Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la
Migration et des Matières administratives |
Commissie
voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken |
du Mardi 18 avril 2023 Matin ______ |
van Dinsdag 18 april 2023 Voormiddag ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.06 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.
La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 06 et présidée par M. Ortwin Depoortere.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
01.01 Frank Troosters (VB): Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn vraag.
In het
asielcentrum aan de Genkersteenweg in Hasselt (site voormalig Parkhotel) worden
momenteel ongeveer 125 asielzoekers opgevangen. Fedasil sloot hiervoor een
overeenkomst af met uitbater Umami voor maximaal 18 maanden, die normaal eind
april 2022 zouden afgelopen zijn.
In
tegenstelling tot eerder gedane beloften bleef het asielcentrum in Hasselt toch
open na het verstrijken van die 18 maanden. Men maakte een nieuwe overeenkomst
met opnieuw Umami voor 6 maanden. Eind oktober 2022 zou het asielcentrum in
Hasselt dus definitief gesloten worden. Toch werd er nadien opnieuw een nieuwe
verlenging doorgedrukt waarbij de nieuwe sluitingsdatum voor het asielcentrum
in Hasselt bepaald werd op 15 maart 2023, zo blijkt uit uw antwoord op mijn
eerdere schriftelijke vraag daarover. Op mijn eerdere mondelinge vragen had de
staatssecretaris geen officiële informatie over het eventueel verlengd
openblijven of het respecteren van de voorziene sluitingstermijn van het
asielcentrum in Hasselt.
Wat is
de huidige stand van zaken met betrekking tot de uitbating van het asielcentrum
aan de Genkersteenweg in Hasselt?
Werd
er een nieuwe overeenkomst afgesloten voor uitbating van het asielcentrum te
Hasselt? Zo ja, met wie, wat is de aanvang van die overeenkomst en voor hoe
lang geldt deze overeenkomst? Wat zal de nieuwe concrete sluitingsdatum zijn?
Welke garanties kan de staatssecretaris geven opdat de nieuwe vooropgestelde
sluitingsdatum zal gerespecteerd worden?
01.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Troosters, ik kan u nu duidelijkheid geven inzake uw vraag, die u inderdaad al meerdere keren gesteld hebt.
De privé-uitbater heeft in het kader van een overheidsopdracht het opvangcentrum in Hasselt opnieuw voorgedragen. Het centrum zal alvast het komende jaar opnieuw operationeel blijven, met opnieuw de mogelijkheid tot een verlenging met 18 maanden. Zo blijft het opvangcentrum dus langer open dan initieel gepland.
Gelet op het huidige tekort aan opvangplaatsen wordt altijd bekeken of wij vergunningen voor bestaande opvangplaatsen kunnen verlengen, om te vermijden dat mensen op straat terechtkomen.
Zoals ik al vaak heb aangehaald, zullen wij de crisis niet alleen met bijkomende opvangcapaciteit kunnen bezweren. Wij moeten ook werken aan de instroom en de uitstroom.
Daarnaast nemen wij ook structurele maatregelen, zoals het voorbehouden van opvang voor verzoekers om internationale bescherming die in een lopende asielprocedure zitten. Wij zetten ook in op een versterkte terugkeer. Het is met dat en-enbeleid dat wij er zullen komen. Op dit moment kunnen wij geen bestaande opvangplaatsen sluiten.
01.03 Frank Troosters (VB): Mevrouw de staatssecretaris, dank u voor de duidelijkheid.
Het is natuurlijk geen goed nieuws voor de buurtbewoners. Die voelden zich al gepasseerd, toen destijds de beslissing genomen werd. Zij werden toen gesust met het argument dat het maar voor een jaar zou zijn, misschien eenmalig verlengbaar. Het opvangcentrum is er intussen al tweeënhalf jaar. Ik begrijp dat daar nog een jaar, en mogelijk nog 6 maanden extra, bij zal komen.
De buurtbewoners voelen zich, begrijpelijk, ten zeerste bedrogen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02.01 Ben Segers (Vooruit): Mevrouw de staatssecretaris, eerst en vooral wil ik graag Dirk Van den Bulck bedanken voor zijn jarenlange deskundige leiding van het Commissariaat-generaal (CGVS) en hem een heel fijn pensioen toewensen. Ook wens ik zijn opvolger Sophie Van Balberghe veel succes en werkplezier toe, al zal haar taak uiteraard ook uitdagend zijn. De Standaard berichtte net nog over een ongeziene achterstand in de asieldossiers. In maart steeg die achterstand nog met bijna 3.000 dossiers. Voor wie de werkzaamheden van deze commissie volgt, was dat op zich geen grote verrassing, want in een eerder antwoord op een vraag van mij had u die toename al voorspeld, als gevolg van de doorstroming vanuit de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ), waar extra personeel is ingezet.
Sinds de indiening van mijn vraag zijn ook de cijfers van de vorige maand bekend. Een maand eerder bedroeg het totale aantal beslissingen nog slechts 1.800 voor 2.000 personen; de afgelopen maand is dat gestegen tot 2.384 beslissingen voor 2.796 personen, wat al een hele verbetering is. Dat is goed nieuws, want dat is de tendens die we nodig hebben. We moeten immers kijken naar het geheel van de achterstand bij de DVZ en het CGVS en ervoor zorgen dat de uitstroom groter wordt dan de instroom.
Het recente aantal beslissingen is goed nieuws, maar het moet verder omhoog. U hebt al aangehaald dat het CGVS zelf een output had vooropgesteld van 3.800 personen. Wat verwacht u voor de volgende maanden? Zal het aantal beslissingen, zoals in de voorbije jaren tijdens de zomermaanden, opnieuw gevoelig lager liggen? Hoe verwacht u in september al tot een output van 3.100 beslissingen te komen, voor die 3.800 personen? U zei ook dat de gemiddelde behandelingstermijn bij het CGVS nu 318 dagen bedraagt. Wat is de gemiddelde behandelingstermijn voor het deel van de procedure waar de DVZ voor instaat? Wat is de termijn bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV)?
De vorige keer had u het ook over de constante opleidingsmodus van het CGVS, deels als gevolg van het grote aantal vertrekkers. Ik heb al vaker mijn tevredenheid uitgedrukt over het toegenomen aantal dossierbehandelaars, maar nadien bleek dan dat er ook veel vertrekkers waren, die we uiteraard moeten meenemen in de berekening. Hoeveel vertrekkers waren er in het voorbije jaar? Hoeveel dossierbehandelaars zaten daarbij? Klopt het dat slechts weinig nieuwkomers in aanmerking komen voor een vast contract en dat dit een belangrijke factor is in het vroegtijdig vertrek? Wat doet u daaraan? Welke andere maatregelen worden er momenteel genomen om het statuut voor dossierbehandelaars en anderen aantrekkelijker te maken, om zodoende het aantal vertrekkers en de bijhorende constante opleidingsmodus in te perken?
02.02 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, je me joins à mon collègue, M. Segers, pour saluer le travail de M. Van den Bulck. J’espère que notre commission pourra rapidement entendre la nouvelle directrice. Je pense que les discussions seront très intéressantes pour notre travail.
La presse, ce week-end, a relayé le fait que l'arriéré du Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides (CGRA) continue d'augmenter et se situe aujourd'hui autour de 21 000 dossiers pour 25 000 personnes. Il s'agit d'un chiffre record depuis 2016, et ce, malgré l'engagement de 150 nouveaux collaborateurs.
Nous le savons, au plus vite cet arriéré sera résorbé, au plus vite les décisions seront plus rapides, et la crise de l'accueil pourra se résoudre, puisque les personnes auront une décision plus rapidement et des places seront libérées dans le réseau.
Madame la secrétaire d'État, combien de nouveaux agents sont-ils prévus en tout au CGRA? Comment se déroule la formation des nouveaux collaborateurs? La presse relayait notamment le fait que cette formation prenait vraiment beaucoup de temps, parfois – ce qui est normal. En combien de temps ces personnes peuvent-elles être autonomes?
Les procédures d'engagement ont-elles été assouplies? Il s’agissait de procédures Selor, et je sais qu’il y avait des questionnements par rapport à cela.
Par ailleurs, des procédures accélérées sont-elles prévues pour certains publics, de manière à accélérer la résorption de cet arriéré?
De voorzitter: Ik zie dat mevrouw Safai nog net de zaal binnenkomt, net op tijd om haar aansluitende vraag te stellen over de achterstand in de asieldossiers.
02.03 Darya Safai (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar mijn schriftelijk ingediende vraag.
In
maart steeg de achterstand bij het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen
en de Staatlozen (CGVS) met bijna 3.000 dossiers, tot 21.237 in totaal. Dat is
de sterkste stijging van het afgelopen jaar. Het CGVS beschouwt 4.800 dossiers
als 'normaal', de reële achterstand bedraagt dus 16.437 dossiers. Vorige maand
waren dat er nog 'maar' 13.590.
De totale
achterstand wordt dus groter dan tijdens de vluchtelingencrisis van 2015-16.
Hoe langer asielzoekers moeten wachten op een beslissing, hoe langer ze
vastzitten in het opvangnetwerk van Fedasil. Sinds vorig jaar slapen mensen
systematisch op straat omdat er geen plaats is.
Sophie
Van Balberghe, de nieuwe commissaris-generaal, wijst als verklaring naar de
hoge instroom van migranten. Een tweede verklaring ligt bij de Dienst
Vreemdelingenzaken (DVZ), waar extra personeel werd aangeworven. Daardoor kan
de dienst, die ook betrokken is bij de asielprocedure, nu veel meer dossiers
doorsturen naar het CGVS. Een derde reden ligt bij de overrompeling van de
Dublincel, vorige zomer, toen het aantal aanvragen plots fel begon te stijgen.
Welke
concrete maatregelen worden er genomen om de dossierachterstand te verminderen?
02.04 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer de voorzitter, collega’s, de behandelingsduur van asielaanvragen is vandaag lang, te lang. Heel moeilijk is het natuurlijk niet om de reden daarvoor te achterhalen.
Wij worden geconfronteerd met een verhoogde instroom van asielaanvragen, die bovendien al geruime tijd aanhoudt. Wij worden dus niet geconfronteerd met een piek, maar met een langere toename van asielaanvragen.
Bovendien zijn er nog andere zaken die belangrijk zijn om mee te geven, zoals dossiers of zaken die ervoor zorgen dat de gemiddelde behandelingsduur enorm kan oplopen. Bijvoorbeeld, een Dublindossier waarin niet kan worden overgegaan tot een transfer, jaagt de gemiddelde behandelingsduur enorm de hoogte in. Die dossiers komen immers pas veel later bij het Commissariaat-generaal terecht. Ook het op pauze zetten van Afghaanse dossiers trekt het cijfer vanzelfsprekend heel sterk omhoog. Er was gedurende een lange tijd een gedeeltelijke opschorting van beslissingen over Afghaanse dossiers.
De werkvoorraad van het Commissariaat-generaal liegt inderdaad niet. Er ligt nog heel wat werk op de plank.
De recente stijging van de werkvoorraad bij het Commissariaat-generaal is evenwel sterk te wijten aan het verkleinen van de werkvoorraad bij de Dienst Vreemdelingenzaken. De werkvoorraad van het CGVS bedroeg in oktober 2022 ongeveer 20.000 dossiers en die van de DVZ 15.750 dossiers. De werkvoorraad van de DVZ is vorige maand gedaald naar 10.175 dossiers, terwijl de werkvoorraad van het CGVS is gestegen naar 25.000 dossiers. De totale werkvoorraad over beide instanties heen is dus bijna ongewijzigd.
Jullie stelden ook heel wat vragen over de situatie en over de dossierachterstand bij het CGVS, die uiteraard een heel grote uitdaging blijft. De nieuwe commissaris-generaal, mevrouw Sophie Van Balberghe, is zich daarvan bewust en zal net zoals haar voorganger alles op alles zetten om de asielprocedure zo kort mogelijk te maken.
Je commencerai par vous donner un aperçu des recrutements supplémentaires au Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides (CGRA) entre 2022 et mars 2023. En 2022, 128 personnes ont été engagées au CGRA, et 22 dans les premiers mois de 2023. Cela fait donc 150 nouvelles recrues au total. À partir d'avril 2023, il est prévu de recruter une cinquantaine de collaborateurs de niveau A et une vingtaine de collaborateurs administratifs de niveaux B et C. Afin de pouvoir recruter un nombre suffisant de personnes dans un délai très court, une sélection contractuelle simplifiée a été appliquée lors des dernières procédures de recrutement. Pour le CGRA, il s'agit de certains profils tels qu'officier de protection, expert administratif de protection et assistant administratif de protection.
La formation des nouveaux officiers de protection dure six mois, dont un mois et demi de formation de base et une formation supplémentaire combinée au traitement d'un nombre limité de dossiers. Les nouveaux officiers de protection sont effectifs à partir du troisième mois, avec un nombre de dossiers traités plus faible. Les personnes qui ont débuté au CGRA en novembre et décembre 2022 sont donc déjà productives, dans une certaine mesure.
Par ailleurs, pour chaque unité de quatre nouveaux collaborateurs, un coach ou un superviseur expérimenté est désigné afin d'aider les nouvelles recrues. Cela a un impact négatif sur la productivité parce que ces personnes ne traitent momentanément plus de dossiers elles-mêmes. L'investissement dans la formation des nouveaux collaborateurs a donc dans un premier temps un impact négatif sur la productivité. Afin de contrecarrer ces effets négatifs, nous allons rationaliser la formation de base des nouveaux collaborateurs à venir en fonction des enseignements tirés des derniers engagements de 2022, en les formant dans une cellule externe aux sections existantes, cellule dédiée à l'apprentissage le plus efficace possible et au développement de compétences requises pour exercer la fonction d'officier de protection.
Les sections seront donc moins impactées durant le temps d'intégration des nouveaux officiers de protection.
Pour ce qui concerne la prévision relative à la résorption de l'arriéré, il est difficile de fixer une date précise puisque cela dépend du nombre de demandes de protection internationale. L'objectif est de parvenir à obtenir une forte augmentation du nombre de décisions prises par le CGRA dans les mois à venir afin d'arriver à un véritable tournant.
Pour ce qui concerne le CGRA, il est prévu d'atteindre 3 100 décisions (pour 3 800 personnes) en septembre de cette année grâce au recrutement de personnel supplémentaire mentionné. Par ailleurs, des actions spéciales sont organisées par le CGRA pour maximiser l'output dans le but d'améliorer son efficacité: des actions spéciales et des changements structurels dans la méthode de traitement.
La mise en œuvre d'une telle politique de changements prend du temps surtout lorsqu'elle implique des changements au niveau structurel. L'impact de cette politique est déjà perceptible et se renforcera avec le temps.
Pour ce qui concerne le plan de gestion, l'ancien commissaire général s'était engagé à atteindre un certain nombre d'objectifs afin de maximiser l'output du CGRA. Ce plan a d'ailleurs déjà servi de base à la décision du Conseil des ministres de décembre 2022 qui a permis de recruter davantage de personnes pour atteindre l'objectif des 3 100 décisions mensuelles.
Daarnaast bekijkt het CGVS ook intern hoe dossiers van bepaalde categorieën sneller kunnen worden behandeld. Voor de dossiers waarin de nood aan bescherming overduidelijk aanwezig is, onderzoekt het CGVS of er een beslissing kan worden genomen zonder dat er een tweede verhoor op het CGVS dient te worden georganiseerd. Dat kan niet voor alle dossiers. Voorts gaat men na of er een verkort verhoor kan plaatsvinden. Door relevante informatie in een vroeger stadium te verzamelen, kan men namelijk gerichte vragen stellen in een verhoor. Wanneer men alles moet bevragen, duren de verhoren al snel een halve dag, terwijl er in sommige gevallen ook een herconvocatie nodig is. De betere organisatie van de eerste verhoren bij de DVZ kan resulteren in kortere verhoren bij het CGVS en herconvocaties voorkomen. In die optiek gingen al meerdere protection officers intakegesprekken afnemen bij de DVZ, zodat men bij het CGVS kon beschikken over een dossier dat beter voorbereid was, met een kortere dossierbehandeling tot gevolg.
Het CGVS creëert ook een tool om tijdswinst te boeken bij de motivering van negatieve beslissingen en analyseert met de medewerkers waar nog mogelijk winst kan worden gemaakt in efficiëntie op het vlak van interne processen, uiteraard binnen het wettelijke kader waaraan het CGVS gebonden is. De nieuwe secretaris-generaal zal binnen de drie maanden een beheersplan opmaken, specifiek voor het wegwerken van de achterstand.
02.05 Ben Segers (Vooruit): Ik denk niet dat ik een antwoord heb gekregen op mijn vragen over de vertrekkers. Misschien kan ik dat nog schriftelijk krijgen?
Uiteraard is de behandelingsduur te lang. We hebben ook heel veel debatten over de opvang in het Parlement. Door de behandelingsduur te beperken, zullen we veel minder opvangplaatsen nodig hebben. Voor Vooruit is het immers duidelijk dat de huidige capaciteit zou moeten volstaan om de instroom aan te kunnen. Dat zou ons ook heel wat debatten daarover besparen.
U hebt terecht de nuance aangebracht dat een aantal dossiers de gemiddelde duur enorm de hoogte injaagt. Tegelijk liegt de werkvoorraad niet en zal het een grote uitdaging zijn voor de nieuwe commissaris-generaal.
Ik ben ook benieuwd naar het plan om de achterstand weg te werken. Ik noteer dat het de bedoeling is om tegen september 3.100 beslissingen over 3.800 personen te nemen. Daar ben ik zeker tevreden over.
Het is ook goed nieuws dat er intern gekeken
wordt op welke manier de dossiers sneller kunnen worden behandeld en er geen
dubbel werk meer wordt gedaan door de Dienst Vreemdelingenzaken en het
commissariaat-generaal. Dat is een kleine revolutie en het lijkt me de weg
waarop we verder moeten gaan. Veel succes daarmee!
02.06 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d’État, je vous remercie pour cette réponse très complète. Je vous rejoins à 200 % sur le fait que la durée soit trop longue. C’est une violence parfois aussi pour les demandeurs d’asile d’attendre deux, trois, quatre ans à végéter dans un centre, sans projet. D’ailleurs, toute la question de la mise à l’emploi et des formations est aussi importante dans cette durée.
Je suis assez étonné de votre réponse sur Dublin. Vous expliquez que cela rendrait le traitement plus complexe. J’imaginais, peut-être un peu naïvement, qu’il y avait un échange d’informations sur une personne qui avait été enregistrée dans un autre pays. On sait qu’on ne renvoie pas vers la Grèce, vu la situation dans ce pays, mais j’imaginais que le CGRA récupérait une partie d’un traitement qui avait déjà été fait dans un autre pays et que cela allait plus vite. J’ai sans doute été naïf.
Vient la question de l’harmonisation européenne et je sais que la Belgique prendra bientôt la présidence de l’Union européenne. Je pense qu’un autre volet sur lequel il faut une harmonisation, c’est l’analyse de la situation sécuritaire des pays d’origine. On sait que le traitement d’un Érythréen va différer entre la Suisse – qui n’est pas dans l’Union européenne –, la Belgique ou l’Espagne. Là, il y a encore un travail à faire. L’idée n’est pas d’harmoniser au niveau de Viktor Orbán. Je pense que l’idée, c’est d’harmoniser avec un maximum d'objectivité.
En ce qui concerne le cas des Afghans, vous connaissez ma position. On pourrait mettre les décisions afghanes de côté pendant quelques années, le temps d’avoir une lecture plus complète de la situation, de manière à avoir un travail plus efficace pour d’autres personnes. Je pense qu’on n’arrivera pas à sortir de cet arriéré sans faire preuve d'une certaine logique. Je sais que vous y travaillez, même si on n’est pas d’accord sur la question des Afghans, mais il faut une logique dans les décisions. Je suis donc content d’apprendre qu’il existe des procédures accélérées quand on sait que la décision a de très fortes chances d’être positive, par exemple.
02.07 Darya Safai (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, bedankt voor uw antwoord. De regering pompte dit jaar opnieuw miljoenen euro’s extra in de asieldiensten en toch raakt de dossierachterstand niet ingehaald.
Oplopende administratieve achterstand in asielzaken is geen louter cijfermatig gegeven. De impact is enorm. Achterstand verlengt de asielprocedure en daardoor het verblijf van asielzoekers in de opvang, waardoor er onvoldoende plaatsen vrijkomen voor nieuwe asielzoekers. Dat is nochtans de verklaring bij uitstek voor de huidige opvangcrisis, want het aantal opvangplekken zelf ligt historisch hoog. Keer op keer vraagt de regering meer middelen en personeel voor de asieldiensten, keer op keer dikt de achterstand verder aan. Zo rijdt u het asielsysteem zelf in de gracht. Het systeem moet grondig hervormd worden; dat is de enige oplossing.
02.08 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Monsieur Moutquin, quand je parlais des cas Dublin, cela ne concernait pas la complexité des dossiers mais bien la durée. Parfois, quand un dossier Dublin arrive au CGRA, cela signifie qu'on n'a pas pu organiser un transfert, par exemple parce que l'autre pays n'a pas coopéré. La durée du traitement est donc plus longue parce que l'introduction de la demande a été faite il y a plusieurs mois.
La durée des procédures est parfois liée à de tels cas.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03.01 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, tijdens de commissievergadering medio februari stelde u dat Italië voor onbepaalde tijd de overnames heeft opgeschort, wat geen klein probleem is, aangezien dat land momenteel de meeste hits oplevert voor ons land. Dat probleem dreigt bovendien nog groter te worden, gelet op de cijfers. We hebben het vorige week tijdens de plenaire vergadering nog gehad over de meer dan 31.000 illegale immigranten die daar dit jaar zijn aangekomen, wat vier keer meer is dan in dezelfde periode vorig jaar. Gelet op het feit dat Dublin in de praktijk niet werkt en België nu al een favoriet bestemmingsland is, zal dat vroeg of laat zeker voor extra problemen zorgen. De vraag is in welke mate u die gevolgen kunt beperken.
Blijven de
Dublinovernames door Italië nog altijd opgeschort? Zo ja, maakte deze kwestie
reeds het voorwerp uit van verder bilateraal of Europees overleg? Met welk concreet
resultaat? Welke maatregelen worden op Europees, bilateraal en nationaal niveau
in het vooruitzicht gesteld om een nieuwe secundaire migratiestroom vanuit
Italië tegen te gaan?
03.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Pas, de uitvoering van de Dublinverordening is in verschillende landen suboptimaal en dan druk ik mij nog zeer zacht uit. Dat is een groot probleem voor de lidstaten van bestemming, waaronder België, die geconfronteerd worden met een groot aantal secundaire bewegingen van asielzoekers. Een concreet probleem doet zich inderdaad voor in Italië, dat sinds december heeft besloten alle Dublinoverdrachten voor onbepaalde tijd stop te zetten. Die situatie blijft tot op heden ongewijzigd.
Na de Italiaanse mededeling vonden reeds verschillende coördinaties plaat tussen de lidstaten en met de Europese Commissie. Vanuit de Commissie werd ook al rechtstreeks contact opgenomen met de Italianen. Het onderwerp staat ook steevast op de agenda van diplomatieke contacten tussen de lidstaten en Italië. België heeft het onderwerp al besproken via de Belgische ambassade in Rome in de marge van Raadsvergaderingen en met de ambassade van Italië in Brussel. Ik heb de Italiaanse ambassadeur onlangs ook zelf gesproken over het hervatten van Dublin.
Hoewel er signalen waren dat een heropstart in de lente mogelijk zou zijn, is dit nu onzeker, zeker nu de Italianen opnieuw worden geconfronteerd met een hoog aantal aankomsten met bootjes. De maatregelen die we in het vooruitzicht stellen, zijn de structurele maatregelen die vervat zitten in het pact, met betere grensprocedures en striktere verantwoordelijkheidsregels. In dat opzicht is de uitbreiding van Eurodac heel belangrijk, net als de maatregelen die de drijfveren voor secundaire stromen verminderen.
Uiteraard kunnen we niet wachten op het pact om de huidige situatie aan te pakken. Om die reden heeft België zijn schouders gezet onder de Dublin Roadmap, die ondertussen werd goedgekeurd door de Europese Raad, dus inclusief Italië, en waarvan de uitvoering onder het toezicht van de Europese Commissie staat. Het Dublin Contact Committee kwam op 16 maart samen om de vooruitgang te bespreken. De Commissie plant verdere bilaterale gesprekken met de lidstaten en er wordt ook 200 miljoen euro uitgetrokken om de opvang in landen van eerste aankomst te verbeteren, inclusief deze van niet-begeleide minderjarigen.
Mijn initiatief van december om met een aantal gelijkgezinde lidstaten samen te zitten over Dublin heeft inderdaad navolging gekregen. Op 8 maart kwamen ministers uit deze landen opnieuw samen met de Europese Commissie en het Europees Asielagentschap, ditmaal op initiatief van Nederland. Er werd een gemeenschappelijke verklaring aangenomen die u kunt consulteren op de websites van de betrokken ministeries, onder andere die van de Dienst Vreemdelingenzaken.
03.03 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor deze stand van zaken en voor het antwoord, maar dat stelt mij absoluut niet gerust. Het is duidelijk dat Italië opnieuw pleit voor spreiding en voor zogenaamde solidariteit, maar door de facto Dublinovernames onmogelijk te maken is het zelf niet solidair.
U hebt het over de suboptimale werking van de Dublinregels. Dat is wel heel eufemistisch uitgedrukt. Heel die Dublinregeling werkt niet. We weten dat die vluchtelingen zich graag verspreiden en massaal illegaal vanuit Italië doorreizen en dat België een van de favoriete bestemmingslanden is. Ik heb in heel uw uitleg en in de gesprekken en het overleg daarover geen duurzame en werkbare oplossing gehoord, voorlopig ook niet in dat door u zo geprezen migratiepact. Men zal onder andere nog eens 200 miljoen voor opvang uittrekken, maar dat zal de essentie van het probleem niet oplossen.
Ik hoop dat u er in het Europees overleg voor zult pleiten om werk te maken van een Australisch model. Dat heeft zijn werkbaarheid wel al bewezen, in tegenstelling tot de Europese aanpak tot op vandaag.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04.01 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, enkele weken geleden werd een 38-jarige Syriër opgepakt die in 2015 in ons land asiel had aangevraagd. Hij zou lid geweest zijn van IS en zich schuldig gemaakt hebben aan oorlogsmisdaden. Hij werd nota bene ontmaskerd door een ngo.
Betreft het een
eenmalig geval of zijn u nog zulke gevallen bekend?
Hoe verklaart u
dat iemand jarenlang als vluchteling in ons land kan verblijven nadat hij zich
schuldig heeft gemaakt aan grove mensenrechtenschendingen? Dat baart me ernstige
zorgen.
Hoe verklaart u
dat uiteindelijk een ngo wel doet wat de bevoegde diensten hadden moeten doen?
Het is bekend dat
het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen ook overgaat
tot toekenning van een status van internationale bescherming, zonder dat het
een extra verhoor afneemt, indien uit een onderzoek van de Dienst
Vreemdelingenzaken, de meegedeelde stukken en het verhoor bij de DVZ blijkt dat
er duidelijke elementen voor de toekenning van de status aanwezig zijn en geen
extra onderzoek nodig is. Bij Syriërs zou het wel meer voorkomen dat er op
dossier wordt beslist. Werd er in het dossier van de man in kwestie op die
manier beslist? Vormt de zaak voor u een aanleiding om af te stappen van die
praktijk?
Vormt het voorval
voor u een aanleiding om de screeningsprocedures te evalueren en, waar nodig,
aan te scherpen?
Komt er een extra
en grondigere screening van nieuwe en erkende asielzoekers van wie bekend is
dat ze minstens enige tijd in Syrië of Irak hebben verbleven?
04.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Pas, laat het vooreerst duidelijk zijn: de asielprocedure is er ter bescherming van wie wegens oorlog of vervolging gevaar loopt en is niet bedoeld voor wie zich schuldig maakt aan oorlogsmisdaden.
Het CGVS voert steeds een grondig individueel onderzoek bij de toekenning van de asielstatus. Bovendien wordt voor elke persoon die in België om internationale bescherming vraagt, een veiligheidscheck gedaan. Specifiek voor het opsporen van indicaties van extremisme of terrorisme bestaan bij de Dienst Vreemdelingenzaken en op het CGVS bijzondere procedures. De DVZ voert sinds 2015 een veiligheidscontrole uit op het ogenblik van de registratie van de verzoeker om internationale bescherming op basis van de identiteitsgegevens die de betrokkene meedeelt. Hij stuurt dus dagelijks de lijsten van geregistreerde verzoekers door en die namen worden vervolgens gecontroleerd in de databanken van de inlichtingendiensten. Ook vingerafdrukken worden gebruikt voor een check in de politiedatabank. Als er een hit is, wordt de DVZ op de hoogte gebracht. Als België verantwoordelijk is voor de behandeling van het verzoek, wordt die informatie meegedeeld aan het CGVS.
De screening bij het begin van de procedure is niet definitief. De DVZ en het CGVS kunnen op ieder ogenblik zowel tijdens als na de procedure contact opnemen met de partnerdiensten om te informeren naar problematische profielen. Bij de minste indicatie zal het CGVS overgaan tot een bijkomend onderzoek, in de eerste plaats op het CGVS door een bijkomend onderzoek met bijzondere technieken, zoals verificatie van de sociale media. Het CGVS zal ook indicaties signaleren aan inlichtingendiensten en politie met een verzoek om meer informatie te bezorgen, alvorens het overgaat tot het nemen van een beslissing.
Er bestaat bovendien een werkgroep radicalisme met vertegenwoordiging van de asielinstanties, de inlichtingendiensten en de politie. Zijn taak bestaat erin om op voortdurende basis een goede uitwisseling van informatie bij indicaties van radicalisme en terrorisme te garanderen.
Indien er ernstige redenen zijn om aan te nemen dat een asielzoeker zich schuldig heeft gemaakt aan misdaden tegen de menselijkheid of aan oorlogsmisdaden, kan het CGVS die persoon uitsluiten van de beschermingsstatus. Dat kan ook nadien, wanneer er na de toekenning van een beschermingsstatus bewijzen voor dergelijke feiten opduiken.
Het onderzoek in het specifiek geval is uiteraard vertrouwelijk; dus daarover kan ik u geen informatie geven. Wel kan ik bevestigen dat ik het CGVS heb gevraagd om de vluchtelingenstatus van die persoon opnieuw te onderzoeken.
Er zijn inderdaad ook cases geweest waarbij er indicaties waren voor uitsluiting, voordat een asielbeslissing genomen werd. De asielbeslissing werd toen uitgesteld en de situatie werd gesignaleerd aan de inlichtingendiensten of het parket voor verder onderzoek. In dat geval kan al meteen een negatieve beslissing genomen worden.
Het CGVS neemt slechts onder zeer specifieke voorwaarden een beslissing zonder gehoor. Dat gebeurt enkel wanneer uit het dossier van de DVZ duidelijk blijkt dat de erkenning van de status als vluchteling vereist is. De beslissing wordt dan genomen op basis van de stukken, afgegeven bij de DVZ, en de verklaringen genoteerd tijdens het interview op de DVZ, dus wanneer alle elementen voor de erkenningsstatus in het dossier al aanwezig zijn.
Er wordt nooit beslist op dossier bij vaststelling van de minste indicatie van gevaar voor de openbare orde of nationale veiligheid, van extremisme, radicalisme of misdrijven tegen de menselijkheid of foltering of bij nood aan bijkomend onderzoek. Voor sommige profielen wordt er per definitie een bijkomend onderzoek met gehoor uitgevoerd. We mogen hier niet licht overgaan. Terroristen en oorlogsmisdadigers hebben geen plaats in ons land.
Het is goed dat het parket een onderzoek naar de betreffende man heeft geopend en ik reken erop dat alle nodige informatie met mijn diensten zal worden gedeeld, zodat zij daarmee rekening kunnen houden wanneer het statuut van de man onderzocht wordt.
04.03 Barbara Pas (VB): U bent begonnen met te zeggen dat de asielprocedure dient om mensen te beschermen, maar de eigen burgers beschermen blijft natuurlijk ook een belangrijke prioriteit. Wanneer u stelt dat men sinds 2015 veiligheidscontroles uitvoert, blijkt wel dat dat gevaarlijke sujet in 2015 door de mazen van het net is kunnen glippen.
Wat mij ook niet geruststelt, is, zoals ik heb geleerd uit uw antwoord op de vraag van collega Segers, uw voornemen om de procedure van beslissing op dossier uit te breiden. Hoe vaak kan er inderdaad bijkomend grondig onderzoek worden uitgevoerd, gelet op de vertragingen en het personeelstekort die er vandaag al zijn?
Hoe dan ook moeten we meer dan ooit waakzaam zijn. De veiligheidsdiensten in onze buurlanden zoals Duitsland en het Verenigd Koninkrijk waarschuwden immers zeer recent voor de actieve rekrutering van moslimterroristen die bewust via asielprocedures binnengesmokkeld worden met de intentie om hier aanslagen te plegen. Ik kan me niet voorstellen dat, als dat in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Oostenrijk - het aantal recent gerekruteerde terroristen is daar sinds kort zelfs verdubbeld - een probleem is, dat bij ons niet zo zou zijn en dat wij een uitzondering zouden zijn.
Waakzaamheid lijkt mij dus meer dan geboden. Ik blijf een beetje op mijn honger wat de concrete maatregelen daartoe betreft. Ik hoop alleszins dat men niet zal wachten tot onze veiligheidsdiensten ook op basis van concrete gevallen moeten waarschuwen, maar dat daarvan prioritair werk wordt gemaakt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05.01 Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de staatssecretaris, 11.11.11 heeft vastgesteld dat Europese lidstaten zich steeds vaker schuldig maken aan pushbacks. Vorig jaar werden minstens 225.533 vluchtelingen en migranten terug de grens overgeduwd, zonder dat hun recht op asiel werd gecontroleerd. Dat is een illegale praktijk die ingaat tegen het internationaal en Europees recht. Volgens verschillende bronnen zou dit zelfs zo vaak voorkomen, dat dit het nieuwe normaal zou zijn geworden, als een vast onderdeel van het Europese beleid.
Ik vind dat zeer verontrustend. Niet alleen maken individuele Europese lidstaten zich schuldig aan pushbacks, ook Frontex heeft hierin een aandeel. Zo kwam er vorig jaar nog een rapport uit waarin werd bewezen dat Frontex de pushbacks door Griekenland niet alleen liet begaan, maar ook bewust in de doofpot stak. Ze logen tegen het Europees Parlement en ze verzwegen het feit dat ze zelfs enkele pushbacks ondersteunen met geld van de Europese belastingbetaler.
Mevrouw de staatssecretaris, in de 2024 neemt België het Europees voorzitterschap over. Zal het stoppen van pushbacks prioritair op de agenda komen?
U hebt zich in het verleden ook al meermaals tegen pushbacks uitgesproken. Welke acties hebt u al ondernomen sinds uw aantreden in de Europese Raad, in bilaterale contacten, in de communicatie met de Europese Commissie en binnen Frontex? Welke rol kunt u hierin spelen in het kader van het Belgisch EU-voorzitterschap?
05.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Daems, geweld aan de buitengrenzen is onaanvaardbaar. Laat dat duidelijk zijn. Tegelijk is het zo dat net het gebrek aan een Europees grensbeheer voor deze wantoestanden zorgt. Hoewel er geen recht is om asiel te krijgen, is er wel een recht om asiel te vragen en een recht op een individuele beoordeling.
Het is niet zo dat personen het recht hebben om een grens op eender welke wijze te overschrijden zonder enige controle of registratie en op eender welke plaats. We hebben vandaag meer dan ooit nood aan beter gecontroleerde grenzen, waar irreguliere oversteken worden tegengehouden, maar ook met goed werkende grensposten waar inreisvoorwaarden worden gecontroleerd en waar mensen ook asiel kunnen aanvragen.
Dat is precies wat het Europees recht zegt: via een korte asielprocedure aan de grens moeten we mensen ook sneller zekerheid bieden.
Dit alles ligt vandaag Europees op tafel. Het Europees migratiepact heeft tot doel een dergelijk correct grensbeheer te installeren. Dat grensbeheer wordt meteen gekoppeld aan een stevige Europese monitoring. Personen die zonder voorafgaande toelating naar de Unie reizen, kunnen op die manier hun rechten afdwingen in voorspelbare en uniforme Europese procedures.
Het alternatief is – dat zien we vandaag – dat we het beleid overlaten aan smokkelaars die de regels omzeilen en die net als verdienmodel hebben om migranten de Unie te laten binnenkomen zonder enige registratie of controle.
Het Europese model is de beste garantie dat de individuele mensenrechten zullen worden gerespecteerd. Daarom trek ik aan de kar voor dit Europese model en nam ik recent ook deel aan een ministeriële grensconferentie in Athene en een ministeriële vergadering in Berlijn, waar gesprekken over een beter grensbeheer en de vooruitgang van het pact op de agenda stonden. Ook onze vertegenwoordigers in de managementboard van Frontex vertolken op instructie van mevrouw Verlinden en mezelf de standpunten van België ter zake. Het is dus een misvatting dat de bewaking van de buitengrenzen niet besproken wordt in de Unie. Het onderwerp stond zelfs zeer centraal tijdens de Europese Raad van 9 februari over migratie en de opvolgvergaderingen op 23 en 24 maart, waar de eerste minister ons land vertegenwoordigde.
De hervorming van het Europese asiel- en migratiebeleid zal ook hoog op de agenda staan van het Belgische voorzitterschap in 2024, onder andere om een einde te kunnen maken aan de chaos aan de buitengrenzen.
05.03 Greet Daems (PVDA-PTB): U zegt dat we nood hebben aan goed werkende grensposten. Ik mis wat de erkenning dat het echt wel mank loopt momenteel. Wat er nu gebeurt, zijn illegale praktijken. Dat heb ik u niet horen zeggen. Ik wil daar toch een groter statement in horen. U hebt zich in het verleden al meermaals uitgesproken tegen de pushbacks. Wij verwachten dan ook dat u heel actief het engagement daartegen opneemt, dat u dat actief op de agenda plaatst. U kunt hier echt een rol in spelen.
Om terug te komen op Griekenland, daar nemen de pushbacks een geheel andere dimensie aan. De Griekse premier pleit ervoor om 37 kilometer aan extra hekken te plaatsen aan de grens met Turkije. Hekken houden mensen op de vlucht niet tegen. Ze zullen niet terugkeren wanneer ze een hek tegenkomen. Griekenland arresteert mensen bewust en duwt ze via illegale pushbacks weer over de grens. Dat moet stoppen.
Het migratie- en asielpact van de EU is volgens zeer veel academici een pact tegen vluchtelingen en migranten. Ze vrezen dat de huidige trend van pushbackbeleid, geweld, militarisering en omheiningen alleen maar zal toenemen onder dat pact, net door de asielprocedure aan de grens.
Het kan nochtans wel degelijk anders, mevrouw de staatssecretaris. De EU heeft de kans gemist om een migratiepact door te voeren dat de systematische oorzaken van vluchten echt aanpakt. De EU kan niet enerzijds een beleid voeren dat de lokale economie en landbouw in andere landen kapotmaakt, waardoor duizenden mensen op zoek moeten gaan naar een beter leven, en anderzijds haar asiel- en migratiebeleid verstrengen. Ik hoop dat u tegen 2024 een antwoord daarop zult hebben.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De heer Bihet is niet aanwezig, zijn vraag nr. 55035673C is dus zonder voorwerp.
06.01 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, eind maart bracht ChildMove een rapport uit dat de lange lijdensweg van niet-begeleide minderjarige vluchtelingen in kaart brengt. Na de lijdensweg voor hun aankomst leven ze in angst, voelen ze zich uitgesloten en moeten ze eindeloos wachten op hun dossier. Zo lopen ze blijvende psychische letsels op. In Libië verkeerden ze allemaal in overlevingsmodus, ze probeerden vooral niet te voelen, in een poging overeind te blijven. Mensen werden voor hun neus vermoord en vrouwen voor hun neus verkracht. Het zijn schrijnende verhalen.
Sinds 2017 heeft de EU een akkoord met Libië waardoor dat land miljoenen euro’s krijgt om zijn grensbewaking te verbeteren, om mensensmokkel tegen te gaan en om de situatie van migranten en vluchtelingen in Libië te verbeteren. Vijf jaar later zijn de omstandigheden in Libië nog steeds verschrikkelijk. De voorbije vijf jaar zijn er 82.000 mensen opnieuw de grens over geduwd naar Libië, waar ze geconfronteerd worden met detentie, foltering, verkrachting, dwangarbeid en moord. De Libische regering blijft deze misbruiken faciliteren. Dat stelt het rapport van ChildMove ook. De politie werkt er samen met de smokkelaars die moorden, verkrachten en uitbuiten. Laat het duidelijk zijn, de EU faciliteert dit ook en is dus medeverantwoordelijk. Hetzelfde geldt voor de deal met Turkije, want ook daar werden kinderen maandenlang opgesloten zonder enige vorm van begeleiding.
Is dat het dan? Is dat wat u verstaat onder een gecontroleerd maar rechtvaardig migratiebeleid? Vluchten en migreren worden dermate gecriminaliseerd dat elke legale weg naar de EU wordt uitgewist. Het resultaat is dat kinderen van 10 of 11 jaar helemaal alleen jarenlang onderweg zijn en hier volledig getraumatiseerd aankomen, waarna ze evenmin de nodige begeleiding krijgen. Soms belanden ze ook hier op straat en sommigen vallen opnieuw ten prooi aan mensenhandelaars omdat er niet genoeg opvang en begeleiding is. Vinden we dat allemaal maar rechtvaardig?
De enige oplossing hiervoor bestaat in veilige en legale routes naar de EU. Wat u voorstelt met het nieuwe pact is geen oplossing in die zin. Integendeel, ook het pact berust op die vreselijke akkoorden met Libië en Turkije. Bovendien stelt het een asielprocedure aan de grens voor. Wat zal daarvan het resultaat zijn? Dat zal er opnieuw toe leiden dat mensen en kinderen die op de vlucht zijn, worden opgesloten in detentiecentra, zoals dat nu al het geval is.
Zal België er in 2024 op aandringen dat deze vreselijke deal met Libië wordt beëindigd? Zal België er in 2024 ook op aandringen dat er veilige en legale routes naar de Europese Unie worden geopend, zodat mensen die nood hebben aan bescherming op een veilige manier naar de EU kunnen komen? Hoe denkt u dat het New Pact on Migration and Asylum een oplossing biedt? Zult u het debat openen om het statuut van tijdelijke bescherming echt te beginnen gebruiken?
De voorzitter: Mevrouw Daems, ik weet dat u hiervan weinig misbruik maakt, maar mag ik u toch vragen om de spreektijd in het oog te houden?
06.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Daems, de EU heeft slechts één migratiedeal met een derde land dat een behandeling van asielaanvragen inhoudt, namelijk de deal tussen de EU en Turkije van 2016. België trekt het voortbestaan van dat akkoord niet in vraag, maar volgt de implementatie ervan wel van nabij op. Het is belangrijk dat Europese en nationale fondsen goed terechtkomen en dat Turkije zijn verbintenissen blijft nakomen.
Met Libië bestaat er geen migratiedeal, er is wel operationele samenwerking in de vorm van de EU-missie EUBAM, die moet helpen voorkomen dat migranten een gevaarlijke en levensbedreigende reis aanvatten. Deze missie helpt bovendien bij het ontmantelen van de criminele netwerken die achter die oversteek schuilgaan en er zelfs financieel beter van worden. Het nieuwe EU-actieplan 2021-2025 tegen mensenhandel legt eveneens de nadruk op de aanpak van dergelijke criminele netwerken.
Er bestaan al veilige en legale routes, die steeds beginnen met het aanvragen van een visum in een van de Belgische posten in het buitenland. Daar is het bijvoorbeeld mogelijk om een werk-, studie- of humanitair visum aan te vragen. Ik ben het met u eens dat we moeten blijven werken aan het versterken van de mogelijkheden voor legale migratie, omdat die niet alleen de migrant ten goede komen, maar ook het land van oorsprong en ons eigen land.
Er lopen daarom twee vernieuwende projecten met Europese financiering, in samenwerking met verschillende partners, EU-Passworld en DT4E. Deze projecten zorgen voor een goed geregelde arbeidsmigratie en studiemigratie, specifiek voor personen die nood hebben aan internationale bescherming. België zal zich ook blijven inzetten voor hervestiging.
Het Europees pact voor asiel en migratie – ik raad u aan om daar toch echt wat meer over te lezen – bevat een aantal maatregelen over legale migratie, de talent partnerships en de talent pool, maar ook de versterking van de Europese blauwe kaart en de versterking van het statuut voor langdurig ingezetenen. Daarnaast wil het pact ook het instrument van internationale bescherming vrijwaren, door het duidelijker voor te behouden aan diegenen die nood hebben aan bescherming. Zoals u weet, wordt er gewerkt aan efficiëntere en snellere procedures aan de buitengrenzen om dat te bewerkstelligen.
Het instrument van tijdelijke bescherming is een juridisch instrument, vervat in een Europese richtlijn. De ratio hierachter is het ontlasten van de asieldiensten bij een massale instroom van ontheemden, zoals wij die gekend hebben bij het conflict in Oekraïne. De activering van het statuut gebeurt op Europees niveau. Op dit moment is niet voorzien in een uitbreiding naar andere nationaliteiten dan de Oekraïense.
06.03 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, bedankt voor uw antwoord.
Kinderen die alleen vluchten, zijn bijzonder kwetsbaar. Ik denk dat wij het daarover allemaal eens zijn. Kinderen zouden die tocht niet moeten maken, niet alleen en niet via Turkije en Libië, waar zij worden opgesloten, uitgebuit en, misbruikt. Daar zouden oplossingen voor gevonden moeten worden. Ik hoop dan ook dat u dit als een prioriteit zult behandelen tijdens het Europees voorzitterschap. Ook hoop ik dat u werk maakt van betere begeleiding en meer opvang van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen in België.
Wat het statuut voor tijdelijke bescherming betreft, betreur ik dat u dat niet wilt uitbreiden. De EU heeft met dat statuut sinds 2021 een belangrijk instrument. Daardoor kunnen vluchtelingen afkomstig uit een land waarnaar zij niet onmiddellijk kunnen terugkeren tijdelijke bescherming krijgen in de Europese Unie. Een groot deel van de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen is afkomstig uit Afghanistan. Zij vluchten voor het geweld van de taliban, zij vluchten voor een betere toekomst. Terugkeren gaat niet. Zij belanden hier in een situatie zonder rechten, in de illegaliteit en zij zijn hier bijzonder kwetsbaar. Ik denk dus wel degelijk dat het statuut van tijdelijke bescherming voor hen een oplossing kan bieden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter:
Vraag nr. 55035942C van mevrouw Pas, die hieraan toegevoegd was, wordt
ingetrokken aangezien zij al een schriftelijk antwoord heeft gekregen.
07.01 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, op 14 november 2022 stuurde Fedasil een instructie naar de verschillende opvangcentra. Daarin stond te lezen dat, om meer opvangplaatsen vrij te maken, het agentschap personen die voldoende autonoom zijn wenst aan te moedigen, en indien nodig te verplichten, om tijdens hun asielprocedure buiten de opvangstructuren te verblijven, door een verplichte of vrijwillige opheffing van de verplichte plaats van inschrijving.
Ik begrijp dat u alles in het werk stelt om plaatsen vrij te maken, zodat de opvangcrisis opgelost raakt, maar deze instructie is toch wel zorgwekkend. Ze creëert een probleem van dakloosheid aan de uitstroomkant van het opvangnetwerk. Gelet op de huidige verzadiging van de huurmarkt en de vele moeilijkheden die erkende vluchtelingen al ondervinden bij het zoeken naar een woonst, is het voor asielzoekers die nog in een procedure zitten al helemaal onmogelijk. Daarnaast is hun stabiel inkomen helemaal niet zo stabiel. De meesten werken immers met een maand- of weekcontract en zijn dus niet zeker van de duur van hun tewerkstelling, waardoor ze bijna niet in aanmerking komen om een woning te huren.
Het is onduidelijk of de maatregel nog van
kracht is. Ik krijg daarover dus graag wat meer duidelijkheid. Blijkbaar
stonden er ook fouten in de lijsten. Zo moest een Afghaanse man die geen
stabiel inkomen had naar de rechtbank stappen om zijn recht op opvang te
behouden. Is de maatregel nog van kracht? Indien ja, hoe wordt die uitgevoerd?
Wat als zij na vertrek uit de opvang hun job verliezen? Kunnen zij dan terug
naar de opvang? Hoe worden zij opgevolgd? U zegt meer mensen te willen opleiden
voor een job in de zorg. Kan
dit dan ook worden gelinkt aan een verblijfsvergunning?
07.02 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d’État, depuis le 14 novembre 2022, il est demandé aux demandeurs d’asile qui travaillent depuis plus de six mois et qui gagnent plus que le salaire minimum de quitter les centres d’accueil.
Or, cette autonomie supposée n’est que très relative. En effet, le type de contrat de travail n’est pas pris en compte et il peut donc être précaire, comme un contrat au mois ou à la semaine. Ensuite, le marché de l’immobilier est complètement saturé, surtout à Bruxelles, et les demandeurs d’asile n’ont pas droit à un logement social. De plus, certains demandeurs d’asile quittent sciemment leur emploi ou travaillent moins pour avoir le droit de rester dans un centre d'accueil.
Cette mesure, destinée à dégager des places, entraîne, d'une part, la précarité des personnes qui doivent quitter le centre mais n'ont pas accès au marché immobilier et, d'autre part, un appauvrissement des personnes qui restent dans les centres puisqu'elles décident de travailler moins.
Madame la secrétaire d'État, je commencerai par vous demander des chiffres, mais je peux vous poser une question écrite si vous ne les avez pas. À combien de demandeurs d’asile a-t-il été notifié qu’ils devaient quitter un centre depuis six mois? Combien ont-ils effectivement quitté leur centre? La contrainte a-t-elle dû être utilisée? De nouvelles notifications sont-elles prévues?
Existe-t-il un accompagnement dans la recherche de logement pour ces personnes qui quittent les centres? Avec quelques mois de recul, que pensez-vous de l'efficacité de cette mesure?
07.03 Staatssecretaris Nicole de Moor: Collega’s, zoals ik al meermaals heb aangegeven, wil ik zeer sterk inzetten op de activering van asielzoekers. Het afgelopen jaar werden in dat kader tal van initiatieven genomen om nog meer mensen aan de slag te krijgen. Zo worden ook pistes binnen de zorgsector bekeken, zoals u aanhaalde.
Ongeacht in welke sector men terechtkan, is een job niet alleen belangrijk voor de betrokkene zelf, maar helpt het ook onze samenleving vooruit. Het feit of men al dan niet werk heeft, heeft geen invloed op de uiteindelijke beslissing, die in alle onafhankelijkheid door het CGVS wordt genomen omtrent hun asielaanvraag. Het geeft mensen echter wel een zinvolle dagbesteding tijdens de asielprocedure.
Les chiffres de la fin de l'année dernière ont montré que de nombreuses personnes travaillent déjà. Certaines d'entre elles remplissaient les conditions de l'arrêté royal "cumul", justifiant la suppression de leur code 207, lequel implique une sortie du centre d'accueil.
In heel wat gevallen werd de termijn om te vertrekken verlengd tot de betrokkenen een oplossing in huisvesting hadden gevonden. Het is dus helemaal niet zo dat Fedasil mensen op straat zette. Ze werden begeleid. Binnen de centra werd ook in samenwerking met verschillende andere actoren, waaronder de lokale besturen, gezocht naar een geschikte oplossing. Er is vandaag geen specifieke monitoring van waar de mensen op dit moment gehuisvest zijn, maar ze zijn dus wel degelijk op weg geholpen.
Les demandeurs de protection internationale qui travaillent ne perdent pas automatiquement leur droit à l'accueil. Toutefois, une opération spécifique a été menée pour obliger les personnes ayant un emploi stable et de longue durée et des revenus suffisants à quitter le réseau d'accueil sur la base de l'arrêté royal "cumul" existant. Ainsi, près de 330 places dans le réseau d'accueil ont été libérées par la suppression du code 207 de ces personnes.
Dans une période particulièrement difficile, où l'ouverture de places d'accueil supplémentaires n'est pas évidente, nous devons également envisager d'augmenter le flux de personnes capables de voler de leurs propres ailes. Je comprends qu'il n'est pas facile de prendre ce pas mais grâce à cette mesure, nous avons pu fournir des places d'accueil supplémentaires à ceux qui en avaient besoin.
Dit staat uiteraard verdere inspanningen inzake de activering niet in de weg, integendeel. Zoals u weet, wordt er verder gebouwd aan een algemeen begeleidingstraject van asielzoekers met een gedegen ondersteuning naar de arbeidsmarkt via verschillende partnerschappen. Daarnaast zal een hernieuwd KB ervoor kunnen zorgen dat een faire bijdrage wordt geleverd op basis van duidelijke regels.
Ik blijf er dus alles aan doen om asielzoekers niet enkel te motiveren om aan de slag te gaan, maar om hen ook op alle mogelijke manieren te ondersteunen om op eigen benen te staan. Dat is een win-winsituatie voor de betrokkenen en de samenleving.
07.04 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, plaats vrijmaken juich ik zeker toe, maar we moeten wel rekening houden met de realiteit. Het probleem mag niet worden verplaatst van de instroomzijde naar de uitstroomzijde van het opvangnetwerk. Uw antwoord heeft me niet helemaal gerustgesteld. Het is fantastisch als mensen werk hebben, niet alleen voor henzelf en hun integratie, maar ook voor ons land. Daar ben ik het mee eens. Als werken er echter voor zorgt dat men het risico loopt zijn huisvesting te verliezen, dan is dat totaal onrechtvaardig.
Wat als mensen met een stabiel inkomen het opvangnetwerk verlaten en plots hun werk verliezen? U hebt gezegd dat zij hun recht op opvang behouden, maar intussen zijn die plaatsen ingenomen door anderen, waardoor ze niet zomaar terug kunnen gaan. Wat gebeurt er dan? Dat is nog niet voldoende duidelijk voor mij.
Wat de link met het al dan niet verlenen van een verblijfsvergunning betreft, hebt u gezegd dat u niet van plan bent dat te koppelen aan het feit dat men werkt. Wij hebben echter nood aan arbeidskrachten om vacatures voor knelpuntberoepen in te vullen. Experten vragen daarom dat het hebben van een job meegenomen wordt als argument bij de besluitneming voor het verlenen van een verblijfsvergunning. Daar bent u niet op ingegaan. Het asielbeleid kan zo gekoppeld worden aan het migratiebeleid. Dat is zeker geen absurd voorstel. Hoe kan men mensen motiveren om bijvoorbeeld een zorgopleiding te volgen, Nederlands of Frans te leren met het oog op een job en zich volledig om te scholen, als het risico bestaat dat ze na twee jaar het land kunnen worden uitgezet? De link met een verblijfsvergunning geeft hun toch zekerheid, dus dat is het overwegen waard.
07.05 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d’État, vous citez le chiffre de 330 places libérées. Souvent, des mesures font beaucoup de bruit dans les médias mais, en fin de compte, elles ne concernent pas grand-monde. Je vous rejoins sur le fait que toutes les solutions doivent être envisagées. Nous n'étions pas forcément d'accord sur cette solution-là, mais il reste aujourd'hui dans les centres 7 200 Afghans devant faire l'objet d'une décision et qui, si elle est négative, ne pourront pas être expulsés. Nous avons déjà eu ce débat-là.
J'entends le soutien au marché de l'emploi et je m'en réjouis, mais je pense qu'il faudrait vraiment essayer d'inclure un soutien au marché du logement, des aides, des discussions sur les possibilités. Souvent, il manque une information correcte. Comme certains l'ont déjà souligné dans cette commission, je pense qu'il faut pouvoir réfléchir à la question du lien avec la diaspora et à la façon dont celle-ci peut contribuer au relogement, éventuellement avec un soutien financier. Je pense que cela pourrait être intéressant.
Vous avez utilisé une métaphore en disant que vous étiez contente que les gens puissent voler de leurs propres ailes. Je suis d'accord avec vous mais, pour cela, il faut encore pouvoir atterrir dans un nid. Or, ce n'est pas spécialement le cas: voler de ses propres ailes sans avoir de point d'attache est dangereux. Je pense qu'il faut vraiment se rendre compte qu'on ne peut pas relayer aux Régions la question de la précarité du logement et qu'il faut avoir une bonne interaction et penser la mesure jusqu'au bout, à savoir l'attribution d'un logement décent. Je vous remercie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08.01 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, ten eerste, keer op keer blijkt dat hoe repressiever het Europese grensbeheer en hoe strenger het asiel- en migratiebeleid, des te onrechtvaardiger en des te dodelijker de gevolgen zijn. De Internationale Organisatie voor Migratie noemde de afgelopen drie maanden het dodelijkste trimester sinds 2017 voor mensen op de vlucht en migranten die naar de EU proberen te komen via de Middellandse Zee. In de voorbije drie maanden stierven er 440 mensen en zijn 300 mensen nog vermist. Dat dodental zal hoogstwaarschijnlijk dus nog oplopen.
Sinds de start van het Missing Migrants Project in 2014 liepen het dodental en het aantal vermiste personen in de Middellandse Zee op tot 26.358. Tot nu toe was 2022 het dodelijkste jaar met meer dan 2.000 doden of vermiste personen. Jaar na jaar stijgt dat cijfer. Dat geeft ook een indicatie dat het beleid jaar na jaar harder wordt, vandaar mijn vragen.
Wat zult u doen om dergelijke doden te voorkomen, niet alleen in het kader van het Europees voorzitterschap, maar ook nu al?
Welke gesprekken worden reeds gevoerd op Europees niveau?
Ten tweede, de grenzen van de EU komen steeds verder in Afrika te liggen. In Niger worden zo’n 5.000 migranten in het midden van de woestijn, in Assamaka, aan hun lot overgelaten. De organisatie Dokters van de Wereld zegt dat die situatie het gevolg is van de externalisering van het grensbeheer en van het migratiebeleid van de Europese Unie. Door het steeds strenger worden van dat beleid worden het internationaal recht en mensenrechtenverdragen dagelijks geschonden.
Algerije maakt zich schuldig aan pushbacks: het drijft migranten en vluchtelingen terug de grens over naar Niger, ook minderjarigen op de vlucht. Dokters van de Wereld meldt dat verschillende kinderen vele kilometers alleen te voet moeten afleggen bij extreme hitte. De situatie is dus echt onmenselijk.
Ik val in herhaling met mijn vragen, maar de aangehaalde feiten zijn het gevolg van een streng migratiebeleid dat allesbehalve rechtvaardig is. Wat is uw reactie hierop? Gaat u ermee akkoord dat de externalisering van het grensbeheer en van het migratiebeleid van de Europese Unie daaraan ten grondslag ligt? Hoe staat u daartegenover? Wat zult u in 2024 daaraan doen of anders doen?
08.02 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, eind november 2022 heeft de Europese Commissie een actieplan voorgesteld dat een twintigtal maatregelen omvat om te proberen de situatie met betrekking tot de illegale migratieroutes naar Europa, waaronder uiteraard de Middellandse Zeeroute, onder controle te krijgen.
De veelbesproken top midden februari, waar de illegale migratie een belangrijk thema vormde, stelde in dat verband het volgende: “De bestaande actieplannen voor de route door de westelijke Balkan en de route door het Centraal-Middellandse Zeegebied moeten worden uitgevoerd. (…) De Commissie moet met voorrang actieplannen indienen voor de route door de Atlantische Oceaan, de route door het westelijke Middellandse Zeegebied en de route door het oostelijke Middellandse Zeegebied.”
Over welke 20 specifieke acties en maatregelen gaat het hier concreet? Waarom werden die ondertussen nog niet of onvoldoende uitgevoerd, zoals blijkt uit de verslagen van de Europese top van midden februari? Hoe ver staat het nu met de uitvoering van die plannen, zeker gelet op de actuele toestand, in het bijzonder met betrekking tot de Middellandse Zeeroute?
08.03 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je voudrais faire un rappel. Depuis ce matin, on entend beaucoup de choses qui ne sont pas forcément exactes. Il faudrait rappeler pourquoi ces personnes utilisent une route migratoire aussi dangereuse et mortelle: 1 500 personnes tuées depuis janvier. La raison est qu'on manque en Europe de voies sûres et légales de migration. En effet, quand vous êtes un jeune en souffrance, pour des raisons économiques, sociales ou de discrimination, vous n'avez pas accès au territoire de l'Union européenne de manière sûre et légale, ou du moins pas suffisamment. Je trouve toujours incroyable la manière dont on parle de ces personnes qui meurent tous les jours dans la Méditerranée, sans rappeler pourquoi elles prennent ce risque, comme si c'était une sorte d'aventure. Certains l'ont dit dans la presse ces dernières semaines: "L'aventure de l'Europe". Comme si on se réveillait un matin en disant: "Chouette, je vais partir en Europe", un peu comme quand nous partons en vacances. Il faudrait quand même rappeler cela.
Deuxième chose à rappeler: on parle d'un gouvernement italien fasciste avec une personne d'inspiration fasciste à sa tête, qui restreint le droit et le travail des ONG œuvrant pour sauver des vies humaines. Personne ne le rappelle. Je pense qu'à un moment donné, c'est aussi une question de démocratie de rappeler qui sont ces personnes à la base de décisions qui coûtent la vie à de nombreux individus en Méditerranée.
Je vais en venir à mes questions. Comment réagissez-vous
à cet état d'urgence que l'Italie a décrété et qui est en fait très politique?
Des contacts ont-ils été pris avec le gouvernement Meloni? Une sorte de
solidarité européenne va-t-elle s'enclencher, non pas avec le gouvernement
italien, mais avec tous ces maires locaux, à Lampedusa et ailleurs, qui
n'arrivent pas à gérer ces mouvements migratoires? La Belgique va-t-elle
participer au sauvetage en mer ou le soutenir, comme la résolution de 2019
votée par les partis de la Vivaldi le préconisait? Je vous remercie.
08.04 Darya Safai (N-VA): De Italiaanse regering heeft de noodtoestand afgekondigd als reactie op de sterke stijging van het aantal vluchtelingen en migranten in het land, die vanuit Noord-Afrika de Middellandse Zee oversteken. Tijdens het paasweekend bereikten zo’n 3.000 migranten de Italiaanse kust. Italië vraagt de Europese Unie om meer inspanningen te leveren.
Is de problematiek van de migratiedruk in Italië reeds besproken op Europees niveau? Steunt de Belgische regering de vraag van Italië naar meer inspanningen van de Europese Unie om de migratiedruk in te perken?
08.05 Staatssecretaris Nicole de Moor: Collega’s, de voorbije weken is vooral in Italië inderdaad een grote druk waar te nemen, terwijl we vorige zomer een sterke toename van vluchtelingen via de westelijke Balkanroute vaststelden. U herinnert zich wellicht onze acties ten opzichte van Servië en de missie naar Tunesië in maart 2023. Voorts besprak ik op 28 maart 2023 de zaak met de Italiaanse ambassadeur in Brussel en de wijze waarop Europese solidariteit het best tot uiting zou komen.
Collega’s, uiteraard wordt het thema van de migratiedruk, onder andere in Italië maar zeker niet gelimiteerd tot dat land, in de Europese Unie besproken. Dat migranten aan de Europese buitengrenzen sterven, zullen en mogen wij nooit aanvaarden. Het onderwerp staat dan ook terecht hoog op de Europese agenda.
Reeds op 25 november 2022 kwam er een bijzondere JBZ-Raad bijeen om zich over de situatie in de Middellandse Zee te buigen. De nadruk werd gelegd op de significante verhoging van de aanwezigheid op bijna alle routes, de nood aan samenwerking met derde landen en de urgentie om het Europese asielsysteem duurzaam te hervormen.
Mevrouw Pas, in de nasleep van die vergadering stelde de Europese Commissie inderdaad ook actieplannen voor die betrekking hebben op de verschillende migratieroutes richting Europa. Het actieplan van de Europese Commissie over de centraal-mediterrane route staat integraal op de daartoe bestemde website. U kunt daarop de twintig maatregelen nalezen.
Bovendien was er de bijzondere Europese Raad in februari 2023, waaraan de eerste minister deelnam en tijdens dewelke er conclusies werden getrokken. Commissievoorzitter von der Leyen heeft de staatshoofden en regeringsleiders ondertussen gebrieft over de voortgang van de zaken die de Europese Commissie op 9 februari 2023 naar voren schoof. Daarnaast zijn er talrijke vergaderingen op technisch niveau over de buitengrensbewaking.
De grote conclusie ter zake blijft dat er dringend nood is aan een nieuw asiel- en migratiebeleid van de Europese Unie. Ik val ongetwijfeld in herhaling wanneer ik stel dat de concrete oplossingen voor mij in het pact zitten. De Belgische vertegenwoordigers werken nu al heel intensief samen met de andere lidstaten om het pact te realiseren tegen 2024.
Mevrouw Daems, het pact introduceert net een Europees model dat geen externalisering inhoudt maar een sterke EU, met goed en correct gecontroleerde buitengrenzen. Ik pleit er in de Unie al maanden voor om concepten zoals het vragen van asiel aan de Europese grenzen en op het grondgebied te vrijwaren. Dat is het plan, dat op tafel ligt en dat ik wil realiseren in 2024.
Uiteraard hebben derde landen, ook de buren van de Europese Unie, eigen verantwoordelijkheden. België pleit stelselmatig voor de versterking van de asielsystemen in de aangehaalde landen en geeft daarvoor ook concrete steun aan UNHCR.
L'Union européenne coopère déjà avec les pays tiers en matière de gestion des migrations – et elle doit le faire. J'ai accueilli positivement l'attention réservée par la Commission à la dimension extérieure de la migration, y compris la coopération avec les pays d'origine et de transit, ainsi que la volonté de garantir l'efficacité des opérations de retour. Bien entendu, la politique extérieure de l'Union doit respecter son propre cadre juridique, notamment sa Charte. Selon moi, la meilleure garantie du respect et de l'application des droits fondamentaux ainsi que du droit de la mer est de progresser dans les réponses structurelles proposées par le Pacte.
Monsieur Moutquin, dans le cadre de la déclaration de politique adoptée en juin sous la présidence française, un mécanisme de solidarité ad hoc d'un an a été négocié en échange d'un accord sur les textes du screening et de l'Eurodac. La Belgique s'est engagée à relocaliser cent personnes. Nous travaillons avec les États membres de première entrée – Chypre, Malte, ainsi que l'Italie – afin de concrétiser cet engagement. Pour moi, le principe d'un fair share européen signifie qu'il faut également établir une solidarité avec les États membres – comme le nôtre – qui sont confrontés aux effets secondaires des arrivées.
La déclaration de l'état d'urgence en Italie et les règlementations nationales sur le comportement des ONG font l'objet d'un suivi de la part de la Commission européenne. C'est à celle-ci de juger de leur conformité aux obligations de l'Italie, en vertu du droit européen. Comme vous le savez, la Belgique a pour principe de respecter la liberté des ONG de participer à des opérations de recherche et de sauvetage. Cela suppose, bien sûr, qu'elles respectent également le cadre juridique existant. Pour le moment, aucune opération européenne de sauvetage n'est en préparation.
08.06 Greet Daems (PVDA-PTB): Dank u voor uw antwoord, mevrouw de staatssecretaris.
Verscheidene studies verbinden het stijgende dodental aan het feit dat search and rescue alsmaar vaker wordt gecriminaliseerd. Naast de criminalisering komen lidstaten steeds minder vaak hun verplichting na om search and rescue-operaties uit te voeren en negeren ze bewust noodsignalen. Dat gaat in tegen het internationale recht: lidstaten zijn verplicht om personen in nood in hun territoriale wateren te redden, ongeacht hun wettelijke status. Het getuigt vooral van een ongelofelijke verwaarlozing van migrantenlevens en geeft een duidelijke indicatie dat het beleid van de EU erop is gericht om zoveel mogelijk mensen buiten de EU te houden, wat dat ook mag kosten.
Ik heb van u heel duidelijk gehoord hoe verschrikkelijk u elk mensenleven dat op zee verloren gaat, vindt. U praat dat beleid zeker niet goed, maar ik wil u toch aanmanen dat het ook deels uw verantwoordelijkheid is om hier een oplossing voor te vinden. Reddingsoperaties op zee moeten worden gedecriminaliseerd. Staten en ngo’s kunnen hiertoe samenwerken, maar zolang lidstaten hun verantwoordelijkheid niet willen opnemen, is het een schande dat ngo’s die het gat willen opvullen, voor de rechter worden gesleept. Griekenland maakt zich nu schuldig aan de grootste criminalisering van solidariteit met zijn proces tegen onder andere Sarah Mardini. U kunt hier ook een voorbeeld stellen door een prioriteit te maken van de beëindiging van de criminalisering van solidariteit.
In die context komt externalisatie erop neer dat rijke, ontwikkelde landen een beroep doen op derde landen of particuliere entiteiten om te voorkomen dat asielzoekers en andere migranten hun grenzen bereiken. Met andere woorden, de EU en haar lidstaten pogen vluchtelingen en migranten zo ver mogelijk van de Europese grenzen te houden, zodat zij geen beroep kunnen doen op het asielrecht.
De gevolgen van dat asociaal en onrechtvaardig beleid zijn duidelijk: kinderen worden maandenlang opgesloten; mensen sterven van de hitte en honger in de woestijn; mensen verdrinken in de Middellandse Zee of vallen ten prooi aan mensenhandelaars.
Mevrouw de staatssecretaris, in 2024 hebt u een kans om het thema op de agenda van de Europese Raad te plaatsen. Ik heb dat al een aantal keren gezegd. U kunt echt een voorbeeld zijn. U zegt steeds dat u een voorstander bent van een gecontroleerd en een rechtvaardig asiel- en migratiebeleid. Tot nu is elk spoor van rechtvaardigheid zoek. Ik hoop dat u vasthoudt aan uw woord en het beleid echt rechtvaardig zult maken.
Ik wil wel al waarschuwen dat dat niet zal lukken als u ervoor kiest om het huidige beleid voort te zetten. Dat zal dan alleen maar leiden tot meer miserie en meer doden.
08.07 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik ben het met u eens dat er dringend nood is aan een nieuw immigratiebeleid, maar ik ben het absoluut niet met u eens – u zegt dat u daarover in herhaling valt, maar ik ook – dat de oplossing ligt in het EU-Migratiepact, integendeel. Men blijft daarbij uitgaan van open Europese asielloketten voor intercontinentale immigratie.
In tegenstelling tot wat mevrouw Daems verkondigt, ligt de oplossing net wel in de externalisatie. De verdrinkingsdoden zijn niet de schuld van Europa, mevrouw Daems, maar van gewetenloze mensensmokkelaars. De transitlanden doen niets om de illegale oversteek te verhinderen. Zij gebruiken die zelfs als politiek chantagewapen.
Als men de gruwelijke drama’s, de vele verdrinkingsdoden, wil vermijden, dan zal men ervoor moeten zorgen dat er minder schepen vertrekken. Dat kan men alleen maar doen door hen op een menselijke manier buiten Europa op te vangen. De externalisatie dient niet om ervoor te zorgen dat men geen beroep kan doen op het asielrecht, mevrouw Daems. Integendeel, dan kan dat op een menselijke manier, zonder het risico op verdrinkingsdoden.
Dat zal ervoor zorgen dat er veel minder gelukzoekers de oversteek wagen dan vandaag het geval is. Ik heb hier veel gehoord over solidariteit. Italië heeft de noodsituatie al afgekondigd en ik heb vorige week in de plenaire vergadering al gezegd dat we, gelet op de cijfers, al twee jaar in een noodsituatie zitten. Als de boel overstroomt, bestaat de oplossing er niet in om elke kelder een beetje onder water te zetten. Dan moet men er echter voor zorgen dat de overstroming stopt. Dan moet men ervoor zorgen dat de migratiestroom aan de buitengrenzen stopt en dat men mensen op een humane manier buiten Europa kan opvangen en hun de hulp biedt, die ze nodig hebben.
08.08 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, les négociations au niveau européen vont être difficiles. Il est important qu'on essaye de trouver un accord entre nous. Il y a déjà des points d'accord sur le respect des droits humains, sur le fait que le renforcement des frontières ne peut pas se faire sans parler de voies sûres et légales. Les gens migrent aujourd'hui et continueront à migrer, ils le feront d'autant plus avec le dérèglement climatique.
On doit préparer nos sociétés à ces mouvements. C'est une urgence démocratique. Il y a eu 1 500 morts en 2022 et chaque vie humaine perdue, chaque drame est un échec du rêve européen. Notre responsabilité n'est pas directe mais elle est collective et on doit pouvoir s'y atteler. J'espère que les dirigeants européens auront le courage de répondre finalement plus à leurs valeurs qu'à des enjeux électoraux. On connaît les discours alarmistes et électoralistes de l'extrême droite et je pense qu'il faut vraiment y répondre non pas en disant la même chose mais en proposant un autre projet plus solidaire.
08.09 Darya Safai (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, de noodtoestand zou de procedures moeten vergemakkelijken, maar lost het probleem niet op. Daarvoor is een kordaat optreden van de Europese Unie nodig. Italië probeert andere lidstaten ervan te overtuigen migranten over te nemen, maar het overleg in Brussel hierover verkeert al lange tijd in een impasse.
Wat zal de EU doen om de steeds toenemende instroom af te remmen? Een land als Italië is hier voornamelijk het eerste slachtoffer van en vraagt terecht steun aan de andere lidstaten. Dat zal niet werken, omdat het vooral Noord- en West-Europa zijn die deze mensen opvangen. Daar zal men niet veel solidariteit meer vinden om nog meer mensen op te vangen. Het systeem moet fundamenteel worden veranderd.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
De voorzitter: De vragen nrs. 55035904C, 55035905C, 55035906C en 55035907C van de heer Roggeman worden uitgesteld.
09.01 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, mijn eerder
ingediende schriftelijke vraag nr. 0912 bleef tot op heden onbeantwoord.
De
Dienst Vreemdelingenzaken publiceert al enige tijd geen cijfers meer inzake
gezinshereniging.
Graag
een overzicht van de kaarten of documenten afgegeven in het kader van de
gezinshereniging en geldig op 1 januari van de jaren 2018 tot en met 2023
volgens de nationaliteit van de begunstigde, op basis van de volgende indeling:
Totaal;
Totaal
EU + top 20 nationaliteiten; en
Totaal
niet-EU + topt 20 nationaliteiten.
Graag een
overzicht van de kaarten voor vreemdelingen of verblijfsdocumenten afgegeven in
het kader van gezinshereniging aan familieleden van een vluchteling of
begunstigde van de subsidiaire bescherming, en geldig op 1 januari van de jaren
2018 tot en met 2023, op basis van de volgende indeling:
Status
van de persoon die het recht op gezinshereniging opent: vluchteling of
subsidiaire bescherming; en
Band
van verwantschap / geboorteplaats: echtgenoot, descendant (geboren in België of
geboren in het buitenland), ascendent + telkens met vermelding van de graad;
Leeftijd
(o.b.v. de leeftijdspiramide uit vraag 4) en geslacht; en
Nationaliteit
van de begunstigde (top 20).
Mijn
eerder ingediende schriftelijke vraag nr. 0913 bleef tot op heden
onbeantwoord.
DVZ publiceert
al enige tijd geen cijfers meer inzake gezinshereniging.
Graag
een overzicht van de eerste kaarten voor vreemdelingen of verblijfsdocumenten
afgegeven in het kader van de gezinshereniging voor 2018-2022, op basis van de
volgende indeling:
Nationaliteit
van de persoon die het recht op gezinshereniging opent: Belg, Burger van de
Europese Unie en Vreemdeling niet burger van de Europese Unie;
Band
van verwantschap / geboorteplaats: echtgenoot, descendant (geboren in België of
geboren in het buitenland), ascendent + telkens met vermelding van de graad.
Graag
een overzicht van de eerste kaarten voor vreemdelingen of verblijfsdocumenten
afgegeven in het kader van de gezinshereniging volgens de nationaliteit van de
begunstigden voor 2018-2022, op basis van de volgende indeling:
Top 20
nationaliteiten volgens de nationaliteit van de begunstigde-EU burger;
Top 20
nationaliteiten volgens de nationaliteit van de begunstigde-niet-EU burger.
Graag
een overzicht van het gedeelte vrouwen onder de begunstigden van de eerste
kaarten voor vreemdelingen of verblijfsdocumenten afgegeven in het kader van de
gezinshereniging voor 2018-2022, op basis van de volgende indeling:
Nationaliteit
van de persoon die het recht op gezinshereniging opent: Belg, Burger van de
Europese Unie en Vreemdeling niet burger van de Europese Unie;
Band
van verwantschap / geboorteplaats: echtgenoot, descendant (geboren in België of
geboren in het buitenland), ascendent + telkens met vermelding van de graad.
Graag
een overzicht van de eerste kaarten voor vreemdelingen of verblijfsdocumenten
afgegeven in het kader van gezinshereniging volgens de leeftijdsgroep van de
begunstigde op datum van de afgifte voor 2018-2022, op basis van de volgende
indeling:
0-13
jaar;
14-17
jaar;
18-20
jaar;
21-34
jaar;
35-64
jaar; en
65
jaar en meer.
Graag
een overzicht van de eerste kaarten voor vreemdelingen of verblijfsdocumenten
afgegeven in het kader van gezinshereniging aan familieleden van een
vluchteling of begunstigde van de subsidiaire bescherming, voor 2018-2022, op
basis van de volgende indeling:
Status
van de persoon die het recht op gezinshereniging opent: vluchteling of
subsidiaire bescherming; en
Band
van verwantschap / geboorteplaats: echtgenoot, descendant (geboren in België of
geboren in het buitenland), ascendent + telkens met vermelding van de graad;
Leeftijd
(o.b.v. de leeftijdspiramide uit vraag 4) en geslacht;
Nationaliteit
van de begunstigde (top 20).
09.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Dank u wel, mevrouw Pas. Het betreft inderdaad schriftelijke vragen waarvoor de deadline verstreken is, waarop u nog geen antwoord hebt gekregen en die u hebt omgezet in mondelinge vragen.
De vragen met betrekking tot de eerste kaarten of verblijfsdocumenten in het kader van gezinshereniging, betreffen echter zeer uitgebreide cijfers over gezinshereniging. De statistici van DVZ hebben mij laten weten dat het zeer veel tijd vraagt om deze te genereren. Dat heeft vooral te maken met het gebrek aan digitalisering bij de Dienst Vreemdelingenzaken, dat ervoor zorgt dat die cijfers niet beschikbaar zijn. Het vraagt dus heel wat bijkomend onderzoek om die cijfers op een correcte manier te genereren. De statistici zijn daarmee momenteel bezig.
Mijn excuses dat het zo lang duurt. Ik hoop dat de toekomstige digitalisering bij de Dienst Vreemdelingenzaken dit probleem zal verhelpen. Intussen dring ik er bij de dienst op aan om zo snel mogelijk die cijfers te genereren, zodat ik u een schriftelijk antwoord kan bezorgen.
09.03 Barbara Pas (VB): Ik wacht in spanning de cijfers af. Het is inderdaad duidelijk dat er een probleem is. De Dienst Vreemdelingenzaken publiceert immers al enige tijd geen cijfers meer inzake gezinshereniging. Het is wel het moment om werk te maken van de beloofde website waarop alle cijfers transparant zouden worden weergegeven. Het is moeilijk om zijn job deftig te doen als men niet aan de juiste informatie of niet tijdig aan informatie geraakt. Ik begrijp het dat men door een gebrek aan digitalisering moeilijkheden heeft om een en ander te verzamelen. Ik blijf het echter een ware schande vinden dat de staatssecretaris geen enkel zicht heeft op cijfers van gezinshereniging.
Ik wil ook de manier van werken aankaarten. Ik heb gisterenavond en vanmorgen op schriftelijke vragen waarvan de termijn verstreken was, nog antwoorden binnengekregen. Het maakt het voor de diensten van de commissie niet echt makkelijk. Ik had deze vragen allemaal omgezet in mondelinge vragen in een poging om aan antwoorden te geraken. Ik heb deze problematiek al eens aangekaart. Het is geen ideale manier van werken als we net voor de commissie nog allerhande antwoorden binnenkrijgen. U hebt zich twee commissievergaderingen geleden verontschuldigd voor de vertraging en u geëngageerd om dat in de toekomst beter te doen. Dat was duidelijk nog niet de nabije toekomst. Ik zou er toch op willen aandringen dat dat op een werkbaardere manier gebeurt in de nabije toekomst.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Aan de orde is vraag nr. 55035947C van mevrouw Pas over de opvang van asielzoekers in hotels.
09.04 Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, ik heb daar in laatste instantie een antwoord op gekregen dus ik trek deze vraag in.
10.01 Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar mijn schriftelijk ingediende vragen.
Mijn
eerder ingediende schriftelijke vraag nr. 0880 bleef tot op heden onbeantwoord.
Er
bereiken ons berichten van fraude via de gecombineerde vergunning vanuit
Marokko en Turkije. Betrokkenen zouden
zogenaamd voor knelpuntberoepen naar België komen, terwijl deze jobs en
vacatures er in werkelijkheid niet zijn. Vele personen zonder hoegenaamd over
de vereiste competenties te beschikken (voor knelpuntberoepen bvb.) zouden naar
België komen, mogelijk na het betalen van hoge bedragen aan tussenpersonen in
België.
In
hoeveel gevallen bestaan is er sprake van aanwijzingen voor dergelijke fraude?
Graag een opsomming van het aantal gevallen, per land en per knelpuntberoep.
Hoeveel
dossiers werden 'on hold' gezet? Graag een opsomming van het aantal gevallen,
per land en per knelpuntberoep.
Gebeurde
het in het verleden nog dat aanvragen 'on hold' werden gezet en wat gebeurde er
toen om dit op te lossen?
Hoeveel
strafrechtelijke inbreuken werden reeds overgemaakt aan het parket? Naar
hoeveel werkgevers loopt een gerechtelijk onderzoek?
Wat
was de uitkomst van de werkgroep?
Eind
februari raakten berichten bekend over visumfraude in verband met de
gecombineerde werk- en verblijfsvergunning. Eind maart stelde u in deze
commissie dat op basis van de voorlopige cijfers, het Vlaams Gewest ondertussen
46 toelatingen tot arbeid ingetrokken heeft, dat 48 toelatingen tot arbeid nog
zouden worden ingetrokken, en dat 37 dossiers on hold bleven in afwachting van
verdere inspectie.
Wat is
de actuele stand van zaken?
Op een
werkgroep die eerder werd opgericht, werd ook beslist dat de
informatie-uitwisseling geoptimaliseerd wordt en zou bekeken worden hoe in de
toekomst misbruik van de procedure kan vermeden worden. Welke concrete
initiatieven werden op dat vlak ondertussen reeds genomen?
Wat is
het concrete resultaat van de werkmissie van Buitenlandse Zaken en Werk
Vlaanderen die begin deze maand plaatsvond?
10.02 Ben Segers (Vooruit): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb het interview met u en minister Brouns in Het Belang van Limburg gelezen. Mijn reactie daarop is tweeledig.
Ik ben ten eerste heel enthousiast over de voorstellen die u lanceerde over bijvoorbeeld de inburgering van de arbeidsmigranten of het stellen van de huisvestingsvoorwaarden of het verlengen van de periode van drie maanden tot zes maanden na de stopzetting van de gecombineerde vergunning.
Hopelijk is er wel al een heel traject bezig en zal dat niet leiden tot loutere beslissingen als 'we zullen het onderzoeken', maar tot echte beslissingen om klaar te zijn om het samenwerkingsakkoord aan te passen. Het gaat hopelijk ook om meer dan wat werd aangehaald in het interview. Fairwork heeft schitterend voorbereidend werk gedaan. Ik hoop dan ook dat er zoveel mogelijk van deze aanbevelingen ter harte worden genomen. Dit is immers een unieke kans waarvan ik hoop dat u ze zult grijpen.
Mijn tweede reactie op het interview is iets minder positief, toch wat betreft de reactie van minister Brouns, die deed uitschijnen dat de zaak over de wantoestanden met de gecombineerde vergoedingen een storm in een glas water was. Dat is een lelijke vergissing en behoorlijk verkeerde inschatting, vandaar mijn vraag naar de stand van zaken in het dossier van de wantoestanden bij zowel de Turkse als Marokkaanse aanvragers.
Werd de politie en of het parket op de hoogte gebracht door u of u uw diensten van mogelijke wantoestanden? Is daar nu een onderzoek gaande?
Ik ben natuurlijk ook bijzonder benieuwd naar de cijfers. Hoeveel blokkeringen zijn er nu nog? Hoeveel waren er in het totaal geblokkeerd? Hoeveel toelatingen werden ondertussen door het Vlaamse Gewest gegeven? Hoeveel dossiers staan nog on hold in afwachting van verdere inspectie? Hoeveel van de dossiers werden door Vlaanderen als niet problematisch beschouwd en werden zo vrijgegeven? Ik heb ook enkele voorlopige cijfers gezien en daaruit blijkt toch dat er voldoende redenen zijn om ons meer dan zorgen te maken.
Er was ook een gezamenlijke werkmissie naar Istanbul. Die is er toch niet zomaar gekomen? Ik hoor dat minister Brouns zegt dat er 500 werden vrijgegeven. Wat is dan de zin van de missie als ze toch al vrijgegeven zijn? Ik hoop dat men weldegelijk op een nuttige manier met deze informatie aan de slag is kunnen gaan om ze daar waar er wantoestanden zijn in te trekken.
Er was de eerdere blokkering door DVZ en het consulaat, maar tijdens die periode heeft DVZ de dossiers wel verder behandeld. Komt het dan weer terecht bij DVZ? Was het wel een goed idee om die voorlopig bij DVZ te laten doorstromen? Het is goed dat men daar nu rond samenzit, maar de informatiedoorstroming tussen DVZ en Vlaanderen moet toch beter kunnen. De heer Roosemont vertelde tijdens de hoorzitting dat hij zijn collega daar nog niet kende, terwijl u eerder hebt gezegd dat er een intensieve informatie-uitwisseling was. Die verklaringen spreken elkaar tegen.
Welke lessen werden daaruit getrokken? Hoeveel dossiers werden er in Istanbul bekeken? Welk gevolg werd daaraan gegeven? Wat is de stand van zaken van de Marokkaanse dossiers op vlak van het aantal intrekkingen en blokkeringen? Bent u het in globo eens met de analyse van minister Brouns dat de hele zaak een storm in een glas water is? Wat is de stand van zaken van de dossiers van de andere gewesten?
10.03 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Pas en mijnheer Segers, u vroeg om een update over het dossier van de geblokkeerde gecombineerde vergunningen.
Van 3 tot 5 april vond er een gezamenlijke missie van het Vlaams Gewest, de FOD Buitenlandse Zaken en de Dienst Vreemdelingenzaken naar Istanbul plaats. Die missie verliep bijzonder constructief. De betrokken lokale partners en diensten deelden hun expertise en bevindingen en er werd overgegaan tot een diepgaande gezamenlijke analyse van 130 dossiers waarover nog vragen bestonden. De missie leidde zowel tot verschillende beslissingen in individuele dossiers, alsook tot enkele structurele afspraken.
Wat de individuele dossiers betreft: in 771 Turkse dossiers was de afgifte van het visum geblokkeerd. Ondertussen werden 446 visa vrijgegeven. Van de overige 325 wordt voor een deel de toelating tot arbeid ingetrokken door het bevoegde gewest. Voor een deel is de conclusie van de missie dat het Vlaamse Gewest of de Dienst Vreemdelingenzaken de dossiers opnieuw onderzoeken op basis van de uitwisseling op de missie en de expertise van de lokale actoren. Een deel van deze dossiers blijft voorlopig on hold omdat er een onderzoek loopt.
Er werden ook verschillende structurele maatregelen tot verbetering van de procedure voorgesteld, zoals een alarmbelprocedure met concrete werkafspraken tussen de bevoegde instanties en de rol van de bevoegde diplomatieke post, met de mogelijkheid de post te vragen een interview met de kandidaat-werknemer uit te voeren in twijfel- of probleemdossiers. DVZ gaat ook systematisch de antecedenten van de kandidaat-werknemer na bij de aanvraag tot gecombineerde vergunning, zodat daarmee rekening kan worden gehouden bij de beoordeling van het dossier.
De overlegmomenten tussen de administraties zullen vaker plaatsvinden.
Ook op het niveau van het Vlaams Gewest werden verschillende voorstellen geformuleerd tot verbetering van de behandeling van de dossiers.
Voor de cijfers over het aantal ingetrokken toelatingen tot arbeid verwijs ik u graag naar het bevoegde gewest.
Mijnheer Segers, het is voor mij duidelijk dat bepaalde dossiers terecht on hold werden geplaatst en nu opnieuw en minutieuzer worden onderzocht. Het is ook duidelijk dat er verbeterpunten zijn aan de procedure van de gecombineerde vergunning. Daartoe worden nu al concrete werkafspraken gemaakt, maar zullen ook verschillende van mijn voorstellen worden besproken tijdens de voorbereidingen op de interministeriële conferentie Migratie en Integratie, die nu gaande zijn. Ik benadruk graag nogmaals dat legale en gecontroleerde migratiekanalen broodnodig zijn, niet het minst voor arbeidsmigratie. De procedures moeten wel continu worden verbeterd, om ervoor te zorgen dat er geen misbruik wordt gemaakt van die kanalen en dat er steeds nauwgezet wordt onderzocht of aan alle voorwaarden is voldaan.
Mevrouw Pas, ik antwoordde nog niet op uw schriftelijke vraag wegens de geplande missie naar Istanbul. Ik kan u echter nader verduidelijken dat het wel meer voorkomt dat diplomatieke posten bepaalde dossiers signaleren aan de Dienst Vreemdelingenzaken voor afgifte van het visum. Het gaat daarbij echter over individuele dossiers die beperkt zijn in aantal en waaraan steeds een passend gevolg wordt gegeven door de diensten.
Voor uw vraag over het aantal inbreuken en het aantal lopende gerechtelijke onderzoeken verwijs ik u eveneens graag door naar de bevoegde inspectie- of gerechtelijke diensten. De Dienst Vreemdelingenzaken heeft altijd alle informatie waarover hij beschikte, gesignaleerd aan de bevoegde autoriteiten.
10.04 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor de huidige stand van zaken. U zal er niet aan twijfelen dat er nog een schriftelijke vraag volgt om de andere cijfers nauwgezet op te volgen.
U zegt dat er verbeterpunten zijn wat betreft de procedure van de gecombineerde vergunningen, maar een timing ontbreekt in uw antwoorden altijd. U zegt ook dat legale migratie broodnodig is – het EU-migratiepact, waar u altijd mee dweept, gaat die nog meer promoten – maar dan moet u toch minstens zorgen voor een deftige controle en voor het uitsluiten van fraudemogelijkheden. Ik stel vast dat de Dienst Vreemdelingenzaken daar allemaal voor moet instaan, terwijl u zelfs niet eens op de hoogte bent van de cijfers inzake gezinshereniging – dat bleek uit uw antwoord op een vorige vraag. Dat vind ik onvoorstelbaar, want gezinshereniging is het grootste migratiekanaal en u hebt daar geen enkel zicht op. Ondertussen moet u echter wel garant staan voor de controle op de legale migratie, die u promoot. Dat het hier uit de hand loopt, verbaast niemand met zulke antwoorden.
10.05 Ben Segers (Vooruit): Mevrouw de staatssecretaris, ik denk dat ik geen antwoord heb gekregen op mijn eerste vraag, waarin ik vroeg of er melding is gemaakt door de Dienst Vreemdelingenzaken, door u of door andere diensten van mogelijke wantoestanden bij de politie of het parket. Kunt u daar nog een aanvulling op geven?
10.06 Staatssecretaris Nicole de Moor: De Dienst Vreemdelingenzaken heeft altijd melding gemaakt van verschillende zaken bij de bevoegde diensten.
10.07 Ben Segers (Vooruit): Oké.
Het is natuurlijk goed dat er een gezamenlijke missie is gebeurd. Het is ook goed dat dat constructief is verlopen. Dat is ook absoluut noodzakelijk. Ik stel me wel nog altijd vragen bij de informatiedoorstroming van DVZ naar de Vlaamse diensten. Hoe is het mogelijk geweest dat zoveel zaken nog uitgeklaard moesten worden? Dat begrijp ik nog altijd niet goed.
Ik had gehoopt iets meer detailcijfers te krijgen. Ik begrijp nu dat er 446 werden vrijgegeven en dat van de overige 325 een deel werd ingetrokken door het gewest. Een deel is 'in onderzoek'. Wat is dat deel? Dat is natuurlijk wel belangrijk om te kunnen inschatten hoe groot deze zaak is.
Het is uiteraard goed dat de intrekkingsgronden en dergelijke herbekeken worden. Hopelijk is het gevolg van die missie niet alleen dat DVZ daar een en ander zal herbekijken, maar dat ook in Vlaanderen een en ander herbekeken zal worden op basis van de huidige intrekkingsgronden. Ik heb het Vlaamse besluit nog eens goed bekeken, het zijn er echt heel veel. Heel creatief moet men niet zijn om daar heel veel aan op te hangen. Misschien kan daar links en rechts nog iets aan verbeterd worden. Hopelijk dringt u erop aan dat Vlaanderen de bestaande mogelijkheden maximaal zal gebruiken als daar nood aan is. Ik ben het helemaal eens met uw analyse dat de gecombineerde vergunning heel belangrijk is, dat die broodnodig is. Het is een kanaal dat veel te belangrijk is om aan misbruikers over te laten.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11.01 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, sinds de herziening van de Schengencode is de Europese Commissie verplicht om één keer per jaar de medewerking van derde landen op het gebied van overname te beoordelen, waarna de Raad positieve of negatieve gevolgen kan koppelen aan de bevindingen uit het rapport.
Uiteindelijk resulteerde dat met betrekking tot visumsancties tot op heden tegen slechts één welbepaald land tot resultaat, namelijk Gambia, terwijl er discussie was voor drie andere landen, namelijk Senegal, Irak en Bangladesh. Begin dit jaar was die discussie nog lopende, maar ondertussen werd reeds de derde cyclus opgestart.
Is de cyclus voor 2022 ondertussen afgerond? Wat was de uitkomst van de discussie over Senegal, Irak en Bangladesh? Worden er sancties uitgesproken en zo ja, welke? Wat is de concrete stand van zaken met betrekking tot de cyclus voor 2023?
11.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Pas, de procedure onder artikel 25, a), van de visumcode van 2022 loopt inderdaad nog. In deze procedure kwamen de Europese ministers al overeen om de sancties tegen Gambia te verhogen. De discussie voor drie andere derde landen, Senegal, Bangladesh en Irak, is nog niet afgerond.
We stellen ondertussen evenwel vast dat er opnieuw meer bereidheid is van de bovengenoemde landen om mee te werken aan de terugkeer van de eigen onderdanen, wat meteen ook het nut van de procedure aantoont.
U kunt de concrete voorstellen van de Europese Commissie tot sancties raadplegen in het Publicatieblad van de Europese Unie.
België heeft zich al meermaals uitgesproken over de te trage vooruitgang van de procedure, die ertoe heeft geleid dat de cyclus voor 2022 niet tijdig kon worden afgerond. Ik steun daarom een voorstel van de Europese Commissie om de Commissie te binden aan een vaste kalender, opdat deze procedure op een efficiëntere wijze zou kunnen verlopen in de toekomst.
Een nieuwe cyclus, die van 2023, is ondertussen opgestart op basis van een rapportering door alle lidstaten. Het Zweedse voorzitterschape heeft een reeks derde landen voorgedragen voor een discussie op basis van objectieve criteria die blijken uit het vergelijkend rapport. Lidstaten kunnen ook zelf nog landen voordragen. Uit die lijst zal een tweede lijst worden bepaald op basis waarvan de Europese Commissie de tweede fase kan aanvatten. In die fase doet de Europese Commissie een outreach naar betrokken landen om de terugkeersituatie op diplomatieke wijze aan te kaarten.
De procedure is vertrouwelijk. Zoals elk jaar mag ik pas in de fase waarin maatregelen worden voorgesteld, de namen van de landen vrijgeven.
11.03 Barbara Pas (VB): Dank u, mevrouw de staatssecretaris, voor uw antwoord. Ik ben het volledig met u eens dat die procedure veel te traag vordert en dat het een goed plan is daar een vaste kalender voor op te stellen. Ik begrijp dat de procedure vertrouwelijk is en dat we de lijst voor de dit jaar opgestarte procedure, die onder het Zweedse voorzitterschap is voorgedragen, nog niet kunnen krijgen. U hebt echter ook gezegd dat lidstaten daar nog landen aan kunnen toevoegen, en misschien kunt u ons wel vertellen of België daar nog landen aan wil toevoegen?
Ik wens u alleszins veel succes om daarin tot een snellere vooruitgang op Europees vlak te komen, want in vergelijking met het huidige tempo van de Europese vooruitgang inzake migratiebeleid is de processie van Echternach een sprint.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12.01 Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, Athene is van plan om de bestaande grensversperring aan de Turkse grens over een afstand van 100 kilometer te verlengen, met als geschatte kostprijs ongeveer 100 miljoen euro. Volgens de Griekse regeringsleider, Kyriakos Mitsotakis, is die muur nodig om de grens van zijn land te beschermen. Die grens is toevallig ook een buitengrens van de Europese Unie. Vandaag hebben wij hier al dikwijls pleidooien gehoord om die buitengrens te versterken.
De Griekse regeringsleider stelde bij die gelegenheid dan ook dat het tijd wordt dat de Europese Commissie voor dat soort projecten Europese middelen ter beschikking stelt. Dat is trouwens ook al door een aantal andere landen gevraagd.
Mevrouw de staatssecretaris, zal de Belgische regering op die Griekse vraag naar Europese middelen op Europees niveau positief ingaan? Bent u van plan om dat al dan niet te steunen?
12.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Pas, België wordt niet gevraagd om te oordelen over de vraag tot financiering van een muur aan de Griekse buitengrens. Indien een lidstaat Europese financiering wenst, bestaan er mogelijkheden om projecten in te dienen. Het is aan de Europese Commissie om daarover te oordelen. Hoe dat gebeurt, maakt deel uit van de bestaande wetgeving, namelijk de regels in het kader van het BMVI-fonds, het Border Management and Visa Instrument. Dat is het Europese fonds dat al bestaat om lidstaten te ondersteunen in hun grensbeheer.
Bijlage 3 van dat fonds vermeldt welke acties financierbaar zijn uit dit fonds en dus Europese financiering kunnen ontvangen. Het is de Europese Commissie die bekijkt wat mogelijk is in het licht van de prioriteiten en de beschikbare middelen.
Ook België maakt al gebruik van die mogelijkheid in het BMVI, bijvoorbeeld in de luchthavens van Zaventem, Charleroi en Antwerpen, om vaste en mobiele uitrustingen en infrastructuur te plaatsen. Denk maar aan de e-gates, scanners, IT- toepassingen enzovoort.
Ja, mevrouw Pas, ik vind het niet meer dan logisch dat er Europese financiering bestaat om lidstaten bij te staan om hun buitengrenzen correct te bewaken, omdat het vaak om Europese buitengrenzen gaat, maar het is aan de Europese Commissie om die projecten al dan niet goed te keuren.
12.03 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik ken de procedure uiteraard. Als ik u deze vraag stel, vis ik naar het standpunt van deze regering en of u het een goed idee vindt dat de Europese financiering daarvoor zal worden gebruikt, want uiteraard hebben wij in Europa ook een stem.
U zegt dat u het een goed idee vindt dat de Europese financiering bestaat om de buitengrenzen te beschermen. Mag ik daaruit afleiden dat u het ook een goed idee vindt dat dit naar het Griekse project gaat? Daarop hebt u immers geen antwoord gegeven.
De voorzitter: Er komen blijkbaar geen bijkomende antwoorden.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
13.01 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, la situation des MENA est une crise dans la crise. Comme on le sait, elle est catastrophique pour des raisons structurelles qui datent des précédentes années. Par ailleurs, on parle d'un public qui, par définition, est vulnérable et pour lequel existent des risques de tomber dans la précarité et dans toute une série de situations dangereuses (trafic de drogue, prostitution, disparitions, etc.) qui se produisent et qu'il faut pouvoir nommer.
Le nombre de MENA augmente grandement. On parle de 6 434 premiers signalements en 2022, soit une augmentation de 30 % par rapport à 2021. Plus inquiétant encore, c'est que 2 200 signalements concernaient des enfants entre 11 et 15 ans, un public d'autant plus vulnérable.
Madame la secrétaire d’État, tous les MENA qui demandent l’asile reçoivent-ils aujourd’hui systématiquement une place dans le réseau d’accueil? Que mettez-vous en place pour informer et accompagner les MENA qui ne se présentent pas d'eux-mêmes au réseau d'accueil? Des nouvelles places d’accueil adaptées aux MENA sont-elles prévues? Comment le dialogue avec la Fédération Wallonie-Bruxelles ou avec les entités fédérées de manière générale se passe-t-il? Où en sont les discussions concernant le statut de tuteur? Je sais que cette question s'adresse plutôt à votre collègue, le ministre de la Justice. Enfin, qu'en est-il de la mise en place du centre pour les MENA en errance autrefois géré par MSF? Il était en effet question d'une reprise des services par Fedasil mais, à l'époque, on cherchait un bâtiment.
13.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Monsieur Moutquin, je peux vous assurer que chaque MENA qui demande la protection internationale est immédiatement accueilli dans une place d'accueil adaptée chez Fedasil. L'état actuel du réseau des centres d'accueil ne nécessite pour le moment pas l'ouverture de nouveaux centres d'urgence pour les MENA.
Dans la convention avec les Communautés, nous avons prévu 150 places au sein de Opgroeien et 130 places au sein de l'Aide à la jeunesse. De ces 130 places, seulement 100 sont opérationnelles mais tout est mis en œuvre par l'Aide à la jeunesse pour y arriver. Opgroeien fournit également 14 places d'urgence suite à notre demande de places supplémentaires en raison de la situation de saturation en hiver. La désignation en famille d'accueil se fait en dehors des conventions. Cependant, Fedasil finance aussi directement 15 places au sein de Mentor Jeunes.
On constate que trop de jeunes enfants restent actuellement dans notre réseau d'accueil. Les centres d'accueil de Fedasil ne sont pas toujours adaptés pour accueillir les enfants de moins de 15 ans. En outre, il y a aussi beaucoup de jeunes dans notre réseau d'accueil qui ont déjà un droit de séjour mais qui ne peuvent pas faire la transition vers l'aide sociale. Pour ces raisons, je suis en discussion avec les ministres Crevits et Glatigny pour renforcer notre coopération. Ces consultations sont en cours tant au niveau bilatéral que dans le cadre de la CIM.
Vu que les MENA en transmigration ou en errance se présentent rarement spontanément auprès de Fedasil pour demander un accueil, nous finançons plusieurs projets. Nous finançons depuis avril 2019 le projet d'outreach "Xtra MENA" de Caritas, qui vise à informer le groupe cible difficile à atteindre des MENA en transmigration et à le diriger vers le réseau d'accueil.
Les MENA en transmigration qui, avec ou sans l'aide de "Xtra MENA", décident de se présenter auprès de Fedasil sont dirigés vers un centre d'observation et d'orientation avant qu'ils ne soient orientés vers une place d'accueil en deuxième phase d'accueil.
Nous avons aussi prévu un budget pour cofinancer une maison à bas seuil à Anderlecht pour des enfants en errance, souvent d'origine maghrébine, et qui connaissent souvent des problèmes de toxicomanie. Un budget a également été prévu pour la mise en place d'un centre d'accueil à bas seuil pour 80 jeunes, similaire à celui organisé par MSF pour les jeunes en transit qui ne veulent pas encore introduire de demande de protection internationale en Belgique. Notre partenaire d'accueil est depuis longtemps à la recherche d'un bâtiment adéquat.
Concernant votre question sur le statut de tuteur, comme vous le savez, ce sujet est de la compétence du ministre de la Justice.
13.03 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie.
Qu'aucun MENA ne doive rester dans la rue est une très bonne nouvelle. Il faut s'en réjouir. Cela doit être le cas pour tous les demandeurs d'asile, mais pour les MENA le contraire aurait été inquiétant. Je suis content de savoir qu'il y a une concertation avec les entités fédérées. C'est vrai, je ne sais pas dans quelle mesure cela s'est déjà fait. Nous sommes fort pris par la crise de l'accueil. Je crois qu'il faut vraiment avoir un dialogue avec le ministre de la Justice car la situation des tuteurs est critique: ils nous alertent, ils sont épuisés, en manque de reconnaissance de leur travail et de leur statut. Ce serait une solution pour la gestion, l'accompagnement et l'information, et une meilleure vie, finalement, pour ces MENA.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
14.01 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame
la secrétaire d’État, c'est un peu "l'histoire sans fin". Je fais ici
référence au film Un jour sans fin
avec Bill Murray. Je dois malheureusement encore vous interroger sur la crise
de l'accueil qui existe toujours.
L’État belge
a été condamné 8 200 fois. Mais, pour la première fois, il a été condamné
pour "préjudice moral " à verser 2 500 euros d’amende à un
plaignant.
Comme on le
sait, l'État ne parvient toujours pas à répondre à ses obligations. Ce sont
encore et toujours les citoyens, les associations et les ONG qui assument une
large part de l’accueil d’urgence des personnes concernées, même si c'est de
manière moins visible.
Madame la secrétaire
d’État, quand prévoyez-vous pouvoir attribuer une place dans le réseau
d'accueil à chaque demandeur d'asile? Qu’en est-il des unités de logement de
l’Union européenne ? Un nouveau terrain a-t-il été trouvé? De nouveaux
centres d'accueil sont-ils prévus ? Qu'en est-il des aides à la mise en
place d'ILA? On sait que celles-ci sont importantes: 40 % du réseau
d'accueil avant 2016 et 17 % aujourd'hui. Un dialogue est-il toujours en
cours avec la Défense concernant de nouvelles places?
14.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Monsieur Moutquin, il est vrai que la situation reste difficile aujourd'hui. Le nombre de demandes de protection internationale demeure élevé.
Nous restons attachés à une politique visant à limiter les flux entrants, à augmenter les flux sortants et à développer de nouvelles places d'accueil.
Pour ce qui concerne l'augmentation du nombre de places d'accueil, nous disposons de containers mis à disposition par l'agence européenne. La recherche d'un lieu approprié pour installer ces containers est toujours en cours. Différentes pistes sont explorées. Un lieu définitif n'a pas encore été trouvé.
Des capacités d'accueil supplémentaires sont constamment créées. En avril et mai, 1 600 places complémentaires sont prévues dans le réseau d'accueil, avec la création de nouveaux centres d'accueil et avec l'augmentation de la capacité des centres d'accueil existants. Ces places sont souvent créées en collaboration avec différentes instances dont la Défense.
Quant aux places en ILA, des mesures supplémentaires sont en cours de préparation afin d'augmenter leur nombre.
Toutefois, outre la création de capacités supplémentaires, il reste essentiel de se concentrer aussi sur l'augmentation des flux sortants. Dans ce contexte, plusieurs mesures ont été prises, notamment à travers le renforcement des autorités chargées de l'asile afin d'augmenter le nombre de décisions.
14.03 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie et vous poserai des questions plus précises par écrit au sujet de différents chiffres.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
15.01 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le président, le titre de ma question est compliqué, tout comme la maladie qu'elle aborde.
Madame la secrétaire d'État, La dépranocytose est une maladie génétique héréditaire qui se guérit soit par une greffe de la moelle épinière soit par une greffe de cellules souches. C’est une maladie qui touche 500 000 enfants chaque année. Malheureusement, la moitié n’atteint pas l'âge de 5 ans. Les thérapies conseillées sont l’échange transfusionnel d’une grande quantité de globules rouges atteints et la prise d’un médicament, dénommé Hydrea.
En Belgique, de nombreuses personnes exilées sont atteintes de cette maladie – que l'on retrouve principalement en Afrique subsaharienne – et reçoivent, fort heureusement, un traitement susceptible de les soulager, car la dépranocytose peut se révéler extrêmement douloureuse, voire entraîner la mort. En revanche, ce traitement est fort coûteux, voire impossible à payer dans les pays d’origine. Pourtant, l’Office des Étrangers refuse, dans certains cas, d'accorder une régularisation médicale à ces personnes, sous prétexte que le traitement contre la dépranocytose serait "disponible" dans leur pays d’origine. Or le problème n'est pas celui de la disponibilité, mais bien celui de l'accessibilité, puisque le traitement coûte au minimum 350 euros dans certains pays, et que, dépassant donc le salaire moyen des intéressés, il est impossible de le payer.
Je sais que nous ne pouvons pas parler de cas personnels, mais je pense à cette famille de Flémalle, sans citer les prénoms de ses membres: "Marie", la mère, et ses trois enfants de 14, 11 et 8 ans. Les deux plus jeunes sont dépranocytaires, tandis que la petite souffre d’une forme très aiguë l’obligeant à être hospitalisée fréquemment. Ils ont pourtant reçu un refus de régularisation 9 ter, sous prétexte – invoqué par les médecins de l'Office des Étrangers – qu’un traitement est disponible à Kinshasa, dans leur pays d'origine.
Cette question de disponibilité ne correspond pas à la réalité de cette famille et de nombreuses autres – je ne vous interroge pas particulièrement sur cette famille.
Madame la secrétaire d’État, quels sont les chiffres des régularisations 9 ter en 2022 ? Quelles maladies sont-elles les plus souvent évoquées?
De quel traitement disponible à Kinshasa parlent les médecins de l’Office des Étrangers? Quel est son coût évalué par l’Office des Étrangers? La "disponibilité" et l’ "accessibilité" sont-elles différenciées dans les décisions de l’Office des Étrangers? Des recours émanant d'une instance médicale contre les décisions des médecins de l’Office des Étrangers sont-ils possibles?
15.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Cher collègue, les chiffres des autorisations de séjour pour raisons médicales sur la base de l'article 9 ter de la loi que vous demandez sont publiés mensuellement sur le site web de l’Office des Étrangers. Je vous conseille de consulter ce site et de m'adresser ensuite une question écrite si vous voulez des compléments d'information.
Les informations relatives au traitement et au coût de la maladie sont prises en compte par les fonctionnaires médecins et se trouvent dans l'avis médical individuel faisant partie de la décision individuelle sur la base de l'article 9 ter. La disponibilité mais également l'accessibilité des soins font l'objet de deux études approfondies et distinctes qui sont insérées dans l'avis médical accompagnant la décision non fondée.
Il est toujours possible d'introduire un recours devant le Conseil des Contentieux des étrangers (CCE) contre une décision de refus. Dans le cadre de ce recours, le demandeur peut apporter tous les documents médicaux ou autres qu'il jugera utiles afin de contester la décision. Ces éléments doivent avoir été mis à disposition de l’Office des Étrangers au moment de la prise de décision. On ne peut en effet leur reprocher de ne pas avoir pris en compte des éléments qui n'étaient pas dans le dossier au moment de la décision.
15.03 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Je ne manquerai pas de consulter le site de l'Office des Étrangers afin d'alléger votre travail. Je me rends compte qu'on est parfois un peu paresseux et qu'on doit le faire.
Je trouve bien entendu intéressant qu'il puisse y avoir des recours auprès du Conseil du Contentieux des étrangers. Je ne prétends pas du tout que l'Office des Étrangers ne décide pas correctement sur les aspects médicaux. Cependant, je crois qu'il s'agit d'une question très importante, qui évolue et qui demande une expertise considérable. Je me demande s'il ne manque pas également une voie de recours interne qui permettrait juste un avis médical contraire et éventuellement un débat.
Il s'agit d'une question extrêmement compliquée parce qu'elle implique des aspects scientifiques. De même, on sait que le coût des médicaments évolue énormément et rapidement, parfois d'un mois à l'autre. Il serait donc intéressant de se pencher sur la question.
Par ailleurs, je pense que la régularisation au niveau médical est un sujet sur lequel nous sommes d'accord parce qu'elle concerne une certaine forme de logique.
Un aspect encore plus compliqué est celui des enfants victimes de mutilations génitales.
Sur des questions de maladie où on constate une difficulté incroyable d'accès à un traitement, on doit aussi pouvoir se rejoindre mais j'entends aujourd'hui que la disponibilité et l'accessibilité sont pris en compte. Je retournerai examiner les avis. Je vous remercie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.03 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12 h 03.