Commission des Finances et du Budget |
Commissie voor Financiën en Begroting |
du Mercredi 19 avril 2023 Matin ______ |
van Woensdag 19 april 2023 Voormiddag ______ |
La réunion publique de commission est ouverte à 09 h 37 et présidée par M. Marco Van Hees.
De openbare commissievergadering wordt geopend om 09.37 uur en voorgezeten door de heer Marco Van Hees.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
Sander Loones (N-VA): Mijnheer de voorzitter, voor we met de vragen beginnen, wil ik het graag even hebben over onze werkwijze.
Mevrouw de staatssecretaris, collega’s, het loopt grondig fout bij het coördineren en het clusteren van de vragen. Vragen worden hier op een hoopje gegooid. Straks heb ik bijvoorbeeld een vraag over extra uitgaven. Ik heb ook een vraag die gebundeld wordt met een vraag over asieluitgaven, drugs, ENGIE en Oekraïne. Vervolgens stel ik vast dat er later in de vergadering ook een vraag komt van de heer Leysen over Oekraïne. De heer Vermeersch zal trouwens ook een vraag stellen over asiel.
Het is niet de eerste keer dat het samenvoegen van de vragen niet goed verloopt. Ik wil naar niemand een steen werpen en ik weet ook niet wie daarvoor verantwoordelijk is. Is dat het commissiesecretariaat? Ligt het aan de communicatie met het kabinet? Ik weet het niet. In alle eerlijkheid, het interesseert mij ook niet. Ik wil echter wel dat het opgelost raakt. Ik wil dat er een betere communicatie komt en dat de vragen inhoudelijk geclusterd worden. Het is immers niet de eerste keer dat dit gebeurt.
In alle eerlijkheid denk ik dat dit niet goed is voor het parlementair debat, noch voor de antwoorden die we krijgen. Ook voor de staatssecretaris zou het comfortabeler zijn om thematische debatten te kunnen hebben die duidelijk afgebakend zijn, in plaats van een allegaartje van allerlei onderwerpen.
Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de voorzitter, ik wil onze collega bijtreden. Alles wordt hier op een hoopje gegooid. Ik heb bijvoorbeeld negen verschillende vragen over negen verschillende onderwerpen met verschillende rapporten. Die worden allemaal op een hoop gegooid. De staatsschuld wordt vermengd met de waarschuwingen die economen geven of met de cijfers van het IMF enzovoort. Dat zijn eigenlijk telkens afzonderlijke debatten.
Voor ons is het bijzonder moeilijk werken als alles op een hoopje wordt gegooid en afgerateld wordt. Dat komt het debat zeker niet ten goede. Daarom lanceer ik een warme oproep om dit niet meer op deze manier te laten plaatsvinden. Diezelfde vaststelling hebben we trouwens ook gedaan in de vorige vergadering. Het zou beter zijn als dat niet meer op deze manier zou plaatsvinden.
Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijnheer de voorzitter, wij voegen die vragen uiteraard samen op basis van de antwoorden. U zult zien dat de antwoorden op die vragen allemaal met elkaar verbonden zijn. Zoals u weet, ben ik hier over drie weken opnieuw om de begrotingscontrole in detail te bespreken, met alle cijfers. We zijn die allemaal aan het verwerken. We hoeven dat debat geen twee of drie keer te voeren en dat kan ook niet, want ik moet sowieso wachten tot alle cijfers verwerkt zijn.
Sur le plan pratique, monsieur le président, comme cela avait été annoncé aux services, je devrai malheureusement m'en aller à 11h 30 pour un kern qui se tiendra ce midi. Il vous revient, à vous et aux membres, de vérifier quand le débat d'actualité pourra se dérouler. Je préférais donc vous l'indiquer d'entrée de jeu.
Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, bedankt voor de transparantie. De koppeling van de vragen blijkt dus vanuit uw kabinet te komen.
Als u echter kijkt naar mijn vraag onder punt 5.1 van de agenda over de impact van de extra asieluitgaven en naar de vraag van de heer Vermeersch onder punt 13 van de agenda over de kosten van de asielopvang, dan ziet u dat beide vragen letterlijk over hetzelfde gaan.
Collega Vermeersch zegt eveneens dat het IMF in de samengevoegde vragen aan bod komt. Ik heb daarover onder punt 2 van de agenda echter een aparte vraag. Er klopt dus echt iets niet. Ik wil er dus bij deze nogmaals op aandringen om de vragen met een meer nauwkeurige blik te koppelen.
Hetzelfde geldt voor de vraag van de heer Leysen over Oekraïne. Mijn vraag onder punt 5.4 gaat daar ook over. Ik mag hopen dat u aan de heer Leysen geen ander antwoord zult geven dan aan mij. De clustering van de vragen zit dus echt niet goed.
Bij deze is het punt nu voor de tweede keer gemaakt, dus ik ga ervan uit dat daar volgende keer extra nauwkeurig wordt bekeken.
Staatssecretaris Alexia Bertrand: We zullen er zeker op letten. Het is zeker niet de bedoeling om niet op uw vragen te antwoorden. Ik neem echter een voorbeeld. De vraag van de heer Vermeersch onder punt 13 van de agenda is een letterlijke kopie van zijn schriftelijke vraag. Daarom wordt die vraag apart behandeld. Op de vraag onder punt 5 zullen we wel antwoorden. U zegt dat het dezelfde vragen zijn, maar voor sommige vragen verwijzen we dus naar het antwoord op de schriftelijke vraag.
Sander Loones (N-VA): Goed, de discussie is gevoerd, maar ik denk dat u bij samengevoegde vragen ook naar een schriftelijke vraag kunt verwijzen. Het punt is echter gemaakt en de oproep is gedaan.
Le président: Madame la secrétaire d'État, on sait que certains ministres ont l'habitude de grouper les questions pour éviter de répondre à certains points car c'est plus facile d'éluder une question quand elles sont groupées. Par ailleurs, vous indiquez que vous groupez en fonction de la réponse que vous allez donner. Je pense que l'idée, c'est plus de grouper par thème, par thématique, et d'essayer de respecter un petit peu les demandes des députés. Il serait bien d'en tenir compte la prochaine fois. Aujourd'hui, on ne peut évidemment pas modifier l'ordre mais, si vous pouviez tenir compte de ces remarques la prochaine fois, ce serait bien. Je donne la parole à M. Loones pour la première question dans le cadre du débat d'actualité.
01.01 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, u zei terecht dat we het detaildebat over de begrotingscontrole nog zullen voeren. Alle tabellen zullen worden opgemaakt en moeten tegen het einde van de maand aan het Parlement worden bezorgd. U hebt daar dus net geen twee weken meer voor. Daarna zal dat zijn weg kennen met adviezen en de bespreking in het Parlement. We kijken uit naar die tabellen, want we hebben al wat informatie gekregen, maar jammer genoeg nog niet bijzonder veel.
Ik beperk mij vandaag dus tot een meer politieke vraag over de begrotingscontrole. Bent u echt tevreden met wat is besproken en beslist in die begrotingscontrole? We hebben verschillende interviews van u gezien. Het is natuurlijk uw job om het akkoord te verdedigen, om te zeggen dat er bijzonder veel is gebeurd, dat de criticasters dat niet hadden verwacht en dat er uiteindelijk 1,8 miljard is bespaard. Ik begrijp volledig dat u als staatssecretaris voor Begroting dat akkoord verdedigt, maar ik wil iets dieper graven en weten of u echt tevreden bent.
We hebben intussen de nieuwe cijfers gekregen van het Planbureau, het IMF, de Europese Commissie en de Hoge Raad van Financiën. Wanneer men simulaties maakt, dan zou er eigenlijk een oefening moeten worden gemaakt van minstens 12 miljard tegen 2026. Als men de nieuwe cijfers van het Planbureau neemt, zou er zelfs een oefening van 13 tot 17 miljard moeten worden gemaakt, terwijl er 1,7 miljard is gevonden. Dat is bijzonder weinig in vergelijking met de uitdaging waarvoor wij staan.
Als ik kijk naar wat er wel is beslist, dan kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat er toch wat gegoocheld is. Zo komen de Europese inkomsten vanuit Russische spaartegoeden tot op de euro overeen met de bedragen die naar de coronaprovisie zouden moeten gaan. Een aantal meeruitgaven lijken mij niet allemaal gecompenseerd te zijn, terwijl u zegt dat dit wel het geval is. Het gaat om een compensatie van 268 miljoen, terwijl ik aan 750 miljoen meeruitgaven kom die dus niet allemaal gecompenseerd zijn, zeker als men de Oekraïneprovisie daarbij neemt. Als ik de notificaties bekijk die het Parlement pas vijf dagen na de pers heeft gekregen, dan gaat de helft daarvan over technische aanpassingen. Zo kennen we dat in de Wetstraat. Dat is de grote koehandel: in het midden van de nacht wat schuiven met details om te doen alsof de cijfers kloppen.
Ten tweede heb ik minister Dermagne daarover bevraagd en hij was absoluut niet happig om nog meer te doen. Hij was al tevreden met wat gedaan was. Ik kan een socialist niet verwijten dat hij socialist is. Ik begrijp dat hij eigenlijk niet meer wil doen, maar vooral meer geld uitgeven aan alle mensen die niet actief zijn. Hij is immers een socialist. Ik kan hem dat niet verwijten. Wat ik wel jammer vind, is dat u via uw communicatie de PS het signaal geeft dat het eigenlijk wel oké is: de cijfers zijn beter dan verwacht, de cijfers van het Monitoringcomité worden lager ingeschat dan …, de economische groei valt beter mee dan ... U geeft zo constant het signaal dat het niet zo erg is gesteld met de begroting.
Ten slotte, wanneer het resultaat van de begrotingscontrole wordt gecommuniceerd, wordt ook dat verkocht als een gigantische oefening, terwijl we weten dat er eigenlijk tien keer meer zou moeten worden gedaan in de komende jaren om in 2026 niet veroordeeld te worden door de Europese Commissie.
Mijn vraag is dus: bent u echt tevreden met wat er beslist is?
01.02 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb eerst een vraag over de hervormingsagenda. Ik probeer mijn vragen te herwerken op basis van de actualiteit. Sommige deelvragen kunnen uiteraard niet meer gesteld worden. Dat zal ik dan ook niet doen.
Bij aanvang van de begrotingscontrole schreef De Tijd dat de begrotingscontrole best voor de paasvakantie zou worden afgerond en dat tegen dan best ook de maximumfactuur voor de ontmanteling van de kerncentrales, waarover met ENGIE wordt onderhandeld, vastgelegd zou zijn. We lazen ook dat de pensioenhervorming die Europa eist en de fiscale hervorming van de minister van Financiën mogelijk over het paasreces zouden worden getild. Ondertussen is dat een feit, maar ik wil u daar toch over ondervragen, mevrouw de staatssecretaris.
Vindt u niet dat die hervormingen, die natuurlijk noodzakelijk zijn om de begroting op de rails te krijgen, samen behandeld moesten worden? Vindt u niet beter om de pensioenhervorming en de fiscale hervorming samen met de begrotingscontrole te bespreken? Vind u dat de pensioenhervorming en de fiscale hervorming over de begrotingscontrole en het paasreces getild moesten worden? Wat is uw eigen opvatting over het feit die dingen losgekoppeld zijn, terwijl alles met elkaar verweven is?
Mijn volgende vraag is een detailvraag. Ik weet ook niet waarom dat allemaal op één hoop wordt gegooid, maar ik stel toch mijn vraag. Het Monitoringcomité heeft zijn actualisatie voor 2023 gepubliceerd. In de actualisatie voor 2022 van de meerjarenraming voor de jaren 2023-2027 stonden evenwel een aantal andere cijfers. Er werd toen bijvoorbeeld nog uitgegaan van een schuldgraad van 113,6 % van het bbp in 2027. In de actualisatie van 2023 stijgt die staatsschuld verder naar 114,5 % van het bbp in 2027 en zelfs tot 117,6 % van het bbp in 2028. Hoewel het tekort in 2023 door macro-economische factoren daalt, worden de langetermijnvooruitzichten dus steeds slechter. Bij ongewijzigd beleid zou het gezamenlijke tekort tegen 2028 zelfs oplopen tot 41,6 miljard euro of 6,1 % van het bbp.
Hoe beoordeelt u die verslechterde meerjarenraming in vergelijking met die van vorig jaar? Welke acties acht u boven op de begrotingscontrole noodzakelijk om het gezamenlijk tekort en de gezamenlijke schuldgraad op middellange termijn onder controle te krijgen?
Op 9 november heeft de Europese Commissie haar voorstel voor de hervorming van de begrotingsregels voorgesteld. Het Federaal Planbureau heeft op 26 januari berekend hoe hoog de vereiste begrotingsaanpassing zou kunnen oplopen. Hoe reageert u op het rapport van het Planbureau over het nieuwe begrotingskader? Deelt u de conclusies van het Planbureau? Welke acties acht u noodzakelijk? Hebt u dit rapport op 15 maart ter sprake gebracht in het Overlegcomité of gaat u dat nog doen? Zo ja, welke aspecten werden er doorgesproken met de deelstaten of zullen er doorgesproken worden?
Kredietbeoordelaar Fitch heeft de vooruitzichten voor de kredietwaardigheid van België verlaagd van stabiel naar negatief. Dat is lang in de actualiteit geweest. Die verlaging van de vooruitzichten betekent dat ook een verlaging van de kredietwaardigheid tot de mogelijkheden behoort in de toekomst. De kredietbeoordelaar verwijst onder meer naar het begrotingstekort dat in 2023 naar 5,2 % zou stijgen, terwijl de mediaan binnen de AA-rating, dus in de vergelijkbare landen, 1,5 % bedraagt. De overheidsschuld zou volgens het ratingbureau verder stijgen naar 107 %, terwijl we ondertussen al dramatischere cijfers hebben. Dat is dus het dubbele van vergelijkbare landen met een AA-rating.
Verder verwijst Fitch ook naar de fragiele federale regeringscoalitie. Dit zijn hun, maar ook onze woorden: “Volgens ons is het onwaarschijnlijk dat de regering maatregelen zal nemen om het begrotingstekort te verkleinen, gezien de komende parlementsverkiezingen in 2024.” U hebt in de begrotingscontrole een maatregel genomen voor amper 1,8 miljard euro en ook daarvan kan men zich afvragen of dat wel realistisch is.
Wat is uw reactie op de verlaging van de vooruitzichten van de kredietwaardigheid van België? Deelt u de conclusies van Fitch? Welke lessen trekt de regering uit de verlaagde beoordeling?
Ik wil ook nog even de sterk gestegen staatsschuld aansnijden. In februari 2023 bedroeg de federale staatsschuld 481 miljard euro, waardoor die dus met 6,85 miljard euro is toegenomen ten opzichte van januari 2023. In netto termen nam de federale staatsschuld met ruim 7 miljard euro toe. Het netto te financieren saldo van februari bedroeg dus 7 miljard euro in het nadeel van de staatskas, zo blijkt uit de mededeling van het Federaal Agentschap van de Schuld. Het gaat om een zeer grote stijging van de schuld in vergelijking met andere maanden.
Hebt u zicht op de oorzaken van die specifieke sterke stijging in februari? Zijn er volgens u bijkomende redenen tot bezorgdheid in het kader van de houdbaarheid van de staatsschuld? Hoe denkt u tot een houdbare staatsschuld te kunnen komen om toekomstige crisissen het hoofd te bieden? Denkt u dat overheidsinvesteringen nog verder opgevoerd kunnen worden, ondanks de stijgende staatsschuld? Zal een volgende regering nog marge hebben om te investeren? In hoeverre is het besef van de noodzaak om de staatsschuld af te bouwen doorgedrongen binnen de regering? Welke ambities hebt u nog om de staatsschuld terug te dringen? Welke plannen hebt u inzake schuldafbouw? Welke schuldgraad wil u uiteindelijk bereiken voor entiteit I en de gezamenlijke overheid?
Ik wil het ook nog hebben over een fout die in de actualisatie van 2023 van de meerjarenraming van het Monitoringcomité zou zijn geslopen. Het begrotingstekort loopt de komende jaren blijkbaar minder sterk op dan aanvankelijk voorspeld. In het rapport van het Monitoringcomité aan de federale regering werd aanvankelijk een tekort van 38,4 miljard euro voor het federale niveau voorspeld in 2028, maar volgens de administratie zou er in die raming een inconsistentie geslopen zijn, waardoor het tekort 33,4 miljard zou bedragen, dat is 4,9 % van het bbp. Het begrotingstekort blijft natuurlijk bijzonder hoog.
Mevrouw de staatssecretaris, kunt u bevestigen of er dit keer wel een materiële fout werd gemaakt? Wat ligt aan de basis van die fout of inconsistentie?
Het begrotingstekort wordt natuurlijk gewijzigd. Wij hebben echter alleen het tekort voor 2023 gekregen. Hoeveel bedraagt het aangepaste begrotingstekort voor de gezamenlijke overheid in 2028, uitgedrukt in miljard euro en procent van het bbp?
Een aanpassing van het begrotingstekort heeft natuurlijk ook impact op de schuldgraad. In de actualisatie van 2023 werd die schuldgraad op 117,6 % geraamd in 2028. Ook dat bedrag zal nu worden aangepast. Hoeveel bedraagt de aangepaste schuldgraad voor de gezamenlijke overheid in 2028? Acht u dat aangepaste begrotingstekort en die aangepaste schuldgraad in 2028 houdbaar? Zo niet, welke bijkomende acties zult daar tegenoverstellen?
Dan wil ik het nog even hebben over de
samenhang in uw regering. Dat is iets helemaal anders, maar het wordt hier
allemaal door elkaar gehaald. In het RTBF-programma Matin Première deed PS-voorzitter Paul Magnette een opmerkelijke
uitspraak. Ik citeer:
"Il y a devant nous encore trois dossiers: l'ajustement budgétaire qui,
pour moi, n'est pas un très grand dossier, la réforme des pensions dont on a
beaucoup discuté, qui doit atterrir avant la fin du mois d'avril, et puis,
ensuite, la réforme fiscale pour l'été."
De begrotingscontrole blijkt dus voor de PS geen groot dossier te zijn. Geldt dat ook voor u als staatssecretaris van Begroting en voor de regering? Wat is uw visie als staatssecretaris op die hervormingsagenda, die ook door Paul Magnette werd aangehaald?
In een open brief gepubliceerd in De Tijd en L’Echo is er een forse waarschuwing uitgesproken door een groep van 49 economen en beleidsexperts. Mevrouw de staatssecretaris, hebt u kennisgenomen van die brief? Hoe reageert u op de waarschuwingen van die economen en beleidsexperts? Hebt u met hen contact opgenomen in de afgelopen weken, hebt u bijvoorbeeld een brief teruggestuurd? Deelt u de conclusies die in die open brief staan? Op welke manier wil de regering ingrijpen naar aanleiding van die brief?
Vorige week hebben we van het IMF bijzonder deprimerende, maar zeker geen verrassende cijfers gekregen. Het IMF zei dat wij het grootste overheidstekort zullen hebben van de eurozone, de grootste aangroei van de staatsschuld, op Italië na de slechtste groei en laatst, maar zeker niet het minst, ook de hoogste overheidsuitgaven. België is dus duidelijk de rodelantaarndrager van Europa. Dat is vorige week al besproken in de plenaire vergadering. Mevrouw de staatssecretaris, hoe reageert u op dat rapport van het IMF? Deelt u de conclusies? Welke bijkomende acties acht u nodig na die nieuwe cijfers?
Ik kijk alvast uit naar een veelheid aan antwoorden.
01.03 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Madame la secrétaire d'État, s'agissant du contrôle budgétaire et de la situation budgétaire actuelle, vous avez un leitmotiv dans ce débat budgétaire. Nous l’avons encore lu dans la presse cette semaine. Vous répétez: "Notre problème budgétaire ne vient pas des recettes mais des dépenses."
La première recette que vous rejetez, c’est une taxation des grandes fortunes. Quand le gouvernement crée des taxes antisociales comme les accises, comme on l'a vu dans le dernier contrôle budgétaire, cela ne vous pose pas de problème.
Par rapport à cette taxation des grandes fortunes, on peut dire que si la secrétaire d'État venait d’une famille de boulangers et qu’elle disait qu’il ne faut pas augmenter les taxes sur la farine, on ne lui accorderait pas trop de crédit.
Madame la secrétaire d'État, vous qui appartenez à la dix-huitième famille la plus riche de Belgique, qui étiez encore administratrice, il n’y a pas si longtemps, d’Ackermans & van Haaren, quel crédit peut-on vous accorder quand vous dites qu’il ne faut pas taxer les grandes fortunes, que ce n’est pas une bonne piste?
Votre second leitmotiv, c'est d'augmenter le taux d'emploi. Hier, lors du débat sur les spending reviews, vous indiquiez que c'était la meilleure formule pour le budget. En conclusion, vous disiez que créer un emploi a un effet retour de 28 000 euros par emploi – il me semble que c’est le chiffre que vous avez donné.
Mais le problème n’est-il pas qu’au nom de l’emploi, ou d'une prétendue création d’emploi, on mène des politiques qui consistent en un transfert de revenus des travailleurs vers les employeurs et qui, en plus, ont un coût budgétaire? En voici deux exemples. Premièrement, la norme salariale – ce que j’appellerais "l’arrêté Dermagne" qui fixe les augmentations de salaire à 0 % – bloque les augmentations de salaire pour les travailleurs. Ce sont aussi des milliards d’euros qui sont perdus en précompte professionnel et en cotisations sociales, et qui n’entrent pas dans les caisses de l’État. Deuxièmement, les dispenses de versement de précompte professionnel coûtent 118 000 euros par emploi sauvegardé – soi-disant sauvegardé. C’est bien plus que votre effet retour. C’est un multiple de votre effet retour. De telles politiques menées au nom de l’emploi, d’un hypothétique emploi, ne coûtent-elles pas très cher, en fait, au budget?
Le président: Monsieur Arens, vu que nous sommes dans un débat d’actualité, vous avez la possibilité d’intervenir soit pendant les questions, soit pendant les répliques – ou pas du tout.
01.04 Josy Arens (Les Engagés): Monsieur le président, je souhaite intervenir. C’est pour cela que je suis là.
Madame la secrétaire d'État, vous connaissez notre vision budgétaire. Nous semblons totalement vivre à crédit. Budgétairement et financièrement, il ne faut pas se le cacher, la Belgique est malheureusement au bord du gouffre. Selon le Comité de monitoring, à politiques inchangées, le déficit des entités belges pourrait atteindre 41,6 milliards d’euros en 2028, ou 6,1 % du PIB.
La dette publique estimée cette année à 106,4 % du PIB pourrait représenter 117,6 % du PIB dans cinq ans. Comme je l'ai dit, nous vivons donc totalement à crédit. C'est la situation budgétaire d'aujourd'hui qui nous le dit. Mais ce sera pire demain. Faute de décisions fortes de l'actuel gouvernement, les prochains gouvernements devront prendre des mesures radicales et saquer dans un paquet de dépenses pourtant essentielles, parce que l'actuel gouvernement n'aura pas pris ses responsabilités.
Madame la secrétaire d'État, vous déclariez récemment que vous étiez pour une diminution des dépenses, alors que je pensais que vous alliez quand même rechercher de l'argent du côté des recettes, de la fraude fiscale. Quand je vois les chiffres, je pense qu'on pourrait encore trouver, au niveau de la fraude fiscale, et de ce que j'appellerais les déviances fiscales, de l'argent. Que sont-elles? C'est ce que nous vivons suite à toute l'ingénierie fiscale qui permet à de grands groupes d'échapper presque totalement, pour ne pas dire totalement, à l'impôt chez nous. Je voudrais réellement savoir ce que vous comptez faire comme diminution des dépenses. Vers quoi comptez-vous vous orienter alors que nous connaissons les besoins de cet État, que ce soit au niveau de la police, de la Justice ou de la Santé? Les besoins sont phénoménaux.
Ensuite, quelles mesures structurelles envisagez-vous pour diminuer le solde de financement SEC? Vous savez très bien que l'Europe ne nous suivra plus et que tout cela devient de plus en plus catastrophique. Aujourd'hui, nous sommes en train d'handicaper les générations futures parce que ce gouvernement n'a pas le courage d'agir. C'est peut-être même une question de capacité. Je l'imagine quand j'entends tout ce qui se passe dans le gouvernement et quand je lis différents comptes rendus. Il n'y a pas d'accord possible. Nous allons donc rendre la vie impossible à nos enfants et à nos petits-enfants.
Madame la secrétaire d'État, vous annoncez les résultats engrangés par le budget ajusté. Mais quand j'étudie ces résultats, soit 636 millions pour 2023 et 1,766 milliard pour 2024, cela représente une paille par rapport à ce qui nous attend et à ce qui attend ceux qui nous succéderont lors du prochain gouvernement.
J'en reste là pour ma réplique. Je pourrais agir un peu plus encore si nécessaire. J'écouterai vos réponses avec impatience, madame la secrétaire d'État.
Le président: Monsieur Arens, comme je l'ai indiqué tout à l'heure, vous pouvez intervenir soit dans la question, soit dans la réplique. Comme vous avez utilisé la question, vous ne pouvez plus utiliser la réplique dans un débat d'actualité.
Je donne la parole à madame la secrétaire d'État.
01.05 Alexia Bertrand, secrétaire d'État: Monsieur Arens, comme je l'ai dit avant votre arrivée, nous allons avoir la discussion sur le contrôle budgétaire en détail. Tous les chiffres sont en train d'être traités. Je reviendrai dans trois semaines pour expliquer en détail, ligne par ligne, les mesures prises.
Même si une série de questions porte sur ce sujet, elle sera traitée sur le fond une fois que l'ajustement budgétaire aura été introduit.
De begrotingscontrole is gestart met het rapport van het Monitoringcomité, waarin wij een meevaller hadden van 6 miljard euro in 2023 ten opzichte van de begrotingsopmaak van 2023. In het rapport stond echter ook duidelijk dat er nog steeds veel werk aan de winkel is om onze begroting weer op orde te krijgen. Daar volg ik u in.
Tijdens de begrotingscontrole werd in 2023 een extra inspanning beslist van 0,1 % en in 2024 van 0,3 % van het bbp, bijna 1,8 miljard euro, boven op de al besliste inspanningen van 0,6 % in 2023 en 2024. Hiermee daalt het tekort van 5,9 %, zoals gepland bij de begrotingsopmaak, naar 4,6 % van het bbp in 2023. In 2024 daalt het tekort tot 4,3 % of 25,7 miljard euro voor de gezamenlijke overheid. Dat bewijst dat er werd geluisterd naar de vele waarschuwingen die wij voor en tijdens de begrotingscontrole kregen van verschillende diensten, zoals de Nationale Bank van België, het IMF, de Europese Commissie, de verschillende ratingagentschappen, alsook van economen, uiteraard ook degenen die een brief hebben geschreven, en beleidsexperts. Elk van hen gaf aan dat wij bijkomende inspanningen moesten leveren om de begroting weer op het juiste spoor te krijgen.
Ik ben tevreden, mijnheer Loones, en dankbaar dat alle regeringspartners de waarschuwingen van de afgelopen weken ernstig hebben genomen en dat wij samen de juiste weg hebben gekozen, maar laat mij duidelijk zijn – ik heb dat telkens herhaald – dat dit geen eindpunt is. Het tekort blijft groot en het gevaar voor onze overheidsfinanciën is nog niet geweken. Wij zijn er nog niet en moeten blijven werken om onze begroting duurzamer en futureproof te maken.
Voorts werden er nog enkele specifieke vragen gesteld. Een deel hiervan dateert van voor de begrotingscontrole, waardoor u hierop al het antwoord hebt ontvangen door middel van de begrotingsnotificaties en de budgettaire tabel.
Het antwoord op enkele resterende specifieke vragen geef ik u wel nog graag mee.
Mijnheer Vermeersch, ik kan u bevestigen dat ik aanwezig was op alle vergaderingen van de kern in verband met de begrotingscontrole.
U vraagt ook naar de timing van de pensioenhervorming en de fiscale hervorming. Zoals u ondertussen zelf hebt kunnen vaststellen, werden die hervormingen niet besproken tijdens de begrotingscontrole. De reden daarvoor is simpel. Het gaat om heel complexe onderwerpen, die gewoon veel tijd vragen. Alles bespreken tijdens de begrotingscontrole zou de aandacht voor de begroting kunnen wegnemen. Die hervormingen zullen dus afzonderlijk van de begrotingsbesprekingen worden besproken.
Monsieur Van Hees, vous avez posé des questions
concernant les investissements publics. Je vous propose de mener cette
discussion pendant les débats sur le contrôle budgétaire, lorsque tous les
chiffres seront disponibles. Je fais référence au Autumn Forecast dans lequel il est indiqué qu'il s'agit
d'avoir un pourcentage d'investissements publics de 3 % en 2023 et 2024. C'est donc bien vers cela que nous allons.
Mijnheer Vermeersch, u verwijst naar de beoordeling van kredietbeoordelaar Fitch. Ik heb die aanbeveling zeker ter harte genomen. Zoals u zelf aangaf, ging de kredietbeoordelaar ervan uit dat er geen bijkomende maatregelen zouden worden genomen om het tekort te verkleinen, gezien de komende federale parlementsverkiezingen in 2024. Met deze controle hebben wij het omgekeerde bewezen. Wij hebben dus zeker naar hun bezorgdheden geluisterd. Zoals u zelf hebt gelezen, zijn ze ook zeer bezorgd over de mogelijk langlopende zaken. Ik denk dat dat een boodschap voor iedereen was, niet alleen voor de regering.
U informeert ook naar de staatsschuld. Ook hier hebben we geluisterd naar de verschillende waarschuwingen. De besliste inspanningen moeten een positieve impact op de staatsschuld hebben. Dat betekent zeker niet dat het werk af is. We moeten verder blijven werken om de schuld te doen dalen. Dat besef tot afbouw van de staatsschuld is niet alleen bij mij, maar ook bij mijn collega’s duidelijk aanwezig.
Voor de specifieke afwijkingen in februari verwijs ik u naar minister Van Peteghem. De exacte cijfers die u vroeg, zullen we bij de bespreking van de begrotingscontrole behandelen.
Met betrekking tot het gecorrigeerde rapport van het Monitoringcomité kan ik u meegeven dat het om een technische correctie gaat, namelijk het neutraliseren van een dubbeltelling. Voor de raming van de evenwichtsdotaties aan de sociale zekerheid voor de periode 2025-2028 stelt het Monitoringcomité het bedrag van de evenwichtsdotatie voor het jaar N voorlopig vast door de evenwichtsdotatie van jaar N-1 aan te passen aan de gezondheidsindex van jaar 1. De FOD Sociale Zekerheid en de globale beheren hanteren een andere logica. Zij stellen het bedrag van de evenwichtsdotatie voor het jaar N voorlopig vast door het bedrag dat nodig is voor het begrotingsevenwicht van jaar N-1 aan te passen met de gezondheidsindex van jaar N.
In de nota van het Monitoringcomité op het niveau van de sociale zekerheid werden de ontvangsten uit de evenwichtsdotatie voor de periode 2025-2028 opgenomen conform de logica van het Monitoringcomité. In de primaire uitgaven waren evenwel de ramingen van de evenwichtsdotatie volgens de definitie van de sociale zekerheid opgenomen. Hierdoor werden de primaire uitgaven te hoog ingeschat, hetgeen een negatieve weerslag had op het vorderingensaldo. Zoals u kunt lezen op pagina 28 van het gecorrigeerde rapport van het Monitoringcomité, bedraagt het tekort van de gezamenlijke overheid in 2028 36,6 miljard euro of 5,4 % van het bbp.
Mijnheer Vermeersch, u informeerde ook naar mijn mening over het rapport van het Federaal Planbureau. Ik hecht veel waarde aan dat rapport, want hierin worden de macro-economische parameters bepaald die de basis zijn van deze begrotingsronde. Dat is echter op macroniveau en de details worden pas duidelijk in het rapport van het Monitoringcomité.
Pour répondre à M. Arens à propos de la question des dépenses, quand vous vivez dans un pays dont les dépenses représentent 54 % du PIB, il faut évidemment s'y pencher. Je ne viens ni d'une famille de boulangers ni d'une famille de médecins, mais je sais qu'en cas d'hémorragie, donner des sacs de sang n'est pas suffisant. Il faut l'arrêter. C'est un petit peu pareil pour les recettes et les dépenses: à un moment, vous ne pouvez pas chercher des recettes supplémentaires sans arrêter l'hémorragie des dépenses, comme nous le disent toutes les institutions (FMI, Commission européenne, etc.). Dès lors, indépendamment de mon background, j'accorde aussi une grande importance à ce que nous indiquent les experts budgétaires, qui appuient leur constat en insistant sur la nécessité de travailler sur les dépenses.
Comment s'y prendre? Par des réformes, qu'il
s'agisse des pensions, de la fiscalité ou, éventuellement, du marché du travail
en augmentant les périodes de travail effectif pour le calcul des pensions. En
effet, c'est ainsi que vous aurez plus de personnes au travail. L'avantage de les
faire retravailler, monsieur Van Hees, est que vous agissez là tant sur les
recettes que vous cherchez – puisque cela va générer des recettes fiscales
supplémentaires – que sur les dépenses – puisque le coût des
allocations pour l'État sera diminué. Comme vous l'avez rappelé, ce calcul avait été fait
par le Bureau fédéral du Plan, qui avait ainsi estimé à quelque 28 000
euros le montant des recettes que rapporte chaque personne remise à l'emploi
dans notre pays. Toutefois, je suis d'accord avec vous, l'effort n'est pas
terminé. Je serai toujours la
première à le dire.
01.06 Sander Loones (N-VA): U bent inderdaad altijd de eerste om te zeggen dat er hervormingen nodig zijn, maar u zegt dat telkens achteraf, op het einde van uw betoog. Ik zou graag zien dat u daarmee ophoudt. Macht heeft altijd tegenmacht nodig. Dat is mijn visie en iedereen heeft zijn rol. U mag het met me oneens zijn, maar in mijn ogen is het onze taak als oppositie om de regering aan te vuren en het ambitieniveau te verhogen. Uw rol is het dan om in de regering op te komen voor de begroting en een zekere mate van urgentiegevoel, ja zelfs paniek te creëren in de regering. Het spijt me verschrikkelijk, maar dat laatste merk ik niet.
U zegt dat u tevreden en dankbaar bent. Dat kan ik nog begrijpen: ik zou ook tevreden zijn, als er een akkoord is en als er iets gebeurt. U beweert evenwel dat de regeringspartners de begrotingsoefening ernstig hebben genomen en dat uw aller werk bewijst dat er geluisterd wordt naar de waarschuwingen van allerlei nationale en internationale instanties en economen. Dat is ronduit onwaar.
U waarschuwt dat het bloeden moet stoppen. Welnu, België bloedt. We hebben de slechtste begroting van heel Europa, alleszins volgens de IMF-rangschikking. Die van de Europese Commissie zullen we weldra zien; ook die cijfers zullen geactualiseerd worden. België bloedt en dat zal niet opgelost raken door er minimaliserend over te spreken, zoals u zonet weer deed. U verwees namelijk weer naar de besparing van 0,6 % in 2023 en 2024. Dat wekt op een handige manier de indruk dat u 0,6 % bespaart in 2023 en 0,6 % in 2024. Dat is echter niet zo: u bespaart jaarlijks 0,3 %, plus een klein beetje extra via de begrotingscontrole. Nochtans verklaarde het Planbureau enkele weken geleden op basis van de simulaties van de Europese Commissie dat we eigenlijk jaarlijks 1 % zouden moeten besparen. U creëert daardoor geen urgentiegevoel en geeft voortdurend het signaal aan de regeringspartijen dat u allerlei zaken aan het doen bent. In uw woorden klinkt het dat het probleem ernstig wordt genomen en dat bewezen wordt dat er geluisterd wordt. Dat is gewoon feitelijk onjuist. Bij dezen nodig ik u nogmaals uit om dat niet meer te doen.
Doet u het wel, dan verzoek ik u er telkens bij te vermelden wat de gecumuleerde uitdaging is, zoals de Commissie van u zou verwachten, bijvoorbeeld dat u vermeldt dat de regering een inspanning van 0,6 % doet voor 2023 en 2024, hoewel wij eigenlijk 2 % zouden moeten doen. In dat geval bewijst u dat de urgentie er is.
Ik rond af met een korte repliek op uw opmerking over langlopende zaken. Het is alom bekend dat de campagnestrategie van Open Vld daarop wordt gebouwd. Indien ik u was, zou ik waarschijnlijk hetzelfde doen en stellen dat de N-VA chaos en onzekerheid creëert en dat de N-VA een wegloper is. Het is altijd hetzelfde. Principes hebben, mag blijkbaar niet, zeker niet wat langlopende zaken betreft. Mevrouw de staatssecretaris, het risico van langlopende zaken zou net voor u en de huidige regering het argument moeten zijn, niet om campagne te voeren, maar om vandaag te besturen en nu beslissingen te nemen.
Wanneer u zelf vreest dat er langlopende zaken zullen komen in dit onmogelijke land, zou dat ervoor moeten zorgen dat er, aangezien de regering nu bevoegdheden heeft, nu beslissingen worden genomen die moeten gaan over pensioenhervormingen en fiscale hervormingen, maar die ook veel verder moeten gaan dan dat. Het woord arbeidsmarkthervorming wordt zelfs niet meer in de mond genomen door de regering. Ze staat zelfs niet meer in het lijstje van de eerste minister. U en de regering moeten dus geen campagnestrategie opbouwen. De regering moet vooral besturen.
01.07 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoorden. De vragen die voor ons onvoldoende zijn beantwoord, zullen wij schriftelijk opnieuw indienen.
Ik wil de heer Loones bijtreden. De paniek of de noodzakelijke grote bezorgdheid die wij van u zouden mogen verwachten, heb ik ook niet in uw antwoord bespeurd.
Ik heb u heel goed beluisterd. U bedient zich van een aantal eufemismen. U verbloemt een aantal zaken. U hebt bijvoorbeeld op een bepaald moment aangegeven dat er veel werk aan de winkel is. De realiteit is echter dat de regering de winkel niet alleen slecht beheert; haar beheer van de winkel is volledig ontspoord.
Wij ontkennen ook niet dat er crisissen zijn geweest, zoals de coronacrisis, de Oekraïnecrisis, de energiecrisis en de koopkrachtcrisis. Die crisissen zijn er echter voor alle Europese landen en alle buurlanden geweest. Niettemin zagen wij vorige week in de cijfers van het IMF dat dit land op alle niveaus gewoon wegzakt. Of het nu gaat over de groei, het overheidssaldo, de overheidsschuld, de staatsschuld of de overheidsuitgaven, op alle belangrijke rankings zakken wij gewoon weg, niet naar een slechtere plaats, maar effenaf naar de allerslechtste plaats van Europa. Er is dus niet alleen veel werk aan de winkel. Het winkelbeheer is volledig ontspoord onder de huidige regering.
U waarschuwde ook dat het gevaar niet geweken is. Dat is ook een onderschatting van de realiteit; het gevaar is toegenomen. Zo zal kredietbeoordelaar Fitch plots mogelijk de rating veranderen. Wat is de realiteit? Dit land heeft geen enkele buffer meer om toekomstige crisissen aan te pakken. Wat kan er nog gebeuren, als er een nieuwe crisis komt? Die komt er ongetwijfeld, al weten we niet welke. Enkele weken geleden ontstond er onrust over banken in de VS. Die had kunnen overslaan naar Europese banken. Stel u voor dat wij opnieuw in een bankencrisis zouden terechtkomen; dit land heeft gewoon geen buffers meer. Als er onder invloed van een verlaging van de kredietwaardigheid van dit land op de financiële markten onrust ontstaat over de houdbaarheid van de Belgische staatsschuld, dan kunnen wij ernstig in de problemen komen en zullen er met het mes op de keel drastische saneringen doorgevoerd moeten worden. Geen enkele politicus in dit land zal daarvoor de verantwoordelijkheid willen opnemen, omdat u nu uw verantwoordelijkheid niet hebt opgenomen.
Wat de pensioenhervorming en de fiscale hervorming betreft, beaamt u voor een stuk wat Fitch in de beoordeling zegt, namelijk dat de regering niet in staat is om grondig te hervormen. We hebben in de afgelopen legislatuur geen noemenswaardige, grondige hervorming en zeker geen sociaal-economische hervorming gezien. Er is geen pensioenhervorming, er is geen fiscale hervorming, er is geen arbeidsmarkthervorming en ook inzake de kerncentrales – onze basisenergievoorziening – is er nog altijd geen sluitende oplossing. Dat is bijzonder problematisch wanneer men dat nog eens naast de dramatische begroting legt.
Tot slot wil ik nog even ingaan op de terechte vraag van collega Arens inzake het overheidsbeslag. U hebt het over 54%, maar u hebt in de cijfers van het IMF ongetwijfeld ook gezien dat dat bijna 60 % bedraagt. Dat betekent dat bijna 60 % van alle welvaart in dit land verdwijnt naar de overheid. Al 23 jaar, bijna 24, zitten de liberalen op bijna alle niveaus, in alle regeringen, aan de knopjes. We zien evenwel dat niet alleen de belastingdruk, maar ook het overheidsbeslag alleen maar is toegenomen. Dat zou een waarschuwing moeten zijn voor de liberalen om op hun achterste poten te gaan staan. Ik hoor u echter vandaag, ondanks de dramatische cijfers en de vernietigende balans, nog veel te veel eufemismen gebruiken, wanneer u spreekt over de begroting. Voor een staatssecretaris van Begroting hoort dat niet. U zou veel duidelijkere en meer waarschuwende taal moeten spreken, maar die missen wij in uw discours.
01.08 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Madame la secrétaire d'État, vous opposez toujours les dépenses et les recettes quand il s'agit d'effort budgétaire. Quand on analyse la politique du gouvernement, il faut plutôt regarder qui subit l'impact lié aux hausses des recettes et aux réductions des dépenses. Est-ce le travail ou le capital? La réponse est assez claire! Les hausses de taxes sont clairement payées par les travailleurs. Je pense ici notamment aux dernières mesures prises par le gouvernement au niveau des accises, des taxes sur la consommation qui sont les plus injustes qui soit. Selon l'économiste Thomas Piketty, il s'agit de taxes du XIXe siècle. Par contre, on ne touche pas aux grandes fortunes, même si le 1er mai, quelques partis reprendront les slogans sur la question, mais sans rien faire au niveau du gouvernement.
Pour ce qui concerne les réductions des dépenses, elles sont toujours faites aux dépens de la population avec des conséquences catastrophiques des politiques d'austérité qui sont menées par ce gouvernement et qui ont été menées par les précédents gouvernement. On peut voir tous les problèmes au niveau des soins de santé. Nous avons aussi les pensions les plus basses d'Europe occidentale. Les investissements en matière de climat ne sont pas au rendez-vous. Les effectifs sont totalement insuffisants en matière d'administration fiscale, de police, de justice. La situation est vraiment catastrophique! En revanche, les dépenses liées aux dispenses de précompte professionnel sont passées en vingt ans de 200 millions d'euros par an à 4,6 milliards d'euros. Elles ont donc été multipliées par 23. Et quand on fait des spending reviews, celles-ci ne débouchent finalement sur rien.
Madame la secrétaire d'État, vous parlez d'hémorragie. C'est à ce niveau qu'elle se trouve véritablement. C'est à ce niveau qu'il faudrait agir. Il faudrait cesser d'agir en permanence sur ce qui touche les travailleurs et la population et agir parfois sur le capital. Telle est, selon moi, la politique qui devrait être menée.
Le président:
Je constate que M. Christian Leysen souhaite intervenir dans le cadre des
répliques, comme l'y autorise le Règlement. Je lui donne donc la parole.
01.09 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de staatssecretaris, u hebt een aantal juiste woorden uitgesproken. Het is een stap-voor-stap-proces. We zijn zeker niet op een eindpunt en het gevaar is niet geweken.
Ik versta daarin ook een impliciete
boodschap aan bepaalde regeringspartners dat we aan het einde van een periode
zijn waarin wegens uitzonderlijke omstandigheden – de coronapandemie of de
Oekraïnecrisis – minder gelet werd op de uitgaven omdat men heeft willen
ingrijpen. Die periode
eindigt nu.
Je crois qu'il faut sortir de la période où l'État peut tout compenser, doit tout payer pour inciter les citoyens mais aussi les entreprises à faire des démarches, que ce soit dans les transitions énergétiques ou dans d'autres domaines d'investissement. Il faut mettre un terme à cela et essayer de revenir à un monde où on ose faire des choix.
Men kan het geld niet vijf keer uitgeven. Wij hebben al een deficitsituatie.
Dat geldt natuurlijk zowel voor de regeringspartijen als voor de oppositie, die zich natuurlijk sterk maakt en zegt dat zij het beter zal doen. Mijnheer Vermeersch, ik vind het mooi dat u spreekt over liberale principes, maar uw partij is natuurlijk afgeweken naar een meer en meer socialistisch programma. Dat hebben we ook gezien bij de stemmingen in het verleden.
Het gaat hier over een collectieve verantwoordelijkheid. Collega’s van de N-VA, u bent nog steeds een partner in de Vlaamse regering, u weet dat ook daar een belangrijke verantwoordelijkheid ligt om zuiniger te zijn. Natuurlijk bent u ook voor een stuk verantwoordelijk voor de erfenis waarmee deze coalitie gestart is.
Ik wil de bal niet terugspelen en zeggen dat het uw fout is. Neen, het is de verantwoordelijkheid van deze regering en van de volgende regeringen om bij te sturen, wanneer het heel duidelijk is dat het zo niet verder kan,. Dat kan alleen op een moment dat niet alleen de parlementsleden, maar ook de burgers zich ervan bewust zijn dat we het over een andere boeg zullen moeten gooien. Ik dank u en wens u veel succes.
01.10 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de voorzitter, ik wil even het woord nemen voor een persoonlijk feit. Ik werd compleet verkeerd geciteerd. Ik zei dat de liberalen reeds 23 à 24 jaar op alle niveaus en in alle regeringen aan de macht zijn en dat de belastingdruk en het overheidsbeslag alleen maar zijn toegenomen.
Gisteren was ik te gast op een debat van de liberale studentenvereniging LVSV. Een lid van het LVSV kwam mij daar vertellen dat zij nog onmogelijk op Open Vld kunnen stemmen, vermits zij liberalen zijn. Hij zei dat, als er één punt is dat toch gerealiseerd had moeten zijn met 23 à 24 jaar liberalen aan de macht, het wel een daling is van de belastingdruk in dit land, en dat Open Vld dat op geen enkele manier heeft bereikt. Hij stelde dat zij als liberale studenten niet meer kunnen stemmen voor een partij als Open Vld, omdat die het basisprincipe van de liberale ideologie niet uitvoeren, zijnde het overheidsbeslag en de belastingdruk naar beneden halen.
01.11 Christian Leysen (Open Vld): Votre sollicitude me touche.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02.01 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb enkele vragen ingediend over de ambities voor de volgende jaren inzake de begroting. Wij hebben begrepen dat het kernkabinet straks vergadert over de begroting en het meerjarenkader. In die context wil ik mijn vragen graag herhalen.
Wij weten dat er verschillende scenario’s uitgewerkt worden, recent nog door de Hoge Raad van Financiën. In de pers is daarvan het eerder minimalistische scenario naar boven gekomen. Wat betekent 12 miljard? Dat is al gigantisch veel voor een minimalistisch scenario tegen 2026. Er worden echter ook meer realistische en ambitieuze scenario’s voorgesteld. Trouwens, wanneer u de scenario’s van de Hoge Raad zou plakken op de nieuwe cijfers van de Nationale Bank, dan zou de inspanning geen 12 tot 16 miljard maar 13 tot 17 miljard moeten bedragen, eigenlijk nog een stuk meer.
Mevrouw de staatssecretaris, wat zult u in het kernkabinet precies verdedigen? Vindt u dat het minimalistische scenario van de Hoge Raad van Financiën moet worden gevolgd of moet er meer gebeuren? Welke timing ziet u daarin om er zeker voor te zorgen dat wij de Europese afspraken, zoals vastgelegd in het stabiliteitsprogramma, respecteren?
02.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijnheer Loones, uw vraag over het samenwerkingsakkoord is samengevoegd met uw vraag over het stabiliteitsprogramma. Ik ben op de hoogte van het bestaan van het samenwerkingsakkoord van 13 december 2013. Artikel 2, § 3 van dat samenwerkingsakkoord stelt uitdrukkelijk dat een tijdelijke afwijking van de middellangetermijndoelstelling of van het aanpassingstraject enkel in uitzonderlijke omstandigheden wordt toegestaan. Er kan geen twijfel over bestaan dat in de voorbije jaren de clausule van uitzonderlijke omstandigheden ingeroepen kon worden. De Europese Commissie heeft het bestaan van uitzonderlijke omstandigheden geaccepteerd door de invoering van de general escape clause tot en met 2023.
In afwachting van nieuwe begrotingsregels heeft de Europese Commissie richtsnoeren opgesteld voor de begroting van 2024 en het volgende stabiliteitsprogramma. Daarin is te vinden dat het nominaal tekort tegen eind 2026 onder de 3 % moet liggen en dat de schuld een dalend pad moet kennen. Dat is de verantwoordelijkheid van de gezamenlijke overheid, niet enkel van entiteit 1.
De voorbereiding van het stabiliteitsprogramma 2023-2026 is ondertussen aan de gang. De afdeling Financieringsbehoeften van de Hoge Raad van Financiën heeft op 7 april haar advies gepubliceerd. De komende dagen wordt er zowel op federaal niveau als met de gemeenschappen en de gewesten overlegd over het te hanteren traject.
Het samenwerkingsakkoord bepaalt dat over de algemene doelstelling van de overheden vooraf wordt overlegd in het Overlegcomité. De akkoordsluitende partijen verbinden zich ertoe een maximale inspanning te leveren om tot een consensus te komen. De vaststelling van de individuele budgettaire doelstellingen van de akkoordsluitende partijen en van de lokale overheden in nominale en structurele termen moet worden goedgekeurd door een beslissing van het Overlegcomité.
Zoals het samenwerkingsakkoord bepaalt, zal het traject voor het stabiliteitsprogramma net als de vorige jaren na voorafgaand overleg in het kader van de interministeriële conferentie voor Financiën en Begroting worden voorgelegd aan het Overlegcomité. Hoewel de ervaring uit het verleden leert dat het niet evident is om tot een akkoord te komen, zal er vanuit de federale overheid de komende weken alles aan gedaan worden om binnen het Overlegcomité tot afspraken te komen met de gemeenschappen en de gewesten.
De afdeling publiceert jaarlijks een advies getiteld Analyse van de recente budgettaire evoluties, waarin ze de budgettaire realisaties van het voorgaande jaar evalueert en becommentarieert. Zoals de afdeling onder meer in haar advies van juli 2018 beklemtoonde, is het noodzakelijk dat de verschillende overheden een akkoord bereiken over de individuele begrotingsdoelstellingen opdat de afdeling haar rol beschreven in het samenwerkingsakkoord van 13 december 2013 ten volle zou kunnen spelen.
Er zijn mij geen andere evaluaties van de afdeling Financieringsbehoeften bekend dan deze die jaarlijks worden gepubliceerd en waarnaar u in uw vraag verwijst. Er werden, althans wat de federale overheid betreft, ook geen interne evaluaties gedeeld met de FOD BOSA.
Er werden tot nu toe geen specifieke adviezen over correctiemaatregelen door de afdeling Financieringsbehoeften uitgebracht. De officiële deadline voor indiening van het stabiliteitsprogramma is 30 april 2023. Dat is dus ook waar de regering naartoe werkt. Daar 30 april op een zondag valt, heeft de Europese Commissie de deadline voor dit jaar evenwel verplaatst naar 2 mei. De gesprekken over de verschillende trajecten zullen deze week in het kernkabinet worden gevoerd. Ik zal u zeker op de hoogte houden van de uitkomst van die discussies.
02.03 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor het beantwoorden van de schriftelijke vragen. Het is belangrijk dat dit proces ook in het Parlement nog eens wordt herhaald, zodat iedereen op de hoogte is. U hebt volledig gelijk dat het de voorbije jaren niet evident is gebleken om hierover tot een akkoord te komen in het Overlegcomité. Dat zou geen probleem moeten zijn als iedereen voor eigen deur veegt. Helaas is dat echter niet het geval. Er zijn wel wat overheden, zeker ook deelstaten in dit land, die niet bepaald budgettair voorzichtig zijn. Gelukkig is dat bij de Vlaamse regering wel anders. Dat is de enige overheid die wel richting een begrotingsevenwicht evolueert.
Ik hou nogal van realisme in de politiek. Wij kunnen hopen op een akkoord en u hebt al onze steun om daaraan te werken, maar de kans dat het lukt, is eerder gering. De vraag is wat men dan zal doen. In die context kan men maar één zaak doen, naar zichzelf kijken als overheid en zelf proberen de eigen verantwoordelijkheid te nemen. Op dat vlak heeft de federale overheid best nog wat werk. Het probleem van de begroting zit vooral op federaal niveau, omdat, gelet op de bevoegdheidsverdeling, de kostendrijvers, zoals de vergrijzing en de pensioenen, federaal zitten. Er zal dus gigantisch veel moeten gebeuren.
Ik dank u dat u ons op de hoogte zult houden van de besprekingen in het kernkabinet en roep u bij dezen nogmaals op om die besprekingen zeker voldoende ambitieus in te zetten. Wij zijn scherper voor u dan voor anderen, omdat we hopen dat u erin zult slagen om iets te doen. Ik zei daarnet dat wij socialisten niet kunnen verwijten dat zij socialist zijn, maar van liberalen hopen wij wel dat zij liberaal zijn. U hebt dus alle steun om het ambitieniveau zo hoog mogelijk te zetten in de federale regering en bij de besprekingen in het kernkabinet later vandaag.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03.01 Sander Loones (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn mondelinge vraag.
Mevrouw
de staatssecretaris, de federale regering hangt een hele reeks dwangsommen
boven het hoofd inzake de asiel- en opvangcrisis. In totaal is er al voor 278,5
miljoen euro aan dwangsommen uitgesproken. De rekening loopt dagelijks op met
240.000 euro.
Het
Rekenhof maakte in zijn 'Commentaar en opmerkingen over de ontwerpen van
staatsbegroting voor het begrotingsjaar 2023' ook reeds de volgende opmerking:
“Het
Rekenhof stelt bijgevolg vast dat de middelen in de algemene uitgavenbegroting
voor Fedasil nog niet volledig zijn becijferd in de begroting van het
agentschap. Hierdoor kan het niet nagaan of de middelen uit de algemene
interdepartementale provisie zullen volstaan om een verandering van de
volume-effecten op te vangen. Dit geldt ook voor de financiering van de
uitgaven uit het AMIF-fonds."
Graag
stel ik u hierover de volgende vraag:
Hoe
plant u/de regering dit gegeven aan te pakken bij de volgende
begrotingscontrole? Zal u (provisoir) een budget hiervoor inschrijven in de
begroting?
03.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Tijdens de laatste begrotingscontrole werd in een budget van 158,5 miljoen euro voorzien om onder meer 3.563 bijkomende plaatsen te creëren om België in staat te stellen zijn internationale verplichtingen inzake de internationale bescherming na te komen.
Staatssecretaris de Moor plant ook maatregelen om de creatie van lokale opvanginitiatieven te vergemakkelijken en de uitstroom uit het netwerk van rechthebbenden te vergemakkelijken.
Voor meer informatie over dit dossier kunt u contact opnemen met mevrouw de Moor.
03.03 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord, maar het was helaas geen antwoord op mijn vraag.
Mijn vraag was hoe men budgettair zou omgaan met de dwangsommen die mogelijk zouden moeten worden betaald. Het gaat om behoorlijke bedragen, nu al 280 miljoen euro, een rekening die dagelijks oploopt met 240.000 euro. Het risico bestaat dat dit in 2023 zal moeten worden betaald. We weten dat het Rekenhof al eerder heeft gewaarschuwd dat die middelen niet in de begroting zijn opgenomen en dat ook de interdepartementale provisies daarvoor niet volstaan. Mijn vraag was hoe men daarmee zal omgaan. U verwijst naar het feit dat er extra plaatsen zullen worden gecreëerd. Dat weten we. U verwijst ook naar de budgetten die boven op het historisch gigantisch hoog budget van Fedasil komen, maar dat was niet de vraag. De vraag was hoe men het budgettair risico zal beheren, goed wetende dat er geen buffers in uw begroting zitten.
03.04 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Ik kan u bevestigen dat er niet in een budget voor die dwangsommen is voorzien, noch in een provisie in de laatste begrotingscontrole.
03.05 Sander Loones (N-VA): Het is goed dat dit expliciet wordt uitgesproken, mevrouw de staatssecretaris, zodat iedereen dit in alle transparantie kan vernemen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04.01 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, het Overlegcomité, waarover ik u regelmatig vragen stel, is één van mijn stokpaardjes. In antwoord op een schriftelijke vraag hebt u een overzicht gegeven van 3,6 miljard euro aan interfederale dossiers met een zogenaamde significante budgettaire impact voor het begrotingsjaar 2023. Het gaat dan over de plasticbijdrage, de verdeling van de ETS-middelen, de covidvaccinaties, de daling van de geraamde ontvangsten van het Europees Herstelfonds, de multibandveiling, de kasmatige gevolgen van een overdracht van RIZIV-bevoegdheden en het REPowerEU-plan. Dat zijn allemaal zaken waarover de deelstaten en de federale overheid het niet eens geraken.
Ik heb u daarover eerder dit jaar al ondervraagd. U antwoordde toen in de commissievergadering als volgt: “Ik dank u voor uw bezorgdheid over die interfederale dossiers. Ik deel uw bezorgdheid. Voor antwoorden verwijs ik opnieuw naar uw schriftelijke vragen.” Dat is dus een kringverwijzing. “Ik kan bovendien bevestigen dat er op 15 maart een vergadering van het Overlegcomité is gepland.” Ondertussen heeft die vergadering plaatsgevonden.
Wat waren de belangrijkste besluiten van de vergadering van het Overlegcomité op 15 maart? Is er toen een akkoord gevonden met de deelstaten over hangende interfederale dossiers? Zo ja, over welke dossiers? Wanneer werd dat akkoord bereikt? Zo niet, wanneer beoogt u een akkoord te bereiken en over welke dossiers? Wat is het standpunt van de federale regering over die hangende interfederale dossiers? Welk standpunt schuiven de deelstaten naar voren? Wanneer zal de eerstvolgende vergadering van het Overlegcomité plaatsvinden? Heeft er sinds 15 maart intussen al een extra vergadering plaatsgevonden waarin die interfederale dossiers opnieuw werden besproken?
04.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijnheer Vermeersch, de verschillende entiteiten hebben akte genomen van het federale standpunt. Er werd geen akkoord bereikt.
Ten tweede, er werd over geen van de besproken dossiers een akkoord bereikt op 15 maart.
Ten derde, het standpunt van de federale regering werd niet gewijzigd naar aanleiding van de vergadering van het Overlegcomité op 15 maart. Ik kan dus verwijzen naar mijn eerdere antwoord op schriftelijke vraag 288. De federale regering is van oordeel dat de budgettaire kost van de plasticbijdrage en de vaccinatie tegen corona volledig ten laste van de deelentiteiten vallen. Voor ETS dient de verdeling van de middelen in het bredere kader van het af te sluiten akkoord van de burden sharing 2021-2030 bekeken te worden. Wat de multibandveiling betreft, werd bij de begrotingsopmaak voor 2022 rekening gehouden met een federaal aandeel ten belope van 80 % van de eenmalige rechten. De kasmatige gevolgen van de overdracht van de RIZIV-bevoegdheden RVT en ROB naar de deelentiteiten vallen in principe ten laste van de federale overheid. De federale overheid is echter wel van mening dat dit in een globaal akkoord moet worden bekeken. De standpunten van de deelstaten omtrent die dossiers zijn niet altijd eenduidig en ook niet altijd gekend. Ik doe hierover dus liever geen concrete uitspraken.
Momenteel is er nog geen nieuwe vergadering van het Overlegcomité gepland.
04.03 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, het wordt eigenlijk steeds erger. Miljarden euro’s aan facturen en inkomsten worden verschoven tussen de deelstaten en de federale overheid. U moet opnieuw met lege handen naar de commissie komen. Er is blijkbaar geen akkoord over ook maar één dossier. Bent u eigenlijk nog in staat om een akkoord te vinden?
Vorige keer kon u mij een datum geven voor een volgende vergadering van het Overlegcomité. Voorlopig komt er zelfs geen nieuw overleg, terwijl al die zaken blijven openstaan. Eigenlijk blijft die wonde etteren. Het raakt nooit opgelost.
Hopelijk komt u tot de conclusie waartoe mijn partij ook al gekomen is, namelijk dat de federale koehandel in dit land absoluut niet werkt. Het samenwerkingsfederalisme waarmee mensen zoals de heer Leysen zo hoog oplopen, blijkt in de praktijk totaal niet te werken. Eigenlijk valt er van geen hout pijlen meer te maken. In geen enkel van die heel belangrijke dossiers is er al een akkoord bereikt, hoewel het toch gaat over een totaalbedrag van 3,6 miljard euro.
Om het even in verhouding te plaatsen, dat is het dubbele van de inspanning die gedaan is bij de begrotingscontrole van dit jaar. Over de verdeling van die inkomsten en uitgaven is er dus nog altijd geen akkoord. Dat is bijzonder beschamend, mevrouw de staatssecretaris. Ik kan sowieso al aankondigen dat wij in de volgende vergadering opnieuw zullen vragen wanneer er een nieuwe vergadering van het Overlegcomité zal plaatsvinden en wanneer er eindelijk duidelijkheid zal komen over al die zaken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05.01 Sander Loones (N-VA): Mijnheer de voorzitter, gezien de strakke agenda van de staatssecretaris, waarvoor ik alle begrip heb, verwijs ik naar de schriftelijke versie van mijn vragen.
Mevrouw
de staatssecretaris,
In de
media benadrukte u dat de budgettaire context dermate moeilijk is dat geen
nieuw beleid kan worden gevoerd, en dat enkel 'absoluut noodzakelijke nieuwe
uitgaven' kunnen.
Zo
benoemde u de uitgaven voor de asielcrisis als 'onvermijdelijke extra
uitgaven'.
Graag
stel ik u hierover de volgende vraag:
1/ Op
welk bedrag worden de onvermijdelijke extra uitgaven in het kader van de
asielopvang geschat voor de jaren 2023 en 2024 (graag uitgesplitst meegeven)?
2/
Welke provisie wordt voorzien om de opgelegde dwangsommen te betalen? Graag uitgesplitst
voor de jaren 2023 en 2024.
Mevrouw
de staatssecretaris,
In de
media benadrukte u dat de budgettaire context dermate moeilijk is dat geen
nieuw beleid kan worden gevoerd, en dat enkel 'absoluut noodzakelijke nieuwe
uitgaven' kunnen.
Zo
benoemde u de uitgaven om de strijd te drugs op te voeren als 'onvermijdelijke
extra uitgaven'. Meer specifiek gaat het over de versterking van de
havenpolitie en het nieuw opgerichte federaal drugscommissariaat.
Graag
stel ik u hierover de volgende vraag:
Op
welk bedrag worden de onvermijdelijke extra uitgaven om de strijd te drugs op
te voeren geschat voor de jaren 2023 en 2024? Graag ook uitgesplitst per
uitgavepost.
Mevrouw
de staatssecretaris,
In de
media benadrukte u dat de budgettaire context dermate moeilijk is dat geen
nieuw beleid kan worden gevoerd, en dat enkel 'absoluut noodzakelijke nieuwe
uitgaven' kunnen.
Een
van die 'onvermijdelijke extra uitgaven' zal er zijn in het kader van de deal
met Engie over de toekomst van de kerncentrales.
Graag
stel ik u hierover de volgende vraag:
Op
welk bedrag worden onvermijdelijke extra uitgaven voor in het kader van de deal
met Engie over de toekomst van de kerncentrales voor de jaren 2023 en 2024
(graag uitgesplitst)?
Mevrouw
de staatssecretaris,
In de
media benadrukte u dat de budgettaire context dermate moeilijk is dat geen
nieuw beleid kan worden gevoerd, en dat enkel 'absoluut noodzakelijke nieuwe
uitgaven' kunnen.
Zo
benoemde u de uitgaven ten gevolge van een stijging in het aantal leeflonen
door de Oekraïense vluchtelingen als 'onvermijdelijke extra uitgaven'. Ook is
er nog geen duidelijkheid of er nog meer steungelden, uitgezonderd van de
bijdrage aan het Europees fonds voor Oekraïne, richting Oekraïne zullen vloeien
vanuit België ter ondersteuning hun oorlog.
Graag
stel ik u hierover de volgende vraag:
1/ Op
welk bedrag worden de onvermijdelijke extra uitgaven in het kader van een
stijging van de leeflonen voor de Oekraïense vluchtelingen geschat voor de
jaren 2023 en 2024?
2/
Welk bedrag zal voorzien worden in de begroting van 2023 en 2024 ter
ondersteuning (humanitaire hulp) van de oorlog in Oekraïne (graag
uitgesplitst)?
Mevrouw
de staatssecretaris,
De PS
communiceert dat ze een extra budget wil voorzien voor de pensioenen van de
lokale overheden (gemeenten, OCMW's, intercommunales, openbare ziekenhuizen en
politiezones).
Graag
stel ik u hierover de volgende vragen:
1/ Kan
u bevestigen dat dit een structurele meervraag betreft?
2/ Op
welk bedrag wordt bovenstaande meervraag geschat voor de jaren 2023 en 2024
(graag uitgesplitst meegeven)?
05.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: U hebt uw vragen ingediend, voordat de begrotingstabel van de begrotingscontrole van 2023 beschikbaar was. Voor de budgettaire impact van de asielcrisis verwijs ik naar lijn 41: die bedraagt 158 miljoen euro in 2023. Zoals ik eerder gezegd heb, is er geen provisie aangelegd om dwangsommen te betalen.
De budgettaire impact van de strijd tegen drugs, begrotingslijn 42, bedraagt 14,2 miljoen euro in 2023 en 19,2 miljoen euro vanaf 2024. Voor de budgettaire impact van het hervormde systeem van het equivalent leefloon voor Oekraïners verwijs ik u naar de lijnen 35 en 36 en bedraagt 407,5 miljoen euro in 2023, waarvan al 144,5 miljoen euro in het basisbedrag voor 2023 zat; vanaf 1 oktober zal er niet langer een toeslag van 25 of 35 % betaald worden aan de OCMW’s, wel is een toeslag van 10 % mogelijk bij een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI). Voor de budgettaire impact van de deal met ENGIE verwijs ik u naar lijn 43: die bedraagt 19 miljoen euro in 2023 en heeft betrekking op de kosten van de veiligheidsstudies voor de levensduurverlenging van de kerncentrales en van de juridische en financiële bijstand, die geprefinancierd wordt door de federale Staat. Wat het extra budget voor de pensioenen voor de lokale overheden betreft, kan ik u enkel meegeven dat hiervoor tijdens de begrotingscontrole geen extra middelen zijn goedgekeurd.
05.03 Sander Loones (N-VA): Het gaat mij vooral om die twee laatste punten. Over de pensioenen voor lokale overheden vernamen we via de media dat er een engagement zou zijn opgenomen om daarvoor in te staan. Ik hoor van u dat daar geen budget voor is uitgetrokken. We moeten dus zeker opvolgen hoe dat precies in elkaar zit.
Wat ENGIE betreft, zal ik de vraag wat explicieter formuleren. Ik zou niet willen dat de indruk ontstaat dat de hele discussie die in de media loopt over de deal met ENGIE, opgelost is met de begrotingscontrole. Ik kan mijn vraag natuurlijk in een nieuwe vragensessie hernemen.
Ik ga ervan uit dat, als er een akkoord met ENGIE zou worden gevonden – een akkoord dat al maanden geleden zou moeten zijn gesloten – en als dat een impact op de begroting voor 2023 heeft, dat nu nog niet vervat zit in de cijfers.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06.01 Sander Loones (N-VA): Mijnheer de voorzitter, dit is inderdaad één van de vragenpuzzels. Uit de antwoorden zullen wij straks leren hoe en waarom die vragen gebundeld werden.
Mevrouw de staatssecretaris, ik heb graag dat ministers interviews geven. Dat geeft altijd inspiratie voor vragen in het Parlement. U hebt een interview gegeven aan De Tijd, waarin u stelt dat de regering van Europa een oefening van 1,2 % moet doen voor de pensioenen, omdat de regering anders de Europese afspraken niet respecteert en het risico loopt het RRF-steungeld (herstel- en veerkrachtfaciliteit) niet te krijgen.
Ik heb daarover onmiddellijk een vraag gesteld aan de heer Dermine, waarin ik aangaf dat de regering blijkbaar een officieel standpunt had ingenomen. U, de staatssecretaris van Begroting, verklaarde immers dat het om 1,2 % ging. Ik vroeg hem of hij dat kon bevestigen. Daarop antwoordde de heer Dermine dat hij dat niet bevestigde.
Als u een interview en cijfers geeft in de krant, doet u dat dan in uw hoedanigheid van staatssecretaris van Begroting, met officieel bevestigde cijfers? Hoe kunnen wij weten dat er sprake is van een politieke uitspraak en niet van een uitspraak als regeringslid? Dat is immers wat veeleer zou kunnen worden afgeleid uit wat de heer Dermine hier in het Parlement heeft gezegd.
Eén van u heeft dus gelijk. Ofwel hebt u gelijk en is de informatie helemaal juist, wat ik aanneem, ofwel is het staatssecretaris Dermine die aan het langste eind trekt. Kunt u daarover enige verduidelijking geven?
Ik wil ook nog even ingaan op de begrotingsdoelstelling. De legislatuur is natuurlijk al een hele tijd bezig. U bent later in de rit ingestapt door de wissel op het staatssecretariaat. Dat betekent echter niet dat de regering is veranderd. Het is nog altijd dezelfde regering. Uw voorgangster is altijd erg duidelijk geweest over de doelstelling. De doelstelling was dat op het einde van de huidige legislatuur het begrotingstekort lager dan 3 % moest zijn. Herhaaldelijk heeft mevrouw De Bleeker die doelstelling hier in het Parlement benadrukt. Het is nog dezelfde regering, dus ik ga ervan uit dat de ambitie ook dezelfde is.
Bevestigt u de ambitie van de regering die herhaaldelijk door mevrouw De Bleeker is benadrukt, namelijk dat op het einde van de rit de federale overheid zou moeten uitkomen op een tekort van minder dan 3 %?
06.02 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Madame la secrétaire d'État, ma question porte aussi sur des points de vue différents de deux membres du gouvernement.
Dans le cadre du
contrôle budgétaire, le gouvernement a limité la quatrième tranche
d’augmentation des pensions prévue pour le 1er janvier 2024.
Ceci représente une économie budgétaire de 126 millions d’euros sur les pensions.
Or on sait que l’octroi des fonds pour le plan de relance (RRF) par la Commission européenne est lié à cette question des pensions.
Dans L’Écho du 11 avril dernier, le ministre Dermagne affirmait que "avec les propositions déposées par Karine Lalieux, ainsi que l’effort budgétaire sur l’augmentation de la pension minimum, on est convaincu qu’on répond à la demande de la Commission."
Toutefois, dans le même article, le ministre Clarinval exprime un avis tout à fait différent. Il dit: "L’accord budgétaire marque un pas dans la bonne direction, mais ce ne sera certainement pas suffisant pour satisfaire la Commission européenne."
Ce sont donc là deux propos assez contradictoires de deux membres du gouvernement. Pour pouvoir démêler ces propos contradictoires, madame la secrétaire d'État, je me tourne vers vous. En tant que secrétaire d’État au Budget, je pense que vous avez des éléments à nous donner pour pouvoir trancher ce différend.
Estimez-vous que les propositions déposées par Karine Lalieux et l’effort budgétaire présent dans le contrôle budgétaire sont suffisants pour que la Commission européenne libère les fonds du plan de relance?
06.03 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Geachte leden, de Europese Commissie heeft nog nooit een cijfer gegeven met betrekking tot de gevraagde inspanning voor de pensioenhervorming. Het zal hoe dan ook meer moeten zijn dan 0,3 %. Hoeveel exact weten we nog niet, dat is onderwerp van de discussie met de Europese Commissie. Als we echter kijken naar de aanbevelingen van de Europese Commissie uit 2019, zien we wel dat het eerder rond de 1 of 1,1 % zal moeten zijn.
Monsieur Van Hees, pour les fonds de relance, je pense qu'il faut faire une distinction entre ce qui a été fait lors du contrôle budgétaire et ce qui sera fait dans le cadre de la réforme des pensions – qui doit être discutée dans les semaines à venir – puisqu'elle était un des milestones pour la libération des fonds de relance. C'est cela que la Commission regardera en tant que milestone, indépendamment même du contrôle budgétaire. Là, il n'y a pas de montant ou de pourcentage donnés par la Commission européenne mais on peut s'attendre à ce que cela se situe entre 0,3 % et 1 ou 1,1 % du PIB.
We moeten afwachten waar we gaan landen tussen die twee cijfers, maar we moeten wel de ambitie hebben om boven de 0,3 % uit te komen.
Inzake de richtlijnen van de Europese Commissie voor het begrotingsbeleid voor 2024, kan ik u meegeven dat in de net afgeronde begrotingscontrole 2023 de federale regering er in slaagde een bijkomende inspanning te leveren van 0,3 % van het bbp of 1,75 miljard euro. Die inspanning kwam boven op de extra middelen waarin voorzien werd voor noodzakelijke extra middelen voor onder meer asiel, de impact van de oorlog in Oekraïne en de aanpak van de drugproblematiek. Het is dus wel degelijk een netto inspanning.
Het begrotingstekort dat in oktober 2022 nog werd geraamd op 5,9 % zal dalen tot 4,3 % einde 2024 op basis van deze cijfers. Deze inspanning komt boven op de inspanning van 0,6 % die we in oktober vorig jaar voor 2023 en 2024 hadden gepland. Dat is uiteraard een inspanning over twee jaar. We hebben met andere woorden een inspanning van 0,9 % van het bbp gerealiseerd, op twee jaar, wat aanzienlijk is. Uiteraard is het werk niet af. De werkzaamheden in voorbereiding van het stabiliteitsprogramma lopen en in juli verwachten we een nieuw rapport van het Monitoringcomité. U hebt de Europese regels aangehaald, mijnheer Loones, we kennen die ondertussen allemaal. Ik zal communiceren over wat er in het stabiliteitsprogramma staat na de kern van deze week.
06.04 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ten eerste is het goed te horen dat het uw ambitie is deze week daarover te beslissen in de kern. Dan zullen wij binnenkort zeker vragen kunnen stellen over wat de volgende ambitie is.
Ten tweede, op de vraag wat precies moet
gebeuren als inspanning voor de pensioenhervorming om RRF-middelen te krijgen,
zegt u dat die zeker meer zal moeten zijn dan 0,3 %. Het is wel moeilijk
werken wanneer wij in de media precieze cijfers horen, terwijl wij in het
Parlement horen dat er geen precieze cijfers gegeven kunnen worden. Ik wil u toch oproepen de coherentie te
bewaren.
06.05 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Madame la secrétaire d'État, vous confirmez donc que le ministre Dermagne indique bien que les propositions de Karine Lalieux, auxquelles il ajoute les efforts budgétaires relatifs à la pension minimum, répondent bien à la demande la Commission. Vous m'avez présenté une fourchette de taux du PIB, mais sans répondre à la question de savoir si lesdites propositions répondaient à cette exigence européenne.
En tout cas, il est évident que vous prônez une réduction des dépenses de pension – et c'est ce à quoi s'emploie ce gouvernement –, en invoquant leur soutenabilité financière. Selon moi, il est pourtant possible de trouver des sources de revenu en vue de garantir la soutenabilité sociale des pensions – avec pour implication leur augmentation, et non leur diminution. En effet, nos pensions sont les plus basses d'Europe occidentale. La situation est véritablement catastrophique. Certains pays atteignent un taux en proportion du PIB nettement plus avantageux que celui que nous connaissons dans les dépenses dédiées aux pensions. Par conséquent, il faut travailler à leur augmentation pour plusieurs catégories de la population. En ce moment, leurs pensions se situent à un niveau infernal. D'un autre côté, plusieurs députés et représentants politiques s'octroient 120 % du plafond Wijninckx… À un certain moment, il faut arrêter d'appliquer le principe "faites ce que je dis, pas ce que je fais" et parvenir à obtenir des pensions décentes dans ce pays.
06.06 Alexia Bertrand, secrétaire d'État: Monsieur Van Hees, permettez-moi d'apporter une petite précision qui a son importance. Quand on parle de réduire les dépenses des pensions, on ne vise pas leur montant. Au demeurant, ce gouvernement a fait tout le contraire, puisque la pension minimum a été rehaussée et dépassera les 1 600 euros nets. Bref, c'est une augmentation inédite. Si vous la comparez à celle qui est en vigueur en France, vous constaterez un écart énorme, puisqu'elle s'y situe plutôt aux alentours des 1 200 euros. Ce sont donc bien les dépenses de pension qu'il s'agit de diminuer, et non leur montant – je vous rejoins donc. En Belgique, les dépenses de pension dépasseront le PIB de 3 % d'ici 2070, alors qu'en France – qui va appliquer une réforme n'allant certainement pas dans le même sens que la nôtre -, elles diminuent de 0,8 %.
Il ne faudrait surtout pas confondre avec la réforme des pensions en France, où ils ont touché à l’âge légal de la pension, ce qui n’est absolument pas l’objectif ici. Ce qu’il faut faire, c’est ni toucher à l’âge légal de la pension, ni au montant des pensions, mais simplement s’assurer, dans notre pays, que l’âge effectif de départ à la pension se rapproche de l’âge légal et que les périodes effectives de travail soient plus importantes, puisque, comme vous le savez, toute période de travail rapporte à l’État.
Je voulais simplement apporter cette précision. Nous ne voulons pas toucher au montant des pensions, mais simplement aux dépenses globales du système des pensions, qui fait que les pensions, à terme, risquent de ne pas être soutenables.
06.07 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Madame la secrétaire d'État, merci pour cette précision, mais c’est exactement ce que je vous reproche: vous ne voulez pas toucher au montant des pensions.
Je pense que nous avons la double peine en Belgique. Nous avons à la fois un âge qui est de 67 ans, bien plus élevé que la France, que vous avez prise en exemple. Ils se battent contre un âge qui serait augmenté à 63 ou 64 ans. Et nous avons les pensions les plus basses d’Europe occidentale. Il faut les augmenter.
Vous axez tout sur la pension minimum de 1 600 euros. Mais d’abord, nous savons que l’inflation joue. Nous savons aussi que c’est réservé à des catégories. Il y a des conditions précises, il faut une pension complète, etc. De nombreuses personnes continuent à avoir des pensions ridicules en Belgique, alors que les députés s’octroient des 120 % de plafond Wijninckx. Je maintiens donc ce que j’ai dit.
Het incident is
gesloten.
L'incident est clos.
07.01 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, we hebben het net gehad over de RRF-middelen. In deze vraag gaat het over de budgettaire afhandeling ervan.
Toen de vraag werd ingediend, ging ze nog over hoe groot de impact zou zijn. De betalingsschijf gaat over 850 miljoen euro, vandaar dat dit bedrag genoemd wordt. Intussen hebben we echter in de Waalse media gelezen dat het eerder zou gaan over 200 tot 300 miljoen. Dat zou een citaat zijn van de heer Dermine, maar het nieuws werd nog niet officieel bevestigd in het Parlement. Hebt u informatie over dat bedrag?
We weten wel dat het tekort zal moeten worden betaald door de federale overheid. Er is immers een samenwerkingsakkoord over afgesloten en degene die in de fout gaat, moet betalen.
Vandaar mijn tweede vraag: is dat voorzien in de begroting? Is er marge wanneer de minderinkomsten zouden moeten worden gefinancierd?
07.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijnheer Loones, het cijfer van 200 miljoen is bij mijn weten zeker niet bevestigd. De laatste uitspraken van de Europese Commissie waren ook eerder strenger, dus het zou kunnen gaan over hogere bedragen. Bij mijn weten werd dat echter tot nu toe niet bevestigd.
Ik kan u ook meegeven dat er geen aanpassingen werden doorgevoerd aan de verwachte inkomsten voor het RRF-fonds. Zoals daarnet al aangeven, zullen we de gesprekken over de pensioenhervorming voortzetten.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08.01 Sander Loones (N-VA): Ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn vragen.
Mevrouw
de staatssecretaris, de regering zal de begroting in 2023 met 0,1 procentpunt
verbeteren.
Graag
stel ik u hierover de volgende vraag:
Welke
van de besliste maatregelen die het begrotingssaldo moeten verbeteren,
kwalificeert u als structureel en dewelke als eenmalig voor het jaar 2023 (en
desgevallend verder indien structureel)?
Om het
begrotingssaldo te verbeteren rekent de regering onder meer op de eenmalige
inkomsten vanuit de vennootschapsbelasting door ‘625 miljoen interesten op
bevroren Russische tegoeden’.
Graag
stel ik u hierover volgende vragen:
1/ Kan
u mij verduidelijken hoe die extra vennootschapsbelastinginkomsten door ‘625
miljoen interesten op bevroren Russische tegoeden’ precies in zijn werk gaat
(procedure, invordering …)?
2/ Kan
u mij verduidelijken waarom deze extra inkomsten twee maal in de verkregen
tabel staan? Namelijk een eerste maal bij de extra inkomsten als 250mio, en dan
nog een tweede maal bij de Oekraïne provisie.
De
regering plant een 15% minimumbelasting te heffen op multinationals, maar het
is onduidelijk wat de inkomsten zouden zijn uit deze maatregel. Er was eerder
sprake van 300 miljoen, maar nu spreekt men over 334 miljoen euro en de PS
spreekt zelfs over 634 miljoen euro. Het monitoringcomité en de FOD Financiën
hebben expliciet gewaarschuwd daarvoor zeker niet te rekenen op meer dan € 300
miljoen. En zelfs dat wordt door verschillende experten als te hoog ingeschat.
Dat was ook het bedrag dat te lezen was in de initiële begroting voor
2023.
Graag
stel ik u hierover de volgende vragen:
1/ Wat
is nu de inkomst waar de regering op rekent voor deze minimumbelasting?
2/ De
PS communiceert nog 334 miljoen euro extra inkomsten uit de belasting te halen,
bovenop die geplande 300 miljoen die reeds in de basis zat. Klopt het dat dit
effectief bovenop het basisbedrag van 300 miljoen komt? Gaat het dus om een
bedrag van 634 miljoen euro?
3/ Hoe
beoordeelt u de bemerking van het monitoringcomité hierover?
4/ Wie
heeft de simulaties voor deze inkomsten gemaakt en wat is de reden dat deze
plots hoger worden ingeschat?
08.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Ik zal kort antwoorden op de drie detailvragen over de begrotingscontrole, die ik heb laten samenvoegen, maar ze kunnen best grondig worden aangekaart bij de bespreking over de begrotingscontrole van 2023.
Wat de minimumbelasting voor multinationals betreft, klopt het inderdaad dat rekening wordt gehouden met een opbrengst van 634 miljoen euro. Dat is 343 miljoen euro meer dan wat oorspronkelijk voor 2024 was geraamd. Het rapport van het Monitoringcomité, dat een zeer belangrijk element in de voorbereiding van de begrotingscontrole is, houdt nu eenmaal geen rekening met regeringsbeslissingen die tijdens de begrotingscontrole worden genomen. Zo werden tijdens het begrotingsconclaaf bijkomende beleidskeuzes gemaakt in het kader van de omzetting van de richtlijn 2022/2523 aangaande de minimumbelasting. Overeenkomstig artikel 11 van de richtlijn wordt de mogelijkheid benut om een gekwalificeerde binnenlandse bijheffing toe te passen. Voor verdere vragen over de berekeningen verwijs ik u door naar minister Van Peteghem.
U vroeg ook verduidelijking over de extra vennootschapsbelastinginkomsten. Het gaat om extra inkomsten in de vennootschapsbelasting dankzij de winsten op de interesten op bevroren tegoeden die in het financieel resultaat terechtkomen. Dat betere financiële resultaat leidt tot hogere inkomsten in de vennootschapsbelasting. De administratie van de vennootschapsbelasting behoort tot de bevoegdheden van de minister van Financiën. U richt uw vragen daarover best tot hem.
In de budgettaire tabel kunt u op lijn 34 en 35 de provisie Oekraïne vinden, zoals beslist bij de begrotingsopmaak 2023-2024. Die middelen waren al ingeschreven in de basisbegroting. Doordat de extra vennootschapsbelastinginkomsten die kosten ook dekken, zijn er eenmalige extra inkomsten in 2023 van 250 miljoen euro.
U vroeg welke maatregelen voor 2023 als structureel gezien mogen worden. Het gaat dan over de lijnen 17, 26 en 29. De overige maatregelen voor 2023 zijn eenmalig. Zij worden echter vanaf 2024 vervangen door andere maatregelen.
08.03 Sander Loones (N-VA): Dank u wel.
Ik kom nog even zeer kort terug op de vorige vraag, mevrouw de staatssecretaris. Le Soir berichtte op 23 maart over 200 miljoen. Het kan interessant zijn de heer Dermine daarover aan te spreken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09.01 Sander Loones (N-VA): Bij de begrotingsopmaak is het gebruikelijk dat de regering experten consulteert. De gouverneur van de Nationale Bank, de heer Wunsch, was te gast op de kern en hij heeft daar de regering aangespoord een extra inspanning te leveren. Dat is voor een deel gelukt, want er is een extra inspanning ten bedrage van 1,8 miljard euro gebeurd bij de begrotingscontrole. Wij kunnen de gouverneur daar echter niet rechtstreeks over ondervragen, maar u kunt dat wel. Vandaar dat ik deze vraag aan u stel.
In de pers valt te lezen dat gouverneur Wunsch een extra inspanning van 0,3 % heeft gevraagd. Kunt u dat officieel bevestigen? In het verleden sprak de heer Wunsch over een structurele inspanning van 0,5 % en in Kamercommissie vermeldde hij ook een inspanning van 0,4 %. Die 0,3 % was dus nieuw voor mij. In alle media-artikels staat dat het richtpercentage van 0,3 % ingesteld werd door de gouverneur van de Nationale Bank. Was dat inderdaad zijn expliciet verzoek?
09.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: De Nationale Bank en vele andere instellingen hebben adviezen uitgebracht. De regering heeft daar rekening mee gehouden tijdens de begrotingscontrole. Voor verdere details moet ik u verwijzen naar de presentatie van de Nationale Bank, hier in de commissie.
09.03 Sander Loones (N-VA): Het lijkt een nieuw colloque singulier, maar dan voor de Nationale Bank. Uit het feit dat u niet antwoordt, leid ik af dat u verder consulteert om te onderzoeken of het effectief zo is. U was er echter bij, dus ik ga ervan uit dat, als dat expliciet zo werd gezegd, u dat zou bevestigen. Ik interpreteer uw antwoord. Verbeter mij gerust indien ik het fout heb. Ik vat uw antwoord zo op dat de Nationale Bank de regering heeft aangemaand om meer te doen, maar dat de kwantificatie van 0,3 % niet van de gouverneur van de Nationale Bank komt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10.01 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, u communiceerde vandaag, net als in het verleden, over de meevallers. Toen de begroting werd opgemaakt in oktober, dachten wij dat er een extra loonindexering zou komen. Dat lijkt niet het geval te zijn, want de energiemarkten kalmeren wat. Dat geeft 2 of 3 miljard voor het federale budget en 6 miljard voor heel de overheid. Daardoor was uw cijferoefening gemakkelijker. De begrotingscontrole kon gemakkelijker verlopen, gewoon omdat u de ingebouwde voorzichtigheid niet hoefde aan te boren, gelukkig maar.
Toch luidt de conclusie van alsmaar meer analyses, zeker met betrekking tot de core inflation en de algemene inflatie dat het verhaal nog niet ten einde is en dat het leven duurder blijft worden. Ook zou de kans bestaan dat er toch nog een extra indexering nodig is. Dat heeft een grote impact op de begroting, met onder andere de verhoging van de uitkeringen. Is er daarvoor in een buffer voorzien in uw begroting?
Of hebt u de meevaller, zoals de regering die noemt, volledig opgenomen in de begroting en niet deels als marge of buffer ingeschreven?
10.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijnheer Loones, ik hoef u niet te herhalen dat de begroting een momentopname is. We houden rekening met de cijfers in de jongste publicatie Economische Begroting door het Federaal Planbureau, conform artikel 124/2 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale staat.
Daarin werd rekening gehouden met een overschrijding van de spilindex in augustus 2023. De jongste voorspellingen gaan echter uit van een overschrijding in september 2023. De begroting houdt dus rekening met een overschrijding in augustus, conform de economische begroting. Indien de spilindex inderdaad pas in september wordt overschreden, zal er een beperkte budgettaire marge zijn in de begroting 2023.
Voor uw vraag over de lijnen 34 en 35 over het militair personeel en het leefloon Oekraïne kan ik u meedelen dat een en ander betrekking heeft op de provisie Oekraïne van 250 miljoen euro, waartoe bij de begrotingsopmaak 2023-2024 werd beslist. De bedragen werden in de budgettaire tabel enkel uitgesplitst op basis van gebruik.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11.01 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, in het programma De Zevende Dag zei u dat dit land geen probleem heeft aan de kant van de belastingen, maar wel aan de kant van de uitgaven, want er wordt veel te veel geld uitgegeven. Daarmee hebt u natuurlijk gelijk, want het overheidsbeslag is gigantisch hoog, de uitgaven zijn gigantisch hoog en blijven verder stijgen tot 57 % in 2028 of mogelijk zelfs sneller. In 2025 zal België de allerhoogste overheidsuitgaven van de hele wereld kennen. Dat kan afgelezen worden op de grafieken van het IMF. In budgettaire termen gesproken is 2025 morgen. U hebt daarover gezegd dat we dat natuurlijk moeten aanpakken en hervormingen moeten doorvoeren, niet aan de inkomstenzijde, maar aan de uitgavenzijde.
Mevrouw de staatssecretaris, betekent dit dat de verdeelsleutel, zoals die in het regeerakkoord is afgesproken, waarbij bij elke budgettaire oefening gekeken wordt naar een derde inkomsten, een derde uitgaven en een derde diversen, volgens u niet meer van toepassing is en dat voortaan alles moet gebeuren via de aan te pakken uitgaven of – ik wil nog mild zijn – diverse maatregelen, en niet meer via de inkomsten?
11.02 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ook ik heb afgelopen zondag met aandacht gekeken naar De Zevende Dag, waar u een interview hebt gegeven. Daarin hebt u inderdaad terecht gezegd dat het begrotingsprobleem van dit land niet ligt aan de inkomstenzijde, maar bij de uitgaven. Daarmee gaan wij akkoord. Met die uitspraak verzet u zich echter wel tegen het voorstel van Vooruit om een vermogenskadaster in te voeren. Ook wij lopen daar overigens niet warm voor.
Het overheidsbeslag bedraagt 53,7 %, dus meer dan de helft van de welvaart verdwijnt in allerhande overheidsuitgaven. Tegen 2028 heeft België zicht op een verdere stijging naar 57,2 %.
Mevrouw de staatssecretaris, naar aanleiding van uw uitspraken wil ik u vragen welke ambities u hebt. Met welk percentage wilt u de overheidsuitgaven doen dalen in 2023 en 2024? Welke specifieke uitgaven hebt u voor ogen om de totale overheidsuitgaven te laten dalen? Tot de overheidsuitgaven behoren ook de sociale zekerheid et cetera, dat is gigantisch. Daarom wil ik graag weten welke specifieke uitgaven u voor ogen hebt bij die uitspraken.
11.03 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Geachte leden, in De Zevende Dag van afgelopen zondag reageerde ik op uitspraken van zowel Vooruit als de PS. Zij gaven eerder aan dat de verdere aanpak van de daling van ons overheidstekort voornamelijk zou moeten gebeuren via extra lasten, onder meer op het vermogen. Het spreekt voor zich dat ik die analyse niet deel. Dat weet u ondertussen allemaal. Wij zitten vandaag met een overheidsbeslag van 53,7 %, zoals u zei. U hebt gelijk, mijnheer Vermeersch, dat we volgens de prognoses van het IMF bij ongewijzigd beleid zelfs de koploper in Europa zullen zijn tegen 2028, met maar liefst 57,2 % uitgaven.
Daarnaast – ik verwijs daarvoor naar de analyses van Bart Van Craeynest – haalt ons land, na Frankrijk en Luxemburg, het hoogste percentage belastingen uit kapitaal. We kennen ook de tweede hoogste impliciete belastingdruk op kapitaal. Ik denk dus inderdaad niet dat bijkomende lasten zaligmakend zijn.
U zult begrijpen dat ik nu nog geen uitspraken kan doen over eventuele volgende begrotingscontroles, concrete maatregelen of het exacte percentage waarmee de overheidsuitgaven moeten dalen in 2023 of 2024. Ik heb u al meerdere keren gezegd dat dat zeker via de pensioenhervorming en de fiscale hervorming moet gebeuren. In het algemeen kan dat natuurlijk ook altijd via de arbeidsmarkt gebeuren. Daar zijn wij het over eens, want als er meer mensen aan de slag zijn, dan verminderen de uitgaven en verhogen de inkomsten.
De regering heeft inderdaad steeds de verhouding van een derde inkomsten, een derde uitgaven en een derde diversen voor ogen gehouden. Dat staat zo in het regeerakkoord en dat blijven wij ook monitoren. Ik zie nu geen enkele reden om het aandeel belastingen te doen toenemen, zoals werd gesuggereerd.
11.04 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb in elk geval niet gesuggereerd om het aandeel belastingen te doen toenemen. Het feit dat u verwijst naar de verdeling en de parameters in het regeerakkoord en die plakt op uw uitspraken in De Zevende Dag, plaatst die uitspraken natuurlijk wel in een heel ander perspectief. U hebt de beeldvorming gecreëerd dat u vindt dat er niks moet gebeuren in de inkomsten en dat alles moet gebeuren in uitgaven. U bent liberaal en het is logisch dat u dat doet. Ik deel zelfs uw standpunt in dezen, maar het is niet het standpunt van de regering dat u bij dezen bevestigd heeft. In het regeerakkoord staat een derde inkomsten, een derde uitgaven en een derde diversen, waarvan we weten ze deze legislatuur nogal dikwijls aan de inkomstenkant te vinden zijn. Uw verwijzing naar het regeerakkoord werpt wel een ander licht op uw uitspraken in De Zevende Dag.
11.05 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, u zegt dat u geen concrete maatregelen zult voorstellen. Uit uw interview in De Zevende Dag blijkt dat u wel a zegt, maar uiteindelijk niet b. U zegt terecht dat het begrotingsprobleem in dit land niet ligt aan de inkomstenzijde, maar wel bij de uitgaven. Vervolgens treedt u echter niet in detail en zegt u niet hoe u dat wenst te bereiken. Opnieuw moeten we dus vaststellen dat we veel woorden horen, maar dat we qua daden totaal geen stappen in die richting zien.
In het land met de hoogste belastingen van Europa, ter wereld en zelfs van het hele heelal is de richting die we moeten nemen niet de belastingen nog meer verhogen. Het Vlaams Belang gelooft echt niet dat het verhogen van de belastingen de juiste richting is, als het land al in de topranking van de wereld zit en we daar met kop en schouders bovenuit steken. Wij gaan wat betreft akkoord met u.
We hebben ook het hoogste overheidsbeslag en de hoogste overheidsuitgaven van alle Europese landen. We moeten dus bekijken hoe we die uitgaven kunnen beperken. Wij kunnen ter zake een aantal voorstellen doen, zoals het beperken van de kostprijs van migratie. Het gaat immers om meer dan 700 miljoen euro. Als we alles samen nemen in de begroting komen we intussen zelfs aan meer dan 1 miljard euro voor asiel en migratie. Ik stel u daar straks nog een vraag over.
We geven ook 7 miljard euro per jaar uit aan de Europese Unie. Mochten we een korting van 10 of 15 % bedingen zoals andere Europese landen dat doen, dan kan die al gauw vele honderden miljoenen euro’s opleveren. Een aparte sociale zekerheid voor nieuwkomers – iets waar de leden van het LVSV zich gisteren voor uitspraken en waar mijn partij ook voor pleit – kan al gauw een jaarlijkse besparing van 1,5 miljard euro voor onze sociale zekerheid opleveren. Die middelen kunnen we aanwenden om de sociale zekerheid te versterken voor onze eigen mensen.
Als u dus concrete voorstellen nodig hebt, kunnen we er u een paar aan de hand doen. We kunnen alleen maar vaststellen dat er vele heilige huisjes zijn voor de federale regering. De beperking van de kosten voor asiel en migratie, een aparte sociale zekerheid voor nieuwkomers, de miljardenuitgaven voor Europa herbekijken, het politieke systeem aanpakken waarbij jaarlijks nog altijd 40 miljoen euro wordt uitgegeven aan de Senaat, de halvering van de partijdotaties; al die maatregelen zouden de uitgaven kunnen beperken. Ik had gehoopt dat u er een aantal van zou voorstellen, maar dat doet u jammer genoeg niet. We zien onder uw regering de overheidsuitgaven alleen stijgen. Uw woorden worden dus niet in daden omgezet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12.01 Wouter Vermeersch (VB): De werkgeversorganisatie VBO waarschuwt voor een miljardenverlies bij de sociale zekerheid. Concreet zou het tekort in 2028 oplopen tot meer dan 12 miljard euro, aldus het VBO. De werkgeversorganisatie verwijst onder meer naar de stijgende pensioenlasten. Op vijf jaar tijd zouden alleen al de uitgaven voor de pensioenen met 10 miljard euro stijgen. Ook voor de groep inactieven, waaronder de langdurig zieken, zouden de uitgaven de komende jaren fors stijgen. Kunt u de ramingen van het VBO bevestigen?
Ziet u bijkomende redenen tot bezorgdheid in het kader van de financiële houdbaarheid van de sociale zekerheid? De financiering van de sociale zekerheid bestaat uit drie pijlers: de sociale bijdragen van werkgevers en werknemers, de alternatieve financiering en de evenwichtsdotatie waarmee de regering eventuele tekorten bijpast. Vindt u dat de evenwichtsdotatie aan voorwaarden moet worden gekoppeld?
12.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Dat zijn inderdaad de ramingen die het beheerscomité van de sociale zekerheid heeft opgenomen in zijn 72e verslag en die ook terug te vinden zijn in het rapport van het Monitoringcomité voor het stelsel van werknemers.
Voor 2023 werden de kosten bij de begrotingscontrole geraamd op 38,2 miljoen euro. In 2028 lopen die op tot 48,9 miljoen euro. Dat toont aan dat bij de pensioenhervorming de juiste maatregelen moeten worden genomen om de budgettaire houdbaarheid van het pensioenstelsel te garanderen.
De regering heeft enerzijds maatregelen genomen om alle partners te responsabiliseren om langdurig zieken terug naar de werkvloer te begeleiden en anderzijds maatregelen om de werkzaamheidsgraad te verhogen. Die werden nauwgezet opgevolgd en zullen bijgestuurd worden, indien nodig.
De uitgaven voor de sociale zekerheid behoren tot de grootste uitgavenposten in ons land. Ik verwelkom elk middel om tot een objectieve reflectie te komen over die uitgaven, ook als dat betekent dat de evenwichtsdotatie zou worden gekoppeld aan voorwaarden.
12.03 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, begrijp ik daaruit dat de evenwichtsdotatie aan voorwaarden wordt gekoppeld?
12.04 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Ik zeg dat de koppeling van de evenwichtsdotatie aan extra voorwaarden absoluut moet onderzocht worden. Wij moeten die reflectie zeker meenemen.
12.05 Wouter Vermeersch (VB): Dank u voor dat antwoord, mevrouw de staatssecretaris.
Ik wil u twee concrete voorstellen doen om de financiering van de sociale zekerheid onder controle te houden.
Ten eerste, splits de sociale zekerheid. Als men de sociale zekerheid zo dicht mogelijk bij de regio’s organiseert, dus op deelstatenniveau, kan men een grotere efficiëntie realiseren en kan de sociale zekerheid beter georganiseerd worden. Een beter georganiseerde sociale zekerheid is uiteindelijk een beter gefinancierde sociale zekerheid.
Ten tweede, maak eindelijk werk van een aparte sociale zekerheid voor nieuwkomers, zoals in Denemarken. Daar kan alleen wie zeven jaar op acht in het land heeft gewoond en drie jaar effectief heeft bijgedragen, volwaardige toegang krijgen tot de sociale zekerheid. Dat is dus geen uitvinding van Vlaams Belang, maar regeringsbeleid in Denemarken. Dat plan hebben wij voorgelegd aan het Federaal Planbureau in het kader van berekeningen van de verkiezingsvoorstellen van de politieke partijen.
Het Planbureau heeft heel duidelijk aangetoond dat dat per jaar, dus recurrent, een besparing van 1,5 miljard euro kan opleveren en dat dat, als men de voorwaarden strenger maakt, zelfs tot 5 miljard euro per jaar kan opleveren. Dat alles door gewoon het beleid te voeren dat Denemarken voert. Wij hebben die berekeningen liggen, maar ze zijn niet gepubliceerd.
Neem die suggestie toch mee voor de toekomst, als u nog naar extra middelen zoekt in uw begroting. Dat is regeringsbeleid in het buitenland en geen gek idee. Dat werd ook berekend door het Planbureau en is een realistische manier om de betaalbaarheid van de sociale zekerheid voor de toekomstige generaties te garanderen. In tegenstelling tot heel wat andere partijen wil het Vlaams Belang de sociale zekerheid niet afbouwen. Voor onze mensen moet die zelfs nog worden versterkt en dat kan door een splitsing en door strengere voorwaarden voor toetreding voor nieuwkomers te creëren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13.01 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, het budget voor de opvang van asielzoekers bedraagt 703 miljoen euro. Enerzijds is er de dotatie aan Fedasil van 541 miljoen, anderzijds een interdepartementale provisie voor Fedasil van 141 miljoen en een provisie nieuw beleid van 21 miljoen. In de ministerraad werden op 17 maart 2023 verscheidene beslissingen genomen inzake die interdepartementale provisies.
Ten eerste is er de herverdeling van kredieten voor nieuw beleid ten bedrage van 20 miljoen euro. Wordt dat budget aangewend voor de opvang van asielzoekers en valt dat budget binnen de 703 miljoen of komt het er bovenop?
Ten tweede is er ook een herverdeling van kredieten uit de interdepartementale provisie voor opvang. Over welke departementen en over welke kredieten gaat het? Valt dat binnen het budget van die 703 miljoen of is dat een extra? Over welk begrotingsartikel gaat dit?
13.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijnheer Vermeersch, ik verwijs naar het antwoord op uw schriftelijke vraag nr. 320, dat gisteren werd bezorgd aan de diensten van de Kamer. U zou daar alles in terug moeten vinden.
13.03 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik kan u melden dat ik dat nog niet heb ontvangen. Het is logisch dat, als het antwoord op een schriftelijke vraag nog niet door de vraagsteller werd ontvangen, er een antwoord mag worden verwacht op de mondelinge vraag. We zullen coulant zijn, maar ik roep wel op om er in de toekomst bij het verwijzen naar schriftelijke antwoorden ook voor te zorgen dat men dat schriftelijke antwoord daadwerkelijk heeft vooraleer de commissievergadering plaatsvindt. Alvast bedankt daarvoor.
13.04 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijn excuses daarvoor, mijnheer Vermeersch. Ik geef u anders heel graag het antwoord.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 11 h 33.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.33 uur.