Commissie voor de Landsverdediging |
Commission
de la Défense nationale |
van Woensdag 13 januari 2016 Voormiddag ______ |
du Mercredi 13 janvier 2016 Matin ______ |
Le développement des questions et interpellations commence à 10.33 heures. La réunion est présidée par M. Benoit Hellings.
De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 10.33 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Benoit Hellings.
01 Échange de vues avec le ministre de la Défense, chargé de la Fonction publique, sur le plan stratégique de la Défense et interpellations et questions jointes de
- M. Sébastian Pirlot au ministre de la Défense, chargé de la Fonction publique sur "le plan stratégique et l'avenir de l'armée" (n° 97)
- M. Wouter De Vriendt au ministre de la Défense, chargé de la Fonction publique, sur "le plan stratégique 2030" (n° 8140)
- M. Peter Buysrogge au ministre de la Défense, chargé de la Fonction publique, sur "le plan stratégique 2030" (n° 8154)
- M. Alain Top au ministre de la Défense, chargé de la Fonction publique sur "le plan stratégique pour l’avenir de la Défense" (n° 99)
- M. Veli Yüksel au ministre de la Défense, chargé de la Fonction publique, sur "les décisions de principe concernant le plan stratégique de la Défense" (n° 8417)
- M. Raoul Hedebouw au ministre de la Défense, chargé de la Fonction publique, sur "l'accord de Noël, l'achat de 34 avions de chasse et les choix budgétaires" (n° 8425)
- M. Georges Dallemagne au ministre de la Défense, chargé de la Fonction publique, sur "les annonces concernant le plan stratégique pour la Défense" (n° 8447)
01 Gedachtewisseling met de minister van Defensie, belast met Ambtenarenzaken, over het strategisch plan van Defensie en samengevoegde interpellaties en vragen van
- de heer Sébastian Pirlot tot de minister van Defensie, belast met Ambtenarenzaken over "het strategisch plan voor het leger en de toekomst van het leger" (nr. 97)
- de heer Wouter De Vriendt aan de minister van Defensie, belast met Ambtenarenzaken, over "het strategisch plan 2030" (nr. 8140)
- de heer Peter Buysrogge aan de minister van Defensie, belast met Ambtenarenzaken, over "het strategisch plan 2030" (nr. 8154)
- de heer Alain Top tot de minister van Defensie, belast met Ambtenarenzaken over "het strategisch toekomstplan voor Defensie" (nr. 99)
- de heer Veli Yüksel aan de minister van Defensie, belast met Ambtenarenzaken, over "de princiepsbeslissingen met betrekking tot het strategisch plan Defensie" (nr. 8417)
- de heer Raoul Hedebouw aan de minister van Defensie, belast met Ambtenarenzaken, over "het kerstakkoord, de aankoop van 34 jachtvliegtuigen en de budgettaire keuzes" (nr. 8425)
- de heer Georges Dallemagne aan de minister van Defensie, belast met Ambtenarenzaken, over "de berichten over het strategisch plan voor Defensie" (nr. 8447)
Le président: Le ministre de la Défense va nous présenter son exposé pendant environ une heure. Ensuite, les collègues qui ont introduit des interpellations et des questions orales les poseront dans l'ordre. Par la suite, les groupes qui n'ont pas déposé de questions pourront prendre la parole.
01.01 Steven Vandeput, ministre: Monsieur le président, mesdames et messieurs les députés, permettez-moi tout d'abord de vous souhaiter une bonne année. Que 2016 soit une année de confiance dans l'exécution du plan stratégique!
Ter inleiding zal ik de verwachtingen verduidelijken. Wij weten ondertussen wat wij zullen doen.
Wij weten ook met hoeveel mensen wij dat zullen doen en over welk budget wij daarvoor in de toekomst zullen beschikken. In essentie hebben wij dus een strategisch plan.
Ik zal hier geen antwoord geven op de mondelinge vragen die intussen alweer werden gesteld — en er zullen er wellicht nog volgen — omtrent de invulling van kwartieren en dergelijke. Er werd immers nog geen beslissing genomen over, bijvoorbeeld, de invulling van kwartieren en de werkwijze dienaangaande. Dat is precies de implementatiefase van het strategisch plan. Alvorens men daarmee kan beginnen, moet men minstens een duidelijk zicht hebben op wat men zal doen, op het aantal mensen die daarvoor nodig is en op het budget dat daarvoor zal worden vrijgemaakt.
Mijnheer de voorzitter, bij deze deel ik mee, als antwoord op alle vragen in verband met de kwartieren, dat ik op zeer korte termijn het laatste element van het strategisch plan zal voorstellen, met name de regionale invulling van onze activiteiten in de toekomst, zoals bepaald in het regeerakkoord.
Après cette introduction, je vous parlerai de l'environnement sécuritaire jusqu'en 2030, qui a été à la base du plan stratégique, et des missions clés qui ont été définies. Je vous expliquerai ce qu'est une défense multilatéralement solidaire et équilibrée. J'aborderai alors le sujet des capacités vers l'an 2030. Je conclurai avec les principes qui seront utilisés pour la mise en œuvre. Enfin, comme l'a prévu le président, il restera du temps pour les questions.
Als inleiding wil ik het tracé schetsen. Er zijn veel vragen gesteld over het strategisch plan, zoals wanneer het er komt, waarom het er nog niet is, en opmerkingen geformuleerd, zoals er is er geen en de mensen zijn ongerust.
Ik was ook ongerust. Nu kan ik u melden dat er stappen zijn gezet. Maar, geachte collega’s, politieke besluitvorming, en zeker in een dossier zo belangrijk als dat van Defensie, vraagt nu eenmaal tijd.
We zijn vertrokken vanuit het federale regeerakkoord. Op basis daarvan heb ik een eerste voorstel van strategische visie voorgesteld aan de generale staf op 30 maart 2015. Dan is het politieke besluitvormingsproces in gang geschoten. Mijn nota over de strategische visie is door de staf uitgewerkt tijdens een interactief proces tussen mijn kabinet op Defensie en de leden van de interkabinettenwerkgroep. Een eerste presentatie volgde op 8 mei 2105, waarna de analyse van de veiligheidsomgeving en de keuzes op basis daarvan werden goedgekeurd. Men vroeg wel om enkele bijkomende studies. Dat is gebeurd.
Op de vergadering van het kernkabinet van 24 juli 2015 deed ik een voorstel van een volledig strategisch plan. De Ministerraad heeft dan beslist om nog een aantal bijkomende budgettair capaciteitsscenario’s uit te werken. In totaal werden vijf scenario’s uitgewerkt. Dat is u allemaal bekend. Uiteindelijk heeft de regering op 22 december 2015 haar goedkeuring verleend aan het strategisch plan met een aantal kernelementen en enkele principes.
Conformément à la décision du gouvernement du 22 décembre 2015, la Défense comptera 25 000 collaborateurs dans le futur. L'accord porte également sur un réinvestissement de 9,2 milliards euros dans la Défense sur une période allant d'aujourd'hui à 2030 ainsi que sur dix principes directeurs correspondant aux textes qui ont été discutés dans le cadre du groupe de travail de politique générale.
Wat kunt u nog verwachten? Wij zijn uitgegaan van een bestaand strategisch plan, waarover gediscussieerd werd en dat aangepast werd. Er zijn keuzes gemaakt. Uiteindelijk wordt dat nu vertaald in een achtergrondnota, een beleidsnota, die ik aan mijn defensiestaf zal overhandigen en die daarna ook publiek zal zijn. Dat is het strategisch plan van de Belgische Defensie met het oog op 2030.
J'aborderai brièvement l'environnement sécuritaire jusqu'en 2030. Ce dernier a connu des changements assez importants ces dernières années.
À l'Est, la Russie était, jusqu'il y a trois ou quatre ans, un partenaire stratégique de l'OTAN. Avec l'OTAN, nous avions des discussions et des accords avec les Russes pour collaborer sur le long terme. Aujourd'hui, ce que j'appelle "l'assertivité" – mais plus à l'Est, on parle de "l'agressivité" de Poutine et de la Russie – montre qu'une menace existe.
Au Sud, la Belgique a toujours été focalisée sur l'Afrique centrale qui était très importante pour notre pays tant au niveau économique que sécuritaire. Aujourd'hui, la région du Sahel et le Moyen-Orient brûlent. Cela a des conséquences directes sur notre sécurité interne. On le constate avec les réfugiés, le terrorisme, la criminalité et les trafics de drogues et d'êtres humains. Ce sont des menaces que la Belgique perçoit.
À l'Ouest, nous avons un peu de chance. Ce sont surtout des partenaires. Le secteur marin est tout de même très important.
Au Nord, aujourd'hui, il ne se passe pas grand-chose.
Door de opwarming van de aarde die deels ook de aanleiding vormt van de grotere problemen en de migratiestromen die wij vaststellen in Afrika, wordt de noordelijke sector steeds belangrijker. Wij stellen vandaag vast dat heel wat landen hun oog al hebben laten vallen op de natuurlijke rijkdommen in de ondergrond in het noorden, maar ook op de noordelijke vaarroute, die in de toekomst steeds belangrijker zal worden. Het hangt wat af van expert tot expert, maar men schat dat de noordelijke vaarroute binnen dit en 10 jaar of langer een belangrijke route zal worden.
Ik geef dat mee om op die manier kort de territoriale situatie in Europa te schetsen. De meesten van ons zijn opgegroeid met het idee dat wij hier op een eiland van vrede leefden dat gratis ter beschikking stond. Wij stellen vandaag echter vast dat ons eiland van vrede wordt omringd door een periferie die meer en meer een bedreiging vormt voor het volhouden van die zo gekoesterde vrede in onze regio. Dan spreek ik nog maar alleen over het Europese niveau. Met betrekking tot veiligheid moet het Europese niveau het centrale niveau zijn waaruit wij naar de wereld kijken.
Daarnaast zijn er ook twee mondiale bewegingen die zeer belangrijk zijn en die ook de nodige uitdagingen met zich meebrengen. Vooreerst is er de beweging van de eentjes en de nulletjes, de cyber zeg maar, waarvan het strategisch belang, het economisch belang en het veiligheidsbelang bezwaarlijk kunnen worden onderschat. Daarnaast zijn er de mondiale maritieme transporten – kijk bijvoorbeeld naar ons eigen land – die echt niet mogen worden onderschat. Als men de tonnage bekijkt – dat is misschien nieuw voor sommige mensen in de zaal – dan is België op dat vlak een belangrijker maritiem land dan bijvoorbeeld Frankrijk en zelfs Nederland. Dat zijn vaststellingen.
Gelijktijdig hebben wij vastgesteld dat niet alleen wij maar ook andere Europese landen hun Defensie in de voorbije 20 à 30 jaar geleidelijk hebben afgebouwd bij het opsouperen van het vredesdividend. Er zijn echter duidelijk veranderingen. Wij stellen vast dat er nu in het buitenland, zeker in onze buurlanden, op een andere manier naar de buitenlandse veiligheid wordt gekeken en dat overal in Europa debatten gaande zijn of de beslissing al is genomen over herinvesteringen in Defensie.
Een van de eerste principes die goedgekeurd werden, is het principe in verband met de kerntaken van Defensie en de andere taken waarvoor een beroep kan worden gedaan op Defensie. Als achtergrond daarbij wil ik eerst een aantal algemene beleidslijnen geven, een aantal wensen die wij hebben aangenomen om deze kerntaken te definiëren.
Nous voulons contribuer à la stabilité et à la sécurité des frontières européennes et des flux globaux vers l'Europe mais aussi au départ de l'Europe. Nous voulons aussi contribuer à la sécurité physique des citoyens belges partout dans le monde et il y a la volonté d'un ancrage plus spécifique des capacités au niveau européen.
Les collègues qui étaient présents au colloque qui s'est tenu début 2015 se rendent bien compte, au vu des années à venir et des changements opérés ces dernières années, qu'il faut à très court terme une puissance, un toolbox militaire, assez flexible pour faire face aux menaces du futur.
Er zijn dus drie kerntaken gedefinieerd. Het gaat over de collectieve defensie. Daarbij hebben we het over het verdedigen van ons eigen gebied en dat van onze bondgenoten. Daarbinnen hebben we effectief de keuze gemaakt om solidair te zijn met onze bondgenoten. In de media wordt nog wel eens gezegd dat deze minister en deze regering geen keuzes maken. Wel, laat me heel duidelijk zijn, we hebben heel specifieke keuzes gemaakt. Binnen die keuzes gaan we ook voluit verder.
Een tweede kerntaak is de collectie veiligheid. Dat houdt in dat we samenwerken met onze internationale partners om, vertrekkend vanuit onze eigen interne veiligheid, de veiligheid in andere delen van de wereld onder controle proberen te krijgen.
Een derde kerntaak is die van bescherming van landgenoten in het buitenland, wat wij vandaag kennen als de NEO (Non-combatant Evacuation Operations) . Laat mij er nog aan toevoegen dat als wij vandaag spreken over collectieve defensie, wij vooral naar het oosten kijken. Als we spreken over collectieve veiligheid, dan kijken we vooral naar het zuiden. In wat zal volgen in deze presentatie zult u vaststellen dat we binnen die kerntaken enkele zeer specifieke keuzes hebben gemaakt.
Daarnaast zijn andere taken gedefinieerd waarvoor regelmatig een beroep kan en zal worden gedaan op Defensie. Het betreft hier andere taken, geen kerntaken. Dat wil eigenlijk zeggen dat we focussen op investeringen in de kerntaken en dat we met de capaciteit die we hebben ook een aantal andere taken kunnen vervullen. Dat is eigenlijk het grote verschil tussen de twee. Het gaat hierbij om ondersteuning van de interne veiligheid, hetzij via intelligence, hetzij via rechtstreekse inzet zoals we die vandaag hebben. Verder zal er voor humanitaire opdrachten, de hulp aan de natie zeg maar, in eigen land en in het buitenland ook steeds een beroep kunnen worden gedaan op onze Belgische Defensie.
Laat het ons even hebben over wat multilaterale solidariteit betekent.
Je vous présente ce slide qui reprend le PIB par habitant en Europe. En rouge, c'est la Belgique, en vert, ce sont nos pays voisins, en bleu, le reste de l'Europe. Quand on compare les chiffres, on constate que nous sommes le sixième pays européen au niveau du PIB par habitant. En ce qui concerne l'effort militaire, on constate, pour les dix dernières années, que nous étions en queue de classement. Avec la décision du gouvernement du 22 décembre 2015, nous nous trouverons à nouveau dans le peloton des pays européens. La Belgique étant le pays où se trouvent l'OTAN, le Shape et les institutions européennes, elle doit se trouver au minimum dans ce peloton.
Le principe de solidarité est très important et nous le montrons en participant aux opérations internationales. Mais il est également important de montrer à nos partenaires que nous serons capables, via les investissements, de rester un partenaire solidaire.
Het volgende principe dat goedgekeurd werd, is het principe van de gebalanceerde Defensie, la défense balancée.
Différents éléments ressortent de cette notion.
Ten eerste wens ik de nadruk te leggen op capaciteiten die een gepaste invulling kunnen geven aan de kerntaken, zoals die gedefinieerd zijn. Ten tweede, zij die vorig jaar aanwezig waren op het colloquium hebben ook kunnen constateren dat door alle daar aanwezige experts gezegd werd dat men moet spreken over een breed inzetbare defensie. Wij willen een evenwicht tussen de vier capaciteitsdimensies en minstens één, geen 15, geloofwaardige en duurzame gevechtscapaciteit in elke dimensie.
Remarquez que je parle des dimensions capacitaires et non des composantes. Il y a un autre principe, celui de rationalisation. Aujourd'hui, je parle des dimensions capacitaires et les structures, dans le futur, devront suivre les besoins.
We zullen het vandaag dus ook niet hebben over componenten of over de vermeende noodzakelijke evenwichten tussen componenten. We hebben het juist over een gebalanceerde keuze, wat inhoudt dat we in elke dimensie qua duurzaam inzetbare en geloofwaardige gevechtscapaciteit minstens één eenheid hebben.
Gebaseerd op de gemaakte keuzes omtrent de invulling van de kerntaken, maken we ook in de conflicten een duidelijke keuze van wat we kunnen aanbieden of niet. Specifiek daar houden we rekening met de vragen van onze internationale partners en onze vaststelling dat we niet overal toegevoegde waarde kunnen bieden, tenzij in een aantal specifieke niches. Daarom willen we inzetten op strategische enablers, ook voor onszelf, daar heb ik het nog over. Dat zijn de dingen die rond de directe gevechtscapaciteit hangen, onze eigen ondersteuning en vooral het aandacht geven aan en een antwoord bieden op de fameuze Europese capability gaps. Herinner u mijn wens om binnen de NAVO ook meer Europees gecoördineerd te kunnen optreden. Daar moeten we nu juist de keuze maken om als Europa voor een deel autonoom te kunnen optreden in de toekomst, of in elk geval niet in alles afhankelijk te zijn van de trans-Atlantische band.
Op basis van de keuzes die we maken binnen de kerntaken willen we meer de nadruk leggen op civiel-militaire en niet-kinetische capaciteiten ter voorkoming van conflicten en bij de nazorg ervan. Als men een conflict bekijkt vanuit de 3D-LO-benadering, namelijk Diplomacy, Development, Defence, Law and Order, willen wij verhoogd inzetten op het voorkomen van conflicten door, onder andere, meer te investeren in intelligence en meer op voorhand aanwezig te zijn. Wij zullen daardoor bijvoorbeeld te land niet onmiddellijk kunnen deelnemen aan het hoogste geweldsspectrum, maar op het ogenblik van de stabilisatie, de peace keeping en de heropbouw zullen we effectief nuttige bijdragen kunnen en willen leveren. Als dat geen keuzes zijn, weet ik niet meer wat keuzes wel zijn.
De kostenstructuur. Het is heel duidelijk dat we van de historische kostenstructuur die we kennen, willen overgaan naar een gezondere kostenstructuur, met een gezonde verhouding tussen personeelskosten, operationele kosten en de kosten die noodzakelijk zijn om het personeel in de toekomst veilig zijn werk te kunnen laten doen en een duidelijke, geapprecieerde bijdrage te leveren aan wat onze partners van ons verlangen.
Qu'est-ce que cela signifie? Le budget prévoit aujourd'hui 78 % de frais de personnel. Au regard de l'année 2030, ils diminueront pour être inscrits au budget à concurrence de 50 %. Les frais de fonctionnement qui sont actuellement de 16 % seront augmentés à concurrence de 25 % et les investissements, qui sont quasi nuls aujourd'hui, augmenteront également à hauteur de 25 %. C'est une réponse directe à la résolution qui a été votée au parlement il y a huit ou neuf mois.
Het is belangrijk om aan te tonen dat, als wij die gezonde kostenstructuur aannemen, Defensie niet ophoudt te bestaan in 2030. Zullen wij alle ambities waar kunnen maken? Ik denk het niet, maar als wij een gezonde kostenstructuur op een zo kort mogelijke termijn kunnen bewerkstelligen, zal er daardoor in de toekomst ruimte zijn om vervangingsprogramma’s en lopende programma’s voort te betalen.
L'année 2030 ne constitue pas un point final. Le plan stratégique de la Défense se situera dans une continuité. Pour ce faire, un budget sain est nécessaire.
Laten we het dan even hebben over de keuzes voor capaciteiten. U hebt kunnen zien welke grote elementen werden vastgelegd, welke de basis vormden van heel veel veronderstellingen in de pers.
Certains collègues accordent des interviews à différents journaux à qui ils expliquent qu'une composante ou une dimension a été oubliée, etc. Aujourd'hui, je vais vous communiquer des chiffres qui prouvent qu'il est réellement question d'une Défense balancée.
We vertrekken dus van een marge van 9,2 miljard euro voor investeringen tussen nu en 2030. Laat ik het volgende herhalen.
Je répète encore que je parle des dimensions capacitaires, et qu'il n'y a pas aujourd'hui d'hypothèque sur les structures. Il me semble évident que l'état-major a un mot à dire sur la gestion de notre département. Le niveau d'ambition pour 2030 a été déterminé politiquement. Les investissements que nous allons réaliser sont la suite des choix du niveau d'ambition pour 2030 que nous avons faits. Une guidance politique est prévue pour la réalisation des capacités et des budgets d'investissements.
Je fais le choix de vous donner des chiffres, dans une optique de transparence. Cependant il faut bien se rendre compte qu'il s'agit de chiffres indicatifs, exprimés en euros constants de 2015. Chaque mot est important. C'est une première indication du nombre de collaborateurs impliqués dans les différentes capacités. C'est ainsi que dans un plan stratégique qui s'étend sur quinze années, il peut y avoir des différences de 10, 20 ou 50 personnes ici et là. Le même processus peut se produire pour quelques millions d'investissements. Il est bien clair que nos choix indiquent l'orientation pour le futur.
Commençons par la capacité que l'on appelle "Inlichtingen – Cyber - Influence". Comme vous le savez, et comme le sait tout qui a déjà posé des questions parlementaires à ce sujet, le nombre de collaborateurs du Service général du renseignement et de la sécurité (SGRS) est classified. En fait, on prévoit une augmentation importante du personnel et des budgets. Nous allons adapter ce service aux nouveaux défis que constituent les médias sociaux, la communication par câble et l'anti-terrorisme.
Wij hebben de keuze gemaakt om te investeren, overeenkomstig het regeerakkoord trouwens, in de ontwikkeling van een nieuwe capaciteit op het vlak van medium altitude verkenningsdrones (MALE-drone). Er komen er twee op vrij korte termijn en vier op iets langere termijn, wat ons de tijd zal geven om de noodzakelijke aanpassingen en opleidingen te doen. Het zal in elk geval gebeuren met het ambitieniveau dat staat geprojecteerd. Wij hebben ook de keuze gemaakt om niet zelf te investeren in high altitude drones (HALE-drone). Het is echter belangrijk dat wij aansluiting houden bij de nieuwste capaciteiten en technologieën die zich ontwikkelen en dus zullen wij deelnemen aan het NAVO-programma Alliance Ground Surveillance. High altitude drones is dus zeker een technologie die wij willen blijven volgen.
Op het vlak van inlichtingen en influence kan ik bevestigen dat wij daarmee verder zullen gaan. Zoals u weet nemen wij vandaag deel aan het Franse programma Helios 2 voor het vergaren van satellietgegevens. Wij gaan daarin verder en zullen meegaan in de opvolging van Helios 2, het Franse CSO-project (Composante Spatiale Optique). Ik mag u zeker niet onthouden dat de deelname aan dat programma ook voor een aantal Belgische industriële bedrijven een zeer belangrijke keuze is en dat het een directe return geeft in eigen land.
Ook op het vlak van cybercapaciteit voorziet men een groei naar een inzet van 200 mensen en zal men de noodzakelijke investeringen doen om mee te kunnen. Er zal ook worden geïnvesteerd in een offensieve cybercapaciteit. Er wordt onderzocht in welke mate een aantal niches kunnen worden gevonden in offensieve cybercapaciteit, om op die manier internationaal iets te bieden te hebben en alzo dingen terug te kunnen krijgen van de partners met wie men samenwerkt. Als men in Duitsland spreekt over duizenden mensen op het vlak van cybercapaciteit, dan is het duidelijk dat zij beschikken over andere financiële mogelijkheden. Wil men met dat soort landen samenwerken, dan moet men ook iets te bieden hebben. Wij gaan daarin in elk geval investeren. Dat is trouwens een zeer belangrijke capaciteit voor de toekomst.
Dit is een eerste voorbeeld met betrekking tot civiel-militaire niet-kinetische capaciteiten. Op het vlak van influence is een van de eerste stappen die wij vandaag zetten de inzet van PSYOPS-teams (Psychological Operations). Wij wensen op dat vlak een stuk meer te ontwikkelen en wij geven er een duidelijke invulling aan. Er is daarvoor geen grote investering nodig maar daarmee wordt wel een rechtstreekse invulling gegeven aan de zeer duidelijk gedefinieerde capability gap, zowel op Europees niveau als op NAVO-niveau.
Met onze achtergrond en met de talenkennis eigen aan de Belgen, meen ik dat wij effectief een groot verschil kunnen maken, hetzij in counter narrative, hetzij in andere mogelijkheden van influence.
C'est la première fois que vous voyez le mot "réserve". Je puis vous confirmer que nous avons contacté les représentants des réservistes de l'armée belge, qui forment un réseau étendu et d'une grande qualité.
Étant donné que le nombre des employés de la Défense est passé de 32 000 à 25 000, il est possible que nous ne disposions plus à l'avenir d'un certain know-how. C'est pourquoi nous devons accueillir favorablement l'offre des représentants en question. De la sorte, nous pourrons travailler convenablement sur le plan structurel. C'est essentiel pour maintenir les liens entre l'armée et les civils.
Ik kom nu tot de capaciteitsdimensie Land.
Vous pouvez voir en haut à droite le premier slide consacré à la capacité terrestre. Celle-ci inclut le personnel le plus important. Il en ira de même à l'avenir. Au vu de la diversité propre à cette dimension, les choix que nous avons formés sont appréciés par les militaires.
J'en viens à la totalité des investissements prévus pour cette capacité.
Vooreerst willen wij inzetten op militairen die hun job in alle veiligheid kunnen doen en daartoe alle beschermings- en andere middelen hebben die nodig zijn om hun job op een veilige manier te kunnen doen. Hiermee bedoel ik een modernisering van de individuele bewapening. Dan hebben wij het over het standaardwapen. Wij hebben het ook over de .50’s, de lichte mortieren. Wij willen ook volledig doorgaan met het programma BEST (gevechtsvliegtuigen), u niet onbekend. Daarnaast willen wij alle zorg besteden aan de connectiviteit die gepaard gaat met de moderne manier van opereren van Defensie.
Wij willen ook investeren in jammers tegen geïmproviseerde bommen. Zoals u weet – dat stond ook in de veiligheidsanalyse – is de vijand vandaag geen leger meer dat duidelijk herkenbaar tegenover u staat. Het risico vandaag bevindt zich eerder in onherkenbare kleinere entiteiten, vaak zonder uniform.
Daarnaast zijn er investeringen voor de inzetbaarheid van ons landstrijdkrachten op langere termijn. Dan heb ik het over upgrades van de huidige gevechtsvoertuigen, gekend als de Dingo’s en de Piranha’s, over de volgende vijftien jaar.
Er zal voor 2030 ook een begin worden gemaakt van de vervanging van de MPPV’s en de LMV’s. De Dingo’s gaan er in een tweede fase stilaan uit. De Lynxen gaan er ook uit en zullen worden vervangen. Dat is dichter tegen 2030. Dit is in elk geval inbegrepen in de globale enveloppe waarin wij hebben voorzien.
Ik zal dan ingaan op een eerste specifieke capaciteit binnen de dimensie Land. Dan heb ik het over de interwapen-gemotoriseerde capaciteit. Dat gaat over een ambitieniveau van een inzetbaarheid in de vorm van battlegroups, één battlegroup op permanente basis en daarnaast zes maanden hoofdkwartier en daarnaast nog een aantal andere mogelijkheden die op het scherm staan geprojecteerd.
Wij vertrekken van onze bestaande capaciteiten, de mediane capaciteit die wij vandaag kennen.
Wij voorzien echter in een volledige uitrusting van de individuele soldaten en de noodzakelijke volledige ondersteuning op het vlak van Combat Support en Combat Service Support, zodat wij onze partners een totaalpakket kunnen aanbieden.
Daarover een aantal cijfers die nu worden geprojecteerd. Wij hebben het dan specifiek over een capaciteit van ongeveer 6 500 personen en investeringen ten bedrage van 1,9 miljard euro. Voor de interwapen gemotoriseerde capaciteit komen zo meteen nog een aantal andere investeringen met betrekking tot de dimensie Land.
Zoals al gezegd, de gevechtscapaciteit individuele soldaten hebben we net laten zien. Andere investeringen voorzien in het kader van Combat Support en Combat Service Support zijn investeringen in gevechtsgenie en artillerie, waar wij volgens mij de stap moeten zetten naar precisieartillerie. Voorts komen er investeringen in ISTAR. Dat is een capaciteit die vandaag nog lacunes vertoont op Europees niveau en investeringen in die zin zullen worden geapprecieerd. We plannen ook de nodige investeringen in veilige logistiek ten behoeve van de operaties. Wij spreken dan voornamelijk over vervangingen van voertuigen die vandaag niet met ballistische bescherming zijn uitgerust.
U ziet in de marge een optie staan die vandaag niet werd genomen, met name of wij wel of niet meestappen in een verhaal van Ballistic Missile Defence, BMD. Dat is een discussie die ik samen met de Defensiestaf zal voeren. BMD is een capaciteit die internationaal enorm opgang maakt, die gedeeltelijk van ons wordt gevraagd door onze partners in het kader van de bescherming van ons eigen luchtruim in geval van Tops, - u kent de Umbrella - en die voor ons en voor de capaciteit van de dimensie Land deel zou kunnen uitmaken van de capaciteiten van de toekomst.
Het lijkt mij duidelijk dat de drones waarover we het daarnet hebben gehad ook hier kunnen dienen voor de dimensie Land en voornamelijk bedoeld zijn om steun te geven aan de dimensie Land. Ik denk dat de BMD in Europa een lacune is en dat onze partners investeringen daarin op prijs zouden stellen. Ook voor ons zou het een stap vooruit in technologie kunnen betekenen voor onze dimensie Land.
Laat mij duidelijk zijn, die keuze is niet gemakkelijk. Wij zullen samen met de staf bekijken wat de mogelijkheden zijn. Ofwel houden wij the full monty ofwel nemen we misschien ook deel aan andere programma’s. Die keuze zal ook bepalend zijn voor een aantal andere zaken.
Wat het element homeguard betreft, zoals u weet beschouwen wij homeguard niet als een kerntaak, maar er kan wel op Defensie een beroep worden gedaan in geval van dreigingsniveau drie of vier. Daarvoor zal in eerste instantie gebruikgemaakt worden, zoals vandaag, van onze bestaande capaciteiten. Daarnaast hebben wij ook begrepen dat er vanuit de reserve echt een wens is om, indien nodig, daaraan mee te werken.
Ik kom nu tot een van onze capaciteiten die internationaal gevraagd wordt, en die ook een van de speerpunten zal zijn. Naast de interwapen- en gemotoriseerde capaciteit, als inzetwapen op langere termijn, heeft men een snelle reactiemogelijkheid nodig. Daarin zullen de Special Forces een centrale rol spelen, met een aantal ambitieniveaus, onder andere door de bijdrage aan het Special Operations Command, via de NAVO-samenwerking, een personeelsuitbreiding van de specialforcesgroep, maar ook door het laten evolueren van wat vandaag de light brigade is, de bataljons paracommando, in de richting van een “Special Forces Support Group (Rangers)”, zodat zij nog breder dan vandaag, en op korte termijn, inzetbaar zijn. Het ambitieniveau daarvoor is geprojecteerd. Wij spreken over in totaal 870 mensen die daarmee te maken hebben. Het gaat over directe investeringen van om en bij 100 miljoen euro.
Wij hebben bekeken wat op dat vlak de specifieke elementen zijn waarmee wij een bijdrage kunnen leveren die het verschil maakt en een echte toegevoegde waarde is voor onze partners. Het luchttransport van Special Forces is in Europa als capaciteit bijna onbestaande. Wij moeten dus bekijken of wij in de toekomst in die zin investeringen kunnen doen.
Wat het tactische luchttransport betreft, u vindt niets terug over de A400M's in de tekst, omdat we al in de nodige middelen voor de upgrades ervan, wanneer nodig, en voor simulatoren hebben voorzien. Wel is hier sprake van de middelen voor de verdere uitrusting van de NH90-helikopters met ballistische sets, upgrades en bewapenbaarheid. Bovendien zullen we dankzij onze investeringen die helikopters kunnen inzetten voor medische evacuatie (medevac). We streven op dat vlak naar pooling met de Benelux en naar samenwerking met Frankrijk en Duitsland, die bijna dezelfde helikopters hebben. Zo overleggen we nauw met de Duitsers over een grotere samenwerking op het vlak van onder andere stocks en onderhoud. Dus ook met de investering in de tactische medische evacuatie proberen we een duidelijke capability gap van de NH90 op Europees niveau te verhelpen.
Qua militaire constructie investeren we onder andere in vrachtwagens, kranen en sets voor bruggenbouw. Dat past in onze visie om met ons leger en dus ook met onze landcomponent een bijdrage te leveren aan peace keeping, stabilisatie en heropbouw in een periode van onder andere het voorkomen van geweld en niet in een periode van totaal geweld, wat niet onze ambitie mag zijn. Precies met dat soort inzet van het leger willen wij het verschil maken. Dat wordt door onze partners her en der ook geapprecieerd. Onze investering van om en bij de 37 miljoen euro en 300 extra militairen is belangrijk op dat vlak.
Onze capaciteit inzake nucleaire, chemische en bacteriologische oorlogvoering is heel belangrijk en wordt internationaal erkend. Vandaag zijn wij voornamelijk voor dat aspect actief in Afghanistan. Het gaat om aanzienlijke investeringen met de ambitie om in België interdepartementeel te kunnen samenwerken en een hoge reactiesnelheid te creëren om in geval van nood effectief expeditionair te kunnen opereren samen met de Special Forces.
Voorts is het duidelijk dat we de bestaande capaciteit van DOVO voor de C-IED’s moeten behouden. Die dienst is zowel in het buitenland als in eigen land zeer belangrijk. Er is een aanzienlijke investering gepland voornamelijk in Poelkapelle, waar we de historische opdracht zullen moeten voortzetten.
Ik meen dat ik daarstraks al heb uitgelegd dat de keuze voor een batterij Patriots met alle detectiesystemen en dergelijke meer, een belangrijke keuze, in de lucht hangt. Ze is vandaag nog niet gemaakt. Uiteraard zijn er ook andere mogelijkheden dan die van the full monty. Wat ik laat zien, is als men all the way gaat. Andere mogelijkheden worden nog bekeken door de defensiestaf, waarbij men instapt in het verhaal, zonder dat dat een al te grote impact heeft op het voorhanden zijnde budget. Die capaciteit moeten we alvast van nabij volgen.
Wat de luchtcapaciteit betreft, gaat het over 2 200 man. Met de multirole luchtgevechtcapaciteit behouden wij het ambitieniveau van vandaag, zodat we kunnen optreden in alle stadia van geweld, zowel air to air als air to ground. Dat betekent dat 6 vliegtuigen permanent inzetbaar zijn en aangezien we een akkoord hebben met de Nederlanders om samen 2 vliegtuigen permanent inzetbaar te houden, is het ambitieniveau gegarandeerd.
Wij hebben vandaag de ambitie om vier toestellen op korte termijn te kunnen inzetten voor een meer beperkte periode. Dat ambitieniveau kunnen we op basis van de aantallen niet als dusdanig opgeven, maar wij zullen nagaan hoe wij flexibel een aantal bijkomende toestellen kunnen inzetten, als dat nodig mocht zijn. De operatie die wij bijvoorbeeld vandaag in Letland uitvoeren, is niet alleen een operatie, maar ook een heel belangrijke training voor onze mensen. Soms kan het de combinatie van beide zijn, die ervoor zorgt dat men in meerdere stadia kan worden ingezet.
Wat de tactische luchtvuursteun betreft, die werd de eerste keer vermeld bij de dimensie cyber en intelligence, de tweede keer bij de capaciteit ISTAR, en nu opnieuw. Wij zullen voor moderne drones gaan, die bewapenbaar zijn Die keuze kan later gemaakt worden. Vandaag hebben wij dus geen bewapende drones op het oog, maar wel bewapenbare drones, zoals de Italianen.
Une étude va être réalisée au sujet du MRTT (Multirole Tanker Transport).
U weet misschien al dat wij voor een stuk het Multirole Tanker Transport volgen. Wij leveren daartoe wetenschappelijke en technologische bijdragen en voor een stuk ook financiële bijdragen. Wij zullen dat programma blijven volgen en op vrij korte termijn zullen wij een specifieke haalbaarheidsstudie uitvoeren. Het gaat dan niet alleen over de afname van het aantal uren, zoals we vandaag vooropgesteld hebben, maar ook om na te gaan of het mogelijk is om binnen de Europese EDA-pool een volledig toestel voor onze rekening te nemen. Ik denk dat ik u niet moet overtuigen van het feit dat onze Europese partners, op het ogenblik dat wij die beslissing zouden nemen, ons op een luid applaus zouden onthalen.
Over het strategisch transport heb ik het daarstraks al gehad, maar ik kan er het volgende nog aan toevoegen. De A400-M’s komen eraan. Ze zullen geleverd worden vanaf 2019. Wij voorzien in de budgetten om de nodige upgrades door te voeren. Inzake strategisch transport zullen we zeker ook overgaan tot de aanschaf van twee air-to-air-refuelling kits (AAR), waardoor wij mede een stuk invulling kunnen geven aan de enabling capacity, waaraan zo’n hoge nood is binnen Europa.
Misschien rijst de vraag, als wij die A400-M’s aanschaffen, waarom wij nog aan het MRTT deelnemen. Het belangrijke aspect daarin is dat de MRTT echt een multi-roletoestel is dat ook personen kan vervoeren en dus ook op volledige andere mogelijke manieren kan worden ingezet dan louter de refuelling kit op de A400-M.
Inzake commando- en bewakingsvliegtuigen weet u dat wij tegenwoordig deelnemen aan het AWACS-programma van de NAVO. Die medewerking zullen wij verderzetten. De investeringen daarin lopen niet rechtstreeks, want die gaan via het NAVO-budget. De AWACS is volgens mij de enige capaciteit die door de NAVO rechtstreeks zelf wordt beheerd. Onze mensen die vandaag werken op de NAVO-basis in Geilenkirchen blijven dus voortwerken.
Ook over de maritieme component hebt u al veel gezien in de media. Op dit vlak is er samenwerking met de Nederlanders inzake de Surface Combatant-capaciteit. De commissieleden hebben Den Helder bezocht en er zich een heel goed beeld van kunnen vormen. De samenwerking binnen de Benelux-admiraliteit is juist gebaseerd op fregatten en mijnenjagers. Wij nemen ons deel daarin op. U ziet dat er op de fregatten in de toekomst minder bemanning zal zijn dan vandaag. De fregatten zullen volledig worden uitgerust, inclusief met fregathelikopters op basis van bestaande types. De bedoeling is om ze uit te rusten zoals ze van bij de ontwikkeling zijn bedoeld.
Inzake mijnenbestrijding kunnen we het huidige ambitieniveau behouden door binnen hetzelfde partenariaat over te gaan tot vervanging van zes mijnenbestrijdingssystemen. Die zullen meer multi purpose zijn, waardoor de investering in een commandoschip zoals vandaag minder nodig zal zijn. Ons ambitieniveau is duidelijk: twee permanent inzetbare eenheden en een voor havens en ondiep water. Daarbij is het belangrijk dat er bijkomend wordt geïnvesteerd in operaties in ondiep water.
Wat de kustwacht betreft, hebben we de nu twee jaar oude Castor en Pollux. We houden die up-to-date voor een bedrag van 6 miljoen euro. We blijven daarmee actief binnen het interdepartementaal maritiem informatiekruispunt in Zeebrugge, waar we samen zitten met douane en politie. We zullen dus onbeperkt inzetbaar op onmiddellijke afroep over 1 coastal patrol vessel beschikken.
Zoals reeds aangehaald, krijgen we voor een stuk ook havenbeschermingssensoren voor het watergedeelte. Dat is specifiek een vraag van de NAVO betreffende de capability gap op Europees niveau, maar dat is ook voor onszelf interessant, vermits wij toch een aantal havens hebben die economisch niet onbelangrijk zijn.
Dan zijn er nog twee studies die lopen.
De eerste gaat over de mogelijkheid om deel te nemen aan het Nederlandse programma Mariniers, waar wij zouden kunnen overgaan tot het opzetten van een eigen compagnie. Het is niet in Den Helder maar in Vlissingen dat die mensen opereren. Als men kijkt naar evacuatieoperaties en dringende tussenkomsten die de laatste tien jaren hebben plaatsgevonden, ziet men dat het overgrote deel daarvan bestaat uit infiltratie via de zee. Dat is dus een heel belangrijk element en daarom denk ik dat wij inderdaad moeten bekijken of het niet interessant zou zijn om daarin een stuk capaciteit te ontwikkelen.
Daarnaast bekijken wij ook, in het kader van onze eigen behoeften maar ook in het kader van algemene Europese samenwerking, of het een mogelijkheid is om, niet door middel van investeringen maar wel door middel van de inzet van mensen, een Belgische bijdrage te doen aan de Karel Doorman, het Nederlandse joint logistics support ship, dat belangrijk is en een belangrijke bijdrage levert aan de Europese vloot in zijn geheel. Dat kan via mensen, dat kan ook via inzet nu en dan van een helikopter.
In verband met ondersteuning, ik ga gewoon de cijfers even presenteren, maar u zult zien dat hier een aantal zeer belangrijke keuzes werd gemaakt.
Op het vlak van commando en controle, zeg maar de generale staf, zullen wij een stuk efficiënter en eenvoudiger moeten werken.
Over wat vandaag HR en Vorming heet, zouden wij het liever hebben over competence management, en daar kom ik straks inhoudelijk nog op terug. Het gaat dan voornamelijk over de mensen maar ook over de competentiecentra, die vandaag verschillende dimensies hebben. Het onderhoud daarvan vraagt 3 000 mensen.
De medische ondersteuning blijft inzake personeel op niveau, met een duidelijke focus op operationele steun en paraatstelling in functie van operationele steun.
Dan zijn er nog een aantal zaken die wij nodig hebben voor onze eigen behoeften maar die ook op regelmatige basis interdepartementaal uitgewisseld worden. Zo zijn er de ondersteuning van de vliegveiligheid en de weersvoorspellingen, enzovoort. Er zijn ook de luchtverkeerscontrole, het Territoriaal Commando, de laboratoria en dergelijke meer. Daar werken om en bij 2 000 mensen.
Wat onze deelname aan internationale commando’s betreft, het aantal defensieattachés en mensen die voor mijn diensten en mezelf werken, de militairen of mensen van het militaire apparaat die tewerkgesteld worden buiten het eigen militaire apparaat, werd vorig jaar al afgebouwd. Er zullen nog rationalisaties plaatsvinden, zodat wij zullen uitkomen op ongeveer 420 mensen.
Om de rekening rond te maken, zijn er ook de leerlingen onder militair regime. Als er in totaal 25 000 mensen voor Defensie werken, zouden er in een normaal competentiemanagementsysteem binnen Defensie om en bij 1 150 leerlingen in opleiding zijn.
Ici aussi, pas mal d'investissements sont prévus. Ils dépendront du choix que nous ferons au niveau du BMD (entre 200 et 280 millions). Il s'agit entre autres de mises à jour et du remplacement de véhicules de soutien, de matériel pour les pistes, de générateurs, de camions semi-blindés, de véhicules de liaison. Nous devrons discuter de ces choix concernant le BMD avec l'état-major de la Défense.
Ik kom nu tot de belangrijke keuzes die worden gemaakt en tot de capaciteiten die men in de toekomst zal verlaten.
Zoals u weet heeft mijn voorganger heel wat rationalisaties doorgevoerd. Er werden al veel specialisaties doorgevoerd en veel capaciteiten verlaten. Ook nu wordt ervoor gekozen om een aantal zaken niet meer te doen.
In de eerste plaats heb ik het dan over de Mistrals die op het einde van hun levensduur zijn. Zij hebben geen relevantie meer voor de toekomst, of althans onvoldoende om er zelf nog capaciteit op na te houden.
Daarnaast is het zo dat de fameuze Agusta A109’s voor de operationele inzet jammer genoeg te weinig te bieden hebben. Men heeft geprobeerd er een aantal om te bouwen tot medische evacuatiehelikopters, maar hun draagkracht is gewoon te laag om op dat vlak een fatsoenlijke rol te kunnen spelen. Het aantal Agusta’s zal dus worden afgebouwd, al zullen ze wel worden behouden als trainingstoestellen voor de helikopterpiloten.In het kader van de rationalisatie, om elke euro die wordt gespendeerd ook goed te spenderen, is het belangrijk om de dure inzet van de NH90 voor een deel te vervangen en een aantal skills te trainen op een goedkoper inzetmiddel, met name de A109.
Er wordt nog bekeken, ook in het kader van het kerntakendebat dat momenteel bij andere veiligheidsdiensten wordt gevoerd, op welke manier men daaraan een toegevoegde waarde kan leveren. Het zou bijvoorbeeld mogelijk zijn om de toestellen uit te rusten voor surveillance om steun te bieden aan politie en civiele bescherming. Ze worden dan niet meer ingezet voor militaire opdrachten maar wel voor training, dus voor een maatschappelijk nuttige opdracht. Ik weet dat er discussies zijn over de kleur die de helikopters dan zouden moeten hebben. Vermits ze niet meer als militaire helikopters zullen worden ingezet, maakt die kleur voor mij weinig uit.
J'en arrive ainsi aux principes de l'implémentation. Pour ce qui concerne le personnel, comme je l'ai dit lors de la présentation du plan à l'état-major et aux commandants des unités, mais aussi aux partenaires sociaux présents dans cette salle, je suis convaincu que nous trouverons des solutions au niveau des capacités et des investissements. Le plus grand défi reste la gestion du personnel. Nous avons trouvé un accord concernant le chiffre de 25 000 collaborateurs (militaires et civils) pour la Défense. Nous sommes d'accord sur le fait qu'une armée déployable avec de jeunes militaires est nécessaire, l'objectif étant d'avoir des militaires d'une moyenne d'âge de 34 ans en 2030. Nous souhaitons également un plus grand dynamisme, ce qui nécessite une réflexion sur une nouvelle carrière des militaires qui apporterait une réponse aux besoins de la Défense, mais qui offrirait aussi la perspective d'une carrière attractive pour nos militaires. Il s'agit ici d'un nouveau défi, mais je suis certain que nous parviendrons à le relever. Il sera important de prendre en compte le competency management, ce à partir du recrutement des militaires jusqu'au moment où ces derniers quitteront l'armée et qu'il s'agira pour eux, dans le cadre d'un accompagnement en outplacement, de trouver un travail dans d'autres départements de la sécurité ou dans le privé.
Un autre principe sur lequel nous nous sommes mis d'accord est celui de rationalisation. Je l'ai déjà mentionné au début de mon exposé. Tout ce que nous allons entreprendre le sera de manière efficace et efficiente. Cela signifie qu'en collaboration avec l'état-major, nous examinons la façon dont les structures peuvent répondre aux besoins du futur. Le contingent passant de 32 000 à 25 000 effectifs, il est évident que la structure doit s'adapter à cette nouvelle réalité.
La rationalisation au niveau des infrastructures n'est pas un fétiche, mais plutôt un contrôle de l'ensemble des tâches que nous effectuons. Ainsi, si les tâches ne sont pas spécifiquement militaires, nous devons étudier s'il n'est pas plus judicieux de les laisser exécuter par une instance externe à la Défense, soit par le marché civil.
Pour une Défense, qui est bien liée au monde civil, il est important d'avoir une répartition régionale, non seulement au niveau des quartiers mais des capacités ainsi qu'au niveau du personnel. J'ai déjà répondu à plusieurs questions parlementaires à ce sujet. Cette thématique est très importante et, nous allons dégager des solutions pour donner des garanties en la matière, ce qui n'est pas un réel problème.
Un autre principe encore est le principe de coopération que j'ai déjà mentionné. Quand on parle de la Défense du futur, on parle de la coopération, soit internationale quand il s'agit de l'international, soit interdépartementale, c'est-à-dire avec les partenaires nationaux ou internationaux de sécurité.
Monsieur Dallemagne, j'en viens à un dernier principe que vous avez relevé lorsqu'il a été discuté d'un dossier d'achat. À partir du moment où ce gouvernement prend la décision de réinvestir pour l'avenir dans la Défense à hauteur de 9,2 milliards d'euros, il est très clair qu'il faut une participation économique de notre pays, que ce soit dans des programmes scientifiques, des programmes technologiques ou des emplois. C'est une condition sine qua non pour les grands investissements que nous comptons réaliser. Dans le cas contraire, nous n'aurions pas le soutien du grand public. Or, chaque fournisseur militaire dans le monde sait que c'est important.
Notons quand même que la réglementation européenne ne facilite pas les choses. Nous cherchons actuellement des solutions juridiquement correctes mais ce n'est pas facile.
U zult normaal gezien deze maand nog een nota krijgen. Op dat ogenblik zullen de kwartieren daarbij nog niet inbegrepen zijn. Wij weten wat wij gaan doen, met hoeveel geld en met hoeveel mensen. Nu kan de discussie worden gevoerd over hoe en waar zulks het beste wordt georganiseerd en gestructureerd. Laat mij daarover duidelijk zijn, de regering wil daarmee snel komaf maken, eens te meer omdat er ook voor de mensen van Defensie duidelijkheid moet zijn. Wij zullen daarmee dus op zeer korte termijn verder gaan. Dat zal gebeuren in interactie tussen mijzelf en de generale staf. Als aanzet — dit zal de eerste aanzet zijn van het implementatieplan — hebben het kabinet en de generale staf beslist om ook fysiek dichter bijeen te komen. De strategische werkgroep van de staf zelf zal dus kantoren van de CHOD betrekken naast mijn eigen kabinet, zodat wij op dagelijkse basis rechtstreeks kunnen samenwerken.
Wij gaan naar een invulling die vooreerst een antwoord geeft op de effectieve militaire behoeften in het kader van de ambitieniveaus van de toekomst. Daarnaast zullen wij daarover uiteraard politiek overleg hebben binnen de regering, alsook overleg met de vertegenwoordigers van onze werknemers. Dat is de evidentie zelve. Dat is de werkwijze die wij aannemen.
Wat de interactie met het Parlement betreft, sta ik open voor elke interactie, vraag, suggestie en alles wat u zich maar kunt indenken. Betreffende de werkmethode kunnen wij, misschien niet vandaag, maar in een volgende commissievergadering, een aantal afspraken maken. Als er vragen gesteld worden, dan zal ik die altijd beantwoorden, maar misschien is het goed om op regelmatige basis en op een meer gestructureerde manier de commissie bijeen te roepen, om een tussentijds verslag uit te brengen en eventuele vragen te beantwoorden.
Ik realiseer mij zeer goed dat u na deze presentatie heel wat vragen hebt. Ik zal u straks wellicht een paar keer antwoorden dat een en ander deel uitmaakt van de implementatiefase en dat het dus te vroeg is om vandaag een antwoord te geven. Ik ben zelf vragende partij om in de commissie op structurele basis verslag uit te brengen, zodat ook u betrokken bent bij het komende verhaal.
Le président: Merci, monsieur le ministre, pour cet exposé très complet.
À la demande d'un certain nombre de membres, pourrait-on disposer d'une copie des slides qui ont été présentés?
01.02 Steven Vandeput, ministre: Monsieur le président, la présentation était publique, donc les documents sont publics. Un document complet sera prêt d'ici une semaine. Je peux vous donner copie de ma présentation mais, pour plus de clarté, je pense qu'il est préférable d'attendre le document complet.
01.03 Sébastian Pirlot (PS): Nous risquerions d'être traumatisés puisque nous n'avons jamais reçu de documents avant!
Le président: Quand le plan définitif sera-t-il disponible?
01.04 Steven Vandeput, ministre: Le plan stratégique est un document vivant. Le document écrit sera prêt d'ici une semaine. Nous concluons des accords de gestion avec les SPF. Ce document est donc un contrat entre l'état-major et moi et vise à donner les orientations futures.
Le président: Les documents nous ont été présentés publiquement, face aux caméras. Les parlementaires peuvent-ils disposer d'une copie papier ou électronique? Je me permets d'insister.
01.05 Steven Vandeput, ministre: Les documents sont à la disposition de la commission.
01.06 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Monsieur le ministre, le document que vous allez nous envoyer sera-t-il bien le plan stratégique ou s'agira-t-il simplement de commentaires au sujet de ce que vous nous avez montré aujourd'hui? J'entends bien la notion de document vivant mais si c'est pour nous donner un work in progress, dites-nous quand nous pourrons avoir un débat fondamental sur vos options.
01.07 Steven Vandeput, ministre: Monsieur Hedebouw, je crois que vous êtes ici depuis le début de la réunion. Je vous ai dit que nous connaissions le budget et le nombre de personnes concernées. Nous savons ce que nous allons faire. Dès lors, nous disposons d'un plan stratégique. En revanche, nous n'avons pas encore décidé du mode opératoire. Des études sont en cours à cet égard. Nous allons en discuter au sein du gouvernement dans un délai très bref.
Si vous voulez considérer ma présentation du plan stratégique comme un "petit commentaire", ce n'est pas grave. Un cadre a été établi, mais nous devons encore statuer. Une annexe sera ajoutée aux présents documents et portera sur nos choix en termes d'infrastructure. Si vous êtes honnête intellectuellement, vous devez bien comprendre qu'il est difficile d'opter pour tel ou tel endroit alors qu'aucune décision relative au budget et au nombre de personnes n'a encore été prise. Un plan stratégique s'élabore en plusieurs étapes.
Le président: Tout le monde va pouvoir participer à la discussion générale. Je propose que les collègues qui souhaitent intervenir le fassent très brièvement. Chaque groupe aura l'occasion de s'exprimer dans l'ordre que nous avons défini en début de réunion.
01.08 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, de vraag is heel eenvoudig. Geef ons het strategisch plan Defensie.
Wij hebben nu een PowerPointpresentatie gekregen en we zullen volgende week een document krijgen waarvan u zegt dat wij dat het strategisch plan of een kleine achtergronddocument mogen noemen. Wij willen het strategisch plan Defensie en geen PowerPoint.
Ik ga ervan uit dat u uw beleid niet op basis van een PowerPoint maakt, maar op basis van het strategisch plan. U hebt dat. De regering heeft budgettair beslist om daaraan geld toe te wijzen, weliswaar met een lange horizon, maar daarover zullen we het straks nog hebben.
Geef ons het strategisch plan. De vraag kan toch maar zo simpel zijn.
01.09 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le ministre, ne faisons pas de cela une polémique. Vous nous avez fait un exposé extrêmement intéressant et détaillé, qui esquisse un plan stratégique. Je laisse traîner mes oreilles et j'entends dire, dans les rangs de la majorité, qu'il ne s'agit pas du plan stratégique. Vous nous avez brossé cette esquisse vraiment détaillée, utile, intéressante, et sur laquelle nous allons tenir notre débat de fond; quand disposerons-nous d'un document stratégique du gouvernement en matière de défense, et ce pour une question de clarté?
01.10 Alain Top (sp.a): Mijnheer de minister, ik wil de vragen van de andere leden aanvullen.
Ik heb stilaan mijn twijfels bij de vraag of er wel een strategisch plan bestaat.
01.11 Minister Steven Vandeput: Mijnheer de voorzitter, in dat geval moeten wij vandaag de bespreking stoppen. Ik ben immers hier om het strategisch plan te bediscussiëren.
Mijnheer Top, indien wij geen strategisch plan hebben, moeten wij nu de discussie stoppen.
01.12 Alain Top (sp.a): Mijnheer de minister, laat mij uitspreken. Ik heb u ook laten uitspreken, toen u daarstraks uw Powerpointpresentatie hebt uitgelegd.
Tijdens de kerstvakantie zijn in de pers een aantal voorstellen voor investeringen verschenen. Daarna zijn een aantal interpellaties gevolgd van mijzelf en van andere leden. Het is heel waarschijnlijk naar aanleiding van de interpellaties, de reglementering en de werkzaamheden van de commissie voor de Landsverdediging, dat u nu die presentatie hier komt voorstellen. Het is niet meer dan dat.
Ik heb grote twijfels bij de vraag wat de Ministerraad nu juist heeft goedgekeurd. U hebt het over het budget en het personeel gehad. Heeft de Ministerraad wat op de Powerpointpresentatie staat, al in een uitgewerkte nota goedgekeurd? Indien dat het geval is, vragen wij u die nota voor te leggen.
U wijst er immers zelf op dat het nog wordt beschreven. Ik herhaal uw woorden van daarjuist. Het strategisch plan is een dynamische nota. U hebt zelfs nog een woord toegevoegd, namelijk een levende nota.
Gaat de Ministerraad er zomaar mee akkoord dat u het plan blijft wijzigen en aanvullen en er zaken uit blijft schrappen?
Op een bepaald ogenblik hebt u een beslissing genomen. Dat strategisch plan zou ik hier in de commissie willen zien.
Dat is de enige vraag.
01.13 Peter Buysrogge (N-VA): Mijnheer Top, ik heb hier toch niet gedroomd? Ik heb hier van de minister een heel duidelijke presentatie gekregen. Ik ga ervan uit dat die presentatie in samenspraak met de regering is uitgewerkt. Er is daarbij duidelijkheid gegeven over de kerntaken, de investeringen en het aantal personeelsleden dat tegenover die kerntaken en investeringen staat.
Het gaat om strategische keuzes, die de huidige regering heeft gemaakt. Ik stel voor dat wij de discussie over die keuzes beginnen. U kunt voor of tegen die keuzes zijn. Het feit dat u nu al direct naar een procedureslag begint te vragen, is echter een teken dat er niet veel inhoudelijke argumenten zijn.
Wij hebben hier heel veel duidelijke informatie gekregen. Wij hebben ook cijfers en de strategische visie gekregen. Laten we aan de bespreking van die informatie beginnen.
01.14 Minister Steven Vandeput: Mijnheer de voorzitter, ik wil gewoon even het volgende meegeven.
Ik hou van semantische discussies. Toen ik oppositielid was, durfde ik ook een dergelijke discussie op te zetten, wanneer de andere argumenten opgebruikt waren.
Laat ik duidelijk zijn. Het regeerakkoord is vrij duidelijk. Het bepaalt dat de minister met een strategisch plan naar buiten zal komen, waarin een aantal elementen is opgenomen.
Indien in de regering de vraag rijst of het hier om een strategisch plan gaat, dan kan ik antwoorden dat voor mij dat wel het geval is.
De meerderheid en ikzelf vinden het een strategisch plan. Anderen zullen zeggen dat het geen strategisch plan is, want de beslissing over de kazernes moet nog vallen. Dat staat in het regeerakkoord. Dat is ook zo. Op de vraag of het een strategisch plan is, kan men dus zowel ja als neen antwoorden. (Protest van de heer De Vriendt)
Mijnheer De Vriendt, u kunt zich voorstellen dat achter die PowerPointpresentatie een klein beetje rekenwerk en een klein aantal documenten schuilgaan. Men heeft een kruiwagen nodig om ze hier binnen te brengen. Wij willen echter graag, zoals ik zopas heb uitgelegd, dat zo’n document correct is. Daarom duurt het nog heel eventjes.. Wij spreken hier over heel belangrijke bedragen, dus daar mogen niet te veel losse eindjes aan zijn.
De technische werkgroepen hebben vijf verschillende scenario’s bestudeerd. De regering heeft uiteindelijk beslist om niet een van de vijf scenario’s als dusdanig uit de kast te nemen, want dan had ik het strategisch plan hier gepresenteerd, maar om hieraan een aantal kleine wijzigingen aan te brengen. Het zou u kunnen verbazen, maar ik kan beamen dat een en ander samenhangt in het verhaal. Men kan er niet zo maar een element uit trekken en verwachten dat de rest zomaar op zijn plaats valt. Als men aan één zijde iets weghaalt, heeft dat een impact op de andere zijde.
Wat hebben wij gedaan? Ik heb dat in het begin al gezegd. De regering heeft het aantal mensen en het investeringsbudget goedgekeurd en een beslissing over de grote investeringsbedragen genomen. Dat is gecommuniceerd na de beslissing.
Ik begrijp de heer Pirlot die in interviews zegt dat de landcomponent helemaal vergeten is. Voor die dimensie zijn er veel meer kleinere investeringsbedragen, maar wij zullen die discussie zo dadelijk voeren.
Er is dus een strategisch plan. Als u een semantische discussie wilt voeren, moet u dat vooral doen. Wij zullen dit alleszins vertalen in een geschreven document, dat correct zal zijn. Het document zal verschijnen in de verschillende landstalen en zal zowel een directieve voor de generale staf zijn als een publieke communicatie om duidelijk te maken waar wij naartoe willen.
U hoeft geen begrip te tonen. Ik zeg alleen dat wij het goed willen doen en dat vergt nu eenmaal tijd. Het zal geen kleine nota zijn, maar een lijvig document.
Voorzitter, ik ben hier sinds 9 u 00. Mag ik u verzoeken vijf minuten te pauzeren voor de vragenronde?
Le président: Je propose que nous fassions cinq minutes de pause et que M. Pirlot commence ensuite avec son interpellation.
De openbare commissievergadering wordt geschorst van 12.02 uur tot 12.15 uur.
La réunion publique de commission est suspendue de 12.02 heures à 12.15 heures.
Le président: Chers collègues, M. le ministre peut rester avec nous jusque 13 h 30. Il a ensuite un briefing. Je propose dès lors que chaque groupe intervienne et ramasse son point de vue en environ cinq minutes, ce qui nous laissera le temps d'avoir une réaction du ministre et, ensuite, une réplique. Commençons à fonctionner ainsi. Nous évaluerons ensuite si le fond du débat a pu être atteint.
Je cède tout d'abord la parole à M. Pirlot qui a introduit une interpellation.
01.15 Sébastian Pirlot (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, je vous remercie pour la présentation de ce cadre, de cette esquisse. J'ai envie de dire qu'après une gestation de dix-huit mois, la maman vient d'arriver en salle d'attente et nous attendons la perte des eaux avant un éventuel accouchement aux forceps.
Comme vous avez répondu à une partie des questions reprises dans mon interpellation, je vais modifier quelque peu celle-ci.
Fin décembre, le gouvernement a déposé un beau paquet cadeau au pied du sapin d'une armée en souffrance à la suite des coupes budgétaires qu'il a imposées à ce département. Ce paquet cadeau annonce une série de décisions: budget global de 9 milliards d'euros mis à disposition pour les projets d'investissements nécessaires pour les dimensions terre, air (dont 34 avions de chasse), mer et pour la cyberintelligence d'ici 2030, modernisation de la politique du personnel, des statuts, de la formation, du management des connaissances au sein de l'organisation et maximalisation du retour économique relatif aux grands investissements.
Aussi scintillant que soit l'emballage de ce cadeau, les décisions présentées comme essentielles ont été prises avant la définition du moindre plan stratégique et ce, malgré des mois de retard.
De plus, vous avez inventé le cadeau à crédit, puisque nous ne savons évidemment pas d'où vont provenir ces 9,2 milliards, vu en sus le carcan budgétaire qui vous est imposé, si ce n'est en reportant ces politiques au gouvernement suivant.
Pour mon groupe, si nous ne sommes pas opposés au principe d'une augmentation du budget de l'armée, il est quand même surréaliste de définir de tels investissements en matériel qui se chiffrent en milliards et des ambitions en termes de personnel sans avoir défini préalablement un niveau d'ambition.
Vous avez parlé de 34 avions. J'aurais voulu savoir comment vous êtes arrivé à ce chiffre. Vous avez parlé d'air policing, etc. Au-delà de cela, la question des rayons d'action intervient. Donc veut-on des interventions uniquement dans notre périphérie? Veut-on aller plus loin? Êtes-vous dans une optique de participation à des conflits de haute ou basse intensité? Quid de l'incapacité de transport d'éventuelles armes nucléaires? On sait très bien que tous ces éléments influenceront à un moment donné le choix du constructeur. Et je doute quand même qu'un gouvernement n'ait pas tranché de telles options avant de s'engager dans un éventuel plan stratégique.
Vous annoncez également 25 000 militaires à l'horizon 2030 en le présentant comme un choix du gouvernement, mais ce n'est pas réellement un choix. En effet, la pyramide des âges au niveau de l'armée est relativement aisée et, de toute façon, par rapport aux départs naturels, nous arriverons de facto à ce chiffre. Si nous voulons maintenir ces 25 000 militaires à l'horizon 2030, il faudra bien plus que les 700 recrutements par an prévus actuellement.
Ce que je crains, c'est que ces 9,2 milliards soient une tactique de camouflage pour masquer l'absence d'accord au sein du gouvernement, la fragilisation du statut militaire, la fonction régalienne qui est la vôtre et, tout simplement aussi, des diminutions de personnel.
Je ne poserai pas toutes les questions que j'avais prévues puisque vous m'avez en partie répondu sur les décisions formelles qui ont été prises tant sur le plan humain qu'en matière stratégique et budgétaire.
Toutefois, j'aimerais savoir si ces investissements s'inscrivent exclusivement dans une logique OTAN. En effet, j'ai bien regardé la carte que vous avez présentée au début de votre exposé. On y voit les zones d'intervention de l'OTAN (Proche-Orient, Moyen-Orient, Sahel, le flan Est avec la menace russe). J'ai été un peu étonné de constater que l'Afrique centrale qui est, en quelque sorte, notre zone traditionnelle en termes d'influence politique n'apparaissait pas sur cette carte. Pouvez-vous me dire s'il s'agit ici d'un choix volontaire ou d'un oubli?
En décembre dernier, M. Reynders plaidait pour que l'on investisse d'ores et déjà dans la Défense. Pourriez-vous me dire si des investissements sont prévus avant la fin de cette législature? Comment seront financés les 9 milliards annoncés et selon quel calendrier?
Je ne reviendrai pas sur la question de l'avancement des différents achats planifiés (avions de chasse, frégates, démineurs, drones, avions ravitailleurs, équipements pour la composante terre) à laquelle vous avez déjà partiellement répondu. En revanche, vous avez annoncé une maximalisation des retours économiques de ces investissements. Comment comptez-vous vous y prendre puisque le ministre Peeters, que j'ai interrogé à cet égard, n'a pas vraiment avancé sur la question? Les entités fédérées seront-elles impliquées, et non simplement informées, tant sur le plan des retours économiques que technologiques et universitaires?
Cela dit, un consensus a été trouvé au sujet de la venue des agences. Il serait souhaitable que ces dernières soient accompagnées d'un représentant industriel. En effet, comme ce sont des agences officielles, elles ne pourront pas nous donner beaucoup d'informations quant aux réelles retombées économiques que l'on pourrait espérer.
Sur le plan du personnel, on arrivera naturellement au chiffre de 25 000 personnes, sans qu'il y ait vraiment de choix. Comment comptez-vous rendre le statut attractif alors qu'il s'agira, finalement, de CDD? Avez-vous déjà des pistes pour maintenir un niveau d'engagement minimal?
Vous avez également évoqué la modernisation de la politique en matière de personnel. Sur la base de quelles concertations sociales cette modernisation sera-t-elle mise en œuvre? Quelles pistes sont-elles envisagées à ce sujet?
Par ailleurs, le gouvernement a annoncé la présence de 2 500 policiers supplémentaires dans les rues dont près de la moitié seront d'anciens militaires. Comment ce transfert sera-t-il organisé? Comptez-vous mettre en place des plates-formes ou des équivalences entre votre ministère et d'autres services publics fédéraux?
Même si je sais que vous n'allez pas me répondre, ce qui prouve qu'il ne s'agit pas encore vraiment d'un plan stratégique, une date est-elle programmée pour que nous tenions un débat sur la deuxième partie qui arrivera, c'est-à-dire sur la répartition géographique et sur la fermeture et la rationalisation des casernes?
Je reste sur ma faim à propos de certaines choses dont on ne parle pas. Qu'en est-il de la composante médicale? L'intégrons-nous dans l'aide à la Nation, qui deviendrait une sorte de volet humanitaire? Et qu'advient-il du travail de mémoire?
Je remarque tout de même un point positif dans cette esquisse, ce cadre ou cette prémisse: il s'agit du focus mis sur le renseignement et la cyberdéfense.
01.16 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Er is één goede zaak aan het Defensieplan: het erkent dat Defensie belangrijk is. We moeten het ernstig nemen. Het is een serieuze pijler van een buitenlands beleid. Het bevestigt ook dat er aan de continue, al te gemakkelijke, neerwaartse spiraal in het budget een einde komt. Het leek mij een neerwaartse spiraal zonder einde. Het was de last resort van een naar geld zoekende regering. Men ging dan maar naar Defensie. Dat was irrationeel en niet verstandig.
Het Strategisch Plan lijkt mij in die zin te weinig rationeel en te veel een politiek compromis. U maakt te weinig echte keuzes. Ook na dit plan blijven we een leger dat een beetje van alles tegelijk doet. Nochtans waren de verwachtingen zeer hoog. Volgens mijn fractie duikt u onder de lat door.
In de luchtmacht vervangen we de jachtvliegtuigen, maar niet allemaal. De landmacht kent een serieuze daling van personeel, maar tegelijk investeren we in nieuw materiaal. Voor de marine behouden we ons huidige ambitieniveau. We vervangen wat moet vervangen worden: de fregatten en de mijnenjagers. Dat zijn de grote pijlers in uw budget.
Waarom gaat België niet voluit voor een zeer hoog ambitieniveau in een, twee of drie capaciteiten of dimensies? Waarom excelleren we niet in een specialisatie, vooraf doorgesproken met zoveel mogelijk Europese partners, om zoveel mogelijk meerwaarde te kunnen leveren aan buitenlandse, internationale militaire operaties?
Ik merk in uw Strategisch Plan dat u enkele capability gaps zult proberen opvullen. Dat klopt ook. Tankvliegtuigen - air-to-air-refueling - zijn een capability gap; Special Forces, idem dito; intelligence, cyber defense evenzeer, en Special Forces Aviation.
Wij kunnen daaraan nog andere toevoegen. Ik denk dat het volstaat om te kijken naar een aantal militaire operaties uit het recente verleden om te zien waar bijvoorbeeld de Verenigde Staten moesten inspringen omdat Europa het niet alleen kon doen.
Ik wil graag van u weten hoeveel er van die 9,2 miljard euro naar een Europese capability gap gaat en hoeveel niet. U kunt dat misschien bij een volgende gelegenheid doen. Dat is een rekenkundige oefening die u eens op uw kabinet zou moeten maken. Ik denk dat dit nodig is.
Die specialisatie, dat betekent een taakverdeling, à la carte of binnen Europa. U kunt daar spelen en flexibel zijn, zoals wij vandaag al doen met samenwerkingen met Frankrijk, Duitsland en Nederland.
Idealiter zou zijn met zoveel mogelijk Europese landen samen. Die Europese dimensie ontbreekt echter veel te veel in uw plan. Ik hoor u daarover veel te weinig.
Ik heb bijdragen gelezen van mensen die zeggen dat we naar een polyvalent leger moeten evolueren of dat we een polyvalent leger moeten blijven. Ik vind dat niet. Ik vind dat een illusie, want waarvoor dient ons leger? Om op te treden. Maar zelfs na dit Strategisch Plan zal ons leger nog altijd niet autonoom een eigen militaire operatie kunnen uitvoeren. We zullen moeten samenwerken, dus trek die logica door. Dat is een eerste punt.
Een tweede vraag betreft het investeringsbudget van 9,2 miljard euro. Ik vraag om duidelijkheid. Hoeveel zult u in deze regeerperiode investeren? Ik vind het gemakkelijk om te zeggen dat wij tegen 2030 9,2 miljard euro zullen investeren.
Hoeveel zult u nu doen? Hoeveel zult u doen in de volgende legislatuur, van 2019 tot 2024? Ik kan in dat verband eigenlijk niet over u spreken of zelfs over de regering, ik hou het dus maar op de politiek. Hoeveel zal de politiek doen in deze legislatuur, in de volgende en in de daarop volgende legislaturen? U kunt de volgende regeringen immers niet binden want u weet zelfs niet of uw partij daar deel van uit zal maken. Ik vind het dus een beetje makkelijk om dat zomaar naar voren te schuiven.
Uw onderverdeling in personeel, werking en investeringen, de beruchte 50-25-25-verdeling, is ideaal, we moeten daar naartoe. Het is echter al te toevallig dat u in 2030 op een paar procentpuntjes na net bij die verdeling terechtkomt. Dat is goed gedaan. Concreet moeten we echter weten wat er in deze regeerperiode zal gebeuren en wat erna. Ik hoop dat u effectief ook al iets gaat doen in deze regeerperiode.
Een derde punt. Zijn er inzake de gereduceerde vloot gevechtsvliegtuigen, onmiskenbaar, binnen de regering al afspraken gemaakt of beloften gedaan over de twee luchtmachtbasissen? Gaat dat eigenlijk wel nog op? Kunnen we het militair-technisch vanuit efficiëntieoverwegingen eigenlijk nog verantwoorden dat we in ons land twee luchtmachtbasissen hebben? Is dit soms een staaltje van communautaire wafelijzerpolitiek dat u al incorporeert of waarbij u zich al neerlegt in uw Strategisch Plan en de verdere uitwerking ervan?
Ten vierde, de zes drones. Als ik het goed voorheb stond er in uw tabel bij die zes drones een bedrag van 550 miljoen euro. Is dat geen fout? Klopt dat bedrag? Het zijn verkenningsdrones die, naar ik veronderstel, dus ongewapend zijn.
01.17 Minister Steven Vandeput: Bewapenbaar.
01.18 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Bewapenbaar, ze zijn dus in staat om bewapening te dragen. Die 550 miljoen euro betekent dus bijna 100 miljoen euro per drone. Dat klopt? Ja.
Tot slot een laatste vraag. Mijnheer de minister, hebt u overlegd met uw Europese collega’s vooraleer u naar de Ministerraad trok om tot de krijtlijnen te komen van uw Europees plan? Ik wil van u weten met welke keuzes welke Europese partners zich akkoord kunnen verklaren. Waarin stappen ze mee? Wat zal België doen? Wat zal België niet meer doen dat dan opgevangen en gecompenseerd wordt door andere Europese landen? U hebt heel veel investeringen opgesomd maar in welke investeringen stappen ook complementair andere Europese landen mee om tot een sterke Europese capaciteit te komen?
De Europese dimensie ontbreekt. Nochtans is die cruciaal voor een goed werkende Defensie.
Is de keuze voor 6 mijnenjagers en 2 fregatten vooraf doorgesproken met Nederland? Hoe passen zij in de Nederlandse plannen?
Ten slotte zijn er de gevechtsvliegtuigen. De keuze voor gevechtsvliegtuigen heeft een gigantische budgettaire impact. Zij is ook een bittere pil voor de marine. Wij hadden de beste kansen om onze marine tot een exemplarische marine te maken in Europees verband, een uitgebreide marine van hoogstaand technologisch niveau. De BeNeSam, de samenwerking van Nederland en België, kon een voorbeeld zijn voor heel Europa. U laat na daarvoor te kiezen. De mensen die naar Den Helder geweest zijn, weten dat daar wel degelijk de vraag bestond een stap voorwaarts te doen. Maar België doet dat niet en blijft ter plaatse trappelen. Ik vind dit een foute keuze.
België kiest wel voor gevechtsvliegtuigen. Het staat te popelen, als klein landje, om mee te gaan bombarderen met de grote jongens: met de Amerikanen, met de Britten, op de eerste lijn bij conflicten. Dit is niet onze taak! België is een land dat zich kan specialiseren, en zich al gespecialiseerd heeft, in andere taken, die beter passen bij ons budget, dat nog altijd beperkt is, zelfs met 9,2 miljard euro extra.
Het is natuurlijk geen verrassing dat dit gebeurt. Maar ook hier, wij gaan van iets meer dan 50 gevechtsvliegtuigen naar 34.
Tot daar, mijnheer de minister, de vragen die ik u wil voorleggen.
Le président: Avant de donner la parole à M. Buysrogge, je rappelle aux collègues qui étaient absents que M. le ministre doit s'en aller à 13 h 30. Par conséquent, je leur demanderai de rassembler leurs remarques en cinq minutes afin de permettre un débat complet.
01.19 Peter Buysrogge (N-VA): Mijnheer de voorzitter, het is goed dat u dit zegt juist nadat uw fractiegenoot heeft gesproken.
Vooraf wil ik twee opmerkingen maken. Ten eerste, ik kan mijn vraag, zoals ze werd ingediend, in de prullenmand gooien vermits de minister reeds heel wat van mijn concrete vragen heeft beantwoord. Ten tweede, ik vraag de partij of de fractie van de heer André Flahaut om mijn volledige spreektijd te mogen benutten, want ik heb begrepen dat dit tegenwoordig een probleem kan vormen.
Alle gekheid op een stokje, er wordt al geruime tijd, jarenlang zelfs, gevraagd naar een toekomstvisie voor Defensie. In het regeerakkoord werd vooropgesteld dat binnen het half jaar een plan moest worden voorgelegd. Ik geef toe dat het langer heeft geduurd. Het werk van de minister was af maar de regering heeft er wat meer tijd voor genomen. Nu is het er en het oogt volgens mij indrukwekkend. Ik feliciteer u ermee, mijnheer de minister, en dat geldt ook voor de federale regering.
Dit plan voldoet aan onze verwachtingen. In één van mijn eerste interventies in deze zaal in het Parlement klonk het dat Defensie voor mij een mean and lean fighting machine moest worden. Doen wij dit? Uit de uitleg van de minister leren wij dat dit inderdaad het geval is. De focus ligt op de inzetbaarheid van het leger en er wordt geïnvesteerd in gevechtscapaciteit, dus een mean and lean fighting machine.
Laten wij terugkeren naar de op 2 april van vorig jaar goedgekeurde resolutie nr. 988. Die kwam er na intensief werk in deze commissie, met een hele resem hoorzittingen. Beste collega’s van de oppositie, u had toen nogal wat kritiek op de resolutie en vond ze smalend weinig- of nietszeggend. Naar mijn bescheiden mening wordt ze in dit strategisch plan wel degelijk tot uitvoering gebracht. Ik neem ze er even bij om u een paar punten in herinnering te brengen.
Zetten wij in op efficiënte defensie als een geloofwaardige internationale partner? Dat was één van de punten uit de resolutie. Check. Zorgen wij voor een betere verhouding tussen personeel, werking en investering? Check.
Is er een militaire programmawet en een duidelijk investeringsbudget of zijn deze op komst? Check.
Moet ik doorgaan?
Wordt er gefocust op militaire kerntaken, generatiemanagement en verjonging? Check.
Is er aandacht voor sociaal overleg? Check.
Wordt er ingezet op cyber- en inlichtingendiensten? Check. Zo kan ik nog even doorgaan.
Geachte voorzitter, geachte minister, beste collega’s, onze regio en bij uitbreiding heel Europa kent veel bedreigingen. U hebt ze beschreven. Zowel vanuit het zuiden, het oosten, het noorden en misschien zelfs het westen dreigen er risico’s. De ene bedreiging is al wat zichtbaarder dan de andere. Niet alleen geografische bedreigingen, ook andere bedreigingen zoals cyberaanvallen, zijn fenomenen die wij het hoofd moeten bieden.
Daarnaast moeten wij, gelet op het risico voor aanslagen, meer dan ooit ons grondgebied en nog belangrijker, de bewoners ervan, voldoende veiligheid kunnen bieden. Terecht zet deze regering dan ook in op veiligheid. Defensie staat daarin niet op een eiland. De inlichtingendiensten, zowel de Veiligheid van de Staat als ADIV, worden versterkt. De politie krijgt extra mogelijkheden. Defensie krijgt in dit plan ook de broodnodige middelen om zich te wapenen tegen huidige en toekomstige risico’s. Dit strategisch plan voldoet daaraan.
Ik wil focussen op acht aandachtspunten voor onze fractie, mijnheer de minister.
Ten eerste, de inzetbaarheid versterken. De individuele soldaat moet worden uitgerust met de nodige apparatuur en moderne hoogtechnologische bescherming. U doet het. Er is wel een focus voor die inzetbaarheid, mijnheer De Vriendt. De minister focust op de uitbouw van een ontplooibare gevechtscapaciteit voor de verschillende dimensies. Ik denk dat dit een heel belangrijke focus is.
Ten tweede, de investeringen die daaraan gekoppeld zijn. Nee collega’s, de minister investeert niet alleen in gevechtsvliegtuigen. Het overzicht van de investeringen tussen nu en 2030 oogt indrukwekkend. De Special Forces, de fregatten, de mijnenjagers, de drones — de minister heeft het allemaal opgesomd — er wordt in geïnvesteerd.
Ten derde, de heer Dallemagne zal het graag horen, de economische return van de investeringen. Investeringen hebben een rechtstreeks belang voor het defensieapparaat, dat is evident, maar er moet een structurele return zijn voor onze economie, voor onze maatschappij. Voor ons wordt daarbij best rekening gehouden met de verschillende Gewesten. Ook dit is voor onze fractie van belang.
Ten vierde, zoals de minister benadrukte is de medische component belangrijk. Hij verwees bijvoorbeeld naar investeringen in medische evacuatie. Wie zegt dat het medische luik zomaar verdwijnt, heeft ongelijk.
Ten vijfde, er heerst een moderne bedrijfsvoering volgens de filosofie dat structuren er zijn om noden in te vullen. Dat is een belangrijk principe. Men moet de structuren aan de noden koppelen. Dit doet men door de afbouw van de overheid en door het afstoten van een aantal taken. Men streeft naar meer efficiëntie en meer rationalisering; men werkt verkokering weg. Er is een omslag van componenten naar capaciteiten en dimensies. Kortom, alle begrippen die de minister naar voren schoof, zijn belangrijk in het kader van moderne bedrijfsvoering.
Ten zesde, er wordt ingezet op inlichtingen en cyberveiligheid. Deze laatste was geen klassieke component, maar er wordt wel degelijk in geïnvesteerd. Met het vizier op 2030 zal deze component alleen maar aan belang winnen.
Ten zevende, wij worden opnieuw een geloofwaardige partner op internationaal vlak. Zoals collega De Vriendt zei, stond die positie enigszins onder druk, onder meer omdat er een onderinvestering was op het vlak van Defensie in vergelijking met andere Europese NAVO-landen. Zoals tijdens de hoorzittingen menigmaal werd bevestigd, presteerden onze Defensiemensen op internationale operaties nog steeds zeer goed. Wij doen terug mee. Wij investeren niet alleen in NAVO-verband. De minister heeft beklemtoond dat het Europese perspectief ook belangrijk is.
Ten achtste, onze militairen kunnen eindelijk terug fier zijn. Jarenlang werd er nagenoeg elke begrotingsronde fors bespaard op Defensie. Door de toegenomen terreurdreiging krijgt de militair nu terug het respect van de bevolking, omdat hij of zij zichtbaar zijn of haar nut kon bewijzen ter beveiliging van het land. Nu komt daarbij dit ambitieuze plan met toekomstperspectief. Er wordt geïnvesteerd in het bedrijf van de militair en in onze veiligheid en er bestaan mogelijkheden tot flexibele carrièreswitches. Kortom, de militair kan terug fier zijn.
Ter aanvulling van de vraag van de heer De Vriendt, heb ik nog een concrete vraag over de betrokkenheid van de vakbonden en de internationale partners. In hoeverre werd dit plan al besproken met Europa, de buurlanden, de NAVO en de vakbonden? Wat is de timing? Wat was hun reactie?
Ten slotte, uw uitnodiging, mijnheer de minister, om de commissie daarbij verder te betrekken, is evident. Ik meen, mijnheer de voorzitter, dat wij moeten ingaan op het aanbod om op een structurele manier over het plan en de vervolgplannen van gedachten te wisselen. De commissie moet er zich bij een van de volgende regelingen der werkzaamheden maar eens over buigen hoe wij dat concreet zullen aanpakken.
De voorzitter: Check, mijnheer Buysrogge. De heer Top krijgt nu het woord.
01.20 Alain Top (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, zoals ik al gezegd heb, had ik vandaag wel meer verwacht dan hetgeen hier gepresenteerd werd. Er zijn namelijk meer vragen gerezen dan er antwoorden gekomen zijn. Het verheugt mij uiteraard dat u met uw voorstelling een aantal keuzes gepresenteerd hebt, maar die roepen bij mij ook twijfel op.
Ik sluit mij aan bij de opmerking van de heer De Vriendt dat er een keuze op lange termijn wordt gemaakt. Het betreft een langetermijnperspectief, maar in de huidige legislatuur merken wij dat er alleen een daling van de budgetten voorgesteld wordt. De vooropgestelde perspectieven gaan over de volgende legislaturen, van 2019 tot 2030. Zullen de uitwerking van de keuzes en de beslissing over bepaalde aankopen even snel of traag gaan als de voorbereiding van het strategisch plan zelf? Er zal wel enige snelheid in de dossiervorming moeten komen. Dat is mijn eerste bedenking.
Ten dele is uw strategisch plan nieuw met betrekking tot een aantal van de keuzes die u maakt. Ik verwijs naar het voorbeeld van de studie over een alternatief voor de ballistische raketten bij de landmacht. Dat wordt in een studie gestoken. Ook daaromtrent moet men keuzes maken en overgaan tot beslissingen, zodanig dat wij – ik bedoel daarmee niet de leden van de commissie, maar de burgers en de militairen – weten welke richting wij uit gaan.
Ik heb voorts twijfels bij bepaalde keuzes die u vooropstelt. Die kan men vooral linken met en meten aan de geraamde investeringen. Ik vat het kort samen. U komt tot 9,2 miljard euro. Ik neem er de grootste brok daarvan uit, althans tot gisteren, want plotseling is het bedrag gedaald. Op 34 gevechtsvliegtuigen plakt u vandaag een bedrag van ongeveer 3,5 miljard euro. Dat is eigenaardig, omdat in alle ramingen en berekeningen die andere landen al hebben gemaakt – ik verwijs naar Nederland en Canada – de bedragen voor een gevechtsvliegtuig en voor de vernieuwing, instandhouding en modernisering van het vliegtuig tijdens zijn levensduur hoger liggen. Het totaalbedrag ligt daar hoger. Ik heb dan ook de grootste twijfel bij het bedrag van 3,5 miljard euro dat u opgeeft.
Dan ga ik in op de twee fregatten en de mijnenjagers. U presenteerde daarnet zelf het artikel in Knack dat afgerond een bedrag van 2 miljard euro vermeldt. Globaal komt de landcomponent aan zo’n 3 miljard euro. Als ik mijn cijfers erbij neem, die ik heb opgesteld voordat ik de cijfers van de vervanging van de gevechtsvliegtuigen kende, kom ik alles samen, met de investeringen in de zeemacht en de landcomponent, op een hoger bedrag dan 9,2 miljard euro.
Ik kom tot de vaststelling die u zelf in een antwoord aan de pers al hebt gemaakt. U stelde de vraag of het plan haalbaar is. U hebt er toen op gewezen dat de verhoging van het budget haalbaar zou zijn als het bruto binnenlands product ook opnieuw aangroeit, waardoor wij die investeringen kunnen dragen. Dat was een antwoord dat u zelf in de pers hebt gegeven.
Ik twijfel eraan of u er zelfs in dat geval zult komen want bij heel wat investeringen die u hebt opgesomd, heb ik mijn twijfels. Een aantal investeringen, en daarbij gaat het uiteraard om kleinere investeringen, is immers nog niet inbegrepen.
Een laatste vaststelling is een vaststelling die ik tot 2015 enkel vanaf de zijlijn kon meemaken. In het verleden vielen alle overheidsaankopen, vooral bij Defensie, op het einde van de rit duurder uit dan ze in oorsprong waren geraamd.De toekomst zal het uitwijzen. Het mag beter gaan in de toekomst, zodat het een goede zaak zal zijn, als u toch aan die cijfers komt. In het andere geval twijfel ik. Ik had immers verwacht dat ik vandaag al iets meer duidelijkheid zou krijgen.
Vele commissieleden hebben in de loop van het parlementaire jaar vele vragen gesteld over wat met de medische component zou gebeuren. U hebt voorstellen gedaan en een idee geformuleerd over de medische component, hoewel ik het woord “component” vanaf vandaag niet meer mag uitspreken.
Belangrijk is ook de vraag wat er met de nucleaire non-proliferatie zal gebeuren. Daarover is met geen woord gerept.
Er is een studie voor Search and Rescue. De vraag welke kazernes zullen worden gesloten of open zullen blijven, is voor een toekomstig plan. Ook op die vraag is er dus nog geen antwoord.
U hebt de intentie te investeren in inlichtingendiensten. Dat is goed en het is ook onze vraag. Een concretere uitleg over de manier van samenwerking is echter, gezien de de situatie waarin ons land en Europa vandaag verkeren, een vraag die best op korte termijn wordt opgelost.
Tijdens de vorige legislatuur werd in de A400-M’s geïnvesteerd, maar tot op vandaag is de beslissing over de plaats waar ze zullen worden gestationeerd, echter nog steeds niet genomen.
Ik geef dat als voorbeeld voor de trage manier waarop besluitvorming verloopt.
De betrokken vliegtuigen worden binnenkort – in jaren gezien – geleverd.
Tot slot wil ik het hebben over de keuze voor het ambitieniveau. Ik bedoel dan het ambitieniveau dat u aangeeft voor de verschillende – ik mag niet meer spreken van componenten – zaken. Voor de landmacht, zo zegt u, ligt het ambitieniveau niet bij het hoogste geweldspectrum, en dat geldt ook voor de andere. Maar dan kom ik wel terug op de gevechtsvliegtuigen, want daarover hebt u wel gezegd dat het de bedoeling is om op te treden in het buitenland en in conflictsituaties, dus op dat vlak kiest u wel voor het grootste geweldspectrum. Naar onze mening is dat een jammerlijke keuze. Het is blijkbaar een uitgemaakte keuze in uw plan, maar naar onze mening is die keuze jammerlijk. Die middelen had u beter kunnen inzetten voor de andere componenten, die dan op een betere en meer uitgewerkte manier konden worden bediend.
Als het even kan, zou ik graag hebben dat u die slide nog even op het scherm laat zien. Daar staat de opgave op van de gevechtsvliegtuigen. U geeft aan dat het gaat om dertig gevechtsvliegtuigen plus vier in attritie. Daar staat een woord in…
01.21 Minister Steven Vandeput: Multi-role.
01.22 Alain Top (sp.a): Ja, maar ik doel op: nieuwe generatie gevechtsvliegtuigen. Nu kunt u het wel ontkennen, maar tot enkele maanden geleden werd altijd gezegd en geschreven dat de nieuwe generatie gevechtsvliegtuigen een welbepaald type gevechtsvliegtuig is, één type, beter te verstaan.
01.23 Denis
Ducarme (MR): (…)
01.24 Alain Top (sp.a):Tenzij de constructeurs nu ook beweren dat die ook tot de nieuwe generatie gevechtsvliegtuigen behoren. Dan zou het goed zijn voor de constructeurs als zij dat kunnen bewijzen.
Als dat echter niet het geval is, terwijl toch voor dat type wordt gekozen, dan is het duidelijk dat de keuze ook meteen geldt voor de luchtmachtbases die openblijven en de bases die sluiten, nietwaar, mijnheer Ducarme?
Bij de keuze voor de gevechtsvliegtuigen heb ik daarom een aantal vragen. Bij uw toelichting van die slide hebt u daarstraks al aangegeven waarom u zoveel toestellen nodig hebt. Een bepaald aantal kan worden ingezet, een aantal staat in reserve en een aantal is in onderhoud.
Ik vraag mij echter af in welk soort van organisatie of samenwerkingsverband wij zullen functioneren met dat aantal vliegtuigen.
Als er nog geen concreet samenwerkingsverband is, hoe kan men zich dan al vastpinnen op 34 vliegtuigen?
Een volgende vraag die niet werd beantwoord en waarvan ik niet weet of ze ooit zal worden beantwoord, is de vraag of deze vliegtuigen over nucleaire capaciteit zullen beschikken en welke samenwerkingsverbanden daarmee gepaard zullen gaan. Ten slotte, welk tijdspad stelt u voorop om de volgende stappen te zetten specifiek in dit aankoopdossier?
De voorzitter dringt aan om af te ronden, maar u merkt dat wij meer vragen hebben dan alleen over de specifieke punten van capaciteit van de gevechtsvliegtuigen en de financiering en de gemaakte keuzes. U draagt de grote verantwoordelijkheid om op korte termijn duidelijkheid te scheppen over de volgende te zetten stappen uit uw stuurplan. Ik dring aan op het instellen van een deadline om duidelijkheid te geven.
U hebt in uw presentatie er heel wat aandacht aan besteed: het personeel wordt ongeduldig. Iedereen, van het hoogste tot het laagste niveau, staat te popelen om te weten wat zijn toekomst juist zal zijn.
Tot slot was er een vraag waarop weinig werd geantwoord. Ik merk in uw voorstelling geen enkele voortgang inzake samenwerkingsverbanden op Europees vlak. U hebt enkele keren gesproken over de samenwerking van de marine met Nederland, maar verder heb ik mijn twijfels. Welke stappen hebt u nog gezet voor samenwerking op Europees vlak, om betere voorwaarden te scheppen en afspraken te maken over de inzet van personeel en materieel?
Ten allerlaatste, met nadruk. U zou ervoor kunnen kiezen om sterker samen te werken met Ontwikkelingssamenwerking. Als u het budget voor Defensie laat stijgen, moet u ook aandacht hebben voor ontwikkelingssamenwerking. Zoals reeds dikwijls aangegeven is preventie in andere gebieden nog altijd de grootste troef die wij in handen hebben en iets waarin wij ook uitmunten.
01.25 Veli Yüksel (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het kerstakkoord over Defensie legt een aantal grote lijnen en principebeslissingen vast. Ik begrijp de frustratie en ontgoocheling van sommige collega's, maar de Ministerraad en de minister hebben een aantal grote lijnen uitgetekend.
Wij zijn uiteraard heel tevreden dat er een ontwerp voorligt met een realistisch budget opdat wij een geloofwaardige rol kunnen blijven spelen en opnemen op Belgisch grondgebied, maar ook internationaal.
Op een van de slides werd die 9,2 miljard euro gesitueerd naar 2030 en landen we op ongeveer 1,3. Dat is bijna het Europees gemiddelde. Als men dat nader bekijkt, ziet men dat dit toch wel een ambitieus verhaal is.
Mijnheer de minister, u hebt 9,2 miljard euro om te investeren. U hebt in uw toelichting gezegd dat er een evenwicht is tussen de vier dimensies. Wat betreft de invulling van een aantal zaken, wil ik graag van u vernemen of de landmacht, de luchtmacht en de andere componenten evenveel aan bod komen en hoe die 9,2 miljard over de verschillende componenten wordt verdeeld. Dat is een element.
Een tweede zaak met betrekking tot die 9,2 miljard euro, in een van de slides heb ik in het tijdspad gezien dat er in investeringen wordt voorzien vanaf 2019 en 2020. U moet mij verbeteren als ik dat verkeerd heb gelezen.
Als dat klopt, betekent dit dat er vanaf de volgende legislatuur noemenswaardige concrete investeringen zullen volgen en dat er in deze regeerperiode dus weinig of geen nieuwe belangrijke investeringen zullen gebeuren.
Daarover wil ik graag duidelijkheid. Het zou jammer zijn als men in deze legislatuur niet voor een verandering van het beleid zou kiezen.
Ten derde, aansluitend bij het vorige punt, wat is het takenpakket van de landmacht? Wat is het takenpakket van de marine? Als we kijken naar de capaciteiten, blijven de taken dan dezelfde als voorheen? Ik maak me daar zorgen over. Welke zaken worden aangepast of afgebouwd? Als we zeggen dat er een evenwicht is tussen de verschillende componenten en we nationaal en internationaal een engagement vragen, dan wil ik dat ook zien in het takenpakket van de verschillende componenten.
Een vierde punt heeft betrekking op het personeel. Er is de ambitie om 25 000 fulltime equivalenten te hebben. Er is ook de ambitie om de gemiddelde leeftijd tot 34 jaar te laten zakken. Ik meen dat dit twee belangrijke uitgangspunten zijn. Door de aankomende pensioneringsgolf die vanaf 2018 toeneemt en na 2020 opnieuw daalt – ik heb de cijfers opgevraagd – meen ik dat we rekening moeten houden met extra rekrutering. Vandaag is het zo dat wij 700 militairen per jaar rekruteren. Als we naar dat ambitieniveau van 25 000 willen gaan en we de gemiddelde leeftijd willen laten zakken, dan meen ik dat we meer dan 700 militairen zullen moeten rekruteren. Volgens mijn berekeningen zouden we naar 1 000 à 1 200 mensen per jaar moeten gaan. Is dat iets wat u voorziet in de plannen? Bent u het daarmee eens? Als we dat niet doen, vrees ik dat we op het terrein problemen gaan krijgen en dat we dit uitgangspunt ook nooit zullen kunnen waarmaken.
Voor het personeel is het belangrijk om te weten hoe de uitstroom concreet zal plaatsvinden. Als wij die 34 jaar echt willen bereiken, zal er ook naar het statuut van de militairen moeten worden gekeken. Wij zullen dat zo aantrekkelijk mogelijk moeten maken. U zegt dat een life time career niet meer bestaat. Dat zal niet meer zo zijn bij Defensie. Dan moet het wel aantrekkelijk zijn voor jonge mensen om 7, 8 of 10 jaar bij Defensie te kunnen werken.
Een vijfde punt gaat over outplacement en outsourcing. U hebt in uw toelichting gezegd dat zaken die door de privé kunnen worden geregeld aan de privé moeten worden gelaten. Dat is op zich een logisch uitgangspunt. In de praktijk verloopt het echter niet altijd zo. Het belangrijkste argument is dat het efficiënter is, het ontlast en men zich kan concentreren op de echte militaire zaken. Als bepaalde zaken daardoor echter alleen maar duurder worden, dat werd tijdens de hoorzittingen ook door de vakbonden ook gezegd, dan kan dat niet de bedoeling zijn. Mijn fractie vindt dat het absoluut onverstandig zou zijn om dat te doen. Wij zijn ook benieuwd naar de oefening die nu bezig is. Welke zaken zullen worden uitbesteed en welke niet? Ik denk bijvoorbeeld aan de beveiliging van kazernes. Waar ligt voor u de grens?
Ik heb ook begrepen dat u search and rescue in vraag stelt. Dat zal worden afgebouwd. Blijven de Seakings aan onze kust behouden? Ik hoor verhalen op het terrein dat men dit wil afstoten naar de privé, waarbij de factuur duurder zou zijn. Daarvoor kijkt men ook naar Nederland. Ik denk dat wij dit absoluut moeten vermijden.
Over de witte vloot moet er nog een studie gemaakt worden.
Mijn voorlaatste punt gaat over de rationalisering. De oefening over onder meer de kwartieren is bezig. Wij kunnen alleen maar over een Strategisch Plan spreken als alle elementen bekend en alle zaken in detail uitgewerkt zijn. De kwartieren zijn voor mij echter geen detail, maar een belangrijke kwestie. Dat is ook zo voor de militairen zelf en voor hun families. Wij moeten heel snel klare wijn schenken. Het is geen evidente of gemakkelijke oefening, maar wij moeten voor de kwartieren, rekening houdend met onder meer de regionale spreiding, wel het volledige plaatje krijgen.
Ik kom tot mijn laatste punt. Wij hebben vandaag gesproken over principebeslissingen over het Strategisch Plan. Wat zijn de volgende stappen? Er komt een stuurplan en finaal, na de goedkeuring in de regering, wilt u naar het Parlement komen met een Strategisch Plan. Wanneer zal dat plan af zijn? Wanneer komt u naar het Parlement met een volledig afgewerkt plan?
01.26 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Monsieur le ministre, je pensais que l'on parlerait aujourd'hui du plan stratégique de la Défense. Non seulement nous n'avons pas ce plan, mais, sur la base de votre exposé Powerpoint, il s'agit plutôt d'une amorce d'un plan stratégique de l'attaque.
C'est l'occasion, ici au parlement, de tenir un débat plus global sur une philosophie. Je conçois plutôt la question de la Défense, en tant que compétence fédérale, comme l'organisation de la protection de notre territoire. Je trouve que nous avons beaucoup parlé d'investissements dans le but d'intervenir à l'extérieur de notre territoire, en de nombreux endroits du monde, mais pas sur notre territoire. Voilà pour moi le débat fondamental.
Pour notre groupe, la politique étrangère actuelle de la Belgique et ses interventions militaires ne sont stratégiquement pas la garantie de notre sécurité. Nous trouvons que, ces dix ou quinze dernières années, de nombreuses interventions démontrent ce constat. Nous allons fêter, le 17 janvier prochain, le bilan de vingt-cinq ans d'interventions occidentales militaires en Irak. Quel est le bilan pour notre pays de cette période d'intervention militaire étrangère, et son impact sur la situation actuelle de la région? Nous devrions avoir ce débat fondamental. Ce ne sera une surprise pour personne, pas plus que pour vous monsieur le ministre, que, pour le PTB, …
De PTB, de Partij van de Arbeid maakt een heel andere balans op van de interventies. Wij zien zelfs een zekere band tussen de situatie aldaar en onze interventies. Wij zijn in Afghanistan tussenbeide gekomen en wat is het resultaat? Wij zijn in Libië tussenbeide gekomen met bombardementen en wat is de balans? Wij zijn in Irak en Syrië tussenbeide gekomen en wat is het balans? Wat is het balans na Joegoslavië?
01.27 Minister Steven Vandeput: (…)
01.28 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): In Syrië zijn we inderdaad nog niet tussenbeide gekomen, u hebt gelijk. De vraag ter zake ligt nog ter discussie. Hoe dan ook wil ik de vraag stellen naar de balans ervan.
Monsieur le ministre,
calmez-vous! Soufflez un coup! Je sais que le débat de fond vous dérange mais
nous sommes justement au parlement pour cela. En tant que ministre de la
Défense, il faut garder son calme. Vous avez quand même des prérogatives
importantes en matière de diplomatie internationale. Restons zen!
Een tweede belangrijk punt voor ons is dat het debat democratisch en transparant moet gebeuren. Wij hebben het er reeds over gehad, wij hebben nog steeds geen documenten. Dat is toch wel een probleem; men heeft toch een geschreven document nodig om een debat te kunnen voeren. Ik zou een paar concrete vragen willen stellen over de verschillende investeringen.
Ten eerste, op het vlak van transparantie, zijn er contacten geweest tussen lobbyisten en belangengroepen in de militaire industrie enerzijds, en het kabinet anderzijds, voor het opmaken van de verschillende investeringen?
Je souhaiterais avoir une liste des différentes rencontres qui ont lieu avec les représentants de l'industrie militaire. Par ailleurs, en vue d'avoir une vision budgétaire plus profonde, je me joins à la demande de mes collègues d'avoir l'avis de la Cour des comptes.
En ce qui concerne les investissements d'infrastructure à hauteur de 9,3 milliards, je vais dire clairement que nous n'y sommes pas favorables, monsieur le ministre. Il y a un choix relatif au niveau du budget. Comme vous le savez, votre premier ministre n'a cessé de répéter que c'était l'austérité, qu'il n'y a pas d'argent. Il y a un choix relatif à faire. Nous ne sommes pas dans une période d'abondance.
Dans ce choix relatif, j'estime que consacrer 9,3 milliards à l'achat de frégates et d'avions, alors qu'il y a tellement de besoins sociaux et de besoins directs (le chemin de fer, la sécurité sociale, les besoins immenses de notre population), est un mauvais choix qui nous mène droit dans le mur. Cela va mener non seulement à encore plus de violence à l'extérieur de la Belgique, mais également à des situations sociales de plus en plus préoccupantes dans notre pays.
Je vais focaliser sur les avions. Vous semblez avoir une idée assez claire du coût de ces avions. Dans ce cas, vous avez peut-être une idée assez claire du modèle que nous allons acheter. Les prix sont quand même assez variables. Pouvez-vous dire au parlement quels sont ces avions et quels ont été les critères de choix?
Dans mon introduction, je vous demandais si un paramètre comme la capacité à porter des ogives nucléaires a été retenu dans la sélection des futurs avions. Ce n'est pas une question anodine. Je vous rappelle que nous n'avons pas d'ogives nucléaires et à moins d'en trouver quelque part, il est inutile d'acheter ce type d'engin. Cela m'inquiète.
Je suis inquiet, monsieur le ministre, parce que si nous devions trouver des ogives nucléaires à porter, c'est qu'elles seraient sur notre territoire et ce serait illégal. Vous connaissez les traités internationaux de non-prolifération, dont la Belgique est signataire. J'aimerais avoir une réponse du ministre à ce sujet, vu que nous sommes assez loin dans la procédure.
Rappelons d'ailleurs que l'ensemble du budget pour ces investissements (9,2 milliards), c'est 1 953 euros par ménage belge. C'est un chiffre important et il faut pouvoir le communiquer à la population.
Een studie van het Vlaams Vredesinstituut en de Universiteit van Antwerpen heeft aangetoond dat een groot deel van de bevolking geen voorstander is van dergelijke investeringen.
Het zal u niet verbazen dat in het electoraat van de Partij van de Arbeid 75 % tegen die aankopen is, maar het is nog interessanter als ik bijvoorbeeld kijk naar de N-VA – 57 % tegen - en CD&V - 47,9 % tegen. Het is interessant te zien dat het draagvlak voor een dergelijke investering heel klein is.
La portée démocratique de ce type d'investissement me paraît très faible. Nous avons besoin de transparence et c'est la raison pour laquelle nous vous demandons les textes. En effet, les gens ne connaissent pas votre notion de texte vivant. On évolue un petit peu. Een beetje naar links, een beetje naar rechts, een beetje zien … Non! Il faut clairement mentionner les intentions du gouvernement pour tenir un véritable débat démocratique dans notre société sur la politique de paix ou la politique de guerre que nous souhaitons.
En matière d'emploi, vous voulez transformer de nombreux emplois réels, des emplois de soldats, en investissements dans du matériel. C'est le grand choix stratégique qui est fait aujourd'hui: remplaçons des hommes par des avions et des frégates! C'est en quelque sorte le choix qui nous est proposé aujourd'hui. Je m'étonne, d'abord au niveau du service public qu'un premier ministre, qui appelait sans arrêt à des jobs, fait à présent passer les effectifs de 32 000 à 25 000. Dès qu'on dresse des plans politiques, ici, ils sont soumis à la Banque nationale. Pourriez-vous simplement introduire ce que vous appelez une petite annexe technique à la Banque nationale afin de tenir compte, dans la modélisation des plans du gouvernement, de cette diminution de 7 000 emplois que vous comptez établir au niveau de ce service public?
Vous aurez compris que cette intégration dans le temps n'est pas notre tasse de thé. Vous avez commencé votre exposé sur les différents dangers. Il nous semble important, monsieur le ministre, de pouvoir mener une politique de paix. Vous avez expliqué tout à l'heure que vous vouliez investir dans des missiles Patriot. Rentrer dans une surenchère armée a déjà révélé où cela nous menait. Aussi, je veux plaider pour que vos investissements soient beaucoup plus axés sur la prévention, la diplomatie et la reconstruction. Car vous dites en vitesse dans votre plan qu'il importe d'accorder une attention particulière à la reconstruction des territoires, mais dans les faits, il est très rare, après les guerres, qu'on investisse en la matière. C'est le bilan de nos interventions: ce sont des échecs! Il faut réfléchir à leur cause!
01.29 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, il apparaît que nous n'aurons pas l'occasion de mener un vrai débat. Je vous demande donc d'organiser la manière dont nous pourrons entrer plus en détail dans ce plan stratégique. Il est important que nous puissions avoir un débat par thèmes. Ici, il s'agit d'un échange de vues général. Nous devons nous saisir de cette question fondamentale, qui nous engage pour quinze ans. Je trouverais intéressant que, pendant un trimestre, nous puissions discuter de chaque thème du plan stratégique. Cela me paraît essentiel!
Monsieur le ministre, c'est un bon exercice. Vous avez fait un travail vraiment intéressant, utile. Il y a peu de précédents. Vous êtes parti des menaces et des missions pour évaluer les investissements nécessaires et la manière dont il convient de s'organiser.
Comme première remarque, je dirais que nous ne connaissons pas bien le statut de ce que vous nous avez présenté. On parle de plan dynamique, j'entends dire qu'il ne s'agit pas vraiment d'un plan stratégique. Il faudra nous rassurer assez rapidement et je crois que la meilleure manière de faire, c'est de nous transmettre rapidement un document qui reprend tout ce que vous avez dit et sur base duquel nous pourrons mener une discussion approfondie. Par nature, toute discussion est dynamique mais il faut pouvoir fixer les choses et partir d'un plan stratégique qui sera clair, net et sur lequel nous pourrons travailler.
Quelles sont les faiblesses et les difficultés sur lesquelles je souhaiterais obtenir des éclaircissements?
S'agissant de votre conception des missions et des menaces, j'ai été frappé de constater que votre carte du monde se bornait à l'Europe et ses marges. C'est important, mais il convient d'éviter de succomber au syndrome de la forteresse assiégée. De même, notre vision de la sécurité internationale ne doit pas se cantonner au territoire européen. Nous en discuterons certainement.
Implicitement, vous souhaitez vous retirer de certains endroits, comme l'Afrique centrale où nous étions traditionnellement, pour vous tourner vers les frontières de l'Europe. Vous devrez nous éclairer à ce sujet. Il faudra que nous discutions de ce que nous allons faire au-delà des frontières européennes.
Ensuite, je vous ai entendu parler abondamment de défense collective et je peux souscrire à vos objectifs en ce domaine. En revanche, je vois moins à quoi ressemblera notre participation à la sécurité internationale. Vous avez mentionné les missions ONU. Or je constate que nous en sommes quasiment absents. Quelle sera notre capacité de projection au-delà de l'Europe? Quelle sera notre capacité à contribuer aux efforts des Nations unies en termes de défense et de sécurité collectives?
Par ailleurs, quelques slides manquaient. Je ne vois pas quel sera le plan de convergence et d'intégration européenne en matière de défense. Certes, vous avez dit que vous fourniriez des efforts en ce domaine, mais il me semble essentiel de savoir comment nous allons faire converger nos efforts en termes de défense et de sécurité. La Défense belge n'a plus aucun sens si elle n'est pas véritablement intégrée dans une Défense européenne, dont la première étape est constituée par les partenariats avec nos voisins.
Il faut qu'ils apparaissent clairement et de manière précise dans notre plan stratégique. Comment ces différents partenariats vont-ils converger vers une défense collective européenne? Quand on fait cet effort sur quinze ans, cet élément doit être fondamentalement bien inscrit. Aujourd'hui, on n'en est qu'à des ébauches mais on n'a pas le sentiment que cet effort d'intégration et de défense européenne apparaît véritablement comme un élément central de votre plan stratégique. Or, ce doit l'être.
Je ne reviens pas sur toutes les composantes mais sur un effet un peu paradoxal. On a l'impression qu'on réinvestit massivement en matière de défense. En réalité, on remplace pour partie le matériel qui était en bout de course. Aura-t-on dès lors vraiment des ambitions supplémentaires par rapport à celles du passé? Je prends l'exemple de la composante aérienne. Vous nous dites qu'on aura la possibilité de déployer 2 avions plus 6 (2 en 15 minutes et 6 en 3 jours). Aujourd'hui, on peut faire plus que cela. On fait 2+6+4. Il s'agit donc d'une réduction de notre capacité aérienne. En matière terrestre, on passe de 32 000 à 25 000 hommes. Là aussi, on n'est pas véritablement dans un redéploiement. On est plutôt dans une diminution de nos capacités d'intervention. Je sais bien que les grandes armées avec énormément d'hommes de troupe appartiennent probablement au passé mais je constate aujourd'hui la difficulté que vous avez de mettre des hommes à disposition à la fois pour assurer la sécurité intérieure du pays, pour faire des exercices d'entraînement et pour déployer des hommes sur la scène internationale. Vous n'y parvenez pas! Soyons de bon compte! Dans quelques jours, quand la frégate Léopold sera rentrée, il n'y aura plus que 300 militaires hors de nos frontières. C'est peu!
Quelle sera notre capacité de projection de militaires belges, en permanence, en dehors de nos frontières? Quelle sera notre contribution à la sécurité internationale? Ces éléments, absents dans votre futur plan de la Défense doivent, à mon avis, y apparaître. Je tire la sonnette d'alarme sur le fait que, chaque année, la Défense belge perd mille hommes. Nous ne pouvons pas continuer indéfiniment de cette façon.
L'élément essentiel, que beaucoup d'autres ont noté, est évidemment le suivant: on a le sentiment que vous avez écrit la note de politique générale et la stratégie de votre successeur. Jusqu'à preuve du contraire, et je vous attends sur ce point, il faut changer la phrase dans l'accord de gouvernement qui indique qu'il y aura des réductions budgétaires jusqu'en fin de législature. Jusqu'à présent, cela reste la Bible. Il y a une diminution de 20 % des crédits budgétaires par rapport à la précédente législature. C'est écrit comme tel dans l'accord de gouvernement. Je sais que chaque année vous arrivez, à travers une série d'enveloppes, à récupérer certains fonds, mais nous ne sommes en tous cas pas dans un exercice de croissance. Nous sommes au mieux dans un exercice de ralentissement de la diminution du budget. Je voudrais que le gouvernement soit clair à ce sujet et que l'on ne jette pas de poudre aux yeux en matière budgétaire. Y aura-t-il un véritable réinvestissement par rapport aux chiffres de la précédente législature?
En matière de retour industriel, je plaide pour un fonds d'investissement, et je souhaite que vous le mettiez en oeuvre. Ce fonds serait un partenariat public-privé avec le secteur et les entreprises de la défense, et avec les entités fédérées, puisque la politique industrielle est aussi une compétence de ces dernières. Je souhaite un fonds d'investissement inter-fédéral public-privé en matière de défense. Stratégiquement, si l'on désire un retour sur investissements, des investissements et un soutien populaire pour ceux-ci, il faut mettre en place un tel dispositif. C'est primordial.
01.30 Steven Vandeput, ministre: Monsieur le président, j'ai annulé ma réunion de 13 h 30.
Le président: De toute façon, nous devrons clore nos travaux au plus tard à 14 h 15.
01.31 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, je voudrais commencer mon intervention en remerciant M. le ministre d'avoir annulé sa réunion. De leur côté, les parlementaires que nous sommes ont pris leurs dispositions pour que cet échange intéressant puisse se poursuivre. Sans être morts d'impatience, nous attendions de vous voir arriver avec un certain nombre de données essentielles liées au plan stratégique.
Toujours est-il qu'un accord est intervenu au niveau du gouvernement au sujet des grandes orientations, au sujet d'éléments essentiels en matière d'investissements.
Selon moi, cela valait la peine d'attendre, compte tenu des résultas obtenus aujourd'hui en matière de défense. Il faut savoir que la Défense nationale est en convalescence, après la politique de dégraissage dont elle a fait l'objet durant 25 ans.
Il est clair que nous sommes pratiquement à l'os et qu'il fallait qu'il y ait des dispositions qui soient prises telles que celles que vous nous apportez aujourd'hui. Que ce soit de la part de l'opposition ou de la majorité, je pense qu'il y a une prise de conscience de la réalité de la Défense. Il y a eu des appels très forts de l'ancien CHOD. Le général Van Caelenberge s'est aussi exprimé. Nous sommes sortis de la tradition de la grande muette et nous avons vu un certain nombre de responsables essentiels de notre Défense nationale s'exprimer vers le politique, vers les parlementaires, vers le gouvernement, vers le ministre de la Défense.
Il est clair que, si nous avions mis noir sur blanc, au niveau de cette majorité, nos intentions dans le cadre de l'accord de gouvernement pour ce qui concerne ces investissements essentiels, ce que l'on voit aujourd'hui c'est que nous sommes en train de sortir d'une spirale négative. En 1990, nous étions à 2,6 % de PIB en termes de dépenses en matière de défense et nous sommes aujourd'hui à 0,9 %. Il est évident que le programme, tel qu'annoncé en matière d'investissements, à hauteur de 9,2 milliards nous permet, comme vous l'avez montré dans votre tableau, de rejoindre le peloton européen. Sans doute que les autres pays européens augmenteront aussi – nous le verrons à l'horizon 2030 – mais, en tout cas, nous sortons la Défense nationale du tunnel. Nous prenons un chemin inverse de celui emprunté depuis 25 ans. Parmi les éléments essentiels du plan stratégique que vous nous présentez aujourd'hui, je retiens celui-là.
On rejoint une tendance qui commence à se faire jour au niveau européen. Depuis vingt-cinq ans, depuis la fin de la guerre froide, on le sait, tous les pays européens ont désinvesti, ont cru, comme le collègue du PTB, que l'on n'avait plus besoin de Défense nationale ni d'armée, que tout ça ne servait à rien.
Aujourd'hui, il y a évidemment un sursaut. On voit ce qui est produit au niveau belge, on a vu ce qui est produit au niveau anglais, on a vu les réactions sur le plan budgétaire pour ce qui concerne l'Allemagne. Donc, on renoue avec une forme de réalisme par rapport à la nécessité d'avoir des défenses nationales opérationnelles en capacité d'action au niveau de la sécurité nationale, de participation à la solidarité sur le plan de la sécurité internationale et en termes de défense collective et de projections à l'extérieur sur un certain nombre de théâtres d'opérations.
Il est clair que la liste des investissements est impressionnante car il s'agit de remplacer concrètement nos F-16. Pourquoi 34? Il serait peut-être intéressant d'avoir une explication sur ce chiffre. Il est lié à des capacités budgétaires dans le cadre de ces investissements. J'imagine que ce chiffre rencontre un certain nombre d'impératifs tant par rapport à la sécurité européenne, aux missions européennes, que par rapport à la sécurité nationale et à la projection de ces appareils à l'extérieur: les frégates, les drones…
Je reprends le point abordé par M. Dallemagne, il serait intéressant d'avoir des débats segmentés en fonction de l'investissement dont on parle. On parle de six drones: deux américains et quatre européens, mais pour faire quoi en termes d'observation et de frappes? On parle des démineurs, du MRTT. On a aussi évoqué le remplacement des MPPV et des AIV. Vous connaissez mon intérêt à avoir un équilibre respecté en matière d'investissement pour la Composante Terre. Lors du débat sur ce plan stratégique dans son ensemble, il s'agira d'avoir un remplacement des véhicules pour la Composante Terre afin qu'elle puisse disposer d'un matériel suffisant.
Le MR le répète depuis un certain nombre d'années: compte tenu des investissements qui sont prévus, il s'agit de veiller à ce que nous voyions nos industries se mobiliser et de penser en matière de retour économique. C'est essentiel! On s'en souvient, la commande des F-16 avait produit plusieurs milliers d'emplois pour notre pays. Nous avons également le devoir de penser à cet aspect.
Au-delà de ces investissements importants, nous verrons ce qu'il en sera précisément de la loi de programmation militaire. Ici, il s'agit des grands axes, d'un plan stratégique vraisemblablement complet, détaillé. Je vous remercie de déjà nous communiquer les grandes orientations. C'est vrai que, compte tenu de l'attente, il est important de pouvoir avoir déjà un échange avec vous sur ces questions en attendant le plan dans son ensemble pour le printemps.
Mais j'attends en particulier, au-delà du plan, les effets concrets pour la programmation, en termes d'investissement; c'est-à-dire la loi de programmation militaire. C'est là le nœud essentiel de la démarche. Il s'agira de concrétiser. La question essentielle par rapport à la liste des investissements prévus sur 2015-2030 est la suivante: concrètement, quels programmes seront-ils véritablement lancés sous cette législature?
Il s'agirait, à mon sens, de prendre toutes les dispositions pour que nous puissions lancer un maximum de ces programmes sous cette législature. Le plan du ministre Flahaut, par exemple, prévoyait déjà 48 successeurs aux F-16 en 2015. Il n'a pas lancé ce programme quand il était ministre. Cela s'est donc perdu en route. Nous voulons, au sein de cette majorité, que le moins possible des choix posés se perdent en route. Tout ce qui sera fait sous cette législature sera bétonné pour l'avenir. C'est essentiel compte tenu de l'état de la Défense, dont nous parlions à l'instant.
Nous reviendrons sur certains éléments. Vous avez fait allusion aux missions-clés. Nous devrons naturellement approfondir le débat.
Vous avez aussi évoqué l'ancrage multilatéral, la sécurité internationale et l'OTAN. Nous savons par ailleurs que la Défense européenne est au point mort. C'est important, monsieur le président!
S'agissant des projections, je dois admettre que j'ai connu quelques tensions avec votre prédécesseur chrétien-démocrate, M. De Crem. Néanmoins, sur le plan de la sécurité internationale, nous étions alors capables de projeter 1 000 à 1 200 hommes. Aujourd'hui, nous sommes à 460. Nous devrions donc vraisemblablement élever le niveau d'ambition. J'estime évidemment rassurant d'avoir pu prendre connaissance des Opex pour cette année. Toutefois, nous sommes encore loin de ce que nous avons accompli par le passé.
Je terminerai en abordant deux points qui ont trait au personnel. Ce n'est pas souvent le cas, mais en l'occurrence M. Pirlot a raison. Monsieur le ministre, vous avez parlé de 25 000 militaires. Je répondrai à M. Hedebouw, de sorte qu'il pourra mieux connaître le dossier de la Défense et cesser de se perdre dans des méandres comme il vient de le faire. Il est clair que, si le nombre de militaires diminue, c'est parce qu'entre 2019 et 2025 la moitié d'entre eux partiront à la retraite. Si nous voulons atteindre l'objectif de 25 000 militaires, il faudra en recruter plus de 700.
Là-dessus, M. Pirlot a raison. Compte tenu de notre taux d'attrition, nous devons au moins recruter 1 400 militaires. Ou alors, on fait baisser le taux d'attrition. En tout cas, ça va mieux en termes de taux d'attrition. Sur 2012, 2013 et 2014, il s'est au moins stabilisé. Mais il est toujours à 60 % et cela pose question.
Il faudra que notre Défense nationale soit plus attractive. Il faudra sortir du minimum suffisant imposé par le ministre socialiste. C'est une nécessité si nous voulons maintenir l'attractivité de la Défense.
J'en viens au dernier point. Le MR a un côté obsessionnel en la matière, nous sommes très attentifs à l'équilibre linguistique au niveau de la Défense. Nous serons peut-être même fétichistes en matière d'équilibre pour ce qui concerne la rationalisation à venir afin que naturellement, on ait un équilibre régional en termes quantitatifs et qualitatifs également. À ce sujet, je vous remercie d'avoir aussi clairement présenté cet élément-là dès maintenant. Cet équilibre régional est effectivement essentiel. C'est une marque importante liée à la confiance que nous pouvons avoir dans cette majorité sur ce sujet auquel nous resterons attentifs.
01.32 Dirk Van Mechelen (Open Vld): Mijnheer de minister, ten eerste, de Open Vld-fractie is bijzonder tevreden dat de tien grote principes en de krijtlijnen van het strategisch plan zijn uitgewerkt en goedgekeurd door de regering, zodanig dat woorden nu kunnen worden omgezet in daden. Er ligt nog heel wat op de plank.
Ten tweede, het is belangrijk om bij het uitschrijven van het plan en de militaire programmatiewet, man en paard te noemen en de vastleggings- en betaalkredieten te definiëren die de volgende jaren nodig zijn om de doelstellingen, die wij ten zeerste steunen, te kunnen halen.
Ten derde, wij hebben het voorbije jaar in de commissie altijd gepleit voor een slanker en vooral performanter leger, dat inzetbaar is en zijn internationale engagementen en verplichtingen kan nakomen. Dat vinden wij terug in uw plan, waarvoor onze steun.
Ten vierde, wij hebben daarbij ook altijd gesteld dat het uitgangspunt de internationaal vastgelegde 50/25/25-sleutel zou moeten zijn. Dat was onze logica. U slaagt er wonderwel in om van 78 naar 48,3 % te gaan. Ook dat zit in het plan vervat.
Dat betekent natuurlijk dat uw engagement om een personeelsplan uit te werken, de hoeksteen wordt van het strategisch plan. Het militair personeel heeft immers al heel veel geduld aan de dag gelegd en de bezorgdheid is groot. Ik heb echter begrepen dat zij mee in de hervormingen willen stappen, op voorwaarde dat er op redelijk korte termijn duidelijkheid wordt gecreëerd. Het is belangrijk dat het nieuwe statuut op zichzelf een uitdaging is en dat de flexibiliteit erin vervat zit. Streven naar 34 jaar is eigenlijk de logica zelf, maar men moet het eerst wel op papier zetten. U bent bevoegd voor ambtenarenzaken, dus u bent de ideale persoon om aan een modern statuut en personeelsbeleid voor onze strijdkrachten te werken.
Collega, wij gaan inderdaad naar 25 000 man. Als de regering praat over jobs, jobs, jobs, dan bedoelt zij geen overheidsjobs, maar jobs in de privésector, die economisch renderen.
Mijnheer de minister, er is inderdaad een enorme pensioengolf op komst. Volgens uw cijfers gaan in 2018 bijna 2 000 mensen met pensioen. Dat is enerzijds een bedreiging, omdat er knowhow verdwijnt, maar anderzijds is het ook een opportuniteit om de hervorming nu door te voeren. Op zeven jaar tijd zullen zo’n 10 à 12 000 mensen met pensioen gaan. Het is dus een cruciaal moment om de verandering door te voeren. Laat dan ook geen tijd verloren gaan. Het is tijd om te handelen.
Wat de uitval, de attritie en de rekrutering betreft, stelt collega Ducarme terecht dat een evenwichtige spreiding van de troepen over het grondgebied enerzijds gewenst is en anderzijds de basis is voor een succesvolle rekrutering. Daarin zit geen tegenspraak.
Ik ben ook nieuwsgierig naar de manier waarop u het groter probleem van attritie bij gewone militairen dan bij officieren en onderofficieren, waar de uitval tijdens de opleiding veel lager is, zult aanpakken. We moeten toch opletten dat we geen waterhoofd creëren en dat we een en ander goed onder controle hebben.
Wat de werking betreft, streeft u naar 25 % middelen. Op die manier kunnen we inderdaad een solidaire en relevante partner zijn in de NAVO voor de Europese strategie, die, als ik mij niet vergis, in juni 2016 zal worden gepresenteerd. Wij blijven pleiten voor de 3D-aanpak van de regering. Het is essentieel dat we de samenwerking met onze buurlanden verder uitbouwen. Laten we echter niet vergeten dat we bijvoorbeeld op het vlak van het beschermen van het luchtruim van de Benelux een van de pioniers van samenwerking zijn. We doen dat nu ook met de marine. Opportuniteiten kunnen zich alleen maar aanbieden.
Tot slot is de achillespees van heel het plan ongetwijfeld de financiering van de investeringen. 9,2 miljard euro is een gigantisch bedrag. Mijnheer de minister, afgelopen november en december heb ik in de commissie voor de Financiën en Begroting de debatten gevolgd. Het zal een huzarenstukje zijn om de investeringen op ritme te brengen. Door het verlagen van het personeelsaantal creëert u vanzelfsprekend automatisch al budgettaire ruimte in uw eigen enveloppe. Er zal echter meer nodig zijn om het ambitieuze plan uiteindelijk waar te maken. Wij zijn beschikbaar als uw bondgenoot en gesprekspartner om het gesprek hier in het Parlement voort te zetten.
Le président: Je comptais intervenir, mais dans une perspective de faire avancer nos débats, je propose de garder mes questions pour un débat ultérieur.
Je vous cède donc la parole, monsieur le ministre.
01.33 Steven Vandeput, ministre: Monsieur le président, je répondrai, en premier lieu, aux questions relatives aux choix.
Ik hoor het graag, dat wij geen echte keuzes maken. Het is natuurlijk het een of het ander. Ofwel zeggen wij: wij blijven alles doen, ofwel zeggen wij zoals de heer Dallemagne: wij verlaten alles. Het is één van de twee. Ik heb in de presentatie duidelijk gesteld dat wij niet alles zullen doen, maar dat wij wel met de vier dimensies blijven werken. Ik spreek over dimensies, niet over componenten. De collega’s die graag over componenten spreken, denken aan structuren. Daar zal ik straks op terugkomen.
In elk geval, ik meen dat wij concrete keuzes maken.
Doen wij nieuwe dingen? Absoluut: wat wij zullen doen op het vlak van cyber, op het vlak van intelligence en op het vlak van drones, de bijdrage die wij eventueel aan BMD zullen leveren. De keuze voor nieuwe capaciteiten is echt wel gemaakt.
Vandaag hebben wij weliswaar een aantal ambitieniveaus, maar die kunnen wij niet behalen, omdat wij daarvoor niet uitgerust zijn zoals het hoort. Onze inzet zal altijd plaatsvinden in een internationale context en zal waarschijnlijk nooit volledig autonoom zijn. Wij stellen vast dat wij inzake inzet voor peace keeping-operaties, stabilisatieoperaties, crisisoperaties en dergelijke meer, nu vaak de kelk aan ons voorbij moeten laten gaan omdat wij ofwel niet voldoende materieel hebben ofwel niet het juiste materieel hebben om een bijdrage te kunnen leveren.
Daarom zeggen wij: wij zetten voortaan in op
iets wat wij al kennen, zij het onder een andere inzetvorm, battle groups,
maar wij zetten in op interventies op basis van volledig uitgeruste
interwapencompagnieën en interwapen-battle groups.
Als dit niet duidelijk is, weet ik het ook niet. De mensen die menen dat wij ons nog meer moeten specialiseren raad ik aan met een aantal specialisten te praten. Ik kan altijd namen ter beschikking stellen, en echt niet alleen namen van de rechterzijde van het politieke firmament.
Ten tweede zal ik het hebben over het bedrag van de investeringen.
Monsieur Pirlot, selon ce que j'ai lu dans La Libre Belgique aujourd'hui, cela ne serait pas suffisant.
01.34 Sébastian Pirlot (PS): N'est-ce pas vous qui dites qu'il ne faut jamais croire ce qu'on lit dans les journaux, monsieur le ministre?
01.35 Steven Vandeput, ministre: Monsieur Dallemagne, il est question de 2 %.
01.36 Georges Dallemagne (cdH): (…)
01.37 Steven Vandeput, ministre: Le pourcentage de 1,5 % est un pourcentage minimum.
We moeten alles een beetje in perspectief plaatsen.
M. Ducarme a dit que nous étions à 12,6 % du PIB dans les années 90. Aujourd'hui, nous sommes à 1 % du PIB. Ceci n'est pas uniquement dû aux restrictions budgétaires de ce gouvernement, mais c'est aussi la conséquence de 25 années de désinvestissement en la matière.
Voor wie vindt dat 9,2 miljard euro ongelooflijk veel en onbetaalbaar is en dat daarvoor nooit de middelen kunnen worden gevonden, wil ik even benadrukken dat, als we het hebben over de volgende 15 jaar en in constante termen aan een jaarlijks gemiddeld uitgavenniveau van de overheden in dit land van 200 miljard euro, en wij daarvan 9,2 miljard afnemen, u komt op 0,3 %.
Het voorstel dat ik doe, en dat ik een evenwichtig voorstel vind, is een voorstel waarmee we onszelf opnieuw in het peloton van Europa plaatsen. Tegelijkertijd is het echter geen zweverig voorstel dat niet financierbaar zou zijn. Het is heel duidelijk dat er in de toekomst keuzes zullen moeten worden gemaakt, zeker als men het enkel binnen de primaire uitgaven bekijkt.
In zijn geheel bekeken is het een herinvestering, gebaseerd op een omgevingsanalyse, van 0,3 % die wij op het vlak van buitenlandse veiligheid uitgeven. Ik vind dat de verhoging van dat budget echt het verdedigen waard.
U stelde een aantal vragen over de aanvangdatum en hoe het allemaal zal gaan. Ook daar wil ik heel duidelijk zijn. Deze regering stelt een socio-economisch herstelbeleid centraal. Dat wil zeggen dat wij ervoor moeten zorgen dat onze economie en ons budget op orde is om binnen een aantal jaren de vruchten te kunnen plukken van wat wij nu doen om het falende socialistische beleid van de voorbije 25 jaar recht te trekken.
In die zin is het noodzakelijk dat iedereen, in de mate dat hij kan, blijft bijdragen aan de gezondmaking van onze overheidsfinanciën. Ik ben daarvan overtuigd. De regering heeft zich, binnen de mogelijkheden waarover wij vandaag beschikken, ertoe verbonden op korte termijn na te gaan in welke mate wij nu al investeringen doen en niet alleen vastleggingen, maar ook vereffeningen.
Er zijn daarvoor eventueel een aantal technische mogelijkheden, maar het is vooral Europa dat daar een probleem vormt.
Tot zover wat de hoogte van de investeringen betreft.
En ce qui concerne le personnel, je l'ai dit devant l'état-major et les commandants d'unités, devant les syndicats et devant vous, le grand défi du plan, comme M. Van Mechelen l'a dit…
De hoeksteen zal het personeel zijn. Ik ben er mij terdege van bewust dat het niet voldoende is om 700 mensen te rekruteren, zoals we dat vandaag doen. Ik zal me als minister moet houden aan de budgettaire tabellen die mij opgelegd zijn. Ik heb vaak geen andere keuze omwille van de korte termijnen om de bedragen te realiseren, dan een keuze die een onmiddellijke impact heeft. Jammer genoeg is de rekrutering daar één van.
Mijnheer Yüksel, ik kan u bevestigen dat een werving van 1100 personen per jaar nodig is. Ik heb ook al vaker gezegd dat er heel wat rekenwerk, voorbereiding en discussie zit achter alles wat ik u vertel, op politiek niveau met de specialisten van de verschillende vicekabinetten en mijn eigen kabinet.
We hebben een oefening gemaakt van de rekrutering die noodzakelijk zal zijn. Op korte termijn zien we niet veel andere mogelijkheden dan verder te gaan zoals we momenteel bezig zijn. Volgens mij moeten we wel kijken in welke mate we flexibeler kunnen zijn wat de rekrutering betreft, zodat we onmiddellijk maatregelen kunnen nemen om de vastgestelde attritie weg te werken en sneller meer mensen over te houden. Bovendien zullen we tussen nu en een jaar of vijf geconfronteerd worden met enorme uitdagingen op het vlak van rekrutering om te voldoen aan de wens om te eindigen met 25 000 man.
Ik ben me ervan bewust. We zijn eraan aan het werken. U vraagt mij veel concrete informatie. Op het vlak van personeelsbeleid alleen al hebben we een vijftiental projecten geïdentificeerd die deel uit moeten maken van de implementatie. Dit geeft u een idee van de complexiteit van dat geheel.
Monsieur Pirlot, comment cela va-t-il se faire? La concertation sociale est très importante à vos yeux. Elle l'est aussi pour ce gouvernement-ci. Je peux vous confirmer avec l'ensemble de nos collaborateurs ici présents que nous sommes déjà d'accord sur une liste de points que nous discuterons entre nous et pour lesquels, j'en suis convaincu, nous trouverons des solutions. Certaines ont d'ailleurs déjà été trouvées La concertation aura lieu comme prévu car il est très important, d'une part, d'avoir une gestion des compétences qui répond à nos besoins et, d'autre part, d'offrir une carrière attractive aux militaires et aux civils qui travaillent au sein de la Défense.
Tot zover mijn antwoorden wat het personeel betreft.
Dan ga ik nu even in op de andere vragen.
Monsieur Pirlot, dans La Libre Belgique aussi, vous parlez de 18 mois. Or je ne suis ministre que depuis le 13 octobre 2015. Ce qui ne fait pas 18 mois. J'espère que c'est la seule erreur contenue dans ce que vous dites.
Sinon, comment va-t-on financer les 9,2 milliards? Il faudra faire des choix. Cela dépendra aussi des bénéfices tirés des mesures d'économies prises par ce gouvernement.
Men heeft al verschillende keren gevraagd waar het aantal van 34 vliegtuigen vandaan komt. Wel, dat is heel eenvoudig. We hebben ons ambitieniveau, we hebben een globaal budget en daarbinnen willen we iets realiseren. Als we rekening houden met een ambitieniveau van 6 vliegtuigen expeditionair en 2 in eigen land met daar nog een aantal bij, mits enige flexibiliteit, dan komen we uit op een minimum van 34 vliegtuigen, onafhankelijk van welk merk het is. Het kunnen er ook 33 of 35 zijn. Dat is vandaag niet zo belangrijk.
We hebben vandaag 54 F16’s. Elk toekomstig vliegtuig, dat zonder uitzondering van de vijfde generatie is, heeft veel meer mogelijkheden met betrekking tot de simulaties. In simulatoren kan men oefeningen trainen die in het echte leven niet raadzaam zijn. Dat geldt ook voor de simulatoren in de landmacht.
Monsieur Pirlot, je ne suis pas tout à fait d’accord avec vous lorsque vous affirmez que ce plan est exclusivement orienté vers l’OTAN.
De heer De Vriendt wil dat ook zo’n beetje laten geloven. Ik heb gezegd dat wij kijken naar de internationale veiligheid vanuit Europa.
01.38 Sébastian Pirlot (PS): Je n'ai pas dit cela. Je vous ai posé la question parce que je n'avais pas vu apparaître l'Afrique centrale sur la carte.
01.39 Steven Vandeput, ministre: Je vous en parlerai après. Concernant l'exclusivité OTAN, nous avons regardé où nous pouvions être complémentaires et avec qui nous pourrions travailler. Actuellement, nous en sommes au stade du plan stratégique et il est encore trop tôt pour décider, par exemple, de qui achètera les avions. Nous n'avons pas encore fait de choix.
01.40 Sébastian Pirlot (PS): Vous avez tranché la question du nucléaire?
01.41 Steven Vandeput, ministre: Il n'est pas question du nucléaire pour le moment. Nous ne sommes pas dans cette phase du programme.
Concernant l'Afrique centrale, si je n'en ai pas beaucoup parlé, c'est parce que nous continuons sur la même ligne. Nous n'allons pas investir plus, mais nous allons réfléchir à mieux cibler nos investissements. Nous constatons que les investissements doivent se faire sur une base continue, car si nous les arrêtons, ce qui a été engrangé sera perdu, comme cela s'est passé en Afghanistan.
Concernant le calendrier, monsieur Pirlot, j'ai montré le slide sur lequel on voit l'augmentation de l'investissement. Je vais préparer une loi-programme dans laquelle seront expliqués le type d'investissement et la période.
De vastlegging is in jaar X, de vereffeningen vertrekken in jaar Y en zullen lopen over die periode. Het geheel wordt in de programmawet ingepland met een geleidelijke stijging om plotse grote dips te vermijden. De kern van het hele verhaal is immers dat in onze budgetten tegelijk een juiste verhouding moet worden bereikt tussen investeringen, exploitatiekosten en lonen.
Concernant le débat géographique, tout va se mettre en place. Maintenant, nous savons ce que nous allons entreprendre. Nous verrons la suite des événements. M. Ducarme a dit qu'il sera très vigilant. C'est ce que j'ai dit notamment aux syndicats. Nous avons une représentation dans le gouvernement et parfois cela n'est pas mal d'avoir confiance que nous arrivions à une solution qui convient à à peu près tout le monde. Mais, pour le PS, il serait difficile d'affirmer qu'il y a une bonne solution mais quand même…
01.42 Sébastian Pirlot (PS): Mais vous ne savez pas ce que je pense…
01.43 Steven Vandeput, ministre: Je suppose que vous pensez, monsieur Pirlot…
Mijnheer De Vriendt, ik herhaal dat ik het er helemaal niet mee eens ben dat de Europese dimensie ontbreekt. Uit de tabellen blijkt het duidelijk en ook ook tijdens deze presentatie met betrekking tot de capaciteit werd meerdere keren aangehaald wat men zinnens is om samen te doen. Dat er nog geen duidelijkheid is omtrent de partner komt omdat er zich voor bepaalde zaken verschillende partners aanbieden.
Er is een duidelijk verschil in mening over hoe men er moet geraken. Wij streven allemaal veiligheid en vrede na. De vraag is of dat willens nillens op Europees niveau moet gebeuren. Ik denk dat wij daar niet klaar voor zijn. Ik heb die vraag al beantwoord in een interview. Ik zie dat de eerste dertig jaar niet gebeuren in Europa.
Ik geloof absoluut in een meer gecoördineerde Europese defensie. In die zin zetten wij concrete stappen en hebben wij concreet overleg gehad om te toetsen wat al dan niet wenselijk is. Ik geloof in het opbouwen van een Europese samenwerking van onderuit met concrete projecten, zoals BeNesSam, de Quick Reaction Alert (QRA) samen met Nederland, het onderhoud van de NH90 samen met de Duitsers, het opleiden van de piloten samen met de Fransen, de samenwerking met de Special Forces met de Fransen, met de Nederlanders en met de Denen. Van daaruit bouwen wij verder. Dat is de manier om een meer Europees gecoördineerde defensie op te richten.
Ik heb vastgesteld dat Europa zelf werkt aan een veiligheidsstrategie. U verwijt mij dat ik nergens sta, maar ik kan u zeggen dat het in Europa nog een pak erger is. Er kan hevig worden gediscussieerd over de ideologie. Ik meen in ieder geval effectief stappen te hebben gezet in de richting van een meer Europees gecoördineerde samenwerking en op een aantal plaatsen wordt invulling gegeven aan de Europese capability gaps. Wij doen niet alles, wij maken keuzes.
U vraagt ook hoeveel er gaat naar de capability gaps. De vraag is evenwel hoe die term wordt ingevuld. Gaat het enkel om capability gaps of als een eigen behoefte of als een combinatie van de twee? Er moet ook niet altijd heel veel geïnvesteerd worden om de gap in te vullen. Als ik bijvoorbeeld een aantal miljoenen wil voor het medisch uitrusten van de NH90 om deze te kunnen inzetten voor medische evacuaties, dan is het duidelijk dat hiermee een capability gap wordt ingevuld. Dat vergt geen zeer grote investering, omdat wij al beschikken over die helikopters maar het is wel een erg belangrijke bijdrage. Daarentegen is de MRTT wel een grote investering, namelijk 300 miljoen euro — daarom staat dit nog ter studie — en het vergt dus wat meer denkwerk alvorens daarover een beslissing te nemen.
Voor de drones gaat het om 550 miljoen euro. U mag niet vergeten dat drones niet vanzelf vliegen: daar zijn ook grondstations voor nodig en apparatuur om te weten waar ze zich bevinden. Dat is dus echt wel een duur instrument. Als men googlet om te zien wat een REAPER kost, komt men inderdaad op andere bedragen uit, maar dat is dan zonder grondstation, detectoren en dergelijke. Als men spreekt over dat soort wapensystemen, moet het volledige systeem bekeken worden. Degenen die denken dat drones een goedkopere investering vormen dan jachtvliegtuigen, moet ik in elk geval teleurstellen.
Dan even iets over de keuze van de partners. Zoals ik vroeger ook al gezegd heb, werden in het strategisch plan een aantal directe strategische partners gedefinieerd, meer bepaald onze buurlanden. Wie heb ik gecontacteerd? Ik heb een maand geleden nog mijn Duitse collega gezien, twee maanden geleden mijn Nederlandse collega en drie maanden geleden mijn Franse collega. Twee maanden geleden had ik ook contact met de secretary of state van mijn Britse collega Fallon. Er werden dus wel degelijk toetsingsgesprekken gevoerd.
Heb ik hen gevraagd of dit een goed idee was? Nee. Die vragenronde gaat nu beginnen. Ik heb er de voorkeur aan gegeven om het strategisch plan af te werken en goedkeuring te krijgen van de regering, om daarna eerst en vooral de rechtstreeks betrokkenen te benaderen, zijnde de mensen van Defensie. Dat heb ik vorige week woensdag gedaan. Woensdagnamiddag heb ik de syndicaten gezien. Ik heb toen ook gezegd dat ik niet schriftelijk communiceer.
Je réponds aux personnes qui disent ici qu'elles n'ont rien reçu sur papier que c'était un choix de ma part, précisément parce que je suis venu au Parlement. Si j'avais distribué ceci la semaine passée, je sais que la première discussion ici aurait porté sur le thème "nous ne savons rien et ce sont les médias qui nous ont informés".
U zou zeggen dat u van niets wist, dat u alles van de media zou moeten hebben vernemen, laten wij eerlijk zijn met onszelf. Ik heb die keuze bewust gemaakt. Het is het ene of het andere.
Op de vraag van de heer Buysrogge in hoeverre het plan besproken is, heb ik al geantwoord.
Inzake de verdere betrokkenheid van de commissie voor de Defensie moeten we, zoals ik daarstraks zei, maar eens kijken of we een manier van samenwerking vinden.
De heer Top zegt dat hij meer had verwacht. Welnu, met de hand op het hart kan ik zeggen dat ik sinds 13 oktober 2014 alle dagen aan dat plan heb gewerkt met in het achterhoofd de vraag hoe ik de heer Top gelukkig zou kunnen maken.
Mijnheer Top, u moet natuurlijk wel de uitdaging voor ogen zien, zien welke stap we gezet hebben. Het betreft een strategisch plan. Daarin zetten wij de bakens uit, de grote lijnen. We hebben de linker- en rechterlimiet van het schootsveld gedefinieerd en we weten nu waarin we zitten. Dat is uiteindelijk het strategisch plan.
De keuzes op korte termijn lijken mij duidelijk. Ik kan wel zeggen, zoals de heer Ducarme al aangaf, dat wij nog in deze legislatuur verschillende dossiers zullen afronden. Wij zullen die voorleggen en op die manier ook verankeren. Daartoe zullen we een programmawet nodig hebben, die ons de juridische basis zal geven om die beslissingen te kunnen nemen. Dat is eigen aan Defensie. Zoals de heer Pirlot al zei, de A400-M’s zijn door toenmalig minister Flahaut besteld, terwijl ik er een deel van zal betalen en mijn opvolger ze zal ontvangen. Dat is eigen aan ons departement.
Men heeft ook een vraag over de studie betreffende landmacht en het BMD. Op dat vlak is een keuze gemaakt. De heer Dallemagne heeft ook een opmerking gemaakt over het aantal personeelsleden.
Il y aura moins de personnes dans la Composante Terre. Vous aimez parler des composantes. Je peux vous rassurer: si cette composante rassemble 10 000 personnes, il n'y en a pas 6 500 dans des bataillons opérationnels. C'est là que l'on doit faire la différence. C'est aussi un défi personnel.
Mijnheer Top, in verband met de kostprijs van de vliegtuigen zegt u dat 3,5 miljard euro te weinig is. Ik heb al gezegd dat men altijd moet oppassen met wat de ronde doet over prijzen. Wat weten we en wat niet? We weten bijvoorbeeld dat Brazilië 130 miljoen per toestel heeft betaald voor SAAB. We weten bijvoorbeeld ook dat Israël 3,6 miljard dollar heeft betaald voor 33 toestellen. De vraag is steeds: wat zit er in het aankooppakket en wat niet, bijvoorbeeld hoe lang worden er wisselstukken meegeleverd, zijn er simulatoren bij inbegrepen of niet, en hoeveel. Dat is moeilijk in te schatten.
Hoe dan ook, er is een uitgebalanceerde verdeling tussen de vier dimensies van Defensie, die ook haalbaar is. Later heb ik het nog even over de componenten. Het is een beetje als met de vraag van de heer Devriendt of de prijs van drones niet foutief is. Men moet voorzichtig zijn met wat algemeen wordt gehanteerd. We hebben vandaag niet alle informatie. Die hebben we pas als er een prijs op papier staat.
01.44 Alain Top (sp.a): Mijnheer de minister, het valt mij op dat, wanneer we de verschillende cijfers van de dimensies of componenten zoals opgegeven, vergelijken, het cijfer voor de vervanging van de gevechtsvliegtuigen laag wordt geschat, terwijl andere schattingen realistischer zijn, op basis van voordien reeds gehoorde cijfers.
01.45 Minister Steven Vandeput: Mijnheer Top, totalen zijn altijd het resultaat van veel berekeningen. De cijfers zijn richtinggevend; daar kan enige speling op zitten van 2 tot 3miljoen, maar ze zijn wel het resultaat van ernstig rekenwerk, dat kan ik u verzekeren.
01.46 Alain Top (sp.a): De toekomst zal het uitwijzen.
01.47 Minister Steven Vandeput: Dat is wel realistisch. U maakte een opmerking over de kostprijs en dat deze de raming altijd overschrijdt. Ik zal u drie dossiers geven die ik ken en waar dat niet het geval is. De RRV’s waren enkele miljoenen eruos goedkoper. Bij de brandweerwagens die vorig jaar werden geleverd, zat de kostprijs 3 à 4 miljoen euro onder de raming. En de patrouilleurs Castor en Pollux waren ook goedkoper. Ik ga dus niet akkoord met het algemene gezegde. Hetzelfde geldt voor de NAVO, de dossiers die bij ons behandeld zijn, liggen een heel stuk lager dan de raming.
34 stuks is het gevolg van het ambitieniveau, met zoveel trainingsuren, zoveel dit en zoveel dat. Dat is een duidelijke keuze.
Mijnheer Yüksel, wij zullen vastleggingen doen, op het moment dat wij onze programmawet hebben, gaan wij van start. Daarnaast zoeken wij naar manieren hoe wij nu reeds effectief grotere stappen kunnen zetten. Stel dat de economie sneller aantrekt dan verwacht, dan zal ik als vakminister mijn deel van de koek eisen, zo simpel is dat.
In verband met de verdeling in componenten en dimensies, men moet daarmee steeds opletten. Neem bijvoorbeeld de drones. Drones worden ingezet voor de landcomponent. Maar drones zitten normaliter wel bij degenen die in de lucht bezig zijn. De A400-M’s zullen niet voor de luchtcomponent dienen, die zullen er zijn voor de landcomponent. Men moet dus opletten. Ik sprak over gebalanceerd, ik neem dat soort woorden niet lichtzinnig in de mond.
In verband met rekrutering, er werd gesproken over 1 150 leerlingen. Ik heb dat gepresenteerd, dat komt overeen.
Outsourcing en outplacement, waar ligt de grens, ook bij search and rescue? Laat mij duidelijk zijn, search and rescue is een overheidsopdracht en zit vandaag bij ons. De Seakings gaan eruit, dat weten wij allemaal, die komen aan het einde van hun leven. Wij voorzien om dat met een NH 90 te doen, maar de NH 90 is een toestel dat overgekwalificeerd is voor dat soort werk.
Het lijkt mij normaal dat wij in het kader van het goed omgaan met onze middelen bekijken op welke manier wij het meest efficiënt kunnen werken. Dat geldt trouwens voor alle taken die wij uitvoeren. Dat is voor mij geen fetisj. Ik ben geen ideologische outsourcer, maar ik vind wel dat wij elke taak onder de loep moeten nemen om te kijken wat de meest efficiënte manier is om ze uit te voeren. En als we dan outsourcen, dan moet het ook beter gaan. Ik heb weinig beperkingen op dat vlak. De Amerikanen outsourcen de bewaking van de basis in Bagdad. Daarover spreken wij in België niet, maar het is een feit.
Op heel korte termijn zullen wij de studie over de kwartieren afronden. Ik zal daarover ook politieke voorstellen doen. U begrijpt dat het een moeilijke oefening is. Het zal er een hele tijd stil rond zijn en plots zal er een akkoord zijn. Dat is de werkwijze. Het implementatieplan wordt volop opgestart. Wij zijn bezig met de definitie van enkele projecten. Ze zijn op zijn minst indrukwekkend. Daarstraks zei ik dat het alleen om personeelsbeleid ging. In het sociaal overleg gaat het over meer dan vijftig dossiers. Er komt een en ander op ons af.
J’aime beaucoup l’intervention de M. Hedebouw car elle vient du cœur. Par contre, son contenu reflète sa méconnaissance du dossier. Il faut être honnête avec les chiffres lorsqu’on parle d'une diminution de 7 000 unités. Effectivement, j’ai dit qu’on passait de 32 000 à 25 000 mais cela s’échelonne dans le temps.
Ensuite, ce n’est pas correct d’affirmer qu’il y a tellement de besoins sociaux qui nécessitent des moyens qu’il n’est pas prioritaire d’en accorder à l’armée. Il y a un besoin de sécurité. Des 200 millions d’euros de budget, plus de 100 sont consacrés aux questions sociales et je demande une augmentation de 0,3 %. C’est tout ce que je demande et cela me semble important.
J’apprends qu’il y a un problème en "Yougoslavie". Je vais demander au SGRS d’analyser la situation.
01.48 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Un commentaire à faire sur la situation en Irak?
01.49 Steven Vandeput, ministre: Avec l’Irak, on apprend qu’il faut tirer les leçons du passé. Comme vous avez pu le lire dans ma propre analyse disponible sur mon site internet – si ce n’est pas le cas, je vous encourage à la lire -, j’affirme qu’il faut tenir compte de ce qui s’est passé en Libye et qu’il faut y appliquer une approche intégrée – 3D-LO.
Moi-même, en tant que ministre, et les membres de cette commission ne disons pas le contraire. Je réalise parfaitement que la solution idéale n’est jamais de recourir à une intervention militaire.
Je suis cependant convaincu que l'élément militaire fait partie d'une solution complète. Nous avons là clairement une divergence d'opinion, mais j'apprécie les différences entre les idées, notamment avec le PTB. La contribution internationale est une des tâches primordiales de la Défense.
M. Dallemagne n'est plus là. Je vais répondre à sa question. M. Ducarme n'est plus là non plus.
Mijnheer Van Mechelen, wij werken aan het probleem van attritie. Het wordt beter. Ik denk dat ik daarop ben ingegaan. Wij hebben inderdaad een heel grote uitdaging voor ons om ervoor te zorgen dat wij een aantrekkelijke loopbaan aan onze mensen kunnen aanbieden. Wij werken daar vandaag al aan. De cijfers van attritie beginnen ook beter te worden, zoals de heer Van Mechelen zelf heeft aangehaald.
Le président: Il nous reste quelques minutes avant la fin de cette commission. Je propose que les groupes qui souhaitent répliquer le fassent en une minute. Je serai intransigeant sur la durée. Je commence par M. Pirlot.
01.50 Sébastian Pirlot (PS): Je vous remercie monsieur le président.
Malgré le vibrant hommage de notre collègue Buysrogge – j'ai cru comprendre d'ailleurs que vous étiez du même parti que M. le ministre –, je ne partage pas votre émerveillement devant ce qui nous est proposé. J'ai envie de dire que vous êtes surtout fasciné par la beauté de l'emballage et que vous n'avez pas vu encore que la boîte était vide, mais cela n'est pas grave! Mon temps de parole étant limité, je vais être très constructif pour vous aider à terminer enfin ce plan stratégique. J'ai le plaisir de déposer une motion qui trace en quinze lignes les grandes orientations de celui-ci. Je suis sûr que cela vous aidera. Je ne veux que le bien de ce pays!
01.51 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, er is veel om over te debatteren. Ik hoop uiteraard dat we het debat verder zetten. Ik meen dat we een andere methodologie en andere prioriteiten hebben. Wij zetten in op taakverdeling, zoveel mogelijk Europese samenwerking, top down. Men kan landen rond zich verzamelen waarmee men naar specialisatie en taakverdeling kan gaan. U hebt die weg jammer genoeg niet gevolgd.
Ik wil u wel nog een vraag stellen. Rekent u er eigenlijk op dat u in deze regeerperiode nog uitgaven zult kunnen doen die vallen onder die 9,2 miljard euro? U zegt letterlijk dat als de economie aantrekt u uw deel van de koek zult opeisen. Stel dat dit niet gebeurt, wat dan? In uw meerjarenbegroting voorziet u in 1,6 miljard euro besparing tot 2019. Blijven die jaarlijks voortdurende besparingen behouden? Wanneer de omgekeerde trend, wanneer de verandering?
01.52 Minister Steven Vandeput: De regering heeft daarover nog geen beslissing genomen.
01.53 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): We hebben hier nochtans een strategisch plan meen ik. Het zou goed zijn als u ook binnen uw regeerperiode een aantal beslissingen inzake uitgaven zou kunnen voorleggen.
01.54 Alain Top (sp.a): Mijnheer de minister, toen het bij de bespreking daarnet over de vervanging van de gevechtsvliegtuigen ging, hebt u in twijfel getrokken dat er in uw plannen de suggestie staat dat er naar één type toestel wordt gegaan, de F 35. Ik verwees naar uw slide waarin u over de nieuwe generatie vliegtuigen spreekt. De nieuwe generatie vliegtuigen is de vijfde generatie vliegtuigen, zoals men het in internationale bronnen beschrijft.
Als ik alle internationale bronnen bekijk, dan zie ik telkens de F 35 bij de vijfde generatie. De andere vier vliegtuigen die in de survey werden beschreven en bevraagd, staan in die bronnen niet vermeld bij de vijfde generatie. Het kan zijn dat ik mij vergis, ofwel beschikt u over andere bronnen, die ik graag zou kennen.
Tot slot deel ik u mee dat ik, net als collega Pirlot, ook een motie van aanbeveling zal indienen om de plannen sneller vooruit te laten gaan en meer transparantie mogelijk te maken.
01.55 Veli Yüksel (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor de antwoorden.
Ik ben ook blij dat u aangeeft in functie van de bestaande ruimte te zullen bekijken welke zaken kunnen worden gerealiseerd.
Er moet nog heel wat snel worden uitgeklaard. U merkt ook op dat een en ander heel snel zou kunnen gaan.
Mijnheer de minister, ik herhaal mijn vraag naar de verwachte timing om te landen.
Le président: En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
Une première motion de recommandation a été déposée par M. Alain Top et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Sébastian Pirlot et Alain Top
et la réponse du ministre de la Défense, chargé de la Fonction publique,
demande au ministre
- de soumettre le plan stratégique à la Cour des comptes et de lui demander d’en dresser l’estimation chiffrée;
- de transmettre la note de l’Inspection des Finances aux membres de la commission;
- de présenter aux membres de la commission une vision d’avenir de la Défense clairement articulée;
- de transmettre aux membres de la commission une liste des casernes qui seront fermées;
- d’organiser une répartition géographique équilibrée des casernes;
- de déterminer l’incidence exacte des mesures proposées sur le personnel de la Défense et d’en informer les membres de la commission;
- de respecter les procédures de concertation sociale;
- de privilégier la coopération européenne dans sa vision stratégique;
- de fixer une date butoir pour la publication des détails de son plan stratégique."
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Alain Top en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord
de interpellaties van de heren Sébastian Pirlot en Alain Top
en het
antwoord van de minister van Landsverdediging, belast met Ambtenarenzaken,
vraagt de
minister om
- het
strategisch plan voor te leggen aan en te laten bereken door het Rekenhof;
- de
nota van de Inspectie van Financiën te bezorgen aan de leden van deze
commissie;
- een
duidelijke uitwerking van de toekomstvisie voor Defensie voor te leggen aan de
leden van deze commissie;
- een
lijst van de kazernes die zullen sluiten voor te leggen aan de leden van deze
commissie;
- een
evenwichtige geografische spreiding van kazernes te voorzien;
- de
precieze impact op het personeel van Defensie in kaart te brengen en voor te leggen
aan de leden van deze commissie;
- respect
te tonen voor het sociaal overleg;
- Europese
samenwerking voorop te stellen in zijn strategische visie;
- een
deadline voorop te stellen voor de bekendmaking van de details van het
strategisch plan."
Une deuxième motion de recommandation a été déposée par Mme Julie Fernandez Fernandez et MM. Sébastian Pirlot, Stéphane Crusnière et Eric Thiébaut et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Sébastian Pirlot et Alain Top
et la réponse du ministre de la Défense, chargé de la Fonction publique,
demande au gouvernement
1. dans
le cadre des options prises par le gouvernement sur le plan du personnel
militaire et civil, de garantir la concertation sociale, le respect du
personnel, de leur formation (notamment via l'ERM) et de leur bien-être au
travail;
2. de
garantir que la Défense reste un acteur fiable de l'action de notre État comme
l'une de ses fonctions régaliennes symbolisée par la fonction de militaire dans
son statut actuel;
3. de
garantir un nombre d'engagements suffisant chaque année afin de répondre aux
objectifs affichés en termes de personnel;
4. de
maintenir un maximum de tâches au sein de l'armée afin d'utiliser de façon
optimale les capacités et l'expertise du personnel militaire sans recourir à
des externalisations coûteuses et d'éviter de privatiser certaines tâches de
l'armée où seule celle-ci garantit une formation ad hoc et un contrôle
démocratique indispensable;
5. de
garantir une répartition linguistique répondant aux recommandations formulées
par le groupe de travail 'équilibre linguistique';
6. de
garantir une répartition géographique équilibrée des quartiers militaires sur
l'ensemble de notre territoire en tenant compte notamment de la proximité des
bassins d'emploi de notre pays et des conséquences de la fermeture potentielle
de certains quartiers pour les militaires et leur famille et l'économie locale;
7. de
garantir les moyens nécessaires sur les plans matériel, humain, budgétaire et
de la formation afin d'assurer l'opérationnalité internationale de notre armée
comme étant sa mission principale au sein des missions européennes, onusiennes
et de l'Alliance en gardant un focus sur nos zones géographiques historiques
comme l'Afrique dans le cadre d'une approche dite '3D';
8. d'assurer
explicitement et concrètement la dimension européenne de la Défense belge dans
la mise en œuvre du plan stratégique, en ce compris le pooling
and sharing, comme étant une priorité pour les différentes
composantes, notamment en ce qui concerne la fourniture de capacité, l'achat de
matériel, la formation des militaires et la conduite des opérations à
l'étranger;
9. dans le cadre des achats majeurs planifiés, de promouvoir et
privilégier le renforcement de l'industrie européenne de la Défense, notamment
via une base industrielle et technologique de Défense européenne innovante et
compétitive, avec des synergies entre la recherche et le développement civil et
militaire en concertation avec les entités fédérées afin de maximaliser les
retours économiques pour la Belgique et ses entreprises;
10. de s'assurer que le financement des investissements majeurs décidés par le gouvernement répondent aux besoins belges, européens et de l'Alliance et de ne pas reporter l'ensemble des impacts budgétaires de ceux-ci après 2019;
11. d'inscrire résolument la Belgique et la Défense dans la lutte pour le
désarmement nucléaire dans le cadre de négociations multilatérales auxquelles
la Belgique doit continuer de participer activement afin de libérer son territoire
de toute présence éventuelle d'armes nucléaires et, par cohérence, que les
équipements militaires belges ne soient pas dotés d'une capacité de
transport nucléaire;
12. de
garantir, dans l'application du plan stratégique, que l' 'Aide à la
nation' demeure l'une des missions principales de la Défense et que celle-ci,
lorsque qu'elle n'utilise pas son personnel, son matériel ou son infrastructure
pour ses missions à l'étranger ou la préparation de
celles-ci, les mettre au maximum et gracieusement au service des autorités civiles
lorsqu'elles le demandent;
13. de
garantir l'implication de la Défense dans la solidarité internationale
notamment à travers de B-FAST;
14. d'assurer
l'avenir de la composante médicale et de l'hôpital royal militaire comme des prérequis
indispensables à la projection à l'étranger
de nos militaires, au bien-être et à la santé de ceux-ci, ainsi qu'au regard de
plusieurs missions d' 'Aide à la nation' remplis actuellement par cet hôpital;
15. de
continuer de faire de la Défense un acteur majeur du travail de mémoire et de
la citoyenneté tourné vers les jeunes le désirant et d'assurer l'ancrage
fédéral de ce travail de mémoire au travers du MRA, des sites de
mémoires/patrimoine sous responsabilité du département et de l'IV-INIG réformé."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Julie Fernandez Fernandez en door de heren Sébastian Pirlot, Stéphane Cruslière et Eric Thiébaut en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellaties van de heren Sébastian Pirlot en Alain Top
en het
antwoord van de minister van Landsverdediging, belast met Ambtenarenzaken,
verzoekt
de regering
1. in
het kader van haar beleidskeuzes met betrekking tot de militairen en de leden
van het burgerpersoneel het sociaal overleg na te leven, de personeelsleden te
respecteren, hun opleidingsmogelijkheden te bieden (met name via de KMS) en hun
welzijn op het werk te waarborgen;
2. ervoor
te zorgen dat Defensie een betrouwbare uitvoerder blijft van het beleid waartoe
de Staat beslist, wat één van de regale functies is, hetgeen gesymboliseerd
wordt door de functieomschrijving van de militairen in het huidige statuut;
3. ervoor
te zorgen dat er jaarlijks voldoende rekruteringen plaatsvinden om de
doelstellingen op het vlak van de personeelsbezetting te halen;
4. zoveel
mogelijk taken bij het leger te behouden teneinde de capaciteiten en expertise
van het militaire personeel optimaal te benutten zonder een beroep te moeten
doen op dure uitbestedingen en de privatisering van bepaalde taken van het
leger, in het kader waarvan enkel het leger een ad-hocopleiding en de nodige
democratische controle kan bieden, te voorkomen;
5. erop
toe te zien dat het personeel evenwichtig over de taalkaders verdeeld is,
overeenkomstig de aanbevelingen van de werkgroep Taalevenwicht;
6. toe
te zien op een evenwichtige geografische spreiding van de militaire kwartieren
over het gehele grondgebied, rekening houdend met de nabijheid van de
werkgelegenheidspools en de gevolgen van de mogelijke sluiting van bepaalde
kwartieren voor de militairen en hun gezin en de plaatselijke economie;
7. de
nodige materiële, personele, budgettaire en opleidingsmiddelen ter beschikking
te stellen opdat de internationale operationaliteit van ons leger, wat de
hoofdopdracht is in het kader van de Europese, VN- en NAVO-missies, gewaarborgd
zou zijn, en daarbij in het kader van een zogenaamde 3D-benadering te blijven
focussen op de geografische regio's waarmee we historische banden hebben, zoals
Afrika;
8. expliciet
en concreet aandacht te hebben voor de Europese dimensie van Defensie bij de
tenuitvoerlegging van het strategisch plan, met inbegrip van pooling
and sharing, wat een prioriteit moet zijn voor de verschillende
componenten, met name met betrekking tot de terbeschikkingstelling van
capaciteit, de aankoop van materieel, de opleiding van de militairen en de
uitvoering van operaties in het buitenland;
9. in
het kader van de geplande grote aankopen de versterking van de Europese
defensie-industrie te bevorderen en te bevoorrechten, via een innoverende en
competitieve industriële en technologische Europese basis, met synergieën
tussen burgerlijk en militair onderzoek en ontwikkeling en in overleg met de
deelgebieden teneinde de economische return voor België en zijn ondernemingen
te maximaliseren;
10. erover
te waken dat de financiering van de grote, door de regering besliste
investeringen overeenstemt met de Belgische, Europese en NAVO-behoeften en de
budgettaire weerslag van die investeringen niet in hun geheel te verschuiven
naar de periode na 2019;
11. erop
toe te zien dat België en Defensie resoluut meewerken aan de nucleaire
ontwapening in het kader van multilaterale onderhandelingen waaraan België
actief moet blijven deelnemen teneinde alle kernwapens die zich eventueel op
zijn grondgebied bevinden te verwijderen en er daarbij aansluitend voor te
zorgen dat de Belgische militaire uitrustingen niet geschikt zijn om nucleaire
wapens te vervoeren;
12. er
in het kader van de uitvoering van het strategisch plan voor te zorgen dat de
'hulp aan de natie' een van de hoofdopdrachten van Defensie blijft en dat,
wanneer Defensie haar personeel, materieel en infrastructuur niet gebruikt voor
buitenlandse missies of de voorbereiding ervan, ze die zoveel mogelijk en
gratis ten dienste stelt van de burgerlijke overheden wanneer die erom vragen;
13. ervoor
te zorgen dat Defensie betrokken blijft bij de internationale solidariteit, met
name via B-FAST;
14. de
toekomst te verzekeren van de medische component en het Militair Hospitaal als
noodzakelijke vereiste voor de inzet van militairen in het buitenland, hun
welzijn en gezondheid, evenals voor de diverse opdrachten van 'hulp aan de
natie' die thans door dat hospitaal vervuld worden;
15. erop
toe te zien dat Defensie een belangrijke rol blijft spelen bij de instandhouding
van de herinnering en het ontwikkelen van burgerzin, vooral ten aanzien van
jongeren die erom vragen, en via het KLM, het patrimonium en de historische
sites die onder het departement vallen en het hervormde IV-NIOOO die
instandhouding van de herinnering federaal te verankeren."
Une motion pure et simple a été déposée par
MM. Peter Buysrogge,
Richard Miller, Dirk Van Mechelen et Veli Yüksel.
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Peter Buysrogge, Richard Miller, Dirk Van Mechelen en Veli Yüksel.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 14.30 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 14.30 uur.