Commission de l'Économie, de la Politique scientifique, de l'Éducation, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture

Commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de Nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw

 

du

 

Mercredi 22 mai 2013

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Woensdag 22 mei 2013

 

Namiddag

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.19 uur en voorgezeten door mevrouw Leen Dierick.

La séance est ouverte à 14.19 heures et présidée par Mme Leen Dierick.

 

01 Vraag van de heer Peter Dedecker aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, over "de invulling van de postdoctorale terugkeermandaten bij BELSPO" (nr. 16599)

01 Question de M. Peter Dedecker au secrétaire d'État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et secrétaire d'État à la Politique scientifique, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, sur "l'attribution des mandats de retour post-doctorats par BELSPO" (n° 16599)

 

01.01  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de minister, deze vraag is al een tijdje geleden ingediend. Sta mij dan ook toe om ze even te actualiseren, want er is ondertussen recentere info.

 

Naar jaarlijkse traditie wordt bij belspo, de FOD Wetenschapsbeleid een officiële oproep uitgestuurd tot kandidaatstelling voor postdoctorale mandaten. Dat zijn mandaten die eveneens worden toegekend aan niet-onderdanen. Zij moeten kandideren voor die posities en normaal komen zij in België hun kandidatuur verdedigen.

 

Het heeft zeer lang geduurd om de oproep van 2012 in te vullen. Pas twee weken geleden is hij volledig ingevuld geraakt. Dat is toch geen manier van werken. De betrokkenen zijn zeer lang in het ongewisse gebleven. Sommigen wisten zelfs te zeggen dat zij van de ambtenaar een officieus positief antwoord hadden gekregen, maar uiteindelijk moesten zij wachten en wisten zij niet wat er uiteindelijk zou gebeuren. Het was met andere woorden niet duidelijk of zij die positie al dan niet zouden krijgen. Het gaat hier vaak over topprofielen en ondertussen krijgen zij natuurlijk ook andere aanbiedingen.

 

Het is vanuit menselijk standpunt geen goede zaak om met de kandidaten hun voeten te spelen.. Het is voor de overheid ook geen goede zaak, want op die manier dreigt zij interessante kandidaten kwijt te raken.

 

Ondertussen is het bijna midden 2013 en zowat twee weken geleden werd de oproep volledig ingevuld. Ik heb dan ook een aantal vragen ter evaluatie van heel het verhaal.

 

Ten eerste, waarom duurde de procedure zo lang? In de schriftelijke voorbereiding van de vraag vroeg ik u naar een formele mededeling of beslissing. Ondertussen is die beslissing over de postmandaten er en daarom vraag ik u nu naar de reden voor die lange duur.

 

Ten tweede, welk bedrag werd hiervoor uitgetrokken in 2012? Wat is er met het bedrag dat dus uiteindelijk niet werd besteed in 2012, gebeurd?

 

Ten derde, er komt in 2013 een nieuwe oproep. Welk bedrag zal hiervoor worden vastgelegd en hoe zult u ervoor zorgen dat de invulling ervan beter verloopt dan vorig jaar? Zal de overheid kandidaten vrij snel, binnen een menselijke termijn, een antwoord geven?

 

Ten slotte, wat is precies de rol van de inspectie van Financiën in heel het proces tot toekenning van de postdoctorale mandaten? U hebt eerder al eens gezegd dat er in het verleden een negatief advies werd uitgereikt. Hoe is dat advies tot stand gekomen? Waarom was het advies negatief? Hoe zal de procedure dit jaar verlopen?

 

01.02 Staatssecretaris Philippe Courard: Het federaal wetenschapsbeleid garandeert een doorzichtige selectieprocedure. Daar die laatste nog niet is afgerond, blijft voorzichtigheid geboden.

 

De selectie voor de terugkeermandaten voor 2012 werd immers pas op 4 maart 2013 goedgekeurd. Het dossier ligt nu ter revisie bij de controleur der vastleggingen.

 

Pas nadat die laatste een beslissing heeft genomen, kan belspo officieel reageren op zijn site en de kandidaten en de betrokken actoren, onderzoekers, promotoren, universiteitsrectoren en directeurs van onderzoekscentra, formeel op de hoogte brengen.

 

Met inachtneming van de intrekkingen van sommige kandidaat-afvallers, heeft de inspecteur van Financiën op 30 oktober 2012 zijn akkoord gegeven voor een bedrag ten belope van 741 000 euro, in plaats van het gewoontegetrouw vastgelegd bedrag van 1 240 000 euro.

 

De inspecteur van Financiën heeft in 2013 een nieuw akkoord gegeven op grond van zijn vorig akkoord. Het Federaal Wetenschapsbeleid, dat contractueel gebonden is met de Europese Commissie - de financieringsovereenkomst voorziet in vier oproepen over vier jaar, die mede gefinancierd worden door de Europese Commissie - diende de vierde oproep te lanceren.

 

Onderzoekers hebben 37 aanvragen ingediend in overleg met de gastentiteiten. Het gaat om onderzoeksteams die onder andere ressorteren onder de interuniversitaire attractiepolen, en de onderzoeksprogramma’s die door de federale overheid worden gefinancierd of door een federaal wetenschappelijke instelling worden uitgevoerd.

 

De oproep voor voorstellen in het kader van de selectie 2013 is nu gesloten en de selectieprocedure is van start gegaan. De in aanmerking genomen kandidaten, die persoonlijk op de hoogte worden gehouden van de verdere ontwikkelingen, hebben een bericht van ontvangst gekregen.

 

Volgens het gewone tijdschema moet de jury in mei bijeenkomen. Het dossier moet mij daarna voor goedkeuring worden overgezonden.

 

De onderzoeksprojecten kunnen idealiter in september 2013 van start gaan, maar de procedure kan mogelijk worden gewijzigd, gelet op een eventuele budgetinkrimping of ten gevolge van de verplichting voorlegging aan de Ministerraad, zoals in 2012.

 

01.03  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, dank u voor het antwoord.

 

U had het over de goedkeuring op 4 maart 2013. Ik neem aan dat u daarmee de mandaten van 2012 bedoelt, die normaal gezien in september van start zouden gaan. Klopt dat? Dat is meer dan een half jaar te laat, echt menselijk is dat niet voor de kandidaten. Vanuit het standpunt van het wetenschapsbeleid is dat eigenlijk ook absoluut niet goed te praten. Ik hoop van harte dat we het in 2013 een stuk beter doen en dat de jury effectief in mei zal bijeenkomen. We hebben nog tien dagen de tijd. Ik hoop dat de datum al vastligt en dat u snel een beslissing neemt, zodat projecten effectief in september van start kunnen gaan en we niet weer lange tijd met de betrokkenen hun voeten spelen. Dat zou immers zeer beschamend zijn, zeker wanneer we een betrouwbare overheid willen zijn. Ik hoop dat hier lessen uit getrokken worden en dat we dit keer niet met de kandidaten hun voeten spelen.

 

U zegt dat het budget eventueel kan worden ingekrompen. Daarom wordt de begroting het jaar voordien opgesteld, opdat we niet in de loop van het jaar voor verrassingen komen te staan en kandidaten wier mandaat nagenoeg goedgekeurd was, dat mandaat niet ineens aan hun neus voorbij zien gaan. Dat kan niet de bedoeling zijn.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van de heer Stefaan De Clerck aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, over "het Paleis voor Schone Kunsten" (nr. 16955)

02 Question de M. Stefaan De Clerck à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales, sur "le Palais des Beaux-Arts" (n° 16955)

 

02.01  Stefaan De Clerck (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, deze vraag dateert al van maart en ik ben blij dat zij nu zal worden beantwoord.

 

Een viertal vragen over de federale culturele instellingen komen thans samen aan bod en het zou aangewezen zijn om een globaal debat te voeren over deze materie. In de vragen worden echter elementen aangebracht die naderhand kunnen bijdragen tot een ruim debat over de toekomst van de diverse culturele en wetenschappelijke instellingen en de ambities die op dat vlak bestaan. Aanvankelijk waren deze vragen trouwens aan minister Onkelinx gericht.

 

Ten eerste, het Paleis voor Schone Kunsten of Bozar. Een aantal beslissingen werd al genomen door de Ministerraad, wat mijn vraag deels dateert. Voor mij is Bozar een indrukwekkende plek waar veel nationale, Europese en internationale evenementen plaatsvinden. Met overheidsmiddelen, maar ook met heel wat private middelen en dankzij samenwerkingsinitiatieven realiseert men er dag na dag een zeer indrukwekkend programma.

 

Een van mijn vragen ging over het mogelijk derde mandaat voor directeur-generaal Paul Dujardin, maar inmiddels werd daarover, na debat, een beslissing genomen.

 

Ik wilde ook de globale ambities van Bozar kennen, vooral in het licht van de interferentie tussen Bozar en de pool Kunst, door minister Magnette naar voren geschoven. Dat is een belangrijke ambitie waarover kan worden gedebatteerd. Dit draagt zeker enige kracht in zich. De vraag is wat de interferentie kan zijn tussen het ambitieuze Bozar en de pool Kunst, vooral op het vlak van samenwerking en infrastructuur. Staatssecretaris Verherstraeten heeft perspectieven voor het Justitiepaleis gelanceerd. Op welke manier kan dat worden samengebracht? Is het de ambitie om een en ander samen te brengen?

 

Tot slot, hoever staat men met het overleg over de nieuwe protocolovereenkomst? Over welke middelen zal Bozar beschikken? Zij zijn bijzonder actief, maar hangen niet alleen af van subsidies als dusdanig, maar ook van Beliris, de Nationale Loterij, enzovoort. Wij moeten hun alle middelen geven om verder te functioneren. Voor de uitstraling van Brussel is dit een zeer belangrijk instrument.

 

Ik weet dat deze vragen wat gedateerd zijn, maar ik zou graag de concrete stappen kennen voor de directeur-generaal en de protocolovereenkomst, en ook de bredere visie inzake samenwerking tussen Bozar en andere spelers in die omgeving op het vlak van cultuur, zeer belangrijk voor Brussel in de toekomst.

 

02.02 Staatssecretaris Philippe Courard: Mevrouw de voorzitter, mijnheer de volksvertegenwoordiger, het Paleis voor Schone Kunsten beschikt over een volledige autonomie en de voogdij van minister Onkelinx beperkt zich tot een bestuurlijke voogdij. Zij is niet betrokken bij de beleidskeuzes die Bozar op cultureel vlak maakt. De staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen is bevoegd voor de infrastructuur.

 

De Ministerraad van 29 maart 2013 keurde een wetsontwerp goed dat beoogt de beperking van de ambtstermijn van de directeur-generaal op te heffen en te voorzien in de functie van financieel directeur. Mijn collega moedigt elke samenwerking tussen Bozar en de wetenschappelijke instellingen aan, in het bijzonder de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, maar zij meent dat de betrokken instellingen daarvoor het initiatief moeten nemen. Het komt haar niet toe om in het beheer van de instellingen in te grijpen.

 

De heraanleg van de infrastructuur tussen van Bozar, van het Troonplein tot het Justitiepaleis van Brussel, is een gewestelijke bevoegdheid. De Regie der Gebouwen is bevoegd voor de gebouwen.

 

Haar administratie werkt samen met de federale culturele instellingen om de inhoud en looptijd van de nieuwe protocollen vast te leggen. Zij zal het rapport van haar administratie analyseren en daarna een beslissing nemen.

 

Bozar beschikt in 2013 over een dotatie van de federale Staat ten bedrage van 12 427 000 euro.

 

In verband met Beliris, er werd in 2011 voor 2,2 miljoen euro investeringen aan Bozar toegewezen, die de periode 2012-2014 dekken.

 

De ministers die voor de Nationale Loterij en de Regie der Gebouwen bevoegd zijn, zullen u een omstandig antwoord geven over de middelen die zij voor Bozar hebben voorbehouden. Gelet op de begrotingstoestand zijn de mogelijkheden om de toekomstige middelen voor Bozar te verhogen zeer beperkt.

 

02.03  Stefaan De Clerck (CD&V): Ik dank u voor de informatie, maar mijn vraag impliceerde dat de federale culturele instellingen, waardevolle elementen op zich, absoluut een globale visie vragen en een gemeenschappelijke ambitie verdienen. Er zou een grondig gemeenschappelijk debat moeten worden gevoerd door de staatssecretaris bevoegd voor de Regie der Gebouwen, Brussel, de minister van Financiën bevoegd voor de Nationale Loterij, de minister bevoegd voor Beliris en de staatssecretaris bevoegd voor Wetenschapsbeleid. Het zit zo verspreid. Het gaat over juwelen en over onvoorstelbaar belangrijke patrimonia. Er zijn ook gemeenschappelijke plannen aangekondigd, zoals het maken van polen. Het fragmentaire karakter vormt een probleem. Wij moeten dringend het initiatief nemen om een globaal debat te voeren met de hele regering om te weten wat precies de ambities zijn.

 

Ik dank u uiteraard wel voor de specifiëring. Er zijn inderdaad stappen gezet om Paul Dujardin te laten voortwerken. Dat is positief, net als de beschikbare middelen en de voorzetting van de protocolovereenkomst. Mijn eerste conclusie is echter dat wij coherentie, een globale visie en een globaal debat moeten ontwikkelen. Het is belangrijk voor iedereen, voor het federale België, voor de Gewesten en de Gemeenschappen en voor Brussel.

 

In de toekomst zal ik er in die zin op terugkomen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

03 Question de M. Damien Thiéry au secrétaire d'État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et secrétaire d'État à la Politique scientifique, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, sur "les cadres linguistiques du Jardin botanique national" (n° 16134)

03 Vraag van de heer Damien Thiéry aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, over "het taalkader van de Nationale Plantentuin" (nr. 16134)

 

03.01  Damien Thiéry (FDF): Monsieur le secrétaire d'État, ceux qui me connaissent savent que, lorsque j'ai un os à ronger, je ne le lâche pas, sauf si l'on me montre que j'ai tort. En 2012, j'avais déjà interrogé votre prédécesseur au sujet des cadres linguistiques du Jardin botanique national. Il m'avait assuré que le dossier était en voie d'achèvement et qu'il veillerait à une répartition équilibrée du personnel scientifique entre francophones et néerlandophones.

 

Depuis lors, l'accord de coopération conclu par les deux Communautés et qui a transféré le Jardin botanique national à la Communauté flamande prive d'effets juridiques l'application du cadre linguistique qui sera, au mieux, exécuté une seule année, l'accord devant entrer en vigueur en 2014. Manifestement, c'est bien la lenteur des ministres francophones à se saisir de ce dossier et à préserver la carrière d'agents francophones qui en serait responsable. Entre-temps, certains éléments ont peut-être changé.

 

Pourriez-vous me dire, monsieur le secrétaire d'État, si un projet de cadre linguistique a été soumis à l'avis de la Commission permanente de contrôle linguistique? Dans l'affirmative, quel est-il? Quelle décision le gouvernement compte-t-il prendre à cet égard? Enfin, comment l'exécution du cadre linguistique va-t-elle s'articuler juridiquement avec l'accord de coopération?

 

03.02  Philippe Courard, secrétaire d'État: Madame la présidente, monsieur le député, un projet de cadre linguistique pour le Jardin botanique national de Belgique a bien été envoyé par mon prédécesseur, il y a déjà plusieurs mois, à la Commission permanente de contrôle linguistique (CPCL). De nombreux renseignements juridiques et techniques complémentaires ont été demandés à l'administration par la CPCL. Cette dernière a finalement rendu un avis le 23 janvier 2013. L'avis est favorable à la proposition formulée par mon prédécesseur, tout en laissant la porte ouverte à des formules alternatives.

 

Il a été décidé de s'en tenir à la proposition initialement formulée, qui est en voie de finalisation au plan réglementaire. Le texte entrera immédiatement en vigueur à sa publication et permettra de régler sur le plan juridique la situation de nombreux membres du personnel, tant francophones que néerlandophones, du Jardin botanique national de Belgique. Ceci aura lieu avant le transfert, qui est normalement programmé le 1er janvier 2014.

 

03.03  Damien Thiéry (FDF): Monsieur le ministre, je prends note de votre information. Le tout est de savoir quelle était la proposition en question. Il faudra que je la revoie en détail.

 

Je ne voudrais pas vivre une situation comme celle que nous avons connue en commission de la Défense nationale. Nous y avions constaté un déséquilibre linguistique au sein des forces armées, puis, comme personne ne s'était réellement plaint, on a laissé aller les choses.

 

J'espère que sur la base de la proposition qui aura été faite, la situation sera plus claire.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van de heer Stefaan De Clerck aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, over "de renovatie van het operagebouw van de Munt" (nr. 17036)

04 Question de M. Stefaan De Clerck à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales, sur "la rénovation du bâtiment de l'opéra de la Monnaie" (n° 17036)

 

04.01  Stefaan De Clerck (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, in de jaren 90 en 2000 hebben het Paleis voor Schone Kunsten en De Munt hun eigen structuur gekregen en kregen ze in grote mate onafhankelijkheid. Het is goed dat zij onafhankelijk werken. Ik weet dat De Munt een grote mate van onafhankelijkheid heeft. Zij functioneren goed, voor alle duidelijkheid.

 

De Munt werd in 2011 zelfs tot het operahuis van het jaar in Europa uitgeroepen. Ik denk dat Peter de Caluwe en de hele ploeg sterk werk leveren.

 

Er worden echter problemen gesignaleerd, enerzijds op het vlak van het budget en anderzijds op het vlak van het gebouw. Er moeten herstelwerken worden uitgevoerd. Men zegt dat de renovatie van De Munt voor het derde seizoen op rij is uitgesteld. Men hoopt dat in 2015 klaar te hebben, zegt de Caluwe, maar het is zo dat men al een voorstelling heeft moeten schrappen omwille van problemen met het budget en dies meer.

 

Ook is het personeelsbestand in vergelijking met 2005 met 18 % gedaald. Toch blijft het internationaal niveau behouden.

 

De Munt werkt goed, maar op welke manier houden wij dat in stand? Wat is de rol van Beliris? Op welke manier worden de middelen van Beliris besteed? Aan wie worden ze besteed? Op welke manier kunnen ze ook ten goede komen aan De Munt? Zal dat voor de renovatie worden gebruikt? Zal dat structureel voortgezet worden?

 

De Munt vraagt bijkomende ruimte en men kijkt daarbij naar het Dexiagebouw, dat met het Museum voor Schone Kunsten is verbonden omdat men daar tentoonstellingsruimte wil maken. De verbinding moet iedere keer gemaakt worden, maar wat is de wens van De Munt in dezen? Zijn er ideeën om in het voormalige gebouw Vanderborght, het Dexia Art Center, de repetitieruimten van De Munt onder te brengen in een gecombineerd model? Hoe zal dat verder lopen?

 

Ik heb dus vragen over de renovatie, de structurele financiering en bijkomende gebouwen. Op welke manier zal dit verlopen, uiteraard rekening houdend met de onafhankelijkheid van de structuur als een vennootschap van publiek recht met sociale doeleinden?

 

04.02 Staatssecretaris Philippe Courard: In antwoord op uw vraag kan ik meedelen dat de bijakte 11 voor De Munt in een investeringsbudget van 6 miljoen euro voorziet. Het saldo van de bijakte 10 bedraagt 4 miljoen euro.

 

Beliris is de bouwheer om het administratief gebouw van De Munt te renoveren met een budget van 10 miljoen euro.

 

Het Dexia Center-gebouw is eigendom van de stad Brussel. Volgens mijn informatie zijn de stad Brussel en het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten aan het onderhandelen om in dat gebouw een museum voor moderne kunst onder te brengen. Het project dat De Munt in dat gebouw voor ogen had is afgevoerd.

 

Wat de renovatie van het gebouw van de Muntschouwburg betreft, is de Regie der Gebouwen de bouwheer en de eigenaar van het gebouw. Voor een precies antwoord moet de vraag aan staatssecretaris Verherstraeten gesteld worden.

 

04.03  Stefaan De Clerck (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, een algemene bedenking is wat de coherentie is tussen de verschillende stappen. Ik dank u voor de bedragen die u genoemd hebt. We moeten daar niet meer in detail op ingaan, ik hoop dat het verder lukt. De onderhandelingen lopen verder.

 

Ik begrijp de interesse voor het Dexiagebouw vanuit het oogpunt van De Munt zeer zeker. Ik begrijp ze niet als de plek voor het museum voor hedendaagse kunst van Brussel in de toekomst. Dat is natuurlijk een persoonlijke mening maar ik stel vast dat men nog onderhandelt. Ik hoop dat als men dat doet er toch een betere plek voor zal worden gevonden dan deze. Ik ben daar verschillende keren geweest. Zij die veel in het gebouw geweest zijn, voelen naar mijn mening wel aan dat dit niet de plek is voor het museum van de hedendaagse kunst in Brussel.

 

Ik zal te gepasten tijde de staatssecretaris bevoegd voor de Regie der Gebouwen aanspreken. Ik neem akte van de engagementen die er zijn.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van de heer Stefaan De Clerck aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, over "de organisatie van de pool 'kunst' binnen de federale wetenschappelijke instellingen en de toekomst van het Koninklijk Instituut voor Kunstpatrimonium (KIK)" (nr. 17273)

05 Question de M. Stefaan De Clerck au secrétaire d'État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et secrétaire d'État à la Politique scientifique, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, sur "l'organisation du pool 'art' au sein des établissements scientifiques fédéraux et l'avenir de l'Institut royal du Patrimoine artistique (IRPA)" (n° 17273)

 

05.01  Stefaan De Clerck (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, wij gaan door binnen het geheel, omdat alle vragen samen zijn geagendeerd. Ze zouden misschien beter samen geformuleerd zijn geweest, waardoor er één globaal antwoord van iedereen samen kon zijn gegeven.

 

De vraag gaat over het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, dat deel uitmaakt van de reeds genoemde pool Kunsten.

 

Op zich is het een goed idee. De bestuursovereenkomst BELSPO schetst de pool Kunsten. Het project berust op de coördinatie van twee bestaande instellingen, met name het Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis en de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België. Tezelfdertijd wordt daarbij ook een kader aangeboden voor het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium.

 

Zij die het KIK al hebben bezocht, weten dat het een fascinerend gebouw en een fascinerende plek is. Bezoekers kunnen er zien op welke manier de houten beelden, de stenen beelden en de schilderijen worden gerestaureerd. Ook het internationale Studiecentrum Vlaamse Primitieven is in het KIK gesitueerd. Het is dus een indrukwekkend gebouw en de activiteit is eveneens indrukwekkend.

 

De pool Kunsten zou op twee geografische pools steunen: enerzijds, op de Kunstberg als deel van dat grote, Brusselse geheel, waarin wij erg geïnteresseerd moeten zijn en, anderzijds, op het Jubelpark.

 

Volgens de bestuursovereenkomst zou de coördinatie van het project door één enkele algemene directie worden verzorgd. Het betreft een ondersteunende directie en een KIK-directie met een nieuwe structuur en met één verantwoordelijke voor de site.

 

Mijn vraag is tweevoudig.

 

Ten eerste, waar staan wij met de oprichting van de pool Kunsten? Het is belangrijk te weten wanneer de pool wordt opgericht en wat de eventuele planning is. Op welke manier zal de pool worden beheerd? Wat is de timing voor de creatie van de pool Kunsten? Welke juridische structuur stelt u ter zake in het vooruitzicht? Is er een businessplan?

 

Ten tweede, het KIK is weliswaar het kleine broertje, maar hoe zullen de autonomie en de eigenheid van het KIK bewaard kunnen blijven? Hoe verloopt de omvorming tot een excellentiecentrum?

 

Een fundamentele vraag is de volgende.

 

Op welke manier zal – het KIK is immers bijzonder hoogstaand en werkt met de grootste specialisten uit de hele wereld samen; er moet echter ook met onze universiteiten kunnen worden samengewerkt – bij de hervorming rekening worden gehouden met een veel grotere betrokkenheid van de Gemeenschappen en de universiteiten?

 

05.02 Staatssecretaris Philippe Courard: Mijnheer De Clerck, om het samenbrengen van verschillende instellingen in pools te garanderen, bij de POD Wetenschapsbeleid, BELSPO, is momenteel een structurele reorganisatie bezig, die aan de Ministerraad zal worden voorgelegd.

 

Elke pool zal de vorm aannemen van een staatsdienst met afzonderlijk beheer en zal worden beheerd door een algemeen directeur, die na een Selor-procedure wordt aangewezen. Hij wordt bijgestaan door een directeur van de ondersteunende dienst en meerdere operationele directeuren, naargelang de specificiteit van de pool en de federale wetenschappelijke instellingen waaruit die bestaat. Het voorstel tot oprichting van een pool Kunsten, die in de bestuursovereenkomst 2012-2015 van de POD Wetenschapsbeleid is opgenomen, gaat uit van een vernieuwde coördinatie van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis en de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België.

 

Tezelfdertijd wordt een kader gecreëerd waarmee het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium zich verder kan ontwikkelen, door bewarings- en restauratieopdrachten en vooral opdrachten op het gebied van kunsthistorisch onderzoek naar zich toe te trekken. De werking, de basisopdrachten en de voortrekkersrol van het KIK en het wetenschappelijk onderzoek worden dus gegarandeerd, zoals ik hier al heb bevestigd. Er wordt daarvoor in de nodige middelen, financiën en personeel, voorzien.

 

De effectieve integratie van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis en de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België is reeds aan de gang. Een efficiënte samenwerking met de universiteiten, de Gemeenschappen en de andere federale departementen wordt eveneens door specifieke werkgroepen voorbereid, waardoor binnen en over de pools en binnen een nationale en internationale context synergieën kunnen worden bevorderd.

 

05.03  Stefaan De Clerck (CD&V): Mijnheer de minister, men is ermee bezig, maar wanneer zal het debat daarover worden gevoerd?

 

Men is bezig met een structurele reorganisatie. Dat wil ook zeggen dat veel plaatsen niet worden ingevuld, dat er wordt gewacht en een afwachtende houding wordt aangenomen op alle vlakken, wat niet goed is voor die instellingen.

 

Dat er werkgroepen bezig zijn, kan ik best aannemen, maar een staatsdienst met afzonderlijk beheer, dat vraagt om wetgevend werk. Dat vergt een wetsontwerp. Wordt daaraan gewerkt? Op welke manier zullen de Gemeenschappen daarin betrokken worden?

 

Het is een heel fundamentele kwestie dat die musea en de culturele ambitie samen met de Gemeenschappen kunnen worden gerealiseerd. Het zou goed zijn dat er wat preciezer wordt geantwoord op de vraag op welke manier de Gemeenschappen – en de universiteiten in deze, want voor het KIK is dat heel belangrijk – daarbij worden betrokken.

 

Wanneer mogen wij een wetsontwerp verwachten houdende de structuur van die pool? Kunt u een timing geven?

 

05.04 Staatssecretaris Philippe Courard: De oriëntatienota ligt nu voor bij de inspecteur van Financiën en zal vervolgens op de Ministerraad worden voorgelegd.

 

05.05  Stefaan De Clerck (CD&V): U spreekt wel degelijk over een oriëntatienota en nog niet over een wetsontwerp.

 

05.06 Staatssecretaris Philippe Courard: De FOD Wetenschapsbeleid werkt tegelijkertijd ook aan een ontwerp van koninklijk besluit. Het gaat om een genummerd koninklijk besluit, dat dus ook in het Parlement besproken moet worden.

 

05.07  Stefaan De Clerck (CD&V): Die teksten liggen nu bij Financiën en komen eerlang op de tafel van de Ministerraad?

 

05.08 Staatssecretaris Philippe Courard: Ja, van bij de inspectie van Financiën.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 17370 van mevrouw Karolien Grosemans is uitgesteld.

 

06 Vraag van de heer Stefaan De Clerck aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, over "het Koninklijk Conservatorium Brussel" (nr. 17440)

06 Question de M. Stefaan De Clerck à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales, sur "le Conservatoire royal de Bruxelles" (n° 17440)

 

06.01  Stefaan De Clerck (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, wij blijven in dezelfde sfeer, al is de situatie van het Koninklijk Conservatorium nog van een andere orde. Er zijn al debatten over gehouden in de plenaire vergadering, en de antwoorden van zowel de staatssecretaris die bevoegd is voor de Regie der Gebouwen, als van mevrouw Onkelinx hebben perspectieven geboden. De vraag is natuurlijk: wat is nu de stand van zaken?

 

De Koningin Elisabethwedstrijd kon daar niet doorgaan. Die vindt nu in het Flageygebouw plaats. Dat is ook goed, maar het Koninklijk Conservatorium heeft een fantastische zaal, en de herstelwerkzaamheden daaraan moeten dan ook zo vlug mogelijk worden uitgevoerd. Daar is iedereen het wel over eens. Iedereen is het er ook over eens dat dit in samenwerking met de Gemeenschappen moet gebeuren. Daar bestaat trouwens een principieel akkoord over. Aan beide kanten zou het departement Onderwijs mee investeren.

 

Bovendien zien wij dat er verschillende belangengroepen een eigen oplossing voorstellen. Zo is er de groep Conservamus die een masterplan heeft uitgewerkt, en collega de Donnea heeft een wetsvoorstel ingediend om een vzw van publiek recht op te richten.

 

Kortom, vele zaken zijn in beweging, maar ik heb het gevoel dat alles fragmentarisch verloopt. Het gaat hier nochtans om de grootstedelijke uitstraling van Brussel. Het is dus heel belangrijk dat wij hier ernstig werk van maken en dat iedereen maximaal bijdraagt.

 

Ik ga ervan uit dat Beliris wel degelijk mee zal investeren. In de in 2011 afgesloten bijakte 11 van Beliris werd 2 350 00 euro beraamd voor het Koninklijk Conservatorium. Daar zal men voor zo’n zaal natuurlijk niet ver mee komen. Toch wil ik u vragen op welke manier de middelen van Beliris gemaximaliseerd kunnen worden? Wat zijn de engagementen van de Gemeenschappen? Zal hun financiële participatie ook een betrokkenheid bij het uitstippelen van het beleid met zich brengen? Welke structuur zal worden opgericht voor de uitbating? Met wie zal er worden samengewerkt? Ik hoor dat Bozar geïnteresseerd is? Graag krijg ik van u enige verduidelijking.

 

06.02 Staatssecretaris Philippe Courard: Ik zal het antwoord van mevrouw Onkelinx voorlezen. In antwoord op uw vraag deel ik u het volgende mee. Beliris heeft een budget van 136 488 euro vastgelegd opdat de Regie de meerstudie zou kunnen bekostigen. De Regie beschikt voor de studies nog over een saldo van 2 350 000 euro.

 

Voor het antwoord op de overige vragen moet u zich richten tot mijn collega die voor de Regie der Gebouwen bevoegd is. De Regie is immers de eigenaar van het gebouw en de bouwheer van de studies.

 

06.03  Stefaan De Clerck (CD&V): Daarmee ga ik helemaal niet akkoord. Ik vraag naar het beheer en naar de wijze waarop vanuit Brussel zal worden samengewerkt. Ik stel geen vraag over het gebouw. Ik vraag naar de engagementen van de Gemeenschappen. Hoe zal na de financiële participatie ook in een betrokkenheid bij het uit te stippelen beleid worden voorzien? Hoe wordt een juiste beheers- en exploitatiestructuur gemaakt? Wat is de visie van de federale regering, de Brusselse structuren en van Beliris op het conservatoriumgebouw?

 

Het gaat niet over de bakstenen, maar over het gebruik van de zaal en de integratie in het Brusselse dynamische culturele leven. Daarover ging mijn vraag, maar ik stel vast dat daarop geen antwoord komt en dat betreur ik.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Question de Mme Zoé Genot au secrétaire d'État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et secrétaire d'État à la Politique scientifique, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, sur "les tarifs prohibitifs de l'exposition Kandinsky" (n° 17707)

07 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, over "de buitensporige tarieven voor de Kandinskytentoonstelling" (nr. 17707)

 

07.01  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Madame la présidente, monsieur le secrétaire d'État, le Musée des Beaux-Arts de Bruxelles accueille en ce moment l'exposition-événement Kandinsky & Russia.

 

Cette exposition fait beaucoup parler d'elle, bien sûr pour son intérêt artistique, mais également pour les tarifs étonnamment élevés de la visite.

 

Pour la première fois, toute la communication de cet événement a été confiée par le musée à un organisme extérieur, Brussels Major Events (BME), dirigé par l'échevin bruxellois du tourisme. Cette ASBL est spécialisée dans les campagnes d'événements festifs (les Plaisirs d'Hiver) ou mi-culturels mi-touristiques (exposition Terracotta Army). Le musée ne paie rien à BME qui se paie sur le succès prévu de l'expo en prélevant une partie des recettes.

 

Le musée a pourtant son propre service de communication, de presse, de graphisme, alors que l'ASBL BME engage des indépendants parfois dans des conditions précaires pour faire le travail.

 

Quant aux tarifs appliqués pour la visite de cette exposition, ils sont très élevés par rapport à ce qui est généralement pratiqué par le Musée des Beaux-Arts et d'autres musées en Belgique: un billet d'entrée plein à cette exposition est de 17,50 euros et le tarif pour les étudiants et seniors est de 15,50 euros! Durant la semaine, le prix est plus bas (14,50 euros et 12,50 euros) mais reste élevé. De plus, il n'y a pas d'application de tarifs sociaux (demandeurs d'emploi, article 27 et autres) pour cette exposition! Cela va totalement à l'encontre d'un accès à la culture pour tous.

 

Monsieur le secrétaire d'État, que pensez-vous de ces tarifs tout à fait prohibitifs?

 

Pour quelles raisons le SPF Politique scientifique a-t-il décidé, malgré la réticence de l'Inspection des Finances, de s'adjoindre un partenaire pour dynamiser la communication de ses expositions alors que les musées ont leur propre service interne pour organiser ces événements?

 

Pour ce partenariat, y a-t-il eu un appel à candidatures comme l'exige la loi sur les marchés publics?

 

Trouvez-vous normal que le surcoût de cette exposition soit finalement supporté par le public?

 

07.02  Philippe Courard, secrétaire d'État: Madame la présidente, chère collègue, les tarifs de l'exposition Kandinsky sont en effet élevés. Je souhaite toutefois faire remarquer que des tarifs similaires sont pratiqués dans de nombreuses expositions, et cela sans soulever de commentaires particuliers. Je pourrais citer celles consacrées aux guerriers de Qin Shi, à Toutankhamon, à De Vinci.

 

Les tarifs de la culture sont en outre loin de rivaliser avec ceux pratiqués dans le monde du spectacle et du sport; cela aussi, je voulais le souligner.

 

Les Musées Royaux des Beaux-Arts de Belgique font ici découvrir au public des œuvres originales de ce phénomène central de l'art du XXsiècle qu'est l'abstraction. En soutenant leur proposition tarifaire pour l'exposition Kandinsky à la commission de gestion, seule habilitée à définir le tarif des expositions temporaires, les Musées Royaux des Beaux-Arts de Belgique ont cherché à défendre une gestion équilibrée de leurs revenus, d'autant plus qu'ils ne disposent d'aucun budget – je dis bien d'aucun budget spécifique – à affecter aux expositions, et que le contexte économique a tari bien des sources de mécénat.

 

Sans soutien suffisant tant public que privé, l'institution n'avait pas d'autre choix que d'analyser le nombre de visiteurs potentiels en regard des coûts inhérents à la manifestation et de faire en partie supporter le budget de l'exposition - et non le surcoût comme indiqué -, par les usagers.

 

Il n'y a eu aucune réticence de la part de l'Inspection des Finances, présente dès le début aux négociations avec Brussels Major Events, devant conduire au partenariat public-public qui a été noué. Ce type de partenariat ne doit pas passer par un appel à candidatures. L'objectif poursuivi par ce biais est de maximaliser les potentialités de la communication et de faire porter une part non-négligeable de ce budget par un partenaire rétribué au résultat. Ce principe a été validé par l'Inspection des Finances.

 

Je veillerai, n'en doutez pas, chère collègue, à ce que les tarifs pratiqués par les Musées Royaux soient les plus accessibles possibles. Je ne puis toutefois demander des miracles aux directeurs d'établissements qui voient fondre leurs budgets et hélas souvent aussi les revenus du mécénat et qui doivent, s'ils entendent continuer à organiser des expositions de qualité, générer des recettes propres suffisantes, notamment via les entrées.

 

07.03  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Monsieur le secrétaire d'État, si ces expositions sont rentables, je ne comprends pas très bien pourquoi la promotion n'en est pas assurée en interne, pour profiter des recettes nous-mêmes. Je ne comprends pas très bien le montage: pourquoi a-t-il fallu un partenaire extérieur?

 

Deuxième aspect, par rapport aux tarifications futures, je pense qu'il est vraiment important qu'existent des tarifs sociaux destinés aux demandeurs d'emploi, article 27, étudiants … À ce niveau-là, les tarifs sont trop élevés. Je pense qu'il faut faire un effort par rapport aux publics spécifiques. Il s'agit d'infrastructures publiques et le signal envoyé est mauvais.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van mevrouw Cathy Coudyser aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, over "de hervorming in pools van de federale wetenschappelijke instellingen" (nr. 18038)

08 Question de Mme Cathy Coudyser au secrétaire d'État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et secrétaire d'État à la Politique scientifique, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, sur "la réforme en pôles des établissements scientifiques fédéraux" (n° 18038)

 

08.01  Cathy Coudyser (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, mijn voorgangers hebben een aantal pertinente vragen gesteld over de federale wetenschappelijke en culturele instellingen. Ik meen dat wij hebben aangevoeld dat er inderdaad een gebrek is aan een coherent beleid en een duidelijke visie.

 

Uw voorganger, de heer Magnette, heeft in juli 2012 een grondige hervorming van de federale wetenschappelijke en culturele instellingen aangekondigd, met name een fusie van een aantal instellingen rond vier pools. Dat kan een goed idee zijn, maar het krijgt geen vorm.

 

Zo is er de pool Kunst, met een fusie van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, het Jubelparkmuseum en het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium. Mijn collega De Clerck heeft hierover zopas een vraag gesteld.

 

Daarnaast zijn er ook de pools Ruimte, Natuur en Documentatie.

 

Zoals vannamiddag al aangehaald, is er tot op heden geen realistisch tijdspad bekend voor die toch wel grondige hervorming. Tegen wanneer zullen die verschillende instellingen zich integreren? Op welke manier zal dat gebeuren? Volgens het beheersplan van Belspo had een en ander eigenlijk al op 1 januari 2013 geconcretiseerd moeten zijn, maar er is nog altijd geen duidelijke stand van zaken in het traject.

 

Toch ontdekken wij nu via de website van Selor dat de functie van directeur van die ondersteunende diensten voor de pool Kunst reeds werd uitgeschreven. Men kan tot 31 mei solliciteren. Ik lees in het functieprofiel dat de taakomschrijving van die persoon bekend is, en dat hij of zij in nauw contact zal staan met de drie algemeen directeurs en de algemeen directeur van de pool Kunst. Wijst dat er dan op dat er al een verregaand organogram bekend is?

 

Ik spreek mij hier helemaal niet uit over de wenselijkheid van de functie, noch over de taakomschrijving, maar ik vind het toch een beetje raar dat hier van onder naar boven wordt gewerkt. Is het niet logisch dat eerst de algemeen directeur voor de pool Kunst wordt aangesteld en pas daarna de drie algemeen directeurs en de directeur van de ondersteunende diensten?

 

Het ritme en het waarom van de hervorming leiden mij tot de volgende concrete vragen. Kunt u mij de huidige stand van zaken geven van de hervorming van de vier pools? Wat is de timing ter zake? Wat zijn de knelpunten die de vertraging van de hervorming veroorzaken? Zijn er al een procedure en een timing bekend voor de aanwerving van een algemeen directeur voor de verschillende pools? Welke stappen moeten er nog worden ondernomen, opdat de directeurs kunnen worden aangesteld?

 

Wat gebeurt er met de huidige directeurs van de verschillende federale wetenschappelijke instellingen? Welke autonomie behouden die instellingen?

 

Wat gebeurt er met de beheerscollectie, het onderzoek op het financiële vlak, het logistieke beheer en de publiekswerking? Wat gebeurt er met de huidige interim-functies van de diverse directeurs? Worden de ingezette procedures nu afgerond of stopgezet?

 

Vindt u het normaal dat een procedure voor de aanstelling van een directeur van de ondersteunende diensten werd opgestart, zonder dat de procedure voor de algemeen directeur al is opgestart en die dus nog niet bekend is?

 

08.02 Staatssecretaris Philippe Courard: Mevrouw de voorzitter, de hervorming van de interne organisatie van de FOD Wetenschapsbeleid wordt beschreven in een strategische nota, die zopas aan de Inspectie van Financiën werd overhandigd. De nota omvat natuurlijk de reorganisatie van de federale wetenschappelijke instellingen in polen.

 

Zodra ik het advies van de Inspectie van Financiën ontvang, zal ik het document aan de Ministerraad voorleggen.

 

Zodra het document is aangenomen, zal ik alle reglementaire en organisatorische maatregelen nemen voor de uitvoering van deze hervorming, die onder meer moet leiden tot de doorstroming van collecties, tot meer synergie tussen de entiteiten van Belspo en tot een nog betere steun van de POD aan de instellingen.

 

De procedures voor de aanstelling van de algemeen directeurs aan het hoofd van de polen zullen slechts kunnen worden opgestart wanneer de koepelstructuren zijn opgericht. Die zullen de vorm aannemen van een staatsdienst met afzonderlijk beheer. Het zal gaan om klassieke en volledig toegankelijke procedures die Selor impliceren. De algemeen directeurs aan het hoofd van de polen zullen de functie van algemeen directeur van elke instelling doen verdwijnen.

 

Zoals ik al heb aangegeven, zullen de twee instellingen van de pool Natuur, met name het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen en het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, niet worden samengevoegd.

 

De twee instellingen van de pool Documentatie, namelijk de Koninklijke Bibliotheek en het Rijksarchief in België, zullen slechts op het einde van het mandaat van de algemeen directeurs fuseren.

 

Met betrekking tot de autonomie wens ik, in de geest van het beheercontract, dat de dossiers op het correcte niveau worden beheerd, namelijk naargelang het geval de instelling, de pool of de POD Wetenschapsbeleid. Om het voorbeeld te nemen van het personeelsbeheer, denk ik dat de POD Wetenschapsbeleid de strategie moet vastleggen, de procedures moet bepalen, de verslagen met de FOD Personeel en Organisatie moet centraliseren, maar dat de verlofdagen, de ziekteverloven, enzovoort, binnen de instellingen zelf moeten worden beheerd. De instellingen zelf zullen ook hun noden moeten bepalen.

 

In antwoord op uw laatste vraag kan ik zeggen dat de algemeen directeurs ad interim ook nood hebben aan ondersteunende en operationele directeurs. Ik ben van mening dat het van goed bestuur getuigt om het organogram zo snel mogelijk aan te vullen en om zo alle krachten te mobiliseren waarop onze instellingen recht hebben.

 

08.03  Cathy Coudyser (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik hoor dat u er wel mee bezig bent maar wat ontbreekt is de timing. Spreekt u over een jaar of een langere periode? Dat ontbreekt in het antwoord.

 

08.04 Staatssecretaris Philippe Courard: Ik moet u hetzelfde antwoord geven als aan de heer De Clerck. Nu is de Inspectie van Financiën ermee bezig en dan gaat het naar de regering. Het is dus voor de volgende maanden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van mevrouw Cathy Coudyser aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, over "de collectie moderne kunst" (nr. 18039)

09 Question de Mme Cathy Coudyser au secrétaire d'État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et secrétaire d'État à la Politique scientifique, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, sur "la collection d'art moderne" (n° 18039)

 

09.01  Cathy Coudyser (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, de collectie Moderne Kunst is ondertussen al een aantal jaren verborgen in de kelders van het Museum voor Schone Kunsten. Uw voorganger beloofde vorig jaar dat die collectie binnen één tot anderhalf jaar – dat is ongeveer nu of na de zomer – weer een permanente tentoonstellingsruimte zou krijgen. Zoals bij veel van de projecten over de inrichting van onze musea, stellen we vast dat die termijnen en deadlines heel relatief zijn. Het fin de siècle-project wordt ook tweemaal per jaar telkens met zes maanden doorgeschoven.

 

Ondertussen weten we dat het gebruik van de extensies in het museum te duur is om de collectie Moderne Kunst binnenshuis te tonen. De gesprekken met de stad Brussel voor het huren van de magazijnen-Vanderborght zouden lopen, wat u daarnet ook bevestigd hebt aan mijn collega De Clerck. De directie van het museum maakt zich sterk dat de inrichting van het gebouw volledig met privaat geld gefinancierd kan worden. Tegelijk toont ook de Muntschouwburg interesse om delen van dat gebouw te huren.

 

Mijnheer de staatssecretaris, hebt u een concreet tijdsplan voor de opening van het museum als museum voor Moderne Kunst?

 

Wat is de actuele budgettering om het gebouw bezoekersklaar te maken? Hoeveel wordt er betaald door de federale overheid? Hoe zit het met de private financiering van dat project? Hoeveel geld is er ondertussen al gevonden? Dragen ook andere overheden bij tot de financiering?

 

Welke invloed heeft de huur van dat gebouw op de exploitatiekosten en de personeelsinzet van het museum? Zullen er daartoe extra aanwervingen gebeuren?

 

Welke synergie zal er zijn?

 

Welke afspraken werden er gemaakt met de Koninklijke Muntschouwburg?

 

09.02 Staatssecretaris Philippe Courard: Mevrouw de voorzitter, in februari laatstleden heeft de Inspectie van Financiën haar advies gegeven over de ontwerpinstallatie van het Postmodern Lab Museum in de oude magazijnen Vanderborght. Vandaag staat de oprichting van het Postmodern Lab Museum beschreven in het masterplan van museale herstructurering, dat beantwoordt aan de voorwaarden van het eerste advies van de Inspectie van Financiën.

 

Zodra ik over het nieuwe advies van de Inspectie van Financiën beschik, zal ik het document doorgeven aan de Regie der Gebouwen. Dit masterplan zal als basis dienen voor de gezamenlijke nota aan de Ministerraad die de staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen en ikzelf in het raam van dit dossier zullen opstellen.

 

Het bedrag van de werken werd op 9,47 miljoen euro geraamd. De financiering van deze werken zal verdeeld worden onder de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België en de Regie der Gebouwen. De kosten zouden als volgt verdeeld moeten worden: 2,47 miljoen euro ten laste van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, met name via sponsoring, en 7 miljoen euro ten laste van de Regie der Gebouwen.

 

Er wordt in een geldophaling voorzien om het deel van het budget ten laste van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België te dekken. Bovendien hebben de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België een expertise en bekendheid vergaard wanneer het gaat over het zoeken naar mecenaat, zoals bijvoorbeeld bij het Magritte Museum.

 

Om dit project van Postmodern Lab Museum in de magazijnen Vanderborght te realiseren hebben de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België een economische haalbaarheidsstudie uitgevoerd. Deze analyse steunt op de verhoogde aantrekkelijkheid van de collectie en op een intensievere synergie tussen de instellingen.

 

In hun strategische reflectie optimaliseren de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België het beheer en de organisatie van het Postmodern Lab Museum om de inkomsten te verhogen. Zo zullen ze voordeel halen uit meerdere troeven zoals de locatie, marketing, doelgroepen en partnerschappen met de stad Brussel, het Brussels Gewest en de privé-partners, zoals Belfius.

 

Op erg lange termijn, indien er ooit een museum voor moderne en hedendaagse kunst wordt gebouwd in Brussel, zouden de magazijnen Vanderborght de collectie van het Muziekinstrumentenmuseum kunnen ontvangen om samen met de Koninklijke Muntschouwburg een muzikale entiteit te vormen.

 

Hier zou de collectie worden voorgesteld van het Muziekinstrumentenmuseum, die vandaag in de Koninklijke Bibliotheek van België en in de Koninklijke Muntschouwburg wordt gehouden, volgens het model van het partnerschap dat voor het fin-de-siècle museum werd aangegaan.

 

Deze overdracht zou het mogelijk maken om het Old England-gebouw om te vormen tot art-nouveaumuseum verbonden aan het fin-de-siècle museum.

 

Het gaat hier om een project op zeer lange termijn. Het ontwerp van het Postmodern Lab Museum brengt dan ook geen onnodig werk met zich mee in het Vanderborght-gebouw. De niet-specifieke werken die uitgevoerd zullen moeten worden, zullen voor de toekomstige bestemming dienen.

 

09.03  Cathy Coudyser (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.

 

Ik hoor dat het een werk van heel lange adem is en dat heel veel zaken aan elkaar gelinkt worden. Ik meen dat het echt van belang is om daarop een coherente visie uit te bouwen en de Gemeenschappen daarbij te betrekken, want het gaat om een patrimonium met echte kroonjuwelen, niet enkel van Brussel, maar van alle Gemeenschappen en Gewesten in ons land.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.17 uur.

La réunion publique de commission est levée à 15.17 heures.