Commission de la Défense nationale

Commissie voor de Landsverdediging

 

du

 

Mercredi 16 janvier 2013

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Woensdag 16 januari 2013

 

Namiddag

 

______

 

 


De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 16.45 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Filip De Man.

Le développement des questions et interpellations commence à 16.45 heures. La réunion est présidée par M. Filip De Man.

 

01 Vraag van de heer Tanguy Veys aan de minister van Landsverdediging over "het gebruik van een toestel van de Belgische luchtmacht door een EU-delegatie voor een vliegtrip naar Oslo" (nr. 14702)

01 Question de M. Tanguy Veys au ministre de la Défense sur "l'utilisation d'un appareil de la force aérienne belge par une délégation européenne pour un vol vers Oslo" (n° 14702)

 

01.01  Tanguy Veys (VB): Mijnheer de minister, de aanleiding tot mijn vraag is het feit dat op 10 december vorig jaar de Europese Unie de Nobelprijs voor de vrede in ontvangst heeft genomen.

 

Die ontvangst was blijkbaar belangrijk genoeg om met niet minder dan twintig Europese leiders af te zakken naar Oslo, een zeer mondaine stad. De delegatie bestond onder andere uit de voorzitters van de Europese Raad, de Europese Commissie en het Europees Parlement, zijnde Herman Van Rompuy, José Manuel Barosso en Martin Schulz. Ook de Duitse kanselier Angela Merkel, de Franse president François Hollande en de Belgische premier Elio Di Rupo waren hierbij aanwezig.

 

De bekendmaking van de keuze van het Nobelprijscomité voor de Europese Unie leidde tot uiteenlopende reacties, gaande van trots tot ironie. Een aantal staats- en regeringsleiders heeft laten weten dat ze niet naar Oslo zouden afzakken. Ik citeer terzake de Britse premier David Cameron in oktober: “Ik ga niet. Er is voldoende volk om de prijs in ontvangst te nemen”. Desmond Tutu, zelf een gewezen winnaar van de Nobelprijs voor de vrede, had ook moeite met de keuze van het comité. De Europese Unie is voor hem zeker geen kampioen van de vrede, die Alfred Nobel in gedachten had toen hij die prijs creëerde. Anderen zoals Elio Di Rupo, zijn fier omdat de Europese Unie de prestigieuze onderscheiding ontving. Ik citeer hem even: “Je moet lef hebben om te beweren dat de Europese Unie geen vrede gebracht heeft”. Herman Van Rompuy, last but not least, zei ter zake dat hij op dezelfde golflengte zat: “We willen dat Europa opnieuw een symbool van hoop is”. Hij zei dat op 9 december op de persconferentie van het Nobelinstituut. Hij stelde er ook zijn haiku voor die hij speciaal voor de gelegenheid had geschreven: “After war came peace, fulfilling the oldest wish: Nobel’s dream come true”. Voor de mensen van de vertaling: na oorlog kwam vrede de oudste wens vervullen, Nobels droom komt uit.

 

Mijnheer de minister, de delegatie van twintig Europese leiders heeft voor die citytrip naar Oslo gebruikgemaakt van een toestel van de Belgische luchtmacht. Ik weet dat u Alfred Nobel een warm hart toedraagt, maar wat was in feite de motivatie om hiervoor een toestel van de Belgische luchtmacht ter beschikking te stellen? Is het normaal dat men voor dergelijke evenementen een beroep kan doen op toestellen van de Belgische luchtmacht?

 

Wat is de kostprijs hiervan? Door wie werd die eventueel vergoed? Is de factuur achteraf opgestuurd naar de heer Barosso, Schulz of Van Rompuy?

 

In welke mate werd in de voorbije jaren door de Europese Unie voor bepaalde evenementen een beroep gedaan op toestellen van de Belgische luchtmacht? Wat was de kostprijs hier telkens van? Werd hiervoor telkens een vergoeding aan de EU aangerekend? Zo neen, waarom niet? Zijn hier bepaalde overeenkomsten of afspraken over?

 

01.02 Minister Pieter De Crem: Collega Veys, er bestaat een overeenkomst tussen Defensie en de Unie om tegen betaling gebruik te maken van de toestellen van de luchtcomponent. Dat reduceert ook de prijs voor het behoud van de kwalificatie van onze militaire piloten. De zendingen laten ook toe om niet altijd naar dezelfde bestemming te vliegen, wat heel bevorderend is voor de ervaring en het professionalisme van onze piloten.

 

De vluchten met toestellen van Defensie ten behoeve van de Europese Unie worden als een prestatie voor derden beschouwd, waarbij Defensie de werkelijke kosten aan de klant aanrekent, volgens de voornoemde overeenkomst. De kostprijs voor de vlucht naar Oslo werd nog niet in detail berekend, want de juiste gegevens moeten nog worden uitgebaat. Voor die vlucht wordt er rekening gehouden met, onder meer, een prestatie van 3 u 55, aan het vlieguurtarief van een Embraer, de overnachting van vier bemanningsleden en twee dagvergoedingen voor de bemanning, zoals door de IATA bepaald.

 

In 2011 werden er 20 vluchten uitgevoerd, voor een totale som van 207 346 euro. In 2012 werden er 28 vluchten uitgevoerd, voor een totale som van 326 685 euro, de eerder vermelde vlucht niet inbegrepen. Er werd, volgens de gebruiksovereenkomst, telkens een vergoeding aan de Europese Unie aangerekend en betaald.

 

01.03  Tanguy Veys (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw duidelijk antwoord. Ik ben blij te vernemen dat men in deze budgettair moeilijke tijden, ook voor Defensie, tegen kostprijs werkt. Dat is een logische zaak.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van mevrouw Karolien Grosemans aan de minister van Landsverdediging over "de overbrenging van een brandwondenpatiënt naar het brandwondencentrum van Neder-over-Heembeek" (nr. 14937)

02 Question de Mme Karolien Grosemans au ministre de la Défense sur "le transfert d'un patient souffrant de brûlures vers le centre des grands brûlés de Neder-over-Heembeek" (n° 14937)

 

02.01  Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, op de avond van 21 december heeft het meer dan drie uur geduurd voordat een zwaar verbrande baby vanuit het ziekenhuis van Lobbes in Henegouwen naar het brandwondencentrum in Neder-over-Heembeek kon worden overgebracht. Het transport werd uitgevoerd door een Sea King uit Koksijde. Volgens de berichten in de pers zou de piloot van de Sea King voor oponthoud hebben gezorgd.

 

Kunt u meer uitleg geven over de gebeurtenissen van 21 december? Was er effectief sprake van oponthoud of van moeilijkheden bij het transport? Zo ja, had dit vermeden kunnen worden? Was de piloot al dan niet op de hoogte van het feit dat er landingsruimte was vrijgemaakt in de buurt van het ziekenhuis van Lobbes?

 

Klopt het dat, zodra in het brandwondencentrum van Neder-over-Heembeek de vraag binnenkomt een patiënt op te nemen, alle coördinatie van daaruit gebeurt? Wat is de standaardprocedure die vanaf dat moment wordt gevolgd?

 

Wordt dit soort transport steeds door een Sea King uitgevoerd? Zo nee, welke andere transportmiddelen kan Defensie inzetten? Kan het brandwondencentrum ook een beroep doen op niet-militaire transportmiddelen?

 

Op basis van welke criteria koos men in dit geval voor de Sea King? Was dat achteraf gezien de meest geschikte keuze?

 

02.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, collega Grosemans, ik zal uitvoerig antwoorden op de vele gestelde vragen.

 

Op 21 december 2012 omstreeks 19 u 20 werd de Sea King opgeroepen door de verantwoordelijke arts van het Brandwondencentrum te Neder-over-Heembeek voor de evacuatie van een zwaar verbrande baby vanuit het ziekenhuis van Lobbes, ten zuiden van Charleroi, naar het Brandwondencentrum. Onmiddellijk werd de Sea King ingeschakeld of, in het jargon, gescrambled. Na coördinatie tussen de dienstdoende arts van het Brandwondencentrum, de verantwoordelijke arts in Lobbes en de 112-centrale in Mons, werd beslist dat de veiligste optie met de meeste kans op succes een landing in Charleroi was.

 

Een medisch team bestaande uit drie personen met gespecialiseerd materieel werd in Neder-over-Heembeek opgepikt en naar Charleroi overgevlogen. Daar stond een ambulance klaar om het team naar het ziekenhuis van Lobbes over te brengen. Daar stabiliseerde men de patiënt en maakte men hem klaar voor transport. Dit stabiliseren van de patiënt kan zeer lang duren. Een niet-gestabiliseerde patiënt wordt overigens nooit getransporteerd. Tijdens die negentig minuten wachtte de Sea King vertrekkensklaar op de aankomst van de patiënt.

 

Het overbrengen van de patiënt met de Sea King van Charleroi naar Neder-over-Heembeek duurde twintig minuten. De ouders van de baby werden geïnformeerd door de dienstdoende arts van het Brandwondencentrum en bereikten Neder-over-Heembeek via de weg.

 

Op geen enkel ogenblik werd aan de bemanning de optie doorgegeven om te landen op een occasionele landingsplaats op een parking die blijkbaar door de lokale brandweer was vrijgemaakt en waarvan a posteriori melding werd gemaakt in de pers. Op geen ogenblik werd er een oponthoud veroorzaakt of werd er iets door de boordcommandant geweigerd. Integendeel, de Sea-Kingbemanning heeft gewerkt volgens de geldende procedures. De coördinatie en communicatie tussen de bemanning, de arts van Neder-over-Heembeek, de arts van Lobbes en de 112-centrale zijn vlekkeloos verlopen.

 

De beslissing om de Sea King in te zetten wordt genomen op basis van een advies van een superviserende arts van het Brandwondencentrum en dit op basis van medische criteria en parameters met betrekking tot de patiënt. Een zo kort mogelijke transportduur voor de patiënt is daarbij meestal bepalend. Deze gegevens worden verstrekt door de arts die zich bij de patiënt bevindt. Het is dan ook logisch dat het Brandwondencentrum fungeert als de instantie die de coördinatie doorvoert en uitvoert.

 

Bij Defensie is enkel de Sea-Kinghelikopter groot genoeg voor het transport van het medische team en haar materiaal. De Sea King zal altijd via Neder-over-Heembeek passeren om er een medisch team en het nodige materiaal op te halen en aansluitend naar de bestemming vliegen met een voltallige bemanning om de patiënt uiteindelijk in Neder-over-Heembeek te brengen.

 

Burgerhelikopters kunnen voor deze opdracht ook worden ingezet. Het is de verantwoordelijkheid van de 112-centrales en de burgerziekenhuizen om in eerste instantie deze middelen te bevragen, alvorens zij zich in laatste instantie tot militaire middelen wenden.

 

02.03  Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de minister, ik noteer dat er advies wordt gevraagd aan de arts en dat men kijkt naar medische criteria. Dat lijkt mij ook heel logisch, met het oog op een zo kort mogelijke transportduur. Dat is uiteraard heel belangrijk.

 

In dit geval is het echter niet snel verlopen. Het transport heeft meer dan drie uur geduurd. De afstand van Lobbes naar Neder-over-Heembeek duurt met een gewone personenwagen vijftig minuten. Ik schat dat dit met de ziekenwagen dan veertig minuten zou duren. In dit geval heeft het vervoer echter drie uur geduurd.

 

Zou het dan niet beter zijn om deze afstand met een ziekenwagen te overbruggen, al hoorde ik u wel zeggen dat alleen alleen een helikopter groot genoeg is om al het medisch materiaal te vervoeren. Heb ik dat goed begrepen?

 

02.04 Minister Pieter De Crem: Dit is natuurlijk een medisch dossier waarin medische appreciatie en beoordeling een belangrijke rol spelen. In dit dossier was de stabilisatie van de jonge patiënt een primordiale zaak. Het is net door die stabilisatie dat er tussen de eerste oproep bij Defensie en het uiteindelijk binnenrollen van de patiënt in het militair hospitaal, drie uur zaten. Dat had alles te maken met de toestand waarin de jonge patiënt zich bevond.

 

02.05  Karolien Grosemans (N-VA): Uiteindelijk is de Sea King in Charleroi geland?

 

02.06 Minister Pieter De Crem: Ja, zoals gepland.

 

02.07  Karolien Grosemans (N-VA): Waarom is de parkeerplaats van een supermarkt dan volledig vrijgemaakt?

 

02.08 Minister Pieter De Crem: In elk geval stond dit niet in de militaire planning. Hoe dan ook, wanneer men met een dergelijke oproep vertrekt, nadat heel de keten door de dispatching van de 112-centrale is doorlopen, is Charleroi in dit geval in deze regio de landingsplaats.

 

Het is niet omdat iemand, ongetwijfeld met de beste bedoelingen, met een verantwoordelijke functie in een lokale administratie of zelfs in het voornoemde warenhuis, zelf een plaats vrijmaakt op een parking, dat dit voldoet om ons militaire equipement te laten landen.

 

Achteraf is dit in de pers verteld alsof dit de geplande plaats was om te landen, maar dit was niet zo.

 

02.09  Karolien Grosemans (N-VA): Zo leek het inderdaad in de pers, dat de piloot daar niet wilde landen.

 

02.10 Minister Pieter De Crem: Ik kan u voor het overige zeggen dat de patiënt het naar omstandigheden goed maakt, tot grote voldoening van de ouders.

 

02.11  Karolien Grosemans (N-VA): Er is ook nog een helihaven in een ander ziekenhuis, daar vlakbij.

 

02.12 Minister Pieter De Crem: Ik weet niet of een Sea King daar kan landen. Ik weet dat er een ziekenhuis in Lobbes is, maar de dispatchingplaats voor een dergelijke oproep met militair materiaal is Charleroi.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Annick Ponthier aan de minister van Landsverdediging over "de onderschepping van piraten door de Belgische marine in het kader van de operatie Atalanta" (nr. 14941)

- de heer Theo Francken aan de minister van Landsverdediging over "de vrijlating van piraten voor de kust van Somalië" (nr. 15002)

- mevrouw Annick Ponthier aan de minister van Landsverdediging over "de onderschepping van piraten door de Belgische marine in het kader van de operatie Atalanta" (nr. 15018)

03 Questions jointes de

- Mme Annick Ponthier au ministre de la Défense sur "l'interception de pirates par la marine belge dans le cadre de l'opération Atalante" (n° 14941)

- M. Theo Francken au ministre de la Défense sur "la libération de pirates au large des côtes somaliennes" (n° 15002)

- Mme Annick Ponthier au ministre de la Défense sur "l'interception de pirates par la marine belge dans le cadre de l'opération Atalante" (n° 15018)

 

03.01  Annick Ponthier (VB): Mijnheer de voorzitter, mits uw goedkeuring zal ik beide vragen samen stellen. Het onderwerp is immers enigszins gelijklopend.

 

Mijnheer de minister, het lijdt geen twijfel dat de Belgische marine in het raam van de operatie Atalanta degelijk werk verricht; dat hoef ik u waarschijnlijk niet te vertellen.

 

Er zijn een aantal incidenten gebeurd. U zal mij straks hopelijk meer details over de incidenten kunnen geven.

 

Eind december 2012 of rond de kerstperiode van 2012 zou de Belgische marine in het raam van de missie Atalanta voor de Somalische kust vijf piraten hebben onderschept. De piraten zouden er initieel van zijn verdacht betrokken te zijn bij een piraterijaanval op een Liberiaans vrachtschip. Er zouden ook vermoedens bestaan dat zij drie jaar geleden iets te maken hadden met de kaping van de Belgische steenstorter Pompeï. Dit laatste werd inmiddels ontkracht. Het bleek niet juist te zijn.

 

De vijf betrokken piraten werden vervolgens door onze mensen op de Louise-Marie vastgehouden. Er zou zijn vastgesteld dat zij met de kaping niets te maken hadden. Zij werden dus door België ook niet berecht. Europa zou echter in eerste instantie wel met andere landen hebben onderhandeld, om de betrokken piraten alsnog elders te laten berechten.

 

Kan u bevestigen dat alles op voornoemde manier is gegaan? Kan u een en ander nader toelichten?

 

Wat is er met de onderhandelingen tussen België en de andere Europese landen gebeurd? Wat was met andere woorden de inhoud van de bewuste onderhandelingen?

 

Iets later is een tweede geval voorgekomen waarbij piraten door onze bemanning werden opgepakt, vastgehouden en wederom opnieuw vrijgelaten wegens nogmaals een gebrek aan afdoende bewijzen. De verdachten werden ditmaal meegevoerd en op een Somalisch strand opnieuw aan land gezet.

 

Ten eerste, kan u nogmaals het verloop van voormeld incident nader toelichten?

 

Ten tweede, wat zijn de vereiste criteria om vermeende piraten op te pakken en te arresteren? Welke procedure moet of kan nadien worden gevolgd?

 

Ten derde, bent u in uw hoedanigheid van minister van mening dat de rules of engagement voor de operatie Atalanta dienen te worden uitgebreid? Zo ja, welke contacten werden daartoe al gelegd? Wat is desgevallend momenteel de inhoud van de desbetreffende onderhandelingen?

 

Ten slotte, kan u een globaal overzicht geven van alle acties die de Louise-Marie tot op heden tijdens haar meest recente opdracht heeft ondernomen om de piraterij in de Hoorn van Afrika te bestrijden?

 

03.02  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, over hetzelfde onderwerp heb ik een aantal andere vragen.

 

Welke voorwaarde moet worden vervuld vooraleer men mag overgaan tot de arrestatie van vermoedelijke piraten?

 

Worden de gegevens van vermeende piraten, die in het raam van de operatie Atalanta aan boord worden gebracht, geregistreerd, bijgehouden en uitgewisseld?

 

Hoelang mag Defensie verdachten vasthouden zonder aanhoudingsmandaat van de onderzoeksrechter?

 

03.03 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, collega’s Ponthier en Francken, op 12 december had de Louise-Marie de opdracht gekregen om op zoek te gaan naar een boot die gelijkenissen vertoonde met de twee boten die het Liberiaanse vrachtschip MV Papua hadden aangevallen op 28 november en deze te onderscheppen voor een inspectie.

 

De verdachte boot werd op 15 december door een Zweeds patrouillevliegtuig gelokaliseerd en aansluitend door de helikopter van de Louise-Marie geschaduwd tot het fregat zelf ter plaatse aankwam.

 

Aan boord van de boot die op 15 december door het Belgische fregat Louise-Marie werd onderschept, bevonden zich vijf vermeende piraten. Er werden echter geen wapens gevonden. De vermeende piraten werden volgens de voorziene procedures aan boord gebracht, medisch onderzocht en verzorgd en alle bewijsmateriaal werd verzameld.

 

De Belgische federale procureur, dus heel duidelijk het ministerie van Justitie, besliste om niet over te gaan tot de vervolging in België omdat de vingerafdrukken van de betrokkenen uitwezen dat er geen verband kon worden gelegd met de kaping van de Pompeï.

 

Het hoofdkwartier dat de operatie-Atalanta leidt vanuit Groot-Brittannië, heeft de volgende mogelijks bezwarende elementen in overweging genomen: de aanwezigheid van een heel krachtige buitenboordmotor, de positie van het schip op zee – ver in open zee –, de vermoedelijke deelname aan de aanval op de MV Papua en de afwezigheid van visvangstmateriaal.

 

Uiteindelijk werd geacht dat deze elementen niet volstonden om verder te onderhandelen over een eventuele vervolging met de regionale partnerlanden waarmee de Europese Unie afspraken en overeenkomsten heeft gemaakt, met name de Seychellen, Mauritius en Kenia.

 

Indien er geen enkel land wordt gevonden dat wenst over te gaan tot vervolging, worden alle middelen die mogelijks gebruikt zouden kunnen worden om daden van piraterij uit te voeren in beslag genomen. Indien het niet mogelijk is om het in beslag genomen materiaal aan boord op te slaan, wordt er gezocht naar de efficiëntste manier om het materiaal onschadelijk te maken.

 

Wat betreft de boot die op 15 december met goedkeuring van de federale magistraat en van het hoofdkwartier van Atalanta werd onderschept, werden de boot en de buitenboordmotor overgedragen aan het schip University of Hawaï. De vermeende piraten werden eveneens conform de voorziene procedure aan land gezet.

 

03.04  Annick Ponthier (VB): Mijnheer de minister, bedankt voor uw toelichting bij het verloop van de feiten.

 

De reden van mijn vraag is dat het voor de bemanningsleden aan boord van ons schip ter plaatse nogal frustrerend moet zijn dat alle middelen worden ingezet en dat alles in het werk wordt gesteld om de taken uit te voeren waarvoor zij opgeleid zijn en uitgezonden worden, maar dat keer op keer wordt vastgesteld dat er geen afdoende bewijzen zijn of dat er materiaal overboord wordt gegooid zodat de bewijslasten verdwenen zijn op het moment van de arrestatie.

 

Daarom vraag ik u ook of samenwerking met het ministerie van Justitie mogelijk is. Inzake het nemen van een beslissing is iedereen natuurlijk gebonden aan handen en voeten, maar met de minister van Justitie kunt u misschien bekijken wat er mogelijk is op het vlak van arrestaties of om de middelen tot arrestatie uit te breiden. Ik weet niet of dat mogelijk is en of u in die richting een opening ziet.

 

Ook stel ik voor om onderhandelingen op te zetten of gesprekken te starten om dienaangaande de rules of engagement uit te breiden, zodat ter plaatse maximaal gebruikgemaakt kan worden van de arrestatie en zodat men ervoor kan zorgen dat die mensen niet opnieuw in het netwerk verdwijnen, wat nu toch steeds weer het geval is. Het lijkt een beetje op het werk van de politiemensen in ons eigen land en volgens mij is dat het meest frustrerende beroep op dit moment.

 

03.05  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de minister, dank u voor uw antwoord.

 

Ik sluit mij aan bij de opmerkingen van mevrouw Ponthier. Zoiets is frustrerend: zij weten ook dat ze gewoon de wapens overboord gooien. Ze hebben dan ook geen visgerei bij en hebben zogezegd niets gedaan, waardoor ze vrijgelaten moeten worden. Dat is niet alleen voor de politiemensen of het parket hier frustrerend, maar vooral voor de militairen ter plaatse. Ik weet niet of uw diensten bezig zijn met de vraag hoe daarvoor een oplossing kan worden gevonden. Ik kan mij vergissen, maar ik neem aan dat u deze frustratie deelt en begrijpt dat dit frustrerend werkt. Kan daarvoor geen oplossing worden gevonden?

 

03.06 Minister Pieter De Crem: We moeten misschien eens de tijd nemen voor een debat over de evaluatie van de anti-piraterijoperatie van de Europese Unie.

 

Ten eerste, de operatie heeft haar afschrikkend effect en dat is de bedoeling. Ik laat in het midden of de mobiliteit van de piraten en het daaraan gelinkte gebeuren ook kan worden bestreden of evenveel resultaten afwerpt. Daar zullen we dieper op ingaan wanneer we dat debat voeren.

 

Ten tweede, er is de territorial link met België. Wij hebben in onze rules of engagement vastgelegd dat er pas een engagement is wanneer er effectief een verband is met België in de breedste zin van het woord. Dat is tezelfdertijd een relatief beperkend gegeven. Wanneer er een piratenactie is gebeurd waarbij een schip dat onder Belgische vlag vaart is betrokken, kunnen we optreden. Daar zijn weinig details bij. Het komt erop neer dat we dan gemachtigd zijn om op te treden.

 

Ten derde, we hebben ooit eens een universele bevoegdheidswet gehad en zijn toen in heel de wereld branden mogen gaan blussen. Dat heeft het imago van het koninkrijk en bij uitbreiding van de deelstaten niet zoveel goed gedaan.

 

De band met België moet hoe dan ook kunnen worden gelegd, anders treden we niet op.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Karolien Grosemans aan de minister van Landsverdediging over "de gelekte gegevens van het HR-departement Defensie" (nr. 14968)

- mevrouw Annick Ponthier aan de minister van Landsverdediging over "het datalek bij Defensie" (nr. 15023)

- de heer Wouter De Vriendt aan de minister van Landsverdediging over "gegevens van militairen gelekt op internet" (nr. 15044)

04 Questions jointes de

- Mme Karolien Grosemans au ministre de la Défense sur "les fuites relatives aux données du département HR de la Défense" (n° 14968)

- Mme Annick Ponthier au ministre de la Défense sur "la fuite de données à la Défense" (n° 15023)

- M. Wouter De Vriendt au ministre de la Défense sur "les fuites concernant les données relatives à des miliaires" (n° 15044)

 

04.01  Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de minister, op 3 januari werd een telefoonboek van het departement HR van Defensie op internet gelekt. Een blogger maakte bekend dat de kantoorgegevens van goed 500 medewerkers van Defensie openbaar toegankelijk zijn via een Google-searchopdracht. Vanuit het ministerie kwam diezelfde avond de melding dat dit te wijten was aan een technische fout of manipulatie en dat het probleem de volgende dag zou worden opgelost.

 

Mijnheer de minister, ik zou u hierover graag de volgende vragen stellen.

 

Hoe is dit kunnen gebeuren? Ging het om een technische fout of manipulatie, of was er nog een andere oorzaak? Kunnen verantwoordelijken worden aangeduid? Heeft Defensie de personen van wie de gegevens werden gelekt hiervan op de hoogte gebracht? Op welk moment is dit gebeurd? Werd het probleem op vrijdag 4 januari opgelost zoals aangekondigd? Heeft men gecontroleerd of hetzelfde probleem zich voordeed voor beveiligde informatie op andere websites van Defensie? Zo ja, wat was het resultaat van die controle? Gebruikt Defensie hetzelfde beveiligingssysteem voor alle persoonlijke of vertrouwelijke informatie? Welke maatregelen zal Defensie nemen om gelijkaardige incidenten in de toekomst te vermijden?

 

04.02  Annick Ponthier (VB): Mijnheer de minister, de inleiding werd reeds gegeven door mijn collega.

 

Ik heb ook een aantal vragen over dit voorval. In een eerste reactie verkondigde Defensie dat het om een technische fout of manipulatie ging. Over welke fout of manipulatie ging het precies? Kunt u dit toelichten? Is het probleem ondertussen opgelost zoals de woordvoerder aankondigde? Werden privégegevens publiek gemaakt als gevolg van het lek? Hoe gaat Defensie daarmee om? Hoe en wanneer werden de personeelsleden wiens gegevens werden gelekt, ingelicht? Wat met gegevens die niet zo standaard zijn als vermelde gegevens? Kunnen deze op dezelfde manier worden gekraakt? Dringen zich volgens de minister maatregelen op om de veiligheid van interne gegevens van Defensie extra te beveiligen?

 

04.03 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, het datalek bij Defensie betrof wel degelijk een technische fout. De bewuste site werd op 3 januari afgesloten. Op 4 januari werden maatregelen genomen om de ongewild verspreide informatie weg te halen. Er werden geen privégegevens publiek gemaakt. Op 8 januari werd het betrokken personeel van Defensie via een interne e-mail op de hoogte gebracht van de ondernomen acties.

 

Het probleem was te wijten aan de gebruikte technologie voor de beveiliging van de toegang tot een aparte website van het departement Human Resources. Die site, die trouwens op een alleenstaande server staat die volledig is afgeschermd van het interne netwerk van Defensie, wordt gebruikt voor de efficiënte verspreiding van niet-geclassificeerde, personeelsgerelateerde informatie naar militairen en aanverwanten, onder andere gepensioneerden en reservisten.

 

Toegangsgerechtigden tot deze website beschikken niet automatisch over toegang tot het interne netwerk van Defensie. De andere sites van Defensie gebruiken andere technologieën en zijn aldus niet onderhevig aan dezelfde problemen. Desalniettemin zal er ook op die sites een doorgedreven screening worden uitgevoerd. Momenteel zijn er geen bijkomende maatregelen nodig.

 

Defensie beschikt over een dienst die gespecialiseerd is in de informatieveiligheid. Het domein van de informatieveiligheid is een domein dat continu evolueert. De verbetering en het up-to-date houden van de bescherming van zowel interne gegevens als gegevens die via een publieke site zoals dghr.mil.be ter beschikking worden gesteld, zijn dan ook een continue zorg en vragen een continue inspanning van het departement.

 

04.04  Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de minister, eigenlijk is dat een heel vreemd verhaal, want de blogger die dat heeft uitgebracht was natuurlijk geen hacker, die documenten waren gewoon via Google te vinden. Men moet eigenlijk inloggen, maar als men niet kon inloggen en men gaf gewoon de zoekterm in Google, dan raakte men er toch aan. Daar was niet alleen dit telefoonboek te vinden maar heel veel documenten. Ik heb die bewuste vrijdag om 20.00 uur zelf nog alles terug kunnen vinden.

 

04.05 Minister Pieter De Crem: Wat het beste bewijs is dat het algemeen toegankelijk was.

 

04.06  Karolien Grosemans (N-VA): Ik ken er niet zoveel van, maar er werd hier geen https-verbinding gebruikt. En die s schijnt heel belangrijk te zijn, want dat wil zeggen dat die gegevens extra versleuteld zijn. Nochtans wordt dat heel veel gebruikt. Ik vermoed dat het intranet van CD&V ook wel met https verloopt. Zelfs gewoon bij een middelbare school is bijvoorbeeld smartschool reeds versleuteld. Hoe is het dan mogelijk dat wij gewoon aan al die informatie geraken bij Defensie? Ik ben in elk geval blij te horen dat er voor de andere sites een andere beveiliging is en dat in de toekomst alles zal worden gescreend en nagekeken.

 

04.07  Annick Ponthier (VB): Mijnheer de minister, ik heb dezelfde opmerkingen. Ook ik heb op die bewuste dag toegang gekregen tot de gegevens. Er was dus inderdaad weinig geheim aan die gegevens.

 

U gaf toch enigszins een bevredigend antwoord. U zegt dat er geen privégegevens gelekt zijn, dat de personen van wie de gegevens vrijgegeven zijn, adequaat en snel op de hoogte werden gesteld en ook dat de websites met geheime of geclassificeerde informatie uiteraard beter beveiligd zijn dan deze gegevens. Op dat vlak is uw antwoord redelijk bevredigend.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van mevrouw Karolien Grosemans aan de minister van Landsverdediging over "de toegekende opdracht voor een nieuwe omheining rond de vliegbasis van Kleine Brogel" (nr. 14970)

05 Question de Mme Karolien Grosemans au ministre de la Défense sur "l'attribution d'un marché public pour une nouvelle clôture autour de la base aérienne de Kleine Brogel" (n° 14970)

 

05.01  Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de minister, volgens het Bulletin der Aanbestedingen van 3 januari 2013 werd de opdracht van Defensie voor het plaatsen van een veiligheidsomheining en voor de installatie van een detectiesysteem anti-intrusie met camerabewaking rond de vliegbasis van Kleine Brogel eind december 2012 toegekend aan Cofely Fabricom en aan Segaf.

 

Over de nieuwe omheining zijn al enkele berichten in de pers verschenen, maar als inwoner van de gouw probeer ik van u wat meer informatie te krijgen. Kunt u mij meer details geven over het type omheining, de omtrek, de hoogte, het gebruikte materiaal?

 

Kunt u in de mate van het mogelijke – en ik hoop dat u straks niet zegt dat u om veiligheidsredenen geen informatie kunt geven – de werking van het detectiesysteem toelichten?

 

Wanneer zal men de werken aanvatten? Wanneer moeten ze afgerond zijn? Volgens de berichten in de pers is de huidige omheining meer dan 20 jaar oud en zitten er verschillende gaten in, waardoor allerlei dieren op de landingsbaan lopen.

 

De vliegbasis is ook een doelwit van vredesactivisten. Waarom werd er niet eerder werk gemaakt van een nieuwe omheining?

 

Ik dank u alvast voor uw antwoord.

 

05.02 Minister Pieter De Crem: Mevrouw Grosemans, de nieuwe omheining zal worden opgebouwd uit panelen die beklimming zeer moeilijk moeten maken en die een grote weerstand tegen doorknippen moeten bieden. De hoogte van die panelen bedraagt minimaal 2,4 meter. Boven op de panelen wordt een bijkomende overklimbeveiliging voorzien door middel van een spiraalvormige draad met meslemmeten. Dankzij die omheining wordt rondom de volledige basis van Kleine Brogel, ongeveer 12 kilometer, met uitzondering van de administratieve zone, een omheining met minimale hoogte van 3 meter gerealiseerd.

 

Het detectiesysteem bestaat uit twee onafhankelijke subsystemen: een indringingsdetectie en een videobewaking. De indringingsdetectie meldt op een centraal bewakingspunt de beklimming en de beschadiging van de nieuwe perimeteromheining. De videobewaking stelt de interventieploeg in staat om bewegingen van mogelijke indringers op te volgen.

 

De werken werden genotificeerd aan de gekozen aannemer op 20 december 2012. De uitvoeringstermijn van 200 werkdagen vangt aan binnen een periode van 30 tot 60 kalenderdagen volgend op die notificatie.. Er konden nu in de globale begroting van Defensie, met toch wel de uitvoering van zeer veel werken door de herstructurering van Defensie, de nodige budgettaire middelen worden vrijgemaakt.

 

05.03  Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de minister, na jarenlange incidenten komt er nu dan misschien een einde aan alle vragen over het bestormen van de omheining en het binnenraken op Kleine Brogel.

 

Ik wil nog een punt aanhalen dat niet in mijn ingediende vraag stond, maar ik wil toch een poging ondernemen. Op 24 februari 2010 is er nog een schriftelijke vraag ingediend in verband met de concrete maatregelen. Op die vraag hebt u geantwoord dat er een investeringsprogramma ter goedkeuring voorlag, dat gefinancierd zou worden door de NAVO.

 

Mijnheer de minister, betalen we de thans geplande nieuwe omheining zelf, of is uw antwoord uit 2010 een verwijzing naar de nieuwe omheining?

 

05.04 Minister Pieter De Crem: De omheining waarover u vandaag een vraag hebt gesteld, betalen wij zelf. Dat is een andere beveiliging.

 

05.05  Karolien Grosemans (N-VA): Heeft er geen overleg plaatsgevonden met de Amerikaanse autoriteiten?

 

05.06 Minister Pieter De Crem: Neen.

 

De voorzitter: Het gaat om de perimeter.

 

05.07 Minister Pieter De Crem: Het is een beveiliging voor de beveiliging.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Karolien Grosemans aan de minister van Landsverdediging over "het aantal sessies in de hyperbare kamer van het Militair Hospitaal Koningin Astrid" (nr. 15041)

- mevrouw Karolien Grosemans aan de minister van Landsverdediging over "het aantal sessies in de hypobare kamer van het Militair Hospitaal Koningin Astrid" (nr. 15074)

06 Questions jointes de

- Mme Karolien Grosemans au ministre de la Défense sur "le nombre de thérapies dans le caisson hyperbare de l'Hôpital Militaire Reine Astrid" (n° 15041)

- Mme Karolien Grosemans au ministre de la Défense sur "le nombre de thérapies dans le caisson hypobare de l'Hôpital Militaire Reine Astrid" (n° 15074)

 

06.01  Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik stel deze vraag naar aanleiding van twee schriftelijke vragen. Ik ontving daarop wel een antwoord maar op het belangrijkste deel ben ik misschien mis begrepen of werd mijn vraag omzeild.

 

Hoeveel sessies met burgers of militairen gingen er jaarlijks door in de hyperbare en de hypobare kamer tussen 2007 en 2011?

 

In de hyperbare kamer gaat het om burgers en militairen. In de hypobare kamers gaat het enkel om militairen.

 

Ik kreeg twee keer het antwoord: "In de hypobare kamer maximaal een per dag en in de hyperbare kamer twee tot drie sessies."

 

Daarmee weet ik echter nog altijd niet hoeveel sessies er zijn geweest tussen 2007 en 2011. Daar was het mij om te doen. Vandaar mijn mondelinge vraag.

 

06.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, ik heb geen weet van een problematische werking van die kamers.

 

Er zijn geen aparte cijfers voor burgers of militairen omdat er geen afzonderlijke sessies zijn voor militaire patiënten of burgerpatiënten. Beide categorieën worden samen behandeld tijdens een hyperbare of hypobare zuurstofsessie.

 

Er waren 793 hyperbare sessies in 2007, 792 in 2008, 759 in 2009, 806 in 2010 en 734 in 2011. Er waren 31 hypobare sessies in 2008, 90 in 2009, 121 in 2010 en 89 in 2011.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van mevrouw Annick Ponthier aan de minister van Landsverdediging over "de heropening van de post van militaire attaché in Berlijn" (nr. 15063)

07 Question de Mme Annick Ponthier au ministre de la Défense sur "la réouverture du poste d'attaché militaire à Berlin" (n° 15063)

 

07.01  Annick Ponthier (VB): Mijnheer de minister, dinsdag 8 januari was voor u een memorabele dag. U kreeg die dag een hoge onderscheiding die blijkbaar een teken was van erkenning omwille van de bijzondere sympathie voor Duitsland waarvan u jaren blijk hebt gegeven. Op die dag hebt u aangekondigd dat u de post van militair attaché in Berlijn zou heropenen. U hebt toen ook aangegeven dat de Belgische militaire verantwoordelijken in Parijs en Groot-Brittannië bijkomende taken zouden krijgen. Zij krijgen echter niet het statuut van militair attaché.

 

Kunt u het beleid ter zake in de afgelopen jaren kort schetsen? Met welke motivering heropent u de post van militair attaché in Berlijn? Hoeveel posten zijn er op dit moment ingevuld? Kunt u een overzicht geven, eventueel teruggaand tot 2005? Plant u in de nabije toekomst andere posten van militaire attachés te heropenen? Welke zijn de bijkomende taken die de Belgische militaire verantwoordelijken in Parijs en Groot-Brittannië zullen krijgen? Kunt u dat verder toelichten?

 

07.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, het beleid rond de post defensieattaché is afgestemd op een behoeftebepaling. Ze gebeurt aan de hand van specifieke criteria, met name het belang voor de militair-strategische relaties, operaties, training, de inlichtingen en aankoop- of verkoopprogramma’s.

 

De beslissing om in 2013 in Berlijn een post van defensieattaché te openen, volgt het principe van de behoeftebepaling. Ze is gemotiveerd door de verregaande bilaterale samenwerking met Duitsland, vooral in operaties en omwille van de reciprociteit of wederkerigheid.

 

In totaal zijn er actueel 22 posten van defensieattaché en militaire raadgever. Ik ben bereid u onder schriftelijke vorm een overzicht te geven van de evolutie van het aantal posten sinds 2007. De bijkomende taken voor de militaire verantwoordelijken in Parijs en Londen hebben betrekking op het domein van de militair-strategische relaties en de operationele samenwerking.

 

Heel wat posten zijn gesloten. Ik stel voor dat ik u schriftelijk op uw desbetreffende vraag antwoord.

 

Om toch enige gegevens mede te delen, kan ik u misschien het hiernavolgende melden. In de loop van 2010 is de post in Hanoi gesloten. Ook is de post in Rwanda gesloten en wordt de post in Riyad gesloten. Tevens wordt de post in Kiev gesloten en is de post in Islamabad geopend, zij het voor de periode van onze militaire aanwezigheid in Afghanistan. Bovendien zijn er nog een aantal andere zaken.

 

Ik kan u het document overhandigen, zodat u het overzicht hebt van alle posten. (De minister overhandigt het document)

 

07.03  Annick Ponthier (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor het bezorgen van de gevraagde gegevens.

 

De reden voor mijn vraag is dat ik het nogal bizar vind dat uw voorganger enige jaren geleden omwille van de toegankelijkheid qua mobiliteit en moderne communicatiemiddelen een aantal posten heeft afgeschaft. Toen werd het overbodig geacht de bewuste posten te behouden of te heropenen.

 

U hebt niet geantwoord op mijn vraag of u in de nabije toekomst ook nog andere posten van militaire attachés zult heropenen. Kunt u op deze vraag nog antwoorden?

 

07.04 Minister Pieter De Crem: Het postgebeuren voor militaire attachés vertoont een evolutief karakter. De geostrategische verhoudingen van bepaalde landen waar er vroeger posten waren, veranderen, wat soms tot een sluiting, een opening of een heropening kan leiden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

Voorzitter: Karolien Grosemans.

Présidente: Karolien Grosemans.

 

08 Vraag van de heer Filip De Man aan de minister van Landsverdediging over "de ontmijningsopdracht in Libanon" (nr. 15070)

08 Question de M. Filip De Man au ministre de la Défense sur "la mission de déminage au Liban" (n° 15070)

 

08.01  Filip De Man (VB): Mijnheer de minister, wij hebben nog niet zo lang geleden uw algemene beleidsnota uitgebreid besproken. Een van de aandachtspunten was daarbij onze jarenlange aanwezigheid in Libanon, waar wij deelnemen aan een ontmijningsopdracht.

 

Diverse partijen uitten uiteenlopende meningen, wat bij mij de vragen oproept wat de kostprijs is van een en ander, want dat is uiteraard een zeer belangrijk element.

 

Mijnheer de minister, welke financiële tegemoetkomingen kregen wij de voorbije jaren en van welke instellingen? Als we die in acht nemen, hoe hoog reikt per saldo het globale kostenplaatje voor Defensie per jaar van onze aanwezigheid? Wie droeg en draagt de kosten voor ongevallen en overlijdens? Wij hebben jammer genoeg een pijnlijk voorval meegemaakt. Zult u erop toezien dat bij een eventueel verlengde deelname – daarover ging de bespreking – het budget Landsverdediging minimaal zal worden belast?

 

08.02 Minister Pieter De Crem: In 2011 en 2012 hebben de Verenigde Naties een tegemoetkoming van respectievelijk 2,4 en 2,6 miljoen euro aan de Belgische Defensie betaald voor onze ontmijningsopdracht in Libanon, terwijl de operatie Defensie respectievelijk 12 en 12,4 miljoen euro tijdens dezelfde jaren heeft gekost. De nodige middelen voor 2013 worden uiteraard opgenomen in de begroting Defensie.

 

Bij een ongeval worden de medische kosten gedragen door Defensie, doch is er eveneens in een vergoeding van de Verenigde Naties voorzien. In geval van overlijden wordt zowel een vergoedingspensioen uitbetaald door de FOD Pensioenen als een vergoeding door Defensie. Kortom, op het moment van een ongeval met letsel wordt ook door de VN een vergoeding uitbetaald. De pensioenregeling daarentegen is louter Belgisch.

 

08.03  Filip De Man (VB): (…)

 

08.04 Minister Pieter De Crem: (…)

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Voorzitter: Filip De Man.

Président: Filip De Man.

 

09 Question de M. Christophe Lacroix au ministre de la Défense sur "l'évolution de la stratégie militaire américaine" (n° 15119)

09 Vraag van de heer Christophe Lacroix aan de minister van Landsverdediging over "de evolutie van de Amerikaanse militaire strategie" (nr. 15119)

 

09.01  Christophe Lacroix (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, Barack Obama a nommé, au début de ce mois, le républicain Chuck Hagel, que l'on dit modéré, au poste de secrétaire d'État à la Défense. Cette nomination qui est sur les bancs de la Chambre haute du Congrès américain va permettre de compléter, avec la nomination du sénateur John Kerry à la tête de la diplomatie américaine, l'équipe chargée des questions internationales.

 

Cette nouvelle équipe est attendue sur des dossiers très importants. Je pense notamment à la gestion de la fin officielle de la guerre en Afghanistan, au traitement du dossier nucléaire iranien ou encore à la baisse des dépenses militaires américaines.

 

Monsieur le ministre, au vu de l'évolution de l'équipe américaine en charge des matières internationales et de défense, j'aimerais vous poser les questions suivantes.

 

En 2011, dans une interview au Financial Times, il prônait une cure d'amaigrissement pour le Pentagone. Savez-vous déjà quelles devraient être les priorités américaines en matière de défense tant sur le plan des investissements que sur la présence géopolitique des militaires américains dans le monde? De nouvelles orientations ou priorités pourraient-elles être prises par cette nouvelle équipe au sujet des opérations à l'étranger comme, par exemple, à propos du retrait d'Afghanistan? Celles-ci pourraient-elles avoir des répercussions sur la politique de l'OTAN? Comment notre pays et l'Union européenne se préparent-ils à la redéfinition par les États-Unis de leurs priorités militaires, compte tenu notamment de leurs propres restrictions budgétaires?

 

09.02  Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, cher collègue, le nouveau secrétaire d'État américain à la Défense vient d'être nommé. Ses nouvelles priorités et orientations ne nous sont pas encore connues. Une analyse de l'éventuel impact pour la Défense sera réalisée dès que la nouvelle politique américaine en la matière sera connue. Pour le reste, je vous renvoie à mon collègue des Affaires étrangères.

 

Comme vous, je suivrai avec grand intérêt les déclarations qui seront faites ainsi que la prestation de serment du président Obama, qui aura lieu lundi ou mardi prochain. Après l'investiture de nos nouveaux collègues, le sénateur Kerry aux Affaires étrangères et le sénateur Hagel à la Défense, nous suivrons évidemment leurs déclarations.

 

Je n'ai pas d'autres informations à vous fournir.

 

09.03  Christophe Lacroix (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie. Certes, nous avons été proactifs. C'est important pour nous car l'ancien secrétaire d'État à la Défense, Robert Gates, a déclaré que les Européens devaient davantage se prendre en charge dans le cadre de la politique européenne de défense. Il est clair que les nouvelles orientations qui seront définies dans les prochaines semaines seront des données fondamentales pour préparer le sommet européen de la Défense. Cela permettra également au Parti Socialiste de faire des propositions allant dans le sens de la résolution que nous avons déposée il y a quelques semaines.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van de heer Theo Francken aan de minister van Landsverdediging over "de bestemming van het militaire domein van Goetsenhoven" (nr. 15128)

10 Question de M. Theo Francken au ministre de la Défense sur "la destination du domaine militaire de Goetsenhoven" (n° 15128)

 

10.01  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de minister, enkele jaren geleden gaf uw ministerie te kennen dat het militaire domein te Goetsenhoven, in Tienen, op de taalgrens, samen met een aantal andere domeinen te koop zou worden aangeboden. Dat heeft in de streek rond Tienen tot heel wat speculatie geleid omtrent de bestemming van het voormalige vliegveld. Er werd hardop gedacht aan economische, recreatieve en penitentiaire functies. Zo heeft N-VA voor de gemeenteraadsverkiezingen onder meer het voorstel gelanceerd om er een gevangenis te bouwen.

 

Onlangs heeft Vlaams minister Philippe Muyters op een vraag van Vlaams Parlementslid en burgemeester van Tienen Marcel Logist geantwoord dat Defensie de verkoop weer in overweging neemt. Volgens minister Muyters is het vliegveld van Goetsenhoven momenteel het voorwerp van een interne studie bij de federale staf Defensie, waarbij de verkoop opnieuw in vraag wordt gesteld. Het staat al een hele tijd te koop. Nu zou die verkoop blijkbaar opnieuw in vraag worden gesteld. De resultaten worden u in het voorjaar van 2013 voorgelegd.

 

Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen.

 

Hebt u de resultaten van die studie gezien? Zijn die al klaar? Waarom wordt die beslissing ineens teruggeschroefd? De Tiense regio hoopt namelijk echt dat het terrein zal worden vrijgegeven. Zo neen, kunt u mij dan toelichten wat er verwacht wordt en wanneer de studie afgerond kan worden?

 

10.02 Minister Pieter De Crem: Collega Francken, de site in Goetsenhoven of Gossoncourt, pal op de taalgrens, bevat twee entiteiten: een administratieve zone en, aangrenzend, een operationele zone of het feitelijke vliegveld. De administratieve zone werd reeds in 1999 overgedragen aan de Federale Overheidsdienst Financiën voor vervreemding. De verkoop is tot nu toe zonder succes, waarschijnlijk door de actuele stedenbouwkundige bestemming als recreatiegebied.

 

Wat het vliegveld betreft, heb ik aan de Defensiestaf gevraagd een studie te maken over het al dan niet behouden ervan. Die analyse is momenteel nog lopende. De resultaten van de analyse zullen mij worden voorgelegd om toe te laten een beslissing te nemen. Zoals u weet, is er ook een club in de sportvliegerij zeer actief op Goetsenhoven. Dat maakt deel uit van de afweging.

 

Qua vervreemding is dit een moeilijk dossier. Dat heeft te maken met de zonering als recreatiegebied.

 

10.03  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de minister, voor alle duidelijkheid, sinds 1999 staat de administratieve zone van ongeveer 40 hectare te koop. Ook het vliegveld staat sinds 1999 te koop. Of is dat nooit te koop geweest? Wat is er precies veranderd?

 

10.04 Minister Pieter De Crem: Wat sinds 2007 in de vervreemding is aangeboden, was het nog niet aangeboden deel, namelijk het deel waar de (…) (micro van de minister staat niet aan)

 

10.05  Theo Francken (N-VA): Geen van beide delen is sindsdien verkocht?

 

10.06 Minister Pieter De Crem: Geen van beide delen is verkocht.

 

10.07  Theo Francken (N-VA): De administratieve zone blijft te koop staan. De verkoop van het vliegveld zal worden herbekeken en misschien zal er een studie komen.

 

10.08 Minister Pieter De Crem: Het deel dat nog niet aangeboden was, zit in het pakket van te vervreemden domeinen. Er zijn echter conflicting interests. Er zijn meerdere zaken die, behoudens de bestemming van wat in de huidige activiteiten (…), de zaak niet vooruit helpen. (micro van de minister staat niet aan)

 

10.09  Theo Francken (N-VA): Het is redelijk ingewikkeld blijkbaar, maar het vliegveld is te vervreemden. Is het dan ooit officieel te koop aangeboden geweest?

 

10.10 Minister Pieter De Crem: Het is overgedragen aan het ministerie van Financiën.

 

10.11  Theo Francken (N-VA): Dus het staat te koop?

 

10.12 Minister Pieter De Crem: Het staat te koop.

 

10.13  Theo Francken (N-VA): En de grote recreatieve zone ook?

 

10.14 Minister Pieter De Crem: Ook.

 

10.15  Theo Francken (N-VA): Het vliegveld staat momenteel niet meer te koop omdat dit wordt herbekeken?

 

10.16 Minister Pieter De Crem: Omdat ik gezien heb dat er geen vordering in het dossier was, (….) Er heeft zich geen koper aangeboden.

 

10.17  Theo Francken (N-VA): Ik vind het zeer bizar dat de heer Logist, de burgemeester van Tienen en collega-parlementariër in het Vlaams Parlement, ongelooflijk “van zijn tak maakt” tegen Philippe Muyters over het feit dat dit nog niet gekocht is, als dat blijkbaar al meer dan 10 jaar te koop staat en de stad Tienen dat perfect zou kunnen kopen als ze dat zou willen. De stad Tienen had het al lang kunnen kopen, dus waar maken ze zich druk over?

 

10.18 Minister Pieter De Crem: Ik zal u een overzicht bezorgen van de verschillende biedingen die er zijn geweest. Wij verkopen aan de biedende aan de hand van de prijzen die zijn vastgesteld door het Comité voor Aankoop.

 

10.19  Theo Francken (N-VA): Dat begrijp ik. U bezorgt mij dus een lijst van de biedingen?

 

10.20 Minister Pieter De Crem: Ja, ik zal u de chronologie van het dossier bezorgen voor de beide delen die tot vervreemding zijn aangeboden.

 

10.21  Theo Francken (N-VA): Dank u, want voor de regio is dit een belangrijk dossier.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van mevrouw Karolien Grosemans aan de minister van Landsverdediging over "de laagvliegende C-130 boven Jette" (nr. 15138)

11 Question de Mme Karolien Grosemans au ministre de la Défense sur "le C-130 ayant survolé Jette à basse altitude" (n° 15138)

 

11.01  Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de minister, de ombudsdienst voor de nationale luchthaven heeft aan het directoraat-generaal Luchtvaart van de federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer gevraagd een onderzoek te openen naar de omstandigheden waarbij op donderdag 10 januari in de namiddag een C-130 op lage hoogte over het noordwesten van Brussel vloog. Het toestel volgde de ringroute op een hoogte van ongeveer 200 meter. Dat niveau zou vier- tot vijfmaal lager zijn dan de minimale hoogte voor burgerluchtvaarttoestellen op die plaats.

 

Mijnheer de minister, vloog de C-130 ook naar militaire veiligheidsnormen te laag of niet? Welke hoogte moet dat type toestel minimaal aanhouden boven het gebied in kwestie? Weet u waarom de C-130 op die hoogte vloog? Komt dat vaker voor op die plaats? Is er volgens u sprake van een incident, of niet? Acht Defensie het nodig een eigen onderzoek te openen?

 

11.02 Minister Pieter De Crem: Mevrouw Grosemans, de militaire standaardnorm voor vluchten op lage hoogte is duizend voet of ongeveer tussen 325 en 335 meter boven het hoogste obstakel in een straal van 600 meter. In de militaire reglementen is in uitzonderingen voorzien voor het opstijgen, het landen en wanneer het een operationele noodzaak betreft.

 

Op donderdag 10 januari in de namiddag vloog een C-130 over het noordwesten van Brussel in het kader van een tactische trainingsvlucht. Het toestel was net opgestegen van de militaire luchthaven van Melsbroek en volgde instructies van de burgerluchtverkeersleiding om de controlezone van Brussel te verlaten volgens de vliegregels op zicht. De piloot kreeg de instructie om de controlezone te verlaten via de route Brucargo-Atomium-Groot-Bijgaarden-Ternat met een maximaal toegelaten hoogte van 1 000 voet boven het zeeniveau, dus beneden de militaire standaardnorm.

 

Dergelijke vertrekprocedure op zichzelf is zeer gebruikelijk voor militaire toestellen, in tegenstelling tot het burgerluchtverkeer, dat volgens de vliegregels op instrumenten vertrekt. Bijgevolg is er geen vergelijking mogelijk met de door de burgerluchtvaart gevolgde procedures. Niets wijst erop dat de boordcommandant de instructies van de burgerluchtverkeersleiding overtreden zou hebben. Er is bijgevolg geen sprake van een incident, maar het toont wel aan dat we zoveel mogelijk moeten proberen tactische vluchten in het buitenland uit te voeren.

 

11.03  Karolien Grosemans (N-VA): Dank u voor de toelichting. Een tactische trainingsvlucht vlak boven Brussel lijkt mij ook geen heel goede keuze. Er was in elk geval clearance door de toren, dus begrijp ik niet goed waarom de ombudsman met een onderzoek start.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.42 uur.

La réunion publique de commission est levée à 17.42 heures.