Commission des Finances et du Budget

Commissie voor de Financiën en de Begroting

 

du

 

Mercredi 17 avril 2013

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Woensdag 17 april 2013

 

Voormiddag

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 11.02 uur en voorgezeten door de heer Carl Devlies.

La séance est ouverte à 11.02 heures et présidée par M. Carl Devlies.

 

01 Samengevoegde vragen van

- de heer Carl Devlies aan de minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging over "de aanbevelingen van de NBB" (nr. 16075)

- de heer Olivier Destrebecq aan de minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging over "het verslag en de aanbevelingen van de NBB" (nr. 17260)

01 Questions jointes de

- M. Carl Devlies au ministre du Budget et de la Simplification administrative sur "les recommandations de la BNB" (n° 16075)

- M. Olivier Destrebecq au ministre du Budget et de la Simplification administrative sur "le rapport et les recommandations de la BNB" (n° 17260)

 

01.01  Olivier Destrebecq (MR): Monsieur le président, je vous remercie de me laisser la priorité pour poser ma question.

 

Monsieur le ministre, dans le courant février, la Banque nationale de Belgique (BNB) avait publié son rapport annuel; nous l'avons épluché avec beaucoup d'intérêt. Il comprenait de larges développements sur la question de la diminution du déficit et de la dette.

 

C'est ainsi que l'institution suggérait que "l'assainissement des finances publiques doit reposer en premier lieu sur le ralentissement de la croissance des dépenses primaires", un point de vue incontestablement partagé par notre parti, le Mouvement réformateur.

 

Monsieur le ministre, le sérieux budgétaire passe par un contrôle permanent des recettes et des dépenses. Le gouvernement et vous en particulier en avez fait la démonstration depuis le début de cette législature. Cette détermination passe par la constitution d'un budget solide et par différents ajustements en cours d'année.

 

Dès lors, pourriez-vous nous expliquer si les recommandations adressées par la BNB quant à la diminution des dépenses primaires sont suivies par le gouvernement? Si oui, ce dont je ne doute point, quelle est la méthodologie employée lors de la constitution du budget, des ajustements, ainsi qu'en cours d'année? Voilà l'intérêt de cette question.

 

En somme, comment le gouvernement traque-t-il les dépenses superfétatoires?

 

Estimez-vous que la réduction de ces dépenses induit une diminution de la qualité des services publics?

 

Évidemment, ce n'est absolument pas l'intérêt de ce gouvernement et, à mon avis, il serait bon que, ce matin, nous revenions sur ce point en particulier.

 

01.02  Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, de Nationale Bank stelde dat België in 2012 de beste begrotingsprestatie sinds de toetreding tot de monetaire unie boekte. Ze wijst echter ook op de stijging van de uitgaven voor de gezondheidszorg, de pensioenen en andere sociale uitkeringen. De Nationale Bank berekende dat de loonkostenhandicap opgelopen is met 13 % tegenover onze buurlanden, wanneer rekening wordt gehouden met de loonkosten en de productiviteit. De Nationale Bank vraagt om het groeitempo van de uitgaven af te remmen, vooral van de uitgaven die het minst bevorderlijk zijn voor de verhoging van het groeipotentieel en van de werkgelegenheid of voor de afvlakking van de sociale ongelijkheden. De Nationale Bank meent dat de budgettaire consolidatie van die omvang is dat zij door alle geledingen van de overheid moet worden gedragen en dat een gepaste uitwerking van de staatshervorming hiertoe kan bijdragen.

 

Mijnheer de minister, acht u, ten eerste, de maatregelen ter beperking van de loonkostenstijging en de aanpassingen aan de index met betrekking tot huisbrandolie en de verrekening van de solden voldoende? Wat is de geraamde impact van de besliste aanpassingen aan de index op de uitgaven in 2013 en 2014?

 

Ten tweede, welke uitgaven dienen volgens u afgeremd te worden?

 

Ten derde, hoe evalueert u de huidige verdeling van de inspanningen en wat beschouwt u als een gepaste verdeling van de inspanningen tussen de geledingen van de overheid?

 

Ten vierde, welke conclusies trekt u uit de aanbevelingen van de Nationale Bank van België? Welk standpunt zult u innemen?

 

Ik wil nog even verwijzen naar de grote discussie die in Vlaanderen op gang is gekomen na de waarschuwing vanuit Zweden met betrekking tot de toekomst van Volvo Gent. De automobielsector heeft reeds zware klappen gekregen met de verdwijning van Opel en Ford en loopt het risico om opnieuw een heel belangrijke producent in ons land te verliezen. Vanuit Zweden werd een aantal opmerkingen gemaakt met betrekking tot de loonkosten en de competitiviteit. Dat is dus een bijkomend dossier, dat veel bekommernis wekt, want Volvo Gent is ook een belangrijke werkgever en staat symbool voor wat er nog overblijft van de Vlaamse automobielnijverheid.

 

01.03 Minister Olivier Chastel: De regering heeft beslist om de koppeling van de lonen en uitkeringen aan de index niet ter discussie te stellen. Wel heeft zij een aantal maatregelen genomen om de index nauwer en sneller te laten aansluiten bij het werkelijk koopgedrag van de consumenten.

 

De aangehaalde maatregelen inzake de aanpassing van het indexmechanisme waren ook niet in de eerste plaats bedoeld als budgettaire saneringsmaatregelen, maar wel als maatregelen om onze concurrentiepositie veilig te stellen, met gunstige effecten op de economische activiteit. In de komende jaren mag ervan uitgegaan worden dat de betere weergave van het consumptiepatroon een impact van 0,4 % op de loonkostenontwikkeling kan hebben.

 

De maatregelen inzake de solden en het beleid inzake brandstofprijzen zouden een impact hebben van 0,3 tot 0,4 % op de inflatie. De andere aangehaalde maatregelen zijn nog in voorbereiding, bijvoorbeeld de aanpassing van de berekening van het indexcijfer voor de telecomdiensten en het gebruik van scangegevens van de supermarkten.

 

Los van de impact van de inflatie op de aankopen van goederen en diensten en de investeringsuitgaven van de overheid wordt het effect van de inflatie op de uitgaven vooral gemeten aan de hand van de kostprijs van een overschrijding van de spilindex.

 

Voor de primaire uitgaven van de federale overheid betekent één maand bijkomende indexering van lonen en uitkeringen een meeruitgave van 33,4 miljoen euro. Voor de prestaties in de sociale zekerheid bedraagt de meeruitgave 76 miljoen euro. Ik moet onderstrepen dat een lagere inflatie enerzijds positieve effecten heeft op de uitgaven van de overheid, maar anderzijds ook de ontvangsten drukt, waarbij ik wel de gunstige effecten ervan op de economische activiteiten buiten beschouwing laat.

 

De zopas uitgevoerde begrotingscontrole vormt een goede illustratie van het uitgavenbeleid van de regering. Inzake de primaire uitgaven van de federale overheid werd vooral bespaard op de werkings- en personeelsuitgaven van de federale overheid zelf en van de overheidsbedrijven. Daar de samengetelde uitgaven van de federale overheid een goede 18 % van de totale primaire uitgaven vertegenwoordigen, of nog geen 9 miljard euro, zijn er aan die benaderingswijze ook beperkingen verbonden.

 

De afdeling Financieringsbehoeften van de Hoge Raad van Financiën heeft in haar advies van 2012 duidelijk gesteld dat de terugkeer naar het evenwicht bij de verschillende entiteiten zou leiden tot een onevenwichtige verdeling van de inspanningen. Zij heeft in haar advies van 2013 twee scenario’s uitgewerkt voor een lastenverdeling tussen Entiteit I en Entiteit II. De ene is gebaseerd op een verdeelsleutel inzake primaire uitgaven van 65/35, en de andere is gebaseerd op de bijdragen voor het bereiken van de medium-term objective of MTO.

 

Welke sleutel men ook hanteert, het is duidelijk dat de terugkeer naar het evenwicht en het bereiken van de MTO niet enkel door Entiteit I gedragen kan worden. Er is een substantiële bijdrage van Entiteit II nodig, die verder reikt dan het eenvoudig bereiken van het evenwicht.

 

Ik kan mij perfect aansluiten bij de aanbevelingen van de Nationale Bank, zoals ze kernachtig verwoord werden in het woord vooraf: “Er is in België kortom behoefte aan een coherent actieplan om het groeipotentieel te ondersteunen, financiële stabiliteit te waarborgen en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën veilig te stellen. Alleen op die manier kan het vertrouwen van de gezinnen en bedrijven worden hersteld, kan opnieuw worden aangeknoopt bij duurzame groei en kunnen de hoge levensstandaard en het bestaande sociaal model worden gevrijwaard." Die aanbeveling sluit trouwens naadloos aan bij de prioriteiten van de regering.

 

Monsieur Destrebecq, je puis donc parfaitement me rallier aux recommandations de la Banque nationale telles que formulées dans l'avant-propos.

 

En conclusion, je citerai le fait que "la Belgique a besoin d'un plan d'action cohérent pour soutenir le potentiel de croissance, garantir la stabilité financière et préserver la soutenabilité des finances publiques". Cette recommandation correspond exactement aux priorités de ce gouvernement.

 

01.04  Olivier Destrebecq (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, je vous remercie. Je commencerai par votre conclusion: elle est rassurante.

 

Plusieurs points m'ont quelque peu interpellé, notamment l'adaptation de certaines mesures de l'index qui semblent plus pragmatiques et une attention particulière portée aux mesures visant à protéger le pouvoir d'achat des ménages.

 

Au-delà de cela, existe-t-il une solution modèle comportant des mesures idéales face à une situation générale qui reste relativement difficile, faut-il le rappeler? Si j'ai bien compris – et peut-être y reviendrons-nous plus en détail dans la question suivante –, il s'agirait plutôt de solutions mesurées, donc plus aisément absorbables.

 

Je vous remercie aussi de rester en permanence sur la même ligne de conduite et de nous confirmer que le retour à l'équilibre est toujours à l'ordre du jour, avec des solutions et des mesures importantes, mais durables, ce qui est sans doute le terme qualificatif principal.

 

01.05  Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, het is positief dat u de conclusies van de Nationale Bank bijtreedt, dat u ook de aanbevelingen ernstig wilt nemen en dat u zo veel belang hecht aan de economische groei. Er zal echter pas economische groei mogelijk zijn indien de competitiviteit wordt hersteld. Op dat vlak hebben wij toch werkelijk een groot probleem en dringen bijkomende maatregelen zich op om de loonkosten onder controle te houden, vooral in de industriële sector. Wij stellen immers vast dat vandaag nog slechts 15 % van de werkgelegenheid in de industrie is gesitueerd en dat een aantal van onze belangrijke bedrijven met moeilijkheden wordt geconfronteerd. Ik heb het voorbeeld gegeven van Volvo Gent.

 

Daarnaast denk ik dat ons werkgelegenheidsbeleid een aantal bijkomende structurele maatregelen vergt. Wij zien immers dat er geen enkele regio in België is die de Europese doelstelling van een werkgelegenheidsgraad van 73 % behaalt. Voor Vlaanderen is dat 71,6 %; voor Wallonië is dat 62,2 % en voor Brussel is dat 58,9 %. Dat blijkt ook uit het verslag van de Nationale Bank. Het behalen van een werkgelegenheidsgraad die de Europese doelstelling van 73 % benadert, moet een absolute prioriteit zijn voor de regering.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: De interpellatie nr. 84 van de heer Maingain en de toegevoegde vraag nr. 16644 van de heer Veys worden uitgesteld.

 

02 Samengevoegde vragen van

- de heer Hagen Goyvaerts aan de eerste minister over "de resultaten van de begrotingscontrole 2013" (nr. 16885)

- de heer Carl Devlies aan de minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging over "de eerste begrotingscontrole 2013" (nr. 16901)

- de heer Stefaan Van Hecke aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "het akkoord over de begrotingscontrole" (nr. 17119)

- de heer Steven Vandeput aan de minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging over "de eerste begrotingscontrole van 2013" (nr. 17182)

- de heer Carl Devlies aan de eerste minister over "de eerste begrotingscontrole 2013" (nr. 17247)

- de heer Olivier Destrebecq aan de minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging over "de eerste begrotingscontrole 2013" (nr. 17259)

02 Questions jointes de

- M. Hagen Goyvaerts au premier ministre sur "les résultats du contrôle budgétaire 2013" (n° 16885)

- M. Carl Devlies au ministre du Budget et de la Simplification administrative sur "le premier contrôle budgétaire 2013" (n° 16901)

- M. Stefaan Van Hecke au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "l'accord sur le contrôle budgétaire" (n° 17119)

- M. Steven Vandeput au ministre du Budget et de la Simplification administrative sur "le premier contrôle budgétaire de 2013" (n° 17182)

- M. Carl Devlies au premier ministre sur "le premier contrôle budgétaire 2013" (n° 17247)

- M. Olivier Destrebecq au ministre du Budget et de la Simplification administrative sur "le premier contrôle budgétaire 2013" (n° 17259)

 

02.01  Hagen Goyvaerts (VB): Mijnheer de minister, de timing voor de afronding van uw begrotingscontrole zat wel goed. In de nacht van 29 op 30 maart, vlak voor de aanvang van de paasvakantie, hebt u uw begrotingscontrole afgerond. Er was nog maar weinig aandacht voor. Het Parlement had die donderdag zijn werkzaamheden al beëindigd. De man en de vrouw in de straat hadden hun zinnen op de paasvakantie gezet en hadden helemaal geen aandacht meer voor wat u gepoogd hebt te doen, zijnde uw begroting op orde te houden.

 

Meer dan twee weken later ben ik niet onder de indruk van het bereikte akkoord over de begrotingscontrole, zeker niet nu ik van u hier een mooi overzicht heb gekregen met tabellen, cijfers en maatregelen. Het is knip- en plakwerk geworden. Er werd een hele reeks besparingsmaatregelen genomen, maar ik heb de indruk dat de invulling van de “structurele ingrepen” haar eigen leven begint te leiden.

 

De regering heeft weer in grote mate haar vel gered voor de komende maanden, want dit wordt stilaan de moraal van het verhaal van deze regering: u sukkelt van begrotingscontrole naar begrotingscontrole om de begroting toch maar op het spoor te houden. In het najaar zult u ongetwijfeld weer de nodige miljarden euro’s moeten zoeken om uw begroting op koers te houden. Ik wil daarmee zeggen dat u toch nog steeds een tekort torst van 2,4 % van het bbp of zowat 9 miljard euro.

 

Ik stel ook vast dat u zich vooral hebt toegespitst op de inkomstenzijde. Ook daar is het woordgebruik niet onbelangrijk. Collega’s van u in de regering hebben erop gehamerd en verklaringen afgelegd dat er geen nieuwe belastingen komen, maar er zijn natuurlijk wel verhogingen van de bestaande belastingen. Men heeft het kind een naam gegeven, maar het enige wat structureel is, is de zoektocht naar verhoogde inkomsten en bijkomende eenmalige maatregelen.

 

Van echte structurele besparingen aan de uitgavenzijde is nog niet veel sprake. Hier en daar doet u een schuchtere poging. Ik vond de uitspraak van Herman Van Rompuy daags na het afronden van uw begrotingscontrole wel to the point. Ik weet niet of die in de Franstalige pers is doorgesijpeld, maar in de Nederlandstalige pers heeft hij verklaard dat wat België in de voorbije jaren heeft bespaard niet zo indrukwekkend is.

 

Herman Van Rompuy is van oordeel dat dit land zich de voorbije jaren niet kapot heeft bespaard. De structurele besparingen van 2010, 2011 en 2012 waren heel beperkt, dixit de voorzitter van de Europese Raad. Herman Van Rompuy is een gewezen minister van Begroting, dus hij zal het wel weten, zeker? Daar staat u dan met uw mantra van de grootste besparingen in de naoorlogse geschiedenis van dit land, als Herman Van Rompuy zegt dat het allemaal toch niet zo ingrijpend is geweest.

 

Ik stel ook vast dat onder de noemer van structurele maatregelen nu blijkbaar ook al het dividend van de Nationale Bank valt. U moet dat toch eens uitleggen, want ik heb niet goed begrepen hoe het dividend van een overheidsinstelling een structurele bijdrage tot de begroting levert. Ik dacht dat eenmaligheid nu juist karakteristiek aan een dividend was, dus dat kan geen structureel gegeven zijn.

 

Ook stel ik vast dat u het begrotingsevenwicht hebt losgelaten. Vlak voor de eindlijn heeft een overleg plaatsgevonden met Olli Rehn. Ik weet niet of u als minister van Begroting bij dat overleg aanwezig was, maar de eerste minister was er alleszins wel bij, samen met een aantal vicepremiers. Zij hebben gevraagd om de riem wat te lossen. Ik dacht altijd dat het de bedoeling was om u strikt aan het begrotingspad te houden, maar het begrotingsevenwicht zal er pas een jaar later komen. Ook dat heeft dus weer wat soelaas gebracht.

 

Tot slot moet ik zeggen dat ik ervan sta te kijken, hoewel het mij niet helemaal verbaast, hoe de liberalen de kunst verstaan om hun eigen kiezers – waarmee ik de middenstanders en de ondernemers bedoel – te straffen met een extra belasting voor de bedrijven. De belasting op de vereffening van een onderneming is verhoogd van 10 % naar 15 %. Dat is de zogenaamde liquidatiebelasting. Er is iets vreemd aan dat mechanisme, want die maatregel gaat pas in over anderhalf jaar, in de hoop dat er in het komende jaar veel bedrijven geliquideerd zullen worden. In deze tijden van economische crisis vind ik dat toch nogal een perverse maatregel, maar ik heb vastgesteld dat de liberalen daarvan toch geen punt hebben gemaakt in het compromis over de begrotingscontrole.

 

Mijnheer de minister, wat de vragen aangaat, ben ik het eens met de vragen die Carl Devlies heeft ingediend en die hij straks wellicht zal herhalen.

 

Hoe zit het met de opsplitsing voor de verschillende entiteiten? Waarschijnlijk zullen we op die vraag straks een antwoord vinden in de PowerPointpresentatie. Ik verwijs naar Entiteit I, de sociale zekerheid en Entiteit II.

 

Aangaande de Europese Commissie wil ik vragen of er effectief afspraken gemaakt zijn.

 

Ik heb ook niets meer vernomen over de usurperende bevoegdheden. Is dat element in deze begrotingscontrole mee doorgerekend, of blijft u bij het standpunt dat u aanvankelijk ingenomen hebt dat het dit jaar verder bekeken zal worden? Is er in de begrotingscontrole nu al een tranchering gebeurd?

 

Welke structurele maatregelen heeft deze regering genomen in het raam van de begrotingscontrole om iets te doen aan de torenhoge staatsschuld? Ik ben benieuwd welke beslissingen daaromtrent genomen zijn.

 

Mijnheer de voorzitter, in een eerste ronde wil ik het hierbij laten.

 

02.02  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, wij hebben bij het begin van de paasvakantie kennis kunnen nemen van het akkoord over de begrotingscontrole. Het was natuurlijk een moeilijke periode, want normaal kan men een paar dagen later in het Parlement vragen stellen als er zo’n akkoord is. Er komt dan een parlementair debat. Door de paasvakantie was het natuurlijk ook voor ons wel wat zoeken naar de details van de akkoorden. Zoals altijd communiceert de regering natuurlijk wel een aantal maatregelen die niet al te negatief overkomen, maar duurt het vaak nog enkele dagen of weken voor alles duidelijk wordt. De regering klopt zich op de borst en stelt dat er heel veel structurele maatregelen zijn. Hoeveel die structurele maatregelen nu precies bedragen is echter niet duidelijk.

 

“Structureel” lijkt ook een zeer rekbaar begrip te zijn in regeringskringen en bovendien is ook beslist om voor ongeveer een miljard aan eenmalige maatregelen te nemen. Dat is echter in een soort onderaanneming toevertrouwd aan de heer Geens. We kunnen dus eigenlijk stellen dat de begrotingscontrole niet rond is. Er is nog een gat van een miljard dat concreet moet ingevuld worden. Er is wel een principiële beslissing genomen en de heer Geens heeft de opdracht gekregen om dat miljard te zoeken, maar waar hij het moet zoeken is nog niet duidelijk. Misschien heeft de regering daarvoor al een aantal pistes uitgetekend, maar er is in ieder geval nog geen debat over geweest in het Parlement.

 

Ik heb dan ook een aantal heel concrete vragen over dit akkoord.

 

Ten eerste, hoe groot is het exact bedrag aan eenmalige maatregelen in dit akkoord?

 

Ten tweede, welke eenmalige maatregelen zal de regering nu treffen? Allerlei pistes deden de ronde. Gaat het over de verkoop van gebouwen? Zo ja, gaan we dan opnieuw, zoals in het verleden, gebruikmaken van sale-and-lease-backoperaties? Zijn dat soms zaken die uitgesloten zijn, zaken waarmee de heer Geens niet mag aankomen bij de regering? Gaat het over de verkoop van participaties in bijvoorbeeld Belgacom, BNP Paribas of een aantal andere instellingen die genoemd werden? Met andere woorden, welke eenmalige maatregelen wil men eigenlijk nog doorvoeren?

 

Ten derde, er worden zeer veel kleine, zogenaamd structurele maatregelen getroffen, maar grote structurele hervormingen hebben we eigenlijk niet gezien. Zo wordt er bijvoorbeeld niet ingegrepen in de loonkosten, aansluitend bij de vragen die daarnet aan bod zijn gekomen. Er wordt niet geraakt aan de ganse problematiek van de notionele-intrestaftrek of de verschuiving van de lasten, waar men het steeds over heeft maar waarmee zo weinig gebeurt. Ik vrees dus dat er op lange termijn heel weinig perspectief is dat dit de economie een boost kan geven. In welke mate zijn deze maatregelen positief voor de economie en zullen ze ervoor zorgen dat er werkgelegenheid kan worden gecreëerd in dit land op korte en middellange termijn?

 

Ten vierde, zonet werd al gezegd dat het extra dividend van de Nationale Bank van België verrassend – vind ik toch – als een structurele maatregel werd gezien. Zo werd het toch aangekondigd. Als dat structureel is, gaan we dus de komende vier, vijf, tien of twintig jaar elk jaar opnieuw minstens zo’n groot bedrag kunnen ontvangen van de Nationale Bank. Mijn vraag is dus evident. Waarop baseert de regering zich om te zeggen dat die hogere dividenden een structurele maatregel vormen en dus structurele inkomsten zullen betekenen in de toekomst?

 

Mijn vijfde vraag betreft de NMBS. Dat is ook structureel. U neemt namelijk telkens geld af van de NMBS. Bij elke begrotingscontrole of -opmaak staat daar wel een minnetje. Opnieuw moet de NMBS 30 miljoen euro inleveren. Het is onduidelijk of dit een vermindering van het investeringsbudget van de NMBS is dan wel een vermindering van de werkingskosten. Dat is wel belangrijk. Het debat over het meerjarig investeringsplan is aan de gang en daar blijkt dat de noden heel groot zijn. Als men 30 miljoen zoekt bij de NMBS, waar gaat men dat geld dan zoeken? Bij de werkingsmiddelen of bij het investeringsbudget?

 

Bovendien wordt dat ook als een structurele maatregel beschouwd. Als dat een structurele maatregel is en als het gaat over het investeringsbudget, wil dat dan zeggen dat men vanaf nu structureel, in de komende jaren, elk jaar 30 miljoen euro minder zal geven aan de NMBS, dat die afname dus constant zal blijven?

 

Ik krijg graag wat verduidelijking over de 30 miljoen euro die wordt bespaard bij de NMBS en over het al dan niet structureel karakter van die maatregel.

 

02.03  Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, zoals de collega’s al hebben aangehaald, hebt u op een nogal eigenaardige datum de begrotingscontrole voorgesteld. Dat is natuurlijk handig. Het uiteindelijk resultaat van het verhaal is echter dat via een amalgaam aan maatregelen het tekort zou worden teruggebracht tot 2,46 % van het bbp.

 

Kunt u aangeven waarop de besparingen bij de NMBS, Ontwikkelingssamenwerking, Defensie en de interdepartementale provisie slaan?

 

Zoals de collega’s al hebben gezegd, beschouwt de regering het extra dividend van de Nationale Bank van België ten belope van 321,4 miljoen euro als structureel. Heeft de regering een garantie dat de Nationale Bank in 2014, 2015 en daarna opnieuw dividenden zal uitkeren van meer dan 1 miljard euro? Kunt u aanhalen op welke informatie u zich hiervoor baseert, anders is er geen sprake van een structurele maatregel.

 

De initiële begroting werd redelijk laat gepubliceerd. Kunt u zeggen op welke datum de FOD’s, de POD’s en de ministeries over de goedgekeurde kredieten van de initiële begroting konden beschikken?

 

Mijnheer de minister, in de nota van het monitoringcomité van 7 maart 2013, die de basis vormde voor de begrotingscontrole, werd de schuldgraad voor 2013 geraamd op 100,2 %. Dat is dus meer dan 100 %. Daarbij werd reeds uitgegaan van een vorderingssaldo van 2,15 %. Kunt u aangeven op hoeveel de schuldgraad voor 2013 wordt geraamd met een tekort van 2,46 % van het bbp, zoals nu opgenomen is in de begrotingscontrole?

 

Welke stappen zult u ondernemen als blijkt dat, ondanks de maatregelen, de naar beneden aangepaste doelstelling van een tekort van 2,5 % van het bbp niet wordt gehaald? Welk tekort is dan voor u wel nog aanvaardbaar? Alvast bedankt voor uw antwoorden.

 

02.04  Olivier Destrebecq (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, avant la trêve pascale ou, si vous préférez, avant le congé de printemps, un accord est intervenu au sein du gouvernement sur le premier ajustement budgétaire 2013. Nous aurons assurément l'occasion d'aborder le sujet de manière plus approfondie au cours des travaux de cette commission dans les semaines à venir. Néanmoins, je me permets de vous interpeller afin d'envoyer un signal qui, j'en suis persuadé, sera positif à l'adresse des citoyens et des entreprises.

 

Le premier point qui me semble essentiel est la rectification de la trajectoire budgétaire. La Commission européenne a-t-elle revu les objectifs pour 2013? Le chiffre annoncé d'un déficit de 2,46 % du PIB est-il bien correct? Quel est l'impact sur l'effort budgétaire en cours et sur notre taux d'endettement? Quelle somme a-t-il fallu trouver lors de ce premier ajustement? Au terme de ce conclave, l'objectif est-il atteint?

 

Il est vrai que beaucoup de réponses à ces questions ont déjà percolé dans les médias. C'est aussi le rôle de cette commission d'objectiver et d'interpeller le ministre pour avoir les éléments les plus officiels possible.

 

En résumé, sommes-nous toujours sur les rails? Pourriez-vous évoquer de manière très générale les différentes pistes qui ont été retenues afin d'ajuster notre budget? On parle bien d'ajustement budgétaire: il est important de le rappeler, nous ne sommes pas dans la réalisation d'un budget mais bien dans le cadre d'un ajustement budgétaire en vue de respecter les différentes exigences européennes.

 

Quelles sont les pistes qui auraient été écartées? On en a aussi évoqué certaines. Ce serait sans doute intéressant pour l'avenir d'en reprendre les plus importantes, celles qui ont marqué le plus les discussions de ce gouvernement. Quelle a été la méthodologie du gouvernement à ce sujet?

 

Quelle est enfin la proportion des mesures structurelles, c'est-à-dire qui ne sont pas des one shot? Le terme explique bien ce que d'aucuns ne voudraient comprendre.

 

Quel est l'agenda prévu? Quand les projets de loi seront-ils déposés au parlement? À quelle date le prochain ajustement doit-il intervenir?

 

Comme vous l'aviez promis, vous avez veillé à ce qu'un ajustement soit fait au plus vite. Plus vite aurait été difficile. Merci en tout cas pour votre réponse.

 

02.05  Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, graag wil ik nog mijn persoonlijke vragen aan de andere vragen toevoegen. Deels komen zij overeen met wat reeds is gevraagd.

 

Ten eerste, wat zijn de contouren van het bereikte akkoord over de inspanningen van Entiteit I? Welke concrete bijkomende maatregelen op het vlak van de primaire uitgaven, de sociale zekerheid en de ontvangsten worden gepland? Hoe zal de schuldgraad worden beheerst?

 

Ten tweede, welke inspanningen zullen de individuele overheden van Entiteit II leveren?

 

Ten derde, welke afspraken werden gemaakt met de Europese Commissie?

 

Ik stel vast dat de heer Goyvaerts ook een vraag over de usurperende bevoegdheden heeft ingediend. U moet toch op zijn vraag antwoorden.

 

Wat de usurperende bevoegdheden betreft, kwam de voorbije weken de continuïteit van de projecten van de interuniversitaire ontwikkelingssamenwerking van zowel de Franstalige als de Nederlandstalige universiteiten ernstig in het gedrang. Inhoudelijk bestaat ter zake tussen de Belgische overheid en de Gemeenschappen geen betwisting. Nu is echter onzekerheid gerezen over de vraag welke overheid tot betaling zal overgaan. Voor zover ik weet, waren de bedragen in de federale begroting ingeschreven. Er is echter onduidelijkheid, waardoor alle projecten op de helling komen te staan.

 

Er is gisteren nog een open brief van de Vlaamse rectoren verschenen. Ik weet dat ook aan Franstalige zijde op duidelijkheid wordt aangedrongen.

 

Het gaat uiteindelijk over projecten waarbij een zeshonderdtal personen, zowel Belgen als personen uit ontwikkelingslanden, betrokken zijn, goed voor 90 miljoen euro. Het is dan ook belangrijk dat er duidelijkheid komt, indien dat mogelijk is.

 

02.06 Minister Olivier Chastel: België bevestigt in het kader van zijn budgettaire engagementen het streven naar de sanering van de openbare financiën. In navolging van het rapport van het monitoringcomité, van het overleg met de Europese Commissie, alsook van de recente beschouwingen van de Hoge Raad van Financiën, heeft de regering besloten het structureel saldo met 1 % van het bbp te verbeteren voor het jaar 2013.

 

Uitgaande van het saldo van Entiteit I, dat door het monitoringcomité werd vastgelegd, namelijk 11,049 miljard euro of 2,88 % van het bbp, en rekening houdend met het structureel saldo in 2012, namelijk 10,760 miljard euro of 2,8 % van het bbp, de al gerealiseerde structurele verbetering van 0,43 % en het naleven van de doelstelling door Entiteit II, namelijk 748 miljoen euro of 0,19 %, werd de te realiseren structurele inspanning voor Entiteit I op 1,434 miljard euro of 0,37 % vastgelegd. Door het realiseren van die structurele inspanning komen we aan een nominaal saldo van 2,46 % en een totaal geleverde inspanning op het niveau van Entiteit I van 1,604 miljard euro.

 

Ik heb in de commissie al vaker herhaald wat er zou gebeuren indien het vooropgestelde tekort van 2,5 % niet wordt gehaald en dat een goede opvolging van de uitvoering van de begroting minstens even belangrijk is als de maatregelen die worden genomen. Ook dit jaar zal er meermaals aan monitoring middels begrotingscontroles worden gedaan, om na te gaan of de uitvoering in lijn blijft met de vooropgestelde doelstelling.

 

De regering heeft zich zoals gebruikelijk gebaseerd op de macro-economische parameters van de economische begroting die het Federaal Planbureau opgemaakt heeft voor het Instituut voor de Nationale Rekeningen. De reële groei van het bbp voor 2013 werd daarin geraamd op 0,2 %. In de economische begroting van september, waarop de initiële begroting gebaseerd was, ging men nog uit van een verwachte groei van 0,7 %. De aangehaalde cijfers slaan op de reële groei van het bbp. De nominale groei van het bbp wordt herzien, van 2,8 % naar 1,7 %.

 

Wat zijn de perspectieven op lange termijn? De regering tracht een juist evenwicht te zoeken tussen, enerzijds, de verdere terugdringing van het tekort en, anderzijds, maatregelen die het vertrouwen in de economie moeten herstellen. Dat blijft een moeilijke oefening. In een andere budgettaire context zou er inderdaad meer ruimte zijn voor stimulerende maatregelen. Anderzijds zou het loslaten van het strikte begrotingsbeleid het vertrouwen ondermijnen.

 

De heer Devlies stelde een vraag over de individuele inspanningen van Entiteit II. De regering is ervan uitgegaan dat de doelstelling, het bereiken van het evenwicht, zal worden nageleefd. Dat is conform het traject dat opgenomen is in het stabiliteitsprogramma 2012-2015. Die doelstelling is trouwens ook terug te vinden in het recent advies van de afdeling Financieringsbehoeften van de Hoge Raad van Financiën. Ten opzichte van de ramingen van het Federaal Planbureau, die ten grondslag lagen van het aangehaalde advies van de afdeling Financieringsbehoeften van de Hoge Raad van Financiën, betekent het een bijkomende structurele inspanning van 748 miljoen euro, of 0,19 % van het bbp.

 

Voor bepaalde entiteiten is de begrotingscontrole nog niet afgewerkt. Het is dan ook niet mogelijk de details van de inspanningen van de individuele entiteiten te geven.

 

Ik wijs er de heer Goyvaerts op dat de heer Herman Van Rompuy werd bevraagd over de jaren 2010, 2011 en 2012, dus vooral over de prestaties van de vorige regering. De huidige regering schenkt prioritair aandacht aan de verbetering van het structureel saldo.

 

Deze inspanning van 1,434 miljard bestaat structureel uit technische correcties ten belope van 231 miljoen, een vermindering van de primaire uitgaven van 249 miljoen, maatregelen in de sociale zekerheid en in de gezondheidssector ten belope van 274 miljoen, een verhoging van de fiscale ontvangsten met 364 miljoen, een verhoging van de diverse ontvangsten met 293 miljoen en een vermindering van 22 miljoen van de intrestlasten.

 

Mijnheer Devlies, zoals door u gevraagd in uw vraag, hebben de genomen maatregelen voor 64 % betrekking op de ontvangsten en voor 36 % op de uitgaven.

 

Mijnheer Van Hecke, in antwoord op uw vraag kan ik het volgende zeggen. Naast een reeks maatregelen die het structureel saldo verbeteren met een impact van 1,434 miljard euro, werd ook nog een aantal maatregelen met een eenmalige impact genomen. In totaal gaat het om een geraamde impact van 170 miljoen euro. De eenmalige maatregelen voor 170 miljoen euro waarnaar zonet werd verwezen, hebben zowel een impact op het vorderingensaldo als op de schuldgraad, maar ze kunnen niet als structureel bestempeld worden.

 

Daarnaast heeft de regering ook beslist om de nodige maatregelen te nemen om de schuldgraad onder de 100 % te brengen. Hier spreekt men dus van maatregelen zonder directe impact op het vorderingensaldo, maar met een impact op de schuldgraad. Voor dit laatste punt besliste de regering dat tegen eind juni 2013 de potentiële maatregelen geïdentificeerd zullen worden die het mogelijk maken de schuldgraad van de Belgische overheid onder de 100 % te houden.

 

De eerste minister, de minister van Financiën en de minister van Begroting werden verzocht om voorstellen daartoe voor te bereiden. Het is dus niet alleen voorbarig om nu reeds aan te geven welke maatregelen juist zullen worden doorgevoerd. In bepaalde gevallen kan het publiek maken van dergelijke maatregelen ook negatieve effecten hebben.

 

Voor alle duidelijkheid en om te antwoorden op de vraag van de heer Vandeput over de schuldgraad na de begrotingscontrole, kan ik stellen dat indien men de ramingen gehanteerd door het monitoringcomité aanpast aan het saldo van 2,46 % van het bbp en indien men rekening houdt met de recentste ramingen van de FOD Financiën betreffende de uitgiftepremies uitgevoerd door het Agentschap van de Schuld, men een schuldgraad van 100,4 % bekomt.

 

Inzake de vermindering van de primaire uitgaven en de vraag van de heer Vandeput met betrekking tot de datum waarop de FOD’s en de POD’s konden beschikken over kredieten van de initiële begroting, kan ik u meedelen dat de initiële begroting 2013 definitief werd vrijgegeven voor de departementen op 29 maart 2013.

 

De vrijgave ging samen met het van toepassing worden van een nieuwe circulaire inzake budgettaire behoedzaamheid.

 

Voici quelques éléments relatifs à la réduction des dépenses primaires, qui sont reprises dans le tableau que je vous ai remis. Cette diminution est en rapport avec la révision à la baisse des estimations quant à l'inflation concernant les organismes d'intérêt public et assimilés. Le montant est de 3,2 millions. La modification avait déjà été opérée par le comité de monitoring à hauteur de 26,5 millions à l'égard des SPF et des SPP, mais pas pour les organismes d'intérêt public et assimilés.

 

Trois millions d'euros portent sur le taux de change, qui est plus favorable et qui se base sur un cours moyen de 1,3 dollar par euro.

 

Quatre millions concernent Fedasil. C'est une économie supplémentaire qui est plus exactement de 3,963 millions d'euros.

 

Pour mémoire, 350 000 euros d'économies portent sur les assurances-hospitalisation. Nous demandons de diminuer les primes en fonction de la suppression des suppléments d'honoraires facturés par les médecins hospitaliers pour les chambres à deux lits en cas d'hospitalisation classique.

 

Trente millions d'euros d'efforts supplémentaires sont demandés au Groupe SNCB par rapport à l'initial. En aucun cas, les économies ne pourront conduire ni à une réduction de l'offre de service public ni à une augmentation de la dette du groupe.

 

Vingt-cinq millions d'économies sont attendus dans le domaine de la coopération au développement. Le département devra les ventiler entre les allocations de base dans le cadre de la finalisation administrative du contrôle budgétaire. Le même montant concerne la Défense, qui devra répartir elle-même l'imputation de la mesure dans l'enveloppe qui lui sera attribuée.

 

Il est également prévu une diminution supplémentaire de 0,4 % des crédits de personnel pour un montant de 19,2 millions pour cette année en comparaison avec le budget initial. Les crédits de fonctionnement baisseront de 1 %. Cela représente quatorze millions, hormis pour les institutions biculturelles fédérales.

 

S'agissant des CPAS, nous avons réestimé, en fonction des projections actuelles, les grands postes – revenu d'intégration sociale et loi de 1965. Quelques autres mesures sont prévues.

 

Nous avons décidé une réduction de 91,3 millions de la provision interdépartementale qui s'effectue principalement sur la réserve de 150 millions constituée pour la budgétisation des dépenses, laquelle ne pouvait plus être reportée en 2014. Le contrôle budgétaire a permis de passer en revue les différents postes des dépenses et de réaliser une meilleure estimation des besoins.

 

Treize millions concernent bpost sous réserve de l'approbation du cinquième contrat de gestion par la Commission européenne en matière de réduction de la dotation.

 

Vous aurez constaté que, hormis 170 millions d'effet volume pris en considération par le comité de monitoring, le gouvernement n'a retenu aucune demande nouvelle venant alourdir les dépenses primaires, à l'exception de trois demandes jugées urgentes et impérieuses. Elles vous sont présentées dans le tableau.

 

Il s’agit de 8,3 millions qui concernent le subventionnement du trafic diffus et transport combiné avec une prolongation jusqu'au 30 juin 2013.

 

Au niveau de la Justice, 7,5 millions sont consacrés aux prestations d'aide juridique de deuxième ligne pour la période du 1er septembre 2011 au 31 août 2012, et 6,5 millions aux prestations Salduz pour la période du 1er janvier 2012 au 31 décembre 2012; un million couvre les frais de permanence et frais administratifs.

 

Enfin, il a été décidé de couvrir, avec presque 500 000 euros, le coût supplémentaire occasionné par l'hiver particulièrement rude et la saturation d'accueil du dispositif bruxellois.

 

Ik kom dan bij de niet-fiscale ontvangsten. Er wordt akte genomen van de nieuwe raming van de maatschappij met betrekking tot de gewone en buitengewone dividenden die in 2013 betaald zullen worden. Wat het dividend van Belgacom betreft, leidt de nieuwe raming tot een vermindering van 49,2 miljoen euro in vergelijking met die van het monitoringcomité van maart 2013. Dit is een structurele vermindering.

 

Het aandeel van de Staat in de winst van de Nationale Bank wordt in 2013 vastgelegd op 1 006 261 038 euro. Het betrokken begrotingsartikel wordt verhoogd met 321,4 miljoen euro.

 

Het dividend van BNP Paribas Fortis werd vermeerderd met 12 miljoen euro.

 

Bij het COIV werden, ingevolge de beslissing van het conclaaf in 2012, vijf bijkomende personen aangeworven. Bovendien werd de overheidsopdracht voor de informatica-applicatie gegund waardoor een verbeterd beheer mogelijk wordt. De achterstand die nog steeds gedeeltelijk bestaat, wordt hiermee verder weggewerkt.

 

Zo kom ik tot de vraag van de heer Vandeput met betrekking tot de structurele impact van het aandeel van de Staat in de winst van de Nationale Bank van België.

 

Ten eerste, er moet een onderscheid worden gemaakt tussen structurele maatregelen en maatregelen met een impact op het structureel vorderingensaldo. Het aandeel van de Staat in de winst van de NBB heeft een impact op het structureel vorderingensaldo. Bovendien is het aandeel van de Staat in de winst van de Nationale Bank sinds de laatste vijf jaar positief gestegen.

 

Deze verhoging kan dus ook structureel worden beschouwd. Per definitie zijn dividenden en het aandeel van de Staat in het resultaat van de Nationale Bank volatiel. In haar jaarverslag haalde de Nationale Bank zelf twee belangrijke redenen aan voor het resultaat van 2012.

 

Ik citeer: “In tegenstelling tot het balanstotaal dat daalt, is het gemiddeld uitstaand bedrag van de rentedragende activa toegenomen van 74 miljard euro tot 103 miljard euro. Die toename volgt uit de gemiddeld hogere kredietverlening in het kader van het monetair beleid, in het bijzonder via de herfinancieringstransacties op drie jaar. De aangroei van de volumes werd wel gedeeltelijk gecompenseerd door een daling van de interestvoeten in Europa. Een tweede belangrijke specifieke factor is de toename van het gemiddelde bedrag van de portefeuille van het programma voor de effectenmarkten. Dit laatste werd sterk uitgebouwd in de loop van het boekjaar 2011 en bleef in 2012, aangezien het gaat om effecten die tot de vervaldag worden aangehouden, op een hoog peil.”

 

Er moet worden beklemtoond dat de ontvangsten uit het resultaat van de Nationale Bank samen moeten worden gezien met de impact van de akkoorden die op Europees niveau zijn gesloten om een deel van de ontvangsten die door de nationale banken worden gerealiseerd, terug te storten aan Griekenland.

 

Bij de begrotingscontrole wordt hiertoe in de uitgavenbegroting in een krediet van 130 miljoen euro voorzien, waarvan 102 miljoen in ESR-termen aanrekenbaar is in 2013.

 

À propos de la sécurité sociale, des mesures ont été décidées pour un montant de 108 millions et, en soins de santé, pour 166 millions.

 

Le premier élément vise, en matière d'emploi, un nouvel accord de coopération entre l'autorité fédérale, les Régions et les Communautés pour l'emploi, la formation professionnelle qui donne lieu à une nouvelle méthode de travail lors du suivi du comportement de recherche active des demandeurs d'emploi qui bénéficient d'allocations de chômage. Le suivi commence auprès des services régionaux compétents, doit devenir plus intense, plus adapté aux groupes cibles vulnérables. Les services régionaux compétents pourront de ce fait encore mieux adapter leur accompagnement en fonction des besoins des demandeurs d'emploi concernés. Le nouvel accord de coopération devrait entrer en vigueur le 1er juillet et devrait nous permettre d'atteindre une économie de 6,5 millions de recettes supplémentaires en 2013.

 

Le deuxième élément: par analogie avec ce qui a été décidé pour la prime funéraire dans le secteur privé, l'indemnité funéraire dans le secteur public sera supprimée pour les décès qui auront lieu à partir du 1er juillet 2013 pour les personnes bénéficiant d'une pension de retraite à charge du Trésor public. La cotisation de 0,5 % sur les pensions de retraite à charge du Trésor public sera maintenue et le rendement est aussi de 6,5 millions en 2013. Il sera de 13,5 millions dès 2014.

 

Les dépenses pour les titres-services au cours de l'année 2013 seront réduites de 68 millions d'euros. Les mesures entrées récemment en vigueur et qui ont déjà un impact sensible et structurel sur les dépenses et l'utilisation seront donc davantage mises en exergue. Il s'agit, par exemple, de mieux contrôler l'application de la mesure qui prévoit que 60 % des nouveaux travailleurs dans le secteur doivent être chômeurs ou bénéficiaires du revenu d'intégration sociale. Une circulaire sera transmise aux directeurs des agences de l'ONEM, aux inspecteurs des différents services d'inspection et la commission d'agrément des titres-services.

 

En vue de lutter encore plus efficacement contre la fraude sociale dans le système des allocations familiales pour les salariés, une série de mesures sera mise en place. Grâce notamment au data mining, on contrôlera mieux les usages abusifs en matière d'allocations familiales. L'ensemble de ces mesures vise une économie nette de 13,3 millions d'euros pour 2013, 27,6 millions d'euros pour 2014.

 

C'est aussi pour l'ensemble des enveloppes bien-être, une différence entre le montant budgété à l'initial et le montant effectivement consommé de 14 millions d'euros.

 

De regering beslist om ook in de gezondheidszorg structurele maatregelen door te voeren. In november werd al een inspanning van 425 miljoen euro gerealiseerd. Bij de begrotingscontrole werd een bijkomende inspanning van 166 miljoen geleverd.

 

Hierbij werden drie basisprincipes gehuldigd, namelijk dat de portefeuille van de patiënt, de kwaliteit van de zorgverlening en de werkgelegenheid worden gespaard. De besparingen betreffen een vermindering van de betaalde forfaits door de extramurale laboratoria voor klinische biologie, het afschaffen van een apart tarief voor een elektrocardiogram bij hospitalisatie, het in lijn brengen van de terugbetaling van de anticholesterolmedicijnen en een vermindering van het geneesmiddelenforfait in ziekenhuizen.

 

À propos des recettes fiscales, vous aurez vu dans le tableau qu'il y a d'abord trois lignes d'impôts indirects, pour 114 millions. Il s'agit des accises sur le tabac, qui sont augmentées à concurrence de 50 millions, du droit fixe d'enregistrement par acte enregistré, qui est porté de 25 à 50 euros et qui rapportera donc 15,7 millions, du droit d'enregistrement sur emphytéose et le droit de superficie, qui sont portés de 0,2 à 2 %, à l'exception des ASBL pour lesquelles ce droit ne sera porté qu'à 0,5 %, mesure qui devrait rapporter 48,6 millions.

 

Vient ensuite un certain nombre de mesures. La première est une mesure anti-abus liés aux intérêts notionnels. Les placements importants et ceux détenus pendant plus d'un an bénéficient actuellement d'un double avantage par la déduction des revenus qui en découlent au titre de revenus définitivement taxés et par l'incorporation de ce montant dans la base de calcul des intérêts notionnels. Cet avantage disparaîtra dès l'exercice d'imposition 2014. Le montant du placement ne sera incorporé dans la base de calcul des intérêts notionnels que s'il ne satisfait pas aux conditions en matière de déduction en tant que revenu définitivement taxé. C'est une mesure estimée à 30 millions.

 

Nous avons ensuite décidé un nouveau taux général de boni de liquidation. Il s'agit d'un taux applicable aux bonis de liquidation, porté de 10 à 25 % à partir du 1er octobre 2014. Les réserves imposées peuvent être incorporées avant cette date dans le capital au taux actuel de 10 % - ce qui est également une nouveauté – afin de renforcer les fonds propres de nos entreprises. Et en cas de réduction du capital ultérieure, ces réserves incorporées sont imposées au taux de 15 % (25-10) et si elles sont reprises respectivement au cours de la troisième, de la quatrième, de la cinquième année suivant l'incorporation – ce qui incite à les laisser dans le capital de l'entreprise -, elles seront imposées respectivement au taux de 10, 7, 5 et enfin de 0 % à compter de la cinquième année. Cette mesure devrait rapporter 80 millions.

 

La mesure suivante, qui est l'encouragement de nouveaux capitaux dans nos entreprises, devrait rapporter 10 millions. Vous savez que le précompte mobilier sur les dividendes est de 25 %. Pour renforcer les fonds propres des PME, le précompte mobilier sur les dividendes d'actions nominatives, lorsqu'il est prouvé qu'elles sont détenues de façon ininterrompue par l'investisseur, diminuera progressivement au fil des années.

 

En ce qui concerne la circulaire TVA "voitures de société", nous attendons une recette de 115 millions. En décembre dernier, le SPF Finances a décidé de limiter, via une circulaire, le droit à la déduction de la TVA relative aux biens d'investissement en cas d'usage mixte. L'administration autorise donc une méthode alternative pour déterminer forfaitairement l'usage professionnel réel. Il s'agit en fait d'une diminution de la déductibilité de la TVA sur ces biens d'investissement.

 

Enfin, la mesure concernant le précompte mobilier sur les fonds de pension étrangers vise à combattre l'abus d'utilisation de ces fonds étrangers afin de jouir d'une renonciation du précompte immobilier. Cette mesure devrait rapporter 15 millions.

 

Voilà pour les recettes fiscales.

 

Inzake de begrotingsbehoedzaamheid merk ik op dat de kredieten voor de begroting 2013 gedeeltelijk worden vrijgemaakt. De grootte van dat deel hangt af van het soort krediet. Deze gedeeltelijke vrijmaking resulteerde in een administratieve blokkering ten belope van 400 miljoen euro aan kredieten.

 

Bij de uitvoering van hun personeelsplan zullen de departementen er dus voor zorgen dat niet meer dan 98 % van de op de begroting 2013 ingeschreven kredieten worden aangewend. Het voorgaande geldt niet voor de entiteiten die aan een uitzondering onderhevig zijn.

 

De werkingskredieten worden ten belope van 85 % vrijgemaakt. De investeringskredieten die niet in het investeringsprogramma zijn opgenomen, worden ten belope van 80 % vrijgemaakt. De kredieten die in het investeringsprogramma zijn opgenomen, worden ten belope van 59,45 % vrijgemaakt.

 

Vóór 19 april 2013 zullen de bedoelde diensten aan de FOD Budget en Beheerscontrole voor hun vastleggingen en vereffeningen een tijdschema voorleggen. Daarin zullen zij aantonen dat zij aan de verplichte en onvermijdbare uitgaven voorrang verlenen. De bij het departement geaccrediteerde inspecteur van Financiën gaat na of er onder de geblokkeerde kredieten geen uitgaven zijn die duidelijk verplicht of onvermijdbaar zijn. Hij gaat zulks per basisallocatie en niet per dossier na.

 

Bij deze begrotingsbehoedzaamheid wordt een procedure van bewaking van het verbruik van de kredieten en van de verbruiksvooruitzichten ingesteld.

 

De instellingen van openbaar nut en gelijkgestelde instellingen die van de federale overheid afhangen, moeten ook een bijkomende onderbenutting van 134,7 miljoen euro realiseren. Deze onderbenutting zal in dezelfde, gedeeltelijke vrijmakingen resulteren en zal slecht gelden voor het deel van de uitgaven dat door een dotatie van de federale overheid wordt gedekt. Voor deze onderbenutting wordt eveneens voorzien in een driemaandelijkse follow-up.

 

De totale onderbenutting wordt op 110,2 miljoen euro vastgelegd. Een prospectieve en driemaandelijkse evaluatie zal de realisatiegraad van de globale onderbenutting controleren. Indien nodig, zullen verbeteringsmaatregelen worden voorgesteld.

 

Wat de usurperende bevoegdheden betreft, de besparing opgenomen in het regeerakkoord inzake de usurperende bevoegdheden werd in het kader van de begrotingscontrole bevestigd en bedraagt 300 miljoen euro in 2013. In 2012 heeft de interministeriële conferentie Financiën en Begroting akte genomen van de besparingsvoorstellen die de federale regering inzake de usurperende bevoegdheden en het responsabiliseringsmechanisme heeft voorgelegd.

 

Op vrijdag 19 april zullen de eerste minister en de ministers-presidenten van de deelstaten elkaar treffen om de werkzaamheden voort te zetten. De voorstellen luiden als volgt: de overdracht naar de Gemeenschappen en Gewesten van enkele bevoegdheden inzake Ontwikkelingssamenwerking; subsidies aan de Stichting Biermans-Lapôtre, aan de coördinatie van ngo’s voor de rechten van het kind en aan de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind; de uitbetaling van de vakbondspremie aan de ambtenaren van de deelstaten. Het doel is de deelstaten te responsabiliseren voor de uitgaven, op basis van hun activiteiten.

 

De voorstellen in het kader van de responsabilisering van de overheid voor de uitgaven met betrekking tot hun gebied betreffen, ten eerste, de achterstand inzake de responsabilisering voor de pensioenen voor de jaren 2003 tot 2011 en, ten tweede, de Belgische deelname aan de financiering van de Europese Unie.

 

Inzake de verdeling van de 300 miljoen voor de usurperende bevoegdheden heeft de federale regering reeds de volgende onderdelen vastgelegd. De overheid zal ten minste 360 miljoen euro uit de veiling van de 800 MHz-licenties moeten ontvangen. Daarvan zal 72 miljoen bijdragen aan het realiseren van de doelstelling om 300 miljoen euro op de usurperende bevoegdheden te besparen.

 

Wat de arbeidsongevallen betreft, komt het de Gemeenschappen en Gewesten toe om zelf te bepalen via welke instelling zij de vergoeding voor de arbeidsongevallen wensen uit te keren. Indien zij ervoor opteren de vergoeding te laten uitkeren door de federale overheid, dan zullen zij vanaf 1 juli 2013 een kostendekkende bijdrage moeten betalen.

 

Dit bedrag zal bijdragen tot het bereiken van de doelstelling om 300 miljoen euro op de usurperende bevoegdheden te besparen. Er zal met deze verminderde uitgave van 29 miljoen euro op jaarbasis voor de verwezenlijking van de doelstelling inzake de usurperende bevoegdheden worden rekening gehouden.

 

Ten slotte, als antwoord op de specifieke vraag met betrekking tot Ontwikkelingssamenwerking, het is niet de bedoeling van de regering om de voormelde kredieten in een keer af te schaffen, maar wel om ze gedurende een periode van bijvoorbeeld drie jaar te doen afnemen op federaal vlak, zodat de Gemeenschappen en de Gewesten de tijd hebben om maatregelen te nemen om de bevoegdheid eventueel met hun eigen kredieten verder uit te oefenen.

 

Voilà, monsieur le président, ce que je souhaitais vous dire. Bien entendu, au cours du mois de mai, nous reparlerons de tous ces éléments, puisque nous déposerons à la fin de ce mois les documents budgétaires nécessaires au débat relatif à cet ajustement. Pour les questions plus techniques, je me permets de vous renvoyer vers les ministres concernés, qu'il s'agisse des recettes fiscales, des mesures de santé publique et de sécurité sociale ou encore des économies en dépenses primaires.

 

02.07  Hagen Goyvaerts (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor uw uitvoerig antwoord.

 

Ik zal mij beperken tot een aantal replieken en bedenkingen. Pasen ligt al veertien dagen achter ons. Ik stel vast dat de structurele maatregelen beter verstopt zijn dan de eieren van de paashaas.

 

Inzake nieuwe belastingen en het verhogen van bestaande belastingen zijn wij terechtgekomen in een semantische discussie, maar daar komt er nu nog een bij, namelijk de invulling en definitie van wat een structurele maatregel is.

 

Er is een verschil tussen een structurele maatregel en een maatregel die het structureel saldo verbetert. Door de manier waarop deze regering met het begrip “structurele maatregel” omgaat, wordt het er niet gemakkelijker op om een klare kijk te houden.

 

Ik ben uitermate benieuwd hoelang deze regering – ze heeft wel geen lang leven meer beschoren, want binnen een jaar zijn er verkiezingen – in haar begrotingsopmaak en begrotingscontrole zal kunnen werken met meevallers en technische ingrepen.

 

Ik stel vast dat er over de fundamenten van uw begroting, zijnde de budgettaire uitdagingen inzake de kostprijs van de vergrijzing, de betaalbaarheid van de pensioenen en de structurele afbouw van de staatsschuld, toch nog een flou artistique bestaat.

 

Ik heb de eerste minister vorige woensdag in het Adviescomité voor Europese Aangelegenheden horen verklaren dat wat de schuldafbouw betreft het minimum minimorum het behoud van het huidige peil is, zonder te zorgen voor een sneeuwbaleffect naar boven toe. Dat zou er nog aan moeten mankeren. Ik blijf daar op mijn honger zitten.

 

Ik stel ook vast dat deze begrotingscontrole heeft gediend om de regering-Di Rupo I bij mekaar te houden, in het zadel te houden en de levensduur ervan te verlengen.

 

Ik ben van oordeel dat achter deze begrotingscontrole niet direct een visie schuilt, niet op korte of middellange termijn, laat staan op lange termijn. Het is dus weer een operatie geworden van doorschuiven en uitstellen.

 

Als ik de minister van Financiën dan hoor verklaren dat de zware ingrepen voor september zijn gepland, en ik neem aan dat hij met inzicht en met volledige kennis daarover kan oordelen, houd ik mijn hart vast. Zoals dat met alle begrotingscontroles het geval is, zal dit ook een vervolgverhaal worden, dus ik ben heel benieuwd naar de volgende etappe in deze begrotingscontrole.

 

Zoals ik heb gezegd, denk ik dat dit allemaal de bedoeling heeft om de samenhang binnen deze regering naar buiten uit te camoufleren en te hopen dat ze de deadline van mei 2014 haalt; vandaar dus de doorschuif- en uitsteloperatie als een samenvatting van uw begrotingscontrole.

 

02.08  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ook ik dank u voor uw zeer uitgebreid antwoord. Erg veel wijzer zijn we echter niet geworden over wat nu de echte structurele maatregelen zijn. U vindt iets nieuws uit, een maatregel met een impact op het structureel vorderingssaldo. Dat wordt in de pers ook voorgesteld als een structurele maatregel. Hoeveel nieuwe termen kan men op den duur nog uitvinden?

 

Dan komen we bij het verhoogd dividend van de Nationale Bank van België. Is dat nu structureel of niet? U geeft die uitleg over een maatregel met impact op het structureel vorderingssaldo. Ik wil best wel. U zegt dat het de jongste tijd stijgt en dat die stijging dus ook wel structureel zal zijn. Zo kan men natuurlijk heel veel zaken als structureel gaan bestempelen.

 

Wat voor mij niet helemaal duidelijk is, is of de besparing bij de NMBS nu ook structureel is of niet. Is dat een definitieve verlaging? Is het een besparing op de investeringen of op de werkingsmiddelen? Dat is mij niet helemaal duidelijk. Ik weet niet of u daarop geantwoord hebt. U weet het niet? Dan zal ik het de bevoegde minister moeten vragen. Als zo’n maatregel wordt genomen, lijkt het mij evident dat men weet of er op het investeringsbudget wordt bespaard dan wel op de werkingsmiddelen. Dat is immers niet onbelangrijk.

 

Wat de eenmalige maatregelen betreft, de one shots, zegt u dat het voorbarig is om al mee te delen wat er in dat pakket van ongeveer een miljard zal zitten. In ieder geval weten we dat veel van deze maatregelen op lange termijn ook geld zullen kosten. We zien bijvoorbeeld een aantal cijfers als de regering ervoor zou kiezen om het belang in Belgacom te verminderen. We zien nu al dat het dividend vermindert en u zegt dat het een structurele vermindering is. Als we ons aandeel in Belgacom verminderen, dan zal die structurele vermindering uiteraard nog structureler zijn. Dat wil eigenlijk zeggen dat we een beslissing van nu in de toekomst cash zullen betalen. Voor BNP Paribas hebben we 12 miljoen euro meer dividend volgens deze cijfers. Ik ga niet zeggen dat dit de kip met het gouden ei is, maar het is toch iets wat misschien regelmatig geld zal opbrengen. Als we ook daar zouden beslissen om in te grijpen in ons aandeel, dan zal dat op termijn ook effect hebben op de jaarlijkse inkomsten. Ik zie hier dus geen visie op lange termijn. Het gaat om het doorschuiven van kosten, het doorschuiven van lasten.

 

Wat men echter niet doet, wat we eigenlijk wel hadden verwacht, is echt structurele maatregelen nemen, bijvoorbeeld een lastenverschuiving die geen geld hoeft te kosten als men correct verschuift. Een daling van de kosten voor arbeid kan bijvoorbeeld door een verschuiving naar meer lasten op kapitalen.

 

Mijnheer de minister, mijn conclusie is dan ook dat de begrotingscontrole aantoont dat er een vrij visieloze oefening is gemaakt en dat er geen langetermijnperspectief is.

 

02.09  Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik dank de minister voor zijn uitvoerig antwoord. In tegenstelling tot bij de vorige sprekers is mij wel heel veel duidelijk geworden uit het lange antwoord van de minister.

 

Twee derde van de oefening gaat immers opnieuw over ontvangsten en slechts een derde over besparingen, die dan nog voornamelijk boekhoudkundig zijn en neerkomen op het vooruitschuiven van uitgaven naar de toekomst. Het is ook opnieuw duidelijk dat er geen aanzet wordt gegeven om de echte problemen waarmee wij kampen aan te pakken, zoals de vergrijzing en de loonkosten. Het is voorts ook belangrijk op te merken dat de regering zegt dat de schuldgraad onder controle zal worden gehouden en dat de bedoeling is dat hij onder de 100 % zakt. Als wij dat minimaal bekijken, dus met een schuldgraad die zakt tot 99,9 %, spreken wij over een toverhoed die zal zorgen voor 2 miljard extra.

 

Naast de algemene verduidelijkingen die de minister expliciet in zijn antwoord heeft gegeven, wordt er mist gespuid door woordengoochelarij rond structurele maatregelen. Het is misschien belangrijk, collega’s, mijnheer de voorzitter, dat wij zeggen wat wij juist bedoelen met structureel, wat volgens ons ook de interpretatie van Europa is en welke interpretatie ons land nodig heeft om de uitdagingen van de toekomst aan te kunnen. Structurele maatregelen zijn maatregelen die dit jaar effect hebben en ook de volgende jaren effect zullen hebben. Als wij de opsomming van alle maatregelen bekijken, zien wij dat er best wel wat structurele maatregelen – volgens onze definitie – bij zijn, zij het dat de enige structurele maatregelen opnieuw verhogingen van inkomsten en van belastingen zijn. Net dat hebben wij vandaag niet nodig.

 

02.10  Olivier Destrebecq (MR): Monsieur le président, je voudrais à mon tour remercier M. le ministre pour cette réponse on ne peut plus complète. Nous sommes vraiment rentrés dans l'ensemble des points soulevés par mes collègues et moi-même. Après cette période de congés, et avant de pouvoir analyser plus précisément les différents thèmes abordés, il était bien de faire le point sur la situation de cet ajustement budgétaire.

 

En ce qui me concerne, je voudrais relever quelques éléments qui me semblent intéressants. Comme vous l'avez dit, monsieur le ministre, je pense que l'exécution d'un budget est tout aussi importante que les mesures que l'on a pu dédier à celui-ci. Nous revenons une nouvelle fois sur l'importance et la régularité des ajustements budgétaires.

 

Certains ont relevé les réflexions de M. Van Rompuy. J'aurais voulu à mon tour féliciter le gouvernement pour l'accord trouvé avec le commissaire européen, notamment via la réduction de 1 % du taux d'endettement. Cela nous permet, malgré le maintien de l'objectif final, d'assouplir et fort probablement d'assurer une digestion plus aisée.

 

Enfin, je voudrais également mettre en évidence l'attention toute particulière que vous avez portée justement sur ces mesures structurelles dans le cadre d'un ajustement budgétaire et non pas dans le cadre de la réalisation d'un budget, ce qui me semble tout à fait différent.

 

En guise de conclusion, il est vrai que je suis peut-être un peu resté sur ma faim par rapport à l'explication insuffisamment détaillée des différentes mesures fiscales innovantes. Il est vrai que nous ne sommes dans le cadre ni d'un débat ni d'un mini-débat: il ne s'agit que d'une question orale.

 

Je ne manquerai pas d'interroger votre collègue ministre des Finances pour de plus amples explications concernant ces diverses mesures. Je pense notamment aux PME. M. le président nous a tout à l'heure parlé des charges qui pèsent sur le travail et les entreprises. Cela vaudra la peine de discuter de toutes ces mesures, notamment avec le ministre des Finances.

 

02.11  Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, in mijn eigen repliek wil ik verwijzen naar de verklaring van de voorzitter van de Europese Raad, de heer Van Rompuy. U geeft aan zijn verklaring een interpretatie. Misschien kunt u daarover best toch nog eens met hem spreken. Ik kan mij immers moeilijk inbeelden dat hij bedoeld heeft dat de verantwoordelijkheid uitsluitend gelegd wordt bij de vorige regeringen. Ik herinner mij namelijk dat hij zelf premier geweest is in de betrokken periode en ik herinner mij ook nog dat er een begroting voor twee jaar opgesteld werd, namelijk voor 2010 en 2011.

 

Onze fractie heeft enkele maanden geleden gesteld dat het wenselijk zou zijn om ook voor de jaren 2013-2014 een gemeenschappelijke begroting op te maken teneinde in een aantal structurele maatregelen voor de toekomst te kunnen voorzien. De begroting van 2014 blijft voor ons dus een prioriteit.

 

Ik verwijs ook naar de bespreking van het eerste punt, namelijk de adviezen van de Nationale Bank. Ik hoop dat met de aanbevelingen van de Nationale Bank rekening gehouden zal worden.

 

Over de begrotingsaanpassing zelf kan ik het volgende zeggen. Wij zijn tevreden over het eindresultaat, vermits er toch een structurele vermindering van het tekort met 1 % gerealiseerd is.

 

Ik denk dat ik daarmee dit onderwerp kan afsluiten.

 

Mijnheer Dedecker, als voorzitter van deze commissie kan ik u het woord niet verlenen. Ik heb mij laten informeren. Het Reglement van de Kamer voorziet niet in die mogelijkheid. U had wel het woord kunnen krijgen als de heer Maingain zijn interpellatie had gehouden, maar die interpellatie is uitgesteld.

 

02.12  Jean Marie Dedecker (LDD): Vandaar dat ik hier aanwezig ben.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van de heer Steven Vandeput aan de minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging over "de stand van zaken bij de voorbereiding van sommige entiteiten op de comptabiliteitswet van 22 mei 2003" (nr. 17181)

03 Question de M. Steven Vandeput au ministre du Budget et de la Simplification administrative sur "la situation en ce qui concerne la préparation de certaines entités à la loi sur la comptabilité du 22 mai 2003" (n° 17181)

 

03.01  Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de minister, het Rekenhof ging in zijn 169e boek na in welke mate de FOD Budget en Beheerscontrole gevolg gaf aan de aanbevelingen die het Rekenhof had geformuleerd naar aanleiding van het onderzoek in 2010 naar de voorbereiding van 67 entiteiten op de toepassing van de comptabiliteitswet van 22 mei 2003.

 

Het Rekenhof merkt op dat u zo vlug mogelijk duidelijkheid moet scheppen via een indicatieve lijst van instellingen over de juiste toepassingssfeer van de nieuwe wetgeving. Ook mag de FOD niet verkeerdelijk de indruk wekken dat parallelle boekhoudsystemen mogen blijven bestaan.

 

Naast de algemene boekhouding moet er ook oog zijn voor de begrotingscomponent van het nieuwe boekhoudsysteem. Voorts moet de juistheid gewaarborgd worden van de cijfers die de entiteiten moeten leveren met het oog op de consolidatie van de jaarrekening van de federale Staat via kwaliteitsvolle controlemaatregelen.

 

Er moet ook worden onderzocht of het boekhoudkundig draagvlak van de entiteiten kan worden versterkt door de oprichting van een centrale boekhouddienst, wat misschien kosten bespaart.

 

Ten slotte moet er permanent worden opgevolgd welke vooruitgang de entiteiten maken op het vlak van de aanpassing aan de nieuwe boekhoudkundige regels.

 

Mijnheer de minister, die vaststellingen brengen mij tot de volgende vragen.

 

Wat is de stand van zaken naar aanleiding van de aanbevelingen en opmerkingen van het Rekenhof? Welke concrete acties hebt u sindsdien ondernomen? Welke acties zult u nog ondernemen, opdat de entiteiten de wet van 22 mei 2003 zouden toepassen?

 

Zal elke entiteit haar boekhouding kunnen behouden? Welke entiteiten stappen mee in het project FEDCOM? In zijn beleidsnota stelde de staatssecretaris die bevoegd is voor de Regie der Gebouwen, bijvoorbeeld, dat er een nieuw boekhoudpakket zal worden gebruikt. Lijkt het u niet eenvoudiger dat de Regie der Gebouwen mee in FEDCOM stapt? Om welke redenen gebeurt dat niet?

 

03.02 Minister Olivier Chastel: We zijn er ons zeer sterk van bewust dat de lijst moet worden gepubliceerd. De lijst van de instellingen wordt sterk beïnvloed door ESR 95. Het Instituut voor de Nationale Rekeningen bepaalt immers jaarlijks welke instellingen al dan niet tot de overheidssector behoren. Het is dus mogelijk dat het statuut van een instelling wijzigt in de loop van de jaren. Op het ogenblik wordt onderzocht of de administratieve definitie conform de toepassingswet van 2003 kan worden afgestemd op de statistische definitie, de perimeter gehanteerd door het INR.

 

In april 2011 heeft de FOD Budget en Beheerscontrole een eerste informatievergadering voor de betrokken instellingen belegd; de meest recente vergadering vond plaats op 26 maart 2013, waarbij meer uitleg werd gegeven over de wetgeving en de mogelijke wijzigingen. In de tussenperiode werden verscheidene vergaderingen van technische werkgroepen georganiseerd, die hebben gewerkt aan het opzetten van de consolidatietechnieken en –principes bij FEDCOM SAP. In eerste instantie vraagt de federale overheid de instellingen immers de cijfers van hun bestaande boekhouding om te zetten naar de rekeningen van de overheidsboekhouding. De instellingen moeten hun cijfers zodanig leveren, dat ze op te nemen zijn in het rekeningstelsel van FEDCOM. Die oefening dient tevens als basis voor het opzoeken en uitklaren van de verschillen tussen het rekeningstelsel dat de instellingen gebruiken die betrokken zijn bij de technische test en het rekeningstelsel in gebruik bij de overheid. Dat is een frequente praktijk voor Belgische ondernemingen, die ook hun cijfers moeten leveren voor consolidatie met de cijfers van een buitenlands moederbedrijf.

 

Ten derde, ter gelegenheid van een volgende programmawet zal ik aan de commissie voorstellen om de toepassing van de wet voor de instellingen bedoeld in artikel 2.2 tot 4, met een jaar uit te stellen. Ik overweeg ook om voor te stellen om kleine instellingen niet te onderwerpen aan de volledige wetgeving, maar hen toe te laten een eenvoudige oplossing te gebruiken die uiteraard moet garanderen dat de gegevens kunnen worden geconsolideerd en die voldoende garanties biedt op het vlak van de financiële controle.

 

Ten vierde, er is geen verbod om een eigen boekhouding en eigen software te behouden. Factoren die bepalen of zij een eigen pakket gebruiken, zijn voornamelijk de kostprijs van de software, de kostprijs van de consultants die het invoeren van de software ondersteunen, de kostprijs van de hardware, de netwerktechnologie die eventueel nodig is om te komen tot een gemeenschappelijk platform en de mogelijkheid van de software om vanuit het pakket meerdere rekeningstelsels te ondersteunen. In dat geval is het immers mogelijk software te gebruiken die bestemd is voor het bedrijfsleven, waarbij dan op regelmatige basis een rapport wordt aangeleverd voor consolidatie naar de overheidsboekhouding. Deze laatste techniek is in gebruik bij het bedrijfsleven wanneer een bedrijf werkt volgens de regels van een bepaald land en met dezelfde software consolidatiecijfers levert aan een bedrijf in het buitenland.

 

Ten vijfde, tot op heden is één entiteit, namelijk het Internationaal Perscentrum, bij wijze van proef mee opgenomen in FEDCOM. De voornaamste reden hiervoor was dat de licentie voor het gebruik van het vorige programma verviel en dat het personeel dat de boekhouding doet voor het IPC via de toepassing van FEDCOM, binnen de Kanselarij de gewoonte heeft om met FEDCOM te werken.

 

Ten zesde, met de invoering van FEDCOM in de verschillende diensten van het centraal bestuur is bewezen dat FEDCOM heel wat verschillende organisaties aankan. Een beslissing van de Ministerraad in 2004 beperkte het verplichte gebruik van FEDCOM tot de diensten vermeld onder artikel 2.1. Daaraan werd dan ook prioriteit gegeven. Het spreekt voor zich dat er economische voordelen zijn bij het gebruik van FEDCOM door andere instellingen. De voornaamste schaalvoordelen liggen bij het deel van het serverpark voor het systeem, bij de aankoop van de software en bij het gecentraliseerd onderhoud nadien.

 

Vermits de invoering van FEDCOM een project is dat bij een organisatie zoals de Regie der Gebouwen gemakkelijk een jaar in beslag neemt, is het aangewezen daarvoor met een consultancyopdracht te werken. Het onderhoud van het systeem zal dan door de diensten van de FOD B&B kunnen worden opgenomen.

 

De diensten van de Federale Accountant hebben een aantal werkvergaderingen gehad over de mogelijke uitrol van FEDCOM bij de Regie der Gebouwen.

 

Zoals ook reeds was aangegeven, was het de oorspronkelijke opdracht om FEDCOM te implementeren voor de FOD’s, de POD’s en de federale politie. Ook het oorspronkelijk consultatiecontract beperkte zich tot deze perimeter. Er werd dan ook absolute voorrang gegeven aan het realiseren van deze doelstelling.

 

Het is moeilijk aan te geven of dit de reden is waarom de werkvergaderingen nooit zijn uitgemond in een concrete en directe vraag van de Regie der Gebouwen om FEDCOM te implementeren.

 

03.03  Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord. Ik denk dat uw antwoord duidelijk is op het einde en daardoor een beetje jammerlijk is begonnen. Ik meen dat het duidelijk is dat de intrede van FEDCOM een aantal economische voordelen en schaalvoordelen kan hebben. Er zijn ook een heel aantal technische voordelen. Ik denk alleen al aan het feit dat de informatie beschikbaar is in de vorm waarin ze beschikbaar moet zijn voor de consolidatie.

 

In die zin begrijp ik niet dat u als bevoegd minister niet meer druk zet op al die entiteiten om dit systeem verplicht te implementeren in het kader van de juistheid van de gegevens en de economische voordelen die eraan verbonden zijn.

 

Ik denk dat dit in de toekomst alleen maar voordelen kan hebben. Vermits deze regering op zoek zal moeten blijven gaan naar structurele besparingen, kan dit er een zijn. De zaken globaliseren en gebruikmaken van schaalvoordelen: dat zijn structurele maatregelen die mogelijk zouden moeten zijn.

 

Ik begrijp dan ook niet dat dit allemaal zolang moet duren. Ik begrijp ook niet dat een systeem waarvoor de overheid enige tijd geleden heeft gekozen en dat heel veel geld heeft gekost op een veel te trage, te moeizame manier wordt uitgerold.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van de heer Carl Devlies aan de minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging over "een intern stabiliteitspact" (nr. 17264)

04 Question de M. Carl Devlies au ministre du Budget et de la Simplification administrative sur "un pacte de stabilité interne" (n° 17264)

 

04.01  Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, tijdens de Europese Top van 31 oktober 2011 werd overeengekomen dat alle lidstaten van de eurozone de regels van het stabiliteits- en groeipact in structureel opzicht in hun nationale wetgeving zouden omzetten, bij voorkeur op constitutioneel of vergelijkbaar niveau.

 

Iedere overheid draagt verantwoordelijkheid voor een duurzame begroting. Wanneer de gezamenlijke overheid de Europese doelstellingen niet nakomt, wordt de Belgische federale overheid aangesproken.

 

Mijnheer de minister, u toonde zich voorstander van het voorstel om onder andere het omgaan met Europese boetes in een wettelijke basis te gieten, zodat de overheid die voor de niet-naleving van de Europese verplichtingen verantwoordelijk is, de boetes betaalt.

 

In het verleden was er reeds een vorm van intern stabiliteitspact. Het samenwerkingsakkoord van 16 december 2009 tussen de verschillende overheden legde de engagementen voor de jaren 2009 en 2010 vast.

 

Zowel het IMF als de Hoge Raad van Financiën bevelen in hun recente rapporten overleg aan tussen de verschillende overheidsniveaus, teneinde tot een samenwerkingsakkoord te komen.

 

Wij hebben enkele maanden geleden tijdens vorige commissievergaderingen over deze onderwerpen reeds van gedachten gewisseld.

 

Ten eerste, graag had ik nu de stand van zaken inzake het desbetreffende wetsontwerp vernomen.

 

Ten tweede, wat lijkt u de uiterste datum van indiening, gelet op de Europees vastgelegde omzettingstermijnen?

 

Ten derde, wanneer is een overleg gepland met de verschillende overheden van de Entiteiten I en II?

 

Ten vierde, zal u in de richting van een formeel intern stabiliteitspact werken?

 

04.02 Minister Olivier Chastel: Mijnheer Devlies, ik geef u de stand van zaken voor het wetsontwerp over de schuldenrem. Volgens artikel 14 van het verdrag treedt het verdrag in werking op 1 januari 2013, op voorwaarde dat twaalf van de verdragsluitende partijen uit de eurozone hun akte van bekrachtiging hebben ingediend. Aangezien Finland op 21 december 2012 als twaalfde lidstaat van de eurozone het verdrag heeft bekrachtigd, is het verdrag op 1 januari 2013 in werking getreden. Dat betekent dat de regels zoals bedoeld in artikel 3 op 1 januari 2014 van kracht worden in de interne rechtsorde van de verdragsluitende partijen die het verdrag hebben bekrachtigd.

 

Een staat die het verdrag, bijvoorbeeld, in december 2013 ratificeert, zal dus geen jaar de tijd hebben voor de omzetting en zal erop moeten toezien dat de in artikel 3 bedoelde regels inzake de begrotingsdiscipline in zijn intern recht van kracht worden vanaf 1 januari 2014.

 

In België is het verdrag tot nu toe alleen door het Vlaams Gewest geratificeerd. Voor alle andere deelgebieden, alsmede voor de federale overheid, is de ratificatie nog aan de gang. Het is niet evident om op korte termijn budgettaire regels in de Grondwet in te schrijven, aangezien de verklaring tot herziening van de Grondwet van 7 mei 2010 veeleer beperkt is voor titel V met betrekking tot de financiën. Zij werd niet of nauwelijks uitgebreid door de overgangsbepaling die in artikel 195 werd ingelast. Een mogelijke oplossing kan erin bestaan de evenwichtsregel in te schrijven in de bijzondere financieringswet. De timing moet aan bod komen in de ruimere discussie met de Gemeenschappen en Gewesten over de aanpassing van de financieringswet.

 

Tot slot werd gisteren, 16 april, een nieuwe overlegvergadering met de administraties van de gefedereerde entiteiten georganiseerd. De vergadering moet uitmonden in een rapport van de interfederale werkgroep aan de interministeriële conferentie Financiën en Begroting. Die interministeriële conferentie kan dan in de loop van de maand mei vergaderen over het onderwerp.

 

Het is duidelijk dat België in de toekomst enkel zal kunnen voldoen aan de vereisten van de Europese regels mits een goede samenwerking en duidelijke afspraken. Het is ook duidelijk dat bepaalde zaken wettelijk zullen moeten worden verankerd.

 

04.03  Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord en de zeer recente informatie.

 

Ik kijk uit naar de bijeenkomst van mei en veronderstel dat u de commissie verder op de hoogte zult houden.

 

04.04 Minister Olivier Chastel: Ja.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.49 uur.

La réunion publique de commission est levée à 12.49 heures.