Commission de l'Énergie, de l'Environnement et du
Climat |
Commissie
voor Energie, Leefmilieu en Klimaat |
du Mardi 7 mars 2023 Après-midi ______ |
van Dinsdag 7 maart 2023 Namiddag ______ |
De behandeling van de vragen vangt aan om 14.56 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Christian Leysen.
Le développement des questions commence à 14 h 56. La réunion est présidée par M. Christian Leysen.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
01.01 Leen Dierick (cd&v): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, het is goed nieuws dat, na de vele maanden waarin de energieprijzen alleen maar zijn gestegen, de jaarfactuur voor gas en elektriciteit sinds de piek in september 2022 nu al voor de vierde maand op rij gedaald is. Helaas zien we wel dat vele gezinnen nog steeds een zeer hoge voorschotfactuur krijgen, die nog niet is aangepast aan de dalende prijzen.
Eind februari vorig jaar hebben wij in deze commissie een ontwerp goedgekeurd waarbij het voorschot slechts toegepast kan worden indien de huishoudelijke afnemer zich hiertegen niet heeft verzet binnen de 15 dagen na kennisgeving. De consument kan zich dus wel verzetten tegen een hoger voorschot, maar helaas zijn vele consumenten hiervan niet op de hoogte.
Het is heel belangrijk dat klanten hun voorschotten kunnen wijzigen en dat hun factuur begrijpelijk is. Wat dat laatste betreft, werd een resolutie van mij in deze commissie goedgekeurd.
Welke initiatieven zult u nemen om ervoor te zorgen dat de leveranciers de wetgeving effectief naleven? Volstaan de huidige strafbepalingen die in de wetgeving zijn opgenomen? Werden er al leveranciers gesanctioneerd?
Ondertussen hebben we vastgesteld dat een akkoord is afgesloten door collega Bertrand met de energieleveranciers. Kunt u toelichting geven hoe dat in zijn werk gaat? Wat zijn precies de modaliteiten en hoe kan dat de consument helpen?
01.02 Patrick Prévot (PS): Madame la ministre, la chose a été évoquée, tandis que les prix de l'énergie sont à la baisse sur les marchés de gros, les factures d'acompte d'un grand nombre de nos concitoyens restent malheureusement trop élevées, eu égard à l'évolution du marché.
Si un protocole a été trouvé avec les fournisseurs visant à proposer aux ménages des factures d'acompte correspondant aux prix actuels, il nous revient évidemment de poser la question des factures que doivent assumer les indépendants.
Les salons de coiffure, par exemple, se montrent énergivores, de même que les boulangeries ou encore les lieux de restauration. Assumer chaque mois des acomptes élevés constitue une charge particulièrement lourde à porter, tandis que les acomptes à payer ne reflètent pas nécessairement l'évolution des prix et pourraient être réduits.
Madame la ministre, pouvons-nous avoir un retour sur cette situation? Des informations vous ont-elles été transmises quant à l'adéquation des factures d'acompte des indépendants avec les prix sur les marchés de l'énergie? Ce point a-t-il été évoqué dans le cadre des discussions avec les fournisseurs relatives au protocole que je viens de mentionner? De même, des contacts sont-ils entretenus à ce propos avec vos collègues compétents au sein du gouvernement ainsi qu'avec vos collègues des entités fédérées? Des mesures peuvent-elles être envisagées en vue de résoudre cette problématique?
01.03 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, le prix du gaz sur le marché TTF est particulièrement bas comparativement à toutes les hausses que nous avons connues depuis l'été 2021. Je rappelle que le mégawattheure avait atteint 350 euros à la fin du mois d'août et qu'aujourd'hui il se situe sous la barre des 50 euros. Cette baisse devrait évidemment impacter le prix de l'électricité.
Actuellement, la grande majorité de nos concitoyens sont liés à des contrats variables et au paiement de factures d'acompte mensuelles. Or ces factures d'acompte censées s'adapter à l'évolution des marchés n'intègrent pas nécessairement la baisse constatée et, pour beaucoup, restent trop élevées. Lesdites factures d'acompte sont censées être compensées au moment de la facture de régularisation, mais, en attendant, un très grand nombre de ménages continuent à débourser des sommes considérables chaque mois, ce qui impacte concrètement leurs ressources financières et leur qualité de vie.
Le 28 février dernier, un protocole a été adopté avec les fournisseurs d'énergie par le biais duquel ces derniers s'engagent à contacter leurs clients ayant passé un contrat entre août et novembre 2022 et dont le montant de l'acompte est jugé anormal pour leur proposer un ajustement. Les fournisseurs se sont également engagés à proposer à leurs clients, dont les simulations pointent une anomalie, une modification de l'acompte au minimum trois fois par an et sur la base d'un suivi périodique.
Madame la ministre, le jeudi 2 mars, nous avons été informés que plus de 300 000 ménages avaient reçu une proposition de modification de leur facture d'acompte et qu'à court terme, cette proposition serait transmise à 200 000 clients supplémentaires. Les fournisseurs se sont également engagés à contacter l'ensemble des clients concernés d'ici le 31 mars prochain. Quels sont les retours que vous avez à ce sujet? Dans quelle mesure la CREG assure-t-elle le suivi de l'application de ce protocole? Si une partie des clients a été directement contactée par les fournisseurs, d'autres l'ont été par le biais d'une campagne de ces derniers. Avez-vous des détails concernant cette campagne? Que pensez-vous de l'efficacité de cette méthode?
Qu'en est-il du risque de voir des personnes dont les factures d'acompte sont trop élevées ne pas se voir proposer de révision? Je pense particulièrement aux ménages ayant signé un contrat d'énergie avant le mois d'août dernier.
En quoi consistent les simulations et méthodes de détection des acomptes trop élevés utilisées par les fournisseurs? Connaissez-vous le fonctionnement de cet outil? À partir de quel moment un montant d'acompte est-il considéré comme non adapté à l'évolution du marché? Quels sont les critères permettant de déterminer un acompte trop élevé?
Pouvons-nous savoir pourquoi la voie législative n'a pas été retenue dans ce dossier? Cette option est-elle toujours envisagée?
Avez-vous discuté de la question de la communication aux clients de leurs droits et de leur champ d'action quant à l'établissement ou la modification d'une facture d'acompte avec les fournisseurs? Des initiatives visant à renforcer cette communication sont-elles envisagées par le gouvernement?
01.04 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, de regering heeft een protocol gesloten met de leveranciers over het automatisch aanpassen van de voorschotten. Ik meen te hebben begrepen dat de regering van plan was om die verplichting wettelijk te verankeren. Collega Ben Achour heeft u dat vraagstuk ook net voorgelegd. De vraag is eigenlijk waarom dat niet is gebeurd. Zal dat gebeuren of niet? Ik krijg daar graag klaarheid over.
Intussen is er wel een wetsvoorstel van de collega’s van Vooruit, maar collega Verduyckt zal het daarover ongetwijfeld nog hebben. Het gaat echter om een wellicht eenmalige aanpassing, want die aanpassing zou alleen maar gebeuren wanneer de prijzen met meer dan 80 % zijn gedaald ten opzichte van het vorige kwartaal. Wij vinden dat geen structurele manier van werken, maar dat gaat natuurlijk vooral Vooruit in dit Parlement aan en u minder als minister, hoewel Vooruit wel deel uitmaakt van de regering.
Wat is er precies beslist in dat protocol? Zal het wettelijk worden verankerd of niet? Wat als een leverancier het protocol of de wetgeving niet naleeft? Wat kan de regering ondernemen om die naleving af te dwingen? Wanneer zullen de leveranciers wettelijk verplicht worden om de voorschotten aan te passen? Is dat periodiek of pas na een extreme prijsdaling? Met welke periodiciteit zou dat desgevallend gebeuren?
Mijn vraag werd geïntegreerd in dit actualiteitsdebat over de voorschotten, maar ze gaat daarnaast ook over de energieprijs en het gedrag van de leveranciers. Ik zal mijn andere vragen dus ook stellen. Volgens het rapport van de CREG van december 2022 blijken de prijsdalingen door de leveranciers te worden gebruikt om de marges en kostprijs op te trekken. De CREG vroeg om bijkomende informatie. Ik weet niet of die al naar u is doorgestroomd. Ook al horen we de CREG zelf op 21 maart, toch verneem ik daar graag wat meer over. Wat bent u daarmee van plan?
01.05 Kris Verduyckt (Vooruit): Het is logisch dat de voorschotten de prijzen van de markt volgen, zeker in onzekere tijden waarin de schommelingen groter zijn dan we ooit in het verleden hebben gezien. Met de daling van de prijzen leek het Vooruit niet meer dan normaal dat de voorschotten zouden dalen. Daarom heeft Vooruit een wetsvoorstel ingediend in het Parlement om dat afdwingbaar te maken. De regering kiest ervoor om een protocol af te sluiten met de leveranciers.
Welke afspraken zijn er nu gemaakt?
Hoe zullen we daar enige controle op uitvoeren?
Uit vroegere wetgeving die u hebt gemaakt, heb ik geleerd dat opvolging bijzonder belangrijk is. Eerder in deze crisis is gezegd dat leveranciers niet meer eenzijdig het voorschot mogen aanpassen. In de realiteit gebeurde dat wel.
Mevrouw Dierick vraagt hoe het met de
strafbepaling zit. Ik heb die vraag al gesteld aan mevrouw Bertrand en mevrouw
Van der Straeten, waaruit bleek dat er toch wat onduidelijkheid was. Vooruit
heeft dus een wetsvoorstel ingediend om daarover opnieuw duidelijkheid te
krijgen. Mevrouw Bertrand heeft daar nu via de pers op geantwoord. Zij wil het
zelf regelen en het zelfs strenger maken dan het ingediende wetsvoorstel. We bekijken wat dat wordt.
01.06 Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Madame la ministre, beaucoup de questions ont été posées par mes collègues. Je vais me concentrer sur un élément.
Nous avons fait référence ici à la réforme de la facture d’acompte énergétique pour les particuliers, que vous avez mise en place avec la secrétaire d’État Bertrand, pour que les acomptes suivent davantage et mieux l’évolution actuelle des prix. C’est une très bonne chose évidemment. Vous avez montré beaucoup de volontarisme dans ce dossier et notre groupe s’en réjouit. En effet, ce protocole prévoit une meilleure information envers les consommateurs afin d’augmenter la transparence et donc la capacité de modifier rapidement les factures d'acompte.
Ma question concerne le fait de pouvoir élargir, en partie en tout cas, cette réforme aux indépendants. Nous savons que certains secteurs ont très fort souffert pendant la crise des prix de l’énergie. On l’a assez dit dans ce Parlement, on a posé beaucoup de questions par rapport à cela – dans la presse également –, qu’il s’agisse des boulangers, des bouchers, des artisans, des chocolatiers. L’horeca aussi, les restaurants, les bars ont vu leurs acomptes – j’ai même reçu des exemples – être multipliés par dix ou quinze. Nous sommes vraiment au-delà du raisonnable.
Je pense donc qu’il serait intéressant aussi, vu la détresse de ces secteurs, de pouvoir imaginer un protocole avec les même conditions pour ces indépendants, de manière ciblée. Je ne pense pas que tous les secteurs économique ont besoin de ce même soutien par rapport aux factures, mais je pense à des secteurs très précis.
Je voulais donc savoir si vous meniez, avec votre collègue en charge des indépendants, David Clarinval, des discussions avec la FEBEG pour voir si des mesures similaires peuvent être introduites pour que les factures d'acompte des indépendants puissent diminuer au même rythme que les prix du marché.
01.07 Christian
Leysen (Open Vld): Ik voeg eraan toe dat we ten eerste blij zijn dat
de prijzen naar beneden gaan. We zijn ook blij dat, aansluitend op het protocol
dat samen met en mede door het initiatief van staatsecretaris Bertrand werd
afgesloten, effectief honderdduizenden voorschotten verlaagd worden, wat
enigszins normaal is. Ten tweede druk ik ook graag onze appreciatie uit voor
alle energieleveranciers die hieraan constructief hebben meegewerkt. Dit Parlement
is vaak een kader waar we elkaar verwijten wat we slecht doen, maar we mogen
ook eens onderstrepen wat goed gedaan wordt.
Ik zal ook met
aandacht luisteren naar wat de minister te verklaren heeft, maar ik hoop en ga
ervan uit dat dit hoofdstuk afgesloten is en dat we voortaan een normaal ritme
van prijsevoluties zullen kennen. Ik moet in alle eerlijkheid zeggen dat, had
ik aan de andere kant gezeten, ik mij ook achter de oren zou hebben gekrabd om
te weten wat nu een juiste voorschotfactuur zou zijn, met alle onzekerheden die
er de voorbije maanden waren.
01.08 Minister Tinne Van der Straeten: Geachte leden, er werd in de gestelde vragen al naar verwezen: de voorschotfactuur is iets waarvoor sowieso al een belangrijke dit Parlement beslissing heeft genomen. Dit Parlement heeft namelijk begin 2021 een wet goedgekeurd die ervoor zorgt dat de consument te allen tijde 100% controle heeft over de hoogte van zijn voorschotfactuur. Sinds die wijziging kan de consument zelf het bedrag van het voorschot bepalen. Hij mag ook een voorstel van zijn energieleverancier weigeren en aanpassen. Dat was toen en blijft nog altijd een zeer belangrijke wijziging die misschien nog verder kan worden aangescherpt in het licht van het protocol wat aanleiding gaf tot uw vragen. Tot voor die wetswijziging konden de leveranciers hun wil bij wijze van spreken opleggen, en kon de consument dat enkel aanvaarden.
Vervolgens werden ook minimumvereisten ingevoerd voor facturen en factureringsinformatie, met name door het KB van 9 december 2021, van toepassing vanaf 1 januari 2022, dat een uitvoering was van een resolutie van het Parlement. De Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) en de Economische Inspectie kijken toe op de naleving hiervan. Aan dat dispositief wordt nu een protocol toegevoegd, dat met de energieleveranciers werd gesloten – met FEBEG en ook met de niet-aangesloten leden – ook onder impuls van de staatssecretaris voor Consumentenbescherming, mevrouw Alexia Bertrand.
Dat protocol bevat een aantal verbintenissen voor de aanpassing van voorschotten, door middel van een actief voorstel door de leveranciers aan de consument. De leveranciers moeten dus proactief optreden. De schending van die verbintenissen is een oneerlijke handelspraktijk in de zin van artikel 6/98 van het Wetboek van Economisch Recht. Dat is dezelfde methode die wordt toegepast in het consumentenakkoord. Dat laat dus toe dat protocollen, eens ze ondertekend zijn, afdwingbaar worden en vatbaar zijn voor de Economische Inspectie van de FOD Economie. Die is dan ook belast met de handhaving van die engagementen. In hetzelfde wetboek staan ook algemene bepalingen die als zodanig van toepassing zijn op de energieleveranciers.
De CREG heeft een algemene bevoegdheid om toezicht te houden op de energiemarkt en kan sancties opleggen in geval van niet-naleving van een reglementaire bepaling. Het toezicht van de CREG is trouwens veel breder dan enkel de materie van consumentenzaken, waarin de Economische Inspectie eigenlijk gespecialiseerd is. De CREG kan bijvoorbeeld ook steeds toezien op de eerlijke verhouding tussen kosten en tarieven, wat een nadrukkelijke verplichting is die is ingeschreven in de gas- en elektriciteitswet.
De discussie tussen u, mijnheer Verduyckt en mijnheer Warmoes, ontglipt mij een beetje, waarvoor mijn excuses. Ik heb uw voorstel nog niet gezien, maar dat ligt aan mij. Ik wil er toch op inpikken, met het risico van een beetje à côté de la plaque te antwoorden. Ik ben echter natuurlijk ook getriggerd door de vragen van mevrouw Dierick.
Ik denk wel dat we nu in rustiger vaarwater
komen nadat we heel veel initiatieven hebben moeten nemen op een moment van
crisis. We werden geconfronteerd met een zeer hoog aantal klachten waarvoor we
een klachtentaskforce hebben opgericht in samenwerking met de CREG en de
administratie. Het is
wenselijk dat wij eens terugblikken, looking
back: wat hebben wij daar nu uit geleerd? Zijn er bepaalde zaken komen
bovendrijven?
Het is niet de eerste keer dat hier ook vragen worden gesteld over handhaving. Wij zitten met handhaving van de CREG en van de Economische Inspectie, maar net zo goed van de Ombudsdienst voor Energie, die op zich geen handhaving maar bemiddeling doet. Misschien kan die echter vanuit zijn bemiddelingsopdracht suggesties doen of van oordeel zijn dat, als de bemiddeling niet slaagt, de handhaving nadien al dan niet voldoende opbrengt.
Wanneer de markt afkoelt en wij misschien meer bandbreedte krijgen, is het goed om daarop toe te kijken. Aangezien er wetsvoorstellen zijn ingediend in het Parlement, is het goed om een en ander in het Parlement op te nemen. Ik zou een dergelijk initiatief zeker een warm hart toedragen, teneinde het werk soms enigszins te kunnen verdelen. Dat zou misschien ook toelaten om een duidelijk zicht te kunnen krijgen op de herziening van het consumentenakkoord, dat binnenkort opnieuw aan bod komt. Dat is zeker een aspect waarop nog kan worden voortgewerkt.
Monsieur Ben Achour, il est à mon sens beaucoup trop tôt pour évaluer l'efficacité d'un dispositif dont la mise en œuvre vient à peine de commencer, d'autant plus que les profils de consommation, les conditions contractuelles ainsi que les comportements individuels sont extrêmement variables. C'est aussi la raison pour laquelle il n'est pas facile de répondre de manière précise à la question de la hauteur de l'acompte. Notre protocole ne définit pas ce qu'est un acompte trop élevé.
Par contre, le protocole identifie clairement aussi le public cible, à savoir les consommateurs qui ont conclu un contrat variable au moment où les prix étaient très élevés, soit entre août et novembre 2022. Ceci dit, la même remarque vaut également aujourd'hui pour un marché qui est plus calme. Par ailleurs, la CREG a fait un grand travail avec son monitoring mensuel du marché résidentiel. Peut-être doit-on envisager de demander à la CREG de se pencher sur la manière dont les acomptes sont établis.
Lors de la négociation avec les fournisseurs, ceux-ci nous ont montré des chiffres indiquant leur intention d'avoir des acomptes en lien avec la facture de régularisation.
De
voorschotbedragen vermenigvuldigd met twaalf… doivent être en lien avec la
facture de régularisation.
Dans le même temps, il y a des consommateurs qui doivent être remboursés par le fournisseur et d'autres qui doivent payer. Les fournisseurs nous ont présenté les chiffres d'une manière difficile à interpréter. Je pense donc que la question mérite d’être creusée davantage sur le fond. Peut-être pouvons-nous y travailler en lien avec la CREG et la FEBEG. Il ne me revient pas de vous dire ce que vous devez faire mais j’encourage chaleureusement toute initiative que vous prendrez ou toute audition que vous organiserez à ce sujet.
De plus, il y a
vraiment un manque de données qui mérite d’être comblé. Ce que nous avons vécu
était vraiment exceptionnel, mais il faut tout de même en tirer des leçons.
Mijnheer Verduyckt en mijnheer Ben Achour, de intentie is om de voorschotten op een correcte manier te kunnen bepalen. Daarom hebben de leveranciers zich ertoe verbonden om het voorschotbedrag minstens driemaal per jaar te evalueren. Dat is ook een belangrijk inzicht voor de consument.
Ik vertel u de anekdote van een huishouden waar het verbruik enorm was gestegen door het gebruik van een opblaasbare jacuzzi, gekocht in een of andere supermarkt. Die mensen hadden niet gelet op het energielabel van dat apparaat. Men heeft daar immers niet altijd voldoende aandacht voor. Het zou mij waarschijnlijk ook niet zijn opgevallen. Het is dus voor beide partijen goed om te controleren of het voorschotbedrag nog wel in overeenstemming is met het energieverbruik en met de verwachte eindfactuur.
Messieurs Prévot et Vanden Burre, concernant les PME et les indépendants, les deux groupes que vous citez sont des groupes différents. Les indépendants et PME sont définis comme groupe cible dans la loi gaz et dans la loi électricité. Il est vrai que ce protocole n'est pas d'application pour eux mais, comme vous le dites, les entreprises ont aussi des contrats différents de ceux des particuliers. Ils sont souvent plus longs, avec des tarifs fixes ou variables. Il est aussi important de ne pas défavoriser les indépendants par rapport aux clients particuliers. Par conséquent, le vice-premier ministre en charge des indépendants et moi-même voulons absolument examiner si une action doit être entreprise pour ce public cible.
Pour les groupes que vous avez cités, il existe de petits indépendants ayant des contrats basés sur une carte tarifaire. C'est ce qu'on appelle dans le jargon des fournisseurs les small office home office (soho). Cela peut être un avocat ou une styliste d'ongles, ceux qui ont une petite activité d'indépendant, qui n'ont pas une grande entreprise, qui n'ont pas une consommation élevée mais une consommation comparable à une consommation résidentielle. Ce groupe est souvent traité par les fournisseurs de la même manière que pour les contrats résidentiels. Les petits indépendants qui entrent dans ce groupe soho sont souvent traités de la même manière et rentrent, de manière indirecte, dans le champ d'application.
Ceci ne vaut pas, bien sûr, pour le boulanger, le boucher et le secteur horeca que vous avez cités. C'est un groupe qui est aussi défini à part entière dans la loi gaz et dans la loi électricité pour lequel nous devons avoir plus d'attention dans la politique énergétique à poursuivre.
01.09 Leen Dierick (cd&v): Mevrouw de minister, het is inderdaad crisis: torenhoge facturen voor de consumenten, die bovendien nog werden geconfronteerd met enkele leveranciers die er op sommige momenten de kantjes afliepen. Dat zorgde – terecht – voor vele klachten. Daar is goed op gereageerd door het oprichten van een klachtentaskforce. Wij hebben in het Parlement inderdaad al stappen vooruitgezet om de consumenten te helpen zodat zij kunnen reageren op hun voorschotfactuur, maar zij moeten nog altijd meer worden geïnformeerd over hun rechten. Bij dezen doe ik dan ook een oproep om de consumenten zo goed mogelijk in te lichten met een infocampagne.
Ik vroeg of de strafbepalingen in het wetsontwerp voldoende zijn, omdat er al gesanctioneerd is, maar die cijfers mogen gerust later worden doorgestuurd.
Het protocol is een goede stap. Er is vrij accuraat gehandeld, maar het is mij nog niet echt duidelijk wat het voordeel is van het werken met een protocol dat afdwingbaar is tegenover het werken met een wet. Dat laatste lijkt mij toch nog altijd net iets meer afdwingbaar dan een protocol. Er moest echter snel worden gehandeld omdat er een crisis was. Het is heel zinvol om achteraf alles eens te evalueren, hier lessen uit te trekken en na te gaan of er eventueel aanpassingen aan de wetgeving moeten gebeuren, zodat wij de consumenten nog beter kunnen beschermen en er weer een normale werking is tussen consumenten en energieleveranciers. In de crisis hebben sommige leveranciers er immers de kantjes afgelopen, waardoor het vertrouwen van de consument in de energieleveranciers serieus is geschonden. Wij moeten proberen om dat weer op een normaal niveau te krijgen.
De voorzitter: Mevrouw Dierick, ik wens u erop te wijzen dat er in totaal een 50-tal vragen op de agenda staan. U hebt ongetwijfeld schitterende medewerkers die uw vragen en replieken opstellen, maar het staat u altijd vrij om die ietwat beknopter te formuleren.
01.10 Leen Dierick (cd&v): Mijnheer de voorzitter, voor alle duidelijkheid, wij doen dat wel zelf. Niet al onze vragen worden door onze medewerkers geschreven. Ik vind dat een beetje…
De voorzitter: Ja, natuurlijk.
01.11 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse.
Puisque, d'une certaine manière, vous m'y avez invité, permettez-moi de faire référence à la proposition de loi que nous avons déposée sur ce thème et qui pourrait donner lieu à des auditions. Il s'agit effectivement d'un texte tout à fait perfectible et amendable, mais qui a le mérite de mettre la question sur la table. En effet, si la crise que nous avons connue était extrêmement grave, rien n'indique qu'elle ne pourrait pas se reproduire un jour. Il faut donc tirer les bonnes leçons pour mieux protéger les consommateurs en cas de nouvelle crise.
Nous ne manquerons pas de revenir avec ce texte en commission et de procéder aux auditions. Si cela vous intéresse, vous pourrez y participer.
01.12 Patrick Prévot (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses détaillées et pour avoir fait un état des lieux de la situation.
Je salue le protocole d'accord relatif aux particuliers.
Si je souhaitais attirer l'attention sur la situation des PME et des indépendants, c'est parce que l'on sait combien les crises successives les ont impactés. On sait aussi combien certains secteurs – je pense ici aux coiffeurs, aux boulangers, à l'horeca – sont très énergivores. Pour eux, les factures d'acompte sont très élevées, voire parfois trop élevées, surtout au regard des prix du marché au moment où on parle.
Je prends acte de vos intentions par rapport à ce secteur particulier. Il s'agit ici d'une réflexion qui peut être menée avec votre collègue en charge des PME.
J'espère très sincèrement qu'une solution concrète pourra être dégagée parce que même si les intéressés pourront récupérer le trop-perçu en fin d'année, cela sera beaucoup trop tard pour certains d'entre eux sachant qu'ils sont parfois obligés de compter chaque euro pour survivre.
01.13 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, u hebt zelf verwezen naar het hoge aantal klachten. Dat probleem erkent u dus. Verder hebt u erop gewezen dat het ondertekend protocol afdwingbaar is, maar zoals mevrouw Dierick al zei zou een wet beter zijn. Wat de handhaving betreft neem ik de suggestie ter harte om tijdens de geplande hoorzitting op 21 maart aan de CREG te vragen hoe zij dat ziet; ik ben er alleszins voorstander van dat de CREG daar toezicht op zou uitoefenen.
Wat de inhoud van het protocol betreft hebt u niet zoveel details gegeven. U zei dat de leveranciers zich ertoe verbinden lagere voorschotfacturen aan te rekenen bij dalende prijzen. Vanaf welke daling zal dat effectief gebeuren? Als ik het goed begrepen heb zouden ze die voorschotfactuur drie keer per jaar herbekijken. Het lijkt mij allemaal relatief vaag en ik ben bezorgd dat het bij theorie blijft. Is het mogelijk ons dat protocol te bezorgen? Natuurlijk gaat het uiteindelijk ook om de eindfactuur: om te zorgen dat de prijzen dalen zijn er meer structurele oplossingen nodig, zoals een prijsblokkering.
Tot slot hebt u niet geantwoord op de vraag over de wanpraktijken van de leveranciers. Het CREG-rapport van december 2022 is niet geruststellend: daar staat namelijk te lezen dat de klanten belazerd zijn doordat de leveranciers de dalende prijzen misbruikt hebben om hun winstmarges op te trekken. Tenzij het intussen allemaal opgehelderd zou zijn zie ik dat vertrouwen niet meteen terugkomen.
01.14 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, ik vind het goed dat de regering kort op de bal speelt. Misschien zijn de werkwijze en de keuze die u hebt gekozen sneller dan de wettelijke weg. Ik doe aan politiek om oplossingen en resultaten te bereiken. Dat is uiteindelijk het belangrijkste.
Het wetsvoorstel is trouwens niet verdwenen. Als we vaststellen dat de markt niet ageert op de manier die wij wensen, dan kunnen we nog altijd via dat wetsvoorstel werken. Dit is vergelijkbaar met de keuze die we hebben gemaakt bij de slapende energiecontracten. Ik herinner mij dat het ook heel moeilijk was. Als we daar vandaag op terugkijken, zien we dat die producten verdwenen zijn en het geen issue meer is. Ons wetsvoorstel met betrekking tot de strafbepalingen ligt in dezelfde lijn. Als iedereen van goede wil is, zal dat geen probleem vormen.
Voor alle duidelijkheid, wij zijn niet tegen voorschotten. Een voorschotregeling is een goede regeling voor een product dat niet altijd met dezelfde kosten gepaard gaat, maar wij mogen niet toelaten dat er te veel lucht in die voorschotten zit. Wij moeten die lucht daar uitlaten, net zoals uit die opblaasbare jacuzzi.
01.15 Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Monsieur le président, pour information, je fais partie des parlementaires qui écrivent leurs questions et leurs répliques eux-mêmes.
Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses et pour votre volontarisme. Je pense qu'il est important d’envoyer un message à ce groupe cible des petits indépendants, des très petites structures, des personnes qui travaillent seules et qui ont un accès énergétique qui est considéré comme celui des particuliers. Les plus grosses structures, les plus grosses PME ont des contrats spécifiques.
Ces secteurs très fragiles sont en grande souffrance aujourd’hui. Vous les avez cités: les artisans, les bouchers, l’horeca. Ce sont souvent des entreprises de moins de dix personnes qui ont vu leurs factures littéralement exploser. On a vu les exemples dans la presse. C’est vrai que si, pour ce secteur-là de manière très ciblée, on peut également faire un effort – et surtout demander à la Fédération des fournisseurs de faire un effort –, je pense que c’est vraiment important.
Vous l’avez dit, vous allez essayer de prendre des initiatives et de trouver une solution, qui ne sera pas simple parce qu’il faut vraiment cibler très fort, on l’entend bien. Je me joins à ceux et celles qui vous soutiennent, qui vous encouragent encore plus dans ces démarches. J’aurai le même message pour votre collègue M. Clarinval en charge des indépendants, que j’interrogerai prochainement à ce sujet.
De voorzitter: Ik zeg dit niet als repliek. Laat er geen misverstand zijn, ik heb respect voor alle hardwerkende parlementsleden, zowel uit het noorden als uit het zuiden. De enige vraag die ik wil stellen, is of een repliek die men afleest wel voldoende pointu is om in te spelen op het antwoord van de minister?
Mijn eerdere opmerking was eerder uit bezorgdheid, de duur van deze vergadering indachtig deed ik de suggestie om de replieken bondiger te maken. Maar het staat u natuurlijk vrij zo duidelijk en zo uitgebreid te spreken als u wenst.
01.16 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik wil in dit actuadebat graag nog repliceren, als niet-vraagsteller. Ik heb mijn repliek trouwens niet uitgeschreven, ik zal hem ter plaatse formuleren.
Mevrouw de minister, dank voor uw antwoord. Ik meen dat het inderdaad belangrijk is dat er via het protocol kan worden gewerkt om ervoor te zorgen dat de voorschotfactuur zoveel mogelijk aansluit op wat noodzakelijk is. Maar een grote uitdaging blijft toch nog altijd de correcte inschatting van het voorschot. Ik merk dat verschillende leveranciers daar toch wat mee worstelen. Voor een aantal factoren is het immers zeer moeilijk het verbruik in te schatten. Zeker voor gas speelt dit een belangrijke rol, omdat de verdeling van het verbruik niet uniform is in elke periode van het jaar. Een halvering van de gasprijzen zorgt er niet altijd voor dat het voorschot op de voorschotfactuur op dezelfde manier kan dalen, precies door die ongelijke verdeling. Ik meen dat daar ook wat extra aandacht naartoe zal moeten gaan, om ervoor te zorgen dat alles op de juiste manier kan worden ingeschat. Toegegeven, dat maakt het voor de consumenten heel moeilijk in te schatten of een bepaalde voorschotfactuur wel terecht is.
Ik kijk erg uit naar de evaluatie van deze maatregel wanneer het winterseizoen eindigt, om te zien of hier lessen uit te leren zijn.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
01.17 Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, en matière de gestion de l'ordre du jour, puis-je vous suggérer de joindre ma question n° 55034689C aux questions n° 55033724C de Mme Dierick et n° 55033730C de M. Warmoes, étant donné qu'elles ont le même objet?
Le président: Il en sera ainsi.
02.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, de kwalitatieve risicoanalyse opgesteld door de algemene directie Energie, Elia en Fluxys toont duidelijk de nood aan maatregelen om de elektriciteitsbevoorrading te garanderen. We hebben de afgelopen weken heel wat voorstellen zien passeren, waaronder dat om Doel 4 en Tihange 3 vanaf 2025 weer ononderbroken te laten draaien en dat om de levensduur van oudste kerncentrales te verlengen, iets wat u in het verleden wat afhield en waarvoor u de bal doorspeelde naar minister Verlinden. Tegelijk zien we dat Elia voorstelt om via een zogenaamde re-run van het CRM-systeem voor extra capaciteit te zorgen.
Op welke manier moet die kwestie volgens u worden aangepakt? Welke stappen wilt u zetten om de elektriciteitsbevoorrading te garanderen in 2025? Zal dat verder worden gecoördineerd? Ik merk immers dat een deel door uzelf en een deel door mevrouw Verlinden zou worden opgenomen. Moet ook de premier daar een rol in spelen?
Welke vragen zijn er concreet aan ENGIE en aan het FANC gesteld? Welke mogelijkheden liggen er nog op de tafel? Gaat u bijvoorbeeld ook onderzoeken wat de refueling kan betekenen voor de oudste kerncentrales? In het verlengde daarvan lijkt het mij evident dat u ook bekijkt hoe die voorzieningen op langere termijn verzekerd kunnen worden, zeker vanaf 2030 aangezien Elia voorrekent dat het elektriciteitsverbruik dan kan stijgen tot boven de 113 TWh en in 2035 tot boven de 130 TWh. Dat vraagt om extra maatregelen. Hoe ziet u die concreet? Hoe zullen wij op korte en middellange termijn de bevoorradingszekerheid kunnen waarborgen en welke stappen worden daar nu voor gezet? Toen ik u tijdens de vorige vergadering een gelijkaardige vraag stelde, gaf u daar geen concrete antwoorden op.
02.02 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, ik had twee verschillende vragen. Alles heeft natuurlijk met alles te maken. Ik zal ze dus na elkaar stellen.
Mijn eerste vraag betreft het risico van stroomtekorten de komende winters. Mevrouw de minister, wij hebben het daarover al gehad in een vorige vergadering, waarop u aanwezig was. Er was in november 2022 een nieuwe risicoanalyse voorgesteld door Elia. Er was sprake van een rapport van 5 februari of begin februari 2023, dat aan de regering was voorgesteld. Het zou in casu om een brief gaan. Mevrouw de minister, u hebt daarover toen niet gesproken, omdat het een punt op de regeling van de werkzaamheden betrof. Nu zouden wij die brief echter graag inkijken. Wat stond juist in die brief?
In de krantenkoppen de dag nadien werd immers het scenario geopperd van het verlengen van de levensduur van de oudste drie kerncentrales. Dat pad is nu blijkbaar verlaten, maar dat nieuwe rapport of die brief van Elia was toen de aanleiding. Kan u nu meer vertellen over wat het rapport of de brief juist inhield en over wat toen op het kernkabinet werd gepresenteerd? Kunnen wij daarover beschikken?
Mijn tweede vraag moet ik enigszins actualiseren. U onderhandelt nog altijd met ENGIE over de levensduurverlenging van Doel 4 en Doel 3. Er was begin januari 2023 een principeakkoord. Tegen 15 maart 2023 – wij hebben die datum nog niet bereikt – zou er een update van het akkoord komen met concrete cijfers van de kostprijs van het kernafval en de subsidies voor de verlenging.
Mijn oorspronkelijke vraag luidde als volgt: hoe staat het met de onderhandelingen? Is al meer geweten over de kostprijs van het nucleaire afval, de maximumfactuur, de subsidies voor de verlenging en op welke manier een en ander zal worden gefinancierd: via de factuur of via de belastingbrief en over de gevolgen daarvan?
Inmiddels is er echter het bewuste rapport, zoals ik het zal noemen, van het FANC aan de regering, dat u gisterochtend hebt besproken. Volgens dat rapport zou er worden geschoven met de moderniseringswerken van Doel 4 en Tihange 3, zodat die tijdens de winters 2025-2026 en 2026-2027 zouden kunnen blijven draaien om de elektriciteitsbevoorrading te verzekeren.
Wat mij daarbij wat vreemd lijkt, is het volgende. De werken zouden in de zomer plaatsvinden. Ik lees echter in een ernstige krant als De Standaard: "Hoe dan ook moeten de veiligheidseisen worden aangepast: ofwel moeten de eisen worden verlaagd, ofwel moet de timing worden aangepast. Het FANC zegt daar geen voorstander van te zijn, maar is van mening dat het te rechtvaardigen is, aangezien de elektriciteitsbevoorrading anders in gevaar dreigt te komen."
Het lijkt erop dat het kiezen is tussen de pest en de cholera. Het FANC heeft immers blijkbaar helemaal geen zin in het verlengen van de levensduur van die drie oudste centrales, die geen dubbele wand hebben en waarvan de levensduurverlenging zeer duur zou zijn. ENGIE is daarvan trouwens ook niet echt voorstander. Het FANC waakt natuurlijk over de veiligheid en in principe niet over de elektriciteitsbevoorrading.
Hoe zit dat juist? Hoe ziet u dat? Het gaat over garanties voor de veiligheid, want dat is voor kerncentrales natuurlijk enorm belangrijk, dat moet ik niet onderstrepen. Ik vind het een beetje vreemd dat die vereisten zouden moeten worden verlaagd. In De Morgen lees ik dat ENGIE in een informeel contact zou gezegd hebben dat het die verlenging wel ziet zitten als er nieuwe kernbrandstof beschikbaar is. Graag kreeg ik dus wat meer uitleg daarover.
Ik heb begrepen dat de deur naar de piste om Doel 1 en 2 en Tihange 1 langer open te houden nu gesloten is, al zei de voorzitter van een meerderheidspartij dat de veiligheid hem weinig interesseert.
02.03 Leen Dierick (cd&v): Mevrouw de minister, wij hebben al verschillende keren onze bezorgdheid geuit over de bevoorradingszekerheid voor de winters 2025-2026 en 2026-2027. Begin dit jaar besliste de regering om de levensduur van de twee jongste centrales met tien jaar te verlengen vanaf november 2026. Op 3 februari besliste de regering om de levensduur van de oudste kernreactoren met het oog op de bevoorradingszekerheid te verlengen met twee jaar.
Opeens kwam dan heel verrassend het nieuws van het FANC dat de geplande werken aan Doel 4 en Tihange 3 meer in de tijd zouden kunnen worden gespreid, zodat deze reactoren reeds tijdens de winterperiodes 2025-2026 en 2026-2027 zouden kunnen worden ingezet. Het is dus een dossier met vele wendingen en verrassingen.
Vanwaar komt die gewijzigde houding van het FANC?
Welke elementen liggen nu op tafel die men niet kende op 3 februari, toen het kernkabinet besliste om de levensduur van de oudste reactoren met twee jaar te verlengen?
Kunt u de beslissing van het kernkabinet van maandag toelichten, want daarover zijn toch wel wat nuances te lezen in de verschillende kranten? Wat is er effectief beslist?
Wat zijn nu de volgende stappen? Wij weten immers allemaal dat de tijd dringt en dat er dringend beslissingen moeten worden genomen. Er moeten ook wetten worden gewijzigd om de levensduurverlenging en nieuwe kernreactoren mogelijk te maken. Wat is het verdere tijdspad daarvoor? Kortom, hoe zullen wij de bevoorradingszekerheid op korte en lange termijn garanderen? Welke stappen moeten wij daarvoor zetten?
02.04 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, ik heb enkele vragen waarover wij het al eerder hebben gehad, maar in de plenaire vergadering zijn de interacties iets meer op het scherp van de snee en ik hoop dat u vandaag iets diepgaander kunt antwoorden.
De bevoorradingszekerheid is immers een bijzonder belangrijk gegeven, waarvan u zelf altijd zegt dat daar niet mee wordt gespeeld. Toch is de bevoorradingszekerheid een onderwerp dat heel vaak terugkomt in het Parlement en in de pers. Er worden in dat verband heel vaak bezorgdheden geuit over de winters van 2025 en 2026. Men heeft het vaak over het nucleair park in Frankrijk en de oorlog in Oekraïne die een probleem vormen, maar dat duidt erop dat wij vooral kijken naar energie uit het buitenland. Daardoor dreigen wij in een bepaalde problematiek terecht te komen in de komende jaren.
Het FANC heeft
ondertussen gezegd dat de kerncentrales van Doel 4 en Tihange 3
zonder onderbreking zouden kunnen blijven draaien en dat een aantal
noodzakelijke werkzaamheden in verband met de levensduurverlenging later in het
onderhoudsschema zou kunnen gebeuren. U zou die piste meenemen naar het
kernkabinet.
Wat is
daarover gezegd op het kernkabinet? Als die piste door het FANC naar voren
wordt geschoven, moet daar toch al eerder sprake van zijn geweest in de
regering en in de gesprekken met ENGIE Electrabel?
Ik vraag mij af hoe het nu eigenlijk zit. Wat is er mogelijk? Kunnen we spreken over het verder laten draaien van Doel 4 en Tihange 3? Is de piste rond de fuel extension van bepaalde centrales nog steeds een mogelijkheid of niet? Binnen de regering wordt ook gezegd dat er nog andere centrales zijn die eventueel langer kunnen openblijven. Wat is daarvan aan? Het is moeilijk om nog te weten wat de regering over een en ander denkt.
Wat de levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3 betreft, hebben we het hele debat begin dit jaar meegemaakt. De intentieverklaring werd omgezet in een princiepsakkoord. Alleen is er nog geen akkoord over een aantal heikele punten. Hoe verlopen de verdere onderhandelingen? Zijn al die knopen ondertussen ontward? Zullen we de vooropgestelde timing halen?
Niet onbelangrijk: wat heeft de exploitant intussen ondernomen om de levensduurverlenging verder voor te bereiden? Een van de zaken waarover u het wel eens was, was dat Electrabel zijn medewerking zou verlenen en actief zou meewerken aan de noodzakelijke vooronderzoeken voor de verlenging.
02.05 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, dans la note de l'AFCN qui a été transmise au gouvernement, l'Agence indique qu'il ne serait pas possible de prolonger d'autres réacteurs (Doel 1 et 2, Tihange 1). Par ailleurs, elle suggère de décaler les travaux nécessaires à la prolongation de Doel 4 et Tihange 3 pour permettre la production d'électricité depuis ces réacteurs en 2025 et 26.
Hier, le kern s'est réuni et des décisions ont été prises. Quelles sont-elles car les expressions postérieures au kern de la part de certains membres de ce gouvernement me semblent ne pas coïncider exactement, notamment sur la possibilité ou non de prolonger Doel 1 et 2 et Tihange 1? Quelles sont les décisions précises prises par le kern?
Par ailleurs, quelles sont les garanties en matière de sécurité d'approvisionnement dans le cadre d'un éventuel report des travaux de Doel 4 et Tihange 3 au-delà de 2026 et jusqu'en 2029? Dans quelle mesure l'absence de production de ces deux réacteurs serait-elle comblée durant cette période?
Enfin, madame la ministre, comment explique-t-on que de telles informations fuitent dans la presse à l'approche d'un kern aussi important?
02.06 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, ik zal geen historiek geven van de Belgische kernuitstap, daarvoor hebben we Wikipedia.
Het voorstel van het FANC dat vorige week op tafel kwam, heeft toch wel een aantal interessante aspecten. Het ging wel een beetje in tegen eerdere stellingnames van de regering. De stand van zaken, zeker in dat grotere LTO-dossier, interesseert me wel. Ik had daarover dus graag meer uitleg gehad van de minister.
02.07 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, mijn vragen zijn enigszins gelijklopend met sommige die door de collega’s zijn gesteld. Uiteindelijk gaat het over drie zaken. Hoe staat het met de onderhandelingen met ENGIE over de levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3? Hoe analyseert u de uitspraken van Chris Peeters, de CEO van onze beursgenoteerde netbeheerder en adviseur van de regering wat betreft de bevoorradingszekerheid in 2025-2026 en 2026-2027? Hoe ziet het er uit voor 2024-2025? Hoe reageert u op de analyse van ENGIE en het FANC over de levensduurverlenging en de stappen die daarvoor nodig zijn?
Ik kijk met verwachting uit naar een update over de meest recente ontwikkelingen.
02.08 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, ik heb de vrijheid genomen om de vragen te groeperen in een logisch opgebouwd verhaal.
Zoals u allen hebt uiteengezet, kunnen we met onze bevoorradingszekerheid inderdaad geen enkel risico nemen. We hebben daarvoor een goede tool in handen, met name het CRM. Onderliggend aan het CRM is er de adequacy and flexibility study, maar ook het model van Elia. Dat leidt ertoe dat we kunnen werken met een planmatige aanpak, een soort stuurwiel, voor onze bevoorradingszekerheid en de energietransitie. We zorgen ervoor dat de markt voldoende flexibel is. Dat is een heel andere situatie dan vandaag in Frankrijk en Duitsland, waar de afschakelplannen klaarliggen. Duitsland weet dat het veel capaciteit nodig heeft, maar beschikt niet over een mechanisme, middel of beleid om daarvoor te zorgen.
De manier waarop
we in ons energiebeleid denken en de methodologie die we hanteren, bestaat
altijd uit vier dezelfde stappen, namelijk: analyseren, plannen, implementeren
en evalueren. Op basis daarvan heb ik mijn antwoord opgebouwd.
Met betrekking tot
de analyse, heeft de heer Verduyckt gezegd dat hij de historiek niet ging
herhalen. Die geschiedenis kan echter makkelijk worden samengevat. Geen van de
scenario’s die de voorbije jaren stof waren voor discussie, met name de
kernuitstap en de levensduurverlenging, zijn voorbereid. Daarom is het zo
belangrijk dat we het investeringsmechanisme vanaf de winter van 2025 in orde
hebben gebracht. Dat was binnen de regering, het Parlement en deze commissie
een zeer intensief proces dat we samen hebben doorlopen.
Toen was er de
oorlog in Oekraïne in combinatie met de grote problemen met de Franse
kerncentrales. Frankrijk is van netto-exporteur geëvolueerd naar
netto-importeur. We moeten ons beleid daaraan aanpassen. We hebben ons beleid
op verschillende manieren gemodelleerd naar die gewijzigde situatie. Op heel
korte termijn hebben we de voorbije zomer het winterplan opgesteld om goed
voorbereid de winter in te gaan. Wat later in de winter moest er worden beslist
over het volume voor de veiling 2026-2027. Dat was ongeveer een maand na de
inval van Rusland in Oekraïne, toen ook over de levensduurverlenging van
Doel 4 en Tihange 3 moest worden beslist.
We zijn ook onze assumpties met betrekking tot het scenario en de import, ook die van mijn voorgangster, blijven analyseren. Kunnen we die blijven handhaven, nu we die grote problemen zien in Frankrijk? Dat heeft ertoe geleid dat de regering heel wat stappen heeft genomen.
Er is op korte tijd veel werk gebeurd. Ik wil dat graag even overlopen. Dat kan orde scheppen in de chaos, want de gebeurtenissen volgden elkaar snel op, zoals u zei.
Tijdens het begrotingsconclaaf in oktober 2022 heeft de regering al een verzoek aan mijn administratie, aan Elia en aan Fluxys gericht om tegen 1 december een risicoanalyse uit te voeren, naar aanleiding van de kwetsbaarheid van het Franse nucleaire park en de kwetsbaarheid aan de Belgisch-Duitse grens, op een moment waarop één kernreactor op twee in Frankrijk onbeschikbaar was. Dat rapport hebben wij van de AD Energie, van Elia en van Fluxys gekregen. Zij zijn dat in het kernkabinet komen voorstellen. Zij gaven risico’s aan voor de winters van 2024-2025, 2025-2026 en 2026-2027.
In het kernkabinet werd op 7 december 2022 een aantal opdrachten gegeven. Een opdracht was om verder te werken aan de low carbon tender, de tool die de winter van 2024-2025 moet aanpakken. Een andere opdracht was om te blijven werken aan verbeteringen van het CRM, om zeker toezicht te hebben op de bestaande capaciteit en die in die markt te houden. Het CRM is immers marktbreed voor nieuwe capaciteit maar ook voor bestaande capaciteit. Wij vroegen ook om voor de winter van 2025-2026 oplossingen uit werken voor het inzetten van de oudere eenheden.
Op 7 december werd dus al beslist om de exploitant en Elia te raadplegen over fuel extension, modulation en refueling voor de installaties Doel 1, Doel 2, Tihange 1 of de installaties Doel 4 en Tihange 3 voor de winters 2025-2026 en 2026-2027, waarbij ook het advies van het FANC moest worden gevraagd.
In december en januari werden ook de nodige contacten met die partijen gelegd, met ENGIE, met Elia en met het FANC via Elia op 9 december, op 13 januari en op 18 januari, over al die aspecten en in het kader van de onderhandelingen tijdens de kerstvakantie, waarvan de security of supply ook integraal onderdeel uitmaakt.
Dan is de heads of terms ondertekend. Dat heeft aanleiding gegeven tot een nieuwe vraag van ons aan Elia. Dat werd besproken in het kernkabinet op 3 februari, met input van Elia en van het FANC. Elia heeft opnieuw gesproken over die behoefte, 900 tot 1.200 megawatt voor de winters van 2025-2026 en 2026-2027. Het gecombineerd advies van Elia en het FANC was om te kijken naar oudere eenheden, Doel 1, Doel 2 en Tihange 1, vanwege hun complexiteit op de LTO. In december hebben wij nog gezegd dat wij alle eenheden in ogenschouw namen, maar op 3 februari luidde het advies dat wij dienen te focussen op die oudere eenheden.
Ik ga nog even dieper in op het kernkabinet van 3 februari. Die vergadering heeft aanleiding gegeven tot een schrijven aan ENGIE, om van die piste een veiligheidsevaluatie te maken en die aan het FANC te bezorgen. We zitten namelijk telkens met gecombineerde aspecten. Inzake bevoorradingszekerheid is Elia de technisch adviseur, voor nucleaire veiligheid is het FANC de technisch adviseur. De regering laat zich telkens op basis van die informatie bijstaan en adviseren. Op 3 februari formuleerden wij dus betreffende de nucleaire piste de vraag over de oude eenheden. Tegelijkertijd, voor het geval die piste niet zou slagen, hebben wij bekeken wat de mogelijkheden zijn voor een nieuwe veiling voor de winter van 2026-2027.
Op dat punt staan we vandaag. Het veiligheidsdossier is door ENGIE voorgelegd aan het FANC en daarover heeft ook een vergadering plaatsgevonden. Dat was input voor het kernkabinet dat gisteren is samengekomen.
Dans sa note, l’AFCN a évoqué l’option alternative consistant à étaler dans le temps les travaux de LTO pour Doel 4 et Tihange 3. Ces derniers pourraient alors être disponibles pour l’hiver 2025 après avoir été ravitaillés en combustible. Comme argument pour cette option alternative, elle cite le fait que Doel 4 et Tihange 3 ont une conception plus récente et plus robuste et que ces unités sont déjà proches du niveau de sûreté nucléaire exigé pour l’apès-2025 contrairement à Doel 1 et 2 et à Tihange 1, ce qui, dans l’option alternative, est préférable en matière de sûreté nucléaire.
Il ressort également de la note que cette option alternative est également préférable en matière d’organisation de ressources humaines et d’approvisionnement en combustible nucléaire. La note mentionne en outre que lors d’un contact informel avec l’AFCN, Electrabel a indiqué qu’elle voyait une possibilité de mettre en œuvre ce scénario alternatif alors qu’Electrabel ne le voit clairement pas dans sa note pour Doel 1 et 2 et Tihange 1. Tout ceci a été discuté hier en kern. Il a été décidé de demander à Electrabel de préparer une analyse de sécurité pour cette option alternative également.
Samengevat, het kernkabinet focuste op 3 februari 2023 op de oudste eenheden. Daarvoor is een veiligheidsdossier ingediend. Dat heeft geleid tot een bepaalde appreciatie en voor het FANC tot het voorstellen van een alternatieve piste. Ik kan niet in naam van het FANC spreken, maar alleen delen wat het zelf meedeelt. Mevrouw Dierick, met betrekking tot uw vraag heeft het FANC verklaard dat het zelf proactief heeft nagedacht. Het FANC heeft ook aangegeven dat het veronderstelde dat er nog bestaande thermische capaciteit zou zijn. Dat is natuurlijk niet het geval. De bestaande thermische capaciteit is bekend. Er is maar één thermische capaciteit die vandaag in 4bis heeft ingediend, namelijk het oude Vilvoorde. Daarover was duidelijk te weinig informatie, een misverstand of dergelijke.
Vandaag worden die twee pistes beoordeeld. Voor beide pistes wordt een veiligheidsevaluatie gevraagd, waarna het kernkabinet zich daar opnieuw over zal buigen. Gisteren zijn er twee beslissingen genomen. Ten eerste is er beslist om ENGIE te vragen ook de veiligheid van die alternatieve piste te evalueren. Ten tweede is Elia gevraagd om opnieuw te evalueren wat er nodig is voor de bevoorradingszekerheid.
Met betrekking tot
het verdere verloop van de implementatie lopen er besprekingen over de LTO en
de updated heads of terms die
parallel blijven lopen, waarbij bevoorradingszekerheid in de winters een
onderdeel is van de onderhandelingen. ENGIE gaat voor die winters immers geen engagement
aan. Dat is ook de reden waarom we heel deze extra oefening moeten maken. Als
er een engagement zou zijn voor de
winter 2026-2027, dan zou het probleem van die winter in elk geval al opgelost zijn.
Die besprekingen verlopen in een gestaag en constructief tempo. In de loop van
maart moet daarvoor een volgende stap worden gezet. De uitdaging is
geïdentificeerd. De oplossingen worden onderzocht en voorbereid zodat er een
beslissing kan worden genomen door de regering.
Zoals Elia stelt,
is de situatie absoluut urgent. We zitten nu niet in de situatie van 2018, maar
het is uitdrukkelijk de absolute opdracht om ervoor te zorgen dat we in de
winter van 2025-2026 en 2026-2027 niet in die situatie zitten. We moeten nu dus
ageren. Er is absoluut geen tijd meer te verliezen.
Dan kom ik tot de stand van zaken van de LTO. We hebben hier de heads of terms besproken. Op basis daarvan is ENGIE in gang geschoten. Ze hebben hun input geleverd voor het milieueffectenrapport, dat vanaf 20 maart in publieke consultatie zal gaan. De timing die wij in het kader van de reparatie van Doel 1 en Doel 2 hebben besproken, kunnen wij dus handhaven. Dat betekent dat de parlementaire bespreking van het ontwerp aan het einde van dit jaar zal kunnen beginnen. Die timing is niet gewijzigd.
Met betrekking tot de concrete voorbereiding van de LTO herinner ik u aan het feit dat de eerste minister en ikzelf hier hebben gezegd dat die begonnen is. De studies voor de periodic safety review zijn heropgestart. Electrabel is volop bezig met de berekeningen van de reactorkern, om zo de specificaties te bepalen van de kernbrandstof die moet worden besteld. Het bestellen van die brandstof zal integraal deel uitmaken van de joint development agreement, waarover momenteel wordt onderhandeld. Dat besluit moet in de loop van de maand maart volgen, samen met een update van de heads of terms.
Er was een vraag over de financiering. Uiteraard zal die komen van de inkomsten van de verkoop van elektriciteit. Als die verkoop meer opbrengt dan nodig is, willen wij dat dit naar de Staat terugvloeit. Daartegenover wil ENGIE natuurlijk ook bepaalde garanties. Als die verkoop onvoldoende zou opbrengen, dan speelt het remuneratiemechanisme dat momenteel het voorwerp van onderhandelingen uitmaakt en een zeer intensief traject kent.
Sinds de wijziging van de wet op de kernuitstap voor de verlenging van Doel 1 en Doel 2, die door het Grondwettelijk Hof werd vernietigd, weten we dat we telkens in een MER en een grensoverschrijdende consultatie moeten voorzien. Dat is een proces dat verschillende maanden in beslag neemt. Dat doen we nu voor Doel 4 en Tihange 3. Voor de winters van 2025-2026 en 2026-2027 is een nucleaire piste de voorkeurspiste. We moeten natuurlijk wel eerst de richting daarvan kennen. De oude piste en de alternatieve piste kennen immers een verschillende wettelijke afhandeling.
Voor de alternatieve piste zoals voorgesteld door het FANC zijn de huidige wijziging en het MER voldoende, voor Doel 1 en Doel 2 en Tihange 1 op zich niet. Voor we dit in gang steken, moeten we wel zicht hebben op hoe dit eruitziet, of er eventueel werken nodig zijn, of dit überhaupt kan of niet. Er zijn vandaag zeer veel onbekenden in die piste. Soms lijkt het alsof gewoon de datum veranderd moet worden, maar er wordt wel iets in gang gezet. Daarom hebben we in de week na 18 maart, dus heel snel al, een voorontwerp van wijziging op de regeringstafel gelegd. De situatie voor Doel 4 en Tihange 3 was echter anders. Daar is een tijd op gestudeerd, dat kan relatief goed ingeschat worden. Dat heeft ook direct gevolg voor de communicatie naar de buurlanden. De piste voor de oude centrales is heel onduidelijk op dit moment, waardoor het moeilijk is om daar meteen een voorontwerp van wijziging voor te geven.
De prototypes vormden ook een deel van uw vraag. De wet op de kernuitstap moet op zich niet gewijzigd worden voor wat het SCK vandaag wil doen. Het werkplan dat het SCK voorlegt, tot en met de ontwikkeling van een prototype, laat de huidige wet op de kernuitstap wel toe. Het is toch echt belangrijk dat we daar met juridisch robuuste oplossingen komen, niet zozeer om beroepen te vermijden, aangezien deze vaak onvermijdbaar zijn, maar wel om beroepen te kunnen winnen als deze er zouden komen.
Dit was een vrij uitgebreid antwoord, waarin ik heb geprobeerd op een aantal zaken wat concreter in te gaan. Ik ben van mening dat de situatie urgent is, maar we liggen nog on track om dit op een goede manier af te handelen.
Ici, je veux faire le lien avec la question que M. Ben Achour m’a posée sur le fait qu'il y a eu une fuite à la veille d’un kern. Hélas, monsieur Ben Achour, je dois constater qu’en fait, à la veille de chaque kern sur la sécurité de l’approvisionnement, il y a une fuite!
Je me souviens qu’en février, la une de Het Laatste Nieuws titrait: "Elia zegt dat er 2 gigawatt tekort is" La veille, nous avions reçu le rapport d'Elia.
Dans ce dossier, moi en tant que ministre et le gouvernement dans son ensemble, nous sommes confrontés à de telles fuites à tout moment: avant un kern, après un intercabinet, avant ou pendant un DAB. Il est clair que cela complique beaucoup notre travail . Les décisions qui doivent être prises sont de nature très importante. Elles ont des conséquences énormes sur les prix et sur la sécurité de l’approvisionnement. La situation est grave et il nous faut une approche plus sereine.
02.09 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik begrijp vooral dat er nog verschillende pistes worden onderzocht en dat er nog heel veel onzekerheid in het verhaal zit. U onderstreept dat u absoluut de situatie van 2018 wilt vermijden, maar geef eerlijk toe dat er in de winter van 2018 kerncentrales 1 tot 2 gigawatt leverde en u nu aankijkt tegen het feit dat de operationele kerncentrales ook maar goed zullen zijn voor een maximum van 2 gigawatt. U zit dus eigenlijk perfect op dezelfde lijn!
Bovendien staat of valt alles met het resultaat van uw onderhandelingen met ENGIE, dat in juni – u hoopt dat het maart wordt – vorm krijgt in een akkoord. Als u geen akkoord tot stand kunt brengen over de cap voor de berging van kernafval, dan komen wij heel dicht bij de go or no go date, waardoor het project zelfs nog helemaal zou kunnen worden afgeblazen. Hoe moeten wij een en ander rijmen? Ik vrees immers dat u, voor zover dat nog niet het geval was, met de rug tegen de muur staat, want de macht van ENGIE is exponentieel toegenomen, omdat die pistes nu pas in het traject op tafel zijn gelegd. Het Parlement heeft al sinds 18 maart vorig jaar gevraagd ook de piste met betrekking tot de oudere kerncentrales te overwegen, maar dat hebt u niet willen doen. U wilde enkel naar Doel 4 en Tihange 3 kijken. Wij komen zo in een situatie die heel erg gevoelig zal worden. De vraag is wat er volgende week woensdag gebeurt, wanneer er een akkoord met ENGIE moet liggen. Het is mij niet duidelijk of u dan al op de juiste piste zult zitten.
Ik plaats ook vraagtekens bij uw eenvoudige stelling dat het traject in verband met SMR’s geenszins in gevaar is door de wet op de kernuitstap. Nochtans heeft het SCK in het Parlement verklaard dat wij op het moment totaal ongeloofwaardig zijn, want in de wet staat er wel degelijk een verbod om SMR’s voor commerciële toepassingen te gebruiken. Als het SCK, dat het onderzoek moet doen, dat zelf zegt, dan zijn er toch wel problemen te verwachten. In welke richting zal dat verder gaan?
Ik begrijp uit uw uitleg ook dat het voorstel dat Elia op een gegeven moment naar voren schoof, namelijk om naast de low carbon tender nog capaciteit toe te wijzen, vandaag niet op de tafel ligt. Er dreigen dus toch heel wat risico’s. We moeten nog afwachten hoe dat allemaal in praktijk gebeurt.
Ik vrees dat wij wel wat tijd hebben verloren. In de huidige situatie wordt het volgens mij heel erg moeilijk. We mogen hopen dat elke piste die op tafel wordt gelegd, ook gehaald wordt. Als er nog ergens ruis op de lijn komt, vrees ik ervoor dat wij niets meer achter de hand hebben en dat u geen oplossingen meer kunt aanreiken. Vandaag verwijst u naar problemen in Frankrijk en Duitsland, waarvan ik begrijp dat er volop aan oplossingen wordt gewerkt, maar het lijkt er vooral op dat wij binnenkort in een vergelijkbare problematische positie terechtkomen en dan wordt het natuurlijk heel moeilijk.
U hebt ook amper gerept over het feit dat we op de middellange termijn, vanaf 2030-2035 veel meer stroom nodig zullen hebben, noch geantwoord op de vraag hoe u die nood zult lenigen. Ik denk dat wij daarover eens een ernstig debat moeten voeren.
02.10 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, u hebt de historiek geschetst. Het is duidelijk dat het eindpunt in het proces waarin we zitten, nog niet is bereikt.
Het begint allemaal wel met de kwestie van de bevoorradingszekerheid en de rapporten van Elia, vooreerst het rapport van november en daarna de actualisatie, die fameuze brief aan het kernkabinet van 3 februari. Nogmaals, ik heb gevraagd om die documenten ter beschikking te kunnen krijgen, want dat is wel essentieel. Het rapport van november konden wij op het secretariaat van de commissie inkijken. Er stond niet veel vertrouwelijks in, een klein stukje maar. Daarom begrijp ik niet waarom u niet op ons verzoek ingegaan bent. Wat staat er precies in die brief? Dat willen we graag weten. Dat is niet onschuldig, want er wordt verwezen naar de onbeschikbaarheid van de Franse reactoren. Dat is evident een probleem, maar ik neem aan dat men in Frankrijk ook niet met de vingers zit te draaien en daar gewoon bij blijft stilstaan. Ook daar is een en ander in evolutie.
Daarom vraag ik u nogmaals of wij kunnen beschikken over de brief van Elia, die op het kernkabinet van 3 februari besproken is, dan wel om die in te kijken, want daar begint het namelijk mee. Het Laatste Nieuws vermeldde destijds een tekort van 2 gigawatt voor de komende winters, maar het zou blijkbaar minder zijn.
Als ik u goed heb begrepen, staan er nu nog altijd twee pistes op de agenda, namelijk het langer in dienst houden van Doel 1 en 2 en Tihange 1 of, hetgeen gisteren werd geopperd, de niet-sluiting van de twee jongste reactoren.
Ik heb daarnet geciteerd uit een
Nederlandstalige krant en ik zal nu uit een Franstalige krant citeren. Ik ga
regelrecht in tegen hetgeen de vorige spreker heeft gezegd. Frank Hardeman,
algemeen directeur van het FANC, zegt het volgende in L’Avenir. “Que
pensez-vous de la possibilité de prolonger Doel 1 et 2 et Tihange 1? C’est
une idiotie complète. Il faudrait entreprendre d’énormes travaux qui
prendraient des années pour répondre aux normes de sécurité. De plus, il serait
difficile de trouver du combustible pour ces deux réacteurs.“
Hij legt dan uit dat heel specifieke brandstof nodig is en dat het zelfs niet zeker is dat die in het Westen wordt geproduceerd. Misschien moeten we die zelfs uit Rusland importeren. Bovendien zou ENGIE Electrabel zelfs het personeel niet meer hebben om die kerncentrales open te houden.
Hij besluit: “Il est impossible de prolonger ces trois réacteurs.” Voor hem is die deur dus dicht, terwijl die voor de regering blijkbaar nog openstaat.
Hij vindt het alvast intelligenter om Doel 4 en Tihange 3 gedurende de werken open te houden. Hij maakt daarin een onderscheid tussen werken, “indispensable pour la sûreté et ceux qui ameliore le comfort”. We zullen zien wat het vervolg is. Ik neem alleszins aan dat wat “indispensable pour la sûreté” is, tijdig zal worden gedaan, want we lachen uiteraard niet met de veiligheid.
Ik hou ook mijn hart vast welk prijskaartje er uit de bus komt na de onderhandelingen met ENGIE. De veiligheid moet worden gegarandeerd, maar ik hoop ook dat er geen toegevingen aan ENGIE worden gedaan. Het bedrijf maakt op het moment al voldoende overwinsten. Het kan dat zelf wel betalen, denk ik. Dat zien we dan verder.
02.11 Leen Dierick (cd&v): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord.
We beseffen allemaal dat er dringend beslissingen moeten worden genomen voor de winters van 2025-2026 en 2026-2027. We zijn tevreden met de beslissingen van het kernkabinet om zowel de twee jongste als de drie oudste kerncentrales langer open te houden. Wij hebben er altijd op aangedrongen dat alle pistes open moeten blijven en moeten worden onderzocht. Ik ben tevreden dat u nog eens heel duidelijk hebt bevestigd dat beide pistes nog altijd verder worden onderzocht en dat de brief van het FANC daar geen afbreuk aan doet.
Ik betreur daarbij wel de framing in de pers. De pers doet alsof de piste van de oudste kernreactoren van tafel is. Dat is niet het geval. Het kernkabinet heeft dat gisteren niet beslist. Beide pistes worden verder onderzocht. Het zal uiteindelijk aan het kernkabinet zijn om de keuze te maken.
U zegt dat er voor het onderzoek inzake SMR’s geen wet hoeft te worden aangepast. Dat is uw persoonlijke mening en die mag u uiteraard hebben, maar als minister moet u wel uitvoering geven aan datgene wat de regering heeft beslist. In dat verband verwijs ik naar de beslissing die is genomen in de nacht van 22 op 23 december. Toen is heel duidelijk beslist dat er een wet moet worden aangenomen op de ontwikkeling van duurzame en koolstofneutrale energieproductiemogelijkheden, waaronder SMR’s. Aan die beslissing moet dus gevolg gegeven worden. De wet moet bijgevolg aangepast worden. Wij kijken uit naar dat initiatief. We hopen dat dat initiatief van u komt, zodat wij het niet zelf hoeven te nemen.
02.12 Reccino Van Lommel (VB): U hebt heel veel gezegd, maar tegelijkertijd niet genoeg. Ik ben helemaal niet gerustgesteld. Ik stel vast dat we veel minder ver staan dan gedacht. Ik had gehoopt dat u vandaag toch iets beter nieuws kon brengen. Het exportliedje dat in de voorbije maanden is afgestoken - we zijn netto-exporteur van energie naar Frankrijk – blijft natuurlijk niet duren. De nood zal in België alleen maar toenemen. Het is al lang niet meer vijf voor twaalf; het is intussen al vijf over twaalf. Ik ben echt bezorgd.
Er liggen nu wel een aantal voorstellen van oplossing op tafel, maar we kregen nog steeds geen zicht op de finale oplossing. It takes two to tango en dat is ook nu het geval: het kalf ligt gebonden bij ENGIE Electrabel. In het verleden heb ik al heel vaak gezegd dat het bedrijf in een luxueuze zetel zit en die is alleen nog luxueuzer geworden.
Dan heb ik het nog niet over het feit dat er evenmin een definitief akkoord is over de levensduurverlening van Doel 4 en Tihange 3, ook al bent u het eens geworden over de principes. U geeft zelf toe dat een en nader nog bijzonder moeilijk ligt. In de komende weken zal moeten blijken of er een definitief akkoord komt, want dat zal bepalen of er überhaupt gesproken kan worden over een levensduurverlenging. Als u het daar niet over eens raakt, is het probleem zelfs veel groter dan alleen dat van de energiebevoorrading in de winter van 2025 en de winter van 2026.
We hebben hier vandaag niet echt een positieve noot gehoord, tenzij dat er een en ander in de pijplijn zit en het kernkabinet afgelopen maandag bevestigde dat er verschillende pistes zijn. Dat had naar mijn mening trouwens al veel eerder beslist moeten worden, maar rollebollend over straat hebt u daarover de voorbije jaren en maanden ruziegemaakt. In plaats van de discussie in de media te voeren, had u dat beter in de regering gedaan en had het kernkabinet beter ter zake de noodzakelijke beslissingen genomen. Nu moet u alweer voor nieuwe denksporen rond de tafel zitten. Ik vrees dat het dossier alleen maar complexer zal worden. Onze bevolking zal daar hoe dan ook niet bij gebaat zijn.
Van de loodgekoelde SMR’s, die niet alleen in powerpointpresentaties bestaan maar die realiteit zullen worden, zal een prototype gebouwd moeten worden. In de hoorzitting getuigden sprekers dat ons land geloofwaardigheid verliest, omdat we enerzijds 100 miljoen euro in onderzoek naar de ontwikkeling van nieuwe loodgekoelde SMR’s investeren en moderne kernenergietechnologie promoten, maar anderzijds gebonden zijn aan de wet op de kernuitstap. Ik vrees dat wij de industrie uiteindelijk niet mee op die kar zullen krijgen. Ik begrijp dat die bezorgd is en dat zet een domper op de vreugde over de noodzakelijke ontwikkeling van die technologie de komende jaren.
02.13 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, on entrevoit finalement petit à petit ce que pourrait être à l’avenir notre mix énergétique. En lisant la presse, on a l’impression que la voie est définitivement ouverte vers la prolongation, ou le principe de la prolongation de nos centrales nucléaires. Mais c’est vrai que c’est un peu trompeur. Il y a un effet de loupe sur le kern d’hier.
En définitive, tout cela dépendra de l’accord avec ENGIE, qui reste finalement quelque part le préalable nécessaire, la condition de possibilité de toute prolongation, qu’on parle de un, deux, trois, cinq ou sept réacteurs. Peu importe. Nous dépendons maintenant d’ENGIE. Nous allons attendre cet accord. Nous débattrons lorsque vous viendrez le présenter.
Mais dans l’état actuel des choses, je crois que nous devons rester sereins et humbles face à la situation. Rien n’a été bouclé lors du kern d’hier. En effet, attendons maintenant de voir comment le gouvernement va pouvoir s’en sortir dans un rapport de force avec ENGIE qui n’est, en effet, pas très favorable.
02.14 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Sommige collega’s zeggen dat het vijf na twaalf is en dat er nog weinig tijd is. Collega Wollants zegt dat vaak, maar hij zegt er niet bij hoe dat komt. Die dossiers lagen immers niet klaar op uw bureau.
Het debat gaat over de winter van 2025. Die ligt inderdaad niet veraf, dus dit is een belangrijk debat. Ik begrijp dan ook niet goed dat de collega van het Vlaams Belang het hier over de SMR’s heeft. Dat gaat over twee totaal verschillende tijdlijnen en die zullen absoluut geen oplossing bieden voor het probleem dat we hier vandaag bespreken. Voor mij is dat een andere zaak.
Mevrouw de minister, ik dank u voor deze stand van zaken. Alles wordt nog bekeken. Dat is ook niet meer dan normaal. We moeten hier niet flauw over doen, het gaat niet over een lichtschakelaar omzetten, het gaat over bijzonder complexe installaties en dan hoor ik niet graag dat sommigen hier laten uitschijnen dat we alles moeten bekijken en dat het FANC kan zeggen wat het wil.
Veiligheid is een bijzonder belangrijke issue, naast uiteraard de kostprijs. Wij vinden dat bijzonder belangrijke zaken om mee te nemen in de discussies. Ik begrijp uit het voorstel van het FANC dat een re-run van het CRM vandaag heel veraf ligt. Nogmaals, dat lijkt mij een interessant voorstel, maar wij wachten de resultaten van de besprekingen af.
02.15 Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik wil heel even het woord nemen omdat ik de minister wil bedanken voor haar antwoord.
Het gaat hier inderdaad over de bevoorradingszekerheid. Het is duidelijk dat wij dit allemaal belangrijk vinden. Alle uiteenzettingen gingen daar immers over, maar soms krijg ik de indruk dat wat men mijn fractie verwijt, namelijk dat er dogma’s zijn waar men niet van af wil, zich soms ook aan de andere kant voordoet. Wat voor onze fractie belangrijk is als het gaat over bevoorradingszekerheid, is dat we moeten kiezen voor een technisch robuust verhaal dat tevens de meest veilige optie is.
Het oordeel van het FANC is voor ons dus een heel belangrijk aspect in dit verhaal. Als ik dan hoor dat het moeilijk zal zijn om de drie oudste kerncentrales te laten voldoen aan de veiligheidsvereisten en dat Tihange 3 en Doel 4 op dit moment aan die reference levels voldoen, maar dat enkele moderniseringswerken naar een later ogenblik zouden worden verschoven, dan lijkt mij dat de meest veilige optie. We moeten vooruit, we moeten de zaken aanpakken en de juiste keuze maken als het gaat over bevoorradingszekerheid.
02.16 Marie-Christine Marghem (MR): Madame la ministre, j'ai bien écouté votre réponse et je sens, dans votre attitude générale, une volonté d'essayer de trouver la sérénité dans les débats pour résoudre un problème très grave. Il ne faut pas sous-estimer la gravité de la situation, qui est bien pire qu'en 2018, contrairement à ce que vous prétendez. En effet, en 2018, la situation est restée critique pendant quelques semaines mais tous les réacteurs étaient en mesure de produire et sont revenus très rapidement dans le mix électrique. De plus, Doel 3 et Tihange 2 pouvaient encore fonctionner, ce qui n'est plus le cas aujourd'hui.
Vous affirmez que la transition a été mal préparée, mais je crois que c'est Fatih Birol, de l'Agence internationale de l'énergie, qui répond le mieux à cette question. En réalité, la loi de 2003 a très mal envisagé la transition dans notre pays. Ce n'est pas quelque chose d'extraordinaire, mais quelque chose qui peut être reproché à l'Europe. Voici ce que dit Fatih Birol: "L'Europe a commis deux énormes erreurs stratégiques en matière d'énergie au cours des dernières décennies. L'une d'elles a été de trop dépendre d'un seul pays et, pire, d’un pays comme la Russie pour son approvisionnement. La deuxième erreur, à mon avis, c’est que plusieurs pays européens", dont la Belgique, "ont voulu se passer d’énergie nucléaire, qui est pourtant une source nationale de production d’électricité. L’Europe a appris de ces erreurs, mais elles lui coûtent très cher."
L'orientation de la loi de 2003, qui a montré ses limites, nous a tous mis dans une situation – je reprends vos mots – "d'impréparation". Mais impréparation à quoi? Tel est le sujet! L'impréparation, c'est aussi l'impossibilité d'assurer la sécurité d'approvisionnement en tout temps. Je reprends ce que disait M. Deleuze quand il a été interrogé il y a un an ou deux, pas plus, sur la manière dont il avait envisagé la sortie du nucléaire. Il a dit: "On a pris un chiffre comme ça, 40 ans, et on ne savait pas comment on allait sortir du nucléaire." Il a dit à ce moment-là, parce qu'il a été honnête: "il y avait trois conditions, la première, c'est beaucoup d'énergies alternatives; la deuxième, c'est la sécurité l'approvisionnement; et la troisième, c'est la sûreté."
Et donc, sur ces trois paramètres, il n'y a pas beaucoup d'énergies alternatives, malgré tous les efforts financiers importants qui ont été demandés à la population depuis tout ce temps. Il n'y a pas de sécurité d'approvisionnement, et on est vraiment dans une crise grave. Et, au niveau de la sûreté, il y a parfois des barrières de sûreté qui sont exagérées et qui empêchent de prendre les bonnes décisions.
Concernant la sécurité d'approvisionnement, j'ai constaté qu'Elia, en novembre 2021, mettait le pic de consommation à 13 590 MW et qu'en mars 2022, comme par hasard, ce pic de consommation était passé à 15 000 MW. J'ai également observé qu'ils avaient surévalué les importations contractées à 1 935 MW, alors qu'il faut carrément, en réalité, les remettre à un niveau normal en en retirant 1 000. J'ai aussi constaté que, concernant les capacités qui n'ont pas été mobilisées par le CRM pour l'hiver 2025-2026, au lieu d'avoir 3 806 MW, on n'en prévoit que 1 806. C'est, encore aujourd'hui, la même chose. Il s'agit donc d'un trou énorme, madame la ministre, de l'ordre de 5 285 MW pour 2026 et les années suivantes. Par conséquent, il conviendrait vraiment qu'au lieu de chipoter autour de la prolongation de Doel 4 et Tihange 3 – dossier qui n'avance pas –, le gouvernement trouve, la semaine prochaine, un accord sur le plafond des provisions nucléaires. Je l'espère, mais j'en doute fortement. Nous nous retrouverons donc la semaine prochaine pour en discuter.
Ensuite, s'agissant de Doel 1, Doel 2 et Tihange 1, j'avais fait commander à l'époque par l'entreprise, en quelques mois, le combustible particulier des deux premiers réacteurs – le troisième ayant été doté d'un combustible standard. De plus, son LTO est tel que cette centrale se situe à un niveau de sécurité relativement élevé, qui est presque équidistant de celui de Doel 4 et Tihange 3. Bref, tout cela n'est pas bien compliqué; il s'agit simplement d'une question de volonté. ENGIE ne va pas prolonger Doel 1, Doel 2 et Tihange 1 si, premièrement, on ne change pas le cadre Wenra – dont je ne suis absolument pas responsable, puisque c'est le ministre de l'Intérieur qui l'est, donc Mme Verlinden aujourd'hui et M. De Crem hier. Deuxièmement, il importe évidemment de décider. ENGIE considère qu'en l'absence de garanties sur Doel 4 et Tihange 3, il n'avancera pas – mais il le dit implicitement – sur Doel 1, Doel 2 et Tihange 1. Voilà la situation!
J'aimerais bien qu'un accord aboutisse en mars
pour pouvoir avancer. C'est notre seul moyen de commencer à être rassurés,
parce que nous ne le sommes pas du tout en ce moment. La situation va continuer
de pourrir si nous n'obtenons pas d'accord, la semaine prochaine, sur le
plafond des provisions nucléaires, comme le prévoit le Head of Terms. Je vous remercie de votre attention.
02.17 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, ik zal wat optimistischer zijn.
Ik vind het zeer goed dat wij verschillende pistes bestuderen. Dat geeft een rijkdom aan mogelijkheden. Dat versterkt u ook in de onderhandelingen met ENGIE. Als er verschillende pistes zijn, moet men, als men de ene wenst af te schieten, toch grondig kijken naar de andere.
Laten wij eerlijk zijn, veel van wat in het verleden niet kon, kan vandaag wel en is vandaag wel haalbaar. Dat geldt zowel voor de verklaringen van ENGIE als voor de verklaringen uit politieke hoek. Als liberaal ben ik een vooruitgangsoptimist. Wij mogen echter niet naïef zijn, niets is zaligmakend. Het is een beetje de inleiding van het volgende debat, maar ik wil het hier toch meegeven als voetnoot.
Wij moeten de zaken wat scheiden. De aanpassing van de wet van 2003 zal automatisch moeten gebeuren op een aantal vlakken. De noodzakelijke aanpassing naar koolstofneutrale vormen, onder andere SMR met nieuwe technologie, moet gemaakt worden. Dit zal echter geen impact hebben op de discussie met ENGIE. Als ENGIE zegt dat het uit die sector wil, moeten wij ook nadenken over de toekomst als wij effectief in plaats van een kernuitstap naar een kernoverstap gaan.
Wij betalen de prijs van de beslissingen die wij in het verleden genomen hebben en ook van de beslissingen die wij niet genomen hebben. Wij moeten daar bescheiden zijn. Wij mogen hoopvol zijn met betrekking tot de technologie van morgen, maar wij moet er stap voor stap naartoe werken, met het nodige realisme.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
De voorzitter: Dit actualiteitsdebat is het logisch vervolg op het voorgaande. Nucleaire energie beleeft een revival. Dat is in de publieke opinie voelbaar en het is velen van ons opgevallen.
03.01 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, elf Europese landen hebben aangekondigd nauwer te willen samenwerken in het kader van hun nucleaire sector, om die sector ook meer kansen te geven. Het gaat onder andere over een intensievere wetenschappelijke samenwerking, maar ook goede samenwerking op het vlak van veiligheid. Ondanks het feit dat in dit land werd aangekondigd dat wij extra willen investeren in nucleair onderzoek, valt het op dat België vandaag niet voorkomt in dat lijstje van landen die ter zake willen samenwerken. Twee van onze buurlanden hebben die piste wel bewandeld.
Dat roept de vraag op hoe wij een en ander met elkaar zullen rijmen. Als wij een belangrijke rol willen spelen op het vlak van innovatieve nucleaire technologie, dan lijkt het mij niet onnuttig om daaromtrent met andere landen samen te werken. Ik zie alleen maar voordelen als wij ons aansluiten bij die alliantie van elf landen. In het verleden hebt u over een aantal zaken wel eens gezegd: alleen ga je sneller, maar samen kom je verder. Waarom schijnt dat niet op te gaan voor wat nu op tafel ligt? Het is volgens mij onlogisch dat wij aan de zijlijn blijven staan.
Mevrouw de minister, wat is de inhoud van de bewuste verklaring van de elf landen? Op welke manier was u betrokken in dat verhaal? Hebt u overwogen om eraan deel te nemen? Om welke reden neemt België niet of nog niet deel? Welke punten acht u problematisch en van zodanige orde dat het onmogelijk is om een samenwerking met die elf landen aan te gaan?
De voorzitter: Mevrouw Dierick is momenteel niet aanwezig.
03.02 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, nous assistons à une première européenne sous la houlette de la France qui emmène onze pays en vue d’un renforcement de leur coopération dans l’atome civil pour développer de nouveaux projets nucléaires basés notamment ʺsur des technologies innovantesʺ ainsi que ʺl’exploitation des centrales existantesʺ. Le texte prévoit des projets communs de formation, "des possibilités de coopération scientifique accrue" et l'échange des "meilleures pratiques dans la sécurité".
En décembre 2021, le gouvernement fédéral
belge a décidé d’allouer au SCK CEN une somme de 100 millions d’euros
sur quatre ans pour étudier les techniques innovantes dans le nucléaire. La
Belgique, on vient d’en parler, est en train de prolonger des centrales. Nous
avons vu dans la presse, et je voudrais des éclaircissements à ce sujet, que la
Belgique n’avait peut-être pas reçu d’invitation à participer à cette alliance.
La Belgique a-t-elle, oui ou non, reçu une invitation à participer à cette
alliance? Il semblerait que non. Comment la Belgique va-t-elle faire pour
rejoindre, selon les propos du premier ministre, de manière informelle, cette
alliance qui va nous permettre de travailler avec d’autres pays qui rencontrent
les mêmes difficultés et qui ont les mêmes visées d’avenir. J’aimerais avoir des réponse
précises à ce propos.
03.03 Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, er is al langer een nucleaire alliantie in Europa aan het ontstaan. Dat is niks nieuws. In de marge van de bijeenkomst van de Europese energieministers in Stockholm hebben elf Europese lidstaten aangekondigd nauwer te willen samenwerken om een aantal nucleaire energieprojecten te ontwikkelen.
Ze willen kernenergie bestempeld zien als een belangrijk onderdeel van de bevoorradingszekerheid, maar tegelijkertijd ook als een hefboom richting decarbonisatie. Ook dat is niet nieuw. Ook in Groot-Brittannië wordt kernenergie gezien als een hefboom in de decarbonisatie. België maakt geen deel uit van die alliantie. Toen u om een reactie gevraagd werd, zei u dat u geen officiële uitnodiging had gekregen, maar dat u wel goede relaties onderhoudt met Frankrijk. Zeker als we 100 miljoen euro investeren in onderzoek en ontwikkeling naar nieuwe nucleaire technologieën, waarbij die tegemoetkomen aan de doelstellingen van die alliantie, is het essentieel dat u contact zoekt om daarover te spreken en eventueel aan te sluiten.
Waarom maakt België geen deel uit van die alliantie? Is België, officieel of officieus, op een of andere manier aangezocht om deel te nemen aan de alliantie? Zijn er daaromtrent informele contacten gelegd?
03.04 Christian Leysen (Open Vld): De vraag is duidelijk gesteld. Schriftelijk staan deze nog eens opgesomd. Ik kijk uit naar het antwoord van de minister.
In de
marge van de informele energieraad op 27-28 oktober in Stockholm kwamen op
initiatief van Frankrijk 12 lidstaten bijeen om te praten over samenwerking
rond kernenergie. België nam niet deel aan de vergadering omdat het volgens de
minister geen uitnodiging had gekregen.
De
vergadering mondde uit in een gemeenschappelijke verklaring die onder meer
stelt dat de landen hun Europese samenwerking op vlak van kernenergie willen
versterken. Het doel van die samenwerking is om onderzoek en innovatie te
promoten, onder meer naar SMR's, maar ook om uniforme veiligheidsstandaarden te
ontwikkelen, in lijn met de internationale best practices.
De
verklaring is onderschreven door Frankrijk, Bulgarije, Kroatië, Tsjechië,
Hongarije, Finland, Nederland, Polen, Roemenië, Slovakije en Slovenië. De
Franse minister Pannier-Runacher zei nog dat de groep open stond voor nieuwe
leden.
Op
welke manier werd de minister op de hoogte gesteld van het Franse initiatief?
Werd
er door de minister toenadering gezocht tot Frankrijk of andere deelnemende
landen om meer inzicht te krijgen in het waarom en doel van de vergadering?
Hoe
kijkt de minister naar die vergadering en de Verklaring die eruit voortvloeide?
Is de
minister van plan om de groep landen nog te vervoegen en/of de Verklaring te
ondertekenen? Waarom wel/niet?
03.05 Minister Tinne Van der Straeten: Collega’s, dank u voor uw vragen.
De waarheid is misschien wat minder dramatisch dan een persartikel laat uitschijnen en maar goed ook. Als minister vind ik overleg in Europa, zowel op formeel als informeel vlak, zeer belangrijk voor de diverse domeinen van mijn beleid. Ik herinner u aan de gascap, die we op een goede manier hebben afgehandeld. Ik herinner u ook aan het initiatief met Nederland en nog andere landen over de uitfasering van de wagens met de verbrandingsmotor dat wij hebben gesteund. Ik herinner u ook aan meetings waar wij de drijvende kracht waren in verband met bijvoorbeeld de medische radio-isotopen, de basic safety standards enzovoort.
Overleg tussen landen wordt zowel op formeel als informeel vlak georganiseerd. Mijnheer Van Lommel, ik ken mijn Franse collega, Agnès Pannier-Runacher, inderdaad goed, en ik heb in de commissie al verschillende keren gezegd dat wij een bilaterale uitwisseling met Frankrijk hebben op drie niveaus: op het niveau van de ministers, op het niveau van de kabinetten en op het niveau van de administratie. Het klopt dus inderdaad dat we elkaar goed kennen
Mijn collega heeft inderdaad tien landen uitgenodigd om een ontbijt bij te wonen waar het topic nucleaire energie aan bod zou komen. Die uitnodiging hebben wij inderdaad niet gekregen. De bedoeling daarvan was ook voor mij niet duidelijk, want ook de Europese Commissie zou aanwezig zijn. Ik heb op dat moment geoordeeld dat het niet aan de orde was om aanwezig te zijn, precies omdat het karakter van die meeting mij niet duidelijk was.
Ik heb uiteraard met mijn collega gesproken en ook met andere collega’s die wel op die meeting aanwezig waren, maar het gaat niet om een formele groep. Er is achteraf ook geen formele verklaring gekomen. Mijn Poolse collega heeft ook gezegd dat er niets ondertekend is. Er is over een aantal onderwerpen gesproken, bijvoorbeeld over vergunningen die nodig zijn voor grote en kleine kerncentrales en over de financiering daarvan, omdat er een probleem is om kerncentrales commercieel – alleen met privékapitaal – gefinancierd te krijgen en er dus nood is aan publiek kapitaal. Dat is de feedback die ik heb gekregen van mijn collega’s die aanwezig waren.
Het antwoord op de vraag of wij daar in de toekomst aan zullen deelnemen, zal afhangen van het beleid dat wij voeren. In ons eigen beleid zijn er drie grote topics, zoals ik al eerder heb toegelicht, namelijk: alles wat de medische radio-isotopen betreft, zowel voor diagnostiek als voor therapie; alles wat afval betreft – projecten in het kader van het relanceplan –; en de geavanceerde nucleaire technologieën – MYRRHA en de SMR’s. Dat zijn de drie assen van ons nucleair beleid. Natuurlijk is daar nu de levensduurverlenging bij gekomen.
Rond die drie grote punten hebben wij tot nu
toe ons nucleair overleg, formeel en informeel, georganiseerd, bijvoorbeeld de
handelsmissie in mei 2022 met prinses Astrid, toen wij de fusiereactor hebben
bezocht in het VK, mijn bilateraal overleg in juni 2022 met de VS over de
radio-isotopen en over MYRRHA, en de workshop die wij hebben georganiseerd met
de VS over SMR’s op 8 december 2022 in het kader van de trans-Atlantische
dialoog die daar toen plaatsvond. Voorts zijn er ook werkbezoeken geweest, bijvoorbeeld aan Finland, in het
kader van het uitwisselen van informatie, bijvoorbeeld inzake de berging van
nucleair afval. Die staan los van het formele overleg dat wij voeren.
Kortom, alle initiatieven die ik als minister, of wij als regering, ontwikkelen, zullen erop gericht zijn die aspecten van het beleid naar voren te brengen. Voor het MYRRHA-project bijvoorbeeld, dat nog loopt en dat een opstapje kan zijn voor het SMR-project, is nationale financiering een belangrijk luik, waarvoor wij de ivzw hebben opgericht.
Voor zover er met andere landen kan samengewerkt worden voor bepaalde topics, kan dat perfect aan de orde zijn.
Er is wel nog een andere zaak. In die groep van elf landen kan nog een andere topic besproken worden, die voor ons eigenlijk niet aan de orde is, namelijk: de nucleaire brandstof, in samenwerking met Rusland. De Commissie wil de landen die vandaag nucleaire energie hebben en daarvoor niet alleen een beroep doen op brandstof uit Rusland, maar ook op services uit Rusland, helpen bij de uitfasering daarvan. De positie van Hongarije ter zake behoeft geen commentaar, meen ik. Dit om maar te zeggen dat, wanneer we spreken over het nucleaire, het niet louter over de brandstof maar ook over andere zaken gaat.
Minder spectaculair dan één krantenartikel het laat uitschijnen, zullen wij, voor zover wij dat kunnen, altijd samenwerken om ons beleid verder te brengen.
03.06 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, dank u voor uw antwoord.
Met andere woorden, als Frankrijk u een uitnodiging stuurt voor dit onderwerp, zult u aanwezig zijn? Daar komt uw antwoord op neer, als ik het goed begrijp. Als er een nieuwe uitnodiging komt om samen te werken op nucleair vlak, zult u naar dat overleg gaan om te bekijken of er kan worden samengewerkt?
Ik meen dat dit de belangrijkste vraag van de dag is. Wij weten nu eenmaal dat er samenwerking nodig zal zijn. Ik vind dat wij daar zelf ook baat bij hebben. Als er meerwaarde te behalen is uit zo’n overleg, mogen wij ons volgens mij op dat vlak niet isoleren in Europa.
Ik noteer in ieder geval dat, als Frankrijk u uitnodigt samen met die tien landen, u zult gaan, en dat België deel zal kunnen uitmaken van een volgende stap. Misschien gaat het dan niet om een ontbijt, maar om een formele verklaring, waarvan ik vernomen heb dat die al in voorbereiding was.
Ik vind dat België absoluut zijn rol moet spelen als één van de meest innovatieve nucleaire landen die Europa telt.
03.07 Marie-Christine Marghem (MR): Madame la ministre, je rejoins M. Wollants. Nous souhaitons en effet que la Belgique participe à ce mouvement.
Je suis un peu étonnée de la banalisation que vous faites de l'évènement puisqu'on peut constater, en prenant connaissance d'un communiqué tout à fait officiel de la Direction de l'Environnement en France, que les ministres ont convenu de favoriser une coopération plus étroite entre leurs secteurs nucléaires nationaux afin d'assurer les meilleures coopérations à travers les chaînes d'approvisionnement et d'explorer des programmes de formation et des projets industriels communs afin de soutenir de nouveaux projets notamment basés sur des technologies innovantes ainsi que l’exploitation des centrales existantes. Ils ont également discuté des possibilités de coopération scientifiques accrues – je fais donc ici référence au SCK CEN – et du déploiement coordonné des meilleures pratiques dans le domaine de la sécurité.
Je rappelle que l'énergie nucléaire est un des nombreux outils permettant d'atteindre nos objectifs climatiques, de produire de l'électricité de base et de garantir la sécurité d'approvisionnement. C'est donc on ne peut plus focalisé. Pourquoi dis-je cela? Parce qu'il est important d'avoir du soutien de la part des pays européens.
Le 23 mars 2020, nous devions, à l'invitation du Sénat français, participer, avec le SCK CEN, à un évènement d'une journée portant sur le projet MYRRHA. En raison du lockdown qui a eu lieu le 17 mars, donc quelques jours auparavant, cet évènement a été postposé. Je n'ai donc pu m'y rendre. Mais je participerai à cette journée, en tant que parlementaire, le 25 mai prochain. J'espère que vous serez présente car cet évènement est de grande importance dans le cadre de ce dont je viens de parler, mais aussi dans le cadre de la future coalition des onze pays qui accueillera – je l'espère – bientôt la Belgique pour renforcer nos liens concernant l'énergie nucléaire.
03.08 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, ik begrijp dat u de pers soms moet relativeren. Zelf doe ik dat ook vaak, maar ik vind wel dat u redelijk sussend hebt gereageerd op het verhaal van die nucleaire alliantie. U bevestigt ook dat er niets werd ondertekend en dat het moet sporen met het door België gevoerde beleid. Met het beleid dat u voert, hebt u er ook voor gekozen om de mensen in Mol te ondersteunen om aan onderzoek en ontwikkeling te doen naar die SMR’s van de toekomst. Wat wij doen, is dus pure innovatie en dan vind ik dat we op zulke overlegmomenten aanwezig moeten zijn.
Mevrouw Marghem zei daarnet dat België daaraan moet deelnemen. Ik ben dezelfde mening toegedaan. Ik vind dat een absolute noodzaak en dan belanden we opnieuw bij de geloofwaardigheid, waarover we daarstraks spraken en die door het SCK CEN zelf ook in vraag werd gesteld op de hoorzittingen. België wordt niet au sérieux genomen. Als we door het buitenland au sérieux genomen willen worden, dan zullen we ook deel moeten uitmaken van dergelijke allianties en dan zullen we ook aan die overlegmomenten moeten deelnemen.
Ik vind dat u eigenlijk voor een stuk wat rond de hete brij heen heeft gedraaid, mevrouw de minister. Ik heb ter zake weinig engagement gehoord.
03.09 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, u hebt gezegd dat het perfect aan de orde kan zijn daaraan deel te nemen. Ik vermoed dat u een uitnodiging voor een ontbijt zult aanvaarden. Hoever dat reikt en hoe die alliantie eruit zal zien, dat zijn andere zaken.
Het is belangrijk dat u ook op dit vlak
openheid van geest toont, liefst zonder een aantal kwinkslagen dat het probleem
aan de Russen of de Franse centrales zou liggen. U argumenteerde dat we niet
meer kunnen rekenen op de Franse kerncentrales voor hetzelfde volume. U hebt
een aantal zaken van uw beleid geschetst en wat er wettelijk allemaal gedaan
moet worden voor kernenergie. Tijdens het voorgaande debat zult u ook gehoord
hebben dat er duidelijkheid moet komen met het oog op een langetermijnvisie,
investeringen, engagementen, geloofwaardigheid en technologieontwikkelingen. Uw
collega Dierick heeft trouwens verwezen naar de beslissing over koolstofvrije
nieuwe technologieën in de nacht van de tweeëntwintigste op de
drieëntwintigste. U bent ons
in dat verband nog altijd een wettekst schuldig. U weet dat wij eind maart 2023
hier in de commissie daarover opnieuw moeten beraadslagen. Een van de leden
heeft effectief aangegeven om, indien u met niks voor de dag komt, zelf een
aantal teksten ter stemming voor te leggen.
Kunt u, aangezien wij toch een tweede ronde houden, toelichten of wij tegen eind maart 2023 iets mogen verwachten van u?
Mevrouw de minister, wenst u nog iets toe te voegen? Wilt u op mijn laatste vraag een antwoord geven of hult u zich in stilzwijgen?
03.10 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, er is de notificatie waarnaar u verwijst. Mevrouw Dierick is niet meer aanwezig, want anders zou ik er haar op wijzen dat een en ander via de wet van 2003 moet gebeuren. Dat kan het voorwerp uitmaken van een aparte wet. Het is absoluut de intentie de notificatie uit te voeren.
03.11 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, een periode van een jaar is een moeilijke bevalling. Dat is bijna een olifantendracht.
03.12 Minister Tinne Van der Straeten: Er zijn nog andere aspecten in de notificatie die ook nog niet tot resultaat hebben geleid, zoals de voorlopige financiering van het FANC.
Ik weet dat u op hete kolen zit. Een en ander maakt echter het voorwerp uit van besprekingen binnen de regering.
03.13 Christian Leysen (Open Vld): Worden die besprekingen momenteel ook gevoerd?
03.14 Minister Tinne Van der Straeten: Momenteel houden wij ons bezig met de bevoorradingszekerheid voor de winters die eraan komen.
03.15 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, de bevoorradingszekerheid is natuurlijk altijd een heikel punt. Wanneer wij nu in de problemen zitten, dan komt dat ook omdat wij tien jaar geleden niet vooruitziend genoeg zijn geweest. Ik hoop dus dat u begrijpt dat in de commissie verschillende leden en fracties bezorgd zijn, omdat de regering in dit dossier tot nu toe niet is kunnen landen. Wij hopen dat dat op korte termijn gebeurt.
03.16 Bert Wollants (N-VA): Ik begrijp uit het antwoord van de minister dat we wel zullen zien wanneer het ervan komt. We buigen ons daar in deze commissie al meer dan een jaar over, en maar liefst vijf of zes fracties hebben al voorstellen daaromtrent ingediend. Iedereen kijkt naar de minister of die in actie zal treden. De minister beslist evenwel om dat niet te doen. Het is voor haar geen prioriteit en vermits het geen deel uitmaakt van het partijprogramma houdt zij er zich ver van, hopende dat het wel zal koelen zonder blazen.
Ik vrees dat dat niet de juiste aanpak is. De voorstanders moeten misschien eens de koppen bijeensteken om de minister zodoende te ontlasten van het werk.
De voorzitter: Uw interpretatie gaat verder dan wat de minister heeft aangegeven. De discussie waartoe u hier oproept, zullen we te gepasten tijde voeren.
03.17 Marie-Christine Marghem (MR): Très brièvement, je voudrais quand même être tout à fait claire, pour qu’on ne vienne pas me dire, à un moment donné, que je n’ai pas dit ceci ou que je n’ai pas été claire. En général, je le suis assez.
Cela fait des semaines et des mois que nous avons des propositions qui sont pendantes et qui doivent revenir le 28 mars au matin. Ce sont les propositions de loi prioritaires des groupes politiques qui traitent toutes du nucléaire sur différents aspects. En gros, nous avons en commun le projet de favoriser l’installation de SMR sur le territoire belge.
Nous avons dit que nous souhaitions que ces propositions de loi soient exposées. L’un d’entre nous l’a déjà fait mais les autres pas encore. M. Wollants a accepté, alors qu’il n’y est pas obligé, que l’ensemble de ces propositions de loi soit envoyées au Conseil d’État. Cela donne encore la possibilité au gouvernement de se retourner. C’est une formule élégante.
J’ai déjà prévenu plusieurs fois, mais cette fois-ci c’est la dernière: le 28 mars prochain, je présenterai mes propositions de loi, les collègues présenteront les leurs, et nous déciderons de ce qu’il conviendra d’en faire.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
04.01 Marie-Christine Marghem (MR): Madame la ministre, à partir de 2025, le CRM doit apporter un soutien au moyen d'enchères annuelles aux unités pouvant fournir ou économiser de l'électricité. Il s'agit d'un CRM basé sur des options de fiabilité. Une première enchère a été organisée en 2021 pour l'année de livraison 2025.
Pouvez-vous nous donner des informations sur le suivi des projets sélectionnés? Les deux centrales au gaz seront-elles opérationnelles fin 2025?
Vous avez également évoqué l'organisation par Elia d'une vente aux enchères spécifique pour l'hiver 2024. Qu'en est-il?
Pouvez-vous nous donner des informations sur l'enchère relative à la livraison en novembre 2026?
04.02 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, ik zal heel punctueel zijn. Ik lees uw antwoorden altijd aandachtig. Half oktober hebben we hier een debat gevoerd en naar aanleiding van wat uw kabinet eind september had gecommuniceerd, hebt u toen het volgende gezegd: “Onmiddellijk na de beslissing van de regering tot de verlenging van de levensduur van twee kerncentrales” – een beslissing van maart 2022 – “heb ik de gesprekken aangeknoopt met de Europese Commissie om een nieuwe goedkeuring voor het CRM te krijgen. Dat neemt natuurlijk ook de benodigde tijd in beslag, maar we zijn na die besprekingen nu in de laatste rechte lijn wat betreft de bevestiging door de Europese Commissie.” Het was eind september dat uw kabinet dat communiceerde. U hebt dat hier half oktober gezegd in deze commissie.
Vorig weekend stond in de krant dat het nog altijd niet zeker is of de Europese Commissie zal instemmen met het CRM-steunmechanisme, zoals ingediend in het licht van de gewijzigde context van de lopende werkzaamheden rond het langer openhouden van twee kernreactoren in België; met andere woorden, het nieuwe dossier voor staatssteun. De Europese Commissie zou nu volgens de pers de volgende adequacy and flexbility study van Elia in juni afwachten.
Dit staat in schril contrast met de mededelingen van uw kabinet en van uzelf van september en oktober 2022. Ik ben daar heel sereen en kalm over, maar vanwaar die gewijzigde houding?
04.03 Tinne Van der Straeten, ministre: Comme expliqué à M. Wollants en décembre dernier concernant l'enchère organisée en 2021, deux nouvelles centrales à gaz ont été commandées. ENGIE nous a confirmé que la nouvelle centrale CCGT de Flémalle entrera en service dans les délais, c'est-à-dire avant le 1er novembre 2025. Pour la centrale CCGT de Seraing, Luminus a soumis un plan de mise en œuvre qui définit les principales étapes de réalisation du projet d'ici au 1er novembre 2025. L'avancement des travaux est à ce stade conforme à ce plan. Un contrôle spécifique est opéré afin de vérifier si les plans d'exécution sont respectés et des pénalités ont été définies en cas de non-respect de ces plans.
Concernant l'enchère spécifique pour l'hiver 2024, une loi de dispositions diverses permet qu'une nouvelle enchère ponctuelle soit organisée si un problème d'adéquation pour l'hiver 2024-2025 se confirmait. Ceci a été soumis au Conseil d'État. Cette enchère devra permettre d'attirer de nouvelles capacités à faibles émissions carbone, comme des batteries, et de gérer la demande. La décision de lancer ou non cette enchère sera basée sur les besoins qui seront identifiés dans la prochaine étude d'Elia, mais la loi permet déjà d'être proactif en posant tous les actes préparatoires nécessaires à cette enchère.
Concernant l'enchère y-4 pour l'année de livraison 2026, celle-ci s'est déroulée comme prévu en octobre 2022: 6 417 mégawatts de capacité ont été mis à prix. Aucune capacité n'a été sélectionnée, car le volume nécessaire était complètement couvert par la capacité existante qui a pour l'instant choisi de reporter son offre à l'enchère y-1.
Dat brengt mij bij uw vraag, mijnheer Ravyts. Die is gedetailleerd, waarvoor dank, want zo kan ik dat alles toelichten.
Zoals ik inderdaad gezegd had, zijn de gesprekken met de Europese Commissie altijd blijven doorlopen. In september vorig jaar was dat urgent omdat we de veiling voor wilden zijn. De goedkeuring van een amendement aan het CRM zou dan sowieso nodig zijn om partijen die een capaciteitscontract zouden bekomen uit die veiling, de nodige rechtszekerheid te geven. De veiling heeft plaatsgevonden rekening houdend met 2 gigawatt waarvan 1,6 derated nuclaire capaciteit niet-eligible, wat dus een gewijzigde context was in het kader van het CRM.
Maar zoals ik al zei zijn er geen contracten toegekend, omdat veel capaciteit had aangegeven te willen wachten tot de Y-1-veiling om een bod uit te brengen dat voldoende was om de vraag te dekken. Dat heeft ervoor gezorgd dat de tijdsdruk van de goedkeuring door de Europese Commissie is weggehaald.
Daarom hebben we de aanmelding gepauzeerd, om twee redenen. Ten eerste was en is het akkoord met ENGIE nog niet rond. Ten tweede en belangrijker, we waren de Commissie aan het dwingen een beslissing te nemen zonder dat er een formele nieuwe beoordeling (een adequacy and flexibility study) was geweest over de vraag of er al dan niet een adequacy-probleem was. In juni van dit jaar krijgen wij sowieso een nieuwe adequacy and flexibility study van Elia. Die zal aangeven wat de nood zal zijn. Dat maakt het voor de Europese Commissie mogelijk een beslissing te nemen die meer juridisch robuust is en zowel ons dossier versterkt als de Europese Commissie meer comfort biedt om de noodzaak van het CRM aan te tonen op basis van die grondige adequacy study conform de methodologie voorzien in de elektriciteitsverordening.
Dat is de reden waarom we geen finaal dossier hebben ingediend. Maar onze technische besprekingen zijn volledig afgerond. Dezelfde methode hebben we gehanteerd bij de initiële goedkeuring van het CRM: nadat we alle technische elementen hadden bediscussieerd is er in juni de adequacy and flexibility study gekomen en dat leidde dan tot de formele goedkeuring door de Commissie in augustus.
Deze werkwijze is dus ingegeven door juridische robuustheid, niet door inhoudelijke problemen.
04.04 Marie-Christine Marghem (MR): Madame la ministre, je vous remercie de votre réponse.
Deux aspects m'inquiètent cependant. Je commencerai par le second. Il faut couper les ailes à un canard. Le processus d'approbation par la Commission européenne est une chose. Cela n'a rien d'insurmontable, surtout lorsque l'on ôte de son esprit une présumée opposition entre le CRM et la prolongation du nucléaire dans ce pays. Cette opposition n'existe pas. Il est bien évident que la capacité de 6 400,1 MW à un an de l'échéance sera impossible à couvrir par de la gestion de la demande, des batteries et Dieu sait quoi encore. Nous savons déjà – et nous l'avons démontré tout à l'heure lors de l'échange de vues sur la sécurité d'approvisionnement – que nous allons nous heurter à des difficultés d'approvisionnement que nous allons devoir couvrir par les seules machines dont nous disposons, qui sont construites et qui sont opérationnelles, à savoir les réacteurs nucléaires. En effet, en dehors des deux grosses centrales à gaz dont vous avez parlé, je ne vois pas d'ici 2025 ou même 2026 – étant donné le parcours du CRM, dont vous venez de faire état – une possibilité de lancer la construction de centrales à gaz supplémentaires.
Les centrales à gaz vieillissantes de ce pays, par hasard, et sans que je sache pourquoi, n'ont pas offert de la capacité au moment où elles auraient pu le faire. Vont-elles y parvenir à un an de l'échéance? Personne ne le sait. En tout cas, n'oublions pas que le parc des centrales à gaz belges est vieillissant, puisqu'elles ont entre vingt et trente ans. Si elles doivent fonctionner quasi en permanence, elles vont très vite montrer les limites de leurs structures, de sorte qu'il faudra rapidement remplacer des éléments aussi essentiels que les turbines. Or cela ne figure pas dans les conditions d'assèchement de l'approvisionnement en matériaux, étant donné le conflit russo-ukrainien. Cela ne se trouve pas sous le sabot d'un cheval.
Par conséquent, une nouvelle fois, j'attire votre attention sur la gravité de la situation présente.
04.05 Kurt Ravyts (VB): Los van het antwoord op mijn vraag, bevinden we ons in een moeilijke situatie. Dat is vanmiddag nog eens gebleken. Ik laat het aan mijn collega over om u daarover verder te ondervragen in de komende weken en maanden. De CRM-veiling van vorig jaar was de brug naar het antwoord, waarbij inderdaad geen contracten werden toegekend, waardoor de tijdsdruk werd weggehaald. De robuustheid is natuurlijk wel een logisch antwoord.
L'incident est
clos.
Het incident
is gesloten.
05.01 Marie-Christine Marghem (MR): Madame la ministre, ma question est très courte. Dans le cadre de la réforme ETS, l’Europe souhaite étendre le système, et elle l’a déjà fait en réalité en décembre dernier, au chauffage des habitations des citoyens. Cela aura évidemment un impact sur le coût du gaz et sur les factures des citoyens parce qu’on va y inclure le prix de la tonne de CO2 qui est liée aux émissions produites par la combustion du gaz. Quels seront les impacts de cette mesure sur les ménages belges? Avez-vous une évaluation du coût que cela représentera pour les ménages sur leurs factures?
05.02 Tinne Van der Straeten, ministre: Madame Marghem, je vous remercie pour votre question. Assurer une facture énergétique abordable à tous les ménages et garantir la compétitivité de nos entreprises est une préoccupation constante de ce gouvernement. Dans ce contexte, je voudrais souligner notre combat autour d’un plafonnement des prix du gaz et la révision du modèle du marché européen de l’électricité ainsi que les diverses mesures gouvernementales comme les primes énergie. Ces sujets ont été abordés à plusieurs reprises dans cette commission au cours des dernières semaines.
Ces questions font également l’objet d’une attention particulière dans le cadre des discussions de l’ETS BRT. Le Fonds social pour le Climat recevra 65 milliards d’euros répartis sur sept ans et entrera en vigueur un an avant l’ETS BRT afin d’amortir à l’avance l’impact de l’introduction du prix du carbone et de soutenir ainsi les ménages vulnérables, les usagers des transports et les microentreprises. Chaque État membre devra soumettre à la Commission un plan de climat social contenant les mesures et les investissements qu’il prévoit d’entreprendre pour atténuer l’impact de l’introduction de l’ETS BRT. Les États membres devront cofinancer ces plans à hauteur de 25 %.
L’ETS BRT et le Fonds social pour le Climat sont liés car ce Fonds est principalement alimenté par les recettes de l’ETS BRT et a donc pour objectif explicite de protéger les plus vulnérables lors de l’introduction du prix du carbone et de les aider à devenir plus résilients vis-à-vis de la volatilité des prix de l’énergie notamment par le biais d’investissements respectueux du climat.
Concernant votre question sur l’évaluation des impacts de l’ETS BRT, je voudrais me référer à la réponse que mon collègue, la ministre du Climat, Mme Khattabi a donnée à cette commission le 17 janvier de cette année. Le prix du carbone sera plafonné à 10 cents par litre de gasoil et, comme expliqué ci-dessus, le Fonds social pour le Climat recevra 65 milliards d'euros répartis sur sept ans et entrera en vigueur un an avant l’ETS BRT afin d’amortir à l’avance l’impact de l’introduction du prix du carbone et de soutenir ainsi les ménages vulnérables, les usagers des transports et les microentreprises.
05.03 Marie-Christine Marghem (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse.
J’observe qu’une nouvelle fois, une attention particulière est accordée aux populations dites précaires ou vulnérables. Et qui suis-je? Je ne vais certainement pas contester cela. C’est nécessaire. Mais rien, ou très peu n’est fait pour la classe moyenne. Vous parlez des microentreprises et des usages de mobilité.
Cette décision a été prise dans une certaine indifférence à la fin de l’année. On n’en a pas beaucoup parlé. Elle aura un impact sévère dans les années à venir sur les factures des consommateurs, et particulièrement celles de la classe moyenne. Je me demande dans quelle mesure cette classe moyenne, qui trinque déjà pour pas mal de raisons, va pouvoir s’en sortir, sortir la tête de la crise; puisque les mesures que nous prenons ici durant la crise sont ponctuelles. Il y a déjà des changements qui arrivent à l’horizon des mois qui viennent.
En ce qui concerne la relance économique, nous en sommes loin. Je pense vraiment que nous allons trop vite et que cette classe moyenne n’aura pas la possibilité de changer ses usages et d’aller, par exemple, facilement vers des pompes à chaleur, ce qui demande un investissement personnel supplémentaire par rapport à toutes les charges déjà existantes. Je reviendrai vers vous concernant ce sujet ultérieurement. Je vous remercie.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
06.01 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, om wat tijd te winnen verwijs ik naar de schriftelijke versie van mijn mondelinge vraag.
Sinds
23 januari kunnen gezinnen de eerste federale gas- en elektriciteitspremie voor
de maanden november en december van vorig jaar aanvragen indien ze deze premie
niet automatisch hebben gekregen. Net als bij de toekenning van de
verwarminspremie liep de automatische toekenning hier en daar spaak. Voor ons
is het belangrijk dat iedereen die recht heeft op deze premie dat zij deze
premie ook daadwerkelijk kunnen ontvangen. We vrezen dat mensen die de premie
niet automatisch hebben gekregen en dit niet zien of weten het gevolg zal
hebben dat ze de premie vergeten aan te vragen.
Welke
inspanningen worden gedaan om die groep van mensen te bereiken die de federale
gas- en elektriciteitspremie niet automatisch hebben ontvangen? Zullen de
mensen die de verwarmingspremie niet automatisch hebben ontvangen vanwege bv.
verkeerde spelling van de naam worden gecontacteerd dat ze een aanvraag moeten
indienen voor de eerste federale elektriciteit- en gaspremie? Waarom niet?
Hoeveel
aanvragen werden er reeds ontvangen?
Heeft
u een overzicht hoeveel mensen automatisch premies hebben ontvangen via hun
energieleverancier en hoeveel mensen volgens de motivatie van hun
energieleverancier geen recht hebben op de basispakketpremie?
Wij
hebben verschillende meldingen ontvangen waarbij klanten van hun leverancier te
horen hebben gekregen dat ze de premie niet gaan ontvangen, zonder dat de klant
de reden weet waarom. Is de situatie u gekend? Bent u bereid in overleg te
treden met de energieleveranciers?
De wet
voorziet dat als de klant op 30 september 2022 een contract heeft ofwel met een
vaste prijs (ofwel met een variabele prijs de klant recht heeft op de
elektriciteitspremie en/of aardgaspremie. Er zijn klanten die als motivatie
krijgen dat hun variabele contract niet op de gewenste datum in werking is
getreden terwijl zij wel een variabel contract hebben tijdens de maanden
oktober, november en december. Erkent u deze problematiek omtrent de datum?
welke oplossingen koppelt u hieraan?
Er
werd in de wet voorzien dat de premie door de energieleverancier automatisch
wordt verrekend met een voorschot- of afrekeningsfactuur of via kredietnota of
via afzonderlijke communicatie. Worden aanmaningskosten gezien als een
toegelaten vorm van openstaande schuld om te mogen verrekenen met de
basispakketpremie? Mogen openstaande schulden enkel verrekend worden als het
gaan om niet-betwiste openstaande schulden?
Ik zie dat mevrouw Dierick ook een vraag had over de eerste en tweede basispakketpremie. Ik zou er echter nog iets aan willen toevoegen, mevrouw de minister.
Ik heb gisteren vernomen dat mensen die in
november en december de federale premie ontvangen hebben als krediet op hun
voorschotfactuur de premie van januari, laat staan die van februari en maart,
nog steeds niet gekregen hebben. Dit zal blijkbaar pas in april gebeuren. Ik
vind dat een beetje vreemd. Waarom zit daar zoveel vertraging op?
06.02 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, on le sait, les personnes qui vivent en copropriété et dont les contrats d'énergie sont collectifs doivent remplir un formulaire sur le site du SPF Économie pour bénéficier du forfait de base de 196 euros par mois qui couvrait la période allant de novembre 2022 à mars 2023. De manière générale, cette initiative doit être engagée en collaboration avec le titulaire du contrat d'énergie de l'immeuble, soit bien souvent un membre de l'association des copropriétaires ou du syndic, avant le 30 avril 2023.
Il m'est parvenu que plusieurs personnes logeant au sein de copropriétés avaient constaté que les démarches devant être effectuées par le titulaire du contrat d'énergie du bâtiment n'avaient toujours pas été engagées tandis que la date fatidique de l'octroi du forfait approche. Ceci génère évidemment pas mal de tensions.
Mes questions sur ce sujet précis sont donc les suivantes. Des difficultés quant à l'octroi du forfait de 196 euros aux personnes résidant en copropriété vous sont-elles parvenues? Avez-vous connaissance de ce type de difficulté comme c'est mon cas? Plus particulièrement, avez-vous connaissance de situations similaires à celle que je viens d'évoquer, qui est plus particulière? Vers quelles personnes, administration ou organisation peuvent se tourner ceux qui font face à un titulaire de contrat d'énergie collectif qui n'entame pas les démarches pour l'octroi du forfait de base, forfait auquel ils ont pourtant droit? Enfin, qu'adviendra-t-il des résidents de copropriété dont le titulaire du contrat d'énergie n'aura pas effectué les démarches nécessaires d'ici le 30 avril? Le forfait leur sera-t-il toujours accessible oui ou non? Le cas échéant, quels seraient les démarches qu'ils pourraient alors entreprendre?
06.03 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Warmoes, u stelde een vraag specifiek over de non-take-up. De FOD Economie beschikte niet over het totaal aantal huishoudens, dus met een residentieel en niet met een zakelijk contract, dat voldoet aan de voorwaarden voor de toekenning van de premie. Hangende aanvragen worden voortdurend verwerkt door medewerkers van de FOD Economie. Momenteel zijn iets meer dan 14.000 aanvragen in behandeling. Wij werken voortdurend samen met de leveranciers om zoveel mogelijk aanvragen te verwerken. Wij proberen ook contact op te nemen met mensen die een onjuist nationaal rijksregisternummer hebben ingevoerd.
Er zijn veel redenen waarom afstemming niet kan plaatsvinden. Er zijn onder meer problemen als gevolg van de samenstelling van huishoudens, adreswijzigingen die niet zijn bijgewerkt in de gegevens van het nationaal register, maar ook gegevens over elektriciteitscontracten die niet overeenkomen met gegevens van het Rijksregister. Ik heb zelf een middagbezoek gebracht in het callcenter en ook zelf telefoonoproepen beantwoord. Het gaat effectief over zaken als verschillende namen, bijnamen, verschillende adressen in het contract, straatnaamwijzigingen die niet zijn bijgewerkt, contracten op naam van een overleden persoon enzovoort. Veel van die zaken kunnen aan de telefoon opgelost worden en worden dan ook vaak via de telefoon opgelost. Soms ligt een zaak wat complexer.
Op het vlak van de gegevensverwerkingsprocessen dienen de drie premies – de verwarmingspremie en de twee basispakketten – als drie onafhankelijke processen te worden bekeken. Elk van die premies start met de gegevens, namelijk de gegevens van het Rijksregister en de gegevens van het energiecontract, die telkens geldig zijn op een andere datum, namelijk 31 maart 2022, 30 september 2022 en 31 december 2022. Daarom heeft het geen zin en is het niet wenselijk om correcties door te voeren van de ene premie in de verwerking van de andere premie, aangezien te veel parameters kunnen verschillen. Bij de basispakketten speelt ook het sociaal tarief een rol, bij de verwarmingspremie niet. De energieklant kan echter wel anticiperen door zijn gegevens dermate aan te passen zodat de volgende toe te kennen premies effectiever en vooral automatisch kunnen worden toegekend. Als het adres eenmaal correct is ingevoerd en vervolgens ook correct wordt overgenomen door de leverancier, dan staat het ook voor de volgende toekenningen ineens goed.
Monsieur Ben Achour, je précise tout d'abord que seul le forfait de base pour le gaz peut être demandé par des occupants d'immeubles ayant une chaudière collective au gaz. La disposition ne s'applique pas pour l'électricité. Le montant de la prime de novembre et décembre est donc de 270 euros. Chaque ménage domicilié a droit au forfait pour le gaz collectif pour autant qu'il contribue aux frais de gaz.
Mon administration reçoit en effet des plaintes de personnes car le titulaire rechigne à apporter son assistance. La loi est pourtant sans équivoque et prévoit dans son article 45 la collaboration de la personne physique ou morale qui, au 30 septembre 2022, avait conclu un contrat de fourniture de gaz pour l'immeuble. Cette personne physique ou morale doit fournir, sur simple demande, à tout occupant de l'immeuble qui lui demande, une copie de la facture de gaz et une déclaration sur l'honneur selon laquelle le demandeur a contribué aux coûts de la fourniture de gaz.
Pour faciliter la collaboration des titulaires de contrats de gaz, le SPF Économie a mis à disposition une plateforme informatique où ils peuvent transmettre les informations requises en une seule opération pour tous les occupants de l'immeuble. Ils sont évidemment libres de procurer la copie de la facture et la déclaration sur l'honneur à chacun des occupants par fichier électronique ou papier. Une personne physique ou morale qui ne respecterait pas les dispositions de loi s'expose à des poursuites. Les demandeurs peuvent exercer une pression en signalant les comportements inappropriés aux fédérations de syndics, de propriétaires, de copropriétaires ou de consommateurs. Ils peuvent également s'adresser selon les cas au juge de paix compétent, ce qui est possible même sans avocat et à moindre coût. La date limite d'introduction de la demande étant fixée par la loi, il ne sera plus possible d'introduire de demande pour le forfait de novembre et décembre après le 30 avril 2023.
06.04 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Bedankt voor uw antwoord, mevrouw de minister.
U hebt gezegd dat de drie systemen onafhankelijk zijn. Ik begrijp echter nog altijd niet waarom iemand die in november of december de federale premie of het basispakket ontvangen heeft en nog altijd hetzelfde contract heeft, nu met zoveel vertraging geconfronteerd wordt. Het was immers voor januari en we zijn al maart. Het wordt nu vooropgesteld voor april. Het is mij dus niet duidelijk wat daar de administratieve problemen zijn. Het is mij ook niet duidelijk of dat bij alle leveranciers zo is. U hebt daarop geen duidelijk antwoord gegeven.
06.05 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour la réponse. J’entends que la date limite a été fixée par la loi et qu’elle n’est donc pas ʺdépassableʺ. Je comprends l’explication mais cela risque de poser des problèmes à toute une série de personnes qui souhaitent faire la démarche mais qui n’ont pas la main pour faire cette démarche. Elles dépendent pour ce faire d’une tierce personne. J’espère que passé le délai du 30 avril, on ne devra pas constater de dégâts trop importants derrière des démarches qui sont manifestement, telles que vous les avez décrites en tout cas, assez lourdes à entreprendre.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
07.01 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijn vraag is te zwaar achterhaald om ze nog te stellen.
07.02 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijn vraag is ook achterhaald, maar ik ga ze actualiseren.
Het wetsontwerp van de heer Van Peteghem over de invoering van de accijnzen is vandaag in tweede lezing goedgekeurd in de commissie voor Financiën. In die zin is vragen naar de stand van zaken een beetje onnozel.
Mevrouw de minister, wij hebben het aandachtig bestudeerd en becijferd. Ons besluit met betrekking tot die accijnsverhoging is het volgende. De regering gaat er prat op dat ze nu de btw permanent op 6 % heeft gebracht. Trouwens, dat is iets waarvoor wij lang campagne gevoerd hebben en dat ons lang niet gegund was. Wij juichen het dus nog steeds toe. Die accijnsverhoging maakt dat echter niet alleen ongedaan, maar maakt de factuur zelfs nog duurder. Een doorsneegezin zal nu 87 euro meer aan taksen betalen per jaar dan voor de corona- en energiecrisis. Dat komt wel degelijk op de factuur. Als parlementslid zei u dat de factuur geen belastingbrief mag zijn. Het is nu nog meer een belastingbrief dan voor de crisis. Hoe reageert u daarop? Hoe rechtvaardigt u dat?
De gasprijs ligt nu op ongeveer 45 euro. Als deze verder daalt, zo werd opgenomen in het wetsontwerp, zullen de accijnzen stijgen. Bent u dat echt van plan? Misschien gebeurt het zelfs automatisch. Hoeveel gaan die dan omhoog? Wat zijn de vooruitzichten?
Wij spreken nu over een lage gasprijs van 45 euro per megawattuur. Dat is echter nog steeds het dubbele van voor de crisis. Zult u er dan voor zorgen dat gas nooit meer de prijs van vroeger heeft en steeds een duur goed zal blijven? Of is het een basisproduct dat de gezinnen nodig hebben?
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, dat was niet de voorbereide tekst, ik heb een beetje geïmproviseerd. Graag kreeg ik uw visie daarop.
07.03 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Warmoes, hoe is de accijnshervorming tot stand gekomen? De oorsprong daarvan was de invoering van een energienorm. De regering heeft dit eind 2021 goedgekeurd. Sinds 1 januari 2022 is dit van kracht. Nadat die vraag al een tiental jaar op tafel lag, is dat door deze regering opgenomen. Daardoor is de energiefactuur voor de gezinnen in 2022 met 103 miljoen euro verlicht. Dat levert een gemiddeld gezin dat geen recht heeft op een sociaal tarief volgend jaar ongeveer 30 euro op.
Met de oorlog in Oekraïne is een btw-verlaging naar 6 % doorgevoerd, omdat de btw fungeerde als een brandversneller. Door dit te verlagen, namen we dat weg. Samen met de verlenging van het uitgebreid sociaal tarief en verschillende steunmaatregelen ten belope van bijna 1.000 euro voor deze winter, is er toch wel in een belangrijke mate ingegrepen.
Deze crisismaatregel loopt af, maar we behouden de 6 % en de accijnzen worden ingevoerd, waardoor men gemakkelijker en gerichter kan ingrijpen als de energieprijzen pieken. Het zal zelfs automatisch gebeuren, de accijnzen op een basisverbruik zullen door cliquetsysteem bij een prijsstijging dalen. Eenvoudig samengevat is de accijns een regelaar op de factuur die flexibel kan worden ingezet bij prijsstijgingen of prijsdalingen. Door dit alleen te doen op een basisverbruik blijft de accijns ook energiebesparing stimuleren.
Hiermee is het verhaal niet ten einde, minister Van Peteghem en ikzelf werken aan een traject voor de accijnstarieven die de transitie naar hernieuwbare energie moeten versnellen. Door de accijns gericht in te zetten, kunnen we een duidelijk signaal aan onze burgers geven dat we elektrificatie ondersteunen. Zonnepanelen, zonneboilers, warmtepompen zullen zo aangemoedigd worden. Ik verwijs ook naar de warmtepompnorm van de heer Verduyckt. We willen op termijn, als de prijzen dalen, ook het gebruik van fossiele brandstoffen ontmoedigen. Onderzoek hiervoor is recent afgerond. We zullen binnenkort onze voorstellen formuleren.
Ik wil ook waarschuwen dat de energiecrisis op zich niet voorbij is. De gasprijzen dalen. Dat is te danken aan een collectieve inspanning. In heel Europa werd 20 % gas minder verbruikt. De voorraden zijn versnel gevuld, ook in ons land. We zitten op dit moment aan een hogere vullingsgraad dan de afgelopen jaren. De prijs van het gas schommelt tussen de 40 en 60 euro. Dat is nog altijd twee tot drie keer hoger dan bij het begin van de legislatuur. Daarom zit in de accijnshervorming ook een noodrem: als de prijzen weer stijgen, zal de regering de accijnshervorming opnieuw evalueren.
Ik heb nog een aantal cijfers; u verwees daar immers naar. Het prijsmechanisme voorziet erin dat als de aardgasprijs onder de 45 euro per megawattuur zakt, de minderuitkomsten doordat de btw 6 % bedraagt, gecompenseerd zullen worden door hogere accijnzen. Als de gemiddelde prijs in een kwartaal bijvoorbeeld 25 euro bedraagt, is de minderinkomst uit de btw 1,2 euro. De accijns zal dus met 1,2 euro per megawattuur stijgen. Met die 6 % btw zal het totale extra 1,272 euro bedragen. Dit moeten wij vergelijken met de situatie waarin er 21 % btw werd geheven. 15 % meer dus, of 3,75 euro. Het is pas als de prijs onder de 13,399 euro per megawattuur zakt dat de accijnsverhoging van het prijsbeschermingsmechanisme hoger is dan het btw-verschil. Volgens mij zijn deze prijzen echter niet aan de orde.
07.04 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, voor ons is dat natuurlijk niet aanvaardbaar.
Het is wel degelijk, zoals wij van in het begin al gevreesd hadden, een vestzak-broekzakoperatie. Of erger nog, want zoals ik in mijn vraag al stelde maakt de accijnsverhoging de btw-verlaging volledig ongedaan. Zij doet er zelfs een schep bovenop, want 87 euro meer aan taksen wordt er nu per jaar betaald door de gezinnen. De factuur is vandaag nog meer een belastingbrief dan voor het aantreden van deze regering en voor de crisis. Dat kunnen wij echt niet aanvaarden.
Wij zullen hier verder op inzetten. Wij hebben een wetsvoorstel klaar dat een verbod op nieuwe belastingen op energie vastlegt en dat de accijnsverhoging terugdraait. Wij hebben al 50.000 handtekeningen daarvoor, en wij doen verder tot die onaanvaardbare situatie ongedaan gemaakt is. Basisenergie blijft voor ons een basisbehoefte. Wij zijn het absoluut met u oneens. Wij zullen hierop blijven terugkomen, tot en met de verkiezingen, neem ik aan.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
08.01 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, we hebben het al gehad over het rapport van de CREG van december 2022, waarin de CREG gewag maakte van het feit dat leveranciers de prijsdalingen gebruiken om hun marges en kosten door allerhande trucs op te trekken en dat zo ondoorzichtig mogelijk te doen. De CREG heeft toen bijkomende uitleg gevraagd aan de leveranciers. Van een aantal leveranciers hebben ze die uitleg gekregen, van een aantal andere niet. Deze informatie wordt verwerkt. We verwachten de CREG om deze informatie hier uiteen te zetten.
Mevrouw de minister, hebt u al bijkomende informatie van de CREG ontvangen? Wat is het besluit? Wat bent u van plan om dat wangedrag aan banden te leggen?
08.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Warmoes, de deadline voor het aanbrengen van informatie door de leveranciers verliep op 20 januari 2023. De CREG is op dit moment bezig met een analyse van de ontvangen antwoorden en stuurde ook een aantal reminders aan leveranciers die niet binnen de vooropgestelde deadline hebben geantwoord. De CREG meldt mij dat zij na de volledige analyse, en indien uit deze analyse zou blijken dat er verdere maatregelen moeten worden genomen, hierover verder zal communiceren. Ik heb de conclusies van de CREG bijgevolg nog niet ontvangen.
Ik kan dus op dit moment niet antwoorden op uw vragen. Als er misbruik zou zijn, zal er uiteraard op gereageerd worden.
Ik verwijs naar mijn antwoord op de vragen over de voorschotfacturen waarmee we deze commissie gestart zijn. Ik heb samen met mevrouw Bertrand het initiatief genomen om een protocol af te spreken met de leveranciers om actief aan de klanten met variabele prijscontracten een aanpassing van de voorschotfacturen voor te stellen, in lijn met de prijsverlagingen die we de laatste maanden op de groothandelsmarkt hebben gezien. Sommige leveranciers hebben dus niet gewacht, ook niet op het ondertekenen van dit protocol, en hebben al naar 300.000 klanten een voorstel opgestuurd.
08.03 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, bedankt voor de update van de situatie.
Wij hebben in de commissie een hoorzitting
gepland. Ik had voorgesteld om ook u daarbij uit te nodigen, maar ik weet niet
of u op die uitnodiging ingaat. Als er maatregelen nodig zijn, neem ik aan dat
u daarop zult reageren. Waarschijnlijk hebt u wel kennis van die studie, van
die actualisatie van de CREG. Bij dezen nodig ik u uit om ons te vervoegen bij
die hoorzitting of net erna. Wordt vervolgd.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
09.01 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): De regeling in verband met het sociaal tarief is bij KB verlengd tot 1 april. Tegelijk heeft de regering beslist om de maatregel niet geleidelijk uit te faseren, zoals u oorspronkelijk van plan was, maar om dat in een keer te doen. Voor de leveranciers zou dat anders moeilijk te doen zijn. De regeling met het sociaal tarief zou dan voor 100 % verlengd worden tot 1 juli, maar dan volledig afgeschaft. Dat betekent voor 10 % van de bevolking en vooral de kwetsbaarsten met de laagste inkomens een hele prijsschok, die we moeilijk kunnen becijferen. We kennen de prijzen op dat moment immers niet. Op basis van de prijzen van enkele weken geleden zou dat neerkomen op ongeveer 600 euro per jaar meerkosten. Tegelijkertijd bent u van plan om het sociaal tarief zelf te hervormen.
Wanneer denkt u een beslissing te nemen rond de hervorming van het sociaal tarief?
Heeft de huidige doelgroep die nu recht heeft op het uitgebreid sociaal tarief, na 1 juli 2023 nog recht op het nieuwe sociaal tarief?
Zult u eventueel de tarieven van het sociaal tarief verhogen?
Hoe ver staat u al met de hervorming van het sociaal tarief?
09.02 Kurt Ravyts (VB):
Mevrouw de minister, de regering heeft in februari verschillende beslissingen
genomen. Daarnet hadden wij het reeds over de fiscale energiefactuur, dus de
accijnzen. Daarnaast heeft de ministerraad op 17 februari beslist om het sociaal tarief voor de
uitgebreide doelgroep tot 1 juli 2023 voor 100% te handhaven, om de
regeling vervolgens volledig te schrappen, wat volgens uw kabinet voordeliger
zou zijn voor de betrokkenen. Ook kondigde u aan dat de leveranciers zullen
verplicht worden om de betrokkenen dan het goedkoopste energiecontract aan te
bieden. Het gaat toch over 400.000 gezinnen, die opnieuw zullen moeten
overschakelen op de normale markttarieven. Ik vind het te betreuren dat de
accijnshervorming niet is samengegaan met de globale hervorming van het sociaal
tarief, waarover mijn vraag gaat.
Kunt u
een toelichting geven bij de beslissing van de ministerraad van
17 februari met betrekking tot de afbouw?
Wanneer
komt een en ander nu aan bod? Enkele maanden geleden kondigde u nog aan dat de
regering over de globale hervorming van het sociaal tarief zou discussiëren
naar aanleiding van de bespreking van de begrotingscontrole. U zei, daarin
gesteund door de progressieve partijen en eigenlijk ook door ons, dat er een
meer inkomensgerelateerd model moest komen.
Vergeten
we niet dat vanaf 1 juli maar liefst 400.000 gezinnen extra niet langer
genieten van het verlaagd accijnstarief, aangezien ze evenmin nog kunnen rekenen
op een sociaal tarief, dat gepaard gaat met een verlaagde accijns. Was het dan
niet beter om de globale hervorming van het sociaal tarief te koppelen aan de
hervorming van de fiscaliteit op de energiefactuur?
09.03 Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, de regering heeft beslist om de maatregel inzake het sociaal tarief voor de mensen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering, maatregel die u altijd in de federale regering hebt verdedigd en die de meest kwetsbare consumenten beschermde toen de energieprijzen de pan uitrezen, tot 1 juli 2023 te verlengen. Daarna moeten de leveranciers het goedkoopste tarief toekennen aan de rechthebbenden, zodat hun energiefactuur zo laag mogelijk kan blijven. Wat houdt die laatste maatregel precies in? Aan welke verplichtingen moeten de leveranciers zich houden?
09.04 Minister Tinne Van der Straeten: De regering heeft beslist om het sociaal tarief voor gas, elektriciteit en warmte te verlengen tot 1 juli 2023 voor wie recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering. Hiertoe is een KB in voorbereiding. De leveranciers zullen dat ook aan de betrokken residentiële afnemers communiceren, zodat zij op de hoogte zijn van de stopzetting. Uiteraard is in de regering afgesproken om de prijsevolutie te blijven volgen. De regering heeft daartoe de mogelijkheid om de maximumprijzen voor die categorie opnieuw in te voeren.
De maatregel was opgezet als een crisismaatregel. Het is daarom logisch dat hij wordt afgebouwd wanneer aan die crisis een einde komt. Uiteraard wordt de evolutie van de energieprijzen opgevolgd en kunnen nieuwe maatregelen steeds worden genomen of kunnen maatregelen opnieuw worden ingevoerd. Niemand kan de evolutie in het najaar met 100 % zekerheid voorspellen.
De leveranciers zullen ook hun goedkoopste product aan hun klanten moeten aanbieden. Voor de zogenaamde klassieke categorieën verandert er uiteraard niets.
Wat de hervorming van het sociaal tarief betreft, het doel van het sociaal tarief is de bestrijding van de energiearmoede. De kostprijs van energie mag mensen niet in armoede duwen of hun situatie verergeren. De huidige verschillende statuten zijn in het merendeel van de gevallen inkomensgebonden. Ook de categorie met recht op de verhoogde tegemoetkoming is inkomensgebonden. In dat kader heeft de regering reeds verschillende beslissingen genomen, zoals de oprichting van een databank voor een vlotter beheer van de gegevens, waardoor de toekenning efficiënter gemaakt wordt. Momenteel wordt een regeling voorbereid waarbij het sociaal tarief ook wordt toegekend aan rechthebbenden die gebruikmaken van een collectieve verwarmingsinstallatie en geen directe afnemer zijn.
Wat de bijkomende vraag over de relatie tussen de stopzetting van het uitgebreid sociaal tarief en het wetsontwerp houdende hervorming van de fiscaliteit op de energiefactuur betreft, er is een duidelijke beslissing over de hervorming van de accijnzen om de prijsvolatiliteit op het niveau van de factuur voor alle consumenten te matigen. Voor rechthebbenden op het sociaal tarief start dat op 1 juli 2023. Op dezelfde datum stopt het sociaal tarief voor personen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming. Er werd niet voor gekozen om die dossiers aan elkaar te koppelen, omdat de hervorming van de accijnzen dringender was en de politieke discussies over de hervorming van het sociaal tarief nog opgestart moeten worden. Die politieke discussies betekenen niet dat wij niet bezig zijn met de voorbereiding. Er wordt dus echt hard doorgewerkt om die hervorming naar een meer inkomensgebonden regeling vorm te geven.
Omtrent het goedkoopste tarief, in het
ontwerp van koninklijk besluit is bepaald dat de leverancier vanaf 1 juli 2023
het op dat ogenblik goedkoopste product dient toe te passen. Daarmee willen wij als regering garanderen
dat mensen voor wie het sociaal tarief in juli eindigt, kunnen genieten van het
voordeligste markttarief. Het kan niet zijn dat leveranciers ongeoorloofde
marges nemen voor die groep.
Voor elektriciteit zijn de commerciële tarieven zodanig gedaald dat het sociaal tarief gelijk is. Voor gas, daarentegen, zijn de commerciële tarieven nog hoger dan het sociaal tarief. We zien wel dat de trend voor gasprijzen dalende is. Los van de stopzetting van de maatregel zijn in de gas- en elektriciteitswet bepalingen opgenomen over de verplichting van de leveranciers. Een leverancier moet de afnemer een overzicht bezorgen van al zijn op dat ogenblik actieve producten. De leverancier moet wijzen op de vrije keuze. Er moet verwezen worden naar de websites van de gewestelijke regulator om het goedkoopste product te kunnen kiezen, en de afnemer mag van leverancier veranderen. Om organisatorische redenen waarbij de leveranciers niet altijd op voorhand weten of iemand nog langer recht heeft op de toepassing van de sociale tarieven en ook om een stijging van de voorschotten zoveel mogelijk te vermijden, is erin voorzien dat automatisch het goedkoopste product moet worden toegepast gedurende een periode van drie maanden, dus tot 1 oktober 2023. Het moet uiteraard gaan over een actief product. De afnemer heeft steeds het recht om het aanbod te weigeren en te kiezen voor een product met andere voorwaarden die betrekking hebben op onder andere dienstverlening, domiciliëring, telefonisch contact, groene stroom, grijze stroom of variabel dan wel vast karakter van het contract, maar moet hierover duidelijk worden geïnformeerd.
In vele gevallen maakt de consument geen keuze. Via het KB verplichten we de leverancier nu om het goedkoopste tarief toe te passen en niet bijvoorbeeld een duur driejarig vast contract. De rechthebbenden op het sociaal tarief worden geïnformeerd nadat het sociaal tarief stopt. Dat is net zoals u en ik geïnformeerd worden over het einde van een contract. Ergens is er dan een paragraafje met de nieuwe prijs en het nieuwe contract. Dat hebben we misschien maar half gelezen. We kunnen dat niet goed vergelijken of we moeten informatie zoeken op de website. Wij willen vermijden dat consumenten met een laag inkomen een contract voorgesteld krijgen dat niet het best bij hun financiële situatie past en daarom verplichten we de leverancier om het goedkoopste tarief aan te bieden.
09.05 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, u zegt dat het een crisismaatregel is. De crisis is ten einde, dus het is logisch om die af te schaffen. Ik zou dat toch enigszins willen nuanceren. Ik denk dat de crisis voor de mensen nog lang niet gedaan is. De voedselprijzen zijn bijvoorbeeld nog altijd hoog. Het is niet zo dat het leven terug op het niveau van voor de crisis is gekomen. Er is natuurlijk een indexering van de lonen, maar u weet dat brandstof daar bijvoorbeeld niet inzit. Ik denk dat de crisis voor de meeste mensen nog niet gedaan is. In die zin vind ik het onbegrijpelijk dat men de kwetsbare mensen met lage lonen of lage inkomens vanaf 1 juli terug in de miserie stort of daar toch een schepje bijdoet.
U zegt dat u de leveranciers zult verplichten om het goedkoopste product aan te bieden. Dat is op zich goed, het zou er nog aan mankeren. Dat is positief, want de mensen zien door de bomen het bos niet meer. Het is zo’n moeilijke situatie, een echte wirwar. Het blijft echter een commercieel contract. De prijzen zijn nu wel gezakt. Er zijn een aantal perverse zaken aan het sociaal tarief. Dat blijft zelf ook stijgen. Wij hebben dat al verschillende keren benadrukt. Er is een inhaaloperatie bezig, terwijl de commerciële tarieven dan weer dalen. Op een bepaald moment kruisen die curves elkaar.
Een ander pervers effect is dat als men vandaag één euro te veel verdient men het sociaal tarief kan missen. Men deelt de bevolking in twee, men heeft er recht op of men heeft er geen recht op.
De vraag bij de hervorming is natuurlijk wie er gaat winnen en wie er gaat verliezen. U bent nog bezig met die hervormingen, maar waar zet u de cursor? Het sociaal tarief zal inkomensgerelateerd zijn, wat wij kunnen begrijpen, en het zal waarschijnlijk progressief zijn, maar zullen degenen die er vandaag recht op hebben op 1 juli alles verliezen? Zal uw hervorming tegen dan klaar zijn? Hoeveel houdt men dan over? Dat zijn allemaal vragen waarop wij vandaag alleszins geen antwoord krijgen.
09.06 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, ik probeer intellectueel eerlijk te zijn, er is enerzijds het KB dat de leveranciers zal verplichten om het goedkoopste tarief toe te passen en er zijn anderzijds noodremmen in dit wetsontwerp rond de fiscaliteit in de energiefactuur. Ik ben me daar zeer goed van bewust. Ik hoor bij u echter een kleine dedramatisering wat betreft de hervorming van het sociaal tarief. Ik herinner me zeer goed dat u hier tweeëneenhalf jaar geleden nog zei dat het sociaal tarief op basis van statuten u onvoldoende inkomensgebonden leek. De uitbreiding van de doelgroep via het principe van de verhoogde tegemoetkoming betekende effectief al een grotere inkomensgerelateerdheid. Het was echter nog altijd niet voor 100 % wat u ooit zelf, tot in voorstellen ingediend door Groen, had gezegd. Ik weet dat u er niet zo van houdt wanneer ik verwijs naar uw loopbaan als federaal volksvertegenwoordiger, maar er bestaat toch nog een verschil.
Ik ben dus, net als de heer Warmoes, nogal benieuwd naar wat er de volgende weken en maanden van die globale hervorming zal terechtkomen.
09.07 Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, ik heb soms het gevoel dat de heer Warmoes alleen hoort wat hij wil horen en veel in vraag stelt zonder oplossingen aan te reiken.
Ik onthoud drie zaken uit uw antwoord.
Ten eerste zal de evolutie van de prijzen worden opgevolgd. U hebt aangegeven dat er momenteel wel een dalende trend wordt vastgesteld, maar dat het belangrijk is om dat verder op te volgen. De beslissing die nu genomen is, loopt tot 1 juli 2023, maar u blijft de prijzen opvolgen.
Ten tweede onthoud ik dat u de leveranciers verplicht om na 1 juli 2023 het goedkoopste product aan te bieden.
Ten derde onthoud ik dat u volop bezig bent met de hervorming. Wij vinden uiteraard dat die best inkomensgerelateerd zou zijn, maar klaarblijkelijk worden er verschillende pistes onderzocht. De regering is daarmee bezig. In plaats van hier veel vraagtekens bij te zetten, hoor ik dus vooral een minister die bekijkt hoe we de meest kwetsbaren in de samenleving kunnen behoeden voor energiearmoede.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
09.08 De voorzitter: De samengevoegde vragen nrs. 55034124C van de heer Cogolati, 55034211C van de heer Warmoes en 55035692C van de heer Ben Achour en de samengevoegde vragen nrs. 55034242C van mevrouw Fonck en 55034702C van de heer Patrick Prévot worden uitgesteld.
10.01 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): De G7 voerde recent een embargo in op de import van Russische aardolie en afgeleide producten. Deze sanctie dreigt de kostprijs van mazout op te drijven, terwijl een aanzienlijk deel van onze bevolking zich met mazout verwarmt. We spreken hier vaak over gas en elektriciteit, maar veel mensen verwarmen zich nog op mazout. De maatregel dreigt ook de prijs van diesel te verhogen. Intussen is dat vorige week gebeurd, al weet ik niet of ik hier zomaar een oorzaak-gevolgrelatie mag leggen. Alleszins zijn de prijzen van mazout en diesel wat gestegen.
Ik heb dus een aantal vragen.
Is er een inschatting van de impact van deze maatregel en dit embargo op de prijs van mazout en diesel? Hoe schat u de effectiviteit van deze sanctie in? Welke maatregelen neemt de overheid om mogelijke prijsstijgingen tegen te gaan?
10.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Warmoes, de Europese Unie heeft de invoer van ruwe aardolie en -producten van Rusland per transport over zee verboden. Enkele lidstaten zijn uitgesloten van dit verbod en mogen nog steeds ruwe aardolie invoeren via pijpleidingen. Er is op dit moment voorlopig geen impact op de bevoorrading van aardolieproducten zoals diesel, voor wegtoepassingen of voor verwarming. Belgische ondernemingen voeren sinds de effectieve inwerkingtreding van de sancties geen olie in uit Rusland, maar voornamelijk uit China, India en het Midden-Oosten. De bevoorrading van ruwe aardolie is vervangen door invoer van Afrika en het Midden-Oosten.
Om de stabiliteit van de brandstofprijzen te garanderen, zijn de bepalingen van de programmaovereenkomst tussen de Belgische Staat en de Belgische Petroleumfederatie, die momenteel de naam ENERGIA draagt, van belang. Het maximumprijsmechanisme vangt de impact van plotse, bruuske prijsstijgingen en prijsvolatiliteit in het algemeen op. Ook de dieselprijs is voorlopig gestabiliseerd, zoals weerspiegeld in de recente activatie van het cliquetsysteem op diesel. Dat is het gevolg van een maximumprijs die onder de drempelwaarde van 1.70 euro per liter daalt. Tot voor kort werd voor diesel nog steeds de forfaitaire accijnsverlaging van 17,5 cent per liter toegepast. Indien de prijzen opnieuw zouden stijgen, kan de accijnsverlaging opnieuw worden toegepast als de regering daartoe beslist.
10.03 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, in grote lijnen zegt u dat er geen impact is. Ik betwijfel dat een beetje, maar ik herhaal dat wij pleiten voor gerichte sancties tegen de oligarchen, de kapitalistische grootbedrijven en de financiers van de oorlog in Rusland, maar niet voor sancties die de burgerbevolking treffen. Dat werkt volgens ons trouwens contraproductief. Rusland heeft enorme reserves kunnen aanleggen, de inkomsten zijn gestegen door de prijsstijgingen indertijd en ondertussen betalen de mensen hier het gelag. U zegt dat de prijs is gestabiliseerd, maar die ligt nog altijd veel hoger dan voorheen. Ik heb mijn twijfels bij uw gemakkelijk antwoord dat er geen impact is.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
11.01 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, op de digitale vergadering van het Overlegcomité van 15 februari 2023 werd volgens uw kabinet blijkbaar afgesproken dat u waar mogelijk het overleg van netbeheerder Elia met energieregulator CREG over de compensaties in het Ventilusdossier zult faciliteren. De Vlaamse regering schaarde zich in november 2022 achter een bovengronds tracé voor de hoogspanningslijn, maar een van de randvoorwaarden was dat er een steviger pakket compensatiemaatregelen moest komen. U sprak na afloop van de vergadering van het Overlegcomité over een constructief gesprek en hamerde nogmaals op het belang van een snelle realisatie van de geplande netversterking. U hebt ook verklaard dat wie visueel nadeel ondervindt van de geplande hoogspanningsleiding, correct moet worden gecompenseerd. Ik ga ervan uit dat u daarmee nadelen in het algemeen bedoelt, want er zijn veel meer nadelen dan alleen visuele hinder. Dan zwijg ik nog over de vrees voor gezondheidsgebonden aspecten.
Elia zou ook een gemeenschapsfonds dienen te financieren. Andere vragen zijn bijvoorbeeld de ruimtelijke uitbreiding van de zone waarin mensen vrijwillig kunnen verkopen aan Elia, en de verhoging van de compensatievergoedingen.
De nadere regels voor de bepaling van de transmissienettarieven en dus ook het doorrekenen van netwerkinvesteringen door de netbeheerder werden in het KB van 8 juni 2007 vastgelegd. Wij kennen het onderhandelingskader tussen Elia en de CREG over wijzigingen aan het regelgevingskader en de tarifaire methodologie voor de volgende regelgevende periode. De gesprekken gingen begin 2022 van start en op 30 juni 2022 werd de tariefmethodologie door de CREG goedgekeurd. Het tarifair voorstel van Elia maakt momenteel het onderwerp uit van een publieke consultatie.
Wat bedoelt u concreet met faciliteren waar mogelijk?
Kan voor het doorrekenen van een aantal investeringen in de nettarieven niet worden ingegrepen in het KB van 8 juni 2007 en/of in de elektriciteitswet?
Wanneer volgt een beslissing over het federaal ontwikkelingsplan van Elia, in zoverre zij nog niet is genomen?
11.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Ravyts, de Vlaamse regering is al een tijd in gesprek met de netbeheerder over de compensaties. Zij proberen onderling overeenstemming te bereiken over een uitbreiding van het huidige compensatiebeleid, zonder hierbij de grenzen die de regulator aangeeft, te overschrijden.
De CREG legt in de tariefmethodologie een
grens op van 3 % van de investeringsportefeuille van de netbeheerder als
bedrag dat maximaal mag worden besteed aan compensaties voor alle
netinfrastructuurprojecten die hiervoor in aanmerking komen. Mijn kabinet
staat inderdaad ter beschikking om de gesprekken te faciliteren waar nodig,
maar de verantwoordelijkheid ligt bij Elia, onder supervisie van de CREG. De Vlaamse regering erkende op de
vergadering van het Overlegcomité dat ultiem de regulator zijn akkoord moet
verlenen en dat het niet de bedoeling is dat de federale regering zich in de
plaats zou stellen. De vraag van de Vlaamse regering was om, waar nodig, aan te
geven dat een compensatie uiteraard dient te gebeuren binnen het daarvoor
voorziene kader. Dat moet u daaronder verstaan.
Wat de compensatie op zich betreft, heeft Elia heel wat ervaring met het compenseren van de visuele hinder van luchtlijnen. Daarvoor heeft Elia een heel beleid uitgewerkt dat rekening houdt met verschillende graden van hinder en ook met verschillende groepen van personen of gemeenschappen die daardoor benadeeld kunnen zijn. Dat is op zich een evenwichtig en goed doordacht beleid dat meermaals met succes is toegepast.
Niettemin hebben wij in 2021 wij een adviesraad samengesteld om het beleid te evalueren. Daaruit zijn enkele suggesties voor optimalisatie gekomen, bijvoorbeeld een uitbreiding tot 200 meter van de afstand tussen de luchtlijn en de woningen waarvan de eigenaars een vergoeding kunnen krijgen. Ik begrijp dat dat advies gevolgd zal worden. Nog belangrijker is dat die adviesraad zich globaal genomen positief uitgesproken heeft over het beleid. Ik heb ook een wetenschappelijk onderzoek laten uitvoeren waarop het advies van de adviesraad sterk gebaseerd was.
Wij hebben het vergoedingsbeleid ook vergeleken met het buitenland en daaromtrent stellen wij vast dat er op een vergelijkbare manier gewerkt wordt en dat de bedragen die ter compensatie toegekend worden, in het buitenland doorgaans lager liggen dan wat nu al in België wordt gegeven.
De CREG gaat na of de compensaties die de netbeheerder toekent, evenwichtig en redelijk zijn. Het is natuurlijk belangrijk dat de regulator onafhankelijk zijn bevoegdheid in dezen kan uitoefenen, omdat het gaat over een tariefbevoegdheid.
Wat uw vragen over het federaal ontwikkelingsplan betreft, heeft Elia de finale versie gisteren ingediend. De volgende stappen zijn dat mijn administratie een grondige analyse maakt en die aan mij bezorgt, en dat ik nu twee maanden de tijd heb om daarin een beslissing te nemen.
11.03 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, u weet dat Elia voor reusachtige netinvesteringen staat. Is het niet het moment voor deze regering om het kader voor het doorrekenen van die investeringen in de transmissienettarieven te wijzigen? Vergeet niet dat Elia een beursgenoteerd bedrijf is, dat veel winst maakt op het hele interconnectieverhaal, dat de komende jaren zeker op de Noordzee erg belangrijk wordt. Ik roep u op om daar samen met uw coalitiepartners grondig over na te denken.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
12.01 Bert Wollants (N-VA): Vorig jaar communiceerden Equinor en Fluxys over een overwogen infrastructuurproject via een leiding van 1000 kilometer om CO2 te transporteren naar Noorwegen. Ongeveer in dezelfde periode werd een overeenkomst gesloten tussen Vlaanderen, België en Denemarken over het vervoer van CO2 in het kader van CCS. Dat maakt dat het aan de orde is om na te gaan in welke mate er naast deze projecten ook nog andere projecten kunnen worden gedetecteerd. Het is ook goed om een oplijsting te maken van de stand van zaken van de verschillende projecten die lopende zijn en welke visie momenteel wordt ontwikkeld. Mogelijk zijn er natuurlijk ook andere landen waarmee kan worden samengewerkt.
Wat is de stand van zaken van het infrastructuurproject met Noorwegen? Wat zijn de volgende mijlpalen in dit dossier? Wanneer worden die effectief verwacht?
Hoe verloopt het Deense dossier verder? Wat is de stand van zaken van het project? Hoe zien we de komende mijlpalen? Wanneer kunnen we die verwachten?
Werd een brede langetermijnvisie op dit vlak uitgewerkt? Welke mogelijke andere partnerlanden worden daarbij betrokken? Welke stappen zult u zetten om de contacten daar ook verder vorm te geven?
12.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Wollants, Fluxys is betrokken bij meerdere CO2-vervoersprojecten: Northern Lights, met Noorse, Zweedse, Engelse, Nederlandse en Franse partners, en CO2 TransPorts, een verbinding met Rotterdam. Voor beide projecten werd de PCI-status verworven, die door België ondersteund wordt.
Het project EU to North Sea tussen Fluxys en Equinor, waarnaar u verwijst, wordt ook ondersteund door België om een PCI-status te verwerven. Het project is in de eerste fase reeds goedgekeurd door de Europese Commissie. De Haven van Antwerpen-Brugge is hierbij ook betrokken, want het project beoogt de bouw van een CO2-terminal in Antwerpen en de ontwikkeling van een CO2-pijpleiding naar Noorwegen.
Het zijn allemaal privé-initiatieven, waarbij geen staatstussenkomst voorzien is, maar alleen ondersteuning van het belang van het project. De projecten bevinden zich nog allemaal in studie- en planningsfase. De verwachte ingebruikname is voorzien eind 2028.
Een bilateraal akkoord met Denemarken is door de minister van de Noordzee ondertekend, om de uitvoer van CO2 naar Denemarken toe te laten. Ik verwijs u naar mijn collega voor bijkomende informatie over dit akkoord.
Zoals aangegeven wordt er reeds met verschillende landen rond de Noordzee samengewerkt. Er wordt ook gekeken naar versterkte samenwerking met het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Nederland en Denemarken, landen waarmee een samenwerkingsakkoord is afgesloten voor energiesamenwerking, waarvan ook stockage en vervoer van CO2 deel uitmaken.
12.03 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, dank u voor de update.
Wij kijken uit naar het verdere traject. We moeten alleen bekijken hoe we daarmee op het vlak van visievorming verder omgaan. Ik heb op onze trip naar Denemarken gemerkt dat er verschillende visies leven over wat er moet en kan gebeuren en aan welke kostprijs. Het is van belang dat wij dit verder blijven opvolgen, wat ik dan ook bij de juiste ministers zal trachten te doen.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 18.17 uur.
La réunion publique de commission est levée à 18 h 17.