Commissie voor de Sociale Zaken

Commission des Affaires sociales

 

van

 

Woensdag 27 maart 2019

 

Voormiddag

 

______

 

 

du

 

Mercredi 27 mars 2019

 

Matin

 

______

 

 


La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 37 et présidée par M. Georges Gilkinet.

De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.37 uur en voorgezeten door de heer Georges Gilkinet.

 

01 Samengevoegde vragen van

- de heer Wouter De Vriendt aan de minister van Pensioenen over "de gelijkstelling van het zorgkrediet in het onderwijs" (nr. 27901)

- de heer Peter Vanvelthoven aan de minister van Pensioenen over "de gevolgen van de stelsels van zorgkrediet en verlof voor verminderde prestaties voor de pensioenen" (nr. 27915)

- mevrouw Sonja Becq aan de minister van Pensioenen over "de pensioengelijkstelling voor het verlof voor verminderde prestaties in het onderwijs" (nr. 28687)

01 Questions jointes de

- M. Wouter De Vriendt au ministre des Pensions sur "l'assimilation du crédit d'assistance familiale flamand pour les enseignants" (n° 27901)

- M. Peter Vanvelthoven au ministre des Pensions sur "les effets sur les pensions du crédit d'assistance familiale et du congé pour prestations réduites" (n° 27915)

- Mme Sonja Becq au ministre des Pensions sur "l'assimilation pour la pension du congé pour prestations réduites dans l'enseignement" (n° 28687)

 

01.01  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ik heb mijn vraag reeds een tijd geleden ingediend. Ondertussen is er veel gebeurd, maar de essentie van het probleem blijft, veronderstel ik.

 

In een communicatie wijzen de syndicaten op uw voornemen om in het onderwijs zowel zorgkrediet als verlof voor verminderde prestaties niet meer steeds als aanneembare diensten te beschouwen. Met andere woorden, die periodes in de loopbaan zouden niet meer volledig, zoals het hoort, in aanmerking komen voor de berekening van het pensioenbedrag en de pensioendatum.

 

Dat gaat in tegen het federale regeerakkoord, waarin duidelijk staat dat gemotiveerd tijdskrediet en loopbaanonderbreking en thematische verloven volledig en aan het laatst verdiende loon gelijk worden gesteld. De volledige passage staat in mijn schriftelijke neerslag; ik zal ze hier niet volledig voorlezen.

 

Denkt u er inderdaad aan om verlof voor verminderde prestaties niet meer als aanneembare dienst te beschouwen?

 

Dat zou een impact hebben op vrij veel mensen. Hoe gaat u om met personen die binnenkort met pensioen gaan en op het einde verlof voor verminderde prestaties namen? Komen die diensten dan niet meer in aanmerking en wat met de terugwerkende kracht? Wordt op die manier niet aan verworven rechten geraakt?

 

Is het juist dat het zorgkrediet in sommige omstandigheden niet meer als aanneembare dienst zou gelden, bijvoorbeeld indien in het verleden reeds een loopbaanonderbreking werd genomen? In welke omstandigheden zou dat gelden of niet gelden?

 

Hoe staat het met de communicatie en dialoog met de Vlaamse en Waalse ministers van Onderwijs?

 

01.02 Minister Daniel Bacquelaine: Mijnheer De Vriendt, opdat een verlof in aanmerking zou worden genomen voor het pensioen ten laste van de schatkist moet het, sinds de inwerkingtreding van artikel 16 van de wet van 6 januari 2014, door middel van een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit aan de wettelijk vastgelegde lijst van aanneembare verloven worden toegevoegd. Het is dus aan de Ministerraad om zich uit te spreken over de aanneembaarheid van de verloven.

 

Het zorgkrediet werd toegevoegd aan de aangehaalde lijst door het koninklijk besluit van 2 december 2018 en daarmee wordt zowel het zorgkrediet voor het Vlaams personeel als het zorgkrediet in het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding beoogd.

 

Wat de aanneembaarheid van de periodes van zorgkrediet betreft, aangezien het zorgkrediet krachtens de zesde staatshervorming de federale loopbaanonderbreking vervangt, wordt de teller uiteraard niet opnieuw op nul gezet. De periodes van zorgkrediet worden op dezelfde manier behandeld als de periodes van loopbaanonderbreking. Indien dat niet het geval zou zijn, zou inzake pensioenen ten laste van de schatkist een verschil in behandeling ontstaan tussen de ambtenaren naargelang van het beleidsniveau waartoe zij behoren.

 

Daarenboven ontving ik een aanvraag tot toevoeging van het langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen aan de lijst van verloven voor het Vlaams onderwijzend personeel. Het koninklijk besluit werd door de Koning ondertekend en zal binnenkort gepubliceerd worden.

 

Ten slotte, aangaande het verlof voor verminderde prestaties van het Vlaams onderwijs geeft de analyse van de Federale Pensioendienst aan dat de budgettaire impact hoger is dan die van het federaal systeem. In overleg met het kabinet van minister Crevits werk ik daarom momenteel aan een parlementair initiatief dat een oplossing biedt voor die situatie. Het zal u binnenkort worden voorgelegd.

 

01.03  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, wat is binnenkort? Wanneer komt dat parlementair initiatief er?

 

01.04  Daniel Bacquelaine, ministre: Je travaille actuellement en concertation avec la ministre Crevits mais je ne vais pas décider pour le Parlement.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: La question n° 28135 de Mme Dedry est transformée en question écrite.

 

Voorzitter: Wouter De Vriendt.

Président: Wouter De Vriendt.

 

02 Question de M. Georges Gilkinet au vice-premier ministre et ministre des Finances, chargé de la Lutte contre la fraude fiscale, et ministre de la Coopération au développement, sur "l'enquête de la FSMA sur les investissements de la société OGEO FUND" (n° 28793)

02 Vraag van de heer Georges Gilkinet aan de vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, en minister van Ontwikkelingssamenwerking, over "het onderzoek van de FSMA naar de investeringen van OGEO FUND" (nr. 28793)

 

02.01  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre des Pensions, ma question avait été adressée au ministre des Finances mais c'est vous qui avez la tutelle sur la FSMA (l'Autorité des services et marchés financiers) dans le volet "Contrôle des institutions de retraite professionnelle agréées et inscrites".

 

La société OGEO FUND qui porte le numéro FSMA 50570 est un organisme de financement de pensions dont le statut FSMA est celui d'une institution de retraite professionnelle agréée et inscrite.

 

Plusieurs enquêtes journalistiques de l'hebdomadaire Le Vif/L'Express et du site Apache ont mis en évidence de graves problèmes de gestion d'une filiale anversoise d'OGEO FUND, à savoir la société Land lnvest Group, détenue à raison de 50 % par le fonds de pension liégeois.

 

On y pointe des abus divers, notamment des frais de bouche totalement démesurés, des dépenses importantes sans lien avec l'objet social, la rémunération forfaitaire très élevée d'une consultante architecte, le non-remboursement de dettes par Land lnvest Group et la nécessité de refinancement par OGEO du groupe précité. Ces faits sont particulièrement inquiétants en termes d'indices de mauvaise gestion. On peut donc effectivement s'inquiéter de la capacité future d'OGEO FUND d'assumer ses engagements à l'égard des travailleurs cotisants. Ce faisant, il me semble qu'une réaction de l'organe de contrôle, à savoir la FSMA, est justifiée.

 

Monsieur le ministre, quel est le contrôle réalisé par la FSMA quant à la gestion quotidienne des institutions de retraite professionnelle agréées et inscrites? La FSMA est-elle en capacité d'intervenir suite à des constats de mauvaise gestion? De quelle manière? Combien de fois au cours des cinq dernières années la FSMA est-elle intervenue pour dénoncer des faits de mauvaise gestion d'un fonds de pension?

 

Concernant plus précisément OGEO FUND et sa filiale Land lnvest, des contrôles spécifiques ont-ils été diligentés, sur la base notamment des informations diffusées par la presse? Si oui, à quelles conclusions ont-ils abouti? Si non, qu'est-ce qui explique la passivité de la FSMA par rapport à des faits aussi graves et inquiétants? 

 

02.02  Daniel Bacquelaine, ministre: Monsieur le président, monsieur le député, j'ai effectivement, non pas une tutelle, mais une compétence sur la FSMA. Il n'y a pas de tutelle sur cet organisme indépendant. Il est tellement indépendant que je n'interviens pas dans les contrôles que la FSMA diligente.

 

OGEO FUND, en tant qu'institution de retraite professionnelle (IRP), est soumise - comme 194 autres IRP - aux dispositions de la loi du 27 octobre 2006 relative au contrôle des institutions de retraite professionnelle.

 

Les règles énoncées dans la loi portent notamment sur les domaines suivants. Les actifs doivent répondre à certaines règles de placement, essentiellement basées sur le principe de prudent person, telles que le placement dans l'intérêt des affiliés et des bénéficiaires, de façon à garantir la sécurité, la qualité, la liquidité et la rentabilité des actifs, mais également le respect de la diversité.

 

L'IRP doit disposer d'une bonne gestion des actifs qui vont servir à la couverture appropriée des engagements de l'IRP. À cet égard, l'IRP définit sa politique en matière d'investissements dans un document "Déclaration sur les principes de la politique de placement" (SIP pour Statement of Investment Principles).

 

La FSMA est chargée, entre autres, de vérifier que la SIP respecte les dispositions légales, mais également qu'elle est appliquée correctement. Le respect de ces règles est apprécié au regard de l'entièreté du portefeuille, sans que la FSMA puisse, sous réserve du respect des règles précitées, juger de l'opportunité des investissements concrets choisis par l'IRP.

 

En ce qui concerne les passifs, l'IRP devra établir un plan de financement permettant d'estimer de manière prudente les provisions techniques qui reflètent les engagements de l'IRP vis-à-vis des affiliés et des bénéficiaires.

 

La FSMA exige à chaque fois que l'IRP concernée prenne des mesures de redressement lorsqu'elle constate une insuffisance de constitution de marge de solvabilité, une constitution non prudente de provisions techniques, une insuffisance de valeurs représentatives par rapport aux provisions techniques ou à la marge de solvabilité, ou une non-satisfaction aux règles de placement de ces actifs.

 

Enfin, en ce qui concerne la gouvernance, toute IRP doit disposer d'un système de gouvernance en adéquation avec les spécificités de ses activités. Ce système doit comprendre une structure organisationnelle adéquate, un système de contrôle interne efficace, des mesures permettant de veiller à la continuité des activités, un système de gestion des risques et la rédaction des différentes politiques.

 

Les obligations en matière de gouvernance ont été renforcées par la loi du 11 janvier 2019 relative à la  transposition de la directive (UE) 2016/2341 du Parlement européen et du Conseil du 14 décembre 2016 concernant les activités et la surveillance des institutions de retraite professionnelle (directive IRP II) et modifiant la loi du 27 octobre 2016 relative au contrôle des institutions de retraite professionnelle.

 

La loi en question prévoit que la FSMA contrôle ces différents domaines par le biais des informations financières et autres que l'IRP doit lui transmettre régulièrement, mais également au moyen de missions de contrôle sur place. Le contrôle de la FSMA sur les IRP s'articule autour de deux approches: la première, à l'occasion des autorisations préalables à donner (par exemple, en cas d'agrément d'une nouvelle IRP); la seconde se basant sur les indicateurs de risque. Dans ce deuxième cas de figure, la FSMA tient non seulement compte des signaux transmis par les commissaires agréés et par les responsables des fonctions-clefs, mais également du reporting détaillé et traité dans un modèle de risque élaboré. Elle peut en outre se fonder sur des informations détenues par des tiers, par exemple celles qui paraissent dans la presse.  

 

En 2017, la FSMA a notifié 235 rappels à l'ordre adressés à des IRP et a pris quatre mesures de redressement sur la base de la législation prudentielle. En outre, 14 IRP étaient concernées par des mesures de redressement visant à remédier à une situation d'insuffisance financière. En 2018, la FSMA a notifié 86 rappels à l'ordre toujours sur la même base. De plus, 21 IRP étaient concernées par des mesures destinées à pallier une situation d'insuffisance financière.

 

Compte tenu des spécificités et de l'importance de l'IRP OGEO FUND, celle-ci fait l'objet de contrôles réguliers en différents domaines. Comme vous vous référez à des articles de presse, je note qu'elle a mentionné dans son droit de réponse publié par Le Vif/L'Express du 6 décembre dernier qu'elle s'était désinvestie de Land Invest en mai 2018. Cette cession a engendré un rendement global annualisé supérieur à 10 %, soit un excellent rendement. OGEO FUND a ainsi réalisé, selon ce même hebdomadaire, "une plus-value de 400 % sur sa participation au capital et a été remboursée de l'intégral des prêts consentis en principal et en intérêts: soit 9 % par an". 

 

02.03  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, il est certain que votre compétence en la matière est limitée, mais vous avez présenté le cadre légal et apporté des informations statistiques relatives aux interventions de la FSMA visant des organismes de pension. On ne peut que l'encourager à rester vigilante quant aux risques encourus par le capital des travailleurs.

 

Pour ce qui concerne les questions portant plus précisément sur OGEO FUND et Land Invest, je note que vous n'apportez pas d'informations précises quant à une intervention de la FSMA. J'espère cependant qu'il y en a eu une, vu la gravité des faits révélés.

 

Tout comme vous, j'ai pris acte du droit de réponse d'OGEO FUND relatif au maintien de sa présence dans Land Invest. J'espère effec­tivement que cet organisme d'assurance pour les travailleurs n'est plus exposé à ce risque, et que la gouvernance au sein de Land Invest se sera améliorée entre-temps, notamment suite au travail journalistique d'enquête qui a été réalisé.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: De samengevoegde vragen nrs. 29049 van de heer Hedebouw en 29051 van de heer Van Hees zijn omgezet in schriftelijke vragen. Vraag nr. 29132 van mevrouw Becq vervalt. Hetzelfde geldt voor vraag nr. 29226 van de heer Spooren. De vragen nrs. 29236 en 29237 van de heer Daerden worden omgezet in schriftelijke vragen.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 10.54 uur.

La réunion publique de commission est levée à 10 h 54.