Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen

Commission des Relations extérieures

 

van

 

Dinsdag 2 december 2014

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

Mardi 2 décembre 2014

 

Après-midi

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.56 uur en voorgezeten door de heer Dirk Van der Maelen.

La séance est ouverte à 14.56 heures et présidée par M. Dirk Van der Maelen.

 

01 Vraag van de heer Egbert Lachaert aan de staatssecretaris voor Buitenlandse Handel, toegevoegd aan de minister belast met Buitenlandse Handel, over "de handelsrelatie tussen ons land en Maleisië" (nr. 628)

01 Question de M. Egbert Lachaert au secrétaire d'État au Commerce extérieur, adjoint au ministre chargé du Commerce extérieur, sur "les relations commerciales de notre pays avec la Malaisie" (n° 628)

 

01.01  Egbert Lachaert (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, mijn vraag was al ingediend voordat de missie naar Maleisië heeft plaatsgevonden. We hebben dat ook via de media kunnen volgen.

 

Uit verschillende mediaberichten – in kranten, op het internet en in de journaals – blijkt dat er een conflict smeult tussen ons land en Maleisië over het gebruik van palmolie. Diverse distributieketens gebruiken bij ons emblemen om te vermelden dat er palmolie in het product zit. Daarmee wekken zij de indruk dat het product al dan niet schadelijk kan zijn. Blijkbaar is er daarover een hele discussie geweest, ook in de vorige legislatuur, met de Hoge Gezondheidsraad.

 

In de media werd aangekondigd dat Maleisië dit thema aan bod zou brengen tijdens de missie die recent heeft plaatsgevonden en waaraan de staatssecretaris heeft deelgenomen. Is dat thema ter sprake gekomen? Ik heb ook gezien dat men zelfs een diplomatiek incident over had voor de discussie over de palmolie en de labeling die in België wordt gebruikt.

 

Aan de andere kant heb ik mediaberichten gezien na de missie, waarin men schrijft – ik lees dat via Belga – dat Belgische bedrijven twaalf contracten in Maleisië hebben getekend, waaronder contracten over de bijkomende import van palmolie. Er moet dus blijkbaar toch een constructief gesprek gevoerd zijn over het gebruik van palmolie.

 

Vandaar mijn vragen.

 

Is het thema aan bod gekomen tijdens de missie? Wellicht wel.

 

Drijft men het zover dat het een diplomatiek incident wordt?

 

Wat is het standpunt van de regering over het gebruik van palmolie en over de labeling?

 

01.02 Staatssecretaris Pieter De Crem: Collega’s, ik heb vorige week deelgenomen aan de economische missie in Maleisië en Singapore onder voorzitterschap van prinses Astrid die er de Koning vertegenwoordigde.

 

Ik wil kort iets zeggen over deze missie. Deze missie was een groot succes met meer dan 300 deelnemers en meer dan 150 bedrijven die vertegenwoordigd waren. Dit voor de setting.

 

De landen waren bijzonder goed gekozen omdat ze goede economische groeicijfers kennen. Ze zijn een goede uitvalsbasis voor de ASEAN-landen. ASEAN dat een steeds belangrijkere rol gaat spelen.

 

Voor Singapore is vrij recent een vrijhandelsakkoord met de Europese Unie in werking getreden. Voor Maleisië zit een dergelijk akkoord in de onderhandelingsfase.

 

Dankzij deze missie konden onze bedrijven zich positioneren om deze nieuwe opportuniteiten met betrekking tot handel te gaan exploreren.

 

Tijdens de missie vonden talrijke politieke contacten plaats. Ikzelf had heel uitgebreide en interessante contacten en gesprekken met mijn collega’s uit Maleisië en Singapore. Ik heb van de gelegenheid ook gebruikgemaakt om Belgische bedrijven aan de ministers voor te stellen. Zo konden deze bedrijven specifieke punten die van belang zijn voor hun agenda ook naar voor brengen. Er waren dus vele contacten tussen bedrijven en er werden talrijke contracten afgesloten.

 

Daarnaast bezochten we ook omvangrijke Belgische investeringen in deze landen, om bijvoorbeeld Aegias, DEME en Katoen Natie ook naar voor te schuiven. Dat zijn er maar enkele. Het betreft immers niet enkel grote en bijzonder grote bedrijven, maar ook kleine spelers die een rol moeten kennen.

 

Ik heb ook de troeven van België als bestemmingsland voor investeringen in de verf gezet tijdens een powerlunch in Singapore waar heel wat bedrijfsleiders van belangrijke Singaporese bedrijven aanwezig waren.

 

Ik kom nu tot het concrete antwoord op de door u gestelde vragen.

 

De impact van de discussie over de antipalmolielabels op de uitwisselingsmissie kan als positief worden beschouwd, in die zin dat ik verschillende contacten op hoog niveau heb gehad die hebben bijgedragen tot een positieve en open bespreking van de problematiek. Zo konden we aangeven dat ons land oog en oor heeft voor de Maleisische bezorgdheid.

 

Naast het kader van de uitwisselingsmissie vond er ook een contact met de betrokken sector plaats. Zo werd op 15 oktober laatstleden een delegatie van de Malaysian Palm Oil Council op haar verzoek op de FOD Buitenlandse Zaken door de administratie ontvangen.

 

Er waren geen problemen bij de organisatie van de economische zending. De minister of Plantations, Industries and Commodities heeft onze ambassadeur in de aanloop naar de missie ontvangen en zijn volle medewerking bij de organisatie van de onderdelen van het programma toegezegd. Ook tijdens de missie zelf kwam de kwestie meermaals aan bod, onder meer tijdens het onderhoud met de premier en met de minister of International Trade and Industry en tijdens ons bezoek aan de UniOleon-fabriek waarbij ook de minister of Plantations, Industries and Commodities aanwezig was.

 

Ik nam persoonlijk akte van het Maleisisch standpunt inzake de labeling en beloofde om de bevoegde ministers in België in te lichten over de Maleisische bezorgdheden.

 

Van Belgische zijde werd gesteld dat deze praktijk ook bestaat voor andere producten, onder meer voor suiker waarvan ons land een belangrijke producent is. Er werd gewezen op het feit dat dit initiatief uitgaat van de privésector en er werd ook gewezen op het recht van de consument om geïnformeerd te worden over de samenstelling van het product, zonder eventueel het gebruik van een negatieve labeling hiertoe aan te moedigen.

 

Eigenlijk hebben we daar dus een boodschap ontvangen – ik heb dat ook gezegd in mijn persconferentie – en hebben we die boodschap terug meegenomen naar België. Nu zal ik die met de verschillende actoren bespreken om een constructieve oplossing naar voor te schuiven. De bevoegde minister is tussen nu en 14 dagen in België, wellicht kunnen we dan een gevolg geven aan onze gesprekken.

 

Er was op geen enkele manier sprake van een egelstelling.

 

Tot daar mijn antwoord, mijnheer de voorzitter.

 

01.03  Egbert Lachaert (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.

 

Ik kijk uit naar het vervolg en naar de bespreking met de verschillende actoren. Ik heb ook begrepen dat de bevoegde minister komt en dat het dossier dan een opvolging zal krijgen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De behandeling van de vragen en interpellaties eindigt om 15.03 uur.

Le développement des questions et interpellations se termine à 15.03 heures.