Commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique

Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt

 

du

 

Mercredi 14 novembre 2012

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Woensdag 14 november 2012

 

Voormiddag

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 12.38 uur en voorgezeten door de heer Siegfried Bracke.

La séance est ouverte à 12.38 heures et présidée par M. Siegfried Bracke.

 

De voorzitter: Beste collega’s, de bedoeling is dat we een gedeelte van de grote achterstand in de mondelinge vragen inhalen. Daarom wil ik vragen dat iedereen zich echt aan het Reglement houdt. Dat betekent: twee minuten voor de vraag, twee minuten voor het antwoord en één minuut voor de repliek.

 

01 Vraag van de heer Willem-Frederik Schiltz aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "alternatieve routes voor nucleair transport tussen Borssele en La Hague" (nr. 12785)

01 Question de M. Willem-Frederik Schiltz à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "des itinéraires de remplacement pour le transport nucléaire entre Borssele et La Hague" (n° 12785)

 

01.01  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mevrouw de minister, dinsdag 19 juni 2012 vond een nucleair transport plaats, intussen het vijfde van de vijftien, van de kerncentrale in Borssele in Nederland naar de opwerkingsfabriek La Hague in Frankrijk.

 

Er werd halt gehouden in Essen, waar de Nederlandse politie-escorte de trein verliet voor de aflossing van de Belgische politie-escorte.

 

Naar aanleiding van die transporten hebben nagenoeg alle Belgische burgemeesters van de gemeenten waar de trein met nucleair afval passeert, een brief gestuurd naar de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten met de vraag naar alternatieve transportroutes, zoals een route per boot.

 

Zij vragen dat in eerste instantie voor de politiemacht die zij moeten inzetten om de veiligheid van het transport te garanderen. Tot op heden hebben zij nog geen antwoord ontvangen. Zowel de burgemeesters als de publieke opinie kijken uit naar uw antwoord op die vraag.

 

Mevrouw de minister, welke alternatieve transportroutes zijn mogelijk om nucleair materiaal tussen het Nederlandse Borssele en het Franse La Hague doorheen ons land te transporteren? Bent u bereid, in samenspraak met uw regionale, Nederlandse en Franstalige collega's, om die alternatieve transportroutes in kaart te brengen?

 

01.02 Minister Joëlle Milquet: Het transport van 19 juni betrof inderdaad het vervoer van bestraalde splijtstoffen, afkomstig van de Nederlandse kerncentrale in Borssele, naar de Franse opwerkingsfabriek in La Hague over het Belgische spoorwegnet.

 

Het was het vierde transport in een reeks van tien, die gepland zijn tussen 2011 en 2013. Inmiddels heeft ook het vijfde transport op 11 september plaatsgevonden. Net zoals de vorige drie transporten zijn de twee nieuwe transporten in veilige omstandigheden verlopen.

 

De transporten vanuit Borssele werden vorig jaar na een onderbreking van vijf jaar hervat.

 

Wat het in overweging nemen van alternatieve transportwijzen betreft, bijvoorbeeld per schip, deel ik het standpunt van mevrouw Turtelboom, dat ze hierover op 22 juni 2011 heeft ingenomen.

 

Het transport per schip is weliswaar technisch mogelijk, maar wordt in de praktijk pas overwogen indien er geen verbinding mogelijk is over land, wat in casu niet het geval is. Indien noodmaatregelen nodig zijn, zijn die gemakkelijker te nemen bij een voorval op het land dan op zee.

 

Ik wil er uw aandacht op vestigen dat de manier van transport al eens werd veranderd. Het transport verliep immers aanvankelijk per vrachtwagen via het secundaire wegennet, maar werd later veranderd in transport per trein om veiligheidsredenen. Dat is een van de meest veilige vervoerswijzen: de transit van woonkernen wordt vermeden of in tijd gereduceerd.

 

De transporten worden uitgevoerd met toepassing van de Europese procedure voor de overbrenging van gebruikte splijtstof tussen de lidstaten en zijn vergund door de bevoegde Nederlandse overheden, met akkoord van de Belgische en Franse overheden. Er wordt in de vervoervergunning, die reeds einde 2010 door het FANC werd verleend, geen vast te volgen traject opgelegd. Het komt de vergunninghouder toe om een traject voor te stellen, rekening houdend met de praktische omstandigheden. Vervolgens wordt dat in overleg met alle bevoegde autoriteiten gevalideerd.

 

De kortst mogelijke route op het Belgisch grondgebied wordt gekozen door de deskundigen van Infrabel, rekening houdend met de afzender, de bestemmeling, de aansluiting op het Nederlandse en het Franse spoorwegnet, de ligging en de beschikbaarheid van het nationaal spoorwegnet en de eisen van de vervoervergunning voor het transport.

 

Ik ben natuurlijk bereid om over de problematiek te praten met mijn Franse en Nederlandse collega. Binnenkort heb ik een afspraak met de Franse minister bevoegd voor nucleaire veiligheid, en met de nieuwe Nederlandse minister. Het thema kan uiteraard een onderwerp van gesprek zijn. Tot nu toe kiezen we voor de veiligste en kortste route.

 

01.03  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Dank u voor uw antwoord, mevrouw de minister.

 

Als ik u goed begrijp, gebeurt de evaluatie en wordt die regelmatig herzien. Het stelt mij natuurlijk gerust dat tijdens uw ontmoeting met buitenlandse collega’s ook weer geëvalueerd zal worden of die route de veiligste en meest efficiënte is.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

02 Question de Mme Jacqueline Galant à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "la révision de la norme KUL" (n° 12732)

02 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de herziening van de KUL-norm" (nr. 12732)

 

02.01  Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, madame la ministre, on a déjà beaucoup parlé de la révision de la norme KUL. Tout le monde sait qu'elle est inadaptée et qu'elle doit évoluer. Précédemment, vous aviez signalé qu'un groupe de travail se penchait sur une nouvelle proposition pour remplacer la norme existante. Vous aviez également dit que vous craigniez qu'une adaptation de cette norme ne soit possible qu'à condition de prévoir des moyens supplémentaires pour la police car, sans cela, la nouvelle répartition se ferait aux dépens de certaines zones de police. Selon vous, il fallait trouver quelque chose de beaucoup plus simple, de plus acceptable politiquement et tenable financièrement.

 

Madame la ministre, avez-vous des pistes de solution depuis vos dernières déclarations concernant la réforme de cette norme? Votre groupe de travail a-t-il avancé? Certaines conclusions sont-elles déjà connues?

 

Certaines universités ont réalisé des études et on nous en avait promis les conclusions. Pouvez-vous nous en dire plus? Avez-vous un agenda précis à ce propos?

 

02.02  Joëlle Milquet, ministre: Monsieur le président, madame Galant, ce sujet me préoccupe énormément, tout comme la situation budgétaire, ce qui n'est pas toujours compatible au niveau des projets.

 

Un groupe de travail étudie différents scénarios pour répartir les critères d'une manière plus juste, au sein d'une enveloppe identique. Mais il faut tenir compte du gros problème politique que nous connaissons: quand on travaille dans une enveloppe fermée et qu'on la rectifie, cela peut être bon pour les uns et mauvais pour les autres. Je pense donc que ce genre d'exercice n'a pas beaucoup de chances de réussir politiquement, ce qui peut par ailleurs expliquer le fait qu'on n'a jamais beaucoup avancé.

 

Dès lors, pour s'en sortir, les zones devaient bénéficier d'une enveloppe complémentaire, enveloppe devenue difficile à dégager vu les discussions budgétaires actuelles. Je rappelle que nous devons trouver près de 4 milliards.

 

Il y a quelques semaines, j'avais donc proposé un projet d'arrêté au Conseil consultatif des bourgmestres. Ma proposition visait à travailler en deux phases et à permettre un certain rattrapage sur la base d'un critère objectif, à savoir adapter la norme KUL à l'évolution de la population. En effet, dans les calculs, on s'est arrêté à la population de 2001. Nous sommes en 2012. Un rattrapage pour tous en tenant compte de l'évolution de la population me semblait légitime, objectif, ne prêtant pas à des discussions politiques. Cela représentait un coût global de 50 millions mais c'était une avancée.

 

Nous avons donc soumis cet arrêt au Conseil consultatif des bourgmestres qui a fait savoir - craignant à tort que la réforme globale ne se fasse pas -, qu'il préférait attendre de disposer de tous les éléments de la réforme plutôt que d'accepter une mesure sur base d'un seul paramètre.

 

J'estime cette décision regrettable, dans la mesure où cela nous a privés d'un soutien – je ne dis pas que tous les montants auraient été obtenus à l'occasion du conclave – qui constituait un plus pour les communes.

 

Cela dit, comme ledit Conseil s'est exprimé et que ses propos ont été repris dans la presse, chacun considère qu'il faut à présent attendre l'ensemble de la réforme qui doit avoir lieu dans le cadre du budget 2014 qui, hélas, risque de ne pas être beaucoup plus simple à élaborer puisque les coûts vont augmenter.

 

Vous me voyez par conséquent attristée de ce que cette avancée, qui constituait un plus, n'ait pas reçu le soutien qu'elle méritait. Cela dit notre travail continue. Il ne s'agissait, en fait, que d'une phase préliminaire.

 

02.03  Jacqueline Galant (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour cette réponse.

 

C'est d'autant plus dommage que les nouveaux conseils de police vont être installés et que les discussions budgétaires relatives aux zones de police vont commencer. Il est très compliqué de trouver un accord au niveau fédéral, mais ça l'est aussi dans les zones pluricommunales – étant donné que différentes tendances politiques sont représentées et que chaque membre essaie de défendre les intérêts de sa commune. Dans ma zone, nous nous basons en permanence sur la norme KUL, mais les inégalités entre communes posent d'énormes problèmes.

 

J'espère que votre groupe de travail va avancer et que nous obtiendrons des nouvelles assez rapidement. Comme les nouveaux conseils de police vont se mettre en place, il serait normal que nous disposions d'une nouvelle base de travail afin d'établir les budgets des zones de police.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Samengevoegde vragen van

- de heer Willem-Frederik Schiltz aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de bezorgdheid van het FANC over het schrappen van de veiligheidsperimeter rond de kerncentrale van Doel" (nr. 12786)

- de heer Kristof Calvo aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de veiligheidsperimeter in Doel" (nr. 13175)

03 Questions jointes de

- M. Willem-Frederik Schiltz à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les inquiétudes de l'AFCN au sujet de la suppression du périmètre de sécurité autour de la centrale nucléaire de Doel" (n° 12786)

- M. Kristof Calvo à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "le périmètre de sécurité à Doel" (n° 13175)

 

03.01  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, zeker voor Antwerpen is dit een heikele affaire. Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle heeft een veiligheidsperimeter van 1 800 meter rond de kerncentrale van Doel geschrapt. In het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de havenuitbreiding werd de perimeter immers niet meer opgenomen.

 

Het FANC heeft hierover zijn bezorgdheden geformuleerd, aangezien er in de buurt risicobedrijven zijn. Het schreef eind vorig jaar een brief naar het departement Ruimtelijke Ordening van de Vlaamse overheid. De Vlaamse regering ontkent evenwel dat de perimeter geschrapt is, aangezien het hier gaat om een federale materie. Het FANC zou pas tegen augustus een officieel standpunt kunnen bepalen en wilde ondertussen benadrukken dat het behoud van de perimeter geen infrastructuur of activiteiten, zoals het Saeftinghedok, dat voor een deel binnen de veiligheidsperimeter valt, uitsluit. Met andere woorden, een prachtig staaltje communautaire pingpong.

 

Mijn vragen aan de minister zijn de volgende. Werd er intussen overleg gepleegd tussen de federale overheid, de Vlaamse overheid en de andere belanghebbenden? Zo ja, wat is het resultaat hiervan? Zo nee, waarom niet?

 

Is er ondertussen al een definitief standpunt ingenomen? Zoals u weet, is de maand augustus ondertussen immers al voorbij. Welke argumenten hebben al dan niet een beslissende rol gespeeld in het bepalen van dit standpunt?

 

Bent u het eens met het FANC dat het behoud van een veiligheidsperimeter niet verstorend zou werken op de economische activiteiten in de haven?

 

03.02  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega Schiltz heeft al een aantal elementen aangereikt. Het is weinig interessant als ik die herhaal. De opmaak van het GRUP zorgt voor wat verwarring over de veiligheidsperimeter in en rond Doel. Er wordt verwezen naar een brief van het FANC. De Vlaamse overheid is het niet eens met die analyse of er is minstens verwarring ontstaan.

 

Een ander belangrijk element dat nog niet aan bod is gekomen, is het feit dat het FANC gevraagd zou hebben om meer wegen, dus om een betere ontsluiting en een betere veiligheidssituatie van de kerncentrale. Dat zou een element zijn waarover het agentschap vandaag communiceert.

 

Ik heb dan ook enkele vragen voor u.

 

Klopt het wat wij in de krant hebben mogen lezen? De persartikels liggen immers aan de basis van mijn vraag en die van collega Schiltz.

 

Wat is de inhoud van de brief? Zou het Parlement of de subcommissie voor de Nucleaire Veiligheid over die brief kunnen beschikken? Dat zou voor heel wat minder verwarring kunnen zorgen.

 

Wat is de reactie van de Vlaamse overheid?

 

Is er een link tussen de ontwikkeling van het Saeftinghedok, de opmaak van het GRUP en de veiligheidszone?

 

Welke extra wegen wil het FANC? Zijn dit aanbevelingen in het kader van de stresstests? Binnen welke termijn worden die wegen gerealiseerd?

 

Ten slotte is er de belangrijkste vraag, namelijk welke initiatieven u neemt als minister bevoegd voor nucleaire veiligheid. Ondersteunt u het FANC daar actief in? Hebt u contacten met uw collega’s van de Vlaamse regering?

 

03.03 Minister Joëlle Milquet: Mijnheer de voorzitter, in het Vlaams Gewest loopt sinds enige tijd een procedure om het gewestplan van het gebied waarin de kerncentrale van Doel is gelegen, aan te passen. Het bestaande gewestplan werd onlangs door de Raad van State vernietigd, zodat de uitvaardiging van een nieuw plan noodzakelijk is.

 

Eind 2011 bracht het FANC reeds een advies uit over het voorontwerp van dit nieuw plan. Het FANC adviseerde toen om de veiligheidsperimeter van 1 800 meter rond de kerncentrale uit het bestaande plan te behouden. In dit gebied kan de vestiging van hinderlijke inrichtingen worden onderworpen aan ruimtelijke voorwaarden die rekening houden met de aanwezigheid van de kerncentrale.

 

Het FANC vroeg om als adviesinstantie betrokken te worden bij elke nieuwe vergunningsaanvraag voor een industriële installatie binnen deze veiligheidsperimeter. Op die manier kan de impact op de veiligheid van een dergelijke inplanting nabij de kerncentrale van Doel in een vroeg stadium geëvalueerd worden. Daarnaast adviseerde het FANC om meerdere toegangswegen van en naar de kerncentrale te behouden, omdat die noodzakelijk zijn voor een vlotte hulpverlening in noodsituaties.

 

De Vlaamse regering heeft op 27 april 2012 het gewestelijke ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van het zeehavengebied Antwerpen voorlopig vastgesteld, zonder daarbij rekening te houden met de opmerkingen van het FANC. Het agentschap heeft daarom op 3 augustus een bezwaarschrift ingediend in het licht van het lopende openbaar onderzoek. In de toelichting bij het plan wordt gesteld dat de veiligheidsperimeter rond de kerncentrale niet werd overgenomen omdat deze deel zou uitmaken van de sectorwetgeving. Het FANC ontkent echter dat de sectorwetgeving zulke garanties bevat.

 

Als voogdijminister van het FANC en als vergunningverlenende overheid steun ik uiteraard het standpunt van het agentschap. De Gewesten moeten hun bevoegdheden immers uitoefenen zonder die van het federale niveau in het gedrang te brengen.

 

Over de mogelijke impact van deze beperking op de aanleg van het Saeftinghedok kan enkel de Vlaamse regering oordelen.

 

Indien er geen oplossing gevonden wordt, zal ik uiteraard een afspraak maken met mijn Vlaamse collega. Eerst proberen wij het via het FANC en de Vlaamse overheden. Als dat niet lukt, zal ik een afspraak maken met mijn Vlaamse collega om over dit dossier te praten.

 

03.04  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mevrouw de minister, het betreft inderdaad een enigszins bestuurlijk kluwen.

 

Ik heb het feitenrelaas dat u hebt gegeven, goed genoteerd. Het zou niettemin fijn zijn, mocht ik een schriftelijke versie van uw antwoord kunnen krijgen. Zo snel heb ik immers niet kunnen schrijven.

 

Het is evident dat er een overleg moet komen tussen het FANC en de Vlaamse regering, hoewel zij beide op andere bevoegdheidsterreinen opereren. Het betreft hier echter wel een plaats waar het samenwerkingsfederalisme of confederalisme — al naar believen, mijnheer de voorzitter — zijn beslag moet kunnen vinden.

 

Mevrouw de minister, ik hoop dat u het dossier nauwlettend in de gaten zult houden en tijdig met de Vlaamse regering zult overleggen.

 

03.05  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, ik dank u uiteraard voor uw antwoord.

 

Ik heb ook gevraagd of het mogelijk zou zijn de brief van het FANC aan de Vlaamse regering en/of het bezwaarschrift te krijgen. Daarop hebt u nog niet geantwoord.

 

03.06 Minister Joëlle Milquet: Mijnheer de voorzitter, ik kan een kopie van de brief van het FANC opvragen en u die laten bezorgen.

 

03.07  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Waarvoor dank, mevrouw de minister.

 

Ik begrijp van u klaar en duidelijk dat u het FANC steunt. Ik moedig u aan uw steun op de meest actieve manier te tonen. De kwestie is belangrijk genoeg.

 

Ik begrijp ook dat het FANC vragende partij is om bij elke nieuwe industriële activiteit in de bewuste zone te worden betrokken. Het betreft hier een duidelijke vraag, die moet worden gerespecteerd. Het FANC is ook vragende partij voor meerdere toegangswegen.

 

Dat lijken mij uitdagingen waarmee op politiek vlak aan de slag kan worden gegaan.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Leen Dierick aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de eretekens bij de politie" (nr. 12805)

- de heer Josy Arens aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de uitreiking van eretekens aan personeelsleden van de politie" (nr. 13538)

04 Questions jointes de

- Mme Leen Dierick à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les distinctions honorifiques de la police" (n° 12805)

- M. Josy Arens à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "l'octroi des distinctions honorifiques aux membres du personnel de la police" (n° 13538)

 

04.01  Leen Dierick (CD&V): Mevrouw de minister, sinds 2011 heb ik al vijf vragen gesteld over de uitreiking van eretekens aan de politie. Telkens wou ik te weten komen wanneer zij zouden worden uitgereikt. Eerst werd beloofd dat dat in 2011 zou gebeuren. Daarna had men het over 2012. Wij zijn nu bijna op het einde van 2012 en ik heb er nog altijd geen zicht op wanneer zij zullen worden uitgereikt.

 

Ik heb dan ook een heel eenvoudige vraag. Wanneer worden de eretekens nu eindelijk uitgereikt? Welke stappen moeten er nog worden ondernomen? Wanneer zal de lokale politie worden bevraagd over de uitreiking van de eretekens?

 

Ik kijk uit naar uw antwoord.

 

04.02  Josy Arens (cdH): Monsieur le président, ma question est identique à celle de ma collègue. C'est celle que j'ai déjà posée aux quatre prédécesseurs de Mme Milquet: où en est ce dossier?

 

J'attends une réponse de notre ministre.

 

De voorzitter: De vragen zijn klaar en duidelijk, het antwoord ook?

 

04.03 Minister Joëlle Milquet: Tijdens de commissievergadering van januari heb ik u meegedeeld dat de informaticatool die in het kader van de toekenning van de eervolle onderscheidingen wordt gehanteerd, wordt getest in een proefproject. Het proefproject betreft 149 dossiers van zowel de federale politie als de lokale politie.

 

Voor de dossiers in het proefproject is de procedure quasi afgewerkt. Nu de koninklijke besluiten afgerond zijn, kan de FOD Buitenlandse Zaken de oorkonden aanmaken, die zullen worden uitgereikt. De eerste uitreikingen zouden nog dit jaar moeten plaatsvinden.

 

In juli 2012 werd bovendien voor ongeveer 7 000 andere dossiers de eerste fase van de toekenningsprocedure ingezet. Het betreft een bevraging van de dienst Stamboek van Defensie en van de centrale diensten van het Strafregister.

 

Het vergt dus veel werk, maar velen hechten een groot belang aan die eervolle onderscheidingen. Daarom zullen wij de inspanningen optimaal voortzetten met de beschikbare capaciteit.

 

Een aantal politiezones is reeds betrokken bij het voormelde proefproject. Voor de 7 000 dossiers worden de betrokken politiezones bevraagd.

 

Over enkele weken, nog dit jaar, zullen wij de procedure afhandelen.

 

04.04  Leen Dierick (CD&V): Mevrouw de minister, u zegt dat de procedures “quasi” afgehandeld zijn. Ik hoop dat dat geen synoniem van “onverwijld” is. Onverwijld duurt soms ook heel lang.

 

De voorzitter: De minister heeft gezegd “nog dit jaar”, mevrouw.

 

04.05  Leen Dierick (CD&V): Ik reken erop dat het nog dit jaar zal zijn. Zo niet zal ik in januari opnieuw een vraag indienen.

 

De voorzitter: Aldus zal geschieden.

 

04.06  Josy Arens (cdH): Madame la ministre, je vous remercie pour les précisions que vous nous avez apportées. Enfin, tout ceci va se concrétiser. Nous attendons cette évolution depuis des années. Un grand merci, madame la ministre!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de meldingsplicht inzake strafrechtelijke inbreuken voor private bewakingsfirma's en hun aangestelden" (nr. 12813)

05 Question de M. Bert Schoofs à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "l'obligation pour les sociétés privées de gardiennage et leurs préposés de signaler les infractions pénales qu'ils constatent" (n° 12813)

 

05.01  Bert Schoofs (VB): Mevrouw de minister, deze vraag stel ik naar aanleiding van een overtreding van het boerkaverbod in een Maaslands shoppingcenter.

 

Mevrouw de minister, in welke gevallen moeten private bewakingsfirma's en hun aangestelden en personeel melding maken van misdrijven die zij vaststellen tijdens de uitoefening van hun opdrachten? Vallen alle misdrijven onder de meldingsplicht, zowel overtredingen als correctionele en criminele inbreuken? Men kan als bewakingsagent immers niet zelf optreden. Ik vermoed dat men voornamelijk de politie zal moeten inschakelen, tenzij men iemand in bedwang moet houden als de inbreuk de veiligheid van omstaanders onmiddellijk bedreigt.

 

Kunnen er contractueel uitzonderingen worden gemaakt om bepaalde zwaardere misdrijven niet te melden of om bepaalde lichtere misdrijven wel aan politie en justitie te melden? Kan ter zake iets in het contract van de bewakingsagent worden opgenomen om in sommige gevallen wel en in andere gevallen niet op te treden? Welke procedures gelden voor private bewakingsfirma's tegenover politie en justitie?

 

05.02 Minister Joëlle Milquet: Noch de bewakingsonderneming noch hun aangestelden zijn onderworpen aan enige meldingsplicht aan de gerechtelijke overheden of de politiediensten van feiten waarvan ze kennis hebben en die een misdrijf zijn. Op basis van artikel 10 van de wet dienen zij wel, telkens als een gerechtelijke instantie erom verzoekt, onverwijld alle inlichtingen mee te delen van misdrijven waarvan ze tijdens of na de uitoefening van hun activiteit kennis kregen.

 

Er is ook een artikel 13, waarin staat dat veiligheidsagenten de plicht hebben om de informatie aan de politie te geven.

 

Ik ben van plan om deze bepaling ook op andere bewakingsfirma’s van toepassing te maken. Dat is een betere wettelijke bepaling. Voor mij moet deze plicht voor elke bewakingsfirma gelden en niet alleen voor veiligheidsagenten.

 

05.03  Bert Schoofs (VB): Mevrouw de minister, dank u voor uw duidelijk antwoord. Ik hoop dan dat dit op vrij korte termijn kan worden geregeld en dat het hiaat in de huidige wetgeving kan worden opgeheven.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van de heer Bruno Tuybens aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "het preventiebeleid na geweldplegingen door de spoorwegpolitie in 2006" (nr. 12866)

06 Question de M. Bruno Tuybens à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "la politique de prévention mise en place après des violences commises par la police des chemins de fer en 2006" (n° 12866)

 

06.01  Bruno Tuybens (sp.a): Mevrouw de minister, mijn vraag dateert van 28 juni van dit jaar. De Brusselse raadkamer had de dag ervoor 13 agenten van de spoorwegpolitie doorverwezen naar de correctionele rechtbank. Naar verluidt hadden zij zich in 2006 tijdens de diensturen en in uniform gedragen als gewelddadige racisten en daklozen in het Brusselse Zuidstation vernederd. Om hun buitensporig gedrag onder de mat te vegen, stelden de agenten valse processen-verbaal op. De vernederingen gingen maandenlang door, tot enkele geschokte collega’s van de spoorwegpolitie eind 2006 aan de alarmbel trokken en de Algemene Inspectie van de federale politie alarmeerden.

 

De feiten kwamen in 2010 aan het licht, na een onderzoek van de Algemene Inspectie, waarna alle betrokken agenten geschorst werden. In uw antwoord op mijn parlementaire vraag in de plenaire vergadering van 28 juni, antwoordde u dat er sinds de incidenten meer aandacht naar vorming gaat. U kon daarover tijdens de plenaire vergadering geen verdere details verstrekken, en dat begrijp ik. Daarom kondigde ik aan dat ik een vraag zou indienen waarin ik u om meer gedetailleerde gegevens zou vragen.

 

Ten eerste wil ik vernemen welke bijkomende vormings- en andere maatregelen de politie en de federale regering sinds 2010 hebben uitgewerkt om politiemensen en aspirant-politiebeambten overtuigend te wijzen op de grenzen van de gewone ambtsuitoefening en op het belang van de fundamentele rechten van elke mens, ook van mensen van andere oorsprong.

 

Ten tweede vraag ik u de meldingsplicht van politiebeambten in dergelijke situaties onder de aandacht te brengen en de zogenaamde klokkenluiders bijkomend te beschermen.

 

Ten derde vraag ik u de bestaande tuchtregels strenger te maken voor degenen die zich tot dergelijke wanpraktijken verlagen. In augustus was er trouwens weer een geval van disproportioneel politiegeweld in Brussel. Nabij het Montgomeryplein werd een geboeide man gedurende 9 minuten hard op de grond geduwd en herhaaldelijk geschopt. De beelden zijn getoond in het VTM-nieuws.

 

06.02 Minister Joëlle Milquet: Tijdens de basisopleiding van de politiemensen wordt ruim aandacht besteed aan de mensenrechten en aan de grenzen van het politieambt. Zo komen onder meer de volgende thema’s aan bod: rechten en vrijheden van de burgers; de rol en de plaats van de politie in een multiculturele samenleving; de politie-ethiek en –deontologie; de reactie op normafwijkende gedragingen; de waarden van de geïntegreerde politie, waaronder integriteit; de politiedeontologie betreffende het gebruik van geweld; respect voor de waardigheid en de persoonlijkheid van de aangehouden persoon en cultuureigen invloeden in de communicatie. Ik wil in het kader van de hervorming ook aanvullende modules en sensibilisering over diversiteit in de basisopleiding.

 

Er worden ook voortgezette opleidingen georganiseerd, onder meer over volgende thema’s: identiteit, diversiteit, de holebithematiek, de antiracisme- en antidiscriminatiewet, deontologie in het dagelijks professioneel leven en interculturele communicatie.

 

Ten slotte organiseert de directie van de interne relaties van de federale politie regelmatig bewustmakingscampagnes over diverse thema’s die aanleunen bij integriteit en diversiteit.

 

Er zijn ook verschillende basisteksten die in een meldingsplicht voorzien voor de leden van de politiediensten bij vaststelling van misdrijven. De deontologische code bepaalt dat elk personeelslid dat direct getuige is van strafbaar of gevaarlijk gedrag, onrechtmatig geweld of een onmenselijke of vernederende behandeling vanwege een collega, alles in het werk stelt om dat in de mate van zijn mogelijkheden te doen ophouden en om de bevoegde overheid hiervan op de hoogte te brengen. Ook de wet houdende het tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiediensten verplicht elk personeelslid loyaal mee te werken aan de tuchtonderzoeken waarvan hij het voorwerp niet uitmaakt of niet kan uitmaken. Er is ook de wet op de regeling van het toezicht op de politie- en inlichtingendiensten en op het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse.

 

Ten slotte bestraft artikel 44/11 van de wet op het politieambt elke politieambtenaar die willens en wetens inlichtingen en gegevens achterhoudt die van belang zijn voor de uitoefening van de strafvordering of handhaving van de openbare orde.

 

De tuchtwet bevat geen opsomming van tuchtvergrijpen met de daaraan gekoppelde tuchtsancties. De tuchtoverheden moeten bepalen welke feiten een tuchtvergrijp uitmaken en welke tuchtsanctie in de gegeven omstandigheden het meest aangewezen is. De gepleegde feiten moeten voldoende ernstig zijn. Dat was natuurlijk het geval. Een strafrechtelijke veroordeling wordt overigens meestal gevolgd door een zware tuchtsanctie, in dit geval een schorsing.

 

06.03  Bruno Tuybens (sp.a): Mevrouw de minister, ik hoor van u dat er effectief een lange lijst is met diverse onderwerpen die in de opleiding en de vorming van de politieambtenaren aan bod komen. Bovendien zijn er de bestaande regels, zowel op deontologisch als op wettelijk vlak, waaraan agenten zich moeten houden.

 

Ik weet alleen niet – ik blijf ter zake op mijn honger – welke van de bewuste initiatieven effectief gestart zijn na de incidenten in 2010. Zijn, met andere woorden, na het verslag van de spoorwegpolitie of na het onderzoek van de Algemene Inspectie lessen getrokken?

 

Als wij in kaart brengen op welke wijze de misdrijven die door politieambtenaren worden begaan evolueren, dan moet de regering ook optreden en bijkomende maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat zulke zaken worden ingedijkt.

 

Ik hoop in ieder geval dat zulke disproportionele incidenten op ons grondgebied niet meer plaatsvinden en dat de regering bijkomende aandacht aan de problematiek besteedt.

 

06.04 Minister Joëlle Milquet: Er zijn drie aanvullende modules in de basisopleiding.

 

Ten tweede, na de vernietiging door de Raad van State waren de verschillende betrokkenen niet langer geschorst. Ik heb beslist een schorsing te vragen, wat is gebeurd.

 

06.05  Bruno Tuybens (sp.a): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van de heer Kristof Calvo aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de mededeling van het FANC van 5 juli" (nr. 13173)

07 Question de M. Kristof Calvo à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les déclarations de l'AFCN du 5 juillet" (n° 13173)

 

07.01  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik ben een frequent bezoeker van de website van het FANC. De ene mededeling trekt al wat meer de aandacht dan de andere. In de categorie van belangwekkend en aandachttrekkend las ik een mededeling op 5 juli: “Veiligheid van kerncentrales: het FANC wenst aan zijn vereisten te herinneren.” Op 5 juli had het FANC de behoefte om daar nog eens heel duidelijk over te communiceren in een aantal punten. Voor het geval u dat niet gelezen zou hebben, heb ik de mededeling integraal overgenomen in mijn ingediende vraag, maar ik zal die natuurlijk niet helemaal voorlezen of herhalen.

 

Mevrouw de minister, ik wil mij beperken tot enkele vragen over die toch wel opmerkelijke mededeling van 5 juli.

 

Ten eerste, wat was de concrete doelstelling? Het was duidelijk dat het FANC zich eigenlijk impliciet richtte tot de regering en Electrabel. Heeft het FANC dat ook expliciet gedaan, rechtstreeks?

 

Ten tweede, welke initiatieven plant het FANC ter opvolging van de destijds recente beslissingen en mogelijke reacties door exploitanten? In concreto zou de regering beslissen om 1 000 megawatt nucleaire capaciteit ter beschikking te stellen van derden. Electrabel heeft aangegeven dat het dat niet zo’n interessant verhaal vindt. Zo zouden we bovendien in een situatie kunnen terechtkomen waarbij er ook omtrent de veiligheid uitdagingen ontstaan.

 

Ten derde, heeft het FANC een formeel standpunt over een eventuele nieuwe eigenaar voor Tihange 1, al dan niet in het raam van een constructie rond die 1 000 megawatt?

 

Ten slotte, is er een draaiboek voor eventuele overnames of gedwongen overnames, of wil het FANC zulke scenario’s absoluut vermijden? Daar lijkt het op, aangezien men nogal sterk de nadruk heeft gelegd op de continuïteit van de exploitatie, al de opleidingen die nodig zijn en dergelijke.

 

Ik hoop dat u een verhelderend antwoord kunt geven omtrent die mededeling van 5 juli.

 

07.02 Minister Joëlle Milquet: De uitvoering van de regeringsbeslissing inzake de sluiting van de kerncentrales Doel 1 en Doel 2 in 2015, enerzijds, en de levensduurverlening van Tihange 1 tot 2025, anderzijds, vergt een verhoogde waakzaamheid van de veiligheidsautoriteiten. De veiligheid van een nucleaire installatie hangt immers niet alleen af van de staat waarin de machines zich bevinden, maar ook van de aanwezigheid van voldoende bekwaam en gemotiveerd personeel.

 

Electrabel heeft na de regeringsbeslissing aanstonds aangekondigd dat er geen naakte ontslagen zullen vallen, maar ook de natuurlijke afvloeiing van personeelsleden kan hiaten in het competentiespectrum achterlaten die in een sluitingsscenario minder eenvoudig te dichten zijn. “Het FANC zal vanuit zijn veiligheidsopdracht nauw toezien op de aanwezigheid van voldoende erkend personeel en op de nodige omkadering ervan”, aldus zijn mededeling.

 

Op de site van Tihange zijn er mogelijk belangrijke veranderingen op til, die ordentelijk moeten verlopen. Electrabel heeft blijkbaar nog geen standpunt bepaald of het in de gegeven omstandigheden de uitbating van Tihange 1 wel wil voortzetten. De mededeling van het FANC verwees ook naar die situatie. Ik citeer opnieuw de mededeling van het FANC: “De nieuwe uitbater zal moeten aantonen dat de operatoren alle fasen van de uitbating van de betrokken nucleaire eenheid meester zijn, in alle situaties, courant en accidenteel.”

 

Volgens de nucleaire regelgeving moet een nieuwe uitbater het fiat krijgen van het FANC. Daarbij zal het agentschap de organisatie van de veiligheid op de site en de bedrijfsvoering aandachtig evalueren. Wie de centrale bezit, is voor het FANC niet van belang. Wel van belang zijn de competentie, de vorming, de ervaring en de teamwerking van het betrokken uitbatingspersoneel.

 

Dat was het nodige bericht van het FANC.

 

07.03  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw verhelderend antwoord.

 

Ten eerste, het is belangwekkend dat u zegt dat Electrabel nog geen standpunt heeft ingenomen over de verlengde uitbating van Tihange 1. Collega’s in de zaal die de ambitie hebben om Tihange 1 uit te baten, kunnen zich dus altijd melden. Ik maak er een klein beetje een karikatuur van, om de uitdaging te schetsen.

 

Ten tweede, de mededeling kan een administratieve versie zijn om de regering erop te wijzen dat Electrabel de enige operator is die in staat is om de centrale veilig uit te baten en dat men dus niet te zot moet doen met de nucleaire taks en de 1 000 megawatt nucleaire capaciteit. Dat zou een heel slechte versie zijn.

 

Een andere mogelijkheid – laten wij hopen dat die overeenstemt met de realiteit – is dat het FANC zegt dat het heel strikt zal zijn inzake veiligheid, wie ook de kerncentrale zal uitbaten en wat ook de toekomst is van Tihange 1.

 

Ik hoop dat u er mee op toeziet dat zulke mededelingen vooral in het tweede kader passen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van de heer Kristof Calvo aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de rol van het FANC bij de beslissing over de kernuitstap" (nr. 13174)

08 Question de M. Kristof Calvo à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "le rôle de l'AFCN dans la décision relative à la sortie du nucléaire" (n° 13174)

 

08.01  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, in juli heeft de regering beslist om de stokoude kernreactor Tihange 1 tien jaar langer open te houden en de sterke aanwezigheid van nucleaire energie van Electrabel op de productiemarkt te betonneren. De wet-Deleuze uit 2003 wordt teruggeschroefd en men bekeert zich tot het energieconservatisme. Op veiligheidsvlak zijn er een aantal uitdagingen.

 

Nu kreeg ik vooral graag duidelijkheid over de rol van het FANC in de dagen voor de regeringsbeslissing, die duidelijk politiek gemotiveerd is. Welke rol heeft het FANC daarin gespeeld? Heeft het agentschap ter zake een echte rol kunnen en mogen spelen? Ik heb onder andere de heer Wathelet horen verklaren dat de keuze voor het langer openhouden van Tihange 1 of Doel 1 en 2 zou gebeuren op basis van veiligheidsargumenten. Dat is trouwens ook expliciet opgenomen in het uitrustingsplan van de staatssecretaris. Het FANC en de nucleaire veiligheid zouden van doorslaggevend belang zijn. Ik citeer uit de nota: “Er wordt voorgesteld om een kerncentrale, ofwel Tihange 1 ofwel Doel 1 en Doel 2, tien jaar langer in werking te houden, na goedkeuring door het FANC.” Dat is het uitrustingsplan.

 

Ik lees dat aan het FANC een rapport zou zijn gevraagd over de veiligheid en de noodzakelijke investeringen. Inzake veiligheid is er al het LTO-rapport, waarin verschillende veiligheidsbekommernissen worden geuit inzake Tihange 1. Wat de noodzakelijke investeringen betreft, is er in de subcommissie voor de Nucleaire Veiligheid nooit iets te horen geweest over een plan van het FANC. Wij hebben de heer De Roovere herhaaldelijk gevraagd om in kaart te brengen wat die levensduurverlenging met tien jaar zou kosten. Het FANC heeft altijd gezegd dat het daarop geen cijfers plakt, omdat het hem niet uitmaakte wat dat zou kosten. Daar zit dus spanning op; die twee zaken zijn moeilijk met elkaar te verzoenen.

 

Op basis van welke veiligheidsargumenten heeft de regering beslist om Tihange 1 langer in werking te houden? In welke mate werd met het FANC overlegd? Hoe actief is dat gebeurd?

 

Was het een expliciet advies van het FANC om voor Tihange 1 te kiezen, zoals regeringswoordvoerders suggereren? Zo ja, waar heeft het FANC die keuze dan gemaakt? Is er een vergadering geweest van de wetenschappelijke raad van het FANC om die beslissing te nemen?

 

Werden er bijkomende rapporten opgesteld naast het LTO-rapport, bijvoorbeeld over de kostprijs? Kan het Parlement over deze rapporten beschikken?

 

Hoe komt het dat de regering plots over cijfers beschikt met betrekking tot de kostprijs? Wie heeft die inschatting gemaakt? Is dat alleen Electrabel of hebben ook onafhankelijke mensen daar een cijfer op geplakt?

 

Welke investeringen moeten er op korte termijn gebeuren?

 

Is er al een concrete kalender voor deze investeringen? Is het nog steeds 2019, vooraleer alle investeringen zijn uitgerold, zoals beschreven in het LTO-rapport van het FANC?

 

Welke stappen zal het FANC op korte termijn nog nemen naar aanleiding van de toch wel zeer spijtige beslissing van de regering?

 

08.02 Minister Joëlle Milquet: Mijnheer de voorzitter, het beantwoorden van de eerste vijf vragen behoort tot de bevoegdheid van het regeringslid op wiens voorstel de regeringsbeslissing werd genomen. Het komt hem toe de gemaakte keuze te verantwoorden en informatie te verstrekken over de voorafgaande raadplegingen.

 

Het was natuurlijk een politieke beslissing en natuurlijk zal het FANC betrokken worden, maar dan wel in het kader van de uitvoering van de beslissingen over de investeringen, de ontmanteling enzovoort.

 

Eind juli heeft Electrabel een nieuwe versie van het LTO-dossier aan het FANC overgemaakt voor zowel Doel 1 en 2 als Tihange 1. In deze nieuwe versie is een beschrijving opgenomen van de bijkomende verbeteringen die aan het concept van de centrale gepland zijn. Voor een inventaris van de voorgenomen investeringen in de centrale Tihange 1 verwijs ik naar het LTO-rapport dat voor deze centrale werd opgesteld en dat integraal te raadplegen is op de website van het FANC.

 

Electrabel plant om deze acties over een periode van enkele jaren uit te voeren, gelet op de complexiteit van bepaalde wijzigingen, de beschikbaarheid van gekwalificeerd materiaal en personeel en de noodzaak om deze wijzigingen terdege voor te bereiden. Een belangrijk aantal van de acties en hardwarewijzigingen kan tijdens een aantal verlengde stilstanden voor het herladen van de splijtstof gerealiseerd worden in de periode 2014-2017.

 

De volledige ingebruikname van de zogenaamde SUR étendu, het tweede gebunkeriseerd beveiligingsniveau, wordt door Electrabel gepland in de loop van 2019. Deze planning wordt echter met het nodige voorbehoud gegeven, aangezien de ontwerpfase nog moet starten en de duur ervan zeker op drie jaar wordt geraamd. Pas daarna kan met de constructie worden gestart.

 

Het FANC zal samen met Bel V de nieuwe versie van het LTO-dossier voor Tihange 1 verifiëren om zich ervan te vergewissen dat afdoende rekening werd gehouden met alle vragen en opmerkingen uit hun evaluatie. De gedetailleerde planning van de verschillende acties en wijzigingen uit het LTO-dossier zal worden geanalyseerd.

 

08.03  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, uw antwoord stelt mij enigszins teleur.

 

U zegt dat mijn eerste vijf vragen behoren tot de bevoegdheid van de staatssecretaris voor Energie. Daarmee ben ik het volledig oneens. Als ik u, als voogdijminister van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, vraag welke rol het FANC heeft gespeeld in die beslissing — en ik stel die vraag omdat collega’s uit uw regering hebben gezegd dat het FANC ter zake een actieve rol heeft gespeeld — dan hoeft u mij helemaal niet door te sturen. U bent toch de voogdijminister van het FANC? Het is toch normaal dat ik aan u vraag welke rol uw agentschap heeft gespeeld in die beslissing?

 

08.04 Minister Joëlle Milquet: Ik heb geantwoord dat dit een politieke beslissing was. De rol van het FANC zal heel belangrijk zijn bij de uitvoering van deze beslissing, maar het was eerst en vooral een politieke beslissing van de regering. Het FANC is geen politieke autoriteit.

 

08.05  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Ik ben blij dat u zo eerlijk bent te zeggen dat het niets te maken heeft met techniek of veiligheid, maar dat het politieke wheel and deal is.

 

Wat ik mij dan afvraag, is of u het normaal vindt dat uw collega, de staatssecretaris, zwart op wit liegt in zijn eigen uitrustingsplan. Ik citeer opnieuw: “Wordt voorgesteld om een kerncentrale, hetzij Tihange 1, hetzij Doel 1 en Doel 2, tien jaar langer in werking te houden na goedkeuring door het FANC.”

 

De staatssecretaris suggereert daar en op andere plaatsen dat het FANC die keuze mee heeft gemaakt. Vindt u het correct dat uw collega’s in de regering de autoriteit van het FANC misbruiken om een politieke beslissing te rechtvaardigen?

 

08.06 Minister Joëlle Milquet: Nee, maar dat…

 

De voorzitter: Mijnheer Calvo, het staat u vrij daarover te interpelleren. U moet dat zelf beslissen, maar nu moet u echt afronden.

 

08.07  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, ik stel vast dat u het oké vindt dat de regering speelt met de geloofwaardigheid van het FANC en zijn werknemers. Bovendien stel ik vast dat de nucleaire veiligheid geen rol heeft gespeeld in de beslissing van juli. Tot slot stel ik vast, en dat is belangrijk nieuws, dat het bunkergebouw in Tihange 1 er pas in 2019 of 2020 zal zijn, zoals u daarnet zei.

 

Dat zijn zaken die ik zeker nog verder zal bestuderen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Samengevoegde vragen van

- de heer Tanguy Veys aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "het kantoor van de spoorwegpolitie in Gent" (nr. 13194)

- de heer Tanguy Veys aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de openingsuren van de kantoren van de spoorwegpolitie in het station" (nr. 13195)

09 Questions jointes de

- M. Tanguy Veys au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "le bureau de la police des chemins de fer à Gand" (n° 13194)

- M. Tanguy Veys au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "les heures d'ouverture du bureau de la police des chemins de fer" (n° 13195)

 

09.01  Tanguy Veys (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijn vragen gaan over twee dossiers die de spoorwegpolitie behelzen. In eerste instantie had ik daarover begin juli uw collega, minister Magnette, aangesproken. Blijkbaar werd ervoor geopteerd om beide vragen aan u te richten.

 

De problematiek van de huisvesting van de spoorwegpolitie in het station van Gent Sint-Pieters is een oud zeer. Al jarenlang kampt men daar met problemen, zoals schimmelvorming, insijpelend vocht – niet alleen van regenwater, maar ook van de slechte afvoer van rioleringswater –, geurhinder, problemen met de elektriciteitsbekabeling en telefoonaansluiting en dies meer. Voor het personeel van de spoorwegpolitie was het daar helemaal niet aangenaam en efficiënt werken. Een bijkomend probleem is dat bij de renovatie van het Gentse Sint-Pietersstation, die volop aan de gang is, het gedeelte ter hoogte van de lokalen van de spoorwegpolitie, zijnde onder perron 1, pas volgend jaar aangevat zal worden.

 

De problemen zijn in die mate ernstig geweest dat men in eerste instantie zo veel mogelijk personeel elders heeft gehuisvest, namelijk aan de Pacificatielaan. Dat leidde tot het probleem dat, bij interventies, de spoorwegpolitie van veel verder moest komen. Daarnaast waren de problemen begin juli zo groot geworden dat men het lokaal gewoon heeft moeten sluiten. Die sluiting is zeer ernstig. Er wordt wel in en rond het station gepatrouilleerd, maar er is een problematiek van wildplassen, van daklozen die daar continu verblijven, van druggebruik en van mensen die het slachtoffer zijn van gauwdiefstallen en dergelijke, en die een aangifte wensen te doen. De sluiting van dat lokaal zorgde ervoor dat de spoorwegpolitie niet ten volle haar job kon uitvoeren.

 

Sinds de indiening van mijn vraag is er natuurlijk een en ander gebeurd. Bij de NMBS verzekert men mij dat alle problemen zouden zijn opgelost.

 

Mevrouw de minister, toch had ik graag van u vernomen in welke mate de problemen echt opgelost zijn en waarom dat allemaal zolang heeft geduurd. Die problemen hebben jarenlang aangehouden. Waarom moest eerst het lokaal worden gesloten alvorens men tot een afdoende oplossing is gekomen?

 

Mijn tweede ingediende vraag gaat over het station van Antwerpen-Centraal. In de lezersrubriek van Humo deed een lezer zijn beklag dat men in het station van Antwerpen-Centraal na 17 u 00 geen processen-verbaal meer wil of kan opmaken, ook al is daar in een permanentie voorzien tot 22 u 00. Wie, zoals bij veel pendelaars het geval is, na 17 u 00 het slachtoffer wordt van bijvoorbeeld een gauwdiefstal op de trein of in het station en daarvoor naar de spoorwegpolitie stapt in het station, wordt blijkbaar gewoon doorverwezen naar de lokale politie.

 

Dat is absurd. Er is permanentie tot 22 u 00, maar om 17 u 00 zegt men gemakshalve: kom morgen eens terug of ga naar de lokale politie.

 

Wat zijn de openingsuren van de kantoren van de spoorwegpolitie in de diverse stations?

 

Welke afspraken werden gemaakt om ook na 17 u 00 bij de spoorwegpolitie een diefstal te kunnen aangeven?

 

Bent u bereid om de nodige maatregelen te nemen zodat men ook tussen 17 u 00 en 22 u 00 ’s avonds aangifte kan doen van een diefstal?

 

09.02 Minister Joëlle Milquet: Als gevolg van een waterinfiltratie in het plafond werd op maandag 9 juli 2012 tijdens een vergadering met de NMBS, de preventieadviseur en de spoorwegpolitie beslist om in afwachting van dringende herstellingen het kantoor van de SPC in het station van Gent tijdelijk te sluiten. In juli 2012 bleef de spoorwegpolitie echter op dezelfde tijdstippen met wandelpatrouilles aanwezig in het station.

 

Van augustus tot oktober werd via een politiecombi de onthaalfunctie aan de ingang van het station Gent Sint-Pieters verzekerd. Op 30 oktober 2012 werd de frontoffice van de spoorwegpolitie in het station van Gent Sint-Pieters opnieuw geopend. De spoorwegpolitie voorziet evenwel niet in een statisch onthaal maar verkiest een stationploeg die zo veel mogelijk zichtbaar patrouilleert in het station en ook beschikbaar is om klachten te noteren in deze frontoffice.

 

Als de klager zich bij de politiepost aanbiedt en de agent is afwezig, dan kan deze de stationsploeg oproepen via het telefoonnummer dat duidelijk op de deur van de frontoffice wordt vermeld. Bij afwezigheid van deze stationsploeg zal de coördinator indien nodig een andere interventieploeg ter plaatse sturen om de klacht te registreren.

 

Aansluitend op een omzendbrief van 15 april 2002 heeft de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken beslist tot het voorzien van een vaste post van de federale spoorwegpolitie in de volgende tien grote treinstations: Brussel-Zuid, Brussel-Noord, Brugge, Gent, Antwerpen, Luik, Bergen, Namen, Charleroi en Leuven.

 

Ingevolge een protocolakkoord in het raam van een versterkte veiligheid van het openbaar vervoer in Brussel, ondertekend in april 2012, is de federale politie sinds die datum exclusief bevoegd voor de stations Brussel-Centraal, Schuman, Simonis, Weststation, Bockstael, Merode en Delta, aangezien deze rechtstreeks aansluiten op het metronetwerk. De overige Belgische treinstations behoren ingevolge de omzendbrief van 2002 tot de verantwoordelijkheid van de lokale politie.

 

Ik overhandig u hierbij een tabel met de openingsuren van de vaste posten van de spoorwegpolitie. Momenteel zijn er in de stations van Antwerpen en Gent tijdelijke openingsuren van toepassing.

 

Het onthaal in het station van Antwerpen-Centraal is normaliter alle dagen van 6 u 00 tot 22 u 00 geopend, maar sinds begin 2012 is dat wegens een capaciteitstekort tijdelijk beperkt van 9 u 00 tot 17 u 00.

 

Wanneer het onthaalloket van de spoorwegpolitie gesloten is en er geen ploeg van de spoorwegpolitie ter plaatse is, wordt de burger naar de lokale politie doorverwezen.

 

09.03  Tanguy Veys (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord met betrekking tot de huisvesting in het station Gent Sint-Pieters. Ik ben blij te vernemen dat men sinds 30 oktober opnieuw van die kantoren gebruikmaakt.

 

Het gaat hier om een probleem dat al jarenlang aansleept met een hoogtepunt in juli, toen men de kantoren moest sluiten. De NMBS, die verantwoordelijk is voor de huisvesting, had die problemen al veel vroeger moeten aanpakken.

 

Het is ook een beetje pijnlijk dat mensen die een aangifte wilden doen naar de combi moesten gaan. Dat kwam de discretie en de efficiëntie ook niet ten goede.

 

Ik weet dat er renovatiewerken in het gebouw aan de gang zijn en dat daarin nog verdere stappen moeten worden ondernomen, maar ik hoop dat dergelijke problemen met de huisvesting in de toekomst achterwege blijven.

 

Voorts is er in Antwerpen-Centraal in een permanentie voorzien tot 17 u 00 en in Gent Sint-Pieters tot 19 u 00.

 

Het verwondert mij dan dat u naar aanleiding van een incident in het openbaar vervoer, weliswaar in Brussel, diverse maatregelen hebt genomen om in extra personeel te voorzien. Ik heb de indruk dat dit vooral ten goede van Brussel is gekomen. Steden zoals Gent en Antwerpen hebben toch ook met diverse fenomenen van criminaliteit in en rond het station te kampen. Daar bestaat ook de noodzaak van een permanentie tot 22 u 00.

 

Ik dring erop aan om ook daarvan werk te maken, zodat de veiligheid toeneemt.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

10 Question de Mme Jacqueline Galant à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "des soupçons de corruption dans l'attribution d'un marché public pour l'acquisition de pistolets 9 mm" (n° 13212)

10 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "vermoedens van corruptie bij de gunning van een overheidsopdracht voor de aankoop van 9mm-pistolen" (nr. 13212)

 

10.01  Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, madame la ministre, ma question date du mois de juillet.

 

Une instruction est en cours à la suite de soupçons de corruption dans l'attribution d'un marché public pour l'acquisition de pistolets 9 mm au profit de la police intégrée, des écoles de police, de l'inspection générale et du Comité P. Est en cause la falsification supposée du cahier spécial des charges par un policier. Il semblerait qu'après coup, un critère d'attribution défavorable au pistolet de la FN Herstal aurait été rajouté, soit une sécurité pour l'arme dénommée "cloquet".

 

La révélation de l'instruction judiciaire en cours sur l'attribution de ce marché public pour la fabrication de plusieurs milliers d'armes de poing à la firme américaine Smith & Wesson avait provoqué une vague d'indignation, notamment auprès des syndicats pour qui, si le cahier des charges avait été rédigé normalement et en toute objectivité, le marché aurait été attribué à la FN. En effet, le Five-seveN de la Fabrique nationale serait, à peu de chose près, la meilleure arme de poing du monde.

 

À la suite de ces annonces, vous aviez déclaré avoir demandé au Comité P de réaliser un screening des marchés publics passés par la police ces dernières années. Madame la ministre, pouvez-vous nous dire où en est ce screening et ce qu'il démontre en l'état actuel des choses? Au cas où ce screening n'aurait encore produit aucune conclusion, pouvez-vous nous annoncer un agenda?

 

De source policière, j'ai en outre appris que, plutôt que de remplacer les armes de nos policiers par de nouvelles, il aurait été possible, en installant un mini kit, de conserver ces armes tout en améliorant leur sécurité. Confirmez-vous cela? Le cas échéant, pouvez-vous me dire à quel montant la modernisation des armes existantes se serait élevée? Comment expliquer qu'un marché public ait été organisé pour changer toutes ces armes de poing, alors qu'il était apparemment possible d'arriver au même niveau de sécurité à moindres coûts? Le lancement de ce marché public est-il dû à la vétusté du matériel? Enfin, une copie du cahier spécial des charges est-elle disponible?

 

10.02  Joëlle Milquet, ministre: Monsieur le président, madame Galant, en ce qui concerne le screening des marchés publics de la police, après une rencontre avec la commissaire générale, j'ai demandé au Comité P d'organiser, par mesure conservatoire, une analyse de l'ensemble des marchés publics de la police fédérale et de faire des recommandations de manière générale ou ciblée. Comme le travail mené en toute indépendance est en cours, je n'ai aucun commentaire à ajouter n'étant pas encore en possession du rapport final.

 

En ce qui concerne votre deuxième question, au plus tard début juin 2013, tous les pistolets de la police doivent être conformes au nouvel arrêté royal du 3 juin 2007. Dès lors, tous les anciens pistolets GP 9 mm de la FN qui ont été mis en service depuis plus de 40 ans devront être remplacés. L'on sait qu'une grande partie des pistolets GP de la police fédérale ont ainsi été mis en service dans les années 70.

 

Au moment de son incorporation, tout aspirant de police devra recevoir un pistolet 9x19 mm, puisque l'arme de service fait partie de l'équipement fonctionnel général du policier et est utilisée immédiatement dans le cadre de sa formation, notamment lors des stages. Le marché a pour but de veiller à la continuité de l'approvisionnement du personnel.

 

Le pistolet Five-seveN que vous citez est d'un calibre de 5,7 mm, alors que le livre des normes impose un pistolet de calibre 9 mm. Or, l'arme à feu individuelle de la police intégrée doit répondre aux spécifications de l'arrêté royal du 3 juin 2007 et du livre des normes pris en exécution de cet arrêté royal. Cela pose déjà un problème.

 

Certes, il existe un kit SFS, actuellement répertorié au prix de 125 euros et qui permet au policier de porter un pistolet GP avec une cartouche ambrée de façon davantage sécurisée qu'avec un pistolet GP normal. Mais ce kit ne comprend pas une sécurité de percuteur et ne transforme dès lors pas le pistolet GP en une norme répondant au livre des normes.

 

Pour que le pistolet GP puisse répondre auxdites normes, il serait nécessaire de remplacer les glissières, de remplacer la carcasse par une carcasse possédant un rail intégré qui permet de fixer les accessoires, de doter les GP d'un arrêtoir de chargeur ambidextre, de remplacer tous les chargeurs actuels par des chargeurs permettant de visualiser leur contenu. Bref, ces modifications s'élèvent à plus de 500 euros pour une mise en conformité aux nouvelles normes, alors que dans le marché actuel, un pistolet neuf de marque Smith & Wesson, modèle MP 9, est vendu au prix de 279 euros plus 9,80 euros pour l'inscription au Registre central des armes.

 

Par conséquent, l'acquisition de nouvelles armes est beaucoup moins onéreuse que la mise en conformité des anciens GP avec les normes du livre des normes. En outre, il faut rappeler que le modèle GP a été mis pour la première fois en service au sein de l'armée en 1935 et que, depuis lors, de nombreuses évolutions technologiques ont permis de transformer profondément les nouvelles armes. De plus, le pistolet GP, vu sa vétusté, nécessite, et ce depuis de nombreuses années, le remplacement annuel de multiples pièces qui entraîne, dès lors, un budget beaucoup plus élevé en ce qui concerne le contrat des pièces de rechange.

 

Une copie du cahier spécial des charges est disponible auprès du service d'achat de la police fédérale.

 

Tout démontre qu'une adaptation des armes existantes est plus onéreuse que l'achat de nouveaux pistolets.

 

10.03  Jacqueline Galant (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour ces précisions quant au choix entre le remplacement ou l'adaptation des armes actuelles.

 

J'attends les conclusions du screening que vous avez demandé au Comité P. Selon moi, il est en effet intéressant d'être rassuré sur l'absence de malversation et de traficotage du marché public. Il est dommage que le marché ait été emporté par une entreprise américaine et non pas belge.

 

C'est pourquoi, comme je viens de le dire, j'attends les conclusions de ce screening pour avoir l'assurance que la Fabrique nationale n'a pas été défavorisée.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Samengevoegde vragen van

- de heer Peter Logghe aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de nood aan geregistreerde cijfers van geweld tegen politiemensen" (nr. 13225)

- de heer Peter Logghe aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "het geweld tegen politie om no-gozones te creëren" (nr. 13516)

11 Questions jointes de

- M. Peter Logghe à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "la nécessité de disposer de statistiques concernant les actes de violence envers des policiers" (n° 13225)

- M. Peter Logghe à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "la violence contre la police destinée à créer des zones dites 'no-go'" (n° 13516)

 

11.01  Peter Logghe (VB): Mevrouw de minister, tot voor kort vond men het niet nodig om stelselmatig gegevens bij te houden van agressie tegen politiemensen. Dat is in een heel snel tempo aan het veranderen, zeker omdat politiemensen op het veld steeds vaker geconfronteerd worden met zware en steeds zwaardere gevallen van agressie. De aanhouding van bijvoorbeeld een bestuurder onder invloed in bepaalde gevoelige buurten, kan al voldoende zijn om tientallen jongeren op straat te krijgen die de politiemensen gewoonweg aanvallen.

 

Het valt op dat het beleid daarover weinig of geen cijfergegevens te pakken kan krijgen. Ik kan het weten, want ik heb daarover al verschillende schriftelijke vragen gesteld. Als wij een goed beeld willen krijgen van de agressie tegen politiemensen, dan zou men eigenlijk alle 196 politiezones moeten opbellen. Het zal dan ook niet verbazen dat de politiebonden urgent aandringen op een betere registratie van statistieken.

 

Mevrouw de minister, wordt de registratie van statistieken van agressie tegen politiemensen verbeterd? Wordt het punt opgenomen in het actieplan? Wanneer?

 

Wanneer zal gestart worden met de registratie van agressie tegen alle politiemensen en komt men tot een werkbare definitie van het begrip agressie? Wanneer wordt dat allemaal praktisch geïmplementeerd?

 

Het was mij bovendien opgevallen – en een aantal criminologen had erop gewezen – dat, vooral in het Brusselse, criminelen ware no-gozones creëren. Men lokt politiemensen naar bepaalde zones, waar zij vervolgens worden aangevallen.

 

Mevrouw de minister, welke concrete maatregelen zult u nemen om de totstandkoming van zogenaamde no-gozones tegen te gaan of om de facto reeds bestaande no-gozones te heroveren?

 

Ten tweede, hebt u contact – ik veronderstel van wel en ik mag het hopen – met uw collega, de minister van Justitie, over het weer vrijlaten van gearresteerde jonge criminelen? Ook dat is een pijnpunt bij nogal wat politiemensen.

 

Ten derde, hoelang zult u politiemensen die dag in dag uit in een dergelijke sfeer moeten werken, kunnen motiveren om hun taak in de geteisterde zones uit te voeren? Hebt u concreet zicht op het aantal dagen ziekteverlof dat de betrokkenen in de verscheidene Brusselse wijken opvragen? Ligt het aantal ziektedagen daar gemiddeld hoger dan in andere regio’s? Zijn er andere aanwijzingen van eventueel gedemotiveerd gedrag van politiemensen in en rond Brussel?

 

11.02 Minister Joëlle Milquet: Op 6 september heb ik een vergadering georganiseerd met onder meer de politievakbonden en het departement Justitie. Die vergadering resulteerde in de oprichting van vier werkgroepen, namelijk inzake preventie en opleiding, fenomeenanalyse, nazorg en begeleiding en de sancties vanwege Justitie.

 

Inmiddels heeft op mijn initiatief een tweede plenaire vergadering plaatsgevonden. Alle betrokken partijen onderstreepten de vooruitgang die intussen geboekt is.

 

Uit de vergaderingen van de werkgroepen zijn dertien concrete engagementen gedistilleerd, die mijn collega van Justitie en ikzelf samen met de vakbonden op 26 september hebben opgenomen in een protocol. Tevens werd een persbericht opgesteld.

 

Van de dertien engagementen zijn er twee heel belangrijk, namelijk engagement nr. 6, dat handelt over de bevraging van de politieslachtoffers. Om te kunnen beschikken over de exacte gegevens van het geweld tegen de politie, engageert de federale politie zich ertoe over zeven maanden klaar te zijn met een breed onderzoek dat het fenomeen in kaart zal brengen zonder zich daarbij te beperken tot de zwaarste feiten. Dat is een belangrijke eis van de vakbonden.

 

Voorts is ook engagement nr. 7 van groot belang. Dat gaat over de registratie van het geweld. Ik citeer: “De federale politie zal ook instaan voor een permanente monitoring van de incidenten door middel van een centrale registratie. Er zullen dus niet langer enkel gewapende gewelddaden worden geregistreerd, maar ook alle andere vormen van geweld. Daarmee wordt het toepassingsveld van rondzendbrief GPI 62 uitgebreid, die tot nu toe beperkt was tot schietincidenten.”

 

De vakbonden waren heel blij met die twee aanvullende punten. De vier werkgroepen werken intussen verder.

 

11.03  Peter Logghe (VB): Mevrouw de minister, ik heb een aantal vragen gesteld over de no-gozones. Daarop hebt u niet geantwoord. U hebt ook niet geantwoord op mijn vraag naar het aantal ziektedagen van politiemensen in Brussel en omstreken. Dat zijn nochtans belangrijke zaken. Kunt u daarop alsnog antwoorden, mevrouw de minister?

 

11.04 Minister Joëlle Milquet: Er zijn geen no-gozones.

 

11.05  Peter Logghe (VB): Als men zegt dat er geen maan is, dan moet men er natuurlijk ook niet naartoe vliegen. Wij stellen vast wat er is en men voelt dat er iets aan het groeien is. Als politiemensen uit het veld ons vertellen dat er no- gozones in de maak zijn en dat er strategieën worden ontwikkeld door criminelen om no- gozones te creëren, dan veronderstel ik dat u als beleidsvrouw – gouverner, c’est prévoir – daarop ten minste een antwoord geeft.

 

11.06 Minister Joëlle Milquet: In de werkgroepen spreken wij over de verschillende problemen. Er zijn ook nog plenaire vergaderingen over nieuwe maatregelen. Dat was de eerste fase. Wij spreken ook over aanvullende veiligheidsmaatregelen voor de agenten in dergelijke omstandigheden. Ons werk is nog niet afgerond.

 

11.07  Peter Logghe (VB): Mevrouw de minister, ik zal u opnieuw ondervragen als de eerste registratie klaar is, in juni of juli volgend jaar, en ik zal een schriftelijke vraag indienen, wat het aantal ziektedagen bij de politiemensen betreft. Het is belangrijk om ook daarop een zicht te krijgen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Samengevoegde interpellaties en vragen van

- de heer Hagen Goyvaerts tot de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "het dossier BMB te Fleurus" (nr. 59)

- de heer Willem-Frederik Schiltz aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de sanering en ontmanteling van Best Medical Belgium" (nr. 13256)

- de heer Olivier Henry aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "het weghalen van het kernafval op de site van Best Medical Belgium te Fleurus" (nr. 13493)

- de heer Kristof Calvo aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "het kernafval op de site van Best Medical Belgium te Fleurus" (nr. 13869)

12 Interpellations et questions jointes de

- M. Hagen Goyvaerts à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Egalité des chances sur "le dossier BMB à Fleurus" (n° 59)

- M. Willem-Frederik Schiltz à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "l'assainissement et le démantèlement de Best Medical Belgium" (n° 13256)

- M. Olivier Henry à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "l'évacuation des déchets nucléaires présents sur le site de Best Medical Belgium à Fleurus" (n° 13493)

- M. Kristof Calvo à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les déchets nucléaires présents sur le site de Best Medical Belgium à Fleurus" (n° 13869)

 

12.01  Hagen Goyvaerts (VB): Mevrouw de minister, dit interpellatieverzoek dateert van 17 augustus. Vandaag, 14 november, kunnen we stellen dat geduld een mooie deugd is. Ik hoop dat dit resulteert in een volledig antwoord.

 

Even het geheugen opfrissen. Best Medical Belgium is een bedrijf op de site van het IRE in Fleurus. Het houdt zich voornamelijk bezig met het aanmaken van radiofarmaca voor de nucleaire geneeskunde. Wie het dossier van Best Medical of van het vroegere MDS Nordion kent, weet dat dit bedrijf de voorbije jaren geen fraaie reputatie heeft opgebouwd. Het betrokken bedrijf werd in mei 2012 failliet verklaard. De inspecteurs van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle hebben op 17 juli jongstleden, twee maanden na het faillissement, in de bedrijfsgebouwen een waar stort aan radioactief afval gevonden.

 

Op basis van een doorlichtingsrapport dat door een goede wind bij de pers is terechtgekomen, kunnen we kennisnemen van de manier waarop het nucleair bedrijf in faling is omgegaan met de nucleaire veiligheidsvoorschriften en de controle daarop door instanties zoals het FANC en de NIRAS. Via de media hebben we vervolgens kennis kunnen nemen van een aantal verklaringen afgelegd door zowel de directeur van het FANC, de heer Willy De Roovere, als de directeur van de NIRAS, de heer Jean-Paul Minon. Vooral die verklaringen zijn de aanleiding geweest tot nogal wat vragen. Die verklaringen kwamen trouwens relatief laat.

 

Ten eerste, kunt u het Parlement een overzicht bezorgen van de controles die door het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle de voorbije twee jaar in de bedrijfsgebouwen van Best Medical Belgium in Fleurus werden uitgevoerd?

 

Ten tweede, wat zijn hun bevindingen en conclusies geweest? Welke initiatieven heeft het FANC genomen om de directie van Best Medical Belgium te wijzen op haar verantwoordelijkheid inzake de nucleaire exploitatie van het bedrijf?

 

Ten derde, wanneer werd de toestand van het opgestapelde afval en de niet-naleving van de veiligheidsvoorschriften bij Best Medical Belgium door het FANC als niet langer aanvaardbaar beschouwd?

 

Ten vierde, heeft het FANC op basis van de beschikbare gegevens die het had over Best Medical Belgium in de afgelopen periode overwogen om de uitbatingsvergunning in te trekken? Zo neen, waarom is dat niet gebeurd?

 

Ten vijfde, heeft Best Medical Belgium zich gehouden aan de verplichte maandelijkse rapportering aan het FANC inzake de inventaris van afval in de bedrijfsgebouwen? Zo neen, hoe is het FANC daar tegen opgetreden?

 

Ten zesde, wanneer zijn dan bij het FANC de knipperlichten beginnen branden over de onhoudbare toestand bij Best Medical Belgium, gelet op de berg radioactief afval die op 17 juli werd teruggevonden?

 

Ten zevende, gelet op de voorlopige opschorting van de bedrijfsactiviteiten en dus het uiteindelijk faillissement van Best Medical Belgium in het voorjaar van 2012, rijst de vraag of curatoren voor dergelijke nucleaire bedrijven niet dienen bijgestaan te worden door een vertegenwoordiger van de regering of een soort van regeringscommissaris die verantwoordelijk is voor de naleving van de nucleaire veiligheidsvoorschriften in het betrokken bedrijf.

 

Wat is uw oordeel daarover? Bent u bereid om daartoe een wetgevend initiatief te nemen?

 

Welke maatregelen of stappen hebt u in samenspraak met de staatssecretaris bevoegd voor Energie, inmiddels genomen ten aanzien van de Amerikaanse groep waartoe Best Medical Belgium behoort?

 

Ik ben uitermate benieuwd naar het antwoord, mevrouw de minister.

 

12.02  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mevrouw de minister, ik ga het feitenrelaas dat zonet werd geschetst en dat door ons allen is gekend en de vragen van de heer Goyvaerts niet herhalen. Wel is het zeer relevant te weten hoe de controles van het FANC zijn verlopen. De vraag die op ieders lippen brandt, is hoe het zover is kunnen komen.

 

Voorts hebt u in de pers verklaard dat u zou proberen om de opruimkosten voor het afval te recupereren. Ik weet wel dat er een gerechtelijk onderzoek plaatsvindt, al schijnt zich dat niet toe te spitsen op de omvang en het ontstaan van de afvalberg maar meer op het verdwijnen van tegoeden bij het bedrijf. Die tegoeden waren gereserveerd en dienden net te worden gebruikt om het nucleair afval op te ruimen.

 

U hebt die verklaring afgelegd, wat van u een zeer moedige minister maakte op dat moment. Dat was ook juist om te doen. Ik wil nu echter van u weten hoever het daarmee staat en of u al enig nieuws hebt vernomen van het bedrijf van de Indiase miljonair Krishnan Suthanthiran in verband met de recuperatie van de verdwenen 13 miljoen euro?

 

12.03  Olivier Henry (PS): Monsieur le président, madame la ministre, mes deux collègues viennent de retracer l'historique du dossier et je ne le répéterai pas. J'en viens immédiatement à mes questions.

 

Les informations reçues via la presse varient d'une source à l'autre.

 

Depuis quand est-on informé de la présence de déchets radioactifs sur le site de Fleurus? Qui en était informé?

 

À partir du moment où l'AFCN - ou l'ONDRAF - était au courant de cette présence de déchets radioactifs, quelle procédure a été ou devait être engagée afin de résoudre ce problème et organiser l'évacuation et l'assainissement du site?

 

Globalement, quels sont les enseignements pouvant être tirés face à ces dysfonctionnements manifestes?

 

Enfin, concrètement, pouvez-vous nous en dire plus sur l'assainissement du site qui sera opéré par l'ONDRAF? Suivant quel échéancier, quelle méthode et quel coût?

 

Je vous remercie de faire le point sur cette situation qui interpelle les habitants de la région de Fleurus, dont je suis issu.

 

12.04  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, deze problematiek had misschien wel een interpellatie verdiend, ook van mijnentwege. Misschien geven uw antwoorden nog aanleiding tot bijkomende initiatieven, want er zijn heel wat vragen over wat er al dan niet is gebeurd bij Best Medical Belgium op de site van Fleurus, en over wat er op uw kantoor en dat van het FANC en de NIRAS is gebeurd. Die vragen leven sterk over de fractiegrenzen heen.

 

Ik wil er nog even aan herinneren dat ik het bijzonder positief vind dat collega Schiltz hierover een vraag heeft gesteld. Weet wel dat onze fractie meermaals heeft gevraagd om de subcommissie voor de Nucleaire Veiligheid over dit dossier samen te roepen tijdens de campagne- of vakantieperiode.

 

Ondertussen is er een artikel verschenen in Paris Match waarin wordt verwezen naar mailverkeer, een briefwisseling en vergaderingen tussen het bedrijf en de bevoegde instanties. Ook dit is voor mij niet helemaal nieuw. Er werd in dat artikel nogmaals geponeerd dat op geen enkel ogenblik een concrete oplossing naar voren is geschoven. Naast een manifest gebrek aan verantwoordelijkheid bij de private exploitant is er misschien toch ook wel sprake van te veel aarzeling aan de kant van de publieke actoren die bevoegd zijn op het vlak van afvalstoffen, afvalberging en nucleaire veiligheid.

 

Er werd ook verwezen naar uitspraken van de heren De Roovere en Minon. Het minste wat men kan zeggen, is dat zij niet meteen gelijklopend waren. Integendeel, het waren compleet tegenstrijdige uitspraken.

 

Ik kom dan tot mijn vragen.

 

Wat is de stand van zaken? Welke acties hebben u en het FANC ondernomen?

 

Wat is uw reactie op de tegenstrijdige verklaringen van het FANC, enerzijds, en de NIRAS, anderzijds?

 

Hoe verloopt de samenwerking in dit dossier? Ik meen dat het dossier voornamelijk bij de NIRAS zit.

 

Hebt u al een inschatting kunnen maken van de kostprijs voor de sanering? Welke stappen onderneemt u om deze kosten vergoed te zien door Nordion en BMB?

 

12.05 Minister Joëlle Milquet: De vestiging van de firma MDS Nordion op de site te Fleurus werd vergund op basis van de regelgeving die van kracht was voor de operationalisering van het FANC in september 2001.

 

L'autorisation pour traiter du strontium-yttrium a été accordée par la députation permanente de la province en avril 2001. L'Agence et l'organisme agréé pour le contrôle physique, AVN à l'époque, étaient au courant des activités et de la production de déchets. Ces déchets étaient entreposés en toute sécurité sur le site dans l'attente d'une évacuation vers l'ONDRAF.

 

Bij gebrek aan een strategie en wegens financiële moeilijkheden slaagde Nordion er niet in een plan ten uitvoer te brengen voor de identificatie, de karakterisering en de verwijdering van het afval dat zich inmiddels opstapelde in zijn vestiging. De opstelling van zo’n plan werd uiteindelijk in 2009 door het FANC opgelegd. Eind 2010 werden de activiteiten van Nordion overgenomen door Best Medical Belgium, een filiaal van de Amerikaanse groep Team Best. Best Medical Belgium heeft de dramatische financiële situatie niet kunnen keren. Het plan voor de afvoer van het afval naar de NIRAS kon niet worden voortgezet.

 

Eind 2011 kreeg het IRE van zijn voogdijminister niet langer de toelating om nog afval van Best Medical Belgium op te nemen, dat er normaliter een voorbehandeling ondergaat alvorens het definitief wordt afgevoerd naar de NIRAS. Het afval dat sindsdien werd voortgebracht heeft zich bijgevolg gevoegd bij hetgeen reeds in de installaties aanwezig was.

 

Comme pour tous types de déchets, l'ONDRAF devait aussi prendre en charge les déchets de la production strontium-yttrium. À ce jour, il n'existe pas de processus de traitement de ces déchets. Il y a dès lors des matières qui relèvent du secrétaire d'État à l'Énergie pour lesquelles des questions peuvent lui être adressées.

 

Dankzij het personeel van Nordion dat overgenomen werd door Best Medical Belgium en dankzij de werking van de dienst voor fysische controle is de situatie altijd onder controle gebleven. De toestand vereist volgens het FANC de schorsing noch de intrekking van de exploitatievergunning, omdat er nooit een bedreiging was voor mens of omgeving.

 

De handelsrechtbank van Charleroi stelde eind 2011 voorlopige bewindvoerders aan. Het FANC heeft hun meermaals de veiligheidsbekommernissen meegedeeld en heeft aangedrongen op het nemen van concrete maatregelen.

 

Pour être précise et rester dans le temps qui m'est imparti, je vais vous remettre une note de deux pages détaillant les actions concrètes et les contrôles menés par l'Agence au cours de cette année, ainsi que les contacts réguliers qui avaient lieu avec Best Medical. Au-delà de toutes les inspections qui ont eu lieu en 2011 et 2010, à partir de 2012, Best Medical a été soumis à un contrôle très strict, assorti d'une inspection à raison d'au moins une fois par semaine.

 

Une partie des installations a fait l'objet d'une demande de reprise émanant d'une autre entreprise, au cours d'une tentative de maintenir l'emploi et l'expertise sur le site.

 

Ces installations continuent à être exploitées et ne permettent donc pas le retrait pur et simple de l'autorisation. La branche médicale de l'entreprise a été déclarée en faillite le 14 mai 2012 et deux curateurs ont été désignés afin d'en assurer la gestion.

 

De sanering van de site vormt vanaf nu dus de eerste prioriteit. Op 8 oktober werd de vergunning voor de uitbating van de installatie van de failliete onderneming door het FANC overgedragen aan de NIRAS.

 

L'autorisation demande de soumettre à l'AFCN un plan d'assainissement des déchets entreposés endéans les trois mois de la date de délivrance de l'autorisation et un plan de démantèlement à soumettre endéans l'année.

 

Ce sont les mesures importantes sur lesquelles nous avons beaucoup travaillé.

 

Ces deux plans à soumettre par l'ONDRAF devront être approuvés par l'Agence et l'ONDRAF devrait mettre en place des processus pour la prise en charge et le traitement des déchets encore inexistants.

 

De inbreuken die door de inspecteur van het FANC werden vastgesteld op het beheer van de aanwezige radioactieve afvalstoffen en stralingsbronnen vormden het voorwerp van een proces-verbaal dat werd overgemaakt aan de procureur des Konings van Charleroi. Alle stukken zijn in het bezit van de onderzoeksrechters. Het komt hen toe om het onderzoek te voeren. Om de onafhankelijkheid en het geheim van het gerechtelijk onderzoek niet te schenden, dien ik mij te onthouden van commentaar.

 

Hoewel het FANC volgens de regelgeving ten volle bevoegd is om de veiligheid van de installaties te verzekeren ten opzichte van om het even welke exploitant, moet men toch vaststellen dat deze bevoegdheid een stuk moeilijker wordt zodra de exploitatie in handen komt van curatoren, gezien de opdracht die hen werd toevertrouwd door de rechtbank om de zaak verder af te wikkelen en in de mate van het mogelijke de bestaande schuldeisers te vergoeden.

 

Daarnaast heeft het agentschap geen enkele reglementaire beslissingsbevoegdheid over de opdracht en de werking van de NIRAS.

 

Il est exact que l'AFCN peut obliger un exploitant à évacuer ses déchets, dût-elle estimer que les circonstances de l'entreposage constituent un risque pour l'environnement. Pour l'exécution de cette obligation, l'exploitant est entièrement dépendant de l'organisme qui seul est mandaté à réceptionner les déchets. Ainsi, dans le cadre de la réglementation actuelle, l'AFCN ne peut pas promulguer d'instruction à ce stade qui soit contraire aux décisions de l'ONDRAF.

 

Je l'ai dit en séance plénière jeudi dernier, nous devons améliorer et le cadre légal et le cadre réglementaire. C'est pourquoi nous étudions pour l'instant un renforcement du rôle et de l'inspection de l'AFCN pour l'avenir.

 

Voilà trois semaines, lors d'une réunion entre différents cabinets compétents, l'AFCN et l'ONDRAF, nous avons parlé du suivi, mais nous avons surtout suggéré toutes les pistes d'optimisation du cadre, tant dans le domaine financier qu'en matière d'une intervention anticipée par l'ONDRAF, si nécessaire. En effet, nous étudions aussi la possibilité d'un renforcement du rôle de l'ONDRAF: elle pourrait agir non seulement en cas de faillite d'une entreprise, mais aussi en cas de difficulté, comme pour Duferco. Plusieurs paramètres sont à modifier.

 

Le conseil d'administration de l'AFCN s'est également penché sur la question relative à l'analyse de la situation chez Best Medical Belgium ainsi que sur diverses propositions d'amélioration de la réglementation.

 

Pour l'instant, nous attendons donc la mise en œuvre de nos attentes envers l'ONDRAF, dans un délai très rapide. En outre, nous travaillons sur un renforcement du cadre réglementaire et légal.

 

12.06  Hagen Goyvaerts (VB): Mevrouw de minister, het begin van uw antwoord bevestigt het nonchalante en weinig fraaie beeld dat het bedrijf MDS Nordion en zijn opvolger Best Medical in de afgelopen jaren hebben getoond. Als het van 2001 tot 2009 moet duren om een afvalplan op te stellen en daaraan uitwerking te geven, dan zegt dat natuurlijk veel. Wij pleiten hier in het Parlement voor nucleaire veiligheid, terwijl dergelijke cowboys die sector systematisch in een slecht daglicht plaatsen.

 

De overnemer van Best Medical heeft waarschijnlijk naar het lucratieve van de zaak gekeken. Aan radiofarmaca valt enorm veel geld te verdienen. Dat heeft de overnemer gedaan gedurende de tijd dat het hem winstgevend leek te zijn. Daarna heeft hij het bedrijf onbeheerd achtergelaten.

 

Ik vind dat dit niet kan. Volgens mij is daar een taak weggelegd voor de overheid om daarop in te grijpen.

 

Een tweede element is de overdracht aan de NIRAS. Daarvoor zal ik ook te rade gaan bij uw collega, de staatssecretaris voor Energie.

 

Mijnheer de voorzitter, ik voel mij toch genoodzaakt om een motie van aanbeveling in te dienen die twee aspecten behelst.

 

Het eerste element is de vraag dat de regering onmiddellijk werk maakt van een wetgevend initiatief waarbij curatoren van een nucleair bedrijf in faling verplicht worden om zich te laten bijstaan door een afgevaardigde – dat kan een nucleair expert zijn – die namens de regering toeziet op de naleving van de nucleaire veiligheidsvoorschriften bij de sanering en de ontmanteling van dergelijke installaties.

 

Mevrouw de minister, ten tweede wil ik u verzoeken om alle rechtsmiddelen uit te putten om de kosten voor de opruiming en de verwerking van het achtergelaten radioactief afval bij het moederbedrijf Best Medical te verhalen.

 

Mijnheer de voorzitter, tot zover, in een kort tijdsbestek, mijn repliek. Ik weet dat de tijd dringt.

 

12.07  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, het stelt mij enigszins gerust dat uit uw antwoord toch een zekere sense of urgency blijkt, al is het dat wij ondertussen al ver genoeg gevorderd zijn om het dossier in zijn volle ernst te kunnen kennen.

 

Mijnheer de voorzitter, ik wil ook een korte repliek geven aan de heer Calvo, die van zijn vraagstelling gebruik of misbruik maakt om uw nederige collega aan te vallen. Als voorzitter van de subcommissie voor de Nucleaire Veiligheid heb ik de heer Calvo daarop geantwoord en als dat antwoord hem niet zint, kan hij altijd te rade gaan bij de voorzitter van de Kamer.

 

Mevrouw de minister, ik heb de eenvoudige motie mee ondertekend, want ik heb vertrouwen in uw antwoord. Dat vereist echter wel dat u dat vertrouwen beantwoordt en dat wij binnen afzienbare tijd tekst en uitleg zullen krijgen bij de praktische omzetting van het voornemen om meer slagkracht te geven aan zowel het FANC als de NIRAS.

 

12.08  Olivier Henry (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses. Je ne sais pas si elles atténueront les inquiétudes de la population de Fleurus que j'ai relayées. Je pense à tout le moins, comme je l'ai dit dans mon intervention, qu'il est important de l'informer correctement. J'attends donc avec impatience la note de deux pages expliquant tout ce qui a été fait. Quant au calendrier, il me semble utile de nous revoir dans 3 à 6 mois pour démontrer qu'il y a effectivement un suivi.

 

12.09  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, het dossier behoeft echt een toelichting in de subcommissie voor de Nucleaire Veiligheid. Ik zal mij daartoe ook formeel tot de voorzitter richten. Er zijn immers nog vragen en er gebeuren ook nog zaken.

 

Mevrouw de minister, ik wil in de huidige fase echter drie elementen aangeven.

 

Ik weet niet of het de andere leden ook is opgevallen, maar één passage in de chronologie heeft mijn aandacht getrokken. U wijst erop dat in 2011 het IRE niet langer de toestemming kreeg van de bevoegde minister, op dat moment Paul Magnette, om het afval van MDS op hun site te verwerken, vooraleer het in handen van de NIRAS te geven.

 

Ik begrijp daaruit dat er in 2011 een politieke beslissing is geweest, waarbij het IRE werd opgedragen te stoppen met het verwerken van de ‘brol’ van MDS, die het afval opstapelt. Aan de basis van de stapel afval ligt dus een politieke beslissing van Paul Magnette. Daarop kom ik zeker nog terug. Het gaat om een heel opmerkelijke passage uit uw antwoord.

 

Mevrouw de minister, indien het voorgaande niet klopt, is het interessant om het misverstand nu uit de wereld te helpen. U hebt opgemerkt dat in 2011 het IRE van zijn voogdijminister niet langer de toelating heeft gekregen om het afval van MDS Nordion op de site te verwerken.

 

U hebt het traject van het afval geschetst: van MDS naar het IRE en vervolgens naar de NIRAS. Zo hebt u het medegedeeld.

 

12.10 Minister Joëlle Milquet: Het betreft een brief van de heer Magnette van 5 december 2011.

 

12.11  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Er ligt dus een brief van Paul Magnette aan de basis van de stapel nucleair afval vandaag op de site van Fleurus.

 

Collega’s, dat is heel erg belangrijk nieuws.

 

Ten tweede, u merkt op dat de rol van het FANC moet worden versterkt. Daarmee zijn wij het helemaal eens. Wij staan open om die oefening te doen.

 

Het FANC heeft echter wel iets in handen. U hebt er immers zelf op gewezen dat het FANC noch de schorsing, noch de intrekking van de uitbatingsvergunning nodig achtte. Op dat vlak heeft het FANC dus een heel sterk wapen in handen. Wat moet er nog gebeuren vooraleer een nucleaire uitbatingsvergunning in dit land wordt ingetrokken? Men krijgt immers acht jaar de tijd om een afvalpomp te installeren. Nadien wordt men nog geconfronteerd met ministeriële beslissingen en brieven. Het FANC heeft ter zake dus een heel sterk wapen.

 

Mevrouw de minister, waarom heeft het van zijn wapen geen gebruikgemaakt?

 

12.12 Minister Joëlle Milquet: Het was een beslissing van het FANC op dat moment. Het heeft een groot aantal aanbevelingen gedaan en inspecties uitgevoerd. Het had aanbevelingen over het afval. Wat de andere maatregelen betreft, heeft het FANC op basis van de resultaten van de inspectie de bewuste beslissing genomen. Het FANC werkt onafhankelijk.

 

De voorzitter: Mijnheer Calvo, u moet nu afronden.

 

12.13  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Het is een ongelooflijke vergissing. Als dergelijk immoreel en onethisch gedrag geen aanleiding kan zijn voor het minstens tijdelijk intrekken van een uitbatingsvergunning, dan hebben we in dit land een probleem op het vlak van nucleaire veiligheid.

 

Ten derde, iets waarover u niet duidelijk bent geweest. Zult u initiatieven nemen om de kostprijs van dat afval te verhalen op de schurken in kwestie?

 

12.14 Minister Joëlle Milquet: We hebben vergaderingen over die problematiek. Op dit moment kan ik geen vaststaand antwoord geven. Dat hangt van de verschillende autoriteiten af.

 

Moties

Motions

 

De voorzitter:

 

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

 

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Hagen Goyvaerts en Peter Logghe en luidt als volgt:

“De Kamer,

gehoord de interpellatie van de heer Hagen Goyvaerts

en het antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen,

vraagt de regering

- onmiddellijk werk te maken van een wetgevend initiatief waarbij curatoren van een nucleair bedrijf in faling verplicht bijgestaan worden door een afgevaardigde namens de regering (nucleair expert) om op de naleving van de nucleaire veiligheidsvoorschriften toe te zien bij de sanering en het ontmantelen van de installaties;

- alle (rechts)middelen uit te putten om de kosten voor de opruim en verwerking van het achtergelaten radioactief afval bij het moederbedrijf van Best Medical te verhalen."

 

Une motion de recommandation a été déposée par MM. Hagen Goyvaerts et Peter Logghe et est libellée comme suit:

“La Chambre,

ayant entendu l’interpellation de M. Hagen Goyvaerts

et la réponse de la vice-première ministre et ministre de l’Intérieur et de l’Égalité des chances,

demande au gouvernement

- de préparer une initiative législative tendant à ce que les curateurs d'une entreprise nucléaire en faillite soient obligatoirement aidés par un délégué au nom du gouvernement (expert nucléaire) pour veiller à l'application des prescriptions en matière de sécurité nucléaire lors de l'assainissement et du démantèlement des installations;

- d’épuiser tous les moyens (juridiques) pour récupérer auprès de la société mère de Best Medical les frais d'évacuation et de traitement des déchets radioactifs abandonnés.“

 

Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Leen Dierick en door de heren Josy Arens, Olivier Henry en Willem-Frederik Schiltz.

 

Une motion pure et simple a été déposée par Mme Leen Dierick et par MM. Josy Arens, Olivier Henry et Willem-Frederik Schiltz.

 

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

 

Vraag nr. 13241 van mevrouw Kattrin Jadin wordt omgezet in een schriftelijke vraag. De vragen nrs 13253 en 13334 van de heer Jan Van Esbroeck worden omgezet in schriftelijke vragen. Ook de vraag nr. 13300 van de heer David Geerts en vraag nr. 13304 van de heer Patrick Dewael worden omgezet in schriftelijke vragen.

 

13 Vraag van mevrouw Daphné Dumery aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de toetreding van Roemenië en Bulgarije tot de Schengenzone" (nr. 13338)

13 Question de Mme Daphné Dumery à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "l'adhésion de la Roumanie et de la Bulgarie à la zone Schengen" (n° 13338)

 

13.01  Daphné Dumery (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik weet dat wij binnenkort normaal gesproken een debriefing krijgen van de raad waaraan u deelnam en waar Schengen werd besproken.

 

Mijn vraag heb ik echter al ingediend op 18 september en het gaat mij specifiek om Roemenië en Bulgarije. Beide landen zijn kandidaat om aan te sluiten bij Schengen, maar Nederland en Frankrijk hebben zich daar altijd tegen verzet. Hun verzet was gebaseerd op het feit dat er nog geen algemeen voortgangsrapport van het coöperatie- en verificatiemechanisme was. Dat rapport werd de voorbije zomer verwacht.

 

Mevrouw de minister, is dat rapport verschenen? Zijn de bezwaren van Nederland en Frankrijk daarmee opgeheven? Met andere woorden, zijn er wijzigingen in het dossier van Roemenië en Bulgarije inzake de toetreding tot Schengen? Zo ja, wat is het tijdskader daarvan?

 

13.02 Minister Joëlle Milquet: Mijnheer de voorzitter, de Europese Commissie heeft op 18 juli 2012 haar verslag voorgesteld in het kader van het CVM, het Control and Verification Mechanism. Het beeld dat in het rapport geschetst wordt, kan niet echt positief genoemd worden. Er wordt weliswaar erkend dat er vooruitgang geboekt is, maar dit neemt niet weg dat er in beide landen nog belangrijke inspanningen gedaan moeten worden.

 

De voorstelling van het CVM-rapport werd bovendien overschaduwd door politieke ontwikkelingen in Roemenië, die vragen deden rijzen met betrekking tot de rechtsstaat en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in het land. De Europese Commissie heeft hierover trouwens in haar rapport een aantal specifieke aanbevelingen gedaan.

 

Dit alles heeft ertoe geleid dat er in heel wat lidstaten twijfels blijven bestaan, net als bij mij. Grote twijfels zelfs. Voor einde 2013 zal er over Bulgarije een nieuw CVM-rapport komen. Over Roemenië zal er voor einde 2012 al een nieuw rapport komen. Het onderwerp stond op de agenda van de JAI-raad van 25 oktober voor een loutere stand van zaken en verschijnt niet op de agenda van de raad van 6 december. Er zal dus geen beslissing op korte termijn komen en voor mij is dat een goede zaak.

 

13.03  Daphné Dumery (N-VA): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord. Wij moeten deze twee landen inderdaad van dichtbij volgen. U hebt uw twijfels bij het rapport. Misschien zullen wij in 2013 of daarna nogmaals een evaluatie maken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Collega’s, u hoort het belsignaal voor de plenaire vergadering en bijgevolg is dit het einde van deze commissievergadering. Na het begrotingsconclaaf zullen wij zo snel mogelijk de achterstand wegwerken.

 

13.04 Minister Joëlle Milquet: Mijnheer de voorzitter, ik ben bereid om een bijkomende vergadering te plannen.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 14.18 uur.

La réunion publique de commission est levée à 14.18 heures.