Commission des Finances et du Budget

Commissie voor Financiën en Begroting

 

du

 

Mercredi 13 décembre 2023

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Woensdag 13 december 2023

 

Namiddag

 

______

 

Le développement des questions commence à 14 h 15. La réunion est présidée par Mme Marie-Christine Marghem.

De behandeling van de vragen vangt aan om 14.15 uur. De vergadering wordt voorgezeten door mevrouw Marie-Christine Marghem.

 

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

01 Débat d’actualité sur le trafic de drogue dans le port d'Anvers et questions jointes de

- Marie-Christine Marghem à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le trafic de drogue dans le port d'Anvers" (55039642C)

- Sophie De Wit à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les criminels du milieu de la drogue dans le port d'Anvers" (55039769C)

- Sophie De Wit à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les criminels du milieu de la drogue dans le port d'Anvers" (55039770C)

- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La nouvelle attaque des services de douane par des criminels du milieu de la drogue" (55039771C)

- Sigrid Goethals à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La destruction de drogues saisies" (55039825C)

- Eva Platteau à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le stockage, la surveil­lance et la destruction de la cocaïne saisie par les douanes" (55039887C)

- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les mesures supplémentaires destinées à protéger la douane" (55040120C)

- Sigrid Goethals à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le protocole d'accord avec les douanes portant sur la destruction de drogues par le feu" (55040300C)

- Marco Van Hees à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le trafic de drogue au port d'Anvers" (55040352C)

- Ahmed Laaouej à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La situation du port d'Anvers" (55040376C)

01 Actualiteitsdebat over de drugshandel in de haven van Antwerpen en toegevoegde vragen van

- Marie-Christine Marghem aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraude­bestrijding en Nationale Loterij) over "De drugshandel in de haven van Antwerpen" (55039642C)

- Sophie De Wit aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De drugscriminelen in de haven van Antwerpen" (55039769C)

- Sophie De Wit aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De drugscriminelen in de haven van Antwerpen" (55039770C)

- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De nieuwe overval op de douane door drugscriminelen" (55039771C)

- Sigrid Goethals aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De vernietiging van in beslag genomen drugs" (55039825C)

- Eva Platteau aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De opslag, de bewaking en de vernietiging van door de douane in beslag genomen cocaïne" (55039887C)

- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Extra maatregelen ter beveiliging van de douane" (55040120C)

- Sigrid Goethals aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het protocolakkoord met de douane over drugsverbranding" (55040300C)

- Marco Van Hees aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De drugssmokkel in de haven van Antwerpen" (55040352C)

- Ahmed Laaouej aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De situatie in de haven van Antwerpen" (55040376C)

 

01.01  Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, de haven van Antwerpen is een belangrijke motor voor de economie van dit land, maar die motor sputtert, vooral op veiligheidsvlak. Jaar na jaar worden er meer drugs onderschept in de haven. Dat zorgt blijkbaar voor zenuwachtigheid met een toename van het drugsgeweld op de straat en in de haven zelf.

 

Het Snelle Respons Team van de lokale politie van Antwerpen heeft enkele weken geleden een busje met gewapende Nederlanders kunnen klemrijden. Die waren van plan een douanekantoor in de haven te overvallen om hun in beslag genomen drugs te recupereren. Kort daarna zijn drie gewapende mannen een grensinspectiepost binnengedrongen, waar containers worden gescand door de douane. Toen werden drie arbeiders bedreigd met een mes, er zou ook een slag uitgedeeld zijn en er werden personen gekneveld.

 

Het is onaanvaardbaar dat havenarbeiders overvallen en bedreigd worden bij de uitoefening van hun job. Dat was trouwens niet het eerste veiligheidsincident en het zal ook niet het laatste zijn. Niet alleen wij vrezen daarvoor, die vrees bestaat ook bij de douane. In alle eerlijkheid denk ik dat die vrees terecht is, aangezien er miljarden­vangsten worden gedaan en die containers bewaard worden in grensposten die niet doorlopend bewaakt zijn.

 

Kunt u ons meer duidelijkheid verschaffen over hoe dat allemaal is kunnen gebeuren? Ik hoop dat de arbeiders het nu goed stellen. Hebt u er intussen zicht op hoeveel drugs er buitgemaakt zijn?

 

Hebt u intussen overleg gepleegd met uw collega-ministers? Zijn er extra maatregelen afgesproken, zoals het opvoeren van de bewaking teneinde het douanepersoneel beter te beschermen? Welke bijkomende uitrusting kunnen ze vandaag op het terrein gebruiken? Welke bijkomende uitrusting plant u in de toekomst aan te kopen? Nu worden ze bij wijze van spreken in hun nakie het terrein opgestuurd. Wat mogen wij en de douaniers in de komende weken en maanden verwachten? Zal hun situatie grondig verbeteren? Stonden er eventueel al maatregelen op de planning of zijn die er pas gekomen na de ernstige incidenten van de voorbije weken?

 

Drie jaar geleden was de problematiek van de in beslag genomen drugs, de veilige bewaring en de snelle vernietiging ook al in het nieuws. Er werden hierover toen heel wat verklaringen afgelegd. Kunt u uitleggen waarom drie jaar later nog steeds geen oplossingen kunnen worden gevonden voor een veilige, efficiënte opslag van de in beslag genomen drugs, voor een directe en onmiddellijke vernietiging van de in beslag genomen drugs en voor een frequent, veilig en efficiënt vervoer naar de vernietigingsplaats? Daar knelt het schoentje immers.

 

Ten slotte, mijnheer de minister, kunt u bevestigen dat de beveiligingssystemen voor de huidige opslagplaats van de in beslag genomen drugs, zoals camerasystemen, afdoende werken? Hoeveel tijd worden in beslag genomen drugs gemiddeld bewaard in de opslagplaats vooraleer ze worden vernietigd?

 

Ik dank u voor de antwoorden. Ik kijk ernaar uit. U weet dat ik in het verleden in de commissie voor Financiën, hoewel ik er niet zo vaak kom, al vragen heb gesteld over de container waarin alles wordt bewaard. Het is dus erg dat wij ons vandaag nog altijd in een dergelijke situatie bevinden.

 

01.02  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, op het terrein van de grenspost van de douane in de Antwerpse haven zijn begin november 2023 twee havenarbeiders overvallen. Mogelijk waren de overvallers op zoek naar een partij drugs. De verdachten waren gewapend met messen en bedreigden met die wapens de ongewapende arbeiders.

 

Eind oktober 2023 probeerde een gewapend commando al een douanetransport te overvallen. Het commando had drie handvuurwapens bij zich en wou allicht met geweld eveneens een in beslag genomen partij cocaïne recupereren.

 

Ik heb ter zake een aantal vragen.

 

In Nederland worden de drugs de dag van de inbeslagname na weging en staalname vernietigd. Alleen de stalen worden daar bewaard in het dossier. In België duurt het weken tot maanden vooraleer sommige partijen drugs worden vernietigd. Ondertussen zou er een oplossing zijn. Is dat effectief het geval? Wat zijn de huidige termijnen?

 

Bent u bereid zelf nog initiatieven te nemen om de drugs sneller te laten verbranden? Indien ja, binnen welke termijn zou dat dan zijn? Lukt het in dit land ook in één dag zoals in Nederland?

 

Mijnheer de minister, ik heb nog een bijkomende vraag. Wij hebben zelf het voorstel gedaan om de cementmethode te gebruiken, namelijk drugs te vermengen met cement, waardoor ze onmiddellijk onklaar worden gemaakt. Mijnheer de minister, bent u bereid de cementmethode te overwegen? Die vraag stond niet bij de vragen die ik had ingediend.

 

Ten tweede, vandaag is slechts een beperkte groep douaniers bewapend. Vaak zijn douaniers in België licht of niet bewapend. Bent u bereid om het aantal volledig bewapende douaneambtenaren uit te breiden, in het bijzonder het personeel bij de mobiele scanners, luchthavens en magazijnen?

 

Ten derde, bent u bereid te investeren in extra ballistische helmen, ballistische platen en nieuwe collectieve wapens met een meer performant kaliber, dus eigenlijk machinepistolen? Bent u bereid om daartoe de wet te wijzigen waardoor de douane meer performante kalibers kan gebruiken? Momenteel is dat beperkt tot 9 millimeter.

 

Ten vierde, bent u bereid om te investeren in gepantserde wagens voor transport?

 

Ten vijfde, momenteel dienen veel douaniers die versterking nodig hebben zich te behelpen met hun eigen gsm via 101 of 112. Bent u bereid om de douane een betere toegang tot het ASTRID-netwerk te geven? Vandaag is dat onvoldoende het geval.

 

In november heeft de federale regering beslist om extra maatregelen te nemen ter beveiliging van de douane in de strijd tegen de internationale drugshandel en de georganiseerde drugs­criminaliteit. Dat initiatief kwam er naar aanleiding van de overvallen op een douanedepot in Kallo in de Waaslandhaven, waarbij havenarbeiders met een mes werden bedreigd.

 

De federale politie zou een verhoogde beveiliging verzekeren en patrouilles uitvoeren bij de grensinspectieposten en de scan-, controle- en ontmantelingsactiviteiten van de douane. Ook zal het transport van in beslag genomen drugs onder strikte bewaking gebeuren en de opslag op een streng beveiligde, door Defensie bewaakte geheime site. Er komt een snellere wervings­procedure bij de douane. In samenspraak met de regionale autoriteiten wordt ook gezocht naar een voorbehouden fast lane bij de verbrandingsovens.

 

De bewaking van het transport en de opslag van de in beslag genomen drugs zal voortaan door Defensie gebeuren. Daarnaast zouden ook private bewakingsagenten worden ingezet om de gevoelige infrastructuur van de douane, waar al dan niet drugs wordt bewaard, extra te beveiligen.

 

Kunt u bevestigen dat er daadwerkelijk private bewakingsagenten zullen worden ingezet, mijnheer de minister? Zo ja, ziet u hierin geen risico, gezien die private bewakingsbedrijven vaak door drugscriminelen worden geïnfiltreerd? Als er geen private bewakingsagenten worden ingezet, welke andere maatregelen worden dan genomen om de  douane-infrastructuur bijkomend te beveiligen?

 

Ten tweede, wat betreft de door Defensie bewaakte site, gaat het om een site van de douane, van de politie of van Defensie? Kunt u dat even verduidelijken?

 

Ten derde, zodra drugs worden gevonden, moet de scheepvaartpolitie worden verwittigd. Die is verantwoordelijk voor het verzekeren van het transport en moet ter plaatse blijven bij de douane-infrastructuur tot de drugs naar de veilige locatie kunnen vertrekken. Kunt u bevestigen dat dit nog steeds het geval is? Indien ja, is de scheepvaartpolitie voldoende bemand, gezien de huidige werkdruk? Indien neen, wat is dan de nieuwe procedure na de vondst van de drugs?

 

Ten slotte, ondertussen zouden ook de drugshonden van de douane bedreigd worden door die criminele bendes. Kunt u dat bevestigen? Bent u bereid om de hondenbegeleiders die met een gemerkt voertuig naar huis moeten, toe te laten verdedigingsmateriaal bij zich te hebben, zoals hun dienstwapen, om zichzelf en hun honden, die belangrijk zijn in de strijd tegen drugs, te beschermen?

 

01.03  Sigrid Goethals (N-VA): Mijnheer de minister, ik zal de feiten niet herhalen. Die zijn ondertussen voldoende gekend.

 

De keerzijde van de recente successen, van die grote inbeslagnames van drugs, is dat onze opslagplaatsen targets worden. Het is daarom ontzettend belangrijk om die drugs zo snel en zo efficiënt mogelijk te vernietigen. Dat is toch een heel belangrijke schakel voor het ontmijnen van de veiligheidsrisico's voor onze diensten. De komende maanden worden vijf mobiele cargoscanners operationeel. Die worden aangesloten op AI-modellen om al die informatie te verwerken. Wanneer er meer informatie zal binnenkomen, zullen er vermoedelijk nog meer drugs in beslag worden genomen. Daarom is het van belang dat de hele keten van inbeslagname, opslag en verbranding vlot en efficiënt verloopt.

 

Klopt het nog steeds dat de volledig beschikbare capaciteit van de verbrandingsovens niet wordt benut? Hoe zult u proberen om de capaciteit op te drijven, zeker met het oog op de toekomst? Welke pistes liggen daarvoor op tafel? Er werden reeds alternatieve opties voorzien, zoals methoden met cement voor het onklaar maken van de drugs; de heer Vermeersch had het er daarnet ook al over. Andere landen gebruiken die al, dus we moeten het warm water niet opnieuw uitvinden.

 

Ik vroeg me ook af of u op schema zit met de uitrol van de nieuwe scanners en AI-modellen. Zal het mogelijk zijn om die allemaal uit te rollen?

 

Begin dit jaar werd er ook een protocolakkoord opgesteld tussen de douane en de vergunde verbrandingsovens. Toen werd de vraag al gesteld om in meer capaciteit te voorzien. Na incidenten bij de douane werd ook de vraag gesteld om een fast lane te installeren, zodat de in beslag genomen drugs prioritair konden worden vernietigd. Als alles goed verloopt, zou er in het bestaande protocol een dergelijke mogelijkheid tot fast lane worden toegevoegd en zouden hierover reeds afspraken gemaakt zijn. Kunt u wat meer toelichting geven bij dit akkoord?

 

Het hele proces van inbeslagname van drugs, tot het bewaken van de site bij de eigenlijke verbranding is een zeer tijdrovend proces voor de douane. Ook het vervoer door de DAB neemt veel tijd in beslag. Hoe lang duurt het exacte proces dat doorlopen dient te worden van inbeslagname tot de eigenlijke verbranding? Hoe lang duurt elke stap en zijn er verbeteringen mogelijk om het efficiënter en sneller te laten verlopen?

 

De vakbonden vrezen dat met het Europese voorzitterschap de DAB voornamelijk zal worden ingezet voor de beveiliging van onze prominenten in Brussel. Zal er dan nog voldoende capaciteit zijn om het vervoer naar de verbrandingsoven te begeleiden? Kunt u deze vrees ontkrachten? Zijn er andere pistes mogelijk?

 

Het is belangrijk dat in de hele keten duidelijke afspraken worden gemaakt met iedereen. Het is dan ook de taak van de federale ministers om heel het proces in handen te nemen. Is er al overleg geweest met de hele keten? Welke actoren zaten aan tafel en welke afspraken werden er gemaakt?

 

Mevrouw de voorzitster, ik heb mezelf de toestemming gegeven om beide vragen samen te stellen omdat dat gemakkelijker is.

 

01.04  Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, hoewel we deze vragen indienden naar aanleiding van incidenten in oktober en november, blijft de drugsproblematiek actueel. Er is een toename van het geweld en er werden bedreigen geuit aan het adres van het haven- en douanepersoneel, zo bleek uit de ontluisterende Pano-reportage daarover. De vakbonden zijn terecht zeer bezorgd over de incidenten. Die doen ook vragen rijzen over de protocollen met betrekking tot de inbeslagname, de opslag, het transport en de vernietiging van de drugs. Kan dat op een veiligere manier? Kan het risico van geweldincidenten verminderd worden? Momenteel vergt het hele proces van inbeslag­name en vernietiging van cocaïne veel tijd, waardoor de veiligheid van het douanepersoneel in het gedrang komt.

 

We hebben hierover al veel vragen gesteld aan de minister van Binnenlandse Zaken in de commissie voor Binnenlandse Zaken, maar zij heeft ons naar u doorverwezen voor het douaneaspect. De nationale drugscommissaris heeft naar aanleiding van de gebeurtenissen alle partners samengebracht om te onderzoeken hoe het proces verbeterd kan worden. Er was blijkbaar een probleem met de verbrandingsovens. Intussen zou dat gedeeltelijk opgelost zijn en kunnen de drugs sneller naar de verbrandingsovens voor vernietiging gebracht worden. Kunt u dat bevestigen?

 

Volgens experten bestaan er ook andere oplossingen voor de versnelde vernietiging van cocaïne, bijvoorbeeld de vermenging van de cocaïne met water en cement tot beton. Die methode, die al in verschillende Zuid-Amerikaanse landen wordt toegepast, zou ook milieuvriendelijker zijn dan de verbranding van de cocaïne. Bovendien wordt ze ook aanbevolen door de United Nations Office on Drugs and Crime.

 

Hoe zal de veiligheid van de douaneposten verbeterd worden? Hoe kunt u de veiligheid van het douanepersoneel verhogen? Welke knelpunten identificeert u in het hele proces van de inbeslagname tot de vernietiging? Wat was het resultaat van het overleg tussen de nationale drugscommissaris en de partners om de drugs sneller te kunnen vernietigen?

 

Hebt u de vernietigingstechniek via beton onderzocht? Kan de douane op eigen houtje beslissen om tot die methode over te gaan? Zijn er daarvoor vergunningen nodig of is er toestemming nodig van de regionale minister die bevoegd is voor afvalverwerking?

 

01.05  Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le ministre, je ne vais pas rappeler le contexte. Je constate toutefois que, malgré les efforts intensifs déployés, le trafic de drogue à Anvers demeure un défi majeur en matière de sécurité, encore récemment, en raison des événements décrits plus avant par les précédents intervenants et survenus le 17 octobre dernier.

 

Monsieur le ministre, avez-vous connaissance d’un lien définitivement établi par les enquêteurs entre la saisie de cocaïne et l’arrestation de ces sept jeunes lourdement armés? Ces individus étaient-ils chargés de récupérer de la drogue en provenance de Sierra Leone comme la presse a pu le laisser entendre? Combien d’armes ont-elles été saisies dans la province d’Anvers ces cinq dernières années? Quelle est la quantité totale de cocaïne et de stupéfiants saisie dans la province d’Anvers ces cinq dernières années?

 

01.06 Minister Vincent Van Peteghem: Collega's, dank u voor de vragen over de drugsvangsten van de douane en over de genomen veiligheids­maatregelen. Ik zal trachten ze allemaal samen te beantwoorden.

 

Als inleiding, de veiligheid van onze douaniers en van onze mensen op het terrein, de veiligheid ook van onze veiligheidsdiensten en van de hele keten is voor mij een absolute prioriteit. Als u dus straks in uw repliek vindt dat ik niet genoeg gezegd heb of dat ik dingen niet verteld heb, heeft het daarmee te maken. Ik vind dat ik als minister op dit vlak een bijzonder grote verantwoordelijkheid heb en ik weet dat het Parlement alle informatie moet krijgen die noodzakelijk is. Ik zal dan ook trachten zoveel mogelijk informatie te delen, wat ik altijd probeer te doen. Als u mij echter vraagt waar mijn absolute prioriteit ligt, dan is dat bij onze medewerkers.

 

Wij zetten bij drugsvangsten uiteraard al lang in op het optimaliseren van de hele keten. Wij verhogen ook de veiligheid van onze medewerkers. Op dat vlak hebben wij op 10 november in het kernkabinet een aantal extra maatregelen genomen naar aanleiding van de feiten die toen hebben plaatsgevonden.

 

Wij hebben onder andere gekozen voor een verhoogde beveiliging en voor versterkte en gerichte patrouilles van onze federale politie bij de grensinspectieposten (GIP's) en ook bij de scans, de controle- en ontmantelingsactiviteit van de douane. Wij zorgen er ook voor dat het transport van de in beslag genomen drugs steeds zal gebeuren onder strikte bewaking. Wij zorgen er tevens voor dat de opslag van de in beslag genomen drugs zal plaatsvinden op een streng beveiligde geheime, site, waar Defensie zal instaan voor de bewaking. Er zal ook een snellere wervings­procedure wordt ingesteld, omdat wij vandaag veel openstaande vacatures zien bij de douane. Uiteraard doen wij dit zonder afbreuk te doen aan de strenge veiligheidsscreening.

 

Het is ook belangrijk dat er een oplossing is die een voorbehouden fast lane garandeert bij de vergunde verbrandingsovens. Dat is een oplossing die wij natuurlijk samen met de bevoegde regionale autoriteiten zoeken.

 

Er loopt tevens een plan van aanpak om onze grensinspectieposten van de douane in Antwerpen beter te beveiligen. Uiteraard kan ik daarover niet in detail gaan, maar ik kan wel meegeven dat een aantal concrete maatregelen werd genomen in de betrokken grensinspectiepost, onder andere de installatie van camera's en het voorzien van extra verlichting.

 

Dan waren er enkele specifiekere vragen. Mijnheer Vermeersch, momenteel is de bewaking van de gevoelige faciliteiten van de douane door de politiediensten gegarandeerd. De mogelijkheid om een beroep te doen op een gespecialiseerde privéfirma wordt onderzocht. Dit soort prestaties van privéfirma's wordt steeds strikt gekaderd binnen de termen van een overheidsopdracht, die aan hoge veiligheidsstandaarden moet beantwoorden. Om veiligheidsredenen kan ik geen verdere details geven betreffende de geheime opslagplaats waar de in beslag genomen cocaïne wordt gestockeerd.

 

De scheepvaartpolitie wordt inderdaad betrokken bij de beveiliging van de grensinspectieposten en bij de scan-, controle- en ontmantelingsactiviteiten van de douane. Ze wordt ook ingezet om het vervoer van de in beslag genomen drugs te begeleiden, ofwel naar de opslagplaats, ofwel naar de verbranding.

 

Met betrekking tot uw vraag over de hondenteams van de douane kan ik meegeven dat er momenteel geen bevestigde dreiging is ten aanzien van deze teams. De interne regels inzake de wapendracht blijven ook voor de hondenbegeleiders van toepas­sing. De wapendracht is uiteraard alleen voorzien tijdens het uitvoeren van dienst­opdrachten. Dienstvoertuigen zullen in de toekomst geen specifieke markering meer hebben.

 

U had ook een specifieke vraag over de ASTRID-toestellen. De douane beschikt daarover en in het kader van specifieke operaties worden er nu al afspraken gemaakt om lokaal over directe verbindingen te beschikken tijdens de duur van de operatie. De douane is ook bereid om met de politiediensten samen te zitten om na te gaan hoe er op structurele wijze in een directe verbinding kan worden voorzien.

 

Collega's, dan was er een vraag over het knelpunt bij de verbranding, namelijk de opslagtijd van de in beslag genomen cocaïne. Die moeten wij natuurlijk zo kort mogelijk maken. De vernietiging moet zo snel mogelijk na de inbeslagname gebeuren. De vlotte samenwerking tussen alle betrokken partners is daarbij essentieel. Uiteraard vond er al overleg plaats tussen de drugscommissaris, de douane, de politie, de justitiediensten, de verbrandingsoven en het kabinet van de Vlaamse minister van Omgeving. Dat gebeurde al een aantal maanden voor de feiten waarnaar u verwees.

 

Iedereen is het erover eens dat een fast lane om de drugs te vernietigen het proces een stuk efficiënter zou kunnen maken en ook de veiligheid zou kunnen verhogen. Er zijn nu gesprekken lopend tussen de verschillende betrokken partners om deze fast lane effectief zo snel mogelijk in praktijk om te zetten. De hele keten wordt daarbij betrokken en er zijn al grote stappen voorwaarts gezet.

 

Er wordt ook onderzocht of er praktische en efficiënte manieren zijn om de drugs onklaar te maken. De manier om drugs te vernietigen, moet natuurlijk in lijn zijn met de milieuwetgeving en met eventuele vereisten op het niveau van de justitie. De verschillende pistes die naar voren zijn geschoven, onder andere het gebruik van cement, worden onderzocht om te bekijken of zij haalbaar zijn.

 

Over de uitrol van de nieuwe scanners en de AI-technologie kan ik meegeven dat het proces op schema zit. De al ontwikkelde AI-modellen zullen alleen efficiënter worden door de verdere toepassing ervan en door de internationale samenwerking, waarop wij al heel sterk hebben ingezet deze legislatuur en waar ook de Belgische douane volop op inzet.

 

Madame Marghem, l'enquête sur les faits est menée par la police sous l'autorité du parquet. Je ne peux fournir aucune information à ce sujet.

 

L'administration générale des douanes et accises ne dispose pas de données sur les saisies d'armes dans la province d'Anvers. Les services de police peuvent probablement fournir plus d'informations à ce sujet.

 

Vous avez également demandé des informations sur la quantité totale de cocaïne et autres drogues saisies dans la province d'Anvers par les douanes. Je peux vous communiquer ces chiffres par écrit.

 

MM. Van Hees et Laaouej ont demandé des statistiques comparées sur l'évolution des saisies à Anvers. La plus grande part de cocaïne en Europe a été interceptée dans les grands ports à containers en Belgique (Anvers), aux Pays-Bas (Rotterdam) et en Espagne (Valence et Algesiras). Sur base des derniers chiffres, on constate que la quantité de cocaïne interceptée dans le port d'Anvers a augmenté et continue à augmenter ces dernières années en comparaison avec l'Espagne et les Pays-Bas.

 

Quant à la question sur les tantièmes préférentiels pour les agents de l'ancien niveau 2 et 2+ qui ont été intégrés dans les effectifs des brigades motorisées après la suppression des contrôles douaniers aux frontières intérieures de l'Union européenne en 1993, la situation a été régularisée en application de l'arrêt du 31 janvier 2019. Ils bénéficient du tantième préférentiel 1,50 pour le calcul de leur pension. Cette liste des agents concernés a également été transmise au Service fédéral des Pensions et comprend aussi bien les agents encore actifs que ceux qui ont déjà quitté le SPF Finances. Dès qu'une modification complémentaire de la législation actuelle interviendra, elle sera appliquée après publication et la situation sera régularisée pour tous les agents concernés.

 

Tot zover mijn antwoord op uw vragen.

 

Ik beklemtoon nogmaals dat we heel veel tijd en energie steken in de veiligheid van onze medewerers en van de haven in het algemeen. We beseffen heel goed dat wij in het proces van opslag tot vernietiging van drugs extra stappen kunnen zetten, zoals ook al enkele keren is aangehaald door de heer Vanderwaeren, het hoofd van de douane. Daarvoor is de samenwerking van alle veiligheidsdiensten en actoren van de volledige keten nodig, een opdracht die ik zal trachten te volbrengen. Met de douaniers en hun chef zoek ik naar oplossingen om de veiligheid van onze mensen te verbeteren.

 

01.07  Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Ik had het wel graag wat concreter gehad, maar ik begrijp dat dat met het oog op de veiligheid van het personeel en de douaniers niet mogelijk is.

 

Hoe dan ook is het wel bijzonder jammer dat er altijd een nieuw incident nodig is, vooraleer er actie wordt ondernomen. Het was al heel lang bekend dat de bewaring in die ene loods een groot veiligheidsrisico inhield. Volgens mij is het een klein mirakel dat criminelen niet vroeger hebben geprobeerd om iets terug te halen van wat daar ligt. Het is dus inderdaad belangrijk dat er op dat vlak wordt ingegrepen.

 

Ik hoor u zeggen dat u voor de fastlaneverbranding moet samenwerken met de regio's. Uw Vlaamse collega heeft daartoe binnen haar bevoegdheden alleszins al de nodige actie ondernomen. Al die drugs moeten wel nog op een veilige manier ter plekke geraken.

 

Alleszins mogen we niet naïef zijn: er zullen steeds drugs het land in worden gesmokkeld en er zullen dus loodsen gebruikt blijven worden. In mijn gemeente werden gisteren nog voor de zoveelste keer drugs in dezelfde loods aangetroffen. Cruciaal is dat de veiligheid van degenen die daartegen strijden en in het veld worden gestuurd – ze moeten bijvoorbeeld op basis van tips containers controleren –, gevrijwaard is. We moeten ervoor zorgen dat zij minder risico's lopen dankzij meer knowhow, betere opleidingen en de nodige veiligheidstools.

 

Uiteindelijk is hun werk niet evident. Dat is ook aangetoond. De criminelen gaan alsmaar vaker en alsmaar drastischer te werk. Er is dus een belangrijke taak weggelegd voor u – u bent daarmee begonnen en ik eindig daarmee – om de veiligheid van wie de strijd op het terrein moet aangaan, te waarborgen.

 

01.08  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, u onderstreept dat de veiligheid van de douaniers uw absolute prioriteit is. Dat blijkt niet uit de feiten. De drugscriminelen hebben zware wapens. Onze douaniers moeten het doen met verouderde pistolen. Ik heb u al geregeld ondervraagd over het verouderd materieel, zoals wapens en handboeien. De situatie blijft problematisch. De extra camera’s en lampen zullen natuurlijk niet volstaan tegen de gewelddadige criminele bendes, die steeds vaker over oorlogswapens beschikken. De drugsoorlog in Antwerpen brengt alsmaar meer mensen in gevaar, zeker ook ons douanepersoneel.

 

Er moet dus dringend meer bescherming komen tijdens de hele keten, van inbeslagname en opslag tot verwerking. Momenteel dienen veel douaniers die versterking nodig hebben, zich te behelpen met een eigen gsm via het 101-nummer of de 112-centrale. De douane heeft weliswaar toegang tot ASTRID, maar staat nog altijd niet in directe verbinding met de politie, leer ik uit uw antwoord. Dat is bijzonder problematisch.

 

Er is ondersteuning van de politie. Dat loopt goed, maar die volstaat niet. De scheepvaartpolitie is ook structureel onderbemand. Wij eisen dus meer wapens, betere wapens en wagens en meer douanepersoneel. Gepantserde wagens vervoeren geld tussen banken, waarom dan geen in beslag genomen cocaïne? Die cocaïne moet ook sneller worden verbrand of vernietigd. U zult de cementmethode onderzoeken. U hebt daar ondertussen al vele maanden tijd voor gehad. Ik begrijp niet waarom het zoveel tijd kost om een beslissing te nemen. Als de regering niet ingrijpt, sluiten wij niet uit dat de douane acties onderneemt of het werk neerlegt.

 

Vroeg of laat zullen er doden vallen, ook bij de douane. De drugscriminaliteit en het drugsgeweld in Antwerpen worden steeds driester. De plaatsing van extra camera’s en verlichting is niet genoeg; het is hoog tijd om ook in betere wapens, beter materiaal en meer mensen te voorzien.

 

01.09  Sigrid Goethals (N-VA): Bedankt voor uw antwoord, mijnheer de minister.

 

Het is logisch dat veiligheid een prioriteit is. De douaniers moeten met gelijke wapens kunnen vechten, al is dat misschien een vreemde uitdrukking. De drugscriminelen gaan ongelooflijk driest te werk.

 

U wijst erop dat de douane de neiging heeft om elders een zondebok te zoeken. Uit gesprekken met de vakbonden blijkt toch dat ze aan een aantal struikelblokken niet veel kunnen doen. De douane moet bijvoorbeeld conform de protocollen na een inbeslagname de drugs uitpakken, wegen en aan het parket het akkoord vragen om die te vernietigen. Vervolgens moet ze die in hermetisch afgesloten vaten steken en het vervoer naar de verbrandingsinstallatie regelen. Al die stappen zijn heel tijdrovend. Misschien moet eens worden onderzocht hoe de protocollen kunnen worden aangepast om het werk te vergemakkelijken.

 

De oorzaak ligt dus niet alleen bij de verbrandings­ovens. De fast lanes zijn volgens mijn informatie intussen al ingevoerd, vrij snel nadat de vraag werd gesteld trouwens. Maar de vakbonden zijn bezorgd dat de daartoe aangestelde medewerkers tijdens het Europees voorzitterschap zullen worden ingezet ter beveiliging van prominenten en niet langer voor de bewaking tijdens het vervoer van de drugs naar de verbrandingsovens. Hoe zal dat verlopen?

 

Volgens mij moet er heel hard ingezet worden op de hele problematiek, want ik vrees dat de situatie alleen maar van kwaad naar erger zal gaan.

 

01.10  Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ik ben blij dat u erg duidelijk maakt dat de veiligheid van de douaniers een prioriteit is. Dat kan ook moeilijk anders.

 

Het klopt dat er nu een grote aanwervings­campagne loopt. Indien wij mensen willen aantrekken bij de douane, moeten wij kunnen garanderen dat zij in veilige omstandigheden kunnen werken. Ook voor de douaniers die reeds in dienst zijn, is dat trouwens absoluut belangrijk zodat wij hen kunnen behouden. Zij zijn immers absoluut noodzakelijk, niet alleen in de strijd tegen drugs maar ook voor de aanpak van witwascriminaliteit en andere zaken.

 

In tegenstelling tot de heer Vermeersch van het Vlaams Belang ben ik niet van mening dat het sterker bewapenen van de douaniers een oplossing zal zijn voor het waarborgen van hun veiligheid. Zoals u zelf aangeeft, zijn verhoogde patrouilles door de federale politie, beveiliging op veilige sites van Defensie voor de opslag van drugs en andere gelijkaardige maatregelen dat wel. Ik heb in uw antwoord gehoord dat u die maatregelen wel degelijk treft.

 

In verband met de verbranding stelt u dat de opslagtijd zo kort mogelijk moet zijn en dat de vernietiging zo snel mogelijk moet gebeuren. U geeft ook aan dat de regering de fast lane onderzoekt om de drugs te vernietigen.

 

01.11 Minister Vincent Van Peteghem: Mevrouw Platteau, dat gaat over het gebruik van cement. Daarover gaat het. Dat onderzoeken wij.

 

01.12  Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ik heb u eerst horen zeggen dat u de fast lane naar de verbrandingsoven zo snel mogelijk wilt omzetten in de praktijk en dat u ook de cement­methode onderzoekt; dat hebt u ook aangegeven.

 

01.13 Minister Vincent Van Peteghem: Mevrouw Platteau, u gaf de indruk dat ik onderzocht of een fast lane een oplossing was. Dat is absoluut niet het geval. Op dat vlak zitten wij immers al heel ver in het proces.

 

Ik wou ter zake gewoon even duiden dat de indruk die net na het vorige incident werd gegeven, namelijk dat de capaciteit onbeperkt was, zeker en vast niet klopt. Die beperking is er wel. Wij moeten natuurlijk uitzoeken op welk moment wij een en ander kunnen organiseren. Wij waren al maanden bezig met effectief te bekijken op welke manier wij dat konden doen, ook bijvoorbeeld naar een veilige locatie, zoals mevrouw De Wit opmerkte, om de drugs op te slaan en te ontmantelen. Hoe korter dat hele proces zal zijn, hoe beter en veiliger het zal worden. Op dat ogenblik zullen de criminelen immers minder kansen hebben om de drugs te komen terughalen.

 

De fast lane is voor mij een van de absolute prioriteiten om de duurtijd van dat proces zo kort mogelijk te kunnen maken. Met de bevoegde Vlaamse minister hebben we ter zake al mooie stappen vooruitgezet.

 

01.14  Eva Platteau (Ecolo-Groen): Ik ben blij dat te horen. Ik vroeg mij inderdaad af of dit nog in de praktijk moest worden omgezet, maar u bent daarmee bezig.

 

Ik hoor ook dat de cementmethode nog wordt onderzocht en er nog geen definitieve conclusie is. Als dat pragmatisch en snel zou kunnen, dan hoop ik dat wij ook die methode kunnen gebruiken.

 

Ik ben het met u eens dat de strijd tegen de georganiseerde misdaad en de drugscriminaliteit een prioriteit is die wij allemaal samen moeten opnemen. Dat vergt een ketenaanpak. Ik denk ook dat de nationale drugscommissaris een goede zaak is om alle partners bij elkaar te brengen. We moeten over alle beleidsniveaus en -domeinen heen samenwerken om dat te kunnen doen.

 

01.15  Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses et pour les chiffres que vous m'avez communiqués et que j'analyserai évidemment. Je vous rejoins sur le fait qu'une enquête en cours ne permet pas qu'on en donne les détails. Nous attendrons donc la finalisation de cette enquête.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Actualiteitsdebat over de nieuwe Europese begrotingsregels en toegevoegde vragen van

- Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het Belgische standpunt over de Europese begrotingsregels" (55039978C)

- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De nieuwe Europese budgetregels" (55040029C)

- Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het Europees stabiliteits- en groeipact" (55040326C)

- Marco Van Hees aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het toekomstige nieuwe Europese begrotingskader" (55040355C)

02 Débat d’actualité sur les nouvelles règles budgétaires européennes et questions jointes de

- Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La position de la Belgique concernant les règles budgétaires européennes" (55039978C)

- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les nouvelles règles budgétaires européennes" (55040029C)

- Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le pacte de stabilité et de croissance européen" (55040326C)

- Marco Van Hees à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le futur nouveau cadre budgétaire européen" (55040355C)

 

De voorzitster: De heer Loones is afwezig.

 

02.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, ik wil het hebben over een aantal krasse uitspraken van Conner Rousseau. Het gaat voor alle duidelijkheid niet over de zattemansklap in café 't Hemelrijk in Sint-Niklaas, maar wel over een speech van hem op een Europese top van socialisten. De voormalige voorzitter van regerings­partij Vooruit pleitte daar begin november voor soepelere begrotingsregels, begrotings­activisme en een expansief begrotingsbeleid, waardoor landen meer schulden kunnen maken.

 

De Vlaamse minister van Financiën hekelde dan weer in een opiniestuk dat België geen standpunt heeft. Hij ziet met lede ogen aan dat België als Europees voorzitter met lege handen zal staan en uitte zich als pleitbezorger van federale diplomatie. Het wordt helemaal te gek als een N-VA-minister pleit voor een Belgisch standpunt. Hij gelooft duidelijk wel nog in het samenwerkings­federalisme, wij alleszins niet.

 

Ik citeer hem: "Tot nader order wordt het Europees financieel en begrotingsstandpunt vertolkt door mijn federale collega. Om tot een gedragen standpunt te komen met de deelstaten, worden veel vergaderingen georganiseerd. Daar knelt alweer het schoentje. De visies, gebruiken, economische realiteiten en politieke constellaties liggen zo ver uit elkaar dat de conclusie luidt dat België geen standpunt heeft. Dat we als voorzitter van de Raad naar alle waarschijnlijkheid met lege handen staan, is evenwel een nieuw dieptepunt in de federale diplomatie."

 

Volgens de laatste prognoses van de Europese Commissie zou België 2024 en 2025 afsluiten met een begrotingstekort van bijna 5 % van het bbp. De schuldgraad zou verder stijgen richting 107 % tegen 2025. Volgens de laatste cijfers zou dat zelfs 108 % zijn. Daarmee schendt België de Maastricht­normen en komt het land onder de huidige begrotingsregels in aanmerking voor het zogenaamde Europees strafbankje, uitgerekend tijdens het Europees voorzitterschap.

 

De ministers van Financiën van de Europe Unie hebben nog geen akkoord bereikt over de nieuwe begrotingsregels van 2024. Hoewel mijn vraag al weken geleden werd ingediend, blijft ze actueel. Volgens diverse media werken Frankrijk en Duitsland wel aan een akkoord. Wat is de meest actuele stand van zaken van het debat? Ik heb begrepen dat u vrijdag nog een vergadering had over die Europese begrotingsregels in de Ecofin.

 

Ten tweede, als leidraad voor de discussies op Europees vlak werd op voorstel van de minister van Financiën een federale positionering over die Europese begrotingsregels uitgewerkt. De Vlaamse regering heeft een strenger standpunt en vroeg op 14 januari 2022 dat de Europese begrotingsregels verder zouden worden aangescherpt. U zei dat in deze commissie op 10 mei. U zei toen dat u tot op vandaag enkel van de Vlaamse Gemeenschap een officieel standpunt had ontvangen.

 

Hebt u ondertussen het standpunt ontvangen van de andere deelstaten? Welke deelstaten moeten hun standpunt nog kenbaar maken? Wanneer en hoe wordt het Belgisch standpunt opnieuw doorgesproken met de deelstaten?

 

02.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, het Spaanse voorzitterschap wilde inderdaad landen met dit dossier tijdens de vergadering van de Ecofin-raad vorige donderdag en vrijdag. Wij hebben donderdagavond en -nacht lang doorgewerkt, maar jammer genoeg zonder resultaat, om tot een politiek akkoord te komen. De komende dagen zullen de Spanjaarden inderdaad verder werken en trachten om dat akkoord alsnog voor het einde van dit jaar te realiseren. Het is mogelijk dat er volgende week om die reden ook een extra Ecofin-vergadering zal worden georganiseerd. Het dossier zelf staat momenteel niet geagendeerd voor de Europese Raad van morgen en overmorgen. Daar liggen andere dossiers ter bespreking voor.

 

De posities van de verschillende landen liggen nog steeds uiteen. Het gaat dan vooral over de veiligheidsmarges die ingebouwd zullen moeten worden. Dat wetgevend pakket is natuurlijk een delicaat evenwicht tussen een nieuwe, meer landenspecifieke benadering en het inbouwen van een aantal gemeenschappelijke safe guards voor het tekort en de schuld. Het is dus zeker en vast geen versoepeling van de regels. Wel willen wij komen tot realistischere regels, meer op maat van de lidstaten, ook op meerjarige basis. Het gaat dan over regels die effectief moeten worden nageleefd en die eventueel ook effectief worden gecontroleerd.

 

Het standpunt van België is nog steeds hetzelfde: wij ondersteunen het uitgangspunt volledig, namelijk het bekomen van gezonde overheids­financiën op middellange termijn. Dat moet natuurlijk steeds gepaard gaan met aandacht voor investeringen en hervormingen. Dat was ook het uitgangspunt van wat de Commissie eerder dit jaar op tafel legde.

 

Het hoeft niet te verbazen dat er ook intern in België sterk verschillende standpunten over dit dossier zijn. Dat leidt er natuurlijk toe dat wij geen officiële positie innemen. In diverse formaten werd en wordt er nog steeds overleg georganiseerd over dit dossier. Ook wordt er voorafgaand aan elke Ecofin-vergadering een vergadering van de DGE georganiseerd, waar de standpunten en bepaalde deelaspecten van de discussie worden afgedekt en afgestemd met alle collega's, ook die van de regio's.

 

U weet dat België vanaf 1 januari het voorzitter­schap van de EU overneemt. Dit heeft het grote voordeel dat wij als voorzitter een zekere neutraliteit aan de dag zullen moeten leggen, waardoor wij ons in deze discussie zullen kunnen opstellen als honest broker.

 

Wat eventuele sancties betreft, kan ik u meegeven dat zoals in elk systeem met regels, er ook in het Europese begrotingskader sancties zijn opgenomen voor wie de regels niet volgt. Het is noodzakelijk om erop toe te zien dat alle partijen de regels die gezamenlijk worden gemaakt ook volgen. Ook deze sancties zijn een onderdeel van wat voorligt voor de hervorming.

 

De bedoeling moet zijn en blijven om de interne fragmentatie binnen de Europese Unie zoveel mogelijk tegen te gaan, en zelfs meer in het bijzonder binnen de eurozone. Dit is ook voor België van belang. Voor onze groei, voor onze stabiliteit en voor onze welvaart hangen wij immers voor een groot deel af van de stabiliteit van de interne Europese markt.

 

Ik kan meegeven dat de simulaties die de Europese Commissie maakt in bijna alle scenario's wijzen op een jaarlijkse inspanning voor ons land van 0,65 % tijdens de eerste periode van implementatie van de nieuwe regels. Dit is dan ook de richting die wij beogen. Ik wijs er ook op dat wij in ons stabiliteitsprogramma nu een inspanning van 0,8 % opnemen.

 

Wat de concrete implementatie betreft, stel ik voor dat de vragen aan mevrouw Bertrand worden gesteld, die op dit vlak alle voorbereidingen zal treffen.

 

02.03  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, het was aandoenlijk te horen hoe u het had over het standpunt van België, maar er is helemaal geen Belgisch standpunt. U gaat naar die onderhan­delingen met lege handen. U wordt ook niet gedekt door uw collega's of door de deelstaten. Van een Belgisch standpunt, zoals u het verwoordde in uw antwoord, is helemaal geen sprake. Dat bestaat niet. Dat is zo omdat het samenwerkings­federalisme helemaal niet werkt.

 

Mijnheer de minister, als er dus geen nieuwe begrotingsregels zijn – die zijn er voor alle duidelijkheid nog niet – dan gelden natuurlijk de oude regels. Het is vandaag al duidelijk, gezien de cijfers waarover wij beschikken, dat België de zogenaamde Maastrichtnormen schendt en dat dit land onder de bestaande begrotingsregels in aanmerking komt voor het Europees strafbankje, uitgerekend op het moment waarop België Europees voorzitter wordt.

 

Als de schijnwerpers op België zullen staan, zal de eerste minister het voorzitterschap van de Europese Unie waarnemen, maar dan zal blijken dat hij een keizer zonder kleren is. België kan immers helemaal niet aantonen dat het aan de regels voldoet. Dat is natuurlijk bijzonder problematisch.

 

Er is geen Belgisch standpunt en België voldoet ook helemaal niet aan deze regels. Heel dit dossier is dus bijzonder problematisch en we zullen het nauwgezet opvolgen als de regels vanaf 1 januari opnieuw in voege treden. Dit wordt immers vast en zeker een problematisch dossier voor dit land.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Actualiteitsdebat over de fiscale aftrek voor kinderopvang en toegevoegde vragen van

- Peter De Roover aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De fiscale aftrek voor kinderopvang" (55040048C)

- Cécile Cornet aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "11.000 fouten in de aangiften van de kosten voor kinderopvang" (55040075C)

- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Administratieve sancties door onvolledige of onjuiste aangifte omtrent kinderopvang" (55040121C)

- Catherine Fonck aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De verwarring omtrent de aangifte van de kosten voor de kinderopvang" (55040319C)

03 Débat d’actualité sur la déduction fiscale pour la garde d'enfants et questions jointes de

- Peter De Roover à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les déductions fiscales pour la garde d'enfants" (55040048C)

- Cécile Cornet à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "11 000 erreurs pour la déclaration des frais de garde d’enfants" (55040075C)

- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les sanctions administratives pour déclaration incomplète ou inexacte de frais de garde d'enfants" (55040121C)

- Catherine Fonck à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La confusion sur la déclaration des frais de garde d'enfants" (55040319C)

 

03.01  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de voorzitster, ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn vraag.

 

Vorige week schreef De Standaard dat zo'n 11.000 ouders een administratieve sanctie dreigen te krijgen omwille van een onvolledige of onjuiste aangifte. Dit omdat ze te veel kosten voor kinderopvang op hun belastingaangifte hebben vermeld, vaak door onwetendheid over het maximale bedrag dat de fiscus toelaat, zijnde 14,40 euro per dag per kind.

 

Hoewel de fiscus de nodige informatie bezit, vullen ze dit niet vooraf in op de fiscale fiche, waardoor ouders de totale kosten overnamen zonder rekening te houden met het maximumbedrag. Dit kan resulteren in een administratieve sanctie maar ook toekomstige aangiftes kunnen worden beïnvloed door deze overtreding. De belastingdienst belooft verbeteringen voor komende aangiftes, zoals vooraf invullen van relevante codes, maar benadrukt dat ouders nog steeds verantwoordelijk zijn voor de juistheid van de gegevens, ondanks mogelijke hulp bij het invullen.

 

Hoe reageert de minister van Financiën op deze situatie? Het hoge aantal ouders dat mogelijk een sanctie kan krijgen, wijst onmiskenbaar op problemen met de duidelijkheid van de aangifte. Hoe wil de minister deze kwestie aanpakken?

'Voor dergelijke fouten worden in de praktijk geen boetes opgelegd', antwoordde de minister op vragen hierover in de plenaire vergadering van 23 november 2023. Heeft de minister ondertussen kunnen nagaan of er in deze specifieke casus boetes werden opgelegd? En wordt er in dat geval overwogen om boetes of belastingverhogingen te herzien voor ouders die te goeder trouw handelden maar de verkeerde bedragen hebben opgegeven?

Zijn er plannen om in het aangifteproces via Tax-on-Web maxima in te bouwen, zodat het invullen van bedragen hoger dan het fiscaal toegestane simpelweg niet mogelijk is? Op die manier kunnen dergelijke situaties voorkomen worden.

 

03.02  Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le ministre, le contexte est connu. Vous avez d’ailleurs eu l’occasion de répondre à une question d’actualité en séance plénière tout récemment. Vous aviez alors dit, concernant ces 11 000 familles potentiellement concernées, ʺqu’aucune amende n’est infligée en pratique pour de telles erreursʺ. Si je reviens sur le sujet, c’est parce que votre administration s’est exprimée dans la revue Mon Argent: ʺLes 10 894 parents ayant rendu une déclaration erronée n’ont pas tous une amende", rassure la porte-parole du SPF Finances. "Seuls 409 se verront infliger un accroissement d’impôt en raison de plusieurs erreurs introduites dans leur déclaration.ʺ

 

J’essaie de clarifier les choses. Alors que vous déclariez qu'il n'y aurait pas d'amende, je constate que la porte-parole de votre administration ne dit pas la même chose. Comme vous, je sais aussi qu’au niveau des différents bureaux de contrôle fiscal, la jurisprudence se construit et n’est pas toujours la même, à défaut d'une directive très claire de votre part et du SPF.

 

Quelle est donc la bonne version, la vôtre ou celle de la porte-parole du SPF Finances? Peut-on garantir que les directives soient données pour qu’il n’y ait pas d’amende pour ces parents, comme vous l’aviez dit en plénière? Pour le futur, il y aura aussi tout l’enjeu des déclarations à venir pré-remplies pour éviter ce genre de cafouillage qui met parfois les familles dans une situation de stress non négligeable en fonction de leur situation de revenus.

 

Président: Marco Van Hees.

Voorzitter: Marco Van Hees.

 

03.03 Minister Vincent Van Peteghem: Collega's, ik heb daarop inderdaad al gewezen. Mevrouw Fonck, ik heb ook al gezegd wat er te zeggen viel, maar ik wil wel nog een aantal zaken verduidelijken.

 

In eerste instantie is het goed dat vele honderd­duizenden gezinnen en alleenstaanden jaarlijks gebruikmaken van de fiscale aftrek voor opvangkosten. Het is immers een zorgonder­steuning die men kan krijgen voor de combinatie tussen het werk- en gezinsleven. Dat is ook de reden waarom we het bedrag van de ondersteuning de voorbije periode al tweemaal hebben verhoogd. Het bedroeg 11,20 euro in het begin van de legislatuur en vandaag bedraagt het 14,40 euro per dag per kind. Dat bedrag is in tegenstelling tot het verleden geïndexeerd, dus het zal elk jaar toenemen.

 

In de aangifte voor het aanslagjaar 2022 hebben 512.307 belastingplichtigen de belasting­vermindering voor de kinderopvangkosten aangevraagd. Dat gebeurde niet enkel voor de klassieke kinderopvang, maar ook voor naschoolse activiteiten of vakantiekampen.

 

Cette réduction d'impôt est un soutien précieux. Les informations parues dans la presse ne constituent donc pas une raison pour jeter cela par-dessus bord mais juste une incitation supplémentaire à impliquer tout le monde. Sur ces 512 307 dossiers en 2022, une correction a été apportée à 10 894 dossiers, soit 2 %. Le SPF a rectifié la déclaration fiscale de ces dossiers et a octroyé le montant maximum de la déduction afin d'assurer également une déclaration fiscale correcte à ces personnes. En pratique, aucune amende n'est infligée pour de telles erreurs.

 

Ook een effectieve verhoging van de belasting vindt niet plaats door fouten die enkel maar betrekking hebben op de aftrek voor opvangkosten. De aftrek van opvangkosten heeft immers geen impact op de aangegeven inkomsten. Wel zijn er natuurlijk gevallen waarin mijn administratie van oordeel is dat een fout met betrekking tot de aftrek van kinderopvangkosten ervoor zorgt dat een onjuiste aangifte is ingediend in de zin van artikel 444 WIB92, die meetelt voor de rangbepaling in artikel 226 van WIB92.

 

La presse s'est également demandée pourquoi le montant plafond ne pouvait pas être repris sur les attestations fiscales. Ici aussi, il faut tenir compte d'une certaine complexité qui se cache derrière la déduction des frais de garde d'enfants. Par exemple, il est possible qu'un enfant se rende dans des institutions de garde différentes le matin et l'après-midi. Dans ce cas, l'institution d'hébergement ne peut pas savoir si le montant fiscal maximum par jour a été dépassé. Le montant maximum varie également d'une année à l'autre même si tous les établissements d'accueil n'en sont pas pleinement conscients. Ce n'est donc qu'en combinant les apports des différentes institutions d'accueil que l'on obtiendra une véritable idée de la manière de remplir sa propre déclaration d'impôt.

 

Daarom is het ook uitermate van belang dat er zoveel mogelijk fiches tijdig en correct elektronisch ingediend worden. Die verplichting hebben we in 2021 ingevoerd om de FOD Financiën in staat te stellen om elke belastingplichtige die recht heeft op aftrek, effectief zijn of haar belastingvoordeel toe te kennen.

 

Vanaf volgend jaar zal de FOD Financiën op basis van die ingediende fiches belastingplichtigen bijkomend assisteren bij het correct invullen van de aangifte. Daarbij wordt rekening gehouden met het maximumbedrag. Afhankelijk van de situatie waarin een belastingplichtige zich bevindt, zal hij nog moeten kiezen op welke wijze de aftrek voor de kinderopvangkosten voor hem het voordeligst is.

 

La raison pour laquelle le remplissage automatique n'a pas été possible cette année, du moins pas encore, est que de nombreuses institutions d'accueil et organisations professionnelles ont déclaré qu'elles ne pouvaient pas faire le changement rapidement parce qu'elles ne disposent pas des capacités informatiques nécessaires à cet effet. Elles peuvent, en effet, invoquer la dispense légale prévue à l'article 323/2, § 2, CIR 92 pour déposer le dossier par voie électronique. Cependant, cette procédure n'a pu être mise en œuvre cette année faute de dossiers déposés en nombre suffisant.

 

Afin de mobiliser chacun à soumettre les attestations par voie électronique dans les temps l'année prochaine, le SPF Finances a organisé, le 14 octobre dernier, un grand webinaire sur les fiches et l'utilisation des procédures électroniques.

 

Tijdens dit webinar werd een presentatie gegeven over de nieuwe richtlijnen en over de instrumenten die ter beschikking worden gesteld om de verplichting tot elektronische indiening van attesten te vergemakkelijken. Langs Nederlandstalige kant waren er 455 organisaties aanwezig en langs Franstalige kant 371.

 

Ik kan concluderen dat er in de pers toch wat onwaarheden werden geschreven. De FOD Financiën wil vooral verzekeren dat de aangifte correct wordt ingediend, zonder mensen daarbij te penaliseren. Vanaf volgend jaar zal het correct indienen van de aangifte nog verder worden vereenvoudigd door vooraf ingevulde codes inzake de aftrek van kinderopvang. Uiteraard is daarvoor de correcte elektronische aangifte wel vereist, waarbij zowel mijn administratie als de opvanginstellingen momenteel alles doen om dit succesvol te laten verlopen.

 

Mon objectif reste clair: accompagner nos familles et nos célibataires dans leur équilibre entre travail et famille. Vous pouvez donc compter sur nous pour continuer à œuvrer pour offrir à chacun la prestation à laquelle il a droit.

 

03.04  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, bedankt voor uw verduidelijkingen.

 

U helpt een aantal geruchten de wereld uit, maar er blijven nog een aantal fundamentele problemen. Zo slaagt de fiscus er vandaag nog altijd niet in om die gegevens van de verplichte attesten voor kinderopvang zelf te verzamelen, te verwerken en automatisch in de belastingaangifte in te voegen. Dat zou al een grote oplossing zijn voor veel problemen. Mensen moeten nu zelf aan de slag gaan en dat zorgt voor problemen.

 

Ik weet niet, mijnheer de minister, of u zelf uw aangifte doet, wellicht niet. Het is nu zo dat men allerlei attesten toegestuurd krijgt via de post en daar staan niet altijd duidelijke instructies bij. Dat maakt het voor heel wat mensen complex en leidt tot fouten en discussies achteraf. De fiscus zou in de toekomst die gegevens zelf moeten verzamelen en verwerken. Als dat niet kan, moet het eenvoudiger worden voor de burger, voor de belastingplichtige om die gegevens te declareren. Dat zijn twee belangrijke werkpunten. Dergelijke discussies kunnen in de toekomst dan hopelijk vermeden worden.

 

03.05  Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse.

 

L'élévation des montants de déduction fiscale pour les frais de garde d'enfants est une bonne chose. Nous ne ferons jamais que l'appuyer et vous encourager à avancer encore plus loin.

 

Vous dites que la presse a publié des informations incorrectes. Je pense ne pas avoir trahi l'expression de la porte-parole du SPF Finances qui, contrairement à vous, a confirmé qu'un certain nombre de familles seront sanctionnées avec des montants variant de 50 à 1 250 euros. Sans doute me direz-vous que 409 familles sur les 10 894 qui ont rendu une déclaration, ce n'est pas beaucoup. Ce n'est cependant pas ce que vous aviez dit en séance plénière; vous vous étiez engagé à ce qu'aucune amende ne soit infligée pour des erreurs de ce type. Je me permets dès lors, monsieur le ministre, de dire que ce qui m'importe, c'est que les familles soient traitées correctement et toutes de la même manière.

 

Si des erreurs administratives sont commises, faites en sorte que vos propos soient d'application pour toutes les familles et qu'il n'y ait pas de disparité entre les bureaux. On sait que tous les bureaux n'ont pas la même jurisprudence qui se construit, mais donnez des directives pour qu'aucune sanction ne s'applique à ces familles pour de telles erreurs. Je trouve normal que l'engagement que vous avez pris en séance plénière s'applique pour chacune de ces familles concernées.

 

03.06  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik kom net uit de commissie voor Grondwet en Institutionele Vernieuwing en heb mijn vraag daardoor niet kunnen stellen. Ze zal echter zeker in het verlengde hebben gelegen van de vragen van de andere vraagstellers. Ik heb ook uw antwoord niet kunnen beluisteren en kan dus ook daarop geen commentaar geven. Ik weet echter wel dat wij op u rekenen, om ervoor te zorgen – misschien zal u dat nog vermelden in de repliek die u nog zal geven op de repliek van mevrouw Fonck – dat dergelijke pijnlijke zaken niet gebeuren.

 

Wij zullen niet over een toeslagenaffaire zoals in Nederland spreken, want die grootteorde heeft het dossier gelukkig niet gehad. De gebeurtenis in Nederland moet ons echter wel wakker houden voor het feit dat een overheid soms ook behoorlijk lang in de fout kan gaan, met alle concrete gevolgen vandien. Ik herhaal dat ik niet beweer dat zulks hier het geval is geweest. Uw eerste verklaringen waren op dat vlak geruststellend. Ik mag hopen dat u die koers in dat concrete dossier tot een goed einde kan brengen.

 

03.07 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer de voorzitter, ik wil gewoon nog het volgende rechtzetten. Mevrouw Fonck, ik heb dit trouwens daarnet in mijn toelichting ook meegegeven.

 

Ten eerste, iemand die enkel en alleen een fout heeft gemaakt op de code van de kinderopvang, zal nooit een boete hebben gekregen. Het is altijd de combinatie met andere fouten die ervoor zorgt dat iemand eventueel wel in die situatie kan terechtkomen. Hij of zij heeft daarbij ook in andere elementen een aantal zaken aangegeven die niet correct zijn, waardoor hij of zij boven een bepaald bedrag uitkomt. Eenmaal iemand boven een bepaald bedrag uitkomt, is het inderdaad mogelijk dat op basis van de vastgestelde afwijking een extra bedrag wordt gevraagd. Op dat vlak is een juiste aangifte dus belangrijk, zoals ik daarnet ook heb vermeld in mijn verwijzing naar artikel 226 in het wetboek.

 

Ten tweede, het is belangrijk dat de overheid haar burgers helpt de belastingaangifte correct te doen. Wanneer wij vaststellen dat op basis van de cijfers en van de input die wij krijgen via fiches, de aangifte niet correct is, is het niet meer dan logisch dat wij helpen en ervoor zorgen dat de betrokkenen de correcte cijfers invullen. Dat geldt zowel voor de ene als voor de andere kant. De aangifte moet correct worden ingevuld.

 

Voor alle duidelijkheid geef ik mee dat ik, toen ik de belastingbrief voor de eerste keer zelf moest invullen, hem ook fout heb ingevuld. Daarover ben ik heel eerlijk tegenover u. Achteraf heb ik van de belastingen een brief gekregen met de waarschuwing dat ik een code verkeerd had ingevuld. Ik heb dat bekeken en de aangifte alsnog volledig correct ingevuld.

 

Dat is ook de taak van de overheid. Ze moet ervoor zorgen dat het er de volgende keer geen 10.000 meer zijn, maar weer veel minder, omdat ze weten hoe het systeem in elkaar zit. Ook dat is een deel van het werk dat we zullen moeten doen. Dat is exact wat er hier gebeurt. Die mensen zijn daar allemaal op gewezen, dat de informatie die wij hebben niet in overeenstemming is met wat men heeft ingevuld op de aangifte op dat punt.

 

03.08  Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le ministre, je prends note que vous ne vous êtes trompé qu'une seule fois en remplissant votre déclaration fiscale.

 

Les déclarations sont complexes. Je ne suis pas une experte. Vous êtes tous ici des experts en la matière. Il existe 800 codes au minimum. D'après vous, par rapport à ces codes et singulièrement ceux qui concernent les frais de garde d'enfants, le SPF Finances ne sanctionne pas le contribuable qui commet une erreur de bonne foi. Mais tout porte sur l'interprétation de l'erreur de bonne foi.

 

Tout le monde n'a pas le même niveau de formation. Cela peut-il arriver de répéter la même erreur pour les gardes d'enfants? Peut-être bien que oui. Cela suffit-il pour sanctionner le contribuable? Je n'en suis pas si sûre.

 

Je prends bonne note de votre réponse. J'espère en tout cas que les directives seront claires afin d'éviter toute interprétation à géométrie variable concernant ce point spécifique des frais de garde d'enfants. J'espère aussi que certaines familles, qui n'ont peut-être pas nécessairement le même niveau de formation que d'autres familles, ne seront pas sanctionnées alors que, manifestement, elles n'auraient pas dû l'être. Monsieur le ministre, nous verrons. L'histoire nous le dira. J'espère votre attention et des directives claires pour tous les bureaux du SPF Finances.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: Madame Fonck, vous gardez la parole pour une question sur les potentielles conséquences négatives d'une augmentation de la taxe patrimoniale sur les ASBL.

 

03.09  Catherine Fonck (Les Engagés): Is er een probleem, mijnheer de minister?

 

03.10 Minister Vincent Van Peteghem: (…)

 

03.11  Catherine Fonck (Les Engagés): Ja, maar we hebben het nu over een ander thema en u weet dat.

 

03.12 Minister Vincent Van Peteghem: Ik probeer enkel aan te geven dat het belangrijk is dat …

 

Ons systeem zorgt ervoor dat we de gezinnen tot 14,40 euro ondersteunen voor de opvang. Maar er zijn twee aspecten. Enerzijds is het belangrijk dat we ondersteunen en dat de belastingaangifte correct gebeurt. Dat betekent ook dat wanneer een kind voor één uur naar de middagopvang gaat en de ouders daarvoor 2 euro betalen, zij geen 14 euro belastingaftrek kunnen krijgen. Wij onder­steunen wat er effectief betaald wordt, maar moeten dat niet extra ondersteunen. Anderzijds moeten we ervoor zorgen dat iedereen daarvan gaat gebruikmaken. Dat is ook de vraag die de heer Vermeersch daarnet terecht aan mij stelde. We moeten immers wel zorgen dat de fiches in orde zijn, zodat dit kan gebeuren. De opvang moet het kunnen regelen.

 

Dat bestond vroeger niet. We hebben dat in 2021 ingevoerd en in 2022 hebben we vastgesteld dat de crèches nog niet mee waren. We hebben er nu dus voor gezorgd dat voor 2023, aanslagjaar 2024, er een hele groep crèches, kinderopvangen, speelplein­werkingen en anderen mee zullen zijn in dat verhaal en zullen weten op welke manier de fiches moeten worden ingediend. Zo zullen we ervoor kunnen zorgen dat wie ze vandaag misschien nog niet invult, bij de volgende aangifte misschien geholpen zal worden en automatisch recht zal hebben op de ondersteuning, die we terecht aan al die gezinnen en alleenstaanden met kinderen geven.

 

03.13  Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le président, nous étions toujours dans le débat précédent. Il y a eu une petite permutation.

 

Le président: J'ai remarqué. Pour une ultime réplique, vous avez la parole.

 

03.14  Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le président, je ne vais rien ajouter. Je pensais que l'incident était clos et il me semble qu'il faut respecter le Règlement. Quand la question est clôturée, je ne peux ajouter quoi que ce soit.

 

Le président: Mais en même temps, le Parlement a le dernier mot. Je note que vous n'avez rien à ajouter. Nous passons à la question suivante.

 

03.15  Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le président, je respecte le Règlement du Parlement et quand un sujet est clos, il est normalement clos.

 

04 Question de Catherine Fonck à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les potentielles conséquences négatives d'une augmentation de la taxe patrimoniale sur les ASBL" (55038625C)

04 Vraag van Catherine Fonck aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De mogelijke negatieve impact van een verhoging van de patrimoniumtaks op vzw's" (55038625C)

 

04.01  Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le ministre, je viens vers vous pour une question à propos de laquelle nous avons déjà eu de nombreuses discussions en commission sur le projet de loi. Je sais que la majorité veut mettre la pression maximale pour qu'il soit examiné demain, et qu'aucun consensus n'est intervenu à ce sujet  en conférence des présidents. C'est vraiment très important, raison pour laquelle je reviens vers vous. Vous avez décidé d'augmenter la taxe patrimoniale sur les ASBL, en protégeant les plus petites et en protégeant un certain nombre de secteurs. Vous savez qu'au cours de nos discussions, j'avais beaucoup plaidé en faveur des entreprises de travail adapté, pour lesquelles on a pu obtenir une modification, ainsi que pour le secteur socioculturel et les refuges pour animaux.

 

Mais lors de nos débats en commission, je vous ai cru sur le fait que le secteur de l'enseignement serait protégé. Cependant – je pense que vous en êtes directement informé – il semble bien, malgré vos propos sur le fait que ce secteur connaîtrait une neutralisation de cette taxe, que ce ne soit pas complètement le cas. J'ai une série d'informations qui me parviennent à la fois du SeGEC et du Katholieke Onderwijs Vlaanderen. Selon ces informations, vous êtes également directement sollicité par le Katholieke Onderwijs Vlaanderen, puisque les ASBL Pouvoirs organisateurs (PO) de l'enseignement sont en fait directement touchées par cette taxe, malgré ce que vous avez affirmé lors du travail en commission sur votre projet de loi. En fait, l'enseignement communautaire, communal et provincial n'est en rien soumis à cet impôt sur le patrimoine, à l'inverse de l'enseignement libre subventionné, qui l'est en partie.

 

Clairement, le secteur de l'enseignement n'interprète donc pas votre projet de loi comme vous. Vous aviez déclaré qu'il n'y aurait aucun problème pour l'enseignement. Votre interprétation est-elle remise en question? Le Katholiek Onderwijs Vlaanderen a envoyé un argumentaire très lourd, me semble-t-il. Je ne suis pas une technicienne mais, personnellement, j'ai trouvé que c'était un argumentaire très fort.

 

Par ailleurs, les réserves financières des ASBL Pouvoirs organisateurs (PO) de l'enseignement servent principalement à investir dans la réno­vation des infrastructures scolaires. Or, on connaît la vétusté des infrastructures et l'importance des investissements énergétiques et climatiques qui sont indispensables. À travers tout cela, il y aura également, nous dit-on, l'accroisse­ment de la pression fiscale sur l'ASBL.

 

Monsieur le ministre, c'est un peu un appel au secours que je viens vous adresser. Comme je vous l'ai dit, les arguments du secteur me semblent extrêmement pointus et forts. Qu'en est-il? Vous nous avez garanti le contraire lors de la commission portant sur votre projet de loi. Qu'en est-il par rapport à la pression fiscale pour ce qui concerne l'enseignement libre subventionné, qu'il soit francophone ou néerlandophone?

 

04.02  Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur le président, madame Fonck, jusqu'à présent, la réforme des taxes patrimoniales a fait l'objet de discussions approfondies au sein de cette commission et, normalement, demain ou la semaine prochaine, le vote interviendra en séance plénière. Je trouve un peu étrange que toutes les discussions que nous avons eues à ce sujet soient reprises ici aujourd'hui dans les questions orales. Nous avons déjà eu des discussions approfondies au sein de cette commission.

 

04.03  Catherine Fonck (Les Engagés): Allez monsieur le président! Il y a de nouveaux éléments d'actualité, monsieur le ministre!

 

Franchement! Vous renvoyez cela d'un revers de la main! Je peux vous dire que la première chose que je vais faire sera de téléphoner à nouveau aux secteurs de l'enseignement, et en Flandre et du côté francophone, afin de leur expliquer à quel point vous êtes intéressé et attentif à leur situation.

 

Il y a un argumentaire long et précis. Je pourrais vous en donner lecture ici en entier, mais je ne l'ai pas fait sachant que vous l'avez reçu. Ici, j'ai de nouveaux éléments qui n'étaient clairement (selon mes informations) ni à votre disposition ni à celle du Parlement lorsque les débats sur ce projet de loi se sont tenus en commission.

 

Votre réponse est pratiquement,… Monsieur le ministre, ce que je dois donc retenir de ce qui se passe aujourd'hui, c'est que cela ne vous importe en rien! Je prends acte que, malgré vos propos qui affirmaient que cet axe ne se répercuterait pas sur l'enseignement, malgré les argumentaires et les nouveaux éléments fournis, vous considérez sans importance aucune l'impact en terme de fiscalité, qui est en outre discriminatoire, sur l'enseignement libre subventionné néerlandophone et francophone.

 

Permettez-moi de vous dire que, malgré tout le respect que je vous dois, votre réponse est particulièrement inacceptable et désobligeante!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

Le président: M. Vandenbroucke n'est pas là pour poser sa question n° 55039122C.

 

05 Vraag van Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De opbrengst uit Euroclear" (55039232C)

05 Question de Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les recettes tirées d'Euroclear" (55039232C)

 

05.01  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de minister, over Euroclear hebben wij al een aantal keren een debat gevoerd. Het Rekenhof meent dat er een budgettair risico verbonden is met de wegens de oorlog in Oekraïne bevroren Russische tegoeden.

 

Ten eerste, kunt u nog eens de meest actuele cijfers geven? Wat wordt precies gebudgetteerd? Wat is de raming? Zijn er nog verschuivingen op handen?

 

Ten tweede, vandaag berichtte De Tijd over de besprekingen ter zake in de Europese Unie. De Europese Commissie wil namelijk die middelen gebruiken om het herstel in Oekraïne te financieren, een thema waar we al over van gedachten hebben gewisseld.

 

U hebt erop gewezen dat zo'n maatregel niet alleen juridische risico's inhoudt, maar ook risico's voor het financiële systeem en laten uitschijnen dat een beslissing in die richting alleszins niet voor volgend jaar hoeft te worden verwacht. Als ik de persberichten lees, krijg ik toch een andere indruk. We stellen vast dat de Europese Commissie volop juridische teksten bespreekt, weliswaar achter gesloten deuren en in de grootst mogelijke discretie. Dat is trouwens terecht omwille van de stabiliteit van het financiële systeem. Hoe dan ook heeft het er alle schijn van dat de Europese Commissie daar volop mee bezig is.

 

Zo'n maatregel zou alleszins een zeer grote budgettaire impact hebben. Tegenover de 1,7 miljard opbrengsten staat al een hele reeks aangegane engagementen. Als wij die niet kunnen bekostigen met die opbrengsten, dan moet men al snel honderden miljoenen via de reguliere middelen in de begroting vinden.

 

Bevestigt u wat in de pers staat, namelijk dat de Europese Commissie wel degelijk naarstig voortwerkt aan het juridisch kader om de opbrengsten uit de bevriezing van de Russische tegoeden te europeaniseren?

 

05.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Loones, Euroclear rapporteert sinds het begin van het conflict in Oekraïne op zijn website zeer transparant over de impact van de bevriezing van Russische tegoeden op de resultaten. Zo kan uit de publicatie van de resultaten voor het jaar 2022 worden opgemaakt dat de winst voor belasting uit de bevriezing van de Russische tegoeden 794 miljoen euro bedraagt. Dat betekent dat de belastinglast tegen een tarief van 25 % in de vennootschapsbelasting uitkomt op 197 miljoen euro.

 

Voor 2023 werden op 26 oktober de resultaten na het derde kwartaal bekendgemaakt. In de eerste drie kwartalen van 2023 leidde de bevriezing van de Russische tegoeden tot een winst voor belasting van 2,96 miljard euro. Op basis van die publicatie en van de halfjaarresultaten is de standaard stijgende trend van de winst uit Russische tegoeden bij Euroclear waarneembaar. Die stijging is geëxtrapoleerd om de winst uit de bevriezing van Russische tegoeden voor de gehele jaren 2023 en 2024 te bepalen. In 2023 wordt de totale winst uit de bevriezing van Russische tegoeden op die manier geraamd op 4,4 miljard euro in 2023 en 6,8 miljard euro in 2024.

 

Het is echter altijd moeilijk om te ramen wanneer de belasting die drukt op winsten, zal worden betaald, hetzij via voorafbetalingen, hetzij via de kohieren. Mijn administratie hanteert inzake de vennootschapsbelasting daarom een herverdeel­sleutel, met name een opdeling tussen een ontvangst van 85 % van de geraamde winst via voorafbetalingen en een ontvangst van 15 % via de kohieren.

 

De raming van de inkomsten volgens die methodiek is dan ook als volgt. Voor 2022 gaat het om 85 % van 197 miljoen euro. Voor 2023 gaat het om een bedrag van 965 miljoen euro of 85 % van 1,1 miljard euro, en de resterende 15 % van 197 miljoen van 2022. Voor 2024 zitten we aan 1,6 miljard euro, wat 85 % is van 1,7 miljard euro plus 15 % van 1,1 miljard euro.

 

De regering koppelde die geraamde inkomsten in de vennootschapsbelasting uit de bevriezing van Russische tegoeden inderdaad altijd rechtstreeks aan uitgaven die België doet in het kader van het conflict in Oekraïne. Die lijn hebben we aangehouden sinds de invoering van de sancties na de inval en die blijven we ook nu volgen.

 

Op Europees niveau zijn er wel besprekingen bezig, maar die hebben nog niet geleid tot een uitkomst. Voor ons zijn er een aantal belangrijke elementen. Ten eerste moet het een juridisch stabiele en haalbare ingreep zijn. Ten tweede mag de financiële stabiliteit niet in het gedrang komen, want Euroclear is een systemische organisatie in onze financiële sector. Ten derde pleiten we voor een level playing field, waarbij er stappen zouden worden gezet op het hoogst mogelijk niveau. Voor ons is dat het G7-niveau of het Europees niveau.

 

Wat de uitkomst zal zijn en hoe een en ander georganiseerd wordt, moet nader worden besproken. Dat is vandaag nog niet aan de orde en daar kan ik ook geen verdere details over geven.

 

05.03  Sander Loones (N-VA): Dank voor de detailcijfers, ik wist niet dat ze op de website van Euroclear stonden. In de toekomst moet ik u die vraag dus niet meer stellen. De aangehaalde bedragen zijn overigens consistent met wat u eerder tijdens de begrotingsbespreking hebt gegeven.

 

Uw bezorgdheid voor een Europese aanpak zijn terecht. Ik ga er wel van uit dat u volledig geïnformeerd wordt door de eerste minister. In de pers konden we lezen dat de juridische constructie die wordt uitgedacht, alleen gedeeld wordt met de leden van de Europese Raad van regeringsleiders en staatshoofden. Ik ga ervan uit dat de heer De Croo de intelligentie heeft om dat met de expert op het terrein te delen. De heer De Croo is ooit wel minister van Financiën geweest, maar op het moment lijkt hij meer minister van Buitenlandse Zaken. Maar dat is een andere discussie.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De stijgende olieprijzen" (55039285C)

06 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La hausse des prix du pétrole" (55039285C)

 

06.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, sta mij toe mijn vraag te actualiseren. Ze is ondertussen immers enigszins achterhaald.

 

De prijzen zijn gedaald. Begin oktober 2023 stelden wij vast dat Saoedi-Arabië en Rusland aankondigden dat zij hun beperkingen voor de olietoevoer zouden behouden tot eind 2023. Door die maatregelen zaten de olieprijzen toen in een stijgende lijn. Daardoor namen ook de prijzen van onder andere diesel, benzine en stookolie toe.

 

Ondertussen dalen de internationale olieprijzen al opnieuw, onder andere door de vertraagde groei in China en een aantal macro-economische problemen. Nochtans merkt de consument daar weinig van aan de pomp. Er is wel een daling merkbaar, zij het niet in verhouding tot de daling die op de internationale oliemarkten plaatsvindt. Dat komt door het cliquetsysteem. Prijsstijgingen worden ten volle doorgerekend. Prijsdalingen blijven haperen, omdat de accijnzen hoger worden geklikt.

 

Mijnheer de minister, mijn vraag blijft dus overeind. Wat zal u doen, om toekomstige prijsstijgingen aan te pakken en de aanhoudende belastingstijgingen op brandstoffen te keren?

 

06.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Vermeersch, uw update van de vraag geeft ook enigszins aan in welke situatie wij ons vandaag bevinden. De prijzen van de brandstoffen bevinden zich vandaag op een niveau dat maakt dat een ingreep van de overheid niet nodig is. Op dit moment is een accijnsverlaging, waarop u doelt, in elk geval niet aan de orde.

 

06.03  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, ik had mijn vraag geactualiseerd, om te wijzen op het perverse effect van het cliquetsysteem. U gaat daaraan wijselijk voorbij door te stellen dat de regering de accijnzen niet zal verlagen. Dat neemt echter niet weg dat elke prijsstijging wordt doorgerekend en dat elke daling deels wordt afgeroomd door de Staat. Dat komt de staatskas en de regering natuurlijk goed uit.

 

Wij zijn en blijven van mening dat prijsdalingen ten volle moeten worden doorgerekend aan de burger en dat de burger die daling ook ten volle moet voelen wanneer hij aan de pomp staat. Dat is vandaag niet het geval. Op een sluipende, perverse wijze worden de accijnzen aan de pomp dus systematisch verhoogd. De auto is en blijft voor Vivaldi de melkkoe van de staatskas. Wij zullen niet nalaten dat voldoende te herhalen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Samengevoegde vragen van

- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De uitgifte van een nieuwe staatsbon in december" (55039288C)

- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De opbrengst van de staatsbon" (55039437C)

- Peter De Roover aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De nieuwe staatsbon" (55039924C)

- Peter De Roover aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het profiel van de intekenaars op de staatsbon" (55040397C)

07 Questions jointes de

- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'émission d'un nouveau bon d'État en décembre" (55039288C)

- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les recettes issues du bon d'État" (55039437C)

- Peter De Roover à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le nouveau bon d'État" (55039924C)

- Peter De Roover à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le profil des souscripteurs au bon d'État" (55040397C)

 

07.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, sta me toe deze achterhaalde vragen wat te actualiseren.

 

In september zei u bij VTM het volgende: "Als de grootbanken geen hogere rentes bieden, komt er begin december een nieuwe staatsbon." De banken hebben voor alle duidelijkheid ofwel niet ofwel te laat, maar vooral veel te weinig gereageerd. Er zijn weliswaar staatsbonnen uitgegeven in december, maar dat waren geen eenjarige staatsbonnen, laat staan staatsbonnen met een verlaagde roerende voorheffing. U hebt het grote publiek in september dus op het verkeerde been gezet, mijnheer de minister.

 

Ik heb nog een aantal vragen over deze staatsbonnen. Ten eerste antwoordde u in De Zondag op de vraag wat dit opbrengt voor de overheid, dat het op korte termijn 60 à 70 miljoen euro aan roerende voorheffing zou zijn. In de tabel afwerking begrotingsopmaak, die op 10 oktober aan de parlementsleden werd bezorgd, staat echter onder de noemer 'compensaties nieuw beleid' op regel 33 'staatsbon' een bedrag van 100 miljoen euro ingeschreven. Kunt u nog eens grondig toelichten waar dat verschil ligt tussen deze twee bedragen uit De Zondag en de officiële tabellen van de regering?

 

Als we de actualiteit mogen geloven, en die wordt ook bevestigd door de heer Deboutte, komt er in 2024 opnieuw een staatsbon met een looptijd van 1 jaar. Dat heeft Jean Deboutte, de directeur van het Federaal Agentschap van de Schuld, bevestigd. Het agentschap wil met die éénjarige staatsbon volgend jaar 13,5 miljard euro ophalen. De vraag van 13,5 miljard is dus of de nieuwe staatsbon opnieuw een verlaagde roerende voorheffing zal hebben. Is daarover een akkoord binnen de regering? Hoe ziet u dat naar de banken toe? Als dat opnieuw een succes zou worden, niet voor de rente voor de kleine spaarder want daarvoor was het nooit een succes, en er veel miljarden worden opgehaald, zullen er opnieuw veel miljarden wegvloeien van de banken. U hebt echter altijd gewaarschuwd voor de stabiliteit van de banken. Hoe ziet u dat effect bij de eventuele uitgave van een nieuwe staatsbon?

 

07.02  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de minister, ik heb mijn vraag ingediend toen wij dachten dat er dit jaar nog een staatsbon met een looptijd van een jaar kwam. Er komen immers vier keer per jaar formules uit die doorgaans weinig aandacht wekken.

 

Het gaat over de staatsbon met een rente van 2,8 %, omdat u maar 15 % roerende voorheffing toepast. Daardoor kunt u natuurlijk extra inkomsten aan roerende voorheffingen inschrijven. Die staatsbon heeft 22 miljard euro opgeleverd, terwijl die omvang niet de bedoeling was. Hij heeft vooral pijn gedaan aan kleine banken. Wij hebben het daarover al gehad. Aangezien nu de indruk wordt gewekt dat dat toch wel een interessante formule is om na nieuwjaar nog eens uit te voeren, heb ik enkele vragen.

 

Weet u in hoeverre de kleine banken een dergelijke stresstest – het is immers een stresstest maal vier of vijf – aankunnen? Is het in het belang van onze financiële stabiliteit om net de retailbanken, waar de klanten nog behoorlijk terechtkunnen voor persoonlijk advies en voor de broodnodige kredietverlening, bijvoorbeeld voor de aanschaf van een huis, pijn te doen?

 

Naar aanleiding van de vorige staatsbon vroeg ik of wij nu een wijziging krijgen in het beleid om de overheidsschulden op langere termijn te herfinan­cieren. Als u nog eens een staatsbon in dezelfde formule gaat uitvoeren, dan gaan wij toch echt een andere richting uit met de financiering van de overheidsschulden. Daar gaat het immers over. U hebt die staatsbons nodig om de overheids­schulden te financieren, weze het niet in die ordegrootte.

 

Dat brengt mij bij de derde vraag. In welke mate wilt u eigenlijk een soort alternatieve bank worden? Moet de overheid de rol van de bank overnemen? Normaal dienen staatsbons voor de financiering van de overheidsschulden, maar u bent een stap verder aan het gaan. U bent nu bankje aan het spelen. Is het de bedoeling om dat voort te zetten?

 

Jean Deboutte zei dat hij ervan uitgaat dat de regering opnieuw gebruik zal maken van een interessante roerende voorheffing. Met alle respect voor de heer Deboutte die zijn job technisch gesproken uitstekend uitoefent, maar doet hij hier geen voorafname op wat een politieke beslissing moet zijn? Kunt u ons daar iets over vertellen?

 

Ten slotte, wat waren de gemiddelde en mediane inschrijfbedragen ingedeeld naar inschrijvers via de banken en rechtstreeks bij het Federaal Agentschap van de Schuld?

 

Kunt u meedelen hoe de verdeling was van de inschrijvers naar land van herkomst en voor de binnenlandse inschrijvers een opdeling geven naar gewest, provincie en gemeente?

 

07.03 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer de voorzitter, collega's, met betrekking tot de opbreng­sten, het is natuurlijk wel zo dat naast opbrengsten komende van de bijkomende ontvangsten op de roerende voorheffing, de uitgifte van de staatsbon ook een negatief effect had op de langetermijn­rente van België en, drukkend op de opbrengsten van de beleggingen van de kasoverschotten, verder ook op de rentelasten die de federale overheid moet betalen. Indien met al deze zaken rekening wordt gehouden, wordt ingeschat dat die uitgifte een positieve impact heeft van 100 miljoen euro. Ik ken de cijfers niet van buiten, maar ik denk dat de structurele impact door de verlaging van de langetermijnrente 25 à 30 miljoen euro is en dat de rest de positieve impact op de roerende voorheffing betreft.

 

Mijnheer Vermeersch, ik wil wel het volgende meegeven. U verwijst ernaar alsof de staatsbon geen succes is geweest. Die is een succes geweest in cijfers en hij heeft de markt in beweging gezet. U zult mij toch wel moeten gelijk geven, als men ziet welk rendement er op sommige termijndeposito's werd aangeboden door de banken, dat daar het een en ander is gebeurd. Dat geldt zelfs voor de spaarboekjes. Tot twee à drie maanden geleden kwam de rente daar amper boven 1 %, vandaag zijn er spaarboekjes met rentes boven de 3 %. Het is op dat vlak toch wel duidelijk dat dit gewerkt heeft.

 

Zelfs de uitgifte van de staatsbon op 5 jaar en op 8 jaar begin december heeft ertoe geleid dat een bank, die voordien op zijn termijnrekening niet meer gaf dan de minimumrente, en het betreft een grootbank, zijn percentage gelijk heeft gesteld aan de nettopercentages die via de staatsbon op die termijnen konden worden verkregen.

 

Veel meer dan over het succes van deze staatsbon of volgende staatsbonnen, zal ik vooral tevreden zijn als de evolutie op de markt positief is, met de stijging van de rentes op zowel de spaarrekeningen als de termijnrekeningen.

 

Mijnheer De Roover, bij het agentschap bedroeg de inschrijving gemiddeld 29.618 euro. De mediaan lag daar veel lager, namelijk rond de 20.000 euro. Bij de banken lag het gemiddelde op 47.221 euro; de mediaan lag daar rond de 25.000 euro. Het beeld dat alleen de grote vermogens ingetekend hebben, moet dus bijgesteld worden, als je naar de effectieve mediaanbedragen kijkt. Een grote groep, 50 % of 350.000 inschrijvingen, is gebeurd onder dat mediaanbedrag. Je mag dus zeker nuanceren dat de maatregel alleen voor meer gegoede mensen bedoeld was.

 

Vorige week heb ik de eer gehad om een speech te mogen geven bij het European Stability Mechanism (ESM), in aanwezigheid van alle belangrijke stakeholders. Men was daar bijzonder geïnteresseerd in het feit dat een staat genoeg vertrouwen geniet om een dynamiek te creëren en zoveel burgers kan overtuigen om in te schrijven op een staatsbon. Ik heb daar ook aangehaald dat door de staatsbon de financiële geletterdheid enorm is toegenomen. De mensen zijn nu bereid om hun spaargeld, dat bij wijze van spreken ligt te slapen op een spaarrekening, te activeren. We hebben er dus voor gezorgd dat de burgers zijn beginnen nadenken over wat ze met hun spaargeld kunnen doen.

 

Op het ogenblik dat de eenjarige staatsbon van september jongstleden vervalt, volgend jaar, hoop ik dat de mensen opnieuw zullen bekijken wat er beschikbaar is op de markt en waar zij hun geld op een verstandige manier kunnen activeren en beleggen.

 

Kort ga ik in op de financieringsstrategie van het agentschap. De financieringsplanning is uiteraard opgemaakt voor 2024 op basis van alle ter beschikking zijnde tools. In tegenstelling tot vorig jaar heeft het agentschap een nieuwe tool ter beschikking, namelijk de eenjarige staatsbon, die in de totale financieringsplanning ingezet kan worden. Het staat het agentschap vrij om dat ook effectief te doen. Die staatsbon kan volgend jaar op vier mogelijke momenten ingezet worden, zoals er elk jaar ook vier keer een mogelijkheid is om een staatsbon uit te geven. In tegenstelling tot vorig jaar, gaat het om een staatsbon op 1 jaar. Dat betekent nog niet dat er in 2024 sowieso een staatsbon zal worden uitgegeven. Ik denk dat het mij niet toekomt om daarover op dit tijdstip een uitspraak te doen. Daaromtrent wil ik altijd een zekere voorzichtigheid aan de dag leggen, ook omdat we de context mee in ogenschouw moeten nemen en ook omdat wij moeten bekijken wat het agentschap zelf zal aangeven.

 

Voor alle duidelijkheid, de opmaak van een financierings­planning betekent niet noodzakelijk dat die ook wordt gevolgd. In de in 2022 opgestelde financierings­planning voor 2023 had het agentschap niet voorzien in een staatsbon op 1 jaar, maar uiteindelijk hebben we met een staatsbon toch zowat 22 miljard opgehaald. De eventuele uitgifte staat dus enigszins los van de planning.

 

Mijnheer De Roover, u hebt naar nog andere cijfers gevraagd, die ik u op papier overhandig en ook via officiële weg zal laten toekomen.

 

Le président: Vous faites de longues réponses aujourd'hui, monsieur le ministre!

 

07.04 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer de voorzitter, ik weet dat als u daar zit u het kort moet houden. Ik neem daarom graag uw rol over en geef wat langere antwoorden.

 

07.05  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, ik neem er akte van dat u zegt voorzichtig te zijn als het over dit onderwerp gaat. Ik kan alleen maar vaststellen dat als de camera’s van VTM draaien u veel minder voorzichtig bent. U hebt daar wel degelijk gezegd dat als de grootbanken geen hogere rentes bieden er in december een nieuwe staatsbon zou komen. Het zou dus misschien gepast zijn om die voorzichtigheid ook aan de dag te leggen als de camera’s draaien.

 

U gooit termijnrekeningen en spaarrekeningen op één grote hoop. Dat is natuurlijk niet correct. De kleine spaarder is helemaal niet gebaat bij die staatsbon van u. Zelfs wie middelen heeft om te investeren in die staatsbon en dus eenjarige staatsbonnen te kopen, die heeft nog altijd geld op een spaarboekje staan met een onrechtvaardig lage rente. Ik geef toe dat die staatsbon interessant is, maar het is duidelijk geen oplossing voor de lage rentes op spaarboekjes. Niet alleen wij zeggen dit. Collega Vanbesien had een vraag ingediend – die blijkbaar ingetrokken is – waarin hij duidelijk stelde dat die staatsbon helemaal geen oplossing was voor de lage rentes. Als het al binnen uw regering wordt gezegd, wie zijn wij dan als oppositie om dat niet te herhalen.

 

De andere landen die onder het ESM vallen, kunnen wel interesse hebben, maar het moet wel duidelijk zijn dat die vandaag hogere rentes hebben op hun spaarboekjes. In onze buurlanden liggen de rentes op spaarboekjes veel hoger.

 

Tot slot, de ECB heeft ondertussen de rente al veelvuldig verhoogd, veel meer dan de banken dat vandaag hebben gedaan. Die spread tussen wat de banken geven en wat ze kunnen krijgen bij de ECB wordt dus steeds groter. Dit betekent dat de mogelijkheid van de banken om de rente op spaarboekjes te verhogen nog steeds groter wordt. Ik zie u fronsen, maar dat is toch een van de conclusies die de in de commissie uitgenodigde experts hebben getrokken. De ECB heeft de rente al tien keer opgetrokken, maar ik heb nog geen enkele bank haar rente tien keer zien optrekken of tot een niveau zien brengen van voor de periode van de heel lage rentes.

 

07.06  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de minister, als we vergelijken met de omliggende landen kunnen we gelukkig ook vaststellen dat het beleid van onze banken voor hypothecaire kredieten eveneens anders is. Er zijn weinig landen waar men bijvoorbeeld 18 jaar lang met 1 of 1,5 % rente zijn hypothecair krediet kan afbetalen. Dat is toch een belangrijke nuance die in dit debat veel te vaak vergeten wordt. Doorgaans wordt er bij deze vergelijkingen immers slechts één deeltje vergeleken en dat is niet zonder gevaar.

 

De mensen hebben hun geld niet geactiveerd, ze hebben wel nagedacht over andere mogelijkheden en dat is wat ik in heel deze zaak als het meest positieve naar voren schuif. Ik ben wat genuanceerder en zal niet toejuichen dat ze hun geld geactiveerd hebben door het aan de overheid te geven. Ik denk namelijk dat ze het in een put gegooid hebben, maar goed. Er wordt ook wel iets teruggegooid uit de put, dat weliswaar door andere belastingbetalers betaald wordt.

 

U zegt dat het niet alleen grote vermogens zijn. U bent natuurlijk iemand die heel goed kan rekenen. Wanneer het gemiddelde een eind boven de mediaan ligt, betekent dit dat degenen die boven de 50 % zitten er ook wel behoorlijk fors boven zitten. Anders komt men niet aan deze merkwaardige verhoudingen. Opgeteld gaat het ook over 700.000 mensen. Dat is dus 10 à 15 % van de bevolking. De anderen hebben daaraan niet deelgenomen, maar zullen de terugbetaling wel mee moeten ophoesten.

 

Ik denk dat u ook geen antwoord hebt op de vraag in welke mate u de kleinere, doorgaans lokaal gebonden banken, die u het meest pijn hebt gedaan, bij een volgend initiatief kunt ontzien. Ik denk dat u die niet kunt ontzien en daarom antwoordt u ook niet op de vraag. Dat is natuurlijk wel een heel zwart randje aan deze oefeningen.

 

Wanneer u ook nog eens aangeeft dat de eenjarige staatsbon een mogelijkheid is, dan klinkt u inderdaad erg voorzichtig. U bevestigt hier dan alleen dat de mogelijkheid bestaat. Stel u voor dat een soortgelijke operatie in de loop van januari zou worden doorgevoerd, dan blijf ik erbij dat u risico's neemt wat betreft een ander aspect van uw rol als minister van Financiën, namelijk het garanderen van de stabiliteit van ons bankensysteem.

 

Het zal u niet verbazen dat de goede collega Loones met mij vaststelt dat als men door België gevraagd wordt om zijn geld voor 1 jaar af te geven, men 22 miljard ophaalt. De meeste mensen denken immers dat volgend jaar nog wel zal lukken. Wanneer er echter wordt gevraagd om zijn geld af te geven voor 5 of 8 jaar, is het nog maar 42 miljoen euro. Dat zijn mensen die er vertrouwen in hebben dat het spel nog zo lang zal duren. Ik weet niet of dat indicatief is voor de toekomst­kansen van dit Belgenland. Dit is een minder financiële tussenkomst in dezen.

 

07.07  Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Ik wil graag nog even tussenkomen omdat mijn naam hier genoemd werd. Ik had voor alle duidelijkheid mijn vraag niet ingetrokken. Mijn vraag werd beantwoord tijdens de bespreking van de beleidsnota, daarom staat ze hier niet meer op de agenda.

 

Le président: La mise au point étant faite, nous pouvons clore l'incident.

 

07.08  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de voorzitter, ik wou nog even van de heer Vanbesien horen of hij de inhoud van zijn vraag bevestigt.

 

(…): (…)

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De oplopende rente op overheidsobligaties in de eurozone" (55039357C)

08 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'augmentation du taux d'intérêt sur les obligations publiques dans la zone euro" (55039357C)

 

08.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de voorzitter, voor de vraag over de stijgende rente op overheidsobligaties in de eurozone verwijs ik naar mijn schriftelijk ingediende vraag.

 

De tienjaarsrente binnen de eurozone loopt steeds verder op. Voor het eerst sinds 2012 hebben de obligatiemarkten de rente van tienjarige Duitse staatsobligaties boven 3 procent geduwd en de Italiaanse tienjaarsrente boven de 5 procent. De zogenaamde 'spread', het renteverschil met Duitsland, loopt op tot 200 basispunten.

1. Sommige waarnemers spreken van een 'gevarenzone' bij een renteverschil van 250 basispunten, omdat dan vragen rijzen over de houdbaarheid van de hoge Italiaanse overheidsschuld.

Deelt de minister van Financiën de opvatting rond de 'gevarenzone' voor Italië?

2. Ook in België is de langetermijnrente gestegen. Deelt de minister de bezorgdheid rond de houdbaarheid van de Belgische financiën en het omhoogschieten van de rente op de Belgische staatsschuld?

3. Onder het gezag van de minister van Financiën verzekert het federaal agentschap van de schuld het operationeel beheer van de staatsschuld in overeenstemming met de door de minister gegeven algemene richtlijnen. Zal de minister de algemene richtlijnen aan het federaal agentschap van de schuld bijsturen in het licht van de actualiteit en de veranderende renteomgeving?

4. In 2009 barstte de Europese staatsschuldencrisis of eurocrisis los nadat Griekenland dreigde zijn schulden niet meer zelfstandig te kunnen financieren. De staatschulden van de meeste landen zijn vandaag nog hoger dan toen. Bovendien worden we opnieuw geconfronteerd met stijgende rentes in combinatie met verder ontsporende begrotingen. Hoe schat de minister het risico van een nieuwe eurocrisis in? En welke acties acht de minister noodzakelijk om dat scenario te vermijden?

5. Binnen de eurozone beschikt de Europese Centrale Bank (ECB) over het TPI-mechanisme (Transmission Protection Instrument) om renteverschillen binnen bepaalde grenzen te houden door obligaties van kwetsbare landen op te kopen. Wanneer en onder welke voorwaarden zal dit monetair instrument in actie treden? Bij welke renteverschillen?​

 

08.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, het is niet zozeer het renteverschil met Duitsland, dat ondertussen is teruggelopen tot 180 basispunten op datum van 8 november 2023, alweer een maand geleden, dat de Italiaanse overheidsschuld onhoudbaar zou maken. Ik heb zelfs een snelknop om dat verschil te bekijken. Dat verschil is immers ook iets wat ik in de gaten hou. Ik zal u direct vertellen wat de meest recente percentages zijn. Dat is nu 176 basispunten op datum van 13 december 2023. Het is wel de combinatie van een lage economische groei, een hoog overheidstekort en een hoge nominale rente op de Italiaanse leningen die ze onhoudbaar maakt.

 

Ik  verwijs in dat verband naar het nieuwe instrument dat de ECB kan gebruiken, indien zij oordeelt dat de transmissie van haar monetair beleid in het gedrang komt als de financierings­voorwaarden van een land zouden verslechteren, zonder dat die verslechtering te wijten is aan landenspecifieke fundamentele economische en budgettaire parameters.

 

In geval van onverantwoorde speculatie tegen Italië zou zij dat instrument dus kunnen gebruiken om de renteverschillen te doen afnemen.

 

België zit met een hogere rating dan Italië in een totaal andere situatie dan Italië. De Belgische langetermijnrente bedraagt momenteel 3,28 %. Het renteverschil met Duitsland, waarvoor ik ook een knop heb, bedraagt tegenwoordig 61 basispunten. In mijn tekst stond nog 62. U merkt dat er op een maand tijd amper iets is veranderd.

 

Het is echter wel essentieel dat zowel de huidige als de volgende regering zich aan het afgesproken begrotingstraject zal houden, dat onder andere voorziet in een begrotingstekort lager dan 3 % tegen 2026.

 

Zoals u weet, is het aan het Strategisch Comité van het Federaal Agentschap van de Schuld om mij een voorstel te doen voor de algemene richtlijnen voor 2024. Ik zal dat voorstel binnenkort ook ontvangen. Het agentschap heeft in 2023 zijn politiek van uitgiften op lange en heel lange termijn voortgezet met uitgiften die een gemiddelde duurtijd hebben van 17,37 jaar. De gemiddelde duurtijd van de schuldportefeuille blijft met 10,68 % dan ook heel hoog. De herfinancieringsrisico’s zijn dan ook uiterst beperkt.

 

De activatie van het Transmission Protection Instrument zal volgens de communicatie die de ECB daarover voert, afhankelijk zijn van een uitgebreid assessment van de markt- en transmissie-indicatoren, van de evaluatie van de criteria waaraan de landen moeten voldoen opdat obligaties van dat land kunnen worden aangekocht, en van de beoordeling dat de activatie van de aankopen proportioneel is ten opzichte van het bereiken van de voornaamste doelstelling van de ECB. U merkt dat de ECB vooraf geen minimum­renteverschillen heeft gedefinieerd die bepalen vanaf wanneer het instrument zou worden geactiveerd. De analyse zal inderdaad veel breder zijn dan dat.

 

08.03  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, het is tekenend dat u die verschillen via een knop kunt bijhouden. Het is een teken dat die verschillen effectief belangrijk zijn en dit een relevante kwestie is.

 

Uw optimisme deel ik niet. Deze staat heeft geen enkele buffer om de schokken op te vangen. Dat zeggen wij niet alleen, dat zegt ook bijvoorbeeld de gouverneur van de Nationale Bank. De tijd van de lage, bijna onbestaande, rentes is natuurlijk voorbij.

 

Wij moeten vermijden dat in de komende maanden en jaren op de financiële markten twijfels beginnen rijzen over de houdbaarheid van de Belgische overheidsfinanciën. Daarom hebt u die knop op uw computer.

 

Wij stellen vragen bij de houdbaarheid. Het Rekenhof stelt er vragen bij. De Nationale Bank stelt er vragen bij. Het is een risico als ook de financiële markten er ernstige twijfels over beginnen krijgen. Dan komen wij al snel in de problemen, want dan dreigt de rente op het Belgische staatspapier snel omhoog te schieten, wat een mogelijk onhoudbare situatie kan verwekken.

 

Daarom is het belangrijk dat er een realistisch begrotingsbeleid wordt gevoerd en dat er ook een coherent budgettair traject op middellange termijn komt. Kortom, alles wat uw regering vandaag niet doet. Het is noodzakelijk dat u het over een andere boeg gooit, maar ik vrees dat dit voor een volgende regering zal zijn. Wat het natuurlijk niet minder problematisch maakt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De bankentaks" (55039362C)

09 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La taxe bancaire" (55039362C)

 

09.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, de federale regering rekent in haar begrotingsakkoord onder meer op 150 miljoen euro uit de bankentaks. De regering doet dat via een dubbele maatregel: de fiscale aftrekbaarheid van de bankentaks verdwijnt volledig en de taks wordt progressief gemaakt, zodat banken met veel spaargeld, de zogenoemde grootbanken, meer moeten bijdragen.

 

De minister van Financiën was echter geen voorstander van een overwinstbelasting voor de banken. Ik citeer u even: "Er liggen vandaag nog enkele andere voorstellen voor, onder andere een voorstel over overwinstbelastingen. Ik wil daarover heel duidelijk zijn: het is beter dat de winsten van de banken via de spaarder opnieuw bij de spaarder terechtkomen dan via een overwinstbelasting in de staatskas." Dat verklaarde u in september tijdens de plenaire vergadering van dit Parlement.

 

Bent u nog steeds deze mening toegedaan of bent u ondertussen van gedacht veranderd? Kan u hier een grondige toelichting bij geven?

 

Wat zal u nu eindelijk ondernemen om de kleine spaarder meer rendement te geven op zijn spaarboekje?

 

09.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, uw eerste vraag heb ik al meermaals beantwoord. Mijn standpunt blijft ongewijzigd: ik ben geen voorstander van een overwinstbelasting voor de banken. Ik ben er dus nog steeds van overtuigd dat de winsten van de banken beter bij de spaarders terechtkomen dan in de schatkist van de Belgische Staat.

 

Ook op uw tweede vraag heb ik al meermaals geantwoord. Banken moeten het vertrouwen van de spaarders verdienen door op een gezonde manier met elkaar in concurrentie te treden. In haar rapport over de marktwerking van de Belgische banksector formuleerde de Belgische Mededingings­autoriteit enkele aanbevelingen. Er vond een eerste IKW plaats over die aanbevelingen van de Mededingingsautoriteit. Er werd ook overeengekomen om adviezen te vragen over deze aanbevelingen. Op basis daarvan zullen we uiteraard bekijken wat we verder kunnen en moeten doen.

 

09.03  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, ik heb het in de plenaire vergadering al gezegd, u blijft toch een papieren tijger als het op de rente op spaarboekjes aankomt. Ik hoor u opnieuw verwijzen naar het vragen van adviezen en dergelijke meer. De maatregelen liggen nu heel duidelijk op tafel. Er zijn wetsvoorstellen in dit Parlement ingediend die aan duidelijkheid niet te wensen overlaten, zelfs door uw collega’s uit de meerderheid. Toch komt daar helemaal geen beweging in.

 

Die bankentaks maakt het zelfs nog erger. Die zorgt ervoor dat het spaargeld nog meer wordt afgeroomd richting de staatskas. Het kan dus niet richting de spaarder vloeien, wat het allemaal zeer problematisch maakt.

 

U doet dus het omgekeerde van wat u het Parlement ooit hebt voorgehouden. U wou de rente op de spaarboekjes laten toenemen, maar door die bankentaksen en overwinstbelastingen gaat u het spaargeld eigenlijk nog meer dan voorheen gaan afromen. Dat zeggen niet alleen wij, maar ook professor Degryse die een toelichting in de commissie is komen geven. Hij heeft over uw bankentaks al heel wat interviews gegeven. Hij zegt duidelijk dat het de spaarder is die deze bankentaks uiteindelijk zal betalen. Dat vinden wij bijzonder problematisch.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van Wouter Raskin aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De erkenning van Limburg als ontwrichte zone" (55039367C)

10 Question de Wouter Raskin à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La reconnaissance du Limbourg comme zone franche" (55039367C)

 

10.01  Wouter Raskin (N-VA): Mijnheer de minister, de sluiting van de papierfabriek Sappi in Lanaken enige tijd geleden – ik heb de vraag ingediend in oktober – en het bijhorende banenverlies vormen een zware klap voor de Limburgse economie. Niet alleen de eigen werknemers worden getroffen, maar ook de werknemers bij toeleveranciers die vandaag al te kampen hebben met hoge loon- en energiekosten.

 

In het verleden werd de maatregel van de ontwrichte zone al enkele keren met succes toegepast om het economisch weefsel te versterken. Bedrijven die investeren in zo'n steunzone, kunnen een vrijstelling van 25 % van de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing verkrijgen per extra als gevolg van de investering gecreëerde arbeidsplaats die ook gedurende enige tijd behouden blijft. Vorig jaar besliste de regering om de looptijd van de steunzones opnieuw te verlengen. De provincie Limburg behoudt dus tot eind oktober 2024 haar status van ontwrichte zone.

 

Lijkt het u, gezien de recente economische tegenslag, een goed idee om Limburg ook na oktober 2024 te erkennen als ontwrichte zone? Indien neen, waarom niet?

 

10.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Raskin, artikel 16 van wet van 15 mei 2014 houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance bepaalt dat de gewesten bevoegd zijn om een nieuwe steunzone voor te stellen. In antwoord op uw vraag kan ik dus meegeven dat wanneer een gewest een nieuwe steunzone voorstelt en die voldoet aan de voorwaarden van voornoemd artikel 16, de minister van Financiën de opportuniteit van dat voorstel niet meer hoeft te onderzoeken. Dat wil dus zeggen dat het wetgevend proces vervolgens in gang kan worden gezet, teneinde de nieuwe steunzone zo snel mogelijk af te bakenen of de erkenning als steunzone te verlengen.

 

10.03  Wouter Raskin (N-VA): Mijnheer de minister, u verwijst niet geheel onterecht naar de bevoegdheid en de rol van de gewesten in zulke dossiers. Niettemin is het belangrijk dat u als minister van Financiën vanuit uw bevoegdheid een duidelijk signaal geeft aan uw collega's in het Vlaams Gewest om de nodige stappen te zetten.

 

In het najaar sloot papierfabrikant Sappi de deuren, waardoor meer dan 500 mensen hun werk verloren. Kort daarna deed ook Bose in Tongeren de deuren dicht, waardoor 150 mensen hun job verloren. Ik heb het dan nog niet over alle werknemers bij de toeleveranciers die daardoor hun job verliezen. We zitten dus ver boven het aantal dat zo'n steunzone rechtvaardigt. Het is mijns inziens een legitieme vraag en ik wil u daarom formeel namens mijn partij en Limburg vragen dat u als minister het probleem aankaart bij uw regionale collega's en dat u een duidelijke positie inneemt voor de verlenging van mijn provincie als ontwrichte zone. Alvast mijn dank daarvoor, mijnheer de minister.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van Katleen Bury aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De sluiting van het kantoor van de FOD Financiën in Vilvoorde" (55039378C)

11 Question de Katleen Bury à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La fermeture du bureau du SPF Finances à Vilvorde" (55039378C)

 

11.01  Katleen Bury (VB): Mijnheer de minister, de overheid wil heel wat gebouwen van de FOD Financiën sluiten. Er was al de sluitingsronde van Horizon 2018 en nu is er Horizon 2024. De doelstelling is om drie à vier gebouwen per provincie te behouden en een dynamic office voor iedereen.

 

Ik ken een aantal mensen van het belastingkantoor in Vilvoorde. Het is ook mijn regio, vandaar dat ik de vraag stel. Er zijn ook belastingcontroleurs die vrienden hebben, dus ik kom hier pleiten voor het personeel, met name van Vilvoorde. Het zou daar gaan om 300 personeelsleden die volgend jaar naar de Philipssite in Leuven moeten verhuizen. Heel veel personeelsleden die met de fiets naar het werk gaan, zullen dat niet meer kunnen doen. Qua ecologische voetafdruk kan dat natuurlijk tellen.

 

Dan heb ik het nog niet over de dienstverlening aan de burgers. De provincie Vlaams-Brabant is een uitzonderlijk uitgestrekte provincie – een soort banaan – dus hoe zullen mensen uit Halle-Vilvoorde zich kunnen verplaatsen naar Leuven? De R0 is immers zo goed als altijd dichtgeslibd, zeker nu met de werken die jarenlang zullen duren, en de hoofdstad Brussel zit daar nog eens tussen. Leuven lijkt ons daardoor bijna zo goed als onbereikbaar vanuit Halle-Vilvoorde.

 

Bent u bereid om de beslissing hieromtrent te herbekijken in functie van de typerende kenmerken van de provincie Vlaams-Brabant?

 

Weten de administraties zelf hoe zij de verschillende diensten en missies zullen moeten uitvoeren en reorganiseren?

 

11.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mevrouw Bury, in de nieuwe gebouwenstrategie zullen de ambtenaren van de FOD Financiën geenszins kantoorloos zijn. Zij zullen echter wel in een systeem van dynamic office werken. Per provincie voorziet het infrastructuurplan 2024 in drie tot vier locaties, naast de specifieke locaties voor havens en luchthavens. Het plan heeft als doel om te evolueren naar een efficiënt gebouwenpark.

 

De algemene administraties zijn sinds 2022 op de hoogte van de verhuis en hebben ook de nodige stappen ondernomen, steeds in overleg met de vakbonden en het personeel.

 

11.03  Katleen Bury (VB): Mijnheer de minister, dat is een duidelijk antwoord op mijn vraag. U gaat dit dus niet herbekijken. Ik weet niet of u het kantoor in Vilvoorde al hebt gezien, maar het ziet er nog zeer goed uit. Het verkeert in goede staat. U hebt dus geen antwoord voor de 300 personeelsleden daar noch voor de burgers uit Halle-Vilvoorde, voor wie Leuven zo goed als onbereikbaar is.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Vraag van Peter De Roover aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De deadline voor de aangiften" (55039410C)

12 Question de Peter De Roover à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La date limite de rentrée des déclarations fiscales" (55039410C)

 

12.01  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik zal de tekst van mijn vraag niet voorlezen. Het gaat mij om het algemeen, jaarlijks terugkerend agendaprobleem, zo zal ik het maar benoemen, voor de aangifte door accountants en boekhouders. Bijkomende kwestie is dat Tax-on-web niet altijd even betrouwbaar is. Bijna elk jaar geeft de minister van Financiën enkele dagen extra ruimte. Kort en goed samengevat is dat de kern van mijn vraag. Ik vraag dat zeker ook voor kleinere kantoren die al het werk zien samenkomen op zeer korte tijd.

 

Aangezien we weten dat doorgaans uitstel verleend moet worden, kan daarmee mogelijk voorafgaandelijk reeds rekening worden gehouden. Volgens mij kan dat veel stress wegnemen bij de accountants en boekhouders.

 

12.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer De Roover, dat is een goede vraag. Ik krijg die vraag natuurlijk ook meermaals van mensen op het terrein. In antwoord daarop verwijs ik altijd naar mijn blokperiode. Wie weet wanneer de deadline valt, werkt natuurlijk naar die deadline toe, al kan men natuurlijk altijd enkele dagen extra gebruiken. Weliswaar heb ik begrip voor een aantal uitzonderlijk voorkomende gevallen.

 

Met de beroepsorganisaties hebben we net getracht afspraken te maken om de bezorgdheid weg te nemen die u nu uitdrukt. Daarover hebben we met de betrokken sectoren lange tijd onderhandeld en daaruit zijn enkele afspraken voortgevloeid, meer bepaald afspraken over de aangiftetermijnen voor de personen- en de vennootschapsbelasting.

 

Bij de aangiftetermijnen zijn voor mij steeds twee leidraden van belang. Ten eerste, we moeten zowel de burgers als hun mogelijke mandatarissen voldoende tijd geven om de aangifte effectief op een correcte manier in te dienen. Ten tweede, we moeten erover waken dat aangiften voldoende tijdig binnenkomen, zodat we kunnen beginnen met het inkohieringsproces en dat proces vlot kunnen laten verlopen. Dat is belangrijk voor de schatkist, maar ook voor burgers die mogelijk recht hebben op een teruggave, en dat willen we zo snel als mogelijk doen.

 

Om de mandatarissen de tijd te geven om zich aan te passen aan het nieuw systeem, werden dit jaar langere aangiftetermijnen gegund. Zo werd voor de vennootschapsbelasting, wanneer het boekjaar dus afsluit tussen 31 december en 28 februari, een periode tot 9 oktober toegestaan en werd voor de complexe aangifte in de personenbelasting een termijn tot 18 oktober gegeven.

 

In 2024 zullen die termijnen dan hun definitieve datum kennen, zijnde 30 september voor de aangifte van de vennootschapsbelasting voor de boekjaren die afsluiten tussen 31 december en 28 februari, en 16 oktober voor complexe aangifte in de personenbelasting. Bovendien zal voor de btw, eenmaal de vernieuwde btw-ketting in werking is getreden vanaf 1 januari 2025 voor de belastingplichtige kwartaalindieners, de uiterste indieningstermijn voor een periodieke btw-aangifte inzake het derde kwartaal verschuiven van nu 20 oktober naar 25 oktober van dat jaar.

 

Ik heb u de data gegeven: 18 oktober, 16 oktober en 25 oktober. Op die manier spreiden wij natuurlijk die aangiften meer doorheen een sowieso drukke periode. Aan de drukte van die periode is weinig te doen. Wij kunnen er alleen maar voor zorgen dat wij dat zoveel mogelijk kunnen spreiden. De administratie blijft zich ook engageren om de noodzakelijke aangifteformulieren zo spoedig mogelijk te publiceren en om de aangifteomgeving zo vroeg mogelijk open te stellen.

 

Met deze overeenkomst hebben wij, na lange onderhandelingen, getracht ervoor te zorgen dat wij duidelijke data hebben waarop die aangifte moet gebeuren. Uiteraard weten wij dat er in bepaalde gevallen overmacht kan zijn. Ingeval van overmacht moeten wij uiteraard nog steeds een beroep kunnen doen op een verlenging. Dit kan een algemene verlenging van die termijn zijn. Dat heeft dan te maken met IT-applicaties of andere die bijvoorbeeld niet zouden werken. Het kan ook gaan over een individuele verlenging, bij individuele overmacht. Als een bepaald kantoor niet in staat is, bijvoorbeeld door ziekte, dan kan er een individuele verlenging voor dat kantoor komen. Op die manier nemen wij deels de bezorgdheid weg die u hebt geuit, nog steeds met een zekere flexibiliteit die weliswaar iets meer vasthangt aan een aantal overmachtssituaties. Wij hebben daar een zeer fair en goed gebalanceerd voorstel uitgewerkt, in overleg met de betrokken sector.

 

12.03  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de minister, het gaat niet alleen over het tijdig kennen van data, maar vooral over de spreiding van data. Ik denk dat we daarin bondgenoten kunnen zijn om ervoor te zorgen dat dit ook gebeurt.

 

Uw vergelijking met uw studentenperiode is niet helemaal correct. Zij zijn ook afhankelijk van hun eigen klanten om hun dossier te kunnen samenstellen. Ook die klanten werken heel dikwijls tegen de deadline aan. Wanneer zij weten wanneer de laatste dag van indienen is, dan zullen zij daar ook naartoe werken. Dan zitten de boekhouders gekneld tussen hun klanten en de overheid, die dan op twee of drie dagen zowel de Tax-on-web als de vennootschapsbelastingaangifte wil hebben ingediend.

 

Let ook op met de verwijzing naar uw blokperiode. U hebt vandaag wellicht uitgelokt dat zij zullen verwijzen naar het feit dat u zich kunt veroorloven om uw belastingbrief verkeerd in te vullen, maar zij niet. Ik vrees dat dit nog weleens op uw bord zou kunnen terechtkomen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Samengevoegde vragen van

- Peter De Roover aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het btw-tarief voor sloop en heropbouw" (55039414C)

- Peter De Roover aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het btw-tarief voor sloop en heropbouw" (55039415C)

- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De inperking van de btw op sloop en heropbouw" (55039515C)

13 Questions jointes de

- Peter De Roover à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le taux de TVA sur les travaux de démolition et de reconstruction" (55039414C)

- Peter De Roover à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le taux de TVA sur les travaux de démolition et de reconstruction" (55039415C)

- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La réduction sous conditions du taux de TVA sur la démolition-reconstruction" (55039515C)

 

13.01  Peter De Roover (N-VA): Sedert de indiening van de vraag is er jammer genoeg heel wat water door de Schelde, door de Leie en elke rivier gevloeid, want intussen is er hieromtrent wetgevend werk gerealiseerd. De technische antwoorden hebben we. De discussie is gevoerd. Ik wil mijn vraag dan ook herschikken.

 

Die kritieken vanuit de sector hebben u natuurlijk bereikt. Bent u daar ongevoelig voor? Vindt u dat zij fouten maken in de kritiek die ze geven? Zo ja, welke fouten? In het geval de sector relevante kritiek levert, plant u eventuele initiatieven om daaraan tegemoet te komen?

 

13.02  Wouter Vermeersch (VB): Het werd goed toegelicht door de collega, dus ik verwijs naar mijn vraag zoals ze schriftelijk werd ingediend.

 

Het verlaagde btw-tarief van 6 % bij sloop en heropbouw blijft bestaan, maar alleen voor een flink ingeperkte doelgroep. Dit heeft aanzienlijke gevolgen voor de (ver)bouwsector, die al met moeilijkheden te kampen heeft, waaronder stijgende rentetarieven, toenemende grondprijzen, arbeidskosten, en een tekort aan arbeidskrachten. Deze stijging in fiscale kosten zal de aankoop van vernieuwbouwkavels duurder maken voor potentiële kopers. 

 

Volgens een recent advies van het Rekenhof (https://www.dekamer.be/flwb/pdf/55/2603/55K2603004.pdf) zou het verlaagde btw-tarief van 6 % leiden tot een belastingvermindering van 290 miljoen euro. Slechts 60 miljoen euro daarvan blijft behouden. Dit toont duidelijk aan dat deze belastingvermindering voornamelijk werd gebruikt door kopers van vernieuwbouwprojecten van ontwikkelaars. De inperking zal dus een rem zetten op stedelijke reconversieprojecten doordat het aantal gezinnen dat zich een dergelijk project financieel kan veroorloven, wordt beperkt.

 

Het is essentieel op te merken dat, zoals we tot nu toe begrijpen, de 6 % voor de aankoop van reconversieappartementen in projecten van ontwikkelaars overal zal verdwijnen, inclusief de 32 centrumsteden. ​

 

Er werd een overgangsregeling aangekondigd tot eind 2024. De vraag stelt zich wat de overgangsregeling tot eind 2024 precies inhoudt.

 

Kan de minister van Financiën inzicht geven in de details van de aangekondigde overgangsregeling en bevestigen dat alle projecten die tijdig zijn aangemeld, zullen worden gehonoreerd, met bijzondere aandacht voor de belangen van kopers op plan en andere kopers voor wie hun financiële planning doorslaggevend is?​

 

13.03 Minister Vincent Van Peteghem: Ik heb de context waarin die wetgeving tot stand is gekomen reeds duidelijk geschetst. U was vorige week aanwezig bij de bespreking van de programmawet 2023 in de commissie voor Financiën. Mijnheer De Roover, met de door ons voorziene overgangsmaatregel voor 2024, die normaal gezien niet van toepassing zou zijn, hebben we effectief rekening gehouden met die gevoeligheden voor die specifieke situaties. We hebben daarvoor trouwens nog een budgettaire inspanning geleverd. Vorige week zijn we dieper ingegaan op de modaliteiten van de nieuwe geharmoniseerde btw-regeling inzake afbraak en heropbouw, maar ook op de overgangsmaatregelen. Ik meen toen ook alle opmerkingen en antwoorden te hebben gegeven.

 

13.04  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de minister, u hebt het alleen over de gevoeligheden die door de overgangsmaatregelen worden weggewerkt. Het klopt dat die in een aantal dossiers hebben geholpen, maar dat heeft niets te maken met de kritiek op het fundament van de regeling voor het wegwerken van stadskankers en het oplossen van de nood aan betaalbare woningen in de steden. U rekent nu uitsluitend op particuliere slopers en heropbouwers, maar wie grotere projecten wil aanpakken – in steden gaat het doorgaans over grotere projecten – wordt nu geconfronteerd met een enorme verhoging van de kosten. In het bijzonder schaadt dat de urbanistische ontwikkeling door die grote projecten enorm. Bovendien komen er daardoor minder goedkope, doorgaans kleinere woningen in grotere projecten ter beschikking.

 

U verwijst uitsluitend naar de overgangsmaatregelen, waardoor ik meen dat u de gevoeligheden absoluut niet wegwerkt. Die gaan immers niet over de overgang, maar wel over de definitieve fase die vanaf nu wet wordt. De gevolgen daarvan zijn ongelofelijk nefast. Ik begrijp de woede van de sector volledig.

 

13.05  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, ik kan dit voor een stuk beamen. De afschaffing van de 6 % en de terugkeer naar 21 % is natuurlijk heel nefast voor een aantal zaken. Het is al aangehaald: die stadskankers moeten weggesneden worden, om ze te vervangen door stadslongen, zoals men het wel eens plastisch uitdrukt. Dit zal voor een stuk wegvallen. Ook de betaalbaarheid van het wonen in de stedelijke kernen komt in het gedrang doordat er 15 % belasting bijkomt. Het aanbod in onze stedelijke kernen zal daardoor verschralen.

 

Tot slot, wat met betaalbaar duurzaam vastgoed? De Vlamingen zijn niet per se tegen duurzaamheid, meen ik, maar men mag natuurlijk niet gestraft worden als men kiest voor duurzaamheid. Men zou daar eigenlijk voor beloond moeten worden. Dit is vandaag onvoldoende het geval, zeker na uw maatregel. Wij kunnen dus zeker niet akkoord gaan met het feit dat die maatregel niet breed en permanent verlengd werd.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: M. Freilich n'est pas là pour poser sa question n° 55039421C.

 

14 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De belastingvermindering voor laadpalen" (55039428C)

14 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La réduction d'impôt pour les bornes de recharge" (55039428C)

 

14.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, in antwoord op mijn eerdere vragen over de belastingvermindering voor laadpalen blies u warm en koud. Zo stelt ook de nieuwsbrief Fiscoloog vast na een analyse van mijn schriftelijke vragen en uw antwoord. Enerzijds aanvaardt u dat bijvoorbeeld een echtgenote recht heeft op een belasting­vermindering voor laadpalen als ze die zelf installeert, terwijl ze al onrechtstreeks van een vermindering genoten heeft van de laadpaal die haar echtgenoot geïnstalleerd heeft. Anderzijds aanvaardt u niet dat dezelfde vrouw de belasting­vermindering voor een gewone laadpaal cumuleert met de belastingvermindering voor een bidirectionele laadpaal.

 

Fiscoloog, een gespecialiseerde nieuwsbrief over fiscaliteit, komt tot de volgende vaststelling: "Hoewel de ministeriële antwoorden wel plausibel zijn, leven zij toch op ietwat gespannen voet met de op dit punt niet altijd even duidelijke tekst van de wet: de ene keer in het voordeel, de andere keer in het nadeel van de belastingplichtige." Dat was trouwens ook de insteek van mijn eerdere vragen.

 

Hebt u kennisgenomen van het artikel in Fiscoloog? Bent u van plan om de wetgeving nog te verduidelijken? Fiscalisten hebben daar duidelijk vragen bij.

 

14.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, ik heb inderdaad kennisgenomen van het artikel, dat overigens ook concludeert dat mijn antwoorden op uw vraag conform de vigerende wettelijke bepalingen zijn. Ik zie dus geen redenen om de wetgeving te wijzigen.

 

14.03  Wouter Vermeersch (VB): U hebt duidelijk het artikel niet goed gelezen. Er staat letterlijk dat uw antwoorden op ietwat gespannen leven met de op dat punt nog niet altijd even duidelijke tekst van de wet. Dat was de insteek van mijn vraag: bent u bereid de wetgeving aan te passen om ze te verduidelijken en fiscale discussies te voorkomen?

 

Eigenlijk leer ik uit uw antwoord dat u niet bereid bent om de wetgeving te verduidelijken, zodat er minder discussies zijn. Dat is bijzonder jammer natuurlijk, want die zal aanleiding geven tot talrijke discussies gelet op het toenemend belang van laadpalen. Die discussies zou u kunnen vermijden door veel duidelijkere wetgeving. We betreuren dat u niet bereid bent om de wetgeving ter zake aan te passen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

15 Samengevoegde vragen van

- Dieter Vanbesien aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Betalingen naar rekeningen in Cuba en het Blocking Statute" (55039463C)

- Vicky Reynaert aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De bankenblokkade van Cuba door ING en BNP Paribas Fortis" (55039471C)

15 Questions jointes de

- Dieter Vanbesien à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les paiements au bénéfice de comptes bancaires à Cuba et la loi de blocage" (55039463C)

- Vicky Reynaert à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le blocage des transactions bancaires vers Cuba par ING et BNP Paribas Fortis" (55039471C)

 

Le président: J'ai déposé des questions sur le même sujet, mais elles n'ont pas été jointes. Peut-être M. le ministre expliquera-t-il ce mystère. En attendant, je donne la parole à M. Vanbesien.

 

15.01  Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, de Amerikaanse blokkade tegenover Cuba leidt tot onnodig menselijk lijden door armoede en ziekte. Ze is mede daardoor al herhaaldelijk veroordeeld door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Bovendien geeft het embargo het Cubaanse autoritaire regime een te gemakkelijke vrijgeleide om het bijkomend eigen falen te maskeren en zijn mensenrechtenschendingen goed te praten.

 

Onze banken weigeren als gevolg van de Amerikaanse blokkade tegenover Cuba onder het mom van de-risking betalingsopdrachten naar Cuba uit te voeren, een houding die mijn partij veroordeelt. In hun ijver dreigen de Verenigde Staten ook Europese instellingen te sanctioneren wanneer zij de regels van hun blokkade overtreden, ongeacht het toepasselijke internationale recht. In reactie daarop ontwikkelde de Europese Unie het Blocking Statute. Die wetgeving moet ervoor zorgen dat onze banken onze eigen regelgeving volgen en niet de regelgeving van de Verenigde Staten. De Nationale Bank van België publiceerde in februari 2022 vervolgens een circulaire om het beleid van de banken in die richting te doen evolueren.

 

Ten eerste, zijn er inbreuken vastgesteld op de circulaire van februari 2022 van de Nationale Bank van België?

 

Ten tweede, het toezicht op de naleving van de circulaire was een prioriteit van de Nationale Bank van België. Hoe heeft zij dat toezicht in de praktijk gebracht en met welke resultaten?

 

Ten derde, hebt u administratieve boetes vastgelegd naar aanleiding van inbreuken op de circulaire?

 

Ten slotte en ten vierde, indien geen inbreuken op de circulaire zijn vastgesteld en geen boetes zijn vastgelegd, wat is daarvoor dan de reden?

 

Le président: Mme Reynaert n'étant pas là, je donne la parole à M. le ministre pour sa réponse.

 

15.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vanbesien, er is volgens de circulaire van de Nationale Bank van België sprake van de-risking als een financiële instelling principieel en zonder rekening te houden met het individuele risicoprofiel van de klant, weigert een zakelijke relatie met een potentiële klant aan te gaan of een zakelijke relatie met een bestaande cliënt stopzet, omdat de klant behoort tot een categorie personen die volgens de instelling buitensporige risico's van witwassen van geld van financiering van terrorisme inhoudt.

 

Dat is niet de situatie waarnaar u in uw vraag verwijst, maar heeft betrekking op de toepassing door Belgische financiële instellingen van de Europese verordening 2271/96 Blocking Statute, die niet onder de bevoegdheid van de Nationale Bank van België valt. De NBB voert controles uit op de financiële instellingen onder haar toezicht met betrekking tot de toepasselijke wet en regelgeving.

 

De-risking maakt al enkele jaren het onderwerp uit van verschillende maatregelen van de Nationale Bank. Gezien de toename en internationale verspreiding van het probleem heeft ook de European Banking Authority op 5 januari 2022 een rapport en richtlijnen gepubliceerd. De Nationale Bank van België volgde met haar circulaire op 1 februari 2022 voor de financiële instellingen die onder haar toezicht staan. Meer recentelijk hebben de EBA en andere internationale instellingen hun werkzaamheden op dat gebied verdiept, waarbij ze zich met name richten op de financiële inclusie en gevallen waarbij niet-gouvernementele organisaties betrokken zijn. Tevens voert de NBB inspecties uit bij banken om hen bewust te maken van het belang van de kwestie en om in die context te beoordelen of zij voldoen aan de wettelijke verplichtingen.

 

De Nationale Bank van België zal binnen het kader van haar bevoegdheden bijzondere aandacht blijven besteden aan het fenomeen van de-risking. Aangezien de NBB gehouden is aan het beroepsgeheim, mag zij geen vertrouwelijke informatie over individuele dossiers delen met derden, behalve in de gevallen die specifiek in de wet zijn beschreven.

 

15.03  Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, er bereiken ons in elk geval berichten over inbreuken op de afspraken en over weigeringen om betalingen uit te voeren naar aanleiding van de dreigingen door de Verenigde Staten. Wij zullen de kwestie zeker blijven opvolgen en nagaan of wij naar aanleiding van uw antwoord nog verdere vragen moeten stellen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: De la route du rhum à la route de la bière, vous avez la parole pour votre question, monsieur Vanbesien.

 

16 Vraag van Dieter Vanbesien aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het sluiten van de bierroute" (55039464C)

16 Question de Dieter Vanbesien à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La fermeture de la route de la bière" (55039464C)

 

16.01  Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, na het oplossen van de kwestie van de kaasroute hebben wij het nu over de bierroute. In juli hebben twee van mijn collega's u daarover bevraagd.

 

De bierroute is de benaming van een nieuwe werkwijze van vermogensplanners om erf- en schenkbelastingen te omzeilen. Door de aandelen van een nieuwe maatschap op naam van de kinderen te zetten, kunnen erf- en schenkbelastingen vermeden worden op de zaken die in de maatschap ingebracht worden, onder andere doordat het oprichten van een maatschap geen registratie bij een notaris vereist.

 

In uw antwoord aan hen verduidelijkte u dat u in de eerste plaats een ingreep van de Vlaamse wetgever verwachtte, maar dat u wel wou analyseren of een federaal initiatief nodig en opportuun is.

 

Ik heb hierover enkele vragen. Hebt u ondertussen kunnen analyseren of een federaal initiatief nodig en opportuun is?

 

Hebt u contact opgenomen met uw Vlaamse collega's in verband met deze materie? Wat waren de resultaten daarvan?

 

Kunt u stilstaan bij de vraag of een federale registratieverplichting voor de oprichting van een maatschap de bierroute effectief zou kunnen sluiten?

 

16.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vanbesien, de bedoelde bierrouteconstructie doet inderdaad talloze vragen rijzen op het vlak van het burgerlijk recht en het vennootschapsrecht. Dat blijkt ook uit de bijdrage uit de Fiscoloog waarnaar verwezen is. Kunnen de aandelen bij de oprichtingsakte op naam van een derde worden ingeschreven? Voor zover er hierbij sprake is van een schenking, is dit dan een rechtstreekse of een onrechtstreekse schenking? Wat is dan het voorwerp van de schenking, de aandelen of de ingebrachte goederen? Kan een dergelijke constructie via een onderhandse akte?

 

Het beantwoorden van die vragen behoort niet tot mijn taak als minister van Financiën. Het is aan de Vlaamse collega's om al dan niet maatregelen te nemen teneinde deze bierrouteconstructie te analyseren en desgevallend de nodige maatregelen uit te werken.

 

16.03  Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, daarmee bent u er handig in geslaagd om op geen enkele van mijn drie vragen te antwoorden.

 

Ik herhaal mijn vragen. Hebt u kunnen analyseren of ook een federaal initiatief nuttig zou zijn? Hebt u contact opgenomen met uw Vlaamse collega's? Wat waren de resultaten? Wat vindt u van een registratieverplichting bij de oprichting van een maatschap, wat wel een federale bevoegdheid was en geen Vlaamse bevoegdheid.

 

U verwijst niet naar Vlaanderen? U verwijst naar andere ministers?

 

16.04 Minister Vincent Van Peteghem: Voor uw laatste vraag verwijs ik naar de minister van Justitie. Voor de eerste twee vragen die u gesteld hebt, hoop ik dat uw Vlaamse collega's de bevoegde minister op het regionale niveau op dezelfde manier zullen bevragen.

 

Zoals ik al aangegeven heb, op federaal niveau is er op dit vlak geen initiatief nodig. Er was inderdaad de kaasroute, met de verschillende stappen, waarover in beide Kamers gestemd moest worden omdat het om een bijzondere wet ging. Daar hebben we inderdaad ons deel voor het couperen van die route gedaan. Alles wat te maken heeft met de bierroute zit echter op het regionale niveau en moet daar dus ook worden geregeld.

 

16.05  Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Dank u. Ik zal verder overleggen met mijn Vlaamse collega’s. Ik zal ook de minister van Justitie bevragen over die registratieverplichting.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

17 Vraag van Dieter Vanbesien aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De stand van zaken met betrekking tot de rechtsbijstandsverzekeringspremies" (55039465C)

17 Question de Dieter Vanbesien à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'état de la situation en ce qui concerne les primes de l'assurance protection juridique" (55039465C)

 

17.01  Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, in 2020 werd de rechtsbijstands­verzekerings­premie geïntroduceerd. Die had tot doel om de toegang tot de justitie te vergroten. Dat is een verdedigbare doelstelling, maar in het kader van goed bestuur is het uiteraard altijd nuttig om nieuwe beleidsinstrumenten tijdig te evalueren. Uit de meest recente inventaris van de federale fiscale uitgaven blijkt de budgettaire kostprijs ongeveer 7 miljoen euro te bedragen voor het inkomensjaar 2020.

 

Het rapport van de Hoge Raad van Financiën uit 2020 bood heel wat inzichten over het gebruik van de verschillende fiscale uitgaven. Ik noem enkele van de belangrijkste conclusies – u kent ze, u komt er vaak op terug: het grote aantal codes en de continue groei ervan maakt de fiscaliteit uiterst complex; de meeste belastinguitgaven worden door minder dan 0,01 % van de belastingplichtigen gebruikt; een belastingvermindering is weinig efficiënt voor een belastingplichtige die niet over voldoende kasmiddelen beschikt om een fiscaal ondersteunde uitgave te doen; de hoogste twee decielen krijgen het gros van de voordelen. Dat zijn gekende problematieken.

 

Ik kom dan bij mijn concrete vragen.

 

Hoeveel mensen maken gebruik van de rechtsbijstands­verzekering? Welk percentage van de belastingplichtigen is dit?

 

Kan u een inschatting maken van de mate waarin de genieters van de belastingvermindering voordien nog geen rechtsbijstandsverzekering hadden? In welke mate trekt dit initiatief dus nieuwe gebruikers aan?

 

Hebt u zicht op de decielenverdeling van het aantal aangiften, de totale fiscale uitgave in euro, het aandeel van de totale fiscale uitgave van elk deciel en de gemiddelde winst per aangifte in euro per deciel?

 

17.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vanbesien, voor het aanslagjaar 2022, dus inkomstenjaar 2021, vroegen 124.121 belastingplichtigen een belastingvermindering voor rechtsbijstands­verzekering aan. Van hen genoten er 114.786  ook effectief die belasting­vermin­dering. Minder dan 1 % van de enkelvoudige aangiften en 3 % van de gezamenlijke aangiften genoten deze belastingvermindering.

 

Wij kunnen niet nagaan of de genieters van de belastingvermindering al een rechtsbijstands­verzekering hadden voor de inwerkingtreding van de maatregel. De fiscale uitgave die hieruit voortvloeit, beloopt 11,2 miljoen euro voor het aanslagjaar 2022, waarvan 4,3 miljoen voor de alleenstaanden en 6,9 miljoen voor de gezamen­lijke aangifte. Bij de enkelvoudige aangiften nemen de twee hoogste inkomensdecielen meer dan 51 % van het totale bedrag van de fiscale uitgaven voor hun rekening. Bij de gezamenlijke aangiften bedraagt het aandeel van de twee hoogste decielen 36 %.

 

17.03  Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, als ik het goed heb kunnen volgen, stemmen die cijfertjes nogal goed overeen met de conclusies uit de studie van de Hoge Raad van Financiën die ik heb aangehaald. Ik denk dat u het met mij eens zult zijn dat dit goed kan passen in een grote fiscale hervorming.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

18 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het blunderboek van het Rekenhof over de fiscale opbrengsten" (55039510C)

18 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le "bêtisier" de la Cour des comptes sur les recettes fiscales" (55039510C)

 

18.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de voorzitter, ik was even afgeleid doordat het woord ‘fiscale hervorming’ hier nogmaals uitgesproken wordt door de regeringspartijen. Blijkbaar bestaat de illusie nog dat het nog iets kan worden voor de verkiezingen, maar ik vrees ervoor.

 

Recent publiceerde het Rekenhof haar jaarlijkse blunderboek, over de rekening 2022. Het Rekenhof heeft ernstige problemen vastgesteld bij de financiële rapportage. Ondanks de invoering van de One Stop Shop-applicatie door de FOD Financiën worstelt het inningsteam nog steeds met het koppelen van inkomende betalingen aan openstaande vorderingen. Daardoor blijven die betalingen op een wachtrekening staan. Om de kasbasisrapportering correct te houden werden deze betalingen handmatig overgeboekt naar de inkomsten. Dat resulteerde in dubbel geboekte opbrengsten voor 2022, met een totaal van meer dan 800 miljoen euro. Welke stappen onderneemt u om de problemen op te lossen met de koppeling van inkomende betalingen aan openstaande vorderingen en te voorkomen dat betalingen dubbel worden geboekt?

 

Verder zijn er aanzienlijke tekortkomingen in de verwerking van financiële transacties, wat de betrouwbaarheid van de geboekte fiscale inkomsten in twijfel trekt. De FOD registreerde meer fiscale opbrengsten in FEDCOM via interfaceboekingen, maar kan geen gedetailleerde informatie geven over openstaande saldi en bewegingen. Dat beperkte het Rekenhof in haar onderzoek. Hoe zult u de tekortkomingen in de verwerking van die transacties aanpakken om de betrouwbaarheid van de geboekte fiscale inkomsten te waarborgen?

 

De FOD Financiën maakt gebruik van een scala aan IT-applicaties voor het beheer van zijn activiteiten. Dat brengt frequente updates en upgrades met zich mee, evenals de implementatie van nieuwe IT-applicaties. Het Rekenhof benadrukt dat de FOD meer aandacht moet besteden aan het vooraf testen van deze IT-aanpassingen om problemen en fouten te minimaliseren.

 

Bent u van plan de aanbeveling van het Rekenhof te volgen? Kunt u informatie verstrekken over de omvang van de problemen en de fouten die zich hebben voorgedaan?

 

De FOD Financiën is sinds 1 januari 2017 ook verplicht de fiscale opbrengsten te boeken zodra ze aan de voorwaarden van vastgesteld recht voldoen, ongeacht of de betaling is ontvangen. Deze voorwaarden verschillen naargelang het type verrichting, waardoor het in kaart brengen hiervan een complexe analyse vergt.

 

Volgens de planning die in het 179ste boek naar voren werd geschoven, moest reeds een groot deel van die analyse afgewerkt zijn in 2022, wat niet het geval is. Kunt u een stand van zaken meedelen over de analyses die dit jaar afgewerkt zijn?

 

18.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, sinds de lancering van het One Stop Shop-systeem worden problemen vastgesteld in de boekhoudkundige rapportering. Er moet een onderscheid worden gemaakt naargelang de oorzaak van de problemen.

 

Enerzijds is een deel van het probleem specifiek te wijten aan bugs in de functionaliteiten van de toepassing die de verschillende gegevens omzet in boekhoudkundige verrichtingen. Regelmatig worden uiteraard nieuwe releases uitgerold om de toepassing te verbeteren en een correcte boekhoudkundige rapportering mogelijk te maken.

 

Anderzijds is er een afhankelijkheid van andere lidstaten. De verwerking van betalingen uit andere lidstaten is namelijk gebaseerd op de uitwisseling van gegevens en impliceert dat de FOD Financiën afhankelijk is van de kwaliteit en de nauwkeurigheid van de door hen verstrekte informatie. De problemen worden gelogd en voortdurend opgevolgd en gemonitord.

 

De manuele overdracht van de betalingen in het wachtregister is noodzakelijk om de geïnde ontvangsten correct over te brengen in de budgettaire boekhouding. De boekhouding is gebaseerd op de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat en op het KB van 10 november 2009. Een groot deel van de detailgegevens wordt aangeleverd vanuit diverse bronsystemen, zoals de toepassing First. Er lopen momenteel analyses om alle detailinformatie voor het boekjaar 2023 tijdig aan te leveren.

 

De FOD Financiën gebruikt de agile methode voor de opvolging van zijn IT-ontwikkeling. Voorafgaand aan elke release zijn er technische en functionele testen gepland, eventueel gevolgd door een bug fixing of een change request indien wordt vast­gesteld dat de analyse niet perfect overeenstemt met de functionele behoeften. Het is pas wanneer de testen worden gevalideerd door de operationele diensten dat de ontwikkelde IT-oplossing wordt uitgerold.

 

Wat betreft de aanbevelingen van het Rekenhof, is het vanzelfsprekend dat mijn administratie hier rekening mee zal houden. In dat kader en om de efficiëntie en effectiviteit van de testen beter te kunnen garanderen, werd er in 2023 een aparte IT-testomgeving gecreëerd.

 

Wat uw laatste vraag betreft, mijn administratie heeft een document opgesteld dat een overzicht geeft van de stand van zaken in 2023. Dat document zal worden bezorgd aan het secretariaat en ook aan u.

 

18.03  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor de exemplaren.

 

Wat duidelijk moet zijn, is dat de rekeningen een probleem waren vooraleer u minister werd. Zij blijven ook vandaag een probleem. U bent er dus niet in geslaagd, wat bijzonder jammer is, om tijdens de huidige legislatuur de tanker op dat vlak te keren.

 

Het zal u wellicht ook niet zijn ontgaan dat het Rekenhof meer recent een onthoudende verklaring heeft afgelegd over de rekeningen van de Staat, omdat het gewoonweg niet in staat is de rekeningen op een goede manier te beoordelen. De fout ligt zowel bij de uitgaven, maar ook bij uw verantwoordelijkheid, zijnde de inkomsten, waarover nog heel veel onduidelijkheden zijn, waardoor het Rekenhof geen oordeel kan vormen. Dat is nog erger dan een afkeurende verklaring. Het Rekenhof is zelfs niet in staat de rekeningen te beoordelen, laat staan dat het in staat zou zijn ze als foutief af te keuren.

 

Mijnheer de minister, er is dus heel veel werk aan de winkel, ook voor uw opvolger. Ik kan alleen maar vaststellen dat de problemen grotendeels op hun beloop zijn gelaten.

 

Mijnheer de voorzitter, wij zullen het antwoord dat ik van u ontvang en de extra antwoorden die ik van u, mijnheer de minister, ontvang, nader bekijken. Indien nodig, zullen wij u opnieuw nader ondervragen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: M. Vajda n'étant pas là pour poser ses questions jointes nos 55039529C et 55039759C, je redonne la parole à M. Vermeersch.

 

19 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De inventaris van de terreinen en gebouwen van de FOD Financiën" (55039544C)

19 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'inventaire des terrains et bâtiments du SPF Finances" (55039544C)

 

19.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie van de FOD Financiën heeft een inventaris opgesteld van terreinen en gebouwen in eigendom van het algemeen bestuur. Deze vaste activa, vooral bestaande uit terreinen, worden aan de actiefzijde van de boekhouding vermeld voor een nettowaarde van 2,4 miljard euro op 31 december 2022. Bij het onderzoek van deze inventaris door het Rekenhof zijn echter verschillende problemen geconstateerd.

 

Ten eerste, de vaste activa zijn niet geherwaardeerd volgens het koninklijk besluit van 10 november 2009 en worden nog steeds gewaardeerd op basis van schattingen uit 2012, die bij de initiële invoer van gegevens in FEDCOM in 2016 werden gebruikt. Kunt u uitleggen waarom geen rekening werd gehouden met het koninklijk besluit van 2009? Wat zijn de stappen die de regering zal nemen om deze waardering bij te werken naar meer actuele gegevens?

 

Ten tweede, de meest recente gegevens verstrekt door de FOD Financiën zijn niet opgenomen in de boekhouding voor 2022, waardoor de waardering van deze vaste activa onveranderd is gebleven ten opzichte van 2021. Waarom werden de meest recente gegevens niet verwerkt in de boekhouding van 2022? Wat zijn de gevolgen voor de financiële rapportage en transparantie?

 

Ten derde, bovendien blijkt uit een vergelijking tussen de gegevens in de inventarislijst van FEDCOM en de lijst van gebouwen en terreinen verstrekt door de AAPD dat meer dan 28.000 goederen niet zijn geregistreerd in FEDCOM, terwijl dat wel zou moeten. Dit omvat veel terreinen en gebouwen in eigendom van de federale overheid en dit hiaat kan het nauwkeurige beeld van de vaste activa van de federale overheid vertekenen. Welke stappen zult u ondernemen om dit recht te zetten?

 

Tot slot, het Rekenhof concludeert dat de procedures voor het beheren en waarderen van de geïnventariseerde terreinen en gebouwen ontoereikend zijn. Het beveelt de FOD BOSA aan om in samenwerking met de FOD Financiën een nieuwe procedure te ontwikkelen om de patrimoniumgegevens van het algemeen bestuur op een juiste manier te verwerken, te waarderen en te boeken. Kunt u zich daarin vinden?

 

19.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, er is wel degelijk rekening gehouden met het koninklijk besluit van 2009. Dit koninklijk besluit stelt dat de terreinen en de gebouwen jaarlijks geherwaardeerd worden tegen de marktwaarde, volgens modaliteiten op basis van de eenheidsprijzen en de herwaarderings­coëfficienten die voor elke categorie van terreinen en gebouwen vastgesteld worden door de minister van Financiën op voorstel van de Commissie voor de Openbare Comptabiliteit na eensluidend advies van de interministeriële conferentie (IMC) voor de Financiën en de Begroting.

 

Daar de IMC pas in 2023 het advies van de Commissie voor de Openbare Comptabiliteit heeft goedgekeurd, was het niet eerder mogelijk de herwaardering toe te passen. De situatie van de terreinen en de gebouwen op 1 januari van het jaar wordt door mijn administratie en door de FOD BOSA bezorgd in de loop van het jaar.

 

Deze lijst bevat onder andere een unieke identificatiesleutel en het kadastraal inkomen. Deze lijst bevat echter geen waarde van de percelen. Deze lijst biedt de FOD BOSA de mogelijkheid terreinen en gebouwen die op 1 januari van het jaar niet meer in het bezit van de overheid zijn te verwijderen uit de boekhouding op 31 december van dat jaar, maar biedt niet de mogelijkheid bijkomende verwervingen in de boekhouding op te nemen bij gebrek aan waardering. Verwervingen en verkopen die rechtstreeks geboekt worden door de Regie der Gebouwen naar het boekhoudsysteem Faes komen wel terecht in de rekening van de Staat.

 

De werkgroep met leden van de FOD Financiën en van de FOD BOSA wordt samengesteld om een aangepaste werkwijze te bepalen en om een oplossing te vinden voor de huidige ontbrekende informatie. Ik ben de samenwerking tussen de FOD BOSA en de FOD Financiën tot ontwikkeling van een nieuwe procedure om de patrimonium­gegevens van het algemeen bestuur op een juiste manier te verwerken, te waarderen en te boeken, bijzonder genegen.

 

19.03  Wouter Vermeersch (VB): Dank u.

 

Dit is natuurlijk een groot probleem dat aangepakt moet worden. Dit probleem, dat samenhangt met het vorige, zullen wij natuurlijk opvolgen in de toekomst. Ongetwijfeld zullen die rekeningen hier nog vaak besproken worden, weliswaar in de volgende legislatuur. Misschien niet door mij, misschien niet door u, maar wij zullen wel zien wat de toekomst brengt.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

20 Question de Marco Van Hees à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le projet d’une cinquième édition de la déclaration libératoire "unique" (DLU)" (55039560C)

20 Vraag van Marco Van Hees aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De plannen in verband met een vijfde 'eenmalige' bevrijdende aangifte (EBA)" (55039560C)

 

20.01  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, la quatrième version de la déclaration libératoire unique (DLU) vient à échéance ce 31 décembre, comme prévu dans l’accord de gouvernement. En principe, après ce délai, il sera trop tard pour demander une amnistie fiscale.

 

Cependant, selon La Libre Belgique et L’Echo, dans le cadre du troisième plan de lutte contre la fraude sociale et fiscale, vous envisagez d'introduire une nouvelle procédure qui permettrait de taxer à 45 % les capitaux noirs. Une fois cette sanction payée, la situation serait régularisée et aucune procédure pénale ne serait envisagée. On peut donc parler d’une DLU5.

 

Il semblerait que ce dossier ait fait l’objet d’une discussion au sein du kern le 20 octobre, à la suite du désaccord du vice-premier ministre David Clarinval avec cette nouvelle procédure qui, selon son cabinet, “renverse la charge de la preuve (…), car ce serait au contribuable de prouver que l’argent a été correctement taxé”.

 

Monsieur le ministre, pourquoi avez-vous mis fin à la DLU4, conformément à l’accord de gouvernement, si c'est pour la remplacer par une DLU5? Des éléments neufs, non connus lors de l'entrée en fonction du gouvernement en octobre 2020, justifient-ils ce revirement? Avez-vous eu des contacts avec des groupes d’intérêt ayant exercé des pressions en ce sens? Si oui, lesquels?

 

Le kern a-t-il finalement validé le projet d’une DLU5? Dans l’affirmative, quelles en seraient les modalités, entre autres s’agissant de la charge de la preuve?

 

La DLU4 prévoit un prélèvement de 40 % sur les capitaux. Confirmez-vous que ce taux serait relevé à 45 % en cas de DLU5? N’est-ce pas un faible relèvement pour une DLU qui devait disparaître et eu égard au taux de 60 % (hors amendes) appliqué par l’Espagne et la France dans des procédures similaires?

 

Confirmez-vous que la DLU5 ne s’envisagerait que dans les cas où le parquet renonce à une procédure judiciaire? Dès lors que le gouvernement refuse d’octroyer des moyens suffisants à la justice financière, ne peut-on pas déjà deviner que l’essentiel des dossiers déboucheraient sur une DLU5 par la voie administrative?

 

Enfin, dans le cadre d’une DLU5, l’administration fiscale aurait-elle accès aux données des dossiers d’amnistie fiscale et à celles du Point de contact central (PCC), afin de débusquer d’autres éventuels capitaux non déclarés?

 

20.02  Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur Van Hees, je vous confirme une fois de plus que la possibilité de régularisation prendra définitivement fin le 1er janvier 2024, conformément à l'accord de gouvernement. À partir de cette date, il appartiendra au seul parquet, en tant qu'autorité compétente, de décider d'engager des poursuites. Cette compétence relève de la responsabilité du ministre de la Justice.

 

Pour ce qui concerne la proposition d'une alternative, à savoir l'approche administrative des capitaux fiscalement prescrits, je peux vous informer que celle-ci ne s'est pas faite sur la base de nouvelles données mais qu'elle s'inscrivait dans l'objectif d'apporter une certaine forme de sécurité juridique et une garantie d'approche efficace des capitaux fiscalement prescrits. Cependant, je dois vous contredire catégoriquement sur le fait que cette proposition concernait une DLU5 ou une nouvelle opération de régularisation. La proposition différait à bien des égards de la régularisation existante et partait de l'idée de mettre en place un système administratif permanent. Non seulement l'approche serait plus stricte qu'une opération de régularisation mais elle comporterait également un certain nombre de différences cruciales telles qu'une priorité continue qui serait toujours accordée au parquet dans le cadre de poursuites pénales et la possibilité d'un contrôle administratif. Cette proposition n'a toutefois pas passé l'épreuve politique du gouvernement, ce qui m'amène à la fin de ma réponse.

 

20.03  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Merci, monsieur le ministre, pour ces précisions.

 

La proposition est donc abandonnée, ce qui posera sans doute d'autres problèmes lorsqu'il s'agira de savoir comment régulariser ces capitaux prescrits. Nous verrons en 2024 comment les choses seront abordées par l'administration.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

21 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De juridische procedure en de petitie met betrekking tot het Arcodossier" (55039709C)

21 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La procédure juridique et la pétition dans l'affaire Arco" (55039709C)

 

21.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, u hoort het goed, deze vraag gaat over Arco. Wij laten de spaarders niet los, in tegenstelling tot uw partij.

 

In 2011 speelden meer dan 800.000 coöperanten van Arco hun zuurverdiende spaarcenten, naar schatting maar liefst 1,5 miljard euro, kwijt bij wat destijds bekend stond als de financiële tak van het ACW, u zeker niet onbekend. Dat veroorzaakte diepe teleurstelling onder de Arcocoöperanten, die zich misleid voelden, omdat hun investering in Arco als veilig werd voorgesteld.

 

Het jaar 2022 bracht een nieuwe ontwikkeling in het langlopende dossier, met de start van een rechtszaak voor de Brusselse rechtbank van eerste aanleg, geïnitieerd door Deminor, dat een schadevergoeding eist van Arco, de Belgische Staat en Belfius. De rechtszaak is momenteel hangende voor het hof van beroep in Brussel. De procedure is op gang gekomen met de vaststelling van een procedurekalender en het begin van de uitwisseling van argumenten tussen de betrokken partijen. De uitwisseling van argumenten is onderverdeeld in drie rondes en momenteel loopt de eerste ronde. Die ronde wordt gesloten met het betoog van vzw ArcoClaim, die initieel geen partij was in de procedure, op maandag 21 oktober 2024.

 

De tweede ronde zal van start gaan in februari 2025 en eindigen in oktober 2026. De derde en laatste ronde vindt plaats van maart 2027 tot september 2028, met kort daarna de pleitzitting. In de weken daarna zal de rechter uiteindelijk een definitief oordeel vellen.

 

Mijnheer de minister, het is en blijft een heel belangrijk dossier. Als de gehele procedure volgens plan verloopt, kan ten vroegste eind 2028 een oordeel verwacht worden in de zaak, ruim 17 jaar na de feiten. Kunt u dat bevestigen? Wat is de stand van zaken in de juridische procedure?

 

"Een dossier als Arco wordt beter buiten de rechtbanken opgelost", schrijft Deminor in een mail aan de aangesloten coöperanten. "Tot nu toe heeft de regering geen gevolg willen geven aan die vraag." Waarom hebben uw regering en u als minister geen gevolg gegeven aan die vraag? Kunt u zich vinden in het standpunt dat een dergelijk dossier beter buiten de rechtbank wordt geregeld? Zo niet, waarom niet?

 

Uw voormalige voorzitter Joachim Coens liet eerder al optekenen dat Arco zeker nog op de regeringstafel komt. Werd in de regering al gesproken over het dossier? Zult u het als minister van Financiën en als vice-eersteminister nog deze legislatuur op de regeringstafel brengen? Zo niet, waarom niet?

 

Een actiegroep van gedupeerden van Arco is ondertussen een petitie gestart om het dossier weer op de regeringstafel te krijgen. Hebt u ondertussen kennisgenomen van die petitie en hoe reageert u erop?

 

21.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, momenteel zijn verschillende rechtszaken hangende. Samengevat en zonder in alle technische details te treden, is de situatie als volgt.

 

Een eerste rechtsvordering werd ingesteld in september 2014 door coöperanten aangesloten bij Deminor, de zogenaamde zaak-Deminor 1. De vorderingen werden oorspronkelijk ingesteld tussen de Arcovennootschappen, zijnde ArcoFin, ArcoPar en ArcoPlus, en Belfius Bank. De Belgische Staat werd in een gedwongen tussenkomst gedagvaard in december 2015. De vzw ArcoClaim is eveneens partij in die procedure. Alle vorderingen werden afgewezen als onontvan­kelijk bij vonnis van 3 november 2021 van de Nederlandstalige ondernemingsrechtbank van Brussel. Hoger beroep werd aangetekend. De zaak is thans hangende voor het hof van beroep te Brussel. De conclusietermijnen werden door de partijen in gemeen overleg vastgelegd. Het hof heeft daarvan akte genomen. De laatste conclusie dient neergelegd te worden op 3 juli 2028. De zitting is vastgelegd op 11 september 2028. Het hof zal in principe op die zitting de pleitdata bepalen.

 

Een tweede zaak is hangende voor de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel. Die zaak werd ingeleid in 2018 door twee coöperanten, van wie één reeds partij was in de zaak-Deminor 1. Andere coöperanten zijn nadien vrijwillig tussengekomen. De vzw ArcoClaim stelde dat de eisende partijen haar hun respectieve schuldvorderingen hebben overgedragen en heeft dan ook een akte van gedinghervatting neergelegd. Er werden en worden nog geen conclusies ten gronde neergelegd en de rechtbank heeft nog geen conclusietermijnen vastgelegd. De vzw ArcoClaim heeft op 31 maart 2022 een verzoek tot aanstelling van een gerechtelijke bemiddelaar ingediend. Echter, bij schrijven van 2 mei 2023 heeft de vzw ArcoClaim de rechtbank te kennen gegeven dat zij het verzoek tot aanstelling van een bemiddelaar intrekt. De zaak heeft sindsdien geen nieuwe ontwikkeling gekend.

 

In een derde zaak heeft Deminor in december 2022 een tweede procedure ingesteld voor de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel, de zogenaamde zaak-Deminor 2. De vorderingen zijn onder meer gericht tegen de Arcovennootschappen, Belfius Bank en de Belgische Staat. In die procedure hebben de eisende partijen een verzoek tot overlegging van verdere documenten door de Arcovennoot­schappen gedaan, vooraleer de procedure ten gronde verder zou worden gevoerd. De relaiszitting is vastgelegd op 14 december 2023. De rechtbank heeft nog geen conclusietermijnen vastgelegd. De eisende partijen in de hangende procedures die een klein percentage van de Arcocoöperanten vertegenwoordigen, hebben het initiatief genomen om de rechtbank te vatten met een vordering. De Belgische Staat zal zich schikken naar het oordeel van de betrokken rechtbanken.

 

Ik heb uiteraard weet van de petitie, die eind augustus werd gelanceerd op de website van de Kamer en al meer dan de helft van de nodige 25.000 handtekeningen heeft verzameld. Dat betekent helaas nog niet dat de rechtsgang wordt versneld. Het is en blijft wachten op de uitkomst van de lopende rechtszaken om duidelijkheid en rechtszekerheid te krijgen.

 

21.03  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, u bevestigt vandaag dat de hele procedure volgens plan verloopt. Ten vroegste eind 2028 kan er een oordeel worden verwacht in de zaak. Dat is ruim 17 jaar na de feiten. Dat is de reden waarom een petitie om het dossier weer op de regeringstafel te krijgen, werd gestart.

 

Wij zijn er ook van overtuigd dat een dergelijk pijnlijk dossier, ook voor de politiek en zeker voor uw partij in het bijzonder, beter buiten de rechtbanken wordt opgelost.

 

Ik heb u twee heel duidelijke vragen gesteld. Ten eerste, werd het dossier al besproken in de ministerraad? U beantwoordt die vraag echter niet, waar ik uit concludeer dat dat nog niet het geval is. Ten tweede, zult u als minister van Financiën en als vice-eersteminister eindelijk uw verantwoordelijk­heid nemen om zelf het dossier in deze legislatuur op de regeringstafel te leggen? U antwoordt daar ook niet op; het antwoord is dus duidelijk negatief.

 

U legt het dossier helemaal niet op tafel, ondanks alle beloftes van uw partij. Ik kan de Arcocoöperanten dan ook alleen maar oproepen om hun duidelijk verzet, dat wij steunen, voort te zetten.

 

Uiteindelijk zullen de verantwoordelijken, onder andere beweging.net, het vroegere ACW, over de brug moeten komen om de vele getroffen Arcocoöperanten te vergoeden. Wij verwachten daar een beweging van beweging.net, maar tot op vandaag komt het helemaal niet in beweging en dat betreuren wij.

 

Wij zullen het dossier dus blijven op de politieke agenda zetten en daaraan aandacht blijven schenken. Ook in de komende campagne zal dat een belangrijk thema blijven. Wij roepen de Arcocoöperanten dan ook op om hun verzet op te voeren, zeker tijdens de verkiezingscampagne. Dat zal immers nodig zijn om de politieke verantwoordelijken eindelijk tot actie aan te sporen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

22 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het einde van het belastingvoordeel voor de auteursrechten" (55039720C)

22 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La fin de l'avantage fiscal octroyé pour les droits d'auteur" (55039720C)

 

22.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de voorzitter, het is goed dat collega Piedboeuf de zaal binnenkomt. Het gaat immers over de auteursrechten en dat is een dossier dat zijn partij ook in het bijzonder aanbelangt.

 

Mijnheer de minister, zowel in De Tijd als in La Libre Belgique – ik lees ook de Franstalige pers, waarde collega – wordt gemeld dat verschillende IT-bedrijven en softwareontwikkelaars naar het Grondwettelijk Hof zijn gestapt om bezwaar te maken tegen de herziene fiscale regels voor auteursrechten. De herziening heeft verwarring veroorzaakt door de strenge interpretatie van de regels door de minister van Financiën – eigenlijk de bewuste wolligheid die hier in het Parlement is gecreëerd – waarbij gespecialiseerde advocaten wijzen op de ruimere formulering dan oorspronkelijk aangekondigd. De betrokken partijen hopen op een snelle beslissing van het hof om duidelijkheid te scheppen en een langdurige juridische procedure van mogelijk tien jaar te vermijden. Dit verhaal is dus hetzelfde als dat van in het vorige dossier, waar er sprake was van 17 jaar.

 

Ondertussen meldt La Libre Belgique dat de fiscus nu auteursrechten voor IT afwijst en bedrijven overwegen het regime te verlaten vanwege de onzekerheid en risico's bij fiscale controles. Werkgevers staan voor de uitdaging om te bepalen hoe om te gaan met het verlies van dit voordeel en de mogelijke financiële impact op hun IT-personeel.

 

De sector onderzoekt strategieën om concurrerend te blijven in de strijd om talent. Men vreest dat het verlies van het auteursrechtenregime de aantrekkingskracht van het buitenland vergroot. Sommige bedrijven hebben reeds besloten tot versnelde internationale expansie om de impact van het verlies van het belastingvoordeel te minimaliseren.

 

Mijnheer de minister, wat is uw reactie op het feit dat diverse IT-bedrijven en softwareontwikkelaars naar het Grondwettelijk Hof zijn gestapt om bezwaar te maken tegen de herziene fiscale regels voor auteursrechten?

 

Welke stappen onderneemt u om de duidelijkheid te verschaffen waar de betrokken partijen op hopen en om langdurige juridische procedures van mogelijk tien jaar te vermijden?

 

Wat is uw standpunt ten aanzien van het feit dat de fiscus nu al auteursrechten voor IT afwijst en bedrijven overwegen het regime te verlaten vanwege de onzekerheid en risico's bij fiscale controles, zoals gerapporteerd door La Libre Belgique?

 

Hoe denkt u dat het afschaffen van het auteursrechtenregime voor IT de concurrentiepositie van de sector in de strijd om talent zal beïnvloeden? Wat is de impactsanalyse daarvan? 

 

22.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, het komt mij als minister van Financiën niet toe om commentaar te geven betreffende de beroepen tot vernietiging van artikel 100 van de programmawet van 26 december 2022 inzake de fiscale regels voor auteursrechten, ingediend door bepaalde verzoekende partijen.

 

De ministerraad heeft tijdig conclusies ingediend om zijn argumenten uiteen te zetten. De verzoekende partijen kunnen dus kennisnemen van het duidelijk geformuleerde standpunt van de regering. In het algemeen is het ook niet aan mij om commentaar te leveren op de intenties en reacties van belastingplichtigen naar aanleiding van nieuwe wettelijke bepalingen. Ik heb er alle vertrouwen in dat mijn administratie de nieuwe bepalingen correct zal toepassen.

 

22.03  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, zo’n summier antwoord is meestal tekenend voor het problematische karakter van een dossier binnen uw regering.

 

Eind vorig jaar werd hier bewust wolligheid gecreëerd. Er werd onduidelijke wetgeving goedgekeurd omdat uw regering er in dit dossier niet uit raakte. De gevolgen zijn er nu naar voor een heel belangrijke sector in dit land, namelijk de IT-bedrijven en softwareontwikkelaars. Zij worden in de onzekerheid gestort en zijn de internationale strijd om talent aan het verliezen. Recent bleek dat ons land heel belangrijk is op het wereldtoneel inzake de ontwikkeling van games. Die jobs moeten dus interessant genoeg blijven en ons land moet competitief zijn op wereldschaal.

 

Wat hier gebeurt, is allemaal bijzonder problematisch. Een lang proces van tien jaar is helemaal niet wenselijk. Het is wel hoog tijd dat de politiek en de regering verantwoordelijkheid nemen. De wetgeving moet verduidelijkt worden zodat de sector in dit land verankerd kan worden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

23 Samengevoegde vragen van

- Wouter Vermeersch aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "Belastinginkomsten ten voordele van de buurlanden" (55039737C)

- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Belastinginkomsten ten voordele van de buurlanden" (55039738C)

23 Questions jointes de

- Wouter Vermeersch à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Des recettes fiscales qui bénéficient aux pays voisins" (55039737C)

- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Des recettes fiscales qui bénéficient aux pays voisins" (55039738C)

 

23.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, dit is een vraag over de buurlanden, en in het bijzonder de belastinginkomsten die naar de buurlanden gaan.

 

In La Dernière Heure – opnieuw; bij het Vlaams Belang lezen wij ook de Franstalige pers – verscheen op 18 oktober 2023 een lezersbrief over de belastinginkomsten, die als volgt vrij vertaald kan worden. Wij hebben die Franstalige brief uiteraard omgezet in het Nederlands.

 

De fiscale ontvangsten komen eigenlijk alleen ten goede aan de buurlanden. De belastinginkomsten weerspiegelen niet wat was voorzien in de begroting die destijds door de regering werd gepubliceerd. Wat tabak betreft, was voor 2023 een omzetstijging van ongeveer 120 miljoen gepland. Voor 2022, na de eerste drie kwartalen, hadden wij een belastinginkomst van 2,5 miljard euro. En nu hadden wij voor diezelfde periode als vorig jaar een inkomst van 3 miljard euro, na de belastingverhoging, wat een lagere inkomst geeft van 254 miljoen euro.

 

Hoe kunnen wij nog geloof hechten aan de begroting die zojuist is opgesteld en die in 50 miljoen meer inkomsten voorziet door de accijnzen nog verder te verhogen? Alle belastingverhogingen doen de prijzen van de producten enkel stijgen en moedigen de kopers alleen maar aan zich te bevoorraden in de buurlanden, vooral omdat deze hun prijzen wel gelijk houden. Wij zetten het heffen van belastingen voort door de mensen te doen geloven dat zij nieuwe inkomsten zullen opleveren terwijl die inkomsten alleen ten goede komen aan de buurlanden.

 

Mijnheer de minister, kunt u de cijfers bevestigen die geciteerd worden in dit opiniestuk? Kunt u zich vinden in de vaststelling van deze burger? Kunt u de vraag van deze burger beantwoorden? Hoe kunnen wij nog geloof hechten aan de begroting?

 

23.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Vermeersch, uit de boekhouding van de kasontvangsten blijkt dat in de eerste tien maanden van dit jaar 2,61 miljard euro aan accijnzen en btw uit tabaksproducten werd geïnd, ten opzichte van 2,78 miljard euro voor de eerste tien maanden van 2022. De maandelijkse accijnsontvangsten zijn de jongste jaren echter bijzonder volatiel geworden. Uit de aangiften blijkt dat een inhaalbeweging bezig is die waarschijnlijk een positieve impact zal hebben op de cijfers van november en december 2023. Het is momenteel dus nog te vroeg om uitspraken te doen over het eindresultaat van de cijfers in 2023.

 

23.03  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, is dat uw volledig antwoord?

 

23.04 Minister Vincent Van Peteghem: Ja.

 

23.05  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, over de cijfers van 2023 kunnen we uiteraard nog geen definitieve vaststelling doen, want die cijfers zijn er nog niet omdat het jaar nog niet ten einde is. Wel kunnen we 2022 ten opzichte van 2021 vergelijken. Daarbij zien we dat de inkomsten van tabaksaccijnzen lager uitvallen ondanks de doorgevoerde accijnsverhoging. Dat betekent dat hogere accijnzen leiden tot minder inkomsten.

 

Wij zijn ervan overtuigd dat de beweging omgekeerd moet zijn, niet alleen voor tabaks­accijnzen, maar ook voor bijvoorbeeld de accijnzen op alcohol en dergelijke. Net door minder accijnzen zullen we meer inkomsten voor de staatskas in zijn geheel genereren. Daardoor zullen we mede vermijden dat heel wat Vlamingen en Walen hun kerstaankopen doen in Nederland, Frankrijk of het Groothertogdom Luxemburg, want dat effect betekent een belangrijke aderlating voor de begroting.

 

Wij hebben alvast geen vertrouwen in uw begroting, mijnheer de minister. Dat zullen we volgende week zeker en vast nog laten blijken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

24 Vraag van Gaby Colebunders aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Een mogelijke schadeloosstelling, met interesten, voor mijnwerkers" (55039845C)

24 Question de Gaby Colebunders à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La possibilité pour les mineurs de percevoir des indemnités et des intérêts" (55039845C)

 

24.01  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, 15 juni 2020 was een heel belangrijke datum voor de ex-mijnwerkers. Toen hebben wij er via een gezamenlijk wetsontwerp voor kunnen zorgen dat mijnwerkers na meer dan dertig jaar eindelijk een pensioen kregen waarop zij recht hadden. Het eerste deel was goed verlopen. Het tweede deel verliep echter trager, aangezien juridisch advies was ingewonnen, waaruit bleek dat de mijnwerkers alsnog recht zouden hebben op een schadeloosstelling, compensatoire intresten en nalatigheidsintresten.

 

Ik geef u een update. Vrijdag 8 december 2023 is er een uitspraak geweest in de rechtbank. Daarbij hebben de mijnwerkers verloren. Dat is iets wat mij normaal leek bij een interpretatieve wet. Mijnheer de minister, niets is echter verloren. Bij een interpretatieve wet moet er immers wat meer duidelijkheid zijn. U bent de persoon die dat gebrek aan duidelijkheid eventueel nog zou kunnen verhelpen.

 

Het roddelcircuit draait enorm. Mijn vraag is dus heel duidelijk: ligt er nog een dossier op de onderhandelingstafel van de regering om een schadeloosstelling, compensatoire intresten en nalatigheidsintresten uit te betalen? Indien ja, hebt u een idee over welk bedrag het ongeveer zou gaan?

 

24.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Colebunders, ik heb er geen weet van in welke mate een dossier zou voorliggen op de regeringstafel over de uitbetaling van eventuele schadeloosstellingen, compensatoire intresten en nalatigheidsintresten aan de betrokken mijnwerkers. Dat valt ook niet onder mijn bevoegdheid. U dient daarvoor de vraag te stellen aan de bevoegde minister van Pensioenen, mevrouw Lalieux.

 

Voor de door u geschetste pijnpunten inzake fiscaliteit kan ik inderdaad mededelen dat zij er niet zijn. Op 7 december 2023 heeft de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt de FOD Financiën in het gelijk gesteld over de procedure die ter zake is aangevat.

 

24.03  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, een zaak is heel duidelijk: het eerste deel van de pensioenen is voorbij, daarmee hebt u niks te maken. Daar ben ik het volledig mee eens.

 

De intresten zijn echter wel uw bevoegdheid. Indien u geen weet hebt van een dossier dat opnieuw op tafel zou liggen, dan neem ik ook aan dat het er niet zal liggen. U blijft er immers alweer vaag over.

 

Mijnheer de minister, dat moet nu stoppen. De mijnwerkers mogen eindelijk weten waar zij aan toe zijn. Er zijn genoeg roddels in omloop. Dat moet stoppen. Eindelijk willen wij weten waar zij staan. Uiteindelijk ligt de bevoegdheid bij u om daarvan werk te maken en een en ander nog recht te zetten.

 

Mijnheer de minister, ik kijk dus naar u en hoop dat u er nog enig werk in zal stoppen. Na dertig jaar is het immers genoeg geweest. Het komt de burgers van het land toe te krijgen waarop zij recht hebben.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

25 Question de Benoît Piedboeuf à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les indemnités Natura 2000 en zone agricole" (55039853C)

25 Vraag van Benoît Piedboeuf aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De Natura 2000 vergoedingen in landbouwgebied" (55039853C)

 

25.01  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le ministre, compte tenu:

- que le paiement de la première tranche des indemnités Natura 2000 pour la campagne 2022 représentant plus de 80 % du montant n'a eu lieu que le 12 janvier 2023 alors que les autres années, le paiement intervenait dans le courant du mois de novembre de l'année concernée;

- que ces indemnités Natura 2000 sont de nature certaine et représentent pour certaines exploitations une part non négligeable du bénéfice semi-brut d'exploitation;

- que ces indemnités sont censées être comprises dans le bénéfice semi-brut retenu dans le chef du bénéficiaire en cas de taxation forfaitaire et plus peuvent faire l'objet d'une imposition à un taux plus favorable (16,5 %) que le taux moyen, il apparaît logique d'un point de vue comptable et fiscal que les agriculteurs puissent prendre en compte le montant de ces indemnités Natura 2000 dans leur déclaration fiscale relative aux revenus de l'année 2022.

 

Monsieur le ministre, quelle est votre position à ce sujet? Je vous remercie de vos réponses.

 

25.02  Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur Piedboeuf, les indemnités Natura 2000 octroyées à un agriculteur sont imposables au titre de bénéfice d’exploitation agricole dès que cette créance est née, sans qu’il y ait lieu d’avoir égard à la date d’encaissement. La créance doit être considérée comme étant née au moment où elle a acquis un caractère liquide et certain.

 

25.03  Benoît Piedboeuf (MR): C’est parfait, monsieur le ministre. Dès lors qu’on ne l’ajoute pas à la déclaration fiscale suivante, il n’y a pas de problème. Je vous remercie pour cette réponse.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: Mme Dillen n'est pas là pour poser sa question n° 55039971C.

 

26 Questions jointes de

- Benoît Piedboeuf à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les données financières à disposition des comptables" (55040024C)

- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La mise à disposition de déclarations et d'extraits sur MyMinfin" (55040030C)

26 Samengevoegde vragen van

- Benoît Piedboeuf aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De financiële gegevens waartoe boekhouders toegang hebben" (55040024C)

- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het beschikbaar stellen van aangiftes en uittreksels via MyMinfin" (55040030C)

 

26.01  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, le KVABB-CRECCB a eu l'occasion de vous envoyer un courrier au sujet des difficultés rencontrées par les comptables, à l’ère du numérique et de la communication, les outils, les plateformes comme Myminfin, ne sont pas performantes à souhait. Plus de communication téléphonique possible avec les bureaux d'audit, données manquantes dans Myminfin, etc.

Dans certaines circonstances, il arrive que les comptables ne trouvent pas les données suffisantes dans Myminfin, ce n’est pas acceptable. Plus de possibilité d’introduire une déclaration fiscale avec un certificat commercial, plus d’accès aux déclarations antérieures, plus d’extraits de compte TVA envoyés au contribuable,… Comment le comptable fait-il pour vérifier la situation exacte des comptes annuels sans relevés TVA?

 

Pourriez-vous, monsieur le ministre, expliquer quelles solutions sont mises en place pour revoir ces procédures et répondre aux difficultés que rencontrent les bureaux comptables? De quelle manière? Je vous remercie de votre réponse.

 

26.02  Wouter Vermeersch (VB): Vanaf 31 januari 2024 kan er niet meer ingelogd worden met de commerciële certificaten van onder meer Isabel en GlobalSign op de e-services van de FOD Financiën. Het gaat dan om Intervat, Biztaks, FinProf en Finelts. Dat kan problemen veroorzaken omdat aangiftes die eerder hiermee werden ingediend alsook de ontvangstbewijzen niet meer geraadpleegd kunnen worden.

 

In deze digitale tijden is het onbegrijpelijk dat deze aangiftes niet meer raadpleegbaar zijn. Het zal de efficiëntie van de boekhoudkantoren zeker niet ten goede komen, integendeel.

 

Kan de minister bevestigen of de administratie opdragen alsnog alle eerder ingediende aangiftes, ongeacht de gebruikte software, toegankelijk te maken via MyMinfin?

 

Sinds het tweede kwartaal van 2022 wordt het btw-rekeninguittreksel niet meer per post verstuurd. Het is alleen nog mogelijk om in MyMinfin de digitale versie te raadplegen. Klopt het dat u de opdracht hebt gegeven aan de administratie om geen btw-rekeninguittreksels meer klaar te zetten in MyMinfin voor belastingplichtigen die btw moeten terugkrijgen of een nulstand hebben? Kunt u bevestigen of de administratie opdragen deze btw-rekeninguittreksels alsnog toegankelijk te maken via MyMinfin?

 

Begrijpt u dat deze overzichten voor boekhouders essentieel zijn om een nauwkeurige controle uit te voeren van de financiële situatie bij het opstellen van de jaarrekeningen en het afsluiten van het boekjaar, wat nu bij de meeste bedrijven staat te gebeuren?

 

26.03 Minister Vincent Van Peteghem: Geachte leden, de toegang via commerciële certificaten Isabel en GlobalSign wordt afgesloten vanaf 31 januari 2024. Eerder ingediende aangiften Intervat en Biztax zijn niet te koppelen aan een eID, itsme en zullen enkel in MyMinfin consulteerbaar zijn door de belastingplichtige en zijn mandataris met elektronisch mandaat.

 

De plus amples informations sur les mandats électroniques sont disponibles sur le site du SPF Finances. Les accusés de réception de déclaration TVA sont déjà disponibles dans MyMinFin. Concernant Biztax, 50 % des déclarations sont déjà consultables via MyMinFin. Le transfert de l'autre moitié est en cours.

 

Voor de applicatie Finprof zal het via eGov-Rollenbeheer mogelijk zijn om rollen toe te kennen die toegang geven tot in het verleden ingediende aangiftes en deze te consulteren en te wijzigen. Voor Finelts is de impact beperkt. De vier Belgische ondernemingen die in 2023 het certificaat gebruikten, zijn ingelicht dat ze een nieuwe toegang moeten aanvragen. De oude aangiftes blijven consulteerbaar in Finelts na het afschaffen van de certificaten. De migratie daarvan naar MyMinfin is gepland voor 2024.

 

Concernant les extraits de compte TVA, il a été décidé de revenir sur cette décision. À l'avenir, on pourra à nouveau consulter ceux-ci de manière numérique. Nous ne pourrons pas mettre à disposition rétroactivement les extraits de compte relatifs à la période pendant laquelle ils n'ont pas été créés.

 

26.04  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le ministre, les périodes transitoires sont toujours difficiles. Mais il faut effectivement renforcer les systèmes car les professionnels ont besoin d'avoir accès à toute une série de documents. On voit bien que les choses progressent et que c'est votre volonté. Je vous remercie pour votre réponse.

 

26.05  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, we zullen uw antwoorden bezorgen aan de cijferberoepen die ons daar toch heel wat vragen over stellen en hun bezorgdheden uiten. We hopen ook dat dat wel volledig in orde komt, zeker nu we het einde van het jaar naderen. Het is toch belangrijk dat alles netjes beschikbaar is.

 

Ik wil alleen nog benadrukken dat de cijfer­beroepen altijd maar meer bevoegdheden en verantwoordelijkheden krijgen, maar dat de digitale toepassingen lijken af te nemen. Er is bijvoorbeeld geen telefoonverkeer meer mogelijk met de controlekantoren. Er zijn ontbrekende gegevens in MyMinfin. In bepaalde omstandigheden vinden de cijferberoepen te weinig gegevens in MyMinfin. Daar moet echt nog meer werk van worden gemaakt. We leven in de 21ste eeuw. De beschikbaarheid van die systemen moet ook 21ste-eeuws zijn.

 

We zullen zeker ons oor te luisteren blijven leggen bij de cijferberoepen. Als we daar signalen krijgen dat het qua consulteerbaarheid of gebruiksgemak van die toepassingen niet oké is, zullen wij niet aarzelen om in deze commissie opnieuw aan de bel te trekken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

Mijnheer de voorzitter, mevrouw Dillen heeft me gevraagd haar vraag nr. 55039971C te laten uitstellen. Ik veronderstel dat u daarmee akkoord gaat?

 

Le président: C'est noté.

 

27 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De door een ruime meerderheid van de Vlamingen gesteunde verhoging van de minimum­spaarrente" (55040122C)

27 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'augmentation du taux d'épargne minimum soutenue par une large majorité de Flamands" (55040122C)

 

 

27.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, uit een opiniepeiling van La Libre Belgique en RTBF blijkt dat een ruime meerderheid van de bevolking positief staat tegenover de invoering van een minimumrente op spaarrekeningen. De steun is met name opvallend onder de 55-plussers en overstijgt de politieke partijgrenzen. Het totaalbedrag dat op gereglementeerde spaarrekeningen staat naderde tot voor kort bijna 300 miljard euro.

 

De discussie over de minimumrente heeft veel debat teweeggebracht. Opmerkelijk is dat volgens de peilingen maar liefst 77,5 % van de Vlamingen er voorstander van is een minimumrente op spaarrekeningen op te leggen. Ondanks die ruime steun heeft de Nationale Bank op uw verzoek het idee van een verhoging van de minimumrente afgewezen. In plaats daarvan hebt u een staatsbon met een nettorente van 2,81 % voor 1 jaar gelanceerd, wat aanzienlijk hoger is dan de rente op spaarrekeningen.

 

Het is opvallend dat niet alleen het Vlaams Belang de invoering van een minimumrente op spaarrekeningen nastreeft, maar vooral ook dat uw achterban die idee genegen is. Maar liefst 80,1 % van de cd&v-kiezers staat achter dat voorstel.

 

De vraag blijft dus of u nu bereid bent om de minimumrente daadwerkelijk te verhogen. Kunt u bevestigen of de minimumrente eenvoudig via een koninklijk besluit kan worden verhoogd?

 

27.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, we hebben de kwestie hier al verschillende keren besproken, onder naar aanleiding van de beleidsnota. Ik hoop dat u mij vergeeft dat ik verwijs naar het recente antwoord dat ik in de commissie heb gegeven op identieke vragen tijdens de bespreking van die beleidsnota. Dat document is beschikbaar onder het nummer 3649.

 

We kunnen hier opnieuw een heel debat over houden, maar het lijkt mij beter dat de andere vragen kunnen worden gesteld.

 

27.03  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, u hebt niet geantwoord op de vraag of de minimumrente eenvoudigweg via een koninklijk besluit kan worden verhoogd.

 

27.04 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, ik zal dat moeten navragen.

 

27.05  Wouter Vermeersch (VB): Dat is natuurlijk wel een belangrijke vraag. Wij zijn ervan overtuigd dat u dat gewoon met een pennentrek kunt doen.

 

Politiek gezien is dat relevant. Als 80 % van uw achterban, van uw cd&v-kiezers, zegt dat u dat met een pennentrek moet doen, maar u weigert dat, dan is dat tekenend. Die boodschap willen wij dan ook zeker aan uw achterban brengen. Om die reden vraag ik u expliciet om die vraag te beantwoorden. Het is eigenlijk een heel eenvoudige vraag, die uitgeklaard moet worden.

 

Kan een dergelijke maatregel worden opgelegd via een koninklijk besluit? Ik denk van wel, aangezien de minimumrente via een eenvoudig koninklijk besluit is verlaagd. Daardoor valt dat geheel onder uw verantwoordelijkheid.

 

Mijnheer de minister, kunnen we afspreken dat u mij dat antwoord rechtstreeks bezorgt?

 

27.06 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, ik zal het navragen.

 

27.07  Wouter Vermeersch (VB): Super, bedankt.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: La question n° 55040140C de M. Ducarme est reportée à sa demande.

 

28 Question de Benoît Piedboeuf à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le projet de loi portant des dispositions fiscales diverses et la formation professionnelle" (55040151C)

28 Vraag van Benoît Piedboeuf aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De impact van het wetsontwerp houdende diverse fiscale bepalingen op de beroepsopleiding" (55040151C)

 

28.01  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le ministre, alors que l'emploi représente un enjeu majeur au niveau économique et social, le projet de loi portant sur des dispositions fiscales diverses, en particulier la révision de la taxe annuelle compensatoire sur les droits de succession, aura un impact financier direct pour les opérateurs de formation professionnelle des entités fédérées.

 

En Wallonie, deux importants réseaux de centres de formation sont concernés:

 

Les ASBL Centres de formation IFAPME,

Les ASBL Centres de compétence

L'application de la taxe annuelle compensatoire des droits de succession sur l'immobilier prévue à l'article 147 du Code a été estimée à 1.068.790 € pour les ASBL Centres de formation IFAPME et à 330.000 € pour les ASBL Centres de compétence, selon le nouveau mode de calcul à un taux de 0,45% au lieu de 0,17%.

 

L'IFAPME organise la formation en apprentissage, la formation de chef d'entreprise et la formation continue. Les Centres de compétence organisent la formation des demandeurs d'emploi et des travailleurs en situation de recyclage professionnel et ils sont actifs dans la formation qualifiante des élèves de l'enseignement obligatoire, de l'enseignement supérieur et de l'enseignement de promotion sociale.

 

Alors que l'enseignement continuera à bénéficier d'une exemption pour ses bâtiments, à juste titre, force est de constater que la formation n'a pas été prise en considération pour cette exemption. La formation est par ailleurs assimilée à l'enseignement pour ce qui est de l'application du taux de TVA réduit concernant les constructions érigées dans le cadre de leurs missions de formation, les ASBL centres de formation subventionnées ne bénéficient pas de l'exemption de la taxe annuelle au même titre que les pouvoirs organisateurs de l'enseignement.

 

Notre pays comptabilise de nombreux métiers en pénurie, pour lesquels la formation apporte des réponses efficientes. D'importants investissements en infrastructures et en équipements de pointe sont réalisés dans le cadre des plans de relance.

 

Monsieur le ministre avez-vous pu analyser et pouvez-vous prendre en considération la demande d’exemption du fait que ces formations sont assimilables à de l’enseignement? Quelles peuvent être les pistes pour avancer sur ce dossier?

 

28.02  Vincent Van Peteghem, ministre: Le statut des IFAPME et les asbl qui lui sont affiliées au regard de la taxe compensatoire de droits de succession est en cours d'examen par mon administration.

 

Il est important de noter que la taxe ne s'applique qu'aux asbl, aisbl et aux fondations privées régies par le Code des sociétés et des associations.

 

28.03  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. C'est important car c'est assimilable à de l'enseignement et on sait que tout le volet enseignement est exonéré. Merci d'examiner ceci avec bienveillance.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: Mme Buyst n'est pas là pour poser sa question n° 55040178C.

 

29 Question de Benoît Piedboeuf à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'augmentation des accises sur le tabac et son impact sur les revenus de l'État" (55040206C)

29 Vraag van Benoît Piedboeuf aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De verhoging van de accijnzen op tabak en de impact daarvan op de ontvangsten van de Staat" (55040206C)

 

29.01  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le ministre, dans le cadre de la loi programme 2024, j'ai pris connaissance des augmentations d'accises sur le tabac. Cela tient-il compte des prix dans les pays limitrophes, dont le Luxembourg, et du commerce illicite grandissant en Belgique (avec de nombreuses fabriques / entrepôts illégaux découverts en 2023). Quel est l'impact sur les revenus de l'Etat générés par cette catégorie?

 

Quelle est la comparaison avec les autres produits d'accises et pouvez détailler les revenus générés sur les 3 dernières années pour tous les produits d'accises distinctement? Pouvez–vous expliquer les évolutions de chacune d'entre elles? Je vous remercie de vos réponses.

 

29.02 Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur Piedboeuf, l'augmentation des accises sur le tabac manufacturé est conforme au plan tabac du gouvernement, qui est conscient des achats aux frontières et du commerce illicite. Dans son estimation de l'impact budgétaire, l'administration prend donc également en compte les effets de volume qui – pour être complet –, surviennent pour quatre raisons. La première est la baisse générale de la consommation, la deuxième est le déplacement de la consommation vers des produits de substitution tels que les e-liquids, la troisième est l'impact des achats frontaliers et la dernière est le commerce illicite. Ces effets de volume sont résumés dans un seul chiffre, sous la forme de l'élasticité dont le coefficient provient du Bureau fédéral du plan mais pour lequel l'administration utilise un niveau encore plus prudent. Pour l'évolution des recettes d'accises, je vous renvoie tout d'abord à la section "statistiques" du site web du SPF Finances où les recettes d'accises peuvent être consultées par grandes catégories.

 

29.03  Benoît Piedboeuf (MR): Merci pour votre réponse, monsieur le ministre. Je sais que c'est un sujet qui reviendra encore. Un des fondamentaux est de lutter contre le tabac illégal et les fournitures illégales dans notre pays. C'est probablement la première priorité. Pour le reste évidemment, on n'empêchera jamais les particuliers de passer la frontière et quand ils peuvent à la fois prendre de l'alcool, du tabac et du carburant, bien entendu, on ne peut pas beaucoup lutter.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

Le président: Les questions n° 55040375C de M. Laaouej et n° 55040381C de Mme De Block sont transformées en questions écrites.

 

30 Samengevoegde vragen van

- Peter Mertens aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De controle op het transport van militair materiaal naar Israël" (55040248C)

- Marco Van Hees aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het toezicht op het transport van militair materieel naar Israël" (55040359C)

30 Questions jointes de

- Peter Mertens à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le contrôle du transport de matériel militaire vers Israël" (55040248C)

- Marco Van Hees à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le contrôle du transport de matériel militaire vers Israël" (55040359C)

 

30.01  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, selon les documents que Vredesactie et le PTB ont pu consulter, au moins 246 tonnes de matériel militaire ont été expédiées vers Israël via le port d'Anvers l'année dernière. 

 

L'exportation et le transit de matériel militaire vers des zones de conflit sont explicitement interdits par le traité des Nations unies sur le commerce des armes et par le décret flamand sur les armes.

 

Mon collègue Peter Mertens est déjà intervenu dans cette affaire auprès du Premier ministre De Croo et du ministre Dermagne. Le premier ministre De Croo a maintenu que cette question relevait de la compétence exclusive des régions. Le ministre Dermagne insiste sur le fait que les licences délivrées par ses services ne concernent que la sécurité et qu'il rejette le reste de la responsabilité sur les régions.

 

En réponse aux questions posées par le PTB au ministre-président flamand Jan Jambon, il a répondu qu'il y avait effectivement une interdiction d'exportation et de transit et qu'ils rejetaient les licences, mais que leur contrôle relevait de la compétence des douanes.

 

Le ministre de l'Économie, Pierre-Yves Dermagne, affirme également que ses services ont informé les douanes d'éventuelles livraisons d'armes conformément aux procédures.

 

D'où mes questions:

1. Des contrôles sont-ils organisés pour vérifier si des exportations d'armes sans licence ont lieu?

2. Pouvez-vous confirmer que le SPF Economie a informé la douane d'éventuels transports de matériel militaire à travers le territoire belge?

3. Quels contrôles la douane a-t-elle effectués sur les navires de l'armateur ZIM au cours de l'année écoulée?

4. La douane dispose-t-elle d'une vue d'ensemble de tous les navires passant par le port d'Anvers et de leur cargaison?

5. Vos services collaborent-ils avec d'autres services fédéraux et les régions pour effectuer des contrôles ciblés?

 

30.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer de voorzitter, de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen voert bij de uitvoer van wapens en militair materieel risicogestuurde controles uit op de aanwezigheid en inhoud van de vergunningen.

 

Les profils de risque sont établis sur la base d’informations de sources diverses, y compris celles reçues par la douane de l’autorité délivrant l’autorisation. Déterminer si une autorisation est légalement requise, déterminer dans quelles circonstances elle est requise, et ensuite délivrer une autorisation, ne relève pas des compétences de la douane. La douane reçoit les autorisations de transport d’explosifs du SPF Économie. Il s’agit donc d’autorisations pour un ensemble très spécifique de biens.

 

Deze vergunningen hebben een welbepaalde geldigheidstermijn en bij het overmaken van deze vergunningen door de FOD Economie aan de douane wordt onze administratie niet ingelicht voor welke specifieke zendingen op welke datum deze vergunningen geldig zijn. De douane voert hierop controles uit, na een concrete vraag hiertoe door de bevoegde autoriteit.

 

De douane beschikt niet over lijsten met schepen die eigendom zijn van een bepaalde rederij. Bovendien laat een douaneaangifte niet toe om de eigenaar van een gebruikt transportmiddel te achterhalen. Bijgevolg kan uit de relevante douanedatabanken niet achterhaald worden welke specifieke controles zijn uitgevoerd op de schepen van de rederij ZIM.

 

La douane est présente au Carrefour de l’Information Maritime et a de ce fait connaissance de tous les navires faisant escale au port d’Anvers. Cependant, la douane n’a pas toujours connaissance de toutes les cargaisons présentes sur ces navires. En effet, en fonction de la destination de ces marchandises, il existe différentes obligations légales concernant les informations à fournir et la forme de ces informations.

 

De douane neemt via verschillende overleg­organen deel aan een structureel overleg met de drie bevoegde gewestelijke vergunnings­autoriteiten. Deze contacten worden aangevuld met veelvuldige ad-hoccontacten. Beide soorten overlegmomenten kunnen resulteren in gerichte controles. De douane onderhoudt ook met de federale bevoegde overheidsinstellingen struc­turele en ad-hoccontacten die eveneens kunnen resulteren in gerichte controles.

 

En outre, un projet d'accord de coopération sur le contrôle du transit est en cours d'élaboration. Cet accord définira les modalités de la coopération entre la douane et les services de contrôle des biens stratégiques de la Région flamande.

 

30.03  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses.

 

Cette question du matériel militaire qui passe par Anvers en vue de tuer des Palestiniens par l'armée israélienne a été posée au premier ministre, au ministre de l'Économie ainsi qu'aux ministres régionaux. À chaque fois, on nous renvoie à d'autres ministres compétents. Du matériel militaire passe par Anvers, au moins 246 tonnes, et cela se fait en toute impunité. Visiblement, le gouvernement n'a rien à redire sur cela. Le matériel continue à passer par le port d'Anvers sans qu'aucun ministre ne l'arrête, renvoyant à chaque fois à la responsabilité de ses collègues. Il est assez surprenant de voir que ce dossier est non géré ici, sur la base d'une passivité qui semble assez militante. Pendant ce temps-là, des milliers de civils palestiniens meurent à cause de ce matériel transitant par le port d'Anvers.

 

Le président: C'est un triste constat qui termine notre séance de questions, monsieur le ministre.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La réunion publique de commission est levée à 17 h 52.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.52 uur.