Commission
de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières administratives |
Commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie
en Bestuurszaken |
du Mardi 11 avril 2023 Après-midi ______ |
van Dinsdag 11 april 2023 Namiddag ______ |
La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 03 et présidée par M. Ortwin Depoortere.
De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.03 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
01.01 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de premier, een aantal maanden geleden kondigde Pfizer aan 1,2 miljard euro te investeren in zijn site in Puurs, waardoor er 250 jobs zouden worden gecreëerd. U was zelf aanwezig bij die aankondiging.
Weet u over welk soort jobs en welk type werk het gaat? Gaat het om vast personeel? Hoe ging het overleg met Pfizer over deze investering en wat hebt u besproken? Heeft Pfizer garanties gevraagd en gekregen, bijvoorbeeld in verband met de toegankelijkheid van hun producten voor lage- en middelhoge-inkomenslanden? Er is immers een grote discussie geweest over het covidvaccin, onder meer over het niet of aan een hoge prijs ter beschikking stellen ervan aan lage-inkomenslanden.
Onze regering zet sterk in op het aantrekken van investeringen door de farma-industrie, maar die boekt ook erg grote winsten, waarop belastingen betaald moeten worden. U hebt onlangs besloten dat er een minimumbelasting van 15 % zal komen, maar de cijfers tonen aan dat Pfizer in 2020 slechts 2,69 % belasting betaalde. Het bedrijf geniet ook van een groot aantal belastingvoordelen, zoals de taksmodulatie en de octrooiaftrek. Welke afspraken zijn er eventueel gemaakt over belastingvermindering voor Pfizer en wat brengt Pfizer vandaag in als belastingvermindering?
01.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw Merckx, uit de toon van uw vraag leid ik af dat u het een slecht idee vindt dat een van de grootste farmabedrijven ter wereld België uitkiest om in te investeren. Laat mij de belangrijkste reden meegeven. Pfizer en zoveel andere bedrijven investeren in ons land omdat we goed zijn. De toegang tot onze academische wereld behoort bij de beste ter wereld. België beschikt over bijzonder hooggekwalificeerde mensen, die in het algemeen beter zijn in het vinden van oplossingen dan in het creëren van problemen. We hebben een omgeving waarin men een soort cluster creëert met zeer gespecialiseerde onderaannemers.
Die onderaannemers slagen erin deze multinationale ondernemingen een topdienstverlening te bieden.
Er is geen tegenstelling tussen kmo’s en multinationale ondernemingen, ze hebben elkaar nodig. De multinationals hebben leveranciers nodig en zoeken naar een omgeving waarin die beschikbaar zijn. Ons land is nu eenmaal op dat vlak een van de sterkste ter wereld. Daar mogen we fier op zijn.
Het is inderdaad een investering van 1,2 miljard euro in ons land. Ik was blij bij de aankondiging daarvan aanwezig te kunnen zijn, samen met minister-president Jan Jambon, die vanuit de Vlaamse regering een zeer actief en succesvol beleid voert om dat soort investeringen aan te trekken. Dat toont nog maar eens de attractiviteit aan van Vlaanderen en eigenlijk van heel ons land, want ook in Waals-Brabant zijn er heel wat investeringen in dat domein.
Die investering zal bijdragen aan de pandemische paraatheid in Europa. Ook dat is een uitstekende zaak en het vormt vooral een erkenning van de kwaliteit van de medewerkers van Pfizer. We hebben trouwens het personeelsbestand van Pfizer tijdens de pandemie zien groeien van 2.800 tot 4.500 werknemers.
U vroeg of ik de voorbije jaren contact heb gehad met Pfizer. Ik heb natuurlijk contact met hen gehad, zoals met zoveel ondernemingen in ons land. Pfizer is een van onze belangrijkste economische actoren. Er zullen geen specifieke fiscale stimuli zijn, want wij werken niet à la tête du client. Wij hebben een algemeen fiscaal kader, dat inspeelt op onze sterktes. Ons land heeft namelijk incentives om activiteiten met een zeer hoge toegevoegde waarde te bevorderen. Dat lijkt me een wijze keuze, want dat beleid leidt tot enorm veel investeringen in ons land, die op hun beurt leiden tot jobcreatie die veel verder reikt dan het bedrijf zelf. Dat fiscaal kader heeft zijn succes duidelijk aangetoond, in die mate dat tijdens de pandemie gebleken is dat heel wat landen best wel jaloers zijn op de positie die ons land heeft kunnen innemen.
Specifieke maatregelen om die investering te ondersteunen, heeft de federale overheid niet genomen. Dat ligt trouwens ook niet binnen onze bevoegdheid, dit soort zaken is eerder een bevoegdheid van de regionale regeringen.
01.03 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, ik had een aantal concrete vragen gesteld, waarop ik weinig of geen antwoord heb gekregen. De bedoeling van mijn vraag was helemaal niet om deze investering negatief te noemen. Als er echter een belangrijke investering plaatsvindt, dan veronderstel ik dat daarover gesprekken gevoerd worden.
01.04 Eerste minister Alexander De Croo: …
01.05 Sofie Merckx (PVDA-PTB): U hebt daar niet aan deelgenomen, dat is dan duidelijk. Mijn vraag was welke gesprekken er precies hebben plaatsgevonden. Het gaat hier immers over bedrijven die enorm veel winst hebben gemaakt. Er is ook heel veel discussie geweest over de beschikbaarheid van de vaccins voor de bevolking over de hele wereld, ten opzichte van de winstcijfers. Dan lijkt het mij normaal dat hierover een discussie gevoerd wordt.
Wat de belastingvoordelen betreft, denk ik dat het normaal is om bijvoorbeeld de vraag te stellen welke jobs er worden gecreëerd als er geïnvesteerd wordt. Daarover hebt u niets gezegd.
Zijn er afspraken gemaakt met Pfizer over de beschikbaarheid van hun medicatie in lage-inkomenslanden? Uit uw antwoord leid ik af dat dit niet het geval is en dat er dus opnieuw carte blanche wordt gegeven.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02.01 Ellen Samyn (VB): Mijnheer de premier, in een intern document van vorig jaar zou u de Kanselarij de oprichting voorstellen van een eenheid "Europese Wijk 2030" om Brussel als Europese zetel te versterken, zeg maar te verankeren. Dat laatste werd reeds officieel bevestigd door uw minister van Buitenlandse Zaken.
De Europese Commissie zou immers van plan zijn haar vastgoedbezit in Brussel zowat te halveren in het kader van haar strategie "Horizon 2030".
Volgens de uitgelekte nota zou deze situatie potentieel een bedreiging kunnen zijn voor de toekomst van de internationale positie van Brussel. In uw nota wijst u er namelijk ook op dat Luxemburg met name de organen van de Commissie wil aantrekken en dat Straatsburg een steeds belangrijkere rol wil spelen voor het Europees Parlement.
U zou hebben samengezeten met het Bureau van het Europees Parlement op 6 september 2022. Tijdens deze bijeenkomst somde het Bureau van het Europees Parlement een aantal uitdagingen en oplossingen op voor de Europese wijk in Brussel: het gebrek aan woningen en de mogelijkheid om kantoren te verbouwen, de behoefte aan een neutrale zone voor het Parlement, maar ook een voetgangers- en fietsbrug tussen het Schumanplein en het Luxemburgplein. Bovendien is het Bureau van mening dat de Paul-Henri Spaakvleugel van het Europees Parlement dringend moet worden gerenoveerd.
In de nota is men ook van mening dat de renovatie van de Paul-Henri Spaakvleugel noodzakelijk is geworden, met name gezien de concurrentie tussen de drie steden waar het Europees Parlement zijn zetel heeft, waaronder Straatsburg, om extra diensten aan te trekken.
Om een aantal lopende projecten op te volgen, wordt daarom voorgesteld een coördinatieplatform "Europese Wijk 2030" op te richten, in samenwerking tussen de federale regering en de Brusselse regering en onder gezamenlijk voorzitterschap van uzelf en Rudi Vervoort. Projecten zoals de renovatie van het Jubelpark en het Leopoldpark, de oprichting van een vijfde Europese school in Neder-over-Heembeek en de invoering van een neutrale zone voor het Europees Parlement zouden op de agenda staan. Ook andere projecten worden genoemd, zoals de herinrichting van het Schumanplein en het Luxemburgplein.
Ik heb hierover een aantal vragen.
Kunt u de inhoud van deze gesprekken en van de nota bevestigen?
Op welke manier zal er overleg plaatsvinden tussen de verschillende actoren, namelijk het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Europa en de federale overheid? Tegen wanneer zou het coördinatieplatform operationeel moeten zijn?
Wie zal de eventuele factuur dragen? Zal Europa ook haar duit in het zakje doen?
Werd vanuit EU-hoek gedreigd om Brussel voor bepaalde diensten te ontmantelen en diensten over te hevelen naar Straatsburg of Luxemburg?
02.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw Samyn, op zich is er niks bijzonders aan het feit dat de federale regering een nota zou hebben over de Europese wijk. Die ambitie was trouwens een onderdeel van mijn beleidsnota en stond ook op de agenda van de ministerraad vermeld. Dit past binnen de vaststelling dat er een strategisch belang is om Brussel als Europese hoofdstad te houden. De rol daarvan wordt vaak onderschat. Het zorgt ervoor dat Brussel een van de belangrijkste diplomatieke hoofdsteden ter wereld is. De economische impact daarvan is al een paar keer becijferd en wordt geschat op ongeveer 5 miljard per jaar en ongeveer 120.000 jobs. Ervoor zorgen dat de Europese wijk een zekere vitaliteit uitstraalt en een aantrekkelijk punt in ons land is, is zeer belangrijk voor de duurzame economische groei.
Er lopen heel wat projecten in de Europese wijk. De besluitvorming en de uitvoering van die projecten raken aan verschillende beleidsniveaus. Dat gaat om bevoegdheden die deels Europees, deels federaal, maar vaak ook gewestelijk en lokaal zijn en dus een sterke afstemming vragen. Een vlotte en vooruitziende samenwerking tussen de federale regering en de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is eigenlijk op dat gebied een basisvoorwaarde. Dat verloopt zeer collegiaal, eerder op een ad-hocbasis. Er is een gedeelde wens tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de federale overheid om het bestaande overleg beter te integreren. Daarom wordt voorgesteld een coördinerend platform te creëren, Europa in Brussel 2030, dat zou bestaan uit de beleidscellen van mijn kabinet, de minister van Buitenlandse Zaken, de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de federale minister belast met Beliris, de federale staatssecretaris belast met de Regie der Gebouwen, de federale staatssecretaris bevoegd voor Wetenschapsbeleid en de Brusselse staatssecretaris voor Europese en Internationale Betrekkingen.
Het samenwerkingsplatform, dat gezamenlijk wordt gecoördineerd en wordt voorgezeten door mijn beleidscel en die van de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zou de vorm aannemen van een overleg tussen de betrokken actoren op de verschillende niveaus en zou worden ondersteund door de FOD Kanselarij van de Eerste Minister en de Brusselse Commissaris voor Europa en de Internationale Organisaties. Het overleg zal zowel voor als tijdens het proces worden aangevuld met andere kabinetten, als dat ad hoc nodig is.
Het platform Europa in Brussel 2030 zal dus zorgen voor een gestroomlijnde communicatie naar de verschillende Europese instellingen. Dat is ook een van de vragen die wij vaak krijgen. Men begrijpt dat België een federaal land is en het is bijlange niet het enige federale land in Europa. Federale landen hebben een aantal sterktes, maar ook een aantal zaken die het vaak wat complexer maken. De vraag is dus om duidelijk te begrijpen wie het aanspreekpunt is. Men werkt op dat vlak meer en meer aan een soort uniek aanspreekpunt voor alle onderwerpen. Wij zullen dan bepalen welke dienst daaromtrent moet werken. Brussel heeft dat gedaan en wij horen daar zeer positieve commentaren over.
Eenmaal per jaar zal op politiek niveau in overleg worden getreden met de bevoegde Europese commissaris en met het Bureau van het Europees Parlement voor dossiers waarbij de federale overheid betrokken is. Ook de financiële aspecten worden daar behandeld. Ik heb inderdaad een vergadering gehad met het Bureau van het Europees Parlement. Dat was een zeer interessante vergadering. Ik ben ook uitgenodigd in Straatsburg, samen met de regeringsleiders van Frankrijk en Luxemburg. Dat was redelijk symbolisch voor de drie hoofdplaatsen van de Europese Unie, zijnde Brussel, Luxemburg en Straatsburg. Brussel is daarbij veruit de belangrijkste, maar wij hebben zo ook respect getoond voor de huidige manier waarop de zaken zijn georganiseerd in de Europese Unie. Dat zou efficiënter kunnen, maar wij hebben er nog veel meer bij te winnen dat Brussel zijn huidige dominante positie kan behouden.
02.03 Ellen Samyn (VB): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw omstandige antwoord en zal u zeker in de toekomst nog ondervragen over de stand van zaken.
Als ik hoor wie er mee in de groep is betrokken, dan is het een hele uitdaging om de goede coördinator van alles te zijn.
Ik herhaal dat ik u in de toekomst zeker nog bijkomend over de kwestie zal ondervragen.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
De voorzitter: Vraag nr. 55033760C van de heer De Vriendt vervalt, alsook de samengevoegde vragen nrs. 55033868C van de heer De Vriendt en 55033778C van de heer Dallemagne.
03.01 Kristof Calvo (Ecolo-Groen):
In de week van 13 februari werd de
internationale pers opgeschrikt door een verontrustend staaltje
onderzoeksjournalistiek door een samenwerkingsverband van onder meer het Britse
the Guardian, het Franse Le Monde, het
Duitse Der Spiegel, het Israëlische Haaretz
en de Amerikaanse Washington Post. Het onderzoek onthult details over
hoe desinformatie als wapen wordt ingezet door een Israëlisch bedrijf, het
zogenaamde “Team Jorge”. Dit bedrijf zou zich specialiseren in diensten om
klanten zich in het geheim met verkiezingen te laten bemoeien. Ingezette
middelen gaan van fake news, valse social media accounts, over het hacken van overheidssites
en het inbreken in veilig geachte communicatiemiddelen van politici,
belangrijke ambtenaren en campagnemedewerkers, tot het verstoren van de
verkiezingsprocessen op de dag zelf.
Daarom
volgende vragen:
1. In uw beleidsnota wordt het CCB als
verantwoordelijke autoriteit geïdentificeerd voor de opvolging van het
nationale beleid inzake cybersecurity, met name op het vlak van de coördinatie
tussen verschillende diensten en
overheden. Welke stappen heeft u ondertussen al gezet in kader van het
verbeteren van de cyberveiligheid van de verkiezingen en de
verkiezingscampagne?
2. Heeft het bekend worden van de zogenaamde
“Pegasus-software” en soortgelijke programma’s impact gehad op deze
voorbereidingen?
3. Heeft u kennis genomen van de recente
onthullingen rond het zogenaamde “Team Jorge” en zal dit impact hebben op de
beveiliging van de verkiezingen in mei 2024 en de campagne die daar aan
voorafgaat?
4. In de Belgische Cybersecurity Strategy
2021-2025 wordt geen bijzondere aandacht gewijd aan de mogelijke bedreigingen
rond verkiezingen en verkiezingscampagnes. Welke entiteit binnen de FOD
Binnenlandse Zaken, Centrum voor Cybersecurity, dan wel de veiligheidsdiensten,
neemt voor dit thema de coördinatie op zich?
5. Worden er vergeleken met 2019 bijkomende
maatregelen getroffen om de cyberveiligheid van kandidaten en partijen te
vergroten?
03.02 Samuel
Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, depuis
l’attribution par votre gouvernement de cyberattaques contre la Défense et le
SPF Intérieur à la Chine, avez-vous détecté d’autres cyberactivités
malveillantes de pirates liés à un État tiers et ayant ciblé d’autres
représentants, organes ou administrations de l’État belge? Si oui, pouvez-vous
les détailler (attaquants, durée et nature de l'attaque, victimes)?
Monsieur
le président, monsieur le premier ministre, concernant la cyberattaque à grande
échelle du 4 mai 2021 contre Belnet et notamment le Parlement belge
(ayant d’ailleurs causé l’annulation forcée d’une audition sur le génocide
ouïghour), connaissez-vous maintenant les auteurs de la cyberattaque? Sont-ils
potentiellement liés à la Chine? Quels sont les résultats actuels de l’enquête
judiciaire dans ce cas qui aura bientôt deux ans?
Concernant
le hacking de la Chancellerie par des pirates informatiques fin août 2022,
avez-vous pu identifier les auteurs? Si oui, peuvent-ils être reliés à un
acteur étatique?
Concernant
la tentative de cyber-attaque potentiellement liée à APT31 et me visant comme
parlementaire, y a-t-il d’autres victimes potentielles au sein des assemblées
parlementaires belges? Comment le CCB était-il au courant de l’e-mail de
l’attaquant chinois que j’avais reçu dans ma propre boite e-mail? D’où vient
l’alerte concernant cette (potentielle) cyber-attaque me concernant? Une
enquête est-elle en cours à ce propos? Quelles mesures ont-elles été prises ou
vont-elles être prises par votre gouvernement? Combien de traces d’e-mails de
la même adresse "@nropnews.com" en Belgique ont-elles été trouvées (à
part sur ma boite mail)? Pouvons-nous obtenir de plus amples informations
concernant la nature et le volume (mb) des informations ayant été rendues
vulnérables par cette attaque? Quelles données ont-elles été ciblées,
contaminées et/ou exfiltrées par les hackers? Des données à caractère personnel
ou des données classifiées ont-elles été volées? L’auteur avait-il l’accès aux
données privées? Des virus ont-ils été propagés? Avez-vous fait disparaître les
éventuels malwares et accès directs connus de l’attaquant sur les réseaux des
agences publiques ou parlementaires belges concernés?
Monsieur
le président, monsieur le premier ministre, dans le cadre de la stratégie de
cybersécurité, comment allez-vous armer le Parlement (et les parlementaires),
mais aussi les activistes pro-démocratie de Hong Kong ou encore les réfugiés
ouïghours, et toutes les autres personnes vulnérables sur le sol belge contre
les cyber-attaques de la Chine? Comment comptez-vous protéger les victimes de
ces cyberattaques par la Chine? Au-delà des administrations publiques, comment
pouvez-vous garantir la confidentialité, l’intégrité et la disponibilité des
données aussi traitées par les parlementaires?
Au total,
depuis le début de la législature, combien de cyberattaques devons-nous
déplorer depuis la Chine? Quelles sont les mesures pour empêcher ces
cyberattaques chinoises à l’avenir? Allez-vous facturer les frais encourus aux
autorités chinoises?
Avez-vous
évoqué la question des cyber-attaques chinoises lors de vos contacts diplomatiques
avec la Chine, comme dernièrement le ministre chinois des Affaires étrangères?
Soutenez-vous
des sanctions européennes pour les hackers chinois derrière ces cyberattaques,
comme celles adoptées en 2020 par le Conseil de l’Union Européenne contre les
hackers russes?
03.03 Eerste minister Alexander De Croo: Het CCB is in volle voorbereiding voor de verkiezingen van 2024. Een van de eerste verbeteringen waaraan het CCB werkt, samen met de FOD Binnenlandse Zaken, is een Cyber Security Operation Centre en een Security Information and Event Management system (SIEM) te installeren om de zichtbaarheid te vergroten in de cockpit bij Binnenlandse Zaken.
U hebt verwezen naar Pegasus, de spionagesoftware waarmee men hoofdzakelijk high level official targets als kandidaten en politieke partijleiders zou kunnen targetten in de aanloop van de verkiezingen. Er zijn maatregelen ingevoerd als spear warning, die kunnen helpen deze personen beter te beschermen tegen cyberdreiging.
Net als in 2019 is het CCB van plan richtlijnen te publiceren voor kandidaten en partijen. Als onderdeel van zijn beleid inzake active cyber protection is het CCB ook van plan kandidaten en politieke partijleiders proactief te waarschuwen voor cyberdreigingen die specifiek tegen hen zijn gericht. Waar nodig zullen zij dus gepersonaliseerde vroegtijdige waarschuwingen ontvangen, met een specifiek advies over hoe ze zich tegen een bepaalde dreiging kunnen beschermen.
De hoofdverantwoordelijkheid voor de veiligheid bij verkiezingen ligt evenwel bij de FOD Binnenlandse Zaken, met de steun van het Nationaal Crisiscentrum. Inzake deze informatie is niet zozeer het CCB bevoegd, wel onze inlichtingendiensten.
Monsieur Cogolati, je suis au courant de votre implication personnelle dans un cyberincident, lequel entraîne évidemment des répercussions plus larges que la question spécifique de la cybersécurité dont je suis responsable en tant que ministre compétent. Toutefois, c'est à partir de ce dernier rôle que je répondrai principalement, car certaines responsabilités doivent être partagées avec plusieurs collègues gouvernementaux. Je ne peux donc pas parler à tort et à travers.
Depuis les cyberattaques contre la Défense et le SPF Intérieur, nous n'avons pas attribué d'autres offensives informatiques à des États tiers qui auraient ciblé des représentants, des organes ou des administrations du nôtre. De plus, nous ne pouvons pas commenter les enquêtes judiciaires en cours, qui ressortissent au parquet fédéral.
Lors d'une précédente réunion de cette commission, à la suite de cyberattaques antérieures, je soulignais qu'une attribution officielle avait eu lieu et qu'elle était dirigée vers un collectif de hackers de Chine. J'y ai également rappelé la réponse diplomatique ferme de notre pays. La Belgique condamne sévèrement les activités malveillantes, qui entrent en contradiction avec les normes de comportement responsable auxquelles tous les États membres des Nations Unies ont souscrit.
S'agissant des données traitées par les parlementaires, cette question relève principalement des services informatiques du Parlement fédéral. Le CCB peut offrir son soutien, mais n'est pas compétent pour gérer ce type de problème.
J'en viens à présent au cas concret qui a été évoqué. Le 17 février dernier, le CCB a averti le département informatique du parti politique de M. Cogolati qu'il avait été informé que celui-ci aurait reçu un courriel suspect. Selon une source, APT31 est peut-être lié à cette activité, mais cela n'a pas pu être confirmé par le CCB. Bien que ce dernier ne puisse pas divulguer ses sources, nous pouvons confirmer qu'il s'agit d'un avertissement émis dans le cadre de son service "Spear Warning". Dans ce cadre, le CCB surveille actuellement internet pour détecter les vulnérabilités connues et exploitées, ainsi que les systèmes vulnérables en Belgique. Par la suite, il essaie d'identifier leurs propriétaires pour leur envoyer un avertissement individuel afin de les aider à mieux se protéger.
Dans votre cas, le CCB a fourni des instructions et a proposé son aide afin de vérifier si l’attaque avait bien eu lieu.
La réception de l’e-mail suspect a bien été confirmée mais nous n’avons pas d’informations suggérant que cette attaque ait abouti. Par ailleurs, nous n’avons pas connaissance que d’autres parlementaires belges aient été ciblés par cette attaque.
En l’absence de preuve d’intrusion dans les systèmes, nous ne disposons pas d’informations sur les éventuelles conséquences qu’une telle attaque aurait pu avoir sur les fuites de données, ni sur le nombre d’e-mails envoyés à partir de l’adresse mentionnée.
De manière générale, le CCB ne communique pas sur l’identité des victimes.
03.04 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, bedankt voor uw antwoord. Opgeteld met het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken, toont uw antwoord aan dat de problematiek ernstig wordt genomen, aangezien er al in 2019 enkele initiatieven zijn genomen inzake cybersecurity en verkiezingen en nu bijkomende maatregelen worden genomen.
03.05 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour vos précisions concernant la possible cyberattaque qui a visé mon adresse e-mail et qui aurait été commise par le groupe de pirates informatiques APT31, lié au ministère de la Sécurité publique en Chine.
Je reste sur ma faim quant aux autres questions. Un premier volet concerne la transparence à l'égard des cyberattaques chinoises qui visent notre pays. De manière très courageuse, notre diplomatie a attribué des cyberattaques qui ont visé la Défense et le SPF Intérieur à la Chine. C'est un geste particulièrement courageux qui n'est pas anodin en matière de politique des relations extérieures, même au niveau de l'Union européenne.
Mais il faut bien avouer que notre pays fait face à de nombreuses autres cyberattaques vraisemblablement également liées à la Chine. Si on parle de l'e-mail que j'ai reçu, il ne fait pas l'ombre d'un doute que cela venait d'instances chinoises. Le contenu concernait des dossiers chinois. Le timing n'était certainement pas anodin non plus car quand j'ai reçu cet e-mail, je préparais une proposition de résolution pour reconnaître le génocide de la minorité ouïghoure au Xinjiang.
Dans le même temps, notre pays a fait face à d'autres cyberattaques qui n'ont pas encore été élucidées ou pas encore attribuées. Je pense à la cyberattaque qui a visé notre Parlement le 4 mai 2021, où nous devions tenir une audition au sujet du génocide des Ouïghours, qui a dû être annulée. Là aussi, nous n'avons pas de nouvelles.
En outre, quid du hacking qui a visé votre Chancellerie fin août 2022? En sait-on plus sur les auteurs?
Nous sommes en attente de plus de renseignements concernant les origines et les véritables auteurs ainsi que de réponses fermes. Je pense qu'il n'est pas complétement fou d'imaginer d'imposer des sanctions européennes une fois que les auteurs des cyberattaques sont identifiés et qu'il existe des preuves tangibles pour attribuer ces cyberattaques à des acteurs officiels, par exemple le gouvernement chinois.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04.01 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, ik heb twee vragen over twee elementen die aan de basis liggen van die vragen. Eerst en vooral gaat het over de moeizame en eerder gebrekkige uitvoering van het regeerakkoord inzake democratische vernieuwing. U weet dat dit hoofdstuk mij zeer dierbaar is. Hoe dan ook ben ik van het principe pacta sunt servanda. Een regeerakkoord is geen vodje papier.
Ten tweede, u stelt voor een nieuw, apart remuneratiecomité op te richten rond het statuut van politici. Eigenlijk is het vandaag de ideale dag om u deze vraag te stellen. Immers, vandaag pakt uw partij uit met een reeks voorstellen inzake democratische vernieuwing. Dat vind ik altijd een goede zaak. De liberalen hebben op dat vlak een traditie. Ik ben blij dat die traditie wordt voortgezet.
Het blijkt dat de democratische vernieuwing op de agenda staat van ’t Kuipke, het partijcongres van Open VLD. De vraag is of dit eveneens op de agenda staat van de regering-De Croo? Ik formuleer het constructief, met een kwinkslag, maar stel me wel luidop de vraag. Dat doe ik omdat een aantal belangrijke, vaak concrete passages uit het regeerakkoord voorlopig onuitgevoerd blijven. Uit het blote hoofd gaat het over de hervorming van de partijfinanciering, van het statuut, het uitbouwen van het transparantieregister naar de regering, het inlichten van de nationale burgemeestersconferentie, het opzetten van burgerpanels en experimenten. Dat zijn allemaal passages die onuitgevoerd blijven.
Eerste minister zijn, betekent heel veel. U hebt heel veel opdrachten en dat is niet altijd gemakkelijk. Een voor de hand liggende opdracht is de waakhond zijn van het regeerakkoord, om de burgers zo te geven wat ze verwachten. Maar ook voor de coalitiepartners is dit niet onbelangrijk.
Uw voorstel over een remuneratiecomité heeft waarschijnlijk de beste bedoelingen. Als er over deze thema’s wordt nagedacht, ben ik a priori altijd positief. Mijn basishouding is positief. Aandacht voor die thema’s is een eerste belangrijke stap. Ik ben echter niet zo’n fan van dit voorstel. Het voorstel in de huidige context, namelijk een gebrekkige uitvoering van het regeerakkoord, dreigt immers voor extra vertraging te zorgen. Bovendien hebben we al een comité, de deontologische commissie. Die zou eventueel ook geactiveerd kunnen worden om een aantal voorstellen uit te werken. Er zijn vooral een aantal zaken rond het statuut, rond geld en politiek die geen extern advies nodig hebben. In dit Huis is dat bijvoorbeeld de vergoeding voor bijzondere functies. Ik heb daar geen extern comité voor nodig. Ik ben dus heel bezorgd dat net de waakhond van het regeerakkoord, met u als eerste minister, met dit voorstel het signaal geeft dat dit in een comiteetje gestopt zal worden. Ik wil dat niet. Ik wil geen begrafenis van de paragrafen in een comiteetje. Ik wil de uitvoering van het regeerakkoord.
Bovendien beslissen wij hier alle dagen over het leven, het loon, het pensioen en het statuut van onze landgenoten. Het zou een zwaktebod zijn om dat uit te besteden als het gaat om ons eigen loon, pensioen en statuut. Als wij legitimiteit willen hebben om beslissingen te nemen over anderen, moeten wij ook in staat zijn om beslissingen te nemen over onszelf. Ik ben al een tijdje bezorgd over de uitvoering van het regeerakkoord. Ik stel hier heel constructief, maar ook vrank en vrij de vraag aan u welke initiatieven u plant. Nog belangrijker dan partijcongressen zijn de zaken die deze regering nog zal doen op die thema’s.
Welke initiatieven zult u nemen? U hebt aangekondigd een contact in te lassen met de Kamervoorzitster over uw voorstel, een remuneratiecomité. U kunt het dan het liefst ook over de rest van het regeerakkoord hebben. U zult wellicht zeggen dat het een zaak van de Kamer is. Daar ben ik het mee eens. Ik ben ook kritisch voor de werking van de Kamer en het gebrek aan vooruitgang hier. Vandaag is het echter wel gepast om ook aan u de vraag te stellen wat u zult doen om het regeerakkoord uit te voeren en vooral, wat u zult doen om de democratie te onderhouden en te vernieuwen.
04.02 Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, aansluitend bij de vorige spreker zit zelfs ik ook te wachten op enkele punten uit het regeerakkoord die mogen worden uitgevoerd. Ik heb het ditmaal niet over de symbolische betaalde feestdag, want het lukt zelfs niet om dat punt te realiseren. Ik heb het over de passage over de politieke vernieuwing.
Ik zal uw regeerakkoord citeren. Ik heb immers de indruk dat sommige meerderheidspartijen bepaalde passages bewust hebben verdrongen. In uw regeerakkoord staat zwart op wit het volgende: “De regering wil het vertrouwen in de politiek als positieve kracht versterken, door van democratische vernieuwing een prioriteit te maken.”
Wanneer het zelfs al niet lukt om die prioriteit te realiseren, dan zal het ook niet lukken met een belangrijk onderdeel daarvan, namelijk de hervorming van de partijfinanciering. Ook dat is een onderdeel van het regeerakkoord dat tot op vandaag onuitgevoerd blijft.
Er blijft nog een jaar, maar de vooruitzichten zijn niet te best. In de commissie voor Grondwet en Institutionele Vernieuwing zorgt de meerderheid voor een perpetuum mobile in het dossier. Er is al een expertenrapport geweest en een concreet voorstel van het Vlaams Belang om de partijdotaties te halveren, is door de meerderheidspartijen weggestemd. In plaats van te landen, worden in die commissie nu nogmaals hoorzittingen georganiseerd. Met wie en waarover ze zouden gaan, bleek heel duidelijk niet belangrijk, zolang ze maar uitstel betekenen.
Mijnheer de eerste minister, het is onaanvaardbaar dat het dossier maar uitgesteld blijft worden. Mijn vragen zijn dan ook heel concreet.
Waarop wacht de regering om die passage uit haar eigen regeerakkoord uit te voeren? Wanneer komt de hervorming van de partijfinanciering er eindelijk?
Kunt u garanderen dat het een echte hervorming zal zijn, namelijk een drastische verlaging en niet zomaar het aftoppen van de dotaties van de grootste partijen? Het neigt immers wel die richting uit te gaan.
Ik ben erg benieuwd naar uw antwoord.
04.03 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, politieke vernieuwing was een belangrijk hoofdstuk van het regeerakkoord. Daarvoor werden twee minister aangeduid. Men zou de partijfinanciering aanpakken, maar bijvoorbeeld ook het statuut van de parlementsleden. Het resultaat daarvan is zeer mager, om niet te zeggen nul. Er gaat voorlopig geen euro minder naar de politieke partijen, ministers en parlementsleden. De ministerslonen zijn wel met 8 % verlaagd, maar door de indexatie van de lonen krijgen zij geen euro minder. Hetzelfde is met de partijdotaties gebeurd. Er werd een kleine symbolische vermindering ingevoerd, om ze daarna te indexeren. In de commissie voor Grondwet en Institutionele Vernieuwing werd ervoor gekozen nog een rondje hoorzittingen te organiseren, om toch maar niets te hoeven beslissen over het verlagen van de partijdotaties.
Ondertussen zijn de Kamer en het land wakker geschud door het schandaal over de illegale pensioenextra’s van duizenden euro’s. In totaal gaat het om een bedrag van 7 miljoen euro dat over de jaren heen werd uitbetaald. Concreet is er echter niets veranderd, niet aan de uittredingsvergoedingen, niet aan de onbelastbare extra’s en niet aan de extra’s voor speciale functies in de Kamer. Het bilan van de politieke vernieuwing van de regering-De Croo is dus voorlopig zeer negatief.
Mijnheer de eerste minister, wat zal er nog gebeuren?
04.04 Eerste minister Alexander De Croo: Geachte leden, eerst en vooral staat in dat hoofdstuk van het regeerakkoord expliciet dat de te zetten stappen in zeer nauw overleg met het Parlement gezet moeten worden. Het zou raar zijn als de regering of het kernkabinet, de vicepremiers en ik, op dat gebied beslissingen nemen zonder het Parlement daar voldoende in te kennen.
Ik wil enkele onderwerpen aangeven die klaarliggen en die tonen dat de regering daar wel degelijk vorderingen in maakt. Mijnheer Calvo, u sprak over het lobbyregister. Op korte termijn zullen de nodige teksten daarvoor door de bevoegde ministers aan de regering worden voorgelegd. Met betrekking tot de nationale burgemeestersconferentie waarover u het had, heb ik begrepen dat er contacten lopen tussen de voorzitters van de Kamer en de Senaat.
Mijnheer Calvo, met betrekking tot het statuut van de parlementsleden bestaat er inderdaad een deontologische commissie, bestaande uit gewezen parlementsleden en gewezen leidende ambtenaren. Die samenstelling is interessant. Ik zou het fout vinden om zaken als het statuut, de lonen, het pensioen en eventuele uittredingsvergoedingen van parlementsleden en andere politieke mandatarissen zoals ministers enkel in handen van politici of voormalige politici te geven. Aangezien het Parlement dagelijks beslissingen neemt over de pensioenen van veel landgenoten, zegt u dat wij dat dus ook inzake ons eigen pensioen zouden moeten doen. Die redenering volg ik niet helemaal. Volgens mij voelt iedereen wel enigszins aan dat het vreemd is om beslissingen te nemen over het eigen loon of statuut. Er is een reden waarom er in bedrijven voor beslissingen over het eigen statuut en het eigen loon een remuneratiecomité bestaat, losstaand van de leiding van het bedrijf. Dat is om te vermijden dat de leiding van het bedrijf beslissingen neemt over het eigen loon, want dat kan leiden tot een dynamiek die niet de juiste is.
Ik vind dus dat er ook externe input moet zijn, maar niet enkel externe input. Dat wil ik nog even verduidelijken. Het is niet de bedoeling om dat volledig te outsourcen. Natuurlijk moeten politici en gewezen politici daarin een rol spelen. Toch moet eens bekeken worden hoe het huidige pakket, als ik dat zo mag noemen, zich verhoudt ten opzichte van de wijze waarop dat in andere landen en in andere domeinen van onze samenleving georganiseerd is.
Het zou nuttig zijn om dat te objectiveren, maar dat mag in mijn ogen niet tot iets eenmaligs beperkt blijven. Beter is het om een soort orgaan te hebben dat permanent evalueert en bijstuurt. Totale transparantie daarover is zeker een goede zaak. Hoe transparanter men daarover is, hoe duidelijker een democratie kan functioneren.
Zoals u weet, lopen er ook andere initiatieven en het idee dat ik gelanceerd heb, heeft niet tot doel die te vervangen. Wel moet in deze discussie de oplossing een stuk veelomvattender zijn dan de klassieke methoden. Ik heb mijn mening gegeven omdat daar specifiek naar gevraagd was, maar het gaat niet om iets wat intussen in de regering besproken is.
Met betrekking tot de partijfinanciering bood het expertenrapport weliswaar al stof tot discussie, maar het vormt in mijn ogen geen volledige blauwdruk. Ik kijk ook uit naar de conclusies van het burgerpanel dat hierover wordt georganiseerd. Mocht er zich nadien een consensus aftekenen over het aanpassen van de regels, dan kan die hervorming nog tijdens deze legislatuur in de steigers gezet worden.
Deze regering heeft al een aantal stappen gezet. Mevrouw Pas, u verwees naar de bevriezing van de partijfinanciering op het moment waarop er veel indexeringen waren. Wij hebben als regering, naar het voorbeeld van andere regeringen met voorop de Duitstalige, het loon met 8 % verminderd toen er heel veel indexeringen waren. Ik meen dat dit een juiste beslissing was. Dat waren natuurlijk slechts punctuele zaken, die nog geen hervorming uitmaken.
Er zijn dus heel wat zaken lopende en ik reken op de bevoegde ministers om die passage van het regeerakkoord wel degelijk uit te voeren.
Dit is echter ook een uitgestoken hand naar het Parlement. Men kan niet verwachten dat dergelijke onderwerpen door de regering op eigen houtje worden besproken, zonder daarover in overleg te gaan met het Parlement.
04.05 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, het is inderdaad niet allemaal kommer en kwel. U hebt een aantal beslissingen van deze meerderheid genoemd. Een andere belangrijke beslissing die toch eerder historisch te noemen is, is bijvoorbeeld het stemrecht op 16 jaar voor de Europese verkiezingen.
Het is dus niet dat er niets gebeurt, maar de lat ligt voor ons wel hoger. Ik zeg dat zonder schroom, omdat we dat samen hebben afgesproken. Ik vind het daarom ook gepast om u zo openlijk aan te spreken over uw rol als eerste minister. Ik meen namelijk dat er meer moet gebeuren, omdat dat soort zaken enkel met externe druk in beweging komt. U zou het Parlement dus kunnen aanschrijven of de fractievoorzitters kunnen uitnodigen. Anders zal het niet gebeuren.
U zegt dat er zaken lopende zijn. Ik ben al geduldiger dan tien jaar geleden, maar zelfs naar mijn huidige maatstaven zijn deze dossiers echter niet lopende, maar eerder kruipende. In alle eerlijkheid, mijnheer de eerste minister, denk ik dat u zou ingrijpen als dat zou gebeuren met een ander thema. Ik lees uw interviews altijd met heel veel aandacht. U spreekt daarin over de hervorming van de pensioenen, de financiële hervorming of de bevoorradingszekerheid. Als uw vakministers op deze vlakken zouden treuzelen, zou u de boel in handen nemen. Dat is dus mijn vraag.
Er zal geen revolutie komen, dat was ook niet onze belofte. Onze belofte was echter wel dat we de politiek zouden vernieuwen. Dat is ook niet het enige wat Vivaldi aan de kiezer moet presenteren. Dat zal als bilan niet voldoende zijn, maar het is wel een belangrijk element ervan.
Ik kan dus enkel mijn oproep herhalen om zichtbaar enkele initiatieven te nemen rond deze thema’s. Ik vrees dat het regeerakkoord anders in dezen dode letter zal blijven en dat is jammer, niet alleen voor het regeerakkoord of voor ons bilan of uw bilan, maar vooral voor onze democratie.
04.06 Barbara Pas (VB): Mijnheer de eerste minister, ik moet collega Calvo tegenspreken: ik vind het zelfs geen kruipen meer en het is ook geen processie van Echternach, want zowel bij kruipen als bij een processie van Echternach is er nog vooruitgang, maar dit zijn allemaal dossiers die volledig stilstaan en in het slop zitten. U schreef in het regeerakkoord dat u het vertrouwen in de politiek als een positieve kracht wilde versterken, maar sinds het aantreden van de regering zien wij, peiling na peiling, dat het vertrouwen in de regeringspartijen zienderogen slinkt, dus u kunt misschien al eens beginnen met uit te voeren wat afgesproken is. Dit zou al helpen om het vertrouwen in de politiek te herstellen: doen wat afgesproken is.
Als er dossiers in het slop zitten, moet een eerste minister niet rekenen op de bevoegde ministers, zoals u daarnet in uw antwoord zei, maar moet hij die dossiers naar zich toe trekken en een doorbraak forceren. Ik geef toe dat u in uw regering heel wat dossiers naar u toe zult moeten trekken, maar hier is het dringend nodig. Men kan niet aan de ene kant ballonnetjes oplaten over het veranderen van het kiessysteem… Ik heb gelezen dat u opnieuw verkiezingen wilt organiseren als er geen regering gevormd raakt. Dat is een voorstel dat het Vlaams Belang al jaren geleden heeft ingediend. Gepruts aan het kiessysteem zal de oorzaak echter niet oplossen. De gespletenheid van het land is de oorzaak. Het feit dat meerderheidspartijen alles blokkeren, is de oorzaak. U kunt nog meer vergelijkingen vragen door onafhankelijke experten, maar dat is al gebeurd. Het expertenrapport ligt al maanden klaar. Men heeft de wil niet om te landen, omdat men blokkeert. Het is dus aan u, als eerste minister, om een doorbraak te forceren. Als dat niet gebeurt, zal het vertrouwen, voor zover er nog vertrouwen in de politiek is, nog verder slinken.
04.07 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, u gaf een vrij hallucinant antwoord. Dat er met twee maten wordt gewerkt, is toch niet eerlijk. Hier is een vreselijk schandaal naar boven gekomen. Het is duidelijk dat er een kaste boven haar stand leeft. En toch gebeurt er niets.
U zegt dat de partijfinanciering bevroren is. Dat stond wel in de begroting, maar dat is niet het geval. Er is dit jaar nog 1 miljoen bijgekomen. De partijfinanciering is hier vier keer hoger dan in Nederland. De aanpassing ervan wordt volledig op de lange baan geschoven. Er gebeurt niets. U doet niets. U slaat niet op tafel.
En daar wringt het schoentje precies. Als het erop aankomt aan de inkomsten van de mensen te zitten, gaat het vlugger. Dat hebt u twee weken geleden nog gedaan. U bent 126 miljoen euro gaan zoeken bij de allerarmste gepensioneerden. Maar als het om de eigen centen gaat, de eigen lonen van de parlementariërs en de lonen van de ministers, als het gaat om de partijfinanciering van 70 miljoen euro per jaar, is er niemand die beslist effectief een vermindering uit te voeren.
Ik meen dat, als u zo verder doet, het enige wat de mensen zullen onthouden van de regering-De Croo, het schandaal van de illegale pensioenen zal zijn. Wij zijn nog altijd aan het vechten opdat die volledig worden terugbetaald en opdat er andere maatregelen worden genomen, zoals het halveren van de salarissen, enzovoort.
Het is duidelijk dat die er onder deze regering niet zullen komen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Niemand van N-VA kon vanmiddag aanwezig zijn.
Mevrouw Merckx, u hebt het woord.
05.01 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, begin januari sloot u een principeakkoord af over de levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3. Wat is de stand van zaken van de onderhandelingen daarover? Is er een definitief akkoord? Werd reeds een beslissing genomen over de kostprijs van het opbergen van het nucleair afval? In de pers was te lezen dat de berekeningen klaar zouden zijn en dat de bedragen gekend zouden zijn. Kunt u de bedragen van de maximumfactuur geven? Wat is er beslist over de subsidies voor de verlenging van de twee kernreactoren? Zijn er garanties voor het openhouden van de kerncentrales tijdens de winters van 2025-2026 en 2026-2027? Wat zijn de eventuele volgende stappen om het akkoord te finaliseren? Wat bent u van plan met de mogelijke verlenging van de andere kerncentrales, Doel 1, Doel 2 en Tihange 1?
05.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw Merckx, u hebt minister Van der Straeten ook al vaak vragen gesteld over die onderhandelingen. Ik heb reeds meermaals uitgelegd wat de belangen zijn voor ons land, namelijk de bevoorradingszekerheid en het feit dat nucleaire elektriciteitsproductie op middellange termijn deel zal blijven uitmaken van een gezonde energiemix in ons land, samen met hernieuwbare energie en alle andere ontluikende technologieën, zoals waterstof als basis voor industriële processen.
U vraagt of er een akkoord is en wat de elementen ervan zijn. Mocht er een akkoord zijn, dan had u dat intussen wel hebben geweten, want dan zou daar uitvoerig over gecommuniceerd zijn. De onderhandelingen lopen en de regering en ENGIE hebben dagelijks contact met elkaar. Er is veel studiewerk verricht, grotendeels door de verschillende Belgische overheidsinstanties, die over veel expertise beschikken. Het gaat om ambtenaren die hun hele leven hebben gewijd aan het inschatten van nucleaire risico’s en kosten. De belangrijkste boodschap is de volgende: hoe discreter ik over die onderhandelingen ben, hoe groter de slaagkansen zijn. Ik wil die slaagkansen zo hoog mogelijk houden.
05.03 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Het is dus duidelijk dat er helemaal nog geen akkoord is. U zegt zelf dat u het allemaal geheim wilt houden tot er een akkoord is. De deadline die u zichzelf had opgelegd is al lang verstreken.
Wat we willen weten, is het uiteindelijke bedrag van de zogezegde meerkosten van het kernafval die ENGIE op zich zal nemen. De rest zal voor ons zijn. Dat willen wij weten. U heeft dat principe reeds ingeschreven in het aangekondigde akkoord. Dat is voor ons onaanvaardbaar. We hebben de kerncentrales een eerste keer afgeschreven en betaald met ons belastinggeld in de jaren 70, 80 en 90. Sinds 1999 heeft ENGIE 15 miljard euro winst gehaald uit de kernreactoren en de productie van elektriciteit. Nu zouden we een derde keer moeten betalen, met de factuur van het kernafval.
ENGIE gebruikt de onzekerheid over de energiebevoorrading als chantagemiddel om op die manier de miljardenfactuur door te schuiven naar de belastingbetaler.
Daarin moet u volgens mij het been stijf houden. Ik weet niet of u dat doet, maar dat de winsten steeds naar ENGIE gaan en wij opgezadeld worden met de kosten, dat moet ophouden. Daarom denken wij dat we een echte nationalisering van de energieproductie van ENGIE moeten overwegen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06.01 Barbara Pas (VB): Mijnheer de eerste minister, ik ga over naar het volgende dossier in uw regeerakkoord waarin maar geen beweging komt. Misschien bent u daarover, net zoals over de onderhandelingen met ENGIE, bijzonder stil om de slaagkansen te vergroten, maar ik betwijfel dat zeer. In uw regeerakkoord staat dat “in ieder geval tijdens deze legislatuur" werk zal worden gemaakt van een verdere overheveling van de gezondheidszorg naar de gemeenschappen. Wij hebben tijdens corona ook gemerkt dat dit dringend nodig is, maar de vooruitgang, als ik het zo mag noemen, in uw regering over dat dossier is bijzonder klein.
We kennen allemaal het verhaal van Jürgen Vanpraet, de grondwetspecialist die door minister Verlinden op haar kabinet was aangetrokken om dit in goede banen te leiden. Nadat hij ontgoocheld was vertrokken, zei hij in Terzake: “Langs Franstalige zijde heeft men op een bepaald moment ook gezegd dat daar geen verdere gesprekken, enfin, dat daar ook geen verdere stappen zouden worden gezet, en dat is het verhaal.” Hij gelooft met andere woorden dus niet meer dat daar nog iets van in huis zal komen. Ik ondervraag de bevoegde ministers daar zeer regelmatig over en uit hun antwoorden kan ik alleen maar dezelfde conclusie trekken. Ik heb ook de indruk dat we op dat vlak niet veel meer mogen verwachten.
Toen ik minister Verlinden hierover op 24 januari nog ondervroeg, antwoordde zij dat zij met haar partij alles in het werk stelt om dat uit te voeren, maar er klonk wanhoop uit haar verder nietszeggende toelichting “omdat dit politiek geen eenvoudige opdracht is", als eufemisme om te zeggen dat dit volledig strop zit, wat ondertussen overigens een publiek geheim is.
Ik hoop dat ik mij hierin schromelijk vergis en u dat vandaag kunt weerleggen, mijnheer de eerste minister. Beweegt er in deze regering nog iets om werk te maken van de communautarisering van de gezondheidszorg? Zo ja, wat is de stand van zaken en de verdere timing van dit dossier? Zo neen, welke initiatieven neemt u als eerste minister om dit nog “in ieder geval tijdens deze legislatuur" tot een goed einde te brengen?
06.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Pas, een staatshervorming is nooit een eenvoudige opdracht in ons land. Dat weet u. Ze werkt immers enkel wanneer er een gedegen voorbereiding aan voorafgaat en er voldoende vertrouwen is tussen de partners die aan tafel zitten.
In dat specifieke luik van het regeerakkoord heeft, zoals eerder gemeld, een consultatieronde plaatsgevonden tussen de diverse partners in de regering over de omvang van een mogelijke institutionele hervorming, inclusief de wijze waarop de passage die betrekking heeft op gezondheidszorg kan worden uitgevoerd.
Bovendien lopen er een aantal voorbereidende trajecten, zoals de online bevraging en de thematische ambtelijke werkgroepen. Van die werkgroepen hebben wij tijdens het meest recente Overlegcomité, op 15 maart 2023, een eindverslag gekregen. De documenten werden trouwens gedeeld met het Parlement.
Minister Verlinden heeft inderdaad aangegeven dat zij nog vooruitgang wenst te boeken. Mijn kabinet heeft alvast aangeboden te bekijken volgens welke methode en timing dat mogelijk is. Ik hoop dus op heel korte termijn ter zake de bevoegde ministers rond de tafel te kunnen krijgen.
06.03 Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, uw antwoord is weinig geruststellend.
U antwoordt dat twee elementen noodzakelijk zijn om tot een staatshervorming te komen. Het gaat hier alleen maar over het luikje regionalisering van de gezondheidszorg, dus wat zwart op wit in uw regeerakkoord staat en waarover alle meerderheidspartijen het eens zouden moeten zijn.
U haalt twee elementen aan, namelijk voorbereiding en vertrouwen. Voorbereidingstijd is er genoeg geweest. U zit al tweeëneenhalf jaar in het zadel. Onder andere de Jürgen Vanpraeten hebben bovendien alle legistieke voorbereidingen gemaakt die nodig waren. Het stokt echter op het punt van het vertrouwen. U hebt in uw regering enkele Franstalige partijen die op de rem staan. Iedereen weet dat. Dat is een publiek geheim.
U mag stellen dat u eerstdaags zal samenzitten met de bevoegde ministers. Ik zal hen daarover morgen opnieuw ondervragen. Ik zal morgen alweer het antwoord krijgen dat zij samen met u de zaken zullen bekijken. Indien u het dossier echter niet aanpakt en geen doorbraak forceert, zal daarvan niets in huis komen. Er is op die tweeëneenhalf jaar immers alleszins niets gebeurt. Aangezien u nu nog één jaar hebt, waarin de verkiezingskoorts bij velen al begint te stijgen, acht ik de kans op slagen jammer genoeg nog kleiner dan ze al was.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
07.01 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, sinds 1 april zijn de nieuwe accijnzen op gas en elektriciteit van kracht. Daar is al heel veel over gezegd, maar ik verwijs even naar een artikel geschreven door Luc Pauwels voor de VRT. Hij zegt heel duidelijk dat bij lage energieprijzen de accijnzen meer opbrengen dan de 21 % btw. Dat is de harde waarheid. Deze regering heeft ervoor gekozen om mensen extra te belasten op hun energiefactuur.
Waarom verhoogt deze regering haar inkomsten via de energiefactuur? Deze regering zegt soms weleens dat ze de taksen wil verminderen, maar hier verhoogt ze die toch, hoewel we nog in de grootste energiecrisis zitten sinds de Tweede Wereldoorlog.
07.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw Merckx, ik heb al meermaals uitgelegd wat het voordeel is van een hervorming van de energiefactuur inzake accijnzen. Accijnzen vormen namelijk een opbrengst op basis van het volume en niet op basis van de omzet. Dat was immers het probleem met de btw. Als de prijzen stegen, steeg ook de opbrengst voor de overheid via de btw. Dat was absoluut niet de bedoeling. Daarom hebben we er toen tijdelijk voor gekozen om de btw op 6 % te brengen, wat eigenlijk een zeer inefficiënt systeem is.
Een hervorming naar accijnzen zorgt ervoor dat er belasting betaald wordt op basis van het volume. Accijnzen zijn namelijk volledig neutraal ten opzichte van de prijs. Wij hebben die accijnzen bepaald ten opzichte van de prijzen die geldig waren in 2021, ver voor deze crisis, en dus ook rekening gehouden met een zekere normaliteit van de prijzen.
U zult trouwens gezien hebben dat deze hervorming ook een beschermingsmechanisme heeft, waarmee we zorgen voor een basispakket aan energie dat tegen prijspieken wordt beschermd.
We hebben vastgesteld dat de huidige manier waarop de factuur in elkaar zat niet aangepast was aan mogelijke pieken en dalen in de prijzen. Een grote volatiliteit van de energieprijzen is misschien de nieuwe realiteit. Wij nemen heel veel maatregelen om ervoor te zorgen dat ons land daar minder aan blootgesteld wordt, bijvoorbeeld een zeer forse diversificatie van de toevoer van energie en de productie van elektriciteit. De hervorming van btw naar accijnzen is in die context ook in het voordeel van de mensen, want die zorgt voor een veel minder grote volatiliteit van de prijzen.
07.03 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, er werd wel eens gezegd dat de btw-verlaging en de accijnshervorming een vestzak-broekzakoperatie is, maar uiteindelijk is het een stevige broekzakoperatie, want u haalt dit jaar nog 540 miljoen uit de vestzakken van de mensen via extra belastingen op hun energiefacturen.
De accijnzen worden berekend op het effectieve volume. Daarin, in de berekening op het volume, schuilt juist het oneerlijke van die accijnzen. Het verbruikte volume aan elektriciteit of gas is immers afhankelijk van het basisverbruik. De gemiddelden zijn zodanig vastgelegd dat iedereen langs de kassa passeert. Wie een huis verwarmt met gas, zal zeker moeten betalen. Wie een slecht geïsoleerd huis heeft, zal dubbel moeten betalen. Het ingevoerde beschermingsmechanisme is heel flauw en klein en wordt bovendien nog met drie maanden vertraging ingevoerd, waardoor de burger volgens mij absoluut niet beschermd is.
Eigenlijk is het een vorm van écologie punitive, waarbij de mensen worden gestraft door belastingen te heffen op het verbruik van gas en elektriciteit. Dat is een visie van bepaalde politici, maar voor de gewone mensen is het een extra belasting, waardoor zij niet aan hun basisbehoeften kunnen voldoen, of er enkel aan kunnen voldoen door meer te betalen.
Voor ons vormen elektriciteit en gas een basisrecht. De belasting had dan ook beperkt moeten blijven tot 6 % btw, zonder extra accijnzen. Zeker als de prijzen dalen, hebt u met de invoering van accijnzen op de factuur van de mensen een zeer winstgevende operatie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De heer De Roover en de heer Loones zijn niet aanwezig, dus alleen mevrouw Merckx blijft over.
08.01 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, mijn vraag is vrij kort. Ze gaat over de beslissing die genomen is naar aanleiding van de begrotingsaanpassing over het schrappen van de vierde schijf van de minimumpensioenen.
Ik vraag mij af of deze besparing meegeteld zal worden bij het evalueren van de pensioenhervorming, waarvan de regering aan Europa beloofd heeft dat zij budgetneutraal zou zijn. Wordt deze beslissing in die discussie meegenomen of niet?
08.02 Eerste minister Alexander De Croo: Het is opvallend dat tijdens deze vakantieperiode alleen de werkijver van de vrouwelijke parlementsleden bovendrijft. De dames Samyn, Pas en Merckx nemen de boel hier gewoon over. En de voorzitter, natuurlijk, maar wij gaan ervan uit dat die er is.
Ik wil zeker de heer Van Hees niet vergeten die straks nog een vraag zal stellen, maar het is toch opvallend wie er afwezig is in deze week die toch aangekondigd was als een werkweek. Wij hebben niet gezegd dat het nu vakantie zou zijn.
Mevrouw Merckx, u weet dat deze regering de minimumpensioenen fors opgetrokken heeft. In deze regeerperiode bedraagt de verhoging van de minimumpensioenen meer dan 300 euro netto. Dat is ongezien, maar dat is normaal. Het gaat over mensen die gewerkt hebben. Om het volledige bedrag te kunnen krijgen moet men natuurlijk een volledige loopbaan gehad hebben, maar jaar na jaar zijn de minimumpensioenen tijdens deze regeerperiode gestegen, en volgend jaar zullen ze opnieuw stijgen.
Het is juist, er is een lichte reductie van de stijging, maar de minimumpensioenen blijven stijgen.
Het is juist, wij hebben de keuze gemaakt de pensioenen van mensen die werkten verder te doen groeien. Wij doen dat wel op een voorzichtige manier. We zien dat ons land op dit moment onder budgettaire druk staat. Wij moeten dan ook een zekere voorzichtigheid aan de dag leggen.
Wij hebben daarnaast wel beslist de geplande verhogingen van werkloosheidsuitkeringen, leeflonen, enzovoort, niet uit te voeren. De reden waarom wij dat niet gedaan hebben, is dat wij ervoor willen zorgen dat het verschil tussen werken en niet werken groter wordt. De keuze die wij gemaakt hebben, is de werkloosheidsuitkeringen en de leeflonen nu niet te doen stijgen. Wij voeren de geplande verhoging nu niet door. Voor de pensioenen voeren wij wel een verhoging door. Ik meen dat dit een goed en voorzichtig beleid is, want we weten dat we nog een heel budgettair traject zullen moeten uitvoeren.
Deze regering had gezegd dat de minimumpensioenen zouden stijgen in de richting van 1.500 euro. Ik stel vast dat wij ondertussen al een stuk voorbij dat doel zijn. De minimumpensioenen bedragen al een stuk meer dan 1.600 euro.
Ik weet dat u zult zeggen: de indexering zit ook in dat bedrag. Dat is waar. De indexering zit daarin.
De indexering wordt echter betaald door ons allemaal. Die komt niet zomaar uit de lucht gevallen.
Die belofte werd gemaakt door heel veel partijen tijdens de kiescampagne en de regering maakt ze waar.
Even terzijde, in mijn opsomming van de vrouwelijke Kamerleden was ik natuurlijk mevrouw Reynaert vergeten, maar zij had nog geen vraag gesteld.
08.03 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, u hebt niet geantwoord op de vraag die ik heb gesteld, namelijk of de beslissing die u hebt genomen in het kader van de begrotingscontrole in rekening zal worden genomen voor de budgetneutraliteit van de pensioenhervorming, waarover zoveel discussie is in het kader van het Europese relanceplan. Ik veronderstel dat dat is omdat daar nog heel wat discussie over is en dat er in de regering nog geen akkoord over is of dat het alleszins helemaal niet duidelijk is.
Wat ons betreft, is het natuurlijk een schandalige beslissing. U kunt blijven zeggen dat de minimumpensioenen opgetrokken zijn met bijna 300 euro per maand. Dat is zo, maar onze pensioenen waren en zijn nog steeds bij de laagste van West-Europa. De indexering van een pensioen is natuurlijk niet hetzelfde als een koopkrachtverhoging voor de mensen. Dat voelen de mensen vandaag ook, zeker de gepensioneerden met een laag pensioen, als zij naar de winkel gaan of als zij hun huur of rusthuis moeten betalen, waarvan de prijzen dubbel geïndexeerd worden.
U hebt besloten om de gewone en de kleine mensen te laten betalen om het budget van ons land op orde te brengen. U hebt geschrapt in de kleine pensioenen, maar ook in de IGO’s – dat gaat over 65 miljoen euro – en in de leeflonen en werkloosheidsuitkeringen. Bij die zwakke mensen die al een laag inkomen hebben, gaat u het geld zoeken in plaats van het te halen bij de sterkste schouders. Wij hebben trouwens via een schriftelijke vraag aangetoond dat uw effectentaks de arme rijken laat betalen, terwijl de echte rijken die taks niet betalen. U kunt dat vandaag lezen in De Standaard, want ik zie u raar kijken, mijnheer de eerste minister. U kijkt vandaag niet naar de echt grote vermogens. Als u het inkomen van zij die werken wilt vergroten ten opzichte van zij die niet werken, dan ligt de oplossing misschien bij de loonwet van 1996.
Die loonwet zorgt ervoor dat de lonen van de mensen niet verhoogd mogen worden, ook niet in winstgevende bedrijven. Dat is een sleutel die ervoor zorgt dat mensen die werken een deftig loon zouden krijgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09.01 Ellen Samyn (VB): Mijnheer de premier, een aantal leden van uw regering hebben hun communicatie inzake pensioenen blijkbaar niet goed met elkaar afgestemd. Ze lijken in ieder geval niet op één lijn te zitten. In de commissie voor Sociale Zaken van 22 maart gaf minister Lalieux aan dat de Europese Commissie geen budgettaire doelstellingen voor de pensioenhervorming geformuleerd heeft. Bovendien is er op dit moment helemaal geen sprake van een schorsing of vermindering van het Europese relancegeld. Uw staatssecretaris Dermine, bevoegd voor Relance, gaf in een RTBF-interview in januari aan dat de schatkist met het Europese relancegeld pas opengaat zodra onder meer de pensioenhervorming wordt doorgevoerd. Verder kreeg de krant De Tijd inzage in een nota van uzelf waarin staat dat een pensioenhervorming die 1,2 % van het bbp bespaart, moet worden doorgevoerd alvorens de Europese Commissie de eerste schijf van het relancegeld, ten bedrage van 847 miljoen euro, zal uitbetalen.
Minister van Financiën Vincent Van Peteghem verklaarde dan weer op 18 maart op Radio 1 dat er dringend nood is aan hervormingen om tot een duurzaam pensioenmodel te komen waarin meer mensen langer werken. Als de hervormingen er niet komen, is dat schuldig verzuim, dat moeten we goed beseffen.
Wat is de stand van zaken inzake de pensioenhervorming? Zitten uw regeringsleden nog op één lijn? Welke duurzame hervormingen, ook op lange termijn, zal uw regering nemen inzake pensioenen? Hoe vallen de tegenstrijdigheden te verklaren tussen minister Lalieux en staatssecretaris Dermine over de vraag of de Europese Commissie wel of geen budgettaire doelstellingen voor de pensioenhervorming heeft geformuleerd? Klopt het dat er op dit moment helemaal geen sprake is van de schorsing of vermindering van het Europese relancegeld?
09.02 Eerste minister Alexander De Croo: Voor het paasreces heb ik al bevestigd dat de pensioenhervorming na de begrotingscontrole een belangrijke werf wordt. Zoals u weet, liggen er een aantal voorstellen en adviezen op tafel, die zijn voorbereid door een aantal werkgroepen. Die zullen uiteindelijk tot besluitvorming kunnen leiden.
Minister Lalieux heeft inderdaad in de commissie voor Sociale Zaken op 22 maart een uitgebreide toelichting gegeven tijdens een actualiteitsdebat. Die ga ik hier in de commissie voor Binnenlandse Zaken niet herhalen. Vanzelfsprekend hebben we daarover contact met de Europese Commissie, aangezien de pensioenhervorming een van de mijlpalen is die we naar voren hadden geschoven. Het is uiteindelijk aan de Europese Commissie om daar finaal een eerlijke evaluatie van te maken. Natuurlijk zullen wij rekening houden met de doelstellingen die we als regering zelf vooropgesteld hebben.
Deze regering heeft veel aandacht voor de pensioenen van de mensen gehad. Ik heb dat in vorige vragen ook al aangegeven. De verhogingen die deze regering heeft doorgevoerd, heeft geen enkele regering hiervoor al doorgevoerd, vooral op het gebied van de minimumpensioenen. Bij het verhogen van de minimumpensioenen voor de zelfstandigen gaat het proportioneel ook om een veel grotere groep, omdat ze vaak lagere pensioenen krijgen.
Dat zijn de verhogingen die wij hebben doorgevoerd en die we volgend jaar ook zullen doorvoeren. We moeten daarnaast ook maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat ons pensioenstelsel op termijn duurzamer is. We zullen daarin in de komende weken heldere keuzes maken. Als die keuzes gemaakt zijn, zullen we die aan de Europese Commissie voorstellen.
09.03 Ellen Samyn (VB): Mijnheer de eerste minister, u stelt mij allesbehalve gerust. We wachten nog altijd de door Vivaldi beloofde pensioenhervorming af. U kunt de verschillende inzichten in uw regering niet ontkennen. Er is een kamp, waartoe u zelf behoort, dat 1,8 miljard euro wil besparen in de toekomstige pensioenrekening om het Europese relancegeld te kunnen binnenrijven. Het andere kamp, met minister Lalieux en waarschijnlijk ook een groot deel van de rood-groene ministers, beweert dat het Europese relancegeld losstaat van de pensioenhervorming. Ik vraag mij oprecht af hoe u zo tot een diepgaande hervorming kunt komen.
Het Vlaams Belang maakt zich geen illusies. Na de arbeidshervorming die er geen was en de migratiedeal die ervoor zal zorgen dat er nog meer gelukzoekers naar België komen, zal ook de pensioenhervorming niets meer worden dan wat rommelen in de marge.
Mevrouw Merckx verwees daarnet ook al naar het minimumpensioen van 1.500 euro en de indexering. Ik geef mevrouw Merckx daarin gelijk. Wij zitten al bij de laagste pensioenen van Europa. Die 1.500 euro is voor ons absoluut niet voldoende. Die is er inderdaad gekomen dankzij die indexatie.
Uw pensioenhervorming zal niet zorgen voor betaalbaarheid op langere termijn en zal de minimumpensioenen voor werknemers en zelfstandigen niet voldoende opwaarderen. Het zal de situatie van vergeten groepen niet verbeteren. Ik denk dan aan personen met een zwaar beroep en aan meewerkende echtgenoten, die uit de boot zijn gevallen dankzij minister Clarinval. Men zal ook de hoogste ambtenarenpensioenen niet plafonneren.
Mijnheer de premier, met de PS in de regering krijgt u niets klaar en dat had u eigenlijk moeten weten.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
10.01 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, on sait que la réforme fiscale, c'est un peu le monstre du Loch Ness de ce gouvernement. Parfois, il se trouve très profondément dans le lac. Parfois, il s'approche un peu plus de la surface.
Il n'y a pas encore d'accord gouvernemental sur la question. Je n'attends donc pas une réponse globale de votre part. Mais n'hésitez pas à faire preuve de spontanéité et à nous communiquer les éléments qui peuvent déjà être rendus publics.
Monsieur le premier ministre, quel est l'état d'avancement des discussions au sein du gouvernement? Quel est le calendrier prévu? Pouvez-vous nous dire si des points de consensus ont déjà été dégagés? Si oui, lesquels?
En outre, je voudrais aborder deux points particuliers de cette réforme fiscale qui en comprend beaucoup. Il y a, tout d'abord, la question de savoir qui va profiter de la réforme de l'impôt des personnes physiques. Il semble qu'il y ait deux thèses au sein de la coalition. Il y a celle du ministre des Finances et de son projet selon lequel il faut arroser tout le monde et prévoir une déduction fiscale pour tous. Il y a celle selon laquelle il faut plutôt viser les bas et moyens revenus. Si je me réfère à une de vos déclarations à la RTBF, le 30 mars, vous semblez opter pour cette deuxième thèse. Je vous cite: "L'un des éléments qui joue c'est quand même la différence entre travailler et ne pas travailler. Donc, pour moi, l'impact sera plutôt sur les bas et moyens salaires." Confirmez-vous cette vision?
Ensuite, il y a le taux réduit de TVA qui passerait, selon le projet de M. Van Peteghem, de 6 à 9 %. Vous comprendrez que cette augmentation de la taxe sur les produits de base, comme les produits alimentaires, la viande, les produits laitiers, le pain, etc., soit incompréhensible pour beaucoup de gens. Cette augmentation est-elle validée ou s'agit-il d'une piste qui serait abandonnée par le gouvernement?
10.02 Alexander De Croo, premier ministre: Monsieur Van Hees, mes déclarations reflètent généralement mes idées. Quand je dis quelque chose, cela signifie que c'est mon opinion, surtout que je l'avais expliquée de cette manière-là.
En ce qui concerne la réforme fiscale, comme je l'ai indiqué, après le contrôle budgétaire, c'était un des grands dossiers prioritaires, avec la réforme des pensions et les négociations avec ENGIE. L'objectif est d'amener une plus grande différence entre travailler et ne pas travailler. Je pense que c'est logique, et c'est grâce à un grand nombre de travailleurs que nous finançons notre système de sécurité sociale. Rendre le travail plus attractif est une manière de rendre ce système de sécurité sociale plus solide.
Je pense que le ministre des Finances a bien préparé les choses. Il a d'ailleurs communiqué une sorte de schéma général de sa réforme fiscale, basé sur les nombreuses consultations qu'il a menées. À présent, les éléments du puzzle sont sur la table et seront discutés au sein du gouvernement - pas en bilatéral, mais tous ensemble.
Trois éléments sont importants.
Premièrement, rendre le travail plus attractif.
Deuxièmement, nous assurer que nos PME continuent à créer des emplois. Nous savons que l'indexation en Belgique protège très bien le pouvoir d'achat. Mais par rapport à d'autres pays, le coût du travail chez nous a augmenté plus vite que dans les pays qui nous entourent.
Troisièmement et très clairement, cette réforme ne peut pas avoir un impact négatif sur notre solde budgétaire.
Je comprends votre impatience. Je serai heureux de vous donner plus d'informations une fois que les discussions auront abouti. Pour cela, nous aurons encore besoin de quelques semaines, voire même de quelques mois.
10.03 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le premier ministre, vous nous dites que le timing se traduira en quelques semaines voire en quelques mois. Je vous entends confirmer qu'à votre sens, il faut viser les bas et les moyens revenus. Quant au fait de favoriser cette différence entre le fait de travailler ou pas – je vous rappelle qu’un pensionné, c’est quelqu’un qui a travaillé toute sa vie – il y a une autre façon d'agir, comme augmenter le salaire brut des travailleurs. Mais ce n'est pas possible actuellement puisque le gouvernement a bloqué les augmentations salariales à 0 % dans le cadre de la norme salariale. Cela permettrait en même temps de régler le problème des finances publiques. En effet, si vous augmentez le salaire brut, vous pourrez prélever plus d’impôts sur cette masse salariale. Du point de vue des finances publiques, ce ne serait que profitable. Évidemment, si vous voulez favoriser les grandes entreprises plutôt que les travailleurs, c’est une voie que vous ne choisirez pas!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Ik heb het even opgezocht en er is geen Franse vertaling voor het woord blauwdruk. C’est un projet, un plan. Dat even tussen haakjes.
De samengevoegde vragen nrs. 55034524C, 55034526C, 55035021C, 55035092C en 55035378C van de heer Freilich vervallen.
Ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om te zeggen dat het niet van ernst getuigt als parlementsleden zoveel vragen indienen om vervolgens zonder kennisgeving afwezig te blijven.
10.04 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer de voorzitter, dat zijn kapstokvragen geworden, waarbij men een vraag indient in een commissie zodat men die vervolgens in de plenaire vergadering kan gebruiken in het vragenuurtje. Ooit zal men daar iets aan moeten doen.
De voorzitter:
Zo is dat. De heer Francken heeft zich wel verontschuldigd en zijn vraag nr. 55034534C
wordt uitgesteld.
11.01 Vicky Reynaert (Vooruit): Mijnheer de eerste minister, ik had deze vraag over de situatie van Olivier Vandecasteele begin maart 2023 ingediend, dus nog voor de uitspraak van het Grondwettelijk Hof. Ik heb ze ook gesteld aan mevrouw Lahbib, die ze beantwoord heeft in de commissie. De vraag die ik heb ingediend is dus achterhaald.
Ik wil wel van de gelegenheid gebruik maken om een update van de situatie te vragen.
De minister van Buitenlandse Zaken gaf op 8 maart 2023 aan dat de FOD Buitenlandse Zaken op 6 maart 2023, dus net na de uitspraak van het Grondwettelijk Hof, contact heeft opgenomen met de Iraanse ambassade om de ratificatie van het uitleveringsverdrag in gang te zetten. Zodra dat gebeurd is, treedt het verdrag binnen 30 dagen in werking. Ik wilde dus weten wat de stand van zaken is op dit moment.
Ten tweede heeft het Grondwettelijk Hof een aantal voorwaarden gesteld voor een mogelijke gevangenenruil, zoals een beschermingsplicht voor mensenlevens die in het gedrang kunnen komen door die ruil. Dit moet ook juridisch getoetst worden. Ons land moet bij een ruil tevens de slachtoffers van de geruilde gevangenen inlichten, die op hun beurt ook weer naar de rechter kunnen stappen om dat te laten toetsen. Wat is de stand van zaken hiervan?
Ten derde hebben we in de pers kunnen lezen dat de Belgische ambassadeur op bezoek is mogen gaan bij Olivier Vandecasteele. Er is ook contact geweest met zijn familie. Hoe is zijn situatie nu? Zijn de omstandigheden waarin hij gevangen wordt gehouden al verbeterd?
11.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw Reynaert, jammer genoeg heb ik weinig positief nieuws te melden, maar het is wel goed dat deze vraag op de agenda staat, omdat we het lot van onze landgenoot absoluut niet mogen vergeten. Ik heb een gesprek gehad met president Raisi van Iran. Ik heb een zeer duidelijke boodschap gegeven: Olivier Vandecasteele is onschuldig en moet onmiddellijk worden vrijgelaten. Zolang hij in gevangenschap is, moeten zijn mensonwaardige detentieomstandigheden verbeteren. Ook onze minister van Buitenlandse Zaken heeft een ontmoeting gehad met haar ambtsgenoot, waarbij ze dezelfde boodschap heeft overgebracht.
Wat de uitspraak van het Grondwettelijk Hof van 3 maart 2023 betreft, zijn wij tevreden dat het Hof onze argumentatie gevolgd heeft. Het arrest bevestigt ten gronde dat het overbrengingsverdrag voldoet aan alle standaarden van het internationaal recht en het kan een belangrijk juridisch instrument zijn om OIivier Vandecasteele opnieuw naar België te kunnen halen. Ik stel vast dat een aantal partijen zeer kritisch waren over de methode die wij gebruikt hebben. Ik stel wel vast dat het Grondwettelijk Hof onze methode gevolgd heeft.
De regering zal haar inspanningen vastberaden voortzetten.
Wij staan in nauw contact met de familie en proberen zeer concreet te werken aan betere detentieomstandigheden. We staan ook in nauw contact met andere Europese landen. De situatie van Europese gijzelaars in Iran wordt immers vaak besproken in de Raad Buitenlandse Zaken en ook bilateraal met onze partners.
11.03 Vicky Reynaert (Vooruit): Mijnheer de eerste minister, dit was zowat het antwoord dat wij ook gekregen hebben van mevrouw Lahbib. Hopelijk kan er toch snel een ruil plaatsvinden.
Het uitleveringsverdrag houdt effectief stand. Als we realistisch zijn, weten we dat dit de enige optie was om iets te doen voor de heer Vandecasteele. Het Iraanse regime zou namelijk voor niets anders gegaan zijn dan een gevangenenruil. Laten we hopen dat we snel vooruitgang kunnen boeken, want hoe langer hij in de cel zit, hoe lastiger de situatie wordt, ook voor zijn familie.
Het incident
is gesloten.
L'incident est clos.
La réunion publique de commission est levée à 15 h 28.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.28 uur.