Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières administratives

Commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken

 

du

 

Mercredi 10 mai 2023

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Woensdag 10 mei 2023

 

Namiddag

 

______

 

De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.21 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.

La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 21 et présidée par M. Ortwin Depoortere.

 

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

 

01 Gedachtewisseling met de minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing en de heer Jos Lantmeeters, gouverneur van de provincie Limburg, over de illegale raveparty in Brustem en toegevoegde vragen van

- Ortwin Depoortere aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De illegale rave in Sint-Truiden" (55036407C)

- Hervé Rigot aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De illegale rave in Brustem" (55036470C)

- Yngvild Ingels aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De illegale rave van Brustem" (55036571C)

- Caroline Taquin aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De rave in Sint-Truiden" (55036596C)

01 Échange de vues avec la ministre de l'Intérieur, des Réformes institutionnelles et du Renouveau démocratique et M. Jos Lantmeeters, gouverneur de la province de Limbourg, sur la rave party illégale à Brustem et questions jointes de

- Ortwin Depoortere à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "La rave illégalement organisée à Saint-Trond" (55036407C)

- Hervé Rigot à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "La rave illégale à Brustem" (55036470C)

- Yngvild Ingels à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "La rave party illégale à Brustem" (55036571C)

- Caroline Taquin à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "La rave organisée à Saint-Trond" (55036596C)

 

De voorzitter: Collega’s, ik verwelkom de minister van Binnenlandse Zaken en de gouverneur van Limburg die hier wat uitleg zullen geven over de aanpak van de illegale raveparty.

 

Er wordt een verslag opgemaakt van deze vergadering. Aangezien het om een gedachtewisseling gaat, zal elke fractie de kans krijgen om het woord te nemen. Gelet op de drukke agenda en op het feit dat de gouverneur maar tot 15.30 uur kan blijven, zullen wij ons best doen om deze gedachtewisseling ordentelijk en to the point te voeren.

 

Mag ik voorstellen om te beginnen met een voorstelling van de aanpak, waarna elke fractie de kans krijgt om bijkomende vragen te stellen of opmerkingen te formuleren? Wie neemt als eerste het woord?

 

01.01 Minister Annelies Verlinden : Mijnheer de voorzitter, ik geef eerst een korte inleiding en zal daarna het woord geven aan de gouverneur.

 

 

Collega’s, ik verwelkom de heer gouverneur Lantmeeters. Op zaterdagochtend 29 april kregen mijn kabinet en ik te horen dat de lokale politie in Sint-Truiden op vrijdagavond 28 april was gealarmeerd door een zeer professioneel georganiseerde groep van illegale feestvierders, die zich op korte tijd een weg had gebaand naar de oude luchtmachtbasis in een verlaten militair kwartier in Brustem om daar een illegale rave party te organiseren. De gebeurtenissen hebben aanleiding gegeven tot heel wat debat en vragen. Ik ben dan ook blij dat we vandaag de gelegenheid hebben om meer inzicht te geven in de gebeurtenissen tijdens dat weekend, maar zeker ook in de aanpak van de bestuurlijke overheden en de ordediensten.

 

Vooreerst wil ik alle betrokken diensten van het lokaal bestuur maar ook van de provincie, de heer gouverneur, de lokale en de federale politie, Defensie en Justitie bedanken voor hun gezamenlijke en gecoördineerde inzet en ook voor de zeer goede samenwerking. Het is overduidelijk dat er vanaf vrijdagavond dag en nacht zeer intens is samengewerkt met het oog op een goede afloop voor de ordehandhaving.

 

Voor de klaarheid van het debat in deze commissie wil ik een onderscheid maken tussen drie afzonderlijke aspecten: de totstandkoming van de rave en het kader waarbinnen we ons dan bevinden, ten tweede de eigenlijke ordehandhaving tijdens dat weekend en ten derde de nazorg voor de slachtoffers, de omwonenden en de omgeving en zeker ook de mogelijke bestraffing van de overtreders. Hoewel die drie aspecten met elkaar verbonden zijn, kunnen we ze afzonderlijk analyseren.

 

Zelf ben ik op zaterdagochtend op de hoogte gebracht. Vanaf dat moment stonden we in nauw contact met in eerste instantie de waarnemend burgemeester en vervolgens de burgemeester van Sint-Truiden, maar ook met het Nationaal Crisiscentrum, de federale politie en de gouverneur. Uit alle analyses van de aanpak en het optreden van de ordediensten en de ordehandhaving die intussen zijn gemaakt, volgt dat onze veiligheids- en hulpdiensten de ordehandhaving van die illegale bijeenkomst op een zeer professionele, weldoordachte en ordentelijke manier hebben aangepakt, zonder een onnodige escalatie van geweld te doen ontstaan. Daarbij stond de veiligheid van de buurtbewoners en de omgeving, maar zeker ook van de hulpdiensten, in onze aanpak altijd voorop.

 

We mogen immers niet uit het oog verliezen dat we te maken hadden met een goed georganiseerde, internationale, heterogene groep van ravers, zonder snel en duidelijk aanwijsbare leiders, waarbij vele deelnemers op het ogenblik van de gebeurtenissen onder invloed waren van drank en drugs.

 

De politie diende dan ook behoedzaam te zijn voor agressief gedrag met mogelijk nefaste gevolgen. Ook door de uitgestrektheid van het terrein met verlaten gebouwen en torens moest een langdurig kat- en muisspel tussen ravers en de politie te allen tijde worden vermeden. De experten inzake ordehandhaving pleitten unaniem voor een genegotieerd beheer en de lokale overheden hebben daarop ingezet met vrijdagavond de lokale politie in eerste lijn en vanaf zaterdag werd die laatste gesteund met bijkomende capaciteit van de federale politie.

 

Geachte leden, u bent vertrouwd met de huidige crisisstructuren en de wetgeving. De coördinatie en de handhaving van de openbare orde en het crisisbeheer behoren tot de bevoegdheid van de burgemeester, of na opschaling tot die van de provinciegouverneur, of indien nodig, na verdere opschaling, tot die van de minister van Binnenlandse Zaken. In deze cascade geldt het door iedereen erkende subsidiariteitsbeginsel. Ik ben namelijk niet de schoonmoeder van elk lokaal bestuur en dat is ook niet mijn ambitie.

 

De betrokken lokale politiezone staat in de eerste plaats in voor de handhaving, al dan niet bijgestaan door naburige politiezones en of de federale politie. Aangezien het hier om een militair domein ging, was ook de militaire politie van Defensie verantwoordelijk en bevoegd voor het beheer en de bewaking van deze verlaten site. Bij de evaluatie van dergelijke incidenten is een dosis hindsight nooit veraf. Op het ogenblijk van de operatie zelf worden beslissingen in eer en geweten genomen op basis van de op dat ogenblik beschikbare informatie en een inschatting door de experten van de situatie. Uiteraard wordt achteraf van elk incident een evaluatie gemaakt waarbij we analyseren of en hoe een bijsturing voor gelijkaardige incidenten in de toekomst zich kan aandienen.

 

Het is alvast mijn bedoeling om samen met de gouverneur van Limburg, vandaag hier aanwezig om u zoveel mogelijk inzichten te geven in de gekozen aanpak en het verloop van de ordehandhaving en te antwoorden op uw vragen. Ik wil de gouverneur in het bijzonder danken voor zijn bereidwillige aanwezigheid in deze commissie, waardoor hij zijn agenda voor deze week moest wijzigen. Het is goed dat we de problematiek of het incident in de totaliteit vandaag kunnen bespreken. Hij is bereid om het tijdsverloop en zijn ervaring met en aanpak van dit intense weekend met u te delen.

 

01.02  Jos Lantmeeters : Dames en heren volksvertegenwoordigers, ik ben hier vandaag graag aanwezig om u toelichting te geven over de feitelijkheden die zich vorig weekend hebben voorgedaan in Sint-Truiden. De waarheid heeft immers rechten. Ik ben dus blij dat ik hier de feiten kan opsommen. Er wordt namelijk nogal eens een loopje genomen met de werkelijkheid wanneer we sommige kranten lezen. Zelfs sommige politieke verslaggevers denken dat ze weten waar ze over praten. Ik wil hier dus heel graag de feitelijkheden duidelijk stellen. Ik wil u eerst een overzicht geven van het terrein van de gebeurtenissen. Daarna zal ik u een overzicht geven van de beslissingen die wij genomen hebben en de strategie die wij gevolgd hebben. Ten slotte bespreek ik de zaken waar we op dit ogenblik nog altijd mee bezig zijn.

 

Vooreerst, het terrein.Bij de kranten werken blijkbaar heel veel kenners van het terrein. Dit is een oude luchtmachtbasis met een oppervlakte van meer dan 400 hectaren, voor het overgrote gedeelte bebost met daarin een elftal hangaars waar vroeger F-16-vliegtuigen in gestald werden. Er is nog een landingsbaan die op dit ogenblik voor een gedeelte gebruikt wordt door de burgerluchtvaart. Dat terrein is ook nog eens volledig omgeven door andere bossen en is zeer slecht omheind, met een gewone Bekaertdraad. Er is dus geen sprake van camerabewaking. Dat terrein is volledig verlaten door Defensie, met uitzondering van nog enkele schietoefeningen die af en toe plaatsvinden. Voor de rest is het daar volledig leeg. Er is daar geen elektriciteit aanwezig. Enkele personen hadden mij opgeroepen om de elektriciteit af te sluiten. Deze personen moet ik ontgoochelen. Daar was en is geen elektriciteit aanwezig. Er is geen stromend water aanwezig.

 

Er zijn wel een voormalige controletoren, administratieve gebouwen en ook heel wat bunkers aanwezig op het terrein.

 

U moet zich dat voorstellen: een terrein van meer dan 400 hectare zonder enige verlichting. Daarvan werd vrijdagnacht gebruik gemaakt door een allegaartje – als ik dat mag zeggen – ravers, zoals zij zich noemen. Dat is een internationaal publiek, dat voor een groot deel uit Nederland komt en ook uit Duitsland, Tsjechië en Frankrijk. Wij hebben hen leren kennen als professioneel georganiseerd. Degenen die het georganiseerd hebben, zijn professioneel georganiseerd, maar voor het overige zijn zij moeilijk inschatbaar. Er zijn geen officiële aanspreekpunten en iedereen geeft zich daar over aan drank en drugs, zoals de minister daarnet zei. Het is een gesloten gemeenschap met gesloten sociale media, maar zij hebben wel richtlijnen mee. Wij hebben die richtlijnen ook onmiddellijk onder ogen gekregen. Dat was wel enige tijd later, maar ik kom dadelijk nog terug op het tijdsverloop. Daar stond in dat men qua gebruik kon doen wat men wou – daar komt het eigenlijk op neer – en dat zij vrijheidsstrijders zijn. Vooral werd er ook opgeroepen om, als de politie aankomt, elkaar, de boxen en alle apparatuur te beschermen, om massa’s te maken zonder weg te lopen en om verenigd te blijven. Zij organiseren zich dus wel en zetten iedereen op om elkaar te beschermen.

 

Ik moet iedereen die ervan uitging dat het festival vanzelf is geëindigd, ontgoochelen, want er was een oproep: de normale data om daar te gaan feesten, waren 28, 29 en 30 april en 1 mei. Dat staat in een sms die onderschept werd en die ik graag met iedereen wil delen. Het is een pamflet dat wij daar hebben verkregen.

 

Wij worden dus geconfronteerd met die party die daar doorgaat en met de waarschuwing dat de rave totaal niet georganiseerd is. Aangezien er heel veel Nederlanders en mensen uit Wallonië aanwezig waren, moesten wij rekening houden met de geruchten dat die mensen daar tot donderdag zouden blijven omdat zij een hele week verlof hadden.

 

Dat is allemaal niet officieel georganiseerd. Wij hebben daarop geen vat. Dat is echter een groep die daar op die manier komt feesten.

 

Wat is daar gebeurd? Ik kom nu bij het tijdverloop. U moet dat voor ogen krijgen.

 

Op een bepaald ogenblik, namelijk om 22.58  uur, krijgt de politie, vooraleer ik bij de zaak ben betrokken – ik beroep mij dus gewoon op de gegevens die mij in de loop van zondag en dus niet op vrijdag of zaterdag zijn bekendgemaakt –, een melding dat een drieduizendtal mensen het terrein hebben ingenomen. Zij waren daar al aanwezig met die pamfletten en met die ingesteldheid.

 

Mijn arrondissementscommissaris om 02.55 uur ’s nachts verwittigd. Toen heeft de DirCo, de heer Minten, het initiatief genomen. Hij heeft de provinciecommandant van Defensie van Limburg verwittigd over wat op het terrein aan de hand was. Hij heeft ook de procureurs des Konings verwittigd. Zoals ik u al meegaf, heeft hij ook contact opgenomen met mijn arrondissementscommissaris. Sint-Truiden was immers van plan een politionele crisiscel op te richten. Zaterdagochtend om 08.00 u zou de cel samenkomen in het politiecommissariaat van Sint-Truiden. De DirCo heeft daarom onmiddellijk de korpschef ontlast, die het hele operationele luik aan het coördineren was.

 

Dat mijn arrondissementscommissaris is verwittigd, is de normale gang van zaken in mijn provincie. Wanneer wordt opgeschaald naar een gemeentelijke fase, wordt de dienst Noodplanning en Crisisbeheer ingeschakeld. Wanneer gewoon overal en altijd een grote politiemacht wordt verzameld, wordt de arrondissementscommissaris onmiddellijk daarvan op de hoogte gebracht, ook om 02.55 uur ’s nachts.

 

Dat is ook gebeurd ten tijde van Jürgen Conings, toen wij eerst nog in de politionele fase waren. De arrondissementscommissaris wordt altijd verwittigd.

 

Mevrouw de minister heeft daarstraks aangegeven dat het om een lokale aangelegenheid gaat, waarbij de burgemeester aan de leiding staat van het beheer van de crisis die daar voorvalt. Ik benadruk dat er drie vergaderingen zijn geweest van de crisiscel in Sint-Truiden. Zoals ik al meegaf was er een vergadering om 8 u ’s ochtends; er is er een geweest om 10 u ’s ochtends en een om 18 u ’s avonds.

 

De korpschef leidde de vergadering en onze DirCo, de procureur des Konings en de arrondissementscommissaris waren aanwezig, weliswaar enkel met een adviserende rol. Men werd toen in Sint-Truiden bijkomstig geconfronteerd met het weekend van 30 april, toen de federale reserve niet onmiddellijk beschikbaar was omdat ze bij Delhaize aanwezig moest zijn. Bovendien was ook het interventiekorps van Limburg zowat geheel onbeschikbaar omdat het was opgeroepen om samen met politiezone Rivierenland bijstand te bieden bij de Beker van België om 14.00 uur. De politie en de burgemeester werden dus op dat ogenblik met die feiten geconfronteerd.

 

Om 10.15 uur heeft men opnieuw vergaderd en beslist om verder te werken vanuit de politionele crisiscel. Dit was een beslissing van Sint-Truiden, waarbij aanvankelijk werd gepoogd om mensen de toegang tot het terrein te ontzeggen, wat onmogelijk bleek. Zoals gezegd gaat het namelijk om 400 hectare bos. Men heeft dan getracht om mensen verder van het terrein tegen te houden, maar bezoekers lieten hun voertuigen ongeorganiseerd staan. Mensen wandelden vervolgens kilometers te voet verder en knipten de draad rond het terrein door. Het is dus niet zo dat mensen enkel via een officiële toegangspoort binnen konden, men kwam van alle kanten binnen. Men heeft toen ingezet op ontrading bij aankomst, maar dat hielp blijkbaar niet veel.

 

Vervolgens trachtte men de deelnemers, de auto’s en de organisatoren onmiddellijk te identificeren. Heel snel is de beslissing genomen om niet manu militari op te treden, op advies van enkele deskundigen, met in het achterhoofd de gebeurtenissen in het Terkamerenbos enkele jaren geleden, iets wat men wilde vermijden. Daar was overigens veel minder volk aanwezig en veel meer politie, die bovendien voorbereid was. Hier ging het om een plotse gebeurtenis, waarbij we over een beperkt aantal mensen konden beschikken. Zodra iedereen begreep wat er zich afspeelde, was het terrein al door zo’n 3.000 mensen ingenomen.

 

De politie heeft dan onmiddellijk ingezet op maximaal patrouilleren om de onveiligheid in de omgeving weg te werken. De buurtbewoners werden namelijk geconfronteerd met mensen die door hun tuinen stapten om achteraan de draad door te knippen en zo het terrein te betreden.

 

Op een bepaald ogenblik is eraan gedacht om de voertuigen te takelen, maar de beslissing om 2.000 auto’s die her en der geparkeerd staan te takelen, neem je natuurlijk niet zomaar. Bovendien ontneem je mensen zo de mogelijkheid om te vertrekken, wat garandeert dat ze ter plaatse blijven. Die mogelijkheid is mij enkele keren aangereikt gedurende het weekend, maar dat bleek geen oplossing.

 

Om 18.00 uur werd een nieuw overleg gepland. Daar is de beslissing genomen om het gebeuren te gedogen, wat eigenlijk een te zachte uitdrukking is. Er werd wel gezegd om alsnog een eventuele tussenkomst te plannen op 1 mei, zonder verdere uitwerking van wat er dan zou moeten gebeuren. Vanuit de stad Sint-Truiden werd daarover toen wel gecommuniceerd via één persbericht. Ik vermeld dat even, want crisisbeheer heeft veel te maken met communicatie.

 

Vanzelfsprekend werd ik door mijn arrondissementscommissaris informeel op de hoogte gehouden van de feitelijkheden. Het was dus niet zo dat wij helemaal niets wisten. Het is echter een gemeentelijke aangelegenheid, zelfs geen gemeentelijke fase. De crisiscel kwam samen en ik werd op de hoogte gehouden van wat er allemaal bezig was, net zoals ook de minister op de hoogte wenste te worden gehouden. ’s Avonds om 19.41 uur hebben we nog contact gehad. Toen hebben we vastgesteld dat de minister contact had gehad met enkele diensten, inclusief Defensie. Ze heeft toen gezegd dat ze de zaak opvolgde en altijd beschikbaar was voor verder advies.

 

Om 20.24 uur heb ik ook nog contact opgenomen met het Nationaal Crisiscentrum, gewoon om hen in te lichten over de feitelijkheden, want door de berichten in de pers kon men zich vragen beginnen te stellen.

 

Dat is wat er op zaterdag is gebeurd, met de politionele fase in de crisiscel. Op zondagmorgen heb ik de provinciale fase ingeroepen. U kunt zich afvragen waarom dan precies of vragen waarom het geen gemeentelijke zaak is gebleven, zoals mevrouw de minister daarstraks zei.

 

Welnu, tijdens de nacht van zaterdag op zondag bleek het plots niet langer te gaan om een aanwezigheid van 3.000 tot 5.000 mensen, maar stelde men vast dat er 10.000 tot 15.000 bezoekers aanwezig waren. Op dat ogenblik waren reeds alle korpsen van alle politiezones van Limburg in actie. De crisiscel had namelijk beslist om in de diepte controles te doen, enerzijds om een ontradend effect te hebben op eventuele bijkomende bezoekers en anderzijds om wie toch nog vertrok van de baan te halen, wegens het gevaar op de weg door onder andere drugsgebruik en met het oog op de identificatie van de aanwezigen.

 

Vanwege de duidelijk grotere aanwezigheid van feestgangers op het terrein bleek er nood aan een multidisciplinaire structuur. Er was dan wel geen gemeentelijke fase ingeroepen in Sint-Truiden, maar ik vond een multidisciplinaire aanpak aangewezen. De ziekenhuizen werden namelijk geconfronteerd met een snel stijgend aantal medische interventies door excessief drugsgebruik. We waren beducht voor een nog grotere medische inzet want we wisten niet wat er nog allemaal zou kunnen gebeuren. Door de procedure werd meteen ook de capaciteit van het Sint-Trudo Ziekenhuis en naburige ziekenhuizen opgeschaald. De civiele bescherming is opgeroepen met het oog op een triage: niet iedereen diende overgebracht te worden naar het ziekenhuis, sommigen moesten gewoon hun roes uitslapen. De civiele bescherming heeft daarvoor gezorgd in loodsen in de buurt.

 

Een bijkomende reden voor het inroepen van de provinciale fase was de verhoogde mediabelangstelling, met druk van de publieke opinie, maar vooral ook een duidelijk voelbaar politiek wantrouwen. Vanuit de stad Sint-Truiden werd het dossier politiek opgeschaald. In plaats van de burgemeester de crisis te laten beheren, begon al wie politiek enigszins iets te betekenen had in Sint-Truiden contact op te nemen met diverse ministers uit de federale en de Vlaamse regering.          

 

Dat had natuurlijk een impact op het verdere verloop van de crisis. Dat moesten wij proberen op een goede lijn te krijgen. Ik wil u daarbij uitdrukkelijk meegeven dat het niet op verzoek van de burgemeester van Sint-Truiden was dat de provinciale fase is ingeroepen. Sint-Truiden wou immers nog altijd voortwerken vanuit de crisiscel. Aan de politieke kant begon men zelfs te twijfelen aan de te volgen strategie. Als dat gebeurt, is elke oplossing vanzelfsprekend ver zoek. Om die redenen heb ik dan ook beslist de provinciale fase in te roepen.

 

Conform alle regels hebben wij dan onmiddellijk het Nationaal Crisiscentrum op de hoogte gebracht, het crisisportaal nauwgezet bijgehouden en mevrouw Depuydt van het Crisiscentrum continu op de hoogte gehouden van wat er op het terrein gebeurde. Inzake de communicatie is er constant overleg geweest tussen mijn arrondissementscommissaris en Yves Stevens, de woordvoerder van het Nationaal Crisiscentrum.

 

Vanuit de provinciale crisiscel werden er drie vergaderingen belegd, dus drie vergaderingen in de provinciale fase op die dag, namelijk een vergadering ’s morgens om 12 u, een vergadering om 13.30 u en een vergadering om 21 u. Wat was onze strategie? Dat was immers een van de vragen. Ten eerste, het allerbelangrijkste op dat ogenblik was vandalisme en direct ongemak voor de buren maximaal te beperken via intensieve patrouilles in de omliggende wijken, het verbaliseren van wildparkeren – er werden 212 onmiddellijke inningen vastgesteld – en niet takelen. Zoals ik daarstraks heb opgemerkt, konden de aanwezigen het terrein in dat geval zeker niet meer verlaten. Dat was het eerste doel.

 

Het tweede doel was escalatie voorkomen en een snelle, vreedzame beëindiging van de illegale rave bekomen. Op de manier waarop wij dat hebben gedaan, kom ik zo dadelijk terug. Wij hebben gewerkt met een genegotieerd beheer van de publieke ruimte via onderhandelingen met de deelnemers en het opvoeren van de druk naar een politionele actie. Ik kom daar zo dadelijk nog op terug.


Het derde doel was de verkeersveiligheid handhaven en de toestroom ontraden. Net als de dag voordien werden daartoe de verkeersdispositieven in de diepte door alle Limburgse politiezones en de federale wegpolitie uitgezet.

 

Het vierde doel was het vormen van een beeld van het gerechtelijk onderzoek. Het is en blijft immers een illegale activiteit. Van bij het begin was het doel de verantwoordelijken te identificeren. Dat werd natuurlijk niet publiek gecommuniceerd. Wij doen dat alles immers niet met de fanfare op kop. Ondertussen kwam de communicatie echter wel van andere kanten. Wij hebben daarover vanzelfsprekend niet gecommuniceerd.

 

Wat was de wijziging van de strategie in de provinciale fase ten overstaan van deze op het lokale vlak? Wij hebben ervoor gekozen om te werken met de beschikbare politionele middelen. Ondertussen was dan wel de federale reserve daarbij betrokken. We hebben dan ook beslist om de ontruiming, indien mogelijk, dezelfde dag nog te doen. Om 10.00 uur hebben we de provinciale fase ingeroepen en hebben we beslist dat we die dag het terrein zouden proberen leeg te krijgen en geen derde nacht met lawaai te krijgen. Zoals ik u daarstraks heb gezegd, hadden we de garantie dat het anders een vierde nacht zou zijn, met de mogelijkheid om er acht nachten van te maken. Dat risico wilden we echt niet lopen en we hebben beslist om alles in het werk te stellen om dat nog diezelfde dag te doen eindigen. Dat werd wel onmiddellijk gecommuniceerd. Dus, één, beschikbare middelen, twee, ontruiming nog diezelfde dag, drie, een duidelijke communicatie. De communicatie was op dat ogenblik niet goed. We hebben daar heel duidelijk gezegd: dit kan niet, dit mag niet, dit moet zo snel mogelijk stoppen, we gaan daaromtrent actie ondernemen.

 

Wat was onze bedoeling? Dan kent u de hele strategie. We hebben op dat ogenblik beslist dat indien we het terrein gedeeltelijk leeg konden maken op zondag, maar nog niet volledig, we op maandagmorgen een show of force zouden tonen. Daarbij zouden we het terrein overvliegen met een helikopter vanaf zeven uur ’s morgens en een bezetting van het terrein doen met een groot dispositief, in burger en gewapend. Op dat ogenblik werd ook beslist om een sproeiwagen klaar te zetten om de show of force te laten zien. Gradueel gingen we dan opbouwen aan zichtbare interventiecapaciteit op het terrein, maar dan buiten de echte feestzone. Het doel was reactie teweegbrengen en de hopelijk op dat ogenblik ingezette vertrekbeweging te versterken. Het belangrijkste is wat we hebben ingezet op zondag, onmiddellijk nadat de vergaderingen beëindigd waren, om 14.15 uur. Van de kant van de politie is men begonnen met onderhandelingen door ploegen in burger die we op het terrein hebben gestuurd, om iedereen zo snel mogelijk te doen vertrekken. Daarbij probeerden we enerzijds de mensen te identificeren die daarachter staken, anderzijds te zeggen hoe alles uit de hand aan het lopen was of verder kon uitlopen. Ook behelsde dat de duidelijke mededeling dat als men die dag nog vertrok, men verder met rust zou worden gelaten, maar o wee wat er anders zou komen.

 

Op die manier werd verder onderhandeld. Wij hebben gezegd dat het voor ons in orde was als zondagavond vanaf 20.00 uur begonnen werd met de afbouw van de muziekactiviteiten en dat er vanaf 22.00 uur geen muziek meer gespeeld mocht worden. Maandagochtend om 06.00 uur moest het terrein leeg zijn.

 

Ik kan u bij dezen zeggen dat die aanpak gewerkt heeft. In antwoord op de vraag hoe de politiediensten gewerkt hebben, kan ik alleen antwoorden dat wij fier zijn dat zij dat op een goede manier hebben beëindigd.

 

Om 19.35 uur stelden wij namelijk vast dat de eerste voertuigen begonnen te vertrekken. Wij hebben er op dat ogenblik dan ook voor gekozen om het terrein met drones te overvliegen zodat de aanwezigen duidelijk wisten dat wij alles volgden. Om 21.00 uur hebben wij opnieuw vergaderd. Lopende die vergadering hebben wij kunnen vaststellen dat het terrein mettertijd steeds leger werd en dat men zich verzamelde rond twee podia, waar vooral nog Nederlanders aanwezig waren. Ook daar hebben we de druk een klein beetje kunnen opvoeren zoda stipt om 22.00 uur, zoals door ons gevraagd en door de politie onderhandeld, de muziek werd stopgezet. De aanwezigen begonnen toen het terrein te verlaten.

 

Communicatie vind ik belangrijk, zoals ik daarstraks al zei. Wij hebben één persconferentie gegeven bij het begin van de provinciale fase. We hebben drie persberichten uitgebracht om de buurt op de hoogte te brengen en om voor rust voor de buurtbewoners te zorgen. Die persberichten kunt u raadplegen.

 

De aanwezigen hebben het terrein verlaten. Wij hebben ervoor gekozen om mensen in de meest beschonken of gedrogeerde toestand natuurlijk niet de straat op te sturen. Zij mochten wat ons betreft hun roes ter plaatse uitslapen, als zij ’s anderendaags maar zouden vertrekken. Als wij hen hadden laten gaan, dan had dat tot zeer onveilige verkeerssituaties geleid.

 

Vanaf dat ogenblik hebben we ingezet op de nazorg. De opkuis van het openbaar domein hebben we ’s anderendaags gedaan, op maandagmorgen, met een sweeping waarvoor Defensie heeft ingestaan. De volledige opkuis heeft  geduurd tot 9 mei. Men heeft getracht om bepaalde schade rond het terrein die meestal met de draad te maken heeft, te herstellen.

 

Inzake de schadeclaims hebben wij samen met de stad Sint-Truiden beslist om een meldpunt in te richten waar buurtbewoners die schade hebben geleden, zich kunnen aanmelden. Dat was op maandag 1 mei.

 

Op dinsdag 2 mei hebben we vastgesteld dat de nacht rustig was verlopen, want we waren erop voorbereid dat die mensen zouden kunnen terugkomen, zoals in andere landen gebeurd is. Na die waakzame nacht hebben we om 9.30 uur de provinciale fase beëindigd. Om 10.00 uur hebben we een persconferentie gegeven.

 

De multidisciplinaire samenwerking heeft, zoals gewoonlijk, heel goed gewerkt. Ik ben daar zeer tevreden over. Ons credo is dan ook: heb vertrouwen in de bestaande crisisstructuren. Ik heb dat gedaan en ik ben daar niet in beschaamd geweest. Ik ben dus tevreden over hoe de provinciale fase is gelopen.

 

01.03 Minister Annelies Verlinden : Ik dank de gouverneur voor zijn uiteenzetting en voor de tussenkomsten – op zaterdag waren die nog informeel –, de goede communicatiedoorstroming en de uitgebouwde samenwerking, ook op zondag. Zo is dat grootschalig incident op minder dan 48 uur beëindigd zonder slachtoffers. Dat lijkt misschien vanzelfsprekend, maar dat is het niet, als men bijvoorbeeld kijkt naar de recente feiten in Frankrijk. Experts en onfortuinlijke voorbeelden uit het buitenland hebben ons gezegd en geleerd dat het ook anders had kunnen aflopen, als we het unanieme advies van de experts in de wind hadden geslagen en ons hadden laten leiden door politiek-strategische en niet door veiligheidsmotieven.

 

De gouverneur heeft al gezegd dat de site complex en groot is, met veel diverse toegangswegen. Het gaat ook om een verlaten militair domein waar geen technopreventieve maatregelen worden getroffen. Men kan zich daar vragen bij stellen maar die kunnen het best beantwoord worden door de minister van Defensie.

 

Le phénomène des rave-parties n'est pas nouveau. Il ne date pas d'hier dans le milieu Underground International. Ces fêtes gratuites sont accessibles aux initiés de la scène rave mais aussi aux visiteurs occasionnels. Aucune autorisation préalable n'est demandée et, la plupart du temps, de la musique électronique y est diffusée et la consommation de drogue en public par les participants fait de toute évidence partie de l'expérience.

 

Les initiés ne reçoivent les coordonnées de la fête que le soir même par exemple par sms, Instagram, Telegram ou d'autres canaux de communication fermés, ce qui est spécifique à la manière de procéder dans ce milieu. Il est impossible d'y accéder sans avoir de lien avec une personne du milieu et ces coordonnées mènent ensuite à un lieu isolé ou désaffecté, comme dans le cas présent au site militaire abandonné de Brustem près de Saint-Trond.

 

Un point de rendez-vous a peut-être été fixé avec les participants afin qu'ils se rendent en colonne sur le site. Le projet général était que, dès que le mouvement de présences sur place serait établi par la police locale, le vendredi soir le cas échéant, il y aurait déjà trop de personnes présentes pour que la police puisse mettre fin à l'événement facilement.

 

Le cadre d'action générale de la police dans ce type d'incident concerne la gestion négociée de l'espace public, comme défini dans différentes directives, et le principe général est que les rassemblements en plein air sont soumis aux lois de police en vertu de l'article 19 de la Constitution. Cela signifie que les citoyens souhaitant se réunir en plein air sont obligés de se soumettre au règlement de police décrété par le Conseil communal. Il en résulte que les évaluations d'un risque approfondi doivent être effectuées au préalable et qu'il doit y avoir une concertation entre les organisations, les autorités et les services de sécurité. Après quoi, un plan d'intervention de la police, un plan de mobilité et un plan d'intervention médicale sont mis en place. Le bourgmestre peut interdire le rassemblement au préalable ou même a posteriori s'il est estimé que les conditions de sécurité ne sont pas réunies.

 

 

Ook in Sint-Truiden ging het om een niet-aangekondigde en dus ook niet-vergunde illegale rave party. Dat is ook een vorm van die new ways of protesting, die we de laatste maanden en jaren vaker zagen. Ik kom hier later nog op terug, maar de filosofie van die new ways of protesting wordt samengevat met de quote: “In the new way of dealing with public protest, the most important thing for the police is not to win the fight, but to be able to avoid it”.

 

Dat brengt mij bij de eigenlijke ordehandhaving. De gouverneur heeft net in detail beschreven hoe de vaststellingen en de alarmering over dat incident hebben plaatsgevonden. In de eerste plaats waren er alarmeringen door buurtbewoners om 23 u vrijdagavond via de 101-noodcentrale. Die werden vervolgens beheerd door de centrale politiezone van Sint-Truiden, Gingelom en Nieuwerkerken, onder regie van de burgemeester. Er werd dan bijstand gevraagd van de omliggende politiezones, maar tevens expertise van de federale politie en vanaf zaterdag ook manschappen van de federale politie.

 

Er werd ook goed samengewerkt met de federale politie. De DirCo was onmiddellijk op de hoogte en betrokken en heeft ook de commissaris-generaal van de federale politie in de loop van het weekend op de hoogte gehouden. De commissaris-generaal heeft ook ons kabinet op de hoogte gehouden, naast de rechtstreekse contacten die we hadden. Hij heeft ons geïnformeerd over alle beslissingen en evoluties vanaf zaterdagochtend.

 

Het is inderdaad zo dat het publiek zeer internationaal is. Dat is trouwens eigen aan die rave party’s. Er bestaat echt een Europese rave scene van Nederlanders, Fransen, Duitsers en mensen die zelfs van nog verder naar Sint-Truiden kwamen.

 

De gouverneur heeft net de flyer aan de voorzitter van de commissie overhandigd. Dat is toch wel tot de verbeelding sprekend. Daarin staan de instructies en afspraken die worden gemaakt over alle onderdelen van wat zich dat weekend kan afspelen en ook de codes of conduct, de gedragsregels tegenover de politie. Men roept op om zich te verenigen en samen te gaan zitten om het materiaal en elkaar te beschermen. Men kan zich daar wel iets bij voorstellen, zeker na de beelden die we zagen uit het buitenland. Men kan zich ook voorstellen dat het voor de politie niet evident is om dat vreedzaam aan te pakken, in dit geval ook omdat er verlaten militaire installaties, loodsen en torens aanwezig waren. Als men zich daarin gaat verschansen, is het uiteraard niet evident voor de politie om dat op een ordentelijke manier te laten aflopen.

 

De politiediensten hebben ons meegedeeld dat ondanks het feit dat wordt aangenomen dat ravers niet de intentie hebben om schade aan te richten aan de omgeving of aan derden, er wel een verontrustende toxische sfeer hangt die volgens analyses ook snel kan omslaan wanneer er op een agressievere manier wordt opgetreden door orde- en veiligheidsdiensten. Die analyse gaat niet alleen uit van de overtuiging van de diensten, ze gaat ook uit van het excessief drank- en drugsgebruik, wat klaarblijkelijk hoort bij de beleving van een dergelijke party. Daarom is, zoals de gouverneur net zei, van bij het begin ingezet op genegotieerd beheer. Dat betekent uiteraard niet dat er veel onderhandeld is, dat moeten we ons daar absoluut niet bij voorstellen, wel dat er wordt ingezet op vreedzame manieren om de ravers te overtuigen te vertrekken, eerder dan op een hardhandige ontruiming, wat tot escalatie kan leiden.

 

De bedoeling was dus altijd om het incident binnen afzienbare tijd gecontroleerd te laten beëindigen en uiteraard ook inbreuken ter plekke te verbaliseren. Zoals de gouverneur al zei, het gecontroleerd beëindigen van die raveparty valt uiteraard niet gelijk te stellen met het accepteren of het tolereren ervan, want dat doen we voor alle duidelijkheid niet. Het gecontroleerd laten beëindigen valt evenmin gelijk te stellen met niet sanctioneren van de overtredingen en inbreuken die begaan worden door de ravers ten aanzien van de omgeving en het aldaar nog aanwezige materieel. Wij zullen uiteraard wel sanctioneren en de overtreders daarop aanspreken. Het gecontroleerd beëindigen is evenmin strijdig met het streven naar een beperking van de overlast voor de omwonenden en de omgeving, waarop steeds werd ingezet, onder meer door patrouilles in de omgeving. Op de beperking van de overlast kom ik nog terug.

 

Het is, wat u niet zal verbazen, een delicate evenwichtsoefening die in de eerste plaats wordt gemaakt op basis van een risicoanalyse door de experts ter plaatse, waarbij rekening wordt gehouden met een heel groot aantal elementen, zoals - zonder ze allemaal te herhalen - de complexiteit van het terrein, de uitgestrektheid, de aanwezigheid van loodsen, maar ook het vermijden van een langdurige veldslag. Ik kwam de DirCo vorige week nog tegen in Limburg. Hij zei dat niet valt uit te sluiten dat een hardhandig politieoptreden net nog meer op agressie beluste bezoekers aantrekt, waardoor het incident wordt uitgespreid in de tijd en de ordediensten daarmee geconfronteerd zouden worden. Sta me toe om ter vergelijking aan te geven dat er, op basis van tellingen en voor een deel ook een inschatting, bij La Boum zowat 2.000 deelnemers waren, waarvoor 600 politiemedewerkers waren opgetrommeld. Voor een evenement met 3.000, 5.000 of 10.000 deelnemers op een dergelijk terrein moeten dus enorme hoeveelheden politiemedewerkers opgeroepen worden, mochten we al willen dat aan het evenement op een hardhandige manier een einde wordt gemaakt.

 

Een van de inschattingen was effectief dat als men hardhandig zou ontruimen, meer mensen onder invloed van drank of drugs in hun wagen zouden worden geduwd om te vertrekken in plaats van hun roes uit te slapen om dan te vertrekken. Uiteraard kunnen we niet uitsluiten dat er wagens zijn vertrokken met bestuurders onder invloed van drank of drugs, daar moeten we eerlijk over zijn, maar hardhandige ontruiming zou dat fenomeen zeker niet verbeterd hebben, integendeel zelfs.

 

Mijnheer Depoortere, u heeft gevraagd waarom de politie niet heeft opgetreden tegen de organisatoren of de deelnemers. Het is niet correct dat er niet zou zijn opgetreden, maar uiteraard was er ordehandhaving, niet op een impulsieve of agressieve manier, maar wel op een doordachte wijze. Daarenboven zal er gerechtelijk onderzoek worden gevoerd en zullen er sancties worden uitgesproken tegen de geïdentificeerde overtreders. Het niet hardhandig uiteendrijven van de rave party is niet gelijk te stellen aan het niet sanctioneren van de overtreders: dat moet uiteraard wel gebeuren. Het is absoluut noodzakelijk dat de justitie een gepast gevolg geeft aan de overtredingen daar.

 

Verschillende leden hebben vragen gesteld over de bijkomende capaciteit die vanuit de politie naar het incident werd gestuurd. De geïntegreerde politie heeft gedurende het hele weekend 530 voltijdsequivalenten ingezet, ongeveer fiftyfifty verdeeld over de lokale politiezones, niet alleen die van Sint-Truiden maar ook de naburige, en de federale politie.

 

Je ne répéterai pas ce que M. le gouverneur a dit concernant la gestion de l’incident le samedi 29 avril, avec les réunions de coordination sous la régie de Mme la bourgmestre.

 

Dès le samedi, la police judiciaire fédérale du Limbourg a mené une recherche minutieuse sur le web afin de retrouver les organisateurs de la rave party. Mais comme nous l’avons déjà expliqué, ce ne fut pas facile étant donné qu'il s’agissait de réseaux fermés.

 

Des patrouilles de police locale et fédérale ont aussi été effectuées le samedi et le dimanche, avec le renfort de collègues des zones locales et la police fédérale. Comme nous venons de le mentionner, les principales routes d’accès au domaine ont été contrôlées et fermées au transport motorisé par la police militaire, et ce, dans le but de dissuader les visiteurs de se rendre sur le site.

 

La police locale a patrouillé dans les environs immédiats. Ces patrouilles avaient pour but principal de limiter au minimum les perturbations et les nuisances dans le secteur et de verbaliser le stationnement sauvage. La réserve fédérale et la police fédérale de la route ont été sollicitées et sont restées dans les environs non immédiats afin de mener des actions de dissuasion.

 

Dans le cadre de ces opérations, des voitures ont été retirées de la circulation et des contrôles ont été effectués afin de déceler la présence de drogue, d'alcool, de fausses plaques d’immatriculation et de documents illégaux. Ces contrôles ont été effectués à la fois sur les véhicules qui se dirigeaient vers la rave party et sur ceux qui la quittaient. Des actions visaient à assurer la sécurité routière autant que possible.

 

Le samedi matin, il a également été décidé de dépêcher des ambulances sur le site, compte tenu de l’état de santé potentiellement grave de certains visiteurs.

 

Comme expliqué, à 13 h, une nouvelle réunion de coordination a été organisée par le dirco pour définir une approche coordonnée des actions. Il a été demandé à toutes les zones de police mobilisées de se concentrer au maximum sur les dispositifs de circulation à proximité de la rave party, tant pour le trafic entrant que sortant. Une attention particulière a été accordée à la possession de drogue, à la conduite sous influence et à la présence de matériel de nature à suggérer l’organisation d’une rave party.

 

Entre-temps, une plateforme de coopération a aussi été créée entre les services des zones de police concernées, la police judiciaire fédérale, le Service Général du Renseignement et de la Sécurité et la Direction centrale de la lutte contre la criminalité grave et organisée de la police fédérale afin de recueillir toutes les informations possibles.

 

Le samedi après-midi et en soirée, des mesures ont été prises afin d'empêcher un éventuel retour des participants le lundi et, également, de nettoyer le site. Pour la nuit de samedi à dimanche, il a été décidé de déployer une capacité policière supplémentaire dans deux sections de la réserve fédérale: une section du corps d'intervention de Bruxelles et une équipe du corps d'intervention de Louvain.

 

Il importe également de souligner que, durant le week-end, plusieurs représentants ont sillonné le terrain et ont établi des contacts fréquents avec les raveurs pour les sommer de quitter les lieux. L'absence d'organisateur identifiable a constitué l'un des aspects ayant compliqué l'action de la police. Nos policiers en civil ont ouvert le dialogue avec les pseudo-ingénieurs du son, les DJ's et les visiteurs présents. Il leur a été indiqué que les services de secours ne pouvaient pas garantir leur sécurité ni leur santé dans ces circonstances, notamment à cause de la présence de drogues et de la difficulté d'accéder au terrain. Dès lors, ils ne pouvaient pas leur offrir un encadrement adéquat en cas de problème.

 

Zondagochtend is, zoals de gouverneur zei, de crisiscel opnieuw in overleg gegaan in aanwezigheid van de gouverneur. Er is ook veelvuldig overleg geweest tussen de diensten en het kabinet. Toen is effectief beslist, op initiatief van de gouverneur, om op te schalen naar de provinciale fase van het crisisbeheer. De gouverneur heeft net goed aangegeven dat een van de zorgen daarbij de communicatie was, maar ook de bezorgdheid van de omwonenden die volstrekt begrijpelijk is omdat zij werden geconfronteerd met overlast. Dat betekent dat de gouverneur de leiding van het crisisbeheer heeft genomen. Enkele uren later, dezelfde dag nog, is het incident beëindigd dankzij het optreden van de gouverneur.

 

Het aantal ravers op zondag werd ingeschat op 10.000. Sommigen spreken van 15.000 ravers, maar dat is afhankelijk van de telling.

 

Vanaf zondag is heel snel ingezet op onderhandelingen en de vreedzame beëindiging om zeker geen derde nacht te hebben met overlast voor de omgeving en de natuur. De boodschap die de gouverneur net heeft uiteengezet, was zeer duidelijk: er moest worden gestopt en uiterlijk maandagochtend moest alles zijn opgekuist en ontruimd. Het aanvoelen was dat de feedback daarop positief was. Vanaf zondagmiddag werd ingeschat dat een escalatie van het incident niet in de lijn der verwachtingen lag en dat zou kunnen worden uitgekeken naar een vreedzame beëindiging.

 

Uiteraard hebben wij parallel niet geaarzeld om de nodige voorbereidingen te treffen indien toch een offensieve actie nodig zou zijn geweest op maandagochtend, hopend dat dat voor kleinere groepen ravers zou zijn dan het grootste aantal dat er aanwezig was. Daarbij werd ook Defensie ingezet, niet in de eerste lijn, want daar heeft Defensie niet de bevoegdheid en de opleiding voor. Wij moesten absoluut voorzichtig zijn om dat niet te laten escaleren, maar Defensie werd wel ingezet in de tweede lijn, aangezien het uiteraard ook ging om de beveiliging van haar eigen domein.

 

Er werd ondertussen ook gepatrouilleerd en gecontroleerd op de invalswegen. Er werden heel wat onmiddellijke minnelijke schikkingen uitgeschreven ten aanzien van bestuurders onder invloed. Voor de bestuurders of de mensen met grote hoeveelheden drugs in hun bezit werd een arrestatie en een eventuele voorleiding gevraagd.

 

Daarnaast heeft de regional computer crime unit van de federale politie verder gespeurd naar organisatoren. Er werden ook drones ingezet om de nummerplaten van de bezoekers te identificeren.

 

Vanaf zondagavond zijn dan heel veel voertuigen van ravers vertrokken. De inschatting is dat zondagavond om 21.00 uur nog ongeveer 3.000 mensen aanwezig waren bij die twee podia. Daardoor werd wel bevestigd dat de aanpak en alle inschattingen en inspanningen van de lokale en federale politie die inzetten op een vreedzaam vertrek, hebben opgeleverd. Er kon op dat moment ook worden vastgesteld dat de geluidsinstallaties werden afgebroken.

 

Om 22.00 uur à 23.00 uur waren alle podia en geluidsinstallaties afgebroken. In de nacht van zondag op maandag was de grootste groep ravers vertrokken. In die nacht werden nog ongeveer 400 personen en ongeveer 200 voertuigen gecontroleerd.

 

Maandagochtend waren er op het terrein nog ongeveer 50 voertuigen en net erbuiten nog ongeveer 40. De resterende ravers werden aangemaand om te vertrekken. Zij werden onder begeleiding van Defensie en politie weggeleid. Alles verliep rustig.

 

Daarna is er nog een sweeping uitgevoerd op het terrein door politie en Defensie, waarbij de achtergebleven personen en voertuigen naar de uitgang werden begeleid. Opnieuw verliep alles rustig.

 

Omstreeks 14.00 uur op maandag kon worden vastgesteld dat alles was afgerond.

 

Ondanks de mededeling op de flyer was er toch nog afval aanwezig op het terrein. De stadsdiensten hebben het openbaar domein opgeruimd. Het terrein van Defensie werd door Defensie zelf opgeruimd.

 

Des questions ont été posées au sujet des interventions médicales. Pendant le week-end et lorsque les visiteurs ont quitté le site, tout s'est déroulé sans heurt. Je tiens toutefois à souligner que l'événement a créé une situation médicale et sanitaire irresponsable, en plus de toutes les infractions constatées telles que les nuisances sonores, l'entrée illégale dans un domaine militaire, l'organisation d'une fête illégale et la consommation de drogue. En effet, de la drogue a été consommée publiquement en grande quantité sur un site dépourvu d'installations sanitaires. Durant le week-end, des équipes du SMUR ainsi que des ambulances supplémentaires ont été mises à disposition. Les interventions sur le terrain ont été compliquées par la consommation de drogue, la taille du site et le nombre des chiens en liberté. Au plus fort de l'évènement, huit interventions médicales ont été menées par heure. Au total, neuf personnes ont été admises aux urgences. Les pompiers étaient également sur place pour secourir des raveurs, si cela s'était avéré nécessaire, mais aucun incident majeur n'a été à déplorer. 

 

Mevrouw Ingels, u had een vraag over de inzet van Defensie ten aanzien van het incident. Het militaire domein heeft drie grote officiële toegangen en verschillende kleinere. Uit de beschikbare informatie blijkt dat de site niet langer bewaakt werd door Defensie. Voorts zijn er ook geen camera’s of privébewaking aanwezig, buiten een ANPR-camera op een lagergelegen weg.

 

Ik heb de minister van Defensie intussen gevraagd naar haar intenties of evaluatie ten aanzien van de bewaking van verlaten militaire sites om een herhaling van de feiten op andere militaire domeinen te voorkomen. Dat is in de eerste plaats een bevoegdheid van Defensie.

 

Na de eerste vaststellingen op vrijdagavond werden de toegangen in de eerste plaats bewaakt door medewerkers van de lokale politie. Op zaterdag is dan aan de provinciecommandant van Defensie gevraagd om die taak te laten overnemen door de militaire politie opdat de lokale en federale politiepatrouilles zich zouden kunnen richten op de bewaking van de omgeving en het tegenhouden van de bewegingen naar het domein toe. Op zaterdag zijn daarvoor 16 personeelsleden van de militaire politie ingezet en op zondagavond vanaf 22.00 uur, voor de sweeping en het vrijmaken van het terrein, is een groep van 120 militaire personeelsleden bijstand komen verlenen. Daarover waren op zaterdag al afspraken gemaakt. Die mensen moesten zich voorbereiden. Voorts zijn er 100 VTE’s van het Regiment Ardeense jagers, dat tot Defensie behoort, stand-by gebleven, mocht het tot een ontruimen zijn moeten komen. Deze heeft echter niet plaatsgevonden.

 

Dan kom ik tot de nazorg van de buurtbewoners en andere slachtoffers en de noodzakelijke bestraffing van de daders. Een geweldloze ordehandhaving tijdens de feiten betekent wat mij betreft allerminst dat daders, organisatoren en deelnemers vrijuit kunnen gaan. Er is nu een belangrijke fase aangebroken waarin schade moet worden vergoed en de verantwoordelijken moeten worden gestraft.

 

J'en viens aux questions de MM. Rigot et Depoortere et de Mme Taquin sur les arrestations effectuées. Une instruction a été ouverte par la police locale de Saint-Trond sous la direction du parquet du Limbourg. Grâce au déploiement de plusieurs dispositifs de circulation dans les environs indirects, la police fédérale de la route a effectué des contrôles routiers le 1er mai, après l’événement près de la frontière belgo-néerlandaise. Cinq suspects dont l’un des organisateurs présumés de cette rave party ont été interceptés. Leurs véhicules transportaient des groupes électrogènes et du matériel d’installation pour les scènes et l’éclairage. Des stupéfiants allant de l’ecstasy au cannabis en passant par l’héroïne et la cocaïne ont été retrouvés dans chaque véhicule. L’une des plaques d’immatriculation avait été recouverte de papier adhésif afin d’échapper aux contrôles ANPR. Deux autres suspects ont été interceptés dans un camion de location par la police locale de Bilzen-Hoeselt-Riemst. L’un d’entre eux travaillait comme DJ lors de la rave. Les occupants ont fait l’objet d’une arrestation judiciaire et ont entre-temps été interrogés.

 

En ce qui concerne les poursuites pénales, je vous invite à vous adresser à mon collègue, le ministre de la Justice.

 

In totaal werden tijdens dit weekend zeven personen die te linken zijn aan de organisatie van de rave party gerechtelijk gearresteerd. De betrokken lokale politiezones hebben de verdachten verhoord op basis van een uniforme vragenlijst. De strafbare feiten die hen ten laste zouden kunnen worden gelegd, zijn het uitvoeren van commerciële activiteiten zonder vergunning, het illegaal betreden van een militair domein, wat een overtreding van artikel 120 van het Strafwetboek is, en inbreuken op de bijzondere milieuwetgeving.

 

Ook de schade die aan de gewassen, de militaire installaties en de privé-eigendommen is toegebracht, zal op de geïdentificeerde organisatoren kunnen worden verhaald. Dat zal ook gelden voor de kosten van de inzet van de hulpdiensten, de gemeentediensten en de Ardense Jagers te Paard, het opschalen van de capaciteit van de ziekenhuizen in de periferie, de inzet van ambulances en het tijdelijk stilleggen van het vliegverkeer boven de site, wat ook moest gebeuren. Dit behoort uiteraard tot de bevoegdheid van de minister van Justitie. Ik kan daar dus niet verder op ingaan.

 

Mijnheer Depoortere, mijnheer Rigot, ik wil mijn antwoord op uw vraag naar de politiestatistieken samenvatten en nogmaals de aanwezige politiemensen en de diensten bedanken voor hun werk. Na hun operationele aanwezigheid op het terrein volgt uiteraard nog een aanzienlijke administratieve werklast om al die processen-verbaal af te werken met het oog op het sanctioneren van de betrokken. Ik denk dat het een belangrijk signaal zal zijn als de justitie hier op korte termijn een gepast gevolg aan kan geven om op die manier ook nieuwe initiatieven te ontraden.

 

In totaal zijn door de politiediensten 677 personen en 324 voertuigen gecontroleerd. U moet ook weten dat niet alle ravers met identiteitskaarten naar die rave party zijn gekomen. Dat was dus tijdsintensief. Ook op het terrein zelf, bij controles in de perimeter en in de diepte, werden 397 processen-verbaal tegen deelnemers opgesteld. Met het oog op de tijd zal ik u de cijfers van de pv’s in het verkeer schriftelijk bezorgen.

 

Mijnheer Depoortere en mevrouw Taquin stelden vragen over de aangerichte schade en op wie die zal kunnen worden verhaald. Er kon inderdaad schade aan het militair kwartier worden vastgesteld. Ik heb geen inventaris van alle materiële schade die is aangericht aan de installaties, de omheining of de toegangspoorten. Dat zal de minister van Defensie wellicht kunnen vertellen. Wel werd een deel van de nabijgelegen landingsbaan gebruikt door de burgerluchtvaart en privébedrijven. De federale politie heeft het DGLV een tijdelijk vliegverbod gevraagd en dat ook gekregen, wat uiteraard een kostprijs heeft. Die kan volgens mijn informatie ook op de inrichters en de overtreders worden verhaald. Het Vlaams Agentschap voor Natuur en Bos werd gelast met het inventariseren van de milieuschade aan de omgeving.

 

Uiteraard mag niemand van de buren en in de ruimere omgeving nu in de steek worden gelaten. Er moet eveneens opvolging gegeven worden aan de mensen die schade hebben geleden. Dat is een van de lessen die wij allen getrokken hebben uit de voorbije crisissen, de overstromingen maar ook andere evenementen. Ik hecht zelf heel veel belang aan de begeleiding van de slachtoffers van de illegale rave party.

 

De gemeente Sint-Truiden zal de opvolging doen. De getroffen buurtbewoners kunnen met hun klachten terecht bij een specifiek meldpunt, ingericht door de stad. Er is op de website van de stad ook een schadeformulier beschikbaar. De buurtbewoners kregen, met behulp van de gemeenschapswachten, een flyer in de bus met alle mogelijke informatie.

 

Gepaste nazorg voor mensen in de buurt zal nu noodzakelijk zijn, zowel materieel als immaterieel. De gebeurtenissen hadden een grote impact op de omgeving, die normaal zeer rustig en vredevol is. Ik begrijp uiteraard ook de frustratie die dit met zich meebracht. Hoewel wij steeds gehandeld hebben met prioritair oog voor de veiligheid, ook van de omgeving en de buurtbewoners, ben ik mij ervan bewust dat dit antwoord op het ogenblik van de feiten niet iedereen onmiddellijk voldoening heeft geschonken. Wij moeten daar als overheid blijvend aandachtig voor zijn. Dat is ook de reden waarom de gouverneur zo sterk heeft ingezet op communicatie, bijkomende communicatie op zondag. Het is ook belangrijk dat wij na afloop niemand in de kou laten staan.

 

Ik wil afsluiten met enkele reflecties. Het is uiteraard duidelijk dat zulke party’s niet door de beugel kunnen en dat de betrokkenen een gepaste sanctie moeten krijgen. Niemand trekt in twijfel dat deze illegale bijeenkomst schadelijk is geweest voor de buurtbewoners en voor de natuur.

 

Ik begrijp ook dat er op het moment van de feiten een grote ongerustheid was bij de omgeving. De omgeving kan hopelijk nu op bijstand en opvolging rekenen. Ten aanzien van hen wil ik ook bevestigen dat tijdens de feiten alle mogelijke scenario’s voor een spoedige beëindiging maar ook voor de ordehandhaving besproken zijn. Het is echter zo dat de experts op het vlak van ordehandhaving het allemaal eens waren over die gekozen aanpak, de vreedzame aanpak in plaats van het gebruik van hardhandig geweld, wat het incident en de overlast voor de omgeving mogelijk alleen nog maar groter had doen worden.

 

Dat de ravers het terrein zondagavond hebben verlaten en dat het niet tot een veldslag is gekomen, bevestigt dat deze aanpak van genegotieerd beheer op dat moment de beste keuze was.

 

La semaine dernière, j'ai entendu de nombreuses comparaisons avec "La Boum" au Bois de la Cambre. Je tiens cependant à préciser que les deux événements sont totalement différents.

 

Pour "La Boum", les négociations avaient été entamées en vain par la police. Les participants n'avaient rien de comparable et l'heure et le lieu étaient connus au préalable par la police. Nous savions également à l'avance qu'il s'agissait d'émeutiers.

 

En outre, je souhaite examiner de manière critique comment un méga-événement de 10 000 visiteurs peut être organisé sans que nos services de sécurité et de renseignement en soient informés à temps. Pendant l'événement, il est apparu que la rave party avait été préparée pendant trois mois de manière professionnelle avec l'intention manifeste de tromper les services de police. Le matériel était également prévu pour être déployé très rapidement. Par ailleurs, les organisateurs ont pour objectif et pour habitude de faire preuve de discrétion.

 

Collega’s Depoortere, Ingels en Taquin, u hebt gevraagd of er voorafgaand informatie voorhanden was en waarom de politie en de veiligheidsdiensten niet op de hoogte waren van de oproepen binnen de rave scene. Dat is een voor de hand liggende vraag die ik overigens zelf die zaterdag en zondag onmiddellijk en ook meermaals heb gesteld. Op basis van de beschikbare informatie moeten we besluiten dat de politiediensten niet op voorhand op de hoogte waren. Dat is trouwens ook de bedoeling van die ravers.

 

Dat heeft ook te maken met het feit dat er vandaag geen wetgevend kader bestaat om politiediensten op voorhand informatie te laten vergaren op gesloten fora wanneer het gaat om ordehandhaving. De wetgeving, die uiteraard ook onze privacy beschermt, laat niet toe om zomaar anoniem en actief informatie te vergaren of te infiltreren op het internet als er geen strafrechtelijk onderzoek of een strafrechtelijke component voorhanden is.

 

In het gerechtelijk domein kunnen we met de toepassing van de BOM-methode successen behalen. Dat is onlangs nog gebleken naar aanleiding van die verijdelde aanslag. Daar is een wettelijk kader voorhanden om diepgaandere onderzoeksdaden zoals een telefoontap, undercoveracties of observaties uit te voeren. Dan rijst dus de vraag of we een BAM-wetgeving willen uitwerken, zodat de politie om redenen van ordehandhaving kan infiltreren in gesloten groepen op het internet. De discussie zal dan ook zijn of we met betrekking tot deze materie voldoende garanties voor de privacy kunnen bieden. De vraag moet worden gesteld wie dan een toestemming kan krijgen om te infiltreren in die groepen en wie de controle op de uitvoering van die methodes zal kunnen verzekeren. Het gaat dan immers niet om een gerechtelijk onderzoek, waarvoor het parket of een onderzoeksrechter verantwoordelijk is, maar wel om een bestuurlijk onderzoek, wat toch een heel andere aangelegenheid is. De proportionaliteit en subsidiariteit van mogelijke methodes en maatregelen zullen dus heel nauw omschreven moeten worden.

 

À défaut d’un tel instrument, d’autres techniques sont utilisées, que je tiens à souligner. La police scrute en permanence les canaux des réseaux sociaux. À cette fin, les real-time intelligence centers, entre autres, ont été mis en place dans le cadre des SICAD, ainsi que la Internet referral unit de la police judiciaire fédérale.

 

Les Regional computer crime units (RCCU) mènent en outre des recherches OSINT (open source intelligence). Il convient de préciser qu’il s’agit de sources ouvertes, auxquelles n’appartient pas le volume internet fermé.

 

Nos services de police n’ont pas trouvé de messages concrets sur cette rave party dans les sources ouvertes, ce qui montre que les communications ont été menées dans des groupes très fermés ou privés, et/ou dans des mouvements de rave étrangers. C’est d’ailleurs l’objectif poursuivi par ces plateformes.

 

Cet événement a également démontré la nécessité de disposer d’outils performants pour surveiller les réseaux sociaux et le dark web. Nous obtenons actuellement d’excellents résultats avec ces outils sur le plan judiciaire.

 

Pour conclure, je voulais évoquer le projet lié aux new ways of protesting. Dans une société où la technologie évolue à toute vitesse, la gestion des événements sans organisateur précis constitue un défi pour nos services de sécurité de la police. Notre réseau virtuel est extrêmement étendu et de nombreux messages virtuels appellent les gens à faire la fête, à manifester, à partager des messages avec leur famille et leurs amis. Chaque jour, des messages sont sans doute likés des milliers, voire des millions de fois. Il n’est dès lors pas évident de distinguer si un événement aura réellement lieu ou pas. Que signifie encore un like sur le post d’un organisateur d’événement: que vous allez venir à l’événement ou que vous aimez le fait qu’un événement soit organisé?

 

Om deze new ways of protesting beter te begrijpen, worden 8 workstreams doorlopen over de verschillende aspecten, zoals het verzamelen en beheren van informatie, de verhoging van de mobilisatiecapaciteit in minder dan 24 uur, de verhoging van de kwaliteit van de risicoanalyses, nieuwe technologieën, good practices, GDPR-opleidingen, communicatiestrategiemiddelen en tactieken in het genegotieerd beheerconcept en de eenheid van beleid en eenheid van commando. Daartoe worden momenteel 2 omzendbrieven herwerkt, betreffend genegotieerd beheer van de publieke ruimte, waarbij de operationalisering van het referentiekader van het genegotieerd beheer wordt herbekeken. De werkgroep zit in een eindfase en zal weldra haar resultaten voorleggen.

 

Dit was uiteraard geen onschuldige lokale fuif in een parochiezaal. Dit was een illegaal georganiseerd evenement waarop een grote menigte aanwezig was en waar veel drank en drugs werden gebruikt. Dit incident heeft ook een heel grote politiecapaciteit gevergd. Ik reken nu op strenge, snelle en kordate afhandeling door Justitie. Incidenten als dit mogen nooit ongestraft kunnen plaatsvinden. Weliswaar zijn gebeurtenissen als deze ook een potentieel kruitvat voor geweld. In het buitenland leerde men per negatieve ondervinding de explosiviteit van dergelijke situaties kennen. De vele ‘adviezen’ die werden geopperd in de media, ook vanuit politieke hoek, van economen, politicologen hadden tot ronduit gevaarlijke toestanden kunnen leiden voor politie en deelnemers. Ik heb voor dit evenement samen met de gouverneur de vele politieke en mediatieke ballonnetjes laten passeren. Ik heb besloten om die te laten voorbijgaan in de plaats van die in ons gezicht te laten ontploffen op het terrein. Wel heb ik mijn volste vertrouwen geschonken aan het lokale en provinciale niveau, aan de echte experts in ordehandhaving die jarenlange ervaring hebben. Zij hebben bewezen met de afloop van dit incident ons vertrouwen meer dan ooit waard te zijn. Nogmaals is gebleken dat de beste stuurlui aan wal staan.

 

Ik zal dus eindigen waarmee ik begonnen ben, namelijk alle partners te bedanken voor hun samenwerking, maar ook bij tijden hun koelbloedigheid en hun inzet op het terrein. Ik dank nogmaals de gouverneur om hier aanwezig te zijn en zelfs zijn dagschema nog wat uitgerekt te hebben om bij ons te blijven, ook tijdens mijn toelichting.

 

De voorzitter: Mevrouw de minister, ik heb u lang aan het woord gelaten in uw antwoord. Ik wou niet het verwijt krijgen dat de leden het zonder een deel van het antwoord moesten stellen omdat ik u zou hebben afgebroken.

 

Ik dank de gouverneur voor zijn deskundige uitleg omtrent het verloop van de gebeurtenissen, en wat men op provinciaal niveau in respons hierop heeft ingeroepen.

 

Het betreft hier een gedachtewisseling en ik geef dus de fracties het woord, van groot naar minder groot.

 

We beginnen meteen met de N-VA.

 

Ik zou willen vragen beknopt te zijn. Ikzelf heb weliswaar de tijd, maar we zitten nu eenmaal met een negental fracties. Tien tot vijftien minuten per fractie zou moeten volstaan, denk ik.

 

01.04  Yngvild Ingels (N-VA): Dank u wel, mijnheer de gouverneur en mevrouw de minister; voor de inderdaad lange uitleg.

 

Ik ga de opdeling van mevrouw de minister overnemen: de totstandkoming van de rave, de strategie voor het beheer van de openbare orde tijdens het weekend zelf en de nazorg.

 

Ik zal vooral lang stilstaan bij de totstandkoming van de rave omdat die bij mij de meeste vragen oproept. Hoe kan zoiets? Als we luisteren naar de feiten die u naar voren hebt gebracht, dan horen we dat het om een professionele organisatie gaat die heel ervaren is in het organiseren van dat soort party’s. Zij hadden zich al drie maanden lang voorbereid en hadden heel wat materiaal mee. Dan is de grote vraag: hoe kan het dat daar geen informatie over te vinden was? Het mag dan om besloten groepen gaan, maar er zijn ook veel mensen de grens over gekomen vanuit Nederland, Frankrijk en Duitsland. Er was heel wat activiteit. Dat gebrek aan informatie is voor mij een groot vraagteken.

 

Iets anders wat vragen bij mij oproept is dat niemand de activiteit gezien heeft die zich vrijdag ontplooid heeft: de organisatoren hebben muziekinstallaties, podia, noodgeneratoren aangevoerd – toiletten waren ze blijkbaar vergeten, dat hebben de dassen op het domein mogen voelen – iets waar grotere voertuigen voor nodig zijn. Op een bepaald moment zijn honderden voertuigen op het terrein aangekomen. Het lijkt me onvoorstelbaar dat niemand van de buurtbewoners de lokale politie heeft gebeld of dat geen politiepatrouille die beweging heeft opgemerkt. En hoewel het domein niet meer actief door Defensie gebruikt wordt, blijft het wel een reservedomein, dat nog moet kunnen dienen als een andere luchthaven uitvalt en dat dus nog niet compleet is afgeschreven. Dat er vanuit Defensie geen enkele vorm van technologische beveiliging was of dat er geen patrouilles waren, en dat niemand die vrijdag iets gemerkt heeft van het neerzetten van die installaties, vind ik dus heel vreemd.

 

Dat men niet meer kan ingrijpen zodra daar vijf-, acht- of tienduizend mensen zijn, begrijp ik natuurlijk, maar zolang de opstelling bezig is met honderd of tweehonderd mensen, kan er wel nog opgetreden worden. Er hadden dan installaties in beslag genomen kunnen worden. Dat is wat voor mij het meest wringt.

 

U spreekt van de ‘new wave of protesting’: ‘avoid the fight’, dan hoeven we hem niet te winnen. Helemaal akkoord, maar hoe zullen we vermijden dat dat opnieuw gebeurt? Ik ben heel blij dat bepaalde organisatoren zijn geïdentificeerd en dat we de kosten op hen kunnen verhalen en dat zij de gepaste straffen krijgen, maar ze zullen waarschijnlijk niet de enigen zijn. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat dit soort zaken niet meer gebeurt? Dat is voor mij het belangrijkste.

 

We kunnen niet ontkennen dat er daar een toename van activiteit is geweest. Hoe kan het dat niemand dat heeft gezien? De eerste meldingen van de lokale politie en de oproep tot ondersteuning zijn van 22.00 à 23.00 uur toen de muziek waarschijnlijk al heel luid stond. Dat is bij mij de grote vraag.

 

Iets anders wat bij mij wringt is het druggebruik op het terrein, vooral ook bij degenen die mogen vertrekken. De gouverneur zegt: “We hebben op een bepaald moment de boodschap verspreidt: als u vandaag vertrekt, laten we u met rust.” Hij heeft dat letterlijk gezegd, echt waar. Dat was een tactiek zondag om de mensen weg te krijgen en ik begrijp dat men de mensen wil motiveren om hen weg te krijgen, maar dat is wel een straffe boodschap: als u vandaag vertrekt, laten we u met rust. Dat is wel een heel vreemde boodschap om te geven. Ik begrijp dat men een motivator nodig heeft om de mensen van het terrein te sturen, maar ik vraag me dan wel af wie allemaal in welke toestand die dag in de wagen is gekropen. Er werden heel wat wagens gecontroleerd, maar was dat dan allemaal met alcohol- en drugtest? Dat is allemaal gebeurd? Dat zal wel zeer arbeidsintensief zijn, dat begrijp ik. Bij de boodschap zondag “als u vandaag vertrekt, laten we u met rust”, heb ik toch wel veel bedenkingen.

 

Ik heb al heel wat minuten gesproken en er zijn nog mensen van mijn fractie die iets willen zeggen, ik zal het hier bij laten.

 

01.05  Mieke Claes (N-VA): Mevrouw de minister, aangezien ik zelf in Sint-Truiden woon, heb ik het van redelijk dichtbij mogen meemaken. Toen het evenement al vergevorderd was op zaterdag en zondag waren we bijzonder bezorgd om de buurtbewoners en de omliggende dorpen en we wilden vooral de schade beperken. Ik begrijp dus waarom men heeft ingezet op die ontradingsgesprekken. De belangrijkste vraag is hoe we kunnen vermijden dat dit nog eens gebeurt. We vinden het vooral jammer dat pas zondag is gebeurd wat ook op zaterdag had kunnen gebeuren. Waarom is men zaterdag niet gestart met die ontradingsgesprekken? Waarom begon men daar pas zondagavond mee? Men had veel leed, schade en frustratie bij de omwonenden kunnen voorkomen door daar eerder op in te zetten.

 

Op het terrein zelf is men zeer tolerant geweest en heeft men het feest laten doorgaan. Ik heb begrepen dat er open en bloot drugs werden gedeald in kraampjes. Daar had men toch wel harder tegen kunnen optreden. Er is immers een verschil tussen het evenement toelaten, tolereren en laten uitdoven enerzijds en anderzijds het open en bloot dealen van drugs toestaan.

 

01.06  Koen Metsu (N-VA): Mevrouw de minister, ik onthoud van uw toelichting en die van de gouverneur vooral dat u hebt aangegeven dat die interventie perfect is verlopen. Jullie hebben verzachtende omstandigheden ingeroepen, namelijk dat de ravers professioneel georganiseerd waren, dat ze erg talrijk waren, dat ze afgesloten waren van de sociale media en dat ze zelfs richtlijnen hadden gekregen om elkaar te beschermen.

 

Een tweede verzachtende omstandigheid die u aanhaalde was dat het terrein 400 hectare bos besloeg. Het ging om een afgesloten terrein waarbij er een gat in de omheining werd gemaakt. Het was echter niet het Zoniënwoud, het is en blijft wel een militair domein.

 

Ten derde gaf u aan dat men schrik had voor het agressief gedrag, aangezien velen onder de invloed waren van drank en drugs, waardoor men besloot om te gedogen. Welk signaal geeft men dan? Men geeft daarmee het signaal dat wanneer men iets fout doet, men het zo goed fout moet doen dat men het uiteindelijk zal tolereren. Daar komt het op neer. Als een gemeente een tent wil zetten in een park voor een personeelsfeest, moeten er tig al dan niet bindende adviezen worden gevraagd om toelating te krijgen. U haalt aan dat er ontradend werd gewerkt vanaf vrijdagnacht, toen er 3.000 aanwezigen waren. Zondag waren er al 15.000 ravers. Op welke manier werd er dan ontradend gewerkt? Werden er flyers verspreid met de boodschap om het festival niet verder te zetten? Hoe hebt u ontradend gewerkt? Laat ik besluiten dat dit dan absoluut averechts of althans niet heeft gewerkt. Slechts zeven van de 15.000 zullen worden vervolgd, wat neerkomt op 0,0004 %.

 

Waarom heeft men overigens gewacht tot zondagavond, toen alles reeds volledig uit de hand was gelopen, om uit te pakken met de show of force? Waarom niet reeds op vrijdagavond? De reden ligt voor de hand: de feestvierders waren op zondagavond al 50 uur bezig en zo goed als uitgeteld. Ze wilden haast naar huis. Jullie mochten vervolgens hun rotzooi nog acht dagen opruimen. Had ze toch gewoon vanaf het begin strikter en strenger aangepakt.

 

01.07  Sigrid Goethals (N-VA): Mevrouw de minister, in aanvulling op wat mijn collega’s reeds hebben gezegd, vraag ik me af hoe men de schade gaat verhalen en op wie. Van de gigantische aantallen feestvierders heeft men het overgrote deel gewoon laten gaan. Zolang men maar weg was op zondagavond 20.00 uur was alles in orde en ging men vrijuit.

 

Zoals aangehaald door collega Metsu is er momenteel sprake van zeven arrestaties. Niet alles zal verhaald worden op die zeven gearresteerden, zoveel is duidelijk. Identificatie was volgens mij mogelijk, misschien niet volledig maar toch gedeeltelijk. Helemaal aan het einde is een aantal voertuigen gecontroleerd. De nummerplaten van dat veertigtal voertuigen kunnen toch aan namen gekoppeld worden, daar komt niets onwettigs bij kijken. Aan het einde van de rave was er nog een vijftigtal aanwezigen. Ook zij konden als kleine groep geïdentificeerd worden.

 

De geleden schade alsnog gaan verhalen, lijkt me haast onmogelijk. Ik hoop dat de justitie haar werk zal doen, maar dat zal niet evident zijn. Dat is meteen ook de aap op de schouder van een volgende minister. De identificatie moet op een correcte manier gebeuren. Daartoe moeten alle mogelijke middelen aangewend worden, anders kan de schade nooit worden verhaald. De gemeente Sint-Truiden zal dan moeten opdraaien voor het grootste deel van de kosten, onder meer voor de acht dagen vuil ruimen. De buurtbewoners kunnen dan wel schadeclaims indienen, maar bij wie, wat en hoe is nog zeer de vraag.

 

01.08  Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, bedankt voor uw uitleg. De gouverneur is intussen al vertrokken, maar uw uiteenzetting was zeker interessant. We konden horen waarom er voor een bepaalde aanpak werd gekozen.

 

Ik heb nog enkele vragen over de totstandkoming. Ik heb gelezen dat andere landen, bijvoorbeeld Frankrijk en Nederland, ook ervaring hebben met dergelijke illegale raves. Welke aanpak hanteren die landen en kunnen wij daaruit lessen trekken? Als onze buurlanden illegale raves verhinderen en beter aanpakken, kiezen organisatoren mogelijk voor een buurland, in dit geval België. Het lijkt mij daarom interessant te weten hoe andere landen dat aanpakken.

 

Iedereen vraagt zich natuurlijk af hoe een dergelijk evenement vermeden kan worden. Een dergelijke illegale rave wordt door iedereen duidelijk veroordeeld. Hebt u aanwijzingen dat nog zulke evenementen gepland staan in de komende maanden, misschien op andere plaatsen?

 

Over de eigenlijke ordehandhaving hebben we duidelijke uitleg gekregen van zowel u als de gouverneur. De ordehandhaving gebeurde in samenspraak met experts, de hulpverleners en de ordehandhavingsdiensten. Hoe kan dat op een goede manier worden aangepakt zonder escalatie van geweld, zoals we hebben gezien bij La Boum? Voor die manier van aanpak met genegotieerd beheer heb ik veel begrip.

 

Aan de collega’s van N-VA wil ik duidelijk zeggen dat de keuze voor die onderhandelde aanpak niet betekent dat wij niet veroordelen dat de openbare ruimte op die manier wordt misbruikt en dat regels met voeten getreden worden. Dat zijn twee verschillende dingen. We veroordelen die organisatie, we keuren die zeker niet goed en geven daarover een duidelijk signaal aan de samenleving. Daarnaast echter werd in deze specifieke casus gekozen voor een aanpak met genegotieerd beheer. De redenen daarvoor zijn door de minister en de gouverneur aangehaald.

 

Mevrouw de minister, werd er in de afweging om voor die aanpak te kiezen ook rekening gehouden met de impact op natuur en milieu en op de dieren? Dat is voor mij minder duidelijk, dat heb ik ook minder gehoord in jullie toelichting. Er is enorm veel natuurschade. Er zijn brandplekken vastgesteld op de graslanden, dassenburchten zijn verstoord of vernield, de luide muziek heeft veel vogels en andere dieren weggejaagd, midden in hun broedseizoen, er is ook een ree gestorven. Het is mij niet duidelijk of de impact op natuur en milieu mee in overweging werd genomen.

 

In dat verband las ik forse tweets van de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving en ook van verschillende van haar partijgenoten, met stevige uitspraken als failed state. Ik stel vast dat zij daarmee eigenlijk net het gedachtegoed van de deelnemers aan die illegale rave ondersteunen. Op die manier wordt de bevolking immers opgejut tegen overheidsautoriteit, terwijl wij net het vertrouwen in de overheid willen versterken.

 

Ik stel me dus zeker vragen bij de manier van communiceren van de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving. Ik stel vandaag ook grote belangstelling vast bij de N-VA-fractie voor deze gedachtewisseling. Ze is hier voltallig aanwezig is. Heeft de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, op het versturen van die tweet na, contact met u opgenomen om samen de manier van aanpakken te bespreken? Kon zij binnen haar bevoegdheden van justitie en handhaving op Vlaams niveau iets doen? Hebt u met haar samengezeten? Is er enige uitwisseling geweest? Eventueel met de gouverneur? Gebeurde dat eventueel vanuit haar bevoegdheden voor natuur en bos?

 

Volgens de gouverneur is het maandag beëindigd, terwijl het zelfs tot donderdag had kunnen doorgaan. Het genegotieerd beheer heeft er dus toe geleid dat alles op een min of meer ordelijke wijze en zonder escalatie van geweld is beëindigd. Wat de nazorg voor de slachtoffers betreft, er is gepatrouilleerd en de stad heeft een meldpunt opgericht waar buurtbewoners schadeclaims kunnen indienen. Wie zal de schade echter vergoeden? Voor wie een goede brandverzekering heeft, zal vandalisme misschien gedekt zijn maar wie vergoedt de schade van mensen die hiervoor niet verzekerd zijn? Is daar een fonds voor? Gebeurt dit pas wanneer de verantwoordelijken veroordeeld zijn of kan dit eerder al?

 

Wat de bestraffing van de overtreders betreft, is het belangrijk om het signaal te geven aan de samenleving dat de daders ter verantwoording zullen worden geroepen nadat er een onderzoek is gebeurd.  Wie zijn de organisatoren en welke inbreuken kunnen we hen ten laste leggen? Zullen zij ook worden vervolgd voor milieu-inbreuken?

 

Ik stel me ook vragen bij de rol van de media en meer specifiek die van de openbare omroep. Ik heb namelijk meermaals in nieuwsberichten op de radio gehoord dat er in Sint-Truiden een feestje aan de gang was. Zelf voelde ik me niet aangesproken, maar vele anderen blijkbaar wel, zo niet waren er geen 15.000 aanwezigen geweest. Het lijkt me belangrijk om met de media een protocol af te spreken voor wanneer er zo’n illegale rave party plaatsvindt. Hoe kunnen de media hierover verslag uitbrengen zonder er extra promotie voor te maken en mensen naar daar te lokken? Wat is uw visie daarop? Wat is de rol van de openbare omroep daar volgens u?

 

 

Ten slotte hebt u verklaard dat we misschien moeten nadenken over een wettelijk initiatief om dergelijke illegale raves beter te kunnen voorkomen. Op dit moment kan de politie niet infiltreren in gesloten groepen op sociale media. U opperde dat we dat misschien mogelijk moeten maken in het kader van de ordehandhaving. Ik wil dan toch waarschuwen om daar zeer voorzichtig mee om te gaan. Het is niet wenselijk dat de politie zomaar kan infiltreren in gesloten groepen. Privacy is in onze rechtsstaat nog altijd een zeer belangrijk goed. We moeten dus voorzichtig zijn en niet één evenement aangrijpen om zeer verregaande wetgeving mogelijk te maken, die een grote impact kan hebben op de privacy van onze bevolking.

 

01.09  Hervé Rigot (PS): Madame la ministre, je tiens tout d'abord à vous remercier pour la rapidité avec laquelle vous vous êtes rendue disponible. Vous êtes venue au Parlement pour nous donner votre compte rendu de cette situation, de ce qui s'est passé à Brustem et de la gestion fédérale.

 

Merci de votre exposé très clair et détaillé sur le déroulement des opérations et de ce qui dépendait de vous et de la police fédérale. Je tiens aussi à saluer le gouverneur. Premièrement, je constate que la gestion fédérale et la gestion provinciale ont été excellentes. En effet, il n'y a pas eu de victime, de blessé, de violence, la situation a été maîtrisée grâce au bon sens, au sang-froid, à la coordination efficace entre tous les intervenants. J'aimerais que, dans toutes les crises, on puisse en dire autant. Ce n'a pas toujours été le cas, ni ici ni ailleurs. L'exemple de la France a été cité.

 

Nous avons déjà eu de nombreux débats sur la gestion de crise – la crise du covid, celle des inondations – et avons mis en évidence la nécessité de pouvoir compter sur la protection civile. Le gouverneur n'a pas dit autre chose tout à l'heure. Il a fait d'ailleurs appel lui-même, dans le cadre de la phase provinciale, à cette protection civile qui a permis à Saint-Trond et à la province du Limbourg de maîtriser les afflux et les besoins médicaux. Je rappelle, une fois encore, cette importance de la protection civile – qui a été décapitée sous la précédente législature! – qui a toujours joué un rôle majeur dans chaque crise que nous avons traversée et qui sera encore amenée à en jouer demain. Il faut plus que jamais être attentif à l'organisation de notre protection civile.

 

Concernant la gestion de la Défense, le gouverneur et vous-même l'avez évoqué: il s'agit d'un site de la Défense qui est actuellement inoccupé à 99 %. On ne peut pas placer des gardes et des caméras partout, même si on le voulait. D'ailleurs, la coalition suédoise, entre 2014 et 2018, n'a pas pensé autrement ni dit autre chose. En 2014, elle a réduit drastiquement les moyens financiers de la Défense et a privatisé le contrôle des accès dans les casernes militaires. Il est assez fou de penser qu'il existe un site de la Défense inoccupé qui n'est pas contrôlé ni surveillé. Ceux qui ont décidé de couper dans les vivres et de choisir la privatisation sont malvenus pour faire une remarque, certainement lorsqu'il s'agissait à l'époque d'un ministre N-VA qui n'est autre que le bourgmestre de Hasselt et qui est limbourgeois. Voilà qui ramène l'église au milieu du village.

 

Je voulais aussi rappeler que la collaboration a bien fonctionné avec la Défense. En effet, dès le moment où la Défense a été informée de la situation, le commandant militaire de la province a immédiatement mis en place le stand-by des MP et a prévenu le centre opérationnel.

 

Ensuite, la procédure de rappel de la compagnie "Proter" a été lancée. À ce niveau-là, cela ne se discute pas ici mais en commission de la Défense. Je voulais aussi ramener de la clarté.

 

Je pense que l'évènement a été géré comme il le devait. Imaginez dix mille personnes arrivant sur un lieu à un moment donné, lieu qu'il faut maîtriser et gérer. Le gouverneur témoignait lui-même des idées farfelues qui lui avait été proposées comme le déplacement de véhicules, etc. Je ne sais ce que cela aurait pu amener comme résultat, si ce n'est une cacophonie terrible. Ici en tout cas, il y a eu du sang-froid et une bonne collaboration avec chaque intervenant.

 

Je rejoins Mme Ingels qui disait qu'il faudrait pouvoir éviter que ces évènements se produisent. La ministre n'a pas dit autre chose. La question est de savoir comment obtenir les informations utiles en amont. Ce sera la façon d'éviter ces évènements dans le futur, d'éviter de devoir déployer autant de moyens de sécurité et d'avoir des dommages collatéraux à des biens matériels et à l'environnement.

 

Pas de polémique, tirons les leçons très positives de ce qui a été fait et voyons comment améliorer encore les choses à l'avenir. Je rappellerai qu'une rave party, par définition, est un évènement secret et inconnu qui attire des masses. Il est donc difficilement prévisible. Il est difficile de s'y adapter. Je terminerai par un jeu de mots: soyons rêveurs!

 

01.10  Ortwin Depoortere (VB): Mevrouw de minister, op mijn beurt wil ik u bedanken voor uw uitleg over wat er gebeurd is op het terrein en bij de ordediensten die onder uw bevoegdheid vallen.

 

Voorafgaandelijk merk ik, ten eerste op, dat we van geluk mogen spreken dat er geen zwaargewonden of doden zijn gevallen. Op het hoogtepunt van het evenement waren daar 15.000 deelnemers, wat niet min is en het evenement was dan wel georganiseerd, maar veeleer amateuristisch en al helemaal niet zoals het wettelijk hoort. Daarenboven werd er overmatig drugs en alcohol gebruikt, zoals u meermaals onderstreepte inde media. Gelet op dat alles had het veel erger kunnen aflopen

 

Ten tweede, ik hoor het u graag zeggen, mevrouw de minister, dat u niet de schoonmoeder kunt en wilt zijn van elke lokale politiezone. Dat kan wel zijn, maar wanneer een klein lokaal politiekorps met ocharme 40 politieagenten geconfronteerd wordt met 3.000 deelnemers aan een illegale raveparty, moeten alle alarmbellen afgaan, van het laagste tot het hoogste niveau. U bent pas zaterdagmorgen op de hoogte gesteld van de raveparty. Ik vraag mij af waarom men zo lang getalmd heeft u te verwittigen.

 

Ik snap net als mevrouw Ingels niet hoe men een illegale raveparty met 3.000 deelnemers kan laten uitgroeien tot een massaevenement met meer dan 15.000 deelnemers. Men kende zaterdag de situatie. Ik snap niet hoe men de raveparty heeft laten uitgroeien tot een evenement met meer dan 12.000 extra deelnemers.

 

Wat de grond van de zaak betreft, er wordt geargumenteerd dat er voor dergelijke evenementen geen pasklare antwoorden zijn op de vraag of men al dan niet moet ingrijpen en dat dat een evenwichtsoefening is. Ik ben het daar niet mee eens, des te meer omdat er wel twee belangrijke gevolgen op maatschappelijk vlak te noteren zijn.

 

De bevolking en de media krijgen de indruk dat men bij de politie met twee maten en twee gewichten werkt: er wordt niet ingegrepen bij dergelijke evenementen, maar er wordt wel ingegrepen bij bijvoorbeeld manifestaties zoals La Boum tijdens de coronaperiode.

 

Bovendien is er de precedentswaarde. Als de overheid dergelijke evenementen ongestoord plaats laat vinden, dan is dat een precedent voor alle toekomstige evenementen, die dan op dezelfde manier zullen worden georganiseerd.

 

Mevrouw de minister, u had het over zeven aanhoudingen. Ik zal via schriftelijke weg detailcijfers trachten te verkrijgen, want ik heb er jammer genoeg weinig gekregen. U hebt een aantal inbreuken opgesomd, die uiteraard allemaal heel relevant zijn. Ik heb echter geen cijfers gekregen van de inbreuken op de drugswetgeving. Bij mijn weten is het gebruik, het verdelen en het dealen van drugs in ons land nog altijd een strafbaar feit. Mij lijkt het erg vreemd dat er geen sprake is van processen-verbaal of van vervolgingen in dat kader.

 

Voor de schadegevallen sluit ik mij aan bij de vragen die al zijn gesteld. Het is uiteraard een goede zaak dat de stad Sint-Truiden een meldpunt heeft ingericht. Het mag echter wel iets meer zijn dan dat. De slachtoffers moeten ook juridisch worden bijgestaan in de vaststelling van de schade en in de uitkering van de schadevergoeding. Ook op dat punt heb ik niet echt concrete cijfers gehoord.

 

Ik hoop alleszins wel dat de Staat zich burgerlijke partij zal stellen, al was het maar om de schade aan het militair domein en de daarmee gepaard gaande opruimingskosten vergoed te krijgen. Ik zal die vraag aan de minister van Defensie stellen.

 

Wat mij in het bijzonder stoort aan de hele illegale raveparty, is het druggebruik. Daar niet tegen optreden komt neer op gedoogbeleid. De overheid heeft de bevolking van dit land daarmee het signaal gegeven dat als men maar met genoeg is, de politie de betrokkenen rustig laat betijen, de party laat uitdoven en niet ingrijpt. De gouverneur gaf zelfs toe dat de onderhandelingsstrategie ’s zondags erin bestond de deelnemers te beloven dat hun niets ten laste zou worden gelegd als ze vertrokken. Dat lijkt mij zeer straffe taal en die kan wat mij betreft niet door de beugel.

 

Het mag duidelijk zijn, voor iedereen hoop ik, dat een en ander niet voor herhaling vatbaar is. Los van het feit dat leegstaande legerkampen moeten worden bewaakt, dergelijke raveparty’s kunnen in elke gemeente plaatsvinden. U noemt het a new way of protesting. Goed, het kind moet een naam hebben, maar mij gaat het vooral over hoe men die new way of protesting zal aanpakken. Als men zich beperkt tot het laten uitdoven van dergelijke raveparty’s en men niemand iets ten laste legt, dan is dat voor ons onaanvaardbaar. Er moet een draaiboek komen, zodat we korte metten kunnen maken met die new way of protesting. De bevolking heeft het recht op veiligheid, orde en zekerheid.

 

01.11  Caroline Taquin (MR): Madame la ministre, la gestion de ce type d'événement nécessite certainement une évaluation au cas par cas, pendant et après sa survenue, mais aussi une action concertée entre pouvoir judiciaire, autorités administratives et services de police. On sait que des directives ont d'ailleurs été réévaluées pour lutter contre ces rassemblements illégaux.

 

La priorité des priorités face à de tels événements est de s'assurer tout d'abord que les personnes qui se trouvent sur place ne risquent pas leur vie et ne sont pas dans une situation de danger direct. Par ailleurs, bien sûr, il est nécessaire de faire respecter la loi et donc de pouvoir mettre fin au rassemblement illégal rapidement.

 

On parle ici, semble-t-il, de 15 000 personnes qui ont pu se rassembler dans un lieu fermé, venant de Belgique mais aussi de pays limitrophes. Tout cela, dans un domaine militaire et tout à fait à leur aise!

 

"Nous allons voir si des améliorations sont nécessaires à l'issue de cette gestion." C'est ce qui a été déclaré tout à l'heure. Une évaluation n'a-t-elle pas encore été faite par le SPF? Si non, dans quel délai et par quel service cela sera-t-il fait?

 

"C'est un site militaire complètement abandonné par la Défense." C'est ce que nous avons entendu également. Comment et par qui est contrôlée l'intégrité de ce site de la Défense nationale à Saint-Trond, même si le hangar était désaffecté? C'est un site de quatre cents hectares – non pas avec un mais onze hangars – et personne ne le surveille.

 

Depuis le temps de la désaffectation et de la dégradation, le bourgmestre a-t-il pris contact avec les autorités fédérales afin de sécuriser ce site présentant apparemment un risque avéré? A-t-il envoyé des courriers, des mises en demeure afin de le sécuriser? Ce site a-t-il déjà été pris d'assaut? Y a-t-il déjà eu des dégradations, des rassemblements, des blessés avant cet événement?

 

Depuis la rave party, avez-vous envisagé une concertation avec les autorités communales? Un accord police-Défense peut peut-être être utile pour sécuriser ce site. N'est-il d'ailleurs pas repris dans les sites prioritaires à surveiller à la demande de l'autorité administrative par la zone de police locale dans le cadre de ses patrouilles et de ses interventions? Il est étonnant d'entendre qu'il y a eu plus de militaires pour le nettoyage du site que pour le maintien de sa sécurité.

 

Il a été déclaré tout à l'heure également que la police n'a été avertie d'un rassemblement qu'une fois que 3 000 personnes se sont rassemblées. Comment est-il possible que les services de police n'enregistrent un tel rassemblement qu'à ce stade, que les autorités soient prévenues d'un rassemblement de 3 000 personnes et que ce rassemblement continue de s'amplifier?

 

Cela est dû, comme entendu tout à l'heure, à l'absence d'une réserve fédérale.

 

La réserve fédérale, c’est pourtant 40 policiers. Est-ce juste? Comment la présence policière s’est-elle renforcée dans la zone et entre zones? Le gouverneur parle d’un renforcement des patrouilles. Précisément, quelle fut l’évolution du nombre de policiers au fil des heures? Entre le samedi matin et le dimanche, on est quand même passé de 3 000 à 15 000 personnes. Si les routes ont été fermées, comme cela a été mentionné, comment est-on passé de 2 000 ou 3 000 personnes à 15 000 participants? Doit-on s’interroger également sur la présence de 300 véhicules pour 15 000 participants?

 

Il a été dit qu’une pression plus élevée de la police était en place. Qu’a-t-on demandé aux forces de police pour restreindre les accès? Est-il juste de dire, quand on écoute le gouverneur – il est dommage qu’il soit parti –, que l’appui fédéral n’a été possible qu’après plus de 24 heures? Quel a été l’apport fédéral concret (effectif et matériel) une fois la phase provinciale engagée? Quelles demandes d’appui au fédéral ont été demandées par les pouvoirs locaux? Que représentent les deux sections fédérales finalement mises à disposition des zones locales? Pourquoi avoir attendu autant entre la nuit de vendredi à samedi et l’annonce de 14 h 30 dimanche pour imposer aux organisateurs de partir? Est-ce dû à un manque de capacité policière?

 

Gérer c’est aussi anticiper. Quels services veillent à déceler les appels à ce type de rassemblements illégaux sur les réseaux sociaux? On a eu un extrait de réponse. Une collaboration internationale entre ces services de veille pourrait-elle être mise en place? Est-il prévu, à l’approche de la période estivale, de sensibiliser notre population aux risques de ce type de rassemblements illégaux, sans aucune garantie de sécurité et de protection des mineurs d’âge? Une campagne de sensibilisation à destination des communes pour rappeler que le risque zéro n’existe pas est-elle prévue? À quel moment le procureur du Roi a-t-il pris des décisions permettant d’agir? À quel moment le matériel de sonorisation de ce rassemblement illégal a-t-il pu être saisi? Combien y a-t-il eu d’identifications d’auteurs d’infraction au final? Quelle est la répartition entre les ressortissants belges et les autres? Quelle est l’évaluation de cette capacité à circonscrire le rassemblement durant 48 heures?

 

Si la gestion semble avoir pu se faire sans victime – et c’est à saluer! –, le problème principal semble être d’avoir vu l’événement grossir à hauteur de 15 000 personnes sans réussir à le circonscrire.

 

En conclusion, on est content d’avoir géré sans mort mais on a complètement subi les événements. Comme vous l’avez suggéré, madame la ministre, il y a effectivement une nécessité à se donner des moyens d'action, y compris en termes d’observation policière, avec un cadre légal adéquat pour ce faire.

 

Je vous remercie.

 

01.12  Jan Briers (cd&v): Ik wil de minister en de gouverneur danken voor het brengen van duidelijkheid. De meeste vragen werden beantwoorden, maar zoals mevrouw Taquin al zei, zijn de meeste resterende vragen gericht aan de gouverneur. Het is dus spijtig dat hij eerder moest vertrekken.

 

Ik ben al tientallen jaren betrokken bij de organisatie van festivals en concerten, waardoor ik zeer goed weet welke veiligheidsmaatregelen en noodzakelijke vergunningen daarbij komen kijken. Onze festivalsector behoort tot de wereldtop, net omdat we die regels zo rigoureus volgen. De veiligheid van bezoekers en omwonenden is daarbij primordiaal. Vanuit dat perspectief raakt een illegale rave party als die in Sint-Truiden mij wel. De beelden op televisie spraken boekdelen. Dit tast het rechtvaardigheidsgevoel aan, niet alleen dat van de vele kleine en grote festivalorganisatoren, maar dat van de ganse bevolking. Er dient dan ook streng opgetreden te worden tegen de organisatoren van dergelijke illegale feesten. U hebt daarnet bevestigd dat het gerecht hier alvast werk van maakt.

 

Men heeft ook terecht de beslissing genomen om de provinciale fase van het crisisbeheer af te kondigen en de coördinatie bij de gouverneur en zijn crisiscel te leggen. Het is niet aan de minister van Binnenlandse Zaken om de coördinatie van zulk dossier op zich te nemen. De gouverneur bevestigde ook dat de samenwerking tussen de vele hulpdiensten zeer goed is verlopen. Ik wil dit nog eens herhalen, aangezien het om zeer positieve informatie gaat die in de media veel te weinig aan bod komt. De heer Rigot heeft dit al gezegd en ik wil het nog een tweede keer aanhalen.

 

We mogen erkennen dat de ganse operatie vreedzaam en zonder slachtoffers is verlopen. Hoe evalueert u zelf de keuze van die geweldloze aanpak voor de toekomst, mevrouw de minister? Wanneer we de vergelijking maken met voorbeelden uit het buitenland lijkt het nu dat het een terecht keuze was. Ook vanuit de festivalwereld heb ik opgevangen dat het onverstandig zou zijn geweest om de politie tussenbeide te laten komen eens de party begonnen was. Desalniettemin zijn er een aantal vragen, bijvoorbeeld met betrekking tot de aangroei van het aantal aanwezigen tot 10.000 en zelf 15.000. Ik had de gouverneur willen vragen waarom het niet mogelijk was om de toestroom sterker af te remmen. Kunt u vertellen of en hoe er getracht is die toestroom af te remmen? Welke lessen trekken we hieruit voor de toekomst op dat vlak?

 

Zijn er verbeterpunten, en zo ja, welke?

 

De gouverneur heeft duidelijk gemaakt dat het militair domein onmogelijk te beveiligen is. Hoe verliep de samenwerking met Defensie? Klaarblijkelijk zijn er op zaterdag en zondag telkens zestien leden van de militaire politie ter beschikking gesteld voor de bewaking van de toegang tot het domein. Is het correct dat dat ruim onvoldoende was? U heeft overigens wel aangegeven dat Defensie op andere manieren ondersteuning heeft geboden de daaropvolgende dagen, wat uiteraard een goede zaak is.

 

Het is verontrustend dat het organiseren van dergelijke rave parties met duizenden bezoekers vanuit vele landen blijkbaar onder de radar kan blijven. In het kader van gerechtelijke onderzoeken slagen we er – gelukkig - in om terroristische aanslagen te voorkomen, of om de communicatie van drugscriminelen te decrypteren, maar in bestuurlijke dossiers blijken we machteloos te staan.

 

Ziet u de mogelijkheid, mevrouw de minister, om dat in de toekomst alsnog te voorkomen?

 

Hoe kunnen we de informatie-uitwisseling over dergelijke gebeurtenissen vlotter laten verlopen, en gelijkaardige evenementen vroegtijdig detecteren? Bent u van plan om dat verder te onderzoeken, en, desgevallend, wetgevende initiatieven daaromtrent te nemen?

 

Tot slot: de gouverneur pleitte in de nasleep van het evenement voor een strafbaarstelling voor het bijwonen van dergelijke illegale feesten. Vraag is hoe één en ander wettelijk moet worden omschreven, en hoe dit zich dan verhoudt tot de grondwettelijke vrijheid van vergaderen en verenigen? Bent u voorstander van een dergelijke strafbaarstelling?

 

01.13  Tim Vandenput (Open Vld): Ik dank de collega’s, mevrouw de minister en de gouverneur voor de toelichting die zij hebben geboden. We hebben opheldering gekregen omtrent de gebeurtenissen van dat weekend. Eigenlijk hadden de burgemeester en de korpschef hier ook aanwezig moeten zijn om inzicht te geven over wat er is besproken in de bewuste veiligheidscel. We hadden kunnen peilen naar de drijfveren om een aantal zaken te doen, vooraleer de gouverneur het in de provinciale fase heeft overgenomen. Op vrijdag en zaterdag waren het de burgemeester, de korpschef en de veiligheidscel die aan zet waren, en niet de minister.

 

De minister heeft hier eigenlijk nooit een coördinerende rol gehad, wel een ondersteunende. Volgens de bevoegdheidsverdeling was de minister niet aan zet en mocht ze dat ook niet doen. Het zijn de burgemeester en de gouverneur, zo staat dat beschreven. Laten we daar heel duidelijk over zijn.

 

Het is jammer dat de gouverneur weg is, zoals reeds door anderen gezegd. Veel vragen die werden gesteld, zijn immers vooral voor hem. Collega Ingels vroeg waarom werd afgesproken dat men zondag tot 20.00 uur mocht fuiven en dan naar huis moest gaan. Ik heb van de gouverneur begrepen dat dit zijn voorstel was. U moet dit dan nog eens vragen aan de gouverneur. Die werd aangesteld door uw partij, dus u hebt een kort lijntje naar hem, dat kan geen probleem zijn. Uit dit evenement moet vooral op lokaal vlak worden geleerd. Zoals collega’s hier zeggen, had men vrijdagavond al een perimeter kunnen instellen. Daarvoor hebben we echter de informatie van de veiligheidscel nodig.

 

Ik had in 2012 bij ons in Hoeilaart ook een rave party, in het Zoniënwoud op de oude site van de renbaan, op een zaterdagavond. Met de lokale politie en hulp van andere politiekorpsen zijn wij er toch in geslaagd om die rave party rond twee uur te stoppen en alles was opgekuist. Wij hebben daaruit geleerd om de toegangswegen tot de site moeilijker of ontoegankelijk te maken, zodat dit niet meer gebeurt. Dat is ook een taak van Defensie, nog altijd eigenaar van de site, om er eens naar te kijken hoe men de site kan beveiligen. Ik reken daar ook op. Elke lokale korpschef en burgemeester, en zeker in Sint-Truiden, is ermee bezig om de geleerde lessen op te lijsten en dit niet meer te laten gebeuren. Nogmaals dank voor de informatie.

 

01.14  Gitta Vanpeborgh (Vooruit): Ik wil aansluiten bij de collega’s die zeiden dat het spijtig is dat de gouverneur hier niet meer is. Het is immers vooral belangrijk om lessen te trekken uit dit gebeuren. Wat ons betreft, had er toch strenger opgetreden moeten worden. Het was een illegale rave op een militair domein dat daarenboven ook een natuurgebied was. De organisatoren trokken zich eveneens niets aan van veiligheidsvoorschriften, vergunningen of verzekeringen. De rave leidde ook tot veel overlast voor omwonenden, landbouwers en de natuur.

 

Wij hopen alvast dat de organisatoren geïdentificeerd en gestraft zullen worden en dat ze effectief zullen opdraaien voor alle schade. U hebt ons dat verzekerd, mevrouw de minister, en het zit nu bij Justitie. Enkel zo geven we namelijk een duidelijk signaal voor de toekomst.

 

Ik heb goed geluisterd naar jullie beiden, maar vooral naar de gouverneur. Ik hoorde hem hier en in de media vertellen dat de aanpak wel gewerkt heeft. Het was ‘de best mogelijke aanpak’ en daarvoor valt iets te zeggen. Het is echter ook belangrijk om stil te staan bij wat voorkomen had kunnen worden, hoe het nog beter had kunnen gaan en welke lessen we eruit kunnen trekken. Ik heb daarover nog een aantal vragen die ik graag wil stellen, hoewel ik mij bewust ben van het feit dat de gouverneur niet meer aanwezig is en hij de vragen dus niet meer kan beantwoorden.

 

Mijn eerste vraag gaat over de media. De media, en ook politici, hebben er ongelooflijk veel tamtam rond gemaakt. Ik kijk bijvoorbeeld naar de collega’s van de N-VA. Misschien heeft het twitteraccount van de Vlaamse collega daartoe bijgedragen? Zo’n rave heeft natuurlijk veel aantrek, want iedereen spreekt erover. Niet iedereen voelt zich ook geroepen om naar daar te gaan, ik zeker niet. Ik kan me echter voorstellen dat hoe meer zoiets in de media komt, hoe groter de aantrekkingskracht wordt. Een van de lessen die we eruit kunnen trekken is of er geen afspraken gemaakt moeten worden met de media.

 

Ten tweede vond de rave plaats op een militair domein. Het was echter slecht omheind en er was geen camerabewaking. Is dat ook niet iets om mee te nemen? Dat is niet uw bevoegdheid, mevrouw de minister, maar het is belangrijk om zulke zaken op te lijsten en te kijken of er niets mee moet gebeuren.

 

Ze waren zeer professioneel georganiseerd, met onder meer een besloten Facebookgroep. Daar bent u zeker op ingegaan. Mijn vraag was, net als die van de collega van N-VA: kun je daar niet op anticiperen, kun je dat niet sneller ontdekken? Daarop hebt u terecht gezegd, strafrechtelijk moet je dan al een dossier in handen hebben; je hebt wetgeving nodig om vast te leggen wie kan infiltreren voor zover dat wenselijk is; en wie moet dan ook nog eens controleren? Toch is dat een punt om over na te denken.

 

Dan kom ik bij het derde aandachtspunt. Ik hoorde de gouverneur ook zeggen dat er verschillende events waren. Er was iets als de beker van België, als ik dat goed gehoord heb. Er waren de vakbondsacties bij Delhaize. En daar legde de gouverneur de link met het ontbreken van een federale reserve. Dan stel ik mij de vraag, als zulke dingen zich voordoen, moeten we dan geen prioriteiten stellen? Die vraag heb ik van veel mensen gekregen.

 

Het vierde punt is een vraag die mij ook gesteld is, en die ik op mijn beurt aan u stel. Er is gekozen voor een aanpak van genegotieerd beheer. Dan denk ik, als je die muziek stillegt, is het toch meteen voorbij. Is dat gebeurd? Ik hoorde wel dat ze daar al op voorzien waren door richtlijnen over hoe ze de installaties moesten beschermen. Maar dan denk ik, die muziek doet toch veel. Ik kan me niet herinneren dat daarop ingegrepen is, terwijl ik me wel kan voorstellen dat daar onmiddellijk reactie op zou volgen. Het is misschien een naïeve vraag.

 

En ook de vraag, moest en kon er niet vroeger opgetreden worden op provinciaal niveau? Als lokaal mandataris weet ik wel hoe dat in zijn werk gaat, maar ik stel mij toch die vraag. Hadden we zo de tien- tot vijftienduizend aanwezigen niet voor kunnen zijn?

 

Een laatste punt is de kostprijs. Die gaat aardig oplopen. Ik kan me voorstellen dat er nog rekeningen zullen binnenlopen. Ik hoorde zeggen dat de burgers een schadeclaim kunnen indienen en dat daar een meldpunt voor bestaat. Er zijn ook zeven personen die, naar ik aanneem,  gerechtelijk vervolgd zullen worden, en misschien volgen er nog meer.

 

Ik stel me dus de vraag wie er op korte termijn voor een vergoeding voor die burgers zorgt.

 

Ik heb de gouverneur bezig gezien in de media en hij heeft hier ook toelichting gegeven. Er valt zeker iets te zeggen voor zijn aanpak. Het is echter ook belangrijk om stil te staan bij de lessons learned. Hoe kunnen zulke incidenten in de toekomst sneller en beter in de hand gehouden worden? Of meer nog, en dan ben ik misschien zeer naïef, hoe kunnen ze voorkomen worden?

 

01.15 Minister Annelies Verlinden : Collega’s, het is een interessante gedachtewisseling. Op sommige vragen ben ik al ingegaan tijdens mijn inleidende uiteenzetting, dus ik zal mijn best doen om niet in herhaling te vallen.

 

Ik denk niet dat het de wens of de ambitie van deze commissie is om de gemeenteraad van Sint-Truiden te zijn of de provincieraad van Limburg. In ons land bestaan er nu eenmaal afspraken over het beheer van een crisis met subsidiariteit en met lokale autonomie. Ik zeg dat ik niet de schoonmoeder wil zijn van de burgemeester, maar ik kan dat ook niet zijn. We moeten dus werken binnen de bestaande structuren.

 

Vaak heeft men de mond vol van lokale autonomie en subsidiariteit, en die zijn hier precies ook aan de orde. Ik sta er wel voor open om daarover na te denken. Maar als ik me te veel zou moeien met bepaalde lokale aangelegenheden, zou ik allicht het tegendeel horen. De kwestie is volgens de regels van het crisisbeheer behandeld.

 

Verder weet ik dat de verwachtingen jegens Binnenlandse Zaken hooggespannen zijn, niet alleen voor mij maar ook voor de vele mensen die zich dagelijks inzetten. Veel zaken die hier werden besproken of geopperd behoren tot de bevoegdheid van mijn federale collega’s, bijvoorbeeld van Defensie en Justitie. Maar het ging ook over natuurschade, over de schade die op gemeentelijk niveau opgenomen wordt.

 

Ik wil dat best doen, maar ik heb de handen al vol met Binnenlandse Zaken. Het is niet evident om me uit te spreken over andere domeinen. Ik wil u hoe dan ook nog verhelderen omtrent een aantal bijkomende zaken.

 

Mevrouw Ingels, ik begrijp uw vraag volledig omtrent de informatiepositie. U begon uw betoog zeggende niet te begrijpen hoe het mogelijk is dat niemand iets heeft opgemerkt. Ik heb me diezelfde vraag ook gesteld, zaterdagochtend. Ik val wellicht in herhaling als ik daarop repliceer dat het hier professionele onderduikers betreft, uitgerust met speciaal uitgebouwde vans en bestelwagens om podia, Decathlontent-gewijs, op korte tijd op te zetten. Op basis van de informatie waarover wij beschikken, geven zij de locatie slechts prijs één tot anderhalf uur op voorhand. Wellicht spreken zij gewoon af om ergens samen te komen. Bij de eerste vaststellingen waren ze reeds met te veel aanwezig en bleek ingrijpen moeilijk.

 

Ik begrijp ook de vraag over de forse aangroei van het aantal bezoekers. Besprekingen met de politie hebben uitgewezen dat wij daar realistisch over moeten zijn. De politiediensten waren bezig met ter plekke patrouilleren en de ordehandhaving. Het afsluiten van wegen is allesbehalve eenvoudig, zo heeft ons de coronaperiode geleerd. Het vraagt namelijk statische blokkades die de doorgang verbieden, betonblokken en veel patrouilles omdat slechts een minderheid van de weggebruikers zich op dat moment naar de rave party begeven. Onmogelijk dat allemaal in een mum van tijd te organiseren zonder veiligheidsproblemen op de grote wegen te veroorzaken. Het lijkt wellicht allemaal eenvoudig vanop afstand, maar in de praktijk een stuk moeilijker. De nodige realiteitszin is daarbij geboden. Mocht u mijn verklaringen in twijfel trekken, het wordt ook bevestigd door de experten op het terrein. Het is overigens ook één van de redenen waarom één van de workstreams van de new ways of protesting de ‘minder dan 24-uur mobilisatie’ is geworden. Met andere woorden, hoe kunnen we ervoor zorgen dat dat snel kan gebeuren?

 

Het antwoord dat ik nu ga bieden, geeft wellicht geen voldoening, maar we hebben het al vaak gehad over de federale reserve. Het is net als geld: dat kan men ook maar één keer uitgeven: de federale reserve kun men maar één keer inzetten. We hebben de reserve nodig voor drugscontroles in Antwerpen, en op veel andere plaatsen. Ik heb de lijsten opgevraagd: er was die zondag nog ergens een rally, een bescherming van bepaalde ambassades of bepaalde buitenlandse doelwitten, en er was ook de bekerfinale. Als minister van Binnenlandse Zaken vond ik het, op grond van een risicoanalyse van een wedstrijd tussen twee Antwerpse ploegen, niet wenselijk dat zich daar drama’s zouden afspelen. Er is dus geoordeeld dat bij die wedstrijd wel degelijk federale reserve nodig was. De federale reserve weghalen van bij een wedstrijd met toch ook 40.000 toeschouwers, ervan uitgaand dat alles daar onder controle zou blijven, was niet aan de orde. We hebben allemaal de beelden gezien van een lange dag daar, met veel plezier overigens voor velen. Daar moet allemaal rekening mee worden gehouden.

 

Hoe komt het dat we dat niet gezien hebben? Dat is de operationaliteit. De vraag die zich opwerpt, is ook de vraag die nadien gesteld is. Willen we administratieve bestuurlijke infiltratie? Vinden we dat de politie zomaar overal moet kunnen meelezen bij gesloten groepen? Dat is natuurlijk altijd een heel prangende vraag als het gaat over dit soort evenementen. Ik heb de afgelopen dagen wel eens de vergelijking gemaakt met de Joepie van de KSA in de paasvakantie waar 3.000 jongeren tussen 16 en 18 jaar samen zijn gaan stappen met nog een aantal leden van de leiding. Dat is een grote groep. Stel u voor dat die plannen hadden om ergens een feestje te maken. Vinden wij dan dat de politie proactief moet kunnen meelezen om te kijken waar dat feestje zou kunnen plaatsvinden, om daar dan te patrouilleren en op voorhand op te treden? Dat is een vraag. Naar aanleiding van zo’n incident lijkt dat allemaal eenvoudig. Dat is echter wel waar we het over hebben. Net zoals voor andere dossiers die we binnenkort allicht nog opnieuw zullen kunnen bespreken, is het evenwicht tussen veiligheid en vrijheid en privacy heel belangrijk.

 

Mevrouw Ingels, u kwam terug op Defensie. Dat is precies de reden waarom ik gevraagd heb aan de minister van Defensie hoe dit geëvalueerd wordt. Het kan zijn dat men oordeelt dat er vandaag geen risico is en dat de omheining moet volstaan. Er moet ook gekozen worden waar middelen en materiaal worden ingezet. We hebben nog heel veel militaire domeinen die vandaag verlaten zijn. Vinden we dat daar camera’s moeten zijn? Vinden we dat daar permanente bewaking moet zijn die zich dan niet kan richten op andere dingen die op dit moment misschien als meer prioritair worden beschouwd? Ik kan mij daar niet over uitspreken. Dat wil ik ook niet. Men zou zich kunnen afvragen of daar een aantal statische ingrepen moeten gebeuren met betonblokken op de wegen zodat alvast wagens daar niet kunnen binnenrijden. Dat zou kunnen, maar dat is in de eerste plaats een analyse die bij de minister van Defensie hoort.

 

Het is moeilijk uit te leggen in de snelle spektakelberichtgeving van de media die daarover gevoerd wordt. Sommigen onder u hebben hier een opmerking over gemaakt. Wat de gouverneur gedaan heeft, is wel heel belangrijk. Ook daar is de hiërarchie en de subsidiariteit gerespecteerd: eerst het lokale bestuur. Op het moment dat blijkt dat er misschien toch wat kinken in de kabel zijn ten aanzien van de communicatie heeft hij het overgenomen. Dan is er meer gecommuniceerd en ontstond er ook meer begrip in de buurt en bij de omgeving. Net zoals de lessen die we getrokken hebben uit de eerdere crisissen, is dit heel belangrijk. Communicatie is belangrijk: proberen zo goed mogelijk uit te leggen. Dat is zeker een van de lessen die we vandaag al kunnen trekken.

 

Iemand vroeg of er al een evaluatie van de FOD Binnenlandse Zaken was. Dat is natuurlijk snel. We hebben niets aan halve evaluaties. Dit kunnen we vandaag nog niet in detail voorleggen.

 

Mevrouw Ingels, u vroeg hoe die oproepen er dan gekomen zijn. Dat gebeurde rond 22.00-23.00 uur op vrijdagavond. Dan werd de arrondissementscommissaris op de hoogte gebracht. Dan zijn wij de dag erna de hoogte gebracht, op het moment dat men de analyse kon maken. Ik denk wel dat er snel is geschakeld, maar als men vaststelt dat er meer dan 1.000 mensen op het terrein zijn, is het zeer moeilijk om dat nog hardhandig uit elkaar te drijven.

 

Ik laat mij ook vertellen dat de voorbeelden die gegeven zijn over eerdere rave parties om een veel kleiner aantal mensen ging. Dat is van een heel andere schaal dan deze rave party.

 

Mevrouw Ingels, u had ook terechte vragen over het druggebruik, het openlijk dealen en de standjes. Ook dat moeten we in de praktijk proberen vast te stellen. Ik ben ervan overtuigd dat de politiemensen die zich in burger en in uniform op de site hebben begeven er alles aan hebben gedaan om dat daar in goede banen te leiden en om vaststellingen te doen. Er zijn nummerplaten gecontroleerd. Er zijn drones ingezet.

 

Mevrouw Goethals, men heeft dat gedaan. Ik heb daarnet het lijstje van de processen-verbaal en de precieze cijfers overgeslagen omwille van de tijd, maar we kunnen u dat bezorgen. Er zijn PV’s opgemaakt voor drugsbezit. Er zijn minnelijke schikkingen gedaan. Er zijn PV’s opgemaakt voor drugs in het verkeer. Men moet echter weten dat dit tijdsintensief is. Men moet tegelijkertijd PV’s opmaken, identificaties en controles van de mensen doen en daarnaast moet men ook de orde handhaven en patrouilleren in de omgeving.

 

Mevrouw Ingels, ik denk niet dat de gouverneur de boodschap heeft willen geven dat, als men zich een beetje koest hield, men met rust zou worden gelaten. Ik heb wel begrepen dat men heeft gezegd: wij willen dat dit vanavond stopt, maar we gaan jullie niet met stokken van het terrein verdrijven, want we hebben liever dat u uw roes hier uitslaapt dan elders. Dat was de boodschap.

 

Men heeft wel in de diepte tijdens het weekend als op maandag controles gedaan. Dat is ook de reden waarom de vrachtwagen met een of twee organisatoren kon worden geïdentificeerd en waarom men PV’s heeft kunnen opmaken.

 

Het dreigen met die controles was belangrijk. De heer Metsu vroeg waarom we hebben gewacht met die show of force. Omdat men op basis van de aard, de instructies en de codes die onderling afgesproken waren eerst wilde inzetten op genegotieerd beheer. Een show of force zou dan natuurlijk contraproductief werken. Men kan wel over de massa vliegen met helikopters en allerlei dingen doen, maar dat helpt niet als de strategie is om in de eerste plaats te proberen de bijeenkomst vreedzaam te beëindigen.

 

Ik meen dat u op een wat tendentieuze manier zegt dat wij die drugs gedoogd hebben. Ik meen dat dit niet zo is. Nogmaals, de inzet van de politiemensen ter plaatse, die door de gouverneur bevestigd werd als een uitstekende inzet, bestond uit een combinatie van identificatie, ordehandhaving en ervoor zorgen dat de situatie niet erger werd.

 

Ik heb ook helemaal niet de intentie gehad om verzachtende omstandigheden in te roepen. Ik heb u met het schetsen van de context alleen willen duiden wat de omvang was van de operatie ter plaatse. Dat zijn geen verzachtende omstandigheden, dat zijn redenen waarom een bepaalde risicoanalyse gemaakt wordt en een bepaald besluit genomen. Uiteraard zou de risicoanalyse helemaal anders zijn als het ging om gewelddadige deelnemers, deelnemers met een heel andere intentie.

 

Mijnheer Metsu, u hebt ook gezegd dat zeven van de 15.000 vervolgd zullen worden. Ik begrijp dat dit een treffend beeld is, maar het is natuurlijk niet correct. Nogmaals, ik kan u de cijfers geven van de opgemaakte processen-verbaal en van de minnelijke schikkingen die zijn opgelegd. Daar gaat het om een veel groter aantal. Het voorstellen alsof slechts zeven van de 15.000 mensen daar gevolgen van zullen ondervinden, is niet correct. Dat zou ook afbreuk doen aan de grote inspanningen die de politie daar geleverd heeft.

 

Er wordt geïnsinueerd dat wij het van in het begin strikter en strenger moesten aanpakken. Dat is natuurlijk moeilijk. Ik begrijp die vraag, maar als men kiest voor deze ordehandhaving, op basis van de adviezen van experts, komt daarbij kijken dat de mensen op het terrein op die manier moeten worden ingezet om erger te voorkomen.

 

Mevrouw Claes, u vroeg waarom men zaterdag niet begonnen is met het inzetten op ontradingsgesprekken, waarom dat pas op zondag gebeurde. Ik heb daarnet gezegd dat er vanaf vrijdag mensen op het terrein zijn gegaan. Men heeft geprobeerd de organisatoren terug te vinden aan de hand van informatie op het internet. Dat was niet eenvoudig. Men is dus wel ter plaatse gegaan, maar de echte ontradingscampagne, met de duidelijke strategie dat als het zondagavond niet gedaan was wij maandagochtend zouden komen, een strategie die gewerkt heeft, is wel de keuze die men gemaakt heeft.

 

Wij moeten ook psychologisch denken. Zaterdag waren de ravers nog niet uitgeraved, was er een heel andere beleving en waren zij wellicht nog niet erg bereid om op dat moment te stoppen. Op zondag was dat een andere zaak.

 

U vroeg mij daarnet ook of die muziek dan niet kon worden uitgezet. Ik vraag mij echt af hoe wij dat hadden moeten doen. Er is geen elektriciteit en stromend water beschikbaar, maar men werkte met generatoren. Dat zou dus betekenen dat men per podium de generator moest ontmantelen. Ik ben geen technicus, maar dat is wel een hele operatie. Gelet op de codes die er waren – de oproep om zich te verenigen – was dat geen gemakkelijke zaak. Het spreekt voor zich dat men de intentie had om dat niet zomaar te laten gebeuren, generator per generator, podium per podium. Dat is de reden. Er werd dat weekend ook veel tekenfilmlogica geopperd – trek er de stekker uit – maar dat is veel te simplistisch en doet, opnieuw, afbreuk aan de expertise die ter plaatse aan de dag is gelegd.

 

U stelde een terechte vraag over het verhalen van de schade, mevrouw Claes. Dat moeten wij zeker bekijken. In ons land werken wij met het principe dat wie de schade veroorzaakt die ook moet betalen, waardoor zij moet worden verhaald. Wij kunnen daarover nadenken, maar koken kost geld. Er kan gesuggereerd worden dat de gemeente, de provincie of de federale overheid het herstellen van de schade voorfinanciert om dat nadien te verhalen op de aanrichters van de schade of de organisatoren. Wij kunnen daarover spreken, maar weet dat dit ook niet zonder inspanningen is en dat daar heel veel middelen naartoe zullen gaan. De vraag is of wij zo’n systeem willen. Uiteraard zal elke overheidsorganisatie of -agentschap zich burgerlijke partij kunnen stellen en zo de eigen schade kunnen verhalen, maar willen wij dat de overheid namens schadelijders schade kan verhalen? Dat is een systeem waarover wij kunnen nadenken, maar dat is vandaag niet altijd aan de orde.

 

U vroeg ook hoe de schade zal worden verhaald, mevrouw Goethals. Het louter aanwezig zijn op niet-vergunde festivals is niet per se strafbaar, maar mogelijk wel wanneer het in het politiereglement is opgenomen. Zich begeven op militair domein is echter wel strafbaar. Er is een heel aantal inbreuken. Ik heb misschien daarnet niet uitdrukkelijk genoeg gezegd dat ook inbreuken op het gebruik en dealen van drugs bestraft zijn, onder meer met minnelijke schikkingen en pv’s. Dat gebeurt en dat zal nog gebeuren.

 

Net als bij andere incidenten is de identificatie van de daders in de eerste plaats belangrijk om te weten hoe dat loopt. Zoals ik al zei, zal het opstellen van al die pv’s en het starten van al die procedures heel wat werk vragen. Dat is nu een zaak van justitie.

 

Mevrouw Platteau, we hebben de ervaringen uit het buitenland meegenomen. Vorige week spraken we nog met onze Franse collega’s, die ook heel negatieve ervaringen hebben met het hardhandig uit elkaar proberen te drijven van ravers. Er duiken dan allerlei verhalen op over zogezegd onschuldige ravers die hardhandig door de politie zijn aangepakt. Dat was een mogelijk alternatief. Het is een afweging die men moet maken. Ik kan u verzekeren dat ik de experts heb gechallenged, veel vragen heb gesteld en voorstellen gedaan. Alle experts waren echter unaniem, we mochten daar niet aan beginnen omdat het kwaad dat we zouden veroorzaken veel erger zou zijn. Dat blijkt onder meer uit buitenlandse gevallen. We mogen niet onderschatten dat de omvang van de rave party doorslaggevend is geweest. Een rave party van 200 of 300 personen is totaal anders dan duizenden personen op een minder toegankelijk terrein, waardoor de negatieve effecten van zo’n offensief optreden mogelijk veel erger zouden zijn.

 

U had het ook over het debat over de BAM-wetgeving. Ik meen dat we dat met elkaar gedaan hebben, maar in de ogen van sommigen gaat dat misschien niet snel genoeg. Wetgeving maken op basis van incidenten, in de heat of the fight, zorgt niet altijd voor de beste wetgeving. Het is niet onmogelijk, maar in het licht van fundamentele rechten, privacy en vrijheden moeten we daar goed over nadenken en kunnen we niet alles over dezelfde kam scheren. We moeten openstaan voor dat debat, want het is een terechte vraag. Bij new ways of protesting komt dat steeds vaker voor. Willen we evenwel dat de politie zomaar kan meelezen? Wie leest er dan mee en wie controleert de controleurs als het niet over een gerechtelijke aangelegenheid gaat? Dat is heel belangrijk.

 

 

Mijnheer Depoortere, uw verwees naar 40 medewerkers bij de politiezone. Dat is niet helemaal correct. Het gaat om 120 fte’s bij de operationele manschappen en 29 CALog-personeelsleden bij de politiezone Sint-Truiden – Gingelom – Nieuwerkerken. Ook dat aantal is natuurlijk niet genoeg om een massa van 10.000 mensen in goede banen te leiden. Daarom zijn andere zones en de federale politie komen helpen.

 

Over het robuuste en snelle reactievermogen moeten we effectief nadenken. We moeten er echter ook rekening mee houden dat er dat weekend niet alleen in Sint-Truiden veiligheidsuitdagingen waren, maar ook op andere plekken. De vraag is wat je met een korps of meerdere korpsen kan doen wanneer zo’n colonne zich aandient, zelfs als er vaststellingen worden gedaan door bijvoorbeeld camera’s van Defensie.

 

De federale reserve is in de nacht van vrijdag op zaterdag ter plaatse gegaan met 22 personen. Er waren nog bijkomende versterkingen zaterdag en zondag. En er zijn ook pv’s opgemaakt. Ik weet niet of uw conclusie van twee maten en twee gewichten helemaal correct is. Het gecontroleerd beëindigen van de rave party is iets anders dan iemand die daar gepakt wordt voor drugsbezit anders sanctioneren dan iemand die daar elders voor gepakt wordt. Het is ook niet zo dat er niemand bestraft wordt omdat je met velen bent. Dat beeld klopt niet. De factor aantal speelt wel een rol in de manier hoe ermee wordt omgegaan, ook voor het opmaken van pv’s of het wegtakelen van wagens in de bermen.

 

U hebt absoluut gelijk dat dit niet voor herhaling vatbaar is en dat we moeten kijken hoe we een herhaling kunnen vermijden, zowel vanuit de ordediensten als vanuit Defensie, en ook met behulp van de signalen die we vanuit de justitie kunnen geven.

 

Madame Taquin, concernant votre question relative à la protection des sites militaires, j'ai adressé une lettre à la ministre de la Défense afin d'éviter que de tels incidents se reproduisent à l'avenir. Il convient maintenant d'attendre sa réponse.

 

Pour ce qui concerne votre question sur les chiffres relatifs au renforcement des forces de police et des services de secours, je vous répondrai par écrit.

 

Vous avez posé plusieurs questions sur le blocage des voies. Comme je viens de l'expliquer, il n'est pas facile de lutter contre ce genre de problème. Nous avons organisé des patrouilles et des contrôles parfois un peu à distance. Cette question relève également de la police de la route qui doit prendre des décisions opérationnelles pour assurer la sécurité des autres utilisateurs de la route. Il faut savoir que nous avons également dû faire face à des files de visiteurs de quatre ou cinq kilomètres. Tout un périmètre devait donc être délimité, ce qui n'est pas aussi facile qu'on pourrait le croire. Il faut voir si oui ou non, une intervention a lieu durant les premiers heures après l'incident. On peut débattre de la question. Mais il s'agit ici des décisions qui ont été prises par la police.

 

En ce qui concerne la relation avec la justice, le procureur du Roi était présent au sein de la cellule de crise. À cette occasion, il a indiqué ses lignes stratégiques et ses limites de tolérance. Il a donné l'instruction d'organiser des contrôles poussés en matière de possession de drogue. Des procès-verbaux ont d'ailleurs été dressés. Il a également donné instruction d'organiser des contrôles en matière de conduite sous influence, ce qui a été fait. Pour être honnête, tous les conducteurs n'ont pas pu être contrôlés, mais cela a été le cas d'un certain nombre et des procès-verbaux ont été dressés.

 

Quant à la collaboration avec la police néerlandaise, il y a des contacts permanents entre la police belge et cette dernière, y compris dans le cadre de la police administrative. Un nouveau traité Benelux portant sur la collaboration de la police doit d'ailleurs être signé.

 

Une intervention ad hoc avec les services de police de l'étranger n'était pas ici appropriée, à l'inverse de l'affaire Jürgen Conings par exemple, la situation étant aussi locale.

 

Une concertation transfrontalière sera prochainement organisée entre les services de renseignement de la police néerlandaise et la PJF du Limbourg pour discuter des possibilités à l'avenir. C'est déjà une analyse ou un enseignement tiré de cet incident.

 

Nous ne disposons pas de chiffres relatifs à la nationalité des raveurs mais nous pourrons peut-être les collecteur dans le futur.

 

Mijnheer Briers, u sprak uw steun uit voor de geweldloze aanpak, ook de ervaring en de expertise uit het verleden. Uw opmerking over de BAM-wetgeving was terecht. Wat willen we en hoe verhoudt dat zich tot onze fundamentele rechten? De strafbaarstellingen rond niet-vergunde festivals is geen eenvoudige aangelegenheid. Wanneer is iets een festival? Welke deelnemers moeten er zijn? Wanneer ben je een bezoeker? Dat is niet eenvoudig vast te stellen. Het is een goede suggestie dat Justitie daar initiatieven neemt om dat goed te kunnen definiëren, beter te omschrijven. Uiteraard willen we dat dit niet meer gebeurt en dat kan daartoe bijdragen.

 

Mijnheer Vandenput, ik wil uw vragen geen onrecht aandoen, maar een aantal ervan zijn al beantwoord in het kader van de andere vragen.

Mevrouw Vanpeborgh, in de loop van de antwoorden heb ik al geantwoord op uw tussenkomst. U had nog de vraag naar de FERES. Ik heb daarstraks al gezegd dat we bij de staking bij Delhaize hebben gezien dat dat soms explosief kan zijn. Ook daar was er een aanwezigheid. Er zijn andere evenementen en incidenten geweest dat weekend. We hebben de federale reserve dus conform de mensen die daarover beslissen zo adequaat en zo efficiënt mogelijk ingezet. Dat is de reden van de inzet van de effectieve. Schriftelijk kunnen daar verdere vragen over beantwoord worden. Dat zou ons nu mogelijk te ver leiden.

De voorzitter: Het laatste woord is aan het Parlement. Wie vraagt het woord?

 

01.16  Mieke Claes (N-VA): Bedankt voor uw uitvoerige antwoord. Op de vraag die ik stelde waarom zaterdag niet gedaan is wat zondag gebeurd is, is het antwoord dat de feestvierders nog niet moe genoeg waren. Daar komt het eigenlijk op neer. Zondag waren ze moe en konden we ze een beetje knuffelen, zaterdag nog niet. U hebt dan maar wat gewacht. Dat is het gevoel dat ik krijg. Dat is toch maar een mager antwoord. Lokaal waren er te weinig manschappen ter beschikking, waardoor die stappen nog niet gezet konden worden. In de toekomst moeten we dit absoluut voorkomen. We moeten ervoor zorgen dat er op dag 1 voldoende manschappen zijn om op de manier van zondag te werken. Dat lijkt mij vanzelfsprekend.

 

01.17  Ortwin Depoortere (VB): Ik wil een kleine correctie doen. Toen ik sprak van 40 politieagenten van de lokale politiezone bedoelde ik de beschikbaarheid van 40 politiemensen op dat ogenblik.

 

Ik sluit mij wel aan bij mevrouw Claes. Men moet zorgen voor voldoende manschappen. Het is niet een of-ofverhaal, het moet een en-enverhaal worden. Die federale reserves moeten overal kunnen worden ingezet.

 

01.18 Minister Annelies Verlinden : Dit is misschien een ideaal moment om een debat over de schaalvergroting in de lokale zones te starten.

 

01.19  Ortwin Depoortere (VB): Dat is een uitstekend idee. Dat debat zullen we niet vandaag voeren, maar houden we wel in ons achterhoofd.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De behandeling van de vragen wordt geschorst van 16.53 uur tot 17.12 uur.

Le développement des questions est suspendu de 16 h 53 à 17 h 12.

 

02 Samengevoegde vragen van

- Ortwin Depoortere aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De relatie tussen de regering en de politievakbonden (escalatie)" (55036142C)

- Yngvild Ingels aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het koninklijk besluit betreffende de NAVAP" (55036340C)

- Ortwin Depoortere aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De relatie tussen de regering en de politievakbonden en het sociaal conflict" (55036366C)

- Nabil Boukili aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De relatie tussen de politievakbonden en de regering" (55036577C)

- Gaby Colebunders aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De gespanne relatie tussen de politievakbonden en de regering" (55036580C)

- Caroline Taquin aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De onderhandelingen met de politievakbonden over de NAVAP-regeling" (55036601C)

02 Questions jointes de

-  Ortwin Depoortere à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "Les relations entre le gouvernement et les syndicats policiers (escalade)" (55036142C)

- Yngvild Ingels à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "L'arrêté royal relatif à la NAPAP" (55036340C)

- Ortwin Depoortere à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "Les relations entre le gouvernement et les syndicats de police et le conflit social" (55036366C)

- Nabil Boukili à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "La situation entre les syndicats de policiers et le gouvernement" (55036577C)

- Gaby Colebunders à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "Les tensions entre les syndicats policiers et le gouvernement" (55036580C)

- Caroline Taquin à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "Les négociations avec les syndicats policiers sur le régime NAPAP" (55036601C)

 

De voorzitter: De heer Boukili is niet aanwezig.

 

02.01  Ortwin Depoortere (VB): Mevrouw de minister, vanaf 1 januari 2033 kunnen politieambtenaren geen beroep meer doen op de NAVAP-regeling. Dat is het gevolg van een koninklijk besluit dat recent is goedgekeurd tijdens een elektronische ministerraad in verband met de eindeloopbaanregeling bij de politie. De vivaldiregering kiest ervoor om dat regime af te bouwen en blijft resoluut kiezen om de politiebonden in dat opzicht de oorlog te verklaren, niet het minst door de hoogst beledigende – zo wordt het althans ervaren door vertegenwoordigers van de politievakbonden – uitspraken van de voorzitter van een van uw coalitiepartners aan het adres van de politievakbonden.

 

Naast de afschaffing van de NAVAP-regeling vanaf 2033 is beslist om de initiële instapleeftijd voor dat plan te verhogen, de duur van dat plan te verkorten en het niet langer toe te kennen aan personeelsleden die niet voldoen aan de geleidelijk gewijzigde voorwaarden uiterlijk op 31 december 2030. In de pers benoemde een MR-Kamerlid van de meerderheid het als volgt: “Ik kan me niet zo'n harde en langdurige spanning herinneren tussen de politievakbonden en de eerste flik van dit land, minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden."

 

De kans op verzoening tussen de politievakbonden en deze regering lijkt mij zeer gering te worden, maar ik ben van goede wil en geef iedereen de kans tot herstel. Om die reden blijf ik mijn vragen herhalen.

 

Mevrouw de minister, neemt u afstand van de uitspraken van een voorzitter van uw coalitiepartner, die onder andere zei dat de vakbonden zich gedragen als terroristen?

 

Welk initiatief zult u nog nemen om ondanks die patstelling, dus inclusief de patstelling tussen de politievakbonden en uw collega-minister van Justitie, opnieuw aan de onderhandelingstafel te gaan zitten?

 

Bent u eventueel bereid om een onafhankelijke bemiddelaar aan te stellen in een poging om deze blijvende onaanvaardbare situatie, waarbij partijen in figuurlijke zin met getrokken wapens tegenover elkaar staan, te beëindigen?

 

02.02  Yngvild Ingels (N-VA): Mevrouw de minister, ik wil het hebben over het KB NAVAP. We hoeven niet volledig te herhalen wat al is gezegd, u kent de voorgeschiedenis beter dan wie ook. Toen in 2015 een nieuwe regeling werd ingevoerd voor de NAVAP, omdat het Grondwettelijk Hof de voorgaande regeling had geschrapt, werd in het verslag aan de Koning bij dat KB heel duidelijk vermeld dat pas een nieuw systeem zou worden gevonden wanneer voor alle instanties die van de overheid afhankelijk zijn, zoals de NMBS, de cipiers, een harmonisatie tot stand zou komen en wanneer we gelijkmatig zouden oversteken. Dat principe werd herhaald in het protocol betreffende de loonstijging, dat u begin 2022 hebt gesloten. Wat daarna is gebeurd, weten we allemaal. Daarover zijn al heel wat vragen gesteld. Het standpunt van de minister van Justitie is gekend. Volgens mijn informatie hebt u de goede bedoeling gehad om twee bemiddelaars aan te wijzen en aldus te proberen een pragmatische, bemiddelde oplossing te vinden en de maandenlange escalatie een halt toe te roepen.

 

Mijn verbazing was dan ook groot dat het KB al op 14 april in eerste lezing werd goedgekeurd in de ministerraad, want die bemiddelaars waren nog niet klaar. Wat heeft dat nu opgeleverd? Is iets gewijzigd aan het KB NAVAP ten opzichte van het oorspronkelijk voorliggende voorstel? Het is vreemd dat dat in een eerste lezing al wordt goedgekeurd wanneer die bemiddeling nog bezig is of nog geen resultaat heeft opgeleverd. Het lijkt uw goede pogingen om tot een oplossing te komen, volledig teniet te doen.

 

02.03  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, midden april werd het koninklijk besluit waarmee de NAVAP-regeling de komende tien jaar uitgedoofd zal worden, goedgekeurd door de ministerraad. Ondertussen bereiden de vakbonden nieuwe acties voor. We horen dat de regering een onbetrouwbare partner is, die oude afspraken schendt en nieuwe afspraken in de vuilbak gooit.

 

Vooral de minister van Justitie wordt geviseerd. U zei tijdens de plenaire zitting van 16 februari dat het sectoraal akkoord er is gekomen “na intense onderhandelingen in het onderhandelingscomité, dat de vertegenwoordigers van de minister van Justitie en van mij samen voorzitten”. Minister Van Quickenborne antwoordde dat de ondertekening van deze overeenkomst door uw vertegenwoordiger slechts ter kennisname was. Niettemin herhalen de vakbonden nu dat het minister Van Quickenborne is die het afgesloten compromis niet naleeft.

 

Hoe reageert u op de uitspraken van de vakbonden? Zijn er nog steeds contacten tussen de regering en de vakbonden? Wat is de stand van zaken betreffende deze gesprekken of onderhandelingen?

 

Wat plant u te ondernemen in de toekomst om het vertrouwen van de vakbonden terug te krijgen?

 

02.04  Caroline Taquin (MR): Madame la ministre, je ne compte plus le nombre de fois où je vous ai questionnée sur la problématique du financement des NAPAP, et donc sur le nombre de réponses que vous avez dû m’apporter à ce sujet. Cela démontre tout simplement que ce fonctionnement doit être revu depuis bien longtemps. Cette année, la situation est quelque peu différente et plus complexe à la suite de la décision d’octobre dernier de revoir progressivement cette adaptation des fins de carrière des policiers. Cela crée de l’inquiétude alors que les syndicats policiers continuent de clamer publiquement la rupture de dialogue avec leur ministre. Par ailleurs, il est apparu que le dernier trimestre 2023 n’était pas financé pour les NAPAP de cette année. Une décision importante devait donc être prise pour garantir le système et rassurer bien légitimement les policiers et les zones de police.

 

Madame la ministre, confirmez-vous que le dernier trimestre 2023 du régime NAPAP n’était pas financé dans le budget initial? Confirmez-vous qu’une décision a été prise lors du dernier conclave pour financer les plus de huit millions d’euros nécessaires pour la fin de l’année? Compte tenu de la révision progressive du système NAPAP, quelle estimation budgétaire a-t-elle été réalisée quant au budget nécessaire pour 2024 et 2025? Enfin, quelles initiatives récentes avez-vous prises auprès des syndicats policiers pour renouer le dialogue et avancer sur leurs revendications légitimes?

 

02.05 Minister Annelies Verlinden : Mijnheer Depoortere, u zult begrijpen dat het mij als regeringslid niet toekomt om vragen over de voorzitter van een andere regeringspartij, die tevens federaal parlementslid is, te beantwoorden.

 

Wat uw vragen betreft over de uitlatingen van de vakbondsorganisaties ten aanzien van de regering en de minister van Justitie, heb ik vandaag geen nieuwe of andere antwoordelementen toe te voegen ten aanzien van diegene die ik eerder in het Parlement al heb gegeven, namelijk op 16 februari, alsook in de commissie over het verloop van de onderhandelingen over dit sectoraal akkoord.

 

J'ai déjà indiqué à plusieurs reprises que ma porte reste ouverte. Nous invitons les syndicats à la table des négociations et aux comités de concertation. À leur ordre du jour sont inscrits plusieurs thèmes relatifs à la partie qualitative de l'accord sectoriel. Nous avons donc tous intérêt à poursuivre la concertation et les négociations.

 

Mevrouw Ingels, mijnheer Depoortere, inzake uw vragen over de bemiddelaar kan ik u meedelen dat ik in het verleden niet van plan was, en nog niet van plan ben, een officiële bemiddelaar aan te duiden. Er zijn natuurlijk allerlei gesprekken op allerlei niveaus van de politie en ook vanuit verschillende organisaties, met de vakbonden. Maar dit is iets wat permanent gebeurt.

 

Uiteraard gaat het in deze gesprekken af en toe ook over het sectoraal akkoord, maar er is geen intentie een officiële bemiddeling op te starten omdat ondertussen de nodige inspanningen worden gedaan om de gesprekken met de vakbonden voort te zetten en onderhandelingen te organiseren.

 

Uw vraag naar een politiek signaal opnieuw on speaking terms te komen met de voogdijministers van de politie en de hele regering kan ik beantwoorden door te zeggen dat er wat mij betreft, geen breuk is in die speaking terms. Wij zetten die wel degelijk voort. Ik heb de vakbonden nog regelmatig ontmoet bij allerhande aangelegenheden.

 

De vraag om de in het begrotingsconclaaf van oktober genomen beslissingen ongedaan te maken, kan ik vandaag echter niet positief beantwoorden. Het zou ook niet getuigen van veel daadkracht een beslissing die op regeringsniveau genomen is nu, als individuele minister, eenzijdig te willen herzien. Dat is natuurlijk niet hoe besluitvorming in consensus kan werken.

 

Ik ben mij bewust van de gespannen relaties en van de sociale acties. Ik heb uiteraard begrip voor alle posities die worden ingenomen. Ik meen wel dat er over gewaakt moet worden dat de acties niet negatief afstralen op het imago van de politie.

 

Hoewel ik dus begrip heb voor de vraag van de vakorganisaties het debat aan te gaan over de eindeloopbaanregeling, wat overigens kan, los van de NAVAP-regeling - er zijn allerhande systemen om de eindeloopbaanvraagstukken op tafel te brengen, ook in de context van de pensioendebatten en de debatten over de zware beroepen - meen ik dat wij er met zijn allen belang bij hebben de organisatie van de politie te verdedigen, die zo aantrekkelijk mogelijk te houden, en eventuele acties niet negatief te doen afstralen op alle andere leden van de politie.

 

Het pensioendebat en het debat over de zware beroepen is effectief een breder debat dan dat over de politie. Daar is uiteraard de minister van Pensioenen aan zet. Dit is ook de manier waarop ik hier eerder over gecommuniceerd heb.

 

Ik heb, zoals u weet, op 4 mei de boekvoorstelling van het VSOA bijgewoond. Niet alleen in de uiteenzetting met getuigenissen van politiemedewerkers, maar ook in het boek zelf, werd zeer aangrijpend uiteengezet hoe risicovol en hoe intens het politieberoep wel is. Ik meen dat wij er met zijn allen werk van moeten blijven maken. Ik vind het voor mijzelf een prioriteit. Dit is ook een van de redenen waarom wij dit in het verleden in het kwalitatieve luik van het sectoraal akkoord opgenomen hebben.

 

Mijns inziens daarom zou het goed zijn om de besprekingen ook over dat punt voort te zetten in overlegcomités zodat we aan dat thema verder kunnen werken, zoals tijdens de uiteenzettingen van de commissaris-generaal en de vakbondsvertegenwoordigers op 4 mei werd toegelicht. We hebben daar de laatste tijd belangrijke stappen in gezet.

 

Madame Taquin, lors du contrôle budgétaire de mars et avril 2023, il a été décidé d'octroyer un subside pour la NAPAP aux zones de police limité aux traitements d'attente des membres du personnel non activité préalable à la pension afin de permettre à ces derniers de faire face aux surcoûts et aux charges budgétaires dus à l'allongement de la carrière des membres du personnel concernés par l'arrêt de la Cour constitutionnelle du 10 juillet 2014.

 

Un budget avait été prévu pour la police fédérale. On ajoute maintenant le budget de la police locale. Un crédit maximum de 31 millions d'euros a donc été prévu à cet effet à la ligne budgétaire concernée conformément à la loi du 26 décembre 2022 comprenant le budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2023. Dans la notification du 31 mars 2023 relative au contrôle budgétaire, un montant supplémentaire de huit millions d'euros a été ajouté à ce crédit. Le montant total est de 39,5 millions d'euros.

 

Sur la base des estimations pluriannuelles 2024-2027 réalisées dans le cadre de l'élaboration du budget initial 2023, la décision du conseil des ministres permettait un gain estimé à 15 %. Quant au budget nécessaire pour l'année 2024 et 2025, les chiffres sont en cours de révision dans le cadre de l'élaboration du budget initial 2024.

 

L'on peut toujours prévoir un budget mais le nombre de personnes qui opteront pour le NAPAP est toujours incertain au début de l'année. D'où le fait que le calcul ne peut se faire qu'en fin d'année.

 

02.06  Ortwin Depoortere (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Om het met de titel van een met een Oscar bekroonde film te zeggen: Im Westen nichts Neues. Zo kan ik immers uw antwoord interpreteren. Deze regering kan toch niet gewoon overgaan tot de orde van de dag? Men kan toch niet gewoon negeren dat de politievakbonden uw collega, minister Van Quickenborne, beschuldigen van leugens? U weet waarnaar ik verwijs. Dat krijgt overigens wellicht nog een juridisch staartje.

 

De vraag blijft of u en de regering echt nog een jaar deze lijdensweg willen blijven bewandelen, zonder terug te komen op de initieel genomen beslissing. Ik blijf erbij dat de afschaffing van de NAVAP niet in het regeerakkoord staat. Volgens het protocolakkoord met de politie zou de NAVAP-regeling slechts worden aangepast als die in een bredere regeling zou worden herzien voor alle ambtenaren in het kader van het pensioendossier of in het kader van een lijst met zware beroepen.

 

Ik ben het wel met u eens dat we het ook moeten hebben over de aantrekkelijkheid van het beroep. Ik was vorige week, samen met andere collega’s uit deze commissie, aanwezig op de boekvoorstelling van F*ck you, flik. Het is de titel van het boek, ik mag dat hier dus wel zeggen. Het waren pakkende getuigenissen van het geweld dat gebruikt wordt tegen onze politiediensten. Het lijkt me nuttig en zinvol om ook dat luik te bespreken in deze commissie. Dit moet niet onder de mat worden geveegd en hoort inderdaad bij het kwalitatief luik van het protocolakkoord. Bij kwaliteit hoort evenwel ook kwantiteit. Het kwantitatieve luik van het initiële sectorale loonakkoord met de politie is daarbij van cruciaal belang.

 

02.07  Yngvild Ingels (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Ik begrijp dat u niet in naam van andere ministers, regeringsleden of partijvoorzitters kunt spreken, maar ik maak mij zorgen over de impact die dit heeft op uw samenwerking met de politie, zeker als twee, niet van de minste, bemiddelaars – ik zal dit maar tussen haakjes zetten, gezien uw uitleg van daarnet – in het veld worden gestuurd en daar moeten vernemen dat het KB aan de ministerraad wordt voorgelegd zonder dat zij daarvan werden verwittigd, waardoor ze zich moeten afvragen wat hun rol dan eigenlijk was. Ik vind dat heel vreemd.

 

Ik maak mij zorgen over hoe de relatie van de politie met de regering en in het bijzonder met u als hun bevoegde minister zich verder zal ontwikkelen en welke projecten hiermee op de helling komen te staan. Er moeten immers nog dossiers via hen passeren om een aantal zaken uit de beleidsnota waar te maken. Ik vrees dat daar, gezien de omstandigheden en de relatie met de regering, heel weinig van in huis gaat komen. Dat vind ik zeer spijtig.

 

02.08  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Ik vind het wel spijtig dat u niet reageert, mevrouw de minister. Het zijn uw politieagenten die bijna gecriminaliseerd worden of, nog erger, voor terroristen worden uitgemaakt. Dit kan absoluut niet meer door de beugel.

 

U kent het traject dat die politieagenten in de laatste twee jaar hebben afgelegd om voor hun rechten op te komen. Ze hadden een akkoord, maar dat wordt dan opnieuw weerlegd. Men is hier in de commissie een duidelijke boodschap komen geven. Zij zijn in een hoorzitting opgestapt omdat ze geen vertrouwen meer hadden in jullie. Ze hebben dan toch zelf opnieuw een hoorzitting gevraagd. Die hoorzitting is er ook gekomen. Toch ziet men dat er nog altijd niets is.

 

Mevrouw de minister, ik zie niet hoe u dit gaat oplossen, als mensen in uw eigen regering dergelijke zaken naar buiten brengen. U hebt daarstraks zelf gezegd hoezeer u die politiemensen nodig hebt, bij de gedachtewisseling over de rave party. Op dat moment moesten ze overal aanwezig zijn. Voor dergelijke zaken zijn ze goed, maar als er naar hen moet worden geluisterd, worden ze als criminelen afgeschilderd.

 

Meer aantrekkelijkheid van het beroep laat echt wel op zich wachten. Dit is absoluut niet de juiste richting, mevrouw de minister. Als u echt wil dat de problemen met de personeelstekorten worden aangepakt, dan is dit zeker niet de manier waarop men met personeelsleden of toekomstige personeelsleden moet omgaan.

 

Wil u het beroep aantrekkelijker maken, luister dan. Laat die NAVAP-regeling. Zet dat terug ter discussie. Leef de gemaakte afspraken na. U hebt de politie nodig. Het zijn uw mensen, u bent voor hen verantwoordelijk. Toon hen dat u een enorm respect voor hen hebt. Dat laat nu te wensen over.

 

02.09  Caroline Taquin (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour les réponses apportées. Vous confirmez que le fédéral interviendra bien dans le financement complet des NAPAP en 2023 et 2024.

 

Je salue votre volonté de reprendre les négociations et la concertation. Je salue également l'importance que vous donnez à la concertation avec les syndicats policiers.

 

Cela permettra de contribuer à restaurer cette confiance pour autant que les actes soient posés au travers des discussions qui pourront avoir lieu. Vous reconnaissez que le métier de policier est un métier à risques et qu'il mérite toute l'attention que l'on doit lui porter.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Samengevoegde vragen van

- Koen Metsu aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De zware aanslag in Antwerpen" (55035728C)

- Ortwin Depoortere aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De drugsoorlog en de bomaanslag in Antwerpen" (55035771C)

- Yngvild Ingels aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De uitrol en de financiering van de havenkorps" (55036341C)

- Nabil Boukili aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De aan het drugsmilieu gelinkte aanslagen te Antwerpen" (55036465C)

03 Questions jointes de

- Koen Metsu à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "L'attaque grave à Anvers" (55035728C)

- Ortwin Depoortere à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "La guerre de la drogue et l'attentat à la bombe à Anvers" (55035771C)

- Yngvild Ingels à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "La mise en place et le financement du corps de police portuaire" (55036341C)

- Nabil Boukili à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "Les attaques à la bombe à Anvers liées au trafic de drogue" (55036465C)

 

De voorzitter: De heer Metsu is verontschuldigd.

 

03.01  Ortwin Depoortere (VB): Mevrouw de minister, mijn vraag dateert van 6 april. In die periode werd er een aanslag gepleegd in de omgeving van de Rooseveltplaats, met redelijk wat schade. Gelukkig was er alleen materiële schade aan ongeveer 20 huizen en diverse voertuigen. Eén persoon liep lichte verwondingen op door glasscherven. De aanslag wordt gelinkt aan het Sky ECC-dossier. Blijkbaar was het ouderlijke huis van een verdachte het doelwit van de aanslag.

 

Kunt u een actuele stand van zaken in dit dossier geven, zonder het gerechtelijk onderzoek openbaar te moeten maken?

 

Hebt u bijkomende maatregelen genomen, onder andere ondersteuning door de federale politie? Daarover spraken wij daarstraks ook reeds tijdens de gedachtewisseling. Is er genoeg federale reserve indien hierom gevraagd zou worden?

 

Wanneer kunnen deze extra manschappen ingezet worden?

 

Het volgende is een terugkerend mantra van mij. Bent u bereid om ook Defensie bepaalde bewakingsopdrachten van de lokale politie te laten overnemen? Zo kan de druk op de politie wat verminderd worden.

 

Ik heb gemerkt dat een aantal collega’s vragen heeft ingediend over de nieuwe rol van het havenkorps. Dat sluit daar perfect bij aan. Het is niet opgenomen in mijn vraag omdat mijn vraag reeds langer was ingediend. Ik ben alleszins benieuwd naar hun vragen en naar uw antwoord.

 

03.02  Yngvild Ingels (N-VA): Een versterking van de veiligheidsdiensten in de Antwerpse haven is absoluut noodzakelijk in het kader van de strijd tegen de drugshandel en het drugsgerelateerd geweld. De regering maakt volgens de begrotingsnotificaties extra kredieten vrij voor de versterking van de personeelscapaciteit bij de federale politie, de douanediensten en de scheepvaart. Er valt hierbij ook te lezen dat u belast wordt met het onderzoeken van alternatieve financieringsmogelijkheden met de Stad Antwerpen, de Haven van Antwerpen en de gebruikers van de Haven van Antwerpen.

​Ik heb hierbij volgende vragen:

- Kan u duiden over welke toename van personeel we hier spreken bij de federale politie, de douane diensten en de scheepvaart. Wat wordt hier concreet bedoelt met 'de scheepvaart'?

- hoe wordt de uitrol van deze maatregel georganiseerd? wat is de timing van de aanwervingsprocedures? is er ook mogelijkheid van interne mobiliteit?

- Wat zijn de pistes inzake alternatieve financiering? Hoe zal u bij de uitwerking hiervan te werk gaan?

 

03.03 Minister Annelies Verlinden : Collega's, het onderzoek naar de aanslag van begin april in de Osystraat in Antwerpen loopt. Ik kan niet uitweiden over de details. Wel kan ik verduidelijken dat vanuit de politiezone Antwerpen sinds de zomer van 2022 extra wordt ingezet op de problematiek van drugsgerelateerd geweld. Zo werd in juli vorig jaar de operatie 66 (…) in het leven geroepen. Eén ploeg van de mobiele eenheid werd elke nacht ingezet, eerst met variabele uren, later met een vaste shift van 20 tot 4 uur. Het observatieteam verleende hierbij versterking met één ploeg op het terrein. Vanaf augustus werd de operatie versterkt. Bij het begin van de maand leverde de mobiele eenheid tweemaal per week vier ploegen, aanvankelijk van 20 tot 5 uur en later van 21 tot 5 uur. Half augustus werd dit waar mogelijk opgetrokken tot acht ploegen. Vanaf september zijn de acht ploegen gegarandeerd en zijn de diensturen verschoven naar een shift van 22 tot 6 uur.

 

In het kader van het actuele conflict tussen drugsfamilies werden sinds eind maart naast de voormelde ploegen van de mobiele eenheid nog andere ploegen ingezet. Ook vanuit de federale politie is er een forse inzet van middelen. Zo is de federale reserve sinds eind januari prioritair georiënteerd naar de Antwerpse haven – maar we hebben net geleerd dat die ook voor andere incidenten moet worden ingezet – en patrouilleren er elke nacht een tiental ploegen in de haven, hetgeen zijn vruchten afwerpt: in de eerste vier maanden van dit jaar zijn 70 drugsgerelateerde arrestaties verricht. Dat is meer dan een verdubbeling ten opzichte van dezelfde periode van vorig jaar.

 

Ik heb al de gelegenheid gehad om de inspanningen toe te lichten die sinds het begin van deze legislatuur zijn geleverd om de federale gerechtelijke politie (FGP) te versterken. In 2022 werd een bijkomend budget aan de federale politie toegekend, waardoor tegen eind 2024 195 extra onderzoekers voor de FGP kunnen worden aangeworven. Er loopt een rekruteringscampagne, maar dat proces vraagt uiteraard tijd. Er zijn nu al meer dan 160 betrekkingen gepubliceerd en in dit kader krijgt FGP Antwerpen voorrang bij het openstellen van de betrekkingen en zijn de mobiliteitsregels versoepeld om te solliciteren bij de FGP in Antwerpen.

 

In het kader van de actuele Antwerpse drugs- en veiligheidsproblematiek heeft de regering, zoals jullie weten, ook beslist om de Scheepvaartpolitie Antwerpen te versterken. Daarvoor werden nog bijkomende middelen vrijgemaakt tijdens de recente begrotingscontrole, waarbij de versterking voornamelijk gebaseerd is op de uitbouw van twee pijlers: enerzijds de oprichting van een politioneel beveiligingskorps, specifiek gelinkt aan de haven, en anderzijds de toevoeging van een specifieke recherchecapaciteit bij de Scheepvaartpolitie in nauwe samenwerking met de FGP, zodat de eerstelijnsploegen de eerste onderzoeksdaden en vaststellingen kunnen uitvoeren en bepaalde onderzoeksdossiers kunnen opvolgen. Concreet betekent dat een verhoging van de capaciteit van 116 naar 312 fte’s. De indeplaatsstelling is progressief gepland vanaf 1 mei door de overname van de bewakingsopdracht van de nucleaire site van Doel van de federale politie door Defensie, door interne mobiliteit, de inzet van de FERES en de start van de opleidingen voor de nieuwe beveiligingsagenten vanaf oktober.

 

Begin deze week hebben we ook de effectieve lancering van dat havenbeveiligingskorps in Antwerpen gezien. Zoals u weet, volgen we deze zaken op: drugsgeweld, cocaïnehandel, maar ook alle daarmee gepaard gaande gewelddaden. Die strijd is een prioriteit en dat is ook de reden om met het drugscommissariaat te starten, waarbij de drugscommissaris een tweetal weken geleden met haar activiteiten is gestart.

 

Mevrouw Ingels, zoals al aangehaald, zijn er middelen vrijgemaakt om de scheepvaartpolitie te doen evolueren van de effectieve invulling van 126 naar 312 jobs. Begin deze week hebben we ook een rekruteringscampagne gelanceerd waarbij op korte termijn 70 nieuwe beveiligingsagenten worden gezocht. Ik roep iedereen op om de website havenkorps.be of jobpol.be te raadplegen. U weet dat we een heroriëntering hebben uitgevoerd. Iedereen was zeer enthousiast. Ik denk dat patrouilleren in de haven voor velen onder hen een aantrekkelijke bezigheid is. Het is in elk geval dynamischer dan de statische bewaking van de kerncentrale van Doel. Het verheugt ons dat Defensie die tijdelijk wil overnemen om ons in staat te stellen om mensen op het terrein te hebben. Nu we zullen rekruteren, zal die tijdelijke vervanging door Defensie worden waargenomen.

 

De aanwervingen gebeuren op alle mogelijke manieren, ook door die bewakings- of beveiligingsagenten. Ik vind dat zelf een mooi voorbeeld van sociale promotie, ook binnen de politie. Mensen die daar werken hebben allicht de ambitie om door te groeien en inspecteur te worden. Dan moeten we opnieuw rekruteren, maar door het enthousiasme en de expertise die ze zelf opbouwen binnen de dienst is dat echt een mooi systeem, waar we gerust nog wat reclame voor mogen maken. Iedereen die wil meewerken aan de veiligheid, niet alleen van de haven, heeft door die rekruteringscampagne de concrete mogelijkheid daartoe.

 

03.04  Ortwin Depoortere (VB): Mevrouw de minister, ik zou toch de twee willen scheiden, als u het mij toestaat. Er is de strijd tegen drugs, die op verschillende manieren en terreinen wordt uitgevochten. Een daarvan is de haven. Ik juich toe dat er daarvoor in extra manschappen wordt voorzien en dat Justitie daar ook in meegaat, want ook zij heeft daarin een zeer belangrijke rol te spelen. Ik hoop, samen met u, dat ook de douane daar een meer uitdrukkelijke rol kan spelen, al was het maar om de trafiek van de vele containers beter in kaart te brengen en beter te kunnen screenen en controleren.

 

Er is ook de drugsoorlog die gevoerd wordt in de straten van Antwerpen zelf. Er zijn dit jaar al onschuldige slachtoffers gevallen. De aanslagen stoppen niet. De vraag is of de lokale politie dat nog allemaal kan bolwerken. Wordt er daardoor geen extra druk gecreëerd? Moet het federale niveau daar geen tandje bijsteken? Hier is de problematiek van de federale reserve weer aan de orde, die mijns inziens nog te klein is, want zij moet, zoals u zelf zegt, kunnen worden ingezet op verschillende plaatsen, niet enkel in Antwerpen.

 

De rekrutering is een goede zaak, maar die zal pas op langere termijn haar vruchten afwerpen, niet in de komende maanden. Ik hoop uiteraard dat alles een succes wordt, van Jobpol tot de rekrutering en de opleidingen die daarmee gepaard gaan, maar ik vraag mij af of dat allemaal voldoende is om de bitse drugsoorlog, die geen einde lijkt te kennen, daadwerkelijk tegen te kunnen gaan.

 

03.05  Yngvild Ingels (N-VA): U hebt op een van mijn vragen niet geantwoord, namelijk op mijn vraag over de pistes van alternatieve financiering die in de begrotingsnotificatie staan. Wat moet ik mij daarbij voorstellen?

 

In de notificatie staat namelijk dat er in overleg zal worden gegaan met de stad Antwerpen, de haven van Antwerpen en de gebruikers van de haven van Antwerpen. Hoe zal de uitwerking daarvan plaatsvinden of is dat nog niet aan de orde?

 

03.06 Minister Annelies Verlinden : Naar aanleiding van de samenwerking met de privébedrijven waren er uiteraard gesprekken met de haven, maar dat is niet evident. Die gesprekken lopen, maar er is vandaag nog geen concrete piste over een bijdrage van havenbedrijven aan de bijkomende kosten of investeringen voor de beveiliging van de haven of voor het havenkorps. Er kan wel worden gekeken naar het delen van lokalen of een dergelijke ondersteuning. Er wordt dus aan gewerkt.

 

Het was geen noodzakelijke voorwaarde om ermee van start te gaan, maar uiteraard kijken we naar waar we middelen kunnen vinden, hoe meer hoe beter, om het daar veilig te houden.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

De voorzitter: Vraag nr. 55035729C van de heer Metsu wordt omgezet in een schriftelijke vraag, net als vraag nr. 55035858C van mevrouw Chanson.

 

De samengevoegde vragen nrs. 55035859C en 55036591C van mevrouw Chanson en de heer Senesael worden uitgesteld.

 

Vraag nr. 55035861C van mevrouw Chanson wordt omgezet in een schriftelijke vraag en vraag nr. 55035864C van de heer Senesael wordt uitgesteld.

 

 

04 Vraag van Sigrid Goethals aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De repatriëring door ambtenaren en de onveiligheid voor de agenten van de luchtvaartpolitie" (55035880C)

04 Question de Sigrid Goethals à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "Le rapatriement par des fonctionnaires et l'insécurité pour les agents de la police aéronautique" (55035880C)

 

04.01  Sigrid Goethals (N-VA): Mevrouw de minister, in het migratieakkoord van de federale regering staat dat ambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken binnenkort de luchtvaartpolitie zouden bijstaan bij de repatriëring van uitgewezen asielzoekers. Zowel de ambtenaren als de agenten maken zich daar bijzonder veel zorgen over, voornamelijk met betrekking tot hun veiligheid, indien het zover zo komen. Hun vrees is niet onterecht, want vorig jaar werden 742 verwijderingspogingen stopgezet wegens het verzet van de betrokkenen. Collega Francken interpelleerde staatssecretaris de Moor hier al over tijdens de plenaire vergadering.

 

De ambtenaren vragen voor de uitvoering van die taak meer veiligheidsmiddelen en de agenten van de luchtvaartpolitie vrezen dat de samenwerking veel minder vlot zal verlopen dan die met hun vaste collega’s. Het is logisch dat de ambtenaren niet goed weten hoe ze zullen moeten omgaan met dit soort eventueel gewelddadige situaties. Mijns inziens zijn ze daarvoor onvoldoende opgeleid. Voor een agent betekent dit dat hij in een specifieke situatie die hij in goede banen moet leiden, zal moeten samenwerken met iemand die een andere opleiding heeft gekregen. Indien dit plan wordt uitgevoerd zal er slechts één agent aanwezig zijn.

 

De implementatie van dit akkoord vereist een wetswijziging. Hoever staat men daarmee? Ondertussen zijn er enkele weken verstreken. Lopen die opleidingen vlot? Hoeveel van die escortes hebben niet kunnen plaatsvinden wegens het personeelstekort? Deelt u de mening dat de veiligheid van de luchtvaartpolitie in het gedrang zal komen? Heeft er al overleg met de politievakbonden plaatsgevonden over de beslissing van staatssecretaris de Moor?

 

04.02 Minister Annelies Verlinden : Mevrouw Goethals, er is binnen de regering inderdaad een politiek akkoord bereikt om het personeel van de dienst Verwijdering van de luchtvaartpolitie te versterken. Ik durf te geloven dat we dezelfde ambitie hebben, namelijk om zoveel mogelijk verwijderingen zo goed en zo snel mogelijk te laten plaatsvinden. Dat is uiteindelijk onze ambitie en we moeten bekijken hoe we die kunnen verwezenlijken, gegeven de mensen en de middelen die we hebben.

 

Ik ben uiteraard ook op de hoogte van de opmerking die de vakbonden van de politie en de DVZ hebben geformuleerd naar aanleiding van dat politiek akkoord. Ik ben er niet van overtuigd dat de veiligheid van het luchthavenpersoneel of die van de politie zou verminderen. Dat ik ook iets waarmee we niet akkoord zouden moeten gaan.

 

We werken daarom aan een wetgevend kader dat moet bewerkstelligen dat noch de veiligheid van het personeel van de DVZ, noch die van anderen in het gedrang komt en waarmee waar nodig duidelijkheid wordt verschaft over de taken en verantwoordelijkheden. Met dat kader zullen ook precieze afspraken heel operationeel gemaakt moeten worden.

 

We zullen dat akkoord nu dus moeten vertalen in een wet tot wijziging van de vreemdelingenwet. Daarvoor zullen we ook nog de nodige uitvoeringsbesluiten moeten opstellen, onder meer om in een gepaste en goede opleiding van het personeel van DVZ te voorzien. U hebt gelijk als u zegt dat zij daarvoor vandaag niet opgeleid zijn. Het is echter wel de bedoeling dat als zulke taken van hen verlangd worden, zij daar ook voor opgeleid worden. We kennen namelijk allemaal de vreselijke verhalen uit het verleden en ik denk niet dat iemand dat opnieuw wil meemaken. Het is de wens en de ambitie om de verwijderingen voorspoedig te laten verlopen.

 

De teksten voor deze wijziging worden voorbereid door het team van asiel en migratie. Vervolgens zullen verschillende procedures moeten worden vastgelegd om de gezamenlijke en veilige uitvoering van de verwijderingsopdrachten te waarborgen door het personeel van de DVZ en de leden van de luchtvaartpolitie.

 

U weet ook dat er heel regelmatig controles zijn en toezicht door de inspectiediensten op de politie om te bekijken hoe het allemaal loopt, zeker omdat daarover soms ook vragen door derden worden gesteld, bijvoorbeeld door advocaten in dit soort procedures. Dat is dus een zorg, maar we willen tegelijk wel werk maken van die verwijderingen wanneer en waar nodig.

 

04.03  Sigrid Goethals (N-VA): Mevrouw de minister, we zijn het erover eens dat verwijderingen moeten kunnen worden uitgevoerd, dat is een feit. Dat is correct. Er moeten oplossingen worden gezocht voor het tekort aan luchthavenpersoneel, daar zijn we het ook over eens. Het is goed dat er out of the box wordt gedacht, als ik het zo mag zeggen. We weten ook dat het aanvullen van het politiekorps moeilijkheden met zich meebrengt. We zijn het er tevens over eens dat er geen pasklare antwoorden zijn.

 

Al bij al vind ik het aantrekken van ambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken niet echt een goed idee. We brengen hier mensen samen die anders zijn opgeleid. Zelfs al zijn ze opgeleid, toch zijn het zeer extreme, specifieke situaties. Men moet toch al een paar jaar ervaring hebben en een zeer adequate opleiding vooraleer dit een goede zaak wordt.

 

Zij zullen ook moeten samenwerken met de politieagenten. Op dat moment zou er blindelings vertrouwen moeten zijn tussen de ambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken en de politie. Ook daar zal het schoentje moeten passen, want iedereen zal perfect moeten weten wie wat moet uitvoeren en tot waar hij of zij zal kunnen gaan in welke omstandigheden. Het zal niet gemakkelijk zijn en de opleiding zal zeer goed georganiseerd moeten worden. Het zal ook niet gemakkelijk zijn om daar snel mee te beginnen, want die opleiding moet worden uitgeschreven, dus we zitten daar weer met een lacune.

 

Ik hoop eigenlijk stiekem dat er andere oplossingen kunnen worden gevonden. Zou dit toch gebeuren en zouden er eventueel incidenten zijn, dan houd ik mijn hart vast voor de gevolgen. We weten ook dat vandaag al niemand staat te springen om repatriëringen uit te voeren. Het zijn zeer delicate aangelegenheden waar niemand blij van wordt.

 

Kunnen we de middelen die zullen moeten worden vrijgemaakt om de ambtenaren van de DVZ op te leiden niet beter besteden aan de luchtvaartpolitie? Een andere oplossing zou bijvoorbeeld te vinden kunnen zijn in een beter loon voor de agenten die de repatriëringen moeten uitvoeren. Het zijn maar suggesties, god weet komt er wel iets uit.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: De vragen nrs. 55035898C en 55035917C van mevrouw Chanson worden omgezet in schriftelijke vragen. De vragen nrs. 55036056C van de heer Aouasti, 55036101C van de heer Senesael en 55036112C van de heer Raskin worden uitgesteld.

 

 

05 Vraag van Sigrid Goethals aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Een inclusief crisisbeheer voor personen met een handicap" (55036124C)

05 Question de Sigrid Goethals à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "Une gestion de crise inclusive pour les personnes porteuses d'un handicap" (55036124C)

 

05.01  Sigrid Goethals (N-VA): Mevrouw de minister, in het federaal actieplan handicap engageert de federale regering zich ertoe een inclusief beleid te voeren. Zij wenst die doelstelling te realiseren door de regelgeving aan te passen en te vervolledigen. In totaal omvat het plan zo'n 135 maatregelen.

 

Het realiseren van het actieplan valt deels onder uw bevoegdheid. Een werkgroep zou ook nagaan welke bijkomende noodplannen opportuun zijn. Mensen met een handicap hebben immers vaak specifieke noden en uitdagingen in noodsituaties, zoals bij natuurrampen, terroristische aanslagen of pandemieën, vandaar mijn vragen.

 

Kunt u toelichting geven bij de stappen die reeds zijn gezet wat betreft de eerste hoofdmaatregelen uit het plan?

 

Hoe wordt er omgegaan met de toegankelijkheid van informatie en communicatiekanalen tijdens noodsituaties voor mensen met een handicap? Hoe wordt er bijvoorbeeld voor gezorgd dat informatie beschikbaar is in verschillende formaten en dat de communicatiekanalen toegankelijk zijn voor mensen met een visuele of auditieve handicap?

 

In hoeverre werden mensen met een beperking betrokken bij het plan, want zij zijn toch de ervaringsdeskundigen?

 

05.02 Minister Annelies Verlinden : Mevrouw Goethals, het is goed dat u deze vraag stelt, want dit is voor mij ook een belangrijk aandachtspunt. Crisisbeheer is er voor alle Belgen, ook voor zij die een beperking hebben. De covidcrisis heeft ons trouwens ook geleerd dat wij de crisiscommunicatie toegankelijk moeten maken en moeten omzetten in concrete initiatieven.

 

Het gaat onder meer om initiatieven inzake aandacht voor inclusieve crisiscommunicatie, wat een permanent onderdeel wordt van de opleidingen in crisiscommunicatie georganiseerd door het Nationaal Crisiscentrum. Op het partnerplatform van het Nationaal Crisiscentrum kunnen partners terecht voor uitgebreide informatie over inclusief communiceren. De pagina’s op dat platform worden regelmatig ge-updatet met nieuwe informatie en met onderzoeken, bevindingen en good practices. Daarnaast zal er tijdens de oefeningen waaraan het Nationaal Crisiscentrum participeert als deelnemer, evaluator of observator aandacht zijn voor inclusieve communicatie. Dat zal ook steeds deel uitmaken van de evaluatie die wordt gemaakt. Bovendien ontwikkelt het Nationaal Crisiscentrum een peer-reviewede woordenlijst om snel en kwaliteitsvol vertalingen te kunnen aanbieden zodat zij zo breed mogelijk kunnen worden gedeeld. Die woordenlijst omvat een aantal basisbegrippen en termen die in crisiscommunicatie regelmatig voorkomen, waardoor er ook een vertaling voor beschikbaar zal zijn.

 

Daarnaast beschikt het Nationaal Crisiscentrum over een contactenlijst van vertalers en vertaalbureaus die bij een spoedsituatie snel kunnen worden gecontacteerd voor spoedvertalingen. Tijdens de covidcrisis werden, zoals u weet, tolken gebarentaal ingezet tijdens persconferenties, wat zeer positief werd onthaald. De samenwerking met de twee co-tolkenteams werd vastgelegd in een raamcontract op initiatief van de FOD Sociale Zekerheid en de FOD Binnenlandse Zaken heeft daar ook op ingetekend zodat bij een nationale of provinciale noodsituatie ook gebruik kan worden gemaakt van het raamcontract en dus van de tolken gebarentaal.

 

In samenwerking met de POD Maatschappelijke Integratie wordt onderzocht of een ervaringsdeskundige in armoede en/of sociale uitsluiting tijdelijk tewerkgesteld kan worden binnen het Crisiscentrum om zo het inclusieve nog meer op te nemen in de werking van het centrum. Tijdens een noodsituatie moet er een noodnummer ter beschikking zijn van iedereen, ook van personen die doof zijn. Dat kan via de inzet van afstandstolken. Dit is in een nieuwe aanbesteding opgenomen zodat dit ook deel kan worden van het aanbod voor het informatienummer.

 

In het kader van een nieuwe aanbesteding voor een meerjarig risicocommunicatieplan zal een databank worden aangemaakt met kant-en-klaar communicatiemateriaal, onder andere visuals. Dat materiaal zal voldoen aan de normen van toegankelijkheid en van inclusief communiceren. De websites van het crisiscentrum voldoen aan de Web Content Accessibility Guidelines, zowel voor de ontwikkeling als voor het dagelijkse onderhoud van die websites. Mits beschikking over de nodige budgettaire middelen is het de ambitie om de toegankelijkheid van websites verder te laten evolueren door inzet op tekst-naar-spraaktechnologie.

 

Om de communicatie naar kwetsbare doelgroepen te verbeteren, moeten we ook meer inzicht krijgen in drempels of barrières die door die kwetsbare groepen worden ervaren. Onderzoek kan deze drempels in kaart brengen. In het onderzoek naar de risicopercepties was er specifieke aandacht voor kwetsbare doelgroepen. Dat onderzoek maakt ook intrinsiek deel uit van het aanbestedingsdossier inzake meerjarige informatiecampagne & onderzoek om de zelfredzaamheid in België te verhogen. Voor kwetsbare doelgroepen ligt de focus op het testen van het materiaal dat wordt ontwikkeld voor de databank. Verder ontwikkelen we een multichannelaanpak in de crisiscommunicatie waardoor we een groter bereik creëren ten aanzien van alle doelgroepen. Het Crisiscentrum maakt via zijn kanalen overigens ook het bestaan van de European Disability Card kenbaar. Daardoor kunnen hulpverleners die kaart zien opduiken in een situatie en kunnen zij sneller begrijpen dat iemand een beperking heeft en dat daar ook rekening mee moet worden gehouden tijdens eventuele urgente werkzaamheden.

 

U vroeg welke maatregelen de regering heeft genomen om ervoor te zorgen dat mensen met een handicap voldoende worden betrokken bij het crisisbeheer en dat hun stem wordt gehoord bij de opmaak van crisisplannen. Het Crisiscentrum streeft naar het samenbrengen van een interdepartementaal, interfederaal en multidisciplinair overleg inzake dit thema. Dit overleg heeft tot doel het ontwikkelen van richtlijnen en adviezen met betrekking tot een handicapinclusief crisisbeheer die in de bestaande en toekomstige noodplannen kunnen worden opgenomen. Het overleg kan eveneens een visie ontwikkelen over hoe een dergelijk inclusief crisisbeheer kenbaar kan worden gemaakt op het terrein, bijvoorbeeld door het organiseren van informatiemomenten en oefeningen. Er wordt aan gewerkt.

 

05.03  Sigrid Goethals (N-VA): Mevrouw de minister, ik ben blij dat eraan gewerkt wordt. Maar we moeten er wel bij stilstaan dat mensen met beperkingen soms noden en inzichten hebben die wij als gelukkigen zonder handicap of beperking ons moeilijk kunnen indenken. Kleine zaken kunnen voor hen een onoverkomelijk euvel zijn, waar niet bij stilstaan. Iemand met een visuele beperking bijvoorbeeld gaat helemaal anders om met een bepaalde crisissituatie dan iemand met een fysieke beperking. Ook daar moeten we rekening mee houden. Daarom is het goed dat zij betrokken worden en dat moet zo blijven tot het einde om deze problematiek op te lossen en te beheren.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: De vragen nrs. 55036128C, 55036129C en 55036130C van mevrouw Chanson en vraag nr. 55036144C van de heer Boukili worden omgezet in schriftelijke vragen.

 

 

06 Vraag van Eva Platteau aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het personeelstekort en de fusieplannen in de politiezone Zwijndrecht" (55036179C)

06 Question de Eva Platteau à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "Le manque de personnel et les projets de fusion dans la zone de police Zwijndrecht" (55036179C)

 

06.01  Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, de korpschef van  de politiezone Zwijndrecht heeft u een brief geschreven waarin hij aan de alarmbel trekt over het personeelstekort in de politiezone. De toestand is daar zodanig geëvolueerd dat het lokale politiekorps niet langer autonoom kan instaan voor het verzekeren van de permanentie op het eigen grondgebied, in het bijzonder op het vlak van basisfunctionaliteit en interventie. Volgens het voorziene kader bestaat de interventiedienst uit 22 inspecteurs en 5 hoofdinspecteurs, maar midden februari waren slechts 8 inspecteurs en 4 hoofdinspecteurs aan het werk.

 

Door het schrijnende personeelstekort moest het onthaal van het commissariaat gedurende drie dagen volledig gesloten worden. Het korps kan ook niet bijdragen aan bovenlokale opdrachten en de gemeenschapsgerichte dienstverlening staat zwaar onder druk. Het tekort heeft ook gevolgen voor andere politiezones die voortdurend moeten bijspringen. Naast de impact op de dienstverlening heeft het personeelstekort eveneens een negatieve impact op het welzijn van de politieambtenaren. In de brief wordt melding gemaakt van de toegenomen werkdruk en het gebrek aan rustmomenten. Er wordt gezegd dat de situatie onhoudbaar is voor het personeel.

 

In Zwijndrecht zijn er echter verschillende uitdagingen. De gemeente ligt vlak naast Antwerpen en heeft dus te maken met de grootstedelijke problematiek en de veiligheids- en leefbaarheidsproblemen van de grootstad, in het bijzonder druggerelateerde criminaliteit. Zwijndrecht heeft ook het hoogste cijfer qua intrafamiliaal geweld van Vlaanderen. Zwijndrecht ligt daarenboven tussen twee andere zones die een grotere aantrekkingskracht hebben voor rekruten doordat daar meer horizontale en verticale carrièremogelijkheden zijn.

 

Door al deze zaken keek men eerst naar een structurele ondersteuning vanuit de Politiezone Antwerpen, maar dat werd geweigerd door de Antwerpse burgemeester. Ook extra federale ondersteuning bleef voorlopig uit. Vervolgens is men fusiegesprekken gestart met politiezone Waasland-Noord. Het wettelijk kader maakt die fusie echter – voorlopig toch – onmogelijk, aangezien de zones zich in verschillende provincies bevinden en twee gerechtelijke arrondissementen overschrijden.

 

Collega Ingels heeft hierover eerder ook al vragen gesteld en ik heb haar vraag opgezocht en gelezen. Ik heb gezien dat u toen geantwoord hebt dat u zou onderzoeken of een fusie over provinciegrenzen heen ook mogelijk is. Daarop is echter nog geen antwoord gekomen.

 

Het personeel van de politiezone Zwijndrecht lijdt enorm onder dat personeelstekort. De situatie is daar onhoudbaar. De brief werd niet alleen door de korpschef ondertekend, maar ook door de burgemeester en de gouverneur van Antwerpen.

 

Hebt u die brief reeds beantwoord? Indien ja, wat was uw antwoord op de bezorgdheden? Hebt u overleg gepleegd met de korpschef van Zwijndrecht? Zult u bijvoorbeeld een dringende audit bevelen of een analyse van de inspectie van de federale en lokale politie? Hoe kan de politiezone van Zwijndrecht op korte termijn worden ondersteund, zodat de continuïteit van de dienstverlening kan worden gegarandeerd? Kan er bijvoorbeeld een bijkomende input van personeel zijn via detachering of mobiliteit? Welke oplossingen zijn er?

 

Wat betreft de fusieplannen met de politiezone Waasland-Noord, zult u artikel 9 van de wet op de geïntegreerde politie wijzigen, zodat een fusie van politiezones over provinciegrenzen heen mogelijk is? Hebt u daarover al meer informatie? Welke andere oplossingen zijn er volgens u nog mogelijk voor het acute personeelstekort in Zwijndrecht?

 

06.02 Minister Annelies Verlinden : Mevrouw Platteau, mijn administratie had de afgelopen maanden al regelmatig contact met de korpschef van de politiezone Zwijndrecht. Ik heb begrepen dat de politiezone inmiddels een protocolakkoord heeft gesloten met de zone Waasland-Noord. Op die manier kan op korte termijn bijkomende capaciteit worden gerealiseerd, waardoor de basispolitiezorg kan worden gegarandeerd. Het protocol regelt de voorlopige samenwerking tussen beide zones en is ook doorgesproken met de bevoegde parketten.

 

Ik begrijp wel dat het de bedoeling blijft om over te gaan naar een werkelijke fusie van de betrokken zones ingevolge de geplande gemeentelijke samenvoeging van Beveren, Kruibeke en Zwijndrecht. In de huidige stand van de regelgeving lijkt dit geen probleem te vormen aangezien het gerechtelijk landschap momenteel bestaat uit arrondissementen die gebaseerd zijn op de territoriale omschrijvingen van de provincies, rekening houdend met de specificiteit van Brussel en Eupen. De gemeenten Beveren, Kruibeke en Zwijndrecht hebben hun principiële goedkeuring gehecht aan de vrijwillige samenvoeging op 1 januari 2025. Het decreet lokaal bestuur stipuleert dat indien de samen te voegen gemeenten niet tot dezelfde provincie behoren de Vlaamse overheid de provincie zal bepalen waartoe de nieuwe gemeente zal behoren. In principe zal Zwijndrecht dan deel uitmaken van de provincie Oost-Vlaanderen, conform de referentieregio Waasland, en dus ook binnen het gelijknamig gerechtelijk arrondissement vallen.

 

Op basis van dit gegeven is een fusie op politioneel vlak tussen de zones Waasland-noord en Zwijndrecht in de toekomst dan ook mogelijk zonder aanpassing van artikel 9 van de wet op de geïntegreerde politie. Uiteraard zal er dan nog een splitsing moeten plaatsvinden op het niveau van de politiezone Kruibeke-Temse.

 

Jullie weten dat ik van oordeel ben dat het model van de GPI georganiseerd op twee niveaus behouden moet blijven, maar wel dat de werking ervan moet worden versterkt, waar grotere lokale zones deel van uitmaken. Het voorbeeld dat we zopas hebben besproken, toont aan dat het voor kleinere zones vaak moeilijk is om het hoofd te bieden aan alle hedendaagse complexe uitdagingen, waardoor het volgens mij buiten kijf staat dat schaalvergrotingen en fusies de te bewandelen weg zijn. Ik zal dan ook, samen met mijn diensten, inspanningen blijven leveren om zones zoals Zwijndrecht te begeleiden bij een samenwerkingstraject, desgevallend splitsing en fusie, samen met de daartoe specifiek opgerichte cel binnen de FOD Binnenlandse Zaken.

 

06.03  Eva Platteau (Ecolo-Groen): Als ik goed heb geluisterd, dan zegt u dat er eerst de gemeentefusie komt, en daarna de fusie van de politiezones. Als ik het goed begrijp, is die gemeentefusie nog geen uitgemaakte zaak. Ik denk ook dat de burgemeester van Zwijndrecht daar niet voor te vinden is, al is hij wel voorstander van de fusie met politiezone Waasland. Er is een protocolakkoord, wat al een eerste stap is om samen te werken.

 

We moeten goed nadenken tot welk gerechtelijk arrondissement de zone zal behoren want Zwijndrecht heeft te maken met de grootstedelijke problemen van Antwerpen, onder meer de drugscriminaliteit. Ik dacht dat het de bedoeling was om die strijd goed aan te pakken. Als de zone tot het gerechtelijke arrondissement Oost-Vlaanderen zou behoren, vraag ik me af of dat wel een interessant idee is. Ik denk dat het belangrijk is dat u verder overlegt. Het zal belangrijk zijn om die fusie en schaalvergroting op een goede manier  aan te pakken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 55036314C van de heer Rigot wordt uitgesteld.

 

 

07 Samengevoegde vragen van

- Ortwin Depoortere aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De hoorzitting van 19 april met de vertegenwoordigers van de brandweer (financiering)" (55036319C)

- Ortwin Depoortere aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De hoorzitting van 19 april met de vertegenwoordigers van de brandweer" (55036320C)

- Nabil Boukili aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De hoorzitting met de brandweervakbonden" (55036578C)

- Gaby Colebunders aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De hoorzitting met de brandweervakbonden" (55036581C)

07 Questions jointes de

- Ortwin Depoortere à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "L'audition du 19 avril avec les représentants des services d'incendie (financement)" (55036319C)

- Ortwin Depoortere à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "L'audition du 19 avril qui s'est tenue avec les représentants des services d'incendie" (55036320C)

- Nabil Boukili à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "L’audition avec les syndicats de pompiers" (55036578C)

- Gaby Colebunders à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "L'audition des syndicats des services d'incendie" (55036581C)

 

07.01  Ortwin Depoortere (VB): De malaise bij de hulpverleningszones is al enige tijd aan de orde. Vanuit het werkveld zijn er verschillende signalen dat de maat vol is en dat er duidelijkheid moet komen. Onze brandweerdiensten vragen dan ook dat de politiek duidelijkheid zou geven over de financiering, de onderbezetting en de operationele structuur. In een hoorzitting formuleerden vertegenwoordigers van de brandweerdiensten een aantal eisen.

 

1. De 34 hulpverleningszones worden gefinancierd onder meer via federale dotaties. Volgens de laatste tabellen van de FOD Binnenlandse Zaken bedraagt deze voor 2023 156.464.000 €. Een dotatie van 104 miljoen € gaat naar de operationele functies, 15 miljoen € is voorzien voor de ‘eindeloopbaan’ in de 34 zones en 22 miljoen € gaat naar de harmonisatie van het statuut. Op welke wijze oefent de regering controle uit op de besteding van deze budgetten door de hulpverleningszones en aan wie leggen zij financiële verantwoording af?

2. De eindeloopbaancommissie kan indien er geen alternatief of aangepaste job kan worden gevonden voor iemand die eindeloopbaan is, voorzien in een verlof, voorafgaand aan het pensioen. Wij vernemen van de vakbonden dat geen enkele hulpverleningszone zo’n vorm van verlof heeft toegestaan, hoewel er 15 miljoen € is gebudgetteerd. Hoe komt dat?

3.Hieruit volgend rijst de vraag: wat is er gebeurd met die 15 miljoen € die hiervoor zouden gereserveerd zijn? Klopt het dat sommige zones hiermee voertuigen geleased hebben voor leden van het directiecomité? Vindt u dit acceptabel?

4. Zouden deze budgetten dan niet beter zijn aangewend om te voorzien in nieuw interventiematerieel? Waarom is er geen enkel controlemechanisme op de besteding van deze middelen?

5. Er is sprake geweest van een eenmalige extra financiering van 18 miljoen € voor 2023, maar dit is niet structureel voorzien. Zal u dit opnieuw voorzien in 2024 en op welke wijze kan u dat budget eventueel structureel aanpassen zodat men hier in de meerjarenplanning beter mee kan rekening houden?

6. Daarnaast is er nood aan een financieel meerjarenplan met een visie op de lange termijn. Hoe zal de regering hieraan tegemoetkomen?

7. Hoe zal u het beroep van brandweerman alsook deze van vrijwilliger aantrekkelijker maken teneinde de onderbezetting weg te werken?

8. Hoe ver staat u met de organisatorische hervormingen, zal u hieromtrent nog initiatieven nemen? Wat met de uitwerking van de aanbevelingen naar aanleiding van de overstromingen bijna twee jaar geleden?

9.Hoe zit u de positie van de brandweer ten aanzien van andere stakeholders (bijv. politie en civiele veiligheid) en binnen de noodplanning; met betrekking tot deze laatste vooral naar specialisatie en inzetbaarheid toe?

 

 

De malaise bij de hulpverleningszones is al enige tijd aan de orde. Vanuit het werkveld zijn er verschillende signalen dat de maat vol is en dat er duidelijkheid moet komen, o.m. met betrekking tot het takenpakket, de financiering, het statuut en de verloning. Statistieken zouden laten uitschijnen  dat er geen vuiltje aan de lucht is, maar zijn enkel een teken van een kwantitatieve benadering en niet van een kwalitatieve benadering. Onze brandweerdiensten vragen dan ook dat de politiek duidelijkheid zou verschaffen over welke dienstverlening wenselijk is. In een hoorzitting formuleerden vertegenwoordigers van de brandweerdiensten een aantal eisen.

 

1. Hoe staat het met de hervormingen van de pensioenen? Aangezien van hulpverleners hoge arbeidsgebonden belasting wordt gevraagd is het niet evident dit tot de pensioenleeftijd te realiseren. In de eindeloopbaanregeling is theoretisch een recht voorzien op aangepast werk, maar in veel gevallen kan of wil de eindeloopbaancommissie niet aan het verzoek tegemoet komen. Wat is uw visie hierop en welke maatregelen wil u hier ondernemen?

2. Veel hulpverleningszones kampen met onderbezetting of personeelsplannen die niet aan de noden voldoen. Financiering wordt als één van de oorzaken vermeld. Na de hervormingen is de federale financiering voor iedereen gelijk. In tegenstelling tot Wallonië is in Vlaanderen geen tussenkomst van de provincies en door onduidelijkheid over het budget resulteert dit tot besparingen binnen zones, onderbezetting, buiten dienst zetten van voertuigen, springbemanningen enz. Wat gaat u doen om de werking van de zones leefbaar te houden voor het personeel en de hulpverlening aan de burgers te vrijwaren?

3. Zal er naar analogie met de politie een kerntakendebat georganiseerd worden teneinde de kerntaken van de brandweer te definiëren en een onderscheid te maken met de nevenactiviteiten die binnen de hulpverleningszones worden opgenomen? Heeft u zicht op de voornaamste nevenactiviteiten waarvoor naast de essentiële dienstverlening een beroep op de brandweerdiensten werd gedaan?

4. Op vlak van welzijnsbeleid leeft al lang de vraag om een fulltime preventieadviseur niveau 1 aan te stellen die zich uitsluitend kan toespitsen op het welzijn van het personeel? Wanneer zal dit ingevoerd worden?

5. De specialisatietoelage (diplomatoelage) is op veel plaatsen niet substantieel of een symbolische euro. Wanneer zal u hier een substantiële honorering toekennen en de lijsten met specialisaties uitwerken?

6. Hoe zal u de brandweerinspectie meer slagkracht geven om te kunnen optreden zoals de sociale of technische inspectie bij flagrante inbreuken kan?

 

07.02  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Op vraag van de PVDA werd er in deze commissie vorige maand een hoorzitting georganiseerd met vertegenwoordigers van de brandweer. Hun eisen zijn u ondertussen waarschijnlijk wel bekend, maar toch blijven tegemoetkomingen uit. Daarom zal ik er ook blijven op terugkomen.

 

Op pensioen gaan op hun 67e is voor brandweerlui niet haalbaar en zelfs gevaarlijk. Hoe staat u daar tegenover? Volgens wat we horen geeft de minister van Pensioenen aan dat ze geïsoleerd staat binnen de regering in deze kwestie. Klopt dit?

 

We horen ook dat het retributiedossier voor alle beroepen en de preferentiële regelingen door bepaalde partijen opnieuw op tafel werd gelegd. Klopt dit?

 

Een andere belangrijke kwestie is het gebrek aan middelen en personeel. Wat gaat u tijdens het laatste jaar van deze legislatuur nog doen om deze problematiek te verhelpen? Hoe staat het met de belofte om tot een financiering van 50% door het federale niveau te komen?

 

Welke initiatieven worden er genomen en zullen er nog genomen worden om de huidige professionelen en vrijwilligers te behouden, en welke om nieuwe aan te werven?

 

Twee weken geleden diende we een wetsvoorstel in om sommige kankers als beroepsziekte te laten erkennen. Ook dit is een belangrijke eis van de vakbonden. Hoe kijkt u naar dit voorstel?

 

07.03 Minister Annelies Verlinden : Mijnheer Depoortere, mijnheer Colebunders, naar aanleiding van de hoorzitting op 19 april 2023 met de vertegenwoordigers van de brandweer werden al heel wat topics besproken. Uw vragen bieden de gelegenheid om nog bepaalde topics verder toe te lichten en te verduidelijken.

 

Het klopt dat de hulpverleningszones dotaties ontvangen van de federale overheid. Die dotaties zijn, in tegenstelling tot subsidies, bestemd voor de werking en de organisatie van de zones, en behoren tot de algemene middelen. De hulpverleningszones hoeven dus niet aan te geven hoe ze die middelen bestemmen. Vanzelfsprekend betekent dat niet dat er geen verificatie is van de besteding van de dotaties. Er wordt immers een controle uitgeoefend op de begroting en de rekeningen van de hulpverleningszones via het algemene en het specifieke toezicht.

 

Het beginsel van de lokale autonomie betekent dat de hulpverleningszones een beleid kunnen voeren dat inspeelt op de specifieke noden in elke zone, noden die zich uitstrekken over diverse domeinen, maar bijvoorbeeld ook betrekking hebben op eindeloopbaanmaatregelen voor de operationele personeelsleden.

 

Ik zal de zones ook wijzen op het belang van deze maatregelen en hen vragen om daarvoor voldoende middelen te bestemmen. Het gaat daarbij niet alleen om het verlof voorafgaand aan het pensioen, want het administratief statuut voorziet vandaag in meerdere mogelijkheden, bijvoorbeeld de toekenning van extra verlofdagen vanaf 50 jaar, de mogelijkheid tot wedertewerkstelling op eigen verzoek of de mogelijkheid om vanaf een bepaalde leeftijd geen nachtarbeid meer te moeten uitvoeren. Ten slotte kunnen er ook lichtere, operationele of administratieve taken worden toegekend aan de operationele personeelsleden. Het is pas wanneer er geen aangepaste functie kan worden gevonden dat een verlof voorafgaand aan het pensioen kan worden toegekend.

 

Uw vraag naar de bredere hervorming op het vlak van de pensioenen moet ik doorverwijzen naar de minister van Pensioenen. Niettemin bespreken we met de vakbonden de eventuele mogelijkheden om extra eindeloopbaanmaatregelen in te voeren, zoals het halftijds of vier vijfde werken vanaf 50 of 55 jaar.

 

Ik ijver ook om het principe van de indexering van de dotaties te verankeren in de regelgeving. Meer bepaald heb ik mijn diensten gevraagd om een wetsontwerp voor te bereiden om de indexering van de federale dotaties in te voegen in de wet van 2007 betreffende de civiele veiligheid. De ontwerptekst zal in het kader van de opmaak van de federale begroting van 2024 worden besproken.

 

Inzake de vraag met betrekking tot de rekrutering van brandweerlieden kan ik verwijzen naar de lopende initiatieven die rechtstreeks verband houden met enerzijds de selectie en, anderzijds de vorming van zowel de professionele brandweerlieden als de vrijwilligers. Het gaat daarbij onder meer om de herziening en de verbetering van het FGA, de prefinanciering van de brandweerscholen, om hen meer financiële stabiliteit te verlenen, maar ook de herziening van de opleiding met als voornaamste focus de basisopleiding B01.

 

Een van de belangrijkste uitgangspunten hierbij is een snellere inzetbaarheid, uiteraard evenwel zonder compromissen te sluiten op het vlak van veiligheid en kwaliteit.

 

Mijnheer Depoortere, uw vraag om bepaalde taken binnen de civiele veiligheid te verschuiven is interessant, maar bij de oprichting van de hulpverleningszones werd reeds een kerntakendebat gevoerd. De wettelijke taken werden daarop duidelijk omschreven en verankerd in reglementaire teksten. De studies met betrekking tot het crisisbeheer in ons land, onder andere het zogenaamde witboek, dat wordt gepresenteerd, willen de samenleving verder voorbereiden op een effectieve risicocultuur, met versterkte weerbaarheid.

 

In het verlengde van deze studies schrijven we momenteel aan een nieuwe regelgeving voor noodplanning en crisisbeheer in ons land. Daarbij wordt de rol en de betekenis van de hulpverleningszones of van de civiele bescherming niet in vraag gesteld. Weliswaar kijken wij naar de bredere en uitgebreidere risicoanalyse die het Crisiscentrum momenteel uitvoert.

 

Het welzijn van onze brandweerlieden is uiteraard belangrijk voor u, maar ook voor mij. U verwees specifiek naar de rol van de preventieadviseurs binnen de hulpverleningszones. De normen inzake het niveau van de preventieadviseur worden bepaald in de codex Welzijn op het Werk en behoren dus tot de bevoegdheid van de minister van Werk. Ik sta evenwel in contact met de minister om te bekijken welke mogelijkheden er zijn op dit vlak.

 

Met betrekking tot de specialisatietoelage vatten wij opnieuw de besprekingen aan, daar eerdere gesprekken met de verschillende stakeholders niet tot een consensus hebben geleid. U weet dat er bij de brandweer heel veel verschillende stakeholders zijn.

 

Ten slotte, met betrekking tot de inspectie ervaar ik eerst en vooral dat het werk van de inspecteurs erg geapprecieerd wordt door de verschillende actoren op het terrein. De oprichting van de algemene inspectie moet nog worden vastgelegd in een koninklijk besluit. Daarvoor moeten de verschillende mogelijkheden inzake controlemechanismen en systematiek tegen elkaar worden afgewogen, zodat de effectiefste en efficiëntste manier van werken kan worden bepaald.

 

De oefening is een grote werf die allicht niet helemaal binnen deze beleidsperiode zal kunnen worden afgerond. Ik neem mij wel voor om de noodzakelijke bouwstenen daarvoor goed klaar te leggen.

 

07.04  Ortwin Depoortere (VB): Mevrouw de minister, tijdens de hoorzittingen in deze commissie met de vertegenwoordigers van de brandweer viel op dat het ietwat gelijkloopt met de politie. Ik verklaar mij nader. Er is een kwantitatief deel en een kwalitatief deel. Het kwantitatief deel schermt u af door te zeggen dat u een federale dotatie geeft en dat het de volledige bevoegdheid van de hulpverleningszones zelf is hoe en waaraan deze middelen worden gespendeerd. Mij lijkt het dat er ergens een controle mag bestaan, ook omdat er hier en daar excessen optreden. Ik heb deze ook in mijn vraag meegegeven, maar ik heb daarop geen antwoord gekregen.

 

Sommige zones zouden voertuigen geleased hebben voor leden van het directiecomité, hoewel die euro’s gereserveerd zouden zijn voor de eindeloopbaan. Daarmee geef ik maar één voorbeeld. Het lijkt mij dat er toch wel wat schort aan de controle. Mij werd altijd geleerd dat wie betaalt, ook bepaalt, voor een stuk. De federale overheid mag naar mijn mening in dezen controleren waaraan het belastinggeld wordt uitgegeven.

 

Het kwalitatief luik gaat over het aantrekkelijker maken van het statuut. Als er nu onder andere onderbezetting is bij het personeel, een tekort aan vrijwilligers en ook een tekort aan beroepsbrandweermensen, dan is de reden dat er iets schort aan het statuut van die mensen. Dat hebben wij ook zeer duidelijk kunnen vernemen tijdens die hoorzittingen. De vragen die ik heb opgesomd, sluiten daar allemaal op aan. Voor mijn vraag over de preventieadviseur verwijst u mij door naar de minister van Werk en ik zal hem die vraag zeker voorleggen, maar het gaat ook over het kerntakendebat, waarvan u zegt dat de kerntaken ooit eens werden opgesomd in een wet bij de oprichting van de hulpverleningszones. De dagdagelijkse realiteit verandert natuurlijk, die blijft niet constant doorheen de jaren. Misschien is die wet aan actualisering toe. Ik begrijp de bezorgdheid van de vertegenwoordigers van de brandweer. Als de overheid niet ingrijpt, kunnen we komen tot een mogelijk gevaarlijke situatie inzake de dienstverlening door de brandweer.

 

07.05  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik heb heel veel brandweerzones bezocht en heb veel brandweerlieden ontmoet. Ik sprak veel vakbondsmensen, maar ook veel leidinggevenden van brandweerzones. Overal hoor ik hetzelfde verhaal: een vraag naar middelen, middelen, middelen. Overal rijst dezelfde vraag: hoe moet het opgelost worden als er echt iets heel ernstigs gebeurt? Op dat vlak hoop ik dat het op termijn echt geen mensenlevens zal kosten. Hoe de overheid met de brandweer omgaat, is in bepaald opzicht onverantwoord.

 

Een ander aspect is de pensioenleeftijd op 67 jaar. Ik hoor u de bal terugkaatsen naar de zones, want u zegt dat zij maar creatief moeten omgaan met bijvoorbeeld het opnemen van verlofdagen voor het pensioen. Dat is een druppel op een hete plaat.

 

67 jaar! Als u dat wilt bereiken, zelfs met verlofdagen, dan zie ik hoe dan ook niet hoe dat moet lukken. Dat is ook heel duidelijk geweest in de hoorzittingen van de brandweer: ze waren echt kwaad.

 

De middelen spelen mee. Er is wel enige controle op de middelen, maar ik weet niet in hoeverre dat daadwerkelijk een controle is waar men doelgericht op kan werken.

 

Ik zou u willen vragen om uw huiswerk nog eens opnieuw te maken en met de vakbonden rond de tafel te gaan zitten. Ik heb immers niet de indruk dat u onthouden hebt wat de brandweerlieden in de hoorzittingen hebben verteld. Ze hebben veel zinnige zaken verteld. Het minste dat u kunt doen, is eruit leren en luisteren naar de mensen op het terrein.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Aan de orde is vraag nr. 55036342C van mevrouw Ingels over de bijkomende financiering van de noodcentrales.

 

07.06  Yngvild Ingels (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik besef dat ik naar veel cijfers en getallen vraag, dus met uw goedkeuring laat ik deze vraag omzetten in een schriftelijke vraag.

 

08 Vraag van Yngvild Ingels aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De beheersovereenkomst met de nv ASTRID" (55036344C)

08 Question de Yngvild Ingels à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "Le contrat de gestion avec la SA ASTRID" (55036344C)

 

 

08.01  Yngvild Ingels (N-VA): Mevrouw de minister, u weet waarschijnlijk dat de NV ASTRID mij na aan het hart ligt. Ik heb daar heel veel tijd en energie in gestoken. Dat heeft heel wat noden, maar ook heel wat troeven. Ik heb de begrotingsnotificaties doorgenomen en had gehoopt daarin iets te vinden over de NV ASTRID. Zij staat voor grote uitdagingen, zoals het nieuwe netwerk, en ook de inflatie heeft daar hard toegeslagen.

 

Ik dacht dat daarvoor extra middelen zouden worden voorzien, zodat de beheersovereenkomst eindelijk zou kunnen worden hernieuwd. Hoe staat het met de nieuwe beheersovereenkomst die in uw beleidsnota werd aangekondigd?

 

08.02 Minister Annelies Verlinden : Mevrouw Ingels, uw zorg is terecht. De 2G-netwerken die vandaag nog worden gebruikt, zullen binnen enige tijd achterhaald zijn. Als we willen gaan naar smart firefighting of robocop firefighters, dan hebben we absoluut 5G nodig om data te delen voor de veiligheid van onze brandweermensen en van alle andere hulp- en veiligheidsdiensten en om mensenlevens te redden.

 

Het is de bedoeling om de transitie naar een 5G-netwerk op korte termijn aan te vatten. Dat is de ambitie die is geformuleerd en waarvoor we de middelen hebben om dat te realiseren. We moeten dat efficiënt doen omdat we het huidige netwerk nog enige tijd parallel met het nieuwe in stand moeten houden. Dat moet liefst zo snel mogelijk gebeuren, zodat de periode waarin we het oude netwerk moeten onderhouden terwijl we het nieuwe in gang zetten zo kort mogelijk is.

 

Het is ook de bedoeling de types meldkamers een upgrade te geven in het bedrijfsplan van ASTRID. De principiële keuzes zijn gemaakt, maar het is de bedoeling om dat bedrijfsplan nog verder uit te werken aan de hand van een heel concrete planning voor de implementatie ervan. Dat zal moeten worden bekrachtigd in het nieuwe beheersplan. Dat is dus niet van de agenda gehaald. Wij hebben daar veel gesprekken over gevoerd en het is mijn betrachting om dat nieuw ontwerp van beheerscontract op korte termijn aan de regering voor te leggen.

 

08.03  Yngvild Ingels (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 55036353C van de heer Aouasti is uitgesteld. Aan de orde is vraag nr. 55036373C van mevrouw Cornet. Ze is niet aanwezig.

 

 

09 Vraag van Ortwin Depoortere aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het geweld tegen politieagenten in Anderlecht" (55036434C)

09 Question de Ortwin Depoortere à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "La violence contre des policiers à Anderlecht" (55036434C)

 

09.01  Ortwin Depoortere (VB): Zaterdagavond 29 april werd een patrouille van de lokale politie Brussel-Zuid aangevallen. Vijf agenten zijn door het incident een tijdlang arbeidsongeschikt. Ik lees in de pers dat voor de korpschef de maat vol is en dat hij maatregelen eist. De verdachte zou intussen aangehouden zijn. De politiezone Zuid beschikt momenteel slechts over 14 bodycams voor meer dan 800 agenten. U stelde in een reactie dat “de veiligheid van onze politiemensen een topprioriteit" is. Ik ben blij dat we het daarover alvast eens zijn, maar heb een aantal vragen naar aanleiding van dit incident.

 

Kan u een actuele stand van zaken geven van dit incident en wat er precies gebeurde?

 

Wat is het profiel (leeftijd, geslacht, nationaliteit, afkomst…) van de aangehouden verdachte?

Voor welke feiten is er een proces-verbaal opgesteld ter zijner laste?

 

Is de verdachte op dit ogenblik nog steeds aangehouden?

 

Bent u  bereid een aantal infrastructurele maatregelen te nemen die een veilige omgeving creëren in en rond de commissariaten? Zo ja op welke manier denkt u dit te realiseren?

 

Welke initiatieven zal u nemen teneinde te verzekeren dat op korte termijn minstens alle agenten van de interventiediensten kunnen beschikken over een bodycam?

 

Komen er (meer) vaste camera's rond de commissariaten?

 

Bent u bereid een wettelijk kader te ontwikkelen dat toelaat om politie interventievoertuigen standaard uit te rusten met dash-cams, een praktijk die in andere landen al is ingeburgerd?

 

Vindt u het nuttig om in het kader van de politieopleidingen te voorzien in meer permanente bijscholing en vorming voor de inspecteurs om hun alertheid aan te scherpen en gevaarlijke situaties beter in te schatten?

 

Wat zal u doen om lokale overheden aan te sporen om zich burgerlijke partij te stellen in geval agenten slachtoffer worden van misdrijven? Zal u desnoods wetgevend initiatief nemen dit te verplichten?

 

09.02 Minister Annelies Verlinden : Mijnheer Depoortere, op de avond van 29 april 2023 parkeerde een politiepatrouille van de politiezone Zuid zich omstreeks 21.30 u voor het politiebureau. Toen de bestuurder op het punt stond om uit te stappen naderde een individu hem, schopte hem terug in het politievoertuig en probeerde het dienstwapen van de inspecteur te ontvreemden. Vier andere collega’s kwamen onmiddellijk ter hulp. Er kon worden verhinderd dat de betrokkene het dienstwapen kon bemachtigen. De persoon werd uiteindelijk overmeesterd, nadat hij verschillende politieagenten had geschopt en geslagen.

 

Het gerechtelijk onderzoek is lopende. Er is in elk geval een proces-verbaal opgesteld tegen de betrokken persoon met als kwalificatie dreiging met een aanslag, poging tot diefstal met geweld en slagen en verwondingen.
De betrokkene werd op 1 mei 2023 van zijn vrijheid beroofd in afwachting van een verdere beslissing van de gerechtelijke instanties.

 

Inzake infrastructuur zijn de politiediensten van de politiezone Zuid verspreid over twaalf commissariaten. Alle commissariaten zijn voorzien van camera’s, waardoor het incident kon worden gefilmd. De politiezone en het -college hebben ook plannen om een nieuw centraal commissariaat te bouwen. De centralisatie van het merendeel van de politiediensten zal de veiligheid van de politiemensen verhogen.

 

De politiezone Zuid beschikt momenteel over veertien bodycams voor de interventiedienst. Zij worden gebruikt in een testfase, die zal worden geëvalueerd door een externe partner, zijnde de VUB. De testfase is gestart in september 2022 en werd met zes maanden verlengd. Een evaluatieverslag wordt verwacht in september 2023. Naargelang de resultaten van de evaluatie zal de aankoop van 80 bodycams worden voorzien in het budget voor 2024. Ik begrijp van de korpschef dat het de bedoeling van de politiezone is om zodoende alle eerstelijnsploegen uit te rusten met bodycams.

 

Het wettelijke kader dat toelaat om interventievoertuigen van de politie standaard uit te rusten met dashcams bestaat al. In de wet op het politieambt is de plaatsing en het gebruik van camera’s geregeld in de artikelen 25/1 tot en met 25/8 voor het zichtbaar gebruik, in de artikelen 46/2 tot en met 46/14 voor het niet-zichtbaar en dus heimelijk gebruik van camera’s en in artikel 44/11.3decies voor de ANPR-camera’s.

 

Wanneer een personeelslid van de federale politie het slachtoffer is van geweld, stel ik mij zoals u weet in mijn hoedanigheid van minister van Binnenlandse Zaken burgerlijke partij. Ik heb de lokale overheden gevraagd hetzelfde te doen bij procedures inzake geweld tegen leden van hun korps. Gelet op de diversiteit van de specifieke feitelijke gegeven ter zake en de autonomie van de gemeenten en de politiezones, is een wetgevend initiatief om een burgerlijke partijstelling te verplichten mijns inziens niet opportuun. Het blijft steeds een discretionaire beoordeling van de betrokken bevoegde overheid in functie van alle elementen van het dossier, maar ook in functie van de wensen van het betrokken personeelslid.

 

09.03  Ortwin Depoortere (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

10 Questions jointes de

- Marie-Christine Marghem à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "L'obligation d’une mission SALTO de l’AIEA pour les réacteurs prolongés" (55036520C)

- Marie-Christine Marghem à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "La mission INSARR menée par l’AIEA sur le réacteur BR2 du SCK CEN" (55036521C)

- Marie-Christine Marghem à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "La mission OSART organisée par l’AIEA à Tihange" (55036524C)

10 Samengevoegde vragen van

- Marie-Christine Marghem aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De verplichte SALTO-missie van het IAEA voor de reactoren die langer in bedrijf blijven" (55036520C)

- Marie-Christine Marghem aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De INSARR-veiligheidstoetsing door het IAEA van de BR2-onderzoeksreactor van SCK CEN" (55036521C)

- Marie-Christine Marghem aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De OSART-missie van het IAEA in Tihange" (55036524C)

 

10.01  Marie-Christine Marghem (MR): Madame la ministre, les services de l'Agence internationale de l'énergie atomique (AIEA) proposent aux États qui en font la demande, la réalisation de missions internationales de revue par les pairs intitulées SALTO (Safety Aspects of Long Term Operation) pour les réacteurs dont la durée d'exploitation est étendue ou dont la date de désactivation prévue est reportée.

 

De telles missions avaient déjà été organisées à la demande du gouvernement belge dans le passé, tant pour le report de la désactivation de Tihange 1 que pour celui de Doel 1 et Doel 2.

 

Dans le passé, d'aucuns s'étaient déjà offusqués à l'époque de l'organisation ou non de telles missions. Il est donc utile, pour que toute la clarté et la transparence soient faites en cette matière, de vous poser les questions suivantes.

 

De telles missions internationales SALTO menées par l'AIEA constituent-elles ou non des obligations préalables, sous peine de ne pouvoir réaliser une prolongation? De telles missions internationales SALTO menées par l'AIEA sont-elles envisagées par le gouvernement belge dans le cadre des prolongations, notamment de Doel 4 et de Tihange 3 dont la concrétisation se fait attendre?

 

Madame la Ministre,

 

Selon le rapport national belge à la 9e réunion des Parties contractantes à la Convention sur la sureté nucléaire d'aout 2022, et selon le calendrier officiel de l'AIEA (https://www.iaea.org/services/review-missions/calendar?type=All&year%5Bvalue%5D%5Byear%5D=2023&location=3511&status=All), une mission de revue par les pairs INSARR (Integrated Safety Assessment of Research Reactors) organisée par l'AIEA à la demande de l'Etat belge, aurait eu lieu sur le réacteur de recherche BR2 du SCK CEN du 28 février au 7 mars 2023.

 

Pourriez-vous me confirmer cette information ?

 

Si oui, quelles sont les conclusions principales, recommandations, suggestions et bonnes pratiques, résultant de cette mission ?

 

Je vous remercie pour votre réponse.

 

Madame la Ministre,

 

La presse nous a informé la semaine dernière de la fin d'une mission de revue par les pairs intitulée « OSART » (Operation Safety Review Team) organisée par l'AIEA à la demande de l'Etat belge.

 

Selon le calendrier de l'AIEA (https://www.iaea.org/services/review-missions/calendar?type=All&year%5Bvalue%5D%5Byear%5D=2023&location=3511&status=All) cette mission était organisée du 17 avril au 5 mai 2023 et couvrait les réacteurs de Tihange 3 mais aussi de Tihange 1.

 

Mes questions :

 

Quelles sont les principales conclusions de cette missions menée en 2023 ? Quelles en sont les bonnes pratiques, suggestions et recommandations ?

Dans sa demande à l'AIEA, le Gouvernement belge a-t-il demandé de réaliser cette mission tant sur les réacteurs Tihange 3 et Tihange 1 comme l'indique le planning de l'AIEA, ou seulement sur le réacteur Tihange 3 ?

Pour le cas où la mission de 2023 avait couvert également Tihange 1, quelles sont les principales conclusions relatives à ce réacteur ?

Une mission OSART précédente s'est déjà déroulée pour l'unité 1 de Tihange du 7 au 23 mai 2007. Les suggestions et recommandations identifiées en 2007 se sont-elles à nouveau présentées en 2023, ou bien s'agit-il de suggestions et recommandations d'une nouvelle nature ?

Je vous remercie pour votre réponse.

 

10.02  Annelies Verlinden , ministre: Madame Marghem, l'Agence internationale de l'énergie atomique (AIEA) propose à ses États membres une large gamme de services d'examen dans les cadres desquels une équipe d'experts dirigée par l'AIEA compare les pratiques réellement observées par les normes établies par l'AIEA.

 

Pour la Belgique, les demandes sont introduites pas le gouvernement belge. Les services d'examen proposés par l'AIEA se passent sur base volontaire et ne sont pas obligatoires. La seule obligation légale qu'a la Belgique, pour ce qui concerne les services d'examen par les pairs en matière de sûreté nucléaire, se base sur l'article 9 de la directive européenne d'Euratom qui précise que les États membres organisent au moins tous les dix ans des auto-évaluations périodiques de leur cadre national et de leur autorités de réglementation compétentes et soumettent les éléments pertinents de leur cadre national et/ou de leurs autorités nationales à un examen international par des pairs, en vue de l'amélioration continue de la sûreté nucléaire.

 

Cette auto-évaluation telle que décrite dans la directive correspond au service intégré d'examen de la réglementation organisée par l'AIEA.

 

Une première mission de ce type a été organisée en Belgique en 2013, suivie d'une mission de suivi en 2017. Une deuxième mission IRRS est en préparation et se déroulera durant la seconde moitié du mois de juin prochain.

 

En ce qui concerne les rapports des dernières missions OSART et INSARR, qui ont eu lieu respectivement du 17 avril au 5 mai dernier et du 28 février au 7 mars dernier, l'AIEA a pour habitude de publier les résultats endéans les trois mois qui suivent la mission. Dès qu'ils seront disponibles, l'AFCN les partagera sur son site internet.

 

En ce qui concerne votre question relative à l'OSART, c'est Tihange 3 qui était concernée, et non Tihange 1, tel que mentionné dans le message publié sur le site de l'AFCN. Le dernier rapport de la mission SALTO, qui s'est déroulée à Doel 1 et 2 en 2019, y est également consultable. Ce genre de mission a trait aux aspects de sûreté lors de l'exploitation à long terme et est mené uniquement dans des installations dont l'exploitation est prolongée. Pour la Belgique, il s'agit actuellement de Doel 1 et 2. Dans le cas d'une prolongation d'autres unités, le gouvernement peut également envisager la demande d'une nouvelle mission SALTO. 

 

10.03  Marie-Christine Marghem (MR): Madame la ministre, vous avez répondu à mes trois questions, alors que je n'en avais posé qu'une seule, mais c'est parfait! Le compte rendu nous rendra grâce et en reproduira l'ensemble.

 

S'agissant de ma question sur SALTO, vous avez bien confirmé – et je vous en remercie – que cet examen n'était pas obligatoire; Cette information est utile tant pour nos réacteurs Doel 4 et Tihange 3 que pour les autres, dont nous pourrions envisager la prolongation – peut-être sous un autre gouvernement, si celui-ci n'y parvient pas.

 

Avec Tihange 1 et Doel 1 et 2, notre pays dispose d'une sérieuse expérience de prolongation des centrales nucléaires. 

 

En ce qui concerne ma deuxième question – que je n'ai pas posée – sur la mission INSARR menée par l'AIEA au sujet du BR2, votre réponse témoigne du très haut niveau de sûreté du réacteur et montre que la Belgique est à la pointe de la sûreté – il est quand même important de le rappeler lorsqu'on entend certains commentaires… – et qu'elle ne lésine pas sur la sûreté de ses réacteurs nucléaires.

 

Pour la dernière question, l'AIEA a constaté, à travers ses missions, le très haut niveau de sûreté de nos installations, qui vont bientôt être prolongées. Je ne puis que m'en réjouir et vous féliciter pour votre travail en tant que ministre de l'Intérieur et ministre de tutelle de l'AFCN, qui gouverne avec l'AIEA, à la demande de notre gouvernement, les mesures de sûreté qui doivent rester strictes et de très haut niveau dans notre pays.

 

Le président: Toutes vos questions ont reçu une réponse, madame Marghem?

 

10.04  Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, dans le cadre de mes répliques j'ai fait le tour des questions, comme l'a fait Mme la ministre, même si je n'ai pas posé deux des trois questions qui figurent à notre agenda, sachant qu'elles seront reprises dans le compte rendu.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van Sigrid Goethals aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De dodelijke vechtpartij in Zaventem" (55036570C)

11 Question de Sigrid Goethals à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "La bagarre mortelle à Zaventem" (55036570C)

 

11.01  Sigrid Goethals (N-VA): Aangezien de feiten nog vers in ons geheugen zitten en ik mij er ten volle van bewust ben dat het openbaar onderzoek nog loopt, verwijs ik naar mijn ingediende vraag.

 

Aan het station van Zaventem liep vrijdagmiddag een vechtpartij stevig uit de hand. Daarbij vielen twee slachtoffers, waarvan één dode. De spoorwegpolitie kon bij afloop van het drama optreden.

Er zijn reeds drie jongeren voor de onderzoeksrechter voorgekomen en zij worden in verdenking gesteld voor doodslag en opzettelijke slagen en verwondingen.

We konden vervolgens ook vernemen dat er op sociale media berichten circuleren van wraakacties. De komende dagen zal er extra zichtbare en onzichtbare politieaanwezigheid zijn op de drie campussen van de betrokken secundaire school in Zaventem.

Graag de volgende vragen:

Is er al meer duidelijkheid over de aanleiding van de vechtpartij

Zijn alle betrokken reeds geïdentificeerd?

Is er camerabewaking aanwezig? Werden de betrokken geïdentificeerd met behulp van bewakingscamera's in en rond het treinstation van Zaventem?

Zijn er in het verleden nog problemen geweest in en rond het station van Zaventem? Indien dit het geval is, zal u contact opnemen met uw collega minister van Mobiliteit voor meer beveiliging van het station?

 

11.02 Minister Annelies Verlinden : De vechtpartij die vorige zondag het leven heeft gekost aan een 22-jarige jongeman en waarbij een 16-jarige zijn been verloor, is uiteraard een bijzonder tragisch incident, dat een diepe indruk heeft nagelaten op de hele samenleving, in het bijzonder in de lokale gemeenschap in Zaventem. Ik wil graag mijn medeleven uiten ten aanzien van de slachtoffers, familie, vrienden en de hele gemeenschap. Ik heb daarbij ook begrip voor de gevoelens van boosheid, angst en onzekerheid die daar momenteel leven onder vele jongeren en ouders, zoals we vandaag nog gezien hebben.

 

Ik schaar me echter achter de oproep van de familie en de naaste vrienden van het slachtoffer om de kalmte en sereniteit in acht te nemen die zij nodig hebben om te kunnen rouwen. Ik wens hen veel steun bij dat rouwproces. We zijn het verplicht aan deze mensen en aan de hele gemeenschap in Zaventem, waar sommige jongeren vandaag bang zijn om naar school te gaan en verschillende ouders hun kinderen zelfs niet naar school durven te sturen, om duidelijkheid te brengen over wat er is gebeurd. Het gerechtelijk onderzoek, dat zoals u zei loopt, moet daarvoor zorgen. De federale politie en meer bepaald de spoorwegpolitie, die bevoegd is voor alle incidenten op de sporen en die een gespecialiseerde tussenkomst vereisen, heeft enkel de vaststellingen uitgevoerd en heeft geen bijkomende onderzoeksdaden verricht. Het station is voorzien van camerabewaking en momenteel worden de beschikbare beelden geanalyseerd die in het station en op het perron zijn genomen, samen met de camerabeelden die aan de politiediensten zijn bezorgd. De opgeslagen beelden kunnen vervolgens uiteraard gebruikt worden in de gerechtelijke onderzoeken.

De identificatie van de betrokken actoren gebeurt op verschillende manieren. De wijze waarop maakt deel uit van het gerechtelijk onderzoek. Op basis van de geregistreerde aangiftes en vergelijkingen met andere stations kunnen we momenteel niet zeggen dat er in en rond het station van Zaventem een verhoogd risico bestaat of dat men daar te maken heeft met specifieke problemen qua misdrijven. Naar aanleiding van het incident is er alvast wel in een verhoogde politieaanwezigheid voorzien in het station en in de stationsomgeving. Ik hoop uiteraard ook dat de rust snel kan terugkeren naar de gemeenschap in Zaventem en in de scholen, alsook aan het station.

 

11.03  Sigrid Goethals (N-VA): Mevrouw de minister, dank u voor uw antwoord. Wat is gebeurd, is verschrikkelijk. We kunnen alleen maar hopen dat dit niet meer zal voorkomen in de toekomst en dat alles zal worden gedaan wat zou moeten worden gedaan.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Vraag van Ortwin Depoortere aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De aanhoudende problemen in de noodcentrale 112 te Gent (crisissituatie)" (55036595C)

12 Question de Ortwin Depoortere à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "Les problèmes persistants à la centrale d'urgence 112 de Gand (situation de crise)" (55036595C)

 

12.01  Ortwin Depoortere (VB): Mevrouw de minister, ik verwijs naar mijn schriftelijke vraag.

 

Enige tijd geleden ondervroeg ik u over een aanslepende problematische werkingssituatie bij de noodcentrale 112 in Gent. De dienst is al geruime tijd onderbemand en draait continu met een personeelstekort van ruim 30%. Sinds uw antwoord op mijn vorige vraag is de situatie enkel verder geëscaleerd dat de werknemers recent een nieuwe noodkreet slaakten. Ik heb me geëngageerd die noodkreet persoonlijk aan u over te maken zodat u niet kan zeggen dat u er niet van op de hoogte was. De situatie is kritiek en we zijn “intussen op een punt gekomen dat er zoveel personeel weg is dat we het dienstrooster niet meer rondkrijgen". Als u niet ingrijpen voorspel ik u dat er ongelukken gaan gebeuren.

 

En ik citeer letterlijk:

 

“Op bepaalde momenten is het rooster zo laag ingepland dat we maar met drie of minder operatoren ingepland staan. In het groot verlof staan er shiften waarbij één operator is ingepland. Van de vier nieuwe collega's die gestart zijn is er ondertussen één operationeel. De andere collega heeft een verlenging van opleiding gekregen en de andere twee hebben afgehaakt. In juli gaat er één collega op pensioen, in september gaat er nog een collega weg en in oktober nog één… We gaan er dus minder hebben dan voorheen wanneer de vier nieuwe collega's gestart zijn in september 2022. Er loopt iets fundamenteel fout in de opleiding, in het aanwerven en het management op alle niveaus… Deze situatie is niet meer normaal. Verder lopen de operatoren gefrustreerd omdat operatoren die een zware fout maken beloond worden met een fijne job in Brussel bij de 112 en waarbij ze nog dienstreizen naar het buitenland krijgen aangeboden. Deze persoon heeft ook naar een aantal personen een whatsapp gestuurd uit naam van de directie 112 om discreet te polsen waarom één van de nieuwe operatoren in Brussel een gesprek heeft aangevraagd om het gebrek aan respect door de lokale directie aan te kaarten… Ik denk niet dat de directeur 112 in Brussel op deze manier zich gaat informeren. We hebben onlangs bericht gehad dat de werfreserve voor alle provincies geconsulteerd wordt… Een druppel op een hete plaat me dunkt".

 

Bent u akkoord om per direct een volledige externe audit te laten uitvoeren naar het functioneren van het management dat voor een groot aantal werknemers het vertrouwen verloren heeft? Zo neen, wat moet er nog gebeuren vooraleer u gaat ingrijpen?

Vindt u het acceptabel dat het management shiften inplant waarbij slechts één operator staat ingepland? Wat met de veiligheid van de bevolking en met het welbevinden van deze werknemers?

Wat gaat u op korte tijd ondernemen om de algemene werksituatie en de aanwerving en opleiding te verbeteren?

 

12.02 Minister Annelies Verlinden : U kan niet van mij verwachten dat ik inga op verwijten ten aanzien van de gewezen collega’s of het management. Ik verwacht uiteraard net als iedereen dat alle medewerkers hun opdrachten naar best vermogen uitvoeren. De werking van de noodcentrales is mij bekend. Ik pak de problemen aan met de mogelijkheden die ik heb en zoek binnen de regering. In eerdere antwoorden op parlementaire vragen heb ik al verwezen naar de vraag die werd gesteld aan de Federale Interne Audit om een audit uit te voeren van het volledige project 112. Het auditcomité heeft die opdracht aanvaard en is ermee van start gegaan.

 

Mijn diensten delen mij mee dat er geen enkele werkshift is waarbij er slechts een of twee operatoren zijn ingepland. De dienstplanning voor de zomermaanden wordt trouwens nog opgemaakt en zal pas eind van deze maand definitief zijn. Alleszins spannen wij ons in om de werksituatie in de noodcentrales verder te verbeteren. De rekrutering van bijkomende operatoren is daarbij een prioriteit. Vandaag zijn er in de noodcentrale 112 van Oost-Vlaanderen 30 medewerkers operationeel inzetbaar op een theoretisch kader van 35 personen. De ontbrekende plaatsen zullen zo snel mogelijk worden ingevuld. We doen dat door in de eerste plaats te putten uit de bestaande wervingsreserve. Drie kandidaten hebben al toegezegd. De overige plaatsen zullen we trachten in te vullen door de lancering van een nieuwe selectieprocedure.

 

12.03  Ortwin Depoortere (VB): Ik wil hier geen welles-nietesspel van maken. Ik wil er ook geen politiek spel van maken. Wat de mensen op het terrein mij vertellen, is evenwel anders dan wat uw diensten u meedelen en wat u hier komt brengen. Er is een discrepantie die uitgeklaard moet worden. Ik kijk uit naar de audit die hopelijk soelaas zal brengen. Ik spreek van een crisissituatie. Men mag dat niet te lichtzinnig opvatten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 18.36 uur.

La réunion publique de commission est levée à 18 h 36.