvoerig gecommuniceerd met de regionale zender inzake uw beslissing om alsnog een klachtenprocedure op te starten op basis van artikel 259 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Dit is dus een formele ingebrekestelling en een klachtenprocedure.

 

Het is reeds een tijd geleden dat ik u ondervraagd heb over dit dossier. Welke contacten zijn er nog geweest sinds en op 24 januari? Toen kondigde u een contact aan met Frankrijk om te bekijken of er toch nog een oplossing kon worden gevonden om de juridische procedure te vermijden. Blijkbaar is dat vruchteloos geweest.

 

Het tweede spoor is Rijsel. Daar zit u samen met de betrokken gemeenten. Is er een procedure bij de Franse Raad van State? Is daar al enige duidelijkheid over?

 

01.02 Minister Vincent Van Quickenborne: De rechtbank van Rijsel heeft op 19 oktober 2021 beslist de zaak die tegen de ontwikkelaar is aangespannen door te verwijzen naar de Franse Raad van State. Ook de Franse overheid werd bij het geding betrokken. Zowel de Franse overheid als de ontwikkelaar had twee maanden om op het verzoekschrift te reageren. Ze hebben dat niet gedaan. Daarbij merk ik op dat het Franse rechtssysteem anders werkt dan het onze. In Frankrijk is het dus mogelijk de voorgeschreven termijnen niet te respecteren. Daaraan zijn op zich geen gevolgen verbonden. Het is nu wachten tot de Raad van State een verplichte datum voor het indienen van een antwoord zal opleggen. Daarna kan de procedure worden voortgezet. De Raad van State heeft in principe 12 maanden om tot een uitspraak te komen; ook dat is een termijn van orde waaraan geen gevolgen verbonden zijn.

 

Wat uw tweede vraag betreft, kan ik bevestigen dat we gisteren een ingebrekestelling hebben ingediend bij de Europese Commissie middels een brief aan de voorzitter van de Europese Commissie. De Commissie had inderdaad sinds enige tijd een bemiddelingstraject opgestart, waaraan wij constructief hebben deelgenomen. We denken trouwens dat een onderhandelde oplossing beter, sneller en rechtszekerder is dan een juridische procedure. De oplossing is voorhanden: het park 5 kilometer dieper in zee naar het noorden verschuiven.

 

De vele gesprekken die we op alle mogelijke plaatsen, waaronder Parijs, hebben gevoerd, hebben echter geen resultaat opgeleverd. Daarom heb ik in nauw overleg met de eerste minister en de minister van Buitenlandse Zaken beslist een ingebrekestelling in te dienen. De Commissie heeft nu drie maanden de tijd om hierover een uitspraak te doen. Zodra zij een gemotiveerd advies uitbrengt, of indien zij geen uitspraak doet, kan ons land naar het Europees Hof van Justitie stappen. Het is nu afwachten wat Europa beslist of niet beslist. Dat neemt niet weg dat België de deur openhoudt voor dialoog. La porte reste ouverte, chers amis. Als Frankrijk morgen de bereidheid toont om het park te verschuiven, gaan we opnieuw rond de tafel zitten. Als er tijdig een voor iedereen aanvaardbare oplossing gevonden kan worden, ben ik zelfs bereid de klacht in te trekken.

 

Dit dossier blijft een prioriteit voor de regering. Ik zal dit dan ook nauwgezet blijven opvolgen en niet nalaten u daarover te informeren. Ik wil ook uitdrukkelijk alle belanghebbenden – waaronder de haven van Oostende, onze kustgemeenten, de federale diensten en het Vlaamse Gewest – bedanken voor de sereniteit waarmee dit dossier behandeld kan worden, voor de goede samenwerking en voor het vertrouwen dat ze ons geven.

 

01.03  Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de minister, u lijkt steeds meer op Emmanuel Macron. Zittend in een zetel en met een andere outfit kunt u nog meer op de overwinnaar lijken, want u zou er nog wat sexyer uitzien.

 

De genoemde procedure werd nog maar zelden gebruikt in de geschiedenis van de EU, en blijkbaar voor het eerst tussen België en Frankrijk. Uiteraard kunnen wij ons ermee akkoord verklaren dat u uw deur laat openstaan voor dialoog. Echter, de hele procedure duurt nu al pakweg twee jaar en vanuit die historiek heb ik weinig hoop, waardoor ik denk dat de zaak juridisch beslecht zal moeten worden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van Kurt Ravyts aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "Het veiligheidsconcept rond de offshoreparken m.b.t. het voorkomen van aanvaringen" (55026229C)

02 Question de Kurt Ravyts à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Le concept de sécurité autour des parcs offshores en ce qui concerne la prévention des collisions" (55026229C)

 

02.01  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, in de visie van deze regering moet de Noordzee evolueren naar een geïnterconnecteerde en grote energiecentrale. Tot 2030 zullen in de Noordzee alleen al zo'n 2.500 windmolens worden geplaatst. Daardoor neemt natuurlijk ook de kans op ongelukken toe.

 

In Nederland werd een aantal weken geleden een aantal veiligheidsconcepten getest. In een eerste opstelling moet een verankerde lijn met boeien als een soort vangrail voorkomen dat een schip naar de windmolens zou afdrijven. In een tweede opstelling wordt een net tussen palen gespannen om op die manier op drift geslagen schepen tegen te houden. In een derde methode plaatst men een verankerde haaklijn onder water, waarin het anker van het op drift geslagen schip komt vast te zitten.

 

De directe aanleiding voor de proef was het incident met het vrachtschip Julietta D, dat in januari op de Noordzee op drift geraakte, precies in het gebied waar een windpark voor de kust van Noordwijk wordt gebouwd. Daarbij voer het schip eerst tegen een tanker aan en daarna tegen een transformatieplatform in aanbouw en de fundering van een windturbine. We mogen deze zaak niet minimaliseren. Gemiddeld tachtig keer per jaar raakt een schip op drift op de Noordzee. Meer en meer windparken betekenen ook een groter potentieel gevaar op aanvaringen.

 

Mijnheer de minister, hoe beoordeelt u deze veiligheidsconcepten? Acht u het nuttig om deze, zeker in de toekomst, ook in de Belgische context toe te passen, gelet op de steeds groter wordende rol van de offshore productie in de Belgische territoriale wateren?

 

Is dat ook een aspect dat wordt meegenomen in de discussie over het geplande Franse park aan de Belgische grens, waar we het daarnet over hadden?

 

02.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Ravyts, zoals u weet hebben wij op 18 februari van dit jaar ook in België een schip gehad, de Maersk Nimbus, dat tijdens een storm in een van onze Belgische windmolenparken terecht is gekomen. Wij kijken met bijzondere aandacht naar elke studie of elk voorstel dat aanvaringen tussen schepen en windmolens kan voorkomen. De veiligheidsconcepten die werden bestudeerd door dat instituut zijn zeker interessant, maar vereisen nog bijkomend onderzoek. Wanneer men netten of kabels in zee plaatst, kunnen ook vaartuigen uit de pleziervaart of de visserij daarin verstrikt geraken. Dergelijke kleine vaartuigen kunnen hier dan niet meer op eigen kracht uit geraken, wat ook een gevaarlijke situatie kan veroorzaken. Vooraleer dergelijke constructies te installeren, moet ook de impact worden bekeken op alle types vaartuigen.

 

Ik kom tot uw tweede vraag. Uiteraard is het nuttig te bekijken welke maatregelen in de Noordzee kunnen worden genomen. Mijn diensten hebben naar aanleiding van het incident reeds samengezeten met de uitbaters van de Belgische windparken, om na te gaan welke maatregelen nuttig en nodig zijn. Begin 2023 zal een eerste studie worden gelanceerd, waarbij wordt nagegaan welke types schepen en motorvermogen, rekening houdend met de weersomstandigheden, een risico vormen om op drift te slaan. Op basis van het resultaat van deze studie kan dan bij zware weersomstandigheden gericht worden opgetreden ten aanzien van deze schepen die het grootste risico vormen. Deze schepen kunnen dan bijvoorbeeld weggehouden worden van het windmolenpark of bij voorrang naar een haven worden gebracht.

 

Ik kom tot uw derde en laatste vraag. De veiligheid van de scheepvaart is ook een van de elementen waar we rekening mee houden in de discussie met Frankrijk over het windmolenpark. De Franse overheid heeft hieromtrent zelfs richtlijnen uitgevaardigd, waarbij een minimumafstand moet worden gerespecteerd rond een windmolenpark. Deze nota uit 2016 zegt echter ook dat er geen windmolenparken gebouwd mogen worden in de nabijheid van scheepvaartroutes. De projectontwikkelaar EMD zal hieromtrent de nodige studies verrichten.

 

02.03  Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Ik ben tevreden dat er aandacht wordt geschonken aan het potentiële gevaar en kijk uit naar de studie die begin volgend jaar zal worden aanbesteed en die zal nagaan welk type schepen een gerichte benadering vereisen. Het klopt dat de Fransen daar toch met zichzelf in tegenspraak zijn. De problematiek van de vaarroute en de plannen van de Fransen is genoegzaam bekend en ik hoop dat de exploitant EMD met een aantal zinvolle oplossingen zal komen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.09 uur.

La réunion publique de commission est levée à 15 h 09.