Commission des Affaires sociales, de l'Emploi et des Pensions

Commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen

 

du

 

Mercredi 22 mars 2023

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Woensdag 22 maart 2023

 

Voormiddag

 

______

 

Le développement des questions commence à 11 h 08. La réunion est présidée par Mme Marie-Colline Leroy.

De behandeling van de vragen vangt aan om 11.08 uur. De vergadering wordt voorgezeten door mevrouw Marie-Colline Leroy.

 

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

01 Actualiteitsdebat over de pensioenhervorming en toegevoegde vragen van

- Ellen Samyn aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "De stand van zaken met betrekking tot de pensioenhervorming" (55034424C)

- Wim Van der Donckt aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "Het rapport van de gemengde subcommissie ad hoc Pensioenen" (55034969C)

- Ellen Samyn aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "De harmonisering van de statuten" (55035013C)

- Ellen Samyn aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "De pensioenplannen" (55035014C)

- Wim Van der Donckt aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "Het advies van de sociale partners over de pensioenhervorming" (55035051C)

- Gaby Colebunders aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "De pensioenhervorming" (55035082C)

- Catherine Fonck aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "Het advies van de NAR en van de CRB over de pensioenhervorming" (55035071C)

- Anja Vanrobaeys aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "Het rapport van de NAR en de CRB over de pensioenhervorming" (55035211C)

- François De Smet aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "Het advies van de sociale partners met betrekking tot de pensioenhervorming" (55035294C)

- Jean-Marc Delizée aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "De pensioenhervorming" (55035388C)

- Valerie Van Peel aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "De pensioenhervorming en het advies van de sociale partners" (55035394C)

- Nadia Moscufo aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "De pensioenhervorming" (55035397C)

- Marie-Colline Leroy aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "Het advies van de sociale partners inzake de pensioenhervorming" (55035408C)

01 Débat d’actualité sur la réforme des pensions et questions jointes de

- Ellen Samyn à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "L'état d'avancement de la réforme des pensions" (55034424C)

- Wim Van der Donckt à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "Le rapport de la sous-commission mixte ad hoc Pensions" (55034969C)

- Ellen Samyn à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "L'harmonisation des statuts" (55035013C)

- Ellen Samyn à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "Les propositions en matière de pensions" (55035014C)

- Wim Van der Donckt à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "L'avis des partenaires sociaux sur la réforme des pensions" (55035051C)

- Gaby Colebunders à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "La réforme des pensions" (55035082C)

- Catherine Fonck à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "L'avis du CCE et du CNT sur la réforme des pensions" (55035071C)

- Anja Vanrobaeys à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "Le rapport du CNT et du CEE sur la réforme des pensions" (55035211C)

- François De Smet à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "L’avis des interlocuteurs sociaux sur la réforme des pensions" (55035294C)

- Jean-Marc Delizée à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "La réforme des pensions" (55035388C)

- Valerie Van Peel à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "La réforme des pensions et l'avis des partenaires sociaux" (55035394C)

- Nadia Moscufo à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "La réforme des pensions" (55035397C)

- Marie-Colline Leroy à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "L'avis des partenaires sociaux sur la réforme des pensions" (55035408C)

 

La présidente: Je vous signale que Mme la ministre devra nous quitter à 12 h 30.

 

Je vous rappelle aussi que vous pouvez renvoyer à la version écrite de vos questions si vous souhaitez gagner du temps.

 

01.01  Ellen Samyn (VB): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, om de pensioenen in de toekomst betaalbaar te maken én om aanspraak te kunnen maken op 847 miljoen euro aan Europees relancegeld, werkt de federale regering aan een pensioenhervorming. Minister Lalieux lanceerde hieromtrent recent een voorstel, dat snel werd gevolgd door een tegenvoorstel van regeringspartner MR.

 

Nadat de eerdere deadline van midden januari niet werd gehaald, wil men nu eind februari tot een pensioenakkoord komen.

 

Wat is de stand van zaken inmiddels? Zal de deadline van eind februari nu wel worden gehaald?

 

Welk voorstel zal nu uiteindelijk op de regeringstafel worden gelegd?

 

In het regeerakkoord wordt vermeld dat de regering inspanningen zal leveren om de verschillende regelingen voor werknemers, zelfstandigen en ambtenaren op elkaar af te stemmen. In uw voorstel komt dit (voorlopig?) nergens aan bod.

 

In het Laatste Nieuws verscheen recent een artikel over een ondernemend koppel van 67 jaar, waarvan de man 53 jaar en de vrouw 49 jaar gewerkt heeft. Door een administratieve dwaling van 25 jaar geleden, krijgen zij een zeer laag pensioen. Hun gezamenlijk pensioen bedraagt 935 euro. Zij blijven dus noodgedwongen verder werken, ondanks het feit dat ze de wettelijke pensioenleeftijd reeds twee jaar overschreden hebben.

 

Uit cijfers van het Planbureau blijkt dat werknemers in de privésector gemiddeld een derde van hun pensioenrechten opbouwt terwijl ze niet werken. Hoe valt dit te rechtvaardigen ten aanzien van zelfstandigen die maar een gezamenlijk pensioen hebben van 935 euro?

 

Welke voorstellen zal u nemen om de statuten dichter naar mekaar toe te laten groeien?

 

In het regeerakkoord wordt vermeld dat deze regering maatregelen zal nemen om een werkzaamheidsgraad van 80 % te bereiken. In uw - inmiddels al derde - pensioenhervormingsvoorstel wil u personen vanaf 60 jaar, na een loopbaan van 42 jaar, op vervroegd pensioen laten gaan.

 

Welke studies of voorbeelden uit het buitenland tonen aan dat een versoepeling van het vervroegd pensioen bijdraagt aan een hogere werkzaamheidsgraad?

 

De Groep van Tien buigt zich momenteel over soepel brugpensioen en landingsbanen. Heeft u reeds met hen overlegd? Zo ja, graag een toelichting van het overleg? Zal u in dit kader verdere initiatieven nemen?

 

01.02  Catherine Fonck (Les Engagés): J'emboîte le pas et renvoie également à ma question écrite. Cela pourrait-il nous laisser plus de temps pour la réplique, madame la présidente?

 

La présidente: Vous savez que j'accorde toujours beaucoup d'attention au fait que vous puissiez développer vos arguments, nous en avons encore fait l'expérience hier en commission.

 

01.03  Catherine Fonck (Les Engagés): Madame la ministre des Pensions, le Conseil national du travail et le Conseil central de l'économie ont adopté mercredi un avis sur la manière dont le régime des pensions devrait être réformé.

 

Cet avis qui concerne la soutenabilité financière et sociale des pensions, le deuxième pilier et la dimension familiale des retraites a été élaboré à la demande de votre gouvernement.

 

Ils soulignent qu'une réforme du système des pensions doit tenir compte des évolutions de la société et du monde du travail, telles qu'une population vieillissante et une participation accrue des femmes au marché du travail avec, en contrepied, des inégalités de genre ayant un impact sur leurs droits à la pension.

 

Concernant le deuxième pilier, les partenaires sociaux se positionnent en faveur de l'harmonisation entre ouvriers et employés, et insistent pour que celle-ci ait lieu avant toute généralisation obligatoire.

 

Par ailleurs, les Conseils s'interrogent sur "la pertinence du maintien ou de l'adaptation" des droits dérivés, tels que la pension de conjoint divorcé ou séparé, qui ne reflètent pas les nouvelles formes d'organisation de la famille, à leurs yeux, alors qu'à quelques exceptions près, seul le mariage ouvre des droits dérivés.

 

Les Conseils proposent de réfléchir à une individualisation des droits de pension.

 

Un conseil des ministres restreint (kern) dédié aux pensions se tiendra demain/vendredi, a indiqué le cabinet du Premier ministre Alexander De Croo, dans la foulée de la publication de l'avis des CNT et CCE.

 

Quelles sont vos conclusions par rapport à ces avis ? Quelles sont les conclusions du Kern?

Comment les analysez-vous en regard à votre réforme des pensions?

 

Il semble exister deux notes au sein de la Vivaldi par rapport à la réforme des pensions. Une du premier ministre et la vôtre.

Est-ce votre version de la réforme des pensions qui a été présentée la semaine passée à la Commission européenne?

Pouvez-vous nous indiquer quelles réformes leur ont été présentées ainsi que leurs budgétisations? 

Quel est votre timing pour l'aboutissement d'un accord sur la réforme des pensions?

Quelle est la date limite pour ne pas perdre les subventions européennes?

 

01.04  Anja Vanrobaeys (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, ik verwijs ook naar mijn schriftelijk ingediende vraag.

 

Mevrouw de minister, in de zomer van 2022 heeft u aan de sociale partners advies gevraagd over drie pensioenthema's, nl. de sociale en financiële houdbaarheid van het stelsel, de veralgemening van de tweede pensioenpijler en de gezinsdimensie. In antwoord hierop hebben de NAR en de CRB op 9 maart een rapport uitgebracht waaraan zij een aantal aanbevelingen hebben gekoppeld. Zo bevelen ze onder meer met het oog op de sociale en financiële houdbaarheid aan dat allerlei gunstregimes - of het nu gaat om beroepsgroepen, arbeidsvormen of alternatieve vormen van verloning – zouden worden bijgestuurd of zelfs geschrapt. Daarnaast adviseren ze de regering dat bij toekomstige pensioenhervormingen meer zou rekening gehouden worden met nieuwe ontwikkelingen, zoals de oververtegenwoordiging van vrouwen in deeltijdwerk. Over de tweede pijler wijzen ze erop dat dit vooral een zaak is van het sociaal overleg waarvoor ze een harmoniseringstraject hebben vastgelegd. Een laatste advies gaat over de zogenaamde 'gezinsdimensie' in het pensioensysteem. De bestaande systemen houden volgens de sociale partners onvoldoende rekening met nieuwe gezinsvormen, aangezien het huwelijk vandaag zowat de enige samenlevingsvorm die afgeleide pensioenrechten opent. De sociale partners tonen zich ook geen voorstander van een 'pensioensplit', omdat dit zou kunnen leiden tot een verarming.

 

Mijn vragen:

 

Heeft u ondertussen kennis genomen van het rapport en de aanbevelingen van de sociale partners? Wat is uw reactie?

Zal er met hun aanbevelingen rekening worden gehouden tijdens verdere pensioenhervormingen? Hoe gaan de werkzaamheden verder?

 

La présidente: M. De Smet étant absent, sa question est sans objet.

 

01.05  Jean-Marc Delizée (PS): Madame la présidente, madame la ministre, il ne m’est pas possible de me référer à la question écrite, parce qu’elle était extrêmement sommaire. Je vais devoir la développer un peu sinon je n’aurai vraiment rien dans le débat.

 

Je pense que le contexte montre bien que ceci n’est pas le premier débat d’actualité sur le sujet, mais le ixième. Le sujet est toujours là. Mais il y a quand même des éléments nouveaux sur lesquels les collègues et moi-même souhaitons entendre Mme la ministre.

 

Le Conseil National du Travail et le Conseil Central de l’Économie ont rendu, le 8 mars dernier, leur avis à la fois sur la soutenabilité financière et sociale des pensions, sur le deuxième pilier et sur la dimension familiale. Ils soulignent différents éléments importants, notamment en ce qui concerne la dimension du genre et la dimension familiale.

 

Madame la ministre, je veux retenir aussi de cet avis qu’il y a un chapitre important sur l’individualisation des droits, qui doit accompagner l’amélioration de la participation des femmes au marché du travail. C'est une analyse que mon groupe et moi-même partageons, et qui rejoint pleinement notre résolution, qui a été adoptée en séance plénière la semaine dernière, pour solliciter l’évaluation budgétaire de la Cour des comptes et la suppression du taux cohabitant, y compris dans le domaine des pensions.

 

Madame la ministre, quelle analyse faites-vous de cet avis, au regard des mesures que vous avez mises sur la table du gouvernement, notamment en ce qui concerne les femmes?

 

Les négociations sont toujours en cours sur vos propositions de réforme. Comme dans les autres débats d’actualité, je vais me permettre de vous demander: où en est-on? Quel est l’état des lieux? Wat is de stand van zaken? Quel est le calendrier? On ne peut que poser cette question.

 

Troisième et dernier point: l’accord du Groupe des Dix pour l’accord interprofessionnel est aussi un élément nouveau. Pensez-vous qu’il aura un impact sur la réforme à venir? Le cas échéant, comment? Pourrait-il, ou non, entraver l’approbation de ladite réforme? 

 

Madame la présidente, comme ce n’était pas écrit, je ne pouvais pas m’y référer. Je vous remercie.

 

La présidente: Mevrouw Van Peel étant partie, sa question est sans objet. Si jamais elle revenait, nous pourrons lui donner la parole.

 

01.06  Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Madame la ministre, des éléments nouveaux, comme le disait mon collègue, sont intervenus. On sait notamment que vous avez discuté de cette réforme en kern. Dans cette perspective, nous avons pu lire dans la presse que des ajustements seraient apportés à votre dernière note et que les partenaires sociaux ont donné leur avis sur la viabilité financière de la réforme en ce qui concerne le deuxième pilier et la dimension familiale des pensions.

 

Nous avons quelques questions à ce sujet. Au sein du kern, avez-vous discuté des avis des interlocuteurs sociaux? Si oui, ces avis auront-ils un impact sur la réforme? Pouvez-vous nous expliquer quelle réforme a été soumise à la Commission européenne la semaine dernière en termes de mesures concrètes, au-delà de votre position en tant que membre du Parti socialiste? Quel est le timing que vous allez mettre en œuvre pour la réforme? Je vous remercie.

 

01.07  Marie-Colline Leroy (Ecolo-Groen): Madame la ministre, suite à la demande d’avis que vous avez formulée en juin 2022, celui-ci a été publié par le Conseil national du Travail (CNT) le 8 mars 2023.

 

Pour rappel, les partenaires sociaux ont été invités à se prononcer sur trois thèmes :

 

- la soutenabilité sociale et financière du système de pension,

- la généralisation du deuxième pilier de pension,

- la modernisation de la dimension familiale du système. 

 

Le régime de pension comporte un certain nombre de droits dérivés tels que la pension de conjoint divorcé, la pension de survie et la pension au taux de ménage.

Les Conseils soulignent également l’importance de mieux informer la population sur leurs droits de pension en fonction de leur forme de cohabitation.

 

Que prévoyez-vous pour améliorer davantage l’accès à l’information?

 

En ce qui concerne la dimension familiale, les partenaires sociaux soulignent que la réforme ne tient pas suffisamment compte de l'organisation moderne de la famille.

En effet, ils estiment qu’une évolution progressive vers l'individualisation des droits à la pension doit émerger avec une période de transition suffisamment longue.

 

Cette évolution devrait tenir compte de la dimension de genre, de l'évolution des carrières et de la possibilité de prévoir une couverture décès.

Ainsi, les partenaires sociaux précisent "souhaiter une réforme, notamment sur le statut des cohabitants et la préservation de la pension de survie".

 

Madame la ministre, vous avez, à de nombreuses reprises, exprimé votre préoccupation quant aux injustices prégnantes de ce statut de cohabitant et votre volonté d’y travailler.

 

Quelles pistes prévoyez-vous pour mettre fin à ce système inéquitable (pour les femmes surtout)?

 

Par ailleurs, « la problématique de la répartition des droits de pension doit être résolue » selon les partenaires sociaux, mais ils estiment que le splitting de pension n’est pas une réponse adéquate. Selon eux, sa portée est trop générale, le système est trop complexe et "l’introduction d’une répartition des droits de pensions (…) risque d’entraîner des effets non voulus, voire d’accroître l’appauvrissement des pensionnés"

 

Quelle est votre position sur cette question complexe ?

Enfin, comment envisagez-vous de traduire en mesures concrètes les retours des partenaires sociaux, quant aux trois thèmes sur lesquels il leur avait été demandé de se prononcer ?

 

Je vous remercie

 

01.08  Nahima Lanjri (cd&v): Mevrouw de minister ik wil hier graag bij aansluiten.

 

We hebben in de media al verschillende pensioenvoorstellen zien passeren. Volgens u zouden die op lange termijn een besparing van 0,4 of 0,5 % opbrengen. Tegelijkertijd horen we van andere regeringsbronnen dat de Europese Commissie hier veel verder in wil gaan. In de media konden we zelfs lezen dat de Europese ambtenaren perplex stonden na het overleg met de staatssecretaris voor Relance, de heer Dermine. De Europese Commissie had eerder al voorgerekend dat alle federale pensioenmaatregelen samen een stijging met 1,2 % zouden betekenen, terwijl er vanuit Europa een duidelijk signaal is gekomen dat er gewerkt moest worden aan de financiële duurzaamheid van ons pensioenstelsel. Zij koppelen de broodnodige relancesteun, een schijf van 850 miljoen euro, dan ook aan die hervorming. Het is dus essentieel dat die hervorming gebeurt en niet alleen omdat we dat relancegeld nodig hebben. We moeten het ook voor onszelf doen. We zijn dat verplicht aan de mensen die nu of binnenkort met pensioen gaan, maar evengoed aan de volgende generaties. We moeten dus zorgen voor de betaalbaarheid van de pensioenen.

 

U verwees in een interview op RTL Info naar een hogere werkzaamheidsgraad om de pensioenplannen te betalen. Daar gaat cd&v mee akkoord, maar in de voorstellen die u voorlegt, zien we geen concrete maatregelen om de werkzaamheidsgraad voldoende te verhogen om de kosten te kunnen opvangen. De pensioenbonus alleen zal niet volstaan. We moeten het pensioensysteem grondig herbekijken, opdat iedereen niet alleen een deftig pensioen krijgt, maar werken ook sterker beloond wordt. Ik heb al verwezen naar de resolutie van cd&v met daarin verschillende voorstellen.

 

Welke maatregelen zult u nu voorleggen? Wanneer na de paasvakantie komt dit dossier precies op de regeringstafel?

 

Hoe zit het met de onderhandelingen met de Europese Commissie? Wat is de rol van de sociale partners nog in het verdere verloop van dit pensioendebat? Zijn er ook objectieve budgettaire maatstaven omtrent de pensioenhervorming die de Commissie zal hanteren in verband met het relancegeld?

 

01.09  Karine Lalieux, ministre: Chers collègues, je comprends que la réforme des pensions suscite de nombreuses questions. C'est un élément clé, comme certains l'ont répété, de l'accord de gouvernement et de ma déclaration de politique générale. Le plan de relance prévoit également un jalon à cet égard, en consultation avec la Commission européenne, j'y reviendrai.

 

Il est donc très important pour moi de poursuivre les discussions avec les partenaires du gouvernement, avec la volonté d'aboutir rapidement. En tout cas, j'ai fait mon travail. Des propositions sont sur la table depuis le mois de novembre. Elles ont évolué et des mesures ont été élaborées et discutées sur la base de propositions concrètes, avec des évaluations budgétaires, l'évaluation de l'impact sur la population et des calculs réalisés par centre d'expertise. C'est toujours cette proposition qui est discutée aujourd'hui.

 

J'ai également soumis ces propositions au Conseil des ministres restreint du 10 mars. Des discussions sont poursuivies au sein de divers groupes de travail et l'ont été lors du kern de la semaine dernière. C'est le premier ministre et non la ministre des Pensions qui fixe l'ordre du jour et le rythme des discussions. Actuellement, le Conseil des ministres restreint se concentre sur le contrôle budgétaire jusqu'aux vacances de Pâques. La réforme des pensions n'est pas à l'ordre du jour cette semaine. Je répète depuis toujours que les pensions ne sont pas et ne seront pas une variable budgétaire.

 

Dames Samyn, Fonck en Moscufo, ik kan jullie geruststellen, de Europese Commissie is op de hoogte van die werkzaamheden en laat de regering de ruimte om tot een akkoord te komen. Ik herhaal hier nogmaals dat de Europese Commissie geen budgettaire doelstelling voor de pensioenhervorming heeft geformuleerd. Bovendien is er op dit moment helemaal geen sprake van schorsing of verlaging van het Europese relancegeld.

 

Aucune proposition n'a aujourd'hui été soumise au niveau européen puisqu'il n'y a pas de décision au niveau du Conseil des ministres.

 

Zoals de heer Van der Donckt, mevrouw Vanrobaeys, de heer De Smet en mevrouw Leroy hebben aangehaald, hebben we ondertussen een advies van de sociale partners ontvangen. Dat advies bevestigt enkele zaken die ik al meermaals in dit Parlement heb uiteengezet en die ook zijn opgenomen in de maatregelen die de regering voorbereidt.

 

Par exemple, il est important de ne pas séparer la soutenabilité financière de la soutenabilité sociale et de renforcer les deux. Les partenaires sociaux affirment littéralement que "le renforcement du financement du système des pensions doit aller de pair avec la construction d'un système des pensions plus juste et plus équitable". En outre, ils confirment que la soutenabilité financière des pensions ne peut pas être séparée de la soutenabilité des finances publiques dans leur ensemble.

 

Zoals ik altijd heb aangegeven, is de financiële houdbaarheid een collectieve uitdaging. Iedereen moet bereid zijn om een eerlijke bijdrage te leveren. Ik ben dan ook blij in het advies te lezen dat de sociale partners het belang van de duurzame financiering van de sociale zekerheid benadrukken. Voor die financiering zijn en blijven de sociale bijdragen de belangrijkste bron. In dat kader wijzen de sociale partners ook op de kosten van de vele extralegale loonvoordelen.

 

Zoals aangehaald door de heer De Smet, wordt er door de sociale partners ook gewezen op de verschillen in gezonde levensverwachting tussen socio-economische groepen. Daarmee werd in het verleden veel te weinig rekening gehouden.

 

Avec ma proposition d’une condition de carrière uniforme à 42 ans pour l’accès à la pension anticipée à partir de 60 ans, je souhaite aborder cette question. Il est inexplicable que des personnes peu qualifiées ayant commencé à travailler tôt, souvent dans des métiers des secteurs les plus difficiles, doivent travailler plus longtemps que des personnes plus qualifiées pour avoir droit à leur pension et, en plus, jouir moins longtemps de leur retraite en bonne santé.

 

Voorts engageren de sociale partners zich om de democratisering van de tweede pensioenpijler verder te onderzoeken. Ze wensen eerst een harmoniseringstraject af te werken en vragen stabiliteit en voorspelbaarheid om het vertrouwen te herstellen.

 

L'accord interprofessionnel a également réaffirmé le standing fiscal et parafiscal dans le deuxième pilier jusqu'en 2028. Toutefois, cela n'empêche pas mes propositions de renforcer la solidarité. Comme pour toutes les mesures relatives aux pensions, l'impact ne se matérialiserait qu'après un certain temps. Je n'ai jamais eu l'intention de toucher aux droits acquis, je l'ai dit et répété. En outre, j'approuve l'importance d'assurer une prévisibilité suffisante mais aussi celle d'assurer une solidarité entre les hautes et les basses pensions.

 

Troisièmement, les partenaires sociaux approuvent également la nécessité de moderniser la dimension familiale des pensions – Mme Leroy le souligne à juste titre dans sa question. Les différents droits dérivés en matière de pensions – comme M. Delizée l'a dit – doivent être réformés et adaptés d'urgence aux évolutions sociales et aux nouvelles formes de cohabitation. Dans ce contexte, les partenaires sociaux préconisent une plus grande individualisation des droits à la pension.

 

Quant à un éventuel splitting des pensions, les partenaires sociaux ne pensent pas que ce soit une bonne mesure.

 

We mogen niet vergeten dat die afgeleide rechten voornamelijk door vrouwen worden gebruikt en dat met name het overlevingspensioen de pensioengendergap significant helpt reduceren. Het is voor mij dan ook belangrijk dat eventuele hervormingen op dat vlak niet ten koste gaan van het pensioen van vrouwen en dat er compenserende maatregelen worden genomen om te vermijden dat vrouwen met een beperkte loopbaan hun rechten verliezen. Ik ben dan ook blij te lezen dat de sociale partners oproepen om de middelen die via een hervorming van de gezinsdimensie bespaard zouden worden opnieuw te investeren in de eerste pensioenpijler.

 

Het verminderen van de pensioengendergap blijft voor mij de uitdaging. Het rapport en het advies van de sociale partners bieden dus heel wat interessante elementen. Met het advies en het rapport van de sociale partners zijn nu alle elementen aanwezig om tot een akkoord te komen.

 

J'espère que tous les membres du gouvernement partagent cette volonté d'atterrir.

 

01.10  Ellen Samyn (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw omstandige antwoord.

 

Er is dan toch iemand, die positief blijft over de pensioenhervorming. Ik deel die mening evenwel absoluut niet. Het pensioendossier blijft voor Vivaldi het zorgenkind bij uitstek. Wij zijn tweeëneenhalf jaar later en veel meer dan wat kruimelwetgeving hier en daar hebben wij van de regering nog niet mogen zien in dit dossier. Uw plan van juli 2022 zet de regering nog maar eens in overleg- en bestudeermodus. Laten wij echter eerlijk zijn. Na bijna drie jaar is de regering er nog altijd niet in geslaagd te zorgen voor iets wat nog maar in de buurt komt van een hervorming.

 

U stelt dat de Europese Commissie geen budgettaire eisen stelt. Dat is bizar, want er kwam vooral kritiek op uw nieuw voorstel. U wilt onder andere de toegang tot het vervroegd pensioen versoepelen. Dat zal echter ook de kosten doen toenemen. Dat was ook de kritiek van de Europese Commissie.

 

Ik vrees dus nog altijd dat wij 847 miljoen euro kunnen mislopen. Dat betekent dat wij honderden miljoenen euro’s kunnen verliezen, die wij eigenlijk broodnodig hebben, zeker voor onze mensen. Het stutten van de krakkemikkige Belgische begroting lijkt verder weg dan ooit en op een van de weinige besparingsmaatregelen uit uw voorstel, namelijk de extra belasting op de tweede pensioenpijler, blijf ik kritiek hebben, omdat die vooral de Vlamingen treft.

 

Nog een blijvende zorg is de weigering van de regering om de pensioenhervorming tot onderdeel van de begrotingscontrole te maken. Dat betekent mogelijks extra belastingen.

 

Mevrouw de minister, u zult allicht ook hebben gelezen dat volgens een recent onderzoek van Argenta, bank en verzekeraar, een derde van de mensen zich onzeker voelt over haar of zijn pensioen. Het is hoog tijd dat de regering haar werk doet en maatregelen neemt om de pensioenen, ook op lange termijn, betaalbaar te houden en de koopkracht van de gepensioneerden gegarandeerd te vrijwaren. Het is eigenlijk vijf over twaalf voor een grondige pensioenhervorming met een hoger minimumpensioen voor werknemers en zelfstandigen.

 

01.11  Catherine Fonck (Les Engagés): Madame la ministre, en fait quand je vous entends de manière répétée sur les pensions, j'ai l'impression qu'il y a une forme de déni d'une réalité. Il y a une volonté de présenter les choses pour faire peur, plutôt qu'une attitude volontariste qui se projette dans l'avenir. Quand vous nous dites qu'il ne s'agit pas de faire des pensions une variable budgétaire, il ne s'agit évidemment pas d'en faire une variable budgétaire. Il s'agit en fait de sécuriser les pensions avec plus d'équité. Je pense notamment à l'individualisation des droits. Il est d'ailleurs bien dommage que le gouvernement n'ait rien mis dans son accord de gouvernement à ce sujet. Cela fait pourtant longtemps que l'on parle de cela.

 

Il s'agit de créer plus d'équité entre les statuts et en tenant compte de l'espérance de vie. Il s'agit d'avoir plus d'équité, plus de transparence, mais aussi de sécuriser les pensions sur le long terme en tenant compte de la solidarité intergénérationnelle.

 

Rien que sous cette législature, le budget des pensions est passé de 52 milliards - de mémoire - à 67 milliards. C'est un fait qui s'impose à vous et qui doit amener le gouvernement et l'ensemble des partis de cette majorité à prendre des mesures qui ne touchent pas seulement les pensions mais aussi l'emploi, avec une réforme bien plus audacieuse, pour sécuriser les pensions et permettre de nouvelles avancées sur le court, le moyen et le long terme.

 

Ce que j'attends de vous, c'est autre chose et je pense que les citoyens attendent la même chose, y compris les jeunes qui, demain, vont, pendant des années, payer les pensions de ceux qui en auront atteint l'âge.

 

Il n'y a rien sur l'emploi dans votre réponse, et pas grand-chose sur une volonté forte du gouvernement de réformer l'emploi, parce que tout est lié. J'entends qu'au niveau du timing, on laisse les choses aller. Je rappelle quand même que, pour la première tranche du plan de relance, la première date d'examen était fin février.

 

Le gouvernement a été renvoyé en deuxième session - c'était pour fin mars. Manifestement, il sera renvoyé en troisième session, puisque pour la fin mars, il n'y aura toujours pas d'accord en la matière. Mais ne pas disposer de la première tranche du plan de relance, c'est encore et toujours au détriment des citoyens et des entreprises.

 

À ce stade, "les convoyeurs attendent". In fine, nous n'avons aucune garantie pour que ce gouvernement prenne enfin, à la mesure de la réalité des faits, des mesures fortes en matière de pension et d'emploi.

 

01.12  Anja Vanrobaeys (Vooruit): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord. Ik ben het met u eens dat het debat niet tot cijfers herleid mag worden. Het gaat erover hoe wij als samenleving omgaan met senioren en hoe wij hun een waardige oude dag garanderen. De overheid moet inderdaad zekerheid bieden. Dat heeft natuurlijk te maken met financiële middelen, maar ik denk dat het in de eerste plaats om mensen gaat.

 

Het vraagt uiteraard verdere hervormingen om pensioenen rechtvaardiger te maken. Ik hoor hier eens te meer opwerpen dat het over kruimelwetgeving gaat, maar ik herinner eraan dat het wel over onder andere 2 miljard voor hogere pensioenen, een minimumpensioen van 1.500 euro, een pensioenplafond, een correctiecoëfficiënt en een pensioen voor jonge weduwen, onthaalouders en meewerkende echtgenoten gaat. Er zijn dus heel wat stappen vooruit gezet.

 

Overigens herinner ik eraan dat de Nationale Arbeidsraad in zijn rapport een aantal interessante vaststellingen doet in het licht van een hervorming naar rechtvaardige pensioenen en daar boeiende pistes aan vastknoopt. De NAR heeft het onder andere over de levensverwachting in goede gezondheid. Natuurlijk moet in het pensioen weerspiegeld worden dat werken loont. Dat neemt niet weg dat het recht op pensioen onzes inziens wel mag worden geopend voor wie een 42-jarige loopbaan op zijn conto kan schrijven en daar scharen de sociale partners zich ook unaniem achter.

 

Voorts gaat het over deeltijds werk en de individualisering van rechten.

 

Voor ons had nog wat meer solidariteit gevraagd mogen worden van de hoogste pensioenen en hoopten we op meer in verband met de aanvullende pensioenen. De sociale partners vragen daarvoor een standstill. Ik verwijs daaromtrent nog eens naar het rapport van het Rekenhof dat heel wat ongelijkheid in de aanvullende pensioenen vaststelt en hopelijk zullen de sociale partners die ongelijkheden in een harmoniseringstraject verder kunnen wegwerken.

 

Mevrouw de minister, ik hoop dat u al die elementen meeneemt in uw hervorming, die u na Pasen zult voorstellen, alsook in hervormingen op langere termijn. Alleszins moet de doelstelling zijn om rechtvaardigere pensioenen en een waardige oude dag voor iedereen te garanderen.

 

01.13  Jean-Marc Delizée (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses. Nous allons les verser dans le contenu de ce débat. J’ai quelques points à soulever. D’abord, sur l’Union européenne, nous vous suivons dans vos propos qui sont justes et rassurants. Je pense que le politique ne doit pas se cacher derrière des intentions européennes plus supposées que réelles, que nous ne devons pas pratiquer le football panique parce qu’il y aurait d’éventuelles exigences ni tomber dans le piège d’une certaine instrumentalisation des instances européennes pour aller dans une certaine voie.

 

Ensuite, la soutenabilité financière est importante. C’est une notion essentielle, comme vous l’avez rappelé ainsi que les partenaires sociaux. Je voudrais rappeler qu’il ressortait des débats précédents que l’équilibre financier était garanti, avec un petit correctif, à terme de 2040. Il est effectivement garanti. Bien sûr, le groupe socialiste est attentif à des éléments tels que l’indexation automatique des pensions et la poursuite du relèvement progressif des pensions minimales. J’espère que Mme Fonck poursuit les mêmes objectifs que nous.

 

Madame la ministre, nous soutenons évidemment vos propositions, en particulier s'agissant de la dimension de genre et la solidarité plus forte qui doit exister entre les hautes et les basses pensions. Nous attendrons la suite de ce débat en espérant, comme vous, qu’il y aura une volonté d’aboutir de l’ensemble des partenaires du gouvernement.

 

01.14  Valerie Van Peel (N-VA): Mijn excuses, mevrouw de minister, ik was er even niet. Ik heb vooral onze medewerker gehoord en ik wil namens onze fractie toch een aantal zaken inbrengen.

 

Ik heb begrepen dat u hebt gezegd dat Europa geen doelstellingen had bepaald. De Europese onthutsing lijkt dan ook vreemd, maar toch weer niet zo vreemd, want u hebt die doelstellingen zelf naar voren geschoven door te beloven dat de pensioenhervorming aan een aantal zaken zou voldoen. Een van die zaken was de verbetering van de financiële houdbaarheid van het systeem. Vandaag stelt u echter geen verbetering voor, maar wel een extra last want door het beleid werd 1,2 % van het bbp meer uitgegeven. Dan is het wel te begrijpen dat Europa onthutst is. De doelstelling die zogezegd van Europa moest komen, hebt u zelf aan Europa beloofd. Dan kunnen zij ook zeggen dat u die belofte niet waarmaakt.

 

U zegt altijd dat pensioenen geen kwestie van geld is, of dat het dat althans niet uitsluitend mag zijn. Ik begrijp uw redenering, maar het blijft wel een van de grootste begrotingsuitdagingen, niet alleen voor vandaag, maar ook voor de komende decennia. Ik denk dat u daar toch iets te snel door de bocht gaat.

 

Ik begrijp voorts ook dat de sociale partners zich alleen over de eerder gemakkelijke zaken hebben uitgesproken. Het is meestal niet moeilijk om een akkoord te sluiten om geld uit te geven. Mijn vraag was vooral of ze zich over de rest hebben uitgesproken. Hebben ze zich al dan niet verdeeld uitgesproken over de andere zaken? Of hebben ze geen uitspraken gedaan? Wat is daar eigenlijk de stand van zaken?

 

01.15  Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Madame la ministre, je reste un peu sur ma faim parce qu’une de mes questions très précise sur la nature des mesures concrètes n’a pas reçu de réponse. Vous répétez votre avis comme ministre membre de votre parti. Vous dites avoir fait votre travail et espérer un aboutissement rapide. Rapidement ne signifie pas grand-chose! On vous entend souvent dire que pour vous, les pensions ne seront pas une variable budgétaire mais c’est en fait exactement l’exercice que vous tentez de réaliser avec beaucoup de difficultés. Quelque part, il y a un aspect où je vous comprends parce que vous êtes face à une droite qui en veut beaucoup plus encore. Dès lors, c’est mieux de le dire clairement parce qu’on ne sait toujours pas si les économies seront de l'ordre de 2 ou de 6 milliards. Cela modifie quand même la donne parce que vous n’avez pas non plus précisé si finalement vous allez, oui ou non, plier sur les conditions d’emploi effectif pour obtenir une retraite anticipée. Vous n’avez pas dit si vous alliez plier sur la suppression de la péréquation des pensions des fonctionnaires.

 

En ce qui concerne les femmes, vos intentions sont bonnes mais quelle est la réalité concrète? Vous parlez de ces fameuses femmes qui ont commencé à 18 ans, qui ont 42 ans de carrière et qui pourront partir à 60 ans. Je m’en réjouis parce que je fais partie de celles-là mais allez-vous tenir sur ce point? En même temps, cette situation n'est pas majoritaire. Dans mon parcours de vie, j’ai eu la chance de ne pas avoir dû arrêter de travailler pour élever mes enfants parce que je vivais dans une commune où il y avait une crèche et où j’étais bien entourée. Pour toutes les autres femmes, la moitié n’atteint pas une carrière de 42 ans.

 

Se pose aussi la question de l’individualisation des droits. Je rejoins ma collègue, vous n’en avez pas dit un mot. Vous mettez toujours en avant cette histoire des femmes de 60 ans qui doivent travailler mais parmi les 500 000 travailleuses malades de longue durée, la majeure partie a plus de 55 ans. Vous ne dites rien non plus pour celles-là.

 

On va donc peut-être encore revenir avec les mêmes questions parce que nous n’avons pas les réponses que nous attendons pour garantir la situation sociale de nos concitoyens.

 

01.16  Marie-Colline Leroy (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous ai bien entendue sur la question de l'agenda. Effectivement, il va falloir passer à travers un jour ou l'autre. Vous êtes prête, visiblement et je vous l'ai souvent entendu dire.

 

Je m'adresse davantage au premier ministre! Vous transmettrez. Il serait bien, maintenant, de se mettre autour d'une table, d'oser le débat, d'affirmer ses positions et de savoir de quel côté l'on se place: celui du changement pour plus d'équité, une reconnaissance du nouveau monde possible, celui qui reconnait les inégalités et la lutte réelle pour essayer de les réduire ou celui de l'enlisement, ce que je crains?

 

C'est-à-dire qu'ils ne voient que le coût alors que nous parlons de quelque chose d'assez sain dans la réforme des pensions. On parle de quoi? De la vie après le travail, celle de nos aînés, ceux qui contribuent fort heureusement à transmettre et à soutenir les jeunes générations, qui consacrent du temps au bénévolat, à ce qui sort de la logique économique classique pour se rapprocher de l'aide sociale, du rapport au vivant. Ce sont des choses relativement simples.

 

J'entends ces débats autour de la réforme des pensions et je me pose la question de savoir de quoi on parle dans les faits? Cela me semble parfois un peu particulier. Ces avis du Conseil National du Travail et du Conseil Central de l'Économie sur l'individualisation des droits sont une bonne nouvelle.

 

Je vous ai vue à la télé dimanche. Je crois que c'était sur le plateau de RTL. On montrait votre première interview de 1999 et vous disiez que vous vouliez entrer en politique à cause des injustices prégnantes qui concernent notamment l'individualisation des droits.

 

Je me suis rendu compte que nous avions un point commun car, dans ma candidature, j'avais évoqué la même chose. Je me suis dit que c'était pour vous aussi une opportunité: tant d'années de combat et aujourd'hui des partenaires sociaux qui, eux-mêmes et enfin, disent de manière relativement unanime qu'il faut travailler sur cette question.

 

Il y a là une opportunité à saisir. Je sais que vous faites tout pour la saisir. Vous savez que nous vous soutenons pour marteler, marteler, marteler, pour tenter toutes les portes qui s'ouvrent. Nous savons en effet que ce combat semble mûr aujourd'hui.

 

Nous l'attendons depuis des années pour réduire ces inégalités, nous ouvrir sur un autre monde, en finir avec cette injustice du statut de cohabitant (le statut de la brosse à dent, du contrôle).

 

C'est un statut injuste car, quand on cotise, on ne nous demande pas de cotiser en fonction de notre statut. Par ailleurs, ce statut est complètement en dehors des réalités du XXIe siècle. On continue donc à être derrière vous et à vous soutenir. Bon courage en tout cas pour arriver à mettre enfin ce dossier à l'agenda du kern de manière sérieuse et concrète.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van Nahima Lanjri aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "De berekening van de pensioenrechten van onthaalouders" (55033628C)

02 Question de Nahima Lanjri à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "Le calcul des droits à la pension des accueillants" (55033628C)

 

02.01  Nahima Lanjri (cd&v): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, sinds 1 januari 2023 krijgen onthaalouders die met pensioen gaan, een hoger pensioen en dit dankzij het wetsvoorstel van onder andere mijzelf dat we eind vorig jaar goedkeurden. Ik kreeg in de loop van januari en februari echter verschillende verontrustende berichten in mijn mailbox van onthaalouders die van de Federale Pensioendienst andere berekeningen kregen. Zij kregen niet de juiste berekeningen op basis van de nieuwe wetgeving. Er werd ook niet gezegd aan de mensen die belden, dat het eigenlijk ging over een voorlopige berekening. Wanneer zij daarvoor de Federale Pensioendienst contacteerden, kregen zij onduidelijke antwoorden. Er is de voorbije maanden dus heel wat fout gelopen. Ik heb daaromtrent verschillende mails ontvangen.

 

Toen ik eind januari deze vraag indiende, stond er op de website te lezen dat het wetsvoorstel nog goedgekeurd en gepubliceerd moest worden in het Belgisch Staatsblad, terwijl dit al gebeurd was. Dat zorgde natuurlijk voor heel wat verwarring bij de onthaalouders, die sinds 1 januari recht hebben op een verhoogd pensioen en een andere berekening. Een paar weken geleden stelde ik wel vast dat de website werd aangepast.

 

Mevrouw de minister, hebt u weet van de problemen die er geweest zijn op de website en bij de dienstverlening van de Pensioendienst, die verkeerde informatie gaf?

 

Wanneer zal de Pensioendienst in staat zijn om de correcte berekeningen te maken? Is het intussen wel in orde, zodat mensen een correcte berekening krijgen?

 

Kan er heel duidelijk gecommuniceerd worden, niet alleen op de website, maar ook als mensen bellen, zodat zij duidelijke informatie krijgen? De medewerkers van de Pensioendienst moeten voor een stuk geïnformeerd worden.

 

Krijgen mensen die de voorbije weken een verkeerde berekening kregen, nu automatisch een nieuwe berekening, zonder dat ze die moeten aanvragen? Zij zijn immers echt ongerust.

 

Ik stel ook vast dat op de website staat dat mensen die bijvoorbeeld vorig jaar een aanvraag hebben ingediend, maar dit jaar op pensioen gaan, zelf een nieuwe berekening moeten aanvragen.

 

Ik vind dat Federale Pensioendienst automatisch die pensioenen moet herberekenen en de betrokkenen daarvan op de hoogte brengen. Als dat niet zo is, wil ik u vragen dat de Federale Pensioendienst minstens een mail of een brief schrijft met heldere informatie over wat men moet doen. Het is zeer verwarrend op het terrein en mensen zijn ongerust.

 

02.02 Minister Karine Lalieux: Mevrouw Lanjri, de wet over het verhoogde minimumpensioen voor onthaalouders is van kracht sinds 1 januari 2023 en werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 4 januari 2023. De administratie onderzocht de gevolgen voor de burgers en er werd een communicatie voor de website van de Federale Pensioendienst voorbereid. Die website werd aangepast op 6 februari 2023.

 

Momenteel wordt het pensioen van de burgers berekend zonder dat rekening wordt gehouden met de nieuwe wet. Het identificeren van wie onthaalouder is, vraagt een nieuwe ideeontwikkeling. Voor de burgers met een pensioen dat ingaat in 2023 of 2024 zal het pensioen achteraf ambtshalve worden herzien. Dat wordt vermeld op de website. De herziening zal ten vroegste in 2024 gebeuren en op de volgende wijze. Als er geen effect is door de nieuwe wet, dan zal de burger een brief krijgen dat er geen wijzigingen zijn. Als er een recht ontstaat door de nieuwe wet, maar er geen effect is op het bedrag, dan zal de burger een brief krijgen dat het pensioen dat op basis van het loon werd berekend gunstiger blijft. Als er een recht ontstaat en er een effect is op het bedrag, dan zal de betrokkene een nieuwe pensioenberekening krijgen. Voor burgers die met pensioen zijn gegaan voor 2023, wordt geen nieuw recht gecreëerd. Dat staat ook duidelijk op de website.

 

Tot slot heeft de Federale Pensioendienst op 8 februari 2023 hierover een post geplaatst op sociale media. Tot vandaag is er nog geen enkele klacht binnengekomen. De administratie doet er dus alles aan om op de korte tijd die haar werd gegeven, zo correct en zo snel mogelijk te handelen.

 

02.03  Nahima Lanjri (cd&v): Mevrouw de minister, ik kan de klachten en mails die ik heb gekregen ter informatie zeker eens doorsturen. Het is goed dat de website is aangepast tussen het moment dat ik mijn vragen eind januari heb ingediend en 6 februari. Het is ook positief dat u dit ambtshalve wil onderzoeken.

 

Dit is wat vandaag op de website staat: “Moet ik een aanvraag doen? Mijn pensioen werd onderzocht voor 2023, maar werd niet uitbetaald. Als u uw pensioen wenst op te nemen na 31 december, moet u opnieuw een aanvraag indienen.” Dat gebeurt dus nog niet automatisch.

 

Mevrouw de minister, wilt u dit met de pensioendienst bekijken om ervoor te zorgen dat niemand opnieuw een aanvraag moet indienen en dat iedereen wiens pensioen vanaf 1 januari ingaat een automatische herberekening krijgt? Ik heb het meegemaakt met iemand die een foutieve berekening had gekregen. Dat bleef fout, totdat een nieuwe aanvraag werd ingediend.

 

Mevrouw de minister, we moeten administratieve rompslomp vermijden. Ik wil u vragen om dat aan te pakken en ervoor te zorgen dat mensen niet opnieuw een aanvraag moeten indienen en als zij toch iets moeten doen, dat de pensioendienst hen zelf contacteert met een mail of een brief.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Nahima Lanjri aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "De evaluatie en het maatschappelijke nut van de Federale Adviescommissie Maatschappelijk Welzijn" (55033808C)

03 Question de Nahima Lanjri à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "L"évaluation et l'utilité sociale de la Commission consultative fédérale de l'Aide sociale" (55033808C)

 

03.01  Nahima Lanjri (cd&v): Mevrouw de voorzitster, ik verwijs naar mijn schriftelijk ingediende vraag.

 

Mevrouw de minister, de Federale Adviescommissie Maatschappelijk Welzijn heeft tot doel een democratisch forum te bieden, waardoor de integratie van armen wordt bevorderd. Als antwoord op mijn schriftelijke vraag van 19 oktober 2022, liet u mij weten dat deze Commissie sinds 2013 niet meer is samengekomen en er dus geen enkel advies meer werd geformuleerd.

 

Door de veelvuldigheid aan crisissen van de afgelopen jaren zoals, de coronacrisis, de overstromingen in Wallonië en de energiecrisis, lijkt zo'n Federale Adviescommissie Maatschappelijk Welzijn wel van groot maatschappelijk belang te zijn.

 

Ik heb hierover volgende vragen:

 

Waarom komt deze Federale Adviescommissie sinds 2013 niet meer samen? Is er hierrond een evaluatie opgemaakt?

 

Ziet u het maatschappelijke nut in van zo'n Commissie en gaat u akkoord dat een dergelijk forum, de integratie en participatie van de armen kan bevorderen?

 

Bent u van plan deze Commissie terug te laten samenkomen?

 

03.02 Minister Karine Lalieux: Mevrouw de voorzitster, mevrouw Lanjri, de rol van deze adviescommissie bestaat uit het geven van adviezen over zaken die betrekking hebben op de organieke wetten, over de wet op het recht van maatschappelijke integratie en over de welvaartsenveloppe. Het probleem is met name gelegen in haar samenstelling, die in het verleden meermaals is mislukt, omdat de voorgedragen leden niet voldeden aan de criteria van geslacht en taalpariteit. Daarnaast was het bijna onmogelijk om deze commissie meer dan twee keer per jaar bijeen te roepen vanwege de agenda’s van haar verschillende leden.

 

De problemen met deze commissie werden opgevangen door een maandelijks overleg tussen mijn kabinet, mijn administratie en de drie belangenverenigingen voor OCMW’s. Daarnaast heb ik ook op regelmatige basis overleg met armoedeorganisaties. Die overlegstructuren werken uitstekend en vervangen grotendeels de taken van de adviescommissie. Met hen worden alle aspecten van het armoedebeleid en maatschappelijke integratie besproken, gaande van crisis- tot structurele maatregelen.

 

Gelet op de logge structuur van die commissie en de praktische problemen bij de samenstelling en de samenroeping ervan, is het voor alle partijen beter om op de huidige manier samen te werken en wordt de doelstelling van de federale commissie op een alternatieve en veel efficiëntere manier bereikt. Ik zie er momenteel dus niet het nut van in om de adviescommissie weer te laten samenkomen.

 

03.03  Nahima Lanjri (cd&v): Mevrouw de minister, overleg met mensen uit de sector over het thema is absoluut belangrijk. Het allerbelangrijkste is sowieso dat er overleg plaatsheeft. Ik ben blij dat u meegeeft dat u ondertussen alternatieve vormen van inspraak en overleg hebt. Dat is goed, maar wij moeten ook toegeven dat een adviesraad, wanneer hij er is, zou moeten werken.

 

We stellen vast dat de adviesraad te log en te moeilijk is, ook qua samenstelling, zoals u zelf aangeeft. Het is belangrijk dat er ook structureel iets wordt gedaan aan de samenstelling en het functioneren van de adviesraad. Het moet structureel anders aangepakt worden. Ik hoop dat u van plan bent dat te doen. Dat kan in de vorm van de nieuwe formules waarover u het had. Wij hebben uiteindelijk geen baat bij het bestaan van een adviesraad die niet wordt gebruikt. We kunnen dan ook het best een fundamentele verandering doorvoeren. Misschien kunt u het initiatief nemen om de adviesraad te hervormen, zodat hij wel functioneert.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van Valerie Van Peel aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De toegang tot gegevens van de Kruispuntbank Sociale Zekerheid voor OCMW's" (55033850C)

04 Question de Valerie Van Peel à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "L'accès des CPAS aux données de la Banque Carrefour de la Sécurité Sociale" (55033850C)

 

04.01  Valerie Van Peel (N-VA): Mevrouw de minister, dit is een heel korte vraag. Klopt het dat de gegevens van de ziekteverzekering via de KSZ niet doorstromen naar de OCMW’s? Dat hebben wij gehoord.

 

Is dat voor bepaalde andere sociale uitkeringen ook het geval? Waarom is dat zo? Zullen de OCMW’s in de toekomst wel toegang krijgen tot die gegevens, die voor hen toch redelijk belangrijk zijn?

 

04.02 Minister Karine Lalieux: Geachte collega, vandaag is de OCMW-sector één van de grote gebruikers van de gegevensstromen van de Kruispuntbank. Op jaarbasis worden meer dan 80 miljoen berichten uitgewisseld met meer dan 36 instellingen. Het aantal uitwisselingen en partners zal waarschijnlijk nog toenemen.

 

Mijn administratie heeft de taak de toegang tot die uitwisselingen voor de OCMW’s te beheren, ze bij te houden en nieuwe aan te maken. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de Kruispuntbank en volgens de behoeften van de OCMW’s.

 

Voor de gegevens van de ziekte- en invaliditeitsverzekeringsuitkering hebben de OCMW-autoriteiten toegang verkregen. De ziekenfondsen, die deze gegevens beheren, zijn sedert enkele jaren hun gegevens aan het moderniseren. De OCMW’s wachten tot die modernisering afgerond is om de technische toegang tot die informatie te activeren.

 

04.03  Valerie Van Peel (N-VA): Mevrouw de minister, dat was een heel duidelijk antwoord. Dit is een dossier dat ik na al die jaren wel ken. Opnieuw zien wij dat de ziekenfondsen het heel moeilijk hebben om hun stromen op een georganiseerde manier duidelijk te maken. De OCMW’s vragen terecht om toegang tot die zeer belangrijke informatie en u zegt dat uw administratie daar oprecht ja op antwoordt. Het is spijtig dat die informatiedoorstroming keer op keer bij het ziekenfonds blijken vast te lopen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Questions jointes de

- Sophie Thémont à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "La lutte contre la précarité menstruelle" (55034240C)

- Nahima Lanjri à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "Les recommandations du rapport du Vrouwenraad sur la précarité menstruelle" (55035385C)

05 Samengevoegde vragen van

- Sophie Thémont aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "De strijd tegen menstruatiearmoede" (55034240C)

- Nahima Lanjri aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "De aanbevelingen van het rapport van de Vrouwenraad over menstruatiearmoede" (55035385C)

 

05.01  Sophie Thémont (PS): Madame la ministre, il est tout à fait indécent que, dans notre pays, des femmes soient toujours dans l'impossibilité de se procurer des protections hygiéniques. Ceci nuit à leur vie sociale, professionnelle, à leur dignité. 6% des femmes rencontreraient aujourd'hui des difficultés à se procurer ces protections hygiéniques pour des raisons financières. 6%, c'est trop.

 

Ce problème, il est urgent de le résoudre et je sais que vous y êtes attentive, dans les compétences qui sont les vôtres.

 

Ainsi, en 2022, vous avez débloqué des fonds notamment en vue de l'acquisition et de la distribution par des organisations partenaires de protections menstruelles aux familles dans le besoin. Cette initiative, on ne peut que la saluer.

 

Madame la Ministre,

 

Vous avez annoncé qu'un appel d'offres serait lancé en 2023, notamment pour continuer à soutenir les familles dans le besoin via la distribution gratuite de ces protections périodiques. Où cela en est-il ? Au vu du pourcentage toujours élevé de femmes en situation de précarité menstruelle, envisagez-vous d'autres mesures, en concertation notamment avec d'autres de vos collègues du Gouvernement ?

 

Je vous remercie.

 

05.02  Nahima Lanjri (cd&v): Ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn ingediende vraag.

 

Mevrouw de minister, vorig jaar publiceerde de Vrouwenraad een overkoepelend rapport over menstruatiearmoede. In het rapport beschreef en evalueerde de Vrouwenraad de projecten die zij, samen met haar 35 lidorganisaties, van december 2020 tot december 2021 hadden opgezet met steun van de federale overheid. Daarnaast besteedde de Vrouwenraad in haar rapport een geheel hoofdstuk aan signalen en aanbevelingen die zij dankzij de projecten had verkregen omtrent menstruatiearmoede.

 

Uit het rapport blijkt o.a. dat het budget van 100.000 euro niet genoeg is om iets structureels te doen aan menstruatiearmoede. Ook zou er nood zijn aan een grotere studie naar het verband tussen het aanbieden van menstruatieproducten en een daling van het absenteïsme. Daarnaast blijft de nood groot voor meer educatie rond het thema menstruatiearmoede, met duurzame en langdurige projecten die zich vooral inzetten om de meest kwetsbare doelgroepen van de maatschappij te bereiken.

 

Vorig jaar werden er middelen voorzien om menstruatieproducten te verdelen via partnerorganisaties. Ook in de gevangenissen werd er een proefproject gestart om alle vrouwelijke gedetineerden toegang te bieden tot gratis menstruatieproducten. In uw beleidsnota gaf u ook aan dat er in 2023 een nieuwe aanbesteding wordt gelanceerd om families te kunnen blijven ondersteunen met broodnodige materiële hulp en om dit uit te breiden naar huishoudproducten zoals menstruatieproducten.

 

Ik heb hierover de volgende vragen:

 

1. Op welke manier geeft u gevolg aan de aanbevelingen uit het rapport van de Vrouwenraad?

 

2. Hoe ver staat u met de aanbesteding omtrent materiële hulp? Zullen ook menstruatieproducten hierin worden opgenomen?

 

3. Worden er ook dit jaar menstruatieproducten verdeeld via de partnerorganisaties?

 

4. Denkt u nog aan andere acties in de strijd tegen menstruatiearmoede?

 

Ik dank u voor uw antwoord.

 

05.03 Minister Karine Lalieux: Geachte collega’s, ik heb mijn verschillende initiatieven op dat vlak al gepresenteerd, maar ter herinnering herhaal ik ze hier kort.

 

In 2021 heb ik 200.000 euro vrijgemaakt voor de Vrouwenraad en de Franstalige tegenhanger om initiatieven in Vlaanderen, Wallonië en Brussel voor vrouwen en jongeren te financieren.

 

Bien entendu, ce subside d'un an n'était pas suffisant mais l'objectif était de donner l'impulsion. Par ailleurs, les coupoles ont estimé ne pas être les relais idéaux pour fournir cette aide, ayant d'autres missions.

 

Dès l'année suivante, j'ai voulu rendre cette aide structurelle via l'aide alimentaire. J'ai lancé un marché public visant à fournir une grande quantité de serviettes hygiéniques et de tampons. En 2022, cette action a été poursuivie.

 

Ainsi, en 2 ans, 9,4 millions de tampons et 7 millions de serviettes ont été mis à disposition des acteurs de terrain et donc des bénéficiaires. Parallèlement, avec mon collègue Vincent Van Quickenborne, nous avons décidé de fournir ces produits aux femmes détenues dans les prisons belges, environ 500 personnes.

 

C'est une première en Belgique et, sans doute, en Europe. En prison, les protections sont encore plus chères que dans le commerce. En 2023, un nouveau marché public de 3,4 millions pour l'aide matérielle sera lancé.

 

Une part de cette enveloppe sera destinée aux produits d'hygiène féminine.

 

J'agis donc sur différents volets et de manière structurelle. Je reste attentive à la situation sur le terrain et mes collaborateurs ont rencontré dernièrement l'association BruZelle, très active sur la question.

 

Enfin, je vous invite à solliciter le ministre de la Santé, puisqu'il s'agit d'abord d'une question de santé publique et qu'avec l'augmentation du coût de la vie, l'accès à des protections se complexifie davantage. Je salue à ce titre l'initiative de ma collègue Christie Morreale, ministre wallonne des droits des femmes, qui a annoncé étendre son projet de distribution de protections hygiéniques gratuites sur l'ensemble du territoire wallon.

 

Je ne pense pas que nos initiatives soient redondantes, au contraire. Rendons l'accès à ces protections le plus large et aisé possible vu les difficultés à toucher les publics les plus précaires!

 

05.04  Sophie Thémont (PS): Merci beaucoup pour votre réponse complète. Nous vous savons attentive à ce problème. Ma question était un peu particulière mais vous y avez répondu en donnant le montant de l'appel d'offres que vous allez lancer.

 

05.05  Nahima Lanjri (cd&v): Mevrouw de minister, wij voeren een gezamenlijke strijd tegen menstruatiearmoede. Het is goed dat u al voor het derde jaar op rij middelen hiervoor hebt vrijgemaakt, maar het werk is nog niet af.

 

Het is goed dat de gemeenschappen en lokale besturen hiervoor initiatieven nemen. In heel wat steden en gemeenten stellen scholen, hogescholen en universiteiten, zoals de Universiteit Antwerpen, gratis menstruatiemiddelen ter beschikking. Het probleem moet fundamenteel en structureel aangepakt worden en er is dus meer nodig dan alleen uw initiatief. U hebt de minister van Volksgezondheid aangemaand hier iets aan te doen. Ik heb zelf alvast een voorstel van resolutie ingediend met een aantal mogelijke denksporen in dat verband. We zullen mijn voorstel binnenkort in de commissie bespreken en ik hoop dat ik daarvoor op uw steun en op die van de minister van Volksgezondheid kan rekenen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Samengevoegde vragen van

- Kristof Calvo aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "Het ter beschikking stellen van het REMI-systeem aan de OCMW’s" (55035389C)

- Valerie Van Peel aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "De REMI-tool" (55034401C)

- Valerie Van Peel aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "De REMI-tool" (55034402C)

06 Questions jointes de

- Kristof Calvo à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "La mise à la disposition des CPAS de l'outil REDI" (55035389C)

- Valerie Van Peel à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "L’outil REMI" (55034401C)

- Valerie Van Peel à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "L’outil REMI" (55034402C)

 

06.01  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, de REMI-tool is al een aantal keer aan bod is gekomen in de commissie. Mevrouw Van Peel en ikzelf stellen er vandaag vragen over, maar ongetwijfeld is een aantal leden ons voorgegaan. Bovendien heeft de regering ter zake al een en ander gedaan en gepland.

 

Enkele jaren geleden werd de ons allen bekende onlinetool ontwikkeld. Het is een applicatie waarmee voor iedere begunstigde een referentiebudget op maat kan worden berekend. De huidige federale regering heeft beslist de OCMW’s daarin verder en beter te ondersteunen. Ik merk van onze eigen mensen op het terrein dat het initiatief zeker wordt toegejuicht en met enthousiasme wordt onthaald. Ik was benieuwd te weten hoe een en ander op dit moment wordt uitgerold. Daarom heb ik voor u de hiernavolgende vragen.

 

Vele OCMW’s tekenen vandaag al in op de maatregel inzake terbeschikkingstelling. Mevrouw de minister, kunt u toelichten welke categorieën zijn vastgelegd en wat de bedragen per categorie zullen zijn? Dat is een vraag die ik schriftelijk heb ingediend en waarnaar ik graag verwijs.

 

Zal de vooropgestelde deadline van 31 mei 2023 worden gehaald?

 

Er zijn een aantal vragen die ik mondeling herneem, maar verwijs voor het overige ook naar mijn schriftelijk ingediende vraag. Ik ben heel benieuwd naar het onthaal op het terrein.

 

06.02  Valerie Van Peel (N-VA): Mevrouw de voorzitster, ik heb mijn vragen zelfs over twee mondelinge vragen moeten opsplitsen, omdat ik er veel had. Ik gebruik dus een andere tactiek.

 

Mevrouw de minister, de REMI-tool is op zich goed, laat dat duidelijk zijn. De toepassingsmodaliteiten, gekoppeld aan de subsidie, roepen bij ons echter enige bedenkingen op. Bijvoorbeeld, de referentiebudgetten die worden gebruikt, lijken heel hoog te liggen. De website van het CEBUD (Centrum voor budgetadvies en -onderzoek) maakt bijvoorbeeld melding van een referentiebudget van 2.600 euro voor een alleenstaande moeder met twee kinderen, wat natuurlijk gigantisch boven het minimumloon ligt, dat nog altijd 1.954 euro bruto bedraagt.

 

Het afsprakenkader dat door de POD Maatschappelijke Integratie (POD MI) verspreid wordt onder de OCMW's, stelt vast dat vele OCMW's in de praktijk de kloof tussen het inkomen en het referentiebudget slechts deels dichten en dat vele OCMW’s dat doen omdat ze zich bewust zijn van het verschil dat er hoort te zijn tussen het minimumloon en de budgetten die zij uitgeven. Daarin hebben zij natuurlijk gelijk. Ze willen leefloongerechtigden niet verder in de uitkeringsafhankelijkheid duwen.

 

In het afsprakenkader dat u nu verspreidt, wordt de OCMW’s echter expliciet aangeraden om het volledige negatieve saldo als aanvullende financiële steun toe te kennen en om geen kritische grenzen te hanteren bij het bepalen van de hoogte van de aanvullende financiële steun, zoals het minimumloon. Dat vinden wij toch wel een vreemde zaak.

 

Opvallend is ook dat in de powerpointpresentatie en de webinar die de POD MI onder de OCMW’s verspreidt, opnieuw wordt verwezen naar de doelstelling uit het regeerakkoord om de REMI-tool ook toe te passen op huishoudens die beschikken over een inkomen uit arbeid. Dat wordt bovendien aangeraden voor alle gezinnen die steun vragen bij het OCMW. Ik begrijp ergens wel dat men een deel daarop kan toepassen, maar het is een feit dat de OCMW's dat in de praktijk vaak beperken tot leefloongerechtigden en niet-activeerbare personen. Daarvoor is er natuurlijk wel een reden.

 

Staat u volledig achter het afsprakenkader dat nu door de POD MI verspreid wordt? Zijn die aanbevelingen ook in afstemming met u en de POD MI tot stand gekomen?

 

Er wordt expliciet aangeraden om bij de toekenning van aanvullende financiële steun, geen rekening te houden met de afstand tot het minimumloon. Staat u daar expliciet achter? Vindt u niet dat dit de maatschappelijke integratie en integratie op de arbeidsmarkt in de weg kan staan? Hoe wilt u vermijden dat de uitkeringsafhankelijkheid wordt aangemoedigd?

 

Er wordt aan de OCMW's expliciet aangeraden om zich bij elke aanvrager ook te richten tot werkende mensen met een laag inkomen. Gaat u datzelfde referentiebudget garanderen als de betrokkene zijn job opzegt of ontslagen wordt? Zo ja, hoe wilt u die doelgroep aanmoedigen om te blijven werken of opnieuw aan de slag te gaan?

 

Er wordt aangeraden om de afstand tussen het inkomen en de referentiebudgetten volledig, en dus niet deels, te gaan compenseren. Uw budget van 35 miljoen zal allicht niet volstaan om alle personen die aanvullende financiële steun gebruiken, volledig te ondersteunen.

 

Dat gaat ook ver boven het minimumloon. Het wordt eigenlijk een loterij. Hoe zult u dat vermijden?

 

De REMI-tool is op zich een goede tool, maar kan veel fijnmaziger. Voor zover wij konden vaststellen, bevat de REMI-tool bijvoorbeeld geen eenvoudige mogelijkheid om aan te kruisen op welke bijkomende sociale voordelen de betrokkene aanspraak kan maken, bijvoorbeeld sociaal telefoontarief, korting op huisvuilophaling en voordelige tarieven op het openbaar vervoer. Riskeer je dan niet dat de OCMW’s dat niet zullen kunnen meerekenen voor het referentiebudget?

 

Het relatieve voordeel van het sociaal tarief voor gas en elektriciteit fluctueert. Op welke manier kan dat meegenomen worden in de referentiebudgetten?

 

De REMI-tool gaat uit van bepaalde referentiebedragen die stukken lager liggen voor mensen die een sociale woning huren dan voor mensen die een privéwoning huren of bezitten. Aan een sociale woning zijn echter ook bepaalde sociale voordelen verbonden, zoals het automatische recht op het sociaal tarief voor gas en elektriciteit. Kunt u de verschillen tussen de referentiebudgetten duiden?

 

06.03 Minister Karine Lalieux: Mijnheer Calvo, ik krijg wekelijks een overzicht van de deelnemende OCMW’s. Op 15 maart stond de teller op 175 deelnemers. Ik stel voor dat u uw tweede vraag schriftelijk stelt, omdat die erg technisch is om mondeling te kunnen uitleggen.

 

Het KB van 22 januari 2023 houdende een toelage voor het gebruik van de REMI-tool om aanvullende financiële steun te verlenen aan OCMW-begunstigden bevat bepaalde voorwaarden voor de toekenning van die financiële steun. Verder zie ik de REMI-tool als een hulpmiddel om het bedrag van de aanvullende financiële steun te bepalen. Het OCMW behoudt dus zijn lokale autonomie. Het OCMW bepaalt zelf of het na uitputting van de REMI-toelage nog aanvullende steun toekent uit eigen middelen. Het door de tool bepaalde bedrag is niet bindend voor de OCMW’s.

 

Zodra het aantal deelnemers bekend is, zal mijn administratie de REMI-licentieprijs berekenen.

 

Tegen 1 mei weet elk OCMW via een ministerieel besluit hoeveel subsidies men ter beschikking krijgt. Die deadline wordt dus zeker gehaald.

 

Mevrouw Van Peel, REMI staat inderdaad gratis ter beschikking van OCMW’s die op vrijwillige basis beslissen om de tool te gebruiken om, ten eerste, zo goed mogelijk te beoordelen hoeveel aanvullende steun nodig is om menswaardig te kunnen leven en om, ten tweede, de individuele situatie van de begunstigden te analyseren. Zo kunnen OCMW’s een objectieve analyse maken en hun praktijken harmoniseren.

 

Het bedrag dat de tool oplevert, is in geen geval bindend. Het KB van 22 januari 2023 bepaalt de voorwaarden van de toekenning van de steun en dus niet het kader van CEBUD. Dat kader is het resultaat van lopende trajecten die voor de federale financiering werden opgestart. REMI is slechts een hulpmiddel, dat in geen geval het sociaal onderzoek vervangt. REMI geeft een gestructureerd overzicht van de inkomsten en de noodzakelijke uitgaven om de koopkracht van financieel behoeftige gezinnen structureel te verbeteren. Een belangrijke meerwaarde van REMI is net dat het maatwerk toelaat.

 

Het OCMW behoudt de lokale autonomie en kiest zelf wanneer en hoe er aanvullende financiële steun wordt uitgekeerd. Hoe met de output van REMI wordt omgegaan, moet binnen elk OCMW worden afgesproken.

 

Het federale regeerakkoord vermeldt dat de gerechtigde zich moet engageren om mee te werken aan een activeringstraject. Die begeleiding kan erop gericht zijn om het inkomen te verhogen via een traject naar werk, maar het doel kan ook zijn om drempels weg te werken die een volwaardige deelname aan de samenleving verhinderen, bijvoorbeeld door te werken aan de taalkennis, persoonlijke ontwikkeling, budgetbeheer enzovoort.

 

06.04  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord.

 

06.05  Valerie Van Peel (N-VA): Mevrouw de minister, u hoefde mij de REMI-tool niet uit te leggen. Het is ondertussen al een paar jaar geleden, maar ik werkte daar in Kapellen als OCMW-voorzitster al jaren mee. Ik vind dat een fantastische tool, maar daarover ging mijn vraag niet.

 

Er is echter door de POD MI, zowel in een Powerpoint als in webinars, een afsprakenkader verspreid en daar staan wel wat vreemde dingen in. U zegt terecht dat OCMW’s niet verplicht zijn om dat te volgen en dat het maar een tool is om op maat te kunnen werken. Ik ga daar helemaal mee akkoord en heb een paar voorstellen gedaan om de tool nog veel fijnmaziger te maken dan vandaag. Het is bovendien ook net de autonomie van de OCMW’s om daar op een bepaalde manier mee om te gaan, die in het gedrang komt door de aanbevelingen die door de POD MI worden verspreid.

 

In die aanbevelingen staat een paar zeer bizarre zaken die het spanningsveld tussen iemand die werkt en iemand die een uitkering geniet, aan diggelen slaan. Ik wil graag weten in welke mate u daarachter staat en in welke mate het een positieve zaak is dat dat op die manier wordt verspreid. Daar heb ik echter geen antwoord op gekregen, dus wij zullen er nog eens op moeten terugkomen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Questions jointes de

- Vanessa Matz à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "Le cri d’alarme lancé par les banques alimentaires" (55034360C)

- Ellen Samyn à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "La précarité alimentaire" (55034971C)

- Nadia Moscufo à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "Le nouveau cri d'alarme lancé par les banques alimentaires" (55035409C)

07 Samengevoegde vragen van

- Vanessa Matz aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "De noodkreet van de voedselbanken" (55034360C)

- Ellen Samyn aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "Voedselarmoede" (55034971C)

- Nadia Moscufo aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "De nieuwe noodkreet van de voedselbanken" (55035409C)

 

07.01  Vanessa Matz (Les Engagés): Madame la ministre, l'an dernier, plus de 190 000 personnes en moyenne ont frappé chaque mois à la porte des 677 organisations affiliées aux banques alimentaires en Belgique. "Un nombre en augmentation, alors que ce dispositif d'aide social fait face à plusieurs défis", s'inquiète la Fédération belge des banques alimentaires.

 

La demande s'est particulièrement accrue en province d'Anvers (+23 %), du côté de Charleroi (+21 %), ainsi que dans la capitale et les deux provinces de Brabant (+20,5 %).

 

Or, le volume des denrées alimentaires à distribuer, lui, n'a pas suivi la même courbe: il s'est stabilisé à 23 036 tonnes (+3 % par rapport à 2021). Une quantité similaire a donc dû être répartie entre des bénéficiaires plus nombreux. De 125,4 kg par bénéficiaire en 2021, cette aide est passée à 109,9 kg en 2022.

 

Les excédents de l'industrie alimentaire ont, en effet, diminué (de 8,5 % par rapport à 2021 et de 18,5 % par rapport à 2020) grâce à des méthodes de production plus adaptées à la demande.

 

Le volume des denrées distribuées a pu être maintenu grâce au Fonds social européen (FSE+) et aux dons financiers des particuliers et du fédéral, qui permettent aux banques alimentaires d'acheter elles-mêmes des quantités plus importantes de produits. Avec plus de 8 500 tonnes de nourriture l'an dernier, l'Union européenne constitue la première source d'approvisionnement des banques alimentaires belges.

 

Cependant, en 2024, ces fonds, exceptionnellement augmentés durant la période corona, diminueront d'un tiers. La perte de 2 900 tonnes de denrées "européennes" représente une régression de 12,5 % du volume total distribué l'an dernier. Et, face à la hausse générale du coût de la vie, on peut s'attendre à ce que le besoin d'aide alimentaire continue d'augmenter.

 

Madame la ministre, quelles réponses apportez-vous aux inquiétudes de la Fédération belge des banques alimentaires? Avez-vous anticipé les difficultés annoncées en 2024? Si oui, comment? Quelles mesures fortes allez-vous mettre en place pour soutenir les banques alimentaires de manière structurelle et durable? Y a-t-il des négociations au niveau européen pour maintenir le Fonds social européen (FSE+) à hauteur de ce qu'il est depuis la crise corona?

 

07.02  Ellen Samyn (VB): De stijgende voedselarmoede onder onze bevolking werd al meermaals aangekaart in de commissie Sociale Zaken. Niet alleen in scholen wordt de voedselarmoede pijnlijk zichtbaar maar ook de voedselbanken - en de organisaties die ermee samenwerken - kunnen de vraag naar voedselpakketten nog maar amper bijhouden.

 

Bovendien is sinds de coronacrisis de strategie van veel voedselproducenten ingrijpend veranderd. Er zijn minder voedseloverschotten. Voor de voedselbanken betekent het dat er via de producenten beduidend minder voedsel binnenkomt.

1. Klopt het dat er meer vraag is dan aanbod bij de voedselbanken? Wat is uw specifieke aanpak inzake de bestrijding van voedselarmoede?

2. Wat zijn de prognoses voor 2023? Denkt u dat het aantal personen die afhankelijk zijn van de voedselbanken zullen dalen t.a.v. 2022?

3. Vanaf 2024 zal door de verlaging van het Europees budget de aankoop van voedsel voor de voedselbanken 35% lager liggen. Het basisvoedsel is momenteel met een kwart tot 20% gestegen in vergelijking met die van voor de energie- en coronacrisis. Zal het Europees budget worden bijgecompenseerd?

4. De FEAD-subsidie voor 2023 bedraagt 2,4 miljoen euro. Zal dit voldoende zijn om te voldoen aan de vraag van de voedselbanken?

5. Gaan er veel levensmiddelen van korte houdbaarheid - geschonken door de supermarkten, voedingsindustrie e.a. - aan de voedselbanken verloren? Zo ja, hoe zou de aanpak kunnen verbeteren? Bent u hierover in overleg met uw collega-minister Clarinval?

6. Er zijn enerzijds minder voedseloverschotten, anderzijds is er een 'financieel' addertje onder het gras. Een retailer die de voedselbanken voorziet van gratis donaties, kan de btw recupereren. Indien de retailer zijn waar nog kan verkopen aan bijvoorbeeld 'Too Good To Go', al is het met zwaar verlies, kan bovenop de 6% btw ook de verliezen inbrengen in de vennootschapsbelasting. U zou deze problematiek bespreken met uw collega van Financiën, de heer Van Peteghem. Is dit reeds gebeurd? Zo ja, wat is het resultaat?

 

07.03  Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ook dit jaar trekken de Belgische voedselbanken begin februari aan de alarmbel.

 

In de loop van 2022 is het aantal gezinnen dat leeft van voedselhulp opnieuw gestegen tot recordhoogtes. Per maand schoven er gemiddeld 193.344 mensen aan voor een voedselpakket. De rijen werden elke maand langer. Het aantal aanvragen steeg van 177.238 in januari tot 209.450 in december. Het gaat over een toename van 18,2% tegenover 2021.

 

Terwijl de vraag toeneemt, daalt de hoeveelheid voedselhulp via de voedingsindustrie en Europa. 

 

De voedingsindustrie schenkt steeds minder voedsel. Ze kampt met stijgende kosten en produceert steeds minder overschotten. Die trend zet zich in 2024 ongetwijfeld verder.

 

Ook de Europese steun daalt in 2024 met een derde.

 

Voor 2023 handhaaft u de extra steun die u vorig jaar al invoerde. Maar ik wil graag weten of dat voldoende zal zijn.

 

Mijn vragen zijn  dan ook de volgende:

 

– Hoe verwacht u dat de situatie de komende twee jaar evolueert? Denkt u dat de rijen aan de voedselbanken dit jaar nog langer zullen worden? 

 

– Zal het budget voor 2023 volstaan? Hoe zult u op het terrein nagaan of dit voldoende is? Zult u het budget nog verhogen indien nodig? 

 

– Hoe zult u volgend jaar de gedaalde Europese steun opvangen?

 

07.04 Minister Karine Lalieux: Beste collega’s, in België zijn er vijf beheersautoriteiten voor het ESF+ (Europees Sociaal Fonds Plus). In een akkoord tussen die vijf autoriteiten en de Europese Commissie is vastgelegd welk deel van het budget aan elk onderdeel van het fonds wordt toegekend. Het akkoord is ondertekend in 2022. De verdeling van de middelen kan dus niet meer worden veranderd.

 

Les budgets européens dégagés par les Régions visant à fournir une aide alimentaire et/ou une assistance matérielle de base aux personnes les plus démunies ont diminué au sein du FSE+. Toutefois, consciente de la crise que traverse notre pays, j'ai plaidé auprès du gouvernement pour que l'enveloppe globale ne soit pas réduite. Les moyens s'élevaient à 33 425 772 euros en 2022 et atteignent à présent 35 639 595 euros.

 

Mon administration reste en contact étroit et permanent avec les acteurs de terrain et continuera à l'être à l'avenir, de manière à répondre au mieux aux besoins. C'est ainsi qu'alertée par les baisses de dons de l'industrie alimentaire, dès 2021, j'ai débloqué 2,250 millions d'euros à destination des banques alimentaires. Ce soutien a été renouvelé en 2022 et augmenté cette année, avec un budget de 2,4 millions. En parallèle, j'ai de nouveau prévu 3 millions d'euros pour les CPAS et 3,15 millions en vue de développer l'offre en aide matérielle.

 

Voedselhulp is van levensbelang. Ik zal er dan ook voor pleiten om die middelen in 2024 te behouden.

 

Ik heb mijn collega Van Peteghem effectief gevraagd om in zijn belastinghervormingen maatregelen te voorzien die de donatie aan voedselbanken bevorderen. Zoals u weet, zijn die hervormingen nog niet volledig afgerond, maar ik zal blijven aandringen op specifieke maatregelen voor de voedselhulpsector.

 

Mon administration travaille conjointement à la rédaction d'une charte de l'aide alimentaire, entre d'une part le secteur de l'alimentaire et d'autre part les grandes chaînes de supermarchés. Le but est de définir des accords communs au sein de la circulaire rédigée par l'AFSCA en vue de faciliter les dons alimentaires et d'éviter que les organisations caritatives ne soient les poubelles des supermarchés, comme c'est parfois malheureusement le cas.

 

Cette charte sera élaborée en concertation avec les partenaires de l'aide alimentaire et les supermarchés.

 

En ce qui concerne l'équilibre entre le gaspillage et la sécurité alimentaire, je sais que l'AFSCA se charge en ce moment de réviser sa propre circulaire.

 

Par ailleurs je vous invite à interroger mes deux collègues sur ces sujets afin qu'ils puissent vous répondre en ce qui concerne leurs compétences.

 

07.05  Vanessa Matz (Les Engagés): Merci, madame la ministre. Je pense que vous n'avez pas répondu à la question fondamentale. Vous êtes déjà dans les prémices d'un conclave budgétaire.

 

Nous savons qu'en 2024, les moyens diminueront considérablement au niveau du Fonds social européen+.

 

Vous aviez dit que vous maintiendriez les moyens. Vous compenseriez?

 

07.06  Karine Lalieux, ministre: (…)

 

07.07  Vanessa Matz (Les Engagés): Il y a donc un engagement de votre part à compenser? Car ici, c'est une grosse perte. Ce n'est pas une perte d'un million d'euros mais c'est beaucoup plus conséquent. C'est la raison pour laquelle les banques alimentaires sont très inquiètes puisque le FSE+ est diminué d'un tiers.

 

Votre engagement est-il bien de dire que vous compenserez ce tiers perdu? Nous sommes face à des sommes plus importantes que les montants de 2023. J'espère que ce sera le cas.

 

Pour le reste, j'entends vos autres initiatives notamment en matière fiscale. Nous avons déjà déposé plusieurs textes sur ce sujet pour faciliter les dons. J'espère que cette réforme fiscale aboutira. Rien n'est moins sûr. Peut-être, pourrez-vous sortir de la réforme fiscale si elle n'aboutit pas, pour solliciter de la part du ministre Van Peteghem des mesures fortes pour inciter aux dons et soutenir les banques alimentaires?

 

J'ai entendu votre engagement comme quoi les moyens seraient maintenus en 2024. J'espère que vous plaiderez en ce sens.

 

07.08  Ellen Samyn (VB): Mevrouw de minister, we hebben de afgelopen jaren al meermaals gedebatteerd over de stijgende vraag bij de voedselbanken en het tekort aan middelen. Het aantal mensen dat een beroep doet op de voedselbanken, neemt elk jaar toe. Bijna 200.000 personen vragen elke maand hulp aan de voedselbank. Dat is een triest cijfer. In een artikel stond zelfs dat jaarlijks zo’n 600.000 mensen een beroep moeten doen op voedselhulp, indien men de sociale kruideniers, sociale restaurants en andere vormen van voedselhulp meerekent. Voedselarmoede treft niet alleen de allerarmsten onder ons, maar ook tweeverdieners en de middenklasse.

 

Ik noteer dat u de fiscale maatregel met uw collega-minister, de heer Van Peteghem, hebt besproken. Ik zal daarop terugkomen om te achterhalen wat het resultaat ervan is. U zult het budget behouden in 2024 en ik hoop dat dat zal volstaan, want als het aantal mensen dat nood heeft aan voedselhulp, stijgt, dan zult u uw budget moeten aanpassen.

 

Er is ook belangrijk dat hulpbehoevenden kwalitatief voedsel krijgen. Er moet dus aandacht worden besteed aan het soort voedsel dat men aanbiedt. Ik denk hierbij aan gezond voedsel, groenten en fruit. Ik hoop oprecht dat de trend volgend jaar in dalende lijn zal zijn. We moeten echter realistisch zijn, want momenteel stijgen de prijzen van basisvoedingsmiddelen gigantisch. Er is sprake van een stijging van 20 % ten opzichte van de periode voor de energie- en covidcrisis. Die stijgende prijzen treffen vooral de meest kwetsbaren onder ons. We moeten dringend het tij te keren.

 

07.09  Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Madame la ministre, oui, vous êtes confrontée à une réalité non évidente. La demande n'arrête pas de croître, il est donc nécessaire de systématiquement combler avec une augmentation du budget, une compensation.

 

D'une part, je soutiens ce qu'a dit ma collègue Matz, il faut réfléchir à une mesure plus structurelle pour ne pas réfléchir chaque année à la manière dont on bouchera le trou. Toutefois, il y a une autre vision structurelle qu'il faut garder en tête: s'interroger quant à la manière d'arrêter l'hémorragie de l'augmentation de la pauvreté dans la population.

 

De plus en plus de personnes tombent sous le seuil de pauvreté et doivent aller chercher des colis. Loin de ne toucher que les personnes sans emploi ou les bénéficiaires d'allocations sociales, cela concerne aussi ce que l'on appelle les travailleurs pauvres.

 

Là, il y a toute une série de mesures que nous estimons que vous et l'ensemble de votre gouvernement n'avez pas prises. D'un côté, on construit cette file d'attente avec encore plus de pauvres et de l'autre on n'arrête pas l'hémorragie.

 

Je citerai simplement la question de l'individualisation des droits qui pourrait aider à cela et la liberté de négociation pour augmenter les salaires les plus bas.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

La présidente: Les questions nos 55034677C, 55034884C et 55035387C de Mme Nahima Lanjri, 55035367C de M. Olivier Vajda, 55034536C et 55035392C de M Kristof Calvo sont transformées en questions écrites.

 

La réunion publique de commission est levée à 12 h 32.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.32 uur.