Commission
des Finances et du Budget |
Commissie voor de Financiën en de Begroting |
du Mercredi 12 mars 2014 Après-midi ______ |
van Woensdag 12 maart 2014 Namiddag ______ |
Le développement des questions et interpellations commence à 16.26 heures. La réunion est présidée par M. Georges Gilkinet.
De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 16.26 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Georges Gilkinet.
Le président: Les questions n° 21955 de M. Van Hecke et n° 22186 de M. Francken sont transformées en questions écrites, ce qui nous permet d'avancer rapidement. Je souhaiterais recevoir la réponse à la question de M. Van Hecke.
01 Vraag van de heer Steven Vandeput aan de minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging over "de controle van de vastleggingen" (nr. 22675)
01 Question de M. Steven Vandeput au ministre du Budget et de la Simplification administrative sur "le contrôle des engagements" (n° 22675)
01.01 Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat voorzag niet langer in een controle van de vastleggingen.
Die controle op de vastleggingen en op de vereffeningen werd niettemin behouden door ze op te nemen in de programmawet van 22 december 2008. In die programmawet werd het bestaande koninklijk besluit van 31 mei 1966 houdende de regeling van de controle op de vastlegging van de uitgaven in de diensten van algemeen bestuur van de Staat, nog steeds van toepassing verklaard.
Het fameuze KB van 1966 komt totaal niet meer overeen met de realiteit van een modern boekhoudprogramma. Men heeft het bijvoorbeeld over “ordonnanceringen”, terwijl die eigenlijk niet meer bestaan. Meer nog, in een aantal gevallen worden het koninklijk besluit en de wet gewoon genegeerd, bijvoorbeeld doordat er in een aantal FOD's geen controle op de vereffeningen meer wordt uitgevoerd.
In antwoord op een mondelinge vraag van 19 juni 2012 stelde u dat er door de FOD Budget en Beheerscontrole een voorstel wordt uitgewerkt over de toekomst van de controle van de vastleggingen en dat de wetgeving zou worden aangepast.
Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen.
Welke stappen werden er tot op heden gezet om te komen tot een uniforme toepassing van de wetgeving? Kunt u aangeven in welke FOD's er nog een controle op de vereffeningen wordt toegepast?
Indien de controle op de vereffeningen niet langer wordt toepast in een aantal administraties, is dat dan een hiaat in de controle op de betaling van facturen? Zo ja, hoe wordt dat aangepakt? Zo nee, hoe verantwoordt u dan de controle op de vereffeningen in de andere administraties?
Welke stappen werden er gezet voor de aanpassing van de regelgeving? Hoever staat u met het uitwerken van het voorstel over de toekomst van de controle van de vastleggingen?
01.02 Minister Olivier Chastel: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Vandeput, op uw subvragen 1 en 4 kan ik het volgende antwoorden.
Het ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 29 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, neemt na wijziging de bepalingen over van het koninklijk besluit van 31 mei 1966 houdende regeling van de controle op de vastlegging van de uitgaven in de diensten van algemeen bestuur van de Staat, en van het ministerieel besluit van 8 juli 1966 houdende de interne regeling van de controle op de vastlegging van de uitgaven. Dit koninklijk besluit ligt momenteel voor advies bij de Inspectie van Financiën.
Bovendien krijgen de controleurs van de vastleggingen regelmatig ministeriële rondzendbrieven, namelijk over de provisionele vastleggingen of de jaarafsluiting. De bedoelde ministeriële rondzendbrieven dragen eveneens bij tot een uniforme toepassing van de regelgeving inzake de controle van de vastleggingen.
In antwoord op uw vragen 2 en 3 kan ik u melden dat, met uitzondering van enkele departementen, in de meeste departementen een controle van de vereffeningen wordt uitgevoerd. Ook wanneer dergelijke controle niet wordt uitgevoerd, zijn alle gegevens van de vereffeningen beschikbaar in FEDCOM.
Zij kunnen gecontroleerd worden, hetzij voor een ministerieel departement in zijn geheel, hetzij steekproefsgewijs. Bovendien zorgt de three way matching in het FEDCOM-systeem voor een correcte overeenstemming tussen de bestelde hoeveelheden, de hoeveelheden die werkelijk aanvaard en/of ontvangen werden, en de werkelijk gefactureerde hoeveelheden.
Tot slot, de controle van de vastleggingen wordt degelijk uitgevoerd. De regelgevende basis ervan zal nog worden versterkt door de publicatie van het koninklijk besluit ter uitvoering van artikel 29 van de voormelde wet van 22 mei 2003. Mede dankzij het accurate werk van de controleurs van de vastleggingen werd het begrotingsdoel van de primaire uitgaven van de federale overheid voor 2013 ruimschoots gehaald.
01.03 Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord, maar op de essentie hebt u natuurlijk niet geantwoord. Het gaat er precies om dat men vaststelt dat de wetgeving niet meer voldoet aan wat wij thans ter beschikking hebben en aan wat tegenwoordig verwacht mag worden van een moderne boekhouding. Als het via FEDCOM mogelijk is, moet u zich de vraag stellen waarom het wel nog gecontroleerd moet worden voor andere zaken.
In die zin is de inhoud van uw fameus koninklijk besluit, dat nu bij de Inspectie van Financiën ligt, heel belangrijk.
Eigenlijk had Ik gehoopt dat u meer zou zeggen dan dat het bij de Inspectie van Financiën ligt. Dat is allesbepalend; het kan een heel deel al dan niet in de goede richting duwen.
Wordt het koninklijk besluit binnen afzienbare termijn uitgevoerd of ligt het bij de Inspectie van Financiën stof te vergaren? Is het de bedoeling om het nog in deze legislatuur door te voeren? Zo ja, dan kom ik terug met een vraag over de inhoud ervan.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Steven Vandeput aan de minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging over "de stand van zaken van de uitvoering van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat" (nr. 22676)
02 Question de M. Steven Vandeput au ministre du Budget et de la Simplification administrative sur "l'état de la situation en ce qui concerne la mise en oeuvre de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l'État fédéral" (n° 22676)
02.01 Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de minister, in het 170e boek van het Rekenhof, dringt het Rekenhof opnieuw erop aan dat er knopen moeten worden doorgehakt op het vlak van de juridische omkadering van FEDCOM, opdat de belangrijkste uitvoeringsbesluiten van de wet van 22 mei 2003 zo snel mogelijk zouden worden goedgekeurd.
Het Rekenhof is van mening "dat het uitblijven van de uitvoeringsbesluiten ernstige risico's meebrengt voor zowel de betrokken actoren als voor de interne en externe controleur. Het valt niet te verantwoorden dat nagenoeg vijf jaar na de officiële opstart van de nieuwe federale comptabiliteit en FEDCOM, het boekhoudkundig kader niet volledig juridisch is afgedekt en dat de betrokken actoren nog geen zekerheid hebben over de inhoud van hun opdracht noch over hun statuut en de eraan gekoppelde functiescheidingen".
Ik heb dit al aangehaald bij de bespreking van het wetsontwerp 3283 tot aanpassing van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat. Het toen beloofde antwoord op mijn vragen is tot nu toe uitgebleven.
Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen.
Ten eerste, kunt u een overzicht geven van de uitvoeringsbesluiten die nog moeten worden genomen in uitvoering van de wet van 22 mei 2003, zowel voor uw bevoegdheden als voor de bevoegdheden van de minister van Financiën?
Ten tweede, hebt u een timing waarbinnen deze uitvoeringsbesluiten zullen worden genomen?
Ten derde, wat is de verklaring voor het uitblijven van de uitvoeringsbesluiten?
Ten slotte, waarop baseren de administraties zich momenteel voor de definities van de verschillende actoren en de betreffende functiescheidingen? Loopt dit gelijk over de verschillende administraties, wat ik mag verhopen?
02.02 Minister Olivier Chastel: Mijnheer de voorzitter, er dient een onderverdeling te worden gemaakt tussen, enerzijds, de koninklijke besluiten die dienen beschikbaar te zijn voor de diensten van het algemeen bestuur en, anderzijds, de koninklijke besluiten die betrekking hebben op de administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie, de administratieve openbare instellingen en de staatsbedrijven.
Betreffende deze laatste drie soorten diensten, zoals opgenomen in artikel 2.2 tot 2.4, werd met wetsontwerp nr. 3283, dat eenparig in de commissie voor de Financiën en Begroting werd aangenomen, voorgesteld om de wet pas in voege te laten treden vanaf 1 januari 2016. Zodoende dienen de koninklijke besluiten die specifiek daarop betrekking hebben, pas op het gestelde ogenblik beschikbaar te zijn.
De koninklijke besluiten in uitvoering van de artikelen 5, 17 en 73 van de wet werden reeds gepubliceerd. Het betreft de koninklijke besluiten die betrekking hebben op het boekhoudplan, de voorstelling van de jaarrekening, de balans, de resultatenrekening en de samenvattende rekening van de begrotingsverrichtingen en op de toelichting en de opmaak van de rekening van uitvoering van de begroting.
Inzake de koninklijke besluiten die betrekking hebben op de diensten van het algemeen bestuur kan ik u meedelen dat het aangehaalde ontwerp van koninklijk besluit over de actoren, hun taak, hun functie en de functiescheiding in uitvoering van artikel 29 van de wet, alsook het ontwerp van koninklijk besluit over de aan de rechtsmacht van het Rekenhof onderworpen rekenplichtigen, inclusief het toekennen van voorschotten aan rekenplichtigen in uitvoering van de artikelen 37 en 66 van de wet – deze laatste betreft de bevoegdheden van mijn collega van Financiën – reeds voor advies werden voorgelegd aan de Inspectie van Financiën. Ik verwacht dat dit advies binnen een paar weken beschikbaar zal zijn.
Daarnaast werden ook de ontwerpen van koninklijk besluit met betrekking tot de verantwoordingsstukken, artikel 14, en de boeken en de dagboeken, artikel 15, reeds voorgelegd aan en besproken op het forum van de stafdirecteurs Budget en Beheerscontrole.
Ook het ontwerp van koninklijk besluit inzake de opmaak en publicatie van het jaarverslag, artikel 18, is klaar voor bespreking op dit forum. Voor het koninklijk besluit met betrekking tot subsidieaangelegenheden, met name de artikelen 24, 48 en 122, werd van de diensten die hierbij in grote mate betrokken zijn reeds de nodige informatie verzameld. De tekst wordt momenteel afgewerkt.
Wat de timing betreft, heb ik er bij de administratie op aangedrongen om alles in het werk te stellen om de hiervoor vermelde koninklijke besluiten met betrekking tot het algemeen bestuur nog in de loop van dit jaar voor te leggen voor advies aan de bevoegde inspecteur van Financiën. Dit is immers een eerste onontbeerlijke stap in de verdere administratieve behandeling die uiteindelijk moet uitmonden in een publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Vervolgens wenste mijn administratie de direct betrokken actoren, waaronder de stafdirecteur Budget en Beheerscontrole, te betrekken bij de opmaak van de verschillende besluiten. Dit kan inderdaad het administratief proces voor de opmaak van de verschillende ontwerpen van koninklijk besluit vertragen maar mondt uit in uitvoeringsbesluiten die het onderwerp waren van een consensus tussen de verschillende diensten die ze ten uitvoer moeten brengen en die bijgevolg door hen kunnen worden onderschreven.
Om op uw laatste vraag te antwoorden, hebben de verantwoordelijken voor de boekhouding binnen de verschillende diensten, met name de stafdirecteurs Budget en Beheerscontrole of de financieel verantwoordelijken van de diensten reeds geruime tijd kennis genomen van de verschillende ontwerpen van koninklijk besluit en worden ook de boekhoudkundige en budgettaire handelingen reeds gebaseerd op deze besluiten. Ik verwijs daarvoor bijvoorbeeld naar de taken die aan de verschillende actoren worden gegeven binnen het geautomatiseerde boekhoudsysteem FEDCOM.
Zodoende kan men stellen dat men binnen de verschillende diensten van het algemeen bestuur nu reeds werkt overeenkomstig de voorliggende ontwerpen van koninklijk besluit.
02.03 Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw zeer omstandig antwoord.
Als er een zeer lang antwoord wordt gegeven, dan ligt de zaak meestal heel moeilijk. Dat is duidelijk. Het is een moeilijke zaak. Het is ook onbegrijpelijk dat, 11 jaar na de goedkeuring van een wetswijziging en vijf jaar na het invoeren van het FEDCOM-systeem, de noodzakelijke besluiten klaarblijkelijk nog altijd niet genomen zijn.
Als u het mij toestaat, mijnheer de voorzitter, wens ik nog een kleine correctie aan te brengen met betrekking tot wetsontwerp nr. 3283.
Als ik het mij goed herinner, hebben wij tegengestemd op artikel 6. Het werd hier in de commissie dus niet eenparig goedgekeurd. Ik stel ook vast dat er nog altijd een negatief advies van het Rekenhof is en dat er nog niet over gestemd werd in de plenaire vergadering. Er is dus precies nog wel iets meer aan de hand met dat ontwerp nr. 3283 dan hier zomaar snel tussendoor wordt weergegeven.
De voorzitter: Waarvan akte.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.43 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.43 heures.