Commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique

Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt

 

du

 

Mercredi 13 mars 2013

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Woensdag 13 maart 2013

 

Namiddag

 

______

 

 


Le développement des questions et interpellations commence à 16.58 heures. La réunion est présidée par M. André Frédéric.

De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 16.58 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer André Frédéric.

 

01 Vraag van de heer Bruno Tuybens aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "het al dan niet gebruik maken van haar discretionaire bevoegdheid naar aanleiding van de gevolgen van de uitwijzing van het gezin Bajraktari" (nr. 15333)

01 Question de M. Bruno Tuybens à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "l'exercice ou non de son pouvoir discrétionnaire à la suite des conséquences de l'expulsion de la famille Bajraktari" (n° 15333)

 

01.01  Bruno Tuybens (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, mijn vraag dateert reeds van 21 januari. Ik verwijs naar mijn eerdere parlementaire vraag over die familie, de familie die ik als voorbeeld heb genomen voor een meer algemene problematiek.

 

U hebt wellicht ook in het weekend van 21 januari gezien dat de media een onthutsend relaas hebben gegeven over de omstandigheden waarin het gezin waarvan sprake is terechtgekomen is.

 

Mevrouw de staatssecretaris, hebt u reeds gebruik gemaakt van uw recht om af te wijken van beslissingen die worden genomen vanwege humanitaire redenen?

 

In een eerdere vraag ging het over volwassenen die kind waren op het ogenblik van de bedrieglijke informatie, maar die door de lengte van de procedure ondertussen perfect geïntegreerd zijn, volwassen zijn en actief zijn op de arbeidsmarkt of aan het einde van hun beroepsopleiding zijn en die perfect de landstaal spreken. Moeten die mensen door uw diensten bestraft worden voor de bedrieglijke informatieverschaffing door hun ouders of door een van hun ouders 13 jaar eerder?

 

U hebt toen in uw antwoord verwezen naar het juridisch adagium fraus omnia corrumpit. Ik blijf persoonlijk twijfels hebben of er sprake is van fraude op dat ogenblik en vraag mij af in hoeverre de kinderen hierin moeten worden meegesleurd, vermits zij tussen 7 en 12 jaar oud waren op het moment van die verklaring.

 

U hebt in ieder geval in deze zaak, maar wellicht ook in andere zaken, geen gebruik gemaakt van uw volle discretionaire bevoegdheid om, geval per geval, wegens humanitaire redenen afstand te nemen van een dergelijke beslissing.

 

Ik heb vorige week ook gelezen dat er een persmededeling van het Gemeenschapsonderwijs is gekomen waarin men het ook opneemt voor een aantal jonge mensen die onderwijs genieten in ons land. Het Gemeenschapsonderwijs vraagt uitdrukkelijk die mensen toe te laten eerst hun opleiding af te maken, vooraleer zij uitgewezen worden. Het betrof ook een dossier waarbij er in het verleden door de ouders, niet door de kinderen, verkeerde informatie was gegeven.

 

Ik heb de volgende vragen.

 

Hebt u kennis genomen van de situatie waarin het gezin Bajraktari zich momenteel bevindt? Op zaterdag 19 januari is daarover een groot artikel in het weekblad van De Standaard verschenen. Inspireert dat geval u om in de toekomst in dergelijke situaties, geval per geval, van uw discretionaire bevoegdheid gebruik te maken om wegens humanitaire redenen anders te beslissen?

 

Ik wil daar ook nog de vraag aan toevoegen of u binnen uw bevoegdheid reeds van die discretionaire bevoegdheid gebruikgemaakt hebt om bepaalde beslissingen wegens humanitaire redenen om te zetten?

 

01.02 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Tuybens, uiteraard lees ik de kranten en de bijvoegsels in het weekend. Ik heb de persartikels waarnaar u verwijst dus gelezen.

 

Ik heb in het verleden reeds meermaals gezegd dat ik een correct asiel- en migratiebeleid wil voeren waarin de beslissingen die door onafhankelijke instanties worden genomen ook worden uitgevoerd. Deze beslissingen staan daarenboven open voor een rechterlijke toetsing, wat in deze ook is gebeurd.

 

Ik heb in het verleden eveneens reeds meermaals gezegd dat elk dossier, elk geval uniek is en dat het dus telkens een individuele afweging is of een regularisatie om humanitaire redenen al dan niet moet gebeuren. Dat is ook het geval geweest in dit dossier.

 

Ik heb al gebruik gemaakt van mijn discretionaire bevoegdheid, maar dat is, zoals het moet, discretionair en gaat niet altijd om de gevallen die in de pers komen.

 

01.03  Bruno Tuybens (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, wij zijn het erover eens dat een zaak die niet in de pers komt, even belangrijk is als een zaak die wel in de pers komt.

 

Het doet mij plezier dat u al gebruik hebt gemaakt van uw discretionaire bevoegdheid. Als wij die vraag niet zouden stellen, zouden wij dat immers niet weten.

 

U wenst een correct beleid te voeren en ik ben u daarvoor dankbaar. Er zijn onafhankelijke instanties die beslissingen nemen en u houdt zich daaraan. Indien u nog geen gebruik zou hebben gemaakt van uw discretionaire bevoegdheid, zou ik mij afvragen waarom die discretionaire bevoegdheid er dan zou zijn.

 

Ik pleit er nogmaals voor dat jonge mensen die in een dergelijke situatie verkeren en een opleiding volgen de kans zouden krijgen die opleiding in ons land af te maken. Ik ben het volledig eens met de mensen van het Gemeenschapsonderwijs die daarover een uitdrukkelijke vraag hebben gesteld. Ik vind het ook jammer dat zulks in het geval van de familie Bajraktari niet is gebeurd.

 

Ik hoop dat u ook in dergelijke omstandigheden van uw discretionaire bevoegdheid gebruik zou maken, waarvoor ik u op voorhand zelfs dank.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

02 Question de Mme Zoé Genot à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "l'avertissement de la Commission européenne à la Belgique concernant la libre circulation des personnes" (n° 16205)

02 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de aan België gerichte waarschuwing van de Europese Commissie met betrekking tot het vrije verkeer van personen" (nr. 16205)

 

02.01  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, le 21 février dernier, la Commission européenne a adressé un dernier avertissement à la Belgique pour qu'elle adapte sa législation afin de garantir pleinement la libre circulation des personnes.

 

Voici en substance l'avis motivé de la Commission du 21 février 2013:

"... En vertu de la directive sur la libre circulation, les États membres doivent garantir que les citoyens de l'Union et les membres de leur famille, y compris les ressortissants de pays tiers, bénéficient pleinement de leurs droits à la libre circulation en matière d'entrée et de séjour dans un autre État membre et de protection contre l'éloignement. La Belgique n'a pas correctement transposé certaines dispositions de la directive: elle ne facilite actuellement pas l'entrée et le séjour de membres de la famille d'un citoyen de l'Union qui sont ressortissants de pays tiers. Elle ne simplifie notamment pas la délivrance de leurs visas ni de leurs cartes de séjour. De plus, la Belgique n'a pas transposé toutes les garanties matérielles et procédurales contre l'éloignement de citoyens de l'Union qui ont recours au système belge d'assistance sociale: la législation belge ne prévoit pas d'évaluation individuelle de la situation personnelle du citoyen concerné avant la prise de toute mesure d'éloignement.

 

Par conséquent, les citoyens de l'Union européenne ne sont actuellement pas protégés contre les mesures d'éloignement automatiques et ne sont pas en mesure de se protéger aisément contre les décisions illégales prises par les autorités belges. De plus, les règles relatives à la protection contre l'éloignement pour des raisons d'ordre public ou de sécurité publique en vigueur en Belgique offrent des garanties uniquement aux membres de la famille d'un citoyen de l'Union qui sont ressortissants de pays tiers et non à ceux qui sont citoyens de l'Union. La demande de la Commission prend la forme d'un avis motivé conformément aux procédures d'infraction de l'Union européenne. La Belgique dispose à présent de deux mois pour se conformer aux règles de l'Union européenne. À défaut, la Commission européenne pourra saisir la Cour de justice de l'Union européenne."

 

Madame la secrétaire d'État, comment avez-vous analysé cet avis? Quels textes devront-ils être adaptés? Où en sommes-nous dans la procédure de réponse à cet avis?

 

02.02  Maggie De Block, secrétaire d'État: Monsieur le président, madame Genot, je vous remercie pour votre question.

 

Dans le cadre de la mise en demeure initiée par la Commission, j'ai adressé conformément à la procédure des éclaircissements sur notre transposition.

 

Dans son avis motivé, la Commission ne relève plus que quelques points, en particulier la facilitation de l'entrée et du séjour des membres de la famille d'un citoyen de l'Union ressortissant de pays tiers.

 

La loi du 15 décembre 1980 sera donc mise en conformité avec la directive sur ces points. Mes services préparent une initiative législative en ce sens.

 

Une réunion avec la Commission européenne est prévue dans les semaines à venir. Par la suite, l'Office proposera les points à adapter dans la loi; nous les présenterons à la Commission.

 

02.03  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Vous ne parlez plus du deuxième élément pointé par la Commission, à savoir les garanties matérielles et procédurales en matière de recours au système belge d'assistance sociale. Ce problème est-il réglé?

 

02.04  Maggie De Block, secrétaire d'État: Non, c'est le même groupe de travail qui s'en occupe.

 

02.05  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Il ne s'agit pas de la loi de 1980.

 

02.06  Maggie De Block, secrétaire d'État: Toutes les remarques qui ont été formulées sont traitées.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

03 Question de Mme Jacqueline Galant à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "le rôle des administrations communales par rapport aux personnes en séjour illégal ne faisant pas l'objet d'un OQT" (n° 16263)

03 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de houding van de gemeentebesturen ten aanzien van illegalen die geen bevel om het grondgebied te verlaten hebben gekregen" (nr. 16263)

 

03.01  Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, il s'agit d'un problème qui s'est posé suite à une cohabitation de complaisance dans ma commune.

 

Prenons le cas d'une personne qui souhaite s'inscrire dans une commune. Au moment de la vérification, l'agent communal s'aperçoit que la personne est en séjour illégal. Il ne doit rien faire à part attendre un nouvel ordre de quitter le territoire (OQT) notifié à la commune et qui donnera lieu à l'application de la procédure Sefor.

 

Donc, face à une personne en séjour illégal qui souhaite s'inscrire dans la commune et qui n'a pas de parcours "procédure d'asile", l'agent communal refuse simplement l'inscription et informe le demandeur que son séjour iIIégal l'expose à la délivrance d'un OQT. La commune n'a par contre pas le devoir de signaler la présence de la personne en séjour illégal à l'Office des Étrangers, lequel ne sera donc en mesure de localiser la personne en séjour illégal que par le biais d'un éventuel contrôle de police sur la voie publique.

 

L'agent communal aura donc connaissance de la présence de cette personne en séjour illégal sur le territoire de la commune mais devra rester en attente d'un éventuel OQT notifié à cette personne, qui donnera alors lieu à l'application de la procédure Sefor. Est-ce bien ainsi que cela se passe actuellement?

 

Si oui, il y a quelque chose d'interpellant. Les chances d'être en mesure de localiser une personne en séjour illégal me semblent du coup fort réduites. En outre, le fait de ne pas permettre à un agent communal de signaler la présence d'une personne en séjour illégal et donc entrée illégalement sur le territoire, qui a fait l'objet d'une radiation d'office et de mesures d'éloignement précédemment sur le Royaume, ne dénote-t-il pas un manque de cohérence?

 

Comment l'Office des Étrangers peut-il délivrer un OQT à une personne radiée du registre national? Il est demandé à l'agent communal, confronté à cette personne, d'attendre un éventuel OQT sans divulguer cette information de résidence sur la commune à l'Office des Étrangers. Ce dernier n'a-t-il pas pour vocation d'identifier et de localiser les personnes en séjour illégal? Or n'est-il pas indispensable d'être en mesure de localiser ces personnes pour pouvoir leur délivrer un OQT? De quels moyens l'Office dispose-t-il pour localiser une personne en séjour illégal autrement que par le biais d'un contrôle de police sur la voie publique ou via une demande de mariage? Pourquoi cette différence selon qu'un OQT existe ou non?

 

Si l'Office des Étrangers délivre un OQT, l'agent communal a l'obligation d'appliquer la procédure Sefor. Si l'OQT n'est pas délivré dans la commune de résidence, l'agent communal ne peut pas appliquer cette procédure Sefor. Nous sommes pourtant toujours face à une personne en séjour illégal dans les deux cas.

 

Apparemment, l'Office reçoit des centaines d'avis de communes ou de bureaux de police signalant la présence d'une personne en séjour illégal mais n'est pas en mesure de traiter ces demandes de suivi. Madame la ministre, pouvez-vous me confirmer ces informations?

 

03.02  Maggie De Block, secrétaire d'État: Monsieur le président, madame Galant, cette question me permet de lever la confusion. La procédure Sefor ne modifie en rien l'attitude que les administrations communales doivent adopter face à une personne en situation illégale sur le territoire. Celles-ci doivent informer les autorités compétentes en la matière, soit l'Office, soit la police locale, qui agiront en conséquence. Les services de police sont en droit d'appréhender l'étranger qui n'est pas porteur d'une pièce d'identité ou des documents prévus par la loi sur les étrangers et de le soumettre, le cas échéant, à une mesure d'arrestation administrative en attente d'une décision de l'Office des Étrangers. À cette occasion, l'intéressé sera invité à communiquer son lieu de résidence.

 

La mission du bureau Sefor consiste à assurer le suivi de l'ensemble des ordres de quitter le territoire. Une procédure Sefor s'adresse en particulier aux personnes qui ont entamé une procédure et se rendent à l'administration communale pour se voir notifier une décision. Ce sont généralement des personnes qui résident depuis quelque temps en Belgique.

 

Dans les deux cas, il y a moyen de contacter l'Office ou le Sefor.

 

03.03  Jacqueline Galant (MR): Madame la ministre, il y a un gros souci dans la pratique. J'ai l'exemple concret d'une personne qui souhaite une cohabitation de complaisance. Il y a trente ans de différence d'âge. Le monsieur a reçu un ordre de quitter le territoire mais ce n'est notifié nulle part. Il veut absolument être domicilié dans la commune et que l'on transcrive sa cohabitation légale dans les registres de la population. Nous avons refusé vu qu'il a reçu un ordre de quitter le territoire.

 

Je pense qu'il y a encore des choses à améliorer au niveau pratique. Je ne vous mets pas en cause mais il faut que toutes les informations circulent bien entre les différentes administrations. Même quand on a un contact avec l'Office des Étrangers, on n'a pas toujours le même message en fonction de son interlocuteur.

 

En termes pratiques, il faut absolument veiller à ce que l'information officielle parte de l'Office ou d'une autre instance, pour que nous puissions également donner une information officielle aux demandeurs.

 

Je vous communiquerai le cas concret par mail.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: La question n° 16277 de Mme Temmerman est transformée en question écrite à sa demande. Il en va de même pour sa question n° 16300.

 

04 Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister van Justitie over "de asielzoekers in de Belgische gevangenissen" (nr. 16335)

04 Question de M. Peter Logghe à la ministre de la Justice sur "les demandeurs d'asile dans les prisons belges" (n° 16335)

 

04.01  Peter Logghe (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik kreeg van u een antwoord op enkele schriftelijke vragen over het aantal illegalen dat als gedetineerde in onze gevangenissen verblijft. Uit uw antwoord bleek het om 3 515 illegalen te gaan. Uit de cijfers die de heer Dewinter in maart 2012 mocht ontvangen, bleek al dat 44 % van de gevangenisbevolking over een buitenlandse nationaliteit beschikt.

 

Mevrouw de staatssecretaris, uit de combinatie van de cijfers van de heer Dewinter met uw nieuwe cijfers blijkt dat niet minder dan 70 % van de gedetineerden met een buitenlandse nationaliteit eigenlijk illegaal in ons land verblijft, wat natuurlijk hoge cijfers zijn.

 

Bestaan op dat vlak volgens uw informatie Europese vergelijkingen? Met andere woorden, hebt u er weet van of in de buurlanden hetzelfde hoge percentage illegalen in de gevangenissen wordt gemeten? Hoeveel bedraagt, indien cijfergegevens ter zake beschikbaar zijn, hun aandeel in de buurlanden?

 

Hebt u een verklaring voor de eventuele verschillen?

 

Wat me ook bezighoudt, is de uitsplitsing van de cijfergegevens. Zou u mij kunnen mededelen hoeveel van de asielzoekers die zich momenteel in de Belgische gevangenissen bevinden, erkende vluchtelingen zijn? Om hoeveel personen met een subsidiaire beschermingsstatus gaat het? Graag kreeg ik ook een opdeling in verdachten en veroordeelden.

 

Ten slotte, welke landen komen op het vlak van illegale gedetineerden in de top tien voor?

 

04.02 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer Logghe, eind januari van dit jaar werden 5 459 vreemdelingen vastgehouden. Daarvan beschikten 1 893 over een recht op verblijf en 3 472 beschikten niet over een recht op verblijf. Voor 94 ervan werd de verblijfssituatie nog bepaald.

 

De administratie heeft geen gegevens over de problematiek in het buitenland. Dat lijkt mij ook normaal, wij geven onze gegevens ook niet door aan de ons omringende landen.

 

Onder de gedetineerden met een vreemde nationaliteit hebben 109 personen een hangende asielaanvraag. Erkende vluchtelingen zijn personen met een verblijfsrecht.

 

Van de 5 459 geregistreerden waren er 3 531 definitief veroordeeld, 1 679 hadden een aanhoudingsmandaat en 249 bevonden zich in een andere situatie zoals geïnterneerden of vreemdelingen ter beschikking gesteld van de DVZ.

 

De top 10 van de nationaliteiten heb ik vroeger al gegeven. Op de 1ste plaats staat Marokko, op 2 Algerije, op 3 Roemenië, op 4 Nederland, op 5 Frankrijk, op 6 Turkije, op 7 Italië, op 8 Servië, op 9 Tunesië en op 10 Albanië.

 

De analyse van de cijfergegevens van de voorbije 10 jaar die u vraagt, kan niet worden gegeven, zeker niet binnen de opgelegde termijn, en maakt eigenlijk ook het voorwerp van een schriftelijke vraag uit, als wij het al te weten kunnen komen.

 

04.03  Peter Logghe (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor de cijfergegevens en het snelle antwoord. Voor de verdere gegevens zal ik een schriftelijke vraag stellen.

 

04.04 Staatssecretaris Maggie De Block: U kunt geen 10 jaar teruggaan.

 

04.05  Peter Logghe (VB): Dat zal ik niet doen. Als ik 5 jaar kan teruggaan, ben ik al tevreden.

 

04.06 Staatssecretaris Maggie De Block: Neen, een legislatuur.

 

04.07  Peter Logghe (VB): Dat is dan nieuw. Ik krijg op mijn schriftelijke vragen bij andere ministers en staatssecretarissen altijd cijfers over de voorbije 5 jaar.

 

04.08 Staatssecretaris Maggie De Block: U kunt ook cijfers van 30 jaar terug vragen. Wij zullen zien wat wij kunnen doen.

 

04.09  Peter Logghe (VB): Ik zal beginnen met 5 jaar, mevrouw de staatssecretaris.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: M. Tanguy Veys n'étant pas présent et ne s'étant pas excusé, sa question n° 16425 est supprimée.

 

05 Vraag van de heer Peter Logghe aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de terugkeer van erkende vluchtelingen naar het land van herkomst" (nr. 16432)

05 Question de M. Peter Logghe à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "le retour de réfugiés reconnus vers leur pays d'origine" (n° 16432)

 

05.01  Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, naar aanleiding van mijn mondelinge vraag nr. 15060 deelde u in deze commissie mee dat de terugkeer van een erkende vluchteling naar zijn land van herkomst niet automatisch tot gevolg heeft dat de beschermingsstatus wordt ingetrokken. In geen enkel dossier zou er momenteel een intrekkingsbeslissing zijn genomen louter op basis van de terugkeer naar het land van herkomst.

 

Op 26 februari jongstleden stelde ik u de vraag naar de omstandigheden waaronder een terugkeer naar het land van herkomst niet onverenigbaar wordt geacht met de vluchtelingenstatus, waaronder met andere woorden uit de terugkeer niet per se kan worden geconcludeerd dat de betrokkene niet langer vervolging vreest. Het gaat hier over vraag nr. 16080. Ik vroeg onder meer of er een bepaalde procedure moest worden gevolgd als een vluchteling of een persoon met subsidiaire beschermingsstatus wenst terug te keren naar zijn land van herkomst, bijvoorbeeld in de vorm van een meldingsplicht.

 

Ik moet vaststellen dat u daarover wat mist blijft spuien. Zo beweerde u op 26 februari dat vluchtelingen of begunstigden van een subsidiaire beschermingsstatus geen bepaalde procedure moeten volgen indien zij wensen terug te keren naar hun land van herkomst. Er bestaat volgens u ook geen meldingsplicht. U zei dat u daar evenmin de noodzaak van inzag.

 

05.02 Staatssecretaris Maggie De Block: Ik weet nog wat ik heb gezegd; ik ben nog niet aangetast door Alzheimer, dus mag u dat gerust overslaan.

 

05.03  Peter Logghe (VB): Dit citaat, mevrouw de staatssecretaris, staat in schril contrast met wat er te lezen staat op de gespecialiseerde webstek van Kruispunt Migratie-Integratie. Daar staat letterlijk te lezen – ik citeer: “Een erkende vluchteling kan in principe niet terugkeren naar zijn land van herkomst. Dit is immers niet consistent met zijn vluchtverhaal. Om uitzonderlijke redenen kan het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen wel een toelating geven om tijdelijk, voor maximaal vier weken, terug te keren naar het land van herkomst zonder gevolgen voor zijn statuut van erkend vluchteling en dit steeds op eigen risico. De aanvraag voor een dergelijke toestemming wordt gericht tot de dienst Documenten van het CGVS. Deze toelating kan worden verkregen na een interview bij hetzelfde CGVS, mits een goed gemotiveerde aanvraag.”

 

Mijn vragen aan u, mevrouw de staatssecretaris, zijn de volgende.

 

Ten eerste, blijft u erbij dat er geen meldingsplicht bestaat voor erkende vluchtelingen die tijdelijk wensen terug te keren naar het land van herkomst?

 

Ten tweede, is er ook geen meldingsplicht voor vreemdelingen aan wie de status van subsidiaire bescherming is toegekend? Als er een verschil is, waarom wordt er een onderscheid gemaakt?

 

Ten derde, hoeveel aanvragen om tijdelijk terug te keren naar het land van herkomst werden de afgelopen jaren ingediend door erkende vluchtelingen en door vreemdelingen die de status van subsidiaire bescherming genoten? Hoeveel van die aanvragen werden ingewilligd? Kunt u meedelen om welke nationaliteiten het ging?

 

Ten vierde, wat zijn de uitzonderlijke redenen waardoor een tijdelijke terugkeer naar het land van herkomst geen gevolgen heeft voor het statuut van de betrokkenen?

 

Ten vijfde, welke procedure wordt er gevolgd wanneer wordt vastgesteld dat een erkende vluchteling of een vreemdeling met subsidiaire beschermingsstatus teruggekeerd is naar het land van herkomst zonder de toestemming van het commissariaat-generaal te hebben gekregen? Welke sancties worden in dat geval getroffen? Voor zover er sancties worden getroffen. Hoe vaak werd er overgegaan tot intrekking of opheffing van de vluchtelingenstatus of de status van subsidiaire bescherming?

 

Ten zesde en tot slot, welke procedure wordt gevolgd wanneer de vreemdeling de hem door het commissariaat-generaal toegestane termijn voor terugkeer niet in acht neemt? Welke sancties werden daarvoor al getroffen? Hoe vaak werd in dat geval overgegaan tot intrekking of opheffing van de vluchtelingenstatus of de status van subsidiaire bescherming?

 

05.04 Staatssecretaris Maggie De Block: Ik herhaal wat ik vorige keer heb gezegd. Er bestaat geen wettelijk vastgelegde meldingsplicht. De door het commissariaat-generaal uitgewerkte procedure waarnaar u verwijst, is slechts een faciliteit die wordt aangeboden, maar die niet juridisch kan worden opgelegd of afgedwongen. De mogelijkheid bestaat, maar er is geen juridische afdwingbaarheid.

 

Ik kan slechts herhalen dat wettelijk gezien enkel het volgende is vastgelegd. De terugkeer naar het land van herkomst kan een aanwijzing zijn van het feit dat de vrees tot vervolging of het reële risico niet langer actueel is, zoals ik ook vorige keer gezegd heb. Vaststelling van de terugkeer op zich is echter niet voldoende om automatisch te besluiten dat de vrees of het risico niet langer actueel is en dus de bescherming of subsidiaire bescherming op te heffen.

 

Dat moet steeds concreet worden beoordeeld, rekening houdend met tal van elementen waaronder de redenen van terugkeer, de redenen waarom de status werd toegekend, de algemene situatie in het land van herkomst enzovoort. De beoordeling hiervan behoort tot de bevoegdheid van zowel het commissariaat-generaal als, in beroep, de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.

 

Zo is er bijvoorbeeld geen opheffing van de status wanneer wordt vastgesteld dat betrokkene is teruggekeerd om een dodelijk zieke ouder te bezoeken wat gebeurde met het nemen van een risico. Er wordt ook geen onderscheid gemaakt tussen personen met de status van vluchteling of van subsidiaire bescherming. Er worden ook geen cijfergegevens in detail en per nationaliteit bijgehouden.

 

05.05  Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, ik dank de staatssecretaris, zoals altijd, voor haar antwoord.

 

Het is spijtig dat er geen cijfers worden bijgehouden. Het zou misschien wel nuttig zijn om dat te doen.

 

05.06 Staatssecretaris Maggie De Block: Ik ga van de Dienst Vreemdelingenzaken geen statistische dienst maken. Dan moet ik het personeel verdubbelen.

 

Ik weet niet wat al die statistieken over feiten waaraan men niets kan veranderen, beleidsmatig aan toegevoegde waarde zouden hebben. Ik ben een heel groot voorstander van statistieken en cijfers, maar alleen als men daarmee iets kan doen, als men daarmee iets kan bereiken en als dat beslissingen kan beïnvloeden. Dat is echter niet van toepassing op de cijfers waar u naar vraagt.

 

05.07  Peter Logghe (VB): Dan zou ik toch wel willen weten waarom hierover geen cijfers kunnen worden bijgehouden, omdat dit ook invloed kan hebben op het beleid, net zoals cijfers over schijnhuwelijken en schijnsamenlevings­contracten. Die hebben ook hun invloed op het beleid.

 

05.08 Staatssecretaris Maggie De Block: Neemt u het mij niet kwalijk, maar als u dat niet begrijpt, ligt dat meer aan u dan aan mij. Er zijn significante, bruikbare cijfers en er zijn er andere.

 

05.09  Peter Logghe (VB): Het is al goed dat wij van mening verschillen over een en ander, mevrouw de staatssecretaris. U moet mij niet het nut van cijfergegevens proberen duidelijk te maken. Ik begrijp het maar al te goed. U wenst hier om een of andere reden geen cijfergegevens over bij te houden. Wij zullen wel zien.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: La question n° 16473 de Mme Daphné Dumery, qui est absente sans s'être excusée, est retirée.

 

06 Question de Mme Zoé Genot à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "le quota dans les structures d'accueil d'urgence" (n° 16488)

06 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de quotumregeling voor de noodopvangplaatsen" (nr. 16488)

 

06.01  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, un hôpital s'est adressé au Samusocial pour héberger une jeune mère et son bébé après l'accouchement. Le père belge ayant refusé de reconnaître le bébé, cette petite famille est dans l'illégalité pendant la procédure juridique. Il leur a été répondu que le quota était déjà atteint et que le Samusocial ne pouvait donc accueillir ces personnes.

 

De quel quota s'agit-il? Les instances hébergeant cette famille ont-elles établi des quotas d'illégaux en attente? Les places pour personnes vulnérables sont-elles saturées? Quelle est leur occupation? Combien de familles illégales sont-elles accueillies? Combien y a-t-il eu de refus ces derniers mois de familles avec mineurs?

 

06.02  Maggie De Block, secrétaire d'État: Monsieur le président, madame Genot, j'ai interrogé le Samusocial à propos du cas que vous me relatez, mais il en ignore tout. L'avez-vous inventé? Je n'en sais rien. De toute façon, il n'existe aucune trace de cet événement.

 

Le 1er décembre dernier, le gouvernement fédéral a ouvert 350 places d'accueil pour les sans-abris. Il s'agit d'un accueil de deuxième ligne, puisqu'il vient compléter le dispositif mis en place par la Commission communautaire commune, qui est compétente en ce domaine.

 

En ce qui concerne la partie du fédéral, le principe qui prévaut est le suivant: toute personne qui demande à être accueillie pendant la période de grand froid doit être accueillie. Ce principe vaut en particulier pour les familles avec enfants. À cet égard, je rappelle qu'aucune distinction n'est faite en fonction du statut administratif des personnes. Il n'y a évidemment pas de quota pour les familles avec enfants. Toutes les familles qui se sont présentées auprès du Samusocial ont effectivement été accueillies et nous avons eu assez de places valables. Pour ce qui est de la partie fédérale, le taux d'occupation est élevé mais personne n'est refusé en cas de grand froid.

 

Je me demande pourquoi ces questions sont posées en commission alors que nous avons fait l'impossible pour accueillir tout le monde!

 

06.03  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Madame De Block, je vous conseille de vous adresser à la maternité de l'hôpital d'Ixelles qui a cherché une place pour cette jeune dame qui venait d'accoucher. Le Samusocial lui a répondu qu'il ne pouvait pas l'accueillir car le quota était dépassé. Je ne sais pas quel est ce quota. Je ne comprends pas.

 

06.04  Maggie De Block, secrétaire d'État: (…) des quotas qui n'existent pas.

 

06.05  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Je n'en sais rien, madame De Block. Si j'étais vous, je m'en inquiéterais. Et vous pouvez le faire en téléphonant à la maternité de l'hôpital d'Ixelles. Je trouve déplorable qu'un bébé de quelques jours ait atterri à la rue.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: La question n° 16567 de Mme Fernandez Fernandez est reportée à sa demande.

 

La réunion publique de commission est levée à 17.31 heures.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.31 uur.