Verenigde commissies voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de Nationale Wetenschappelijke en Culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw en voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt

 

Commissions réunies de l'Économie, de la Politique scientifique, de l'Éducation, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture et de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique

 

 

van

 

Dinsdag 23 september 2014

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

Mardi 23 septembre 2014

 

Après-midi

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.37 uur en voorgezeten door mevrouw Karine Lalieux en de heer Siegfried Bracke.

La séance est ouverte à 14.37 heures et présidée par Mme Karine Lalieux et M. Siegfried Bracke.

 

Hoorzittingen over de problematiek van de elektriciteitsbevoorrading en het afschakelplan

Auditions sur la problématique de l'approvisionnement en électricité et le plan de délestage

 

La présidente: Chers collègues, je vous remercie de votre présence. Nous allons travailler comme cela a été déterminé lors de notre précédente réunion. Nous allons d'abord entendre la FEBEG, qui va nous faire une présentation. Les questions suivront. Ensuite, Electrabel, de manière identique. Nous verrons l'heure qu'il est. Enfin, la CREG est là aussi avec tout le comité de direction.

 

01 Hoorzitting met vertegenwoordigers van FEBEG

01 Audition avec des représentants de la FEBEG

 

Je cède la parole à la FEBEG.

 

01.01  John Peuteman: Mijnheer de voorzitter, heren en dames commissieleden, ik dank u allen voor de uitnodiging, zodat wij hier het standpunt van FEBEG over de heel actuele problematiek van de bevoorradingszekerheid kunnen toelichten.

 

Wij hebben onze presentatie opgedeeld in een aantal delen en menen dat het toch nuttig is om kort stil te staan bij wat FEBEG precies is. Vervolgens zullen wij ingaan op de problematiek van de bevoorradingszekerheid en meer bepaald toelichten wat de leden van FEBEG allemaal ondernemen om afschakeling te vermijden.

 

Daarna zijn wij volledig te uwer beschikking om al uw vragen te beantwoorden. Wij zullen het werk wat verdelen, dus de drie personen die hier zitten, zullen allemaal het woord nemen.

 

Ik steek van wal met wat de FEBEG is.

 

La FEBEG compte 25 membres effectifs, comme vous pouvez le voir sur ce slide. Ce sont des acteurs majeurs et d'autres plus petits, qui opèrent tous sur le marché belge.

 

Sur le slide suivant, vous pouvez voir en quoi consistent les activités des membres de la FEBEG, à savoir:

- environ 8 000 emplois directs;

- des recettes pour un montant de 23 milliards;

- environ 90 % des fournitures en gaz et électricité en Belgique;

- en ce qui concerne la capacité de production des membres de la FEBEG, elle s'élève à environ 98 % en Belgique.

 

De problematiek die vandaag zeer actueel is, waarvoor de commissie zich sterk interesseert en daarmee ook de pers, is de bevoorradingszekerheid voor de komende winter. Er is uiteraard ook sprake van de mogelijkheid van afschakeling van bepaalde zones.

 

Daarover willen wij zeggen dat wij dat toch als een uitzonderlijke situatie beschouwen, mede door de onbeschikbaarheid van een aantal productie-eenheden. Tegelijk hebben we volgens ons ook te maken met een structureel probleem. Wij zitten namelijk met een zeer krappe productiecapaciteit. Er hoeft dus inderdaad niet veel te gebeuren om in een noodsituatie terecht te komen.

 

Hoe wij tot de structureel problematische situatie zijn gekomen, hangt sterk samen met het investeringsklimaat, waarnaar al herhaaldelijk is verwezen. Dat investeringsklimaat is al een aantal jaren zeer ongunstig voor partijen die in de markt investeringen willen doen die heel belangrijk kunnen worden genoemd, meer bepaald investeringen in productie-eenheden.

 

Met betrekking tot het investeringsklimaat willen wij er toch even aan herinneren dat wij als federatie, in tempore non suspecto, reeds in het najaar van 2008 duidelijk een boodschap hebben gegeven dat wij vaststelden dat de productiecapaciteit in België stilaan onvoldoende werd om de bevoorrading op termijn te kunnen verzekeren.

 

In navolging van de oproep vond in juni 2011 de staten-generaal Energie plaats, met de vier energieministers en de groep van stakeholders. Die discussie resulteerde in een verwijzing naar initiatieven die door de pasgevormde regering eind 2011 zouden worden geconcretiseerd.

 

Wij willen toch even meer in detail met u overlopen hoe de markt in feite werkt. Dat is toch belangrijk om de gevolgen van de complexiteit te begrijpen en om te zien wie wat kan ondernemen om de afschakeling zo veel mogelijk te vermijden. De heer Van den Bosch zal u nu even aan de hand van slides uitleggen hoe de markt werkt.

 

01.02  Marc Van den Bosch: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de voorzitter, er zijn inderdaad zeer veel betrokken partijen.

 

Beaucoup de parties prenantes interviennent dans tous les dossiers. En observant la situation classique, nous pourrions dire que, pour les flux physiques d'électricité, la chaîne comprend les producteurs, ensuite tout ce qui relève du transport et de la distribution et, enfin, les clients industriels ou résidentiels. Cependant, ces dernières années, la situation est devenue beaucoup plus complexe, puisque certains clients produisent eux-mêmes leur électricité – il peut s'agir de particuliers, mais aussi d'industriels: installations solaires, éoliennes, pompes à chaleur ou encore appareils de cogénération.

 

Il faut aussi mentionner les flux commerciaux. À cet égard, les responsables d'équilibre doivent gérer les flux entrants et sortants. Il peut s'agir de la propre production du fournisseur ou du producteur compris dans le portefeuille, mais aussi des importations ou bien des achats internes et externes sur le marché en gros de l'électricité. Les flux sortants sont constitués évidemment par la consommation des clients, l'exportation ou des ventes sur le marché en gros. Le responsable d'équilibre peut travailler pour un ou plusieurs fournisseurs. Certains sont en effet liés à un grand nombre de producteurs. Les flux commerciaux sont facturés par le fournisseur aux clients, qu'il est aussi chargé d'informer. C'est un détail important pour ce qui va suivre.

 

Enfin, Elia, avec tous les produits de réserve, est responsable d'équilibre du réseau et regroupe tous les responsables d'équilibre présents sur le marché.

 

Het is duidelijk dat er vele actoren zijn. Ook de overheid speelt een belangrijke rol in dit verhaal. De overheid moet zorgen voor het wettelijk kader, dat hoef ik hier niet uit te leggen, maar ook voor alle uitvoeringsbesluiten en reglementen die volgen, en uiteraard ook voor de vergunningen, die belangrijk zijn voor de producenten.

 

De CREG, die wij straks aan het woord zullen horen, moet ervoor zorgen dat de spelregels gevolgd worden. De CREG heeft een toezichthoudende rol op heel de markt.

 

Elia zorgt voor de reserves en voor de balanceringsreserves en speelt dus ook een heel belangrijke rol. Elia zorgt voor een evenwichtige uitbating van het net. Elia zorgt er ook voor dat er genoeg netcapaciteit is. Elia is verantwoordelijk voor het evenwicht bij de leveranciers. Hun portefeuille van aankopen en verkopen, eigen productie en leveringen, moet in evenwicht zijn. Elia is bovendien het aanspreekpunt voor de klant.

 

Wanneer er, zoals op dit moment, discussie is over de bevoorradingszekerheid, kan de leverancier een aantal maatregelen nemen. Hij kan zijn portefeuille proberen te optimaliseren en proberen nog meer aan te kopen. Daar zal de heer Schoonacker dieper op ingaan. Ook de noodplanning van de overheid speelt dan echter een belangrijke rol. De strategische reserves van Elia zijn gecontracteerd en zijn klaar om in gebruik te worden genomen.

 

In geval van problemen is het uiteindelijk de overheid die het afschakelplan in werking zet. Via dat afschakelplan worden alle acties ondernomen die een impact hebben op de markt.

 

Daarom kunnen wij de volgende conclusies formuleren. Het komt de overheid toe om het afschakelplan in werking te zetten. Het zijn uiteindelijk de klanten, maar ook de leveranciers, die dat ondergaan, want zij worden getroffen door het plan dat op dat moment in werking moet treden. Dat plan staat eigenlijk volledig buiten de werking van de markt en houdt daar ook geen enkele rekening mee.

 

De impact op de leveranciers zal toegelicht worden door Frank Schoonacker, voorzitter van onze commissie Leveranciers.

 

01.03  Frank Schoonacker: Il est clair qu'en tant que fournisseur, nous sommes un partenaire dans ce débat. En même temps, nous sommes, comme les autres parties dans ce dossier, tout autant concernés par cette problématique. Nous ne négligeons pas l'impact. Il est important, il est effectivement très grand en ce qui concerne les fournisseurs membres de la FEBEG.

 

Tout d'abord, c'est notre métier de gérer notre portefeuille; de gérer, d'une part, les prix de gros volatils et, d'autre part, assumer nos responsabilités contractuelles, c'est-à-dire que nous avons convenu d'un prix avec nos clients, donc nous allons fournir au prix promis à nos clients. Nous avons une position potentiellement ouverte du côté du sourcing, d'une part, et, d'autre part, nous assumons en fait nos responsabilités contractuelles.

 

Il est vrai aussi, et cela a, je pense, été mis en évidence à plusieurs reprises dans cette commission, qu'en tant que fournisseur, responsable d'équilibre, il y a des mécanismes de marché qui font qu'un fournisseur a tout intérêt à être en équilibre et à garder son équilibre. La preuve y est. Je pense qu'on en a débattu également dans la presse. Le tarif de déséquilibre au moment où la situation serait tendue, ce tarif de déséquilibre est franchement haut. On parle ici clairement de 4 500 euros le MWh, ce qui est de l'ordre de cent fois le prix de gros à ce moment-là.

 

Par contre, ce n'est pas nouveau. Déjà dans le passé, nous avions l'habitude de gérer ce genre de déséquilibre. Pour rappel, le marché intraday, le marché "en temps réel" était dans le passé également déjà plafonné à 3 000 euros le MWh. En tant que fournisseur, c'est un risque que nous connaissons et gérons de longue date, c'est un équilibre que nous essayons de maintenir en permanence, jour et nuit, vingt-quatre heures sur vingt-quatre et sept jours sur sept.

 

Il n'empêche qu'une situation dans laquelle un délestage devrait s'opérer a autant un impact sur nous que sur les clients que nous alimentons car ce délestage n'est pas sélectif. En résumé, nous en sommes conscients et nous mettons tout en œuvre pour garder notre équilibre car les conséquences économiques sont assez importantes, également pour nous.

 

Concreet, over welke middelen beschikken wij om ervoor te zorgen dat wij continu het evenwicht voor het geheel van onze klanten, van onze portefeuille, kunnen behouden? Wij hebben een aantal mogelijkheden en die zijn samengevat op de slide.

 

In eerste instantie wil ik in herinnering brengen dat de marktomstandigheden de voorbije jaren redelijk specifiek zijn. Onze voorzitter heeft er al op gewezen dat wij op dit ogenblik geen nieuwe investeringen, bijvoorbeeld in gasinstallaties, zien. Wij stellen vast dat de regels die worden vastgelegd, af en toe durven te wijzigen. Dat is niet echt stimulerend voor een sector die uiteindelijk moet kunnen investeren met een tijdshorizon van typisch twintig tot dertig jaar. Dan kiest men best voor regels die redelijk stabiel zijn en voor een redelijke tijd gegarandeerd blijven.

 

Wij hebben een heel substantiële economische crisis meegemaakt in 2008 en 2009, wat een gigantische impact heeft gehad op de vraag naar elektriciteit. Dat is buiten onze wil om gebeurd. Wij zijn daarmee ook niet gelukkig, maar het is gebeurd.

 

Sindsdien stellen wij min of meer een stabilisering van de vraag naar elektriciteit vast. Wij komen uit een periode waar het elektriciteitsverbruik typisch met 1,3 % per jaar steeg. Vanaf dan is het gestagneerd. Wij zijn sindsdien heel wat bijkomende vraag misgelopen.

 

Komt daarbovenop dat vooral de gascentrales het op dit ogenblik aartsmoeilijk hebben. Gascentrales zijn het ideale complement, de ideale back-up, omdat ze heel flexibel zijn eens ze draaien. Zeker de opencycluseenheden kunnen heel flexibel opstarten, precies om het intermitterende karakter van sommige hernieuwbare energiebronnen op te vangen.

 

Net die gasinstallaties hebben het op dit ogenblik, niet alleen in België, aartsmoeilijk om de eenvoudige reden dat door bepaalde gebeurtenissen in andere werelddelen heel wat steenkool ter beschikking is gekomen van de Europese productiemarkt. Daardoor draaien buitenlandse steenkoolcentrales vooraleer de Belgische gasinstallaties draaien.

 

Daarbij komt nog de uitzonderlijke stilstand van een aantal nucleaire units, waarmee zeker rekening moet worden gehouden met de winter in het vooruitzicht. Ik denk dat de collega’s van Electrabel daarop straks nog zullen terugkomen. Volgens mij kan niemand zich erover verheugen dat opeens de helft van de nucleaire productiecapaciteit verdwijnt, want die vertegenwoordigt toch ongeveer een kwart van de stabiele productiecapaciteit in ons land. De challenge is al aangehaald: de opvang van de intermittentie, de opvang van het feit dat bijvoorbeeld zon en wind op langere termijn niet voorspelbaar zijn. Op korte termijn is die voorspelbaarheid er wel, maar we kunnen niet snel centrales bouwen, voor het geval dat er geen wind zou zijn, om dan nog snel elektriciteit bij te creëren. Op dat specifiek ogenblik is dat dus een beetje moeilijk.

 

Bovendien stellen wij het volgende vast in verband met zonne-energie. Dit is geen waardeoordeel, gewoon een vaststelling. Zonne-energie kan niet gestockeerd worden, of dat is momenteel nog altijd zeer moeilijk en/of duur. In België draagt zonne-energie op dit moment niet bij tot de winterpiek. Het is nu net tijdens de winterpiek dat wij ons met bepaalde problemen geconfronteerd zien. Als er zich problemen voordoen, dan is dat typisch tussen 17 u 00 en 20 u 00, dus als het donker is in de winter. Op dat tijdstip kunnen we niet rekenen op een bijdrage van PV-cellen, terwijl die capaciteit wel belangrijk is in ons land.

 

In die context moeten wij op dit ogenblik het mogelijke en het onmogelijke doen, om ervoor te zorgen dat wij onze portefeuille in evenwicht houden.

 

Als leden-leveranciers en ook producenten van FEBEG doen wij ook nog het volgende. Wij hebben onderhoudsplanningen en bekijken bijvoorbeeld ook de beschikbaarheid van units. Het spreekt voor zich dat al het onderhoud dat op een of andere manier vervroegd of verlaat kan worden, zodat het niet in de winter hoeft te gebeuren, ook effectief verschoven zal worden. Wij hebben alles in het werk gesteld, opdat alle productiemiddelen die wij ter beschikking hebben, maximaal beschikbaar zijn.

 

Mocht het ergste gebeuren, waarop wij niet rekenen en wat wij zeker niet willen uitlokken, dan zijn bepaalde van onze centrales uitgerust met de zogenaamde black-startcapaciteit, waardoor we can start in the dark, waardoor die installaties uit het niets, zonder enige externe hulpmiddelen zelfstandig en autonoom, op aangeven van Elia, kunnen opstarten. Wij stellen dus alles in het werk om, mocht het ergste gebeuren – nogmaals, wij gaan daarvan momenteel niet uit – toch klaar te zijn om zo snel mogelijk de bevoorrading in het land te herstellen. Op dat vlak doen wij al het mogelijke om ervoor te zorgen dat de productiecapaciteit maximaal en op de juiste momenten beschikbaar zal zijn in dit land.

 

België is geen eiland, dat weten wij. Elia heeft ook heel belangrijke inspanningen geleverd om de interconnectiecapaciteit sterk te verhogen. Wij hebben er allemaal belang bij om te kijken in welke mate er nog potentieel is. Dat betekent concreet ook dat wij België niet als een eiland zien en dat wij als leveranciers en evenwichtsverantwoordelijken op zoek gaan naar productiecapaciteit in het buitenland. Wij kopen dus energie elders aan, zeker in die buurlanden waar er momenteel een productieoverschot is.

 

Naast de eigen productie, sluiten wij op de Belgische markt ook aankoopcontracten af. Wij hebben handelaars die actief zijn op deze markt, bij wie wij aardgas kunnen kopen, CO2-emissierechten die nodig zijn voor de CO2-uitstoot van onze productie-installaties, en ook elektriciteit, mochten wij op een bepaald ogenblik onvoldoende capaciteit hebben of zouden wij de keuze maken om elektriciteit aan te kopen bij andere producenten.

 

Het spreekt voor zich dat wij op dit ogenblik voor de komende winterperiode progressief onze bevoorrading volledig aan het afsluiten zijn. Wij hebben ons geëngageerd, via contracten, om te leveren aan al onze klanten; de energie die wij dan zullen moeten leveren, zijn wij op dit ogenblik aan het aankopen.

 

Wij kopen niet alleen gas en elektriciteit aan bij andere operatoren. Wij hebben ook producenten onder contract. Er zijn heel wat decentrale producenten. Er zijn heel wat mensen met warmtekrachtkoppelingseenheden en dergelijke die ook productie-installaties ter beschikking hebben, waarmee zij warmte leveren aan hun eigen productieprocessen, maar waarop wij in onze portefeuille ook rekenen om ons mee te bevoorraden in geval van nood. Wij zetten hen ook aan maximaal beschikbaar te zijn op de kritieke ogenblikken.

 

Het is waar dat wij het eerst over de sourcing, de aanvoer, l’approvisionnement, hebben gehad. Wij willen ook heel duidelijk benadrukken dat wij als leveranciers – dat is niet sinds de problematiek van deze winter – ondertussen ook producten hebben ontwikkeld om klanten aan te zetten om minder te verbruiken en om het verbruik naar een vroeger of later tijdstip te verschuiven.

 

Men kan koelinstallaties op een bepaald tijdstip bijvoorbeeld dieper later vriezen om ze dan een beetje later minder te laten vriezen. Wij kunnen ook perfect vragen om waterzuiveringsinstallaties vroeger of later te laten pompen. Er zijn dus tal van processen in de industrie waar flexibiliteit ingebakken zit. Het volstaat daar gewoon – ik stel mij misschien simplistisch op met het gebruik van dat woord – om het potentieel aan te boren.

 

Dat is een sensibilisering voor bewustwording die wij samen moeten aangaan. In de praktijk zijn sommige industriëlen nogal weigerachtig om hun processen flexibel te maken. Ik denk dat wij er allemaal samen belang bij hebben om ook de verbruikers van elektriciteit, de industriële processen, aan te zetten tot flexibiliteit, om hen te vragen die flexibiliteit aan te bieden.

 

Het spreekt voor zich dat wij onze klanten aanzetten om, globaal gezien, het stroomverbruik te verminderen. Daar kom ik straks nog op terug. Vermits wij als leveranciers mee getroffen worden, zijn wij natuurlijk vragende partij om bij dat proces betrokken te worden. Sommige van onze klanten zullen worden afgeschakeld. Ik weet dat de Parlementsleden in deze zaal vragende partij zijn om duidelijkheid te krijgen over wat er wanneer zal gebeuren. Wij stellen in naam van onze klanten diezelfde vraag, opdat wij aan de kant van de vraagbeheersing onze klanten zouden kunnen oproepen hun verbruik te matigen, te spreiden, te vervroegen of te verlaten zodat een afschakeling niet nodig zou zijn.

 

01.04  John Peuteman: Je voudrais encore parler des choses suivantes. À moyen terme, je souhaiterais éviter que les prochaines années, nous devions revenir ici pour vous expliquer ce que nous allons faire pour éviter le délestage en hiver.

 

Frank Schoonacker a bien expliqué ce que les fournisseurs et les producteurs membres de la FEBEG font déjà, à court terme, pour éviter autant que possible le délestage: en travaillant sur les moyens de production propres et sur les mesures que nous pouvons prendre vis-à-vis de nos clients, en offrant des produits spécifiques pour gérer leurs demandes, etc.

 

Les autres acteurs du marché, le gouvernement, Elia, etc., sont occupés à prendre leurs responsabilités. Mais ce qui manque à notre avis aujourd'hui, c'est la notion d'"ensemble". En tant que FEBEG, nous demandons d'être impliqués de manière plus proactive dans le processus. Nous sommes, tous ensemble, responsables pour cette problématique et chacun doit faire ce qu'il doit faire et ce qu'il peut faire.

 

In dat kader wil FEBEG duidelijk de hand uitsteken. Wij willen mee zoeken naar bijkomende oplossingen. Meer bepaald kan bijvoorbeeld op korte termijn nog bekeken worden in welke mate de interconnectiecapaciteit verhoogd kan worden. Vandaag worden er vooral commerciële grenzen genoemd, maar misschien kunnen in uiterste nood ook de technische grenzen gebruikt worden om toch wat meer capaciteit of energie uit het buitenland in te voeren. Ook willen wij echt actief mee zoeken naar potentieel inzake de sensibilisatie van de vraag.

 

Il est aussi très important de coordonner la communication vis-à-vis du marché et des clients. Si chacun fait sa propre communication avec ses propres informations, il pourrait y avoir un manque de clarté ou de cohérence à l'égard des clients pour lesquels cela reste très compliqué. L'homme de la rue n'est pas au courant de tout ce qui se passe sur le marché étant donné la complexité que Marc vient de vous expliquer. Il est dès lors très important que nous élaborions ensemble un plan de communication et que nous nous mettions d'accord sur qui dit quoi et quand. S'engager à le faire ensemble sera également un plus pour les personnes qui, aujourd'hui, se font du souci et pour lesquelles les choses ne sont pas très claires. Il faut que l'on se coordonne pour éviter que les gens restent "dans le noir". C'est à éviter absolument!

 

Ik doe dus een oproep. Wij willen daaraan volop meewerken, maar laten wij het samen doen, en niet elk vanuit de eigen hoek.

 

Wat de middellange termijn betreft, wil ik terugkomen op de boodschappen die FEBEG reeds in het verleden meegegeven heeft. Meer recentelijk hebben wij voor de zomer in ons memorandum naar aanleiding van de verkiezingen een aantal probleemdomeinen aangekaart en ook een aantal oplossingen aangereikt. Het is belangrijk dat wij die draad opnieuw opnemen om tot een structureel stabieler kader te komen wat de energiebevoorrading in België betreft. Op dat vlak reiken wij opnieuw de hand aan alle andere stakeholders om daar samen werk van te maken.

 

Ik dank u voor uw aandacht. Wij zijn zeer benieuwd naar uw vragen.

 

De voorzitter: Collega’s, ik stel voor dat wij nu de drie heren enkele vragen stellen, met liefst een vraagsteller per fractie.

 

01.05  Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik wil de heren danken voor de heldere uiteenzetting die werd gegeven, waardoor wij een beter beeld kregen van de positie van de producenten en de leveranciers in dit verhaal. Ik neem aan dat dit vandaag niet de gemakkelijkste positie is.

 

Als ik zie hoe het systeem werkt, vraag ik mij af of u uiteindelijk niet een van de grootste partijen zult zijn die de dupe worden. Wij hebben evenwichtsverantwoordelijken die ervoor moeten zorgen dat ze aan hun klanten leveren wat die van hen vereisen, waarvoor ook genoeg capaciteit in de markt aanwezig moet zijn, zodat vraag en aanbod een mooi evenwicht vormen.

 

Ik kan mij voorstellen dat u in uw portefeuille ook decentrale productie hebt, dat u ook op de markt moet aankopen en dat u klanten hebt die mogelijk worden afgeschakeld.

 

Hoe schat u het effect van het afschakelplan in? Dat is mijn concrete vraag. Ik kan mij voorstellen dat u als evenwichtsverantwoordelijke een mooi evenwicht kunt bereiken, of dat uw leden dat alleszins kunnen, maar dat dit evenwicht door interventie van anderen wordt verstoord: een aantal van uw decentrale productie-eenheden gaan eruit en een aantal van uw klanten gaan eruit. Wil dat zeggen dat de prikkel van 4 500 euro per megawattuur, die u onvrijwillig plotseling moet betalen, omdat Elia beslist om af te schakelen, een enorme druk op u zal leggen? Wat is het effect daarvan? Zult u dat achteraf proberen te recupereren?

 

Ten tweede, het gaat over de capaciteit. De oplossing met de strategische reserve was op korte termijn de minst slechte oplossing. Wat ziet u daarmee op lange termijn gebeuren? Ik kan mij immers voorstellen dat naarmate wij geen bijkomende investeringen krijgen in productie, waarover wij de controle hebben, dat steeds meer een probleem zal worden en dat steeds meer centrales dreigen in die strategische reserve terecht te komen. Hoe ziet u dat evolueren? Op welke manier moet de link worden gemaakt met de capaciteitsmarkt? Het is heel belangrijk te weten welke systemen wij kunnen gebruiken om zo kostenefficiënt mogelijk die capaciteit te garanderen. Daarover zou ik toch wel wat meer willen vernemen.

 

Op het vlak van de interconnectie, het opschuiven naar de technische grenzen: zolang dat op een veilige manier kan, lijkt mij dat verantwoord. Maar dan blijft natuurlijk de vraag of die capaciteit in het buitenland beschikbaar is. Een heel aantal van uw leden produceren natuurlijk niet alleen in ons land, maar ook in andere landen, waardoor zij een goed zicht hebben op hetgeen daar op de markt aanwezig is en wat daar eventueel nog tijdens de winter kan worden geproduceerd. Kunt u ons daarop een zicht geven? Hoe waarschijnlijk is het dat er daar capaciteit voorradig is? Ik kan mij immers voorstellen dat de producenten die ook in het buitenland centrales hebben staan, ons daarover toch iets meer kunnen vertellen dan hetgeen wij de afgelopen weken onder andere van Elia hebben gehoord.

 

Ten slotte heb ik nog een vraag over de economische randvoorwaarden. Wij weten dat een deel van de problematiek de prijs op de markt is, die voor bepaalde centrales gewoon te laag is. Ik denk dan met name aan gascentrales, maar ook aan andere centrales die er zonder ondersteuning niet komen. Kunt u ons een zicht geven op de specifieke uitdagingen die de Belgische centrales hebben ten opzichte van het buitenland? Wat zijn de economische randvoorwaarden waardoor wij het slechter of duurder doen dan in het buitenland? Kunt u ons daarvan een paar voorbeelden geven? Dat zou helpen om in de toekomst ons investeringskader recht te trekken.

 

01.06  David Clarinval (MR): Monsieur le président, à mon tour, je remercie les intervenants pour ces éclaircissements, qui nous ont permis de comprendre la situation présente.

 

Je ne poserai que quelques petites questions. Vous avez lancé un appel à plus de coordination. Au terme de votre exposé, vous avez demandé que des solutions techniques soient trouvées en termes d'interconnexion, mais aussi sur le plan de la sensibilisation de la population. Ma question est très simple: selon vous, qui doit accomplir cette tâche? N'est-ce pas à la FEBEG de donner ce coup de pouce? Ou bien Elia devrait-elle s'en charger? À moins que ce soit la CREG ou le ministre? Pouvez-vous donc nous dire qui vous aviez en tête?

 

Ensuite, pour la FEBEG, qui sera responsable en cas d'activation du plan de délestage? Selon vos juristes, qui devrait payer les éventuels dommages subis par les personnes qui seraient privées d'électricité?

 

Enfin, je ne puis m'empêcher de vous poser la question suivante. Vous avez dit que les centrales au gaz étaient rudement soumises à concurrence par le charbon. Or les subventions qui sont généreusement accordées à d'autres secteurs de production ne constituent-elles pas une source de concurrence déloyale? Je pense notamment aux énergies vertes alternatives.

 

Je vous remercie d'avance pour vos réponses.

 

01.07  Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil de drie heren bedanken voor de toelichting die zij hier gegeven hebben.

 

De vragen die al gesteld zijn, zal ik niet herhalen.

 

Geachte heren, u zegt dat u alle maatregelen zult nemen om een afschakeling te vermijden. Uiteraard kunnen wij die ingesteldheid alleen maar toejuichen en wij verwachten ook dat u die maatregelen zult nemen. U hebt al een aantal maatregelen opgesomd, onder andere de black-startcentrales. Andere mogelijkheden zijn de aankoop van productiecapaciteit in het buitenland, de afsluiting van aankoopcontracten om aan de vraag te voldoen, ook bij andere leveranciers, decentrale productie, het aanzetten van klanten tot minder verbruik of tot flexibel omgaan met verbruik en ten slotte de vraagbeheersing. U hebt dat vrij algemeen aangehaald, maar kunt u daar ook concrete cijfers op kleven? Over hoeveel capaciteit gaat het mogelijk? Wat is het worstcase- en bestcasescenario? Graag zou ik daarin, op basis van cijfers, wat meer inzicht krijgen.

 

In uw eindconclusie zegt u dat u voor gigantische uitdagingen staat en dat u die alleen maar aankunt als alle partners samenwerken. U roept op om op korte termijn, maar ook zeker op middellange termijn, meer gecoördineerd te werken met alle betrokken partners. Dat kunnen wij alleen maar ondersteunen. Ook wij vinden dat wij meer moeten samenwerken met de stakeholders. Daar pleiten wij voor in een energiepact. Echter, wanneer u nu die oproep formuleert, dan lijkt het alsof u nu het gevoel hebt dat u te weinig betrokken bent. Is er tot nu toe weinig coördinatie gebeurd? Zijn jullie naar aanleiding van de problemen die zich deze winter voordoen, op voorhand voldoende betrokken? Zitten jullie in bepaalde werkgroepen of hebben jullie overlegd met andere partners, zoals Elia of de staatssecretaris? Ik zou graag weten op welke manier u nu reeds betrokken bent bij de problematiek van de komende winter en hoe u dat inschat, of die betrokkenheid te veel of te weinig is en wat eraan kan worden verbeterd.

 

01.08  Tim Vandenput (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik dank de drie heren voor hun toelichting.

 

De Open Vld-fractie heeft altijd getracht te focussen op het niet-activeren van het afschakelplan. De vorige commissievergaderingen gingen vooral daarover. Ik ben blij dat hier eindelijk iemand zegt dat de kans niet zo groot is en dat men tracht zo veel mogelijk capaciteit in te zetten.

 

Heren, uw vraag naar samenwerking tussen alle stakeholders is een terechte vraag. Als burgemeester van een kleine gemeente stel ik ook vast dat de communicatie van Binnenlandse Zaken en van de provincie aan de gemeentebesturen zeker niet optimaal is. Wij gingen ervan uit dat uw instellingen reeds betrokken waren. Dat moet nu zeker gebeuren met het oog op de sensibilisering op korte termijn, maar ook op lange termijn.

 

In uw plannen hebt u het ook over WKK’s en biomassacentrales. Collega Patricia Ceysens heeft vorige week dezelfde vraag al gesteld: hoe kunnen die ingezet worden als zij ook in het afschakelplan zitten? Dat is zeer onlogisch. Er zijn WKK’s en biomassacentrales die niet op het net zullen geraken omdat zij in de eerste of tweede schijf zitten. Dat is zeer onlogisch. Ik hoop dat u daarover zult praten met de DNB’s. Mijn eerste vraag is dus: hoe zult u dat aanpakken?

 

Ik veronderstel dat door de geplande marges de marges van de leveranciers ook onder druk zullen komen te staan. Ik heb dus voor u een vraag naar de lange termijn. Bent u met de DNB’s aan het onderhandelen om smart meters in te zetten? Ik bedoel daarmee geen kwartiermeters, maar toch meters waarmee het elektriciteitsverbruik op regelmatige tijdstippen gemeten wordt op het niveau van de huiskamer, zodat elke gebruiker kan kiezen wanneer hij welk tarief gebruikt. Dit is misschien een oplossing op lange termijn. Zo komt men tot een systeem waarin de verbruiker betaalt, net zoals voor het milieu geldt dat de vervuiler betaalt.

 

Tot daar mijn twee concrete vragen.

 

01.09  Karin Jiroflée (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik wil eerst zeggen dat ik daarnet bijna van mijn stoel viel. Sommige collega’s zetten de zaken toch wel op hun kop.

 

Ik wil de heer Wollants er toch wel even op wijzen dat de grote slachtoffers van dit hele gebeuren net de gebruikers zijn en dan heb ik het vooral over de gezinnen en de kmo’s.

 

01.10  Bert Wollants (N-VA): De gebruikers zijn inderdaad een van de grote slachtoffers, maar dat geldt evenzeer voor de kleine leveranciers en producenten, want het zijn net zij die ervoor hebben gezorgd dat de gebruikers de beste prijzen op de markt kunnen krijgen. Laten we dus niet schieten op zij die ervoor gezorgd hebben dat de markt zo flexibel is geworden.

 

01.11  Karin Jiroflée (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik wil de discussie niet openen, maar ik kon mij even niet inhouden.

 

Ik heb met genoegen vastgesteld dat FEBEG ook wil meehelpen om te proberen de schade die er zit aan te komen mee op te lossen.

 

Ik heb daarover drie concrete vragen.

 

Ten eerste, ik heb u horen zeggen dat u de klanten tot rationeel verbruik wil aanzetten, dat u mee wil helpen om de klanten te sensibiliseren. Op welke manier ziet u dat? Hoe gaat dat concreet? Hebben jullie daarover al afspraken met elkaar en met de leveranciers gemaakt? Hebben jullie zich ter zake al georganiseerd? Kunt u daarover meer concrete uitleg geven?

 

Ten tweede, u hebt ook gezegd dat u de reservecapaciteit nog kunt inzetten. Dat klinkt hoopvol. Dan willen wij weten over hoeveel dat gaat. Hoeveel gaat dat opleveren?

 

Ten derde, u zei dat u mee wil helpen zoeken naar de interconnectiviteit. Zijn daar dan al concrete voorstellen? Wat zou dat opleveren?

 

Ze klonken mij als zeer goede voornemens in de oren, maar wij zouden over deze drie zaken ook iets concreets willen horen.

 

01.12  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de voorzitter, ik dank de heren voor hun toelichting.

 

Wat mij het meeste is opgevallen, is een statement, dat ik onderschrijf en deel, namelijk dat alle spelers op het veld er alles aan moeten doen om een afschakeling te vermijden. Het feit dat het federaal Parlement zich daarover ondertussen al een aantal weken moet buigen, is een welvarend land als België onwaardig, dus laten wij dat proberen te vermijden.

 

Een ander statement dat ik u sterk heb horen maken en dat ik ten zeerste onderschrijf, is het pleidooi voor samenwerking. De slogan van onze favoriete Rode Duivel – tous ensemble – is net niet de revue gepasseerd. Het pleidooi voor samenwerking en coördinatie deel ik ten volle.

 

Alleen word ik een beetje zenuwachtig omdat wij intussen al vier weken na elkaar gelijkaardige presentaties horen van personen die zeggen dat we die afschakeling moeten vermijden, dat wij daar alles aan moeten doen en moeten samenwerken.

 

Dan vraag ik mij af of er dan geen staatssecretaris voor Energie is, zelfs al is het in lopende zaken, om al die mensen van goede wil, die coalition of the willing, rond de tafel te brengen. Er zijn toch zeven dagen in een week waarop er kan worden vergaderd, gecoördineerd en samengewerkt?

 

Ik hoor al die pleidooien voor samenwerking graag, maar er moet nu maar eens een staatssecretaris opstaan die de mensen samenbrengt, want anders zullen wij in februari hoorzittingen hebben waarin mensen zullen zeggen dat ze alles gedaan hebben om een afschakeling te vermijden en dat ze wel wilden samenwerken, maar dat het niet gelukt is. Dat kan volgens mij niet de bedoeling zijn. Tot zover mijn analyse van de boodschap die ik, voor alle duidelijkheid, ondersteun, en waarvan ik hoop dat wie ze moet horen – in de eerste plaats de staatssecretaris – ook mee aan de slag gaat en de uitgestoken hand aanvaardt.

 

Ik heb vier elementen van vragen en concrete opmerkingen.

 

Ik ben het gedeeltelijk eens met de slide waarin u probeerde de situatie te schetsen. U zegt dat er niets nieuws onder de zon is, maar dat het uitzonderlijke situaties zijn. U verwijst daarbij naar uw noodkreet in 2008, zoals er een noodkreet is geweest van de CREG, van Elia, van Ecolo-Groen en van veel partijen sinds 2008 en zelfs al eerder.

 

Er is nood aan rechtszekerheid. Ik ben het ermee eens dat de situatie in zekere mate voorspelbaar is. Waarmee ik het niet eens ben, is uw stelling dat de situatie vandaag uitzonderlijk is en in zekere mate onvoorspelbaar door de grote onbeschikbaarheid van het nucleair park.

 

Dan richt ik mij ook tot u, want FEBEG is tenslotte een belangenorganisatie, niet alleen van leveranciers, maar ook van producenten. De problemen van Doel 3 en Tihange 2 bestaan al twee jaar. Die problemen zijn dus niet nieuw. Heeft FEBEG daarin met haar leden voldoende een rol gespeeld? Zo uitzonderlijk is de situatie immers toch niet. Eigenlijk is er kostbare tijd verloren gegaan.

 

De tweede vraag die ik wil stellen, werd door collega Clarinval al scherp geformuleerd. Wie is er nu eigenlijk verantwoordelijk ingeval het tot een afschakeling komt? Wie zal er betalen? Ook onze fractie vindt dat een vergoeding verschuldigd is aan mensen met een contract. Vorige week bespraken we het voorbeeld van de tandarts van collega Metsu. Als hij wordt afgeschakeld, dan kan hij niet werken, maar hij heeft wel een contract en zou zijn werk moeten kunnen uitvoeren. Wie is daarvoor verantwoordelijk? Ik begrijp dat het een juridisch kluwen is van producenten en leveranciers. U verenigt eigenlijk beiden, dus ik kan mij voorstellen dat dat binnen FEBEG wel boeiende debatten oplevert. De mensen thuis hebben immers geen contract met een producent of met een centrale, maar wel met een leverancier. De leverancier doet misschien alle moeite van de wereld, zoals investeren in groene technologie, en laat geen steek vallen, in tegenstelling tot de producenten die werken met oude kerncentrales. Hij wordt ook zelf afgeschakeld en dat is onrechtvaardig. Ik vermoed dat u de vraag naar de juridische verantwoordelijkheid al ten volle bekeken hebt. Hoe kunnen wij de producenten die uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor de chaos, daarop ten volle aanspreken? Ik vermoed dat het lot van de leveranciers, net als het lot van de klanten, voor u in dezen bijzonder belangrijk is.

 

Met mijn derde en vierde vraag kijk ik wat meer op lange termijn.

 

Omtrent het vraagbeheer heb ik al een duidelijk pleidooi gehouden, want ik geloof daarin als een belangrijke bouwsteen van een progressief en sterk energiebeleid. Wie zal daarin de lead nemen? U zegt zelf dat u er als leveranciers wel een rol in kunt spelen, door ter zake pakketten te ontwikkelen en met de klanten in dialoog te treden, waardoor sensibilisatie mogelijk is en resultaten geboekt kunnen worden. Tegelijkertijd maakt het vraagbeheer ook deel uit van de strategische reserve en is Elia ook de markt aan het verkennen door bij verbruikers na te gaan hoe het vraagbeheer gestuurd kan worden. Ik wil niet extreem rigide zijn, maar ik vind dat geen ideale situatie. Als wij geloven in demand-side management als component van een energiebeleid, dan denk ik dat maar eens duidelijk moet worden wie daarin de leiding neemt. Welke visie hebt u daaromtrent? Gelooft u in complementariteit? Dat zou ik dan ook graag vernemen. Ik vrees dat er opnieuw een situatie ontstaat waarbij veel mensen met hetzelfde bezig zijn, waardoor er geen optimale resultaten worden geboekt.

 

Ten slotte is het mijn overtuiging dat een energiepact, waarvan ook onze fractie voorstander is, onder andere een ambitieus pleidooi voor hernieuwbare energie en voor energiebesparing moet bevatten. Een even belangrijke vraag: welk marktdesign willen wij eigenlijk? Welke technologie willen wij steunen? Hoe vermijden wij dat er geld over de balk wordt gegooid, omdat dingen die niet ondersteund moeten worden, toch steun krijgen?

 

Collega Wollants heeft de discussie over de strategische reserve aangesneden. Hoe verhoudt de strategische reserve zich tot de capaciteitsmarkt? Daar ging uw presentatie over. Ik vraag mij af wat de houding van FEBEG is tegenover mechanismen als de openbare aanbesteding die nu loopt voor nieuwe of niet-Belgische gascentrales? Gelooft u daarin als structureel instrument voor het energiebeleid, of niet? Dat is een vraag om bij te leren.

 

Ik wil u alvast bedanken voor uw aanwezigheid. Ik hoop dat uw oproep tot samenwerking en coördinatie duidelijk wordt opgepikt door de collega’s en door de staatssecretaris. Ik hoop ook dat FEBEG de producenten die een steek laten vallen en die een zware verantwoordelijkheid dragen, zal aanmanen hun verantwoordelijkheid op te nemen.

 

01.13  Vanessa Matz (cdH): Monsieur le président, je remercie les trois intervenants.

 

Je voudrais faire une remarque préalable. J'ai quelque peu bondi quand j'ai lu dans vos slides que tant les clients que les fournisseurs et les gestionnaires de réseau subissent le plan de délestage qui ne tient pas compte du fonctionnement du marché. C'est un peu l'hôpital qui se moque de la charité! Si le plan de délestage est activé, c'est justement parce que le marché ne fonctionne pas de manière optimale. Je ne dirai pas que c'est un certain déni de black-out de penser que le plan de délestage a presque l'air d'être un caprice qui est activé. On sait pourquoi il est activé, s'il doit l'être à un moment donné, et on sait aussi toutes les mesures qui peuvent être prises pour éviter ce plan de délestage. S'il doit être activé, c'est parce que le marché n'a pas fonctionné de manière optimale.

 

Vous avez décrit plusieurs mesures que vous vouliez prendre et que vous êtes en train de mettre au point. Avez-vous chiffré la capacité complémentaire que ces mesures pourraient engendrer?

 

La question de la responsabilité a été complètement éludée. Or, contractuellement, il y a un certain nombre d'obligations. Quelle est votre opinion sur cette question? Qui pourra être responsable in fine en cas de délestage?

 

Au collègue qui vient de parler, je voudrais dire qu'il y a une coordination puisqu'il y a aussi un contact avec la secrétaire d'État et les différents ministres des entités fédérées responsables de l'énergie. Même si M. Calvo a l'impression qu'il s'agit d'improvisation, il me semble qu'il a bien conscience du fait que la secrétaire d'État met tout en oeuvre pour que la coordination puisse effectivement avoir lieu.

 

01.14  Marco Van Hees (PTB-GO!): Monsieur le président, je remercie les intervenants pour leurs exposés. Comme d'autres collègues, j'ai également été choqué par certains passages, notamment celui repris sur le slide n° 7 où vous indiquez que les fournisseurs subiraient le plan de délestage. Je ne répète pas ce que ma collègue, Mme Matz, vient de dire mais je pense effectivement que c'est le monde à l'envers. Ce sont en effet les producteurs qui, en sous-investissant dans les centrales au gaz, par exemple, et en privilégiant l'option nucléaire à tout prix parce qu'elle rapporte plus, nous ont mis dans une situation de pénurie aujourd'hui. Il faut assumer ses responsabilités. Je trouve dès lors un peu facile de reporter la faute en disant "nous, fournisseurs, nous subissons le plan de délestage." Non! Vous êtes responsables d'une situation qui oblige aujourd'hui à envisager un plan de délestage. Comment peut-on interpréter cette phrase si ce n'est comme une façon de dire "voilà, s'il y a des dommages, nous ne les assumerons pas car nous ne faisons que subir ce plan"?

 

Comme plusieurs collègues, j'aimerais que vous précisiez votre position sur l'indemnisation des dommages qu'il pourrait y avoir en cas d'activation du plan de délestage. Les fournisseurs que vous représentez vont-ils assumer leurs responsabilités contractuelles et indemniser les consommateurs qui subiraient des dommages? Comptez-vous obliger ces consommateurs à intenter une action en justice pour tenter d'obtenir ces dommages - avec tous les déséquilibres que cela va induire car un petit consommateur n'a pas toujours les moyens d'entamer une action en justice? J'aimerais avoir une réponse claire à cette question.

 

J'en viens à une autre phrase que vous avez dite et qui m'a également choqué. Vous dites que "c'est ensemble que nous devons faire face à la situation". Ensemble? N'est-ce pas là justement votre rôle? Vous représentez les différents fournisseurs. Or, nous sommes dans une situation de marché où les différents fournisseurs font ce qui les arrange en fonction de leurs impératifs de profit.

 

Si vous les regroupez, assumez cette fonction et regroupez-les de manière à éviter une situation de risque de pénurie. Vous êtes le collectif de ces fournisseurs, jouez votre rôle! Que les fournisseurs, ensemble, assument leurs responsabilités. Quand j'entends un représentant d'Electrabel - nous aurons l'occasion d'en parler après - qui dit n'être pas responsable d'assumer l'approvisionnement en électricité en Belgique, je me pose des questions sur la responsabilité que vous assumez pour faire face aux besoins énergétiques de notre pays.

 

J'ai encore une question précise. Nous allons être dans ce risque de pénurie. Je suppose, comme vous regroupez 98 % des producteurs qui fournissent le réseau Elia, que vous avez déjà fait des estimations, des pronostics sur ceux, parmi les différents producteurs ou fournisseurs que vous représentez, qui risquent le plus de se trouver dans une situation où ils ne pourront pas remplir leurs obligations contractuelles de fournir les consommateurs, par rapport à ce qu'il y a en in et en out. Pouvez-vous nous dire, sauf si vous n'avez pas fait cette estimation, mais je suppose que vous l'avez faite, quels sont les producteurs qui sont dans une situation plus difficile à ce niveau?

 

01.15  Aldo Carcaci (PP): Monsieur le président, je tiens à m'associer à mes collègues et à remercier les intervenants. J'ai bien compris que la FEBEG était une association représentant l'ensemble du marché. Je voudrais toutefois qu'on précise le rôle exact et les responsabilités de la FEBEG. En quoi et comment intervient-elle dans le sujet qui nous concerne aujourd'hui?

 

Par ailleurs, j'ai bien entendu les mots "ensemble", "responsables", etc. Mais, si je me place du côté des consommateurs, après avoir payé notre énergie comme nous l'avons fait jusqu'à présent, il y a de quoi être drôlement déçu: la collaboration et la solidarité de tous est requise, alors que nous méritons mieux que ce qu'on nous sert actuellement.

 

La présidente: Je voudrais revenir sur la notion de responsabilité. Vous êtes, producteurs et fournisseurs, censés garantir et honorer les contrats que vous avez conclus avec vos clients. Vous êtes responsables du fait que l'ensemble des clients soient fournis en temps utile quant à leur propre demande. Vous devez offrir, garantir et honorer ces contrats.

 

La petite phrase de votre présentation (slide 7), que certains ont déjà citée, pose vraiment question. On a l'impression que vous vous mettez les mains devant les yeux et que vous dites: "ce n'est pas moi, ce sont les autres". J'aimerais que vous précisiez cette problématique de responsabilité contractuelle quant à vos clients. Nous savons que vous devez garantir l'équilibre et que, sans garantie d'équilibre, le tarif serait très cher. Cela a été prévu par la secrétaire d'État.

 

Nous pouvons aussi nous poser la question de l'indemnisation. Jusqu'où vont vos responsabilités si vous n'honorez pas vos contrats? Nous aimerions obtenir des précisions très claires à cet égard.

 

Ensuite, vous nous avez parlé du manque de sécurité juridique pour des investissements en Belgique. La législation a évolué en ce domaine. En parallèle, vous fermez des centrales au gaz uniquement pour des raisons de rentabilité. Quand je dis "vous", ce n'est pas pour vous désigner personnellement, mais plutôt ceux que vous représentez. Cette logique de marché est-elle légitime au regard de votre responsabilité contractuelle? Une telle relation triangulaire pose question.

 

Vous avez aussi parlé de pistes destinées à diminuer la demande. Vous avez notamment évoqué un potentiel technologique qui se trouverait du côté des consommateurs. Ainsi, la puissance du réfrigérateur pourrait être réduite, de sorte qu'il pourrait supporter deux heures de coupure de courant. Cette piste technique vis-à-vis des consommateurs importants ou moyens a-t-elle été correctement explorée par les fournisseurs? Est-elle encore exploitable en vue de diminuer aujourd'hui la consommation d'énergie? Estimez-vous qu'il vous appartient de creuser cette piste ou bien cela incombe-t-il au SPF Économie ou encore aux GRD? Bref, qui devrait en être responsable?

 

Je suis d'accord avec vous quand vous dites: qui dit quoi et quand? L'importance du message que nous délivrerons aux citoyens, aux PME et aux indépendants et l'importance de la coordination de la communication ont été rappelées. Je ne jugerai pas les initiatives prises par certains fournisseurs mais, en tant que responsable publique, il me semble qu'il faut éviter une communication chaotique et, surtout, une communication individuelle de certains fournisseurs qui pourraient simplement garantir l'équilibre de leur propre portefeuille. Ils alerteraient leurs clients alors que c'est l'équilibre de leur portefeuille commercial qui est en danger et qu'il ne s'agit pas du tout du danger d'un plan de délestage, c'est-à-dire d'un pic de consommation et d'un manque d'énergie.

 

La coordination doit être globale et non propre à chaque fournisseur en fonction de ses clients et par rapport à son équilibre commercial. Il faut que la communication porte sur l'intérêt de tout le pays et sur le fait qu'il faille éviter tout plan de délestage. À cet égard, la secrétaire d'État vous a-t-elle déjà contactés au sujet d'une communication globale et sur la manière de communiquer à l'ensemble de vos clients avec un même message? Cette coordination a-t-elle déjà eu lieu? Êtes-vous prêts à y participer?

 

01.16  John Peuteman: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de voorzitter, ik wil beginnen met de meest prangende en concrete vraag, namelijk de vraag over de verantwoordelijkheid en de mogelijke schade. Ik wil daarmee beginnen, omdat ik de vraag toch meerdere keren heb gehoord.

 

De klanten hebben allemaal een contract met hun leverancier. Het staat buiten kijf dat de leveranciers de contracten rigoureus zullen naleven, er bestaat daarover geen enkele twijfel. Wij komen onze verantwoordelijkheden dus na, zoals die zijn overeengekomen met de klant in het contract dat wij met hem hebben afgesloten. De klant kan natuurlijk zelf ook bepaalde verzekeringen hebben afgesloten. In dat geval is het mogelijk dat er een gesprek nodig is met zijn verzekeraar.

 

Voor het overige kunnen wij stellen dat het gemeenrecht van toepassing is en dat alle discussies daaromtrent zeer snel juridisch van aard kunnen zijn. In die zin is het op dit moment niet mogelijk om daarop nu reeds zeer concrete antwoorden te geven, temeer ook omdat wij ervan kunnen uitgaan dat elk schadegeval, mocht het zich voordoen, individueel zal moeten worden bekeken.

 

Algemene uitspraken in dat verband zijn dus niet mogelijk, tenzij door te zeggen dat er een contract is en dat dit contract gerespecteerd zal worden.

 

Ik wens in dat verband nog eens te herhalen dat de leveranciers – evenals de klanten die, als er een afschakeling komt, zeer zeker ook het slachtoffer zijn – de beslissing om af te schakelen evenzeer ondergaan. Die beslissing zal door de overheid worden genomen, op advies van de transportnetbeheerder Elia.

 

Waarom ondergaan? Omdat op dat moment, onafhankelijk van de vraag of de leverancier of zijn evenwichtsverantwoordelijke al dan niet in evenwicht is, een bepaald deel van de klanten niet meer zal worden bevoorraad. De leverancier zal technisch in de onmogelijkheid zijn om de klant te bevoorraden.

 

La présidente: Les producteurs doivent garantir une sécurité d'approvisionnement. Si, à un moment donné, un ministre doit décider du plan de délestage et Elia couper certaines cabines, comme prévu dans le plan de délestage, c'est parce qu'il n'y a pas assez d'offre pour la demande à ce moment-là, me semble-t-il. Il y a quelque part une responsabilité en amont. Dire que vous le subissez autant que n'importe qui parce que vous ne pourrez plus fournir vos clients me semble un peu exagéré. Ou expliquez-nous de manière plus détaillée. J'essaye de résumer l'interrogation que je vois chez mes collègues.

 

01.17  Frank Schoonacker: Il y a des situations qui peuvent se présenter dans lesquelles tout le monde en Belgique est parfaitement en équilibre mais où on doit quand même prendre des mesures de délestage parce que l'énergie part ailleurs.

 

La présidente: Par exemple?

 

01.18  Frank Schoonacker: Très concrètement, en tant que fournisseur, on peut avoir toute la production nécessaire pour alimenter notre portefeuille, mais il n'y a pas que des fournisseurs et des producteurs qui sont actifs en Belgique. Il y a le négoce, les traders, qui sont actifs, qui peuvent être en déséquilibre.

 

Et même purement techniquement, l'électricité - qu'on le veuille ou pas, c'est la loi de la physique-, prend le chemin vers moins de résistance. S'il y a un pays voisin où il fait froid, très froid, il existe un risque que certains électrons partiront là-bas, qu'on le veuille ou non. On n'y peut rien. On peut être en parfait équilibre en Belgique et les électrons partent quand même. Il y a des situations dans lesquelles on peut être en difficulté.

 

01.19  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Ik vind het evenzeer belangrijk om de wetten van de fysica geregeld te herhalen. Maar het is niet het moment om te blijven steken in abstracte theorieën. De situatie die u schetst, kan zich voordoen, maar niet de komende winter. Als er zich de komende winter een probleem voordoet, dan is dat omdat het park van een aantal producenten niet actief is en zij hun engagementen ten aanzien van hun leveranciers en onrechtstreeks ten aanzien van hun klanten, niet honoreren. Dat is een heel andere situatie dan de situatie die de heer Schoonacker beschrijft. De vraag van onze commissie luidt wie er in dat geval zal betalen. Wanneer u zegt dat u zich als leveranciers neerlegt bij het feit dat u van de producenten geen stroom zult krijgen, dan opent u de doos van Pandora. U zegt eigenlijk dat u uw contract niet kunt honoreren. Vervolgens zouden klanten als volgt kunnen reageren: als u als leverancier niets voorziet wanneer er geen stroom is, dan hoeven zij ook hun factuur niet te betalen als zij geen geld hebben. Zo simpel is het. Ik vraag dat u daaromtrent duidelijkheid creëert, want anders opent u de doos van Pandora. De situatie die zich voordoet, is een andere dan de situatie die de heer Schoonacker beschrijft.

 

01.20  John Peuteman: Ik zou er mij toch voor hoeden om te voorspellen wat effectief de oorzaak zal zijn, als er tot een afschakeling overgegaan moet worden. U kunt zich verschillende scenario’s inbeelden. Nu reeds zeggen dat een afschakeling te wijten is aan het al dan niet opnemen van verantwoordelijkheden, nu of in het verleden, van producenten en leveranciers, dat vind ik echt wel een brug te ver.

 

01.21  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijn vraag is geënt op een situatie die u zelf beschrijft.

 

La présidente: Monsieur Calvo, c'était juste pour une précision. Nous allons continuer à écouter les représentants de la FEBEG.

 

01.22  John Peuteman: Ik snijd nu een volgend onderwerp aan, namelijk de oproep van meerdere Parlementsleden tot coördinatie.

 

Qui doit prendre l'initiative pour mettre les parties autour de la table? Nous sommes d'avis qu'il s'agit plutôt du rôle de la secrétaire d'État. À cet instant, nous n'avons encore reçu aucune invitation à cette fin. C'est pour cette raison que nous lançons un appel ici. C'est très important pour nous et nous sommes prêts à nous mettre autour de la table avec nos partenaires.

 

01.23  Marc Van den Bosch: Waarom FEBEG? Wij zijn een organisatie waarbij leveranciers en producenten zijn aangesloten en wij proberen de gemeenschappelijke belangen van onze leden te verdedigen. Wij zijn ook actief in het sociale domein, op het vlak van onderhandelingen met de vakbonden over de loon- en arbeidsvoorwaarden van de sector. Dat is ook een belangrijk punt. Wij volgen ook economische dossiers op, zowel van producenten en leveranciers als met betrekking tot wat in de diverse Gewesten gebeurt. Daarom willen wij over deze thema’s naar buiten komen.

 

Er was ook een vraag over de marges van de leveranciers. Ik wil daarover een slide tonen. Is dat mogelijk?

 

La présidente: Je propose que vous les montriez au cours de la deuxième partie, consacrée à Électrabel.

 

01.24  Marc Van den Bosch: Een van de collega’s heeft een studie gemaakt waarin de marges van de verschillende leveranciers geanalyseerd worden, op basis van de rekeningen bij de Nationale Bank van 2010 tot 2013. Daarin worden verschillende situaties bekeken, maar de meest relevante is de situatie na belastingen, rekening houdend met eenmalige inkomsten, de structurele situatie van de leveranciers dus. In de grafiek ziet men dan dat in 2010 de marge van de leveranciers ongeveer 2 % was en dat dit gedaald is naar minder dan een 0,5 % in 2013. Vandaar de noodzaak om een goed kader te creëren en ervoor te zorgen dat de leveranciers nog verder hun werk kunnen doen.

 

01.25  Frank Schoonacker: Er zijn heel wat vragen gesteld met betrekking tot het evenwicht, de markt van morgen, de economische randvoorwaarden en de beschikbare flexibiliteitsvolumes.

 

Je regroupe certaines questions relatives à ce thème.

 

Ten eerste wil ik het hebben over het effect van een evenwichtsverantwoordelijke op het evenwicht. Het spreekt voor zich dat er vandaag, veel meer dan vroeger, heel wat decentrale productiecapaciteit bijgekomen is in dit land. Indien bepaalde wamtekrachtkoppelingseenheden en bepaalde windmolens die op het distributienet aangesloten zijn, worden afgeschakeld doordat Elia een hoger gelegen hoogspanningspost afschakelt omdat die in één van de zes schijven zit, heeft dat inderdaad een directe impact op het evenwicht van de betrokken evenwichtsverantwoordelijke. Die is op dat ogenblik die productie kwijt, en hij is waarschijnlijk ook zijn klanten in die distributiezone kwijt. De afschakeling gebeurt nu immers niet selectief. Dat is de reden waarom wij zeggen dat de leveranciers en de evenwichtsverantwoordelijken de afschakeling mee ondergaan. Er wordt nu niet selectief onderbroken. Als een bepaald stuk afgeschakeld moet worden, geldt dat voor alle klanten die zich stroomafwaarts van de afgeschakelde transformatorpost bevinden. Dit geldt voor alle leveranciers die actief zijn in dat netgebied. Dat is inderdaad een bezorgdheid die wij delen. De evenwichtsverantwoordelijke ziet zich, enerzijds, een stuk van de productiecapaciteit ontzegd, terwijl hij anderzijds met een onevenwicht kampt, en dat tegen 4 500 euro per megawattuur. Die bezorgdheid delen wij uiteraard.

 

Ten tweede, wat de interconnectie met het buitenland betreft, garandeert Elia nu op elk moment 3 500 megawatt. Dat komt door een aantal veiligheidscontraintes. De challenge die aangegaan moet worden, is te kijken in welke mate in de uitzonderlijke omstandigheden waarin men de keuze moet maken tussen afschakelen en het inschakelen van iets meer interconnectiecapaciteit, men net iets verder kan gaan door gedurende korte tijd toch extra interconnectiecapaciteit in te schakelen.

 

C'est la suggestion qui fut proposée dans cette commission: faut-il garder en permanence ces 3 500 MW comme limite supérieure? Des circonstances exceptionnelles ne pourraient-elles pas nous inciter à aller au-delà, afin d'éviter le délestage?

 

Er werd verschillende keren gealludeerd op gasinstallaties. Wij moeten erover waken dat gasinstallaties in dit land geen specifieke nadelen ondervinden ten opzichte van gasinstallaties in het buitenland.

 

FEBEG heeft vastgesteld dat er nadelen zijn en er werd daarop ook ingegaan in het memorandum. Ik kan twee voorbeelden geven.

 

Vandaag moeten wij in België een injectietarief betalen aan Elia om elektriciteit te mogen injecteren met een STEG, een stoom- en gasturbine. Op dit ogenblik is het in België ook onmogelijk om bijvoorbeeld op dagbasis capaciteit op het gasnet te boeken. Wij moeten dat voor een heel jaar boeken, of niet.

 

In Duitsland, bijvoorbeeld, hebben gascentrales dat nadeel niet. Dat betekent dat zij, aangezien zij veel flexibeler gas kunnen boeken en geen injectietarief moeten betalen, veel flexibeler op de markt kunnen inspelen en dus geen concurrentienadeel hebben ten opzichte van de Belgische gasinstallaties.

 

Dat zijn twee heel concrete voorbeelden waarin de Belgische gasinstallaties een nadeel hebben ten opzichte van bijvoorbeeld Duitsland en Nederland.

 

Bovendien werd er een specifieke toelichting gevraagd met betrekking tot de specifieke situatie van gas en rentabiliteit. Een dergelijke installatie moet voldoende marge genereren tijdens het jaar om de vaste kosten – netkosten, onderhoudskosten, personeelskosten enzovoort – te kunnen dragen. Wij stellen vandaag jammer genoeg vast dat die installaties structureel verlieslatend zijn. Het is niet dat er te weinig geld mee wordt verdiend, maar er wordt geld op verloren. Directeur-generaal Marc Van den Bosch heeft er net op gewezen dat het in een vrijemarktomgeving, in een markt waar de marges miniem zijn voor de leveranciers-producenten, op termijn niet haalbaar is te vragen dat zij bepaalde assets die op dit ogenblik verlieslatend zijn, in dienst houden.

 

Er is dus geen sprake van superwinsten op die activa, integendeel. Het is gewoon structureel verlieslatend.

 

In die zin is de strategische reserve inderdaad een mooie oplossing om op korte termijn ervoor te zorgen dat bepaalde relatief moderne gasinstallaties toch in de markt kunnen blijven.

 

Comme John vient de le dire, la FEBEG est disposée à entamer le débat. Il faudrait peut-être regarder comment structurer d'une autre manière le modèle des marchés et trouver un moyen pour rémunérer la fiabilité, la fiabilité de démarrage d'une centrale au gaz, par exemple. L'avantage d'une telle centrale est qu'elle tourne quand on pousse le bouton. Pour le moment, dans le design du marché actuel qui a bien fonctionné jusqu'à présent, on doit constater, objectivement à notre sens, que ce n'est pas un dysfonctionnement du marché mais que c'est un complément à réaliser par rapport au marché actuel. C'est ce que l'on appelle un marché de capacité. L'appel que nous faisons, en tant que FEBEG, est effectivement d'étudier, tous ensemble, dans quelle mesure un tel marché de capacité, en coordination avec les pays voisins, peut donner un cadre plus stable de sorte à avoir une rentabilité équitable pour les outils de production au gaz. Ceci permettrait de soutenir et de compenser le caractère intermittent de certaines sources d'énergie renouvelables.

 

Ik denk dat wij daarmee de context voor de gas assets hebben gegeven.

 

01.26  John Peuteman: Ik wil daarbij nog even aansluiten.

 

De heer Schoonacker heeft zopas een aantal competitiviteitsproblemen van de gascentrales in België ten opzichte van de gascentrales in onze buurlanden geschetst. Dat is uiteraard relatief. Ook de gascentrales in Duitsland en Nederland hebben het zeer moeilijk om competitief te zijn ten opzichte van bruinkool- en steenkoolcentrales.

 

Wat maakt de situatie in België nog moeilijker? In het verleden werd beslist om de nucleaire energie af te bouwen, evenals de steenkoolcentrales. Dat heeft tot gevolg dat men vooral met de technologie van de gascentrales de flexibiliteit moet kunnen garanderen. Dat is net het probleem, want die centrales zijn niet rendabel.

 

In Nederland en Duitsland kan men een beroep doen op de steenkoolcentrales, waardoor men een beetje een duale politiek krijgt. Enerzijds is er de sterke promotie van groene energie en, anderzijds, werkt men met steenkoolcentrales, die zeer vervuilend zijn.

 

Ik denk dat het voor de toekomst belangrijk is, voor de middellange termijn, dat ons land binnen een Centraal-West-Europese context kan komen tot een duidelijke keuze van technologieën, van de energiemix die wij in de toekomst wensen.

 

Daaraan moet men dan ook de nodige stabiliteit geven, om een investeringskader te creëren dat de bevoorrading op langere termijn kan verzekeren. Dat is niet eenvoudig, want we kunnen weliswaar moedige beslissingen nemen door keuzes te maken voor een bepaalde technologie, waarmee we voor vele jaren de bevoorrading willen verzekeren, maar het vertrouwen komt natuurlijk iets trager terug. Het herwinnen van het vertrouwen zal wel wat tijd vragen, om de partijen die in de markt wensen te investeren, effectief tot investeringen over te halen. Die partijen zullen immers ook altijd economische wetmatigheden hanteren. Er werd nu eenmaal gekozen om een vrije markt te creëren voor energie en dat betekent dat er ook op dat vlak vrijemarktregels gelden. We kunnen dus niet verwachten dat er geïnvesteerd zal worden in onrendabele zaken.

 

01.27  Frank Schoonacker: Er werden nog enkele vragen gesteld omtrent flexibele volumes.

 

Il y avait aussi des questions sur le potentiel en termes de capacité délestable. Je vois qu'il y a aussi des représentants de la CREG au fond de la salle. C'est un exercice qui est difficile à mener. Je sais que certains enquêtent, désolé de ne pas vous donner des chiffres plus concrets.

 

Une étude a été menée par la FEBELIEC (Federation of Belgian Industrial Energy Consumers), avec Elia. À ce moment-là, au niveau de l'industrie raccordée au réseau d'Elia, il y avait une capacité de 600 MW, dont la majeure partie était déjà vendue à Elia dans de la capacité interruptible d'un fonctionnement tout à fait normal et courant du marché de l'équilibre, notamment les réserves tertiaires, les réserves qui peuvent être activées dans le quart d'heure. Il y avait une capacité complémentaire de l'ordre de 140 MW, si j'ai bonne mémoire, dont 100 MW ont été offerts dans le cadre de la réserve stratégique côté demandes – si j'ai correctement interprété la presse.

 

On estime grosso modo qu'il y a un potentiel de l'ordre de 1 000 MW à 2 000 MW dans ce pays pour le moment. Le seul inconvénient, c'est que pour le moment, il n'est pas évident du tout d'être sûr de l'ensemble de la capacité. Tous les industriels ne seront pas prêts à tout moment à délester leur quote-part dans ces 1 000 ou 2 000 MW. Ils devront faire un choix: si cela leur rapporte trop peu de pouvoir délester, ils vont choisir de continuer leur processus de fabrication. Le processus de production sera toujours prépondérant pour ces industriels.

 

Hij zal altijd eerst produceren en dan kijken of hij desgevallend in tweede orde meer inkomsten kan genereren aan de kant van de elektriciteitsmarkt, hij zal die afweging steeds maken. In die zin kan men nooit garanderen, zelfs als er een gigantisch potentieel is, dat men op elk moment die capaciteit ter beschikking heeft. Het is dus een heel pertinente vraag en een heel terechte vraag.

 

Mijn oprechte excuses dat ik ter zake niet zomaar concrete gegevens uit mijn hoed kan toveren, omdat daarin net die onzekerheid zit op dit ogenblik. De leveranciers, die allemaal zulke producten aanbieden aan de klanten, hebben daar nog gigantisch veel werk om inderdaad hun verbruik aan te passen, pieken af te vlakken, naar voren of naar achteren.

 

Wij gaan inderdaad naar een nieuw model waarbij de daluren zich niet noodzakelijkerwijze ’s nachts bevinden maar zich perfect ’s middags kunnen voordoen, bijvoorbeeld als wij massaal met PV-installaties aan het produceren zijn. Wij zijn ons daarvan bewust, dat is een transitie die wij moeten doen en waarvoor wij allemaal samen moeten gaan.

 

Op korte termijn, als de communicatie gecoördineerd wordt, zullen de leveranciers natuurlijk ook aan hun klanten zeggen dat ze, zelfs al hebben ze vandaag geen smart meter – ik spreek over de kleinere, residentiële klanten – als het enigszins kan, in de periode tussen 17 u 00 en 20 u 00 even moeten nadenken wanneer ze bepaalde lichten aansteken, dat ze best even bepaalde verlichting kunnen uitdoen, dat ze het gebruik van de vaatwasser even moeten uitstellen, want al die kleine beetjes zullen helpen om het afschakelplan niet te moeten activeren.

 

Dat is dus pure sensibilisering, wij hebben vandaag niet de technische tools om dat automatisch te activeren. Die tools hebben wij wel reeds bij bepaalde industriële klanten, waar wij gewoon met een druk op de knop in onze centrale dispatching bepaalde acties automatisch kunnen laten verlopen, maar bij de residentiële klanten beschikken wij daarover nog niet.

 

Terugkomend op de vraag wie dat soort producten zou moeten aanbieden, dat is ook een vraag die heel concreet gesteld werd: wij zijn marktspelers, dus wie zijn wij om te zeggen dat wij een monopolie willen? Wij zijn geen monopolisten, wij zijn net actief op de vrije markt.

 

Wij stellen vast dat wij vandaag concurrentie voelen van bepaalde reserveproducten die de netbeheerders aankopen. Wij vragen om ons gewoon een faire kans op competitie in die markt te geven en dan zullen wij waarschijnlijk offertes doen aan onze klanten om ons die onderbreekbare capaciteit ter beschikking te stellen en die kunnen wij dan ook ter beschikking stellen van de netbeheerders. Wij moeten er gewoon voor zorgen dat er geen deloyale maar een loyale concurrentie kan ontstaan, zodat wij daar producten kunnen ontwikkelen om ervoor te zorgen dat die flexibiliteit er is, zowel op de distributienetten, want dat is de markt voor morgen, als op de groothandelsmarkt en op het transportnet. Samen kunnen wij dan dat soort producten aanbieden in het kader van een beter beheer van het evenwicht en van de stabiliteit van het net.

 

Daarmee heb ik de technische vragen beantwoord.

 

De voorzitter: Collega’s, hoe zullen wij de werkzaamheden verder organiseren? Wij hebben nog twee panels op de agenda staan, namelijk Electrabel en de CREG, en het is intussen reeds na 16 u 00. Wat doen we?

 

01.28  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Madame la présidente, au sujet de l'ordre des travaux, je pense qu'il faut prendre chaque contribution pour ce qu'elle peut amener. Il y a encore des éléments sur lesquels il faut réagir ici, mais cela peut être fait rapidement.

 

Vous avez évoqué la question de savoir si on maintient la CREG aujourd'hui …

 

La présidente: C'est la question! Tout le comité de direction de la CREG est présent et je ne voudrais pas qu'il fasse une présentation devant cinq députés!

 

01.29  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Jusqu'à quelle heure avez-vous prévu les travaux?

 

La présidente: Je suis à la disposition de la commission!

 

01.30  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Moi aussi.

 

La présidente: D'habitude, l'assemblée se disperse vers 17 h 00.

 

Chers collègues, je voudrais que la CREG puisse faire son exposé devant l'ensemble des députés. Si vous me dites que vous avez des obligations et que vous devez partir un peu plus tôt, nous pouvons faire revenir la CREG un autre jour. S'il n'y a plus que quatre députés dans la salle pour la présentation de la CREG, c'est un manque de respect vis-à-vis du régulateur. Je ne lance la pierre à personne, je voudrais simplement savoir si vous êtes libres jusqu'à 19 h 00 ou si vous préférez que la CREG revienne. Elle est prête, elle pourrait encore revenir cette semaine.

 

Je sais que certains députés ont encore des questions à poser à la FEBEG. Il y aura encore un exposé assez épais de la part d'Electrabel, qui sera suivi d'une série de questions. La CREG ne commencerait pas avant 18 h 00 selon moi.

 

01.31  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Madame la présidente, je pense que votre appel est clair. Pour un travail correct, il vaut peut-être mieux décaler l'intervention de la CREG mais il faudra la planifier la semaine prochaine.

 

La présidente: Ou cette semaine-ci!

 

01.32  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Oui, vous avez raison car la semaine prochaine nous recevrons la secrétaire d'État pour la conclusion.

 

01.33  Leen Dierick (CD&V): Mijn excuses, maar ik heb niet goed begrepen wat er afgesproken is over het verdere programma. Ik meen dat wij vorige week hadden afgesproken om vandaag tot 18 u 00 te werken. Als de agenda niet afgewerkt is, kunnen wij die misschien op een ander moment voortzetten, morgen desnoods, voor mij om het even. De vertegenwoordigers zijn hier nu aanwezig. Misschien kunnen wij gewoon luisteren naar wat zij te brengen hebben en de vragen op een ander moment stellen? Het is maar een idee, met het oog op het afgesproken einde om 18 u 00, waaraan ik mij wil houden.

 

01.34  Karin Jiroflée (sp.a): Wij zijn er ook voorstander van om vandaag te stoppen om 18 u 00 en de CREG te laten terugkomen op een ander moment, maar dan misschien wel beter deze week.

 

01.35  Bert Wollants (N-VA): Ik denk dat het vooral de bedoeling is dat wij aan de vertegenwoordigers van de CREG voldoende tijd bieden om hun exposé te houden. Als wij dat grondig willen doen, dan vrees ik dat een ander moment misschien beter past.

 

La présidente: Nous allons nous excuser auprès de la CREG mais c'est aussi intéressant d'entendre les fournisseurs. Nous pourrions éventuellement nous réunir jeudi après-midi à 14 h 30, comme d'habitude. Cela peut-il convenir à la CREG?

 

01.36  David Clarinval (MR): Madame la présidente, je viens de loin et je suis capable de travailler plus de deux heures l'après-midi. Pourquoi ne commencerions-nous pas un peu plus tôt? Nous pourrions commencer le matin et travailler toute une journée. Commencer à 14 h 30, c'est un peu court. Il serait préférable de planifier le mardi matin et le mardi après-midi, sans vouloir abuser …

 

La présidente: Pourrions-nous éventuellement nous réunir demain matin? Le jeudi matin, c'est compliqué étant donné les réunions des groupes. De ce fait, on ne prévoit habituellement pas de commission.

 

Nous déciderons aujourd'hui encore. Certains collègues avaient encore des questions pour la FEBEG.

 

01.37  David Clarinval (MR): Madame la présidente, très rapidement, pour ne pas retarder les travaux, je constate que quand on pose la question de la responsabilité, les réponses varient en fonction de l'interlocuteur. La réponse aujourd'hui est très claire de la part des fournisseurs: ils ne sont pas responsables, puisqu'ils ont un contrat. Elia disait l'inverse il y a quelques jours. Il y aura, me semble-t-il, un débat juridique qui risque de se poser le moment venu.

 

Par rapport à la coordination, vous avez dit qu'il y avait peut-être moyen d'augmenter le plafond de 3 500 mégawatts d'importation. J'avais toujours cru que c'était une limite due à un problème technique. Vous avez dit qu'il y avait moyen de passer outre ce plafond. Pourriez-vous m'expliquer l'aspect technique? Je n'ai pas d'autre remarque. Merci pour vos réponses.

 

01.38  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Collega Clarinval heeft het blijkbaar net als ik en andere collega’s moeilijk met het feit dat de verantwoordelijkheid diffuus blijft. Ik vind het belangrijk dat men genuanceerd is, en ik begrijp dat er juridisch een zekere voorzichtigheid aan de dag moet worden gelegd. Ik zal niet zoals andere collega’s zeggen: jullie zijn de slechteriken, jullie vertegenwoordigen het grootkapitaal en de verantwoordelijkheid ligt helemaal bij jullie. Zo ongenuanceerd wil ik niet zijn. Ik betreur wel in alle openheid dat u geen onderscheid maakt tussen de verschillende verantwoordelijkheden voor de situatie die zich mogelijk zal voordoen, en waarvan ook wij hopen dat zij zich niet zal voordoen. U wil, als vertegenwoordiger van de leveranciers en de producenten, op onze empathie rekenen door te stellen dat wij niet mogen vergeten dat de leveranciers op een bepaalde manier mee het slachtoffer zijn. Maar dan moet u even duidelijk zijn over de verantwoordelijkheid van bepaalde producenten. Ik begrijp eerlijk gezegd niet waarom dat in deze fase niet kan.

 

Ik vermoed dat daarover een debat wordt gevoerd binnen uw organisatie. Indien ik één van de logo’s op uw derde slide zou vertegenwoordigen en ik op geen enkele manier te maken zou hebben met kerncentrales met scheurtjes of met kerncentrales waar mensen binnen en buiten kunnen lopen, dan zou ik mij afvragen of FEBEG mij nog wel vertegenwoordigt. Die leveranciers zitten ook met de miserie ten aanzien van de klanten met wie zij een contract hebben. Ik betreur dit echt. Ik begrijp dat enige nuance belangrijk is, maar u moet er wel duidelijker over zijn. Tenzij wij ons vergissen, en er goede redenen zijn om dat niet te doen. Ik wil u daarover toch nog graag horen.

 

Verder heb ik – in deze fase minder belangrijk – gepolst naar de positie van FEBEG tegenover de lopende openbare aanbesteding. Daar is discussie over: spreekt men nieuwe capaciteit aan, uit het binnenland of het buitenland? Daar ben ik ook benieuwd naar.

 

Wat de schadevergoeding betreft, vinden wij het zoals gezegd legitiem dat mensen die worden afgeschakeld en wier contract niet gehonoreerd wordt, recht hebben op een schadevergoeding. Dat is een complexe kwestie, maar u moet daar duidelijk over zijn. Als u leveranciers en producenten als één geheel ziet, zonder onderscheid, effent u eigenlijk het pad voor klanten die niet zullen betalen als zij niet kunnen betalen. Als de leveranciers zich neerleggen bij het feit dat er een onvoldoende productieniveau is, en ze hun contract niet honoreren, mogen de klanten binnenkort ook zeggen dat zij niet kunnen betalen, dat zij dus hun factuur niet betalen, ook al is er stroom. Graag krijg ik daarover van u enige duidelijkheid in deze fase.

 

01.39  Benoît Friart (MR): Nous avons bien compris qu'à moyen ou long terme, si nous voulons éviter des délestages de plus en plus fréquents, le nouveau gouvernement devra prendre des mesures en vue d'investir dans des centrales électriques qui augmenteraient notre capacité. Elles deviendraient ainsi rentables pour les producteurs.

 

À court terme, il est certain que nous allons au devant de gros problèmes. En l'occurrence, la seule solution est l'importation. Vous avez parlé des capacités d'interconnectivité, définies par Elia à hauteur de 3 500 MW, mais qu'en est-il des capacités d'importation? Le rôle que vous jouez en tant que fédération suppose-t-il que vous serviez de trait d'union entre tous vos membres? Certains d'entre eux disposent peut-être de capacités d'importation, d'autres non. Si nous les totalisons, au lieu d'atteindre 3 500 MW, nous en atteignons peut-être seulement 2 000. Avez-vous rempli une fonction de catalyseur? Entretenez-vous des relations avec des fédérations étrangères pour garantir à la Belgique des possibilités d'importation plus importantes?

 

01.40  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Messieurs de la Febeg, la secrétaire d'État, que nous recevions le 17 septembre, trouvait votre silence interpellant. Ses propos figurent dans le rapport de la commission. Aujourd'hui, nous ne sommes plus face à un silence, mais face à un appel à la concertation. Dans ce cadre, vous avez évoqué plusieurs dimensions intéressantes – je pense à l'idée de se réunir vite à cet égard.

 

J'aimerais revenir sur quelques éléments. Même si vous vous montrez très prudents sur le chiffrage, vous avez identifié un potentiel de 1 000 ou 2 000 MW de flexibilité. Or le rappel par Elia que le tarif de déséquilibre s'élevait à 4 500 euros/MW va certainement faciliter les choses en la matière. Vous estimez que, malgré ce risque, les prix ne sont pas suffisants pour activer les 1 000 à 2 000 MW de flexibilité. C'est là que je ne comprends plus. Si c'est le cas, allons plus loin encore dans la menace pour éviter le délestage! C'est une première question qui ne vous laissera pas silencieux, comme le disait la secrétaire d'État.

 

Vous suggérez – et je suppose que vous le referez quand vous serez "tous ensemble", pour reprendre vos propos — la question de l'interconnexion au-delà des 3 500 MW. C'est une question très importante et je voulais la creuser en votre présence, même si j'avais prévu de la poser à la CREG. C'est une question sur laquelle la CREG a déjà travaillé. Comme ils sont là, je propose qu'ils puissent la développer lors de leur audition. La CREG s'est déjà confrontée à de nombreuses reprises avec Elia quant à la méthode de calcul de ces 3500 MW. Je ne sais pas si c'est à cela que vous faites référence ou bien si c'est à l'arrêt de la cour d'appel de Bruxelles du 14 octobre 2011, qui évoque la possibilité d'aller au-delà.

 

Cela vaut la peine d'investiguer, car si on peut aller au-delà et s'il s'agit simplement d'une divergence sur le risque à prendre, il y a peut-être une série de solutions. Pourriez-vous nous l'expliquer? Vous ne serez pas là jeudi, mais la CREG sera présente et je leur en parlerai.

 

Dernier élément, le client va légitimement se retourner contre son fournisseur. C'est le fournisseur qui a passé un contrat avec le client. Mais le fournisseur - en tout cas certains d'entre eux -, va se retourner contre les producteurs qui ne sont pas en mesure de produire ce qu'ils avaient promis. La chaîne de responsabilités est relativement bien identifiée.

 

Avez-vous une liste des fournisseurs potentiellement en difficulté? Certains ne le sont pas, car ils sont eux-mêmes producteurs et peuvent produire la quantité qu'ils ont annoncée et pour laquelle ils ont passé des contrats de fourniture. D'autres sont potentiellement plus en difficulté. Est-ce comptabilisé quelque part?

 

Pourriez-vous procéder, dans les périodes plus tendues, aux échanges nécessaires avec cet incitant de 4 500 euros par MWh. Ou bien laisserez-vous chaque client agir de manière individuelle? Pourrions-nous disposer de cette liste des fournisseurs potentiellement en difficulté, si elle existe?

 

01.41  Bert Wollants (N-VA): Bedankt voor de antwoorden. Ik denk dat het verhaal van de interconnectie belangrijk is op het vlak van de productiecapaciteit in het buitenland.

 

Toen wij aan Elia de vraag stelden of het mogelijk was om meer interconnectie te krijgen, luidde het antwoord dat meer interconnectie oké was, maar dat er ook nog stroom door die leiding moest. Wij zullen moeten kijken op welke manier dat verder gaat.

 

De verantwoordelijkheden, dat is voor mij een heel moeilijk verhaal.

 

Als overheid hebben wij onze burgers gestimuleerd om te investeren in capaciteit die afhankelijk is van de weersomstandigheden. Op het moment dat er problemen dreigen op te treden, spreken wij over scenario’s zoals wij er in januari 2013 een aan den lijve hebben ondervonden: er was geen zonne-energie op het net en er was heel weinig wind, waardoor men het moest zien te klaren met de klassieke centrales.

 

Ik zou ervoor opletten om de ene of de andere als verantwoordelijke aan het kruis te spijkeren. Wie is het? Wie heeft het gedaan? Heel wat leveranciers – de brandstofmix van de VREG is daarvoor een belangrijk instrument – hebben een mooie portefeuille aan stroombronnen die niets met kerncentrales te maken hebben. Tegelijkertijd staat er in IJsland een partij nucleaire stroom op de factuur, terwijl men ginder geen interconnectie en geen kerncentrales heeft.

 

Ik wil daarmee vooral zeggen dat wij moeten opletten om iemand de zwartepiet toe te spelen. Laten we vooral kijken op welke manier wij op termijn opnieuw in een veilige situatie kunnen terechtkomen.

 

Vandaag spreken wij over noodmaatregelen, maar het formuleren van een energievisie en ervoor zorgen dat wij daar in de komende tijd uit geraken…

 

01.42  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): (…)

 

01.43  Bert Wollants (N-VA): Dat heb ik toch niet gezegd? Mijnheer Calvo, ik vraag wel dat u luistert naar mijn betoog.

 

01.44  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Ik probeer u te begrijpen.

 

01.45  Bert Wollants (N-VA): U hebt daar dikwijls problemen mee. Ik weet dat, zeker als het gaat over de energiewende en de steenkoolverhalen die u vertelt.

 

Volgens mij gaat het verhaal over de wijze waarop wij ervoor zorgen dat wij opnieuw op de rails staan. Voor die energievisie hebben wij volgens mij niet te veel tijd. Ik begrijp dat er zeker een bereidheid is om daaraan mee te werken. Ik denk dat wij dat ruim moeten opentrekken, in tegenstelling tot de eerdere staten-generaal van de Energie.

 

01.46  Marco Van Hees (PTB-GO!): Les réponses que j'ai entendues confirment la faillite du marché de l'énergie. Cela m'inquiète pour l'hiver qui vient mais aussi pour les hivers suivants. Aucune solution n'a été avancée si ce n'est le fait d'augmenter les marges bénéficiaires par une série de cadeaux que ferait l'État aux producteurs énergétiques, en plus de ceux, fiscaux et autres, qui existent déjà. Il est bon de se poser des questions sur les marges bénéficiaires des centrales au gaz mais on pourrait aussi se poser la question de savoir si les marges sur les centrales nucléaires ne sont pas trop élevées. Votre position est claire sur ces questions.

 

Sur la question des responsabilités, il est clair que vous ne les prendrez pas.

 

J'ai posé une question à laquelle vous n'avez pas répondu. Mon collègue Nollet l'a d'ailleurs reposée. Il s'agissait de savoir quels fournisseurs seront les plus en difficulté cet hiver pour faire face à leurs obligations.

 

01.47  Aldo Carcaci (PP): Monsieur le président, je voulais savoir si la FEBEG a reçu mandat des producteurs pour les représenter. Si oui, en quoi consiste ce mandat?

 

Un des intervenants disait que pour une centrale au gaz, il suffisait de pousser sur le bouton. D'après les informations en ma possession, il semble que pour une TGV, même sous tension, il faille quatre heures avant d'être en production.

 

La présidente: Vous avez dit que vous attendez un signal de la secrétaire d'État pour la coordination, mais vous n'avez pas répondu en ce qui concerne une propre communication de fournisseurs, à leur propre danger commercial de ne plus pouvoir répondre à la demande de leurs clients. Je ne parle pas de la situation, à J-7, où le plan de délestage est annoncé; mais de celle où, sans alerte spéciale d'Elia, les fournisseurs communiquent avec leurs clients parce qu'eux-mêmes ne savent pas s'ils pourront fournir ces clients de manière commerciale alors que la pénurie n'est pas encore là – au lieu d'une communication coordonnée que vous avez appelée de vos vœux.

 

Par rapport à la question de M. Nollet sur les 1 000 à 2 000 mégawatts, si j'ai bien compris, vous pourriez offrir davantage ce type de produits, mais aujourd'hui on n'offre pas ce type de produits pour récupérer ces 1 000 à 2 000 mégawatts et il faudrait trouver un autre modèle économique par rapport à ce type de produits. Notamment par rapport à Elia et au tarif de transport. Je crois que ce n'est pas dans le cadre de cet hiver; mais peut-être vont-ils nous répondre par rapport à cela.

 

Il y a une phrase-choc qui a été dite, il faudra que chacun l'étudie: nous sommes dans un marché libéralisé, c'est la règle du marché qui décide, et il ne faut pas s'attendre à des investissements non rentables. C'est le président qui l'a prononcée. Je pense qu'à un moment donné, les responsables politiques devront en tirer toutes les conséquences.

 

01.48  Frank Schoonacker: We gaan terug proberen de vragen – de regrouper certaines questions. Il y avait plusieurs questions par rapport aux 3500 mégawatts de capacité d'importation. C'est Elia qui la fixe; c'est aux mains d'Elia de gérer cet ensemble de la capacité; ce n'est pas aux membres individuels de la FEBEG de gérer cette capacité d'interconnexion. C'est Elia qui gère cela.

 

Nous sommes tout à fait conscients du fait qu'Elia doit exploiter son réseau selon des critères de sécurité bien définis, même à l'échelle européenne, pour la clarté du débat. Le délestage est aussi une situation potentiellement exceptionnelle. Fait-on le choix de faire l'un ou l'autre? C'est dans ce contexte que l'on ose défier cette limite. Nous ne demandons ni ne suggérons une déviation de la norme européenne que l'on appelle la norme N-1. Cela signifie qu'à tout moment, le gestionnaire de réseau doit pouvoir continuer son activité si un élément du système déclenche. Cela peut être une centrale, une ligne, un poste, … Peu importe! C'est le N-1. On a la situation avec N - composant dans le réseau -, que ce soit côté production, côté prélèvement ou dans le réseau même et on enlève un de ces éléments, peu importe où en Europe. Des définitions sont d'application à l'échelle européenne et il est logique qu'Elia dimensionne son réseau ainsi que la capacité disponible pour l'importation encore exploitable en tenant compte de ce critère.

 

Notre suggestion, pour aller rapidement et éventuellement pour cet hiver, … Nous avons en effet tous entendu dans cette commission qu'il y a en même temps des projets d'investissement. De ce fait, il y aura à terme structurellement plus de capacité d'importation physique avec les pays voisins et même avec les pays avec lesquels nous ne sommes pas encore interconnectés actuellement. C'est simplement une suggestion à court terme pour reconsidérer momentanément le système électrique et l'équilibre sur le réseau, pendant des courtes périodes, sans le mettre en difficulté de façon extrême mais pour la clarté du débat et pour admettre peut-être encore davantage de capacité de production.

 

In dezelfde orde kan ik antwoorden op een vraag die daarnet nog niet beantwoord werd. Ja, er is op dit moment overcapaciteit in zowel Nederland als Duitsland. De vraag en bezorgdheid van Elia op dat vlak begrijp ik dus wel. Elia vraagt of die capaciteit wel beschikbaar is. Elia voorziet bij wijze van spreken in een waterleiding, maar vraagt zich af of er aan de andere kant van de grens voldoende water is om erdoor te laten stromen. Welnu, die capaciteit is momenteel inderdaad beschikbaar, ook onder de vorm van gasinstallaties, maar vooral van steenkoolinstallaties in zowel Nederland als Duitsland.

 

L'activation des 1 000 et 2 000 MW contre un "imbalance tarif" de 4 500 euros le mégawatt-heure est un incitant très important. Pour l'activer massivement – on parle de grands volumes –, il faut faire la distinction entre deux éléments.

 

Il ne serait jamais réalisable ou imaginable en tant que fournisseur d'activer… Imaginons que tout le monde ait, demain, un compteur intelligent. Je n'ai pas dit que tout le monde devait en avoir un. Imaginons que demain, un fournisseur ait dans son portefeuille une multitude de contrats avec ses clients pour reporter certaines consommations. Cela ne se fera jamais manuellement, mais toujours de façon automatique.

 

Du côté de notre clientèle résidentielle actuelle, on ne peut que sensibiliser de façon coordonnée. On ne peut pas dire: "Mon portefeuille est en difficulté, je vais lancer un appel". Si je le fais, je le ferai à mes clients uniquement. Si je suis en déséquilibre, cela aide l'équilibre global du réseau si je diminue la consommation de mes clients et les autres fournisseurs n'en souffriraient pas, dans l'exemple que vous avez donné.

 

Par contre, on doit pouvoir l'automatiser. Si on trouve des clients industriels, ce n'est pas eux qui vont pousser sur le bouton, mais c'est nous, dans nos dispatchings centralisés, ou bien les différents représentants, qui allons enclencher ou déclencher certains équipements, qui vont avancer ou reporter certaines consommations. Il nous faut le temps nécessaire pour le mettre en œuvre. Augmenter maintenant ce tarif-là, ce serait juste une pénalité qui n'aidera pas pendant l'hiver difficile que nous allons peut-être passer.

 

Il est clair que nous devons donner la juste valeur à la gestion de la demande. Dans ce contexte-là, le produit se développera, j'en suis convaincu. Ce n'est pas en augmentant l'amende aujourd'hui que demain, le 24 septembre, nous aurons 1 000 MW en plus. Ce serait irréaliste. Restons raisonnable!

 

Er was nog een derde vraag met betrekking tot de openbare aanbesteding. Zoals daarnet gezegd, roept FEBEG op om wat dat betreft samen te onderzoeken hoe wij desgevallend de markt voor bestaande en nieuwe installaties kunnen herbekijken.

 

In die zin is de aanbesteding een initiatief dat op een bepaald ogenblik werd genomen. Voor alle duidelijkheid, ik weet niet wat daarvan momenteel het statuut is. Wij wachten ook af wat de resultaten daarvan zijn.

 

Ik denk dat wij eigenlijk een fundamentele discussie moeten aangaan over de wijze waarop wij morgen die markt zouden kunnen structureren, zodat bestaande installaties in de markt blijven als ze zin hebben in het kader van de flexibiliteit en voor het opvangen van het al dan niet onvoorspelbaar karakter van bepaalde installaties.

 

Morgen en overmorgen moeten wij bestaande installaties die verouderd zijn blijven vervangen. In die zin moet worden bekeken of deze een redelijke rentabiliteit kunnen garanderen.

 

Dans ce contexte-là, il restait une toute petite question technique relative au temps de démarrage. Tout dépend du type de centrale au gaz dont on parle.

 

Certaines sont à "cycle ouvert". Elles fonctionnent comme des réacteurs d'avion, qui démarrent en un quart d'heure à plein régime. Leur rendement dépasse déjà 40 %. Il s'agit d'outils tout à fait modernes et fiables. Ce cycle combiné a été conçu pour obtenir le maximum de rendement. Sur le plan de la thermodynamique, deux technologies ont été rassemblées dans une seule unité de production, laquelle est extrêmement flexible. Elle atteint sa pleine puissance en quelques minutes. Il est vrai que le démarrage prend un certain temps, parce que, pour optimiser le rendement, la vapeur demande plus de temps pour être préchauffée. L'ordre de grandeur est donc plutôt de quatre à huit heures. Tout dépend de la façon dont la station a été mise à l'arrêt. Encore une fois, si on le sait à l'avance, on peut s'y préparer et démarrer la tranche suffisamment tôt de façon à la rendre flexible au moment voulu.

 

01.49  Marc Van den Bosch: Mijnheer en mevrouw de voorzitter, ik kan misschien nog even ingaan op de vragen naar de verantwoordelijkheden, die door verschillende partijen gesteld werden. Op de vraag naar verantwoordelijkheden kan ik het volgende antwoorden. Heel lang geleden was ik veiligheidsverantwoordelijke in een bedrijf en wanneer de vraag rijst wie er verantwoordelijk is voor een arbeidsongeval, krijgt men geen antwoord. Wie zoekt naar oplossingen, krijgt wel antwoorden, waardoor een volgende keer dikwijls vermeden kan worden dat er opnieuw een ongeval gebeurt. Ik vind dus dat wij daaruit lessen moeten trekken door in de eerste plaats ervoor te proberen zorgen dat die situaties zich niet meer voordoen.

 

Verantwoordelijkheden kunnen zeer diffuus zijn. De voorzitter is daarop al ingegaan en de heer Schoonacker heeft ook nog gesproken over de overcapaciteit in Nederland. Iedere leverancier zal het maximale doen om zijn energie aan te kopen of zelf te produceren, hier of in het buitenland. Zo ontstaat een hele ketting, zoals we ook in een van onze slides proberen aan te tonen, om de energie tot bij de klant te brengen. Niets sluit uit dat op een bepaald moment een of ander element kan falen. Daaruit moeten wij leren. Een week geleden hebben wij in de achtertuin van Eandis bijvoorbeeld twee uur zonder stroom gezeten. Ik hoop dat Eandis dat probleem opgelost heeft en ervoor zal zorgen dat het zich niet meer voordoet, of alleszins probeert om daaruit een technische les te trekken. Volgens mij moeten wij proberen om heel die keten in werking te zetten.

 

Er werd gevraagd welke leveranciers het meest getroffen zouden kunnen zijn. Het spijt mij, maar ik kan die vraag niet beantwoorden. In een organisatie als de onze, wordt niet over commerciële aspecten gesproken. Wij mogen dat ook niet, want anders zouden wij misschien voor een onderzoekscommissie moeten verschijnen die kartelvorming zou nagaan. Dergelijke thema’s worden dus absoluut niet besproken in onze federatie en ik wil mij daar ook ver van afhouden. Ik wil en kan niet zeggen hoe de exacte commerciële stromen lopen tussen producenten en leveranciers, omdat wij daarover niets weten, aangezien dat bij ons niet besproken wordt. Daarover moet ik zeer duidelijk zijn.

 

Qua verantwoordelijkheden rijst ook de vraag hoe de relatie zit tussen FEBEG, de klanten en de leveranciers. Welnu, ik denk dat iedere leverancier, iedere evenwichtsverantwoordelijke, zijn best doet om niet in dat geval te zitten, gelet op het feit dat die 4 500 euro boven het hoofd hangt.

 

Er wordt mij gevraagd of wij een mandaat hebben. Ja, uiteraard hebben wij een mandaat, want iedereen beseft dat, als er iets in de keten fout gaat, er zich een probleem kan voordoen. Het moge duidelijk zijn dat iedere leverancier dat probeert te vermijden.

 

Ik weet niet of ik daarover op dit moment meer kan zeggen.

 

La présidente: Je vous remercie pour l'ensemble des ces réponses. Bien entendu, vous pouvez rester parmi nous pour entendre Electrabel.

 

Chers collègues, après consultation par le secrétariat, nous proposons d'entendre la CREG demain après-midi à 14.00 heures.

 

02 Hoorzitting met vertegenwoordigers van Electrabel

02 Audition avec des représentants d’Electrabel

 

De voorzitter: Wij gaan verder met de mensen van Electrabel. Ik neem aan dat ook zij een presentatie hebben voorbereid die wij op het scherm te zien zullen krijgen.

 

02.01  Griet Heyvaert: Mevrouw de voorzitter, mijnheer de voorzitter, dames en heren Parlementsleden, ik dank u om ons hier het woord te geven.

 

Velen onder u zien hier opnieuw Wim De Clercq, onze verantwoordelijke nucleaire productie. Aangezien wij veronderstellen dat het belangrijkste aspect van deze discussie te maken heeft met nucleaire energie, hebben wij hem hier vandaag opnieuw afgevaardigd.

 

Hij zal het hebben over de heel uitzonderlijke situatie waarin ons nucleair park zich bevindt, maar ook over alle inspanningen die hij, zijn mensen en alle leveranciers leveren om de installaties zo snel mogelijk en vooral in veilige omstandigheden opnieuw te laten functioneren. Dat is hun collectieve prioriteit.

 

Hij zal het ook hebben over alle inspanningen die Electrabel met zijn hele park in België levert om elke megawatt die bruikbaar is en die kan worden ingezet effectief in te zetten en zodoende zo veel mogelijk bij te dragen tot het vermijden van stroomonderbrekingen.

 

Dat zal het tweede deel van zijn presentatie zijn. Ik geef hem nu graag het woord.

 

02.02  Wim De Clercq: Dames en heren, de situatie van ons nucleair park is vandaag wel uitzonderlijk te noemen. U ziet op deze slide een klein overzicht van de nucleaire capaciteit die vandaag in België beschikbaar is.

 

Drie van de zeven centrales die in België draaien, zijn vandaag onbeschikbaar, met name Doel 3, Tihange 2 en Doel 4. In mijn uiteenzetting zal ik daarop wat meer in detail terugkomen, goed wetende dat de wet op de kernuitstap bepaalt dat Doel 1 vanaf 15 februari 2015 en Doel 2 vanaf december 2015 zullen worden stilgelegd.

 

U merkt dat de helft van onze nucleaire capaciteit vandaag onbeschikbaar is en dat komt ongeveer overeen met 20 à 25 % van de totale capaciteit, non-intermittent, geen rekening houdend met wind- of zonne-energie.

 

Het is een uitzonderlijke situatie. Dat kunt u heel goed zien op de rechtse grafiek, die de beschikbaarheid van ons nucleair park in de laatste vijftien jaar weergeeft. Dan ziet u dat het nucleair park in België, dat door ons wordt uitgebaat, historisch heel goede beschikbaarheidscijfers heeft gekend. Wij hebben beschikbaarheden die draaien rond de 90 %. Daarbij is rekening gehouden met geplande onbeschikbaarheden zoals revisies en ongeplande onbeschikbaarheden, zoals een uitschakeling.

 

U ziet dat die cijfers stabiel blijven tot en met 2011, waarna de beschikbaarheid met 15 % is gedaald, omwille van de problemen met Doel 3 en Tihange 2.

 

Het feit dat de helft van het nucleair park onbeschikbaar is, is dus zeker en vast geen fenomeen dat zich al sinds meerdere jaren aandient. Ik denk dat de grafiek over de beschikbaarheid daarover heel duidelijk is.

 

Laten we iets meer in detail naar de dossiers van Doel 3, Tihange 2 en Doel 4 kijken.

 

Ik wil even beginnen met het dossier van Doel 3 en Tihange 2. Toen de centrales werden heropgestart, in mei van vorig jaar, werd in samenspraak met het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle een aantal langetermijnvoorwaarden verbonden aan die heropstart.

 

Een van de voorwaarden was de controle van de materiaaleigenschappen van het reactorvat. Dat moest gedaan worden door testen uit te voeren op proefstukken die bestraald waren en op proefstukken met waterstofinsluitsels. Er moest daarmee nagegaan worden of de aanwezige waterstofinsluitsels in Doel 3 en Tihange 2 niet evolueerden met de tijd.

 

Dan geef ik u een kleine historiek van wat er sindsdien gebeurd is. In mei 2013 zijn de centrales opnieuw opgestart en die verschillende langetermijnacties werden toen gelanceerd. In het voorjaar van dit jaar, nadat in januari een aantal materialen werden bestraald – ik heb dat uitgelegd in een van de commissievergaderingen net voor de vakantie –, werden een aantal tests uitgevoerd, namelijk de trektest, de ductiliteitstest en de breuktaaiheidstest.

 

Uit het resultaat van de breuktaaiheidstest bleek dat die waarde niet overeenkwam met wat experts verwachtten. Aangezien het resultaat niet in de lijn lag van de verwachtingen, het onverwachte resultaat niet kon verklaard worden en aangezien wij niet meer konden garanderen dat beide eenheden met volledige garantie van nucleaire veiligheid konden uitgebaat worden, hebben wij als exploitant op 25 maart beslist om Doel 3 en Tihange 2 vervroegd stil te leggen en de revisie, die gepland was voor enkele maanden later, aan te vatten.

 

De revisies werden ondertussen uitgevoerd. Ik kom daarop straks terug. Er werd een indrukwekkende campagne van bijkomende testen opgestart, in samenwerking met de mensen van Tractebel Engineering, het studiebureau van de groep. Met de mensen van Laborelec en het Studiecentrum voor Kernenergie te Mol zijn er twee bijkomende bestralingscampagnes uitgevoerd in april/mei en juli/augustus.

 

Wat gebeurt er tijdens een dergelijke bestralingscampagne? Op korte termijn kan men een bestraling simuleren van de hele levensduur in een reactor. Op een maand tijd kan men door verhoogde neutronenfluxen veertig jaar verblijf in een reactor simuleren.

 

Die testen werden uitgevoerd op verschillende soorten materialen. Meer dan vierhonderd proefstukjes ondergingen de trektest, de ductiliteitstest en de breuktaaiheidstest. Dat testprogramma werd voortdurend bijgestuurd om te leiden tot een verklaring voor wat er in maart werd vastgesteld na de eerste bestralingscampagne.

 

De testen van de tweede bestralingscampagne zijn afgerond. Wij zijn nog volop bezig met de testen van de derde bestralingscampagne. Wij kunnen al een aantal zaken uitsluiten, maar wij konden begin september nog geen algemene conclusies trekken. Daarvoor is het nog te vroeg.

 

Wij kunnen bijvoorbeeld uitsluiten dat wat wij in maart hebben vastgesteld, niet gelinkt is aan een fout in de bestralingsprocedure in de reactor BR2 te Mol. Op een bepaald ogenblik bestond er enige twijfel of de omstandigheden wel representatief waren. Die zaken konden wij allemaal uitsluiten.

 

Ten tweede is men het niet-evolutief karakter van de waterstofinsluitsels nagegaan. In de maand mei zijn er daartoe zowel in Doel 3 als in Tihange 2 bijkomende inspecties uitgevoerd. Na die inspecties hebben wij kunnen besluiten dat er, vergeleken met de metingen in 2012 en 2013, geen evolutie is van de waterstofinsluitsels.

 

Wat is de huidige stand van zaken? Welnu, het testprogramma op de proefstaafjes van de derde bestralingscampagne loopt nog voort. U kunt dat eigenlijk een beetje vergelijken met een puzzel. Heel veel puzzelstukjes moeten in elkaar passen. Wij zijn nu volop bezig met het in elkaar passen, om een goed zicht te krijgen op het geheel. Het doel is dat het dossier op het einde van de herfst klaar zal zijn, zodat het veiligheidsdossier aangepast ingediend kan worden bij het agentschap.

 

Het FANC, Bel V en AIB Vinçotte hebben al duidelijk aangegeven dat zij ook tijd nodig zullen hebben om het dossier te onderzoeken en voor te leggen aan hun panel van internationale experts, vooraleer ze een definitieve go kunnen geven voor de heropstart van beide centrales, Doel 3 en Tihange 2. Wanneer die definitieve go tot heropstart gegeven is, hebben wij nog twee tot drie weken nodig om de brandstof te laden en de centrales te heropstarten.

 

Dat is een stand van zaken van Doel 3 en Tihange 2.

 

Doel 4 is een totaal ander verhaal. Voor Doel 4 spreken wij over een dossier waarbij redelijk wat schade is aan de installaties naar aanleiding van een incident begin augustus.

 

U ziet een foto die vorige week in de machinezaal is genomen, waar de turbine volledig gedemonteerd is voor gedetailleerde analyse en herstelling.

 

Even een kleine historiek van wat op Doel 4 is gebeurd. Op 5 augustus werd de turbine in de late voormiddag uitgeschakeld wegens een laag peil in de olietank. Een turbine is een groot wiel met schoepen op, dat op 1 500 toeren draait. Dat wordt ondersteund door lagers. Elke motor heeft lagers die ervoor zorgen dat de as in de lagerschelpen kan draaien.

 

Tussen de as en de lagerschelpen is er een kleine oliefilm die ervoor zorgt dat de as de lagers niet raakt en dat alles in beweging kan blijven. Als de olie wegvalt, is er een probleem.

 

Men kan dat vergelijken met het rijden met een auto. Als de dop uit het oliecarter loskomt en het oliecarter loopt leeg, dan zal de motor zonder olie draaien en zal men niet ver meer geraken.

 

Dat is hier ook gebeurd. De turbine werd uitgeschakeld als gevolg van een laag peil in de olietank. Dat is een volledig normaal verloop, conform de procedures. Als men een laag peil in de olietank krijgt, schakelt die automatisch uit om de machine te beschermen.

 

Daardoor is er een automatische reactorstop. Die is volledig veilig verlopen, conform de procedures. Ik wil zeer duidelijk zijn: de turbine bevindt zich in het niet-nucleaire gedeelte van de centrale. Als de turbine uitgeschakeld wordt, vindt er automatisch een nooduitschakeling van de reactor plaats. Dat is een veiligheidsprocedure en die is perfect verlopen.

 

Normaal gesproken zal, wanneer de turbine is uitgeschakeld en de toevoerkleppen van de stoom zijn dichtgegaan, de turbine langzaam stilvallen. Men kan dat vergelijken met het loslaten van het gaspedaal van een auto op een rechte weg. Als men niets meer doet, zal de auto nog enkele honderden meters, of kilometers, nodig hebben om volledig tot stilstand te komen. De turbine draait met 1 500 toeren. Wanneer men de stoomafvoer sluit, zal zij langzaam uitlopen. Dat neemt ongeveer 35 tot 40 minuten in beslag.

 

Wij hebben vastgesteld dat na ongeveer 12 minuten uitlopen, de turbine die 400 toeren draaide plots gestopt is. Van 400 toeren viel zij terug op 0 toeren in 1 minuut. Dat wijst op een blokkering van de machine. Na enig onderzoek is gebleken dat een leegloopafsluiter van de olietank manueel geopend was. U ziet dat op de foto. Via de gele leiding is de olie uit de olietank naar de speciaal daarvoor voorziene opvangbak gelopen, waardoor de turbine zonder olie gedraaid heeft.

 

Het heeft enige tijd in beslag genomen om de juiste oorzaak te achterhalen, maar na enig onderzoek hebben wij moeten vaststellen dat er geen technische oorzaak was voor het openen van die afsluiter en dus waren er indicaties dat iemand bewust die afsluiter heeft opengezet.

 

De exploitant heeft dan, zoals de procedures voorschrijven, het FANC geïnformeerd dat bij het parket een klacht heeft neergelegd. Ook wij hebben, de dag erna, bij het parket een klacht tegen onbekenden neergelegd. De stand van zaken vandaag is dat het onderzoek van de federale gerechtelijke politie verder loopt en dat er daarover niet gecommuniceerd wordt, noch aan ons, noch aan de buitenwereld.

 

In samenspraak met het FANC werden er onmiddellijk bijkomende veiligheidsmaatregelen genomen. Alle veiligheidsmaatregelen waren getroffen, zoals de huidige reglementering voorschrijft, maar naar aanleiding van het incident zijn er onder andere bijkomende controles geweest op de toegangen en de badgesystemen.

 

Dan kom ik aan de stand van zaken van de herstelling van de turbine. U hebt op de eerste foto kunnen zien dat het over een groot equipment gaat; het duurt enige tijd vooraleer dit voldoende afgekoeld is om het te kunnen openen en een eerste analyse te kunnen maken. Wij zijn nu zo ver dat de turbines, de hogedrukturbine en de beide lagedrukturbines, geopend zijn, geanalyseerd zijn en verstuurd zijn naar de constructeur voor herstelling.

 

De hogedrukturbine is een Alstomturbine en de lagedrukturbine is een Siemensturbine. Samen met de verschillende leveranciers stellen wij alles in het werk om de herstelling zo snel mogelijk uit te voeren. Die herstelling neemt enige tijd in beslag, want vooral bij de hogedrukturbine zijn de schoepen zwaar beschadigd. Die schoepen zijn allemaal heel specifiek, dus die liggen niet zomaar in stock bij de leveranciers. Ze moeten vervaardigd worden. Om die schoepen te maken, moet er in productiecapaciteit worden voorzien en de nodige materialen moeten worden aangekocht. Er moet dus een heel fabricatieproces in werking worden gezet en dat neemt wel enige weken tot maanden in beslag. Zoals de planning er nu uitziet, zou de turbine begin december terugkomen en zou de centrale terug op het net geschakeld kunnen worden tegen het einde van dit jaar.

 

Op de foto onderaan links ziet u de turbinewielen, waar allemaal openingen zitten. Normaal moet dat één mooi gesloten vlak zijn. Die schoepen horen allemaal mooi op elkaar uitgelijnd te zijn en u ziet op de foto dat die schoepen, door de blokkering van de machine, verwrongen zijn. Al die schoepen moeten worden vervangen.

 

Tot hier het gedeelte over het nucleair aspect.

 

Je voudrais maintenant aborder les différentes initiatives qu'Electrabel a déjà entreprises et compte encore entreprendre, tant dans le parc nucléaire que dans le parc conventionnel, pour augmenter la capacité d'électricité disponible en période difficile et renforcer la sécurité d'approvisionnement d'Electrabel vis-à-vis de ses clients.

 

Il y a deux points de vue: le point de vue producteur et le point de vue fournisseur. En tant que producteur, nous avons déjà réalisé l'adaptation de la période de révision des centrales de Tihange 1 et de Coo. Pour ce qui est de Tihange 1, l'arrêt pour rechargement et travaux LTO était prévu de fin août à mi-novembre. Nous avons proposé à l'Agence de répartir les différents travaux sur deux arrêts: un arrêt maintenant pour le rechargement mais qui sera plus court et durera jusqu'à la mi-octobre et un deuxième arrêt pour réaliser les travaux LTO qui étaient prévus dans les engagements que l'on avait pris pour la lifetime extension, la prolongation de la durée de vie de Tihange 1. LTO fait partie du jargon nucléaire pour la prolongation de la durée de vie de Tihange 1.

 

A Coo également, il y a eu un glissement de quelques révisions pour avoir plus de capacité disponible en période difficile, novembre-décembre, quand il pourrait faire plus froid. Nous n'avons pas d'arrêt programmé de nos centrales biomasses ou de nos centrales au gaz en hiver et toutes nos centrales TGV sont disponibles à pleine capacité.

 

Pour certaines centrales, il y a moyen d'augmenter légèrement la puissance en appliquant une co-combustion avec du gaz naturel. Par exemple, pour la centrale de Max Green à Rodenhuize, qui fonctionne avec des pellets, il y a moyen d'injecter un peu de gaz naturel pour augmenter la production d'à peu près 25 mégawatts. Nous pouvons prendre ce genre d'initiatives à des périodes critiques, quand il y a pénurie de capacité disponible sur le marché.

 

Une autre initiative que nous avons analysée réside dans la possibilité de démarrer et de raccorder le diesel de réserve d'une centrale nucléaire sur le réseau. Vu que Tihange 2 et Doel 3 sont à l'arrêt, tous les diesels ne sont pas nécessaires pour assurer le niveau de sûreté nucléaire et nous pourrions donc en utiliser une partie pour produire quelques mégawatts en plus sur le réseau.

 

Une autre possibilité est d'utiliser le black start diesel de certaines centrales. On a parlé tout à l'heure de la centrale de Herdersbrug. Dans certaines centrales, nous avons des capacités de black start. Cela signifie qu'on peut démarrer les centrales sans réseau externe. Ce diesel pourrait être utilisé pour dégager quelques mégawatts sur le réseau.

 

Il y a aussi le uprating de la turbine à gaz de Drogenbos. On pourrait augmenter la capacité de la turbine, tout comme le gasmotor de la centrale de Herdersbrug.

 

Une autre possibilité pour augmenter la capacité est, ensemble avec les grands industriels avec lesquels nous avons des capacités de cogénération, de maximiser l'utilisation des cogens pour la production d'électricité. Une cogen, normalement, produit de la vapeur, de la chaleur, utilisée dans le processus de fabrication chez le client et, en même temps, produit de l'électricité. Tous les grands clients ont des boilers de sauvegarde. On pourrait, en période difficile d'approvisionnement, s'organiser avec les clients pour faire démarrer les boilers de sauvegarde et donc dégager la puissance de la cogen pour produire de l'électricité. Toutes ces initiatives peuvent être prises pour augmenter la capacité d'électricité sur le réseau belge.

 

En tant que fournisseur, il y a d'autres initiatives. Je ne vais pas les détailler parce que cela a déjà été expliqué par les collègues de la FEBEG dans la première partie des exposés, mais on pourrait travailler sur le demand side management, avoir des contrats avec des grands clients industriels, chez lesquels on peut à tout moment couper une partie de leur consommation d'électricité. Par exemple, une entreprise qui a pas mal de frigos, si vous coupez pendant deux ou trois heures les frigos, ce n'est pas pour ça que votre processus de fabrication va être entamé.

 

Une autre initiative que nous avons prise, cette fois plutôt dans le cadre de la sensibilisation et de la communication, c'est de travailler ensemble, avec les clients, pour que l'impact d'un éventuel black-out ou d'un délestage partiel soit minimal sur le processus de fabrication de l'une ou l'autre PME, par exemple. Nous leur expliquons comment une entreprise ou un particulier peut se préparer à un délestage de courte ou de longue durée.

 

J'espère, avec ces deux aspects – fournisseur et producteur —, vous avoir donné un bon aperçu des différentes initiatives que nous avons prises pour la sécurité d'approvisionnement de nos clients.

 

De voorzitter: Bedankt voor uw toelichting.

 

02.03  Bert Wollants (N-VA): Ik wil het team van Electrabel bedanken voor de stand van zaken en voor de info over wat er nog allemaal in het verschiet ligt.

 

Voor een aantal zaken blijft het natuurlijk gissen, maar ik veronderstel dat dit ook voor het team zo is, bijvoorbeeld als het gaat over het opnieuw in dienst nemen van Doel 4.

 

Ik denk dat wij zullen moeten afwachten hoe de werkzaamheden vlotten en waar wij zullen uitkomen. Het zou immers bijzonder nuttig zijn als wij die centrale in de winter van 2014-2015 nog in gebruik kunnen nemen, wetende dat de koudste periodes en de problemen zich vaak in januari en februari voordoen. Het zou een geruststelling zijn als wij dan opnieuw over die centrale kunnen beschikken en daarmee de nood aan een afschakelplan voor een deel kunnen wegnemen.

 

Voor de andere centrales begrijp ik dat het vooral afwachten is wat de tests zullen uitwijzen. Het is blijkbaar moeilijker om daarop echt een timing te plakken, laat staan of die tests daadwerkelijk tot resultaten leiden.

 

U zei dat door de voorgestelde maatregelen desgevallend bijkomende capaciteit beschikbaar zou zijn. Over welke capaciteitsvolumes gaat het dan? Er zijn cijfers genoemd, maar ik ben het overzicht een beetje kwijt. Gaat het allemaal over rechtstreekse capaciteit of gaat het ook over reservecapaciteit? Ik denk dan bijvoorbeeld aan de tertiaire reserve. Soms zegt men wel eens dat dieselcentrales kunnen dienen voor de flexibele tertiaire reserve. Is dat hier ook zo of gaat het over de klassieke productie door middel van die installaties?

 

Ik veronderstel ook dat het nog steeds moeilijk is om te spreken over het onderzoek naar het incident en over de maatregelen die intussen werden genomen in verband met Doel 4, maar ik probeer het toch nog eens.

 

Hebt u ook maatregelen genomen voor de klassieke thermische centrales? Als personen met kwade bedoelingen in een nucleaire centrale het niet-nucleaire deel kunnen stilleggen, kan ik mij voorstellen dat misschien ook de vrees bestaat voor andere centrales, of zijn die op dit moment al afdoende beveiligd?

 

Het zou nuttig zijn om na te gaan of wij problemen kunnen verwachten met personen met slechte bedoelingen die iets verder kijken dan het zuiver nucleaire.

 

Ten slotte, hoe gaan wij hiermee verder in de toekomst? Wij weten dat het op het vlak van investeringen voor iedereen moeilijk is. Wat is de strategie van Electrabel voor de komende jaren op het vlak van investeringen om bestaande centrales in dienst te houden? Ik denk bijvoorbeeld aan maatregelen om bepaalde gasturbines rendabeler te maken of zelfs aan nieuwe capaciteit, voor zover de markt dat toelaat. Welk denkspoor volgt u in dat verband?

 

02.04  Stéphane Crusnière (PS): Monsieur le président, je remercie les représentants d'Électrabel pour leur exposé.

 

Sans vouloir intenter un procès particulier à Électrabel, on ne peut que faire ce constat absolument ahurissant et imprévisible: plus de 50 % du parc nucléaire belge est aujourd'hui à l'arrêt. Pour le dire autrement, la capacité de production de l'opérateur historique et dominant fait courir de sérieux risques d'approvisionnement au pays. Je ne suis pas ici pour faire aujourd'hui votre procès, mais pour comprendre et obtenir des explications claires en termes de sûreté nucléaire et de sécurisation de vos sites nucléaires.

 

En effet, et nous avons déjà eu l'occasion de le dire, notre groupe estime que la sûreté nucléaire constitue la priorité absolue – plus importante encore que le risque de pénurie. Sans vouloir jouer sur la panique, nous savons que l'idée du nucléaire infaillible est un mythe. Nous ne pouvons donc pas brader la sécurité. C'est pour cette raison que nous rappellerons sans cesse que, quel que soit le risque de pénurie, il faut de solides garanties pour relancer les réacteurs présentant des fissures.

 

Je suis très heureux que vous soyez parmi nous aujourd'hui, car nous n'avions pas encore obtenu d'informations claires sur l'état d'avancement des tests, les fissures et la collaboration avec l'Agence fédérale de Contrôle nucléaire en vue d'élaborer un calendrier. Nous en avons eu aujourd'hui, et je vous en remercie.

 

En termes de sécurité des sites nucléaires, et je vous avoue que je ne suis pas expert en ce domaine, j'ai été assez stupéfait d'apprendre avec quelle facilité apparente on avait réussi à mettre une centrale à l'arrêt. Je n'ose imaginer que vous n'ayez pas pris des mesures supplémentaires pour la sécurisation de tous vos sites. Vous ne l'avez pas évoqué dans votre exposé. Pouvez-vous me rassurer sur ce point?

 

Je vous remercie.

 

02.05  David Clarinval (MR): Monsieur le président, à mon tour, je tiens à remercier les représentants d'Electrabel pour la clarté des informations qu'ils nous ont apportées aujourd'hui. J'ai quelques petites questions à leur poser. En ce qui concerne Doel 4, vous avez parlé de nouvelles mesures de sécurité qui ont été prises à la suite de la découverte de ce sabotage. Pouvez-vous nous donner un peu plus d'explications à ce sujet et nous dire si ces nouvelles mesures ont également été implémentées dans les autres centrales?

 

En ce qui concerne le délai pour relancer Doel 4, Mme la secrétaire d'État évoquait le mois de décembre. Confirmez-vous cette information? Le travail en cours des sous-traitants et de vos équipes sera-t-il bien achevé en décembre 2014?

 

J'en viens à une question que j'ai également posée à d'autres interlocuteurs en ce qui concerne la problématique du plan de délestage. Selon vous - qui êtes à la fois fournisseur et producteur -, qui sera responsable de l'indemnisation des éventuelles victimes en cas d'activation du plan de délestage? On a entendu qu'Elia incriminait les producteurs. La FEBEG, quant à elle, exonère très clairement les fournisseurs. Quelle est votre position? J'imagine que vos juristes ont également planché sur la question.

 

Par rapport à la sécurité de l'approvisionnement, je salue toutes les nouvelles mesures que vous avez annoncées ici. Je vois que l'on va même mettre du gaz naturel dans les centrales à pellets. Je trouve cela remarquable, même si je me demande comment on va calculer la quantité de certificats verts que l'on pourra octroyer. L'imagination est au pouvoir. C'est bien! Avez-vous une idée de la quantité que toutes ces nouvelles mesures représentent concrètement, si elles étaient toutes mises en œuvre? J'imagine aussi que le coût de leur mise en œuvre est important. Des adaptations techniques doivent manifestement être réalisées. Je suppose que, pour pouvoir activer ces "innovations", si je peux m'exprimer ainsi, un signal pris devra être indiqué. Ou bien, ces innovations pourraient-elles être incorporées dans une réserve stratégique? La mise en œuvre de ces politiques est bonne mais quel est le signal pris qui sera demandé ou donné par rapport au coût de cette production supplémentaire? Quelle est la quantité produite par toutes ces innovations? Je vous remercie d'avance pour vos réponses.

 

02.06  Leen Dierick (CD&V): Ik wil u op mijn beurt bedanken voor uw aanwezigheid en uw communicatie. Het is belangrijk dat wij zo snel mogelijk duidelijkheid hebben over een aantal reactoren. Ik wil daarom nog enkele vragen stellen over Tihange 2 en Doel 3.

 

Tijdens de commissievergadering van 3 september heeft de directeur van het FANC gezegd dat hij al een ruw verslag heeft gekregen van de eerste tussentijdse resultaten. Daaruit konden echter nog niet veel conclusies worden getrokken, werd toen gezegd. Wij zijn nu drie weken verder. Is dat rapport intussen al officieel aan het FANC overhandigd? Kunnen daaruit al tussentijdse conclusies getrokken worden?

 

Is er een verschil tussen de resultaten van Tihange 2 en Doel 3? Als ik het mij goed herinner uit vorige vergaderingen, is het aantal scheurtjes in de ene reactor groter dan in de andere. Heeft dit implicaties voor de resultaten? Kunnen daaruit al conclusies worden getrokken? Wanneer zal hierover duidelijkheid zijn?

 

Wat Doel 4 betreft, hebt u geschetst wat de situatie is en welke onderdelen er beschadigd zijn. Het bestcasescenario is blijkbaar dat Doel 4 opnieuw zal worden opgestart in december van dit jaar. Dat zou goed nieuws zijn. Is er ook een inschatting gemaakt van het worstcasescenario? Wat kan er nog fout lopen? Wanneer zullen wij eindelijk weten of Doel 4 al dan niet opnieuw wordt opgestart? Kunt u daarover duidelijkheid verschaffen?

 

U hebt een aantal maatregelen opgesomd die u wil nemen om het aanbod zo goed mogelijk te verzekeren. U hebt enkele cijfers genoemd, maar die waren niet helemaal duidelijk. Kunt u nog eens opsommen over hoeveel extra capaciteit het gaat bij de verschillende maatregelen van uw presentatie?

 

Bij al die maatregelen hebt u één piste niet genoemd. Nochtans is die wel al in de media geweest, namelijk de elektriciteitscentrale van Ruien. Volgens de krant was dat een mogelijke piste, maar Elia stelde meteen dat dit niet kon omdat de gronden verkocht zijn en de centrale al deels afgebroken is. Kunt u verduidelijken of dat correct is? Daarover is immers onduidelijkheid bij de mensen in de buurt.

 

02.07 Karin Jiroflée (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de voorzitter, ik ben bijzonder blij dat na vier weken Electrabel hier eens zelf vooraan zit. Wij hebben reeds vier weken lang allerlei vragen gesteld, terwijl de rechtstreekse betrokkenen nog niet aan het woord zijn geweest.

 

Voor mijn eerste vragen sluit ik mij aan bij de heer Wollants, die zegt dat wij nu toch wel eens graag zouden weten wat er daar gebeurd is. We weten dat er een gerechtelijk onderzoek is, daarover kunt u uiteraard niet uitweiden, maar ook wij vragen ons af of daarover niet iets meer kan worden verteld. Wij vragen ons vooral af wat er nu concreet gedaan is in de andere centrales om situaties zoals bij Doel 4 te vermijden. Eigenlijk hebben wij daarop de afgelopen weken nooit een heel duidelijk antwoord gekregen en wij verwachten dat een beetje van u vandaag.

 

Een tweede onderwerp dat ik even wilde aanhalen gaat over de toekomst. Wij hebben allemaal in de kranten kunnen lezen dat de komende regering bijzonder ongerust is over de situatie, dat is ook logisch. En wij hebben allemaal kunnen lezen dat overwogen wordt om Doel 1 en Doel 2 langer open te houden.

 

La présidente: Madame Jiroflée, j'aimerais que nous restions dans le débat, qui concerne la sécurité d'approvisionnement de cet hiver. Nous aurons bientôt amplement le temps de faire tout ce débat dans cette commission.

 

Electrabel ne peut anticiper une décision qui n'a pas encore été prise. Electrabel n'anticipe donc absolument rien.

 

02.08  Karin Jiroflée (sp.a): Ik kom onmiddellijk tot mijn vraag. Het is toch nuttig om te weten op welke manier de problemen die zich eventueel in de toekomst zullen voordoen, waarover wij het hier nu al vier weken hebben, kunnen worden opgelost. Een van de scenario’s kan zijn om Doel 1 en Doel 2 langer open te houden.

 

Ik heb begrepen dat men daarover nadenkt. Waarom zou men dan niet aan Electrabel kunnen vragen wat haar visie daarop is? Gaat Electrabel mee in dat verhaal? Welke voorwaarden zou Electrabel stellen, mocht de onderneming op die vraag ingaan of mocht ze denken dat het inderdaad de oplossing is?

 

Ik heb nu begrepen dat u het heropstarten van Doel 4 in december als een mogelijk scenario ziet. Dan vraag ik mij af of inderdaad nog te overwegen is om Doel 1 en Doel 2 langer open te houden.

 

Indien dat het geval is, wat is daarvan de kostprijs? Er doen geruchten de ronde dat het 600 miljoen euro per reactor zou kosten. Is dat realistisch? Klopt dat bedrag of is dat te gek om los te lopen? Dat wil ik graag horen van Electrabel.

 

Als het langer openhouden een mogelijke oplossing zou zijn, vraag ik mij ook af of daarop een timing kan worden geplakt.

 

Als derde onderwerp wil ik het even over de afschakeling hebben. Iets wat ook al elke keer aan bod is gekomen, is de vraag of de klanten – dan heb ik het voornamelijk over de gezinnen en de kmo’s – bij een mogelijke afschakeling schade zullen ondervinden. Op welke manier denkt Electrabel die schade af te handelen? Op welke manier kunnen die klanten worden vergoed? Die vraag komt hier elke keer aan bod en wij hebben telkens de indruk dat de hete appel heen en weer wordt geschoven.

 

Wij vinden dat wij die vraag ook aan u, als producent, moeten stellen.

 

02.09  Vanessa Matz (cdH): Madame la présidente, je voudrais juste rapidement poser quelques questions. Beaucoup de points ont été abordés dans votre exposé et ensuite dans les questions de mes collègues.

 

Je sais, les collègues l'ont dit, que le dossier est à l'instruction; mais j'aurais souhaité savoir si vous imaginez renforcer davantage les mesures de sécurité. C'est très inquiétant de se dire, qu'au fond, ça dépend toujours d'une volonté humaine. Y a-t-il un type de passage pour le personnel qui s'occupe de ces problèmes hyper délicats? Je veux dire, quelque chose qui est de l'ordre du serment, qui les accrédite à une fonction particulière pour s'occuper de l'ensemble des problèmes liés aux réacteurs. Il y a des fonctions probablement encore plus proches et où il serait plus dommageable s'il y avait, intentionnellement ou maladroitement, une opération humaine sur ces réacteurs.

 

Au niveau de la capacité, plusieurs collègues en ont parlé, j'aurais souhaité vraiment que ce soit précis. Je reconnais que je n'y vois plus grand-chose. Quand on parle de capacité complémentaire avec les efforts que vous entreprenez, s'agit-il de choses applicables pour cet hiver-ci ou pour les mois qui viennent – l'hiver prochain – ou à long terme? Pourriez-vous scinder en trois: le très court terme, le moyen terme et le long terme dans vos efforts entrepris de recherche de capacité complémentaire?

 

On l'a beaucoup évoqué avec les orateurs précédents, et vous n'allez pas y échapper, la question de la responsabilité. Comment comptez-vous traiter ce problème? On a parlé de questions juridiques. Tout le monde se retranche derrière le droit commun. J'ai quelques vagues notions juridiques; en tant que juriste, avant l'article 1382 du Code civil, il y a un contrat qui vous lie à des clients, et celui-là doit être exécuté.

 

02.10  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitter, Ik liet mevrouw Matz graag voor, want het systeem van de volgorde van de fracties vind ik eigenlijk geen ideaal systeem. Misschien kan er eens over nagedacht worden om dat niet te allen tijde toe te passen, hoewel dat nu niet het belangrijkste punt is.

 

Ik wil de beide vertegenwoordigers van Electrabel bedanken voor hun aanwezigheid. Als fractie hebben wij de jongste weken nogal sterk aangedrongen op de aanwezigheid van vertegenwoordigers van Electrabel. Wij denken dat het een heel logische vraag is. Het is niet de rol van het Parlement om een soort van rechtbank te spelen, maar wel heeft het Parlement de rol om in een crisis als deze, waarover de burgers zich echt zorgen maken, verantwoordelijkheden scherp te stellen en ook te durven benoemen.

 

Mevrouw Heyvaert, mijnheer De Clercq, het is de overtuiging van onze fractie dat er een heel grote verantwoordelijkheid ligt bij u als exploitant, als producent. Dat heeft natuurlijk te maken met de nu voorliggende concrete situatie, alsook met de opstelling en de agenda van Electrabel in de afgelopen jaren. Ik herinner mij mijn eerste hoorzitting als toen nog jong en onstuimig Parlementslid met uw voormalige CEO, mevrouw Dutordoir, die ons met alle moeite van de wereld probeerde te overtuigen om toch maar geen hogere nucleaire bijdrage te vragen. Een van de argumenten luidde dat wij toch wel wisten hoe belangrijk die kerncentrales zijn voor onze bevoorradingszekerheid, voor de stroom van onze kmo’s en bedrijven. Eveneens is het uw onderneming die de jongste jaren zei dat wij absoluut kerncentrales nodig hebben, met daarachter de vraag tot verlengde opening, want u profileerde zich als de ultieme bron van zekerheid. Met een zekere ingehouden verontwaardiging stel ik u vandaag dan ook een aantal vragen en formuleer ik enkele opmerkingen.

 

Enkele collega’s zullen misschien menen dat de groene familie ter zake een beetje vooringenomen is. Ik betwist dat en ik citeer iemand die in elk geval niet van groene vooringenomenheid beschuldigd kan worden, omdat hij onder andere een professionele geschiedenis heeft in de nucleaire sector en zelfs bij Electrabel in het bijzonder, namelijk de heer Bens. Tijdens de hoorzitting van 3 september sprak hij over Doel 3 en Tihange 2, over de kalender die altijd maar verschuift, over de duidelijkheid die er maar niet komt, over twee jaar van tests en bijkomende tests, over persberichten hier en persberichten daar. De heer Bens zei heel duidelijk dat de timing van Electrabel voor ons niet aangenaam is. “De vingers van onze experts jeuken om erin te vliegen”, zei hij. Die frustratie is in de voorbije week dus ook naar boven gekomen.

 

Ik stel vast dat onze fractie niet de enige is, die bijzonder verveeld is met uw rol in dezen.

 

Wat Doel 3 en Tihange 2 betreft, ik heb het met die dossiers bijzonder moeilijk, omdat er al twee jaar een ongelooflijk spel bezig is. Al twee jaar weten uw collega’s op de markt totaal niet waar zij aan toe zijn.

 

Collega’s, het moment van de waarheid mag nu eindelijk aanbreken. Ik denk dat het logisch is dat de staatssecretaris, samen met de minister van Binnenlandse Zaken – het is niet alleen een verhaal van bevoorradingszekerheid, maar ook van nucleaire veiligheid – een deadline formuleert over de toekomst van Doel 3 en Tihange 2.

 

U kijkt een beetje verwonderd. De vorige keer dat de heer De Clercq hier was, was in mei. Welnu, in maart had men gezegd dat alles rond zou zijn in mei-juni. In mei-juni werd het dan weer juli en augustus. Vandaag zijn wij september en het onderzoek zal pas eind november gedaan zijn. Dan moeten er nog bijkomende onderzoeken gebeuren en zo schuift dat maar op.

 

U kent de chronologie. U weet hoeveel de timing al is opgeschoven. Ik denk dat u dan ook begrijpt dat onze fractie, maar ook de andere energiebedrijven en de bevolking, dat uitstel beu zijn. Wij verwachten daar duidelijkheid over.

 

Ik vraag mij af of ik u goed heb begrepen over de status van het onderzoek op dit moment. U zegt dat de testen van de tweede bestraling zijn afgerond. De resultaten na de bestraling bevestigen de eerdere resultaten. De eerdere resultaten zijn dan de resultaten van maart, die aan de basis van de stillegging lagen. Of niet?

 

Zijn de testen van maart bevestigd? Ja of neen? Dat lijkt hier zo te staan, maar ik heb dat niet helemaal begrepen.

 

Betekent het dat het onderzoek bevestigt dat de robuustheid van de twee reactorvaten minder is dan origineel gedacht en dat de oorzaak van de stillegging in maart is bevestigd?

 

Ondertussen weten wij dat het niet te maken heeft met de manier van controleren en met de omstandigheden. Dat betekent dat het echt te maken heeft met de aard van het materiaal van het reactorvat dat waterstofflakes bevat.

 

Dat bevestigt onze indruk dat over de toekomst van Doel 3 en Tihange 2, waarover al zo veel onduidelijkheid is, best zo snel mogelijk wordt beslist, met name dat ter zake geen enkel risico wordt genomen.

 

In elk geval, die onduidelijkheid en dat opschuiven van de timing moeten nu maar eens ophouden. Ik begrijp trouwens ook niet dat het agentschap daarin niet veel duidelijker en assertiever is ten aanzien van u als exploitant en dat het zich neerlegt bij het feit dat het maar vertraging blijft oplopen.

 

Dan kom ik bij Doel 4. Ik heb ooit eens een parlementaire vraag gesteld naar cijfers over de veiligheidsattesten en veiligheidsmachtigingen in de kerncentrales. Ik ben daarvan enorm geschrokken. Een zelfde gevoel overkwam mij toen ik naar aanleiding van de sabotage in Doel 4 merkte dat er sprake was van honderden mensen die in aanmerking komen om die daad gepleegd te hebben, dat lijkt mij heel vreemd. Kunt u daarover iets duidelijker zijn, want het lijkt mij heel vreemd, ook al is het in een niet-nucleaire zone, zoals collega Wollants benadrukt heeft, dat het daar een komen en gaan van mensen is en dat ook nadien niet gemakkelijk vaststelbaar is dat X, Y of Z die vermeende sabotage gepleegd heeft. Hoeveel mensen komen in aanmerking? U hoeft de namen niet te noemen, dit is de plek daarvoor niet, maar over hoeveel mensen gaat het? Gaat het over eigen medewerkers of gaat het ook over externen? Is die zone toegankelijk geweest voor externen en zijn er bij die externen ook nog mogelijke daders? Ik vraag dat niet om zelf het onderzoek te voeren, maar wel om inzicht te krijgen in de mogelijke veiligheidsmaatregelen die bijkomend moeten worden genomen.

 

Ik blijf in dezelfde sfeer. U zegt dat u naar aanleiding van dat incident bijkomende veiligheidsmaatregelen hebt genomen, die meer inhouden dan wat wettelijk bepaald of gevraagd wordt. Over welke maatregelen gaat dat? Bovendien, het koninklijk besluit rond de fysieke beveiliging van de kerncentrales bepaalt niet maatregel per maatregel wat moet gedaan worden. Het koninklijk besluit zegt bijvoorbeeld niet dat twee personen voortdurend samen op pad moeten gaan. Ik heb gelezen dat het four eyes principle is ingevoerd na het incident. Het koninklijk besluit zegt niet wat het moet zijn, het zegt gewoon dat de exploitant alle maatregelen moet nemen voor de fysieke beveiliging van de centrales. Als zo’n incident kan gebeuren, hebt u volgens mij niet voldaan aan uw wettelijke verplichting, want u bent als exploitant verantwoordelijk om de fysieke beveiliging van de centrales te garanderen en om te vermijden dat zo’n sabotagedaad kan plaatsvinden.

 

Dat is mijn overtuiging op dit moment, maar misschien hebt u argumenten om mij van het tegendeel te overtuigen? Ik ben in elk geval benieuwd naar die bijkomende maatregelen.

 

Inzake de bijkomende maatregelen die u neemt op het vlak van de bevoorradingszekerheid is het interessant te weten over welke grootteorde het gaat. Wat is het potentieel van die maatregelen? Ik vind dat u wel heel snel over een aantal dingen gaat, bijvoorbeeld over het sluiten, wegens rentabiliteitsredenen, van enkele thermische centrales.

 

U knikt van niet? Wij hebben dit kunnen volgen in de pers. Het zou interessant zijn aan te geven welke beslissingen ter zake recentelijk genomen zijn. Ik heb samen met andere collega’s de indruk dat de afgelopen jaren eenheden gesloten zijn waardoor de schaarste die vandaag een feit is, mee georganiseerd is.

 

Wat de toelevering en de eventuele afschakeling betreft, hebben woordvoerders van Electrabel eerder laten optekenen dat Electrabel garant staat voor de levering aan al haar klanten. Is dat nog steeds zo? Zegt u nog steeds dat u daartoe in de winter perfect in staat bent, ook al draaien Doel 3, Tihange 2 en Doel 4 niet? Staat u garant voor al uw klanten? Dat is de nuance die u gemaakt hebt: “Wat onze klanten betreft, zijn wij perfect in staat toe te leveren.” Is dat nog altijd zo, ja of nee?

 

Wat is uw visie over de hele problematiek van verantwoordelijkheid en eventuele schadevergoeding?

 

Ten slotte ben ik het met de voorzitter eens dat wij vandaag het debat over het regeerakkoord nog niet moeten voeren. Dat zou een beetje onnozel zijn. Er moet wel op korte termijn een beslissing genomen worden over Doel 1 en Doel 2 voor de komende winter en de daaropvolgende winter. De vraag is: kunnen die centrales überhaupt functioneren op korte termijn, deze winter en volgende winter? Zo is er de kwestie van de aankoop van brandstof. Is daar al een beslissing over genomen? En kan dat wel?

 

Ik heb het nu niet over de discussie of een verlenging met tien jaar al dan niet kan. Kunt u ons in deze fase iets vertellen over de beschikbaarheid van Doel 1 en Doel 2 op korte termijn?

 

02.11  Marco Van Hees (PTB-GO!): Madame la présidente, en tant que représentant du PTB-PVDA, je pense pouvoir dire qu'Electrabel porte une responsabilité écrasante dans le risque de pénurie que nous aurons cet hiver et que nous connaîtrons sans doute les hivers suivants, car je ne vois pas ce qui change structurellement.

 

Monsieur De Clercq, je pense que c'est vous qui avez déclaré, il y a deux ans: "Nous ne sommes pas responsables de l'approvisionnement de l'électricité en Belgique". Vous avez également dit, dans la même interview: "Étant donné le climat actuel, nous ne ferons pas de nouveaux investissements en Belgique". Dans l'intervalle, plusieurs centrales ont été fermées. J'aimerais d'ailleurs que vous éclaircissiez la situation de Drogenbos.

 

Avec de telles paroles et de tels actes, on peut dire qu'Electrabel a mené une politique de chantage, je ne vois pas d'autre mot. Le gouvernement met en cause le nucléaire, met en cause vos profits et voilà la politique que vous menez. Et le chantage fonctionne tellement bien que, deux ans plus tard, on se retrouve devant un risque de pénurie et de délestage, avec les drames humains que cela peut occasionner. Des milliers de ménages dans des situations diverses vont être privés d'électricité. Il s'agit parfois de personnes en difficulté et on ne sait pas quels drames humains vont être occasionnés par ces délestages. Pour le PTB, il est clair que si ces drames humains arrivent, on ne pourra qu'en tenir Electrabel pour responsable.

 

Dans ce pays, il faudra oser un jour poser la question de la nationalisation ou de l'expropriation d'Electrabel. Une société qui est si importante dans le fonctionnement de notre pays et qui n'assume pas ses responsabilités et qui, pire, fait du chantage, cela mérite qu'on se pose la question au niveau politique. À partir du moment où les responsables politiques élus prennent des options et qu'Electrabel refuse ces options parce que son profit ne serait pas garanti, cela pose un problème de déficit démocratique.

 

Je résume. Pourquoi ces fermetures de centrales se sont-elles produites depuis deux ans? Qu'en est-il de la centrale de Drogenbos?

 

Maintenez-vous votre déclaration, qui date d'il y a deux ans, comme quoi vous n'êtes pas responsables de l'approvisionnement de l'électricité en Belgique? Si oui, il faudrait en tirer des conclusions. Ainsi que celle comme quoi, étant donné le climat actuel, vous ne ferez plus de nouveaux investissements en Belgique.

 

Par ailleurs, la question a déjà été posée quant au dédommagement éventuel des consommateurs lors d'un délestage. Allez-vous remplir vos obligations contractuelles sans obliger ces consommateurs à vous poursuivre en justice? Comptez-vous les dédommager de manière volontaire, en assumant vos responsabilités?

 

En ce qui concerne Doel 4, quelles garanties pouvez-vous nous donner que ce genre de situation ne se reproduira pas, éventuellement dans des zones plus problématiques du réacteur? Plusieurs collègues ont aussi posé des questions sur Doel 1 et Doel 2. Je m'associe à ces questions. Tant que vous êtes ici, ce serait bien que nous ayons une réponse.

 

02.12  Aldo Carcaci (PP): Madame la présidente, tout le monde utilise aujourd'hui le terme de "fissure". Cela provoque – et c'est bien normal – de grandes craintes dans l'opinion. Des fuites pourraient-elles avoir lieu en raison de ces crevasses? Ce terme de "fissure" est-il approprié ou non?

 

Au demeurant, j'ai entendu que, dans votre intervention, vous utilisiez le mot de "flocon". S'agit d'un synonyme d'inclusion, de fissure? Pourriez-vous vous exprimer officiellement et fermement pour qu'on mette un terme à certains fantasmes?

 

En prolongeant des centrales comportant des fissures ou des flocons, n'allez-vous pas vous trouver en porte-à-faux?

 

Par ailleurs, s'agissant de la responsabilité, je ne voudrais pas enfoncer le clou. Cela dit, il existe des procédures dans le secteur nucléaire. Étant donné que vous n'avez pas pu prévenir un acte de sabotage en interne – car je serais étonné qu'un intrus l'ait commis -, il conviendrait de revoir sérieusement les procédures de sécurité. En effet, qu'on le veuille ou non, Electrabel a été incapable de garantir la protection d'un outil hautement stratégique.

 

J'ai lu dans la presse que le prochain gouvernement comptait prolonger Doel 1 et Doel 2 de dix ans. Or, à la fin 2015, il n'y aura plus de combustible. Il faut pas mal de temps pour en recommander: on parle d'un an ou deux. Certes, on peut en obtenir en urgence, mais – comme pour tout le reste – c'est en augmentant le prix de l'approvisionnement.

 

Comment comptez-vous agir pour que cela puisse fonctionner?

 

02.13  Wim De Clercq: Madame la présidente, de nombreuses questions couvrant les différents domaines ont été posées. Commençons peut-être par les centrales classiques, dont Ruien, et par la problématique de savoir si on investit encore. Nous avons déjà fait pas mal d'investissements dans les centrales TGV pour augmenter la flexibilité, diminuer la puissance minimale, augmenter la vitesse avec laquelle la centrale atteint une puissance de 100 %. Toute une série d'initiatives ont déjà été prises ces dernières années pour augmenter la flexibilité. Dans le cadre des différentes mesures que je vous ai présentées sur l'avant-dernier slide, il n'y a plus beaucoup à gagner.

 

Wat Ruien betreft, de site van Ruien is verkocht en de centrale is al gedeeltelijk ontmanteld. Het lijkt mij voor de nieuwe eigenaar geen gemakkelijke zaak om die centrale opnieuw op het net te krijgen.

 

La présidente: Quand vous dites qu'il n'y a plus beaucoup à gagner, cela concerne-t-il toutes les mesures?

 

02.14  Wim De Clercq: Non! Pas toutes les mesures. Uniquement au niveau des investissements dans les centrales au gaz. On a fait déjà les investissements pour diminuer la puissance minimale, pour augmenter la vitesse avec laquelle vous pouvez mener la centrale à pleine puissance.

 

Au niveau du parc nucléaire, je tiens à préciser que nous sommes effectivement l'acteur principal pour la Belgique. Mais, quand on regarde le parc de production belge, Electrabel ne représente que 46 % de la capacité installée. Quand on dit que c'est uniquement à cause des centrales nucléaires qu'il y a un problème aujourd'hui, je signale qu'il y a 54 % du parc belge qui appartient à d'autres opérateurs et où nous n'avons aucune responsabilité.

 

Par rapport au parc nucléaire, dans toutes les décisions que nous prenons, nous donnons la priorité absolue à la sûreté nucléaire. Quand, au mois de mars de cette année, nous avons été confrontés à la problématique des résultats des tests pour Doel 3 et Tihange 2, qui ne cadraient pas avec les attentes des experts, nous avons pris la mesure la plus conservatrice et avons mis à l'arrêt les centrales en attendant d'avoir une explication. C'est une décision qui montre qu'outre les discussions concernant la pénurie, ou les bénéfices, c'est la sûreté nucléaire qui est notre priorité absolue.

 

Il y a eu beaucoup de questions concernant Doel 4. Quel est le principe global des accès aux centrales? Tout intervenant dans une centrale nucléaire a une habilitation de sécurité, qui a été délivrée par l'Autorité nationale de sécurité (ANS). Sans habilitation de sécurité, vous n'entrez pas.

 

Il est vrai qu'il y a pas mal d'intervenants qui ont une habilitation de sécurité. À Doel et à Tihange, il y a mille personnes qui travaillent, plus, en cas de révision, des centaines de personnes qui ont accès aux installations. Mais pas partout, parce que la centrale est partagée en différentes zones. Vous pouvez donner les autorisations d'accès en fonction du travail qui doit être fait dans telle ou telle zone.

 

Over het onderzoek zal ik niet uitweiden. Het onderzoek loopt nog en het is in handen van de gerechtelijke politie, die daarover te gepasten tijde met de buitenwereld zal communiceren.

 

Omtrent de timing voor Doel 4 werd gevraagd naar het worstcasescenario en het bestcasescenario. Jammer genoeg moet ik melden dat er nog een en ander fout kan lopen. Samen met de leveranciers van de onderdelen van de turbines en met de onderhoudsploegen van Electrabel doen wij er alles aan om de interventietijd zo kort mogelijk te houden, maar als er zich een probleem voordoet in de toelevering van bijvoorbeeld een of ander materiaal voor de schoepen, dan kan die planning op de helling komen te staan. Wij willen echter uitgaan van een optimale en realistische planning. Die realistische planning duidt vandaag aan dat de centrale van Doel 4 tegen het einde van dit jaar opgestart zou moeten kunnen worden.

 

Over de beveiligingsmaatregelen kan ik eigenlijk ook niet veel zeggen. Wel kan ik vertellen dat in de dagen volgend op het incident verschillende maatregelen werden genomen op de site van Doel om de toegangsmogelijkheden van medewerkers en contractuelen die in een bepaalde zone aanwezig waren op de bewuste 5 augustus, te beperken. Alle maatregelen zijn uitgevoerd, zowel voor de site van Doel als voor de site van Tihange, en ook op alle eenheden van Doel en van Tihange. Wij hebben ons dus niet beperkt tot Doel 4, maar die maatregelen doorgevoerd op de beide nucleaire sites van ons park. In de klassieke centrales is er een verhoogde alertheid, een verhoogde waakzaamheid inzake de veiligheid en toegangscontrole op poten gezet.

 

02.15  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijn vraag was waarom nu pas.

 

02.16  Wim De Clercq: Waarom nu pas? Er werden de voorbije jaren een aantal maatregelen genomen om de veiligheid en de fysieke beveiliging van onze kerncentrales op punt te zetten.

 

Ik wil erop wijzen dat de voorbije zeven jaar hardwarematig bijvoorbeeld de omheiningen van de sites van Doel en Tihange volledig werden vernieuwd, evenals de controlesystemen rond die omheiningen.

 

Er werden de voorbije jaren een aantal maatregelen genomen in samenspraak met de dienst beveiliging van het FANC om te voldoen aan de wetgeving en aan de internationale normen inzake veiligheidscontroles van mensen op de sites.

 

Een maatregel die drie jaar geleden al werd ingevoerd, is dat men binnenkomt zoals op een luchthaven en dat daarbij de digitale vingerafdrukken worden gecontroleerd. Ook worden alle voertuigen strenger gecontroleerd.

 

Er werden de voorbije jaren een aantal maatregelen genomen, die strikt worden opgevolgd en naar aanleiding van het incident zijn er nog bijkomende maatregelen genomen, waarover ik niet kan uitweiden.

 

Wat de timing voor Doel 3 en Tihange 2 betreft, de eerste maanden na het stilleggen van de centrale eind maart was het een beetje moeilijk om een precieze timing voor de heropstart te geven. Wij hebben vrij snel aangekondigd dat het volledige veiligheidsdossier tegen het einde van de herfst beschikbaar zou zijn.

 

Die timing blijft behouden. Ik begrijp dat er bij het FANC wat ongerustheid bestond, omdat er geen tussentijdse resultaten kwamen, maar zoals ik u heb uitgelegd, is het een hele puzzel die in elkaar moet passen. Men mag zich niet baseren op een testresultaat van een of van enkele stukken om daaruit al conclusies te trekken en die resultaten al mee te delen aan het FANC en aan de buitenwereld.

 

We kiezen ervoor om over de strategie, die ook continu is bijgewerkt met het oog op de resultaten van de testen, niet onmiddellijk te communiceren, en een stevig dossier aan het FANC voor te leggen, dat dan samen met zijn internationale experts daarover een advies zal geven.

 

Het is dus eigenlijk veel te vroeg om conclusies te trekken uit de tussentijdse resultaten. De conclusies komen met de globale conclusies en die zijn aangekondigd voor het einde van de herfst.

 

02.17  Griet Heyvaert: Mevrouw de voorzitter, ik zal antwoorden op de resterende vier, minder technische vragen.

 

Met de belangrijkste vraag werden de collega’s van FEBEG reeds geconfronteerd, met name de vraag over de verantwoordelijkheid. Ik zal gewoon nog even het standpunt van de sector samenvatten en u zult wellicht ontdekken dat het vrij coherent is met hetgeen de collega’s reeds gezegd hebben.

 

Ten eerste, uiteraard begrijpen wij uw reactie, want de consequenties van een tekort aan elektriciteit zijn zeer groot, zowel voor de gezinnen als voor de industrie. Dat is uiteraard een terechte bezorgdheid en wij erkennen die absoluut.

 

Ten tweede, ons engagement in de elektriciteitsbevoorrading situeert zich zeer duidelijk op twee niveaus. Enerzijds hebben wij klanten: met hen hebben wij contracten, wij moeten hen correct behandelen en wij moeten zo veel mogelijk diensten leveren in functie van de omstandigheden. Anderzijds hebben wij ook contractuele verplichtingen ten opzichte van Elia.

 

Ik zou er toch nog eens aan willen herinneren dat in heel Europa het systeem van de verantwoordelijkheid voor een voldoende beschikbaarheid van elektriciteit echt stroomopwaarts van de bevoorradingsketen wordt geregeld. Er wordt, bijvoorbeeld, gekeken of een ARP, een Access Responsible Party, al dan niet in evenwicht is en even veel in het systeem brengt als hij nodig heeft voor zijn klanten. Als dat niet het geval is, dan zijn de economische consequenties voor die operator duidelijk ingebouwd. Het werd vandaag reeds gezegd: die economische consequenties zijn vrij verregaand, het zijn consequenties voor de leverancier die in onevenwicht is en al dan niet een globaal onevenwicht vertegenwoordigt. Maar nogmaals, dat is een stuk marktorganisatie, het is een soort van generieke manier van marktorganisatie in Europa.

 

Wat de bevoorrading van de klanten betreft, wat maakt de hele discussie zo moeilijk? Wanneer er tekorten zijn in het globale systeem, is de manier waarop de energie bij voorkeur ter beschikking wordt gesteld aan de markt, ook deels gebaseerd op een politieke keuze waarbij prioriteiten worden vastgelegd. Wanneer wij zeggen dat de leveranciers mee het slachtoffer zijn, bedoelen wij eigenlijk dat bij tekorten niet de leveranciers bepalen wie elektriciteit krijgt en wie niet. Zo functioneert het niet. Wie als ARP 100 % in orde is, is daarom nog niet zeker dat zijn klanten bij voorkeur elektriciteit zullen kunnen gebruiken. De filosofie van het systeem is dat het gecollectiviseerd is; het is een collectief geoptimaliseerd systeem.

 

Ik begrijp dat dit moeilijk te aanvaarden is vanuit het standpunt van de bakker en de beenhouwer, maar zo is het systeem bedacht. Wat wij kunnen doen voor onze klanten is ze sensibiliseren, en wanneer er tekorten zijn mee bijdragen, in coördinatie met de overheden, tot een goede communicatie, opdat de klanten het juiste gedrag zouden vertonen, minder zouden verbruiken en hun verbruik zouden verschuiven afhankelijk van de behoefte. Wij kunnen ook, zoals de heer De Clercq uitgelegd heeft, onze klanten begeleiden bij het verteren van de gevolgen, bijvoorbeeld door bijkomende dieselgeneratoren of andere middelen.

 

Dat is het engagement dat wij kunnen en willen nemen. Wij kunnen ons echter niet in de plaats stellen van andere marktpartijen die bepalen welke klant eerder elektriciteit krijgt. Het allerbelangrijkste is dat wij, stroomopwaarts uiteraard, alles in het werk stellen om onze productieapparatuur optimaal te laten functioneren en om onze nucleaire installaties op een veilige manier zo snel mogelijk opnieuw op te starten. Dat is de collectieve verantwoordelijkheid van onze productieteams. Voor de andere producenten geldt hetzelfde.

 

In het verleden was het concept van de markt totaal anders. Toen waren alle functies geïntegreerd. Met de liberalisering is de marktorganisatie herdacht, en dus ook de manier waarop wij functioneren.

 

Tot daar het eerste deel over de verantwoordelijkheid.

 

Er was de vraag hoeveel extra megawatt wij ter beschikking van de markt stellen. Dat is een vraag die wij ook ruimer, in politieke kringen, krijgen. Ik begrijp ze, maar spijtig genoeg kunnen wij daarop niet echt antwoorden.

 

Het gaat niet over een dubbel gebruik met ondersteunende diensten. Dit is extra capaciteit die wij ter beschikking willen stellen voor de volgende winter, maar al die capaciteit is niet cumulatief in de tijd. Het verschuiven van het onderhoud van Tihange 1 gebeurt op een bepaald moment in de tijd. Wij hebben ons ook gereorganiseerd om het onderhoud van onze klassieke en andere centrales niet in de winter te doen. Dat zijn allemaal gewonnen volumes op verschillende momenten in de tijd.

 

Wij kunnen dat niet allemaal zomaar optellen om tot een redelijk cijfer te komen. Het is niet correct om dat gewoon op te tellen en dan te zeggen dat wij tot zoveel extra capaciteit komen. Spijtig genoeg kan ik daarop dus geen eenduidig antwoord geven.

 

De kostprijs daarvan is de verantwoordelijkheid van de producent. Dat is een deel van zijn exploitatiekosten.

 

Er was ook een vraag over de kostprijs als andere nucleaire eenheden dan Tihange 1 zouden worden verlengd. Die kostprijs kennen we. Omdat dit met het FANC duidelijk is afgesproken en het hele actieplan duidelijk is, weten wij dat het gaat over 600 miljoen euro.

 

Voor Doel 1 en Doel 2 moet de regering eerst nog beslissen. Daarover zal ook nog een discussie in het Parlement worden gevoerd. Dan zal het FANC met ons een discussie moeten aangaan, in de veronderstelling dat het een go is, over welk investeringsplan ze precies willen. Dan pas zullen wij daarop een cijfer kunnen plakken. Als wij dat nu al zouden doen, zou dat betekenen dat wij de verantwoordelijkheden van het FANC niet zouden respecteren.

 

Daarmee denk ik de belangrijkste punten te hebben aangehaald.

 

Op de verlenging van de levensduur van de centrales willen wij niet ingaan. Het heeft immers niet veel zin om daaromtrent een standpunt in te nemen, aangezien er nog geen beslissing over genomen is.

 

Er werd nog een vraag gesteld over Doel 1. Kan Doel 1 in de komende winter draaien? Normaal gesproken is de buitenwerkingstelling georganiseerd op 15 februari. Zo is de planning opgemaakt en daarop is het gebruik van de brandstof afgesteld. Het is niet meer mogelijk om voor de nog resterende, korte periode nog brandstof te bestellen, want de termijn is te kort en het gaat over beperkte hoeveelheden. Wel is het mogelijk, maar daartoe dringt dan wel de tijd, om in een equivalente periode te stoppen en de brandstof verder te gebruiken, dus om het beheer van de brandstof te organiseren in functie van het objectief. Het kader waarin dat kan gebeuren, is niet ongelimiteerd. Er geldt dus wel een zekere sense of urgency voor de exploitant om dat zo te organiseren.

 

Ik weet niet of mijn collega De Clercq daaraan nog iets wilt toevoegen?

 

02.18  Wim De Clercq: Je voudrais encore répondre à la question à propos des fissures. Vous pouvez utiliser un large éventail de termes mais n'utilisez pas le mot "fissure". Vous pouvez utiliser "inclusion", "flakes", "insluitsels", "défaut dû à l'hydrogène"… "Fissure" n'est pas le bon mot.

 

02.19  Benoît Friart (MR): Madame la présidente, je voudrais revenir sur les microfissures – même si on ne peut plus utiliser ce terme – qui se situent sur les cuves, paraît-il, depuis leur installation. Est-ce exact?

 

Dans le graphique que vous nous avez montré, on voit que depuis 2012, la disponibilité du parc nucléaire est retombée entre 70 et 75 %. Pourquoi n'a-t-on pas déjà parlé de délestage en 2012 ou en 2013?

 

Vous dites que vous êtes un acteur majoritaire dans le nucléaire mais en fait, vous n'êtes pas majoritaire, vous êtes le seul et l'unique dans le secteur du nucléaire. Je suis également surpris par la part de marché que vous vous attribuez comme fabricant d'électricité. Vous dites que vous produisez 46 % et que les autres produisent 54 %. Je ne comprends pas puisqu'on dit que le nucléaire en Belgique, c'est 54 % et qu'en plus du nucléaire, vous avez encore d'autres centrales. On a l'impression que vous faites 70 % de la production d'électricité en Belgique et tout à coup, vous n'en faites plus que 46 % aujourd'hui.

 

02.20  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Madame la présidente, en faisant le lien avec l'audition de tout à l'heure, on sent bien qu'il y a un petit jeu qui se met en place: "ce n'est pas moi qui suis responsable, je m'en lave les mains, je vais passer la main à d'autres et je ne veux pas porter la responsabilité".

 

C'est trop facile! Si Doel 3 et Tihange 2 n'étaient pas à l'arrêt, nous n'aurions pas eu toutes ces réunions! Il y a Doel 4 en plus. Mais là, on doit encore voir. C'est pour cela que je ne l'ai pas cité, mais vous avez raison de le rajouter. Si nous n'étions pas face à cette incapacité de gestion de votre part, nous n'aurions pas à nous poser la question de manière aussi évidente aujourd'hui.

 

Vous portez une part de responsabilité extrêmement importante. C'est facile de la diluer dans l'organisation du marché, dans la technicité, la complexité juridique, tout ce qu'on veut. Il y a plein d'arguments! C'est comme pour "fissure". Il y a vingt-cinq synonymes. "Estafilade", c'est magnifique! Je ne connaissais pas ce mot-là.

 

Sur le mot "responsabilité", il ne faut pas tourner autour du pot. La responsabilité, elle est évidente au point de départ. Cela ne veut pas dire que vous êtes le seul et que vous serez le seul à devoir en répondre ultérieurement. Mais le point de départ du problème aujourd'hui, c'est votre incapacité … alors que vous avez toujours présenté le nucléaire comme étant sûr et certain, vos slides le montrent, 90 % etc. Soudain, 50 % du parc est à l'arrêt et il n'y a toujours pas d'explication!

 

Vous dites que vous faites vite, que vous essayez de faire au maximum, qu'il y a les enquêtes, etc. Le problème se pose depuis le mois de juin 2012! Sur un élément aussi fondamental, on n'a toujours pas de réponse plus de deux ans après, et vous voudriez vous en laver les mains et dire que vous n'êtes pas responsable de cela!

 

J'émets des doutes et je tiens à vous les exprimer pour ne pas tourner autour du pot. Vous dites que vous ne rouvrirez que si vous obtenez toutes les garanties. D'accord, mais vous avez déjà rouvert avant de devoir refermer! Vous pensiez avoir toutes les garanties. N'êtes-vous pas un peu mal à l'aise à cet égard? Je suppose que si vous avez rouvert, c'est parce qu'à ce moment-là vous estimiez avoir reçu toutes les garanties. Or vous avez dû refermer, mais sans savoir quand vous alliez rouvrir.

 

Pour Doel 3 et Tihange 2, j'ai une question plus technique relative aux provisions. Si la fermeture est plus rapide, qu'en est-il de la constitution des provisions pour le démantèlement? Comment s'organise-t-elle?

 

S'agissant de Doel 4, estimez-vous qu'il est prudent et sûr, pour reprendre votre terme, de rouvrir si - au moment où la question se posera – vous n'avez pas connaissance exacte des faits qui se sont produits ni de l'identité de leur auteur? En l'occurrence, puisque c'est quelqu'un qui avait une accréditation, allez-vous vous demander – au moment où vous serez techniquement en mesure de rouvrir – si l'auteur des faits est toujours là à votre insu? En termes de sûreté, disposerez-vous de toutes les garanties si vous ignorez, à cet instant-là, de qui il s'agit? C'est une question de principe.

 

On a rapidement balayé la question de la police en disant qu'elle faisait son travail – et c'est exact. Nous espérons recevoir très rapidement des informations sur cette affaire. Cependant, trois agents de sécurité ont été suspendus … Est-ce une mesure que vous avez prise, que vous avez soutenue, que vous trouvez pertinente? Cet élément n'a pas été abordé.

 

Aujourd'hui, vous nous dites que la meilleure option pour la réouverture de Doel 4, c'est le 31 décembre. Auparavant, on avait annoncé le 18 août ou 15 septembre.

 

Voilà quelques questions complémentaires, mais ma remarque était plus importante.

 

02.21  Marco Van Hees (PTB-GO!): Quand on vous parle de responsabilité, vous dites que ce sont principalement les autres qui sont responsables puisque vous n'avez que 46 % de parts de marché.

 

La présidente: Je vous propose de ne pas répéter des questions qui ont déjà été posées. Veuillez poser de nouvelles questions!

 

02.22  Marco Van Hees (PTB-GO!): Je voulais justement en arriver à poser la question de ce pourcentage de capacité. Vous parlez de 46 % de capacité. M. Friart a déjà posé une question sur le nucléaire.

 

On vous attribue 50 % de parts de marché en tant que fournisseur. Pouvez-vous nous expliquer la situation, la part que vous avez en tant que producteur et en tant que fournisseur? Quels sont les flux qui circulent entre les deux? Quelle est votre situation en termes d'équilibre et de déséquilibre?

 

02.23  Karine Lalieux (PS): J'ai une nouvelle question. Vous avez perdu des moyens de production, vous l'avez démontré aujourd'hui. Vous allez sans doute devoir recourir à des capacités d'importation. Pensez-vous que, cet hiver, ces capacités d'importation seront disponibles pour vous? C'est important pour nos réserves de 3 500 MW au niveau de l'interconnexion. Avez-vous des assurances quant à vos capacités d'importation, si vous en avez besoin pour couvrir la demande de vos clients cet hiver?

 

En ce qui concerne Doel 1, qui doit fermer en février 2015, vous avez dit que vous alliez essayer de gérer le combustible avant l'hiver pour en avoir encore cet hiver, puisque vous ne pouvez pas en importer dans les deux mois ou dans les quatre semaines. Je n'ai pas bien compris, pourriez-vous l'expliquer à nouveau ou donner plus de précisions?

 

02.24  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitter, ik heb nog een paar elementen, nieuwe vragen en vragen die nog niet beantwoord werden.

 

Mevrouw Heyvaert, mijnheer De Clercq, in verband met Doel 1 en Doel 2 sluit ik mij aan bij de vraag van de voorzitter. Ik had uit uw antwoord begrepen dat, als er niet snel een beslissing komt, de piste om een beetje te schuiven met Doel 1 en Doel 2 en zo één of twee winters te winnen, vanwege de brandstof geen optie is. Zo heb ik het begrepen, maar ik denk dat u op dat vlak best duidelijk kunt zijn over de korte termijn.

 

Mevrouw Heyvaert, ik ben het niet helemaal eens met uw interpretatie over de levensduurverlenging van Tihange 1. U zegt dat u daarop geen bedrag kunt plakken, aangezien het FANC dat moet doen. Het FANC heeft altijd geweigerd om een uitspraak te doen over de nodige investeringen. Op het moment dat wij de levensduurverlenging van Tihange 1 hier besproken hebben, was er een tabel van Electrabel met daarin 600 miljoen euro, met een inschatting die u zelf hebt gemaakt. Woordvoerders van Electrabel hebben de voorijbe jaren nooit nagelaten om daarop een bedrag te plakken. Het frappeert mij dat het bedrag steeds lijkt toe te nemen: ten tijde van het protocol was het 800 miljoen voor de drie en ondertussen is het 600 miljoen geworden voor Tihange 1 en 1 miljard voor Doel 1 en Doel 2 samen, zo lezen wij in de krant. Enige inschatting lijkt mij dus wel interessant.

 

U hebt nog niet geantwoord op de volgende eenvoudige vraag. U bent daarover in het verleden duidelijk geweest, misschien moet dat nu ook mogelijk zijn. Bent u in staat, puur voor uw eigen klanten, met wie u een contract hebt, om de bevoorradingszekerheid te realiseren komende winter, ja of neen?

 

Ten slotte, aansluitend bij de opmerkingen van de heer Nollet – ik deel deze indruk trouwens met een aantal collega's in onze commissie –, wij mogen hier geen rechtbank worden zonder nuance en wij moeten als Parlementslid de belangrijke wetten van de fysica kennen om het energiedossier op te volgen. Het is dus geen eenvoudige problematiek, maar de manier waarop u tijdens de voorbije uiteenzetting zowat alles en iedereen mee verantwoordelijk hebt gemaakt voor de huidige problemen, vind ik onaanvaardbaar. U gaat zelfs de bakker en de beenhouwer sensibiliseren hoe die moeten omspringen met de stroomcrisis.

 

Uw argument dat u slechts x procent aandelen van de productiemarkt in handen hebt en dat het aan de politiek is om een en ander vorm te geven, vind ik onaanvaardbaar. Op een moment dat drie van uw grote kerncentrales, waarvan u jaren hebt beweerd dat ze 100 % zeker en veilig zijn, steken laten vallen, tracht u op een uitgesproken manier de zwartepiet door te spelen. Dat vind ik onbegrijpelijk.

 

Mevrouw de voorzitter, wat de schadevergoeding en de verantwoordelijkheid betreft, heb ik een concrete vraag. Het is een kwestie waarin volgens mij alle commissieleden geïnteresseerd zijn. Het zou goed zijn om nu alvast aan de CREG te vragen om daarover morgen het nodige materiaal mee te brengen.

 

Wij hebben hier al heel veel stemmen gehoord over de schadevergoeding en de verantwoordelijkheden. Het zou goed zijn om mee te geven dat onze commissie daarin bijzonder geïnteresseerd is. Misschien kan de energieregulator voor de duidelijkheid zorgen die de commissie nastreeft.

 

Dat past veeleer bij de regeling van de werkzaamheden, maar ik wou het alvast meegeven.

 

La présidente: Monsieur Calvo, la CREG sera là demain mais ce sera peut-être court.

 

02.25  Wim De Clercq: Mijnheer Calvo, ik wil even terugkomen op uw vragen in verband met Tihange 1. Het klopt inderdaad dat de exploitant een dossier indient bij het FANC. Het FANC keurt dat dossier al dan niet goed. Aan het ingediende dossier, dat omschrijft welke werken uitgevoerd moeten worden, hangt uiteraard een prijskaartje. Voor Tihange 1 bedroeg dat indertijd 600 miljoen euro, dus dat klopt.

 

Het is de verantwoordelijkheid van de exploitant om over de levensduurverlenging een dossier in te dienen. Dat is gebeurd voor Doel 1 en Doel 2, waarvan de dossiers ingediend werden in 2012, zonder precieze berekeningen, want het dossier geeft slechts de concepten van een levensduurverlenging weer. Wanneer echt overgegaan wordt tot een levensduurverlenging, dan moet alles uitgewerkt worden, zoals de engeneering en het design van de voorgestelde wijzigingen en veranderingen. Om u een idee te geven, in 2012 is de levensduurverlenging van Tihange 1 goedgekeurd. Vandaag de dag – wij zijn nu twee jaar verder – worden de eerste concrete wijzigingen in de installatie uitgevoerd. Er is dus twee jaar nodig geweest om alle wijzigingen te bestuderen, om de materialen en wisselstukken te bestellen enzovoort.

 

Ik wil de zaak van de brandstof voor Doel 1 en 2 nog wat meer in detail uitleggen. Hoe werkt dat nu juist? Het is nu september 2014 en Doel 1 wordt normaal gesproken gesloten op 15 februari 2015. Dat is de geplande sluitingsdatum. Aangezien die wet in 2012 goedgekeurd is, hebben wij het beheer van de brandstof voor die reactor geoptimaliseerd. Wij hebben dus niet zomaar nieuwe brandstof beschikbaar.

 

De brandstof voor een nucleaire reactor kan niet worden vergeleken met het voltanken van een auto aan een benzinepomp, waarna men weer verder kan rijden. Voor een nucleaire reactor kan men stellen dat per cyclus een derde van de brandstofelementen vervangen wordt, en een cyclus duurt een jaar of achttien maanden. Dat derde aan brandstofelementen moet op voorhand besteld worden en de leveringstermijn duurt ongeveer zestien tot achttien maanden, een beetje afhankelijk van het moment waarop besteld wordt.

 

De reactor van Doel 1 komt aan het einde van zijn cyclus op 15 februari 2015. Tegen dan is de nu aanwezige brandstof uitgewerkt. Daar zit dan nog maar heel weinig energie in, in ieder geval niet voldoende om die reactor nog langer te laten werken. Wanneer wij in een theoretisch geval zouden beslissen om die centrale ook na 15 februari te laten draaien, dan moet de reactor geopend worden en dat moet een derde van de erin aanwezige brandstof vervangen worden. Dat kan niet, omdat er geen brandstof besteld is.

 

Hoe kan men de centrale wel langer doen functioneren dan 15 februari? Door nu te besparen op brandstof. Wat men nu bespaart, kan men na 15 februari gebruiken. Als men nu beslist de centrale een maand stil te leggen, kan men in theorie – en ik maak nu abstractie van de wettelijke context en de goedkeuring van het FANC – na 15 februari een maand langer draaien. Dan kan de centrale draaien tot 15 maart. Als men zegt dat Doel 1 beschikbaar moet zijn tot einde maart, moet men snel de beslissing nemen de centrale ongeveer zes weken stil te leggen. Ziet u? Dat is de manier waarop het werkt.

 

Doel 2 is een ander verhaal. Voor Doel 2 is er de komende winter geen probleem. Die is beschikbaar de komende winter. Als men zegt dat men Doel 2 beschikbaar wil houden voor de volgende winter, is de alternatieve oplossing dat men Doel 2 in de zomer een aantal maanden stillegt. Dan kan men de centrale in de winter – ik maak opnieuw abstractie van de wettelijke context – opnieuw gebruiken. De wet is duidelijk vandaag: op 1 december wordt Doel 2 stilgelegd, op 15 februari Doel 2. Laten wij daar even abstractie van maken. Wat de brandstof betreft, kan men die centrales theoretisch op die manier langer openhouden. Is dat duidelijk voor iedereen?

 

En ce qui concerne la capacité nucléaire, quand je parle de 46 %, c'est la capacité installée. N'oublions pas que Tihange 1 est propriété à 50 % de EDF, ce qui signifie que EDF est propriétaire de 500 mégawatts. Pour Doel 3, Doel 4, Tihange 2 et Tihange 3, EDF et Luminus en sont propriétaires à 10 %. Mais Electrabel est l'opérateur des sites de Doel et de Tihange.

 

En ce qui concerne les provisions, il est clair que, dans le worst case scenario où les centrales ne redémarrent pas, cela aura un impact important sur les provisions parce qu'il faudra anticiper les provisions pour le démantèlement. Je n'ai à ce jour aucune idée de ce que cela représente exactement. En plus, il faudra revoir tout le séquentiel du démantèlement à ce moment-là.

 

La présidente: Monsieur Nollet, laissons-les d'abord répondre à tout. Nous n'allons pas faire tout un débat ici sur les provisions nucléaires.

 

02.26  Wim De Clercq: Est-on sûr de rouvrir la centrale de Doel 4? Je serai clair à ce sujet. Si nous sommes prêts en ce qui concerne les travaux de réparation des turbines de Doel 4, nous soumettrons le dossier à l'Agence fédérale de contrôle nucléaire. C'est elle qui donnera son approbation pour un redémarrage et qui définira les conditions de redémarrage éventuel de la centrale.

 

Het is veel te vroeg om daarover vandaag uitspraken te doen en te gissen wat zou kunnen gebeuren. Ik heb het volste vertrouwen in het gerechtelijk onderzoek. We moeten de resultaten daarvan afwachten.

 

En ce qui concerne les agents de sécurité qui ont été suspendus, je tiens quand même à préciser que c'étaient des agents de sécurité d'une firme contractante travaillant sur le site de Doel. Apparemment, la mesure qui a été prise au sein de cette société-là n'a rien à voir avec l'événement du 5 août ou avec l'enquête en cours sur le site de Doel.

 

La présidente: Il y a d'autres choses qui peuvent se passer.

 

02.27  Wim De Clercq: D'ailleurs, nous n'avons rien demandé.

 

La présidente: Nous allons terminer. Il y avait encore une question sur l'importation.

 

02.28  Griet Heyvaert: Sur l'importation, la question était de savoir si nous comptons utiliser notre partie réservée des importations. La réponse est oui.

 

La présidente: Et vous pensez qu'elle sera libre? Il n'y aura pas de problème?

 

02.29  Griet Heyvaert: C'est-à-dire que les réservations ont été prises et nous espérons que, là, au niveau des importations, la capacité sera effectivement disponible.

 

02.30  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Bent u er voor de komende winter, zoals u dat al eerder hebt aangegeven, zeker van uw eigen klanten te kunnen bevoorraden?

 

02.31  Griet Heyvaert: Wij hebben al verschillende keren gezegd dat wij geen engagement aangaan en geen verantwoordelijkheid nemen, maar onze verantwoordelijkheid nemen om alles te synthetiseren.

 

Het discours van vandaag was dat wij onze verantwoordelijkheid nemen waar wij dat als verantwoordelijke uitbater van nucleaire installaties kunnen, zonder daarin enig risico te nemen.

 

Wat onze klanten betreft, kunnen wij er alleen maar voor zorgen dat er zo veel mogelijk productiecapaciteit beschikbaar is, zodat we effectief stroomopwaarts – dat was uw vraag – als ARP kunnen voldoen aan onze verplichtingen.

 

02.32  Marco Van Hees (PTB-GO!): Pouvez-vous chiffrer votre part de marché au lieu de répéter "oui, oui"?

 

La présidente: Quand ils ne pouvaient pas chiffrer, je pense notamment à l'augmentation des possibilités d'investissement, ils l'ont dit. Nous ne savons pas à quelle hauteur ils peuvent augmenter les mégawatts.

 

Nous arrêtons donc le débat. Tout le monde a pu s'exprimer, et c'est tant mieux, car toutes les questions étaient légitimes.

 

Je remercie les représentants de la Febeg, d'Electrabel ainsi que ceux de la Creg, qui pourront apporter des commentaires demain.

 

Je vous rappelle que la commission débutera à 14 heures. Nous entendrons l'exposé de la Creg. Puis, vous poserez vos questions.

 

02.33  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Madame la présidente, à la fin des travaux avec Elia la semaine dernière, trois documents ont été demandés. Les avez-vous reçus? Ou bien Elia a-t-elle répondu?

 

La présidente: Nous avons envoyé un mail, mais nous n'avons pas encore obtenu de réponse. Si nous n'en avons pas, nous insisterons. Dès que nous en obtiendrons une, nous vous la transmettrons.

 

02.34  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitter, zou u de mensen van de CREG, in de mate van het mogelijke – ik weet dat het morgen kort dag is – nog kunnen meegeven dat de hele problematiek van de verantwoordelijkheid en de schadevergoeding ons als commissie bijzonder interesseert? Ik begrijp dat het kort dag is, maar als men daarmee in de mate van het mogelijke rekening kan houden bij de presentatie morgen, kan dat de werkzaamheden van onze commissie alleen maar versterken.

 

La présidente: Le délai est un peu court. La responsabilité juridique est analysée par le SPF Économie mais rien ne nous empêche de poser la question et de demander une note sur le sujet par la suite.

 

La réunion publique de commission est levée à 18.37 heures.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 18.37 uur.