Commission des Finances et du Budget |
Commissie
voor de Financiën en de Begroting |
du Mardi 14 mai 2013 Matin ______ |
van Dinsdag 14 mei 2013 Voormiddag ______ |
De vergadering wordt geopend om 10.03 uur en voorgezeten door mevrouw Kristien Van Vaerenbergh.
La séance est ouverte à 10.03 heures et présidée par Mme Kristien Van Vaerenbergh.
01 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister van Justitie over "de plannen voor een eventuele penitentiaire inrichting in de provincie Limburg" (nr. 16056)
01 Question de M. Bert Schoofs à la ministre de la Justice sur "l'éventuel projet de construction d'un établissement pénitentiaire dans la province du Limbourg" (n° 16056)
01.01 Bert Schoofs (VB): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, in de loop van de maanden september en oktober 2012 kreeg Limburg een zware klap te verwerken toen bleek dat de vestiging van Ford aldaar zou sluiten.
Heel wat arbeidsplaatsen gaan verloren, maar er zijn een paar lichtpuntjes voor de provincie. Er zou onder andere een nieuwe gevangenis worden gebouwd. Daarvoor zijn er twee kandidaten, namelijk de gemeente Leopoldsburg en de stad Genk.
Naar verluidt zou Leopoldsburg in poleposition staan, maar ik weet niet of al aan de gemeente werd toegezegd dat zij de gevangenis zal mogen huisvesten. Leopoldsburg kwam in 2008 al in de kijker voor de bouw van een klassieke gevangenis voor driehonderd gedetineerden, ter waarde van een investering van 70 miljoen euro. Nu komt Genk echter ook op de proppen, wat de zaken misschien in een andere richting stuurt.
Mijnheer de staatssecretaris, ik heb de volgende vragen. Hoe concreet zijn de plannen op het niveau van de FOD Justitie voor de bouw van een nieuwe gevangenis op het grondgebied van de provincie Limburg?
Welke site geniet de voorkeur, Genk of Leopoldsburg? Wanneer meent u dat er definitief uitsluitsel komt over de exacte locatie? Hoeveel zal de investering dan bedragen?
01.02 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Mevrouw de voorzitter, zoals hier reeds eerder werd meegedeeld, wordt momenteel samen met de minister van Justitie een aanpassing aan het Masterplan voorbereid, wat wij het Masterplan Tris noemen.
Deze vraag komt van Justitie, gezien de stijgende nood aan extra capaciteit en de noodzaak om sommige bestaande instellingen vanwege hun slechte staat te sluiten.
Er worden momenteel een aantal sites onderzocht. Bepaalde gemeenten, zoals Oostende en Leopoldsburg, hadden hun interesse reeds laten blijken. Onlangs heeft Genk zijn interesse ook kenbaar gemaakt.
De nota wordt momenteel voorbereid en zal in de komende weken aan de Ministerraad worden voorgelegd. In deze nota zullen zeer concrete projecten op welbepaalde sites staan, maar het is nu nog prematuur om daarover in detail te treden.
Gelet op het economisch drama dat zich in Limburg heeft ontwikkeld en in het licht van de gevangeniscapaciteit die er op dit ogenblik in deze provincie is, zou het niet onlogisch zijn dat er een uitbreiding in die provincie zou plaatsvinden door een nieuwe gevangenisinstelling.
01.03 Bert Schoofs (VB): U moet natuurlijk extra oppassen, mijnheer de staatssecretaris. Het is maar een kleine plagerij. Het gaat om twee gemeenten met een CD&V-burgemeester. De keuze zal voor u misschien wat moeilijker zijn. Ik begrijp dat ook.
Het vreemde is dat men nu in Leopoldsburg wat onzekerder is en dat de hoop in Genk wat opflakkert omdat er geen uitsluitsel is als gevolg van het Masterplan Tris.
Ik wil ook zeggen dat het Masterplan Tris zeker niet mag leiden tot een extra vertraging inzake de geplande bijkomende gevangeniscapaciteit. Als u zegt dat de nota over een paar weken zal worden gepresenteerd, dan kan ik daarmee vrede nemen. Het zal in elk geval voor de zomer moeten gebeuren, want anders is het Masterplan Tris een daadwerkelijke vertraging op het reguliere Masterplan. Dat mag natuurlijk niet gebeuren.
01.04 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Om alle misverstanden uit te sluiten: het reguliere Masterplan gaat onverkort voort. Het Masterplan Tris betreft louter een uitbreiding van het reguliere Masterplan.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister van Justitie over "de toegankelijkheid en de klant- en personeelsvriendelijkheid van het nieuwe gerechtsgebouw te Hasselt" (nr. 16057)
02 Question de M. Bert Schoofs à la ministre de la Justice sur "l'accessibilité et la convivialité du nouveau palais de justice de Hasselt" (n° 16057)
02.01 Bert Schoofs (VB): Mijnheer de staatssecretaris, smaken verschillen, of het nu een mooi gebouw is of niet, maar het gerechtsgebouw in Hasselt zou in elk geval een praktisch en functioneel gebouw moeten zijn. Dat is het zeker wel op tal van vlakken en het is zeker een verbetering ten opzichte van vroeger, toen alles versnipperd lag. Toch zijn er zeer ergerlijke kwalen aan dat gebouw en ik heb dat aan den lijve mogen ondervinden.
Ik ben er samen met mijn zoontje geweest en wij hebben samen een zoektocht moeten ondernemen, het was een heel avontuur. Ik moet wel eerlijk bekennen dat ik niet zo goed ben in oriëntatie. In elk geval, ook iemand met een normaal oriëntatievermogen ondervindt er moeilijkheden.
Zo is er een probleem met de toegankelijkheid van het gebouw vanuit de parking. Er is een lift, maar die is buiten gebruik. Voor personen met een beperking is dat een extra beperking. Er zijn in het gebouw geen wegwijzers. Dat begint reeds bij die lift en bij de trappen. Men draait steeds hetzelfde rondje tussen een aantal deuren, waarvan ik in mijn schriftelijke neerslag zelfs de nummers heb vermeld, om er geen misverstand over te laten bestaan.
Vanuit de parking moet men ofwel 150 meter lopen, ofwel 250 meter naar de ingang lopen. Ik heb natuurlijk eerst die 250 meter gedaan. Bij het verlaten van het gebouw heb ik dan de weg van 150 meter gevonden.
De metalen trappen zijn gebruiksonvriendelijk. Over het esthetisch karakter kunnen we redetwisten, maar het gebouw is inderdaad zeer moeilijk bereikbaar voor personen met een beperking; men hoeft zelfs niet in een rolstoel te zitten. Bovendien is de inkom niet goed aangegeven.
Toen ik in het gebouw kwam, zei iemand van het personeel mij dat er problemen zijn met de verwarming. Dat was in januari en het was op dat moment koud. Ik heb toen mijn vraag opgesteld, die ik vandaag pas kan stellen. Hoe dan ook, de medewerkers aan de onthaalbalie hadden een extra jas aan en brachten hun eigen verwarmingstoestel mee.
Ten slotte, de route via de openbare weg naar het gerechtsgebouw laat ook te wensen over, om nog te zwijgen over de verkeerssituatie in Hasselt. Bij het verlaten van de parking moet men voor een stuk over een tramweg rijden en dat schept een zeer groot onveiligheidsgevoel en zeer veel onzekerheid.
Mijnheer de staatssecretaris, kunt u mij even toelichting geven bij eventuele oplossingen voor de aangehaalde problemen, die men in het vooruitzicht zou stellen.
02.02 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Het nieuwe gerechtsgebouw is een zeer mooie constructie, die heel wat meer comfort biedt tegenover de vroegere situatie, voor alle gebruikers en bezoekers. Net als u ben ik echter ter plaatse geweest en net als u heb ik inderdaad moeten vaststellen dat er nog mankementen zijn.
Op 6 december hebben wij ter plaatse een vergadering bijgewoond met als doel de toegankelijkheid van het gerechtsgebouw te verbeteren. Wij hebben de problemen toen opnieuw kunnen vaststellen.
Welke afspraken zijn toen gemaakt?
Inzake de bijkomende signalisatie doen de Regie en Justitie een voorstel aan de Mobiliteitscel van de stad Hasselt. Na goedkeuring van de mobiliteitsstudie door de betrokken partijen wordt alle bijkomende signalisatie geplaatst.
Er komt een bijkomende toegangstrap aan de kant van het station. De bestaande trap in de parkeergarage tussen niveau –1 en –2 wordt doorgetrokken tot het niveau van de Parklaan. De bestaande siertrap tussen de Grote Breemstraat en de Parklaan, dus de trap het dichtst bij de ingang van het gerechtsgebouw, wordt maximaal verbreed, met degelijke leuningen en verlichting. Justitie zal met elke oproepingsbrief een plan meesturen waarop de optimale manier wordt aangegeven om het gebouw te bereiken.
De huidige stand van zaken en de timing om tot een oplossing te komen, is de volgende. De extra buitentrap tussen het Stationsplein en de Parklaan is reeds geplaatst. Aansluitend zal de stad Hasselt de verharding en de signalisatie aanbrengen. Ook zal de belijning, onder meer zebrapaden, worden aangebracht zodra de weersomstandigheden het toelaten. De kosten, circa 16 000 euro, worden gelijk verdeeld over de stad Hasselt en de Regie der Gebouwen.
De huidige voorlopige metalen trap van Travhydro aan de Grote Breemstraat, bij de inrit van de parkeergarage van het gerechtsgebouw, zal worden verwijderd wanneer de nieuwe trap wordt vrijgegeven.
De bouwaanvraag voor de realisatie van de lifttoegang op het niveau van de Parklaan is ingediend en de vergunning zal over afzienbare tijd worden afgeleverd. Tegen het bouwverlof van 2013 zullen de werken beëindigd zijn. De kosten daarvan zijn mij onbekend. Zij worden gedragen door de eigenaar van het gebouw.
De studie voor de signalisatie van het gerechtsgebouw is opgemaakt en door alle partijen aanvaard. Bijkomende signalisatie zal worden geplaatst. De NMBS heeft op 20 februari 2013 haar akkoord gegeven voor het plaatsen van bijkomende signalisatieborden door en op kosten van de stad Hasselt.
In het station en in de onderdoorgang naar de perrons wordt het gerechtsgebouw opgenomen in de bestaande signalisatieborden, door en op kosten van de NMBS-Holding. Die werken moeten rond deze tijd uitgevoerd zijn. De kostprijs ervan is mij onbekend.
De bestaande siertrap van de Grote Breemstraat naar de Parklaan wordt verdubbeld in breedte. Beide bestaande trappen worden uitgerust met degelijke leuningen en verlichting. De uitvoering gebeurt door en op kosten van de stad Hasselt. De werken moeten klaar zijn tegen het bouwverlof van 2013. De kostprijs ervan is mij onbekend.
Wat de verwarming van de inkomhal betreft, kan ik het volgende zeggen. Daar thermisch comfort subjectief is, heeft de Regie der Gebouwen objectieve metingen gedaan: om de 5 minuten, gedurende 1 maand, van begin december tot begin januari.
Voorzitter: Karel Uyttersprot.
Président: Karel
Uyttersprot.
Uit de metingen bleek dat de temperatuur vrijwel constant is en schommelt rond de 20 graden, met een minimum van 18 graden. Er werd wel vastgesteld dat men de zijdraaideuren van het tochtsas vaak laat open staan, waardoor de sasfunctie wordt tenietgedaan en er bijgevolg een koude tochtstroom ontstaat.
02.03 Bert Schoofs (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor het zeer uitvoerig antwoord.
Ik ga zeker naar de verbeteringen kijken. Voor zover ik het heb kunnen begrijpen en ik mij het gebouw visueel heb kunnen voorstellen, lijkt me dat een zeer grote verbetering. Ik weet niet of er nog kwaaltjes zullen overblijven. We zullen mekaar daarover later misschien nog eens spreken. Ik ben alvast zeer tevreden met het antwoord.
Wat de verwarming betreft, zal er op een of andere manier toch nog een oplossing moeten worden gevonden, zodat de sasfunctie tot haar recht kan komen. Het kan niet dat er een sas is waarvan geen gebruik kan worden gemaakt, omdat men de geplogenheden ter zake niet in acht neemt. Men moet de bezoekers er dan toe dwingen, zowel zij die er beroepshalve binnenkomen, als de rechtszoekenden. Ik hoop dat hiervoor een oplossing kan worden gevonden. U had het over temperaturen van 18 tot 20 graden. Meestal werkt men in temperaturen tussen 20 en 21 graden. Als het sas opengaat, zal het al vlug slechts 17 of 18 graden meer zijn. Ik hoop dat hiervoor vlug een oplossing kan worden gevonden.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mevrouw Galant en de heer Clarinval zijn niet aanwezig. Hun vragen nrs 16633 en 16678 vervallen.
- mevrouw Kristien Van Vaerenbergh aan de minister van Justitie over "de huisvesting van vredegerechten" (nr. 16763)
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Justitie over "de huisvesting van vredegerechten" (nr. 16777)
- Mme Kristien Van Vaerenbergh à la ministre de la Justice sur "l'hébergement des justices de paix" (n° 16763)
- Mme Sabien Lahaye-Battheu à la ministre de la Justice sur "l'hébergement des justices de paix" (n° 16777)
Mevrouw Lahaye-Battheu is verontschuldigd. Mevrouw Van Vaerenbergh, u hebt het woord.
03.01 Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik had mijn vraag initieel aan de minister van Justitie gericht, maar de vraag werd naar u doorgeschoven. Ik vind dat niet erg, maar soms is het moeilijk in te schatten bij wie wij voor deze materie terechtkunnen, want ik heb in het verleden de vorige minister van Justitie nog over dit onderwerp ondervraagd. Nu kom ik daarvoor dus bij u terecht. Mijn vraag dateert trouwens al van maart. Ze is dus misschien niet meer helemaal up-to-date. Ik zal ze een beetje aanpassen.
In de maand maart verscheen een persbericht met de melding dat de Ministerraad zou instemmen met een voorontwerp van wet om de huisvesting van de vredegerechten anders te regelen. Die zal, volgens dat voorontwerp althans, op termijn volledig onder de bevoegdheid – uw bevoegdheid – van de Regie der Gebouwen komen.
De vorige minister van Justitie, Stefaan De Clerck, stelde reeds dat doorheen de jaren een beleid van ongelijkheid voor de verschillende vredegerechten was ontstaan. Sommige vredegerechten huizen in gemeentegebouwen of in een door de gemeente gehuurd gebouw, andere vredegerechten resideren, via de Regie der Gebouwen, in een federaal pand, in eigendom van de Staat of gehuurd door de Staat.
Als deel van de oplossing heeft hij daarvoor een studie laten uitvoeren. Uit die studie bleek niet alleen wie de eigenaar van het gebouw was en waar het vredegerecht gehuisvest was of is; de verschillende vredegerechten werden er ook in opgelijst volgens de geschiktheid van het gebouw. Zo werden in de studie verschillende vredegerechten benoemd als "te verlaten" of "te behouden, mits renovatie". De toenmalige minister had een dossier voorbereid ter aanpassing van de bestaande wetgeving. De bevoegdheid voor de huisvesting zou in concreto van het lokale niveau naar het federale niveau verschuiven. Het onderwerp werd dus intussen op de Ministerraad behandeld.
Ik heb vragen over de timing. Er is nu namelijk een voorontwerp, maar wat is de concrete timing? Spreken wij over een jaar, drie jaar, vijf jaar of langer? Ik vraag u dat ook omdat ik weet in welke tijden wij leven. Er is niet altijd veel geld. Ik veronderstel dat ook voor dit ontwerp toch wel financiële middelen moeten worden voorzien.
Zal men verder werken met de studie die reeds verricht werd onder de voorgaande minister of zal er een nieuwe studie worden uitgewerkt? De studie is namelijk al vijf jaar oud. Misschien is een en ander wel geëvolueerd.
Ik alludeerde er al op: het gaat over de overdracht van gebouwen. Die zal waarschijnlijk wel wat kosten. Welk budget zou daarvoor moeten worden uitgetrokken en welk budget wordt er effectief voor uitgetrokken?
03.02 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Mijnheer de voorzitter, de huisvesting van de vredegerechten vormt al jarenlang een onderwerp van discussie. Immers, de Gemeentewet bepaalt dat de gemeenten zelf moeten instaan voor de huisvesting van het vredegerecht en legt de verplichting op om de huisvesting van de gerechtelijke diensten te verzekeren.
Zoals u terecht hebt aangehaald, blijkt dat in de praktijk niet steeds het geval te zijn. Een groot deel van de vredegerechten is immers gehuisvest in een staatseigendom of in een gebouw dat wordt gehuurd door de Staat via de Regie der Gebouwen. Daarnaast is er een kleiner aantal vredegerechten waarvoor de gemeenten een gebouw inhuren ten bate van het vredegerecht. De derde categorie betreft ten slotte vredegerechten die worden gehuisvest in een eigendom van de gemeente.
In de loop der jaren is hierdoor een beleid ontstaan dat ongelijk is voor de verschillende vredegerechten. Dat heeft tot gevolg dat sommige vredegerechten in een minderwaardige huisvesting hun maatschappelijke taak moeten vervullen. Bovendien blijkt in nog slechts 25 % van het totale aantal kantons de gemeente zelf in te staan voor de huisvesting. Daardoor wordt het steeds moeilijker om de gemeenten die deze lasten nog wel dragen, gemotiveerd te krijgen en te houden. Doordat de voorbije veertig jaar het gros van de huisvesting van de kantons werd overgenomen door de federale overheid, is er ook sprake van een scheefgegroeide situatie.
Om het probleem grondig aan te pakken, werd een volledige herwerking van de huisvestingsaanpak uitgewerkt. Zoals u terecht aanhaalt, werd het dossier voorgelegd aan en goedgekeurd door de Ministerraad van 14 maart 2013. Het dossier omvat het principe dat de federale Staat de huisvestingsplicht zal overnemen. Om dat door te voeren, zijn een aantal wetswijzigingen nodig. Een voorontwerp van wet werd hiervoor geschreven, dat momenteel bij de Raad van State ligt voor advies. Ik ken de exacte datum van verzending niet, maar die zal niet ver liggen van de datum van de beslissing van de Ministerraad. De adviestermijn bedraagt alleszins 45 dagen. Ik vermoed dus dat wij in de loop van deze maand nog het advies zullen ontvangen, waarna wij de tekst eventueel zullen amenderen en vervolgens indienen in het Parlement.
Het gaat in totaal om 49 vredegerechten die momenteel in een gebouw zitten dat eigendom is van de gemeente en over 11 vredegerechten die momenteel in een gebouw zitten dat wordt gehuurd door de gemeente; het gaat dus om 60 vredegerechten in totaal. Het wetsontwerp bepaalt een duidelijke termijn, namelijk tien jaar, waarna alle vredegerechten zouden moeten zijn overgenomen. De lijst die in het verleden werd opgemaakt, werd ondertussen, voor het dossier aan de Ministerraad werd voorgelegd, geactualiseerd.
De bevoegde diensten bij Justitie en bij de Regie der Gebouwen volgen de actuele stand van zaken in de betrokken vredegerechten op, op basis waarvan ook de prioriteiten wordt bepaald.
De Regie der Gebouwen heeft geen extra budget gevraagd, maar zal de operatie jaarlijks compenseren op de eigen kredieten, wat eigenlijk in de realiteit reeds gebeurt omdat de federale overheid zelf al vredegerechten heeft gebouwd en/of ingericht. De afgelopen jaren werden reeds vredegerechten overgenomen, hetzij via huur, hetzij via eigendom, waardoor de operatie in de realiteit geen groot budgettair verschil zal maken.
03.03 Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik kijk daarom uit naar het verder verloop. Die ongelijkheid moet rechtgetrokken worden, want ook gemeenten hebben het financieel niet altijd gemakkelijk. Als zij weten dat andere gemeenten daarvan wel kunnen gebruikmaken of onder een meer voordelige situatie kunnen opereren…
Zal er verder gewerkt worden op de studie waarin reeds voorzien was, of moet dat nog nader bestudeerd worden?
03.04 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Men zal verder werken op de geactualiseerde studie, maar men zal eerst de regelgeving aanpassen, en vervolgens, denk ik, op basis van de geactualiseerde studie enkele prioritaire keuzes maken.
03.05 Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik volg dat dossier verder op.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mijnheer de staatssecretaris, ik heb zelf ook enkele vragen op de agenda staan.
03.06 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: U mag van mij gerust op de voorzitterstoel blijven zitten. Zo formeel ben ik daar niet in.
04 Vraag van de heer Karel Uyttersprot aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen en Duurzame Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "het verval van de Hollandse Kazerne in Dendermonde" (nr. 17059)
04 Question de M. Karel Uyttersprot au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments et au Développement durable, adjoint au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "le délabrement de la caserne hollandaise de Termonde" (n° 17059)
04.01 Karel Uyttersprot (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, sta mij toe te beginnen met een klein beetje geschiedenis. De Hollandse Kazerne dateert uit 1827, de Hollandse periode. Het is een beschermd monument en in zijn genre een van de enige overgebleven kazernes in ons land. Het is een zeer specifiek gebouw met een aarden dak. Dit was toen gebruikelijk om de inslag van obussen tegen te gaan. Een ander merkwaardig feit is dat de stal ook de opbergplaats is van het roemruchte Ros Beiaard.
Het gebouw staat te verkommeren en er is instortingsgevaar. Het dak lekt langs alle kanten, de trappen en toegangen zijn ontoegankelijk, de omgeving is afgesloten omwille van het instortingsgevaar. Een oplossing dringt zich dan ook op.
In de pers verschenen reeds een aantal hulpkreten van actiegroepen met een hart voor ons cultureel erfgoed. Wij kunnen spreken van een groot draagvlak bij de bevolking voor een dringende restauratie van de kazerne. Sinds 1998 is de kazerne eigendom van de federale overheid, maar ze dient op dit ogenblik enkel als opslagplaats van overtuigingsstukken van de rechtbank, en een beetje als parking. Voor het overige is het een opslagplaats van de stad, waar onder andere een aantal verkeersborden en ander materiaal wordt opgeslagen. Dit staat toch niet in verhouding tot de behoeftes en de waarde van het gebouw. Het is nochtans een aantrekkelijke plaats waarmee iets kan gebeuren, en dit zowel op cultureel als commercieel vlak.
Ik heb ter zake dan ook een aantal vragen. Welke bestemming zal het gebouw krijgen? Worden er maatregelen genomen om het toenemend verval te voorkomen? Wordt er in dit dossier overleg gepleegd met de stad Dendermonde? Bent u bereid het gebouw van verder verval te redden door het te verkopen, aan een overheid of een private initiatiefnemer? Zelf maakte ik deel uit van een werkgroep met Jef Dauwe en de toenmalige schepen van de stad Dendermonde. Wij hadden geïnteresseerde investeerders om iets te maken van de site. Er zou daarbij sprake zijn geweest van dubbel gebruik: cultureel en commercieel. Aan welke voorwaarden bent u bereid de kazerne te verkopen? Is de verkoop aan de stad Dendermonde of eventueel aan een private investeerder, mits een juiste prijs en juiste afspraken betreffende het gebruik en de parking, nog een optie? Zo ja, hoe ziet u de verdere afhandeling? Zo neen, waarom niet?
04.02 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Mijnheer de voorzitter, collega’s, na de geplande verhuis van de overtuigingsstukken van de FOD Justitie naar een nieuwe locatie later dit jaar, zal de Hollandse Kazerne inderdaad niet langer dienstig zijn voor de huisvesting van een federale overheidsdienst.
De aard van het gebouw leent er zich evenmin toe om het in de toekomst te bestemmen voor de huisvesting van federale diensten.
Ondertussen blijven wij wel maatregelen nemen om het verval tegen te gaan. Op basis van een verslag van de Monumentenwacht heeft de Regie der Gebouwen reeds een aantal maatregelen genomen.
Eind vorig jaar is er een extra stabiliteitsonderzoek gevraagd om eventuele schoringswerken uit te voeren daar waar nodig. Op basis van de resultaten zullen eventueel bijkomende maatregelen worden genomen.
De site komt dus in aanmerking voor verkoop, maar de voorwaarden van een verkoop worden bepaald door het bevoegde aankoopcomité bij de FOD Financiën.
Bij een mogelijke verkoop dient rekening te worden gehouden met de concessie die met de stad werd afgesproken aangaande de omliggende parkeergelegenheid. Vooraleer er tot een verkoop kan worden overgegaan, zal de concessie met de stad moeten worden opgezegd. De stad gebruikt momenteel ook al een deel van de kazerne.
De stad heeft in het verleden reeds interesse getoond, maar recent zijn er geen verdere contacten geweest. Ik zal hoe dan ook zelf contact nemen met de stad om haar verdere intentie te kennen alvorens ook maar enige verkoopprocedure op te starten. Wij zullen maximaal rekening houden met de wensen die de stad hieromtrent uit.
Van interesse van potentiële investeerders om de site een commerciële herbestemming te geven, heeft de Regie der Gebouwen geen weet. U had het daarnet over bepaalde pistes. Ik ben bereid om deze te kennen, en u mag ze gerust aan de Regie der Gebouwen bezorgen.
04.03 Karel Uyttersprot (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.
Hebt u een idee binnen welke termijn u contact zult nemen met de stad? Dan noteer ik dat in mijn agenda om een nieuwe vraag te stellen.
Er zijn met de Regie der Gebouwen contacten geweest rond commerciële bestemmingen. Het comité heeft twee mensen uitgenodigd in de gebouwen van VOKA. Die moeten daarvan zeker op de hoogte zijn.
04.04 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Ik zal dat navragen. Ik ben daarvan persoonlijk niet op de hoogte.
Wat de contacten met de stad betreft, ik heb nog geen datum geprikt. Laten we het volgende afspreken. U mag mij hierover gerust vóór het zomerreces informeel of formeel contacteren.
L'incident est clos.
- de heer Karel Uyttersprot aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen en Duurzame Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "de impasse van de gevangenis van Dendermonde" (nr. 17060)
- de heer Stefaan Van Hecke aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen en Duurzame Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "de gevangenis in Dendermonde" (nr. 17101)
- de heer Karel Uyttersprot aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen en Duurzame Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "de bestemmingswijziging van de oude gevangenis van Dendermonde" (nr. 17701)
- de heer Karel Uyttersprot aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen en Duurzame Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "het dossier van de gevangenis van Dendermonde" (nr. 17702)
- M. Karel Uyttersprot au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments et au Développement durable, adjoint au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "le blocage dans le dossier de la prison de Termonde" (n° 17060)
- M. Stefaan Van Hecke au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments et au Développement durable, adjoint au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "la prison de Termonde" (n° 17101)
- M. Karel Uyttersprot au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments et au Développement durable, adjoint au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "le changement d'affectation de l'ancienne prison de Termonde" (n° 17701)
- M. Karel Uyttersprot au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments et au Développement durable, adjoint au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "le dossier relatif à la prison de Termonde" (n° 17702)
05.01 Karel Uyttersprot (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, mijn volgende vraag heeft te maken met de impasse in verband met de gevangenis van Dendermonde, u welbekend, want u had er onlangs nog een overlegvergadering.
Ik heb eigenlijk drie vragen hieromtrent, over de nieuwe en de oude gevangenis.
Mijn eerste reeks vragen betreft de nieuwe gevangenis. Er werd beslist het terrein Oud Klooster te kiezen als site voor de nieuwe gevangenis, wat op sterk verzet stuitte van buurtbewoners, activisten en actiecomités. Normaal gezien zou in het najaar van 2013 de nieuwe gevangenis moeten worden opgeleverd. Er waren echter een aantal problemen.
U zou als staatssecretaris bevoegd voor de Regie der Gebouwen en bouwheer van de nieuwe gevangenis hebben gepoogd om met de actievoerders tot een oplossing te komen. Een van de finale voorstellen zou zijn geweest dat een vertegenwoordiger van elke actiegroep in het beleidscomité en in het opvolgingscomité zou mogen plaatsnemen. De actiecomités hadden hier echter blijkbaar geen oren naar en zouden het voorstel hebben afgewezen. De actiecomités waren er niet voor te vinden, omdat zij de locatie voor de gevangenis totaal ongeschikt achten.
Tot wanneer hebben de actiecomités de tijd om tegenvoorstellen te formuleren? Is er reeds een tegenvoorstel geformuleerd? Blijft de huidige locatie behouden? Ik hoop van wel, want anders zitten wij zeker in een impasse.
Wanneer kan, gezien de huidige omstandigheden, de gevangenis er ten vroegste komen? Met andere woorden, op welke vertraging rekent u? Hoe verlopen de contacten met de andere beleidsniveaus?
Wij vernemen voorts dat het dossier volledig vanaf nul zou worden heropgestart. Is dat zo? Wat is dan de timing van de nieuwe opstart? Worden de nodige schikkingen getroffen om de problemen uit het verleden te voorkomen?
Hoeveel bedragen op dit ogenblik de kosten ten laste van de federale overheid? Welke kosten worden er nog verwacht tot en met de heropstart van het dossier? Welke kosten worden er verwacht na de heropstart?
Ik kom tot mijn tweede reeks vragen, over de oude gevangenis. De oude gevangenis is een historisch gebouw dat dateert van 1867. Het is zowel binnen als buiten geklasseerd. Het is dan ook belangrijk dat er een visie over de toekomst van het gebouw wordt ontwikkeld.
Gezien de lange procedure voor de bouw van de nieuwe gevangenis, vermoed ik dat er wel al een idee is over wat er met het oude gebouw moet gebeuren. Ook dat gebouw is aan een grondige renovatie toe, want de vorige werkzaamheden aan het gebouw dateren van 1964 tot 1970.
De geschiedenis van het gebouw gaat terug tot 1867, maar eigenlijk gaat het voor de rechtbank van Dendermonde nog veel vroeger terug. Het was immers reeds een gevangenis in de middeleeuwen, toen de heren van Dendermonde een burcht optrokken in 1430.
Wat is de bestemming van de oude gevangenis? Wordt er gedacht aan een verkoop of aan een ander gebruik? Afhankelijk van de bestemming, in welke budgetten wordt voorzien voor de verbouwing en renovatie? Wat is uw mening over het toekomstig gebruik van het gebouw? Ziet u daar een andere instelling, zoals een jeugdinstelling?
05.02 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Mijnheer de voorzitter, het klopt inderdaad dat ik de afgelopen maanden in diverse vergaderingen onderhandelingen heb gevoerd met de drie actiecomités, die tegenstander zijn van de bouw van de nieuwe gevangenis te Dendermonde. Die gesprekken hebben in een positieve en opbouwende sfeer plaatsgevonden en ik dank de leden ervan daar ook voor. Uiteraard vind ik het jammer dat het voorstel dat ik naar buiten bracht, uiteindelijk verworpen werd.
Van het pakket dat op tafel lag, hebt u een deel aangegeven, maar het omvatte meer. Zo ging het ook over de uitbreiding van de bufferzones, over randinvesteringen, over engagementen om betrokken te worden tijdens de bouwwerkzaamheden en om ook op een of andere manier betrokken te worden tijdens de exploitatie van de gevangenis. Daarmee heb ik getracht rekening te houden met ieders bekommernissen.
Voor de duidelijkheid, bij de gesprekken was steeds het uitgangspunt dat er op die site een gevangenis zou komen. Ik heb telkens aan de omwonenden voorafgaandelijk en herhaaldelijk gezegd dat ik niet kon terugkomen op beslissingen en vooral contractuele engagementen van de vorige regering.
Aan de actiecomités heb ik gevraagd om tot en met de paasvakantie de tijd te nemen om weer contact op te nemen met eventueel een tegenvoorstel. Dat is er jammer genoeg niet gekomen.
De contacten met de actiecomités zijn correct verlopen. Zij waren er ook van op de hoogte dat ik daarover publiekelijk zou communiceren nadat zij mij kenbaar hadden gemaakt niet akkoord te kunnen gaan met onze voorstellen. De communicatie is dus helemaal niet alleen via de pers verlopen. Mijn deur blijft overigens altijd open.
Zoals ik eerder heb gezegd, blijf ik bij de beslissing dat er een nieuwe gevangenis komt te Dendermonde. Ik ben momenteel dan ook gestart met voorbereidingen en gesprekken om een nieuw PRUP mogelijk te maken.
Alternatieve locaties werden in het verleden reeds meermaals onderzocht. Heel wat experts hebben de huidige site geschikt bevonden. Een meerderheid in de omgeving heeft ook geen bezwaar geuit tegen de keuze van de locatie. Bovendien, andere locaties zullen meer dan waarschijnlijk, zoals vaak bij de bouw van nieuwe gevangenissen, ook andere tegenstanders met zich meebrengen.
De plannen die werden opgesteld, werden specifiek gemaakt voor de huidige site. Een ontwerp kan niet zomaar verplaatst worden naar een andere locatie.
Mijnheer de voorzitter, ik zie dat de heer Van Hecke net binnenkomt. Misschien wenst u hem de mogelijkheid te geven om zich aan te sluiten bij uw vraag.
De voorzitter: Dat is inderdaad mijn bedoeling.
Mijnheer Van Hecke, wij zijn al begonnen met de samengevoegde vragen. Ik heb mijn vragen gesteld. De staatssecretaris is al begonnen met zijn antwoord. Ik geef u nu graag het woord.
05.03 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijn excuses omdat ik iets later ben.
Ik zal mij beperken tot de drie concrete vragen. Het gaat over informatie die werd gegeven aan actiegroepen uit de buurt. Er werd gevraagd een tegenvoorstel te doen. Hoe hebben zij dit vernomen? Gebeurde dit rechtstreeks of via de pers?
De actiecomités betwisten niet de noodzaak, maar wel de locatie van de nieuwe gevangenis. Worden er initiatieven genomen om andere locaties te bekijken in Dendermonde? Zo ja, worden de actiecomités hierbij betrokken?
Ik heb ook een vraag over de contracten die destijds werden onderhandeld door toenmalig minister Stefaan De Clerck. Hij heeft dit toen afgedaan als een berekend risico. Zo veel jaren later is er al veel geld gegaan naar boetes en de procedures tegen de gevangenis blijven zich opstapelen. Men heeft het over 16 miljoen euro aan bijkomende kosten. Kloppen deze bedragen? Hoeveel schadevergoedingen werden er in totaal al betaald? Welke stappen zullen nog worden gezet om alsnog tot een compromis te komen met de actiegroepen? Of kan er een compromis worden gesloten met de bouwheer, waarbij deze de boetes deels laat vallen bij de bouw van een gevangenis op een andere locatie?
05.04 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Mijnheer de voorzitter, collega Van Hecke, ik refereer aan hetgeen ik daarnet heb gezegd en dat u zult kunnen terugvinden in de parlementaire verslagen. Heel kort samengevat kan ik het volgende zeggen.
Ja, ik heb verschillende keren contact gehad met de mensen. Dat heeft plaatsgevonden in een constructieve en opbouwende sfeer en ik dank die mensen daarvoor. Het is jammer dat wij niet tot een oplossing zijn gekomen. Ik dacht dat ik een heel mooi pakket aan maatregelen had gesuggereerd, die uiteraard extra kosten veroorzaakten, maar toch grotendeels tegemoetkwamen aan vele van de opmerkingen. Ik heb na hun weigering gesuggereerd dat ze een tegenvoorstel zouden doen. De contacten zijn uiteraard niet alleen via de pers verlopen. Integendeel, ze hebben steeds mondeling of telefonisch plaatsgevonden.
Ik heb dat daarnet ook reeds gezegd en ik wil dat nog eens aanstippen. Tijdens de verschillende vergaderingen die we hebben gehad – respectvolle vergaderingen – heb ik altijd voorafgaandelijk en heel duidelijk laten merken dat het prealabele van onze gesprekken is dat de gevangenis op die site zou moeten blijven. Ik kan niet terugkomen op eerder genomen beslissingen van de vorige regering en eerder genomen contractuele engagementen van de vorige regering waaraan deze regering ook gebonden is.
Het voorstel om de plannen die specifiek aangepast zijn aan de huidige site zomaar te verplaatsen naar een andere locatie, is juridisch en in de feiten onmogelijk. Wij hebben ook regelgeving, onder meer deze inzake de overheidsopdrachten, te respecteren, zoals u weet.
Mijnheer de voorzitter, dan kom ik aan het vervolg van mijn antwoord.
In verband met de schadevergoedingen en de reeds betaalde bedragen verwijs ik naar al mijn eerdere antwoorden hieromtrent omdat deze bedragen ongewijzigd zijn gebleven.
Indien wij in juni het contract verbreken, is er inderdaad een verbrekingsvergoeding die kan oplopen tot 16 miljoen euro, maar dat is niet aan de orde. Wij zijn momenteel gesprekken aan het voeren met het consortium, dus dit zal vermeden worden. Het is de bedoeling dat het contract wordt verlengd en dat de lopende financiële kosten tot een minimum worden herleid. Ik kan dus nog niet meedelen wat er in de toekomst zal worden bepaald, aangezien deze onderhandelingen nog lopen.
U merkt echter dat de omvang van de schadevergoedingen maakt dat ik niet terug kan. Dat heb ik ook aan de mensen gezegd. Een andere site kiezen betekent een schadevergoeding betalen die in de buurt komt van het bedrag dat ik daarnet heb gegeven.
De opmaak van een nieuw PRUP neemt de nodige tijd in beslag. Wij hopen dat wij binnen twee jaar kunnen starten met de bouw van de gevangenis, maar ik ben voorzichtig om daar nu reeds een exacte timing aan te verbinden. Op dat vlak heb ik dus het grootste voorbehoud.
Uiteraard wordt met alle betrokken instanties samen gezeten om mogelijke problemen uit het verleden te voorkomen bij een nieuw uitvoeringsplan.
Ten slotte is er ook nog een vraag over de bestemming van de oude gevangenis van Dendermonde. Het is de bedoeling dat de oude gevangenis zal sluiten eens er een nieuwe is. Er is helemaal nog geen beslissing genomen over een andere bestemming.
Indien de FOD Justitie of een andere federale overheidsdienst hieraan geen functie meer zou geven, komt deze site uiteraard voor verkoop in aanmerking. Hierover is er nog geen uitsluitsel. Alvorens daar beslissingen in te nemen, zal er uiteraard overleg zijn met de stad. Gezien ik de toekomstige functie nog niet ken, kan ik moeilijk antwoorden op de vraag over mogelijke budgetten voor de verbouwing of renovatie.
Wat de vraag betreft over de inrichting als jeugdinstelling, is het niet mijn bevoegdheid om hierover te beslissen. Bovendien vallen, zoals u weet, de jeugdinstellingen onder de bevoegdheid van de deelstaten en niet van de federale overheid. De zesde staatshervorming zal dit nog meer versterken.
05.05 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de staatssecretaris, u weet dat dit probleem al lang aansleept. U argumenteert dat u vastzit aan contracten, aan de ruimtelijke ordening en dergelijke meer. Het grote probleem is dat de destijds door de heer De Clerck gesloten overeenkomst zeer nadelig is voor de overheid. De voorwaarden die erin werden opgenomen, voorzien niet in de mogelijkheid dat er om een of andere juridische reden een vertraging zou optreden. In dat geval moet de overheid betalen. Ik heb het al herhaaldelijk gezegd en blijf bij mijn standpunt dat de overeenkomst die destijds werd gesloten zeer nadelig is voor de overheid. Vandaag betalen we daar de rekening voor en zijn er veel minder mogelijkheden om alternatieven te zoeken. De fout ligt in het verleden. Er was destijds al te weinig draagkracht om aan een dergelijk project te beginnen. Had men daarin toen meer geïnvesteerd, dan stonden we vandaag misschien al een heel stuk verder.
05.06 Karel Uyttersprot (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik noteer een paar punten. De contacten met de actiecomités blijven in stand en ze behouden de mogelijkheid om suggesties te doen. De site ligt zowat in mijn achtertuin. Ik ging er vorige week nog fietsen. Men is daar inderdaad bezig met de aanleg van de infrastructuurwerken en wegen.
Belangrijk is dat de keuze voor het Oud Klooster blijft en dat het uiteraard ook Dendermonde blijft. Met betrekking tot het consortium noteren we dat de gesprekken voort worden gezet en dat de overeenkomsten verder zullen worden gevalideerd, maar dat het toch wel minimum drie jaar zal duren vooraleer er schot in de zaak komt. Na die drie jaar moet u dan wel een visie op de oude gevangenis hebben, waarvan ik noteer dat die zowel een overheidsgebonden bestemming zou kunnen krijgen als voor privatisering in aanmerking komt.
Het incident is gesloten.
Voorzitter: Kristof Calvo.
Président: Kristof Calvo.
06 Question de Mme Jacqueline Galant au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments et au Développement durable, adjoint au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "les arriérés de loyers à charge des zones de police locale" (n° 16633)
06 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen en Duurzame Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "de achterstallige huurgelden die de lokale politiezones nog verschuldigd zijn" (nr. 16633)
06.01 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, en avril 2012, nous apprenions qu'au cours des cinq dernières années, trente-trois zones de police locale ont dû faire face à de lourdes dettes locatives. Il est question de plus d'un million d'euros d'arriérés de loyer. La cause de cet arriéré serait à chercher du côté d'un règlement locatif particulièrement complexe issu de la réforme des polices au début des années 2000 et monté par la Régie des Bâtiments, l'expert immobilier de l'État fédéral.
En résumé, les zones de police pouvaient choisir si elles voulaient devenir propriétaires de leurs casernes ou les louer. Il apparaît que les zones qui ont opté pour la location étaient désavantagées vis-à-vis de celles qui sont devenues propriétaires. En compensation, les locataires recevaient de l'argent public. Une zone de police a contesté ce règlement compliqué devant le Conseil d'État, qui a estimé que celui-ci n'avait pas de fondement légal. Cette insécurité juridique a contribué à ce que des loyers restent impayés.
Monsieur le secrétaire d'État, la situation a-t-elle évolué? Le problème a-t-il été réglé? Qu'en est-il des dettes locatives des zones de police? Quelles solutions peuvent-elles être envisagées pour les résorber?
En outre, j'ai eu vent du cas d'un logement de gendarme dont l'occupant est parti à la pension. Le logement est donc vide. La zone aimerait récupérer le logement en question pour agrandir ses installations mais la Régie des Bâtiments réclame 150 000 euros. Ce prix est peut-être conforme au prix du marché mais semble énorme compte tenu du contexte et des besoins des zones de police locale. Comment la Régie fixe-t-elle ses prix? Existe-t-il d'autres solutions pour les zones qui se retrouvent dans cette situation?
J'imagine que de plus en plus de logements de gendarmes se retrouvent vidés de leurs occupants et que nombreuses sont les zones qui seraient intéressées par la reprise de ces locaux, surtout s'ils sont attenants à leur commissariat. Ces zones ne pourraient-elles acquérir ces logements pour une somme symbolique?
06.02 Servais Verherstraeten, secrétaire d'État: Monsieur le président, chère collègue, vu que les dettes locatives relatives aux bâtiments administratifs ou logistiques, auxquels un certain nombre de zones de police ont renoncé en application de l'arrêté royal du 9 novembre 2003, mais qui ont temporairement été pris en location jusqu'à ce qu'une nouvelle location ait été trouvée, profitent au fonds pour les bâtiments de l'ancienne gendarmerie du SPF Intérieur créé à cet effet, je vous renvoie à Mme la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur pour les arriérés de loyer auxquels vous avez fait référence
Bien que je n'aie pas été informé de quel logement il est ici question, de façon générale, on peut affirmer que son prix de vente est fixé par le comité d'acquisition compétent du SPF Finances. La Régie des Bâtiments fait actuellement tout son possible afin de trouver une solution au problème des logements inoccupés des anciennes brigades de gendarmerie. L'État belge est obligé de vendre au plus offrant via une vente publique, sauf en cas d'expropriation ou de circonstances extraordinaires (vente de gré à gré), dossiers pour lesquels nous demandons toujours l'autorisation du Conseil des ministres.
06.03 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour votre réponse.
Pour ce qui concerne la première partie de ma question, j'interrogerai donc votre collègue, la ministre de l'Intérieur.
En revanche, pour ce qui concerne les bâtiments vides, la situation est quelque peu surréaliste. En effet, l'État fédéral est à la recherche de l'acquéreur le plus offrant alors que la plupart des bâtiments sont attenants aux commissariats. Si un night shop devait s'installer juste à côté d'un commissariat, la situation serait loin d'être idéale!
Je considère, pour ma part, qu'il faudrait essayer de trouver une formule. Je pense, en particulier, à la zone Sylle et Dendre dont je suis la présidente. À Enghien, un bâtiment est vide et j'estime que la somme de 150 000 euros réclamée est exagérée vu l'état du bâtiment. En effet, énormément de travaux devraient y être effectués pour l'adapter aux normes de la police. Il serait donc souhaitable de réfléchir à la question car de nombreuses zones et communes sont concernées par la reprise de ces bâtiments pour lesquels les prix demandés par la Régie des Bâtiments sont très élevés. Or, chacun connaît les contraintes budgétaires des zones de police. Je sais que l'État fédéral est également soumis à de telles contraintes, mais il n'en reste pas moins qu'il serait intéressant que cette question soit examinée en concertation avec votre collègue de l'Intérieur.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. David Clarinval au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments et au Développement durable, adjoint au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "l'état d'avancement du projet de la prison de Sambreville" (n° 16678)
07 Vraag van de heer David Clarinval aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen en Duurzame Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "de stand van zaken met betrekking tot de plannen voor de bouw van een gevangenis in Sambreville" (nr. 16678)
07.01 David Clarinval (MR): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, ce n'est pas la première fois que je vous interpelle concernant le masterplan Prisons en Wallonie, décision fédérale qui prévoit la construction de trois nouvelles prisons en Wallonie: à Marche-en-Famenne, à Leuze-en-Hainaut et à Sambreville.
Lors du débat relatif à la note de politique générale, vous avez répondu que l'exécution du masterplan et du masterplan bis se poursuivront en 2013 et que les travaux de construction de plusieurs prisons et du FPC de Gand progressent. Vous n'avez toutefois nullement fait mention de l'avancement du projet de la prison de Sambreville.
Le 4 mai dernier, le Parlement wallon adoptait une motion, insistant sur les enjeux sociaux, économiques et environnementaux que toute nouvelle prison constitue. Cette motion demandait clairement au gouvernement wallon de soutenir et de confirmer son soutien au site dit de Saint-Gobain à Auvelais, commune de Sambreville, et de mettre tout en œuvre pour que cette réhabilitation soit une réussite en termes de conditions carcérales humaines, d'intégration de ce type d'établissement pénitentiaire dans le tissu existant et de reconversion de friches industrielles.
Le problème de pollution sur ce site oppose le fédéral et la Région, qui ont des avis divergents sur le sujet. Une étude complémentaire a alors été réalisée afin de délimiter précisément le risque de contamination.
Lors d'une précédente interpellation, vous m'avez indiqué qu'un bureau d'étude indépendant avait été désigné afin d'examiner à nouveau le dossier. Ces résultats auraient été transmis, il y a maintenant 4 mois.
Selon les premiers résultats de l'étude, il serait possible de construire sur le site de Saint-Gobain – ce qui est une bonne nouvelle – mais la dépollution entraînerait un surcoût.
Monsieur le secrétaire d'État, disposez-vous vraiment de cette étude? Dans l'affirmative, quel est votre avis sur ces résultats? Pouvez-vous m'indiquer où en est exactement le projet de construction d'une prison à Sambreville? Avez-vous une idée des délais?
07.02 Servais Verherstraeten, secrétaire d'État: Monsieur le président, cher collègue, le rapport de l'étude de faisabilité réalisée par le bureau Tractebel Engineering SA a été remis dans les délais à la Régie des Bâtiments. Ce rapport conclut à une situation globalement satisfaisante en termes de situation géographique, d'urbanisme et de mobilité.
Cependant, il confirme la présence d'une contamination des sols et des eaux souterraines à des niveaux variables suivant l'emplacement des tests. Au stade actuel, l'étude de faisabilité conclut à un surcoût énorme. Des études complémentaires en hydrologie et pollution des sols sont recommandées ainsi que des reconnaissances géotechniques, ceci afin de préciser les mesures d'assainissement, la sécurité indispensable en cas de construction et le surcoût exact, jusqu'à présent estimé entre 5 et 16 millions d'euros.
Lors d'une réunion avec les représentants de la Région wallonne, du SPF Justice et de la Régie des Bâtiments, il a été demandé de pousser les investigations sur ces thèmes ainsi que sur les possibilités de raccordement au réseau existantes.
07.03 David Clarinval (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour cette réponse très claire. Enfin! Car nous disposons d'une estimation quant aux surcoûts de l'ordre de 5 à 16 millions. Merci pour cette franchise!
Je n'ai pas bien saisi la teneur de la réunion avec le SPF et la Région wallonne: investiguer pour des raccordements au réseau. Quel réseau? Je n'ai pas bien compris la fin de votre réponse. Pouvez-vous m'en dire davantage?
07.04 Servais Verherstraeten, secrétaire d'État: Je ne connais pas les détails techniques, monsieur Clarinval, mais je vous informerai par mail ou par courrier.
07.05 David Clarinval (MR): C'est très aimable de votre part!
L'incident est clos.
De voorzitter: Er is voorlopig geen nieuws van collega De Wit en collega Özen zou op komst zijn.
08 Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen en Duurzame Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "de verhuring van leegstaande gebouwen" (nr. 17493)
08 Question de M. Dirk Van der Maelen au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments et au Développement durable, adjoint au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "la location de bâtiments inoccupés" (n° 17493)
08.01 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb, eerder bij toeval, vernomen en vastgesteld dat de Regie der Gebouwen haar leegstaande gebouwen aan een voordelige prijs verhuurt. Het betreft onder meer rijkswachtkazernes in verschillende steden. Graag kreeg ik van u een antwoord op twee vragen.
Ten eerste, op basis van welke criteria kiest de Regie de huurders aan wie verhuurd wordt?
Ten tweede, wat vindt u van mijn persoonlijk idee om de keuze van huurders niet over te laten aan diegene die u mij straks zult aanwijzen en die thans de keuze maakt, maar die door te schuiven naar de OCMW’s, die dan families in nood – soms financiële nood van korte duur, maar soms ook financiële nood die wat langer duurt – het voorrecht en het voordeel kunnen geven om die woningen aan een zeer voordelige prijs te huren? Naast het OCMW is er misschien een alternatief, de sociale woningmaatschappij. Ik meen dat die twee instanties ons de garantie geven dat gezinnen die het moeilijk hebben voor een lage prijs aan een woning kunnen komen op een moment waarop het niet gemakkelijk is om betaalbare huurwoningen te vinden voor deze groep van onze bevolking.
08.02 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Mijnheer de voorzitter, collega’s, eerst en vooral wil ik in het algemeen antwoorden dat de Regie der Gebouwen in principe voor leegstaande gebouwen, in afwachting van een verkoop of herbestemming, geen langlopende verbintenissen wenst aan te gaan en daarom opteert voor contracten die op korte termijn kunnen worden beëindigd, meestal – zoals u terecht aanhaalde – onder de vorm van een overeenkomst ter bede. Het blijft immers steeds de bedoeling om de panden die wij niet nodig hebben zo snel mogelijk over te dragen aan derden.
Het is de Regie der Gebouwen, op grond van haar statutaire opdracht, niet toegelaten om gebouwen een andere bestemming te geven dan huisvesting van federale diensten, behoudens bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit.
Indien de omstandigheden het toelaten, worden deze gebouwen, in afwachting van een verkoop of herbestemming, tijdelijk ter beschikking gesteld aan volgende personen of instanties, mits een gunstig advies van de Inspectie van Financiën.
Ten eerste, rechthebbende bewoners die met pensioen gaan en hierdoor hun woonrecht verliezen, ofwel een partner na het overlijden van de rechthebbende ambtenaar, bijvoorbeeld een rijkswachtwoning.
Ten tweede, andere overheden, zoals steden, gemeenten, OCMW’s, sociale huisvestingsmaatschappijen, organisaties met een sociale insteek en politiezones die een tekort hebben aan ruimte in hun administratief gebouw. Dit is een limitatieve opsomming.
Ten derde, personen, meestal gerelateerd aan een politiekorps, die een tijdelijke overbruggingshuisvesting zoeken, bijvoorbeeld wegens de verbouwing van hun eigen woning.
Wat de door u vermelde voordelige prijs betreft, wordt opgemerkt dat voor deze contracten ter bede een opzegperiode van 1 maand is bepaald, hetgeen zich uiteraard vertaalt in een lagere vergoeding omdat de gebruikstermijn onzeker is.
In zoverre OCMW’s en lokale sociale huisvestingsmaatschappijen bereid zijn de modaliteiten van een overeenkomst ter bede – vooral die korte opzegtermijn – te aanvaarden, is de Regie der Gebouwen uiteraard steeds bereid dit in overweging te nemen.
In de praktijk wordt evenwel vastgesteld dat deze instanties dikwijls afhaken omwille van de onzekere termijn waarin zij over een pand kunnen beschikken.
Voor de volledigheid dient nog vermeld te worden dat de bewoners aan wie een tijdelijk gebruik van leegstaande gebouwen wordt toegestaan in het kader van de leegstandbescherming, geen overeenkomst hebben met de Regie der Gebouwen, maar met een organisatie waarmee de Regie der Gebouwen een dienstverleningsovereenkomst heeft gesloten, namelijk de nv Interim Vastgoedbeheer en de nv Intact. Deze laatste bepaalt ook de vergoeding die de tijdelijke gebruikers verschuldigd zijn.
08.03 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de staatssecretaris, er is toch wel het praktisch probleem dat de Regie der Gebouwen geen langlopende contracten wenst en ze op korte termijn wenst op te zeggen.
Ik weet het niet. Ik kan u daarover een schriftelijke vraag stellen. Ik wil echter vermijden dat een en ander te veel administratief werk met zich brengt. Uit mijn ervaring – ik geef toe dat ze beperkt is – weet ik echter dat soms een heel lange tijd verloopt tussen het ter beschikking komen van het gebouw en het kunnen bewonen van het gebouw. Er zit vaak een tijdspanne van jaren tussen. Er is volgens mij dus wel ruimte.
Mijnheer de minister, ik zou willen vragen een onderzoek te doen naar de gemiddelde duur voor het vrijkomen van een dergelijk gebouw. Dat kan toch worden berekend.
Ik zou er de voorkeur aan geven dat wij in plaats van naar privépartners te gaan, waarvan ik aanneem dat zij bij het verhuren van de woningen geen enkel sociaal criterium gebruiken, naar een OCMW of naar een sociale huisvestingsmaatschappij zouden overgaan. In deze moeilijke tijden treft de crisis vele gezinnen en is de huur een erg zwaar pakket in het huishoudbudget. Als wij gezinnen die het tijdelijk moeilijk hebben, aldus even kunnen helpen, zou het goed zijn dat wij de privépartner door een sociale organisatie, zoals een OCMW of een sociale huisvestingsmaatschappij, vervangen.
08.04 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Mijnheer Van der Maelen, ik wens nog één korte aanvulling te maken.
Ik heb recent de opdracht gegeven om de FOD Binnenlandse Zaken, het Aankoopcomité van de FOD Financiën en de Regie der Gebouwen bij elkaar te laten komen, teneinde overleg te plegen over de procedures die op dit ogenblik gelden voor het verkopen of het te gelde maken van het patrimonium, en na te gaan in welke mate wij de procedures kunnen versnellen of tijdens tijdelijke periodes aan het patrimonium een betere invulling kunnen geven, vooraleer de overdracht plaatsvindt.
De resultaten van het overleg ken ik nog niet. Ik hoop echter dat wij enige verbeteringen tegenover het verleden zullen krijgen.
08.05 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de staatssecretaris, heeft de privéorganisatie, die u op het einde van uw antwoord hebt vernoemd, een monopolie? Staat zij in voor de toewijzing van alle gebouwen die de Regie der Gebouwen ter beschikking heeft?
Is het mogelijk dat geval per geval, indien in een bepaalde stad een OCMW vaststelt dat er voor groepen uit de eigen, lokale bevolking nood is aan goedkope woningen, het betrokken OCMW zich tot u wendt en vraagt of het voor de eigen stad het beheer van het patrimonium kan krijgen, onder de voorwaarden die de Regie der Gebouwen bepaalt? Is een dergelijke procedure mogelijk?
08.06 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Aan een publieke instelling geef ik altijd de suggestie dat als zij het pand definitief willen verwerven, de meest snelle vorm de onteigening is. Een onteigening gaat op dit ogenblik sneller dan een verkoop via het Aankoopcomité.
Een monopolie is er zeker niet, want ik herinner mij dat ik recentelijk een woning ter beschikking heb gesteld, tegen een huurprijs die hoger was dan de overeenkomst ter bede, aan een politiezone, die die gebruikt voor haar eigen activiteiten. Ik hoop dat uit de vergadering waarnaar ik verwezen heb, zaken kunnen komen waardoor wij een efficiënter beheer krijgen dan op dit ogenblik het geval is.
08.07 Dirk Van der Maelen (sp.a): Ik kan mij vergissen, maar ik heb uit uw antwoord begrepen dat u ervoor zult zorgen dat vrijstaande gebouwen sneller verkocht zullen worden. Ik zal u een schriftelijke vraag daarover stellen. Ik zal u vragen welke gebouwen door die privéfirma ter beschikking worden gesteld en sinds welke datum, zodat ik een overzicht krijg van de tijd die verloopt tussen het beschikbaar stellen aan de privéfirma en de uiteindelijke verkoop. Aan de hand daarvan kunnen wij uitmaken of het zin heeft om dat soort van doorverhuur aan sociale instellingen aan te raden.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Özlem Özen à la ministre de la Justice sur "l'état d'avancement des travaux à la prison de Jamioulx" (n° 17015)
09 Vraag van mevrouw Özlem Özen aan de minister van Justitie over "de stand van de werken in de gevangenis te Jamioulx" (nr. 17015)
09.01 Özlem Özen (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, je vous avais déjà interrogé en juillet dernier à propos des problèmes rencontrés lors de la construction des nouvelles cuisines de la prison de Jamioulx. À l'époque, ces travaux étaient à l'arrêt. Il en allait de même pour le projet des ateliers de mise au travail des détenus et de la nouvelle annexe psychiatrique.
Monsieur le secrétaire d'État, quelle est l'évolution de ce dossier? Les travaux ont-ils débuté? Si oui, pouvez-vous faire le point sur l'état d'avancement de ces travaux? Dans quel délai peut-on espérer que les infrastructures permettront un accueil décent des détenus et des conditions de travail convenables pour le personnel?
09.02 Servais Verherstraeten, secrétaire d'État: Monsieur le président, chère collègue, les travaux de conception de la cuisine ont débuté le 1er mars. Le contournement du chemin de ronde a été réalisé, ainsi que l'égouttage extérieur. Les travaux de terrassement ont commencé. Les autres travaux suivront selon le timing d'une entreprise générale. La fin des travaux pour la cuisine est prévue fin février, début mars 2014.
Les travaux d'aménagement des ateliers (installation d'un ascenseur et pose d'une clôture) ont également débuté le 1er mars. Les travaux sont en cours pour l'évacuation des déchets, la pose des cloisons provisoires, le percement de tous les planchers pour la création de la trémie d'ascenseur et de la baie de porte. La fin des travaux pour les ateliers est prévue pour fin janvier, début février 2014.
Dans l'annexe psychiatrique, les travaux ont débuté l'année passée. Les travaux de réfection des peintures et des revêtements de sol sont terminés dans le dortoir et la salle de séjour. La salle de bains a été réaménagée pour rendre aisé l'accès des personnes à mobilité réduite et ainsi faciliter le travail du personnel de l'annexe. Des travaux d'aménagement des sanitaires sont prévus dans l'année.
09.03 Özlem Özen (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour votre réponse. Je suis heureuse d'apprendre que les travaux avancent et que la fin est prévue dans pas longtemps. Il est vraiment nécessaire que les conditions de travail soient convenables.
Président: David Clarinval.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Kristof Calvo aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen en Duurzame Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "de energiecontracten voor de overheidsgebouwen" (nr. 17618)
10 Question de M. Kristof Calvo au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments et au Développement durable, adjoint au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "les contrats de fourniture d'énergie pour les bâtiments publics" (n° 17618)
10.01 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, in 2012 hebt u het voornemen geformuleerd om vanaf dit jaar, 2013, enkel nog groene energie te gebruiken in federale overheidsgebouwen. De Regie der Gebouwen zou een procedure hebben opgestart om leveranciers te vinden voor de in totaal 988 federale overheidsgebouwen die u mag beheren als staatssecretaris bevoegd voor de Regie der Gebouwen. In mijn vraag schets ik de informatie over de procedure zoals ik die heb opgepikt. Een belangrijk element daarvan is dat er ook een voornemen is om het energiegebruik te monitoren en daaromtrent concrete acties te ondernemen.
Vanuit deze informatie heb ik enkele vragen voor u. Is de aangekondigde procedure uitgerold en gevolgd?
Quid met de energievoorziening van onze overheidsgebouwen? Wie zijn de huidige leveranciers?
Hoeveel offertes werden er ingediend? Gaat het, zoals aangekondigd, steeds om contracten van een jaar?
Is de monitoring van het energieverbruik reeds opgestart? Zijn hieruit reeds concrete acties voortgekomen?
Voorts is het mij niet helemaal duidelijk wat de interactie met Fedesco is.
Tot slot, op welke manier worden de voorzieningen op het vlak van energie voor 2014 en de volgende jaren gerealiseerd?
Ik dank u alvast voor uw antwoorden. Dit is een belangrijke problematiek, zowel financieel als ecologisch. U kunt hier vanuit uw bevoegdheden voor de Regie der Gebouwen en Duurzame Ontwikkeling een mooi verhaal rond bouwen.
10.02 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Calvo, de aangekondigde procedure werd inderdaad uitgevoerd. De opdracht voor 2013 voor de levering van gas en elektriciteit in de drie gewesten, een opdracht van levering bij de FOD’s, de POD’s en andere federale instellingen, werd op maandag 19 november 2012 door de Regie der Gebouwen toegewezen aan Electrabel. Voor de elektriciteit gaat het om 100 % groene stroom.
De opdracht werd gegund aan Electrabel voor de zes vermelde percelen. Er werden drie offertes ingediend voor de opdracht gas en twee offertes voor de opdracht elektriciteit. De opdracht werd toegewezen voor de duur van één jaar, namelijk 2013.
De monitoring van het energieverbruik wordt inderdaad uitgevoerd. Die opvolging vindt maandelijks plaats voor de meters waarvan de stand op afstand wordt opgenomen en jaarlijks voor de andere energiepunten.
In het licht van die opdracht moet Electrabel een REG-dienstverlening leveren in de loop van het jaar. Meer bepaald gaat het om hulp bij de bijwerking van de energiepunten in het gebouw, van de meters tot de hoofdbestemming van de energie.
Daarnaast worden er diverse diensten verleend. Die bijkomende dienstverlening, in de vorm van hulp bij het beheer, zou het energieverbruik moeten beperken. Enkele voorbeelden zijn controle van het energieverbruik ’s nachts en tijdens het weekend en de invoering van actieprogramma’s voor de beperking ervan. Omtrent gas gaat het om een onderzoek van de beschikbare energiehandtekeningen vanuit de database EIS van de Regie der Gebouwen, waaronder de controle van het gasverbruik buiten het verwarmingsseizoen.
Momenteel zijn wij aan de voorbereiding bezig voor het bestek van 2014. Over het algemeen zullen de bepalingen en voorschriften dezelfde blijven, omdat die voldoening hebben geschonken, zeker inzake de eenheidsprijs. Voor de levering van gas, bijvoorbeeld, heeft de Regie der Gebouwen een korting van meer dan 30 % verkregen ten opzichte van de standaardcontracten.
De aanbestedingsprocedure blijft dus van kracht. Sommige bepalingen zullen evenwel gewijzigd worden om beter in te spelen op de concurrentiemarkt. De duur van het contract zou verlengd moeten worden tot minimum drie jaar.
Er wordt nu een werkgroep samengesteld om die opdracht te lanceren. Die zal vooral de belangrijkste bepalingen in gemeenschappelijk overleg onderzoeken.
10.03 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw duidelijk antwoord. Ik begrijp dat tot nu toe gewerkt werd met een contract voor één jaar, maar dat men nu opteert voor een contract voor drie jaar. Wat is daar de argumentatie voor?
10.04 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Ik neem aan dat een langere duur een invloed zal hebben op de prijs.
10.05 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Het verbaast mij dat er voor gas wel sprake was van echte mededinging, terwijl voor elektriciteit het aantal kandidaten beperkt bleef tot twee.
Wij moeten inderdaad nagaan hoe wij kunnen zorgen voor een sterkere mededinging. Welke gunningscriteria kiezen wij? Hoe worden die afgewogen? Ik vind dit wel belangrijk om de concurrentie volop te laten spelen.
Dan is er nog de vraag naar de dienstverlening en de energie-efficiëntie. Maken die ook deel uit van het contract? Spelen die mee in de toewijzing? Ik vraag mij af wat de rol van Fedesco daarin dan is? Als men de dienstverlening en de energie-efficiëntie meeneemt in een energiecontract verhoogt immers de prijs en verandert het speelveld voor de leveranciers. Dit is in het nadeel van kleinere spelers. Het komt er bijna op neer te zeggen dat wat Fedesco nu doet voor de overheidsgebouwen, onvoldoende rendeert. Of niet?
Ik vind dit wel belangrijk. Fedesco is er voor de energie-efficiëntie in onze overheidsgebouwen. Wat zal de rol ervan zijn als de gunningscriteria gewijzigd worden? Ik wil u vragen te kijken of er dan geen dubbel werk wordt gedaan. In welke mate zal de energie-efficiëntie de toewijzing van de contracten beïnvloeden?
Dit zijn enkele spontane opmerkingen. Niet dat ik een brief gekregen heb van een energieleverancier of zo; dit zijn gewoon zaken die mij verbazen en mij aanzetten tot het stellen van vragen. Misschien kunnen wij er later op terugkomen.
Tot slot, over de mogelijkheid van 100 % groene stroom is recent nog een debat gevoerd. Hoe groen is de productie? Hoe gebeurt de labeling? Wat zijn de garanties voor de groene oorsprong?
Dat is ook een problematiek waarmee lokale besturen worden geconfronteerd, die zeggen dat zij van hun overheidsaanbesteding willen gebruikmaken om de productie aan te zwengelen. Het zou een piste kunnen zijn om dat eventueel ook nog mee op tafel te leggen in de voorbereidingen. Men zou kunnen stellen dat een van de gunningscriteria een actieplan is inzake de lokale productie van groene stroom en bekijken in welke mate de speler produceert in België. Er zijn mogelijkheden om daarmee ook Europees weg te geraken. Dat zou eens moeten onderzocht worden. Het gaat over een stevig energiecontract waarvan u gebruik kunt maken om bijvoorbeeld het niveau van de productie aan te zwengelen.
Het incident is gesloten.
Le président: N'ayant pas de nouvelle de Mme De Wit ni de M. Degroote, leurs questions respectives n°s 17347 et 17659 sont supprimées.
La réunion publique de commission est levée à 11.18 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.18 uur.