Commission des Finances et du Budget

Commissie voor de Financiën en de Begroting

 

du

 

Mercredi 20 février 2013

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Woensdag 20 februari 2013

 

Voormiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 10.25 heures.

De vergadering wordt geopend om 10.25 uur.

 

01 Vraag van de heer Steven Vandeput aan de minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging over "het begrotingsresultaat 2012" (nr. 15586)

01 Question de M. Steven Vandeput au ministre du Budget et de la Simplification administrative sur "le résultat budgétaire 2012" (n° 15586)

 

01.01  Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de minister, u hebt samen met de ministers van Financiën en van Sociale Zaken op 17 januari 2013 het begrotingsresultaat van 2012 voorgesteld. De begroting 2012 zou worden afgesloten met een tekort van 2,96 %. Het totaal tekort van entiteit 1, dus voor de federale overheid en de sociale zekerheid, uw bevoegdheid, bedraagt 2,6 % in plaats van 2,4 % zoals opgelegd is in het stabiliteitsprogramma. De primaire uitgaven worden geraamd op 46,429 miljard euro. De onderbenutting van de primaire uitgaven bedraagt 1,157 miljard euro, hetgeen exact overeenkomt met de geraamde onderbenutting in de begrotingsdocumenten van de begroting 2013.

 

In antwoord op een eerdere mondelinge vraag stelde u dat de FOD's, de POD's en de ministeries onder bepaalde voorwaarden tot eind januari 2013 vereffeningen zouden kunnen aanrekenen op de kredieten van 2012.

 

Mijnheer de minister, kunt u aangeven of er effectief facturen aangerekend zijn op het begrotingsjaar 2012 tot eind januari 2013? Kunt u aangeven welke controles er hebben plaatsgevonden op de voorwaarden om te kunnen aanrekenen op 2012? Hoeveel opmerkingen zijn er door de controle-instanties gemaakt?

 

Kunt u aangeven hoeveel de uiteindelijke primaire uitgaven 2012 bedragen, met name de definitieve toestand eind januari? Als een vraag een tijdje blijft liggen, dan levert dat als voordeel op dat ik ze op die manier kan stellen.

 

Kunt u aangeven hoeveel de totale onderbenutting bedraagt?

 

Kunt u aangeven wat het definitieve begrotingsresultaat voor 2012 is?

 

Kunt u aangeven hoeveel facturen er in januari 2013 nog zijn aangerekend op het begrotingsjaar 2012 en voor welke bedragen? Kunt u een vergelijking maken met vorig jaar, waarmee ik bedoel de aanrekening in januari 2012 op het begrotingsjaar 2011?

 

Tot slot, kunt u aangeven hoeveel het zogenaamd encours, de openstaande vastleggingen die nog moeten worden vereffend in het begrotingsjaar 2013, bedraagt op het einde van het begrotingsjaar 2012? Kunt u de vergelijking maken met de toestand van het encours op het eind van 2011? Indien mogelijk, dan had ik de cijfers graag gekregen, opgesplitst per FOD en POD.

 

01.02 Minister Olivier Chastel: Mijnheer Vandeput, ik beperk mij in mijn antwoord tot de globale cijfers. De gedetailleerde tabellen met de per departement gevraagde informatie zullen aan het commissiesecretariaat worden bezorgd, waarna ze u door kunnen worden gestuurd.

 

Artikel 7 van de wet van 22 mei 2003 voorziet inderdaad in de mogelijkheid om tot einde januari facturen aan te rekenen op het vorige begrotingsjaar. In totaal werden er in januari 2013 22 452 facturen geboekt voor het begrotingsjaar 2012. Dat staat voor een bedrag van 434 194 000 euro. Dat bedrag is nog voorlopig, aangezien voor betalingen in deviezen het effectief betaalde bedrag pas bekend is bij de effectieve uitvoering van de betaling. Kleine correcties op het aangegeven bedrag zijn dus nog mogelijk.

 

In januari 2012 werden er 19 439 facturen geboekt voor het begrotingsjaar 2011 voor een bedrag van 628 324 000 euro. Men moet er wel rekening mee houden dat de mogelijkheid voor aanrekening in januari enkel bestaat voor de FOD’s en de departementen die tot Fedcom zijn toegetreden. In 2012 zijn Justitie, de federale politie, Binnenlandse Zaken, Defensie en Wetenschapsbeleid tot Fedcom toegetreden.

 

Bij een vergelijking van de cijfers van 2011 met die van 2012 moet men er rekening mee houden dat het toepassingsgebied werd uitgebreid. Desondanks lag het bedrag aan geboekte facturen in 2012 lager.

 

Naast de normale interne controle in elk departement zijn de facturen ook onderworpen aan het toezicht in het kader van de controle van de vastleggingen, conform artikel 11 van de programmawet van 22 december 2008.

 

Voorzitter: Luk Van Biesen.

Président: Luk Van Biesen.

 

Die controle gaf in januari 2013 aanleiding tot vier opmerkingen in verband met een tiental facturen.

 

In verband met de evolutie van het encours moet vooreerst worden opgemerkt dat het encours nog niet definitief is. Er kunnen nog openstaande vastleggingen worden geannuleerd. De vastleggingen bedroegen in 2012 48 miljard 902,6 miljoen euro, de vereffeningen 46 miljard 535,6 miljoen euro. Dat geeft een theoretische toename van het zogenaamde encours met zowat 2,367 miljard euro.

 

Dat hoge bedrag is onder meer toe te schrijven aan het feit dat op de begroting van de FOD Financiën het krediet bestemd voor de inschrijving op de kapitaalverhoging van het IMF, 1,847 miljard euro, wel werd vastgelegd, maar niet vereffend. Er moet worden onderstreept dat de effectieve uitvoering van de operatie geen effect heeft op het netto te financieren saldo, noch op het vorderingensaldo. Indien wij de evolutie van het encours corrigeren voor dat bedrag, wordt het herleid tot 519,4 miljoen euro.

 

Inzake ontwikkelingssamenwerking is er wegens een administratieve reorganisatie een vertraging opgetreden in de uitvoering van de begroting, met andere woorden plus 274,8 miljoen euro voor de gehele begroting van Buitenlandse Zaken.

 

Een minder sterke maar toch relevante toename van het encours wordt vastgesteld voor de FOD Kanselarij: 20,9 miljoen euro extra, wat toe te schrijven is aan de vastlegging van een meerjarig ICT-contract.

 

Voor Landsverdediging gaat het om 105,3 miljoen euro extra, eigen aan het departement waarbij de timing van belangrijke investeringsdossiers aanleiding kan geven tot een toename van hert encours.

 

Voor Maatschappelijke Integratie is er een stijging met 57,3 miljoen euro, hoofdzakelijk toe te schrijven aan engagementen in het kader van het grootstedenbeleid en eigen aan het meerjarig karakter.

 

Voor Wetenschapsbeleid betreft het 96,8 miljoen euro extra. De stijging is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de lancering van een nieuw programma in het kader van de interuniversitaire attractiepolen, dat normaal over drie jaar loopt.

 

De op 2012 aangerekende vereffeningen belopen 46 miljard 535,6 miljoen euro.

 

De totale kredieten bedragen 49 miljard 608,1 miljoen euro. Dat geeft een totale onderbenutting van 3 miljard 72,5 miljoen euro, of gecorrigeerd, voor de niet-uitvoering van de inschrijving op de kapitaalverhoging van het IMF, een onderbenutting van 1 miljard 224,7 miljoen euro.

 

01.03  Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik dank de minister voor zijn omstandig en vrij open antwoord.

 

Er dient toch te worden vastgesteld dat de regering haar doelstelling met betrekking tot het tekort niet heeft gehaald. Bovendien is er sprake van een zorgelijke toename, want zelfs als we het verhaal van het IMF buiten beschouwing laten, gaat het toch nog altijd over een aangroei van 500 miljoen euro. Dat zal de begroting 2013 bijkomend bezwaren. Ik kan er de minister dan ook enkel maar zijn aandacht op vestigen om ter zake een zeer stringent beleid te voeren en ervoor te zorgen dat het verhaal binnen de perken blijft.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Ik stel vast dat de vragen nrs. 14063 en 14450 van de heer Waterschoot voor de tweede maal worden uitgesteld; ze worden conform het Reglement dan ook omgevormd tot een schriftelijke vraag.

 

Aangezien we niets hebben vernomen van mevrouw Muylle, vervalt haar vraag nr. 15206.

 

02 Vraag van de heer Steven Vandeput aan de minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging over "het naleven van de begrotingsdoelstellingen zoals uitgestippeld in het stabiliteitsprogramma" (nr. 15957)

02 Question de M. Steven Vandeput au ministre du Budget et de la Simplification administrative sur "le respect des objectifs budgétaires définis dans le programme de stabilité" (n° 15957)

 

02.01  Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de minister, in het door de federale regering opgestelde stabiliteitsprogramma 2012-2015 wordt een stelselmatige vermindering van het vorderingentekort vooropgesteld, om tot een evenwicht te komen tot 2015. Volgens dit stabiliteitsprogramma moet het tekort in 2014 beperkt worden tot 1,1 % voor de volledige overheid, en tot 1,2 % voor Entiteit I. Sinds vorige maand houden regeringsleden van cdH en PS pleidooien voor het deels loslaten van het stabiliteitsprogramma. Zij willen het traject naar het evenwicht versoepelen en eventueel vertragen.

 

Op het World Economic Forum in Davos heeft de eerste minister zich onder andere laten opmerken door een aantal tweets maar ook door te stellen dat Europa zijn bezuinigingsbeleid moet herbekijken als over enkele maanden blijkt dat de economie blijft haperen.

 

De eerste minister haalde ook aan een groot voorstander te zijn van een begroting in evenwicht maar te vreesde dat er schade kan worden toegebracht aan het economische raderwerk. De consumptie afremmen zou dramatisch zijn, volgens de eerste minister.

 

Mijnheer de minister, deze uitlatingen van de eerste minister geven stof tot nadenken en zelfs tot ongerustheid. Kunt u bevestigen dat de federale regering voor 2014 vasthoudt aan het stabiliteitsprogramma 2012-2015, zoals vooropgesteld, dus met een tekort van 1,2 % van Entiteit I? Ik kijk uit naar uw antwoord.

 

02.02 Minister Olivier Chastel: De opmaak van het stabiliteitsprogramma 2013-2016 is een van de volgende uitdagingen van de regering. Wat de doelstelling voor 2014 betreft, zal een politieke discussie binnen de federale regering moeten plaatsvinden. Momenteel kan ik u alleen maar bevestigen dat de doelstelling nog steeds 1,1 % is voor de gezamenlijke overheid.

 

In het stabiliteitsprogramma 2012-2015 werd eveneens het volgende vermeld: “Indien de groeivooruitzichten tot 2015 gevoelig zouden verslechteren, komt het aan de regering toe om, op basis van het verslag van de afdeling Financieringsbehoeften van de Hoge Raad van Financiën, de begrotingsvooruitzichten opnieuw te evalueren en om in dat geval na te gaan of het behouden van een doelstelling van strikt nominaal evenwicht in 2015 niet neerkomt op een budgettair te restrictieve oriëntatie. Omgekeerd, indien de groei hoger zou blijken dan wat momenteel voorzien is voor de komende jaren, zal het respecteren van het globale normatieve traject kleinere verbeteringen van de structurele saldi vergen.”

 

Bovendien mogen de sanering van de overheidsfinanciën, enerzijds, en het relancebeleid, anderzijds, niet als twee tegengestelden voorgesteld worden. Het zijn twee prioriteiten van de regering.

 

02.03  Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de minister, ik begin mij stilaan echt zorgen te maken. Ik had gehoopt dat u onomwonden zou zeggen dat de regering vasthoudt aan de begrotingsdoelstellingen vermits er al heel veel gevraagd werd van onze inwoners, er belast werd waar het maar kan en er pijn wordt gedaan waar het maar kan.

 

Ik kan uit uw antwoord niet anders dan opmaken dat die deur wel degelijk openstaat voor een vertraging van het verhaal. Men gaat opnieuw doen wat de federale staat al zo lang doet, de problemen voor zich uitschuiven en in de korf van de toekomst leggen.

 

Hier moet toch worden opgemerkt dat wij niet alleen naar een evenwicht moeten gaan om Europa ter wille te zijn maar vooral omwille van de sociale verplichtingen die op ons afkomen. Dat is vooral de vergrijzing van de bevolking met de torenhoog schuld die nog altijd boven ons hoofd hangt en waarop wij vandaag gelukkig weinig interest moeten betalen. Dat zal ook niet eeuwig zou blijven.

 

Dat is de reden om zelfs niet de klink van de deur vast te nemen, om geen kier te maken voor een uitstel van het traject dat nu is vooropgesteld. Op die manier zullen wij immers nooit tot een evenwicht komen. Wij zullen vooral heel veel inspanningen hebben gevraagd van degenen die aan de maatschappij willen bijdragen om dan uiteindelijk geen resultaat te zien en geen relatieve zekerheid te hebben over de kosten die op ons afkomen in het raam van de vergrijzing.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Samengevoegde vragen van

- de heer Steven Vandeput aan de minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging over "de timing van de eerste begrotingscontrole 2013" (nr. 15958)

- de heer Steven Vandeput aan de minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging over "de te leveren inspanning bij de eerste begrotingscontrole 2013" (nr. 15959)

03 Questions jointes de

- M. Steven Vandeput au ministre du Budget et de la Simplification administrative sur "le calendrier du premier contrôle budgétaire 2013" (n° 15958)

- M. Steven Vandeput au ministre du Budget et de la Simplification administrative sur "l'effort à fournir lors du premier contrôle budgétaire 2013" (n° 15959)

 

03.01  Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de voorzitter, minister de minister, op donderdag 7 februari 2013 werd de initiële begroting voor 2013 goedgekeurd door de Kamer van volksvertegenwoordigers. Daags nadien werd door het Planbureau in zijn economische begroting bevestigd wat iedereen eigenlijk sinds december al wist, met name dat de hypothesen op basis waarvan de regering de initiële begroting heeft opgesteld, naar beneden moeten worden bijgesteld. De groei zal volgens het Planbureau slechts 0,2 % van het bbp bedragen. In die economische begroting van het Planbureau is er sprake van een noodzakelijke bijkomende inspanning van 3 miljard euro.

 

Mijnheer de voorzitter, ik stel vast dat ik de volgorde van mijn twee vragen heb omgewisseld.

 

Volgens de minister van Financiën moet de federale regering voor Entiteit 1 op zoek naar 1 miljard euro, wat natuurlijk een afwijking is van de 3 miljard euro vooropgesteld door het Planbureau.

 

De voorzitter: Uw vragen zijn samengevoegd. De eerste gaat immers over de timing en de tweede over de inspanning.

 

03.02  Steven Vandeput (N-VA): Goed.

 

Mijnheer de minister, kunt u aangeven hoe groot de te leveren inspanning zal zijn voor Entiteit 1 om het tekort te beperken tot 2,15 %? Kunt u met betrekking tot deze inspanning aangeven wat de impact is van respectievelijk het niet bereiken van de begrotingsdoelstelling voor 2012 waar wij het daarnet over hadden, van de lagere groei van het bbp met slechts 0,2 %, van de daling van de inflatie tot 1 % en van de stijging van de uitgaven in de werkloosheid? Kunt u bevestigen dat de regering het tekort voor 2013 zal beperken tot 2,15 %?

 

Bijkomend, deze inschattingsvraag: de minister van Financiën stelde in het programma De Zevende Dag op de VRT dat hij verwacht dat de groei in de tweede helft van het jaar zal aantrekken. Impliceert dit dat de regering bij het berekenen van de te leveren inspanning voor 2013 zal afwijken van de cijfers van het Planbureau?

 

Mijn volgende vraag heeft dezelfde inleiding. De begroting is goedgekeurd, maar de hypothesen kloppen blijkbaar niet. Al een tijdje staat vast dat er een eerste begrotingscontrole moet komen, zoals trouwens bepaald door de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat.

 

Mijnheer de minister, kunt u aangeven wat de timing omtrent de werkzaamheden bij de eerste begrotingscontrole zal zijn? Welke werkzaamheden werden reeds uitgevoerd? Wanneer wordt de nota van het monitoringcomité verwacht? Wanneer plant de regering haar begrotingsconclaaf?

 

De ene vraag handelde dus over de timing en de tweede over de inspanning die moeten worden geleverd.

 

03.03 Minister Olivier Chastel: Mijnheer de voorzitter, de begrotingscontrole dient tijdig te worden aangevat zodat de te nemen maatregelen nog een aanzienlijke budgettaire impact kunnen hebben voor het begrotingsjaar 2013. Anderzijds verdient het aanbeveling om te wachten tot men voor de belangrijkste ontvangsten- en uitgavenstromen de resultaten van het voorgaande jaar kent.

 

De administratieve voorbereiding van de begrotingscontrole werd ondertussen opgestart. Wat de kalender van de werkzaamheden betreft, kan ik u het volgende meedelen. Op 8 februari 2013 heeft de regering de economische begroting van het Planbureau ontvangen. De input, namelijk de verschillende ramingen van ontvangsten- en uitgavenstromen voor de federale overheid en de sociale zekerheid, voor de opmaak van het verslag van het monitoringcomité wordt tegen 22 februari 2013 verwacht. Het verslag van het monitoringcomité wordt tegen 1 maart 2013 verwacht. Die streefdatum kan alleen worden gehaald indien de toeleveranciers van gegevens zich aan de vooropgestelde datum houden. Het begrotingsconclaaf zal op 6 maart 2013 van start gaan.

 

Ik heb een technische opmerking bij de tweede vraag. De economische begroting die het Federaal Planbureau in opdracht van het Instituut voor de Nationale Rekeningen voorbereidt, levert de macro-economische aggregaten op waarop de regering zich baseert voor de opmaak van de begroting, bijvoorbeeld de raming van de fiscale ontvangsten, de uitgaven voor werkloosheid et cetera. Niettegenstaande men er via rekenwerk het vorderingensaldo van de overheid uit kan afleiden, is dat niet de belangrijkste doelstelling van het document. Men moet dus ook voorzichtig zijn om de economische begroting daarvoor te gebruiken.

 

Ik heb een overzicht gegeven van de kalender die gevolgd wordt ter voorbereiding van de begrotingscontrole. Het rapport van het monitoringcomité dat de cijfermatige basis levert voor het conclaaf, werd gevraagd tegen begin maart. Het lijkt mij beter om nu de verschillende administraties, op basis van de nieuwe economische begroting, hun werk te laten doen, dan cijfers te lanceren die noodgedwongen voorlopig zijn en, op basis van meer gedetailleerde ramingen, over anderhalve week misschien aangepast moeten worden. Het is evenwel duidelijk dat de parameters vervat in de nieuwe economische begroting globaal genomen negatiever of minder gunstig zijn voor de overheidsfinanciën, zowel voor Entiteit 1 als voor Entiteit 2, dan die van september.

 

Wij werken momenteel aan de technische voorbereiding van het conclaaf. Het is dan ook voorbarig om reeds vooruit te lopen op politieke beslissingen en/of discussies die nog moeten plaatsvinden.

 

Momenteel kan ik dus alleen de doelstelling van 2,15 %, opgenomen in het stabiliteitsprogramma van april 2012 en in de initiële begroting, bevestigen.

 

03.04  Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de minister, wat de timing betreft, ben ik het volledig met u eens dat uw maatregelen zo snel mogelijk genomen moeten worden om zo lang mogelijk een impact te hebben. Dit natuurlijk op voorwaarde dat zij eindelijk gaan over besparingen en niet nogmaals over bijkomende lasten, maar dat terzijde.

 

Het is bijna cynisch dat u zegt wanneer het conclaaf zal starten, maar niet wanneer het conclaaf met een oplossing zal komen. Als dit hetzelfde verhaal wordt als vorig jaar, zal het Parlement opnieuw te laat zijn. De wet schrijft een vaste datum voor de indiening voor, maar ik vrees dat wij weer achter de feiten zullen aanlopen.

 

Inzake de macro-economische impact die werd voorgesteld door het Planbureau, het volgende. Het feit dat u vasthoudt aan de 2,15 %, stelt mij al een beetje gerust, dat wil ik toegeven. Ik kan echter niet akkoord gaan met uw bewering dat u geen antwoord kunt geven omdat dat voorbarig zou zijn. Elke berekening die wij maken — men moet daarvoor geen groot rekenkundige zijn — resulteert in een bijkomende inspanning van 3 tot 3,5 miljard euro. Dat zegt ook het Planbureau. Toch minimaliseert de minister van Financiën leukweg op een zondagochtend de noodzakelijke inspanningen. Dat kan toch niet?

 

Wij kunnen ons blijven beroepen op het feit dat de intresten voorlopig laag zijn, wat bijdraagt tot een goede begroting. Laten wij de hemel daarvoor op onze knieën danken. Maar lage intresten volstaan niet. Volgens sommige leden van de regering moet men het een beetje langzamer doen en moet men misschien die 2,15 % loslaten. Dat mag men bij CD&V natuurlijk niet zeggen, maar daar stelt men dat er niet voor 3 miljard euro, maar slechts voor 1 miljard euro inspanningen zullen moeten worden geleverd.

 

De voorzitter: Ter verduidelijking, de minister heeft gezegd dat het 1 miljard euro zal zijn voor de federale overheid. Voor de gezamenlijke overheid is dat een ander bedrag.

 

03.05  Steven Vandeput (N-VA): Voorzitter, mag ik u wijzen op het Reglement? Dit is een mondelinge vraag van mijzelf aan de minister. Ik apprecieer elke interventie van u, maar zou die liever in de koffiekamer horen en niet terwijl ik een vraag stel aan de minister, binnen de mij door het Reglement toegemeten spreektijd.

 

De voorzitter: Laten wij hierbij het incident als gesloten beschouwen.

 

03.06  Steven Vandeput (N-VA): Nee, mijnheer de voorzitter, ik wil eerst herhalen dat ik de minister van Financiën de zaken hoor minimaliseren, terwijl dat niet de manier is om met deze materie om te gaan.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: De agenda is afgewerkt.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 10.55 uur.

La réunion publique de commission est levée à 10.55 heures.