Commission de la Santé publique, de l'Environnement et du Renouveau de la Société

Commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing

 

du

 

Mercredi 2 avril 2014

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Woensdag 2 april 2014

 

Voormiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 10.03 heures et présidée par Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers.

De vergadering wordt geopend om 10.03 uur en voorgezeten door mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers.

 

01 Vraag van mevrouw Reinilde Van Moer aan de minister van Middenstand, Kmo's, Zelfstandigen en Landbouw over "de autocontrolegidsen van het FAVV" (nr. 22154)

01 Question de Mme Reinilde Van Moer à la ministre des Classes moyennes, des PME, des Indépendants et de l'Agriculture sur "les guides d'autocontrôle de l'AFSCA" (n° 22154)

 

01.01  Reinilde Van Moer (N-VA): Mevrouw de minister, hygiëne in de voedingssector is van groot belang. Met het koninklijk besluit van 14 november 2003 werden exploitanten in de voedselketen verplicht te werken met een autocontrolesysteem. Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen controleert of de eisen uit autocontrolegids worden nageleefd.

 

Op de website van het FAVV lezen wij dat de autocontrolegids een document is opgesteld door de sector en bestemd voor de operatoren van de sector, met aanwijzingen hoe men kan voldoen aan de wettelijk opgelegde vereisten inzake hygiëne, traceerbaarheid en autocontrole, goedgekeurd door het Agentschap.

 

Enige tijd geleden schoof de bakkerijsector al de vraag naar voren of al de gidsen in handen van het FAVV zouden kunnen komen, die ze dan voor iedereen online zou kunnen zetten.

 

Kunnen de gidsen online geplaatst worden? Bent u daarmee bezig? Is er iets gebeurd met de aanbeveling van de bakkerijsector?

 

01.02 Minister Sabine Laruelle: Ik kan u bevestigen dat op mijn initiatief alle gidsen van de sectoren die business-to-consumer werken, sinds begin 2013 online geplaatst zijn op de website van het FAVV. Niet alleen de gidsen van de bakkers maar ook die van de slagers, de detailhandel, de horeca, de grootkeukens, de hoevezuivel en de opvang van baby’s en peuters zijn daar gratis en volledig elektronisch beschikbaar voor alle operatoren van de betrokken sectoren.

 

Ook kunnen de gidsen sneller en gemakkelijker geactualiseerd worden in overleg met de betrokken sectororganisaties. De terbeschikkingstelling van die essentiële informatie voor alle operatoren was mogelijk na intens overleg en dankzij het akkoord met de sectoren business-to-consumer. Dat werd trouwens vastgelegd in een overeenkomst met de verschillende sectoren.

 

01.03  Reinilde Van Moer (N-VA): Mevrouw de minister, het is inderdaad goed dat men dan online kan nalezen waaraan men moet voldoen en wat de vereisten zijn.

 

01.04 Minister Sabine Laruelle: Het is bovendien gratis en elektronisch consulteerbaar en we kunnen de informatie sneller actualiseren.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van mevrouw Reinilde Van Moer aan de minister van Middenstand, Kmo's, Zelfstandigen en Landbouw over "de vergunningen van het FAVV" (nr. 22155)

02 Question de Mme Reinilde Van Moer à la ministre des Classes moyennes, des PME, des Indépendants et de l'Agriculture sur "les autorisations de l'AFSCA" (n° 22155)

 

02.01  Reinilde Van Moer (N-VA): Mevrouw de minister, wie een zaak uitbaat waar voedingsmiddelen worden gefabriceerd, in de handel gebracht of ingevoerd, moet een vergunning aanvragen bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, de dienst Eetwareninspectie. Zo staat duidelijk aangegeven op de site van het FAVV.

 

Er wordt gespecificeerd dat deze verplichting geldt voor alle zaken waar voedingsmiddelen worden verkocht: alle ondernemingen van de horecasector, keukens van scholen, restaurants van bedrijven, eventueel ook krantenwinkels, tankstations enzovoort.

 

De reglementering is al lange tijd zo geregeld en vindt zijn wettelijke basis in het koninklijk besluit van 7 februari 1997 inzake algemene voedingsmiddelenhygiëne.

 

Ook de gevolgen van het niet-naleven van deze vergunningsplicht zijn opgenomen in de wetgeving. Indien geen vergunning werd aangevraagd en de inrichting eigenlijk zonder vergunning werkt, wordt er aldus een proces-verbaal opgemaakt.

 

Bent u dan ook op de hoogte van gevallen waarbij een handelaar zonder vergunning werkt?

 

Plant u preventieve acties en/of gerichte controles?

 

02.02 Minister Sabine Laruelle: De toelatingen van het FAVV worden afgeleverd in toepassing van het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het FAVV.

 

Het koninklijk besluit van 7 februari 1997 inzake algemene voedingsmiddelenhygiëne is niet meer van toepassing sinds de inwerkingtreding van de Europese verordening 852/2004 van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne.

 

Tijdens elke controle verifieert het FAVV ook of de inrichting over de correcte toelating beschikt en of het bijgeleverde attest zichtbaar is voor de eindgebruiker.

 

Wat de toelating betreft, het merendeel van de vastgestelde niet-conformiteiten heeft betrekking op de ontoereikende affichering, met andere woorden het niet gemakkelijk zichtbaar zijn van buitenaf. Het aantal non-conformiteiten gelinkt aan het ontbreken van een toelating is heel gering.

 

Naast de gewone controles die tijdens het hele jaar worden gerealiseerd in het kader van een controleplan, voert het FAVV geregeld acties uit in de gemeenten. Gedurende deze inspecties (DIS) controleert het FAVV alle inrichtingen in de distributiesector en de horeca. Dankzij deze controles kunnen de operatoren die niet in orde zijn met hun toelating worden geregulariseerd.

 

Het FAVV doet geregeld aan prospectie via mailings gericht aan potentiële nieuwe operatoren. Deze worden geselecteerd op basis van de NACE-BEL-activiteiten die werden aangegeven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen. In voorkomend geval worden de operatoren uitgenodigd om zich kenbaar te maken bij het FAVV.

 

02.03  Reinilde Van Moer (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Ik heb deze vraag opgesteld naar aanleiding van een gesprek dat ik heb gehad met iemand uit de sector die zich afvroeg of alle controles op eenzelfde manier gebeurden. Volgens deze persoon worden aan een winkel een aantal voorwaarden gesteld. Alles moet achter glas zijn, de etenswaren die worden verkocht moeten een bepaalde temperatuur hebben enzovoort.

 

02.04 Minister Sabine Laruelle: Het is dezelfde controle. Wij hebben nu een checklist, met commentaren. De controles zijn geharmoniseerd voor alle operatoren in ons land.

 

02.05  Reinilde Van Moer (N-VA): Ik hoop het en ik denk ook dat u het meent, maar blijkbaar zijn er op het terrein toch problemen. Het gaat vooral over het verschil tussen vaste plaatsen, winkels dus, waar voedingswaren verkocht worden, en de ambulante wagens.

 

02.06 Minister Sabine Laruelle: Nee, dat klopt niet. Er zijn wel specifieke maatregelen voor de ambulante handel, maar als zij vlees verkopen, dan moeten zij bijvoorbeeld ook een koelinstallatie hebben waarin de temperatuur niet meer dan 4°C bedraagt. Er zijn specifieke normen voor de ambulante handel. Zij hebben bijvoorbeeld niet dezelfde normen voor de vloerbedekking, maar de vloer moet wel gepoetst kunnen worden. Het niveau van de voedselveiligheid is wel hetzelfde.

 

02.07  Reinilde Van Moer (N-VA): Ik ben ervan overtuigd dat de voedselveiligheid enorm belangrijk is. Wij hebben in dit land al genoeg problemen gehad met voedsel. De controle moet echter op een correcte en menselijke manier gebeuren. Het is vooral belangrijk dat de dieren het juiste voedsel krijgen, propere stallen hebben en op de juiste manier geslacht worden. De voeding moet nadien ook op een correcte manier tot bij de klant gebracht worden. Daarbij zouden er hier en daar nog problemen zijn.

 

02.08 Minister Sabine Laruelle: Dat is wel waar, maar een controle is altijd een ontmoeting tussen twee mensen.

 

02.09  Reinilde Van Moer (N-VA): Ja, dat is waar.

 

02.10 Minister Sabine Laruelle: Soms heeft de controleur of de gecontroleerde niet goed geslapen. Het is dus niet echt gemakkelijk, maar wij hebben de nodige maatregelen genomen om tot een harmonisering te komen en de controles op een menselijke manier te laten verlopen, met een checklist, die op de website van het FAVV beschikbaar is. Wij hebben ook een charter voor de controleurs uitgewerkt, maar het blijft een ontmoeting tussen twee mensen.

 

02.11  Reinilde Van Moer (N-VA): Ik dank u voor uw antwoord.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

Voorzitter: Maya Detiège.

Présidente: Maya Detiège.

 

De voorzitter: Vraag nr. 22389 van de heer Dallemagne wordt omgezet in een schriftelijke vraag. Ook vraag nr. 22924 van mevrouw Warzée wordt omgezet in een schriftelijke vraag.

 

03 Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la ministre des Classes moyennes, des PME, des Indépendants et de l'Agriculture sur "l'utilisation du glyphosate dans les champs de moutarde" (n° 23024)

03 Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de minister van Middenstand, Kmo's, Zelfstandigen en Landbouw over "het gebruik van glyfosaat op mosterdvelden" (nr. 23024)

 

03.01  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Madame la ministre, l'hiver a été très particulier, au point que les champs de moutarde plantés comme couverture du sol hivernal n'ont pas gelé et ont même fleuri dès le début du mois de mars.

 

Les agriculteurs devaient donc faire face à de la biomasse fraîche plutôt qu'à des plantes desséchées par le gel, alors qu'ils devaient travailler ces parcelles et semer les cultures de printemps.

 

Par ailleurs, les insectes se réveillaient aussi beaucoup plus tôt que d'habitude et les butineurs - les abeilles en particulier -, trouvaient dans ces champs de moutarde des fleurs bienvenues.

 

Mais de nombreux agriculteurs, pour pouvoir travailler la terre plus facilement, ont choisi de pulvériser ces parcelles au désherbant Roundup, à base de glyphosate. Ceci constitue à l'évidence un risque pour les insectes, exposés directement à un produit dont les effets sur la santé humaine et animale sont reconnus et dénoncés.

 

Ma collègue Mme Bénédicte Linard a posé des questions au ministre M. Carlo Di Antonio au Parlement wallon. Le ministre a reconnu qu'il regrettait ces pulvérisations et ce risque pour les insectes. Il a émis une circulaire pour demander que les agriculteurs utilisent le broyage mécanique plutôt que le glyphosate. Il n'a néanmoins pas dit qu'il pouvait l'imposer.

 

J'ai essayé de savoir, dans l'agrément de la substance active, si une telle utilisation était autorisée. J'avoue avoir cherché énormément sur phytoweb.be, mais je n'ai pas pu trouver ce cas.

 

Je vous pose donc la question: l'agrément du glyphosate prévoit-il la pulvérisation de champs entiers? Et de surcroît en fleurs?

 

Si oui, ne conviendrait-il pas de modifier les conditions d'agrément pour prendre ces situations en considération?

Si non, avez-vous signalé cette limite à l'utilisation de cette substance?

 

03.02  Sabine Laruelle, ministre: Madame la présidente, chère collègue, le glyphosate peut être utilisé pour la pulvérisation de champs entiers, y compris ceux couverts de moutarde, même si les plantes à détruire sont en fleurs. En effet, l'évaluation du risque, réalisée dans le contexte des autorisations nationales, n'a pas démontré la nécessité d'imposer des mesures pour limiter l'exposition des abeilles, le glyphosate étant très peu dangereux pour ces insectes.

 

Actuellement, le glyphosate fait l'objet d'une réévaluation au niveau de l'Union européenne. L'État membre rapporteur pour cette substance, l'Allemagne, a finalisé son rapport voilà deux mois.

 

En ce qui concerne les abeilles, de nouvelles études ont confirmé la très faible toxicité du glyphosate à leur égard. Pour présenter un risque pour les abeilles, il faudrait une quantité de 2,88 kilos de glyphosate par hectare. Or la dose maximale autorisée pour ce qui concerne la pulvérisation des champs de moutarde est au maximum de la moitié du seuil fixé dans l'évaluation allemande. "Au maximum la moitié" signifie que, généralement, la dose reste en deçà de cette quantité.

 

L'Allemagne a, par conséquent, conclu que, vu cette dose autorisée, soit la moitié du seuil, le risque pour les abeilles était acceptable et que des mesures supplémentaires n'étaient pas nécessaires. Tous les États membres ont marqué leur accord sur cette réévaluation lors du Comité SCoFCAH.

 

En conclusion, sur la base de ces données, il n'apparaît pas nécessaire de prendre des mesures supplémentaires.

 

03.03  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Madame la présidente, il y aura toujours des contradictions entre certaines études scientifiques et d'autres. Cette étude apporte un élément nouveau. Il faut voir par qui elle a été faite. J'aime qu'on vérifie l'indépendance de l'expertise.

 

03.04  Sabine Laruelle, ministre: On peut évidemment douter de tout.

 

03.05  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): J'ai effectivement appris à avoir des doutes sur tout. J'ai des difficultés à croire qu'un produit dangereux, même par exemple pour la reproduction humaine, puisse être non dangereux pour des abeilles qui viendraient butiner les fleurs.

 

03.06  Sabine Laruelle, ministre: Madame Snoy, le sel aussi est dangereux! Vous pouvez mourir en mangeant du sel et vous pouvez même mourir en buvant de l'eau! Tout est évidemment une question de dose.

 

On peut se mettre la tête dans le sable. Pour ma part, je vous communique des éléments scientifiques. Vous pouvez ne pas être d'accord.

 

De voorzitter: Ter informatie: 30 gram peper is dodelijk. Dat is één potje peper. Dat heb ik geleerd in mijn eerste les farmacie.

 

Natuurlijk is de ene stof wel giftiger dan de andere.

 

03.07  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Ce principe est actuellement remis en cause car on sait que de très petites doses peuvent avoir des effets à long terme. C'est ce qui est difficile à mesurer; je le reconnais.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van de heer Stefaan Van Hecke aan de minister van Middenstand, Kmo's, Zelfstandigen en Landbouw over "de gezondheidsrisico's van in Wetteren gekweekte of geteelde voedingsproducten" (nr. 22969)

04 Question de M. Stefaan Van Hecke à la ministre des Classes moyennes, des PME, des Indépendants et de l'Agriculture sur "les risques sanitaires présentés par les aliments cultivés ou les animaux élevés à Wetteren" (n° 22969)

 

De voorzitter: Mijnheer Van Hecke, u hebt de eer de allerlaatste vraag te stellen aan minister Laruelle.

 

04.01  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, wat een eer dat ik de allerlaatste vraag mag stellen.

 

Ik heb een heel korte vraag. Ik wil even terugkomen op de treinramp in Wetteren van vorig jaar. Iedereen weet wat er is gebeurd. Er zijn toen heel veel giftige stoffen ontsnapt door het ongeval, bij de bluswerken en dies meer. In de buurt is er enige bezorgdheid over de mogelijke effecten op middellange en lange termijn.

 

De experts doen echter verschillende uitspraken. Sommigen zeggen dat er geen gevaar is voor de volksgezondheid en dat er geen gezondheidsrisico’s zijn. Anderen willen voorzichtiger zijn.

 

Ik heb minister Onkelinx ondervraagd over de effecten op de volksgezondheid in het algemeen. Zij heeft aangekondigd dat er een onderzoek zal gebeuren, ook op langere termijn, naar de effecten. Ik had ook vragen gesteld over de effecten op het voedsel, maar daarvoor heeft ze mij naar u doorverwezen.

 

Welke initiatieven zult u nemen op korte of langere termijn om de mogelijke effecten op de gezondheid te onderzoeken van bijvoorbeeld het kweken van groenten in de tuin?

 

Bent u het met mij eens dat de gezondheid van het voedsel dat wordt gekweekt of geteeld in Wetteren goed moet worden gevolgd gedurende de komende jaren? Zo ja, welke initiatieven werden daartoe al genomen? Welke onderzoeken zullen worden gedaan en op welke termijn worden zij opgestart en uitgevoerd? Hoe worden de inwoners van Wetteren op de hoogte gehouden van wat er zal gebeuren en van de mogelijke resultaten? Ik wil graag de reden weten, mocht u dergelijke onderzoeken niet plannen.

 

04.02 Minister Sabine Laruelle: Het FAVV heeft in de dagen na het treinongeval meer dan vijftig monsters genomen in de onmiddellijke en iets verdere omgeving van de plaats van het ongeval. Deze monsters werden genomen bij particulieren en professionele operatoren en betroffen melk, eieren, honing, fruit, groenten en gras, alsook regenwater, verzameld voor gebruik in de tuin.

 

Bij de eerste monsterneming, uitgevoerd in de eerste dagen na het ongeval, werden lichte overschrijdingen van de richtwaarden voor acrylonitril vastgesteld in eieren en regenwater.

 

Bij een tweede monsterneming, ongeveer een week na het ongeval, werden nog enkele afwijkende waarden gemeten in het regenwater dat in tonnen werd opgevangen vlak na het treinongeval.

 

De afwijkingen in het opgevangen regenwater vlak na het ongeval, werden twee of drie weken later bevestigd, wat te verwachten was, aangezien het ging over recipiënten waaruit het acrylonitril, dat vluchtige eigenschappen heeft, moeilijker kan ontsnappen.

 

Op basis hiervan heeft het FAVV besloten dat er met betrekking tot acrylonitril geen risico verbonden was aan de consumptie van dierlijke en plantaardige producten afkomstig uit de omgeving van het treinongeval. Wel werd aan de bewoners gevraagd om de tonnen regenwater in de tuin te ledigen en dit water niet te gebruiken.

 

Die boodschap werd via de provinciale crisiscel van de gouverneur van Oost-Vlaanderen, die de afhandeling van het treinongeval in handen had, aan de bevolking meegedeeld. Aangezien er al enkele weken na het ongeval geen acrylonitril meer gevonden werd in plantaardige en dierlijke producten, was er geen noodzaak om nadien nog meer monsters te nemen.

 

04.03  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, u hebt opgesomd wat gebeurd is kort na het ongeval en welke onderzoeken hebben plaatsgevonden. Gelet op de resultaten van enkele weken na het ongeval, zo zegt u, blijkt er geen noodzaak te zijn om verder onderzoek uit te voeren.

 

Aangezien er ook producten in het grondwater terechtgekomen zijn, wil ik echter vragen of er niet op langere termijn effecten kunnen zijn of nog residu’s aanwezig kunnen zijn. Is het niet nuttig om eventueel toch nog nieuwe stalen te nemen om een en ander te checken? Er bestaat namelijk een zekere ongerustheid bij mensen die groenten kweken in de tuin, onder andere over de vraag of er nog residu’s zouden kunnen zijn op een of andere manier.

 

04.04 Minister Sabine Laruelle: Wij hebben alle monsters genomen. Na twee weken troffen we alleen nog residu’s van acrylonitril aan in het regenwater in de tonnen. Aan die mensen hebben wij gevraagd om dat water niet te gebruiken en om die tonnen te ledigen. Het regenwater van nu kan geen grotere hoeveelheid acrylonitril bevatten.

 

04.05  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Dat weet ik ook wel.

 

04.06 Minister Sabine Laruelle: Voilà.

 

04.07  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Het regenwater komt uit de lucht, dus daar kan uiteraard niet veel acrylonitril meer in zitten. Mijn vraag is of er nog een mogelijke verontreiniging is in de grond en of die op een of andere manier in de voedselketen kan terechtkomen.

 

04.08 Minister Sabine Laruelle: Wij hebben net na het treinongeval monsters genomen van dierlijke en plantaardige producten, van groenten en fruit, en er waren toen geen residu’s. Dus mogen wij ervan uitgaan dat er ook enkele weken en maanden later geen residu’s zijn.

 

04.09  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, ik neem akte van uw antwoord.

 

De voorzitter: Dat is positief nieuws.

 

04.10 Minister Sabine Laruelle: Ik breng alleen maar positief nieuws.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Mevrouw de minister, dit waren de laatste vragen aan u. Ik wil u danken voor de fijne samenwerking.

 

05 Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, sur "la présence de chemtrails dans le ciel" (n° 22099)

05 Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, over "'chemtrails' in de lucht" (nr. 22099)

 

05.01  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Madame la présidente, monsieur le secrétaire d'État, j'ai reçu la visite d'une personne qui m'a fait part de ses craintes.

 

Nombreux sont ceux qui ont déjà constaté la présence de traînées d'avions dans le ciel, de longues lignes blanches ou grisées qui se dissolvent lentement et vont parfois jusqu'à fusionner et former un voile nuageux. Selon plusieurs hypothèses, certaines de ces traînées seraient issues d'épandages de produits chimiques, notamment dans le but de modifier le climat. Dans ce cas, elles sont connues sous le nom de chemtrails. Toujours selon lesdites hypothèses, ces épandages seraient opérés par des avions militaires ou de ligne sans identification possible et volant à basse altitude. La crainte est, dès lors, que cela puisse polluer l'atmosphère et causer des maladies respiratoires.

 

Mon collègue Wouter De Vriendt avait déjà posé une question en 2009 sur l'existence de ces chemtrails. Votre prédécesseur avait répondu que la Défense n'avait pris aucune initiative pour investiguer de façon plus approfondie, estimant ces théories non scientifiquement prouvées.

 

Depuis, on a assisté à une évolution en la matière. Ainsi, en avril 2013, une conférence s'est tenue au Parlement européen sur le sujet. Certains députés auraient déclaré que l'on soulevait là un thème tabou. En France, en 2013, un député des Hautes-Alpes a également abordé le sujet dans une question écrite. Celle-ci n'a reçu aucune réponse. En janvier de cette année, un reportage diffusé sur FR3 relatait le phénomène de filaments observés dans la nature, après le passage d'avions, qui ressemblaient à des résidus comportant des traces de phtalates et de DEHP, un perturbateur endocrinien. En effet, une personne interviewée a fait analyser les filaments qu'elle avait collectés. Les observations du laboratoire chargé de cette analyse soulèvent des interrogations. Il apparaît que les résultats de cette étude préliminaire justifient l'attention de l'opinion publique et des médias sur cette forme nouvelle de pollution atmosphérique.

 

La question de l'émission de substances qui pourraient retomber au sol suite à la circulation aérienne est importante.

 

Monsieur le secrétaire d'État, avez-vous entendu parler de ce phénomène? Analyse-t-on parfois ces substances qui proviennent des avions?

 

Est-il plausible qu'il y ait des épandages aériens volontaires? Dans l'affirmative, n'est-il pas nécessaire de réagir?

 

05.02  Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Madame la présidente, madame Snoy, à ma connaissance, il n'y a pas d'étude ni de publication scientifique sur lesdites chemtrails. J'avoue que j'ai du mal à croire à la théorie du complot, même si, dans votre question, vous présentez les nuances nécessaires.

 

Par contre, nous savons que les particules issues de la combustion contiennent des phtalates ou des composés aromatiques polycycliques ou d'autres substances issues de la combustion. L'Organisation mondiale de la Santé a reconnu ces dernières comme cancérigènes. En outre, nous savons que les émissions de CO2, notamment issues du transport aérien, participent au réchauffement climatique.

 

Nous sommes bien conscients du fait que la croissance du trafic aérien doit être sérieusement encadrée pour protéger la santé et l'environnement. À l'échelle de l'Union européenne et au sein de l'Association internationale du Transport aérien (IATA), nous travaillons pour accroître les performances environnementales des moteurs et la qualité des fuels. Certains adjuvants de fuels sont également étudiés dans le cadre du processus REACH pour leurs effets potentiellement dangereux sur le personnel présent dans les cockpits.

 

Je peux vous garantir qu'au niveau belge, il n'y a pas de rejet de différents gaz. Je ne dispose pas de cette information pour ce qui concerne l'étranger. Ce n'est toutefois pas une raison pour ne pas avancer sur l'ensemble des éléments que je viens d'évoquer, que ce soit au niveau de l'Union européenne ou de IATA.

 

05.03  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Monsieur le secrétaire d'État, effectivement, en matière de pollution aérienne, nous ne disposons pas de toutes les données concernant les impacts sur la santé et l'environnement. Il faudrait développer des études sur les polluants annexes, les additifs, etc., qui retombent sur le sol, dans les endroits où la circulation aérienne est intense.

 

Sans doute est-ce le rôle des Régions mais procéder à des analyses de retombées des gaz d'avion dans le sol là où elles sont nombreuses, à savoir autour des aéroports, nous permettrait de connaître ce type de pollution et ainsi de mieux la prévenir et la diminuer.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 21592 van mevrouw Gerkens wordt omgezet in een schriftelijke vraag. De tweede daarmee samengevoegde vraag nr. 21815 van de heer Clarinval vervalt, aangezien hij niets heeft laten weten. De derde daarmee samengevoegde vraag nr. 21824 van mevrouw Gerkens wordt eveneens omgezet in een schriftelijke vraag.

 

Vraag nr. 22795 van mevrouw Warzée-Caverenne wordt omgezet in een schriftelijke vraag.

 

Er werd contact opgenomen met de heer Calvo en hij heeft laten weten dat hij deelneemt aan een debat. Ik stel voor dat zijn vragen nrs 22811 en 22837 worden omgezet in schriftelijke vragen.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 10.44 uur.

La réunion publique de commission est levée à 10.44 heures.