COMMISSION DE L'ÉCONOMIE, DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE, DE L'ÉDUCATION, DES INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES NATIONAL

De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 11.41 uur. De vergadering wordt voorgezeten door mevrouw Liesbeth Van der Auwera.

Le développement des questions et interpellations commence à 11.41 heures. La réunion est présidée par Mme Liesbeth Van der Auwera.

De voorzitter: De heer Weyts heeft niets van zich laten horen, zijn vraag nr. 14726 wordt bijgevolg geschrapt.

Mevrouw Grosemans heeft ook niets laten horen, haar vraag nr. 17370 komt dus eveneens te vervallen.

01 Questions jointes de

- M. Éric Jadot au secrétaire d'État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et secrétaire d'État à la Politique scientifique, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, sur "l'introduction de nouveaux tarifs d'entrée dans les musées fédéraux en janvier 2013" (n° 18093)

- Mme Muriel Gerkens au secrétaire d'État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et secrétaire d'État à la Politique scientifique, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, sur "la modification des tarifs d'entrée des musées" (n° 18128)

- M. Stefaan Van Hecke à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales, sur "les tarifs des musées fédéraux" (n° 18444)

- Mme Cathy Coudyser au secrétaire d'État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et secrétaire d'État à la Politique scientifique, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, sur "les modifications apportées aux tarifs et aux droits des différentes catégories de visiteurs pour les Établissements scientifiques et culturels nationaux" (n° 18653)

01 Samengevoegde vragen van

- de heer Éric Jadot aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, over "de nieuwe toegangsprijzen voor de federale musea sinds januari 2013" (nr. 18093)

- mevrouw Muriel Gerkens aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, over "de wijziging van de toegangsprijzen voor de musea" (nr. 18128)

- de heer Stefaan Van Hecke aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, over "de tarieven van de federale musea" (nr. 18444)

- mevrouw Cathy Coudyser aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, over "de wijziging in de tarifering en de rechten van de verschillende bezoekerscategorieën binnen de Nationale Wetenschappelijke en Culturele Instellingen" (nr. 18653)

01.01 Éric Jadot (Ecolo-Groen): Madame la présidente, monsieur le secrétaire d'État, en janvier dernier, juste avant qu'il ne quitte ses fonctions de ministre de la Politique scientifique, M. Paul Magnette prit la décision d'introduire de nouveaux tarifs d'entrée dans les musées fédéraux, supprimant ainsi la gratuité pour certaines catégories de visiteurs. Auparavant, l'entrée était en effet gratuite pour les moins de dix-huit ans, les handicapés et leurs accompagnateurs, les demandeurs d'emploi et les bénéficiaires d'un revenu d'intégration. Désormais, ces catégories devront s'acquitter d'un droit d'entrée de deux euros. Seuls les moins de six ans accompagnés d'un adulte et les plus de soixante-cinq ans ainsi que certaines professions telles que les enseignants et les journalistes auront encore un accès gratuit aux collections.

La fixation des tarifs d'entrée pour les collections permanentes est une compétence détenue par le gouvernement fédéral. Le changement de politique tarifaire a donc été imposé par celui-ci aux musées sans aucune explication complémentaire. Or la décision de supprimer la gratuité pour certaines catégories de personnes touche ostensiblement les publics les plus fragilisés, comme vous le savez.

Monsieur le secrétaire d'État, la maîtrise de l'envolée des tarifs doit permettre d'assurer la démocratisation de l'accès à la culture pour tous nos concitoyens. Pouvez-vous, dès lors, nous préciser quelles sont les motivations ayant présidé à cette augmentation tarifaire? Considérez-vous toujours l'accessibilité générale de la culture comme étant l'une de vos priorités politiques? Si c'est le cas, quelles mesures avez-vous prises ou comptez-vous prendre à cet égard?

01.02 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Madame la présidente, monsieur le secrétaire d'État, il apparaît que vous avez pris des dispositions qui limitent les réductions et la gratuité dont bénéficiaient les visiteurs les plus démunis: les moins de dix-huit ans, les personnes handicapées et leurs accompagnateurs, les demandeurs d'emploi et les bénéficiaires d'un revenu d'intégration. Il s'agit de mesures qui excluent un public précarisé de l'accès à la culture. Ce n'est pas acceptable.

J'aurais voulu comprendre les raisons de ce choix et connaître la procédure que vous allez lancer pour corriger ce dispositif afin que ces personnes fragilisées puissent encore se rendre dans les musées.

J'attire également l'attention sur le fait que certains musées, comme les Musées royaux des Beaux-Arts, dispersent la présentation de leurs collections et oeuvres sur plusieurs sites: à côté du musée Magritte, naîtra prochainement le musée Fin de siècle, puis d'autres. Ainsi, le prix d'accès passera de cinq euros à treize euros minimum, prix de groupe, et à vingt-quatre euros en tant que visiteur isolé.

Pourtant, si les prix des expositions temporaires sont bien fixés par les directeurs des musées, les tarifs d'accès aux collections permanentes sont du ressort du gouvernement fédéral.

Comment comptez-vous réagir pour éviter que certaines personnes ne soient exclues d'un accès à la culture?

01.03 Cathy Coudyser (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, in de nationale wetenschappelijke en culturele instellingen is begin dit jaar de toegangsregeling herzien. De volgende categorieën hebben geen recht meer op gratis toegang tot de verschillende musea: jongeren onder 18 jaar, gehandicapten, werkzoekenden en 60-plussers. De categorieën die wel nog recht hebben op gratis toegang, zijn de kinderen jonger dan zes jaar en 65-plussers.

Naast een wijziging in de rechten van de bezoekerscategorieën is er een wijziging in de tarifering. Zo is de prijs van de tijdelijke tentoonstelling over Kandinsky dubbel zo hoog als voor de gemiddelde tentoonstellingen. In het weekend is de prijs zelfs 17,50 euro. Wanneer het museum Fin de siècle, dat in voorbereiding is, ter vervanging van het Museum voor Moderne Kunsten, geopend zal zijn, zou de toegangsprijs volgens bepaalde media ongeveer 24 euro bedragen.

De herzieningen zouden verantwoord zijn om een betere service aan het publiek aan te bieden, al is het niet voor iedereen geheel duidelijk op welke manier men precies met dat geld een meerwaarde zou scheppen.

Ik zou dan ook graag wat meer uitleg krijgen over de motivatie van de tariefverhogingen.

Hoe zullen de extra inkomsten efficiënt ingezet worden? Vroeger kon men immers voor een bedrag van 5 euro alle collecties bezoeken. Vandaag zijn het allemaal losse musea geworden, met een individuele toegang van gemiddeld 8 euro, maar met uitspattingen van 17,50 tot 24 euro.

Welke elementen hebben meegespeeld in de aanpassing van de tarifering voor de toegangsprijzen voor de verschillende nationale wetenschappelijke en culturele instellingen? Kunt u de procedure voor de prijszetting in die instellingen toelichten? Heeft men bij de prijswijziging rekening gehouden met de prijszetting voor permanente tentoonstellingen, een bevoegdheid die de federale regering toekomt, en met die voor de tijdelijke tentoonstellingen, een beslissing die de directeurs van de musea toekomt? Wie heeft daarover welke adviezen gegeven?

Op welke manier zal men de verhoogde inkomsten door het stijgen van de toegangsprijzen efficiënt inzetten om het staatspatrimonium beter te exploiteren? Welke acties zult u ter zake ondernemen?

Welke elementen hebben geleid tot de beslissing om het aantal categorieën die gratis toegang hebben, te herzien? Wie heeft dat geadviseerd? Passen die maatregelen in een visie op lange termijn om een meerwaarde te scheppen voor het publiek?

Ik kijk uit naar uw antwoord.

01.04 Philippe Courard, secrétaire d'État: Madame la présidente, chers collègues, l'évolution des tarifs des Musées royaux des Beaux-Arts de Belgique et des Musées royaux d'Art et d'Histoire a été fondée sur un souci d'homogénéiser les prix entre les différentes entités muséales composant ces deux institutions. Cette harmonisation devait tenir compte des variations des publics qui fréquentent ces différents musées ainsi que des impératifs budgétaires auxquels ceux-ci doivent répondre en cette période de réduction des marges.

Je vous donne un exemple. Le passage de la gratuité au prix de deux euros pour le public jeune s'explique par la nécessité d'aligner le tarif jeune individuel au tarif groupe. Les deux euros pratiqués constituent le fondement du financement des activités pédagogiques. Si celles-ci sont l'honneur de nos musées et constituent une véritable référence en la matière, elles ont aussi un poids financier important.

Dans le cas des seniors, le passage de soixante à soixante-cinq ans n'est nullement une innovation mais répond à une tendance générale. Là aussi, le vieillissement de la population conduit à développer une politique qui doit tenir compte des paramètres financiers dans lesquels les musées évoluent.

Met betrekking tot de begunstigden van de programma’s die bedoeld zijn voor het kwetsbaar publiek – artikel 17 en volgende –, zijn de verenigingen op het terrein vragende partij om een prijs te vragen, met de bedoeling de waarde van de voorgestelde activiteiten te doen gelden en het stigmatiserende karakter van het gratis ticket voor deze categorie van bezoekers weg te nemen. Het toegepaste tarief blijft symbolisch en is slechts mogelijk dankzij externe mecenassen en de organisatie van een benefietavond voor deze sociale programma’s.

Wat de impact op het aantal bezoekers betreft, deze blijft beperkt voor zover de betrokken categorieën ofwel weinig vertegenwoordigd zijn ofwel weinig getroffen zijn, gezien de bescheiden aard van de gevraagde prijzen wanneer ze worden vergeleken met soortgelijke culturele activiteiten.

De thematische herschikking van de collecties die in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België van start ging, beantwoordt aan het grote moderniseringsproject van de Federale Wetenschappelijke Instellingen. De musea hebben geïnvesteerd en gewerkt aan hun omvorming en positionering tegenover de hedendaagse vereisten – digitalisering, filmbegeleiding, publicaties, mediologische installaties, beveiliging van de werken enzovoort.

Wij kunnen overigens enkel vaststellen dat de tarieven voor de permanente collecties op Europese en internationale schaal redelijk blijven.

Si les groupes de pression se sont manifestés et ont trouvé écho dans la presse, la réaction du public montre, à entendre le musée, une réelle compréhension à l'égard des difficultés rencontrées par les institutions culturelles frappées par la crise.

À titre indicatif, les Musées royaux des Beaux-Arts de Belgique et les Musées royaux d'Art et d'Histoire ont reçu, depuis ce changement tarifaire, seulement trois lettres de réclamation auxquelles il a, bien entendu, été répondu. Il s'agissait d'une plainte portant sur le prix de l'audio-guide pour ce qui concerne les Musées royaux d'Art et d'Histoire, et de deux plaintes portant sur le tarif étudiant pour ce qui concerne les Musées d'Art et d'Histoire, ce sur un total de plus de 300 000 visiteurs. Aucune association de seniors ou de représentants des publics fragilisés n'a incriminé les nouveaux tarifs. Je tiens à ajouter que l'ensemble des musées fédéraux sont gratuits pour tous, chaque 1^er mercredi du mois.

De prijszetting van de toegangstickets voor de vaste collecties van de Koninklijke Musea moet door mijzelf worden goedgekeurd. De prijszetting van de toegangstickets voor de tijdelijke tentoonstelling moet door de beheerscommissie worden goedgekeurd.

Bij gebrek aan middelen investeren de musea sinds 2010 een belangrijk deel van hun inkomsten in de hernieuwing van de zaal. Het is mede dankzij deze inkomsten dat zij in december 2013 het Fin de siècle Museum kunnen openen.

01.05 Éric Jadot (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse, qui ne me satisfait évidemment pas. En effet, vous parlez d'homogénéisation des tarifs mais elle se situe vers le haut et on peut dès lors craindre un impact sur les visites dans les différents musées.

Par ailleurs, elle s'est faite sans concertation avec les lobbies que vous avez évoqués et qui ont manifesté leur désapprobation dans la presse.

Par conséquent, nous resterons attentifs au taux de visite de nos différents musées.

Nous estimons que cette augmentation de tarif est regrettable, d'autant qu'elle se situe quelques jours après votre sortie au sujet de Walibi; c'est malvenu!

01.06 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, votre argument selon lequel on ne donne plus la gratuité pour ne pas stigmatiser cette population est régulièrement utilisé, notamment pour refuser la prise en considération de ces personnes. En revanche, pour leur octroyer des revenus inférieurs au seuil de pauvreté (allocations de remplacement, d'intégration, etc.), on n'a pas peur de les stigmatiser.

Si on leur donnait des revenus leur permettant d'assurer des dépenses sociales, économiques et culturelles, on n'aurait peut-être plus besoin de la gratuité ou de certaines mesures.

Les personnes ciblées par ces mesures sont celles ayant le moins de capacité de réaction, voire même peu au fait des politiques culturelles. Il faut pouvoir les contacter, les motiver à venir mais pour cela, il faut pouvoir les convaincre que cela n'aura pas d'impact sur leur budget et que ces lieux leur resteront accessibles.

Je trouve que votre réponse est un peu courte!

01.07 Cathy Coudyser (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, bedankt voor uw uitgebreid antwoord.

Ik begrijp dat u naar een homogenisering van prijzen toewerkt voor een gevarieerd publiek. Persoonlijk, vind ik het toch jammer dat jongeren niet meer gratis naar het museum kunnen. Dat kinderen tot 6 jaar gratis kunnen gaan, is goed, maar ik denk dat jongeren tot 18 gratis toegang moeten kunnen krijgen vanwege de educatieve waarden van het museum.

De jongeren van vandaag leiden we morgen als volwassenen naar cultuur. Het verschil met schoolgroepen, die aan verminderd tarief naar een museum kunnen gaan, is natuurlijk wel duidelijk, maar zulke bezoeken vinden meestal plaats met een gids en daarbij worden de jongeren begeleid door scholen met een educatief programma. Jongeren moeten we ook individueel gemakkelijk toegang geven tot kunst en cultuur.

Ik kan uw maatregel om 65-plussers gratis toegang te verlenen, terwijl personen tussen 60 en 65 jaar voortaan bijdragen, bijtreden.

Voorts zijn er, meen ik, voldoende mogelijkheden via het Cultureel Participatiefonds, via OCMW’s, om ook een kwetsbaar publiek toegang te geven tot cultuur.

We weten dat er een gebrek is aan middelen, maar dat een prijsverhoging plots alles zal oplossen wat er verkeerd loopt, geloof ik niet. Er is veel meer nodig. Er zijn structurele maatregelen nodig, vooral inzake het patrimonium zelf, de gebouwen. Ik denk voorts ook aan het digitaliseren van de collecties. U hebt er zopas naar verwezen, de digitalisering blijft in zijn kinderschoenen staan. De collecties moeten ook op een nieuwe museologische wijze uitgebaat worden. Ook op dat vlak staan we nog in de kinderschoenen.

De huidige visie is naar mijn mening te veel gebaseerd op vermarkting, citymarketing. Daardoor krijgen we wel allerhande thematische, tijdelijke of vaste tentoonstellingen, maar bezoekers krijgen op die manier geen zicht op de rijkdom van onze kunstschatten en op het geheel, dat een samenhangend geheel is en dat we best ook samenhangend blijven beheren.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

De voorzitter: Vraag nr. 18143 van mevrouw Genot vervalt.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.58 uur.

La réunion publique de commission est levée à 11.58 heures.