Commissie
voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt |
Commission de l'Intérieur, des Affaires générales et
de la Fonction publique |
van Woensdag 20 maart 2019 Namiddag ______ |
du Mercredi 20 mars 2019 Après-midi ______ |
De behandeling van de vragen vangt aan om 15.53 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Brecht Vermeulen.
Le développement des questions commence à 15 h 53. La réunion est présidée par M. Brecht Vermeulen.
- Mme Véronique Waterschoot au premier ministre sur "le double discours de la Belgique concernant l'enfermement d'enfants en centres fermés" (n° 28274)
- M. Wouter De Vriendt à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "l'expulsion et la détention d'une famille arménienne" (n° 28471)
- Mme Nahima Lanjri à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "la situation de la famille arménienne du centre fermé familial de Steenokkerzeel" (n° 28552)
- Mme Julie Fernandez Fernandez à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "l'enfermement de familles avec enfants mineurs au centre fermé de Steenokkerzeel" (n° 28558)
- Mme Julie Fernandez Fernandez à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "les recommandations du Comité des Nations Unies pour la protection des droits de l'enfant" (n° 28730)
- Mme Sarah Smeyers à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "la famille arménienne Khmoyan de Borgerhout" (n° 28852)
- Mme Gwenaëlle Grovonius au premier ministre sur "la détention des enfants mineurs dans un cadre migratoire" (n° 28943)
- mevrouw Véronique Waterschoot aan de eerste minister over "het dubbele discours van België met betrekking tot het opsluiten van kinderen in gesloten centra" (nr. 28274)
- de heer Wouter De Vriendt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "de uitwijzing en opsluiting van een Armeens gezin" (nr. 28471)
- mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "de situatie van het Armeense gezin in het gesloten gezinscentrum van Steenokkerzeel" (nr. 28552)
- mevrouw Julie Fernandez Fernandez aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "de opsluiting van gezinnen met minderjarige kinderen in het gesloten centrum te Steenokkerzeel" (nr. 28558)
- mevrouw Julie Fernandez Fernandez aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "de aanbevelingen van het VN-comité voor de bescherming van de rechten van het kind" (nr. 28730)
- mevrouw Sarah Smeyers aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "het Armeense gezin Khmoyan uit Borgerhout" (nr. 28852)
- mevrouw Gwenaëlle Grovonius aan de eerste minister over "de opsluiting van minderjarige kinderen in een migratiecontext" (nr. 28943)
01.01 Véronique Waterschoot (Ecolo-Groen): Madame la ministre, ma question a été déposée il y a deux mois à l'attention du premier ministre, qui n'a pas souhaité me répondre.
Le 5 juin 2018, Dunja Mijatovic, commissaire aux droits de l'homme du Conseil de l'Europe adressait un courrier au secrétaire d'État à l'Asile et à la Migration de l'époque, demandant expressément à la Belgique de renoncer à la détention d'enfants en centres fermés. Selon la Commissaire, "les enfants ne devraient jamais être détenus en raison de leur statut migratoire ou de celui de leurs parents". De nombreuses études ont par ailleurs démontré les dommages graves qu'un tel enfermement peut causer aux enfants. La Belgique a par ailleurs été condamnée à plusieurs reprises par la Cour européenne des droits de l'homme à ce sujet.
Nous savons que Didier Reynders, ministre des Affaires étrangères, a présenté sa candidature au poste de secrétaire général du Conseil de l'Europe, la principale instance européenne en matière de droits humains. Ce 10 janvier, sept ONG belges (la Ligue des Droits Humains, la Plateforme Citoyenne de Soutien aux Réfugiés, Amnesty International Belgique francophone, Amnesty International Vlaanderen, le CIRE, le CNCD-11.11.11 et Médecins du Monde) ont adressé un courrier au premier ministre invitant la Belgique à la cohérence. Il leur semble en effet – et je les rejoins – que la Belgique ne peut pas à la fois défendre la candidature de M. Reynders et ne pas suivre les recommandations qui émanent de l'instance qu'il entend diriger.
Elles demandent "un engagement solennel du gouvernement à mettre fin à la détention des enfants en centres fermés et à revenir à l'utilisation d'unités familiales ouvertes, comme c'était le cas entre 2008 et 2018", avant que votre gouvernement ne relance cette pratique contrevenant gravement aux droits fondamentaux. À défaut, ces ONG entendent écrire aux États composant le Comité des ministres du Conseil de l'Europe afin de dénoncer le double discours de la Belgique. Les signataires de ce courrier sont loin d'êtres seuls à revendiquer la fin de cette pratique, si l'on considère les 329 organisations belges soutenant la campagne intitulée "On n'enferme pas un enfant. Point."
Madame la ministre, entendez-vous répondre favorablement à la demande de cohérence adressée à la Belgique et engager le gouvernement à mettre fin à la détention d'enfants, afin de placer la Belgique "du bon côté de l'Histoire"?
01.02 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, mijn vraag betreft het Armeense gezin Khmoyan uit Borgerhout, dat sinds 2009 in België verblijft en dat het land dreigde te worden uitgezet en werd opgesloten.
Het gezin met twee dochters van acht en twee werd op 8 januari 2019 opgepakt. Ondertussen is er veel gebeurd. Het werd naar een open terugkeercentrum gebracht en ik veronderstel dat het daar nog verblijft.
Naar verluidt is het gezin prima geïntegreerd in ons land. Een terugkeer naar Armenië zou voor het gezin en de vrienden en kennissen ervan in Borgerhout evident een drama betekenen. De school en de buurt vragen om het gezin niet uit te wijzen. Ook het districtscollege van Borgerhout sluit zich aan bij de vraag; de Kinderrechtencommissaris sprak zich eveneens al uit tegen de uitzetting.
Mevrouw de minister, in het volle besef dat dit niet de plaats is om een individueel dossier in detail te bespreken, vragen wij, ten eerste, of u commentaar kunt geven, zowel bij de beslissing tot uitwijzing als bij de opsluiting. In hoeverre zijn beide in een dergelijk geval verdedigbaar?
Ten tweede, hoe verliep het oppakken van het gezin? Op welk uur werd het gezin opgepakt? Het is logisch dat een zo menselijk mogelijke aanpak steeds voorop moet staan. Was dat het geval?
Ten derde, het opsluiten van kinderen is voor de fractie Ecolo-Groen ontoelaatbaar. De negatieve impact op kinderen moet altijd doorwegen en daarom is opsluiting nooit gerechtvaardigd.
Werden alle alternatieven voor detentie onderzocht en reeds toegepast? Was er geen enkele andere mogelijkheid dan die kinderen met hun ouders op te sluiten?
01.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, ik diende mijn vraag al een paar maanden geleden in en ze is dus deels achterhaald.
Het betreffende Armeens gezin werd een aantal weken opgesloten in het gesloten centrum, in de woonunits voor gezinnen met kinderen. De vasthouding in dat centrum werd verlengd, omdat het gezin beroep had aangetekend tegen de uitwijzing.
Mevrouw de minister, welke stappen heeft DVZ ondernomen
in het uitwijzingsproces, dus vanaf de negatieve beslissing tot nu?
Werd een vertrouwenspersoon aangesteld voor de begeleiding bij het
uitwijzingsproces? Ik heb in de media gelezen dat er blijkbaar ook een en ander
is misgelopen bij de uitwijzing: het gezin zou bepaalde brieven niet hebben
ontvangen. Klopt dat?
Hoeveel pogingen tot repatriëring werden reeds ondernomen met minder
dwingende maatregelen? Werd bijvoorbeeld de vrijwillige terugkeer of de
terugkeer uit een open terugkeerwoning ondersteund?
De termijn van vasthouding van het gezin werd met twee weken verlengd.
Werd een evaluatie van de situatie van de minderjarigen gedaan na afloop van de
twee weken vasthouding? Wat waren hiervan de bevindingen? Was het geen probleem
om de vasthouding te verlengen?
Intussen zijn wij een paar maanden later. Wat is de stand van zaken
vandaag in het dossier? Zijn er elementen in het dossier die een regularisatie
mogelijk zouden maken?
01.04 Julie Fernandez Fernandez (PS): Monsieur le président, j'ai fusionné mes deux questions afin de gagner du temps.
Madame la ministre, le gouvernement Michel a mis en place une aile pour familles avec enfants mineurs au sein du centre fermé 127bis. Cette mesure doit être considérée comme un dernier recours et se limiter à une durée maximale de deux semaines, renouvelable à titre unique.
Vous avez
récemment déclaré que, dans la poursuite de la politique migratoire de notre
pays, votre prédécesseur avait perdu de vue le caractère humain de cette
politique. En 2012, vous déclariez également que vous étiez satisfaite des
résultats affichés par les maisons de retour et que cette option était
préférable à l’enfermement de mineurs en centre fermé, même si vous constatiez
que lesdits résultats pouvaient être améliorés.
En février
dernier, le Comité des Nations Unies pour la protection des droits de l'enfant
a également adressé plusieurs recommandations à la Belgique, ainsi que l'a
rappelé ma collègue. Si l'on en croit la presse, parmi ces recommandations
figure l'appel à mettre un terme à l'enfermement d'enfants mineurs dans un
cadre migratoire. Cette recommandation aurait été suivie si la majorité
sortante n'avait pas rejeté la proposition de loi déposée par le groupe
socialiste à cet égard.
Ce n’est
malheureusement pas ce qui se passe puisque, le mardi
11 décembre 2018, une famille ukrainienne et ses trois enfants ont
été détenus dans cette aile pour familles, de même qu’une famille arménienne.
La presse relayait à l'époque des nouvelles alarmantes quant à l’état de santé
mentale d’une des enfants de cette famille du fait de l’internement.
Cela m'amène
aux questions suivantes: comptez-vous poursuivre la politique de
M. Francken en maintenant les possibilités d’enfermement d’enfants?
Entendez-vous au contraire mettre un terme au scandale que représente
l’enfermement de mineurs (qui, rappelons-le, n'ont commis aucun crime) et
chercher activement d’autres moyens de poursuivre vos objectifs?
Si vous
considérez cette mesure comme un dernier recours, quelles sont les alternatives
que vous entendez construire avant d’y avoir recours? Le cas échéant, quels
seront les éléments justifiant à vos yeux d’y recourir?
Dans cette optique, quels moyens entendez-vous mettre sur la table pour promouvoir effectivement les mesures alternatives et en améliorer les résultats, plus particulièrement en ce qui concerne les maisons de retour, qu'il s'agisse des infrastructures ou de l’encadrement?
Des familles sont-elles actuellement enfermées dans cette aile familiale? Dans l'affirmative, pour quelles raisons? Confirmez-vous le fait que le Comité des Nations Unies a bien envoyé des recommandations à la Belgique concernant la protection des droits de l'enfant? Pouvez-vous nous communiquer ce document? Contient-il un appel à mettre un terme clair à l'enfermement des mineurs en situation migratoire? Dans l'affirmative, comment entendez-vous mettre en œuvre cette recommandation?
01.05 Sarah Smeyers (N-VA): Mevrouw de minister, het Armeense gezin Khmoyan uit Borgerhout wacht al verschillende weken op repatriëring, nadat de aanvraag tot regularisatie werd geweigerd. Eerst verbleef het gezin vier weken in het gesloten gezinscentrum van Steenokkerzeel. Nadien werd het naar een open terugkeerwoning gebracht. De repatriëringsvlucht, die begin februari was gepland, werd geannuleerd.
Twee artsen spraken zich uit over de toestand van het oudste achtjarige dochtertje van het gezin. De kinderpsychiater stelde dat het meisje ernstige mentale gevolgen van de opsluiting ondervond. De arts van DVZ had daarover een ander oordeel. Op basis van het verslag van de kinderpsychiater werd het gezin een open terugkeerwoning toegewezen.
Ik trek de expertise van de artsen niet in twijfel, maar de tweespalt tussen de twee diagnoses zorgde wel voor een doorbraak in het voordeel van het gezin. Dat kan een precedent zijn.
Mevrouw de minister, waarom werd er geen derde arts bij betrokken? Wat is de actuele stand van zaken in het dossier? Wat zijn de volgende stappen? Hoe vordert de terugkeer vanuit de open terugkeerwoning?
Als een eerste asielprocedure jaren aansleept vooraleer een uitspraak volgt, kan men spreken over een te lange redelijke termijn. Een aanvrager of gezin kan dan niet anders dan in afwachting hier een leven opbouwen. Anders is het wanneer een persoon of een gezin procedure na procedure opstart en de bevelen om het grondgebied te verlaten, systematisch naast zich neerlegt. Kan men bij het gezin spreken van een overschreden redelijke termijn?
Wat is de historiek van het dossier van het gezin Khmoyan? U mag daarover waarschijnlijk geen details geven. Wat zult u doen om te vermijden dat andere gezinnen in de gesloten woonunits extra tijdwinnende procedures opstarten? Wat dus, als de kwestie een precedent wordt?
De voorzitter: Vraag nr. 28943 van mevrouw Grovonius is ingetrokken.
01.06 Minister Maggie De Block: Dank u voor uw vragen. Ik zal de antwoorden enigszins groeperen, omdat veel leden dezelfde vragen hebben gesteld.
Madame Waterschoot, vous savez que, lorsqu'un séjour n'est pas accordé et que les alternatives à l'éloignement sans maintien ont été épuisées et que les intéressés s'acharnent à contourner l'ordre de quitter le territoire, il importe de trouver une solution pour rapatrier ces familles dans des conditions humaines.
En 2009, il avait été décidé que cela pourrait se faire en recourant à des logements familiaux construits dans une enceinte fermée et adaptés aux besoins des enfants mineurs. Cette mesure nécessitait un cadre légal spécifique, mais il fallait aussi et surtout que l'infrastructure prévue dans un environnement fermé réponde aux conditions imposées par la Cour européenne des droits de l'homme et soit adaptée aux besoins des enfants.
Verschillende leden hebben details uit het dossier van de betrokken familie gevraagd, onder andere de heer De Vriendt en mevrouw Smeyers. Ik heb nooit verklaringen uit dossiers betreffende psychiatrische verslagen en procedures van individuele families gegeven en ik zal mij daaraan houden. Wel verduidelijk ik graag de vigerende procedures inzake de terugkeer van gezinnen in onregelmatig verblijf.
Mijnheer De Vriendt, het spreekt voor zich dat de detentie en de gedwongen terugkeer van personen en gezinnen die geen recht hebben op een verblijf in ons land, de laatste en noodzakelijkste schakels zijn in het door de overheid gehanteerde cascadesysteem. Als tot die beslissingen en maatregelen wordt overgegaan, dan betekent dat per definitie dat alle overige alternatieven niet geslaagd zijn. Het betreft dan gezinnen die ofwel niet ingegaan zijn op een aanbod van vrijwillige terugkeer, met eigen middelen of via een open opvangstructuur en in sommige gevallen zelfs vanuit de eigen private woning, ofwel meerdere bevelen om het grondgebied te verlaten, genegeerd hebben en/of telkens een nieuwe procedure starten.
De uitvoering van een gedwongen terugkeer omvat heel wat te doorlopen etappes. Daarbij wordt tegelijkertijd sterk ingezet op een correcte informatieverstrekking en een goede begeleiding of omkadering van het gezin in kwestie. In het geval dat het onmogelijk wordt om terug te keren vanuit een open terugkeerunit, bijvoorbeeld omdat een illegaal gezin vertrekt en onderduikt, en alternatieven onmogelijk en zonder resultaat blijken, is een terugkeer vanuit een gezinswoning in een gesloten omgeving het enige alternatief.
Zoals mevrouw Fernandez Fernandez vroeg u ook naar mogelijke alternatieven. De alternatieven voor detentie worden steeds onderzocht en aangeboden, maar in bepaalde gevallen rest er geen andere optie dan over te gaan tot een vorm van detentie, zij het onder duidelijke voorwaarden betreffende het aanpassen van de omgeving aan de noden van gezinnen met minderjarige kinderen.
Mevrouw Lanjri, ik herhaal dat ik niet inga op details uit individuele dossiers. Ik kan u alleen meegeven dat er inderdaad meerdere bevelen werden afgeleverd om het grondgebied te verlaten, gespreid over verschillende jaren. Er wordt steeds een gedegen evaluatie van de situatie gemaakt, nog voor de afloop van de eerste twee weken.
Madame Fernandez Fernandez, ainsi qu'en réponse à Mme Grovonius qui est absente, comme je l'ai déjà expliqué en début de réponse, il importe de trouver une solution pour rapatrier ces familles dans des conditions humaines. En 2009, il avait déjà été décidé que cela pourrait se faire en recourant à des logements familiaux construits dans une enceinte fermée, adaptée aux besoins des mineurs. J'aimerais souligner que votre parti faisait partie du gouvernement à l'époque.
La politique d'éloignement est poursuivie par le gouvernement, c'est-à-dire un éloignement volontaire si possible et forcé si nécessaire.
En ce qui concerne votre question sur les moyens que je peux mettre sur la table pour développer effectivement des mesures alternatives, je peux vous répondre que je suis toujours ouverte aux suggestions constructives et réalistes qui se traduisent par un retour. Mais cela doit être un retour. Cela ne peut pas être une alternative qui permet aux gens de rester encore des années ici et que l'histoire se répète.
En ce qui concerne votre question de savoir si, à l'heure actuelle, des familles sont détenues, je peux vous communiquer qu'aucune famille ne réside en ce moment dans les habitations individuelles sur le site du 127bis.
En ce qui concerne les différentes questions concernant les recommandations des Nations Unies, je vous confirme que je connais le rapport, qui est public. Ce dernier demande, en effet, de mettre fin à l'enfermement des enfants. Dans ce cadre, je rappelle encore une fois ce que j'ai déjà expliqué en détail, à savoir que cette solution est uniquement mise en œuvre lorsqu'il n'y a pas d'autre option. La législation belge qui prévoit cette possibilité est conforme à la législation européenne en la matière.
Il faut aussi savoir que M. Bossuyt, dans son grand rapport sur le retour, a mentionné qu'il peut parfois être nécessaire, à court terme, de mettre des enfants dans des centres fermés. Il a bien soupesé tous les éléments en jeu.
Hij heeft alles goed afgewogen. Dat staat uitdrukkelijk in het rapport-Bossuyt.
Mevrouw Smeyers, u geeft veel details over psychiatrische adviezen. U zult begrijpen dat ik het beroepsgeheim hoog in het vaandel draag en zeker niet zal citeren uit het dossier.
Uw eerste twee vragen betroffen meer informatie uit het individuele dossier, ook van het kind. Zoals steeds en om een opzettelijk vertraagde procedure te vermijden, wordt er na afloop van de opschortende procedure zo snel mogelijk overgegaan tot het organiseren van de terugkeer. Dat werkt op zich ontradend. Om dit probleem echter fundamenteel te verhelpen, is ook nog nieuwe wetgeving hieromtrent nodig. Helaas kunnen wij daar niet voor zorgen, omdat de regering in lopende zaken is, maar volgens mij kan eraan gesleuteld worden.
Zelfs als de mensen in het gesloten gezinscentrum belanden, bestaat nog altijd de mogelijkheid voor een vrijwillige terugkeer. Daarvoor krijgt men bijstand van de IOM of andere organisaties. Wij blijven dat dus aanbieden, ook wanneer zij zich al in het gesloten gezinscentrum bevinden. Er is in zeldzame keren op ingegaan, maar toch, zoveel te beter als zij erop ingaan.
Andere gezinnen laten zich inspireren door een advocaat die bereid is om nogmaals een procedurekwestie aan te kaarten of, zoals nu, een nieuwe aanvraag in te dienen, maar dan op naam van een kind. Om dat te vermijden, zal er aan de wetgeving moeten worden gesleuteld. Dat geeft inspiratie voor de volgende maanden.
01.07 Véronique Waterschoot (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse.
Donc, vous ne mettrez pas fin à l'enfermement des enfants! Vous vous référez au rapport Bossuyt qui évoque cette possibilité, mais n'écoutez pas les condamnations de la Cour européenne des droits de l'homme.
Il y a donc bien un double discours: briguer un mandat dans l'instance européenne la plus haute en matière de défense des droits de l'homme et ne pas respecter ses recommandations. Vous allez, par ailleurs, à l'encontre des engagements multilatéraux de la Belgique.
Je ne partage aucunement votre point de vue, lorsque vous parlez de "condition humaine" en évoquant l'enfermement des enfants.
In fine, les 7 ONG et 329 associations belges apprécieront, ainsi que les enfants.
01.08 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, in dit soort gevallen moet men natuurlijk telkens afwegen of een gezin met kinderen al dan niet het recht kan krijgen om hier te verblijven. Daarvoor moet men dan eigenlijk het volledig dossier kennen, maar wij hebben geen inzage in dat dossier. Als het gaat over een 9bis-aanvraag, dan is dat eigenlijk te uwer beoordeling. Niettemin zijn er elementen die de moeite waard zijn om voor te leggen aan het Parlement.
De procedure heeft in het verleden anderhalf jaar geduurd, wat eigenlijk te lang is. Tegenwoordig zijn de termijnen gelukkig veel korter. Er zou bovendien sprake zijn van te weinig begeleiding in de voorgaande etappes, vóór de opsluiting van het gezin in een family unit. U hebt een opsomming van die etappes gegeven. Er zou sprake zijn van te weinig begeleiding, te weinig echte coaching, waardoor bijvoorbeeld de vrijwillige terugkeer een optie had kunnen zijn.
Het systeem van de opsluiting heeft eigenlijk ook gefaald. Het is niet normaal dat een gezin met kinderen vier weken lang opgesloten zit. Ik ga er zelfs van uit dat u het daarmee eens bent. Opsluiting van kinderen gebeurt zeer kort vóór de terugkeervlucht. Hier is dat mislukt. U kunt dat natuurlijk wijten aan allerhande procedures, maar een procedure waarbij het mogelijk is dat een kind vier weken lang opgesloten blijft, is geen goede procedure. Dat moet veranderd worden. De opsluiting van kinderen moet stoppen. Vier weken is te lang, de psychische schade is veel te groot.
Het is ook belangrijk dat er in het gesloten centrum zelf voldoende begeleiding is voor gezinnen met kinderen die opgesloten zitten. Dat wil ik zeker benadrukken. Probeer er toch voor te zorgen dat dit zeer goed verloopt, mocht er zich in de komende maanden nog zo'n geval voordoen.
Ik heb u ook enkele vragen gesteld in verband met de arrestatie van het gezin. Getuigen spraken over een tiental agenten in de woonkamer van dat gezin, ’s ochtends vroeg. Dat kan eigenlijk niet. Zulke situaties, verre van ideaal, moet men vermijden. Het gaat weliswaar om een individueel geval, maar een parlementaire vraag over een dergelijke wijze van arresteren vind ik wel gewettigd. De arrestaties van gezinnen met kinderen moeten op een andere manier verlopen.
Tot slot sluit ik mij aan bij wat mevrouw Waterschoot zei: kinderen sluit men niet op, dat is een rode lijn die niet mag worden overschreden. Er kan met alternatieven gewerkt worden, ook al betekent dat soms, in het slechtste geval, dat een gezin met kinderen niet kan worden teruggestuurd. Maar zelfs dat mag geen reden zijn om die maatregel in te stellen. Enkele andere Europese landen sluiten kinderen met hun ouders overigens zeer bewust niet op. Ons land neemt daaromtrent helaas een andere positie in.
01.09 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, ik wil de zaak ook enigszins opentrekken.
De mondelinge vragen werden naar aanleiding van een welbepaald gezin ingediend, maar in het regeerakkoord en ook in de praktijk moeten wij naar mijn mening streven naar vrijwillige terugkeer als het kan — daarop moet maximaal worden ingezet — en gedwongen terugkeer als het moet. Zeker als er kinderen bij betrokken zijn, maar ook voor andere mensen, moet de gedwongen terugkeer de allerlaatste stap zijn, vooral ook als er bij een gedwongen terugkeer een opsluiting aan te pas komt.
Van groot belang is dat er meer wordt ingezet op een vrijwillige terugkeer met een goede begeleiding. Het volstaat niet dat er een bevel wordt uitgereikt om het land te verlaten. Immers, als betrokkenen niet worden begeleid en opgevolgd, dan blijven zij hoop koesteren en blijven zij in ons land. Het gezin waarvan sprake bleek een aantal van dergelijke bevelen gekregen te hebben, maar daaraan niet te hebben toegegeven, waardoor het uiteindelijk in een gesloten centrum is beland.
Maar, nogmaals, gesloten family units moeten de allerlaatste optie zijn en ze zijn slechts voor een zeer beperkte periode bedoeld, volgens ons maar een paar dagen, net vóór het vertrek. Er werd binnen de regering afgesproken dat het liefst slechts voor een paar dagen kan gebeuren en maximaal voor twee weken, en dat het in sommige gevallen zou kunnen worden verlengd met twee weken. Het mag echter geen systeem worden om die periode van vier weken telkens uit te putten. Dat zulks wel al gebeurde, wijst erop dat er iets mis is. Gesloten family units moet men beperken voor gezinnen die zo goed als meteen het vliegtuig op kunnen met het oog op terugkeer, en die misschien nog 24 of 72 uur in dat centrum moeten worden opgevangen. Het kan echter niet de bedoeling zijn die mensen daar vier weken te houden en dan vrij te laten.
Het ware trouwens beter geweest het gezin waarvan sprake vroeger vrij te laten en dan te werken aan een terugkeer of te zoeken naar een alternatief. Vandaar mijn vraag of er elementen zijn in het dossier die een eventuele regularisatie rechtvaardigen. Uiteraard moet u mij geen details geven uit het dossier. Als er elementen zijn, zoals te lang moeten wachten op een beslissing, een gebrek aan begeleiding of de medische toestand van de kinderen, hoop ik evenwel dat daarmee op een humane manier wordt omgegaan.
Regularisaties zijn mogelijk en kunnen geval per geval worden beoordeeld. Het is aan u om erover te oordelen. Het Parlement kan dat niet doen en wij zullen dat ook niet doen. U hebt die verantwoordelijkheid en het komt u toe om te oordelen. Ik hoop dat u die verantwoordelijkheid aan de dag legt wanneer dat nodig is en dat u juist handelt.
01.10 Julie Fernandez Fernandez (PS): Je remercie la ministre pour ses réponses, même si je regrette de ne pas avoir entendu de sa bouche qu'il était inacceptable d'enfermer un enfant. La possibilité d'enfermer des enfants était effectivement prévue depuis 2009, mais aucun enfant n'avait été enfermé jusqu'à la législature du gouvernement Michel. Là réside donc toute la différence entre la volonté politique d'enfermer ou non des enfants. On comprend que cette volonté n'était pas du tout la même sous le gouvernement Di Rupo et sous celui de Charles Michel.
Même si je me réjouis qu'aucune famille ne soit enfermée aujourd'hui, on pourrait, dans un souci de bonne gestion, se poser la question de savoir ce que fait le personnel qui a été engagé pour encadrer ces familles, alors qu'il n'y a personne et quelle est l'affectation de tous les moyens engagés en termes d'infrastructure.
Je pense qu'il aurait été beaucoup plus utile de réinvestir cet argent dans les maisons de retour et je suis d'accord avec vous sur le fait qu'il s'agit bien de retour, comme leur nom l'indique. Lors des auditions qui se sont tenues ici, on nous a clairement dit que ces maisons de retour étaient sous-financées. Il aurait donc mieux valu réorienter les moyens d'une gestion inhumaine de la situation vers ces maisons de retour qui sont, elles, adaptées aux mineurs et aux enfants, et qui ont fait leurs preuves.
J'espère que les rapports des auditions qui se sont tenues ici ne sont pas passés à la trappe avec les listes des auditions de M. Francken. En effet, ces rapports montrent clairement que les expériences menées avec des maisons de retour en Bulgarie, en Pologne ou à Chypre (autrement dit des pays qui accueillent les réfugiés à bras ouverts) sont concluantes et beaucoup moins traumatisantes - pour autant qu'un enfant réfugié ne soit pas déjà traumatisé - que l'enfermement qui est aujourd'hui soutenu par ce gouvernement, car je ne vous ai pas entendu dire que vous alliez l'interdire.
01.11 Sarah Smeyers (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Doordat bijna alle fracties vragen hebben gesteld, kan de tegenstelling niet groter zijn. U hebt in zeer algemene termen geantwoord en dit algemene antwoord verschilt niet van wat ik wilde horen, namelijk dat u ferm blijft en benadrukt dat de betrokkenen moeten terugkeren. Ik hoor toch ook wel het ongenoegen in uw antwoord over het feit dat procedure na procedure wordt opgestart en dat er nu een nieuwe asielaanvraag is ingediend op naam van een van de kinderen. U zegt zelf dat er nog wat moet worden gesleuteld aan de procedures of toch zeker aan de mogelijkheid om de procedures eindeloos te cumuleren.
U citeert ook uit het rapport van Marc Bossuyt, waarin staat te lezen dat het opsluiten van gezinnen in bepaalde omstandigheden wel moet kunnen. Ik meen dat wij het er op zijn minst over eens zijn dat de opsluiting zo kort mogelijk moet zijn. Dat spreekt voor zich.
Mevrouw Lanjri herhaalt dat er nog meer voor moet worden gezorgd dat gedwongen terugkeer de allerlaatste stap is. Ik weet niet hoe wij dat nog kunnen versterken. Volgens mij is gedwongen terugkeer nu al de allerlaatste stap en wordt er heel wat in het werk gesteld om de mogelijkheid te bieden tot vrijwillige terugkeer.
U hebt niet specifiek geantwoord en ik vroeg ook niet naar specifieke details over het gezin zelf. Ik vraag mij wel af, los van de specifieke psychiatrische situatie – daar ken ik zelf te weinig van – waarom geen derde arts kan worden geraadpleegd als blijkt dat twee artsen een andere kijk hebben op de situatie.
Of het gezin überhaupt nog in een open terugkeerwoning zit, zullen wij ongetwijfeld vernemen op het moment dat zij effectief terugkeren. Ik vrees ervoor.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag nr. 28327 van mevrouw Matz wordt omgezet in een schriftelijke vraag.
02 Question de Mme Véronique Waterschoot au premier ministre sur "la compétence du Comité des droits de l'enfant de l'ONU" (n° 28456)
02 Vraag van mevrouw Véronique Waterschoot aan de eerste minister over "de bevoegdheid van het VN-Kinderrechtencomité" (nr. 28456)
02.01 Véronique Waterschoot (Ecolo-Groen): Monsieur le président, c'est encore une question qui était adressée au premier ministre. Je m'étonne qu'il n'ait pas souhaité me fournir une réponse, étant donné que ma question concerne un avis de sa Chancellerie mais je pense que Mme De Block pourra y répondre.
Madame la ministre, cette question traite d'un sujet connexe à celui que l'on vient d'aborder largement, avec un angle plus spécifique.
Le 23 octobre dernier, mon collègue, Benoit Hellings, interrogeait le premier ministre à propos d'une ordonnance faite par le Comité des droits de l'enfant des Nations Unies à l'État belge. Il s'agissait de libérer une famille serbe détenue au centre 127bis au-delà de la limite maximale de 28 jours fixée par l'arrêté royal instituant cette unité pour familles.
Ceci était une demande de mesure urgente et provisoire s'avérant nécessaire "dans des circonstances exceptionnelles pour éviter qu'un préjudice irréparable ne soit causé à la victime ou aux victimes des violations alléguées". Cette ordonnance n'avait pas été suivie par la Belgique.
Dans sa réponse, le premier ministre faisait part de deux interprétations contradictoires concernant le caractère contraignant des décisions du Comité: d'une part, l'interprétation de l'Office des Étrangers et du ministre de l'Asile et de la Migration de l'époque qui considérait la décision comme étant non contraignante et, d'autre part, l'interprétation du ministère des Affaires étrangères selon laquelle les décisions du Comité étaient contraignantes, la Belgique ayant ratifié la Convention relative aux droits de l'enfant de 1989 et ses trois protocoles. Le premier ministre s'était alors engagé à demander un avis au service juridique de la Chancellerie permettant d'éclaircir la situation.
Madame la ministre, le service juridique de la Chancellerie a-t-il rendu son avis? Quel est-il? Pouvons-nous en disposer? Pouvons-nous à présent, et sans la moindre hésitation ou le moindre doute, considérer que le Comité, dans un cas d'espèce similaire, est compétent et ses décisions contraignantes? Le cas échéant, vous engagez-vous à ce que la Belgique exécute les décisions du Comité dans des situations similaires?
02.02 Maggie De Block, ministre: Monsieur le président, madame Waterschoot, le service juridique de la Chancellerie a effectivement formulé un avis dans lequel il est indiqué que le Comité est bel et bien compétent. D'un point de vue juridique, les décisions du Comité ne sont pas contraignantes mais sont considérées dans la littérature et dans la pratique comme juridiquement soft law. Elles peuvent être considérées comme des recommandations pour le gouvernement.
Pour chaque intervention du Comité des droits de l'enfant des Nations Unies, chaque dossier doit toujours être examiné et évalué au cas par cas.
02.03 Véronique Waterschoot (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour cette réponse très concise.
J'entends qu'il s'agit de soft law. Cela m'étonne un petit peu. Le caractère non contraignant me surprend également. À quoi bon signer des instruments multilatéraux si c'est pour ne pas respecter les recommandations et ordonnances qui en découlent? Pour la Belgique qui se prétend favorable au multilatéralisme, c'est difficilement compréhensible. Je pense que cela ne peut que contribuer à miner notre crédibilité sur la scène internationale. Je le déplore d'autant que cela touche ici les plus fragiles d'entre nous. Quel monde la Belgique entend-elle offrir à ces enfants et aux enfants qui ont le malheur de séjourner ou de passer dans notre pays?
Enfin, pourrions-nous disposer de cet avis, madame la ministre?
02.04 Maggie De Block, ministre: Il a été publié mais je peux aussi vous le transmettre. C'est la réponse que nous avons reçue de la Chancellerie.
02.05 Véronique Waterschoot (Ecolo-Groen): Je parle de l'avis juridique.
02.06 Maggie De Block, ministre: Je n'en dispose pas ici. Il faut le leur demander. Je ne suis pas le facteur de la Chancellerie.
02.07 Véronique Waterschoot (Ecolo-Groen): C'est la raison pour laquelle j'avais adressé ma question au premier ministre.
02.08
Minister
Maggie De Block: Er is openbaarheid van bestuur maar dat moet dan wel aan de
adviseur gevraagd worden en niet aan mij. Ik ben niet de postbode van de hele
regering.
02.09 Véronique Waterschoot (Ecolo-Groen): Nous demanderons donc "au facteur" que vous désignez.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag nr. 28557 van mevrouw Fernandez Fernandez wordt omgezet in een schriftelijke vraag.
- mevrouw Sarah Smeyers aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "de repatriëring van kinderen van Syriëstrijders" (nr. 28586)
- mevrouw Julie Fernandez Fernandez aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "de repatriëring van kinderen van Syriëstrijders" (nr. 28865)
- Mme Sarah Smeyers à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "le rapatriement des enfants de combattants partis en Syrie" (n° 28586)
- Mme Julie Fernandez Fernandez à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "le rapatriement des enfants de combattants partis en Syrie" (n° 28865)
03.01 Sarah Smeyers (N-VA): Mevrouw de minister, mijn vraag dateert van 1 februari, dus ik denk dat de situatie al enigszins gewijzigd is. Ik probeer mee te zijn, maar als ik fout ben, corrigeert u mij maar.
Op
22 januari reikte de federale regering reisdocumenten uit voor twee
kinderen van een Syriëstrijder die in Turkije tot tien jaar gevangenisstraf is
veroordeeld. U besliste een humanitair visum uit te reiken na een uitspraak
door een rechter in kort geding op 19 december 2018, die de Belgische
Staat daartoe verplichtte. De regering tekende evenwel beroep aan, op grond van
een niet-correcte motivering van de uitspraak in eerste aanleg.
Een andere
uitspraak in kort geding van 26 december 2018 verplicht de Belgische
Staat om al het nodige en mogelijke te doen om zes andere kinderen en hun
moeders vanuit een Koerdisch vluchtelingenkamp naar België te halen.
Mevrouw de
minister, ik heb hierover de volgende vragen.
Wat de
uitspraak in kort geding van 26 december 2018 betreft, gaf u aan zich te
verzetten tegen het actief terughalen van de moeders, naar analogie van een
beslissing van de federale regering uit 2017 dat minderjarige kinderen jonger
dan tien jaar gerepatrieerd mogen worden, evenwel zonder hun ouders als die
zich actief bij een terroristische groepering hebben aangesloten, wat ik
volledig volg. Blijft u bij dat standpunt? Wat gaat u ondernemen om te
verhinderen dat de moeders toch mogen terugkeren met de hulp van de Belgische
Staat?
Ik verwijs
naar het recht van een minderjarig kind om een gezinshereniging met zijn of
haar moeder aan te vragen. Dat kan een mogelijk achterpoortje zijn, een
argument van de believers, wat wij dus niet zijn. Hoe zult u daarmee
omgaan, gezien de problematiek in verband met de moeder in deze kwestie?
Wat is de
stand van zaken in verband met de uitspraak in kort geding van
19 december 2018?
Wat is uw
standpunt in het algemeen omtrent de repatriëring van andere kinderen van
Syriëstrijders die zich nog in vluchtelingenkampen of in een oorlogszone
bevinden?
03.02 Julie Fernandez Fernandez (PS): Madame la ministre, les récentes déclarations du président des États-Unis en ce qui concerne les combattants de l'État islamique prisonniers dans les camps, au Moyen-orient, posent la question de l'éventuel rapatriement des ressortissants belges et de leurs enfants qui, par définition, n'ont pas demandé à se trouver là où ils sont.
Une partie de la compétence se trouvant entre les mains de votre collègue M. Geens, quelles instructions avez-vous données à votre administration en ce qui concerne les mineurs, accompagnés ou non?
03.03 Minister Maggie De Block: Mevrouw Smeyers, het is inderdaad zo dat ik de beslissing van de regering volg. Dit is een beslissing die werd genomen na het advies van de Nationale Veiligheidsraad door de regering in volheid van bevoegdheden en beoogt het faciliteren van de terugkeer van kinderen onder de tien jaar. In het kader van de uitvoering van dat beleid werden documenten uitgereikt.
Omdat de vrouwen die u vernoemt Belg zijn, kan ik daarover niets zeggen. Ik moet geen visum geven. Zij zijn Belg en zij kunnen altijd op eigen kracht naar ons land terugkeren. De kwestie van gezinshereniging rijst hier niet. Zij hebben toegang tot het grondgebied. De vraag was of wij hen actief zullen terughalen. Dat zullen wij niet doen.
Inzake de repatriëring van andere kinderen van Syriëstrijders die zich nog in de vluchtelingenkampen bevinden, blijf ik erbij dat het standpunt van de regering het enige juiste was.
Mijn bevoegdheid beperkt zich tot het afleveren van documenten voor kinderen waarvan de Belgische nationaliteit nog niet formeel werd gedocumenteerd. Daarvoor leveren wij een visum af. Weliswaar wordt daarvoor ook het nodige onderzoek gedaan in een diplomatieke post, zoals een DNA-swap om de verwantschap met Belgische onderdanen vast te stellen.
Madame Fernandez Fernandez, je porte à votre connaissance que l'Office des Étrangers est compétent uniquement pour les personnes qui ne possèdent pas la nationalité belge. Comme je viens de l'indiquer, je vais poursuivre la politique du gouvernement en ce qui concerne les enfants de moins de dix ans. Ma compétence dans ce domaine se limite à délivrer les documents lorsque la nationalité belge n'a pas encore été formellement documentée.
03.04 Sarah Smeyers (N-VA): Mevrouw de minister, dit is een lastig dossier.
U blijft bij de visie van 2013, dat u aan die kinderen wel een visum geeft en niet aan hun moeders omdat die in casu Belg zijn. Ik volg u wanneer u zegt dat u niet anders kan, maar ik wil toch vragen of er, gelet op de omstandigheden, niet kan worden geprobeerd een of andere regelgeving op te stellen die ook een afweging inhoudt tussen de algemene veiligheid en mogelijke risico's op extremisme versus individuele vrijheid, in casu die gezinshereniging.
Dit is een heel moeilijk dossier.
03.05 Minister Maggie De Block: Er werden twee visa afgeleverd voor kinderen van ongeveer vier jaar, dus ik meen dat het daarvoor moeilijk is om te voorspellen of zij ooit extremistische neigingen zullen vertonen.
Er is wel een beoordeling geweest of die kinderen naar de oma mochten gaan. De oma heeft ingestemd met een begeleiding door de bijzondere jeugddienst, een begeleiding waarbij de kinderen onder verhoogde controle staan.
Gelet op hun jonge leeftijd en op het feit dat hun vader overleden is en hun moeder in de gevangenis zit, was het onverantwoord om hen alleen te laten in een vreemd land. Ik denk dat daar een goede afweging is gemaakt.
Ik zeg zeker niet dat dit een automatisme zal worden. Wij zullen telkens casus per casus alle elementen in acht nemen.
03.06 Sarah Smeyers (N-VA): Dat is inderdaad de beste houding, geen algemene regels opstellen, maar grondig afwegen.
In casu was het inderdaad nog slechter geweest om die kinderen daar alleen te laten. De kans op radicalisering zou dan nog groter zijn dan wanneer ze hier zijn. Er moet inderdaad gedurende een heel lange tijd een regelmatige en aanklampende controle gebeuren van die kinderen.
Ik hoop dat het dan lukt. U kunt dat nu zeggen, maar ze zijn nu vier jaar. Wat binnen veertien jaar?
03.07 Julie Fernandez Fernandez (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses.
Si ces enfants restent là-bas et sont radicalisés, on peut espérer qu'on ne verra pas un ministre ou un secrétaire d'État créer une filière opaque et sans contrôle de sécurité pour les faire revenir.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Monica De Coninck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "de behandelingstermijn van asielaanvragen" (nr. 28849)
04 Question de Mme Monica De Coninck à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "le délai de traitement des demandes d'asile" (n° 28849)
04.01 Monica De Coninck (sp.a): Mevrouw de minister, tijdens de bespreking van de beleidsnota Asiel en Migratie vroeg ik de toenmalige staatssecretaris naar de gemiddelde behandelingstermijn van een asielaanvraag. Als ik het antwoord toen goed noteerde, bedroeg die op dat ogenblik 361 dagen.
Graag had ik een inzicht gekregen in de evolutie van die behandelingstermijn in de voorbije twee jaar. Hoelang was de behandelingstermijn in januari 2017, juli 2017, januari 2018, juli 2018 en januari 2019? Hoe hoog schat u de kosten in van een extra maand behandelingstermijn? Ik denk dat het ongeveer 1 500 euro per asielzoeker is, als men 50 euro per dag rekent gedurende 50 dagen.
Ik zag dat het aantal personen met verzoeken in behandeling bij DVZ in februari op een laagtepunt kwam met 3 490. Dat steeg tot bijna 5 000 in juni, nog voor de grotere stijging van het aantal asielaanvragen in juli, tot 8 500 in december. Hoe verklaart u dat er een dergelijke stijging was nog vóór de grotere stijging van het aantal asielaanvragen in juli? Was er misschien een structureel probleem? Zo ja, welk?
Kunt u een overzicht geven van het personeelsbestand van DVZ vorig jaar vergeleken met nu? Werd er ook bij DVZ afgebouwd? Werd daar ondertussen iets aan gedaan? Werden er vacatures vacant verklaard? Wanneer, hoeveel en op welke termijn? Had dat niet vroeger gekund, aangezien de achterstand al langer bestond?
Zou de aanwerving van meer personeel bij DVZ uiteindelijk niet goedkoper uitkomen dan de extra kosten van de verlengde behandelingstermijn? Kunt u eveneens een overzicht geven voor het commisariaat-generaal?
04.02 Minister Maggie De Block: Mevrouw De Coninck, u hebt veel cijfers gevraagd, maar wij hebben toch in een antwoord voorzien, aangezien de legislatuur op zijn einde loopt en u anders wellicht geen kans meer hebt om op uw cijfermatige vraag een antwoord te krijgen.
Het klopt dat de behandelingstermijn bij de Dienst Vreemdelingenzaken in de voorbije twee jaar sterk gestegen is. Begin 2017 had DVZ gemiddeld een tot anderhalve maand nodig voor de overdracht van de dossiers aan het commissariaat-generaal. Begin 2018 was die termijn al opgelopen tot meer dan twee maanden en in de loop van vorig jaar is die blijven stijgen tot meer dan drie maanden. Begin 2019 piekte de gemiddelde behandelingsduur op ruim vier maanden of 132 dagen, drie maanden langer dan wat normaal het geval zou moeten zijn.
De meerkosten voor opvang in 2018 kunnen geraamd worden op 27 miljoen euro wegens de gemiddelde stijging van de behandelingsduur ten opzichte van 2017 met één maand. Bij ongewijzigd beleid zou dat in 2019 kunnen oplopen tot meer dan 100 miljoen euro, in de hypothese dat asielzoekers drie maanden langer dan nodig in de opvang zouden blijven, zoals begin 2019 het geval was.
Twee factoren kunnen de stijging van de behandelingsduur bij de Dienst Vreemdelingenzaken verklaren. Sedert 2018 is het aantal asielaanvragen gestegen. Daarnaast is het personeelsaantal dat instaat voor het afnemen van de interviews, aanzienlijk afgenomen, want begin 2018 ging het om nog meer dan dertig voltijdse equivalenten, terwijl dat nu gedaald is onder de twintig voltijdse equivalenten.
Met het huidige personeelsbestand is het niet mogelijk om de nieuwe aanvragen sneller te behandelen, noch om de achterstand in te lopen. Ik heb dan ook geld gevraagd om 37 personeelsleden extra te kunnen aanwerven. Bij de Dienst Vreemdelingenzaken bestond er nog een kleine personeelsreserve. Die mensen werden opgeroepen, maar zij moeten op hun vorig werk natuurlijk eerst hun wettelijke opzegtermijn afwerken. Die mensen zullen redelijk snel inzetbaar zijn. De overige aanwervingen moeten via Selor verlopen, dus het personeelsbestand zal trapsgewijs verhogen.
Omdat er een flessenhals is bij de DVZ, is de behandelingstermijn bij het commissariaat-generaal nu nog vrij stabiel, maar wij weten dat wij daar hetzelfde probleem zullen krijgen. Het duurt voor het commissariaat-generaal gemiddeld bijna één jaar om een asielaanvraag te behandelen. Heel wat dossiers worden binnen een korter tijdsbestek behandeld, maar de achterstand die ontstaan was door de hoge asielinstroom in 2015, trekt de gemiddelde doorlooptijd nog omhoog.
In juli 2018 heeft het commissariaat-generaal 40 tijdelijke medewerkers moeten laten gaan. Daardoor is het personeelsbestand gedaald tot onder het niveau van voor het begin van de asielcrisis in de zomer van 2015. Ook voor het commissariaat-generaal zijn er dus bijkomende middelen nodig. Ik heb geld gevraagd om 85 extra personeelsleden aan te werven, maar bij het commissariaat-generaal duurt het wel langer. Ten eerste heeft het commissariaat-generaal geen reserve en moet het direct via Selor rekruteren. Ten tweede kan de opleiding daar tot zes maanden duren. Er zullen dus trapsgewijs personeelsleden bijkomen, maar aangezien het commissariaat-generaal op een later moment de hogere aantallen dossiers te verwerken zal krijgen, zou het in orde moeten komen.
Eenmaal de nieuwe personeelsleden aangeworven en opgeleid zijn, kunnen volgens de berekeningen van het commissariaat-generaal de opvangkosten met meer dan 90 miljoen euro op jaarbasis verminderen, door snellere beslissingen en een snellere uitstroom uit het opvangnetwerk. Voorts meen ik, vanuit een menselijke benadering, dat ook voor de asielzoekers een snellere beslissing beter is. Zo weten zij sneller waar zij staan. Uit de berekeningen blijkt ook dat er voor de overheid zeker minder kosten zullen zijn.
De selecties voor externe wervingen van het commissariaat-generaal en DVZ werden onlangs gepubliceerd. De eerste medewerkers zouden normaal vanaf mei aan de slag kunnen gaan, althans bij de Dienst Vreemdelingenzaken. Bij het commissariaat-generaal zal het misschien wat later zijn. Daarnaast waren er ook oproepen bij de FOD Binnenlandse Zaken zelf. Wij geven nu namelijk ook aan geïnteresseerden de kans om via interne mutaties naar DVZ of het commissariaat-generaal over te stappen.
Ik heb nog geen bericht gekregen over de resultaten van die oproep. Het zou alleszins interessant zijn, mochten wij via dat kanaal van rekrutering nog sneller versterking kunnen bieden.
04.03 Monica De Coninck (sp.a): Mevrouw de minister, er bestond vroeger zoiets als Socialistische Vooruitziende Vrouwen. Ik ben blij dat dat nog altijd bestaat.
04.04 Minister Maggie De Block: Mijn grootmoeder is daar nog lid van geweest.
04.05 Monica De Coninck (sp.a): Dat is een slimme vrouw.
Ik ben content dat u vooruitziend bent en dat u de evolutie volgt. Mijn bedenking is alleen dat de beperking tot 50 asielaanvragen per dag niet alleen te maken had met de toeloop, maar ook met een mank lopende organisatie. Dat is misschien nooit gezegd of nooit aangetoond. Hoe dan ook, stoort het mij heel erg dat mensen zo lang op een uitspraak moeten wachten. Als men streng maar rechtvaardig wil zijn, moet men dat ook voor zichzelf zijn en moet men de mensen zo snel mogelijk uitsluitsel geven over de vraag of zij hier al dan niet mogen blijven. Als ze niet kunnen blijven, moet er absoluut worden ingezet op terugkeer.
De werkwijze is trouwens ook duur. U hebt perfect aangetoond hoeveel het kost om iemand hier een maand langer te houden. Met die middelen kan men bijna een personeelslid halftijds aanwerven. Op die manier wordt iedereen eigenlijk beter gediend.
Ik dank u voor uw antwoord.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Monica De Coninck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "de terugkeercijfers van 2018" (nr. 28850)
05 Question de Mme Monica De Coninck à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "les statistiques de rapatriements de 2018" (n° 28850)
05.01 Monica De Coninck (sp.a): Mevrouw de minister, u weet dat ook ik evidencebased politiek beoefen. Daarom vragen wij ook veel cijfers. Ook deze vraag is een cijfervraag.
Ik had graag de terugkeercijfers van 2018 vernomen, met de cijfers opgesplitst per type verwijdering, namelijk herkomstland, Dublin, bilateraal, totaal aantal repatriëringen, terugdrijvingen, vrijwillige terugkeer via DVZ, IOM en in totaal, tussenstaatoverbrengingen en algemeen totaal.
Hoe evalueert u die cijfers?
U zult opmerken dat ik veel cijfers vraag. Ik heb echter al een paar keer aangegeven dat wij vroeger van DVZ een heel uitgebreid verslag kregen, zodat alle cijfers permanent raadpleegbaar waren en konden worden gebruikt. Dat jaarverslag van DVZ is een flutdocument geworden. De dienst heeft geen tijd om er zich mee bezig te houden. Bijgevolg moeten wij u met allerlei cijfervragen lastigvallen.
05.02 Minister Maggie De Block: Mevrouw De Coninck, ik zal u de belangrijkste tendensen schetsen. Wij hebben ook een tabel die naar het secretariaat kan worden doorgestuurd. Het is echter al te gek om hier volledige tabellen op te sommen. Wij zullen ze doorsturen. Zij zullen bij het verslag worden gevoegd.
05.03 Monica De Coninck (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik hoop dat ze voor iedereen en zo snel mogelijk zullen worden doorgestuurd.
De voorzitter: De tabel zal op het extranet worden geplaatst. U krijgt het echter ook doorgestuurd.
05.04 Monica De Coninck (sp.a): Mijnheer de voorzitter, dat gebeurt dan via het secretariaat.
05.05 Minister Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, mevrouw De Coninck, ik doe dat altijd voor iedereen.
In 2018 bedroeg het totale aantal verwijderde mensen 9 392, een verschil van 1 678 personen ten opzichte van 2017. Het ging bij dat totaal om 3 980 repatriëringen tegenover 4 503 in 2017.
Er waren 2 216 terugdrijvingen tegenover 2 475 in 2017.
Ook de cijfers inzake het vrijwillig vertrek waren lager, met name 3 127 tegenover 4 033 in 2017.
In die drie domeinen was er dus een dalende tendens in 2018 ten opzichte van 2017.
Er was wel een lichte stijging van het aantal tussenstaatoverbrengingen, namelijk 69 in 2018 tegenover 59 in 2017.
Wat de factoren betreft, valt, ten eerste, de druk van de transmigranten op de gesloten centra niet te ontkennen. Het aantal plaatsen dat daarvoor wordt gereserveerd, heeft een nefast gevolg voor het efficiënte verloop van de verwijdering van personen in illegaal bedrijf. De plaatsen die door de transmigranten worden ingenomen, die moeilijk kunnen worden geïdentificeerd en moeilijk verwijderbaar zijn, kunnen niet worden ingenomen door mensen in het kader van de gedwongen terugkeer. Dat is dus echt een probleem.
De capaciteit is daarmee enorm gedaald. Het resultaat daarvan is een daling van de terugkeercijfers. Deze plaatsen worden niet meer benut om andere personen in illegaal verblijf, die misschien een grotere slaagkans zouden hebben, te verwijderen.
Ik denk dat met de Dublinwetgeving efficiëntere beslissingen zouden kunnen worden genomen. Ik hoop dat dit met het wetsvoorstel volgende week zal kunnen worden verholpen. Ik dank u voor uw steun daarvoor.
05.06 Monica De Coninck (sp.a): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Ik zal de cijfers met veel aandacht lezen.
L'incident est clos.
- mevrouw Sarah Smeyers aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "87 miljoen euro extra voor asielopvang" (nr. 28853)
- mevrouw Vanessa Matz aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "het actieplan inzake asiel" (nr. 28861)
- mevrouw Sarah Smeyers aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "de transmigratie en het actieplan" (nr. 29148)
- Mme Sarah Smeyers à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "les 87 millions d'euros supplémentaires pour l'accueil des demandeurs d'asile" (n° 28853)
- Mme Vanessa Matz à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "le plan d'action en matière d'asile" (n° 28861)
- Mme Sarah Smeyers à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "la migration de transit et le plan d'action" (n° 29148)
De voorzitter: Mevrouw Matz is niet aanwezig voor het stellen van haar vraag.
06.01 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, u zou 87 miljoen investeren in de opvang van asielzoekers om het asielprobleem opnieuw onder controle te krijgen. Deze extra investering is volgens u nodig om te voorkomen dat families op straat zouden belanden. U hebt dit gespecificeerd. Het zou gaan om 3 250 extra opvangplaatsen, naast de voorziene 1 500 bufferplaatsen. Daarnaast komt er een budget voor extra personeel om de asielaanvragen te behandelen. Dat hebt u daarnet in antwoord op een andere vraag uitgelegd.
Ik neem aan dat uw actieplan ondertussen in de Ministerraad is goedgekeurd.
U hebt extra centen nodig voor ontradingscampagnes en voor uw terugkeerbeleid. Dat begrijp ik zeker, maar hoe vindt de regering in lopende zaken plots 87 miljoen, een extra budget dat volgens mij niet in de begroting is opgenomen?
U zegt dat u opnieuw in ontradingscampagnes wil voorzien. Uw voorganger deed dat ook, maar toen u aantrad, verdwenen die campagnes. Hebt u bewust tegen die campagnes gekozen, en dan opnieuw ervoor, of hoe moeten wij dat begrijpen?
Kunt u de motivering voor de nieuwe ontradingscampagnes in detail toelichten? Zal de situatie onder controle te krijgen zijn met die 87 miljoen euro? Kunt u dat garanderen?
In dat verband heb ik een tweede vraag. De problematiek van de transmigranten wordt steeds acuter. Transmigranten zijn in ons land over het algemeen economische toeristen die weigeren asiel aan te vragen omdat zij koste wat het kost het Verenigd Koninkrijk willen bereiken.
Uw voorganger volgde deze problematiek op de voet op, samen met de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken. Zij hadden zelfs een bijkomend actieplan ontwikkeld, het negenpuntenplan, om te streven naar een oplossing voor het probleem. Hoe gaat u om met de negen punten van dat plan?
Welke acties hebt u ondernomen om het probleem van transmigratie op te lossen? Zeer concreet, hoever staat het met de opening van het gesloten transitcentrum in Jambes? Of zal dit centrum een andere bestemming krijgen?
06.02 Minister Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Smeyers, wat het extra budget voor het actieplan betreft, een regering in lopende zaken kan geen nieuw beleid voeren, maar moet wel de nodige maatregelen nemen om te voldoen aan de geldende wettelijke en internationaalrechtelijke verplichtingen. Zo heeft de overheid op grond van internationale verdragen, Europese regelgeving en nationale wetgeving de wettelijk afdwingbare verplichting om verzoeken om internationale bescherming te registreren en te behandelen. Ze moet ook opvang garanderen gedurende die behandeling.
Daarom had ik bijkomend geld nodig. Er was immers een enorme oververzadiging van het opvangnetwerk. De illegale quota die door mijn voorganger waren ingesteld, zijn terecht door de Raad van State vernietigd. Dat alleen al was voldoende grond voor de regering en de minister van Begroting om mij de goedkeuring te geven.
Tevens verhindert mijn actieplan een onnodige bijkomende besteding van overheidsmiddelen, zoals blijkt uit het antwoord op de vraag van mevrouw De Coninck. De factuur zou veel hoger oplopen als wij geen extra personeel zouden inzetten bij de Dienst Vreemdelingenzaken en het commissariaat-generaal.
Door niet te voorzien in voldoende opvang zou de Belgische overheid zich trouwens blootstellen aan juridische veroordelingen voor elke asielzoeker aan wie opvang wordt geweigerd. De factuur voor opvang zou dan alleen al stijgen door de verplichte betaling van dwangsommen en gerechtskosten. Dat heb ik ook meegemaakt toen ik in 2011 de eer en het genoegen had om op dit departement terecht te komen. Toen stonden elke morgen om 8 uur tien tot veertig gerechtsdeurwaarders aan mijn deur om hun brieven af te geven. Ik heb er dus voor gezorgd dat die dwangsommen zo snel mogelijk tot het verleden behoren. Ik had geen zin om dat opnieuw te beleven en vandaar dit actiepan.
Voorts is er nog het feit dat dwangsommen een oneigenlijk gebruik van de asielprocedure in de hand werken. Voor personen die helemaal geen kans maken op internationale bescherming vormen ze immers een attractieve factor. Hierdoor stijgt de instroom nog in plaats van dat we hem onder controle krijgen. Dat hebben wij in de jaren vóór 2011 ook meegemaakt.
In 2012 daalde de instroom van de asielzoekers vrij snel, ook na een plan van aanpak en het voorzien in voldoende opvang om een einde te maken aan de niet-toewijzingen en bijbehorende dwangsommen. Ik was ervan overtuigd dat het recept van toen ook vandaag kon worden toegepast om toch een deel van de asielproblematiek op te lossen.
Preventie- en ontradingscampagnes heb ik toen ook heel veel gelanceerd. Ze waren destijds, en ook nu, een essentieel onderdeel van mijn actieplan. Ze zijn erop gericht om de doelgroep op een juiste en objectieve manier te informeren over de asiel- en verblijfswetgeving in België en over de gevaren van mensensmokkel en illegaliteit. Het is immers geweten dat vreemdelingen die naar België willen komen vaak het slachtoffer zijn van verkeerde informatie door mensensmokkelaars en mensen die op persoonlijk geldgewin uit zijn.
Er is een verschil tussen preventie- en ontradingscampagnes en afschrikkingscampagnes die op basis van foute informatie vreemdelingen proberen te overtuigen niet naar België te komen. Het is niet de taak van onze overheid om desinformatie te bestrijden met nog meer desinformatie. Dit riskeert bovendien de geloofwaardigheid van het Belgische vreemdelingen- en asielbeleid op het spel te zetten. Het is dus mijn voornaamste taak op het vlak van preventie- en ontradingscampagnes om mijn administratie de nodige middelen en ondersteuning te geven opdat de noodzakelijke campagnes op een efficiënte en kwalitatieve manier kunnen worden gelanceerd.
Ik heb niet de taak noch de expertise om mijn administratie instructies te geven om deze of gene campagne stop te zetten. Die is trouwens stopgezet, de dag voordat ik de eerste contacten op maandag heb gehad. Ik ben aangesteld op zondag. Zondag is de campagne van het internet gehaald, niet door mij. Na klachten van heel wat ngo's heeft DVZ besloten om de campagne te stoppen. Ik heb dan ook gevraagd om de juiste inhoud te geven aan de preventie- en ontradingscampagnes en deze doelgericht in te zetten via kanalen en op plaatsen waar ze het meeste impact hebben.
Wij hebben momenteel 22 500 plaatsen. Er waren ook geen bufferplaatsen meer over.
De antwoorden op de vragen van mevrouw Matz sla ik over, want zij is niet aanwezig. De afwezigen hebben ongelijk.
Mevrouw Smeyers, het negenpuntenplan is slechts enkele maanden van kracht. Sinds september worden in twee gesloten centra samen 160 plaatsen — een derde van de plaatsen in gesloten centra — voorbehouden voor transmigranten. Hierdoor wordt een hoog vasthoudingspercentage gerealiseerd, zowel voor geplande acties inzake transmigratie als voor onvoorziene intercepties van transmigranten. Een administratief afhandelingscentrum beheerd door de federale politie werd geopend in de gebouwen van het centrum 127bis, ook in het najaar van 2018. DVZ ondersteunt en faciliteert de administratieve afhandeling die gebeurt door de federale politie. Transmigranten van wie het dossier wordt afgehandeld in het administratief afhandelingscentrum, worden, indien het administratief dossier het toelaat, vastgehouden in het gesloten centrum 127bis.
Op regelmatige basis wordt een werkoverleg georganiseerd tussen de betrokken instanties met het oog op een betere samenwerking. Daarnaast wordt er gestreefd naar een optimale benutting van de plaatsen in de gesloten centra, waarna ook een evaluatie zal gebeuren van de werking van het administratief afhandelingscentrum en van de impact ervan op het verwijderingsbeleid.
Er is geen opening van een gesloten centrum gepland in de kazerne van Jambes. Aangezien de stad Namen op korte termijn een plan heeft met die site, komt zij niet in aanmerking voor projecten die structurele investeringen vergen, zoals de inrichting van een gesloten opvangcentrum. Jambes wordt wel bevolkt als opvangcentrum, maar is slechts 18 maanden beschikbaar. Daarna krijgt de site een andere bestemming. Daarom kunnen wij geen investeringen doen, zoals in extra beveiliging, via de Regie der Gebouwen in een site die daarna een andere bestemming krijgt. Voor een open centrum moeten minder infrastructuurwerken gebeuren, dus daar kan de site wel voor gebruikt worden gedurende 18 maanden. Daarom is het centrum in Jambes geen gesloten centrum geworden.
06.03 Sarah Smeyers (N-VA): Mevrouw de minister, bedankt voor uw omstandig antwoord.
Mijn vraag over het centrum in Jambes hebt u concreet beantwoord. Jammer dat het geen gesloten centrum wordt. Waarschijnlijk zult u voor een gesloten centrum naar een andere locatie op zoek gaan.
U hebt verduidelijkt wat u met het budget zult doen en waarom de regering heeft geoordeeld dat het uittrekken ervan in lopende zaken wel verantwoord was. Het is uiteraard goed dat u extra personeel in de asielinstanties zet, want traagheid aldaar zorgt volgens mij ook voor een aanzuigeffect, waardoor u voor nog meer opvang moet zorgen dan uw huidige uitbreiding al inhoudt.
In verband met het probleem van de transmigranten wil ik suggereren om het bestaand akkoord in verband met strengere bewaking, gesloten tussen de voormalige minister van Binnenlandse Zaken, de voormalige staatssecretaris voor Asiel en Migratie en Groot-Brittannië, zeker aan te houden en uit te voeren. Ik heb er niet specifiek naar gevraagd, maar ik hoop en vraag wel dat u de afspraken die zij op het einde van hun ambtsperiode hebben gemaakt, zeker zult uitvoeren en verder zult uitwerken.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Monica De Coninck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "de opvangplaatsen voor NBMV's" (nr. 28866)
07 Question de Mme Monica De Coninck à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "les places d'accueil pour les MENA" (n° 28866)
07.01 Monica De Coninck (sp.a): Mevrouw de minister, op 30 november 2018 schreef de Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen een opiniestuk in Knack.
Daarin maakte hij duidelijk dat de overheid volgens hem verzaakt aan haar taak om kinderen en jongeren op de vlucht bescherming te bieden. Hij trok toen aan de alarmbel door aan te kaarten dat er ernstige problemen zijn bij de registratie en opvang van niet-begeleide minderjarige vluchtelingen.
Wij hebben ook vernomen dat er geen plaats meer is voor de NMBV's van Fedasil in observatie- en oriëntatiecentra. Sinds september kunnen de niet-begeleide minderjarige vluchtelingen die worden gemeld bij de dienst Voogdij niet meer worden opgevangen.
Door dit plaatsgebrek moet Fedasil geregeld plaatsmaken voor nieuw aangemelde kinderen door andere kinderen op straat te zetten. Bij de selectie van wie mag blijven en wie niet, krijgen de meest kwetsbaren, zoals meisjes, kinderen onder de vijftien jaar en kinderen met een handicap voorrang. In een persbericht van 3 december 2018 stelde Vluchtelingenwerk Vlaanderen dat er zo al meer dan tweehonderd kinderen op straat zijn gezet.
Daarbovenop is het winterplan van Fedasil, waarbij NBMV's twee nachten opvang krijgen in OOC's tijdens de winter, vandaag – deze vraag dateert van 6 december – nog steeds niet van start gegaan. Dit plan start nochtans traditioneel op 1 november.
Mevrouw de minister, ik heb de volgende vragen. Is er een plan om zo snel mogelijk extra opvangplaatsen te creëren voor niet-begeleide minderjarige vluchtelingen? Indien ja, kunt u dat plan toelichten?
Wat gebeurt er nu precies met de kinderen en jongeren die worden weggestuurd uit de OOC's?
07.02 Minister Maggie De Block: Mevrouw De Coninck, in november 2018 is de beslissing genomen om de capaciteit van het observatie- en oriëntatiecentrum te verhogen met vijftig plaatsen. Op 4 februari 2019 heeft Fedasil op de site Samu Béjar de capaciteit voor deze niet-begeleide minderjarige vluchtelingen verhoogd met vijftien bijkomende plaatsen. Hierdoor zijn wij erin geslaagd om het winterplan volledig in uitvoering te brengen.
Op dit moment hebben wij voldoende capaciteit om alle niet-begeleide minderjarige vluchtelingen die bij het aanmeldcentrum langskomen of die buiten de kantooruren bij de dienst Voogdij worden aangemeld, een opvangplaats te bieden. Alle niet-begeleide minderjarige vluchtelingen die geregistreerd zijn en een opvangplaats wensen, krijgen dan ook een opvangplaats.
De jongeren die in het kader van het winterplan een opvangplaats wensen, maar die zich niet willen registreren, krijgen de kans om opvang te krijgen voor twee nachten, of drie nachten indien een weekend dient te worden overbrugd. Na twee nachten en de nodige informatie worden zij dan ook doorverwezen naar het aanmeldcentrum voor registratie en oriëntatie naar een van de OOC's.
07.03 Monica De Coninck (sp.a): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
- M. Emir Kir à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "la codification de la loi de 1980" (n° 28872)
- Mme Monica De Coninck à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "le code de l'immigration" (n° 29144)
- de heer Emir Kir aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "de codificatie van de wet van 1980" (nr. 28872)
- mevrouw Monica De Coninck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "het migratiewetboek" (nr. 29144)
De voorzitter: De heer Kir is momenteel niet aanwezig om zijn vraag te stellen.
08.01 Monica De Coninck (sp.a): Mevrouw de minister, het regeerakkoord bepaalde dat een migratiewetboek de huidige ingewikkelde wetgeving inzake vreemdelingenzaken zou vervangen. Dat migratiewetboek werd door uw voorganger steevast zijn magnum opus genoemd. De regering zou ermee landen tegen het einde van deze legislatuur.
Ik wil er u op wijzen dat zo'n migratiewetboek meer transparantie zou kunnen brengen. U weet dat meer transparantie ook voor meer democratische procedures en beslissingsprocessen staat, vandaar mijn vragen.
Wat is de stand van zaken van dat migratiewetboek? De staatssecretaris zei dat er heel veel werkgroepen mee bezig waren en dat het zo goed als af was.
Ik zou graag een overzicht per onderdeel krijgen. Hoe "klaar" was het migratiewetboek bij uw aantreden? Werden er al adviezen aan de Raad van State gevraagd?
08.02 Minister Maggie De Block: Mevrouw De Coninck, er zal zeker aan gewerkt zijn, maar er is niet genoeg vooruitgang geboekt met het migratiewetboek. Sommige stukken waren wel al voorbereid, andere, op het niveau van de administratie, nog niet. Wij weten ook niet wat er op het kabinet nog aan informatie gebleven is. Die is ons alleszins niet bezorgd.
Volgens mij was het dossier nog niet rijp om er al mee naar de Raad van State te gaan, laat staan naar de regering of het Parlement. Voor bepaalde onderdelen zal er zeker vooruitgang geboekt zijn – dat weten wij van de administraties – maar voor sommige onderdelen dan weer niet. Er waren nog ontbrekende of nog niet goed ontwikkelde stukken. De administratie meldde mij dat er bepaalde insteken geleverd zijn, maar andere administraties lieten weten dat zij nog niets of niet veel geleverd hadden. Er werd ook nog niet over doorgepraat.
Eerlijk gezegd, het magnum opus zal dus niet meer voor deze legislatuur zijn.
08.03 Monica De Coninck (sp.a): Mevrouw de minister, bedankt voor die informatie. Het was dus een minus opus; zeg ik dat zo correct? Ik ben namelijk niet geschoold in dergelijke uitdrukkingen in andere talen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 28885 van mevrouw Matz, vraag nr. 28908 van de heer Van Hees, vraag nr. 29007 van de heer Van der Maelen en vraag nr. 29017 van de heer De Vriendt worden omgezet in schriftelijke vragen.
09 Question de Mme Julie Fernandez Fernandez à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "le rapport de la commission Bossuyt concernant les politiques de rapatriement" (n° 29040)
09 Vraag van mevrouw Julie Fernandez Fernandez aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "het verslag van de commissie-Bossuyt met betrekking tot het repatriëringsbeleid" (nr. 29040)
09.01 Julie Fernandez Fernandez (PS): Monsieur le président, si j'ai bien compris, nous allons en reparler en commission? C'est ce qui a été décidé tout à l'heure? Non?
Le président: Non! Nous avons reçu un message électronique de M. Bossuyt vendredi matin. Il nous indiquait qu'il serait en Afrique du Sud avant de partir pour la Suisse. Je poserai donc ma question. Mon souci était de nous faire gagner du temps.
09.02 Julie Fernandez Fernandez (PS): Monsieur le président, madame la ministre, après plusieurs scandales ayant émaillé la politique de rapatriement sous votre prédécesseur (on se souviendra en particulier du renvoi des Soudanais victimes de tortures à leur retour au pays), le premier ministre a annoncé l’année dernière la création d’une commission d’évaluation de la politique belge en matière de renvoi de personnes en situation illégale.
Une victoire pour l’opposition et les
associations, mais une victoire de courte durée puisque cette commission était
en réalité composée presque exclusivement de hauts responsables des
administrations concernées. Il s’agissait, dès lors, davantage d’un audit
interne que de la véritable évaluation indépendante que tout le monde
demandait. Cette
commission a récemment publié son rapport intermédiaire, dont le contenu n’a pas
surpris grand monde.
Pourquoi le monde associatif n’a-t-il pas été associé à l’évaluation? Le gouvernement va-t-il se contenter de ce rapport? Tirez-vous des conclusions de ce rapport pour le travail futur de l’Office des Étrangers, voire en ce qui concerne l’évolution du cadre législatif en matière de retour?
09.03 Maggie De Block, ministre: D'abord, je tiens à dire que j'ai reçu M. Bossuyt et que celui-ci a tenu à faire remarquer que son rapport n'était que provisoire.
Het gaat om een intermediair rapport, dat nog vervolledigd moet worden.
Ce rapport reflète la politique d'éloignement actuelle et concerne des observations formulées par plusieurs ONG, instances et personnes. Il a été demandé à différents acteurs de transmettre par écrit leurs constatations et points de vue. Certaines instances et personnes ont également été entendues par la commission pour fournir des explications supplémentaires quant aux positions exprimées par écrit.
Grâce à ce rapport, le dialogue est encouragé sur cette partie difficile du retour, qui est indispensable pour une politique d'asile cohérente.
Je vais parcourir quelques constats avec vous.
Tout d'abord, il remarque l'amélioration de la politique d'asile tant sur le plan humain que sur celui de l'efficacité. Notamment en ce qui concerne la durée des procédures qui sont désormais plus courtes, afin que le demandeur sache mieux où il en est.
Il est positif d'apprendre que les recommandations formulées par la commission sous la direction d'Étienne Vermeersch ont été mises en œuvre dans une large mesure. Le rapport débute d'ailleurs par un hommage au professeur Vermeersch qui a présidé les deux commissions.
Le rapport prône une collaboration plus internationale dans le cadre notamment du pacte mondial pour les migrations. Ainsi, il précise que la crise migratoire ne pourra être surmontée que par une plus grande coopération entre pays, qu'il s'agisse des pays d'origine, de transit et de destination.
Le rapport ajoute qu'il faut examiner les demandes d'asile multiples, dans la mesure où ces demandes sont souvent utilisées pour prolonger le séjour sur le territoire démarché, ce qui peut entraver une procédure de retour efficace.
Le rapport final est prévu pour début 2020. Il sera alors examiné quelles actions peuvent être mises en œuvre afin de donner suite aux recommandations.
Il s'agit d'un rapport intermédiaire. Même si nous ne pouvons prendre des mesures immédiatement, nous pouvons quand même déjà y réfléchir.
09.04 Julie Fernandez Fernandez (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses.
Il s'agit d'un rapport intermédiaire et vous héritez de ces compétences pour une brève durée, je ne connais donc pas votre champ d'action. Toutefois, je pense qu'on ne peut pas faire un rapport de cette nature sur un tel sujet sans y associer le milieu associatif. Je ne mets pas en doute le travail réalisé mais puisqu'il s'agit d'un rapport intermédiaire, ne ratons pas une partie de l'objectif qui est d'entendre l'ensemble des acteurs pour améliorer les choses pour notre pays d'accueil et pour les candidats réfugiés.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag nr. 29042 van mevrouw Ben Hamou wordt omgezet in een schriftelijke vraag.
10 Question de Mme Julie Fernandez Fernandez à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "l'état des lieux européen en matière de politique commune d'asile et de migration" (n° 29043)
10 Vraag van mevrouw Julie Fernandez Fernandez aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "de Europese stand van zaken met betrekking tot het gemeenschappelijke asiel- en migratiebeleid" (nr. 29043)
10.01 Julie Fernandez Fernandez (PS): Monsieur le président, madame la ministre, le jeudi 7 décembre 2018, les ministres européens en charge des questions migratoires se réunissaient sans doute pour la dernière fois avant les élections du 26 mai 2019 concernant l'avancement d'une politique commune dans ces matières. Si je ne me trompe pas, vous n'étiez pas encore en charge de cette matière.
Il semblerait que les discussions dans ces dossiers, notamment en ce qui concerne la solidarité entre les États membres, mais également en matière de révision des législations européennes soient dans l'impasse.
Madame la ministre, pouvez-vous nous dresser un état des lieux à l'issue de cette réunion et nous éclairer sur les positions défendues par le gouvernement démissionnaire dans ces débats? Si vous disposez d'un rapport écrit, vous pouvez éventuellement me le transmettre.
10.02 Maggie De Block, ministre: Monsieur le président, madame Fernandez Fernandez, j'ai assisté au Conseil informel du 7 février 2019.
Un nouveau Conseil formel a eu lieu le 7 mars 2019 à Bruxelles mais, étant souffrante, je n'ai malheureusement pas pu y assister.
Dans ce cadre, l'avancement des négociations législatives au sujet du "paquet asile" figurait toujours parmi les premiers points à l'ordre du jour. Par ailleurs, partant du constat que les dossiers sont bloqués dans une impasse politique au sein du Conseil, tous les scénarios et toutes les options ont été explorées: depuis les possibilités de progresser au maximum sur le plan structurel dans le "paquet asile" avant les élections européennes jusqu'au fractionnement de ce paquet et l'approbation définitive des textes les plus consensuels, en passant par des solutions intermédiaires dans le cadre du sauvetage en mer grâce à une coalition of the willing en attendant les réformes structurelles.
Tout au long de ces dernières années, la Belgique s'est fortement engagée à tous niveaux afin de permettre la réforme structurelle du système européen d'asile et la Belgique prône l'adoption du paquet complet, à savoir les sept propositions législatives.
Toutefois, si cette démarche s'avère impossible avant les élections, la Belgique, à l'instar des Pays-Bas, plaide pour l'adoption d'un mini-paquet en ce qui concerne la réinstallation Eurodac et l'Agence de l'Union européenne pour l'asile. La Belgique a également fait savoir qu'elle est prête à soutenir des solutions provisoires centrées sur la question des débarquements.
D'après nous, à l'instar de ce que la Commission européenne avait proposé, la réforme du système d'asile doit se baser, d'une part, sur une responsabilité beaucoup plus marquée aux frontières extérieures et, d'autre part, sur un système de solidarité bien plus solide auquel tous les États membres participent, afin que toutes les charges ne reposent pas uniquement sur quelques pays malencontreusement situés aux frontières extérieures de l'Union ou qui deviennent la destination finale de mouvements secondaires. C'est le cas de notre pays, des Pays-Bas, de l'Allemagne et du Luxembourg.
Selon nous, cette réforme doit impérativement être menée si nous entendons pouvoir relever les défis actuels et futurs. Elle est donc essentielle pour la pérennité de Schengen et, par extension, de toute l'Union européenne, telle que nous la connaissons.
Comme je l'ai dit, c'était dans la lignée des interventions menées par mon prédécesseur.
10.03 Julie Fernandez Fernandez (PS): Madame la ministre, je partage votre avis, à savoir qu'il faut examiner le problème migratoire de façon macro-européenne avec, en toile de fond, une solidarité qui doit s'établir entre les États membres.
Toutefois, même si j'entends que vous êtes favorable à l'adoption du paquet complet et en cas de problème, en faveur de votes intermédiaires, je pense que la priorité est de faire en sorte que tous les pays respectent les quotas qui leur sont attribués. Et ce serait bien que la Belgique commence par respecter le sien!
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Sarah Smeyers aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "een nieuw asielcentrum in Deurne" (nr. 29103)
11 Question de Mme Sarah Smeyers à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "un nouveau centre pour demandeurs d'asile à Deurne" (n° 29103)
11.01 Sarah Smeyers (N-VA): Mevrouw de minister, ik heb zeer concrete vragen over de plannen van Fedasil om een groot asielcentrum met, ik dacht, 120 plaatsen te openen in Deurne.
Klopt het verhaal?
Wat is de huurprijs van die locatie? ls die marktconform? Wat is de duur van het contract? Staan er bepaalde verplichtingen in?
Klopt het dat het Rode Kruis en Caritas niet geïnteresseerd zijn in de uitbating wegens de hoge huurprijs en de plicht tot afgifte in originele staat? Dat zou naar verluidt een bijkomende contractverplichting zijn, die in het huurcontract werd opgenomen.
Waarom wil Fedasil dat toch uitbaten? Wat is het oordeel van de Inspectie van Financiën hierover?
Graag kreeg ik een overzicht van alle huurcontracten voor asieluitbating met de kostprijs en de contractduur, die sinds uw nieuw mandaat zijn gesloten. Over welke uitbater gaat het per asieluitbating?
11.02 Minister Maggie De Block: Mevrouw Smeyers, de Ministerraad besliste op 15 februari 2019 om de komende maanden extra opvangplaatsen te openen. Helaas werden alle bufferplaatsen die ik tijdens mijn vorig mandaat had opengesteld, ondertussen volledig afgebouwd.
Nu moet een tandje worden bijgestoken en moet Fedasil op zoek gaan naar nieuwe opvangplaatsen. Jammer genoeg is de keuze nu veel beperkter dan de voorbije jaren. Dus wordt alles bezocht wat op de markt wordt aangeboden en wat er op het terrein ter beschikking is.
Nu beperkt de keuze zich tot wat vandaag op de markt is. Alles wat door publieke instellingen of door de markt wordt aangeboden, komt in aanmerking voor een eerste bezoek door Fedasil of zijn partners en wordt onderzocht op het vlak van juridische, operationele en financiële haalbaarheid.
De financiële haalbaarheid wordt natuurlijk dubbel gecontroleerd, aangezien de opening van elke nieuwe site voorafgaandelijk voor goedkeuring aan de inspecteur van Financiën wordt voorgelegd. Dat is nu niet anders.
De contractuele voorwaarden zoals de huurprijs, de contractduur en de opzeg variëren per site. Het spreekt voor zich dat ze voordeliger zouden zijn en minder zouden variëren, indien Fedasil de voorbije jaren de kans had gekregen een dynamisch bufferbeleid te voeren.
Om te vermijden dat wij die fout zouden maken en de bufferplaatsen zouden laten gaan, waardoor in geval van nood duurdere plaatsen moeten worden geopend, is besloten opnieuw een bufferbeleid uit te rollen, waarbij continu wordt gezocht naar de goedkoopste bufferplaatsen tegen de best mogelijke voorwaarden.
Zoals ik vorige week al aan de heer Dewinter heb geantwoord, is Deurne een van de onderzochte pistes. Het gebouw is interessant wegens zijn aangepaste infrastructuur voor mensen met een verminderde mobiliteit, waaraan in het opvangnetwerk nood is. Dergelijke plaatsen zijn immers niet talrijk.
Voor de uitbating van nieuwe sites werkt Fedasil samen met opvangpartners. Sedert mijn aantreden werden opvangcentra in Lommel, Zaventem, Moeskroen en Jambes geopend.
In Mechelen wordt binnenkort een centrum voor 180 personen geopend. Het opvangcentrum te Jambes wordt uitgebaat door de Croix Rouge en dat te Mechelen door het Rode Kruis. De overige drie worden door Fedasil uitgebaat.
Het is niet meer dan normaal dat de opvangpartners wat meer voorzichtigheid aan de dag leggen bij de opening van een nieuw centrum, gelet op de slechte ervaringen met de afbouwbeslissingen van de voorbije jaren. De bufferplaatsen die wij nu te weinig hebben, werden toen te snel opgegeven. Die kritiek heb ik mogen horen tijdens een overleg met de Croix Rouge, het Rode Kruis en de vakbonden van de open en gesloten instellingen. Het vertrouwen van de vakbonden herstellen wat de werkomstandigheden van het personeel betreft, zal heel wat werk vragen.
Wij willen geen overhaaste beslissingen nemen, maar er moet wel een meer graduele opbouw komen. Als wij terug aan bufferplaatsen kunnen komen, moeten wij voorzichtig zijn en die niet helemaal opnieuw afbouwen.
Het dossier is nog niet volledig en is dus uiteraard nog niet aan de IF voorgelegd. U vroeg naar de huurprijs, maar die heb ik nog niet gezien. Er is een eerste inspectie geweest en dat is alles. Blijkbaar heeft dat al heel wat stof doen opwaaien in de omgeving.
Ik laat de mensen van Fedasil hun werk doen. Als het dossier op mijn bureau komt, dan wordt er daarover vergaderd. Ik zal in de eerste plaats naar de betrokken overheid bellen, zo heb ik altijd al gewerkt. Ik weet niet of mijn voorganger dat ook gedaan heeft, maar ik ga ervan uit dat dit wel zo is. Ik ga hen echter niet bellen op een moment waarop ik nog niet weet welke centra geselecteerd zullen worden. Het is uiteraard altijd zo dat de Inspectie van Financiën haar fiat moet geven.
11.03 Sarah Smeyers (N-VA): Mevrouw de minister, op de ondertoon van kritiek in uw antwoord zal ik niet ingaan. Mijn vraag ging alleen over het opvangcentrum in Deurne.
U kunt nog niet zeggen wat de huurprijs is. Ik heb het gerucht opgevangen dat de vraagprijs vrij hoog is, maar misschien kan daarover nog onderhandeld worden. Wij zullen zien of de Inspectie van Financiën haar visum geeft. U zegt dat het dossier nog niet volledig rond is. Ik neem daarvan akte. Wij zullen het met de loep bekijken, want naar verluidt is de vraagprijs toch zeer hoog.
11.04 Minister Maggie De Block: Ik kan alleen zeggen dat u meer weet dan ik, maar dat is misschien niet abnormaal.
11.05 Sarah Smeyers (N-VA): Gelet op de locatie zou dat wel kunnen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 29104 van de heer Vanden Burre wordt verwezen naar de commissie voor de Justitie.
- Mme Julie Fernandez Fernandez à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "les visas humanitaires" (n° 29124)
- Mme Monica De Coninck à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "les visas humanitaires" (n° 29145)
- mevrouw Julie Fernandez Fernandez aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "de humanitaire visa" (nr. 29124)
- mevrouw Monica De Coninck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "de humanitaire visa" (nr. 29145)
12.01 Julie Fernandez Fernandez (PS): Monsieur le président, madame la ministre, je ne vais pas rappeler tous les rétroactes. J'en viens directement aux questions.
Le rapport que vous avez présenté, bien qu'incomplet, montre le caractère proprement stupéfiant de la légèreté coupable avec laquelle votre prédécesseur a usé de son pouvoir discrétionnaire dans le domaine des visas humanitaires. Mais pour autant, certains éléments ne manquent pas de poser des questions quant au suivi de cet usage. Ainsi, le fait qu'il paraisse impossible de s'assurer d'avoir retracé l'ensemble des demandes a quelque chose de surprenant.
Madame la ministre, vous avez déjà répondu à la question de savoir comment il se fait qu'aucune centralisation des demandes n'ait été effectuée.
Par ailleurs, il est apparu que dans un groupe présenté par un intermédiaire différent de M. Melikan Kucam, un demandeur au moins ait été au service du régime de Bachar el-Assad. Pouvez-vous nous dire si des indices existent quant à d'autres cas similaires? Quelles sont les mesures prises pour s'en assurer?
Enfin, des mesures ou à tout le moins des contacts ont-ils été pris par l'administration à l'égard des intermédiaires ayant présenté ces listes de noms?
12.02 Monica De Coninck (sp.a): Mevrouw de minister, op basis van de tabel die vorige week werd uitgedeeld naar aanleiding van de doorlichting van het systeem van de humanitaire visa heb ik nog een aantal bijkomende vragen.
Ten eerste, mijn collega Karin Jiroflée had gevraagd naar het aantal visa dat ondertussen verlopen is en waarvan wij weten dat er daaropvolgend geen asielaanvraag werd ingediend. Beschikt u al over die informatie? Hoeveel personen hebben nog een geldig visum en hebben nog geen asielaanvraag ingediend? Graag uw antwoord opgedeeld per netwerk en per aanvrager die wij kennen.
Ten tweede, opvallend zijn de categorieën diversen 2016, 2017 en 2018. Over wie gaat dat dan? In het bijzonder, wat gebeurde er in 2017? Hoe komt het dat een zo hoog percentage zich dat jaar wel registreerde, maar geen verzoek voor internationale bescherming indiende?
Ten derde, hoe verklaart u het verschillend aantal visa via Kucam in uw tabel versus de tabel van Francken? Zijn er eventueel linken met andere tussenpersonen? Zo stelde Freddy Roosemont in deze commissie dat er ook lijstjes Kucam-Delvaux waren.
Ten vierde, hebt u zicht op de redenen waarom visa soms niet werden opgehaald?
Ten vijfde, waar zitten in uw tabel de groep van Syrische geestelijken?
Ten zesde, hoe verklaart u het grote verschil in visa via de groep-Scherpenheuvel tussen uw tabel en die van Francken?
Ten zevende, wie of wat is HC? Gaat het hier om "humanitaire corridor", en dus om Sant'Egidio?
12.03 Maggie De Block, ministre: Madame Fernandez Fernandez, je ne répéterai pas tout ce que j'ai dit la semaine passée. L'administration n'avait pas la mainmise sur la gestion de ces demandes. L'Office n'a pu centraliser que les listes envoyées par mon prédécesseur, c'est-à-dire par son cabinet, pour consultation des organes de sécurité et, le cas échéant, envoi au poste concerné d'une instruction de délivrance des visas. Il n'y pas d'indications à ce jour d'autres cas où il y aurait des indices d'exclusion, conformément à l'article 1 de la Convention de Genève.
Toutes les listes envoyées à mon administration ont été transmises pour vérification aux organes de sécurité. Ainsi, les visas humanitaires ne sont plus délivrés sur la base des listes soumises par les organisations ou des particuliers. Il n'y a donc plus de risque que des personnes qui ne devraient pas être admises pour cette procédure le soient.
À l'exception de M. Melikan Kucam, dont le nom a été révélé dans le cadre de l'enquête menée par le parquet, mon administration ne connaît pas le nom de ces intermédiaires. Ceux-ci étaient en contact direct avec mon prédécesseur, ou avec la collaboratrice de son cabinet. Ceci dit, la raison pour laquelle mon administration devrait prendre contact avec ces intermédiaires m'échappe.
En ce qui concerne M. Kucam, il paraît évident qu'une prise de contact est exclue.
Mevrouw De Coninck, zoals u kunt lezen in de nota van de administraties, werden de tabellen samengesteld op basis van tabellen en mails die konden worden teruggevonden. Ik heb reeds gezegd dat dit geen eenvoudige opgave was.
Er waren ook lijsten waarop sommige mensen meerdere keren voorkwamen. Andere mensen werden dan weer op de volgende lijst toegevoegd. Sommigen werden er later dan weer afgehaald. Het is dus niet zeker dat we alles hebben teruggevonden.
Daarom wordt ook duidelijk in de nota gezegd dat de verstrekte cijfers eerder als een indicatie dan als absolute cijfers moeten worden gezien. Het aantal kan ook hoger liggen. Ik stel voor dat mijn voorganger zelf duidelijkheid geeft over het verschil in cijfers.
Van de 121 personen die wel een visum hebben ontvangen maar die zich nog niet in België hebben geregistreerd, zijn er momenteel 28 gekend van wie het visum is vervallen, 22 bevonden zich op de lijst van de heer Kucam, 4 op de lijst van de heer Dibo en 2 op de lijst divers. Er zijn nog 93 mensen waarvoor het visum nog geldig is en die eventueel nog asiel kunnen aanvragen.
Er werd ook een lijst teruggevonden met als titel HC. Wij denken dat dit staat voor "humanitaire corridor", maar wij weten niet aan wie die gelieerd is.
De lijst divers is een samenvoeging van afzonderlijke lijsten en individuele mails die niet noodzakelijk iets met elkaar te maken hebben. Zij werden via het OCAD gerecupereerd. Deze lijsten werden opgedeeld per jaar omwille van de leefbaarheid.
Waarom er in 2017 afwijkende profielen lijken te zijn is niet geweten.
In geen enkele lijst werden geestelijken als een afzonderlijke categorie geregistreerd. Hier moet ik u het antwoord schuldig blijven. Er is in geen enkele lijst een verwijzing naar Syrische geestelijken.
Wij kunnen enkel vaststellen dat 176 personen op de lijsten staan aan wie, volgens de databank van de FOD Buitenlandse Zaken, geen visum werd uitgereikt. Waarom die mensen hun visum niet hebben afgehaald, weten wij ook niet. Het werd zelfs niet uitgereikt, dus het heeft gewoon niet bestaan. Er kan overmacht ten grondslag liggen. Het klopt dat bij bepaalde lijsten een dergelijke situatie vaker voorkomt dan bij andere.
Net zoals u heb ik nog veel vragen, maar de uitgevoerde reconstructie was toch waardevol. Een en ander is wat duidelijker geworden, en zeker het grote verschil met de lijst van mensen die via de operatie in Aleppo, waaraan alle diensten hebben samengewerkt, werden gered.
Het was een ongebruikelijke en ongestructureerde methode en wat mij betreft, is die methode niet meer voor herhaling vatbaar.
12.04 Julie Fernandez Fernandez (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses.
12.05 Monica De Coninck (sp.a): Mevrouw de minister, ik vroeg mij af of u weet of er naast Syriërs ook personen met een andere nationaliteit een visum hebben gekregen en nadien geen asiel hebben aangevraagd. Dat weet u niet? U kunt niet achterhalen, eventueel via Buitenlandze Zaken, aan welke nationaliteiten er visa werden uitgereikt?
12.06 Minister Maggie De Block: Omdat het gaat over een discretionaire bevoegdheid, zijn die visa vanuit het kabinet rechtstreeks naar de ambassades verstuurd. Voor de rest is er geen onderzoek gebeurd door Buitenlandse Zaken. Wij kunnen dat dan ook niet weten.
12.07 Monica De Coninck (sp.a): En die ambassades hebben daar ook geen lijsten van bijgehouden? Dat is toch raar? Tegenwoordig krijgt men dat toch via e-mail en kan men er desnoods nog een fotokopie van maken.
12.08 Minister Maggie De Block: Er zijn zelfs mensen bij DVZ die hun lijsten hadden gewist door de verhuis en deze toch hebben kunnen recupereren na wat zoekwerk. Wij hebben het OCAD om lijsten gevraagd omdat wij meenden deze zelf niet te hebben. Blijkbaar werden toch stukken teruggevonden in de cloud. En aangezien het kabinet is opgedoekt, konden wij ook daar geen lijsten terugzoeken.
12.09 Monica De Coninck (sp.a): Eigenlijk weten wij dus niet eens wie wij in België hebben binnengelaten?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De vragen nrs. 29126 en 29136 van de heer Van Peteghem worden omgezet in schriftelijke vragen.
13 Vraag van mevrouw Sarah Smeyers aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "de repatriëring van de zwarte weduwe van de jihad" (nr. 29149)
13 Question de Mme Sarah Smeyers à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "le rapatriement de la veuve noire du djihad" (n° 29149)
13.01 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, misschien is dit mijn laatste vraag ooit in het federaal Parlement. Toch? Ik vermoed althans dat mevrouw de minister niet veel vragenrondes meer zal houden voor de ontbinding van het Parlement.
Mevrouw de minister, Malika El Aroud, ook gekend als de zwarte weduwe van de jihad, mag worden uitgewezen naar Marokko, haar land van herkomst. Zij werd in België veroordeeld voor terroristische activiteiten en haar Belgische nationaliteit werd haar ontnomen.
Eind januari heeft de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen bevestigd dat zij uitgesloten werd van het statuut van vluchteling en ook geen subsidiaire bescherming kreeg. Zij mag dus effectief uitgewezen worden naar Marokko.
Volgens de rechters heeft zij niet aangetoond dat zij in Marokko een risico loopt van marteling of onmenselijke of vernederende behandeling, waardoor artikel 3, het zogenaamd non-refoulementbeginsel, evenmin speelt.
Mevrouw de minister, welke stappen hebt u zeer concreet gezet voor die repatriëring? U moest eerder al eens een zware crimineel vrijlaten, dus ik denk dat u ondertussen waakzaam bent, de addertjes onder het gras kent en ervoor beducht bent dat zoiets geen tweede keer gebeurt.
Hebt u in verband met die uitwijzing contacten gehad met Marokko?
13.02 Minister Maggie De Block: De Dienst Vreemdelingenzaken heeft de nodige initiatieven genomen om reisdocumenten te verkrijgen van de bevoegde autoriteit, met het oog op de effectieve verwijdering van het grondgebied van mevrouw El Aroud, bekend als de zwarte weduwe.
Voor mij gaat het uiteraard om een prioritair dossier. Wat de contacten met Marokko betreft, de bevoegde autoriteiten behandelen de zaak. Het dossier wordt verder nauwgezet opgevolgd. U weet dat publieke verklaringen zelden bevorderlijk zijn voor diplomatieke demarches. U zult dus begrijpen dat wij in deze fase, om de kans op het slagen van de demarche en de verwijdering niet te hypothekeren, de nodige discretie aan de dag dienen te leggen, maar de nodige contacten zijn gelegd.
13.03 Sarah Smeyers (N-VA): Mevrouw de minister, als het u kan helpen dat ik in alle talen zwijg, dan zwijg ik in het Nederlands, het Marokkaans en alle andere talen. Ik hoop dat de missie slaagt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Daarmee zijn alle vragen gesteld en beantwoord.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.53 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17 h 53.