Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières administratives

Commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken

 

du

 

Mercredi 29 mars 2023

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Woensdag 29 maart 2023

 

Namiddag

 

______

 

La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 32 et présidée par M. Ortwin Depoortere.

De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.32 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.

 

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

De voorzitter: Collega’s, we kunnen werken tot 17.30 uur en proberen zoveel mogelijk vragen te behandelen.

 

01 Actualiteitsdebat over de bezetting van gebouwen en toegevoegde vragen van

- Eva Platteau aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De ontruiming van Allee Du Kaai door de politie en de bezetting van kantoren van het Crisiscentrum" (55035133C)

- Greet Daems aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Allee Du Kaai en het toekomstige Nationaal Crisiscentrum" (55035163C)

- Greet Daems aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Tijdelijke opvang versus noodopvang" (55035198C)

- Theo Francken aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Het boren van gaten in het dak van een kraakpand om mensen weg te jagen" (55035333C)

- Hervé Rigot aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De bezetting van een gebouw aan de Koning Albert II-laan" (55035345C)

- Eva Platteau aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De uitspraak van de vrederechter over de bezetting van de kantoren van het NCCN" (55035494C)

- Barbara Pas aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Het kraakpand in de Paleizenstraat" (55035581C)

01 Débat d’actualité sur l’occupation des bâtiments et questions jointes de

- Eva Platteau à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'évacuation par la police de l'Allée Du Kaai et l'occupation de bureaux du Centre de crise" (55035133C)

- Greet Daems à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'Allée Du Kaai et le futur Centre de crise national" (55035163C)

- Greet Daems à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'accueil temporaire et l'accueil d'urgence" (55035198C)

- Theo Francken à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Le percement de trous dans le toit d'un squat pour en chasser les occupants" (55035333C)

- Hervé Rigot à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L’occupation d'un bâtiment au boulevard du Roi Albert II" (55035345C)

- Eva Platteau à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "La décision du juge de paix concernant l'occupation des bureaux du NCCN" (55035494C)

- Barbara Pas à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Le squat de la rue des Palais" (55035581C)

 

01.01  Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, ik zal proberen gestructureerd te werk te gaan. Mijn vragen dateren van een tijdje geleden.

 

Mijn eerste vraag ging over de ontruiming van Allee du Kaai. Ondertussen is er echter ook een ontruiming geweest nadat een 27-tal asielzoekers in de toekomstige kantoren van het Nationaal Crisiscentrum in Sint-Joost-ten-Node waren getrokken. Het ging over mensen die recht hadden op opvang, maar die die nog niet gekregen hadden. Diezelfde avond nog werd het gebouw omsingeld door politiecombi’s. Er waren zelfs waterkanonnen aanwezig. Er was dus een groot machtsvertoon. De dag erna heeft de politie zelfs verhinderd dat er voedsel werd binnengebracht. Dat was een absoluut dieptepunt in de manier waarop dit land omgaat met mensen op de vlucht die asiel vragen in ons land.

 

Een paar dagen eerder waren de betrokkenen ook al uit Allee du Kaai gezet, een ander leegstaand gebouw. Volgens mijn informatie gebeurde dat op initiatief of bevel van burgemeester Close van Brussel. Het ging daarbij over mensen waarvan sommigen eerder al in de Paleizenstraat en in tentjes in Molenbeek hadden verbleven. Die mensen waren dus al een aantal weken op zoek naar een veilig onderkomen en wilden als actievoerders een punt maken en opkomen voor hun recht op opvang, waarvoor wij natuurlijk alleen begrip kunnen opbrengen.

 

Hoe is de ontruiming van Allee du Kaai in zijn werk gegaan? Ik heb daarover al vragen gesteld aan minister Verlinden en aan minister Lalieux, omdat zij bevoegd is voor Beliris, de bouwheer van het pand Allee du Kaai. Mevrouw de staatssecretaris, wie heeft de beslissing tot de ontruiming van Allee du Kaai genomen? Was het de burgemeester? Was u daarvan op de hoogte? Kende u de timing van de ontruiming?

 

Heel frappant waren de woorden van de burgemeester, namelijk dat de betrokkenen maar in de humanitaire hulp moesten worden opgevangen, terwijl die hulp helemaal geen verantwoordelijkheid draagt voor de opvang.

 

Was u op de hoogte van de timing? Is het voor u verdedigbaar dat mensen op die manier uit het gebouw werden gezet, zonder dat er een oplossing was qua opvang of zonder dat er noodopvang was? Natuurlijk zouden wij nog liever zien dat zij hadden kunnen doorstromen naar de plaatsen van Fedasil.

 

Dan kom ik bij de andere vraag die ik heb ingediend. Diezelfde mensen waren vervolgens naar de toekomstige gebouwen van het Nationaal Crisiscentrum getrokken. Op 23 maart 2023 heeft de vrederechter beslist dat ook dat gebouw moest worden ontruimd. Op 27 maart heeft die ontruiming dan plaatsgevonden.

 

Hoe is die ontruiming verlopen? Hebben alle mensen een opvangplek gekregen? Zo ja, waar zijn ze terechtgekomen? Voldoen de noodopvangplaatsen die het Brussels Gewest aanbiedt en de federale overheid financiert aan de voorwaarden die de vrederechter had opgelegd voor de uitzetting?

 

Sommigen van die mensen waren ook al aanwezig in de Paleizenstraat. Waarom was er voor die mensen nog altijd geen opvang? Wanneer zullen alle asielzoekers een opvangplek kunnen krijgen, zodat situaties als bezettingen, tentenkampen of geïmproviseerde kraakpanden zich niet meer voordoen?

 

01.02  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, op 9 maart 2023 hebt u in de plenaire vergadering uw asieldeal voorgesteld. Er was geen tijd te verliezen. De maatregelen van de asieldeal zouden een oplossing vormen, behalve dan voor de huidige opvangcrisis. Wat daarna gebeurde, is immers echt beschamend.

 

Op vrijdag 10 maart werd het gebouw van Allee du Kaai aan de Havenlaan in Brussel op een onmenselijke manier ontruimd op vraag van burgemeester Close. Er werden gaten geboord in het dak zodat er water zou binnensijpelen en het gebouw daardoor onbewoonbaar werd. Beliris zou de werklui hebben aangestuurd op vraag van de politiezone Brussel-Hoofdstad-Elsene. De ontruiming zelf gebeurde zonder aankondiging en veel vroeger dan verwacht. De mensen die in het gebouw verbleven, hadden nagenoeg allemaal al de eerdere onaangekondigde ontruiming aan het Klein Kasteeltje meegemaakt.

 

Toen bleven ze op straat achter, zonder tent, zonder alternatief. Die ontruiming verliep chaotisch, zonder overleg met hulporganisaties en met een serieuze onderschatting van het aantal opvanggerechtigden. Zij zochten elders onderdak en dat werd Allee du Kaai aan de Havenlaan. Daar werden ze dan opnieuw weggejaagd. Diezelfde mensen hebben dan het toekomstige Nationaal Crisiscentrum bezet. Wat konden ze anders doen, want op straat zouden ze opnieuw weggejaagd worden? Mevrouw de staatssecretaris, het gaat hier om mensen die vergeten zijn, vergeten in de tellingen, vergeten in de opvang. Ik vraag me af wat uw antwoord hierop is.

 

Mijn tweede vraag sluit hier goed bij aan. Na de ontruiming van de kanaalbuurt beweerde u op Twitter dat iedereen die daar recht op had een tijdelijke opvangplaats had gekregen. Dat was duidelijk een leugen, want tot voor kort verbleven er nog steeds mensen in het toekomstige Crisiscentrum. Na de ontruiming van de Paleizenstraat zei u dat iedereen die een tijdelijke opvangplaats had gekregen, daar zou mogen verblijven totdat er voor hen een plaats bij Fedasil vrijkwam. Ook dat was een leugen, want een maand later stonden verschillende mensen al terug op straat.

 

Toen de mensen in het toekomstige Crisiscentrum niet ingingen op uw oplossing van 14 maart, viel u achterover van verbazing. U vond dat onbegrijpelijk. Mevrouw de staatssecretaris, dat is eigenlijk toch niet zo vreemd? Ze wachten al maanden op opvang. Al maanden wordt hun tijdelijke opvang beloofd, eerst in de Paleizenstraat, dan aan het kanaal. Al maanden wordt hun gezegd dat u plek vrijmaakt, maar al maanden hebben ze eigenlijk niks gekregen. Hoe kan het dat de mensen van de Paleizenstraat na een maand in de tijdelijke opvang weer op straat staan? Wie is daar verantwoordelijk voor?

 

Mijn volgende vraag gaat over de noodopvang. Er was een enorme politie-inzet bij het toekomstige Crisiscentrum, die enorm veel middelen vereiste. De enige goede oplossing voor de bewoners is een plaats in de opvang; geen tijdelijke opvang, maar wel noodopvang. Waarom hebt u die middelen niet daarvoor gebruikt?

 

01.03  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik ben blij dat wij elkaar nog voor de paasvakantie kunnen spreken over een aantal dossiers. Anders zou het te lang duren voor wij daarover echt kunnen doorpraten. In een actualiteitsdebat tijdens de plenaire vergadering krijgen we doorgaans wat slogans, en wat verwijten heen en weer. Zo kunnen we geen goed parlementair werk doen. Het hoort erbij, maar ik ben nooit fan geweest van die mondelinge vragen in de plenaire vergadering. Ik vermoed dat ik daar tijdens de eerste drie jaar dat ik hier zetelde geen enkele mondelinge vraag heb gesteld. Nu zijn er verkiezingen op til en dan moet ik dat ook doen. Ik vind dat verschrikkelijk, maar dat hoort er nu eenmaal bij.

 

Ik zit liever hier in de commissie, omdat wij hier toch beter van gedachten kunnen wisselen, zonder dat het op het scherp van de snee hoeft te gebeuren. Dat mag wel eens, maar hier kunnen wij toch proberen iets beter met elkaar overeen te komen, of niet. Ik heb dus enkele vragen over het hele kraakpandenverhaal.

 

Ten eerste, waarom hebt u de kraakwet die wij onder de Zweedse regering hebben ingevoerd niet van toepassing gemaakt? Ik verwijs vooral naar artikel 442/1, paragraaf 2 daarvan, dat bepaalt dat men mensen die kraakpanden zoeken, er inbreken en ze bezetten, op een consecutieve manier kan vatten en bestraffen. Dat is exact wat er nu aan de hand is. Daar zijn activistische groepen mee bezig. Men kan erover discussiëren of zij dat terecht doen of niet. Links vindt dat heel terecht. Ik vind eigendomsrecht echter belangrijk.

 

U moet daarvoor een klacht indienen, want kraken is enkel een klachtmisdrijf. Zo gaat dat blijkbaar: bij een klachtmisdrijf kan men alleen gevat worden wanneer er een klacht is. Ik stel dus voor dat u een klacht indient, of dat mevrouw Verlinden, uw partijgenote, dat bekijkt, als die acties nog voortduren en zich herhalen. Ik vind dat u dat moet overwegen.

 

Ten tweede verbaas ik mij over het filmpje waarin een aantal werkmannen gaten aan het boren waren in het kraakpand Allée du Kaai, waar mensen hun toevlucht hadden gezocht omdat zij na een ontruiming geen plaats hadden gevonden. Blijkbaar zouden zij daar weggejaagd zijn doordat men gaten boorde en water liet infiltreren. De heer Close ontkent dat verhaal, of toch niet helemaal. Dat is niet helemaal duidelijk. Kunt u uw visie op die feiten meegeven? Mij intrigeert dat nogal.

 

Ten derde heb ik vorige week dat vonnis gelezen, waarin u volgens mij in uw ongelijk werd gesteld. De krakers weigeren weg te gaan tot ze een permanente opvang hebben tot het einde van hun asielprocedure. U weigert daarop in te gaan, want dan laat u hen voorgaan in de wachtlijst en u wil krakers geen voordeel geven tegenover niet-krakers. Ik begrijp dat wel vanuit uw logica. Dat werd voor de rechtbank gebracht. Volgens mijn lezing van het vonnis hebt u echter ongelijk gekregen en heeft de rechtbank bepaald dat de krakers wel degelijk opvang tot het einde van de asielprocedure moeten krijgen.

 

De vraag is of ze opvang tot het einde van de asielprocedure moeten krijgen of tijdelijke opvang? Hoe zit dat precies? Wat bent u aan het doen? Ik heb begrepen dat de laatste krakers weg zijn en dat er een aantal naar een hotel zijn gebracht. Hebt u die krakers nu echt beloond door ze in een hotel onder te brengen? Wat gaat er nu met die krakers gebeuren? Hebben zij opvanggaranties tot het einde van hun procedure of niet?

 

Tot daar mijn drie concrete vragen.

 

01.04  Özlem Özen (PS): Monsieur le président, je voudrais intervenir à la place de M. Rigot, retenu dans une autre commission.

 

Madame la secrétaire d'État, au vu de ce que je viens d'entendre, je voudrais rappeler que nous ne sommes pas là pour faire des procès, pour critiquer et trouver des bêtes noires, mais plutôt être constructifs et trouver des solutions à cette crise de l'accueil.

 

Depuis le dimanche 12 mars, 70 demandeurs de protection internationale porteurs d'une annexe 26 occupent un bâtiment devant accueillir le futur siège du Centre de crise national. Il s'agit pour un certain nombre d'entre eux de personnes qui étaient déjà au Palais des droits et qui n'ont pas trouvé de place dans le réseau Fedasil à ce jour.

 

Cette occupation revêt pour les occupants une dimension toute symbolique, au vu de la crise de l'accueil que notre pays traverse. Leur revendication est claire: ils souhaitent être rétablis dans leurs droits – à titre individuel bien sûr – et se font aussi les porte-paroles de tous ceux qui attendent encore leur place.

 

Un accord ayant été entériné par le juge de paix, qu'en est-il de la suite? Quelles sont les mesures à court terme pour la création de places supplémentaires? Qu'en est-il des places devant ouvrir à Kampenhout? D'autres options sont-elles sur la table à brève échéance? À ce jour, quel est le taux d'occupation du réseau?

 

01.05 Staatssecretaris Nicole de Moor: Op 7 maart werd in samenwerking met de gemeente Molenbeek en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een oplossing gezocht voor de schrijnende omstandigheden in de Kanaalzone waar mensen in tentjes verbleven. De openbare veiligheid voor de bewoners van het tentenkamp, maar ook voor de passanten, kon niet langer gegarandeerd worden, waardoor een oplossing werd gezocht voor alle betrokkenen.

 

Op basis van de registratielijst van de gemeente Molenbeek en bijkomende registraties werd een 150-tal personen toegeleid naar plaatsen bij Fedasil, alsook naar noodopvangplaatsen die werden aangeboden door de gemeente Molenbeek en door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het klopt dat er zich nog andere personen hebben aangediend die niet aan de Kanaalzone verbleven, maar die ook een opvangplaats bij Fedasil wilden bekomen. Aangezien die specifieke operatie gericht was op de ontruiming van het tentenkamp aan de Kanaalzone waren geen plaatsen gereserveerd voor een ander doelpubliek dat van elders kwam.

 

Het klopt eveneens dat een groep vervolgens zijn intrek nam in de oude loods Allée du Kaai. Over de volgende stappen in het verhaal werden wij echter niet op de hoogte gebracht aangezien de beslissingen werden genomen binnen het kader van de veiligheidsbevoegdheden die werden uitgeoefend door de bevoegde Brusselse actoren.

 

Het lijkt er vervolgens ook op dat die mensen, samen met een heel aantal actievoerders, het gebouw aan de Albert II-laan waar het Nationaal Crisiscentrum in de toekomst gehuisvest zal worden, hebben bezet. Voor elk van hen werd snel een oplossing gevonden, verspreid over verschillende noodopvangplaatsen in Brussel, met het oog op een verdere integratie in het opvangnetwerk van Fedasil. Dat aanbod werd echter afgewezen.

 

Mevrouw Daems, ik vond het dus inderdaad onbegrijpelijk dat men niet vrijwillig is ingegaan op die oplossing. Fedasil werkt immers met een wachtlijst en nodigt elke dag mensen uit van die wachtlijst. We doen effectief al het mogelijke om in bijkomende opvang te voorzien en bestaande plaatsen vrij te maken door een verhoogde uitstroom. Het zou echter niet rechtvaardig zijn om de bezetters van dat gebouw voorrang te geven op mensen die al langer op de wachtlijst staan. Wie het langst wacht, wordt nu het eerst uitgenodigd bij Fedasil. Dat is het meest rechtvaardige, ook al is de context ongelooflijk moeilijk. Die boodschap hebben we ook gegeven aan de organisaties op het terrein.

 

Ces centres d’accueil d’urgence, comme prévu dans la convention avec la Région de Bruxelles-Capitale, sont destinés à fournir un logement temporaire après quoi les personnes peuvent passer chez Fedasil. L’objectif a toujours été d’assurer cette passerelle entre l’accueil d’urgence et l’accueil permanent.

 

Conformément à la décision du kern, cette convention sera également élargie pour offrir davantage de places d’accueil d’urgence, tout comme nous essayons aussi de développer chaque jour davantage de places d’accueil structurelles chez Fedasil. À court terme, nous essaierons de construire autant d’abris que possible même si cela n’est pas évident.

 

Inmiddels heeft de vrederechter afgelopen donderdag, 28 maart, een uitspraak gedaan in de zaak. Hij bevestigde dat onze oplossing, de noodopvangplaatsen, effectief een geschikte tussenstap is, zoals wij al hadden voorgesteld. We werden dus helemaal niet in het ongelijk gesteld door de vrederechter, die eigenlijk heeft bevestigd dat de oplossing die wij hadden voorgesteld en waarop men niet vrijwillig is ingegaan, wel een goede oplossing was. Afgelopen maandag werden alle bezetters van het pand in de Albert II-laan overgebracht naar die twee sites voor noodopvang. Hiermee kwam een einde aan de bezetting van het pand waar in de toekomst het Nationaal Crisiscentrum gehuisvest zal worden. Dat is een goede zaak. Overigens, mevrouw Platteau en mevrouw Daems, het klopt niet dat de betrokkenen vroeger ook in de Paleizenstraat hadden verbleven, want die werden ondertussen effectief opgevangen.

 

Ik zeg natuurlijk al langer dat de opvangcrisis niet op een-twee-drie zal opgelost zijn en dat er nog heel wat mensen op de wachtlijst staan. Naast een versterkte uitstroom werken mijn diensten dag en nacht aan bijkomende opvangplaatsen voor iedereen die dat nodig heeft. U kunt zelf vaststellen hoe de opstart van een opvangcentrum vaak niet zonder slag of stoot verloopt. Dat neemt niet weg dat ikzelf en mijn diensten hard blijven werken om iedereen van een opvangplaats te voorzien.

 

Mijnheer Francken, wat de procedures of klachten betreft, worden er ontzettend veel juridische procedures aanhangig gemaakt; we procederen ons kapot. Het migratiedepartement wordt al langer met dat grote probleem geconfronteerd en daar gaat heel wat tijd en energie aan verloren. Ik tracht mijn energie en tijd vooral te steken in het zoeken in alle sereniteit naar de nodige opvangplaatsen en vooral in het nemen van structurele maatregelen, zowel op Belgisch als op Europees niveau, om de crisis op te lossen en te zorgen voor een structureel beter gecontroleerd migratiebeleid.

 

01.06  Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, dank u voor uw toelichting. Een ontruiming is altijd een delicate operatie, ik zal zeker niet beweren dat het gemakkelijk was. Ik verbaas mij alleszins erover dat u niet op de hoogte was van de ontruiming van Allée du Kaai. Het is geen manier van werken van de burgemeester dat hij u niet heeft gecontacteerd, ik vind dat redelijk onbegrijpelijk. Ik dacht dat u een taskforce had opgericht met medewerking van het Brussels Gewest, uw diensten en de betrokken gemeenten. Dat lijkt mij het juiste platform om dergelijke zaken te bespreken, dat is zeer essentieel.

 

Men is uiteindelijk ingegaan op de noodopvangplaatsen. U hebt ook gezegd dat de plaatsen wel degelijk voldoen volgens de vrederechter. Ik heb begrip voor uw beslissing om asielzoekers een opvangplaats toe te wijzen naar gelang van de tijdsspanne dat ze op de wachtlijst staan. Gelet op de lange wachttijden is dat mijns inziens een goede manier van aanpakken. Idealiter zouden er geen wachttijden zijn en zou iedereen die asiel aanvraagt, worden opvangen.

 

Er is nu de asieldeal in de regering om meer opvangplaatsen te creëren, waarover ik u straks ook nog een paar vragen zal stellen. U hebt gezegd dat u werk zult maken van een verhoogde uitstroom en u hebt ook opgeroepen om meer lokale opvanginitiatieven in te richten. In Nederland, dat ik gisteren bezocht, wordt opvang georganiseerd gebaseerd op de veiligheidsrisico’s en heeft men wel een spreidingsplan voor de gemeenten, want in Nederland wordt de problematiek als een humanitaire crisis beschouwd. Men heeft daar dus voor een oplossing voor de opvangcrisis gezorgd. Als het in andere landen mogelijk is, dan moet het in het welvarende België ook mogelijk zijn.

 

Mijnheer Francken, ik vind uw betoog zeer bijzonder. Enerzijds beschouwt u die mensen als krakers, die bestraft zouden moeten worden. Anderzijds bent u verontwaardigd dat men gaten boort in het dak om hen weg te jagen. Ik vind dat u hiermee zichzelf tegenspreekt; ik zie bij u toch enige selectieve verontwaardiging.

 

Tot slot moeten we erkennen dat het steeds het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Brusselse gemeenten zijn, die met die problemen geconfronteerd worden, omdat de federale overheid tekortschiet. In een krantenartikel over asielopvang door Vlaamse gemeenten lees ik wel eens dat het om opvang van Brusselse asielzoekers gaat. Dat is klinkklare onzin. Het zijn geen Brusselse asielzoekers, maar asielzoekers die in België asiel aanvragen en alle regio’s moeten dan hun steentje bijdragen. Het kan niet zijn dat er disproportioneel veel asielzoekers terechtkomen in de hoofdstad, die al met veel grootstedelijke problemen te kampen heeft en al een heel grote inspanning levert voor noodopvang. We moeten goed blijven samenwerken en alle regio’s moeten hun steentje bijdragen.

 

01.07  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, voor de mensen die in het toekomstige crisiscentrum verbleven, bent u er plots toch in geslaagd om opvangplaatsen te vinden. Dat lijkt echter niet te lukken voor alle andere mensen die nog steeds geen opvang hebben. Dat is al anderhalf jaar zo. Elke keer dat er een kritiek moment is in deze crisis, zijn die tijdelijke opvangplaatsen er plots. Dan is de politieke wil er opeens wel heel even. Waarom kan dat nu niet structureel en voor iedereen? U zegt dat u geen voorrang wil geven aan iemand omdat die een gebouw bezet, maar ook die mensen sliepen al maanden op straat. Ze kaartten door die bezetting terecht aan dat ze vergeten werden. Vluchtelingenwerk Vlaanderen bijvoorbeeld heeft wel degelijk gerapporteerd over mensen die vergeten waren aan het kanaal. U zegt dat dit niet gebeurd is, maar er waren mensen die in de ochtend een afspraak hadden en bij terugkomst vaststelden dat hun tenten en spullen verdwenen waren. Zij bleven dus achter. Elke dag slapen er nog honderden mensen op straat. Ook zij hebben recht op opvang. Als u hier niet snel een oplossing voor vindt, zullen de scenario’s van de Paleizenstraat, Allée du Kaai en het toekomstig crisiscentrum zich blijven herhalen. De hele situatie is de zoveelste uiting van een beleid dat zijn verantwoordelijkheid gewoon ontloopt.

 

Met cd&v mikt u op zij die zich vergeten voelen. U wil een warm Vlaanderen bieden voor wie uit de boot valt. Beseft u hoe cynisch dat klinkt? Er vallen zoveel mensen al maanden uit de boot door uw beleid. Zij voelen zich vergeten door uw beleid. Focus daarop. Dat is uw verantwoordelijkheid.

 

01.08  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb niet echt veel antwoorden gekregen op mijn vragen. Ik heb nochtans drie vragen gesteld. Ten eerste, hoe is de ontruiming van Allée du Kaai juist verlopen? Ten tweede, zijn de krakers naar hotels gebracht en hebt u klacht ingediend? Ten derde vroeg ik ook naar het vonnis. Daar wil ik nog iets over zeggen.

 

Mevrouw Platteau, ik vind het opmerkelijk dat u verwijst naar de Nederlandse situatie. Hebt u de Nederlandse verkiezingen gezien? Ik heb de uitslag daarvan bekeken en denk dat een spreidingsplan niet zo’n goed idee is. Ik heb ook de uitslag van het CDA gezien en dat was geen succes. Ik begrijp dus dat de staatssecretaris zegt dat wij misschien beter wat wachten met een spreidingsplan.

 

U maakt een opmerking over het feit dat ik enerzijds zeg dat er een strafklacht moet worden ingediend tegen de krakers, maar dat ik er anderzijds een probleem mee heb dat er gaten worden geboord in het dak. Dat moet volgens u een consequent verhaal zijn. Ik snap uw punt echter niet, want het ene heeft niets te maken met het andere. Het kraken gebeurt door extreemlinkse activisten. Vorig weekend zijn er vier burgeractivisten opgepakt. Zij waren helemaal in het zwart gekleed, zoals de extremistische black blocs. U kent die misschien beter dan ik. Dat gebeurt dus consequent door bepaalde extreemlinkse, activistische groepen. Daarvoor bestaat de kraakwet, meer bepaald artikel 442. Hanteer dat en dien klacht in, mevrouw de staatssecretaris, want zij zullen nog gebouwen van de overheid kraken.

 

U antwoordt daarnaast niet op mijn vraag over de opvang van de krakers in hotels, dus ik noteer dat het Belgabericht juist is en dat die krakers nu in hotels zitten. Dat vind ik bijzonder kras.

 

U ziet voorts geen probleem in het feit dat de stad Brussel gaten laat boren in het dak van dat pand. Mocht Bart De Wever aan zijn ambtenaren de opdracht geven om gaten te boren in het dak van een pand in zijn stad om mensen weg te jagen, dan zouden Groen Antwerpen, PVDA Antwerpen en de rest van de stad op hun achterste poten staan en zeggen dat dat totaal onmenselijk is en dat men zo niet met mensen omgaat. Als dat in Brussel gebeurt, stelt men echter de vraag wat het probleem is. Dat is werken met twee maten en twee gewichten en ik vind het absoluut moreel verwerpelijk dat er gaten worden geboord in een dak om mensen weg te jagen. Dat is gewoon walgelijk.

 

01.09  Özlem Özen (PS): Monsieur le président, je vais essayer de respecter mon temps de parole, comme je vois que d'autres ne le font pas.

 

Madame la secrétaire d'État, je vous remercie de vos explications. Je constate que, pour les occupants du centre du crise, une bonne coopération entre entités fédérées et le gouvernement fédéral a permis d'aboutir à une solution. Il est évidemment dans l'intérêt de l'État fédéral de rétablir ces personnes dans leurs droits. À cet égard, je regrette que Kampenhout n'ait pas pu aboutir.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Samengevoegde vragen van

- Greet Daems aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De asieldeal" (55035066C)

- Greet Daems aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Het terugkeerbeleid" (55035067C)

- Barbara Pas aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De asieldeal en de extra compensatie voor de Brusselse opvang" (55035148C)

- Greet Daems aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Het verbod op het opsluiten van kinderen" (55035164C)

- Tomas Roggeman aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De invoering van een medewerkingsplicht" (55035187C)

- Tomas Roggeman aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Extra DVZ-begeleiders" (55035188C)

- Theo Francken aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De asieldeal" (55035327C)

- Theo Francken aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De achterpoortjes in de opvangwet" (55035328C)

- Theo Francken aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Het verbod op opsluiting van minderjarigen in gezinsverband" (55035336C)

- Barbara Pas aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De gedwongen terugkeer van gezinnen met minderjarige kinderen" (55035547C)

02 Questions jointes de

- Greet Daems à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'accord sur l'asile" (55035066C)

- Greet Daems à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "La politique de retour" (55035067C)

- Barbara Pas à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'accord sur la politique d'asile et la compensation supplémentaire pour l'accueil à Bruxelles" (55035148C)

- Greet Daems à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'interdiction d'enfermer des enfants" (55035164C)

- Tomas Roggeman à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'instauration d'une obligation de coopération" (55035187C)

- Tomas Roggeman à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "De nouveaux accompagnateurs à l'OE" (55035188C)

- Theo Francken à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'accord sur l'asile" (55035327C)

- Theo Francken à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Les échappatoires dans la loi sur l'accueil" (55035328C)

- Theo Francken à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'interdiction d'enfermement des mineurs en famille" (55035336C)

- Barbara Pas à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Le retour forcé de familles avec enfants mineurs" (55035547C)

 

02.01  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, op 9 maart werden de grote lijnen van de asieldeal gepresenteerd. Nu is het nog wachten op de concrete verdere uitrolling ervan.

 

Wat is de geplande timing voor elk onderdeel? Welke budgetten zijn hiervoor voorzien? Wat met het nodige personeel? Welke diensten zijn er allemaal bij betrokken?

 

Ik heb ook nog inhoudelijke vragen over het recht op opvang. Hoe zult u daar precies in knippen? De Europese regelgeving stelt duidelijk dat iedereen recht heeft op opvang tot er een definitieve beslissing is genomen door een onafhankelijke rechter. Iedereen heeft dus recht op opvang, ook tijdens de beroepsprocedure bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Ook mensen die om medische of andere redenen in de onmogelijkheid verkeren om terug te keren naar hun herkomstland mogen verlengd in de opvang blijven. Dat geldt ook voor hoogzwangere vrouwen. Zult u hen met deze asieldeal verplichten het opvangnetwerk te verlaten? Wat gebeurt er dan met hen, wetende dat zij niet kunnen terugkeren naar hun land van herkomst en rekening houdend met de huidige woonmarktsituatie?

 

In de asieldeal zegt u dat het aanklampend terugkeerbeleid wettelijk zal worden verankerd en dat u strijd voert tegen de achterpoortjes. Een aantal organisaties op het terrein merkt echter op dat er niet zoveel achterpoortjes bestaan. Ik vraag mij dan ook af wat u daarmee bedoelt en hoe die achterpoortjes er dan uitzien. De meeste mensen zijn immers niet verwijderbaar en kunnen niet terug naar hun land van herkomst om redenen buiten hun wil. Hier gaat het bijvoorbeeld specifiek over Afghanen. Men kan hen niet terugsturen. Wat zal er dan met hen gebeuren? Daarnaast zijn er ook herkomstlanden die hun onderdanen niet willen terugnemen. Wat dan met hen?

 

In verband met het verbod op het opsluiten van kinderen lezen we in uw akkoord met de federale regering dat u eindelijk een verbod op kinderdetentie wil inschrijven in de wet. Wij kunnen dat alleen maar toejuichen. In de commissie voor Binnenlandse Zaken hebben al verschillende wetgevende voorstellen besproken die hetzelfde beogen. Daarin wordt echter steevast het onderscheid gemaakt tussen de gesloten centra en de FITT-woningen (Familie identificatie- en terugkeerteam).

 

Die laatsten zouden niet onder detentie vallen, terwijl zij volgens de huidige wetgeving wel een detentietitel hebben. Vooraleer een gezin met kinderen naar zo’n FITT-woning kan gestuurd worden, moet er over hen dus een detentietitel uitgesproken worden. Veel experts zijn het erover eens dat er geen goede manier bestaat om kinderen op te sluiten. Die FITT-woningen zijn dan ook geen alternatief voor detentie, maar wel een alternatieve vorm van detentie.

 

Daarnaast vragen middenveldorganisaties al langer om een audit van de terugkeerhuizen om na te gaan wat de psychologische impact is op kinderen die daar verblijven en hoe dit al dan niet een alternatieve vorm van detentie is in plaats van een alternatief voor detentie. Ons wetsvoorstel voorziet in een volledig verbod op detentie van kinderen, met name dat het verboden wordt om kinderen onder een detentietitel te plaatsen.

 

Hoe ziet u een verbod in de wet? In welke echte alternatieven voor detentie is er voorzien?

 

Plant u nog een audit van de terugkeerhuizen?

 

02.02  Tomas Roggeman (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, u kondigde aan dat u een medewerkingsplicht wenst in te voeren voor illegale migranten van wie de asielaanvraag wordt geweigerd. In de praktijk zien wij vandaag dat ongeveer de helft van de betrokkenen minstens één bevel heeft om het grondgebied te verlaten. Die aanpak heeft dus beperkingen. U zegt dat u ze zal verplichten om mee te werken. Ik vind dat heel interessant en kreeg daaromtrent graag details.

 

Wat houdt die medewerkingsplicht in? Wat verwacht u precies van de betrokkenen?

 

Wat indien medewerking uitblijft? Gaat u dan sancties nemen, straffen opleggen of dwingende maatregelen nemen?

 

Overweegt u bijvoorbeeld over te gaan tot vastzetting en gedwongen uitwijzing bij gebrek aan medewerking? Als dat het geval is, in welke sanctie voorziet u dan voor gezinnen met kinderen die de medewerking weigeren? U kondigt immers in één beweging ook een wettelijk initiatief aan om vastzetting van gezinnen met minderjarigen bij wet te verbieden. Hoe zult u dat dan wel handhaven? Hoe zult u ervoor zorgen dat u een stok achter de deur hebt wanneer die medewerking uitblijft?

 

Hoe ziet u dit met betrekking tot bijkomende werklast voor de diensten? Welke medewerkers zullen dat uitvoeren? Komt dat bij de lopende taken of zal u opnieuw in een uitbreiding van het personeelskader voorzien?

 

Bent u er voorstander van om personen die de medewerkingsplicht niet volgen en niet meteen gedwongen kunnen worden verwijderd, persona non grata te verklaren?

 

Mijn volgende punt gaat over de begeleiding van de DVZ. Uit de cijfers van de ICAM-begeleiding (individual case management) en de bezettingsgraad van gesloten centra blijkt dat het terugkeerbeleid grotendeels is stilgevallen. U hebt in uw asielplan aangekondigd dat u de begeleiding bij gedwongen uitwijzingen zal hervormen en de begeleiding door politieagenten wil afbouwen. Er zal nog maar een agent per operatie worden ingeschakeld. In de plaats daarvan komen er meer DVZ-begeleiders.

 

Met alle respect voor de vaardigheden en de grote ervaring van de medewerkers van de DVZ, is het een feit dat die mensen geen politionele bevoegdheden hebben. Dat heeft beperkingen. De aanpak bij uitwijzingen is zeer gevoelig. De commissie-Vermeersch had concrete aanbevelingen over de aanpak. Het lijkt mij helemaal niet evident om die taak door ambtenaren zonder politionele bevoegdheid te laten opnemen. In 2020 werden tien gevallen van geweld bij gedwongen uitwijzing geregistreerd. De vraag is wat er gaat gebeuren bij moeilijkheden. De vraag is niet of zich opnieuw geweld zal voordoen, maar wanneer. Welke verweermiddelen worden dan toegestaan aan de DVZ-begeleiders die geen politionele bevoegdheid hebben? Krijgen die mensen extra bevoegdheden? Zullen zij daarvoor worden opgeleid? Krijgen die mensen een cursus zelfverdediging? Hoe zal dat in zijn werk gaan?

 

Vindt u het verminderen van het aantal politieagenten voor de politiebegeleiding een logische beslissing, gezien de delicate omstandigheden waarin de betrokkenen moeten opereren?

 

Werd over die beslissing met de politiediensten overlegd? Wat is hun standpunt? Werd over die beslissing met de DVZ overlegd? Dat lijkt mij voor hen ook relevant, als zij die taken erbij zullen moeten nemen.

 

Hoeveel extra medewerkers van de DVZ wilt u inzetten? Moeten we dit zien als een keerpunt in uw beleid, waarbij u opnieuw op gedwongen uitwijzingen gaat inzetten?

 

02.03  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ook ik heb een aantal vragen over de asieldeal, waarover we het hadden tijdens de plenaire vergadering. Onder het motto 'de aanval is de beste verdediging' hebt u toen veeleer voor de aanval gekozen en verklaard dat ik de problemen niet heb opgelost, terwijl u die nu wel oplost. U gaf daarvan een aantal voorbeelden, zoals de aanwerving van DVZ-ambtenaren voor de terugkeer. Zoals ik vorige week heb verklaard, heb ik die maatregel niet genomen, omdat die niet nodig was. Toen ik staatssecretaris was, is er immers geen enkele verwijdering niet kunnen doorgaan wegens personeelstekort. De heer Vandenput heeft er blijkbaar cijfers over, maar ik heb ze nog altijd niet gezien. Nu is er een probleem bij de luchthavenpolitie BruNat, een ernstig personeelsprobleem bij de politiediensten. Dat dateert niet van gisteren, maar in 2016 bestond dat probleem niet. U bent van plan om DVZ-ambtenaren aan te werven die deels politietaken zullen uitvoeren. U verklaart dat ik dat niet heb gedaan, maar dat slaat nergens op, want die maatregel was toen niet nodig.

 

Ten tweede verklaarde u dat ik de achterpoortjes in de opvangwet niet heb gesloten, maar dat u die nu wel zult sluiten. Over welke achterpoortjes gaat het juist? Ik heb vorige week namelijk een wetsvoorstel voorgelegd, maar dat hebben onder anderen uw partijgenoten afgewezen. De reden daarvoor is dan zogezegd een aantal artikelen waarbij in uitzonderingen wordt voorzien, zodat asielzoekers niet onmiddellijk de opvang moeten verlaten na een negatieve beoordeling van hun asielaanvraag. Er zijn dus een aantal uitzonderingen, onder andere voor schoolgaande asielzoekers waarbij hun schooljaar drie maanden later eindigt. We hebben die uitzondering toen ingevoerd, omdat er een aantal heel schrijnende gevallen waren van kinderen die tijdens hun examens aan de deur werden gezet. U was het daarmee toen trouwens eens. Een andere uitzondering betreft zwangere vrouwen. Zullen we zwangere vrouwen verplichten de opvang te verlaten? Als de regering, met een linkse dominantie, dat doet, dan weet ik het ook helemaal niet meer en is het moreel kompas helemaal verdwenen.

 

Dan zijn er nog een aantal andere casussen. Wat is uw standpunt als het gaat om asielzoekers die een vraag tot medische regularisatie 9ter hebben ingediend en ook een medisch bewijs leveren? Noemt u dat een achterpoortje?

 

En wat met de 9bis-aanvragen en de gevallen waarin mensen in de onmogelijkheid verkeren om terug te keren? Ik heb voorgesteld om die uitzondering te schrappen. Dat leverde alvast toen ik staatssecretaris was geen problemen op het vlak van het opvangrecht op, maar misschien was ik slecht geïnformeerd. Ik denk het niet, want dezelfde leidinggevenden staan nog steeds aan het hoofd van de betrokken diensten. Dat is blijkbaar sinds kort of sinds enkele jaren een achterpoortje of een probleem geworden en zo kunnen vreemdelingen langer in de opvang blijven.  Wanneer is dat echter begonnen en wat is exact het probleem? U sprak over het aanvragen voor een gezinshereniging. Over welke casussen gaat het dan precies? Waar zit het achterpoortje?

 

Dan is er het verbod op opsluiting van minderjarigen in gezinsverband. Het was beschamend hoe Alexander De Croo en uzelf voor de camera’s tijdens de plenaire vergadering de moral high ground opzochten. Gedurende jaren hebben uw partij en Open Vld verdedigd dat er geen verbod kan komen op de opsluiting, omdat men in het uiterste geval wel een stok achter de deur nodig hebt, ook al klinkt dat tegennatuurlijk. Die stok achter de deur bestaat in nagenoeg alle Europese landen, ook waar groen aan de macht is, zoals in Duitsland, in Oostenrijk, waar links al jaren de baas is, en in de Scandinavische landen.

 

Wat doet u met gezinnen met kinderen die illegaal op het grondgebied zijn en die pertinent blijven weigeren om terug te keren, hetzij vrijwillig, hetzij via zo’n turtelhuisje? De effectiviteit daarvan is niet gigantisch hoog. Het kost miljoenen en de avond voor hun vlucht vertrekt, trekken de inwoners de deur achter zich dicht en verdwijnen ze. U wilt dat nog meer stimuleren; u wilt daar nog meer geld in blijven pompen. Als die mensen pertinent blijven weigeren om te vertrekken en u mag ze volgens de wet wegens de aanwezigheid van kinderen niet opsluiten, wat moet er dan met hen gebeuren? U behoort tot de uitvoerende macht en u moet de wet doen naleven. Hoe zult u dan de vreemdelingenwet doen naleven? Dat wil ik graag weten, want daar heb ik nog altijd geen antwoord op gekregen.

 

02.04  Barbara Pas (VB): In uw asieldeal hebt u veel bijkomende – duizenden – asielopvangplaatsen aangekondigd. U hebt in de conventie met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ook het aantal plaatsen waarin het gewest voor de opvang van asielzoekers voorziet, met 300 plaatsen verhoogd, tot in totaal 1.500 plaatsen. Wat is de budgettaire impact van die beslissing? Welke vergoeding zal het gewest ontvangen voor de 1.500 opvangplaatsen? Met welk bedrag werd het budget verhoogd? Komt dat budget uit de dotatie aan Fedasil of heeft het een andere oorsprong? Zo ja, waar kunnen we dat terugvinden in de begroting?

 

Het opvangnetwerk van Fedasil telde begin deze maand 34.020 opvangplaatsen. Is dat inclusief of exclusief het aantal opvangplaatsen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Wij willen graag de juiste cijfers communiceren.

 

Daarnaast kondigde u in uw asieldeal de wettelijke verankering aan van het verbod om gezinnen met minderjarige kinderen voor beperkte tijd in aangepaste gesloten units onder te brengen in afwachting van hun terugkeer. Dat verbod is al in voege sinds het aantreden van deze regering taboe en u zal dat nu wettelijk verankeren. Ook wanneer in toenemende mate wordt ingezet op intensieve begeleiding, zullen nog altijd maatregelen nodig zijn om te verhinderen dat de verwijdering door een manifest gebrek aan medewerking onmogelijk wordt gemaakt. Uw voorganger stelde, bijna dag op dag twee jaar geleden, in deze commissie dat er in dat verband verdere maatregelen zouden worden uitgewerkt. Welke maatregelen werden er op dat vlak ondertussen genomen?

 

Welke bijkomende maatregelen zal u, zeker gezien het verbod op de onderbrenging in gesloten woonunits nakende is, bijkomend nemen om te garanderen dat de gedwongen terugkeer van gezinnen met minderjarige kinderen in de praktijk een mogelijkheid blijft?

 

02.05 Staatssecretaris Nicole de Moor: Collega’s, met dit pakket aan hervormingen zetten we een eerste belangrijke stap naar een beter gecontroleerd en rechtvaardig migratiebeleid. Het wetgevend pakket werd twee weken geleden in eerste lezing goedgekeurd door de ministerraad en inmiddels al voor advies voorgelegd aan de Raad van State. De teksten zullen daarna uiteraard op basis van eventuele opmerkingen van de Raad van State herwerkt worden, waarna ze kunnen worden voorgelegd aan het Parlement. Mevrouw Daems, wat mij betreft, gebeurt dat zo snel mogelijk. De exacte timing zal uiteraard afhangen van het advies van de Raad van State.

 

Op uw vraag over de exacte financiële impact is er geen eenduidig antwoord. Een aantal zaken, zoals de uitbreiding van de pool van escorteurs voor gedwongen terugkeer, heeft inderdaad een budgettaire impact. Er zijn echter evengoed zaken die een besparing inhouden, zoals het voorbehouden van opvang voor diegenen die in een lopende asielprocedure zitten.

 

Mevrouw Pas, de conventie met Brussel wordt uitgebreid naar 1.500 plaatsen. Dat heeft meerkosten van 6 miljoen euro op jaarbasis die uit de interdepartementale provisie voor opvang worden gehaald.

 

Mevrouw Daems, wat het aanklampend terugkeerbeleid betreft, wordt de huidige ICAM-begeleiding met het oog op de terugkeer naar het land van herkomst of overdracht aan de verantwoordelijke lidstaat wettelijk verankerd. Uw stelling dat de meeste mensen niet verwijderbaar zijn, is gewoon niet correct. Elementen die maken dat een persoon niet gedwongen verwijderd kan worden, staan een vrijwillig of zelfstandig vertrek vaak niet in de weg. Het gebeurt soms dat de betrokkenen er zelf de oorzaak van zijn dat zij niet gedwongen kunnen worden verwijderd, door bijvoorbeeld niet mee te werken aan hun identificatie. Personen die vrijwillig wensen terug te keren en niet langer beschikken over een geldig reisdocument maar zich wenden tot de ambassade of het consulaat van hun herkomstland, zullen doorgaans wel een reisdocument kunnen bekomen. U haalde ook het voorbeeld aan van de Afghanen. Gedwongen terugkeer is inderdaad niet mogelijk, maar vrijwillige terugkeer is dat wel. De ambassade levert wel degelijk reisdocumenten af en zelfstandig reizen naar Afghanistan is mogelijk.

 

Mijnheer Roggeman, de verplichting tot medewerking van de vreemdeling aan zijn terugkeerprocedure wordt wettelijk verankerd. Dat omvat onder meer de verplichting tot meewerken aan de ICAM-begeleiding, meewerken aan de identificatie en aan het verkrijgen van de nodige reisdocumenten, het voorleggen of in bewaring geven van de identiteits- of reisdocumenten wanneer dat wordt gevraagd, meewerken aan medische onderzoeken, zoals de verplichte PCR-test, en het overmaken van medische attesten die vereist zijn met oog op het uitvoeren van de maatregel. Dat zijn enkele belangrijke aspecten. Ik herinner u bijvoorbeeld aan de covidperiode, toen de gedwongen terugkeer erg werd bemoeilijkt doordat een aantal personen een PCR-test weigerden. Het verplicht meewerken aan de nodige medische onderzoeken wordt nu in de wet ingeschreven.

 

Indien een persoon geen medewerking verleent aan een vrijwillige terugkeer, bijvoorbeeld door niet op te dagen voor de ICAM-gesprekken of door geen gevolg te geven aan verzoeken om inlichtingen, dan kan dat gevolgen hebben voor het verdere verloop van het terugkeerproces. Alle vreemdelingen zijn onderworpen aan die medewerkingsplicht, dus ook gezinnen met minderjarige kinderen. Niet-medewerking zal mee in aanmerking worden genomen bij het beoordelen van het risico van onderduiken met het oog op vasthouden, bij het inschatten of een minder dwingende maatregel nog doeltreffend kan worden opgelegd in het kader van detentie, of bij het beoordelen van de overdrachtstermijn in het kader van een Dublinprocedure en de vraag of die verlengd moet worden tot achttien maanden wegens het zich onttrekken aan de autoriteiten bijvoorbeeld.

 

De pool van bevoegde escorteurs om gedwongen verwijderingen uit te voeren, wordt inderdaad uitgebreid. Naast de huidige mogelijkheid tot het uitvoeren van escortes door politiebeambten zullen voortaan ook Frontex-escorteurs en DVZ-ambtenaren verwijderingen onder escorte kunnen uitvoeren, inclusief de mogelijkheid van het gebruik van dwang, maar dit onder het gezag en de operationele leiding en coördinatie van een politiebeambte. Door de uitbreiding van de pool van bevoegde escorteurs zullen er in de toekomst meer verwijderingen onder escorte mogelijk zijn en zal de gemiddelde detentieduur welllicht lager zijn. Mijnheer Francken, ik begrijp dat dit in het verleden misschien minder een probleem was. Vandaag vormen personeelstekorten in heel wat sectoren in de samenleving wel een probleem.

 

De uitbreiding van die pool van bevoegde escorteurs vormt het sluitstuk van het aanklampend terugkeerbeleid. Bij het uitwerken van het wettelijke kader werden de minister van Binnenlandse Zaken en de federale politie uiteraard betrokken. Ook de verdere operationele uitwerking van de uitbreiding van de pool van bevoegde escorteurs zal in nauw overleg met de minister van Binnenlandse zaken en de federale politie gebeuren. Mijnheer Roggeman, uiteraard gebeurt dat ook in overleg met de Dienst Vreemdelingenzaken. Ik ben het trouwens helemaal met u eens dat daarvoor een goed en stabiel kader uitgewerkt moet worden.

 

Mijnheer Francken, mevrouw Daems, wat de verankering van het wettelijk verbod op het vasthouden van gezinnen met minderjarige kinderen in gesloten centra betreft, kan ik u zeggen dat dit geen impact heeft op de huidige praktijk. Sinds het schorsingsarrest van de Raad van State in april 2019 worden gezinnen met minderjarige kinderen niet meer vastgehouden in gesloten centra. Dat zou vandaag ook niet mogelijk zijn, want het regelgevend kader daarvoor ontbreekt. Een aantal artikelen van dat bewuste KB werd vernietigd, waardoor er vandaag geen regelgevend kader meer bestaat.

 

In overeenstemming met het regeerakkoord wordt dat verbod op vasthouding nu ook wettelijk verankerd. Vasthouding van gezinnen in open, individuele woonunits, de FITT-woningen die sinds 1 oktober 2008 bestaan, blijft inderdaad wel mogelijk

 

Aan gezinnen met minderjarige kinderen in onwettig verblijf zal eerst ICAM-begeleiding worden aangeboden. Indien zij geen medewerking verlenen en er geen minder dwingende maatregel nog doeltreffend kan worden opgelegd, zullen gezinnen met minderjarige kinderen in een woonunit worden geplaatst, waar zij verdere en intensievere terugkeerbegeleiding zullen ontvangen waarna zij, vrijwillig of gedwongen, het land zullen moeten verlaten.

 

Mevrouw Pas, om de mogelijkheden voor terugkeer en coaching uit te breiden, wordt er geïnvesteerd in een verdubbeling van het aantal woonunits. Indien gezinnen met minderjarige kinderen na intensieve begeleiding niet overgaan tot vrijwillige terugkeer of niet ingaan op een uitnodiging voor coaching, dan is het nog steeds mogelijk om gezinnen vast te houden in de woonunits. Vanuit de woonunits wordt dan de gedwongen terugkeer georganiseerd.

 

Mijnheer Francken, mevrouw Daems, u vroeg naar de opvangwet. Het wetsontwerp dat in de ministerraad werd goedgekeurd, koppelt het recht op materiële hulp los van het bevel om het grondgebied te verlaten. Het is vandaag namelijk zo dat het voor de DVZ moeilijk en in sommige gevallen zelfs onmogelijk is om een bevel af te leveren na het sluiten van de asielprocedure als er een andere, parallelle procedure, bijvoorbeeld een regularisatieaanvraag of een aanvraag voor gezinshereniging, werd ingediend. Op die manier wordt de opvang verlengd, omdat het einde van het recht op materiële hulp vandaag vasthangt aan het bevel om het grondgebied te verlaten. Als men geen bevel om het grondgebied te verlaten kan afleveren, is er dus ook geen einde van het recht op materiële hulp, althans in België, want Europees hangt dat vast aan het einde van de asielprocedure. Bij ons hing het echter vast aan het bevel om het grondgebied te verlaten.

 

Door de loskoppeling wordt nu een einde gesteld aan de opvang bij de definitieve negatieve beslissing in de asielprocedure. Het louter opstarten van een nieuwe verblijfsprocedure volstaat uiteraard niet om langer in de opvang te kunnen blijven. Het is echter niet de bedoeling om bijvoorbeeld om onze handelswijze met zwangere vrouwen te veranderen. Het is helemaal niet onze intentie om hoogzwangere vrouwen enkele weken voor zij moeten bevallen, op straat te zetten. Als mensen echter soms vijf of tien jaar lang in de opvang verblijven terwijl hun asielprocedure al na een jaar afgelopen is, dan is dat niet omdat zij vijf of tien jaar zwanger zijn, maar omdat zij andere procedures voeren. Met die wetswijziging lossen wij dat op.

 

Tot slot werd er ook een wetsontwerp goedgekeurd om een afzonderlijk verblijfsrecht te creëren voor bepaalde categorieën van staatlozen, zoals ook voorzien in het regeerakkoord. Zij zullen aan de DVZ een verblijfsvergunning kunnen vragen waarvoor een advies van het CGVS zal worden gevraagd.

 

Collega’s, met het pakket heeft de regering getoond dat het mogelijk is op een moeilijk thema als migratie een consensus te bereiken en stappen vooruit te zetten. Wij zetten nu de werkzaamheden voort om daarmee zo snel mogelijk naar de commissie te kunnen komen.

 

02.06  Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, mijn vraag ging specifiek over hen die niet kunnen terugkeren om redenen onafhankelijk van hun wil. Zullen zij al dan niet worden gedwongen de opvang te verlaten? Op die vraag bent u niet ingegaan.

 

Er zijn uitzonderingscategorieën in de opvangwet. Zij zijn er niet zomaar. Zij betreffen een voor een de bescherming van fundamentele rechten, die in de wet werden verankerd, om ze te waarborgen. Die categorieën kwamen er dan ook heel vaak na gerechtelijke veroordelingen, hetzij op nationaal, hetzij op Europees niveau. Voor elke categorie zal een afschaffing van het recht op opvang dus in strijd zijn met fundamentele mensenrechten, gewaarborgd door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, maar ze zal ook in strijd zijn met talrijke andere Europese wetgevingen, zoals de terugkeerrichtlijn.

 

Dat zou concreet betekenen dat personen telkens een advocaat onder de arm zouden moeten nemen om hun rechten af te dwingen. Dat zorgt voor een vicieuze cirkel en kost geld aan de belastingbetalers, zowel voor de pro-Deoadvocaten als voor Justitie. Dat leidt ook tot een grotere overbelasting van Justitie, meer bepaald de arbeidsrechtbanken, die nu al overbelast zijn. Zullen wij dan opnieuw duizenden euro's aan dwangsommen krijgen? Wij zijn ervan overtuigd dat de uitzonderingscategorieën moeten blijven bestaan.

 

Hetzelfde geldt voor het terugkeerbeleid. De bepaling stelt dat het om overmacht gaat, dus om redenen onafhankelijk van hun wil, om terug te keren naar het land van herkomst. Het is dus niet de fout van die personen zelf. Indien de categorie wordt afgeschaft, zullen er individuele procedures moeten worden gestart om het recht te doen erkennen. Dat zal enorm veel geld kosten en veel tijdverlies opleveren. De rechten zijn er. Ze worden beschermd. Het komt dus neer op uitstel van erkenning van die rechten, afgedwongen door een rechter.

 

Ik had ook gevraagd of er een audit zou komen van de terugkeerhuizen om na te gaan wat de psychologische impact is op de kinderen die daar verblijven. Ik had daarbij ook gevraagd of dat nu detentie is of niet. Op die laatste vraag antwoordt u dat zulks niet het geval is, maar vervolgens spreekt u wel over het vasthouden in die FITT-woningen. Ik weet het dus niet goed.

 

Het gaat hier over kinderen. De wetgeving zou altijd rekening moeten houden met het hoger belang van het kind. Voor kinderen heeft opsluiting – ook als dat in een FITT-woning is – een zeer zware psychologische impact. Dat zeggen de organisaties op het terrein. Dat moet dus zeker worden onderzocht, als men FITT-woningen inschrijft in de wet als alternatief voor detentie. Als daar geen duidelijkheid over bestaat, legaliseert u eigenlijk gewoon opnieuw het opsluiten van kinderen. Dat is natuurlijk niet de bedoeling.

 

02.07  Tomas Roggeman (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, dank u voor uw antwoord. Die verplichte medewerking klinkt natuurlijk krachtdadig. U weet het te brengen. Laten we evenwel eerlijk zijn, alles hangt af van de sanctiemaatregelen die u eraan koppelt. Ik hoor u zeggen dat de weigering tot medewerking gevolgen kan hebben voor de beoordeling van de kans op onderduiken, en op de beoordeling of vasthouding nodig is.

 

Er is natuurlijk een dikke stok achter de deur nodig, want anders zijn al uw mooie woorden een maat voor niets. Als u niet rechtstreeks in de wet verankert dat weigering een rechtstreeks gevolg zal hebben voor de beoordeling van de kans op onderduiken, zal heel uw medewerkingsplicht dode letter blijven. Ik begrijp de voorwaardelijkheid die u daar om politieke redenen aan koppelt. Als u de link legt met gedwongen uitwijzing dreigt u natuurlijk te botsen op uw coalitiepartners, die ter zake al jaren op de rem staan.

 

Ik ben heel benieuwd naar de uitwerking van uw wettelijk kader en welke vorm dat zal krijgen na de diverse IKW’s en na de vergaderingen van de ministerraad. Ik vermoed dat heel veel zal afhangen van de formulering van de directe link met sanctiemaatregelen. Zonder sancties mag u over de medewerkingsplicht aankondigen wat u wil, maar dan zal er in de praktijk niets veranderen.

 

Inzake de begeleiding door de DVZ, vind ik het ironisch dat u spreekt over de uitbreiding van het aantal bevoegde escorteurs. Dat klinkt als een versterking van de begeleiding, terwijl het de facto een verzwakking is. Die uitbreiding gaat gepaard met een drastische vermindering van de politiebegeleiding. De begeleiding verslapt dus, eerder dan dat zij versterkt wordt.

 

Ik ben blij dat u dat bevestigt dat er nood is aan een goed en stabiel kader, maar als het gaat over de uitbreiding van de bevoegdheden, over bijkomende opleidingen voor die mensen, over het eventuele dragen van verweermiddelen, dan horen wij daarover geen enkel concreet engagement. Laten we eerlijk zijn, ook dat zal zware beperkingen hebben. Er is geen enkele ambtenaar zonder politionele bevoegdheden die dezelfde machtsmiddelen heeft. Eerlijk gezegd, dat is maar goed ook. De politie is de politie en al wie daarbuiten staat, moet niet dezelfde verweermiddelen krijgen.

 

Dat betekent natuurlijk onvermijdelijk een verzwakking van de begeleiding, wat de gedwongen uitwijzing nog meer dreigt te ondergraven. Waar u zeer fier bent over uw asieldeal, zie ik daar grote beperkingen in. Ook vragen die al jaren in het Parlement worden gesteld over een moratorium op gezinshereniging met subsidiaire beperking komen niet aan bod. Rond gezinshereniging en erkende vluchtelingen doet u niks. We hebben al vaak gedebatteerd over ontradingscampagnes, maar nieuwe stappen zet u niet. Er komt ook geen asielprocedure in het land van herkomst. Forse maatregelen ten gronde blijven uit en ik vrees dan ook dat uw asieldeal een pleister op een houten been wordt.

 

02.08  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik geloof u niet als u de situatie aan de achterpoortjes wijt, aan de parallelle procedures. Bij een afgewezen asielaanvraag dient men een gezinshereniging of procedure 9bis in, als ik het goed begrijp, en daardoor zouden mensen vijf of tien jaar in de opvang zitten. Ik geloof niet dat het vijf of tien jaar duurt om een gezinshereniging of 9bis te laten afhandelen. Ik geloof daar niks van. Met 9bis blijft men onbeperkt in de opvang? Dat staat niet in de wet. Men kan niet onbeperkt aanvragen blijven indienen om een verlengd opvangrecht te genieten, dat is helemaal niet waar.

 

U communiceert dat u 1.000 mensen uit de opvang wil halen door de achterpoortjes te sluiten en dat men daardoor gemiddeld drie maanden langer in de opvang blijft. U spreekt daar zelf over, maar nu praat u over vijf tot tien jaar in de opvang door dergelijke procedures. Het gaat over drie maanden en 1.000 mensen.

Het is net zoals met het werken. De communicatie luidde toen dat u 2.000 mensen uit de opvang zou halen omdat zoveel mensen werken. U hebt er zelfs nog geen 200 gehaald. Ook deze regeling wordt een complete overschatting van uzelf. U blaast dat allemaal zo hard op. Finaal zullen we wel zien wat daaruit komt. Ik wil het nog zien of u daardoor effectief zoveel mensen uit de opvang krijgt, zeker van degenen die al vijftien jaar in de opvang zitten. Ik geloof daar absoluut niks van.  

 

Ten tweede, wat de opsluiting van kinderen betreft, zet u met dit akkoord een voet scheef voor heel het migratiebeleid en dat weet u heel goed. Dat er op het moment een moratorium bestaat, omdat dat politiek is afgesproken met de linkse regering is niet goed, maar dat is nu eenmaal de politieke realiteit in dit land. In Vlaanderen bestaat daar totaal geen meerderheid voor, maar in Wallonië en België is die er wel. Wallonië is immers zo links gedomineerd dat men dat uiteindelijk altijd op zijn bord krijgt in het Parlement en in dit onmogelijke land.

 

Dat u dat wettelijk wil verankeren, is een voet scheef zetten. Daar zijn geen woorden voor. Dat kunt u niet doen. U kunt zeggen dat de regering heeft afgesproken om geen gezinnen met kinderen op te sluiten. Daar gaan wij niet akkoord mee, maar dat is uw keuze, maar om dat dan wettelijk te verankeren, ook voor alle toekomstige regeringen, is een echte schande. Dat kunt u niet maken. Iedereen weet dat er een stok achter de deur nodig is.

 

Wat is dan het alternatief volgens u? Ik citeer u: "We zullen ze dan vasthouden in de woonunits." Dat klopt helemaal niet. Men kan hen niet vasthouden in de woonunits, want daar gaat het om open opvang. U zegt dat we die mensen dan vrijwillig of gedwongen zullen terugsturen, maar u kunt hen niet gedwongen terugsturen, want u kunt hen niet vasthouden. Als ze de avond voor hun terugkeer verdwijnen, zoals zo vaak gebeurt, dan zijn ze ribbedebie. Wie maakt u iets wijs? Mij niet en uzelf ook niet. U probeert het misschien, maar u maakt de mensen blaasjes wijs. U kunt hen niet vasthouden in een turtelhuisje, want het concept daarvan is precies dat iedereen daar vrij om te gaan en te staan waar men wil. Men kan wel aan begeleiding doen, maar mensen die niet willen vertrekken, zullen ook niet vertrekken. U weet dat heel goed. U probeert de mensen iets wijs te maken, wat ik u kwalijk neem.

 

Daarbij komt nog het verhaal van de DVZ-ambtenaren. Ik begrijp goed dat zij proportioneel geweld zullen mogen gebruiken, onder toezicht van een politieagent, Frontex en eigen DVZ-ambtenaren. Dat is een primeur. Dat is nog nooit gebeurd. Ik vraag mij af of de politievakbonden daarmee zomaar akkoord gaan. Ik ken de politievakbonden een beetje, want ik heb gedurende vele jaren met hen te maken gehad. Het waren moeilijke tijden, met terroristische aanslagen. Wij hadden ze toen heel hard nodig. Als er één ding is waarvoor zij heel veel schrik hebben, is het wel om het monopolie op het gebruik van proportioneel geweld aan bijvoorbeeld ambtenaren af te geven. Dat willen ze niet en ze hebben gelijk. Dat is trouwens ook steeds de lijn van cd&v geweest. Ik begrijp niet waarom u daarvan ineens afstapt. De situatie op het terrein moet heel erg zijn. Blijkbaar krijgt men echt niemand meer verwijderd, als u zulke drastische maatregelen wilt verdedigen. Ik kijk uit naar de reactie van de vakbonden en politiemensen.

 

Ik ben dus absoluut niet overtuigd van de asieldeal. Wij zullen natuurlijk moeten afwachten. Wij zullen die nader evalueren als de wetteksten aan het Parlement worden voorgelegd.

 

02.09  Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, uw terugkeercijfers zijn desastreus. De cijfers van vorig jaar over gedwongen en vrijwillige terugkeer en terugdrijvingen aan de grens bedragen 7.396 in de ruimste interpretatie. Dat is het laagste aantal in tien jaar. Ondertussen is de instroom massaal hoog. Van enig evenwicht is minder dan ooit sprake.

 

Ik hoor van u echter geen enkele, maar dan ook geen enkele maatregel om gedwongen terugkeer te versterken en vaker mogelijk te maken. U spreekt over uw aanklampend terugkeerbeleid. Ik heb niets tegen vrijwillige terugkeer, maar het blijft een feit dat de meeste mensen alleen maar vrijwillig vertrekken, als ze beseffen dat ze anders gedwongen zullen worden om te vertrekken. Gedwongen terugkeer blijft het sluitstuk van een geloofwaardig asielbeleid en dat ontbreekt volledig.

 

Met betrekking tot uw aanklampend terugkeerbeleid, spreekt u over coaching en intensieve begeleiding, maar er staat geen gedwongen terugkeer tegenover. U klampt zich vast aan illusies.

 

U spreekt over de open woonunits, waar u gezinnen vast zult houden. U moet mij dat eens uitleggen. Zelfs de dienst Vreemdelingenzaken noemt het vasthouden in open woonunits juridische fictie. Als u mij niet gelooft, geloof dan de dienst Vreemdelingenzaken, die er zelf niet in gelooft dat dat systeem kan bijdragen tot gedwongen terugkeer.

 

Wat u moet doen, is het tegenovergestelde van de asieldeal. Met de wettelijke verankering van het verbod op gesloten woonunits voor gezinnen geeft u het signaal dat hier nooit nog een gezin gedwongen zal terugkeren. Dat zal voor een ongelooflijk aanzuigeffect zorgen.

 

In de plaats van dat wettelijk te verankeren, zou u beter doen wat uw voorgangers ook al hadden aangekondigd. In de plaats van werk te maken van extra opvangcentra, zou u beter werk maken van meer terugkeercentra.

 

Ik heb u ook al lang niets meer horen zeggen over de wet op de woonstbetredingen. U hebt in het verleden nochtans gezegd dat dat ook voor u een noodzaak is om tot een deftig terugkeerbeleid te komen. Ik heb staatssecretaris Francken dat horen aankondigen. Ik heb staatssecretaris Mahdi dat horen aankondigen. Ik heb u eveneens horen zeggen dat die wet een noodzaak is, maar het komt er maar niet van.

 

Dat zijn nochtans zaken die u moet doen, als u voor een deftig terugkeerbeleid wil zorgen, in de plaats van u vast te klampen aan een aanklampend terugkeerbeleid vol goede bedoelingen, waar geen gedwongen terugkeer tegenover staat.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Samengevoegde vragen van

- Greet Daems aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De opvang van verzoekers om internationale bescherming" (55035068C)

- Eva Platteau aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De aangekondigde plaatsing van wooncontainers in Kampenhout" (55035237C)

- Theo Francken aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Een asielcentrum in Kampenhout" (55035331C)

- Eva Platteau aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De plaatsing van containers voor asielzoekers" (55035492C)

03 Questions jointes de

- Greet Daems à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'accueil des demandeurs de protection internationale" (55035068C)

- Eva Platteau à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'annonce de l'installation de conteneurs résidentiels à Kampenhout" (55035237C)

- Theo Francken à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Un centre pour demandeurs d'asile à Kampenhout" (55035331C)

- Eva Platteau à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'installation de conteneurs pour les demandeurs d'asile" (55035492C)

 

03.01  Greet Daems (PVDA-PTB): Verschillende middenveldorganisaties gaven al aan dat ze bezorgd zijn om de mensen die nu nog steeds op straat slapen, alsook om de vele mensen die op de wachtlijst staan voor een plek in het opvangnetwerk. Toen we deze vraag indienden, waren het er nog 2.400. In de asieldeal is ook afgesproken dat er een containerdorp zou komen waar 700 mensen opgevangen kunnen worden. Ondertussen is duidelijk geworden dat dat er niet zal komen in Kampenhout. Ik maak me daarom, net zoals de terreinorganisaties, zorgen om deze onduidelijkheden.

 

Wordt nog in andere kortetermijnoplossingen voorzien die nu geen deel uitmaken van de asieldeal, maar waar wel op gewerkt wordt?

 

Daarnaast zijn er bezorgdheden dat zo’n containerdorp geen oplossing is voor de lange termijn. Containers zijn natuurlijk veel beter dan de straat, maar dat mag er niet voor zorgen dat de kwaliteit van de opvang voor lange duur moet inboeten.

 

Zijn die containers een tijdelijk vorm van opvang, waarna mensen de rest van hun procedure, die soms langer duurt dan drie jaar, elders opgevangen worden?

 

Hoelang zal het containerdorp in gebruik zijn?

 

Welke andere langetermijnoplossingen zijn er om het opvangnetwerk structureel te versterken?

 

03.02  Eva Platteau (Ecolo-Groen): Op 8 maart heeft de regering aangekondigd dat ze wooncontainers wil inzetten voor de opvang van asielzoekers. Concreet gaat het om woonunits die beschikbaar worden gesteld door het Europees Asielagentschap. Als locatie werd initieel gekeken naar een site van de Regie der Gebouwen in Kampenhout. Nog geen week later kondigde de burgemeester van Kampenhout aan dat hij geen vergunning zou afleveren omdat de site niet geschikt is. De site ligt ook in natuurgebied. Op donderdag 23 maart hebt u bevestigd dat de piste van Kampenhout van de baan is en dat daar dus geen containerdorp zal komen. Het beloofde containerdorp zou volgens bepaalde bronnen tijdelijk opvang kunnen bieden aan 400 asielzoekers. Eerdere communicatie gaf aan dat het over 700 plaatsen zou gaan.

 

Hoeveel concrete plaatsen wenst u te realiseren met de woonunits?

 

Op basis van welke criteria werd er geopteerd voor het terrein in Kampenhout? Die locatie werd voorgedragen door de Regie der Gebouwen, maar heeft de Regie dan wel haar huiswerk gemaakt? Een week later werd immers geoordeeld dat het geen geschikte plaats was. Daar stel ik me toch wel vragen bij.

 

Had u op voorhand contact genomen met de burgemeester? Had u de informatie over de bezwaren tegen die locatie op voorhand in uw bezit?

 

Kampenhout is nu definitief van de baan, maar welke alternatieven zijn er nog? Welke terreinen bekijkt u? Welke pistes liggen er op tafel? Heeft bijvoorbeeld Defensie terreinen ter beschikking, waar die woonunits zouden kunnen worden geplaatst? Ook belangrijk is te weten aan welke voorwaarden een geschikte locatie moet voldoen.

 

Kunt u toelichten wat u bedoelt met een tijdelijk containerdorp? Wat houdt het begrip 'tijdelijk' in? Hoeveel mensen zullen daar terechtkunnen? Het is belangrijk dat daar duidelijkheid over bestaat. Welke doelgroep denkt u op te vangen in die woonunits?

 

Bestaat de mogelijkheid om verschillende locaties te gebruiken? Zo kunnen die woonunits opgesplitst worden en moeten ze niet allemaal op één plek worden geplaatst.

 

Voor de vluchtelingen uit Oekraïne is in Vlaanderen ook met woonunits gewerkt. Blijkbaar zijn daar wel locaties voor gevonden en daar is het gelukt om ze snel operationeel te maken. Welke lessen kunnen we daaruit trekken?

 

03.03  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ook ik had u graag ondervraagd over het asielcentrum van Kampenhout. U kent mijn mening daarover. U hebt toevallig donderdagmiddag aangekondigd dat dit asielcentrum er niet zal komen. Het is jammer dat u dat niet op donderdagochtend hebt aangekondigd, want dan had ik daarover een mondelinge vraag kunnen indienen voor de plenaire vergadering. Ik stel daar niet graag mondelinge vragen, maar wel als ik gelijk krijg, dan vind ik dat heel leuk.

 

Op basis van welke elementen hebt u de beslissing genomen om in Kampenhout geen asielcentrum op te richten?

 

Volgens u zijn wij altijd veel te voortvarend en ging het gewoon om een denkpiste die u zou onderzoeken. Het is dan toch vreemd dat dat in het politiecollege ter sprake kwam als zijnde een fait accompli. Het was ook vreemd dat de burgemeester van Kampenhout, een partijgenoot van u, daar in het begin best mee akkoord ging, maar dat de teneur daarna is gewijzigd. Uiteindelijk stond hij mee te betogen aan het hek van het betreffende terrein.

 

Het meest pijnlijke van heel het verhaal is dat u aan al uw collega’s een locatie voor een asielcentrum hebt gevraagd en dat er maar één locatie was in dit land van meer dan 30.000 km2 waar dat centrum zou kunnen worden opgericht. Ik kan dat amper geloven. Heel dit land zou vol zijn, zodat er nergens op geen enkele manier een plaats is waar men een aantal asielcontainers kwijtraakt. Het is altijd een goede zaak om zelf het goede voorbeeld te geven. Ik heb u daartoe trouwens opgeroepen. Als staatssecretaris heb ik tijdens de asielcrisis in Lubbeek een groot asielcentrum geopend. De inwoners vonden dat niet leuk. Het zou echter goed zijn om eens naar de streek te kijken van de premier van dit land, die graag de moral high ground bezet. Hoe kan hij op een hogere morele grond staan dan door zelf in Brakel een asielcontainerdorp voor 700 mensen te openen? Dan staat hij op de hoogst mogelijke morele trede en is zijn carrière zeker gegarandeerd voor de komende 30 jaar in alle mogelijke gremia en middens waar hij graag vertoeft. Dat moet toch eens goed worden bekeken. Ik heb daarover een poll georganiseerd en iedereen vond dat een heel goed idee. Ik ben ervan overtuigd dat de premier dat idee een jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen ook sterk zal steunen bij de bevolking in Brakel.

 

Wat zijn de opties?

 

03.04 Staatssecretaris Nicole de Moor: Fedasil werkt voortdurend aan de identificatie, analyse, voorbereiding en opstart van bijkomende opvangcapaciteit. Dat heeft het dan ook mogelijk gemaakt om de voorbije periode duizenden bijkomende opvangplaatsen te realiseren.

 

In de zoektocht naar een geschikte locatie voor een containerdorp heb ik binnen de regering inderdaad gevraagd of er terreinen van andere overheidsdiensten aangeboden konden worden. In het kader van die oefening werd door de Regie der Gebouwen het huidige terrein van de slipschool van de federale politie in Kampenhout aangeboden. Vanaf het moment waarop die optie zich aanbood, mevrouw Platteau, heb ik contact opgenomen met het lokale bestuur. Sindsdien hebben verschillende overlegmomenten plaatsgevonden.

 

Zoals ik ook snel had aangegeven, is de realisatie van een containerdorp alleen mogelijk als aan verschillende voorwaarden kan worden voldaan, die in dit geval ook door het lokale bestuur werden aangegeven. Het gaat dan onder meer over een helder stedenbouwkundig kader, wat op deze locatie niet eenvoudig is, alsook technische vereisten, zoals de aanleg van riolering en watertoevoer. Na afronding van het onderzoek blijkt de opstart van het containerdorp in Kampenhout dan ook technisch onhaalbaar.

 

Dat zal ons er echter niet van weerhouden om een andere locatie te zoeken voor een containerdorp. In dat kader worden steeds verschillende terreinen onderzocht. Via het Europees Asielagentschap kunnen we namelijk beschikken over voldoende containers om in totaal 750 bijkomende opvangplaatsen te realiseren. In een dergelijk containerdorp zullen, zoals in alle opvangcentra, diverse doelgroepen worden opgevangen. Het containerdorp zou in elk geval voor een beperkte duur zijn, in afwachting van een stabilisatie van het opvangnetwerk, waarvoor, dankzij het recente akkoord op de ministerraad, bijkomende maatregelen in uitvoering zijn.

 

Mevrouw Platteau, de vereisten voor ons terrein zijn vooral dat het voldoende groot is en dat er nutsvoorzieningen aanwezig zijn.

 

Ik kan ten slotte enkel betreuren dat aan stemmingmakerij wordt gedaan wanneer een mogelijke nieuwe opvanglocatie wordt onderzocht, of het nu een containerdorp is, opvang via de havens is of via de kerkfabriek. We worden geconfronteerd met een grote opvangcrisis en we moeten verder naar oplossingen zoeken. Dat zijn oplossingen die onvermijdelijk voor een deel zullen liggen in bijkomende opvang, naast de beperking van de instroom en de verhoging van de uitstroom. Dat kan alleen in een klimaat van sereniteit. Ik roep dan ook alle betrokken actoren op om bij te dragen aan die sereniteit.

 

03.05  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, u geeft nu wel aan waaraan een containerdorp allemaal moet voldoen, maar wist u dat niet toen u hebt aangekondigd dat dat dorp in Kampenhout zou komen? Werd ondertussen al een andere locatie gevonden of worden ondertussen concrete locaties gezocht? U hebt niet op die vraag geantwoord. Ik vind dat jammer.

 

Het opvangnetwerk structureel versterken is niet hetzelfde als mensen die recht hebben op opvang uit het opvangnetwerk verwijderen om plaats te maken voor nieuwe mensen die ook recht op opvang hebben. U moet gewoon in voldoende opvang voorzien voor iedereen die daar recht op heeft. Het recht op opvang inperken is geen oplossing. De ene groep mensen gaat op die manier ten koste van een andere groep mensen. Dat is uw beleidskeuze. Ik denk dat het stilaan tijd wordt dat u van die redenering afstapt. Het recht op opvang is er en maar goed ook. Daarvan mag niet worden afgestapt op basis van een stijging van het aantal verzoeken. Ik denk dat de boodschap duidelijk is.

 

03.06  Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, u hebt een overleg met de burgemeester van Kampenhout gehad, die het idee oorspronkelijk genegen leek. Al heel snel volgden dan voorwaarden voor watertoevoer, riolering, vergunningsmogelijkheden. Dat zijn zaken die op het terrein misschien al in orde konden worden gemaakt toen die locatie in het vizier kwam, maar dat terrein is nu van de baan.

 

De Regie der Gebouwen had dat dossier op een goede manier moeten voorbereiden zodat al die zaken duidelijk waren op het moment dat de beslissing werd genomen. Ik betreur die gang van zaken.

 

Ik heb ook geen antwoord gekregen op de vraag welke andere locaties nu in aanmerking komen. U zegt dat de locaties voldoende groot moeten zijn. Kan het aantal woonunits niet worden opgesplitst, zodat u een minder groot terrein moet zoeken? Dat is misschien makkelijker. Zo komen misschien meerdere terreinen in aanmerking. Ik heb daar echter geen antwoord op gekregen.

 

Ik heb voorts begrepen dat er 750 personen kunnen worden opgevangen. Alleszins betreur ik net zoals u de stemmingmakerij ter zake. Sommige collega’s hebben het lokaal protest echt aangewakkerd en hebben getracht om hier politiek mee te scoren, op de kap van kwetsbare mensen. Dat is echt het laagste van het laagste in de huidige crisis.

 

Gisteren heb ik met de commissie voor Binnenlandse Zaken een veiligheidsregio in Nederland, die instaat voor de opvang van asielzoekers bezocht. Nederland wordt met dezelfde problematiek geconfronteerd als België en daar heeft men ervoor gekozen om asielzoekers op dezelfde locatie als Oekraïense vluchtelingen op te vangen. Dat kan ook een piste zijn. Misschien zijn de containerdorpen die werden gecreëerd voor Oekraïense vluchtelingen nog beschikbaar en kan er ook naar die plaatsen worden gekeken. Waarom niet? Wij moeten echt out of the box denken en alle mogelijkheden bekijken, zonder taboes en zonder onderscheid te maken tussen vluchtelingen. Ieder heeft zijn eigen verhaal en redenen om te vluchten en naar België te komen. Ik doe daar een warme oproep voor.

 

03.07  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, weet u wat stemmingmakerij is? Ik zal u daar een voorbeeld van geven. Stemmingmakerij heb ik meegemaakt rond de asielcrisis van 2015 en de gemeenteraadsverkiezingen van 2018. Na drie jaar met heel veel problemen met transitmigranten, die eigenlijk naar Groot-Brittannië wilden, en met maximale inspanningen om hen vast te houden, al was het maar voor 72 uur, kwam er plots een reactie van een aantal burgemeesters. Het ging toevallig om allemaal cd&v-burgemeesters van gemeenten waar men al jaren met problemen met transitmigranten werd geconfronteerd. Vanaf september, zes weken voor de gemeenteraadsverkiezingen, begonnen die te klagen, de ene na de andere, over het falen van toenmalig minister Jambon en staatssecretaris Francken. Dat was pas stemmingmakerij.

 

Ineens was er een gigantisch probleem. En dat was nog niet alles. Ik heb toen van de regering, van uw partijgenoot Kris Peeters, een actieplan moeten maken opdat die transmigranten opgesloten zouden worden, ook al hadden we erop gewezen dat zulks niet veel zin had, omdat we ze toch niet weg kregen, aangezien velen uit Soedan afkomstig waren. Ook dan zagen we stemmingmakerij en kleefde er volgens de heer De Vriendt bloed aan mijn handen wegens meeheulen met het al-Bashirregime. Dat was het laagste van het laagste wat ik hier al heb meegemaakt en ik ben hier iets langer dan u, mevrouw Platteau.

 

Wij hebben de transmigranten toen opgesloten, omdat uw regering het vroeg. Toen de heer Mahdi staatssecretaris werd, besliste hij om daarmee te stoppen en noemde hij dat typisch Franckenbeleid waarbij men lekker stoer mensen 72 uur opsluit om ze vervolgens te laten gaan. Hij sloot dus geen migranten meer op, want dat was voor hem van nul en generlei waarde. Dat noem ik stemmingmakerij!

 

Ik zeg u heel duidelijk, mevrouw de staatssecretaris, ik zal het onbeperkt creëren van opvangplaatsen niet meer steunen, als u niet eindelijk heel fors inzet op ontrading. Het is genoeg geweest! Niemand steunt uw beleid nog. U staat helemaal alleen. Zelfs in uw regering is er niemand die nog plaatsen aanbiedt. Kijk naar Ecolo-gemeenten, kijk naar PS-gemeenten. Zij vinden het toch allemaal geen probleem dat wij ze moeten blijven opvangen? Plaats ze dan bij hen. In de Vlaamse Rand is de opvang immers vol. Wij zitten daar met een immense vervreemding, verstedelijking en verfransing. Het is gewoon op! Vraag het aan uw eigen voorzitter. Daar is geen steun meer voor opvang. Zoek elders plaatsen en begin alstublieft met de gemeenten waarvan de vertegenwoordigers in dit Parlement pleiten om alle asielzoekers op te vangen en vinden dat dat toch geen probleem is. Als daar plaats genoeg is, begin daar dan.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van Barbara Pas aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De kostprijs van de asielopvang" (55035150C)

04 Question de Barbara Pas à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Le coût de l'accueil des demandeurs d'asile" (55035150C)

 

04.01  Barbara Pas (VB): Het budget voor de opvang van asielzoekers (€ 703.646.000) is in de initiële begroting, behoudens vergissing, als volgt samengesteld:

 

Dotatie aan Fedasil: € 541.882.000;

Interdepartementale provisie ('IDP') Fedasil: € 140.514.000;

Interdepartementale provisie nieuw beleid: € 21.250.000.

Op de ministerraad dd. 17 maart werden verschillende beslissingen genomen inzake de interdepartementale provisies:

 

herverdeling van de kredieten uit de interdepartementale provisie nieuw beleid voor een humaan en kordaat asiel- en migratiebeleid voor 2023 ten bedrage van 20.384.000 euro in vastleggings- en vereffeningskredieten;

herverdeling van de kredieten uit de interdepartementale provisie opvang.

Wat betreft de IPD Opvang, valideerde de ministerraad de verdere opstart van de noodopvangcentra in Jabbeke (Regie der Gebouwen, 414 plaatsen) en Glons (Defensie, 816 plaatsen) en machtigt de verschillende betrokken departementen om de interdepartementale provisie opvang aan te spreken voor de uitbouw en exploitatie van tijdelijke noodopvangplaatsen.

 

Uw beleidscel heeft bij de initiële begroting een maandelijkse schatting gemaakt van het aantal benodigde opvangplaatsen op basis van een 'gunstig/minimaal scenario', aldus het Rekenhof. Daarbij werd bijvoorbeeld in maart 2023 voorzien in 33.845 opvangplaatsen, om stelselmatig te dalen naar 33.089 opvangplaatsen in december 2023.

 

In de realiteit zien we dat Fedasil op 1 maart 2023 34.020 opvangplaatsen heeft, en dat er steeds nieuwe plaatsen worden aangekondigd en gecreëerd. Aangezien er nog 2.400 personen op de wachtlijst van Fedasil staan is het - ondanks de aangekondigde wijzigingen van de Opvangwet - wellicht niet realistisch dat het aantal opvangplaatsen in de nabije toekomst zal dalen.

 

Op de ministerraad dd. 17 maart 2023 werd beslist om over te gaan tot een eerste herverdeling van de kredieten uit de IDP “nieuw beleid" ten bedrage van € 20.384.000. Wordt dit budget (uitsluitend) aangewend voor de opvang van asielzoekers? Valt dit binnen het budget van € 703 miljoen of komt dit er bovenop?

Op dezelfde ministerraad werd eveneens 'de herverdeling van de kredieten uit de IPD opvang' goedgekeurd. Over welke departementen en over welke kredieten gaat het? Valt dit binnen het budget van € 703 miljoen of komt dit er bovenop? Over welk begrotingsartikel gaat het, aangezien er in sectie 06, afdeling 90, van de begroting (p. 213-214 van DOC nr. 2932/001) op het eerste zicht geen onderdeel genaamd 'opvang' terug te vinden is?

Werd de schatting van 33.089 opvangplaatsen in december 2023 intussen bijgesteld? Hoeveel opvangplaatsen schat u nodig te hebben in december 2023?

Op hoeveel opvangplaatsen is het 'nieuw' opvangbudget, zoals beslist op de ministerraad van afgelopen vrijdag, berekend?

 

04.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Pas, in het kader van de lopende begrotingsbesprekingen werd een aangepaste simulatie opgemaakt die een nood aan bijkomende opvangplaatsen aantoont. Dat is vandaag ook duidelijk. Ondanks de verschillende structurele maatregelen die worden genomen, zullen we dus nog bijkomende plaatsen moeten realiseren.

 

Dat heeft een budgettaire kostprijs. De exacte budgettaire vertaling van de nood aan bijkomende opvangcapaciteit ligt momenteel binnen de regering voor, in het kader van de begrotingsbesprekingen. Ik kan u wel al meedelen dat die opvangkosten om twee evidente redenen toenemen. Ten eerste is er een volume-effect. Meer opvangplaatsen vergt immers meer budget. Dat begrijpen we allemaal. Ten tweede is er een hogere kostprijs per opvangplaats. Vandaag liggen de huurkosten, de energiekosten en de personeelskosten hoger dan enige tijd geleden.

 

Zodra de oefening afgerond is, zal ik u daarover uitgebreid informeren.

 

04.03  Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.

 

Het budget dat alleen al voor de opvang in de initiële begroting werd voorzien – meer dan 703 miljoen euro –, ligt al historisch hoog en nu moeten we met veel spanning de begrotingscontrole afwachten om te weten met hoeveel dat al historisch hoog bedrag nog zal worden verhoogd. Ik kan niet zeggen dat ik daarnaar uitkijk, evenmin als naar de andere berichten die ik hoor over die begrotingscontrole. De regering pretendeert steevast een transparant beleid te voeren. Misschien kunt u van de gelegenheid gebruikmaken om de daad bij het woord te voegen en de belastingbetaler te laten weten wat die aanhoudende asielinstroom werkelijk kost.

 

Dat budget van 703 miljoen euro, dat u nu nog zult verhogen, houdt niet alles in. Er zijn heel wat kosten die her en der in andere begrotingsposten worden gestopt. Er bestaat geen enkele transparantie en er is geen zicht op het totaalplaatje. De tolk- en vertaaldiensten, die op vijf jaar tijd verdubbeld zijn, zitten daar niet in. De juridische kosten van Fedasil zijn verdrievoudigd ten opzichte van 2019. Die zitten dan onder de werkingskosten. Ook uw advocatenkosten voor al die dwangsommen zitten niet in dat budget.

 

U zou beter het aantal plaatsen afbouwen in plaats van ze te laten toenemen, met alle kosten van dien. Als u echter toch een verhoging aankondigt – wat ik ten zeerste betreur –, kan ik er alleen maar op aandringen om ook in dat totaalplaatje enige transparantie te brengen. De burger heeft daar recht op.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Barbara Pas aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De gesloten terugkeercentra" (55035165C)

05 Question de Barbara Pas à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Les centres de retour fermés" (55035165C)

 

05.01  Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, u hebt gecommuniceerd dat er hard gewerkt wordt aan drie nieuwe gesloten terugkeercentra en een bijkomend vertrekcentrum, waardoor de capaciteit zal worden opgetrokken tot 1.145 plaatsen. Eerder hebben we van staatssecretaris Mathieu Michel vernomen dat volgens het huidige tijdschema het centrum van Steenokkerzeel in november 2026 ter beschikking zal worden gesteld van de Dienst Vreemdelingenzaken. De nodige middelen voor de bouw van de nieuwe gesloten centra in Zandvliet en Jumet zouden tegen 2030 beschikbaar zijn.

 

U hebt in deze commissie zelf bevestigd dat Steenokkerzeel in 2026 wordt opgeleverd, waarna Jumet en Zandvliet in 2028 en 2029 zouden worden opgeleverd en in gebruik genomen. Verder stelde u dat er elke vijf weken een werkgroep samenkomt waarin een volledig infrastructuurplan verder wordt uitgerold, met alle plaatsen die werden goedgekeurd door de regering.

 

Is die werkgroep ondertussen samengekomen? Wat werd er concreet over de gesloten terugkeercentra beslist? Wanneer zullen de nodige middelen voor de bouw van de nieuwe centra in Zandvliet en Jumet beschikbaar zijn? Blijft u bij uw stelling dat Jumet en Zandvliet pas in 2028, respectievelijk 2029 zullen worden opgeleverd en in gebruik genomen? Is dat tijdschema ondertussen aangepast? Bent u bereid om in afwachting van de uiteindelijke realisatie van het geïntegreerd infrastructuurplan Terugkeer, in het bijzonder de centra in Zandvliet en Jumet, werk te maken van tijdelijke centra voor gedwongen terugkeer?

 

05.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Pas, het klopt dat er voor de opvolging en concrete uitwerking van het geïntegreerd infrastructuurplan een werkgroep werd opgericht met vertegenwoordigers van de Regie der Gebouwen, de Dienst Vreemdelingenzaken en de bevoegde kabinetten. Sinds het voorjaar van 2022 komt deze werkgroep om de vijf weken samen. Het is de bedoeling om via deze werkgroep een goede opvolging van de uitvoering van het geïntegreerd infrastructuurplan te verzekeren. Het is dus niet zo dat deze werkgroep zelf beslissingen neemt. Om u een concreet voorbeeld te geven, eerstdaags zal de selectiebeslissing voor het vertrekcentrum aan de kandidaten worden betekend en zullen zij de gunningsleidraad toegestuurd krijgen.

 

De uitwerking van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Regie der Gebouwen en de Dienst Vreemdelingenzaken, alsook de uitwerking van de financiering van de projecten, vinden in de schoot van deze werkgroep plaats. Ook de voortgang van het dossier-Jabbeke is een belangrijke verdienste. Eind dit jaar, ten laatste begin 2024, gaan we over tot de aankoop van het terrein waarop dit centrum ter vervanging van dat in Brugge zal komen.

 

Voor de concrete financiële vragen moet ik u verwijzen naar mijn collega Michel. Wat de tijdelijke gesloten centra betreft, lichtten zowel ikzelf als mijn voorganger al veelvuldig toe dat de pistes van tijdelijke gesloten centra reeds door onze administratie onderzocht werden en onhaalbaar bevonden. Het gesloten karakter van deze infrastructuur vraagt dermate grote investeringen dat de tijdelijkheid ervan niet te verantwoorden is.

 

05.03  Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb daarnet al gesproken over het belang van de gedwongen terugkeer als sluitstuk van een geloofwaardig asielbeleid. Voldoende capaciteit in de gesloten terugkeercentra is daar natuurlijk een onontbeerlijk stuk van. U verwijst mij voor het tijdstip van de beschikbaarheid van de middelen door naar uw collega-staatssecretaris Michel. De laatste keer dat we hem daarover vragen stelden, antwoordde hij dat de middelen voor die nieuwe terugkeercentra in Zandvliet en Jumet pas tegen 2030 beschikbaar zullen zijn. Ik zal hem vragen of het tijdschema werd aangepast, want dit stemt alleszins niet overeen met het tijdschema dat u naar voren schuift. Als u dan ook nog eens tijdelijke centra voor gedwongen terugkeer afschrijft, dan vrees ik dat een degelijk terugkeerbeleid naar de Griekse kalender is verwezen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Samengevoegde vragen van

- Barbara Pas aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De stand van zaken met betrekking tot de terugname-akkoorden" (55035166C)

- Ben Segers aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De terugkeer van Marokkaanse NBMV’s" (55035620C)

06 Questions jointes de

- Barbara Pas à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'état de la situation en ce qui concerne les accords de réadmission" (55035166C)

- Ben Segers à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Le retour de MENA marocains" (55035620C)

 

06.01  Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, ik vraag hier om een stand van zaken naar aanleiding van het treffen van de verschillende ministers van Binnenlandse Zaken van de Europese Unie over de falende terugkeer van illegale migranten en afgewezen asielzoekers naar hun landen van herkomst. In 2020 keerde amper een op de vijf, amper 20 % van degenen die moesten terugkeren, ook effectief terug.

 

Sinds 2004 kon de Europese Commissie slechts met ongeveer twintig landen bindende terugnameakkoorden afsluiten. Belangrijke herkomstlanden, waaronder Tunesië, Egypte en Marokko, zouden daar niet eens bij zijn, terwijl de visumsancties tot op heden beperkt bleven tot Gambia. De Oostenrijkse regering heeft ondertussen zelf het heft in handen genomen en zou, naar wij vernemen in diverse media, momenteel onder hoge druk werk maken van een bilateraal terugnameakkoord met Marokko.

 

Hoe beoordeelt u de huidige samenwerking met Marokko met betrekking tot de terugname van illegale staatsburgers?

 

Bent u bereid, in afwachting van daadwerkelijke vooruitgang op Europees niveau, het Oostenrijkse initiatief te volgen en zelf het heft in handen te nemen? Wat is de stand van zaken? Tegen wanneer mogen we concrete resultaten verwachten?

 

Met welke andere herkomstlanden streeft u prioritair bilaterale terugnameakkoorden na?

 

06.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Pas, ik vermoed dat u verwijst naar de afspraken die werden gemaakt met Marokko tijdens het bezoek van de minister van Buitenlandse Zaken aan Rabat op 20 en 21 oktober 2022. Dat bezoek werd nauwgezet voorbereid door mijn kabinet, in samenwerking met de collega bevoegd voor Justitie. Mijn eigen bezoek aan Rabat in juli moet ook in dat kader worden gezien.

 

België en Marokko kwamen in oktober overeen om de samenwerking inzake migratie te intensifiëren en uit te breiden op verschillende gebieden, zoals de terugkeer, de overname en de bestrijding van mensenhandel. Daar werd ook het fundament gelegd voor de Marokkaans-Belgische gemengde migratiegroep, waarvan de eerste vergadering voor eind 2022 werd gepland. Op 8 december werd opvolging gegeven aan die afspraak.

 

Er werd een missie georganiseerd van de Dienst Vreemdelingenzaken en Buitenlandse Zaken. Er werden daar afspraken gemaakt over de structuur van de groep en de verschillende subwerkgroepen.

 

Helaas moet ik u melden dat er sindsdien te weinig vooruitgang vast te stellen is. Om die reden heb ik de collega’s van Buitenlandse Zaken ook gevraagd het gesprek te blijven aangaan met de Marokkaanse autoriteiten. De Dienst Vreemdelingenzaken staat ook zelf in contact met de Marokkaanse ambassade in ons land. Binnenkort spreek ik de Marokkaanse ambassadeur zelf nogmaals over de situatie.

 

Mevrouw Pas, de Oostenrijkse aanpak verschilt niet van de onze of van die van andere lidstaten. Dat is net een deel van het probleem. De 27 lidstaten proberen bilateraal te onderhandelen met Marokko, dat diezelfde lidstaten op die manier tegen elkaar kan uitspelen.

 

Zoals u kon horen, levert België aanzienlijke inspanningen om die terugkeerrelaties te verbeteren. Ik lever die inspanningen trouwens voor alle belangrijke herkomstlanden. Zo was ik onlangs nog in Tunesië voor hetzelfde doel. Laat het duidelijk zijn dat een beter gecoördineerd Europees beleid op dat vlak absoluut in het voordeel zou zijn van een lidstaat als België en van de Europese Unie in haar geheel. Het maken van dergelijke bilaterale afspraken blijft toch wel nodig. Het blijft interessant om het netwerk van dergelijke akkoorden uit te breiden, om ook geschreven documenten te hebben om op terug te vallen.

 

Dat is echter slechts een deel van het verhaal. Met veel derde landen hebben we immers afspraken op papier, die dan met de voeten worden getreden. Het sluiten van akkoorden is dus niet de absolute prioriteit op zich, want dat zijn slechts momentopnames. Prioritair is het bekomen van concrete engagementen die duurzaam zijn en in de praktijk worden opgevolgd. De nadruk ligt daarbij, zoals ik al tal van keren herhaalde, op de belangrijkste herkomstlanden.

 

06.03  Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, dank u voor uw antwoord. U hebt er goede moed op om binnenkort in Rabat in Marokko op dezelfde nagel te blijven kloppen. Uiteraard moet dat op Europees niveau worden aangepakt, maar dan moet men ook allemaal aan hetzelfde zeel trekken. Dat is voorlopig nog altijd niet het geval.

 

Ik kreeg geen antwoord op mijn vraag met welke andere herkomstlanden u prioritair bilaterale terugkeerakkoorden nastreeft. Ik hoop dat uw inspanningen niet alleen tot Marokko beperkt blijven. U zegt dat akkoorden afsluiten één zaak is, maar dat men daar niets mee is, als ze in de praktijk niet worden nageleefd. Dat klopt, maar dan komt het erop aan om dat op één of andere manier af te dwingen, door daar zaken tegenover te stellen. De Europese Unie is al jaren bevoegd, maar dat levert niets op. Er moet iets tegenover staan, bijvoorbeeld visumsancties. In afwachting van een Europese oplossing zijn er nationale maatregelen nodig.

 

Ik hoor van u op dat vlak aankondigingen en al dan niet misplaatste hoeraberichten, maar helaas geen concrete resultaten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Samengevoegde vragen van

- Barbara Pas aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Visumfraude" (55035167C)

- Theo Francken aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De vermeende visumfraude" (55035332C)

- Ben Segers aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Mogelijke wantoestanden bij gecombineerde vergunningen" (55035347C)

07 Questions jointes de

- Barbara Pas à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "La fraude en matière de visas" (55035167C)

- Theo Francken à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "La fraude présumée en matière de visas" (55035332C)

- Ben Segers à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "De possibles abus dans le cadre du permis unique" (55035347C)

 

07.01  Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, gelet op de vele vragen die ik heb ingediend en mijn beperkte spreektijd verwijs ik naar de schriftelijke versie.

 

Eind vorige maand zorgden de berichten over (mogelijk grootschalige) visumfraude. Nadat eerder reeds een 800-tal aanvragen voor een gecombineerde werk- en verblijfsvergunning 'on hold' werden gezet, raakte eind vorige week bekend dat na Turkije, raakte bekend dat er ook op het Marokkaanse consulaat dossiers worden geblokkeerd.

 

Wat is de stand van zaken? Werden er ondertussen nog vergunningen 'on hold' gezet? Over hoeveel gaat het in totaal?

 

Nog in dat verband: komt er een bijkomende controle van eerder (sinds 2019) toegekende en verstrekte visa waarvan bij nader inzicht vermoedens van fraude kunnen rijzen? Of bent u helemaal niet van plan verder onderzoek te verrichten naar eerder verstrekte visa?

 

Op een werkgroep van 28 februari werd overeengekomen dat de bevoegde Vlaamse instanties op korte termijn de lijst zouden doorgeven van dossiers die geblokkeerd moeten blijven met het oog op een mogelijke intrekking van de toelating tot arbeid. Werd deze lijst ondertussen overgemaakt? Zo ja, over hoeveel dossiers gaat het concreet?

Door voornoemde werkgroep werd ook beslist dat de informatie-uitwisseling geoptimaliseerd wordt en zou bekeken worden hoe in de toekomst misbruik van de procedure kan vermeden worden. Welke concrete initiatieven werden op dat vlak ondertussen reeds genomen?

 

Het is ondertussen bekend dat heel wat Turken (en wellicht ook Marokkanen,…) die via de gecombineerde vergunning naar Vlaanderen kwamen, dit eerder via andere migratiekanalen deden, wat  op zijn zachtst gezegd indicaties kunnen zijn dat een dossier met bijzondere aandacht moet worden onderzocht. Welke stappen worden op dat vlak gezet?

 

Een verblijfsaanvraag kan ook geweigerd zijn door een andere EU-lidstaat, wat al evenzeer een indicatie kan vormen. Welke initiatieven worden genomen opdat dit element in de toekomst meespeelt in de beoordeling van de aanvraag?

Wanneer personen zich niet binnen de acht dagen aanmelden bij de gemeente (voor inschrijving en het verkrijgen van een verblijfskaart) kan dat eveneens een negatieve indicatie, net zoals het veelvuldig voorkomen van dezelfde adressen. Welke initiatieven (m.b.t. verbetering van de (samen)werking van de gemeenten) worden op dat vlak genomen?

 

07.02  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik wil u ook graag ondervragen over de vermeende visafraude.

 

Dat blijft een eigenaardig verhaal. Uit de hoorzitting in het Vlaams Parlement, die ik heb gevolgd, blijkt dat een en ander toch flou is. Naar verluidt zouden bijvoorbeeld ook alweer duizend visa in Turkije geblokkeerd zijn. Vandaag wordt er in het Vlaams Parlement een motie van alle partijen aangenomen om een audit van de Vlaamse arbeidsvergunningendienst te bestellen.

 

Hoe ver staat het nu met het dossier? Welk zicht hebt u daarop?

 

07.03 Staatssecretaris Nicole de Moor: Beste collega’s, er werd inderdaad al toelichting gegeven over de kwestie, zowel hier als in het Vlaams Parlement, maar ik geef u graag een actuele stand van zaken.

 

De Dienst Vreemdelingenzaken en de Vlaamse administratie, het Departement Werk en Sociale Economie zijn hierover in nauw overleg, samen met de betrokken post van Buitenlandse Zaken.

 

Het Departement Werk en Sociale Economie publiceerde op vrijdag 17 maart een eerste gedeeltelijke lijst van gecombineerde vergunningen aan de Dienst Vreemdelingenzaken, over zowel een aantal Turkse als een klein aantal Marokkaanse dossiers. Vlaanderen heeft vandaag een bijkomende lijst bezorgd aan de Dienst Vreemdelingenzaken, zodat het nu duidelijk is welk gevolg de Vlaamse gewestelijke administratie wil verbinden aan elk van de individuele geblokkeerde dossiers.

 

Op basis van de voorlopige cijfers, dus zonder die van vandaag, kan ik u al meedelen dat het Vlaams Gewest ondertussen 46 toelatingen tot arbeid heeft ingetrokken, dat 48 toelatingen tot arbeid nog zullen worden ingetrokken en dat 37 dossiers on hold blijven in afwachting van verdere inspectie.

 

Op de lijst van 17 maart heeft het Departement Werk en Sociale Economie verschillende dossiers aangeduid die voor Vlaanderen niet problematisch zijn. Die mogen dus worden vrijgegeven. Dat gebeurde vandaag verder. De Dienst Vreemdelingenzaken onderwierp die dossiers aan een laatste controle inzake openbare orde en nationale veiligheid en gaf de betrokken post de instructie de dossiers vrij te geven.

 

Samen met de dossiers voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die voor het Waals Gewest werd er al instructie gegeven 167 dossiers vrij te geven.

 

De Dienst Vreemdelingenzaken wachtte op verdere verduidelijking van het Vlaams Gewest over de nog geblokkeerde visa op basis van gecombineerde vergunningen en maakt ondertussen dezelfde oefening met het Waals Gewest en met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

 

Bovendien ontving het Departement Werk en Sociale Economie twee weken geleden een lijst met alle Turkse gecombineerde vergunningen van 2022 en communiceerde Vlaams minister Jo Brouns dat zijn administratie al de dossiers nauwkeurig zal onderzoeken.

 

Het gaat voor alle duidelijkheid over alle gecombineerde vergunningen voor Turkse onderdanen van 2022, met uitzondering van de gecombineerde vergunningen voor hooggekwalificeerde werknemers.

 

Mevrouw Pas, het heeft ook geen zin om systematisch alle gecombineerde vergunningen te onderzoeken sinds 2019, zoals u vraagt, aangezien het verblijf op basis van de gecombineerde vergunning tijdelijk is voor een jaar en dus regelmatig en in de regel zelfs ieder jaar moet worden hernieuwd. Het is dus nuttiger een nauwgezette controle uit te voeren op het moment van de aanvraag tot hernieuwing van de gecombineerde vergunning.

 

De Dienst Vreemdelingenzaken, de FOD Buitenlandse Zaken en Werk Vlaanderen gaan volgende week op werkmissie naar de post in Turkije om de blijvende probleemdossiers nauwkeurig te bekijken. De bedoeling is dus om over alle dossiers duidelijkheid te krijgen en tijdens de missie van volgende week de twijfeldossiers nader te kunnen uitspitten, teneinde over het verdere gevolg te beslissen.

 

Er kwamen ook nog vragen over de tijdlijn van de verschillende gebeurtenissen van de voorbije maanden. Die tijdlijn werd al uitvoerig besproken tijdens de hoorzitting van het Vlaams Parlement en tijdens de vorige vergadering van de commissie voor Binnenlandse Zaken.

 

Ik herhaal dat het Vlaams Gewest onmiddellijk, dus begin oktober 2022, op de hoogte werd gebracht dat nog een aantal gecombineerde vergunningen geblokkeerd werd door de post in Turkije. Het probleem dijde verder uit naarmate de diplomatieke post ook in nieuwe dossiers de afgifte van visa blokkeerde. Werk Vlaanderen werd bijvoorbeeld ingelicht dat al meer dan honderd dossiers geblokkeerd waren bij de post in Istanboel.

 

Ik herhaal dat de werkgroep die werd opgericht, nu ook bekijkt op welke manier de informatie-uitwisseling kan worden geoptimaliseerd en op welke manier een en ander kan worden vermeden.

 

07.04  Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor de uitgebreide verduidelijking, de cijfers en de antwoorden op een aantal van mijn vragen.

 

Waarop ik geen antwoord heb gekregen – hoewel dat antwoord mij nuttig lijkt om in de toekomst mee te nemen en dergelijke gevallen van visumfraude te vermijden – is de vraag over een aantal aspecten die als indicatie kunnen worden meegenomen in de beoordeling.

 

Ten eerste, het feit dat de verblijfsaanvraag door een andere lidstaat soms ook al is geweigerd, kan een indicatie vormen. Ten tweede, wanneer de betrokkenen zich niet binnen een periode van acht dagen aanmelden bij de gemeente voor het inschrijven en het verkrijgen van een verblijfskaart, kan dat ook een negatieve indicatie zijn, net zoals het veelvuldig voorkomen van dezelfde adressen en dies meer. Initiatieven ter verbetering van de samenwerking met de gemeenten, teneinde een en ander in de toekomst te vermijden, zou ik graag nog aan uw analyse toegevoegd zien.

 

07.05  Theo Francken (N-VA): Ik noteer dat er 46 toelatingen zijn ingetrokken, dat er 48 zullen worden ingetrokken en dat er 37 nog on hold staan. Er zijn er 167 vrijgegeven. U zegt dat die van vandaag niet zijn meegeteld. Wat is er vandaag dan juist gebeurd?

 

07.06 Staatssecretaris Nicole de Moor: De informatie over de overige dossiers werd vijf minuten geleden bezorgd. Ik heb dus nog niet alle concrete cijfers. Ik kan u de cijfers geven waarover ik tot voor de vergadering van de commissie beschikte.

 

07.07  Theo Francken (N-VA): Dat begrijp ik.

 

Ik juich toe dat alles goed wordt opgevolgd. De werkmissie in dat verband is heel positief. Ik ben tevreden dat de kwestie goed wordt opgevolgd en dat er wordt samengewerkt aan initiatieven om dergelijke fraude te vermijden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Samengevoegde vragen van

- Barbara Pas aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Dwangsommen en inbeslagnames" (55035193C)

- Barbara Pas aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De dwangsommen en inbeslagnames" (55035254C)

- Theo Francken aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Dwangsommen en inbeslagnames" (55035329C)

- Theo Francken aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De veroordelingen" (55035330C)

- Theo Francken aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De kostprijs van de duizenden procedures in het kader van de asielchaos" (55035334C)

08 Questions jointes de

- Barbara Pas à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Les astreintes et les saisies" (55035193C)

- Barbara Pas à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Les astreintes et saisies" (55035254C)

- Theo Francken à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Les astreintes et saisies" (55035329C)

- Theo Francken à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Les condamnations" (55035330C)

- Theo Francken à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Le coût des milliers de procédures dans le cadre du chaos de l'asile" (55035334C)

 

08.01  Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb voor mijn eerste reeks vragen ternauwernood een antwoord gekregen via mijn schriftelijk ingediende vraag. Ik zal mij dus beperken tot mijn tweede mondelinge vraag, over de meest recente stand van zaken van de veroordelingen tot dwangsommen en de daaropvolgende inbeslagnames. Wat is het theoretische bedrag aan veroordelingen tot dwangsommen? Hoeveel werd intussen daadwerkelijk uitbetaald?

 

U had ook een procedure lopen bij de beslagrechter tegen de inbeslagnames van niet-essentiële goederen op uw kabinet? Wat is de stand van zaken daarvan? Werd de procedure intussen afgerond? Zo ja, wat was de uitkomst? Wanneer zullen uw niet-essentiële goederen worden verkocht? Zo neen, wanneer verwacht u een uitspraak?

 

Hoe staat het met de inbeslagnames van de niet-essentiële goederen op het kabinet van de premier? Worden er intussen nog andere kabinetten geviseerd? Zo ja, welke?

 

08.02  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik sluit mij aan bij de vragen van mevrouw Pas. Ik heb nog een paar aanvullende vragen.

 

Worden ook andere overheidsdiensten geviseerd? Freddy Roosemont zei me altijd dat ik alleen maar moest antwoorden op de precieze vraag die wordt gesteld en nooit op iets anders. Ik zal dus alle vragen stellen. Werd ook beslag gelegd op zaken van andere overheidsdiensten, gebouwen enzovoort? Op wat allemaal werd er precies beslag gelegd? Zijn er lijsten opgevraagd? Is de verkoop van de goederen van Fedasil afgerond? Een deel was niet verkocht en zou aan een lagere prijs opnieuw worden aangeboden. Is dat ondertussen gebeurd? Welk bedrag werd exact uitbetaald? Welk bedrag wordt door wie gevorderd? Hoe zit het met de procedure in Spa? Ligt dat al bij de beslagrechter? Kunnen wij inzage krijgen in de lijst van niet-essentiële goederen van de diensten die al gevat zijn voor beslag, namelijk Fedasil, het kabinet-de Moor en het kabinet-De Croo? Die lijsten bestaan blijkbaar. Kunnen wij die in het kader van de openbaarheid van bestuur inkijken? Ik denk dat de mensen recht hebben om te weten wat er met hun belastinggeld gebeurt. Kan de Kamer inzage krijgen in de lijsten van niet-essentiële goederen en eventueel ook in de lijsten van andere kabinetten of andere diensten die we nog niet kennen?

 

Ik las ook in een perscommuniqué van de ngo’s – ik weet dat men dat altijd met een hele dikke korrel zout moet nemen – dat het al over 11.000 veroordelingen zou gaan. Het jongste getal dat ik gehoord heb, was 6.000, dus het gaat blijkbaar snel, als dat waar is. Zit u al aan 11.000 veroordelingen? Waar bent u dan veroordeeld?

 

Ik had dus graag geweten hoeveel veroordelingen er waren door het arbeidshof. Hoeveel waren er door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens? Hoeveel veroordelingen zijn uitgesproken door andere instanties? Wat is het virtuele bedrag van die dwangsommen en hoeveel werd er effectief gevat door onder andere inbeslagnames?

 

Ik heb ook een vraag over de kostprijs van de duizenden procedures. U sprak op een bepaald moment over ongeveer 100 euro per gerechtelijke procedure voor het arbeidshof, maar dat lijkt me zeer weinig. Als men geen opvang verleent, wordt er voortdurend geprocedeerd bij het arbeidshof. Fedasil verdedigt zich uiteraard en dat zou 100 euro kosten. Wie neemt die verdediging op zich? Ik heb als burgemeester een beetje ervaring met advocaten en voor 100 euro schrijven zij nog geen halve brief. Doet de juridische dienst van Fedasil dat zelf? Zijn dat advocatenkantoren? Wie doet de juridische verdedigingsprocedure? Dat zal wel standaardwerk zijn, maar kunt u daarover meer uitleg geven?

 

Mevrouw de staatssecretaris, hoe wordt u verdedigd? Wie verdedigt u in het kader van de dreiging tot openbare verkoop van spullen van uw kabinet? Is dat een advocaat van Fedasil of van de Dienst Vreemdelingenzaken? Is dat de juridische dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken? Hebt u zelf een advocatenkantoor aangesteld met uw kabinet? Heeft premier De Croo zelf ook een advocatenkantoor aangesteld om zich te verdedigen of gebeurt dat gegroepeerd? Ik had graag wat meer duiding over al die juridische procedures.

 

08.03 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Francken, tussen 1 januari en 15 maart 2023 waren er 812 veroordelingen van Fedasil door de Franstalige arbeidsrechtbank van Brussel, één door de Nederlandstalige, zes in Verviers, vijf in Luik, drie in Antwerpen, twee in Waver, één in Namen en één in Dinant. Slechts in een 50-tal dossiers werd ook de Belgische Staat veroordeeld.

 

Voor Fedasil wordt de verdediging voor de arbeidsrechtbank gevoerd door de advocaten van het kantoor M13. Fedasil schat dat een dossier gemiddeld iets minder dan 300 euro kost in totaal. Voor de Belgische Staat doet de Dienst Vreemdelingenzaken een beroep op advocaten waarmee hij een overheidsopdracht heeft gesloten. Zij worden vergoed volgens forfaitaire tarieven.

 

Het theoretische bedrag van de dwangsommen bedraagt op dit moment ongeveer 168 miljoen euro. Onze diensten of mijn kabinet hebben tot op vandaag geen dwangsommen uitbetaald. Er werd intussen wel beslag gelegd bij Fedasil, waarna goederen openbaar werden verkocht. Dat weet u, mijnheer Francken, want u bent ook een tafel gaan ophalen.

 

De beslagrechter heeft zopas geoordeeld dat de meeste goederen van mijn kabinet waarop beslag zou worden gelegd wel degelijk essentieel zijn voor de werking van mijn kabinet. Er is nog geen datum voor de verkoop vastgelegd. In dezelfde drie dossiers worden ook stappen gezet tot inbeslagname op het kabinet van de premier, maar daarvoor werd nog geen lijst van goederen opgesteld.

 

Zoals ik al herhaaldelijk heb meegedeeld, betreur ik ten zeerste dat die stappen worden gezet. Dwangsommen of inbeslagnames kosten alleen veel tijd en energie, ze leveren geen extra opvangplaatsen op. Het gaat bovendien om verzoekers die al sinds december 2022 opgevangen worden.

 

08.04  Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor het overzicht en voor de huidige stand van zaken. Het is geen fraai beeld. We wisten al dat het asielbeleid failliet was, maar blijkbaar is dat nu ook letterlijk het geval. U betreurt dat en zegt dat dit tijd en energie kost die u beter anders kunt besteden. Ik ben het daarmee eens, maar ik ben het niet met u eens als u zegt dat u die beter zou besteden aan extra asielopvang. Ik heb u al een tip gegeven die niet zo vrijblijvend is en die ik blijf herhalen: "beperk de instroom om de situatie op te lossen."

 

08.05  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, u ging heel snel. U somde alle veroordelingen van dit jaar op. Werden die allemaal door de arbeidsrechtbank uitgesproken?

 

08.06 Staatssecretaris Nicole de Moor: Inderdaad.

 

08.07  Theo Francken (N-VA): Dan is de Belgische Staat veroordeeld in een vijftigtal dossiers. Die 812 veroordelingen betreffen Fedasil en die 50 de Belgische Staat. Het gaat om ongeveer 300 euro per dossier bij Fedasil. Bij de DVZ voor de Belgische Staat gaat dat via een overheidsopdracht. Daarvan heb ik geen bedrag gehoord, dus ik zal dat verder navragen.

 

U hebt het ook over een virtueel bedrag van 168 miljoen euro. Ik zit aan 280 miljoen euro. De vorige keer hebt u gezegd dat er virtueel al 280 miljoen euro werd uitgesproken aan dwangsommen en nu komt u met 168 miljoen, 100 miljoen minder.

 

08.08 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Francken, ik denk dat ik de afgelopen periode transparantie heb betoond in mijn antwoorden op alle moeilijke vragen met betrekking tot die dwangsommen. Ik wil dat echt doen, maar u hebt mij nu heel wat cijfervragen gesteld die niet in uw schriftelijke vraag stonden. Ook in mondelinge vragen probeer ik op cijfervragen te antwoorden, maar ik heb niet al die informatie bij als u vragen stelt die u niet op voorhand hebt ingediend. Als u dat doet, zal ik die in alle transparantie beantwoorden.

 

08.09  Theo Francken (N-VA): Dat begrijp ik. U probeert zeker te antwoorden, wat ik apprecieer.

 

Vorige keer was er 280 miljoen euro aan dwangsommen, op basis waarvan ik een dwangsomteller heb gemaakt. Dat zult u niet zo leuk vinden, maar ik vind het een fijne gimmick. Die dwangsomteller staat intussen op 283 miljoen euro, terwijl men nu zegt dat het maar om 168 miljoen euro gaat. Ik moet mijn teller nu dus terugdraaien. Het is vreemd dat die 100 miljoen euro plots weg is, want die dwangsommen zijn ooit uitgesproken en een deel ervan is nog hangende. Ik weet wel dat een deel niet effectief gevorderd wordt, maar die dwangsommen werden wel degelijk opgelegd. Waar is die 100 miljoen euro naartoe? Is de invorderingstermijn ervan verjaard? Hoe gaat dat in zijn werk?

 

Ten slotte, u bent veroordeeld en een deel van uw goederen zal openbaar worden verkocht. Mogen wij weten wat er verkocht zal worden? Het overgrote deel is essentieel. U hebt een lijst moeten bezorgen van niet-essentiële zaken, waarvan een deel alsnog essentieel blijkt te zijn. Dat laatste deel, bijvoorbeeld een koffiezetmachine, een tafeltje enzovoort, zal nu openbaar worden verkocht.

 

Mijnheer de voorzitter, deze commissie zorgt voor een primeur: een deel van de goederen van een Belgisch kabinet zal openbaar worden verkocht in het kader van een procedure over asielopvang. Ik herhaal dan ook graag mijn vraag of men in het kader van de transparantie en het parlementair controlerecht de bezorgde lijsten kan onderzoeken. Premier De Croo heeft nog altijd geen lijst bezorgd, hoewel hij dat ten laatste op vrijdag drie weken geleden moest doen. Ik neem aan dat dit ook nog door een procedure is gestuit.

 

08.10 Staatssecretaris Nicole de Moor: Ik heb dat ook niet gedaan. De deurwaarder komt langs en maakt een inventaris op.

 

08.11  Theo Francken (N-VA): Oké. Is die dan al bij eerste minister De Croo langsgegaan?

 

08.12 Staatssecretaris Nicole de Moor: Volgens de info waarover ik beschik, is die daar nog niet geweest.

 

08.13  Theo Francken (N-VA): Bij de premier is men dus nog niet langsgegaan, maar voor uw kabinet en voor Fedasil is er een lijst van spullen voor openbare verkoop opgemaakt. Voorlopig zijn er dus geen andere diensten en kabinetten bij betrokken? Dan zou ik ten minste de lijst van Fedasil en die van het kabinet-de Moor willen krijgen. Het lijkt me interessant om te weten wat de rechtbank als essentieel aanmerkt. Men kan daar grappige discussies over houden, want voor mij is een koffiezetapparaat best wel essentieel, evenals voor veel politici. Wat is de visie van een rechter daarop? Weet u dat misschien?

 

08.14 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Francken, we kunnen daar veel over discussiëren en ik zal daar zeer transparant over zijn. Ik vind dat in tegenstelling tot u helemaal niet grappig, zeker niet voor de medewerkers die zich al twee jaar lang uit de naad werken om de situatie op te lossen. Als u het echt wil weten, een koffiezetapparaat kan in beslag worden genomen, maar niet als het gehuurd wordt van een andere firma, zoals een plant bijvoorbeeld.

 

08.15  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik vind hier helemaal niets grappig aan, zeker niet voor de medewerkers. Daarin hebt u gelijk. Zij hebben daar helemaal niets mee te maken en proberen gewoon hun job te doen. Dat vind ik natuurlijk niet grappig. Laat mij daar duidelijk over zijn.

 

Ik heb wel al geschreven dat ik begrijp dat uw situatie bijzonder penibel is, maar ik heb geen medelijden. U had gewoon niet in deze regering mogen stappen. Dat is alles.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 55035223C van de heer Troosters wordt uitgesteld.

 

09 Vraag van Barbara Pas aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De bijkomende opvangcapaciteit en de versnelde uitstroom uit het opvangnetwerk" (55035252C)

09 Question de Barbara Pas à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'augmentation de la capacité et l'accélération du flux de sortie du réseau d'accueil" (55035252C)

 

09.01  Barbara Pas (VB): De massale asielstroom blijft aanhouden. Vorige maand alleen al waren er niet minder dan 2.399 geregistreerde asielaanvragen. In de plaats van de instroom te beperken, blijft u overal op zoek naar nieuwe opvangplaatsen. Ik had graag enige verduidelijking over het exacte aantal plaatsen. Op 1 maart was dat 34.020 plaatsen. In uw asieldeal werden echter duizenden extra opvangplaatsen aangekondigd. Uw groene regeringspartner had het in dat verband over een engagement tot duizenden extra opvangplaatsen, eraan toevoegend dat de operationalisering van het akkoord zeer snel moest gebeuren en dat de maatregelen zo snel mogelijk moesten worden uitgerold.

 

Over hoeveel extra opvangplaatsen gaat het precies? Gaat het effectief om duizenden extra plaatsen of zelfs 5.000 extra plaatsen, zoals we her en der konden lezen? Zijn het er minder of meer?  Tegen wanneer wenst u die bijkomende plaatsen te realiseren?

 

U hebt in het kader van de versnelde uitstroom uit de centra ook beslist dat wie die een negatieve beslissing krijgt, voortaan de opvang binnen 30 dagen zal moeten verlaten. U schat dat daardoor ongeveer 1.000 plaatsen zullen vrijkomen. Tegen wanneer zal die maatregel uitgerold zijn? Tegen wanneer hoopt u op die manier 1.000 plaatsen in de opvang vrij te maken?

 

Om de uitstroom uit de opvangcentra te vergroten, hebt u eind vorig jaar een gelijkaardige aankondiging gedaan, dat asielzoekers die een stabiele job hebben, namelijk een contract van meer dan zes maanden of van onbepaalde duur, en over een inkomen beschikken dat meer dan het leefloon bedraagt, de opvang vroegtijdig zouden moeten verlaten. Er zouden zo ongeveer 2.000 plaatsen vrijkomen in de opvang. Dit bleken er vorige maand bijna 300 te zijn.

 

Om hoeveel plaatsen gaat het ondertussen? Misschien zijn daar nog plaatsen bijgekomen? Hoeveel plaatsen in totaal denkt u uiteindelijk op die manier te kunnen vrijmaken? Tegen wanneer hoopt u dat dit het geval zal zijn?

 

09.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Pas, in het kader van het migratieakkoord werden verschillende initiatieven genomen om tot een gecontroleerd en rechtvaardig migratiebeleid te komen. Naast de wetgevende dossiers die wij daarstraks al bespraken, moet ook werk gemaakt worden van voldoende opvangplaatsen voor personen die daarop recht hebben. Het doel daarbij is tweeledig. Enerzijds is er de creatie van nieuwe opvangplaatsen. Anderzijds moeten personen zonder recht op opvang sneller uitstromen. Migratie is geen exacte wetenschap. Ik kan vandaag dus niet voorspellen hoeveel plaatsen exact wij nog nodig zullen hebben om voor iedereen een bed te kunnen voorzien.

 

Voor de creatie van bijkomende plaatsen zijn er meerdere stappen die gezet worden. Wij zullen in dat verband een containerdorp bouwen en de reguliere opvangcapaciteit verder opbouwen, maar we zullen ook de lokale besturen verder ondersteunen bij de creatie van plaatsen via lokale opvanginitiatieven. Wij zullen bijkomende opvangplaatsen blijven realiseren. Ik weet dat wij het daarover niet eens zijn, maar wij zullen dat doen zolang nodig, omdat wij niet vinden dat mensen op straat moeten slapen. Wij willen echter vooral ook inzetten op structurele maatregelen, zoals het verhogen van de uitstroom en voorbehouden van het opvangnetwerk voor wie een lopend verzoek om internationale bescherming heeft.

 

Structureel plannen wij een wijziging van de opvangwet, zodat er een einde gemaakt kan worden aan de opvang wanneer iemand een definitieve beslissing krijgt over zijn verzoek om internationale bescherming. Het recht op opvang zal dus niet langer gekoppeld zijn aan het bevel om het grondgebied te verlaten. Parallelle procedures zullen dus niet meer leiden tot een verlenging van de opvangduur.

 

Daarnaast bekijken we ook de dossiers van alle langverblijvers in de opvang. We bekijken een snelle afhandeling van de procedures, indien die nog hangende zijn, en we bekijken hoe een uitstroom uit de opvang kan worden bereikt.

 

In verband met de uitstroom van tewerkgestelde verzoekers om internationale bescherming hebben al meer dan 300 personen de opvang verlaten. Zoals ik eerder aangaf, ging het hier om een specifieke en afgebakende operatie, waarvoor een 350-tal personen in aanmerking kwam. Daarnaast kan het aankomende KB rond cumul niet alleen voor een faire bijdrage zorgen, maar ook voor een bijkomende uitstroom binnen die doelgroep.

 

09.03  Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, u hebt uw aankondigingen en maatregelen uit de asieldeal herhaald, maar ik had daar graag concrete cijfers opgeplakt. Dat was de exacte reden waarom ik die vijf vragen heb gesteld. Ik heb wel het exacte cijfer gekregen dat er 2.300 plaatsen zijn vrijgekomen doordat wie over een inkomen beschikt, niet mag blijven. Voor de rest heb ik evenwel geen cijfers gehoord.  

 

“Zoveel als nodig”, zegt u. Als de instroom echter blijft toenemen, kunt u extra plaatsen blijven creëren. U zegt zelf dat de asieldeal nodig is om tot een gecontroleerd en rechtvaardig migratiebeleid te komen. Ik ben het met u eens dat het over “komen tot” gaat, want vandaag is het niet gecontroleerd en ook allerminst rechtvaardig.

 

Ik zal nog een poging doen om schriftelijk de cijfers op te vragen. Ik hoor aankondigingen van uw coalitiepartners dat het over duizenden plaatsen gaat. Ondanks mijn vragen kunt u daar geen concreet aantal op plakken. We zullen daarom te gepasten tijde opvragen hoeveel het er zijn. Helaas heb ik er geen goed oog in, als u zelfs nog niet weet hoeveel plaatsen u erbij wil.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van Barbara Pas aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De ingebruikname van pontonboten voor asielopvang" (55035253C)

10 Question de Barbara Pas à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "La mise en service de pontons destinés à accueillir des demandeurs d'asile" (55035253C)

 

10.01  Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, hoeveel plaatsen erbij komen, weten we dus niet. U bent vrij hopeloos inzake de manier waarop dat zal moeten gebeuren. In de Gentse haven ligt al enkele jaren een zogezegde pontonboot waarop ruim 200 asielzoekers worden opgevangen. In uw eindeloze zoektocht naar nog meer opvangplaatsen zou u ondertussen ook de Belgische havens in die context hebben aangeschreven om daarvoor meer schepen in te zetten. Antwerpen en Brugge zouden dat ondertussen niet doen. Volgens andere berichten zou de Gentse fusiehaven momenteel wel onderzoeken of er een tweede asielponton kan komen om mensen op te vangen. Men zou daarover in overleg zijn met Fedasil en met de stad Gent. Het nieuwe ponton zou naast het bestaande komen, dat al enkele jaren in de haven ligt. Ik heb begrepen dat uw vraag niet alleen werd verstuurd naar de Belgische havens, maar dat u zo hopeloos bent dat u nu ook al bij de kerkfabrieken aanklopt.

 

Ten eerste, kunt u die berichten bevestigen?

 

Ten tweede, wat is de stand van zaken hierin?

 

Ten derde, met welke andere havens zijn er nog gesprekken aan de gang?

 

Ten vierde, welke havens lieten al weten niet te willen of kunnen ingaan op uw vraag?

 

Ten slotte, bent u bereid om in afwachting van de uiteindelijke realisatie van het geïntegreerde infrastructuurplan te onderzoeken of schepen als tijdelijke centra voor gedwongen terugkeer kunnen worden ingezet? U zei net in antwoord op een andere vraag dat het op een andere manier niet betaalbaar was om voor die tijdelijke centra te zorgen. Misschien lukt dat via schepen wel.

 

10.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Pas, ik kan u geruststellen. Hopeloos ben ik absoluut niet. Ik blijf ook zoeken naar oplossingen.

 

Het klopt dat wij in gesprek zijn met verschillende Belgische havens om bijkomende opvangplaatsen te creëren op pontons, vergelijkbaar met de Renoboot die momenteel aangemeerd ligt in Gent.

 

Bovendien zijn wij ook in gesprek met enkele rederijen om dergelijke infrastructuren te kunnen gebruiken als alternatief voor een regulier opvangcentrum op het land.

 

Een geschikte locatie vinden voor dergelijke initiatieven is inderdaad niet evident, net zoals dat ook het geval is voor andere opvangcentra in oude gebouwen, gezien de specifieke techniciteit die vereist is.

 

Daarom zijn wij in nauw overleg met de verschillende havenbesturen om tot een gedragen oplossing te komen die ook voldoet aan alle technische vereisten. Ook met de stad Gent zijn wij inderdaad in overleg.

 

Er zijn geen plannen om gesloten centra in te richten op pontons, wat ook een van uw vragen was. Voor de bouw van bijkomende gesloten centra is al een infrastructuurplan goedgekeurd, waarover wij daarnet al hebben gesproken.

 

10.03  Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, u stelt dat u niet hopeloos bent. Het is echter wel onvoorstelbaar waar u zoal aanklopt om toch maar aan extra opvangplaatsen te geraken.

 

Terwijl 75 % van de gemeenten en steden in een enquête laten weten dat zij geen extra opvangplaatsen willen aanbieden, schrijft u niet alleen de havens aan, maar ook de parochiale afdelingen, de congregaties en de kerkfabrieken van de bisdommen.

 

U moet dus wel hopeloos zijn. U kan dat ontkennen, maar ik heb er weinig andere woorden voor. Indien u niet hopeloos bent, dan is minstens de situatie hopeloos.

 

Wanneer boten kunnen worden ingezet als gevangenis, zoals dat bijvoorbeeld het geval is met de Nederlandse gevangenisboot, dan vraag ik mij af waarom dat niet als gesloten terugkeercentrum kan.

 

Ondertussen hebt u zowat overal naar asielopvang gevraagd. De moskeeën bent u nog vergeten, maar voor de rest hebt u alle locaties afgelopen om nog asielopvangplaatsen te vinden. U bent misschien niet hopeloos, maar de situatie is dat des te meer.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van Barbara Pas aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De missie in Tunesië" (55035268C)

11 Question de Barbara Pas à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "La mission en Tunisie" (55035268C)

 

11.01  Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, u bent op missie geweest in Tunesië en bij die gelegenheid ging u met de Tunesische overheid in overleg over een gecontroleerd migratiebeleid. Daarbij drukte u de wens uit om, in overleg met de Tunesische overheid en organisaties op het terrein, de terugkeer van Tunesiërs die in België geen recht op verblijf krijgen, te verbeteren.

 

Hoe verliepen de gesprekken met de Tunesische overheid? Wat zijn uw bevindingen in verband met de door u aangehaalde knelpunten? Hebt u enige bereidheid vastgesteld dat Tunesië zich inschikkelijker zal opstellen op het vlak van de vrijwillige en gedwongen terugkeer van illegaal in België verblijvende Tunesische staatsburgers?

 

Werden er concrete toezeggingen gedaan en zo ja, welke? Zijn er verdere gesprekken gepland en zo ja, wanneer?

 

Met welke organisaties op het terrein had u overleg? Welke bijdrage kunnen zij concreet leveren aan de verbetering van de terugkeer?

 

Tunesië is, behalve een herkomstland van illegale immigranten, ook een transitland voor illegale immigratie. Is de Tunesische overheid bereid meer inspanningen te leveren in de strijd tegen de illegale immigratie naar Europa of maakte dat thema geen deel uit van de gesprekken tijdens uw missie?

 

11.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Pas, ik was inderdaad zeer recent op werkbezoek in Tunis om er met de autoriteiten te spreken over een beter migratiebeleid en meer gecontroleerde migratie. Ik had met verschillende overheidsdepartementen een gesprek, namelijk Binnenlandse Zaken, Sociale Zaken, Buitenlandse Zaken en Werkgelegenheid. Die gesprekken verliepen constructief en met wederzijds respect voor de uitdagingen waarmee zowel België als Tunesië kampt. Tunesië is niet enkel een herkomstland, maar is ondertussen ook een belangrijk transit- en een bestemmingsland geworden. Het is in het gemeenschappelijk belang van België en Tunesië om migratie samen te beheren. Ik heb de Tunesische partners onze Belgische visie kunnen uitleggen en hun ook blijvende Belgische steun aan Tunesische terugkeerders verzekerd.

 

Daarnaast was het doel van de missie om met de Tunesische autoriteiten betere afspraken te maken over de terugkeer van Tunesiërs die in België geen verblijfsstatus hebben. Concreet zal het Tunesische ministerie van Buitenlandse Zaken meer inspanningen leveren voor de identificatie van Tunesiërs en de afgifte van laissez-passers.

 

Een verdere digitalisering van de procedure is ook vooropgesteld als gezamenlijke doelstelling. Zoals altijd, is mijn prioriteit om mensen zonder wettig verblijf die in ons land veroordeeld zijn voor strafrechtelijke feiten, te laten terugkeren. Voor een aantal onder hen heb ik in Tunesië ook een akkoord verkregen, dat nu door de diensten wordt geoperationaliseerd. Daarvoor blijven we met Tunesië in gesprek.

 

Ik legde in Tunis ook twee terreinbezoeken af. Een eerste bezoek was aan een Tounesnaproject, waar ik kon zien hoe met Tunesische, Duitse en Europese steun een terugkeerder een eigen zaak in huishoudelektro kon opstarten. De man kan op die manier niet enkel zijn eigen re-integratie duurzaam maken, hij inspireert ook landgenoten en is door het succes van zijn winkel zelf werkgever van een aantal van hen, die eerder nog droomden van een gevaarlijke oversteek naar Europa.

 

Ik sprak ook met Belgische en internationale organisaties, zowel vertegenwoordigers van Belgische bedrijven als van ngo’s zoals de Minority Rights Group, Advocaten Zonder Grenzen en Dokters van de Wereld. Ik bezocht ook het CASO-project van Dokters van de Wereld, waar eerstelijns medische zorg wordt verleend aan zowel Tunesiërs als migranten in Tunesië. De focus ligt er op persoonlijke verzorging, hygiëne, reproductieve en psychologische zorg. Men vult ook de inspanningen van de overheid aan.

 

Het is duidelijk dat Tunesië alleen een volwaardige rol van bestemmingsland kan opnemen, als de levenskwaliteit en de mensenrechten van migranten in Tunesië zijn gewaarborgd. De internationale gemeenschap en de bedrijfswereld hebben een belangrijke rol in dat proces, waar het land momenteel doorgaat.

 

De verbetering van de condities in Tunesië voor zowel Tunesiërs als migranten maakte integraal deel uit van de gesprekken die ik had met de minister van Sociale Zaken en met de instanties, verantwoordelijk voor het tegengaan van werkloosheid. De creatie van economische en sociale welvaart en van stabiele democratieën in het Europese nabuurschap is cruciaal om gevaarlijke oversteken naar de EU te vermijden en om een toekomstperspectief te bieden aan wie terugkeert na een wettig en een onwettig verblijf.

 

11.03  Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord. U hebt de inhoudelijke boodschappen en de projecten op het terrein tijdens uw missie daar verduidelijkt. U zegt dat het allemaal constructief verloopt, maar ik mis het concrete gevolg en een concrete timing. Het is een beetje vergelijkbaar met uw bezoek aan Marokko van vorig jaar. U bent zelf zeer enthousiast, maar ik stel weinig concrete gevolgen vast.

 

Vergeef mij dus dat ik zeg: "eerst zien en dan geloven."

 

Wij hopen vooral dat het resultaat concreter en beter wordt en dat het niet beperkt blijft tot een enthousiast reisverslag, zoals dat over uw bezoek aan Marokko.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

12 Question de Özlem Özen à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L’aide aux victimes des tremblements de terre en Turquie et en Syrie" (55035338C)

12 Vraag van Özlem Özen aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De hulp voor de slachtoffers van de aardbevingen in Turkije en Syrië" (55035338C)

 

12.01  Özlem Özen (PS): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, je souhaite connaître les derniers développements en matière d'aide aux victimes des tremblements de terre en Turquie et en Syrie, sujet sur lequel nous avons déjà eu l'occasion d'échanger.

 

Depuis ma dernière question, pouvez-vous m'indiquer l'évolution des demandes de visa pour notre pays? J'imagine que certaines victimes, même si elles ne doivent pas représenter la majorité des personnes qui pourraient bénéficier d'un appui familial en Belgique, commencent à être en mesure de constituer un dossier. Est-ce le cas?

 

Par ailleurs, d'après le site des Affaires étrangères, le centre de Gaziantep est toujours fermé, ce qui s'ajoute aux difficultés administratives des demandeurs.

 

Pouvez-vous me dire si une réouverture prochaine de ce centre est envisagée? Dans l'intervalle, d'autres centres plus proches que ceux d'Ankara, d’Istanbul ou d’Antalya sont-ils accessibles aux demandeurs d'un visa à destination de la Belgique?

 

Enfin, une conférence des donateurs s’est tenue à l'initiative de la Commission européenne et de la Suède dans le cadre de sa présidence. Votre département était-il représenté? Considérant le besoin de concertation européenne  en matière de facilitation de la mobilité des victimes vers l'Union européenne et vers notre pays, ce point a-t-il été abordé dans le cadre de l’aide qui peut être apportée?

 

12.02  Nicole de Moor, secrétaire d'État: Chère collègue, concernant le nombre exact de demandes de visa introduites par les victimes des tremblements de terre en Syrie et en Turquie, je vous propose d'introduire une question écrite. Je peux déjà vous dire qu'il n'y a pas en ce moment de forte augmentation dans les demandes de visa.

 

Quant à vos questions concernant les informations sur le site internet du SPF Affaires étrangères, la réouverture du centre VFS de Gaziantep, la disponibilité d'autres centres pour l'introduction de demandes ainsi que la participation de la Belgique à la conférence des donateurs, celles-ci relèvent de la compétence de ma collègue la ministre des Affaires étrangères. Je dois donc vous renvoyer vers elle. Je peux toutefois vous annoncer que j'ai rencontré hier l'ambassadeur de Turquie et que nous avons eu une conversation constructive concernant les procédures de demande de visa.

 

Il a exprimé sa reconnaissance pour l’initiative que nous avons prise afin d'accélérer ces procédures.

 

12.03  Özlem Özen (PS): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie pour votre réponse. Je reviendrai avec d’autres questions, que je poserai aussi par écrit à votre collègue la ministre des Affaires étrangères.

 

J’aimerais vous faire part du témoignage, que j’ai reçu par email, d’un Belge qui souhaitait accueillir sa belle-sœur et ses deux filles. Par le passé, celles-ci avaient déjà eu l’occasion de venir en Belgique avec un visa touristique, qui avait été accordé. Cette fois-ci, leur demande de visa a été refusée au motif qu'il était à craindre qu’à l’expiration du visa, elles ne retournent pas en Turquie.

 

Madame la secrétaire d'État, j'insiste sur le fait qu'il s'agit d'une catastrophe humanitaire; ces victimes des tremblements de terre se trouvent dans un contexte d'aide humanitaire et doivent faire face à des situations dramatiques. Aller dans des centres d'inscription extrêmement éloignés, et introduire des demandes dans des pays aussi vastes que la Turquie et la Syrie, est fort compliqué. Comme vous l'avez dit, il n'y a pas de demandes massives et la tendance n'est pas à la hausse. Cela peut être dû aux obstacles administratifs que ces personnes rencontrent sur le terrain; ces personnes ont tout perdu (leur maison, leurs documents, etc.), y compris la preuve qu'elles n'ont pas la volonté de frauder. Les personnes qui souhaitent frauder trouvent généralement toujours le moyen de le faire d'une quelconque manière. Je reviendrai avec de plus amples questions.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Vraag van Eva Platteau aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De stand van zaken met betrekking tot de noodopvang in Glons en Jabbeke" (55035341C)

13 Question de Eva Platteau à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'état de la situation en ce qui concerne l'accueil d'urgence à Glons et à Jabbeke" (55035341C)

 

13.01  Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, eind vorig jaar opende u twee sites voor noodopvang voor asielzoekers in Glons, bij Luik en in Jabbeke. In Jabbeke gaat het om een site van de Civiele Bescherming en in Glons is het een site van Defensie.

 

Ik heb een paar vragen over de stand van zaken van die noodopvang.

 

Hoeveel mensen hebt u al kunnen opvangen op die sites? Wat is de actuele bezettingsgraad?

 

Welke profielen worden hier voornamelijk opgevangen? Ik denk dat u de plaatsen vooral vrijhoudt om gezinnen met kinderen op te vangen.

 

Als er kinderen aanwezig zijn, hebben zij dan toegang tot regulier onderwijs? Het lijkt me immers belangrijk dat hun recht op onderwijs gerespecteerd wordt, ook al worden die kinderen tijdelijk opgevangen of verblijven ze in noodopvangplaatsen. Het hangt er natuurlijk ook van af hoelang ze daar verblijven. Hoelang resideren mensen hier gemiddeld voor ze doorstromen naar de reguliere opvang?

 

U had aangekondigd dat dit tijdelijke noodopvang zou zijn. Bent u van plan die noodopvang ook te verlengen zolang de opvangcrisis blijft voortduren? Zo ja, kunt u daar al een termijn opplakken?

 

13.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Plateau, in de noodopvangcentra in Glons en Jabbeke worden inderdaad personen in familieverband en alleenstaande vrouwen opgevangen voor een korte duur van een aantal weken in afwachting van een definitieve toewijzing aan een geschikte plaats. Sinds de opstart begin december werden er al 323 personen in het noodopvangcentrum in Glons en 276 personen in het noodopvangcentrum in Jabbeke opgevangen.

 

Voor kinderen is er tijdens de periode dat ze daar verblijven geen toegang tot regulier onderwijs. Het inschrijven in een school vindt dus pas plaats bij de definitieve toewijzing. U moet echter weten dat de gemiddelde verblijfsduur in die noodopvangcentra vandaag 19 dagen bedraagt. Het zou dus ook geen zin hebben om hen voor iets meer dan een week in te schrijven in een school, waarna ze zich opnieuw verplaatsen.

 

De noodopvangcentra zijn gepland tot 30 juni. Een eventuele verlenging wordt uiteraard onderzocht.

 

U hebt heel wat cijfervragen gesteld. Ik nodig u uit hiervoor een schriftelijke vraag in te dienen. Ik wil u wel al een aantal cijfers meegeven. Voor de opschaling gaan we in Jabbeke nu naar 348 plaatsen en in Glons naar 456.

 

In verband met het profiel van de bewoners gaat het op datum van 17 maart om 64 % gezinnen en 36 % alleenstaande vrouwen. 74 % is vrouw, 26 % man. 26 % van de personen die daar verblijven, zijn minderjarig.

 

13.03  Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord en voor de cijfers. Het is goed om zicht te krijgen op de beschikbaarheid van die plaatsen en de bezettingsgraad ervan en te weten dat ze wel degelijk worden gebruikt.

 

Ik ben steeds begaan met kinderen. Het is heel belangrijk dat zij toegang krijgen tot onderwijs, ook als zij daar bijvoorbeeld maar 19 dagen verblijven. Ik begrijp dat het dan moeilijk is om naar een school te gaan, maar het is toch belangrijk dat ze een dagbesteding hebben en dat ze daar niet aan hun lot worden overgelaten, maar dat ze kunnen leren en spelen. Dat is essentieel voor hun welzijn en welbevinden.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

14 Question de Hervé Rigot à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L’information des demandeurs de protection internationale" (55035348C)

14 Vraag van Hervé Rigot aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De informatieverstrekking aan verzoekers om internationale bescherming" (55035348C)

 

14.01  Hervé Rigot (PS): Madame la secrétaire d'État, j'entretiens de nombreux contacts avec les demandeurs de protection internationale ainsi qu'avec les travailleurs de l'accueil, mais aussi avec le secteur du maraudage et du soutien au sans-abrisme. De ces échanges, il ressort qu'il leur est difficile d'obtenir l'information nécessaire lorsqu'ils se présentent à Pacheco, si bien qu'ils ne peuvent bénéficier d'une place dans le réseau Fedasil et qu'ils ne reçoivent pas non plus d'informations relatives aux options qui s'offrent à eux.

 

Certes, des brochures sont mises à leur disposition, mais ils ne peuvent facilement les exploiter puisqu'ils n'en comprennent pas la langue, qu'ils ne peuvent ni lire ni écrire, et qu'il leur manque un accès aisé à l'information. Dès lors, l'objectif n'est pas atteint. Les personnes qu'il faut réorienter ne peuvent pas l'être. C'est souvent grâce au hasard de rencontres aux abords de Pacheco qu'elles sont alors dirigées efficacement – lorsque cela se déroule bien. À défaut, elles ne sont pas réorientées.

 

Du côté de Waremme, voici quelques jours, des demandeurs de protection internationale, dans l'ignorance de leurs droits, savaient seulement qu'aucune place n'était libre dans le réseau d'accueil Fedasil. De plus, ils ignoraient quand ils seraient rappelés, vers qui se tourner et qui pourrait les aider.

 

Bien entendu, je comprends vos difficultés pour les orienter efficacement et ouvrir des guichets. Néanmoins, une telle situation contribue à accroître leur stress qui est déjà bien présent quand ils se présentent pour trouver une place qui ne peut leur être attribuée pour le moment.

 

Madame la secrétaire d'État, est-il envisageable de faire traduire des informations plus complètes quant aux possibilités de prise en charge, dans des langues pratiquées par un nombre significatif de demandeurs? Je me doute bien de l'impossibilité de le faire pour toutes les langues. À défaut, est-il possible de mettre en ligne des vidéos explicatives, plus visuelles que textuelles, sur les sites de votre administration, qui seraient alors traduites dans ces langues? Pouvez-vous garantir la présence au centre d'enregistrement d'un personnel – assistants sociaux et interprètes – qui pourrait les orienter? Voilà mes questions, madame la secrétaire d'État, posées dans un état d'esprit positif, bien entendu.

 

14.02  Nicole de Moor, secrétaire d'État: Monsieur Rigot, je suis tout à fait d’accord avec vous pour dire qu’il est important que les demandeurs de protection internationale soient correctement informés et dans une langue qu’ils peuvent comprendre. La fiche d’information mise à disposition par Fedasil est disponible dans 13 langues: néerlandais, français, arabe, somalien, russe, tigrigna, farsi, dari, pachtoun, turc, kurde, albanais et anglais, langues parlées par la grande majorité des demandeurs d’asile.

 

Concrètement, chaque demandeur reçoit les explications avec l’aide d’un fonctionnaire de l’Office des Étrangers et d’un interprète travaillant pour l’Office des Étrangers afin d’expliquer le contenu de la fiche d’information relative à la liste d’attente, aux soins médicaux, aux coordonnées de contact de Fedasil. Par ailleurs, le numéro du Samusocial pour un logement d’urgence est également remis aux demandeurs.

 

Je voudrais également attirer votre attention sur le site web de Fedasil: www.fedasilinfo.be, qui contient de nombreuses informations y compris sur les frais médicaux, en 14 langues. Sur ce site, il y a aussi l’application ReadSpeaker qui permet de faire lire le texte à haute voix.

 

14.03  Hervé Rigot (PS): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie pour ces précisions. Il est déjà très positif d’avoir une brochure en 13 langues. Ce qui est important aussi, au-delà des informations qui peuvent être communiquées dans ces brochures, c’est de considérer que tout le monde ne sait pas forcément lire. Ce n’est pas qu’une question de langue. Tout le monde n’a pas la capacité de s’informer. Il faut donc des alternatives parce que l’objectif est d’informer et que l’information parvienne bien aux destinataires.

 

Je vous dirai la même chose pour le site internet de Fedasil. C’est positif aussi mais tous les demandeurs de protection internationale n’ont pas la possibilité d’accéder à l’information. Il faudrait peut-être ajouter des bornes informatives et des guides qui vont pouvoir leur dire comment utiliser ces bornes et s’orienter. L’information sur l’aide médicale urgente est une très bonne chose car c’est la première priorité. Est-il aussi possible de veiller à ce que Fedasil, sur cette même information connectée, puisse également donner les informations sur les lieux d’accueil possibles, sur les différents endroits où ils peuvent aller frapper. Il y a le Samusocial comme vous l’avez dit. Il existe sans doute d’autres pistes. La possibilité d’avoir un avocat pour défendre leurs intérêts généraux est également une bonne chose.

 

C’est un très bon début mais je pense qu’il y a encore moyen de faire mieux. Je ne doute pas que vous allez y veiller parce que cela permettra d’enlever une certaine dose de stress. En tout cas, on est sur la bonne voie et c’est déjà très bien. Donnons un petit coup d’accélérateur et ce sera parfait!

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

15 Question de Hervé Rigot à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Le point sur la situation de l'accueil" (55035351C)

15 Vraag van Hervé Rigot aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De stand van zaken met betrekking tot de asielopvang" (55035351C)

 

15.01  Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, ma question étant très détaillée et chiffrée, j'imagine que, pour certains aspects de celle-ci, vous devrez probablement me répondre par écrit.

 

Dans l'attente de la mise en œuvre de l'accord que vous portez au sein du gouvernement, il me semble important de faire avec vous le point sur la situation concrète dans les différents aspects des questions liées à l'accueil.

 

En ce qui concerne le réseau, combien de places (collectives) sont-elles aujourd'hui ouvertes, pour quel public et sur quels sites? Combien de places (individuelles) sont-elles aujourd'hui ouvertes, en ce compris les ILA? Sur quels sites/ communes? Quel est le taux d'occupation de ces différents sites?

 

En ce qui concerne le personnel, où en est-on des engagements à ce jour? Combien de personnes ont-elles effectivement rejoint les équipes de Fedasil? Combien manquent encore à l'appel? Où en est-on de l'amélioration des conditions de travail permettant une plus grande stabilité dans les ressources humaines? Avance-t-on vers une politique de contrats moins précaires? Une réflexion avance-t-elle en ce qui concerne les normes d'encadrement en particulier pour les situations d'urgence? Les Special Federal Forces sont-elles toujours sollicitées et combien de dossiers ont-ils été reçus dans ce cadre au 1er mars? Combien ont effectivement été intégrés dans les équipes ad hoc?

 

En ce qui concerne le traitement des dossiers, où en est-on aujourd'hui du volume de décision rendues par le CGRA au regard du nombre de dossiers entrants? Les recrutements de personnel supplémentaire avancent-ils et permettent-ils déjà d'accélérer les procédures?

 

15.02  Nicole de Moor, secrétaire d'État: Monsieur Rigot, votre question comporte en effet de nombreux détails numériques précis auxquels il n'est pas possible de répondre par le biais d'une question orale dans un bref délai. Il serait donc souhaitable de réintroduire votre question par écrit.

 

En tout état de cause, je peux vous informer qu'actuellement près de cent centres d'accueil collectifs sont ouverts sur l'ensemble du territoire et que le taux d'occupation global du réseau des centres d'accueil est de près de 94 %. Plus de 5 380 ILA sont également actives aujourd'hui.

 

En ce qui concerne le personnel, je peux vous dire qu'il y a encore beaucoup de postes vacants et que nous essayons de les pourvoir. En outre, 30 forces spéciales fédérales sont toujours actives à Fedasil.

 

15.03  Hervé Rigot (PS): Madame la secrétaire d'État, nous ne manquerons pas de déposer une question écrite pour d'autres éléments.

 

Un point qui n'a pas été abordé concerne la politique de recrutement et les contrats stables et durables. Comme cela avait été évoqué dans le rapport de la Cour des comptes, les difficultés sont liées, au niveau de Fedasil, à un turnover important au sein du personnel mais aussi au fait que les candidats ne postulent pas parce que les contrats proposés sont des contrats à durée déterminée à très brève échéance et qui exigent des qualifications très précises. J'aurais souhaité avoir les réponses à ces questions relatives à l'organisation des ressources humaines pour répondre à ces remarques de la Cour des comptes et pallier ces difficultés liées au recrutement. Je n'ai malheureusement pas de réponses à ce niveau-là ni pour ce qui concerne les dossiers transmis au CGRA. Peut-être me donnerez-vous davantage d'informations lors d'une de mes questions ultérieures.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

16 Question de Hervé Rigot à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'incendie à la Porte d'Ulysse" (55035354C)

16 Vraag van Hervé Rigot aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De brand in la Porte d'Ulysse" (55035354C)

 

16.01  Hervé Rigot (PS): Madame la secrétaire d'État, il y a une dizaine de jours, il y a eu un incendie à la Porte d'Ulysse qui n'a heureusement pas eu de grave conséquence sur les 200 personnes hébergées sur place. Ces personnes se seraient retrouvées à la rue s'il n'y avait pas eu de solution d'hébergement d'urgence.

 

C'est un coup dur pour un partenaire important dans l'accompagnement des personnes exilées dans notre pays.

 

Madame la secrétaire d'État, êtes-vous en contact avec le gestionnaire de la Porte d'Ulysse suite à cet incendie pour apporter une réponse rapide aux demandeurs de protection internationale? Qu'avez-vous apporté comme solutions pour ces personnes? Des pistes sont-elles à l'étude au niveau fédéral pour aider ce gestionnaire à reloger ses activités?

 

16.02  Nicole de Moor, secrétaire d'État: Monsieur Rigot, c'est avec une grande tristesse que j'ai appris les évènements survenus aux abris d'urgence du bâtiment de la Porte d'Ulysse à Schaerbeek. Heureusement, les conséquences humaines se sont limitées à une seule personne légèrement blessée. Ma sympathie va à tous ceux qui ont travaillé sur ce projet.

 

Il est vrai que cela représente un coup dur pour le nombre de places d'urgence disponibles à Bruxelles.

 

S'agissant de la relocalisation des résidents, mes services ont été en contact pour intégrer systématiquement les demandeurs de protection internationale ayants droit à un accueil dans le réseau de Fedasil.

 

16.03  Hervé Rigot (PS): Toutes ces personnes identifiées ont-elles bien été relogées dans le réseau de Fedasil?

 

16.04  Nicole de Moor, secrétaire d'État: (…)

 

16.05  Hervé Rigot (PS): D'accord.

 

Il reste l'autre aspect pour lequel je n'ai pas eu de réponse. Dans quelle mesure pouvez-vous aider cet acteur important? Vous allez me dire que ce n'est pas forcément votre mission mais nous savons à quel point il nous aide dans notre mission. Il est important de lui fournir une option qui lui permettra de donner à nouveau une réponse solidaire à ce public qui a besoin d'un toit sûr.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

17 Questions jointes de

- Khalil Aouasti à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Le droit de séjour des enseignants non nommés en Communauté française" (55035355C)

- Hervé Rigot à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Le droit de séjour des enseignants non nommés en Communauté française" (55035360C)

- Greet Daems à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "La perte du droit de séjour d'un enseignant congolais" (55035361C)

17 Samengevoegde vragen van

- Khalil Aouasti aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Het verblijfsrecht van niet-vastbenoemde leerkrachten in de Franse Gemeenschap" (55035355C)

- Hervé Rigot aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Het verblijfsrecht van niet-vastbenoemde leerkrachten in de Franse Gemeenschap" (55035360C)

- Greet Daems aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Het verlies van het recht op verblijf van een Congolese leerkracht" (55035361C)

 

17.01  Khalil Aouasti (PS): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, vous avez pris connaissance du cas d'une professeure de religion du Brabant wallon, porteuse des titres requis et présente sur le territoire depuis de nombreuses années mais qui, pour son malheur, n'est pas une enseignante nommée.

 

Conformément à la réglementation en vigueur concernant le statut des enseignants, elle a été engagée annuellement pour un contrat couvrant l'année scolaire (du 1er septembre au 30 juin), licenciée à la fin de celle-ci et réengagée au début de la suivante.

 

Or, il se trouve que les services de l’Office des Étrangers  ont, dans le cas présent, émis un ordre de quitter le territoire à l'encontre de cette enseignante au lendemain de la fin de son contrat, ce qui rendait impossible la délivrance d'un nouveau permis de travail et le réengagement au mois de septembre, en début d’année scolaire, conformément au statut des enseignants.

 

Ce cas est évidemment symptomatique d'une difficulté qui pourrait être structurelle, dès lors qu'elle pourrait trouver à s'appliquer à tous les enseignants étrangers non nommés et entraîner des complications pour de nombreuses écoles.

 

Madame la secrétaire d'État, avez-vous eu connaissance de ce cas? Avez-vous eu à ce sujet un contact avec la ministre de l'Éducation de la Fédération Wallonie-Bruxelles?

 

Considérant la situation spécifique, quelles voies permettraient-elles de réexaminer un tel dossier, de telle sorte que l'ensemble des autorités compétentes puissent se prononcer quant à son issue?

 

De façon plus structurelle, ne serait-il pas pertinent d'examiner, avec les ministres responsables dans les entités fédérées, les moyens d'éviter qu'une telle situation kafkaïenne ne trouve à se reproduire, pour prendre en considération des statuts dont ils sont eux-mêmes les seuls responsables? Je vous remercie.

 

17.02  Hervé Rigot (PS): Tout a été admirablement dit, monsieur le président, par mon excellent collègue.

 

17.03  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, twee weken geleden berichtten de media over een opmerkelijk feit. Een godsdienstleerkracht afkomstig uit Congo die al negen jaar in ons land woont, zou het bevel gekregen hebben het grondgebied te verlaten. Die man heeft hier gestudeerd en een diploma behaald. Hij werkte hier als leerkracht. Nu zou hij een bevel hebben gekregen om het grondgebied te verlaten. Hij beweert echter dat hij dat niet ontvangen heeft. Volgens hem heeft de Staat de termijn van 90 dagen om een nieuwe baan te vinden niet gerespecteerd. Hij was wel degelijk aan de slag als leerkracht, maar wel onder een tijdelijk statuut. Dit wil zeggen dat er een onderbreking van zijn arbeidsovereenkomst was tijdens de zomervakantie. De Dienst Vreemdelingenzaken heeft die zomervakantie aangegrepen om een bevel om het grondgebied te verlaten uit te vaardigen.

 

Ik vraag mij af hoe dit kan. Hij zou in september opnieuw aan de slag gaan als leerkracht, in dezelfde school. Voorziet de arbeidswetgeving voor vreemdelingen dan niet in een uitzondering voor leerkrachten? Waarom houdt die geen rekening met het ritme van het schooljaar? Het hiaat in de arbeidsovereenkomst van deze heer is niet zijn schuld. Het is een intern probleem van de verschillende Belgische wetgevingen. Hij is nu het slachtoffer van dat juridisch vacuüm.

 

Bent u daarvan op de hoogte? Kan er iets aan gedaan worden? Zult u de wetgeving aanpassen om dat juridisch vacuüm weg te werken?

 

17.04 Staatssecretaris Nicole de Moor: Beste collega’s, ik ben inderdaad op de hoogte van dit dossier. De media hebben daar ook over bericht. Zij zijn niet helemaal op de hoogte van het dossier, maar de media berichten wel vaker over individuele dossiers op basis van halve informatie. Zoals jullie weten, kan ik zelf niet ingaan op alle elementen van een individueel dossier. Ik zal dat ook in deze zaak dus niet doen.

 

Zoals jullie weten, is arbeidsmigratie een gedeelde bevoegdheid van de federale overheid en de gewesten. De gewesten gaan na of de voorwaarden om in België te verblijven op basis van werk vervuld zijn. Het federale niveau is bevoegd voor de veiligheidscheck en voor het afleveren van de kaart, op basis van de eerdere beslissing die het gewest genomen heeft.

 

Une demande de permis unique ne peut pas être introduite à partir d'un séjour irrégulier. La loi est claire à ce sujet. La ministre de l'Éducation de la Communauté française m'a d'ailleurs envoyé une lettre à ce propos. Une réponse de ma part a été envoyée à ses services; je n'ai pas l'intention de modifier cette législation.

 

17.05  Khalil Aouasti (PS): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie pour votre réponse, mais je vous avoue que je la trouve un peu éthérée. Effectivement, vous avez raison sur le plan des principes. Une demande de permis unique ne peut pas être introduite dans le cadre d'un séjour irrégulier. Néanmoins, ici, il n'est pas question d'un séjour irrégulier, mais d'un séjour auquel il a été mis fin. Ce sont deux choses distinctes.

 

Normalement, le séjour est attribué pour une durée d'un an, pas de dix mois. Dans ce cas précis, le statut contractuel des enseignants en Fédération Wallonie-Bruxelles prévoit un contrat de dix mois. Il était autorisé, et il l'est toujours, au fédéral de pouvoir maintenir l'effet d'une durée de séjour d'un an moyennant confirmation et réengagement de cette personne. Dans ce cas-là, elle n'aurait pas été en séjour irrégulier, mais en séjour régulier, et dès lors qu'elle aurait eu son nouveau contrat de travail comme c'est le cas depuis de très nombreuses années pour cette personne, elle aurait été en séjour légal et dans les conditions pour introduire sa demande de permis de travail pour pouvoir poursuivre sa fonction.

 

Cette dame ne s'est pas retrouvée en séjour irrégulier ou séjour illégal au 1er juillet. C'est l'administration, par une décision positive et par le retrait d'un titre de séjour, qui l'a placée dans cette position. Ce n'est pas du tout la même chose. C'est en raison de cette décision de votre administration que je vous ai posé la question de savoir si une évaluation du mode de fonctionnement serait possible, à savoir simplement le maintien de l'effet du séjour légal pendant toute sa durée, quitte à ce que, au moment de son renouvellement, il soit vérifié au 1er septembre que cette personne a bien été réengagée.

 

Ce n'est pas une question de décision individuelle, c'est dans votre pouvoir, et cela nécessite simplement un travail entre administrations. Donc je ne comprends pas votre réponse.

 

17.06  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, ik ben verbaasd over uw antwoord. U hebt niet de intentie om de wetgeving te veranderen. Die man is het slachtoffer van een juridisch vacuüm, zoals ik net zei. Ik ga dan ook akkoord met mijn collega van de PS: met kleine aanpassingen van de wet zou dat niet meer voorkomen. Daar kunt u iets aan veranderen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: De heer Roggeman is niet aanwezig en heeft geen bericht nagelaten. Zijn vraag nr. 55035449C vervalt bijgevolg.

 

18 Vraag van Barbara Pas aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Het equivalent leefloon voor asielzoekers" (55035476C)

18 Question de Barbara Pas à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'équivalent du revenu d’intégration pour les demandeurs d'asile" (55035476C)

 

18.01  Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, uit recent opgevraagde cijfers blijkt dat heel wat asielzoekers een equivalent leefloon bij het OCMW krijgen. Ik had graag van u duidelijkheid gekregen.

 

Ten eerste, hebt u zicht op de gevallen waarin een asielzoeker een beroep kan doen op een equivalent leefloon bij het OCMW? Het uitgangspunt is immers altijd bed, bad, brood. Het leefloon zou daarop een uitzondering moeten vormen. Kunt u dus een exhaustieve opsomming geven van de mogelijke gevallen?

 

Ten tweede, kunt u garanderen en met zekerheid uitsluiten dat asielzoekers die in een opvangstructuur van Fedasil verblijven, geen equivalent leefloon krijgen of hebt u daarop geen duidelijk zicht?

 

Ten derde, hebt u, gelet op de aangekondigde samenwerking tussen de POD Maatschappelijke Integratie en uw diensten, zicht op het aantal asielzoekers dat al een beroep doet op een equivalent leefloon bij het OCMW ingevolge de rechtspraak van het arbeidshof van eind 2022, namelijk de opheffing van code 207?

 

18.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Pas, het uitgangspunt is en blijft dat verzoekers om internationale bescherming materiële hulp krijgen in het opvangnetwerk van Fedasil. Dat krijgt in het wachtregister de vorm van een code 207. Indien een code 207 is ingeschreven, kan het OCMW geen steun verlenen. Het is dus een of-ofverhaal. Iemand kan geen steun van zowel Fedasil als van het OCMW krijgen. Uitzonderlijk is een verzoeker niet ten laste van Fedasil en kan hij of zij zich tot het OCMW wenden. In dat geval is er geen code 207 toegewezen of werd die code opgeheven.

 

Ik lijst voor u de theoretische mogelijkheden op. De opvangwet bepaalt dat een en ander slechts kan in bijzondere omstandigheden. De wet geeft geen limitatieve opsomming van die situaties, maar een niet-toewijzing of een opheffing kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer iemand een gezinseenheid vormt met een persoon die al een verblijfsrecht heeft, wanneer de medische situatie van de persoon dat vereist, wanneer er een akkoord is van de OCMW-raad of wanneer iemand een duurzame tewerkstelling heeft.

 

Uiteraard kan iemand met een duurzame tewerkstelling geen financiële steun ontvangen. Ook kan de rechtbank Fedasil veroordelen tot het opheffen van code 207, waar u ook naar verwees. Fedasil werd in kennis gesteld van 68 beslissingen van de rechtbank, die Fedasil veroordelen tot de opheffing van die code 207. Die dossiers worden echter op mijn vraag door het Commissariaat-generaal bij voorrang behandeld om te voorkomen dat die personen ten laste van het OCMW komen.

 

18.03  Barbara Pas (VB): Ik dank de staatssecretaris voor die verduidelijking.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

19 Vraag van Barbara Pas aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Het budget 2022 voor de asielopvang" (55035484C)

19 Question de Barbara Pas à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Le budget 2022 pour l'accueil des demandeurs d'asile" (55035484C)

 

19.01  Barbara Pas (VB): Gelet op de vele cijfers verwijs ik naar de schriftelijke versie van mijn vraag.

 

Het budget voor de opvang van asielzoekers (€ 679.227.000) is in de begroting over 2022, behoudens vergissing, als volgt samengesteld:

 

Dotatie aan Fedasil: € 530.758.000

Interdepartementale provisie ('IDP') Fedasil: € 148.469.000

Onlangs zijn er 2 koninklijke besluiten gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad waarbij er sommen uit de interdepartementale provisie worden toebedeeld aan de dotatie van Fedasil:

 

KB dd. 4 december 2022: € 24.933

KB dd. 22 december 2022: € 112.044.967

Dienen deze 2 laatstgenoemde IDP's van € 24.933 en € 112.044.967 bij het budget van Fedasil (van € 679.227.000) te worden geteld, waardoor het totaalbudget van Fedasil neerkomt op € 791.296.900? Of maken deze IPD's deel uit van de initiële provisie van Fedasil van € 148.469.000, waardoor het totaalbudget van Fedasil op € 679.227.000 blijft?

Zijn er nog andere besluiten, naast de KB's van 4 december 2022 en 22 december 2022, waarbij er provisies toegekend worden aan B.A. 13 40 42 41.40.44 (dotatie Fedasil)? Zo ja, werden deze reeds gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad of moeten deze nog gepubliceerd worden?

Kunt u een totaaloverzicht geven van het budget van Fedasil over 2022, inclusief toekenning uit de IPD?

 

19.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Naast de dotatie aan Fedasil ten belope van het door u correct aangehaalde bedrag werd in 2022 een bedrag van 148,5 miljoen euro geoormerkt in de algemene interdepartementale provisie ter dekking van eventuele volume-effecten in de opvang. De provisie kan niet a priori tot het genormeerde opvangbudget gerekend worden. In 2022 deed Fedasil een beroep op zijn trekkingsrecht op de algemene interdepartementale provisie. De door u opgesomde besluiten kaderen vooral in het benutten van het trekkingsrecht. Tevens werd een beroep gedaan op een trekkingsrecht op de provisie Oekraïne ter dekking van de kosten die voortvloeien uit onder meer de noodopvang en op een trekkingsrecht op de provisie energie ter dekking van de uitzonderlijk hoge energiekosten. Het spreekt voor zich dat die provisies een veeleer uitzonderlijk karakter hebben. Hiervoor werden KB’s gepubliceerd op 17 maart, 14 juni, 16 juni, 30 juli, 28 september en 20 oktober.

 

19.03  Barbara Pas (VB): Ik heb uw antwoord niet volledig kunnen noteren, maar ik zal het nalezen in het verslag. Zo mis ik zeker geen KB’s met andere besluiten. De enige vraag waar ik geen antwoord op gekregen heb, was die naar het totaaloverzicht van het budget van Fedasil voor 2022, inclusief de toekenning uit de interdepartementale provisie. Die vraag zal ik nog eens schriftelijk indienen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

20 Vraag van Eva Platteau aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De open terugkeerplaatsen in het Fedasilnetwerk" (55035485C)

20 Question de Eva Platteau à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Les places de retour ouvertes dans le réseau Fedasil" (55035485C)

 

20.01  Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, ik verwijs naar de ingediende vraag.

 

Voor mensen die vrijwillig willen terugkeren na een negatieve asielbeslissing, zijn er open terugkeerplaatsen bij Fedasil. Ook andere doelgroepen kunnen begeleid worden vanuit open terugkeerplaatsen tijdens een terugkeerbegeleidingstraject zoals gezinnen zonder wettig verblijf.

Mijn vragen zijn:

1.   Hoeveel open terugkeerplaatsen zijn er momenteel in het Fedasil netwerk? Wat is de bezetting?

2.   Is er een impact van de opvangcrisis op de open terugkeerplaatsen bij Fedasil? Worden de terugkeerplaatsen bijvoorbeeld ingezet als gewone opvangplaatsen? Waarom wel/niet?

3.   Is er ook sprake van een tekort aan open terugplaatsen? Of kan iedereen die ervoor in aanmerking komt er sowieso terecht tijdens het terugkeerbegeleidingstraject?

4.   Wat zal de impact zijn van de recente beslissingen van de regering inzake het asielbeleid op de beschikbaarheid van open terugkeerplaatsen? Verwacht u een impact van de wijzigingen aan de opvangwet? Zo ja, welke?

5.   Wanneer asielzoekers sneller de opvang zullen moeten verlaten na een negatieve beslissing, zal er dan geen risico zijn dat ze sneller van de radar verdwijnen? Hoe strookt dit met een aanklampend terugkeerbeleid?

 

20.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Platteau, zo’n 360 plaatsen in het opvangnetwerk worden vandaag gebruikt als open terugkeerplaatsen. Vandaag verblijven daar 199 personen in het kader van terugkeerbegeleiding. Hierbij wordt in de nodige kwalitatieve omkadering voorzien om de terugkeer voor te bereiden. De overige plaatsen worden enerzijds gedeeltelijk ingezet voor de opvang van personen met een lopende procedure en anderzijds gevrijwaard om steeds personen te kunnen opgevangen die worden toegewezen aan een open terugkeerplaats.

 

De voorbije weken werden te veel plaatsen gebruikt door personen met een lopende procedure, waardoor het moeilijker werd om personen na een negatieve beslissing snel toe te wijzen aan een open terugkeerplaats. Door het aantal verplicht beschikbare plaatsen aan te passen, is dat probleem intussen verholpen en zijn er voldoende beschikbare open terugkeerplaatsen. We zoeken en vinden hiermee permanent het evenwicht tussen een maximaal en flexibel gebruik van beschikbare opvangplaatsen en het belang om steeds te kunnen beschikken over open terugkeerplaatsen om op die manier ook uitstroom uit het netwerk te kunnen genereren.

 

Het is belangrijk om steeds over voldoende open terugkeerplaatsen te beschikken omdat die belangrijk zijn om die personen telkens na een beslissing te kunnen laten uitstromen uit het opvangnetwerk. Zo stellen we ook vast dat de uitstroom uit het opvangnetwerk de voorbije maand is toegenomen van gemiddeld 76 personen per dag in februari naar gemiddeld 86 personen per dag in maart. De recente beslissingen van de regering beogen een verdere verhoging van die uitstroom. Dat kan tot een eventuele verhoging van het aantal open terugkeerplaatsen in de toekomst kan leiden.

 

20.03  Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, het was een zeer snel antwoord, maar ik heb alles goed begrepen. Ik ben het met u eens dat men een evenwicht moet vinden tussen voldoende open terugkeerplaatsen en geen onbezette plaatsen, gelet op de opvangcrisis. Als we willen inzetten op vrijwillige terugkeer, dan hebben we die plaatsen wel nodig.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

21 Vraag van Barbara Pas aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Het Europese overleg" (55035555C)

21 Question de Barbara Pas à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "La concertation à l'échelon européen" (55035555C)

 

21.01  Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, vorige week hebben de regeringsleiders op de Europese top in Brussel opnieuw over (illegale) immigratie gediscussieerd. Daarnaast nam u - op uitnodiging van de Duitse minister van Binnenlandse Zaken Nancy Faeser - deel aan een Europese 'topvergadering' in Berlijn, waarop ook vertegenwoordigers uit Frankrijk, Italië, Zweden en Spanje waren uitgenodigd.

1.Welke onderwerpen en maatregelen werden op de bijeenkomst van de Europese ministers in Brussel besproken?

2.Bij deze gelegenheid bleek dat alle lidstaten het erover eens waren dat er een andere aanpak moet komen, wat op zich niet bepaald nieuw is te noemen. Vraag is des te meer: welke beslissingen werden er genomen? Op welke terreinen werd concreet vooruitgang geboekt? Welke engagementen werden aangegaan?

3.Welke thema's stonden er precies op de agenda van het overleg in Berlijn?

4.U zelf stelt dat de vooruitgang van het Europees Asiel en Migratie Pact in 2024, wanneer België het roterende voorzitterschap van de Europese Raad op zich neemt, hoog op de agenda zal staan. Als we de Duitse minister van Binnenlandse Zaken Faeser mogen geloven zal het dan echter te laat zijn. Na de afloop van het overleg in Berlijn stelde ze (tegenover 'Die Welt') dat er nog slechts een paar maanden overblijven. Letterlijk: “Als er tegen die tijd geen overeenkomst over een betere registratie en spreiding van asielzoekers is, komt de Schengenzone in gevaar. Het tijdsvenster voor omvattende hervormingen van het gemeenschappelijke Europese asielsysteem sluit deze zomer." Hoe ziet u dat concreet? Hoe ziet u uw eigen aankondiging in het licht van de recente verklaring van mevrouw Faeser?

 

21.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Pas, vorige week werd er inderdaad opnieuw op topniveau over asiel en migratie gepraat, niet omdat het te laat zou zijn om tot een Europese oplossing te komen, zoals u in uw vraag stelt, maar wel om het momentum aan te houden in de richting van een deal ten laatste in het voorjaar van 2024. Het tempo van de onderhandelingen rond het asiel- en migratiepact wordt hoog gehouden, zodat zij voor het einde van de institutionele cyclus kunnen worden afgerond.

 

De Europese staatshoofden en regeringsleiders kwamen op donderdag 23 en vrijdag 24 maart samen tijdens de reguliere Europese Raad in Brussel. Daar presenteerde de Europese Commissie de vooruitgang die werd geboekt sinds de bijzondere Europese Raad Migratie van 9 februari. De voorzitster van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, rapporteerde over de verschillende aspecten vermeld in haar brief die toen werd verspreid onder de lidstaten. Zoals bekend, gaat het over concrete maatregelen inzake de bewaking van de externe grenzen, de ontwikkeling en verbetering van grens- en terugkeerprocedures, de samenwerking met partnerlanden, de aanpak van de secundaire stromen en het ontwikkelen van een sterke solidariteit tussen de lidstaten. Op elk van die terreinen heeft de Europese Commissie vooruitgang geboekt met projecten en voorstellen tot wetgeving. Ik weet niet op welke andere aanpak u doelt, maar dat zijn zaken die in het pact vervat zitten en waarover de lidstaten het eens zijn dat zij de kernelementen vormen van het Europees migratie- en asielmodel.

 

In juni komt de Europese Raad op het thema terug. De tijd die de leiders aan het thema besteden tijdens de opeenvolgende bijeenkomsten, is uitzonderlijk en toont ook de bereidheid aan op het hoogste niveau om te landen in 2024.

 

Naast de brede politieke impulsen in het debat moet er ook concreet worden gepraat over de resterende wetgevende knopen. Daarvoor zijn de vakministers aan zet. Dat is geen taak van de leiders die bevoegd zijn voor de grotere, strategische overwegingen. Het is in het kader van die nota en de onderhandeling over wetgeving dat u ook de vergadering moet zien die de Duitse minister van Binnenlandse Zaken, Nancy Faeser, op vrijdag in Berlijn belegde voor haar collega’s uit Frankrijk, Italië, Spanje, Zweden en België.

 

De beslotenheid van die vergadering faciliteerde een open gesprek over de resterende rode lijnen in de dossiers rond de asielprocedureverordening en de verordening inzake het asiel- en migratiebeheer. De Duitse minister zegt terecht, net zoals ik al maanden doe, dat de tijd dringt en dat er geen andere optie is dan het sluiten van een asiel- en migratiepact voor het einde van de wetgevende cyclus in 2024. Dat gevoel leeft zeer sterk bij al mijn collega’s, wat wellicht een goede zaak is, zodat iedereen ook met de nodige flexibiliteit bereid is om compromissen te sluiten in het licht van een algemene oplossing. Ik ben het eens met mijn Duitse collega dat er geen alternatief is, als wij de vrijheden willen behouden die wij vandaag in de Schengenzone kennen, met name het vrij personenverkeer zonder binnengrenscontroles. Ik weet niet waar u het haalt dat de Duitse minister zou zeggen dat het te laat is om een deal te sluiten rond het pact. De vergadering die zij bijeenriep, bewijst net het tegendeel. Alle middelen worden ingezet om de laatste rechte lijn in te gaan.

 

Het wordt niet gemakkelijk, maar de gezamenlijke wil is er wel.

 

21.03  Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb zelf niet gesteld dat het te laat zou zijn tegen het ogenblik dat België het roterende voorzitterschap van de Europese Raad op zich neemt. Dat heeft de minister van Binnenlandse Zaken van Duitsland zelf gedaan. Hij stelt letterlijk: “Als er tegen die tijd geen overeenkomst over een betere registratie en spreiding van asielzoekers is, komt de Schengenzone in gevaar. Het tijdvenster voor omvattende hervormingen van het gemeenschappelijke Europese asielsysteem sluit deze zomer.” Dan is het inderdaad te laat wanneer dit land het roterende voorzitterschap van de Europese Raad op zich neemt.

 

Het probleem is dat dit migratiepact grotendeels een fata morgana blijft. Er zit geen aanzet in tot een Australisch model, wat nochtans de enige duurzame oplossing is. Het blijft gemorrel in de marge, net zoals dat trouwens ook hier in het binnenland het geval is. Nogmaals, u moet er Die Welt maar eens op naslaan: als er tegen de zomer geen akkoord is, is het te laat. Niet mijn woorden, wel van de Duitse minister van Binnenlandse Zaken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 55035618C van de heer Segers wordt omgezet in een schriftelijke vraag.

 

22 Vraag van Ben Segers aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Een beter omkaderde versie van Plekvrij" (55035601C)

22 Question de Ben Segers à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Une version mieux encadrée de l'initiative PlaceDispo" (55035601C)

 

22.01  Ben Segers (Vooruit): Uit een studie van hogeschool Odisee blijkt dat de overgrote meerderheid van gastgezinnen die al Oekraïense vluchtelingen in huis nam dat als een positieve ervaring beschouwt.

 

Welke lessen heeft u getrokken uit dit onderzoek, ook voor anderen dan Oekraïners?

 

Gastgezinnen doen veel meer dan een kamer ter beschikking stellen. Ze steunen hun gasten op verschillende manieren, gaande van administratieve hulp tot toeleiden naar medische zorg, onderwijs of vrije tijd en het bieden van een luisterend oor of emotionele steun. Gastgezinnen worden zo vaak automatisch ook buddy’s. Vandaar dat ze in vele situaties - niet altijd - ook zeer geschikt zouden zijn voor de transitieperiode van 2 maanden, of eventueel wat langer, voor wie net erkend is en dan nog even in de opvang mag blijven. Heeft u in deze zin stappen ondernomen om dit duurzaam en beter omkaderd ook voor anderen dan Oekraïners mogelijk te maken? Om zo meteen ook hun transitie gevoelig te verbeteren?

 

Aanbevolen wordt gastgezinnen vooraf te screenen en de vluchtelingen en de burgers beter te matchen. Er is dan ook volgens het rapport nood aan duidelijke afspraken, aan duidelijke garanties over de duur van de opvang en aan zekerheid over de ondersteuning. Daarvoor kan u zich - zoals ik eerder al aangaf - laten inspireren door de procedure in Nederland via takecarebnb met voorafgaand intakegesprek, selectie, matching, … Heeft u al stappen in deze zin ondernomen?

 

Er is veel enthousiasme, ook om zich - mits de juiste afspraken - opnieuw kandidaat te stellen. U zou dat kunnen aanboren, ook zeker gezien de opvangcrisis, maar daarvoor is er natuurlijk wel registratie van de eerdere gastgezinnen nodig. Eerder zei ik u al dat gastgezinnen niet geregistreerd worden en dat daar best snel iets aan gedaan zou worden. Is daar ondertussen al aan verholpen?

 

Indien zo, kan u dan a.u.b. vertellen hoeveel gastgezinnen deze opdracht op dit ogenblik vervullen? Voor hoeveel Oekraïners in totaal?

 

Heeft u er bij benadering zicht op hoeveel gastgezinnen er uiteindelijk verantwoordelijkheid genomen hebben voor Oekraïners? Voor hoeveel Oekraïners in totaal?

 

Hoeveel erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden zitten er thans in de opvang? Zou dit voor u ook de eerste categorie zijn van mensen waaraan u denkt (naast de Oekraïners) om een dergelijk systeem à la Nederland uit te rollen?

 

Zou dit - in een eventuele latere fase - bvb. ook uw probleem van de uitstroom van werkende verzoekers van internationale bescherming kunnen oplossen?

 

22.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Collega Segers, ik heb de studie van de Odisee Hogeschool ook met veel interesse gelezen. Het klopt dat het merendeel van de gastgezinnen de tijdelijke opvang van Oekraïners als een positieve ervaring heeft beschouwd. Zoals ik eerder ook al aangaf, sluit ik deze oplossing ook niet bij voorbaat uit bij de zoektocht naar huisvesting voor erkende personen die momenteel in het opvangnetwerk zijn ondergebracht. Onze ervaring leert ons echter dat dit slechts een tijdelijke oplossing kan zijn die ook omkaderde modaliteiten vereist en waarvoor verschillende bevoegde ministers moeten samenwerken.

 

Zoals ook enkele maanden geleden aangehaald, beschik ik vandaag niet over lijsten van personen die zich als gastgezin hebben opgegeven en kunnen die ook niet gebruikt worden om nieuwe initiatieven op te stoelen, ook niet gezien de privacywetgeving. Daarnaast hebben mijn diensten geen duidelijk zicht op hoeveel gastgezinnen er vandaag nog daadwerkelijk actief zijn in Vlaanderen, Brussel en Wallonië, aangezien dat niet onder hun bevoegdheid ressorteert. Mijn diensten bekijken wel de verschillende modellen die in het buitenland gebruikt worden, zodat we inspiratie kunnen putten uit alle mogelijke best practices. Er is ook een goede samenwerking met het Nederlandse COA op dat vlak.

 

Het is echter niet zo dat dit een onmiddellijke oplossing zou betekenen voor de ongeveer 2.000 erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden die nu moeten uitstromen. De oplossing in hun geval ligt ook in een bredere huisvestingsmarkt met meer beschikbare en betaalbare woningen voor iedereen.

 

Ik sta er wel voor open om vluchtelingen, ongeacht hun vorm van bescherming, op te vangen bij gastgezinnen. Heel wat modaliteiten om hiervoor een kader te creëren, liggen echter op gewestniveau binnen het domein Wonen. Het middenveld kan ook een belangrijke rol spelen om dat verder te faciliteren, al begrijp ik dat veel van de organisaties die met vluchtelingen werken ook op hun tandvlees zitten. We hebben erover echter al overlegd, ook met het middenveld.

 

Collega Segers, laat het duidelijk zijn dat dit systeem al geruime tijd bestaat in ons land, ook voor de oorlog in Oekraïne. Bij het uitdragen van deze boodschap en om mensen warm te maken voor dergelijke projecten ligt potentieel ook een belangrijke taak voor het middenveld. Ik reik hen dan ook de hand om dat samen met hun netwerken te kunnen realiseren en om de pistes gekender te maken, bijvoorbeeld via de melding ‘tijdelijk wonen’.

 

22.03  Ben Segers (Vooruit): Mevrouw de staatssecretaris, u zegt dat het niet uitgesloten is voor erkende personen. Dat is uiteraard prima, maar ik hoop dat u zelf ook verder in contact wilt treden met de ministers waarnaar u verwijst. Het is mij ook niet helemaal duidelijk of dat al gebeurd is en of bepaalde personen eventueel nee hebben gezegd, aangezien het nu nog niet gerealiseerd is. Ik heb er al een paar keer naar verwezen, maar de reden waarom het er nog niet is, is mij nog niet duidelijk.

 

U zegt ook dat er geen registratie is gebeurd. Dat weet ik, want dat was in het verleden ook het geval. Ik had daarom ook opgeroepen om dat in de toekomst wel te doen. Ik vind het dan ook jammer dat er wat dat betreft geen wijziging is gebeurd en dat men op een bepaald ogenblik toch niet is beginnen registreren als gezinnen zich aandienden.

 

Dat geldt zeker als er opnieuw bereidheid is om de taak zelf op te nemen. De diensten zullen dus bekijken welke verschillende modellen er bestaan, ook in het buitenland. Het is inderdaad geen onmiddellijke oplossing voor die 2.000 personen. U verwijst ook terecht naar de huisvestingsproblemen en het tekort aan beschikbare woningen. Net daarvoor zijn gastgezinnen bijzonder nuttig, in de zin dat zij ook kunnen optreden als een soort van buddy’s in de transitie. Ik hoop dat u met de bevoegde gewestelijke ministers in contact zal blijven staan.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

23 Vraag van Ben Segers aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De special federal forces" (55035603C)

23 Question de Ben Segers à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Les forces fédérales spéciales" (55035603C)

 

23.01  Ben Segers (Vooruit): Onlangs stelde ik een vraag aan minister De Sutter over dit onderwerp. Een klein half jaar geleden heeft u, samen met minister De Sutter, een campagne gelanceerd om Special Federal Forces warm te maken om Fedasil en zijn partners tijdelijk te versterken. U zocht samen met minister De Sutter 200 ambtenaren om het personeelstekort tijdelijk op te vangen. Vooruit vond dat een heel goed initiatief en is heel erkentelijk ten aanzien van de ambtenaren die op de vraag ingingen. Daar bevroeg ik u eerder al over.

 

Uit het antwoord van minister De Sutter blijkt nu dat 250 federale ambtenaren zich kandidaat stelden, maar dat er slechts 55 aan de slag gingen, in totaal (sommigen zitten al aan het einde van hun functie. Minister De Sutter stelde verder “dat we van in het begin gezegd hebben dat als het niet lukt, we andere maatregelen zouden nemen en ambtenaren zouden opvorderen om te gaan helpen bij Fedasil. Fedasil antwoordt mij echter dat het niet nodig is en dat de pool aan medewerkers om waar nodig bij te springen, voldoende groot is.”

 

Dit alles verbaasde mij. Dat niet voor alle kandidaten een matching kon gevonden worden en dat daarnaast een deel afhaakte begrijp ik. Dat er van de 250 uiteindelijk 195 niet konden ingezet worden vind ik wel meer dan opmerkelijk, gezien de enorme tekorten waarvan telkens sprake was en die er zelfs voor zorgden dat principieel besliste plekken niet geopend konden worden. Des te meer daar uw oorspronkelijke ambitie het vinden van 150 tot 200 personen was voor het openen van 1500 tot 2000 plaatsen.

 

Hoeveel van die 55 zijn er thans nog aan de slag? Hoeveel principieel besliste plaatsen in het opvangnetwerk kunnen op dit ogenblik niet geopend worden door personeelstekort?

 

Is het correct dat - zoals minister De Sutter stelde - de pool aan medewerkers volgens u voldoende groot is? Heeft u de ambitie om te komen tot een pool van 150 tot 200 personen dan laten varen? Moeten we hier dan uit afleiden dat er geen personeelstekort meer is gezien minister De Sutter van Fedasil begreep dat verdergaande maatregelen “niet nodig” waren?

 

Is het correct dat - zoals minister De Sutter stelde - er personeel zou opgevorderd worden als er alsnog een tekort zou zijn? Als u toch van oordeel bent dat er een personeelstekort is, zal u dan die opvordering nog doen?

 

23.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Samen met collega De Sutter van Ambtenarenzaken werden grote inspanningen geleverd om ambtenaren warm te maken voor een tijdelijke opdracht bij Fedasil in het kader van de Special Federal Forces, meer bepaald in de functies die nodig waren om de capaciteitsuitbreiding van de opvangplaatsen te realiseren.

 

Vandaag zijn zo nog 30 ambtenaren uit andere federale overheidsdiensten actief binnen Fedasil. Door alle maatregelen in het kader van het personeelstekort, waaronder ook de continue aanwervingen binnen Fedasil, zien we dat de situatie op dit moment iets beter is dan enkele maanden geleden. De inzet van Special Federal Forces heeft daartoe zeker bijgedragen, maar het zijn voornamelijk de duurzame aanwervingen die belangrijk zijn om tot structurele oplossingen te komen.

 

De meest gezochte en dus ook de moeilijkst in te vullen profielen zijn echter niet zo gemakkelijk te vinden binnen het korps van het federaal openbaar ambt. Denk dan vooral aan maatschappelijk werkers, verpleegkundigen of flexibel personeel dat ook nachtdiensten wil opnemen. Er zijn dus absoluut nog blijvende inspanningen nodig om tot een duurzame oplossing te komen, waarbij alle openstaande vacatures ingevuld worden. Er is nog een beperkte capaciteitswinst te boeken, maar dat wordt bemoeilijkt door een combinatie van factoren, namelijk infrastructuurwerken en/of tekorten aan specifieke profielen, gekenmerkt als knelpuntberoepen. We blijven dan ook inzetten op verschillende trajecten om mensen efficiënt, effectief en bij voorkeur duurzaam in te zetten in de verschillende opvangcentra.

 

Ik ben echter ook van mening dat het verplichten van ambtenaren om elders een andere taak uit te voeren niet wenselijk is en daarenboven het personeelstekort niet zou oplossen, omdat voornamelijk die zeer specifieke profielen gezocht worden. Daarnaast geloof ik er niet in om iemand tegen zijn wil op een andere plaats in totaal nieuwe omstandigheden met andere werkuren een volledig andere invulling van zijn werk te geven, zeker niet als het gaat om het begeleiden van vaak kwetsbare mensen. Dat doe je niet tegen je zin.

 

We blijven dus inzetten op verschillende kanalen om het personeelskader te versterken, maar ik zie geen heil in de opvordering of verplichte overzetting van federale ambtenaren. Nog niet alle openstaande vacatures zijn ingevuld, dus we blijven onze inspanningen voortzetten om tot een duurzame oplossing te komen.

 

23.03  Ben Segers (Vooruit): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw verhelderende antwoorden. Ik stelde die vraag omdat ik vond dat een en ander niet strookte met de eerdere uitspraken van minister De Sutter. U zegt dat u het niet wenselijk vindt om personen tegen hun wil op te vorderen. Zij zei dat er in de ministerraad was afgesproken om die opvordering te doen. Misschien was dat dus geen juiste informatie.

 

Er zijn nu dus nog 30 Special Federal Forces aan de slag. Voor alle duidelijkheid, Vooruit is die 30 mensen heel erkentelijk. Eerder waren het er 50. Dat staat natuurlijk wel ver af van de 200 personen waarvan sprake. In die zin vond ik het wel opmerkelijk dat er 150 geweigerd werden.

 

Ik begreep de uitleg van mevrouw De Sutter dan ook niet goed. Zij zei dat Fedasil geantwoord had dat het niet nodig was en dat de pool aan medewerkers groot genoeg was. U zegt nu, terecht, dat duurzame aanwerving van personeel belangrijk is en dat spreekt die these tegen. Dat betekent immers wel degelijk dat er nog steeds een personeelstekort is bij Fedasil. Dat leek bijna tegengesproken te worden door minister De Sutter.

 

Ik wil u vragen om samen met minister De Sutter intern eens na te gaan hoe dat alles met elkaar te rijmen valt. De uitleg die werd gegeven in het verleden was immers blijkbaar niet helemaal correct. Veel succes verder.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

24 Vraag van Ben Segers aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De STOP-procedure in de strijd tegen mensenhandel" (55035607C)

24 Question de Ben Segers à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "La procédure STOP dans la lutte contre le trafic d'êtres humains" (55035607C)

 

24.01  Ben Segers (Vooruit): Op het einde van de procedure mensenhandel kunnen bepaalde beslissingen van justitie gevolgen hebben voor de toekomst en het verblijf in België van de slachtoffers van mensenhandel en mensensmokkel. Hierdoor komt er in bepaalde gevallen een abrupt einde aan het verblijf van het slachtoffer, terwijl de betrokkene al die tijd meegewerkt heeft aan de procedure, gebroken heeft met de uitbuiters en in begeleiding was bij een gespecialiseerd centrum. Dat zorgt voor een spanningsveld tussen de DVZ, de gespecialiseerde centra en justitie. De oplossing voor dat probleem is dat de DVZ in bepaalde gevallen met een bepaalde administratieve praktijk alsnog een verblijf om humanitaire redenen kan regulariseren. Dat is de STOP-procedure.

 

Op de bureauvergadering van 15 september 2022 werd beslist om de STOP-procedure uit te breiden naar de buitenvervolgingstellingen en dat onder dezelfde voorwaarden die vroeger van toepassing waren op een klassering zonder gevolg.

 

Sarah De Hovre van Pag-asa zei daarover in commissie mensenhandel het volgende:"P.e.: lorsqu'on sait que l'exploiteur est décédé. C'est un classement sans suite. Quand l'exploiteur et la bande organisée ont déjà fui le pays, c'est un classement sans suite. Quand le magistrat estime qu'il n'y a pas assez d'éléments probants, même s'il voit bien que c'est un dossier de TEH, mais sait que devant telle chambre il ne pourra pas réussir son coup, il peut décider de classer sans suite. C'est possible! C'est assez frustrant pour tous les autres partenaires, la police, l'inspection et les centres, car on voit que la victime a collaboré et donné toute l'information."

 

Wat zijn de precieze gemaakte afspraken?

 

Hoe werden die vastgelegd? Betreft het een informele afspraak of wordt bvb. de omzendbrief van 23-12-2016 aangepast?

 

Betreft de uitbreiding enkel de buitenvervolgingstellingen?

 

Wat met bvb. de minnelijke schikking of andere rechtsfiguren?

 

Ongetwijfeld wil u er ook alles aan doen om de aangiftebereidheid voor mensenhandel te verhogen. De termijn van 2j lijkt in die context bijzonder onrechtvaardig te zijn wanneer het slachtoffers betreft die alle voorwaarden naleefden én het voor de referentiemagistraat een uitgemaakte zaak is dat het wel degelijk om een slachtoffer gaat. Stel dat bvb. in een dergelijke situatie na 7 maanden procedure de uitbuiter overlijdt (of dat er een andere volledige externe reden is waardoor de procedure dient stopgezet te worden). Zal u daarom in deze situaties de termijn tot 6m verkorten?

 

24.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Ik heb inderdaad beslist om de STOP-procedure uit te breiden in opvolging van aanbevelingen van het Bureau Mensenhandel. De STOP-procedure bestond al voor de klassering zonder gevolg of seponering en wordt nu tot de buitenvervolgingstelling uitgebreid.

 

Een verdere structurele uitbreiding van de STOP-procedure tot het overlijden van de dader is mijns inziens niet opportuun. Dat is echt een nichegeval en er is ook geen officiële vraag van het Bureau.

 

De minnelijke schikkingen worden in de regel niet toegepast bij de aantasting van de integriteit, wat meestal het geval is bij mensenhandel. Ondanks het feit dat ik de regeling niet structureel wens uit te breiden naar de andere scenario’s, blijft het uiteraard altijd mogelijk om personen op individuele basis te regulariseren, indien dat noodzakelijk en wenselijk is.

 

Een van de krachtlijnen die we hanteren bij de opmaak van het nieuwe migratiewetboek, zijn duidelijkere procedures met meer rechtszekerheid. In dat kader onderzoeken we hoe we meer rechtszekerheid bij de STOP-procedure kunnen creëren, maar daarover zult u later meer vernemen.

 

24.03  Ben Segers (Vooruit): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord en voor het feit dat u de uitbreiding tot de buitenvervolgingstelling al hebt gerealiseerd.

 

Voor mij is het heel moeilijk om echt zicht op het fenomeen en de omvang ervan te krijgen. U zegt bijvoorbeeld dat de minnelijke schikking in de regel niet wordt toegepast, maar ik dacht dat er wel minnelijke schikkingen worden getroffen, ook in mensenhandel, maar dat heb ik misschien fout begrepen. Er werd trouwens een aantal situaties aangekaart in de commissie voor Mensenhandel. Misschien is dat heel uitzonderlijk. Het is heel moeilijk voor mij om hierop een duidelijk zicht te krijgen. Misschien kunt u dat intern nog verder nagaan?

 

Ik ben tot slot blij met uw engagement bij de opmaak van het nieuwe migratiewetboek.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

25 Vraag van Ben Segers aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De rol van de luchtvaartpolitie bij Dublin-transfers en repatriëringen" (55035612C)

25 Question de Ben Segers à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Le rôle de la police aéronautique en cas de transferts Dublin et de rapatriements" (55035612C)

 

25.01  Ben Segers (Vooruit): Eerder wees ik u in deze commissie op het gestegen aantal verzoeken aan andere EU-lidstaten voor Dublin-transfers. Dat gebeurde dankzij het uitstekende werk van de versterkte Dublin-cel. Dat werk mag echter niet voor niets zijn. We merkten dat het aantal effectieve transfers niet volgde, ondanks het feit dat EU-lidstaten de verzoeken wel degelijk ook in grotere mate aanvaardden. Dat betekende dat er ook (!) een ‘interne’ oorzaak moest zijn (boven op de gekende redenen die uiteraard in het algemeen de Dublin-transfers bemoeilijken en waar u vorige keer al naar verwezen heeft).

 

I.v.m. die interne (Belgische) reden verwees u naar de luchtvaartpolitie.

 

U zei: “De verzoeker kan weigeren mee te werken aan een overdracht, waardoor er een overdracht onder escorte georganiseerd moet worden, wat op korte termijn niet altijd mogelijk is vanwege de beperkte capaciteit bij de luchtvaartpolitie.”

 

Dat legde ik voor aan minister Verlinden. Zij stelde evenwel dat er "geen concrete casussen gevonden werden waarbij Dublintransfers niet konden plaatsvinden wegens een gebrek aan capaciteit, op basis van de informatie die we nu hebben".

 

Als er zich een probleem stelde bij de Dublin-transfers dan zal zich dat probleem ongetwijfeld ook hebben voorgedaan bij de repatriëringen ex-EU.

 

Vandaar mijn volgende vragen:

 

Hoeveel keer gebeurde het in het voorbije jaar dat een principieel door een andere EU-lidstaat toezegde Dublintransfer onder escorte niet plaats kon vinden door de te beperkte capaciteit bij de luchtvaartpolitie?

 

Hoeveel keer gebeurde het in het voorbije jaar dat een principieel door een land toegezegde gedwongen uitzetting niet plaats kon vinden door de te beperkte capaciteit bij de luchtvaartpolitie?

 

Hoe verklaart u dat minister Verlinden stelt dat er geen concrete casussen konden gevonden worden, terwijl u zelf tijdens de vorige commissievergadering de verklaring van de niet uitgevoerde Dublin-transfers nog mede bij de capaciteit van luchtvaartpolitie legde?

 

Kan u meteen ook de recente afspraken uit de migratiedeal i.v.m. escorteurs en luchtvaartpolitie uit de doeken doen? Hoe zal u ervoor zorgen dat een drama als met Semira Adamu voorkomen wordt?

 

25.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Segers, het aantal niet-uitgevoerde verwijderingen is beperkt. De termijn waarbinnen zij worden uitgevoerd, kan echter oplopen door het gebrek aan escorteurs. Hierdoor wordt de doorstroom in de centra sterk vertraagd.

 

Door de beperkte termijn voor de uitvoering van een Dublinovername krijgen opdrachten daartoe voorrang op andere escortes.

 

De luchtvaartpolitie blijft de escortes verrichten met de inzet van het aantal escorteurs dat door de risicoanalyse wordt aangetoond. Daar er bij de luchtvaartpolitie een tekort aan escorteurs is, werd gezocht naar alternatieven om, aanvullend op de verwijderingen die uitgevoerd worden door de politie, andere actoren in te zetten voor het uitvoeren van de verwijderingen. Daarom werd in het wetsontwerp inzake aanklampend terugkeerbeleid voorzien in de inzet van Frontex-escorteurs onder toezicht van een Belgische escort leader. De Frontex-escorteurs zijn agenten die opgeleid zijn voor de uitvoering van verwijderopdrachten.

 

Daarnaast voorzien wij ook in de inzet van begeleiders van de DVZ die een opleiding gevolgd hebben voor de uitvoering van escortes. Volgens hetzelfde principe als de Frontex-escorteurs zullen zij de opdracht uitvoeren onder begeleiding van een politieagent.

 

Mijnheer Segers, sinds het dramatische overlijden van Semira Adamu, waarnaar u verwees in uw vraag, werden heel wat maatregelen genomen om dergelijke drama’s te vermijden. Al de maatregelen blijven uiteraard van toepassing, ook in de toekomst. Ik verwijs hiervoor naar de verslagen van de commissie-Vermeersch en de commissie-Bossuyt, waarin die vermeld staan.

 

25.03  Ben Segers (Vooruit): Dank u, mevrouw de staatssecretaris, zeker voor uw engagement om een drama als dat van Semira Adamu te voorkomen. Daar was bij de collega’s wel wat onduidelijk over gerezen. Ik ben heel blij dat u elke onduidelijkheid meteen hebt weggenomen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

26 Vraag van Ben Segers aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Humanitaire visa voor Afghanen via Pakistan" (55035619C)

26 Question de Ben Segers à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Les visas humanitaires pour des Afghans via le Pakistan" (55035619C)

 

26.01  Ben Segers (Vooruit): Ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn vraag.

 

In de krant van West-Vlaanderen (3 maart 2023) meldt een man dat hij weet heeft van wantoestanden met humanitaire visa via Pakistan.

 

Hij zei daarover:

 

“Ik heb trouwens weet van gesjoemel met humanitaire visums in Pakistan. Ik weet dat er daar Afghanen zijn die duizend euro hebben betaald voor een visum naar België, maar uiteindelijk niets gekregen hebben. Hun geld zijn ze wel kwijt.”

 

“Ik heb verschillende getuigenissen. Ik heb ook een nonkel in Afghanistan die daar het slachtoffer van is. België laat echter toe dat visums uitgereikt worden via externe partners. Dat zijn dikwijls louche kantoren die het geld in hun zakken steken. Dat kan me echt kwaad maken. Dat is misbruik maken van de meest kwetsbare mensen, namelijk mensen op de vlucht voor oorlog. Ik ben alle bewijzen aan het verzamelen en zal dan ook verdere stappen ondernemen.”

 

Er doen dus verhalen de ronde dat dossiers voor humanitaire visa, ingediend vanuit België, vaak niet doorgestuurd worden door het VFS-kantoor naar de ambassade in Pakistan. Er wordt gesproken over “grote bedragen” (meer dan de tarieven), zonder dat er met de dossiers iets gedaan zou worden. Sommige aanvragers zouden al jaren wachten op uitsluitsel. Minister Lahbib antwoordde me al dat de problematiek van malafide tussenpersonen alle Westerse ambassades in Islamabad betreft.

 

Bent u op de hoogte van de mogelijke wantoestanden? Is er desgevallend een onderzoek lopende?

Wat zijn de afspraken tussen het VFS-kantoor, de ambassade of het consulaat in Pakistan en DVZ wat de humanitaire visa betreft?

Klopt het dat er dossiers zijn die vanuit het VFS-kantoor niet tot bij de ambassade of het consulaat geraken voor aanvragen die via DVZ al werden ingediend? Minister Lahbib antwoordde daarop: “Voorts is bij mijn diensten geen enkel geval bekend van dossiers die vanuit het VFS-kantoor niet tot bij de ambassade of het consulaat geraken.”. Heeft u andere info?

Hoelang duurt de gemiddelde behandeling van humanitaire visa voor Afghanen die via deze weg verlopen? Hoelang duurt daarbij specifiek de DVZ-behandeling gemiddeld?

Wat is het beleid ter zake in afspraak met DVZ? Als het lang duurt, wiens schuld is dat dan?

Hoe zal u ervoor zorgen dat de aanvragers binnen een redelijke termijn een antwoord krijgen?

Wat is de stand van zaken van de humanitaire visa voor Belgian Independant Global Human Rights Organization (BIGHRO), dat zelf wil instaan voor de opvang en begeleiding van de betrokkenen na hun aankomst in België.? Quid Moeders voor Vrede?

 

26.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: De Dienst Vreemdelingenzaken krijgt vaak anonieme brieven die zulke feiten aankaarten. Die brieven worden altijd doorgestuurd naar de FOD Buitenlandse Zaken voor informatie en ter controle door de plaatselijke diplomatieke of consulaire post. Ik heb dus ook geen andere informatie dan mevrouw Lahbib. Het is de FOD Buitenlandse Zaken, die de Visa Application Centres beheert en er ook toezicht op houdt.

 

De behandelingstermijn voor de humanitaire visa loopt jammer genoeg zeer sterk op, gezien de vele aanvragen en ook de weinige en moeilijk verifieerbare elementen in de dossiers, die dus meer tijd vragen van de dossierbehandelaars. Ook is er vaak advies van andere instanties vereist. Ik kan u geen gemiddelde behandelingstermijn geven, maar voor een normaal dossier bedraagt de termijn vandaag ongeveer 9 maanden. We moeten dus inspanningen leveren om die termijn in te korten.

 

De aanvragen voor een humanitair visum worden over het algemeen in orde van ontvangst behandeld, maar een zeer dringende situatie of een bepaalde kwetsbaarheid van de aanvrager kan leiden tot een prioritaire behandeling. Er werden al maatregelen genomen om de dienst die de aanvragen behandelt, te versterken. Zo is er sinds 15 september een extra medewerker en springen er op het moment ook twee medewerkers van de multifunctionele cel bij de dienst in.

 

26.03  Ben Segers (Vooruit): Een element is mij nog niet helemaal duidelijk. Volgens de informatie die ik kreeg, bleven de dossiers heel lang liggen bij de VFS-kantoren. Ik weet niet of dat waar is en of u daar zicht op hebt. Misschien weet u hoelang de dossiers bij DVZ liggen, waardoor de rest bij VFS moet zitten.

 

26.04 Staatssecretaris Nicole de Moor: We hebben die informatie doorgegeven aan Buitenlandse Zaken om dat te controleren, aangezien mijn collega bevoegd is voor de VFS-centers. De brieven die een en ander aankaarten, kloppen wel niet altijd met de realiteit.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: De resterende vragen op de agenda worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.45 uur.

La réunion publique de commission est levée à 17 h 45.