Commission des Finances et du Budget |
Commissie
voor de Financiën en de Begroting |
du Mardi 13 novembre 2012 Matin ______ |
van Dinsdag 13 november 2012 Voormiddag ______ |
De vergadering wordt geopend om 10.19 uur en voorgezeten door de heer Carl Devlies.
La séance est ouverte à 10.19 heures et présidée par M. Carl Devlies.
01 Vraag van de heer Willem-Frederik Schiltz aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister, over "de fraude met biodiesel" (nr. 13004)
01 Question de M. Willem-Frederik Schiltz au secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale et fiscale, adjoint au premier ministre, sur "la fraude au biodiesel" (n° 13004)
01.01 Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, in de periode oktober 2009-november 2011 werd bijna 49 000 ton Amerikaanse diesel door een Indiaas bedrijf via India naar de Europese Unie getransporteerd, meer bepaald naar Spanje en België. Die omweg had als enig doel de hoge douanekosten op de invoer van biodiesel uit de VS te ontlopen. Sinds 2009 subsidiëren de Verenigde Staten biodiesel immers zwaar, waardoor het voor Europese bedrijven zeer moeilijk wordt te concurreren.
Het Indiase bedrijf probeerde de hoge invoerkosten, die voor 1 ton biodiesel kunnen oplopen tot meer dan 400 euro, te omzeilen door de Amerikaanse diesel op te slaan en er een beetje Indiase biodiesel mee te mengen, om vervolgens de vermengde variant uit te voeren, waarvoor het officiële certificaten verkreeg, die het mengsel als Indiaas bestempelden. De Europese Commissie en het Europees Bureau voor Fraudebestrijding zijn de handel echter op het spoor gekomen en hebben de achterstallige rechten alsnog ingevorderd.
Chris Depreeuw, de voorzitter van de Belgian Biodiesel Board, beweert dat het zo goed als uitgesloten is dat de frauduleuze biodiesel effectief gebruikt werd in België. Volgens hem werd die biodiesel doorgesluisd naar Duitsland.
Mijnheer de staatssecretaris, sinds wanneer en in welke mate waren de Belgische overheidsdiensten op de hoogte van de fraude met biodiesel?
Werd de biodiesel in België gebruikt of werd hij doorgesluisd naar Duitsland?
Hoeveel procent van de biodiesel die in België gebruikt wordt, wordt ook in België geproduceerd?
Welke lessen heeft men op nationaal niveau geleerd uit de fraudezaak, om dergelijke scenario’s in de toekomst te vermijden? Zult u in samenspraak met uw federale collega voor Energie, Melchior Wathelet, en met uw Europese collega’s, rekening houden met de fiscale fraude in de betrokken sector?
01.02 Staatssecretaris John Crombez: Vooraf wil ik zeggen dat er op dit moment nog steeds een onderzoek loopt en dat ik dus moeilijk op al uw punctuele vragen kan antwoorden.
U vroeg sinds wanneer men op de hoogte was van het probleem. De douanediensten werden op 17 mei 2010 door OLAF op de hoogte gebracht van een mogelijke fraude. Sindsdien hebben de opsporingsdiensten van Douane en Accijnzen onderzoeken verricht. De douaneschuld van de betrokken transacties bedroeg 21 882 171 euro. Dat bedrag werd intussen aan de invoerder genotificeerd.
Ik kan moeilijk details geven, omdat het gaat om een strafrechtelijk onderzoek dat in eerste instantie, maar niet uitsluitend, focust op het moment van de invoer zelf. Het onderzoek loopt nog steeds. Daarom kan ik op uw vragen inzake hoeveelheden en dergelijke, en zeker op uw vragen over het doorsluizen naar Duitsland, nog geen antwoorden verstrekken.
U vroeg ook naar de coördinatie van de fraudebestrijding inzake biodiesel, invoerrechten en antidumpingrechten. Die vindt plaats op Europees niveau, en wel op een goede manier. In dit geval kwam de melding van OLAF, de instantie die dat soort onderzoeken op Europees niveau coördineert. OLAF stelt specifieke berichten voor mutual assistance op, de zogenaamde AM-berichten, die dan aan de diensten voor douane- en accijnzen van de verschillende lidstaten worden gestuurd. Op basis van die berichten gaan de douanediensten van de lidstaten over tot opsporing en tot specifieke acties ter bestrijding van dat soort fraude.
01.03 Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.
Ik heb u ook een vraag gesteld over de hoeveelheid biodiesel die in België gebruikt wordt, en de oorsprong daarvan. Met andere woorden, valt te vrezen dat er naast dat ene voorval nog meer trafiek in biodiesel bestaat? Die opmerking krijg ik vanwege de sector vaak te horen.
U hebt ook niet geantwoord op mijn vraag welke lessen geleerd moeten worden uit de fraudezaak. Van de douaneautoriteiten verneem ik dat het met de middelen die zij voor controles ter beschikking hebben, ook al krijgen zij mutual assistence, moeilijk blijft grote stromen te controleren. Zij veronderstellen dat er wel vaker met officiële certificaten van oorsprong gefoefeld wordt.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Steven Vandeput aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister, over "de opbrengst van de strijd tegen de fiscale fraude en het opheffen van het bankgeheim" (nr. 13986)
02 Question de M. Steven Vandeput au secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale et fiscale, adjoint au premier ministre, sur "les recettes de la lutte contre la fraude fiscale et la levée du secret bancaire" (n° 13986)
02.01 Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, bij de jaarlijkse opmaak van de begroting wordt de jongste jaren systematisch een meeropbrengst ingeschreven die voortkomt uit de strijd tegen de sociale en de fiscale fraude. Het Rekenhof haalde begin dit jaar in zijn rapport aan dat de becijfering van de maatregelen niet of voldoende werd toegelicht in de begrotingsstukken. Toch maakte het Rekenhof een opdeling in vier rubrieken.
Ten eerste, een betere gegevensuitwisseling en een betere samenwerking tussen de diverse nationale en internationale sociale controlediensten, goed voor 150 miljoen euro.
Ten tweede, een verstrenging van de regel inzake de onderkapitalisatie van de vennootschappen, goed voor 105 miljoen euro.
Ten derde, strengere controles op vruchtgebruikconstructies, goed voor 80 miljoen euro.
Ten vierde, overige maatregelen, goed voor 310 miljoen euro. Het gaat onder meer over een betere inning van de belasting, een betere strijd tegen de corruptie, en een uniforme toepassing van de fiscale en sociale wetgeving.
Ik kom tot mijn vragen, mijnheer de staatssecretaris.
Kunt u aangeven wat voor 2012 de opbrengst is van elk van deze categorieën van maatregelen?
De regering heeft een opbrengst van 300 miljoen euro ingeschreven ten gevolge van de opheffing van het bankgeheim. Kunt u ons de stand van zaken geven? Kunt u ons zeggen wat de precieze opbrengst is?
De strijd tegen de fiscale en sociale fraude zou eveneens gebruikt worden om het tekort in de begroting voor 2013 terug te dringen tot 2,15 % van het bbp. Kunt u aangeven op welk bedrag u rekent voor volgend jaar? Welke maatregelen zal de regering daarvoor nemen? Alvast bedankt voor uw antwoord.
02.02 Staatssecretaris John Crombez: Deze vraag wordt regelmatig gesteld. Onlangs nog in de plenaire vergadering. Ik ben daar altijd blij mee. Wat mij betreft, kan er geen discussie genoeg zijn.
De meting van de opbrengsten in de loop van het jaar is niet altijd gemakkelijk. Ik weet dat u en uw partij voorstander zijn van het voldoende inschrijven van opbrengsten van fraudebestrijding. Dat is ook logisch. Wanneer wij acties uitvoeren, moeten die efficiënt zijn en lonen.
Tijdens de besprekingen van de begroting voor dit jaar hebben wij bevestigd dat wij betere meetinstrumenten moeten hebben. Ik blijf daar binnen de regering voor ijveren. De belastbare basis, of het gaat om sociale bijdragen of fiscaliteit, waarop wij onze maatregelen inzake zwarte economie en belastingontduiking richten, is niet bekend. Dat is een eigenschap van de verborgen economie: de belastbare basis is niet bekend.
De vraag is dan hoe men de impact van de maatregelen kan meten in de wijziging van de ontvangsten en de uitgaven. Ik blijf ervoor pleiten dat wij onze methodologie blijven verscherpen. Wij hebben inderdaad veel te weinig punctuele metingen. Ik zal bij de opmaak van de begroting dan ook nooit verbergen dat de raming van de opbrengst van de maatregelen altijd een zekere ruwheid bevat, precies omdat de belastbare basis niet bekend is.
Ik geef het voorbeeld van de vruchtgebruikconstructies. Financiën implementeert eigenlijk een maatregel tegen ontwijking en ontduiking, maar vooral tegen ontwijking. Het is heel moeilijk vooraf te schatten wat de precieze basis van de maatregel is.
Ik geef u de stand van zaken van de lopende maatregelen: 720 miljoen euro, 610 miljoen euro en 110 miljoen euro. Wanneer wij deze ontvangsten bekijken op een macromanier, zien wij dat er een grote correlatie is met de economische groei. Zo hoort het ook. Dit jaar kennen de ontvangsten een tegenvallende groei, waardoor er een veel grotere storing in de metingen zit. Dit betekent dat een groot stuk van de ontvangsten niet wordt verklaard door de groei. Dat is op zich een indicatie van de opbrengst van de maatregelen. Op basis daarvan alleen kan ik niet zeggen dat wij op schema zitten. Ik kan bij mijn eigen administraties wel vaststellen dat zowel bij de SIOD als de BBI het record aan vaststellingen van 2011 al gebroken is. De bijkomende maatregelen blijken dus te lonen.
Voor andere meetbare maatregelen zien wij dat wij voor 2013 op schema zitten. De vooropgestelde 720 miljoen euro kunnen op basis van de huidige metingen en de huidige indicaties effectief worden behaald.
Van de maatregelen die ingeschreven zijn in de initiële begroting voor volgend jaar, is een pakket eind maart 2012 goedgekeurd door het Parlement, en een ander pakket later. De opbrengst ervan werd geraamd op 720 miljoen euro.
In mei 2012 hebben wij het Actieplan Fraudebestrijding naar de Ministerraad gebracht. Dat bevat de overige maatregelen van het regeerakkoord die niet door het Parlement zijn behandeld, plus de verfijning daarvan. Deze maatregelen zijn klaar om in 2013 te worden uitgevoerd.
Bovendien wordt een aantal wetten dat in 2012 goedgekeurd werd van kracht in 2013, bijvoorbeeld inzake de strijd tegen de schijnzelfstandigheid en de strijd tegen de sociale dumping. De doelstelling voor volgend jaar is dan ook 280 miljoen euro hoger dan die voor 2012.
De maatregelen die nog genomen kunnen worden eens er een akkoord komt over de opmaak van de begroting, zal ik nog niet in detail toelichten, omdat de besprekingen nog bezig zijn. Wanneer wij bijkomende maatregelen nemen, boven op die van het regeerakkoord en die van het Actieplan, zal daar in elk geval een bijkomende ontvangst tegenover staan.
Welke maatregelen overwegen wij? Maatregelen die de bestaande plannen kunnen versterken. Ik kan u niet zeggen of het vooral om fiscale of sociale opbrengsten zal gaan. Het gaat om maatregelen die op het terrein een toegevoegde waarde betekenen. Eerlijk gezegd, ik meen dat de sociale en fiscale opbrengsten van dezelfde grootteorde zullen zijn.
Ik meen dat ik zowat alles heb behandeld.
U maakte een opmerking over het bankgeheim. U verwees daarmee naar de begroting van 2011. In april 2011 is er 200 miljoen euro ingeschreven als geschatte impact van de maatregelen voor dat jaar. Voor 2012 bedroeg de raming 50 miljoen euro. Bij de begrotingscontrole in november 2011 werd de impact opnieuw beraamd op 250 miljoen euro. Met de 50 miljoen euro die wij extra inschrijven wordt de totale impact beraamd op 300 miljoen euro. Om de werkelijke impact te kennen is het op dit moment echter veel te vroeg. Daar kunnen wij nog geen goede raming van maken.
Voorzitter: Georges Gilkinet
Président: Georges
Gilkinet
02.03 Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, dank u voor uw antwoord. Ik heb deze vraag in de commissie gesteld omdat vragen die in de plenaire vergadering gesteld worden vaak zeer algemeen zijn en een zeer algemeen antwoord krijgen.
Ik hoopte vandaag een meer specifiek antwoord te krijgen. Dat heb ik niet gekregen. Samen met u stel ik vast dat u met uw maatregelen deels blind navigeert en dat u bij gebrek aan fatsoenlijke metingen en bij gebrek aan een fatsoenlijke verantwoording voor de te innen bedragen met de natte vinger werkt. “Het zal ongeveer juist zijn; wij zitten op schema,” is eigenlijk het enige antwoord dat ik van u krijg.
Mag ik dat interpreteren als: “De door het Rekenhof vooropgestelde bedragen zijn gehaald?” Ik weet het niet. Misschien is daarvoor een bijkomende vraag nodig.
Ik begrijp dat u voor het volgende jaar 280 miljoen euro plant. Dat zal het totaal op ongeveer 1 miljard euro brengen, specifiek wat fraudebestrijding betreft. Vorig jaar hebben wij het tijdens de bespreking van de begroting gehad over het feit dat het nemen van de maatregelen het fraudebedrag op zich moet terugdringen. Ik meen dus dat, zeker vanuit begrotingsoogpunt, de grootste voorzichtigheid aan de dag gelegd moet worden. Het feit dat er meer controle komt, maakt ook dat een aantal zaken reeds op voorhand gelegaliseerd zal zijn via de aangiftes voor 2012. U loopt nu dus het risico de toekomstige opbrengst te hoog in te ramen.
Tot daar mijn repliek, mijnheer de voorzitter.
02.04 Staatssecretaris John Crombez:
(…)
De voorzitter: Het incident is gesloten, mijnheer de staatssecretaris. U wil nog iets toevoegen? Dit is geen interpellatie, dus ik ga het incident sluiten en het woord verlenen aan de heer Devlies, die ik dank voor het tijdelijke voorzitterschap.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Carl Devlies aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister, over "de bevoegdheidsverdeling inzake de antimisbruikbepaling in registratie- en successierechten" (nr. 13898)
03 Question de M. Carl Devlies au secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale et fiscale, adjoint au premier ministre, sur "la répartition des compétences concernant les dispositions anti-abus en matière de droits d'enregistrement et de succession" (n° 13898)
03.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, met ingang van het aanslagjaar 2013 wordt de vernieuwde algemene antimisbruikbepaling inzake inkomstenbelastingen van kracht. Ik verwijs naar artikel 344, § 1, van het Wetboek van Inkomstenbelastingen.
Parallel daarmee werd inzake registratie- en successierechten een vrijwel identieke antimisbruikbepaling ingevoerd. Ik verwijs naar artikel 18, § 2, van het Wetboek van Registratierechten en naar artikel 106, tweede lid, van het Wetboek van Successierechten. De antimisbruikbepaling werd ingevoerd door de federale wetgever, hoewel de successierechten en de schenkingsrechten al verschillende jaren gewestelijke belastingen zijn.
Mijn vragen zijn de volgende, mijnheer de staatssecretaris.
Ten eerste, kunt u duidelijkheid scheppen over de bevoegdheidsverdeling tussen de federale en de gewestelijke overheden inzake de antimisbruikbepaling in de registratie- en successierechten?
Ten tweede, is de antimisbruikbepaling in registratie- en successierechten niet aangetast door machtsoverschrijding, en dus voor vernietiging vatbaar? Werden er reeds beroepen tot nietigverklaring ingesteld?
Ten derde, door het nemen van maatregelen in de strijd tegen fraude hoopt u dit jaar 720 miljoen euro in de Staatskas te brengen. Kunt u de inkomsten uit de nieuwe antimisbruikbepaling in registratie- en successierechten ramen? Naar welke overheid vloeien deze inkomsten? Met andere woorden, dragen deze inkomsten bij tot de 720 miljoen euro die federaal begroot zijn?
03.02 Staatssecretaris John Crombez: Voor de bevoegdheidsverdeling is het eenvoudigste, te kijken naar de fiscale bevoegdheden op zich. Inzake registratie- en successierechten wordt de bevoegdheidsverdeling geregeld door de bijzondere wet van 1989, waardoor de Gewesten bevoegd zijn voor de aanslagvoet, de heffingsgrondslag en de vrijstellingen, zowel voor registratie- als successierechten. Tenzij het Gewest er anders over beslist, zorgt de Staat, met inachtneming van de vastgelegde procedureregels kosteloos voor de dienst van de registratie- en successierechten. Dit gebeurt voor rekening van en in overleg met de Gewesten.
De dienst van de belastingen omvat de vaststelling van de belastinggrondslag, de berekening van de belastingen zelf, de controle van de belastingsgrondslag en van de belastingen, en de daarop betrekking hebbende administratieve en gerechtelijke betwistingen, plus de inning en de invordering van de belastingen.
Wanneer de federale overheid zorgt voor de dienst van de gewestelijke belastingen bepaalt zij de procedureregels in kwestie. Dit is de lezing van het Grondwettelijk Hof ter zake.
In de programmawet van eind maart 2012 is de antimisbruikbepaling die van toepassing is op registratie- en successierechten herschreven. Daar is al veel inkt over gevloeid. Waarom is zij herschreven? Omdat de oude regel in onbruik geraakt was. Zo’n antimisbruikbepaling bestaat in verschillende landen. In heel wat landen is zij in onbruik geraakt. In het Verenigd Koninkrijk werd bijvoorbeeld recentelijk beslist die regel te herschrijven.
Waarom geraakt zo’n regel in onbruik? Indien hij vooral leidt tot betwistingen en inleidingen voor de rechtbank, wordt hij steeds minder bruikbaar.
De huidige regel is een procedureregel, die stelt dat er een bewijsmiddel moet zijn om concrete gevallen in bijzondere situaties individueel te beoordelen. De regel is het sluitstuk van het wetboek, naast de andere specifieke bepalingen. De antimisbruikbepaling is alleen van kracht waar geen specifieke bepalingen bestaan. Het bewijsmiddel van de fiscus, en daar ging de discussie over, is zo geconstrueerd dat er sprake moet zijn van fiscaal misbruik. Daarvoor moet de fiscus eerst aantonen dat de belastingplichtige een handeling, of een geheel van handelingen, stelt dat de bedoeling heeft een belasting niet te betalen. Als het misbruik wordt aangetoond, kan er nog altijd een tegenbewijs worden geleverd.
Aan de heffingsgrondslag van de registratie en de successie wordt niets veranderd door het nieuwe artikel of door de nieuwe werkwijze. De antimisbruikmaatregel wenst er zorg voor te dragen dat de door de decreetgever bepaalde grondslag, vrijstellingen en tarieven correct worden toegepast. In juli 2012 verscheen een rondzendbrief die meer duidelijkheid geeft over de toepassing ervan.
Het Grondwettelijk Hof heeft een verzoek tot vernietiging ontvangen voor de artikelen 167, 168 en 169 van de programmawet. De schending van de bevoegdheidsverdeling is één van de gronden voor dit verzoek tot vernietiging.
De Gewesten hebben geen bezwaren geuit inzake de voorafgaande concertatie over de antimisbruikbepaling.
Uw laatste vraag ging in essentie over de opbrengst. Ik kan u het antwoord geven dat de heer Vandeput daarnet in zijn repliek aangaf, namelijk dat het effect van een aantal maatregelen moeilijk meetbaar is omdat ze niet alleen opbrengsten opleveren maar ook een gedragsverandering teweegbrengen.
Deze maatregel is van kracht sinds eind maart. De toepassing ervan werd verduidelijkt in de rondzendbrief van juli. Nu, in november de juiste impact ervan meten is moeilijk. Het Rekenhof heeft de successie en de registratie in een groep met andere ontvangsten gestopt, maar een berekening van de precieze impact ervan is op dit moment niet mogelijk. In elk geval ontvangen de regionale overheden de belastingen, en de eventuele boetes indien er geschillen zijn. Dat is de algemene regel. Die geldt ook hier.
03.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw toelichting. Ik noteer dat u in de federale begroting voor 2012, en vermoedelijk ook in die voor 2013, geen bedragen ingeschreven hebt die hieraan gerelateerd zijn.
Voor het overige moet natuurlijk de uitspraak van het Grondwettelijk Hof afgewacht worden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De behandeling van de vragen en interpellaties eindigt om 10.44 uur.
Le développement des questions et interpellations se termine à 10.44 heures.