Commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique

Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt

 

du

 

Mardi 19 juin 2012

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 19 juni 2012

 

Namiddag

 

______

 

 


De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 14.40 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Koenraad Degroote.

Le développement des questions et interpellations commence à 14.40 heures. La réunion est présidée par M. Koenraad Degroote.

 

01 Samengevoegde vragen van

- de heer Peter Logghe aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "het nieuwe open terugkeercentrum" (nr. 11591)

- de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de locatie van het nieuwe open terugkeercentrum" (nr. 11875)

- de heer Michel Doomst aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de beslissing voor de inplanting van een terugkeercentrum" (nr. 12555)

01 Questions jointes de

- M. Peter Logghe à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "le nouveau centre de retour ouvert" (n° 11591)

- M. Theo Francken à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "l'implantation du nouveau centre de retour ouvert" (n° 11875)

- M. Michel Doomst à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "la décision concernant l'implantation d'un centre de retour" (n° 12555)

 

01.01  Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, ik had graag een stand van zaken gekregen betreffende het nieuwe open terugkeercentrum. We hebben ons daar al een paar keer zeer aangenaam over onderhouden.

 

De vragen komen terug. Waar zal het juist komen, in Vilvoorde of Sint-Pieters-Leeuw? U hebt links en rechts ook een aantal andere voorstellen gevraagd en u hebt laten verstaan dat er werd gezocht naar alternatieven. Er werden ambtenaren ingeschakeld en u zou tegen de zomer met een min of meer definitief voorstel willen komen. Hoe ver staat u? Zijn er eventueel nieuwe aanvaardbare plaatsen voor dit open terugkeercentrum gevonden? Zijn er intussen ook voorstellen binnengekomen voor een open terugkeercentrum in Waals-Brabant? Dat was immers een vraag van een aantal commissieleden.

 

Mevrouw de staatssecretaris, als antwoord op een vorige vraag in deze commissie liet u verstaan dat er bijkomende gegevens werden verwacht. U had het dan vooral over het voorstel met betrekking tot Sint-Pieters-Leeuw of Vilvoorde. Hebt u die gegevens al ontvangen? Wat zijn de conclusies op basis van die bijkomende gegevens?

 

01.02  Michel Doomst (CD&V): Mevrouw de staatssecretaris, de vraag is al omschreven. Bij mij gaat het ook om een vraag uit nieuwsgierigheid. Ik neem aan dat de brandweerverslagen waarop u moest wachten er nu wel ongeveer zullen zijn.

 

Ik denk dat de kostenraming ook al duidelijk is. Mevrouw de staatssecretaris, is er al nieuws over de mogelijke nieuwe inplanting?

 

01.03  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, ik heb u een aantal maanden geleden beloofd dat ik telkens opnieuw een vraag zal stellen tot de teerling geworpen is. Zoals ik begrepen heb, is die nog steeds niet geworpen. Ik wil u graag twee zaken meedelen.

 

Ten eerste, u heeft een probleem: er is namelijk nog geen beslissing genomen of gecommuniceerd. Ik maak me weinig illusies. Ik denk niet dat u de primeur aan mij of aan het Parlement zal communiceren, maar via de pers. Dat is nog niet beslist. U zal straks ook meedelen dat er nog geen beslissing werd genomen. U heeft echter wel een probleem. Er werd namelijk in april een wet goedgekeurd waarvan ook u de pluimen op de hoed heeft gestoken. Dat is uw goed recht. Hoe meer pluimen, hoe mooier de hoed.

 

Het laatste artikel van die wet, die wij trouwens mee hebben goedgekeurd, stelt echter wel dat de wet ten laatste op 1 juli 2012 in werking treedt. Dat weet u ongetwijfeld. Dat is binnen twee weken. Als u vandaag, nu of straks na de commissie, meedeelt waar het open terugkeercentrum zal komen, zal u dat niet kunnen operationaliseren op twee weken tijd. Dat weet u ook. Er komt straks ook een interpellatie over de Caricole en de werking van de Regie der Gebouwen. Geloof me, u krijgt dat nooit up and running.

 

U heeft dus een groot probleem. U komt naar het Parlement met een wet en die wordt goedgekeurd. U zegt dat die wet in juli in werking treedt. U heeft zelfs gecommuniceerd: “de vrijdag voor de paasvakantie beslis ik”. Ondertussen zijn we twee maanden en een half verder en is er nog steeds geen beslissing. Er was volgens mij ook een probleem met CD&V in Brussel-Halle-Vilvoorde. Eén juli zal niet gehaald worden.

 

Ik hoor zelfs in de wandelgangen dat de beslissing uitgesteld zal worden tot na de gemeenteraadsverkiezingen omdat het te gevoelig ligt. Ik begrijp dat het niet gemakkelijk is. U mag dan echter niet communiceren dat u de beslissing zal nemen. Ik zag het in elk geval aankomen.

 

Mevrouw de staatssecretaris, mijn vragen zijn heel kort.

 

Ten eerste, is er een beslissing genomen? Waar komt het open terugkeercentrum? Ik werd vorige week opgebeld door een lokale journalist van het Laatste Nieuws die vertelde dat Holsbeek een optie is. Ik weet niet waar hij dat verhaal vandaan haalt. Het terugkeercentrum zou in Formule 1 komen op het industrieterrein in Winksele. Klopt dat verhaal?

 

Ten tweede, wat gaat u doen met de wet die in juli in werking treedt? De wet is op één juli van kracht, maar er is nog geen open terugkeercentrum. Vormt de uitvoering van de wet geen probleem? Hoe zal u dat oplossen?

 

01.04 Staatssecretaris Maggie De Block: Ik dank de dames en heren Kamerleden voor hun vragen. Aan uw reactie gisteren heb ik gemerkt dat u de cijfers over de terugkeer hebt gelezen. U had niet gelezen dat de communicatie van Fedasil kwam, u dacht dat ze van mij kwam. Ik voel mij wel vereerd dat u mij muizenstapjes toedicht. Dat heb ik op mijn vijftigste nog niet meegemaakt.

 

Wat de wet betreft, zij is al in uitvoering. Wij hebben een terugkeertraject gemaakt zoals in de wet bepaald, in samenwerking met Fedasil en de Dienst Vreemdelingenzaken. Wij zetten dus enorm in op de terugkeer. Zoals in het verleden reeds werd gezegd, zou het gemakkelijker werken zijn, mochten we over een open terugkeercentrum voor ongeveer 100 personen beschikken, zoals in het budget bepaald. Ik bespaar u de rimram van alles waarmee wij af te rekenen hebben.

 

Mijnheer Doomst, ik heb intussen inderdaad brandweerverslagen gekregen, maar daarbij worden de kosten zo hoog geraamd dat men er bijna een groot gebouw voor kan kopen. U weet dat er – terecht – zeer strenge normen zijn bij wat men een hotelfunctie noemt. De branddeuren moeten minstens een uur brandvrij zijn als er mensen moeten overnachten, er mogen geen verluchtingsschachten door lopen, er moeten langs buiten genoeg trappen zijn enzovoort. Ik heb al veel bijgeleerd over de brandweer, maar terecht: veiligheid is zeer belangrijk. Daarbij zijn er nog sanitaire eisen en eisen voor de veiligheid van de voedselketen waarbij de keuken gekeurd moet worden.

 

De Regie der Gebouwen wordt er altijd bij betrokken als de discussie gaat over de huur of aankoop van een pand, maar ook voor termijnen waarbinnen bepaalde werken kunnen worden uitgevoerd. De kosten die zulke werken vergen, moeten worden begroot en moeten natuurlijk via aanbestedingen verlopen. Er zijn budgettaire, infrastructurele en veiligheidsaspecten.

 

Er komen dus nog meerdere panden in aanmerking waarover wij in verschillende fases van onderhandelingen zitten.

 

Ik zal zeker op tijd aan het Parlement meedelen welk pand het wordt, mijnheer Francken. Ik verkies echter om momenteel geen namen te noemen. Men vraagt mij de gekste zaken. Blijkbaar gonst het nogal wat in de wandelgangen. Bij elke optie komen de eigen, specifieke problemen aan het licht. Daarvoor zoeken wij een oplossing in bijkomend overleg. Er is dus nog geen echte beslissing genomen over waar de inplanting zal komen.

 

De heer Logghe vraagt of ik panden geoffreerd of gesuggereerd heb gekregen. Neen, ik heb geen suggesties gekregen, van niemand. De panden die wij onderzocht hebben, hebben wij zelf opgespoord. Telkens zijn wij vertrokken van de oorspronkelijke lijst van mijn voorganger, de heer Wathelet. Er werden ook enkele nieuwe pistes onderzocht. Wij kwamen problemen tegen zoals de nabijheid van een of andere beveiligde lijn tot een geklasseerde omgeving – geen geklasseerd gebouw, maar een geklasseerde omgeving. Wij moeten rekening houden met allerlei factoren.

 

Ik heb daarover echter nooit geruchten in de pers verspreid. Ik werd daarover vorige week zelf opgebeld, volgens mij net op het moment dat ik op het vliegveld stond. Niemand heeft mij kunnen zeggen van waar dat telefoontje kwam.

 

01.05  Peter Logghe (VB): Mevrouw de staatssecretaris, als ik het goed heb begrepen, staat de uitvoering nog nergens. Mijn antwoord op uw antwoord op mijn vraag helemaal in het begin, staat dus nog altijd overeind. Ik denk niet dat die zaak rond geraakt vóór de gemeenteraadsverkiezingen. Ik heb u evenmin horen zeggen dat er momenteel panden in Vlaams-Brabant worden onderzocht. U zegt dat u geen voorstellen hebt gekregen. Alle panden die u onderzoekt, zijn panden die u zelf hebt gezocht. Er zitten dus ook geen panden bij in Vlaams-Brabant. Ik blijf dus op mijn honger en ik zal u in elk geval over die zaak blijven ondervragen.

 

01.06  Michel Doomst (CD&V): Ik doe nog een nieuwsgierige poging. Ik neem aan dat de namen die nog overblijven niet zullen lukken. Hoeveel mogelijkheden resten er nog? Zijn er al geëlimineerd?

 

01.07 Staatssecretaris Maggie De Block: (…) Er zijn er al een paar geëlimineerd.

 

01.08  Michel Doomst (CD&V): Er blijven dus nog twee of drie mogelijkheden over?

 

01.09  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord. De teneur is natuurlijk gewijzigd. Tijdens het debat – de collega’s waren erbij – hebt u gezegd dat wij het open terugkeercentrum nodig hebben. Als wij die wet goed willen uitvoeren en goed laten werken, dan hebben wij een open terugkeercentrum nodig. Vandaag zegt u dat wij dat open terugkeercentrum niet nodig hebben en dat wij het al doen.

 

01.10 Staatssecretaris Maggie De Block: Nee, dat heb ik niet gezegd.

 

01.11  Theo Francken (N-VA): Ik heb het zo geïnterpreteerd.

 

01.12 Staatssecretaris Maggie De Block: (…) interpretatie!

 

01.13  Theo Francken (N-VA): Ik zal zeggen hoe ik u begrepen heb, dan kunt u mij altijd corrigeren, mevrouw De Block. Ik heb begrepen dat 1 juli geen probleem is, omdat die wet al toegepast wordt. Dat is wat u zegt. De procedure met het bevel van 30 dagen, 15 dagen vrijwillig en 15 dagen waarin finaal de gedwongen verwijdering wordt voorbereid en uitgevoerd, wordt al toegepast. Ik heb dat zo begrepen. Misschien zal ik daarover donderdag dan een echte vraag stellen. Hoe zit het nu en wat wordt het na 1 juli?

 

Ik heb begrepen – ook uw collega Bart Somers heeft dat in het parlementair debat gezegd, ik zal het verslag opzoeken – dat wij het open terugkeercentrum nodig hebben, en dat wij ten laatste op 1 juli vertrokken zouden zijn.

 

01.14 Staatssecretaris Maggie De Block: (…) (zonder micro)

 

01.15  Theo Francken (N-VA): Dan heb ik het helemaal verkeerd begrepen, maar dan is het aan u om mij te corrigeren.

 

Ik begrijp dat het open terugkeercentrum vóór 1 juli absoluut niet operationeel zal zijn, dat de beslissing zelfs niet gevallen zal zijn en dat dit waarschijnlijk na de gemeenteraadsverkiezingen zal gebeuren, omdat het politiek te gevoelig ligt. Ik heb daarvoor persoonlijk wel begrip, maar dan hadden jullie dat maar niet in die wet moeten zetten. Ik zeg dat niet tegen u, maar tegen de meerderheid.

 

Heel concreet vraag ik mij af hoe die wet, die ten laatste over twee weken van kracht wordt, in de praktijk toegepast zal worden. Denk aan iemand die op het einde zit van zijn procedure als asielzoeker en die een bevel op 30 dagen krijgt. Dan moet die wet toegepast worden: 15 dagen vrijwillig, 15 dagen gedwongen. Zo staat het in de wet, die de huidige meerderheid heeft goedgekeurd. Hoe zal dat over twee weken worden toegepast? Dat lijkt mij een logische vraag.

 

01.16 Staatssecretaris Maggie De Block: Wij werken nu al volgens de procedure zoals die omschreven staat in de wet en die inderdaad over twee weken van kracht wordt. We werken al met een terugkeertraject, dat in die zin is ontwikkeld. De begeleiding daaromtrent is ontwikkeld, samen met Fedasil en de Dienst Vreemdelingenzaken, zoals ook is aangekondigd.

 

Het beste bewijs daarvoor is dat steeds meer mensen, zelfs binnen tien dagen tot twee weken na hun aankomst, bereid zijn om terug te keren. U hebt die cijfers zelf ook gezien, want u hebt daaromtrent een persbericht naar Belga verstuurd. Er is nu 66 % meer terugkeer. Daarover zijn wij het eens.

 

Ik zeg u wel dat het gemakkelijker werken zou zijn, mochten wij een open terugkeercentrum hebben. Wij hebben inderdaad een open terugkeercentrum nodig.

 

Het zou echter al veel makkelijker zijn, mocht er niet overal een schandaalsfeer rond gecreëerd worden, mocht niet overal moeilijk gedaan worden door plaatselijke burgemeesters of brandweercommandanten die laten wachten op hun verslag.

 

01.17  Theo Francken (N-VA): (…) Open Vld in Vilvoorde, met Jo De Ro?

 

01.18 Staatssecretaris Maggie De Block: Desalniettemin hebben wij een heel aantal pistes grondig onderzocht inzake de bereikbaarheid en de budgettaire haalbaarheid. Ook willen wij dat er zo min mogelijk tijd verloopt tussen de aankoop of de huur en de implementatie ervan. Voor mij zijn dat allemaal belangrijke parameters en afwegingen.

 

Daarbij komt de samenwerking met de dienst van de Regie der Gebouwen, die weliswaar goed verloopt, maar die wel zijn administratieve gang moet gaan.

 

Veel mensen zeggen mij dat ik er te veel achteraan ga. Inderdaad, voor mij zou dat open terugkeercentrum al een feit mogen zijn. Tot nu toe was het echter nog niet mogelijk. Als u mij dus vraagt wanneer het er zal zijn, dan antwoord ik: hoe rapper, hoe liever.

 

01.19  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik heb nog recht op een repliek.

 

Mevrouw de staatssecretaris, “hoe rapper, hoe liever”, dat zegt u al drie maanden. Dat zei u al voor de paasvakantie.

 

Misschien heb ik het weer verkeerd begrepen, maar u zegt eigenlijk dat de wet omtrent het nieuwe terugkeertraject, die in april werd goedgekeurd, nu al toegepast wordt. Wordt dat systeem van 15 dagen vrijwillig en 15 dagen gedwongen nu al toegepast, zoals het bepaald is in de wet?

 

01.20 Staatssecretaris Maggie De Block: Neen, de wet kan maar toegepast worden vanaf het moment dat dit wettelijk toegestaan is.

 

01.21  Theo Francken (N-VA): Dat vraag ik nu juist.

 

01.22 Staatssecretaris Maggie De Block: (…) terugkeertraject zoals in de wet beschreven, dus van in het begin maar nog niet de dagen zelf. Dat kunnen we nu nog niet doen. De meeste vallen daartussen. We kunnen het nog niet afdwingen, want de wet is er nog niet.

 

De voorzitter: We sluiten de discussie. We kunnen ze niet eindeloos rekken.

 

01.23  Theo Francken (N-VA): Het antwoord is dus neen. De huidige wet wordt niet toegepast.

 

01.24 Staatssecretaris Maggie De Block: Men kan geen wet toepassen, veertien dagen voordat ze van kracht is.

 

01.25  Theo Francken (N-VA): In de wet staat dat de wet ten laatste op 1 juli 2012 van kracht wordt. U kunt ze toch al vroeger toepassen?

 

De voorzitter: Ik beschouw het als een repliek. We gaan de discussie sluiten.

 

01.26  Theo Francken (N-VA): U hebt die wet goedgekeurd. Ik stel vast dat de wet voor 1 juli 2012 niet van toepassing zal zijn.

 

De voorzitter: We gaan de discussie sluiten.

 

01.27  Theo Francken (N-VA): Veel blabla, weinig…

 

01.28 Staatssecretaris Maggie De Block: Een stijging met 66 %, dat zijn muizenpasjes? Dat is veel geblaat en weinig wol.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Er was overeengekomen dat mevrouw Smeyers, in het belang van de commissie voor de Justitie, haar vraag eerst mag stellen.

 

02 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Sarah Smeyers aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de strafrechtelijke informatie waarover de Dienst Vreemdelingenzaken kan beschikken op het moment dat de verblijfsbeslissing wordt genomen" (nr. 11655)

- mevrouw Sarah Smeyers aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de aanvraag tot of beslissing tot machtiging tot verblijf met betrekking tot een illegale vreemdeling die op dat moment in de gevangenis zit" (nr. 11656)

- mevrouw Sarah Smeyers aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de strafrechtelijke profielen van verschillende geregulariseerde (ex-)gevangenen en van geregulariseerden die nadien in de gevangenis zijn beland" (nr. 11657)

02 Questions jointes de

- Mme Sarah Smeyers à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "les informations pénales dont dispose l'Office des Étrangers au moment où il est amené à prendre une décision en matière d'autorisation de séjour" (n° 11655)

- Mme Sarah Smeyers à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "la demande ou la décision d'autorisation de séjour relative à un étranger en séjour illégal se trouvant en prison" (n° 11656)

- Mme Sarah Smeyers à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "le profil pénal de certains (ex-)détenus régularisés et de personnes régularisées qui ont été emprisonnées par la suite" (n° 11657)

 

02.01  Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik dank ter zake de leden van harte.

 

Het betreft andermaal drie samengevoegde vragen. Ik wil er geen discussie over beginnen, maar ik heb begrepen dat ze op vraag van het kabinet zijn samengevoegd. Ik begin niettemin vragen te stellen over het scenario dat zich vorige keer heeft afgespeeld. Als ik evenwel een antwoord op mijn vragen krijg, mogen ze van mij gerust worden samengevoegd.

 

Mevrouw de staatssecretaris, de eerste van mijn drie vragen sluit aan bij mijn vroegere vraag nr. 11416, 4°, waarop toen geen volledig antwoord is gekomen.

 

In uw antwoord in de commissie op 9 mei 2012 ging u uitvoerig in op de vaststelling dat de Dienst Vreemdelingenzaken vandaag niet steeds over een volledig zicht op het strafrechtelijk profiel kan beschikken, wanneer door deze dienst een beslissing tot regularisering moet worden genomen. U hebt toen opgemerkt dat zulks aanleiding kan geven tot beslissingen die u toen als spijtige zaken kwalificeerde. U gaf ook aan dat u stappen zou zetten om de desbetreffende informatiedoorstroming te verbeteren.

 

Wat mij toen in uw antwoord van 9 mei 2012 bijzonder opviel, was de hiernavolgende passage en ik citeer: “Ik wil erop wijzen dat geen enkele persoon die zich aan zware misdaden, zoals terrorisme, misdaden tegen de menselijkheid, moord, pedofilie, mensenhandel, verkrachting of poging daartoe schuldig had gemaakt, tot op heden werd geregulariseerd, ook niet door mijn voorganger Wathelet. Wel mogelijk is dat personen na hun regularisatie voor feiten worden veroordeeld, of nog, dat de feiten omwille van het gebruik van aliassen op het moment van de beslissing niet zijn gekend.”

 

U wees er toen ook op dat u kon verzekeren dat wanneer het over dergelijke zware feiten gaat, het verblijf onmiddellijk wordt ingetrokken. U hebt toen ook verklaard dat u ons kon melden dat de intrekking reeds gebeurt en dat u er bijzonder nauwkeurig op toeziet. Het is goed indien zulks inderdaad het geval is.

 

Ter zake heb ik twee vragen. Ten eerste, zijn er gevallen bekend waarbij de Dienst Vreemdelingenzaken een positieve regularisatiebeslissing heeft genomen, waarna pas nadien werd vastgesteld dat de betrokkene is of werd veroordeeld tot een straf van meer dan achttien maanden, al dan niet met uitstel, of twee jaar voor gezinshoofden, waarbij de veroordeling voor of na de regularisatie werd opgelopen? Een straf van meer dan achttien maanden, al dan niet met uitstel, of twee jaar voor gezinshoofden, die voor dan wel na de regularisatie is opgelopen, is het criterium dat uw voorganger Wathelet hanteerde.

 

De Dienst Vreemdelingenzaken kon dus op het ogenblik van de regularisatiebeslissing niet over de informatie van een dergelijke zware veroordeling beschikken. Als dat het geval is, als er dergelijke gevallen bekend zijn, over hoeveel gevallen en over welke tijdsperiode gaat het dan? Beschikt u over cijfers?

 

Welke strafrechtelijke veroordelingen werden ten aanzien van die betrokken vreemdelingen uitgesproken? Als u dat kunt geven had ik graag een overzicht gekregen van die veroordelingen die aanleiding gaven tot hun opsluiting in de gevangenis. Als het mogelijk is kreeg ik graag ook een volledig overzicht van hun strafblad.

 

Voor zover mogelijk wil ik ook graag precisering of het feiten betreft die voor dan wel na de regularisatiebeslissing hebben plaatsgevonden. Als u die gevallen kunt geven, kunt u dan ook de precieze datum van de effectieve veroordeling tot die straf van meer dan 18 maanden of 2 jaar voor gezinshoofden geven, de datum van de regularisatiebeslissing en de datum waarop de veroordeling dan alsnog werd vastgesteld door de Dienst Vreemdelingenzaken in het geval waarin ze dit niet op voorhand wisten maar dit wel al was gebeurd?

 

Als het zeer zware feiten betreft en het blijkt dat er een vergissing of een ongelukje zou zijn gebeurd waardoor die mensen toch geregulariseerd zijn, graag de datum waarop het verblijf is ingetrokken en de precieze datum waarop die betrokkene – als dat al het geval mocht zijn – verwijderd is of het land verlaten heeft.

 

Een tweede aspect. Indien er inderdaad dergelijke gevallen zijn zult u hopelijk met mij erkennen dat die het bewijs vormen voor het feit dat de Dienst Vreemdelingenzaken eigenlijk blind vliegt. Zware delinquenten die zware veroordelingen hebben opgelopen kunnen zomaar papieren krijgen omdat de Dienst Vreemdelingenzaken op dat moment niet over de nodige informatie beschikt. U merkte nochtans op 9 mei ook op dat het verblijf van vreemdelingen het voorwerp uitmaakt van een permanente evaluatie door de Dienst Vreemdelingenzaken. Er hapert dus nog altijd iets aan de informatiedoorstroming of de beschikbare informatie.

 

Ik heb daar nog een concrete vraag over. Naast de proactieve maatregelen die u plande en die u uitvoerig hebt toegelicht, welke maatregelen neemt u om ervoor te zorgen dat alle dossiers van vreemdelingen die de laatste 6 jaar geregulariseerd werden vandaag toch nog eens nauwkeurig gescreend worden zodat, zoals u zelf aangaf, dergelijke zware gevallen die een regularisatie kregen er kunnen worden uitgefilterd zodat die mensen alsnog het land kunnen verlaten of kunnen worden verwijderd?

 

Mijnheer de voorzitter, aangezien mijn vragen zijn samengevoegd zal ik de andere nu ook stellen.

 

Ik ga nu over naar vraag nr. 11656 die aansluit op de eerder gestelde vraag nr. 11422. Destijds kon op deze vraag ook geen volledig antwoord worden gegeven en daarom stel ik nu even een vervolgvraag.

 

Mevrouw de staatssecretaris, vandaag is het juridisch helaas perfect mogelijk om een regularisatieaanvraag in te dienen of om geregulariseerd te worden terwijl men in de gevangenis zit. Dit laatste kan gebeuren op basis van een aanvraag die reeds eerder werd ingediend. Wat de regularisatie betreft van illegalen, die van deze mogelijkheid gebruik zouden hebben gemaakt, heb ik een aantal concrete vragen voor u.

 

Hoeveel illegalen hebben sinds april 2009 een regularisatieaanvraag ingediend terwijl zij in de gevangenis zaten? Ik had graag een uitsplitsing gekregen al naargelang de betrokkenen in voorhechtenis of in voorlopige hechtenis zaten, dan wel of zij al definitief waren veroordeeld. Hoeveel illegalen zijn sinds april 2009 geregulariseerd en kregen een positieve regularisatiebeslissing terwijl zij in de gevangenis zaten? Als het mogelijk is, had ik ook hier graag een opsplitsing gekregen al naargelang de betrokkenen in voorhechtenis zaten, dan wel een definitieve veroordeling hadden opgelopen.

 

Indien de antwoorden op mijn vorige vragen positief zouden zijn, welke strafrechtelijke veroordelingen werden dan uitgesproken ten aanzien van die vreemdelingen? Als het kan, had ik graag een overzicht gehad van de veroordelingen die aanleiding gaven tot een opsluiting in de gevangenis. Indien mogelijk graag een volledig overzicht van de betrokkenen hun strafblad. Voor zover het mogelijk is, had ik graag ook een precisering gekregen op de vraag of het feiten betreft die plaatsvonden vóór of na de regularisatiebeslissing. Als u niet kunt antwoorden op alle vragen had ik op zijn minst graag een overzicht gekregen van de top vijf van de zwaarste veroordelingen.

 

Indien er dossiers zijn van delinquenten die enkel in voorhechtenis hebben gezeten op het moment dat zij werden geregulariseerd, wat is dan de reden waarom niet met de beslissing werd gewacht tot een definitieve, in kracht van gewijsde gegane, rechterlijke beslissing werd genomen? Ik heb het dan over een beschikking van de raadkamer tijdens de voorlopige hechtenis om niet te verwijzen naar de correctionele rechtbank of een eindvonnis met een veroordeling of een vrijspraak. Waarom wordt daarop niet gewacht zodat men zeker is dat men geen verkeerde beslissing neemt?

 

Ik kom dan tot mijn derde en laatste vraag. Deze vraag sluit aan op eerdere vragen naar de strafrechtelijke profielen van de mensen die werden geregulariseerd vóór of na een detentie. Ik heb het concreet over de strafrechtelijke profielen, want op vorige parlementaire vragen en interpellaties hebt u cijfers gegeven omtrent de regularisatie – ik zal die straks nog eens herhalen – van gevangenen of ex-gevangenen, onder meer in antwoord op mijn schriftelijke interpellatie nr. 86 en de vragen van 9 mei.

 

U hebt ons die cijfers gegeven. Ik dank u voor uw transparantie, maar ik meen dat het in een rechtsstaat belangrijk, zelfs essentieel is dat de bevolking een beeld krijgt over de strafrechtelijke veroordelingen die de vreemdelingen voor en na hun regularisatie hebben opgelopen, om te kunnen beoordelen of het over kleine overtredingen gaat dan wel over zware overtredingen of zware misdrijven. Wij hebben dat profiel nodig om te weten welke richting het migratiebeleid uitgaat.

 

Ik heb de volgende vragen.

 

Ten eerste, u gaf aan dat er in 2012 zeven delinquenten geregulariseerd werden. Welke strafrechtelijke veroordelingen werden uitgesproken ten aanzien van, enerzijds, de vier delinquenten die in januari en maart werden geregulariseerd en, anderzijds, de drie geregulariseerden van maart en april? Ik zou daarbij graag een overzicht krijgen van de veroordelingen die aanleiding gaven tot een opsluiting in de gevangenis op dat moment en, indien mogelijk, een overzicht van hun volledige strafblad. Net als bij de vorige vraag zou ik ook hier graag de precisering krijgen of het feiten betreft die vóór dan wel na de regularisatie werden gepleegd.

 

Ten tweede, u hebt ons de volgende cijfers gegeven: er werden in de laatste collectieve regularisatiecampagne 48 538 illegalen geregulariseerd, waarvan er 70 na hun regularisatie in de gevangenis zijn beland. 13 daarvan zouden vandaag nog in de gevangenis opgesloten zitten. Wat de 70 geregulariseerden betreft, zou ik graag de top vijf van de meest voorkomende veroordelingen krijgen. Gaat het over drugsfeiten, verkrachting, pedofilie, kindermisbruik, wapenfeiten of andere gewelddaden? Wat is voor die groep de top vijf van de zwaarste veroordelingen? Welke zijn de meest voorkomende zware veroordelingen?

 

Welke strafrechtelijke veroordelingen werden uitgesproken ten aanzien van die 13 vreemdelingen die vandaag nog in de gevangenis verblijven? Ook daarvan had ik graag een overzicht van de veroordelingen die aanleiding gaven tot hun opsluiting in de gevangenis en een overzicht van hun volledig strafblad met een precisering of het gaat om feiten die begaan werden voor of na de regularisatie.

 

Mevrouw de staatssecretaris, u gaf ook aan dat van de illegalen die sinds april 2009 in de gevangenis hebben gezeten, er 81 werden geregulariseerd. Dat hebt u in een vorige commissievergadering geantwoord. Ook daarvan had ik graag een top vijf van de meest voorkomende veroordelingen en, voor die groep, een top vijf van de zwaarste veroordelingen.

 

Ik weet dat dit veel vragen zijn, maar het lijken mij wel relevante vragen.

 

02.02 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, u zult er begrip voor hebben dat ik mijn spreektijd zal overschrijden, want ik word geacht te antwoorden op drie hoofdvragen en negen subvragen. Ik zal ze beantwoorden in de volgorde zoals ze gesteld zijn.

 

Voorzitter: Bernard Clerfayt.

Président: Bernard Clerfayt.

 

Mevrouw Smeyers, ik heb u de vorige keer gewezen op het feit dat u sprak over criminelen en misdadigers, terwijl die categorie expliciet uitgesloten werd. Ik ben dan ook blij dat u dienaangaande ten minste uw terminologie aangepast hebt. Ik denk namelijk dat dit kan bijdragen tot een sereen en objectiever debat.

 

U vraagt mij naar gevallen waarbij de Dienst Vreemdelingenzaken niet op de hoogte was van veroordelingen van meer dan achttien maanden, al dan niet met uitstel. Ik herhaal dat dit misschien het geval was bij vroegere richtlijnen, maar dat dit nu zeker niet meer het geval is.

 

In totaal zijn 23 geregulariseerde vreemdelingen veroordeeld tot een straf van achttien maanden of meer, al dan niet met uitstel, vóór dan wel na de regularisatie waarvan de Dienst Vreemdelingenzaken niet op de hoogte was op het moment van de regularisatie. Voor 20 vreemdelingen is de reden dat de veroordeling er kwam na de regularisatie. Uw stelling dat de Dienst Vreemdelingenzaken blind zou vliegen, kan ik bijgevolg niet onderschrijven.

 

Van de 23 geregulariseerde vreemdelingen werden 22 personen door de Dienst Vreemdelingenzaken geregulariseerd. Er is nog één persoon waarvan de regularisatie omwille van feiten van openbare orde werd geweigerd. De Dienst Vreemdelingenzaken werd echter door de rechtbank verplicht de betrokkene een tijdelijk verblijf toe te kennen.

 

Het voorgaande toont duidelijk aan dat de zaken enigszins genuanceerder moeten worden voorgesteld. Er bestaan dus ook wel degelijk rechterlijke uitspraken en hogere rechtsnormen, waarmee rekening moet worden gehouden. Ik hoef u zulks in uw hoedanigheid van juriste niet te vertellen.

 

Van de voormelde 22 personen hadden 3 geregulariseerde personen voordien al een veroordeling, met of zonder uitstel, opgelopen. De Dienst Vreemdelingenzaken was van bedoelde veroordelingen echter niet op de hoogte. Drie personen werden pas na de regularisatie veroordeeld.

 

In het geval van de drie geregulariseerden die voordien waren veroordeeld, maakten twee personen gebruik van een alias. Aldus hebben zij DVZ op een dwaalspoor gezet. Voor één persoon was de informatie niet aanwezig op het moment van de beslissing. Ondertussen is voor de drie bewuste personen het verblijf ingetrokken of is de procedure daartoe reeds opgestart.

 

U vraagt naar de veroordelingen die de drie personen in kwestie hadden. Eén persoon werd wegens diefstal tot een gevangenisstraf van twee jaar veroordeeld. Eén persoon had wegens drugsfeiten een veroordeling tot een gevangenisstraf van vier jaar opgelopen. Eén persoon had een veroordeling tot een gevangenisstraf van veertien maanden met uitstel opgelopen evenals een veroordeling tot een gevangenisstraf van twee jaar wegens poging tot diefstal. Aldus luidt mijn antwoord met betrekking tot het verleden.

 

DVZ had geen weet van de veroordeling omdat zij er op het moment van de regularisatie nog niet was.

 

Ik wil u wel details geven, maar u zal het wel met mij eens zijn dat wij in onderhavig geval over individuele gevallen, strafbladen en identiteitsgegevens praten en wij stilaan het punt van de toepassing van het Reglement over communicatie van individuele gevallen gevaarlijk overschrijden.

 

Ik herhaal nogmaals dat de twintig gevallen die na hun regularisatie zijn veroordeeld, een heel verscheiden strafrechtelijk profiel hebben. Een top vijf hebben mijn diensten niet kunnen achterhalen, het spijt mij. Ik zal u gewoon de strafrechtelijke profielen opnoemen. Zij hebben geen manier om ter zake een top vijf of een top tien te maken. Het gaat om een aantal drugsfeiten en één enkele keer om openbare zedenschennis, waarvan de details mij onbekend zijn. Het gaat ook om een aantal andere feiten, bijvoorbeeld: poging tot moord, poging tot doodslag en verkrachting.

 

Het spreekt voor zich dat we in dergelijke gevallen bijzonder kordaat en direct moeten optreden. Ik heb u gezegd dat het verblijf van vreemdelingen voorwerp uitmaakt van een permanente evaluatie door Dienst Vreemdelingenzaken. Ik heb u ook gezegd dat ik bijzonder streng wil toezien op het aspect openbare orde. Ik heb de nodige instructies gegeven dat ook het verblijf voor vreemdelingen die veroordeeld worden voor ernstige feiten na de regularisatie, in de mate van het mogelijke wordt ingetrokken.

 

U zal het met me eens zijn dat DVZ geen kristallen bol heeft. Ik vermoed dat het niet de bedoeling is dat we ervan uitgaan dat elke geregulariseerde een potentiële latere veroordeelde is of zal worden. Ik hoop dat u erkent dat het intrekken van het verblijf geen maatregel is waarmee men lichtzinnig moet omspringen. Ook daar zijn er een aantal regels na te leven, bijvoorbeeld als het gaat om een regularisatie die gebeurd is om ernstige medische redenen.

 

Van de twintig personen die na hun regularisatie een veroordeling opliepen, werd voor veertien gevallen het onderzoek voor een eventuele intrekking van het verblijf opgestart. Eén persoon is ondertussen overleden.

 

U vraagt mij nogmaals om aanvragen vanuit gevangenissen te verbieden. In de vorige commissievergadering ben ik daar herhaaldelijk op ingegaan. Ik verwijs dan ook naar die verslagen.

 

Wat de mogelijkheid betreft om een positieve regularisatiebeslissing te verkrijgen op het moment dat de betrokkene in de gevangenis zit, klopt het dat die mogelijkheid in het verleden bestond zij dat het vaak om voorlopige hechtenis zonder veroordeling ging. Dat is één van de punten waar, mijns inziens, een andere benadering aangewezen is. De verbeterde informatie-uitwisseling maakt dat ook mogelijk. Daarom werd aan DVZ gevraagd om de aanvraag tot regularisatie van mensen die zich in de gevangenis bevinden, op te schorten totdat we weten tot welke straf zij veroordeeld zijn, vooraleer een eventuele regularisatie verder onderzocht kan worden.

 

Ik heb dus duidelijk gezegd wat vandaag beleidsmatig relevant is. Aanvragen van mensen in de gevangenis zullen worden opgeschort tot er duidelijkheid bestaat over hun schuld.

 

Ik heb u in het begin gezegd dat uw vraagstelling al wat objectiever is, maar er zijn toch nog enkele zaken die een beetje raar zijn. Ik heb u ook al enkele keren moeten zeggen dat wie op een bepaald moment in de gevangenis heeft gezeten, misschien in voorhechtenis, niet noodzakelijk altijd is veroordeeld. Nu stel ik vast dat u mij vraagt, wat betreft de geregulariseerden die op enig moment ooit in de gevangenis hebben gezeten, welke strafrechtelijke veroordelingen zij elk individueel hebben opgelopen. Nogmaals, een voorlopige hechtenis – en zo zijn er heel wat – is iets anders dan een veroordeling.

 

Wat betreft de vier geregulariseerden van voor de nieuwe richtlijn: één werd vastgehouden voor slagen en verwondingen, maar kreeg opschorting van uitspraak; twee werden veroordeeld voor diefstal en/of drugsfeiten, straffen van een jaar; en één werd veroordeeld voor valsheid in geschriften, zes maanden.

 

Wat betreft de drie gevallen van na de richtlijn: één werd inderdaad vastgehouden, maar niet veroordeeld; één werd veroordeeld omwille van wapenbezit, maar hij was ouder van een Belgisch kind en zoals ik u al heb gezegd is de appreciatiemarge daar klein; en één werd veroordeeld voor slagen en verwondingen, maar werd geregulariseerd omwille van ernstige medische redenen.

 

Vervolgens komen wij weer aan uw vragen over het verleden. Voor de zeventig personen die na hun regularisatie in de gevangenis hebben gezeten, zijn de meest voorkomende veroordelingen – ook daar heb ik geen top vijf, maar alleen de aard van de veroordelingen – diefstal, drugs, poging tot doodslag, slagen en verwondingen en brandstichting. Er werden ook personen aangehouden. Voor anderen was het ook een voorhechtenis.

 

Wat betreft de zwaarste feiten, heb ik reeds geantwoord. Ik herhaal nogmaals dat het om veroordelingen gaat die na de beslissing kwamen en dat voor deze personen de procedure voor een beëindiging van het verblijf is opgestart.

 

Van de dertien geregulariseerden die sinds de beslissing in de gevangenis zijn opgesloten, zijn er zes veroordeeld. Naar 7 van de aangehoudenen loopt het gerechtelijk onderzoek nog. Het gaat om feiten als diefstal, drugs, mensenhandel en poging tot doodslag. De nodige instructies zijn gegeven om, indien mogelijk, de verblijfsvergunning van de 13 betrokkenen in te trekken.

 

Bij de strafrechtelijke profielen van de 81 vreemdelingen die in de gevangenis gezeten hebben voor hun regularisatie in de periode april 2009-2012, gaat het onder meer om veroordelingen voor diefstal – al dan niet met geweld, inbraak, drugs, en slagen en verwondingen. De zwaarste veroordelingen zijn die voor drugsfeiten, diefstal – al dan niet met geweld, poging tot diefstal en valsheid in geschrifte.

 

Voor 2 van de betrokkenen waren de veroordelingen onbekend op het moment van de beslissing. De procedure tot beëindiging van het verblijf werd gestart voor 1 persoon; van de andere werd het verblijf al ingetrokken.

 

Ik hoop dat ik u vandaag wat meer duidelijkheid heb kunnen geven over deze ingewikkelde problematiek. Ik hoop dat wij hier een sereen debat over kunnen houden. Ik wil niet dat het debat zich leent tot simplismen. Daar wordt niemand beter van. U zult moeten erkennen dat het voor de ernstige gevallen vooral gaat om veroordelingen na de regularisatie, en dat ik daar ook tegen optreed, of om fraude met aliassen, waartegen ook opgetreden is.

 

Er zijn nog andere elementen waar men rekening mee moet houden, zoals het Europees Mensenrechtenverdrag bij gezinshereniging. Nog andere elementen kunnen in een rechtsstaat een rol spelen. Het is dikwijls een moeilijke beslissing om te nemen.

 

De regularisatie is in sommige gevallen om medische reden gebeurd. Dan houdt men rekening met de feiten en met de zwaarte van de aandoening. Als die niet kan worden behandeld in het land van oorsprong, wordt om medische reden toch een verblijfsvergunning gegeven.

 

Het is inderdaad nodig zeer streng te zijn, maar men mag de zaken niet al te simplistisch voorstellen.

 

02.03  Sarah Smeyers (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw lange antwoord.

 

U hebt – en misschien jaag ik de heer Madrane hiermee tegen het plafond – nog niet geantwoord op de vraag hoeveel illegalen vanuit de gevangenis een regularisatie hebben aangevraagd. U hebt evenmin gemeld hoeveel illegalen in de gevangenis werden geregulariseerd.

 

U geeft heel veel cijfers, maar toch niet overal de nodige data en cijfers. Het is dus niet altijd mogelijk om in te schatten of en wanneer de Dienst Vreemdelingenzaken op de hoogte was, toen hij aan ex-gevangenen papieren gaf.

 

Ik zal in ieder geval het verslag erg nauwkeurig nakijken en de desbetreffende vragen desnoods nogmaals indienen, tot alles duidelijk is.

 

Mevrouw de staatssecretaris, u somt hier heel mooi, sec en heel snel trouwens een aantal cijfers op. Het is toch wel straf – ik wil daar nog even op ingaan – dat maar liefst 23 zware criminelen – ik mag het woord “criminelen” van u niet te pas en te onpas gebruiken; hier past het echter wel – met een gevangenisstraf van achttien maanden of meer hun verblijf aan de regularisatie te danken hebben.

 

U werpt op dat zulks het verleden is en het gevolg van de instructie-Wathelet. Echter, het gaat om 23 personen. Toen is er nooit een concreet antwoord gegeven. Uw voorganger heeft altijd gezworen dat hij een dergelijke regularisatie nooit heeft gedaan. U antwoordt hier nu dat maar liefst 23 personen met een dergelijke straf uiteindelijk toch zijn geregulariseerd. Hun profielen zijn nochtans van aard om van criminelen te spreken. U hebt het over poging tot moord, poging tot doodslag en verkrachting. Ik hoop dat u het met mij eens bent dat het hier wel om criminelen gaat.

 

Mevrouw de staatssecretaris, u merkt op dat de verwijdering is opgestart. Is de verwijdering dan al gebeurd? Hoe zit dat? Wanneer bent u met de verwijdering gestart? Hebt u ook de data van hun verwijdering? Ik durf te pretenderen dat de verwijderingprocedure pas is begonnen, nadat alle cijfers aan het licht zijn gekomen.

 

Mevrouw de staatssecretaris, waarover ik wel tevreden ben, is dat u de aanvragen opschort zolang de betrokkenen in voorlopige hechtenis zitten en zij nog niet definitief zijn veroordeeld. De vraag ter zake is al een paar keer gesteld.

 

Mag ik er prat op gaan dat u dankzij mij na het lezen van de bewuste cijfers, waarover u tevoren misschien geen volledig overzicht had – het ging immers ook over het beleid van uw voorganger –, nu toch inziet dat u er beter aan doet om voor personen die nog niet definitief zijn veroordeeld en in voorlopige hechtenis zitten, te wachten, tot vaststaat of zij al dan niet een strafrechtelijk misdrijf hebben begaan? Het sterkt mij in de overtuiging dat de rol van een oppositielid niet altijd nutteloos is.

 

U treedt op, nadat alle cijfers in kwestie aan het licht zijn gekomen en nadat wij de vraag ter zake hebben gesteld. Op zichzelf is het al een verworven zaak dat u de desbetreffende aanvragen ten minste opschort.

 

Ik blijf er wel bij dat het om behoorlijk zware feiten gaat.

 

Ik durf dus toch tot het inzicht komen dat heel het regularisatiebeleid en de informatiedoorstroming naar de DVZ toch veel beter moeten kunnen. Voor de beslissing tot regularisatie moet de Dienst Vreemdelingenzaken dat toch weten. Komt hij dat pas nadien te weten, dan moet de beslissing maar ingetrokken worden. Daar knelt het schoentje toch nog. Hopelijk maakt u daar verder werk van.

 

02.04 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, voor het verslag wil ik nog iets opmerken.

 

Mevrouw Smeyers, ik neem die veroordelingen zeker niet licht op, helemaal niet. Ik kan echter niets veranderen aan het verleden. De vorige weken en maanden heb ik veranderingen kunnen doorvoeren en verbeteringen aanbrengen, die voor de toekomst zullen gelden. Het is zeker niet omdat ik ze hier opsom dat ik er licht overga. Het bewijs daarvoor vormen de maatregelen die ik genomen heb.

 

Als u vraagt wat het betekent als de verwijdering is opgestart, dan gaat het niet om personen van een enkele nationaliteit. Het gaat om mensen van verschillende nationaliteiten. Naar gelang van hun land van oorsprong – u weet dat beter dan ik – moet er aanvragen gedaan worden, laissez-passers verkregen worden enzovoort. Wanneer ik zeg dat de verwijdering is opgestart, dan betekent het dat de nodige aanvragen met het oog op verwijdering gebeurd zijn. U weet dat dat voor het ene land nogal wat sneller gaat dan voor het andere.

 

De voorzitter: Dank u om het zo kort te houden. Nog een klein woordje voor mevrouw Smeyers, want de Parlementsleden hebben het laatste woord.

 

02.05  Sarah Smeyers (N-VA): U zegt nu dat we ze niet altijd kunnen terugsturen en dat er een laissez-passer nodig is. Dat gaat dan echter over het bevel om het grondgebied te verlaten. Wat wij willen, is echter dat men die regularisatiebeslissing intrekt. Dat is iets anders dan een bevel om het grondgebied te verlaten. U moet op zijn minst die ene beslissing al intrekken. Het ging ook om een verkrachting. We weten niet of het gaat om een minderjarige of een meerderjarige, u hebt daar geen details over gegeven. Als wij echter in het Parlement debatteren over een woonstverbod voor pedofielen, dan vind ik op zijn minst dat dergelijke types zeker het land uitgezet moeten worden.

 

De voorzitter: Mevrouw Smeyers, nu moet ik u stoppen om het debat af te sluiten.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

03 Questions jointes de

- Mme Zoé Genot à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "la présence du Kosovo sur la liste des pays sûrs" (n° 11594)

- Mme Jacqueline Galant à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "la liste des pays sûrs" (n° 11804)

03 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Zoé Genot aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de vermelding van Kosovo op de lijst van veilige landen" (nr. 11594)

- mevrouw Jacqueline Galant aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de lijst van veilige landen" (nr. 11804)

 

03.01  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, le Kosovo ne semble pas être un pays très sympathique. Ainsi, le Tribunal pénal international pour l'ex-Yougoslavie qui a essayé de condamner l'ancien premier ministre du Kosovo, Ramush Haradinaj, a dû y renoncer après que l'ensemble des témoins cruciaux se soient rétractés, ce que l'on peut comprendre au regard de la liste des témoins à charge qui ont été exécutés durant ces dernières années, liste qui fait froid dans le dos!

 

Cela dit, d'après l'hebdomadaire Spiegel, l'Allemagne aurait envoyé, début mai, 550 hommes de la Force opérationnelle de réserve en renfort dans le nord du Kosovo pour faire face au risque de tensions et de conflits à l'approche des élections serbes du 6 mai. L'Autriche aurait également envoyé des renforts. Je précise ici que le contingent allemand comprend une unité de protection chimique, biologique et nucléaire ainsi qu'un bataillon d'artillerie.

 

En outre, le commandant opérationnel de Postdam a affirmé que: "Il y a un réel danger de conflits dans le Kosovo à cause des positions inconciliables de la Serbie et du Kosovo sur la tenue des élections, mais aussi en raison de la situation déjà instable dans le nord." Quelque 5 800 hommes des troupes internationales sont d'ailleurs cantonnés en permanence au Kosovo. Comme on peut le voir, la situation dans ce pays est instable et difficile.

 

Madame la secrétaire d'État, comptez-vous réévaluer la présence du Kosovo sur la liste des pays sûrs? Continuez-vous les expulsions vers le Kosovo? Combien y en a-t-il eu en 2012? Comment y évaluez-vous la situation des minorités?

 

03.02  Maggie De Block, secrétaire d'État: Madame Genot, je vous remercie pour votre question. L'évaluation quant à la décision de placer le Kosovo sur la liste des pays sûrs s'est effectuée conformément à la loi et donc sur la base de l'avis rendu par le Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides (CGRA), qui a procédé à une analyse minutieuse, fondée sur les critères fixés dans la loi. Celle-ci prévoit que la liste des pays sûrs fasse l'objet d'une révision au moins une fois par an. Le Conseil des ministres a ainsi décidé d'évaluer à nouveau la liste dans les six mois. Le CGRA assure un suivi permanent de la situation dans les pays qui figurent sur cette liste comme il le fait pour les autres pays d'origine. De janvier à mars 2012, 27 ressortissants kosovars ont été éloignés.

 

En règle générale, la situation des minorités au Kosovo n'est pas de nature telle qu'elle doive être considérée comme une persécution au sens de la Convention de Genève ou comme des atteintes graves aux termes de la définition de la protection subsidiaire. Par contre, des situations exceptionnelles et des circonstances particulières peuvent être telles qu'elles génèrent une crainte fondée de persécutions ou présentent un risque réel de subir des atteintes graves.

 

Dans le cadre de la nouvelle procédure, ces cas exceptionnels peuvent être identifiés. Un statut de protection internationale sera évidemment accordé.

 

Je partage votre avis quant à l'opportunité d'une liste européenne commune de pays d'origine sur ce sujet. Cela constituerait une avancée concrète vers la création d'un véritable régime d'asile européen commun.

 

La proposition initiale de directive sur les procédures d'asile en vigueur depuis 2005 contenait une telle disposition, mais aucun accord n'a pu être trouvé à ce sujet depuis lors. En outre, la Cour de Justice saisie par le Parlement européen a, dans un arrêt rendu le 6 mai 2008, annulé la possibilité selon laquelle le Conseil pourrait établir une telle liste.

 

Dans sa proposition de refonte de la directive Procédure toujours en discussion, la Commission européenne a, dès lors, supprimé toutes les dispositions relatives à l'établissement d'une liste de pays sûrs au niveau européen. La Belgique défend l'idée d'une plus grande harmonisation des vingt-sept politiques d'asile et soutient le système d'asile européen commun. En effet, ce système est actuellement discuté, afin de rapprocher les législations nationales en adaptant les directives existantes en matière d'asile pour passer d'une série de normes a minima à de véritables normes communes, d'une part, et en renforçant et structurant davantage encore la collaboration pratique, d'autre part.

 

En ce qui concerne ce dernier point, le Bureau européen d'appui en matière d'asile à Malte, mieux connu sous le sigle EASO, est appelé à jouer un rôle plus crucial.

 

Ik heb in Kosovo parlementaire vertegenwoordigers van de verschillende minderheidsgroepen ontmoet. Zij zijn in het parlement vertegenwoordigd. Zij kunnen vrijuit spreken. Zij hebben ons helemaal gerustgesteld. Zij hebben nog wel problemen op het vlak van economische en sociale achterstand en op het vlak van ongeletterdheid, maar zij hebben zich op geen enkel moment uitgelaten over het feit dat zij zouden worden onderdrukt. Integendeel, zij hebben gezegd dat zij in alle transparantie bij het beleid worden betrokken.

 

Voorzitter: Koenraad Degroote.

Président: Koenraad Degroote.

 

03.03  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, votre réponse m'étonne un peu. Il semblerait que vous ayez "recyclé" une réponse à une question parlementaire antérieure. Vous dites que vous partagez mon avis sur la liste européenne des pays sûrs, alors que je suis contre une liste européenne des pays sûrs. Ma question ne portait d'ailleurs pas là-dessus. Toute cette partie de votre réponse ne me concerne donc pas!

 

En outre, je n'ai pas reçu de réponse précise à ma question, à savoir que 5 800 hommes sont présents au Kosovo auxquels ont été rajoutés 1 000 hommes supplémentaires. Cela signifie bien que la situation est particulièrement tendue. Or, quand nous avons discuté de la liste des pays sûrs, vous aviez dit qu'en cas de changement de situation, une réévaluation serait faite. Manifestement, ce n'est pas le cas!

 

03.04 Staatssecretaris Maggie De Block: Het ging over een samengevoegde vraag met mevrouw Galant. Het antwoord werd uit beleefdheid gemaakt op beide vragen. Ik heb uit beleefdheid dan ook geantwoord op de vragen van mevrouw Galant. Ik wil u zeker niet froisseren. Ik weet dat er volgens u weinig veilige landen zijn. Desondanks ben ik toch ongeschonden teruggekeerd.

 

De voorzitter: Mevrouw Galant heeft laten weten dat zij haar vraag heeft laten terugtrekken, maar volledige informatie krijgen kan nooit kwaad.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "het dossier van de mogelijke uitwijzing van scoutsleider Scott Manyo" (nr. 11605)

04 Question de Mme Nahima Lanjri à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "le dossier relatif au risque d'expulsion du dirigeant scout Scott Manyo" (n° 11605)

 

04.01  Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, mijn vraag ging oorspronkelijk over het geval van Scott Manyo, maar ik heb er geen probleem mee om het niet over een individueel dossier te hebben, maar om de vraag wat open te trekken. De zaak van Scott Manyo zelf is opgelost. Ik wil enkel nog weten hoe de oplossing in elkaar zit, is dat een tijdelijke oplossing zolang hij studeert? Is zijn regularisatie intussen hangende en zal zij nog worden beoordeeld? Hoelang is hij nu zeker dat hij in ons land kan blijven en wat zijn de oplossingen op korte en op lange termijn?

 

Misschien is het belangrijker dat wij ons niet op individuele gevallen focussen, maar dat ik van dit moment gebruik maak om algemeen over het beleid van de niet-begeleide minderjarigen te spreken. Dit is onder meer aan het licht gekomen naar aanleiding van Scott Manyo. Wij hebben vorig jaar hier in het halfrond mijn wetsvoorstel goedgekeurd waardoor er ondertussen een verbetering is gekomen in het statuut van niet-begeleide minderjarigen. Ondertussen is ook in het regeerakkoord een en ander opgenomen, met name dat wij ook het statuut van de voogden moeten verbeteren en dat wij ook voor de Europese niet-begeleide minderjarigen nog een aantal zaken moeten uitwerken.

 

Er blijven nog een aantal vragen over niet-begeleide minderjarigen die ik u zou willen stellen. Wij vangen niet-begeleide minderjarigen hier op, of zij asiel vragen of niet. Het is onze regeling om ze te beschermen. Als hun asiel wordt afgewezen terwijl ze minderjarig zijn, dan hebben ze recht om hier te verblijven tot het moment waarop ze meerderjarig worden en het land worden uitgezet. Zo gebeurde dat ook met niet-begeleide minderjarigen uit Afghanistan.

 

Mijn vraag is heel concreet, wat is uw beleid rond gedwongen terugkeer naar Afghanistan van niet-begeleide minderjarigen die hier toegekomen zijn als niet-begeleide minderjarigen en op het moment dat ze 18 worden en hier een aantal jaren zijn verbleven, dan toch terug moeten? Dat brengt ons bij het probleem dat wij heel vaak zitten met jongeren waarvan sommigen asiel aanvragen en anderen niet omdat ze onder de regeling vallen. Na jaren zijn zij geïntegreerd in onze samenleving en op het moment dat ze meerderjarig worden, en ze niet in aanmerking komen voor asiel, worden ze uitgewezen. Mijn vraag is of niet kan worden gezocht naar een duurzame oplossing voor niet-begeleide minderjarigen op het moment dat ze 18 worden, want dan moeten zij plots hun studies afbreken.

 

Scott Manyo is een voorbeeld, maar hij is niet de enige. Daarom moeten wij het uitvergroten. Er zijn nog andere gevallen van jongeren die hier jaren verblijven en op het moment dat ze 18 worden in de problemen komen. Wat doet men met die gevallen? Ik weet dat zij de mogelijkheid hebben om dan een regularisatie te vragen, maar op zijn minst moet er toch voorzien worden in een soort overgangsregeling, zodat ze bijvoorbeeld hun studies kunnen afmaken.

 

Ten slotte, wij zagen bij Scott Manyo dat die gasten een tijd worden vastgehouden. Scott Manyo werd na een maand detentie terug vrijgelaten, en dus was die detentie nergens voor nodig. Ondertussen zijn er nog andere niet-begeleide minderjarigen die 18 worden en die in detentie worden genomen. Is dat noodzakelijk? Kan er geen andere vorm van toezicht zijn, zodat men toezicht heeft op die jongeren zodra ze 18 zijn? Is die detentie wel noodzakelijk? Het gaat over jongeren die hier twee of drie jaar verblijven en hier nog naar school gaan en plots worden zij in detentie genomen.

 

Ik weet dat dit een moeilijke zaak is, maar ik vraag toch om hier met het nodige inzicht en de nodige menselijkheid beslissingen te nemen, eventueel in een ruimer Europees kader. Ik wil deze zaak van Scott Manyo aangrijpen omdat er momenteel nog andere Scotts zijn, die in dezelfde situatie zitten. Ik heb concrete voorbeelden van jongeren met andere nationaliteiten en andere namen, die hetzelfde probleem hebben, maar aan hun verhaal werd minder of helemaal geen ruchtbaarheid gegeven in de media. Het is belangrijk dat men iedereen op dezelfde manier behandeldt of ze nu wel of niet in de publiciteit komen, want ze zijn allemaal even behartenswaardig.

 

Al wil dit niet zeggen dat men de deuren moet openzetten en iedereen een verblijfsvergunning moet geven, daarvoor heb ik ook nooit gepleit. Wij hebben echter wel een probleem. Wij houden die jongeren hier tot ze 18 zijn en van de ene op de andere dag vallen ze van een totale bescherming in het totale niets. Meer nog, ze kunnen opgesloten en gerepatrieerd worden. Zij vallen van het ene uiterste in het andere en dat is toch niet logisch.

 

04.02 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, ik wil mevrouw Lanjri wel antwoorden, alleen heeft zij geen enkele vraag gesteld uit de ingeleide vraag. Het is dus een nieuwe mondelinge vraag.

 

Mevrouw Lanjri, u hebt uw vraag meer dan een maand geleden ingediend. Ik was niet van plan om zeer uitvoerig op het dossier van Scott Manyo in te gaan. Het verscheen al zeer uitvoerig in de media, niet door mij maar door anderen.

 

Intussen heeft betrokkene om uitzonderlijke redenen een tijdelijke verblijfstitel gekregen zodat hij zijn opleiding dit en volgend schooljaar kan voltooien. Daaraan zijn voorwaarden verbonden. Hij moet de studies waarvoor hij nu is ingeschreven blijven volgen. Het was een uitzonderlijke maatregel in uitzonderlijke omstandigheden.

 

Minderjarigen vallen inderdaad onder een andere procedure. Men gaat eerst na of de duurzame oplossing, het levenstraject zeg maar, in België of in het land van herkomst ligt. Bij minderjarigen vertrekt men altijd vanuit het belang van het kind. In de opvang wordt de begeleiding aangepast aan deze duurzame oplossing. Indien de duurzame oplossing niet in België blijkt te liggen — dit geldt slechts voor een klein aantal van de gevallen — wordt een bevel tot terugkeer gegeven.

 

Ik installeerde een werkgroep die zich moet buigen over de hele problematiek van zowel voogdij, opvolging als begeleiding van de niet-begeleide minderjarigen. Ik ga ermee akkoord dat u zegt dat er een probleem is wanneer zij achttien jaar worden. Op dat moment vallen zij onder onze gewone wetgeving en zullen zij, naargelang de situatie en indien zij nog geen verblijfstitel hebben gekregen, hun aanvragen volgens de gewone wetgeving moeten doen.

 

Als u mij vraagt waarom het nodig was om, in afwachting van de beslissing, de jongere — al was hij toen wel al 20 jaar — in detentie te plaatsen, kan ik u het volgende antwoorden. Het ging om een illegaal verblijf van een twintigjarige en dan wil de procedure dat de betrokkene in een gesloten centrum verblijft. De wet werd gewoon toegepast, niet meer of niet minder.

 

Wat betreft de mogelijkheid tot het verzekeren van de terugkeer en de begeleiding is het nodig om in de thuislanden of de landen van herkomst met betrouwbare partners samen te kunnen werken om zo een betere integratie te krijgen. Op dit moment lopen er twee pilootprojecten in Marokko en Guinee. Naar aanleiding van een andere vraag heb ik dit al eens gezegd. Deze projecten moeten ondersteuning bieden aan de re-integratie van de niet-begeleide minderjarigen in hun thuisland. Deze projecten lopen sinds begin van dit jaar en het is nog wat vroeg om nu al daaruit lessen te trekken.

 

Ik wil meer inzetten op begeleiding richting integratie of op begeleiding richting terugkeer. Sommigen willen namelijk ook wel terugkeren naar hun land van herkomst omdat zij, eens hier, beseffen dat zij dit niet hebben verlangd. Ik meen dat dit een zeer moeilijk vraagstuk is waarover nog veel studiewerk zal moeten worden verricht. Ik heb ook contacten gehad met mijn Zweedse collega bevoegd voor asiel en migratie, omdat Zweden ook deelneemt aan het ERPUM-programma voor de terugkeer van niet-begeleide minderjarigen naar hun land van herkomst. Samen met de Duitsers en de Engelsen zitten zij in dit Europees programma dat op een vrijwillige basis is gestoeld.

 

Zelf ben ik er nog niet uit. Ik vind dat de wet geldt vanaf de leeftijd van 18 jaar. Vanaf 18 jaar vallen zij onder een andere wet en verliezen zij het statuut van bijzondere bescherming voor niet-begeleide minderjarigen. Enkel in het geval van een verlengde minderjarigheid geldt deze wet niet. Er zijn zelfs gevallen waarin er een uitzondering wordt gemaakt. Ik zal dan ook geen oplossing uitdokteren die tegen de algemene wettelijke bepalingen indruist. Dat is hoe ik de zaken zie.

 

Normaal gezien is mijn antwoord beter gestructureerd. Ik heb veel problemen die moeten worden opgelost in de werkgroep. Er zijn ook problemen waarvoor wij moeten overleggen met de Gemeenschappen. Dit overleg is momenteel aan de gang. Wij werken ook aan een protocolakkoord met de Gemeenschappen.

 

Dat is niet altijd gemakkelijk; de Gemeenschappen in België hebben ter zake een verschillende zienswijze. Ik werk wel aan een structurele oplossing. Immers, steeds meer onbegeleide minderjarigen komen ons land binnen. Hoeveel plaatsen wij ook bijmaken, steeds meer kinderen dienen zich ook via netwerken en trafikanten op ons grondgebied aan. Niet alleen kinderen, trouwens, maar ook mensen die beweren nog kind te zijn, maar toch ouder zijn dan achttien jaar. Betrokkenen zijn niet altijd degenen voor wie zij zich uitgeven. Vanaf achttien jaar vallen zij onder de gewone wettelijke bepalingen, zoals iedereen.

 

04.03  Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de staatssecretaris, ik ben zeker niet iemand die u zou vragen om de wet niet toe te passen. Integendeel, in het wetsvoorstel dat wij vorig jaar mee goedkeurden, hebben wij juist aangegeven dat het de bedoeling zou zijn dat dit vanaf de leeftijd van 18 jaar geldt. Als wij weten dat zij de leeftijd van 18 jaar bereiken, dan moet de Dienst Vreemdelingenzaken op voorhand met die jongeren of met hun voogden contact opnemen om de komende situatie te bespreken. Die jongeren moet erop gewezen worden dat, wanneer zij over enkele maanden 18 worden, dit betekent dat zij niet langer onder die bescherming vallen, maar wel onder de gewone regeling, waarnaar zij dan ook moeten handelen. Gebeurt dat effectief zo door de Dienst Vreemdelingenzaken?

 

Vooral wil ik het volgende aankaarten. Op dit ogenblik valt men van het ene uiterste in het andere. De jongeren genieten bescherming tot op de dag dat zij 18 zijn. Zij zitten in een opvangcentrum van de Gemeenschappen of een opvangcentrum voor asielzoekers. De dag waarop zij 18 worden, worden zij onmiddellijk in detentie genomen omdat zij illegaal in ons land zijn. Ik neem echter aan dat er ook een zekere prioriteit gesteld kan worden. Louter het feit hier illegaal te zijn, hoeft toch niet meteen tot detentie te leiden? Anders denk ik dat wij met een probleem zitten. In de detentiecentra zullen wij dan niet voldoende opvangplaatsen hebben om iedereen op te vangen wiens verblijf ten einde loopt.

 

Mevrouw de staatssecretaris, ik zal mijn vraag in een volgende vergadering opnieuw stellen. Tegen dan hebt u een en ander met uw werkgroep wellicht verder uitgewerkt. Op dit ogenblik zitten wij namelijk met een probleem met een aantal jongeren, bijvoorbeeld enkele Afghanen die teruggestuurd worden naar Afghanistan, wat toch een land is waar er nog problemen zijn.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag 11645 van de heer Mayeur wordt omgezet in een schriftelijke vraag.

 

05 Questions jointes de

- Mme Zoé Genot à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "le refoulement d'un député philippin au programme d'une conférence à Bruxelles" (n° 11677)

- M. Rachid Madrane à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "le refus d'entrée sur le territoire belge d'un membre du parlement des Philippines" (n° 11746)

05 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Zoé Genot aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de uitwijzing van een Filipijnse volksvertegenwoordiger die verwacht werd op een conferentie te Brussel" (nr. 11677)

- de heer Rachid Madrane aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de weigering om een Filipijns parlementslid toe te laten op het Belgische grondgebied" (nr. 11746)

 

05.01  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, d'après le journal Le Soir du mardi 8 mai dernier, "le sociologue philippin de 66 ans, Walden Bello, qui était annoncé samedi et dimanche au programme d'une conférence organisée, à Bruxelles, par le Transnational Institute et le Corporate Europe Observatory, n'a jamais pu poser les pieds sur le territoire belge malgré son passeport diplomatique.

 

Le député philippin atterrit à Zaventem vendredi à 9 h 00, en provenance de Newark, aux États-Unis. Il présente son passeport diplomatique, qui lui a permis à plusieurs reprises d'accéder à plusieurs pays de la zone Schengen, mais des officiers de la police des frontières l'informent que la Belgique fait exception et exige un visa, en plus du passeport. M. Walden Bello explique qu'après trois heures d'attente, la police lui annonce que les autorités ont refusé la demande de visa. (…) Le service du Protocole du ministère des Affaires étrangères se montre compréhensif, mais n'a eu d'autre choix, lui aussi, que de se plier au refus de l'Office des Étrangers. (…) Walden Bello a été prié, le jour même, d'embarquer sur un vol à destination de Chicago.

 

D'autres articles imputent le refus de visa au ministère des Affaires étrangères.

 

Madame la secrétaire d'État, pourquoi le député philippin Walden Bello a-t-il été refoulé à la frontière le vendredi 4 mai dernier? Pourquoi ce passeport diplomatique a-t-il été accepté par d'autres pays de la zone Schengen? Quels contacts ont-ils eu lieu entre le ministère des Affaires étrangères et l'Office des Étrangers pour résoudre le problème? Quelles mesures seront-elles prises pour éviter de telles situations?

 

05.02  Rachid Madrane (PS): Monsieur le président, comme l'a dit ma collègue Genot, nous allons revenir au règlement: question, réponse et réplique doivent faire dix minutes au total.

 

Madame la secrétaire d'État, il y a quelques jours, le député philippin Walden Bello s'est vu refuser l'entrée sur le territoire belge alors qu'il devait participer à une conférence organisée à Bruxelles par le Transnational lnstitute et le Corporate Europe Observatory. En provenance des États-Unis, le sociologue philippin internationalement reconnu était muni de son passeport diplomatique qui lui avait déjà permis de pénétrer dans plusieurs États de l'espace Schengen. Pourtant, à son arrivée à l'aéroport de Bruxelles-National, il s'est vu refuser l'entrée sur notre territoire, la police des frontières exigeant un visa puisque, d'après ces derniers, notre pays fait exception en la matière. Le député a donc sollicité un visa, ce qui lui a été refusé après plus de trois heures d'attente.

 

Madame la secrétaire d'État, je dois bien vous avouer que cette situation semble totalement irréaliste. Pouvez-vous me donner les raisons pour lesquelles le député a été refoulé à la frontière alors qu'il était muni de son passeport diplomatique, qui lui avait déjà permis de pénétrer dans plusieurs États de l'espace Schengen? Pourquoi sa demande de visa a-t-elle été refusée?

 

Apparemment, des contacts ont eu lieu entre l'Office des Étrangers et le service du protocole des Affaires étrangères. Quelle a été la nature de ces contacts?

 

Enfin, l'Office des Étrangers aurait remis un avis négatif sur la demande de visa du député Bello. Pouvez-vous m'en donner les raisons?

 

05.03  Maggie De Block, secrétaire d'État: Monsieur le président, chers collègues, en effet, M. Walden Bello est arrivé à Zaventem le 4 mai 2012 au départ de Newark. À son arrivée, il a été constaté qu'il n'était pas en possession d'un visa d'entrée valable, condition pour pouvoir accéder au territoire Schengen. Une décision de refus d'accès au territoire lui a été notifiée. Il a, dès lors, immédiatement décidé de prendre le premier vol à destination des États-Unis et ce, deux heures après la décision précitée.

 

La plupart des pays Schengen exemptent de visa les titulaires d'un passeport diplomatique philippin, mais le Benelux et la France ont, eux, décidé de maintenir cette obligation. Cette information est mise à disposition du public et des compagnies aériennes via leur site web.

 

Lors de l'arrivée de dignitaires et de hauts diplomates en Belgique, il est d'usage que cette visite soit annoncée par les voies diplomatiques, ce qui permet au service Inspection frontières de l'Office des Étrangers de prendre une décision en toute connaissance de cause. Dans le cas présent, l'Office des Étrangers n'était pas au courant de cette visite par voie diplomatique; aucune intervention diplomatique n'a eu lieu à cette occasion.

 

05.04  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, je comprends bien que l'accès lui ait été refusé, étant donné qu'il n'était pas en ordre et qu'il n'avait pas de visa. Par contre, je ne comprends pas pourquoi on ne lui a pas accordé de visa. L'article du journal Le Soir dit: "le service du Protocole du ministère belge des Affaires étrangères se montre compréhensif mais n'a d'autre choix, lui aussi, que de se plier au refus de l'Office des Étrangers d'accorder ce visa". Je ne comprends pas pourquoi, alors qu'il a fait une demande de visa sur place, celui-ci n'a pas pu lui être accordé.

 

05.05  Maggie De Block, secrétaire d'État: Dès qu'il entre dans la zone Schengen, il doit être en possession d'un visa.

 

05.06  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Il n'était pas dans la zone Schengen, puisqu'il était encore dans l'aéroport …

 

05.07  Maggie De Block, secrétaire d'État: Il doit être en possession d'un visa pour pouvoir entrer dans la zone Schengen.

 

05.08  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Il n'y était pas encore!

 

05.09  Maggie De Block, secrétaire d'État: C'est pourquoi il a été refoulé!

 

05.10  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Pourquoi ne lui accorde-t-on pas le visa à ce moment-là?

 

05.11  Maggie De Block, secrétaire d'État: Il est indiqué, dans le journal Le Soir, qu'il a fait une demande de visa. Personnellement, je ne sais pas s'il en a fait la demande car il a lui-même décidé de reprendre l'avion dans les deux heures.

 

05.12  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Selon les informations du ministère belge des Affaires étrangères, il aurait été arrêté et aurait fait une demande de visa sur place après avoir été informé qu'il fallait un visa. Le ministère des Affaires étrangères aurait fait des démarches pour qu'il l'obtienne mais il semblerait que vos services aient refusé ce visa.

 

05.13  Maggie De Block, secrétaire d'État: Parce que les gens sont avertis dès le moment où ils achètent leur ticket pour venir dans notre pays. Cette information est mise à disposition du public via le site web des compagnies aériennes. Ils sont donc au courant.

 

05.14  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Je l'ai bien compris! Mais, comme d'autres, il a dû croire qu'il était entré dans l'espace Schengen pensant que les règles y sont harmonisées, ce qui est une erreur.

 

Cela dit, je ne comprends pas qu'après avoir eu un contact avec le ministère des Affaires étrangères qui lui a fait savoir que l'intéressé était en possession d'un passeport diplomatique, l'Office des Étrangers n'ait pas fait un petit effort pour lui accordé un visa. En tout cas, cela donne une très mauvaise image de la Belgique, ce que je regrette.

 

05.15  Rachid Madrane (PS): Madame la secrétaire d'État, je serai bref car je ne souhaite pas répéter ce qui a été dit.

 

Cette précision étant faite, je regrette cette lecture restrictive de l'Office des Étrangers. Je rappelle que M. Walden Bello est reconnu internationalement.

 

Comme le disait ma collègue, Zoé Genot, c'est regrettable pour l'image de la Belgique, mais surtout pour le monde académique. Je pense, en tout cas, qu'un signal doit être donné à l'Office des Étrangers qui aurait dû, dans ce cas précis, faire preuve d'ouverture. En effet, je ne pense pas que le député Bello avait l'intention de rester en Belgique, de faire une demande de régularisation ou une demande d'asile politique.

 

05.16  Maggie De Block, secrétaire d'État: Je le regrette aussi!

 

Ik ga mijn diensten niet verwijten dat ze hun werk correct gedaan hebben. Dat gaat mij té ver. Zij hebben hun werk correct gedaan. De informatie is namelijk voorhanden. Dat geldt ook voor de heer Bello. Hij moet de informatie gebruiken en hij moet weten dat hij een visum én een diplomatiek paspoort moet hebben.

 

Als hij diplomatieke voorrechten wil genieten, moet er via diplomatieke weg een kennisgeving worden gedaan. Ik moet dat ook doen! Die verplichtingen zijn er nu eenmaal. Ik ga mijn diensten niet op de vingers tikken omdat zij de wettelijke verplichtingen correct nakomen en omdat zij de controles grondig uitvoeren. Dat gaat mij té ver, hoe spijtig het voor een gewaardeerd academicus ook is om te moeten terugkeren.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

06 Question de Mme Zoé Genot à la ministre de la Justice sur "les articles 75 et 76 de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers" (n° 11678)

06 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister van Justitie over "de artikelen 75 en 76 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen" (nr. 11678)

 

06.01  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, l'article 75 de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers punit d'un emprisonnement de huit jours à trois mois et d'une amende de vingt-six francs à deux cents francs ou d'une de ces peines seulement tout étranger qui entre ou séjourne illégalement dans le Royaume. L'article 76 punit, quant à lui, d'un emprisonnement d'un mois à un an et d'une amende de cent francs à mille francs l'étranger renvoyé ou expulsé du territoire depuis moins de dix ans qui entre ou séjourne dans le Royaume sans autorisation spéciale du ministre. Donc, être en séjour illégal est constitutif d'une infraction pénale.

 

En pratique, ces dispositions ne sont pas nécessaires à l'Office des Étrangers pour détenir et expulser des étrangers en séjour illégal. Dans les faits, on constate que ces deux dispositions ne sont jamais appliquées isolément. Personne n'est condamné pénalement uniquement pour son séjour illégal. Les préventions pénales de séjour illégal sur la base de l'article 75 ou 76 ne sont jamais appliquées que lorsque la personne est arrêtée pour d'autres délits. Elles ne sont dès lors pas d'un grand intérêt sur le plan pénal.

 

En revanche, sur le plan de la lutte contre la traite des êtres humains, le travail au noir, les violences conjugales ou d'autres méfaits, ces deux dispositions constituent un obstacle majeur. En effet, tout étranger sait que s'il va se plaindre à la police d'avoir été victime d'une quelconque infraction (vol, viol, traite des êtres humains, etc.), ce même fonctionnaire qui prendra sa déposition sera dans l'obligation légale de le dénoncer à l'Office des Étrangers et de l'arrêter du fait de sa situation de séjour illégal. Cela a évidemment pour effet que les victimes ne dénonceront pas les auteurs de ces délits. On peut en conclure que le maintien des articles 75 et 76 aboutit à favoriser de telles infractions.

 

Madame la secrétaire d'État, ne pensez-vous pas qu'il serait judicieux de proposer l'abrogation de ces dispositions en raison du peu d'intérêt qu'elles présentent sur le plan pénal et de leurs effets pervers?

 

06.02  Maggie De Block, secrétaire d'État: Monsieur le président, madame Genot, avant tout, je souhaite rappeler que l'Office des Étrangers est averti par les services de police, non pas sur la base des articles 75 et 76 de la loi du 15 décembre 1980, mais bien en vertu de l'article 21 de la loi sur la fonction de police du 5 août 1992. Il énonce en effet que les services de police veillent au respect des dispositions légales relatives à l'accès au territoire, au séjour, à l'établissement et à l'éloignement des étrangers. Ils se saisissent des individus qui ne sont pas munis de pièces d'identité ou des documents requis par la réglementation sur l'accès au territoire et prennent à leur égard les mesures prescrites par la loi ou par l'autorité compétente.

 

L'article 74/7 de la loi du 15 décembre prévoit que les services de police interpellent un étranger qui n'est pas porteur des pièces d'identité ou des documents conformes à la loi et qu'ils le soumettent à une mesure d'arrestation administrative dans l'attente d'une décision du ministre ou de son délégué. La durée de privation de liberté ne peut dépasser les vingt-quatre heures.

 

Enfin, je tiens à insister sur le fait qu'incriminer l'entrée et le séjour illégal vise uniquement à réprimer l'atteinte à l'ordre public et ne porte pas atteinte au fait de porter plainte. Un étranger en séjour illégal qui est victime de la traite ou du trafic des êtres humains peut d'ailleurs obtenir un titre de séjour en coopérant avec les autorités judiciaires.

 

En ce qui concerne la traite des êtres humains, il faut rappeler que l'un des problèmes principaux dans le cadre de l'identification des victimes est le fait que peu d'entre elles se considèrent comme des victimes à la base. Les méthodes des trafiquants se sont adaptées à nos législations. Sur le terrain, beaucoup de services d'inspection ou de contrôle sont confrontés à des personnes qui ne se perçoivent pas comme des victimes et ce sont généralement eux qui doivent orienter ces personnes vers le centre d'accueil spécialisé et les informer de leur existence.

 

Il faut également indiquer que la directive du ministre de la Justice relative aux recherches et poursuites des faits de traite des êtres humains mentionne textuellement que "même si des personnes exploitées dans le cadre de la traite des êtres humains ne sont pas en règle à l'égard de la législation sociale ou de la législation relative au séjour, il y a toujours lieu de considérer qu'elles sont avant tout des personnes victimes de formes de criminalité devant être combattues en priorité".

 

06.03  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Pour être sûre d'avoir bien compris, quand il ne s'agit pas de traite des êtres humains, comme dans le cas d'un viol, si le sans-papiers dépose une plainte auprès de la police, cette personne ne sera pas signalée?

 

06.04  Maggie De Block, secrétaire d'État: Pour le viol, ce sont d'autres procédures. Vous le savez.

 

06.05  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Mais dans le cas que je vous présente, cette personne sans-papiers ne risque-t-elle pas d'être arrêtée à cette occasion?

 

06.06  Maggie De Block, secrétaire d'État: Il faut d'abord un examen. Quand on se déclare victime d'un viol, on passe par d'autres procédures.

 

06.07  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Ce qui m'inquiète, c'est qu'à l'heure actuelle, vu ces articles, les gens victimes d'autres législations n'osent pas porter plainte.

 

06.08  Maggie De Block, secrétaire d'État: Madame Genot, les policiers effectuent toujours leur travail. Tout le temps!

 

06.09  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Mais la difficulté est qu'à présent, leur travail est d'arrêter ces sans-papiers. Ainsi, une victime d'un viol dans ces circonstances ne peut pas déposer une plainte. C'est pour cette raison que je posais cette question.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Samengevoegde vragen van

- de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de vechtpartij in het asielcentrum van Arendonk op zondag 13 mei 2012" (nr. 11691)

- de heer Peter Logghe aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de incidenten in het asielcentrum van Arendonk" (nr. 11697)

- de heer Luk Van Biesen aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de vechtpartij in het asielcentrum van Arendonk" (nr. 11761)

07 Questions jointes de

- M. Theo Francken à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "la bagarre du dimanche 13 mai 2012 au centre d'asile d'Arendonk" (n° 11691)

- M. Peter Logghe à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "les incidents survenus au centre d'asile d'Arendonk" (n° 11697)

- M. Luk Van Biesen à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "la bagarre au centre d'asile d'Arendonk" (n° 11761)

 

07.01  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, op 13 mei raakte in het asielcentrum van Arendonk een medewerker van Fedasil en 4 inwoners gewond als gevolg van een massale vechtpartij. Rond 19 u 30 raakten ongeveer 100 asielzoekers slaags met elkaar op het parkeerterrein van het asielcentrum. Het incident begon toen een Tsjetsjeen het in het centrum aan de stok kreeg met een groepje Afghanen. De Tsjetsjeen belde daarop 15 kompanen van buiten het centrum. Zij kwamen met stokken en messen afgezakt in 4 auto’s. Tijdens de confrontatie was er ook sprake van een schietincident met een alarmpistool.

 

Mevrouw de staatssecretaris, werden aanstokers en de betrokkenen van het incident reeds geïdentificeerd? Zo ja, werden zij opgepakt? Indien neen, neemt de politie initiatieven om ze te arresteren? Zo ja, welke? Zo neen, waarom niet? Indien wel, welke straffen staan hun te wachten?

 

Hoeveel mensen werden uit het opvangcentrum verwijderd? Hoeveel inwoners werden naar andere centra overgeplaatst, en naar welke centra precies?

 

Veroorzaakte de vechtpartij materiële schade? Zo ja, hoeveel en welke? Hoe hoog zijn de reparatiekosten?

 

Moeten er volgens u stappen worden ondernomen om zulke vechtpartijen in de toekomst te vermijden? Zo ja, welke?

 

Hoe wilt u in de toekomst de veiligheid van het personeel verzekeren? Zult u daarvoor concrete stappen ondernemen?

 

07.02  Peter Logghe (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik probeer zo weinig mogelijk te herhalen.

 

Zoals collega Francken al zei, is in mei in Arendonk een groep asielzoekers slaags geraakt. Volgens de berichten ging het om etnisch gekleurde rellen: Afghanen tegen Tsjetsjenen. Verontrustend is dat de Tsjetsjenen vrienden van buiten het centrum optrommelden, die naar het asielcentrum kwamen afgezakt met stokken en messen. Blijkbaar zijn zij daar zonder problemen binnengeraakt. Er zou ook een schot met een alarmpistool gelost zijn. Dat lijkt mij dus meer dan een fait divers.

 

Mijn vragen overlappen deels die van collega Francken.

 

Hoe konden de Tsjetsjenen gewapend met stokken en messen binnen in het asielcentrum, terwijl men daar al wist dat er incidenten uitgebroken waren?

 

Neemt u op korte termijn maatregelen om dat soort zware incidenten – minstens één werknemer van Fedasil is gewond geraakt – te vermijden?

 

Mijn volgende vraag is een politieke vraag. Wordt het niet stilaan tijd het concept van open asielcentra te herzien? Hoe veilig is een asielcentrum als gewapende buitenstaanders er zomaar binnen kunnen? Dat lijkt mij vreemd.

 

Werd de politie onmiddellijk van de incidenten op de hoogte gebracht? Wat was haar reactie?

 

Welke lessen hebt u uit het gebeurde geleerd? Worden de dossiers van de vechtende asielzoekers, voor zover die geïdentificeerd zijn, met een non-lieu afgesloten? Worden zij naar hun thuisland teruggestuurd? Of welke gevolgen zal een en ander hebben? Ik ben benieuwd naar uw antwoord.

 

07.03  Luk Van Biesen (Open Vld): Mevrouw de staatssecretaris, het feit dat een incident van dergelijke omvang tussen Tsjetsjenen en Afghanen in Arendonk kon gebeuren, heeft ons verontrust. Er werden van buiten uit mensen opgetrommeld om daar amok te maken. Dat staat haaks op de inspanningen die wij leveren om de mensen in zo goed mogelijke omstandigheden in de asielcentra op te vangen. Het asielcentrum in Arendonk heeft bovendien een zeer goede reputatie.

 

Het opvangcentrum heeft daarom een aantal gepaste maatregelen aangekondigd. Vindt u de maatregelen die zullen worden genomen om dergelijke incidenten in de toekomst uit te sluiten, voldoende? Vindt u de maatregelen van Fedasil ter zake voldoende en correct? Zult u zelf nog bijkomende initiatieven nemen om dergelijke incidenten in de toekomst te vermijden?

 

Kunt u ons zeggen of het een alleenstaand feit is waarbij mensen van buiten uit worden opgetrommeld? Worden andere asielcentra met dezelfde problematiek geconfronteerd?

 

07.04 Staatssecretaris Maggie De Block: Collega’s, over de aanleiding van de vechtpartij in Arendonk lopen de versies van de feiten uiteen. Vast staat dat de vechtpartij onaanvaardbaar is.

 

Het incident vond niet plaats in het opvangcentrum, mijnheer Logghe. Ik weet niet op welke gegevens u zich baseert, maar het incident vond plaats op de parking voor het opvangcentrum. Er is op geen enkel moment in het centrum gevochten.

 

Er is ook een groot hek aan de ingang van het centrum, dat werd gesloten om een verplaatsing van het gevecht te vermijden. Er is dus geen materiële schade in het centrum en ook niet daarbuiten op de parking.

 

Ik ben zelf onmiddellijk ter plaatse gegaan. Het was een van de weinige mooie zondagavonden van de afgelopen tijd. Ik herinner het mij nog goed.

 

De directeur van het asielcentrum en de directeur van Fedasil, de heer Kegels, waren daar ook. Wij waren daar dus met 3.

 

De betrokkenen bij het incident zijn inderdaad geïdentificeerd op basis van getuigenverklaringen van personeel, omstanders en de camerabeelden die de ingang van het centrum en de parking filmen. De camerabeelden werden zo snel mogelijk op maandag aan de lokale politie ter beschikking gesteld.

 

Twee personen werden meegenomen voor verhoor na de feiten. Die twee personen waren overigens geen bewoners van het opvangcentrum. Het gerechtelijk onderzoek zal moeten uitmaken tegen wie strafrechtelijke vervolging zal worden ingesteld. De belangrijkste onruststoker werd onmiddellijk uitgesloten van opvang. Dat was wel degelijk iemand die werd opgevangen in het opvangcentrum. Hij was enkele dagen voortvluchtig, maar werd ondertussen opgespoord en aangehouden door de politie. Daarna zat hij in een gesloten centrum. Morgen mag het laissez-passer voor zijn terugkeer worden afgehaald door de Dienst Vreemdelingenzaken.

 

Zevenentwintig andere personen die bij het incident betrokken waren, werden disciplinair overgebracht naar andere centra. Daarbij waren er negen alleenstaande minderjarigen, negen alleenstaande mannen en twee gezinnen met kleine kinderen, waaronder een baby van een week oud. Uit veiligheidsoverwegingen is het niet gepast om de locaties publiek te maken, ook omdat men het nodige heeft gedaan om te vermijden dat er afrekeningen zouden plaatsvinden in de centra waar de dames met de kleine kinderen heengingen en de problemen dus verplaatst zouden worden.

 

Op grond van mijn injunctierecht heb ik prioritaire afhandeling van de asieldossiers gevraagd waar mogelijk. Ik heb de Dienst Vreemdelingenzaken er tevens mee gelast de nodige maatregelen te nemen voor terugkeer van de personen van wie de asielprocedure negatief werd afgesloten. In de toekomst zal ik niet aarzelen dezelfde maatregelen te nemen in geval van dergelijke incidenten.

 

De veiligheid van het personeel is een constant aandachtspunt voor mijn administratie en mijzelf. Ik heb die avond onmiddellijk drie extra agenten verkregen om heel de nacht binnen de omheining van het centrum door te brengen, voor de mogelijke nasleep. De week daarna was er structureel en regelmatig overleg tussen Fedasil en de vakbonden over de thema’s veiligheid en preventie. Met de lokale politie wordt constructief samengewerkt om ingeval van incidenten nog efficiënter gezamenlijk op te treden. Met de vakbonden werd afgesproken dat opleidingen worden georganiseerd om het personeel te sensibiliseren en weerbaar te maken bij dergelijke incidenten, alsook om proactief te kunnen reageren als er een incident gebeurt: men moet niet de held uithangen, maar wel tijdig de politiediensten verwittigen.

 

De vakbonden zijn op donderdag 24 mei bij mij geweest voor een overleg. Er werden enkele afspraken gemaakt met het oog op de verdere verbetering van de veiligheid in de open opvangcentra. Wij zullen hieraan voortwerken, samen met vakbonden, personeel en directie. De veiligheid van het personeel is voor mij heel belangrijk.

 

07.05  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.

 

Ik heb twee opmerkingen.

 

Ten eerste, iemand die asiel aanvraagt en dus vlucht uit zijn land en beroep doet op de Conventie van Genève of eventueel een subsidiaire beschermingsstatus aanvraagt bij het CGVS, heeft daarop recht als hij effectief politiek vluchteling is of vluchteling wegens zijn ras, religie, seksuele geaardheid enzovoort. Moeten wij echter nog gastvrijheid opbrengen voor wie zich tijdens de asielprocedure zwaar misdraagt en betrokken is bij onder andere vechtpartijen? Ik weet dat de wetgeving en de conventie geen uitsluiting toelaten, of het moet gaan om zware rassenrellen, moord of terroristische aanslagen. Over die bedenking moeten we het misschien nog eens hebben.

 

Ten tweede, ik heb inderdaad gezien dat u heel snel hebt opgetreden en dat u onmiddellijk naar daar bent geweest. Ik apprecieer dat. Ik denk dat dat ook een teken van engagement is ten opzichte van het personeel en van de bevolking van Arendonk.

 

Dat leeft immers in die gemeenschap. Ik heb goede contacten met de N-VA-afdeling daar. Dat is iets wat echt ter sprake komt, wat daar echt leeft. U mag er zeker van zijn dat dat ook bij de gemeenteraadsverkiezingen een onderwerp zal worden. U hebt daar een signaal gegeven dat zo'n incident vanuit Brussel ernstig wordt genomen.

 

U zegt dat er 27 personen worden overgedragen. Ik heb het niet over gezinnen. Een kindje van een jaar moet men natuurlijk in een ander centrum plaatsen.

 

07.06 Staatssecretaris Maggie De Block: Een kindje van een week.

 

07.07  Theo Francken (N-VA): Men moet daarvoor natuurlijk een ander onderdak vinden.

 

Als men het echter heeft over zeven alleenstaande mannen, die mee aanstoker waren, dan zou ik die disciplinair schorsen. Dat is mogelijk. Geen asielopvang meer, geen opvang meer. Hun asielprocedure loopt, geen opvang meer. Het verhaal stopt.

 

Het gaat niet over gezinnen, maar over alleenstaande mannen die denken te moeten vechten, Tsjetsjenen tegen Afghanen, messentrekken, steken en slaan. Zij worden gepakt en krijgen geen opvang meer. Zij worden niet naar een ander centrum overgebracht, maar krijgen gewoon geen opvang meer. Punt aan de lijn.

 

07.08  Peter Logghe (VB): Ik zal proberen niet in herhaling te vallen. Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw volledig antwoord.

 

Ik waardeer in elk geval dat u van uw injunctierecht gebruik hebt gemaakt om hieraan een prioritaire behandeling te geven. De veiligheid van het personeel is ook onze belangrijkste betrachting en moet een aandachtspunt blijven. Het verheugt mij dat u daarover met de vakbonden samen hebt gezeten. Dat kan niet hoog genoeg worden gewaardeerd.

 

Voor de rest heb ik er mijn twijfels bij of een disciplinaire verplaatsing van aanstokers of mededaders van die incidenten voldoende is. Ik meen te mogen stellen dat dat niet het geval is. Ik dring aan op hardere maatregelen. De asielprocedure, die in de belangrijkste rechtsstaten kan worden aangevraagd, is een gunst. Als men daarop een beroep doet, dan vind ik dat daar wel wat verplichtingen tegenover mogen staan. Als men op die manier van het asielrecht misbruikt maakt, dan vind ik dat de asielprocedure mag worden verkort, zo niet gewoon beëindigd. Ik kom hierop zeker nog terug. Ik hoop dat er niet te veel soortgelijke incidenten volgen.

 

07.09  Luk Van Biesen (Open Vld): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.

 

Wij hebben vandaag een duidelijk beeld gekregen van uw kordaat optreden. U hebt uw verantwoordelijkheid opgenomen. Ik kan begrijpen dat de collega’s straffer dan straf willen zijn. Het was een staaltje van goed optreden, zoals het een staatssecretaris past.

 

Ik ben echt fier dat u het op die manier gedaan hebt. Men kan altijd ergens nog iets vinden om straffer te zijn, maar ik meen dat u perfect gehandeld hebt en zoals de grote meerderheid in het Parlement hoopte dat u zou handelen, toen u als staatssecretaris aangesteld werd. Ik ben vandaag in elk geval een fier man.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van de heer Peter Logghe aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "asielzoekers" (nr. 11472)

08 Question de M. Peter Logghe à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "les demandeurs d'asile" (n° 11472)

 

08.01  Peter Logghe (VB): Mevrouw de staatssecretaris, u herinnert zich nog het incident dat ook te zien was op YouTube. Ik wil er niet meer woorden aan vuil maken dan het op zich onbenullige feit vraagt. Op YouTube waren beelden te zien van dansende asielzoekers, tot daaraan toe, met wapens in de hand, dat is reeds een heel stuk minder onschuldig.

 

Het zou gaan om asielzoekers in het asielcentrum van Bierset. Wat de perceptie van dergelijke filmpjes bij de burgers is, daar kan men alleen maar naar raden, maar als men hier niet kordaat en snel optreedt, dan lijkt de perceptie dat asielzoekers wat meer kunnen dan gewone burgers zonder gecontroleerd of gesanctioneerd te worden, dicht bij de werkelijkheid te liggen, tenzij u mij nu voldoende antwoorden kunt geven zodat die perceptie kan worden bijgestuurd.

 

Hebt u ondertussen een volledig zicht op die incidenten? Ik hoop dat u het filmpje kent. Bevestigt u de feiten? Gaat het inderdaad om een incident in het asielcentrum van Bierset? Gebeuren dit soort incidenten vaak in en rond asielcentra in dit land?

 

Hebt u ondertussen de daders kunnen identificeren? Gaat het inderdaad om asielzoekers met een regelmatig asieldossier? Neemt u maatregelen om dit soort incidenten in de toekomst tegen te houden? Sluit u bijvoorbeeld het asieldossier met een negatief advies af vanwege dit soort incidenten? Kunt u dat of kunt u dat niet?

 

Volgende vraag is ook belangrijk. Als buurtbewoners dit soort filmpjes op YouTube zien en zien dat het gaat om het asielcentrum in hun buurt, dan kan ik mij indenken dat dit ongetwijfeld voor de nodige commotie zal zorgen. Zult u met de bewoners communiceren? Op welke manier zal men hen proberen te overtuigen dat het om veilige centra gaat?

 

08.02 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer Logghe, ik heb het filmpje ook gezien ongeveer veertien dagen nadat het opgedoken is. U hebt het waarschijnlijk nog later gezien want er is meer tijd overgegaan tot u uw vraag hebt gesteld.

 

Uiteraard heb ik gedurende 4 minuten en 23 seconden naar het filmpje gekeken. Het was een hele opgave want de muziek was niet bepaald romantisch. De daden die door u omschreven worden als dansen, krijgen voor mij een andere invulling dan het begrip dansen.

 

Nadat ik op de hoogte werd gebracht van die video, heb ik onmiddellijk naar de stand van zaken gevraagd. Ik kan u meedelen dat het vermeende wapen uit het filmpje met de dansende mannen een plastieken speelgoedje is. Dat werd ook door de lokale politie bevestigd. De betreffende video werd opgenomen in het opvangcentrum van het Croix-Rouge in Bierset door asielzoekers die er worden opgevangen. De centrumdirecteur van het opvangcentrum heeft ook onmiddellijk contact opgenomen met de lokale politie.

 

Ondertussen werden de betrokken asielzoekers verhoord. Het is aan Justitie om daar gevolg aan te geven. Ik kan u wel meedelen dat de centrumdirectie ondertussen ook de nodige sancties heeft getroffen.

 

Zoals de centrumdirecteur van Bierset heeft gedaan, dient men bij dergelijke incidenten steeds contact op te nemen met de lokale politie zodat politie en Justitie hun werk kunnen doen. Daarnaast zijn er in de opvangwet van 12 januari 2007 zeven verschillende sancties voorzien die een centrumdirecteur kan nemen ten aanzien van asielzoekers die zulk gedrag vertonen. Het is wel aan het Commissariaat-generaal voor Vluchtelingen om autonoom de asielaanvraag van de betrokkenen te behandelen.

 

Ik ben het niet met u eens dat men naar aanleiding van dat incident het nut van alle open opvangcentra in vraag moet stellen. Dat vormt stof voor een ander debat. Ik begrijp en vind ook dat deze beelden verontrustend kunnen zijn voor buurtbewoners, personeel en andere inwoners van het centrum, zeker wanneer het onduidelijk is of het wapen slechts een speelgoedwapen is. De directie van het Croix-Rouge heeft me verzekerd dat alle nodige preventieve maatregelen genomen zijn en dat er tevens contact geweest is met de buurtbewoners om hen gerust te stellen.

 

Het vervolg van het verhaal ligt bij de politie en bij Justitie.

 

08.03  Peter Logghe (VB): Mevrouw de staatssecretaris, wij verschillen blijkbaar van mening wat het nut betreft van open centra. Maar goed, dat is ook niet nieuw. Ik ben wel blij dat u het met mij eens bent dat zowel boodschap als muziek niet zo geruststellend waren als het plastic revolvertje op het eerste gezicht liet vermoeden. Men kon ook niet zien dat het pistool van plastiek was. Het filmpje gaf wel degelijk aan dat het misschien wel minder plezant was dan nu wordt gemeld. In elk geval, wij zullen dit soort incidenten nog meer en beter opvolgen.

 

Ik heb van u geen antwoord gekregen omtrent de cijfergegevens. Ik doel dan op de cijfers van het aantal geregistreerde incidenten rond asielcentra in België. Ik weet niet of u die schriftelijk bij u hebt, zoniet zal ik die via een schriftelijke vraag opvragen. Ik zou wel eens willen weten hoeveel feiten dit op jaarbasis oplevert.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van de heer Peter Logghe aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de nieuwe zogenaamde 'turtelhuisjes' in Zulte" (nr. 11702)

09 Question de M. Peter Logghe à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "les nouvelles habitations nommées 'turtelhuisjes' à Zulte" (n° 11702)

 

De voorzitter: Mijnheer Logghe, volgens Gaston Martens is Zulte het dorp van mirakelen. We kijken uit naar uw vraag.

 

09.01  Peter Logghe (VB): Mevrouw de staatssecretaris, in Zulte, het dorp der mirakelen, op de grens tussen Oost- en West-Vlaanderen, hebt u onlangs drie nieuwe woonunits geopend voor asielzoekende ouders met minderjarige kinderen. Er zijn een appartement en twee studio’s met gemeenschappelijk sanitair. Tussen oktober 2008 en eind april 2012 verbleven er 314 families.

 

Op het einde van de asielprocedure is een kwart van de gezinnen in de illegaliteit verdwenen. U betwist die cijfers niet. Ze zijn algemeen bekend. U zegt daarmee te kunnen leven. Opsluiting in gesloten centra vindt u nog erger. Dat waren uw woorden in de pers.

 

Wat zijn uw verdere plannen met de oude rijkswachtkazerne in Zulte? Wordt er in bijkomende units voorzien?

 

Wat hebben de verbouwingswerken in Zulte gekost?

 

Plant u op andere plaatsen nog zogenaamde turtelhuisjes? Is daar een kostenplaatje aan verbonden?

 

Hoe zorgt men ervoor dat de etnische mix in deze woonunits niet tot zware conflicten leidt? Deze problematiek is ook gekend in de opvangcentra. Streeft u naar een mix in deze turtelhuisjes?

 

25 % van de afgewezen asielzoekers verdwijnt in de illegaliteit. Dat cijfer is voor mij minder geruststellend dan voor u. Zult u extra controle inzetten om dat cijfer af te bouwen?

 

09.02 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer Logghe, bedankt voor uw vraag. Ik ben in Zulte geweest en ben het met u eens, dat is een prachtige gemeente.

 

De volledige site van de rijkswachtkazerne is zeer mooi gelegen in het groen, aan de rand van een mooi bos, in een mooi domein. Daar is de volledige site van de rijkswachtkazerne in Zulte ondertussen voor de woonunits in gebruik genomen. De drie voormalige rijkswachterswoningen werden reeds in 2008 als woonunit in gebruik genomen en nu hebben ook verbouwingswerken in het hoofdgebouw ertoe geleid dat er twee bijkomende studio’s en één appartement alsook een administratieve en een logistieke ruimte in werden ondergebracht.

 

De kostprijs van de verbouwingswerken in Zulte bedraagt tot nu toe voor de hele site 61.000 euro, waarvan een deel door de Regie der Gebouwen, een deel door Vreemdelingenzaken en een deel via een Europees terugkeerfonds werden betaald. Er zullen tegen het najaar van 2012 nog twee bestaande appartementen in de bestaande site van Tubeke in gebruik worden genomen, waardoor er in Tubeke in totaal een zestal appartementen ter beschikking zal zijn. De kostprijs voor de verbouwing van deze site bedroeg tot nu toe voor alles samen 35.000 euro.

 

Er zijn nooit zware conflicten geweest tussen de bewoners in de woonunits. De mix van nationaliteiten heeft nog nooit voor problemen gezorgd. Ik wil er u nog aan herinneren dat in deze turtelhuisjes het meestal gaat om families met kleine, minderjarige kinderen en waarbij wij ook geconfronteerd worden met een hoog aantal alleenstaande moeders met kinderen. Er hebben zich inzake veiligheid van woonunits tot nu toe nog geen problemen voorgedaan. Bovendien worden deze families optimaal begeleid.

 

Minderjarigen en hun families in een gesloten centrum weerhouden gaat niet. Wij zijn daarvoor veroordeeld en daarom heeft mijn voorganger, Annemie Turtelboom, de turtelhuisjes ingericht. De vorige regering heeft beslist om vijf woonunits op het terrein van het repatriëringcentrum 127bis op te richten. Voor deze woonunits zal men wel rekening moeten houden met de opmerkingen inzake infrastructuur en begeleiding zoals deze werden gegeven door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Deze zullen de Dienst Vreemdelingenzaken in mogelijkheid stellen om families die zich niet aan de regels houden in open woonunits – vooral het verdwijnen uit de woning en opgepakt worden – te houden in een gesloten omgeving.

 

De werking van de woonunits wordt voortdurend geëvalueerd en bijgestuurd. Ik heb de cijfers zelf meegedeeld en heb niet gezegd dat ik blij was dat een vierde verdween, maar alleen gezegd dat dit de realiteit is en dat we er niet omheen kunnen om dat cijfer mee te delen.

 

Samen met de Dienst Vreemdelingenzaken wordt naar een oplossing gezocht om het aantal families dat uit de woningen verdwijnt, in te dijken. Ik geef telkens de boodschap dat een verblijf in illegaliteit geen optie is. Dat gaat ook op voor die families met bijzonder kwetsbare kinderen, die er soms voor kiezen om in de illegaliteit te verdwijnen.

 

Trouwens, aan de terugkeer uit de woonunits wordt ook gewerkt samen met de internationale organisatie voor migratie. Ook daar zit de terugkeer in stijgende lijn. Steeds meer families kiezen voor een toekomst voor hun kinderen door deel te nemen aan de vrijwillige terugkeerprogramma’s.

 

09.03  Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, ik dank de staatssecretaris voor haar uitgebreide antwoord.

 

Ik neem nota van de kosten en de plannen voor het najaar van 2012. Er komen nog twee extra appartementen in Tubeke. U zegt altijd dat een verblijf in de illegaliteit geen optie vormt. Misschien niet, maar dat is het blijkbaar wel voor heel wat mensen. Ondanks uw stellingen wordt dit door een aantal mensen als optie genomen.

 

U zegt dat er minder moeilijkheden moeten worden verwacht van families met kleine kinderen. Ik ben daarover iets minder optimistisch, mevrouw de staatssecretaris. Ik woon in een populaire buurt en ik kan u verzekeren dat wij daar een aantal…

 

09.04 Staatssecretaris Maggie De Block: … (zonder micro).

 

09.05  Peter Logghe (VB): Ik zal het u na de vergadering zeggen. Als u op bezoek wilt komen, zullen we iets proberen te organiseren. Dat is geen enkel probleem.

 

Ik kan u alleen maar zeggen dat wij daar een aantal opvangmogelijkheden hebben en dat daar een aantal families met jonge kinderen naartoe zijn gekomen. Zij zijn er binnen de kortste keren in geslaagd om heel de boel te verpesten en de leefbaarheid van de wijk aan te tasten. Ik ben dan ook iets minder optimistisch op dat vlak. Wij zullen dit verder in het oog houden.

 

Ik dank u in elk geval voor de uitleg.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 11713 van de heer Clerfayt wordt uitgesteld.

 

10 Questions jointes de

- M. Rachid Madrane à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "l'accès à la Banque de données nationale générale de la police par l'Office des Étrangers" (n° 11726)

- Mme Sarah Smeyers à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "l'accès à la banque de données nationale générale (BNG) par l'Office des Étrangers" (n° 11892)

10 Samengevoegde vragen van

- de heer Rachid Madrane aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de toegang tot de Algemene nationale gegevensbank van de politie voor de Dienst Vreemdelingenzaken" (nr. 11726)

- mevrouw Sarah Smeyers aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de toegang tot de algemene nationale gegevensbank (ANG) door DVZ" (nr. 11892)

 

De vraag nr. 11892 van mevrouw Smeyers werd ingetrokken.

 

10.01  Rachid Madrane (PS): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, il y a quelques semaines, vous avez annoncé votre souhait de voir l'Office des Étrangers avoir accès à la Banque de données nationale générale (BNG) de la police. Vous avez dit que cela permettrait à l'Office des Étrangers de savoir si des demandeurs d'une régularisation sont cités dans des procès-verbaux concernant des dossiers judiciaires.

 

Il est certain, et vous l'avez confirmé, que les demandeurs d'une régularisation qui ont commis des faits pouvant conduire à une condamnation à une peine de prison de six mois ou davantage ne devaient plus être régularisés sauf dans des cas bien particuliers et dans des circonstances singulières, notamment le fait d'avoir des enfants belges. Toutefois, il parait totalement excessif que l'Office des Étrangers puisse avoir accès librement à la Banque de données nationale générale de la police.

 

Madame la secrétaire d'État, avez-vous eu des contacts avec votre collègue de l'Intérieur à ce sujet? Avez-vous demandé un avis à la Commission de la protection de la vie privée?

 

Apparemment vous avez eu des contacts avec la police, qu'en est-il ressorti? Quel est l'avis des autorités policières quant à votre souhait de voir l'Office des Étrangers avoir accès à la Banque de données nationale générale de la police? Si d'aventure, l'Office des Étrangers pouvait y avoir accès, celui-ci serait-il encadré? Si oui, de quelle manière? Pouvez-vous préciser dans quelles circonstances et dans quels types de cas l'Office des Étrangers pourrait avoir accès à la banque de données nationale générale?

 

10.02  Maggie De Block, secrétaire d'État: Monsieur le président, monsieur Madrane, l'Office des Étrangers souhaite, effectivement, pouvoir bénéficier, dans certaines circonstances et de manière encadrée, d'un accès à la Banque de données nationale générale de la police, visé à l'article 44/4 de la loi sur la fonction de police.

 

Cette demande s'inscrit dans le cadre de ses missions légales, c'est-à-dire l'exécution de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire. Ainsi, préalablement à la délivrance d'un visa ou d'un titre de séjour, l'Office des Étrangers vérifie s'il existe ou non des éléments d'ordre public ou de sécurité nationale.

 

Par ailleurs, l'Office doit également veiller au signalement des personnes dans le système d'information Schengen en application de l'article 96 de la convention d'application de l'accord de Schengen du 14 juin 1985. C'est donc dans ce contexte que l'accès à la BNG est requis et la Commission de la protection de la vie privée a été consultée.

 

Celle-ci a remis un avis positif pour autant que l'accès soit encadré, ce qui est, bien entendu, l'intention de l'Office des Étrangers. La police fédérale ainsi que l'organe de contrôle de la BNG avaient, quant à eux, déjà fait savoir qu'ils soutenaient la demande de l'Office des Étrangers.

 

Je soutiens totalement cette demande et œuvre, dès lors, en ce sens. J'ai donc réitéré la demande de l'Office des Étrangers auprès de la ministre de l'Intérieur. Je suis persuadée que nous trouverons une solution rapidement et ce, en fixant un cadre légal clair et précis, respectueux de la protection de la vie privée, mais garantissant aussi la protection de l'ordre public et de la sécurité nationale.

 

10.03  Rachid Madrane (PS): Monsieur le président, je remercie Mme la secrétaire d'État pour sa réponse.

 

Je voudrais par ailleurs l'informer du fait que j'ai posé exactement la même question à la ministre de l'Intérieur qui m'a rassuré en m'indiquant qu'elle n'était pas favorable au fait de permettre à l'Office des Étrangers d'accéder à ce type de données.

 

Si je n'ai qu'un conseil, c'est peut-être de prendre contact avec la ministre de l'Intérieur pour accorder vos violons.

 

10.04  Maggie De Block, secrétaire d'État: Non. Quand lui avez-vous posé cette question?

 

10.05  Rachid Madrane (PS): Il y a une semaine.

 

10.06  Maggie De Block, secrétaire d'État: Entre-temps, nous avons eu un contact à ce sujet.

 

10.07  Rachid Madrane (PS): Elle revient donc sur ce qu'elle a dit. Je reposerai donc la question à la ministre de l'Intérieur.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

De voorzitter: Vraag nr. 11843 van mevrouw Kattrin Jadin wordt uitgesteld.

 

11 Questions jointes de

- M. Ronny Balcaen à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "l'état du dossier du site Le Refuge à Mouscron" (n° 11867)

- M. Damien Thiéry à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "l'ouverture d'un centre pour demandeurs d'asile dans l'ancien hôpital 'Le Refuge' à Mouscron" (n° 12012)

11 Samengevoegde vragen van

- de heer Ronny Balcaen aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de stand van zaken in het dossier-Le Refuge in Moeskroen" (nr. 11867)

- de heer Damien Thiéry aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de opening van een centrum voor asielzoekers in het voormalige ziekenhuis 'Le Refuge' te Moeskroen" (nr. 12012)

 

11.01  Ronny Balcaen (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, la ville de Mouscron a organisé, à la fin du mois de mai, un point presse sur le thème de la réaffectation du site Le Refuge en centre d'accueil pour réfugiés et a annoncé une nouvelle enquête publique au sujet de ce projet.

 

Ledit projet, un temps abandonné, a donc refait surface. La proposition était de passer d'un projet visant la création d'un centre d'accueil de 700 places à un autre visant la création d'un centre de 936 places. C'est un rebondissement puisque vous aviez annoncé l'abandon du premier projet.

 

Dans le dossier qui est soumis à enquête publique du 23 mai au 26 juin, le promoteur du projet indique qu'il a été convenu que la partie demanderesse mette à disposition de Fedasil des immeubles susceptibles d'accueillir des demandeurs d'asile.

 

Vous avez déjà réagi à ce sujet. Toutefois, il subsiste, en tout cas selon les observateurs, un grand flou autour de ce dossier. Mais peut-être que les acteurs sont, aujourd'hui, plus à même de donner des informations claires et sans équivoque.

 

Madame la secrétaire d'État, existe-t-il, comme le prétend le promoteur du projet, un accord entre ce dernier et Fedasil concernant un centre d'accueil pour réfugiés dans l'ancienne clinique du Refuge de Mouscron? Quelle est aujourd'hui votre position par rapport à ce projet? Le Refuge sera-t-il, oui ou non, réaffecté en centre pour réfugiés?

 

11.02  Damien Thiéry (FDF): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, je voudrais apporter une précision à ce qui a été dit. Pour pouvoir être recevable, la demande de permis d'urbanisme doit prouver qu'une mission de gestion de service public a été confiée au demandeur par un pouvoir public.

 

Sans vouloir répondre à votre place, il semblerait que Fedasil conteste un accord de partenariat avec le demandeur du permis en soulignant que cela va à l'encontre de la politique que vous voulez mettre en place.

 

Qu'en est-il réellement dans ce dossier? Quelle est la nature de votre collaboration avec Fedasil?

 

11.03  Maggie De Block, secrétaire d'État: Monsieur le président, chers collègues, en effet, ces dernières années, Fedasil a activement recherché des places d'accueil supplémentaires pour répondre au manque de places d'accueil. Ainsi, Fedasil a reçu une proposition du propriétaire du site Le Refuge à Mouscron.

 

Depuis lors, la politique d'asile et le contexte budgétaire ont franchement évolué et je veux résoudre la crise de l'accueil par des mesures structurelles, comme le traitement accéléré de la procédure d'asile. Je ne veux et je ne peux plus continuer à ouvrir des nouveaux centres d'accueil.

 

Par conséquent, je confirme qu'il n'existe aucune autorisation de ma part quant à l'ouverture d'un centre à Mouscron sur le site Le Refuge. Cette information a d'ailleurs été communiquée au bourgmestre de Mouscron par téléphone et par écrit. En outre, Fedasil a transmis ce même message à la presse. Nous sommes donc tout à fait d'accord.

 

11.04  Ronny Balcaen (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, votre position quant à ce projet confirme ce qui a été dit dans la presse. Il me semblait néanmoins intéressant d'avoir ce bref échange en commission de l'Intérieur.

 

En marge de ce débat qui a fort occupé la Wallonie picarde, je signale que le Mouvement ouvrier chrétien a souhaité interpeller l'ensemble des bourgmestres de la région afin de réfléchir à un accueil un peu plus solidaire et intégré au sein des différentes communes de cette région. Cette démarche doit être soulignée et j'espère qu'elle sera favorablement accueillie par l'ensemble des bourgmestres de la Wallonie picarde pour trouver des solutions plus constructives, plus humaines et plus acceptables par la population.

 

11.05  Damien Thiéry (FDF): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie pour la cohérence de votre réponse qui a le mérite d'être extrêmement claire. Je rejoins mon collègue sur le fait qu'il faut se méfier de certaines informations qui passent par voie de presse et qui parfois sont là pour déstabiliser certaines personnes là où il n'y a pas lieu de le faire. Madame la secrétaire d'État, nous savons à présent à quoi nous en tenir et je vous en remercie.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Daphné Dumery aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de zogenaamde 'Eurostar-route'" (nr. 11897)

- mevrouw Zoé Genot aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de Britse controles in het Zuidstation en de onderhandelingen met Eurostar International Ltd" (nr. 12093)

- de heer Peter Logghe aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "het feit dat illegalen misbruik maken van de Eurostar om in Engeland te geraken" (nr. 12553)

12 Questions jointes de

- Mme Daphné Dumery à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "l''Eurostar-route'" (n° 11897)

- Mme Zoé Genot à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "les contrôles britanniques à la gare du Midi et les négociations avec Eurostar International Ltd" (n° 12093)

- M. Peter Logghe à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "les illégaux utilisant les trains Eurostar pour se rendre en Angleterre" (n° 12553)

 

12.01  Daphné Dumery (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, ik kom nogmaals terug op de Eurostarroute. Enkele maanden geleden heb ik uw collega, minister Milquet, hierover ondervraagd.

 

Het bleek dat heel wat illegalen in Brussel de Eurostar namen met een ticket naar Rijsel, maar niet afstapten in Rijsel en doorreden naar Londen. Zij konden heel eenvoudig het Brits grondgebied betreden. Minister Milquet stelde toen dat er een overleg zou komen tussen ons land, Frankrijk en Groot-Brittannië om dat probleem aan te kaarten. In de marge van een andere vraag hebben wij daarover een gedachtewisseling gehad. U zou toen met de Britse ambassadeur overleg hebben in Kopenhagen.

 

Ik heb daarover een aantal vragen, al hoop ik dat het probleem ondertussen al werd aangepakt. Het is dus veeleer een vraag naar de actuele stand van zaken.

 

Heeft het overleg met Frankrijk en Groot-Brittannië reeds plaatsgevonden? Zo ja, werd het probleem besproken en wat is de conclusie van het gesprek? Zo nee, kunt u mij zeggen wanneer het gesprek zal plaatsvinden?

 

Heeft de uitbater van de Eurostar reeds maatregelen getroffen of zal hij maatregelen treffen om het misbruik tegen te gaan?

 

Hebben uw contacten met de Britse ambassadeur of tijdens de top van Kopenhagen resultaten opgeleverd rond deze problematiek? Zo ja, welke?

 

12.02  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, depuis quelques mois, la question de la libre circulation des voyageurs qui empruntent l'Eurostar entre Bruxelles, Lille et Calais est au centre du débat en raison des pressions exercées par la Grande-Bretagne en matière de sécurité.

 

Si, comme vous l'avez annoncé le 17 avril dernier en commission de l'Intérieur, la suppression pure et simple des arrêts en gare de Lille-Europe et Calais-Fréthun ne semble plus figurer à l'ordre du jour, il est toujours très difficile, voire impossible d'acheter un ticket Bruxelles-Lille, Bruxelles-Calais, Lille-Bruxelles ou Calais-Bruxelles pour les voyageurs qui ne disposent pas d'un abonnement.

 

Vous avez également indiqué qu'à la suite d'une rencontre entre les trois pays concernés – France, Belgique et Angleterre –, des propositions avaient été soumises à la direction d'Eurostar et que celle-ci examinait la faisabilité de différentes pistes pour trouver une solution à ce problème qui dure depuis trop longtemps.

 

Madame la secrétaire d'État, comme c'est vous, avec votre collègue Melchior Wathelet, qui menez pour la Belgique les négociations avec Eurostar International Limited, j'ai quelques questions à vous soumettre.

 

Quels sont les objectifs que vous poursuivez dans cette négociation?

Quelles propositions avez-vous mises sur la table?

Quelles réunions ont-elles déjà eu lieu?

Quel est le calendrier de ces travaux de négociation?

 

12.03  Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, de problematiek is geschetst en ik ga met uw goedvinden meteen over tot mijn vragen.

 

Zowel de federale politie als Eurostar erkennen de problematiek. Zij zeggen dat zij door het verouderd procol eigenlijk niets kunnen doen. Het is dus aan de politiek om dit op korte termijn te verhelpen. Zult u iets doen op korte termijn? Wat zult u doen?

 

Ten tweede, als men er niet in slaagt dit verouderd protocol aan te passen aan de werkelijkheid lijkt het mij heel duidelijk dat men er alleen voor kan opteren om het station Rijsel gewoon te sluiten zodat illegalen geen kaartje meer kunnen kopen tot Rijsel. Dat is echter onmogelijk en dus zult u wel iets anders moeten doen.

 

Misschien moet u tijdelijk en binnen een beperkte ruimte het Schengenakkoord buiten werking stellen en terug overgaan tot een normale, correcte en strenge paspoortcontrole? Ik weet het niet, ik vraag het u. De kern van het probleem is op welke manier u opnieuw identiteitscontroles zult organiseren, zodat wat er thans gebeurt zich niet kan voortzetten. Engeland probeert druk uit te oefenen.

 

Wanneer komt u met resultaten naar deze commissie, mevrouw de staatssecretaris?

 

12.04 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, de maatregelen die ik getroffen heb, na de inderdaad lange onderhandelingen onder mijn voorganger, zijn al op 15 februari ingegaan. Het is verwonderlijk dat daarover nu pas vragen komen.

 

Les passagers de l'Eurostar peuvent se rendre en France, à Lille et à Calais ou au Royaume-Uni, à partir de la gare de Bruxelles-Midi.

 

Het moet worden benadrukt dat alle Eurostarreizigers in Brussel-Zuid door de Belgische federale politie aan een uitreiscontrole worden onderworpen, ongeacht of hun bestemming Frankrijk dan wel het Verenigd Koninkrijk is. Er is dus geen nood aan een eventuele formele herinvoering van de controle aan de binnengrenzen, aangezien een dergelijke herinvoering ten opzichte van vandaag geen bijkomende controles aan het uitgaande verkeer zou creëren.

 

Ik moet er u ook op wijzen dat die controles veel strenger zijn dan vroeger. Zij gebeuren ook heel grondig.

 

De Eurostarreizigers die een vervoerbewijs naar het Verenigd Koninkrijk hebben, worden in Brussel-Zuid vervolgens bijkomend aan de inreiscontrole van het Verenigd Koninkrijk onderworpen. Deze controle wordt door de personeelsleden van het United Kingdom Border Agency uitgevoerd. Wij werken dus met een dubbele corridor, zoals dat wordt genoemd, zijnde een corridor voor de reizigers naar Lille en Calais en een andere corridor voor de reizigers naar het United Kingdom. In de corridor van het United Kingdom krijgen de reizigers dus zowel onze uitreiscontrole als een controle door het United Kingdom Border Agency.

 

Les autorités britanniques, françaises et belges ont bien conscience des abus commis par certaines personnes qui prétendent se rendre à Lille ou à Calais, mais qui veulent en réalité aller à Londres. C'est la raison pour laquelle les autorités coopéreront. Eurostar est également impliqué dans la recherche et la mise en œuvre de solutions.

 

Er werden reeds enkele, concrete maatregelen getroffen, waaronder, ten eerste, een beperking van de verkoop van individuele tickets voor treinen van Brussel-Zuid naar Rijsel. Momenteel is de verkoop van individuele tickets beperkt tot drie treinen per dag, omdat voor die treinen geen alternatieve treinen van andere maatschappijen bestaan. Voor houders van abonnementen is er daarentegen geen enkele beperking, omdat zij natuurlijk beter identificeerbaar zijn.

 

België en Frankrijk willen het treinaanbod van Brussel-Zuid naar Rijsel en Calais zo uitgebreid mogelijk houden. Wij hebben trouwens ook veel woon-werkverkeer naar Rijsel.

 

Par ailleurs, des contrôles ont également été menés entre Lille et Calais, à bord des trains pour lesquels il était encore possible d'acheter un ticket à destination d'une gare française.

 

Des chiffres récents relèvent que le nombre de personnes qui ont réussi à rejoindre illégalement le Royaume-Uni à bord d'un Eurostar a fortement baissé.

 

L'évolution de la situation est analysée régulièrement en collaboration avec la UK Border Agency. Des réunions périodiques ont lieu. La dernière a eu lieu, aujourd'hui.

 

Vandaag was er weer een vergadering. Het verouderd protocol, waarover u spreekt, mijnheer Logghe, is tussen de drie landen gemaakt op een moment waarop er nog niet afgestapt kon worden in Rijsel, en nog veel minder in Calais. Het is voor de Franse autoriteiten niet mogelijk dat opnieuw te onderhandelen, omdat het gaat over artikelen die bij hen, volgens hun wetten, niet voor herziening vatbaar zijn. Zij zoeken daarvoor een oplossing. Ik moet u niet zeggen dat de verkiezingen daar ook nog tussen gekomen zijn.

 

Wat wel belangrijk is, is dat wij vanaf 15 februari — wij hadden al een paar waarschuwingen van de Europese commissaris gekregen — een regeling hebben uitgewerkt waardoor wij in orde zijn met het vrije verkeer van mensen binnen de Schengenzone en waarin wij alle nodige voorzorgsmaatregelen nemen om van de Eurostar geen mogelijkheid te maken om op een illegale manier naar Londen te reizen. Dat is niet alleen onze bezorgdheid, maar zeker ook die van de Fransen en de Engelsen, omdat wij de oversteek van het Kanaal op illegale wijze niet willen promoten.

 

Er is natuurlijk ook een veiligheidsaspect aan verbonden. De Olympische Spelen in Londen komen eraan. Die hebben de zaken nog wat doen versnellen. Het was voor de Britten, maar ook voor ons, zeer belangrijk dat er geen aanzuigeffect naar Londen zou zijn via het Eurostartraject en de Chunnel.

 

12.05  Daphné Dumery (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik hoor alleen goed nieuws. Ik vind het zeer moeilijk om vanuit de oppositie een repliek te geven als ik hoor dat de maatregelen zijn genomen die moeten worden genomen.

 

Ik kan begrijpen dat de ticketverkoop moeilijker is op bepaalde terreinen, bijvoorbeeld in het woon-werkverkeer. Dat gaat over de mensen met abonnementen. Er zijn dan drie treinen waar men gewone tickets kan krijgen. Dan weet men ook dat men op die treinen een extra controle kan uitvoeren. Ik denk dat dit inderdaad een goede maatregel is.

 

Ik begrijp ook dat er een moeilijk evenwicht in het Schengenacquis moet worden gevonden. Er is een binnengrens en een buitengrens op dezelfde plaats. Dat is een heel delicate situatie. Wij willen allemaal dat vrij verkeer. Dat is een principe dat bewaard moet blijven. Daarnaast was er wel een hiaat, maar dat is nu gedicht.

 

Het is natuurlijk jammer dat een journalist eerst de oversteek moest doen. Men had moeten zien dat die mogelijkheid er was. Nadien en met het oog op de Olympische Spelen is die poort opnieuw dichtgedaan.

 

Waarom moet die controle wel gebeuren? Ik begrijp dat mevrouw Genot zegt dat er voor die tijd nog tickets moeten komen. Ik denk dat wij ervoor moeten zorgen dat onze buitengrens goed bewaakt is om die discussie over die binnengrens te kunnen controleren. Als wij zelf de oorzaak zijn van een buitengrens die niet goed wordt gecontroleerd, ontstaat opnieuw de discussie over de binnengrenzen in het Schengenverdrag. Dat is een discussie die wij al lang voeren en die heel delicaat is. Ik denk dat wij de verantwoordelijkheid hebben om onze buitengrenzen goed te controleren.

 

Ik ben tevreden met uw antwoord, mevrouw de staatssecretaris.

 

12.06  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Monsieur le président, la discussion de février n'a pas tout solutionné! Il y a encore un certain nombre de personnes qui se rendent à Lille pour raisons professionnelles, sans être des navetteurs quotidiens, et qui ne peuvent pas prendre certains trains.

 

12.07  Maggie De Block, secrétaire d'État: Ce n'est pas vrai!

 

12.08  Zoé Genot (Ecolo-Groen): J'ai rencontré l'un d'eux il y a moins d'une semaine!

 

12.09  Maggie De Block, secrétaire d'État: (…) Ils ont la possibilité de prendre un train alternatif ou de prendre un abonnement, si les trajets vers Lille sont réguliers.

 

12.10  Zoé Genot (Ecolo-Groen): On peut y aller deux fois par semaine sans y aller tous les jours!

 

12.11  Maggie De Block, secrétaire d'État: Les possibilités existent, il faut simplement choisir le bon train!

 

12.12  Zoé Genot (Ecolo-Groen): D'après mes renseignements, les trains alternatifs mettent beaucoup plus de temps. Entre un train qui met une heure et un train qui met deux heures, le choix est vite fait. C'est un peu dommage car ces infrastructures sont réalisées avec nos impôts!

 

12.13  Maggie De Block, secrétaire d'État: Quand il existe trois trains par semaine, il est aussi un peu dommage de choisir le mauvais!

 

12.14  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Au niveau de l'Union européenne, il y a des principes! Quand il s'agit de capitaux, on est pour la liberté de circulation; dès lors, quand il s'agit de personnes, il faut aussi que les accords de Schengen soient respectés!

 

12.15 Staatssecretaris Maggie De Block: Mevrouw Genot, er is de vrijheid om te reizen binnen Schengen, maar in het Schengenacquis is nog altijd niet bepaald hoeveel tijd men moet nemen om van het ene land naar het andere te gaan.

 

12.16  Peter Logghe (VB): Mevrouw de staatssecretaris, u geeft eigenlijk zelf aan dat de kern van het probleem dat oude protocol is. Voor België en Groot-Brittannië zou dat protocol best kunnen worden afgeschaft. De knoop van de zaak ligt echter gebonden in Frankrijk, waar men zegt dat bepaalde artikelen of zaken niet kunnen worden afgeschaft omdat zij niet voor herziening vatbaar verklaard kunnen worden zonder te raken aan de soevereiniteit van Frankrijk. Daarbij kwamen nog de verkiezingen, en zo meer.

 

Dat doet mij denken aan het oude verhaal over de politie-inzet over de landsgrenzen heen. Het is altijd hetzelfde: de Franse politiemensen kunnen wel over onze grenzen ingezet worden en kunnen hier alle mogelijke interventies uitvoeren, terwijl onze politieagenten, opnieuw door de soevereiniteit van Frankrijk, niet hetzelfde kunnen doen in Frankrijk. Dat vind ik spijtig.

 

U zegt wel dat de cijfers fors gedaald zijn. Dat neem ik voor waar aan als u mij verifieerbare cijfers zou kunnen voorleggen. Ik zal dat schriftelijk opvragen omdat ik dat toch wil nagaan.

 

12.17 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Logghe, binnenkort zullen wij opnieuw een discussie hebben omdat er een verbinding vanuit Duitsland over Brussel naar Londen zal zijn. Het zal dan niet om drie landen, maar om vier landen gaan. België is daarbij het land dat zowel de binnengrenzen als de buitengrenzen overschrijdt.

 

Wij hebben nu een akkoord met drie landen. Dat akkoord wordt goed opgevolgd. Door dat akkoord zijn wij ook in orde met de Europese regelgeving. Wij volgen dat verder op.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 11919 van mevrouw Sarah Smeyers wordt ingetrokken.

 

13 Vraag van de heer Peter Logghe aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de nieuwe wet over gezinshereniging, die een dode letter blijft voor Marokko" (nr. 11977)

13 Question de M. Peter Logghe à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "la nouvelle loi relative au regroupement familial restée lettre morte pour le Maroc" (n° 11977)

 

13.01  Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, de nieuwe wet rond gezinshereniging is vorig jaar in september in werking getreden. Enkele criteria zijn een minimumleeftijd van 21 jaar en beschikken over voldoende bestaansmiddelen. Dat moest de komst van familieleden naar België tegengaan of toch beperken.

 

U hebt een tijdje geleden de cijfers voor april 2011 en april 2012 bezorgd, oude en nieuwe wetgeving. Vorig jaar werden in april 1 090 visa voor gezinshereniging toegekend en 443 geweigerd. In april 2012 was de verhouding omgekeerd en bleken 573 visa goedgekeurd en 1 042 geweigerd.

 

De cijfers staan nochtans in schril contrast met de informatie van het Belgisch consulaat-generaal in Casablanca dat via Visabel de visa voor Marokko aflevert. Ik verwijs naar het artikel in De Standaard. Dat land spant nog steeds de kroon op het vlak van het aantal afgeleverde visa voor gezinshereniging. Daar bestaat de indruk dat de gevolgen van de nieuwe wet heel beperkt zijn.

 

Als reactie op vragen en opmerkingen zou u de gegevens analyseren en onderzoeken op welke basis de visa werden geweigerd.

 

Mevrouw de staatssecretaris, ik heb de volgende concrete vragen. Hebt u die analyse ondertussen al uitgevoerd? Wat zijn de resultaten daarvan?

 

Is er een controleerbare reden waarom Marokko nog steeds de kroon spant op het vlak van afgeleverde visa voor gezinshereniging? Krijgt u gemakkelijk toegang tot de gegevens in Marokko zelf? Wordt daarop controle uitgeoefend en op welke manier?

 

Zijn de opgegeven cijfergegevens ook controleerbaar voor onze administratie? Het gaat mij bijvoorbeeld om inkomensgegevens en roerende of onroerende goederen.

 

Welke beroepsmogelijkheden heeft de Belgische administratie indien zij vermoedens heeft dat er wat schort aan de gegevens die uit Marokko worden aangeleverd?

 

Werden er al Marokkanen uit België verwijderd nadat uit de controle van de gegevens was gebleken dat de bestaansmiddelen onvoldoende waren of dat de gegevens onjuist bleken?

 

13.02 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer Logghe, ik heb al een deel van uw vraag behandeld op 7 mei, in antwoord op mondelinge vraag nr. 11557 van de heer Francken. Het ging toen om een foutieve berichtgeving in een persartikel over de resultaten van de nieuwe wet op de gezinshereniging in Casablanca.

 

Ik beschik over de uitsplitsing van de motieven voor de weigering van visa voor gezinshereniging sinds april 2012. Die cijfers tonen duidelijk aan de meeste beslissingen tot weigering gemotiveerd werden omdat de nieuwe wettelijke voorwaarden – die op 22 september 2011 van kracht werden – niet gerespecteerd werden.

 

In april 2012 heeft de dienst Visum Gezinshereniging 1 042 beslissingen tot weigering genomen, of 64,52 % van de definitieve beslissingen. Daarvan waren er 562 beslissingen wegens het niet respecteren van de voorwaarden inzake bestaansmiddelen, of 34,79 % van de definitieve beslissingen, en 53,93 % van de weigeringen.

 

Er waren 137 beslissingen wegens het niet respecteren van de andere voorwaarden die met de nieuwe wet van kracht werden, of 8,84 % van de definitieve beslissingen, en 13,14 % van de weigeringen.

 

Er waren nog 343 beslissingen voor de gewone voorwaarden, of 21,23 % van de definitieve beslissingen, en 32,91 % van de weigeringen.

 

Volgens de wet is het de te vervoegen persoon in België die moet aantonen dat hij over toereikende, stabiele en regelmatige bestaansmiddelen beschikt. In de meeste gevallen gaat het dan ook om bestaansmiddelen in België.

 

Bovendien spreekt de Dienst Vreemdelingenzaken zich uit op basis van de door de betrokkene zelf voorgelegde bewijzen van bestaansmiddelen. Indien er twijfel rijst over de voorgelegde stukken uit het buitenland, kan er via de Belgische posten een onderzoek ter plaatse worden uitgevoerd.

 

Ik heb geen weet van meer speciale problemen met de Marokkaanse ambassade dan met anderen. Er wordt overal op ongeveer dezelfde manier gewerkt.

 

Wat uw laatste vraag betreft, kan ik u zeggen dat de Dienst Vreemdelingenzaken deze categorie van verwijderingsstatistieken – u vraagt hoeveel Marokkanen al uit België werden verwijderd – niet apart bijhoudt.

 

13.03  Peter Logghe (VB): Om met het laatste te beginnen, de niet bijgehouden verwijderingsstatistieken: het zou nuttig zijn om dat wel te doen. Zo kan men probeersels of pogingen in de toekomst registreren en tracering mogelijk maken. Tracering is altijd belangrijk.

 

Ik hoor u zeggen dat er met Marokko geen enkel probleem is voor het vlot verkrijgen van gegevens over bestaansmiddelen of iets anders. Ik meen mij uit het verleden nochtans vragen aan ministers te herinneren betreffende gegevens uit Marokko over, bijvoorbeeld, onroerende goederen. Dit ging heel wat moeilijker, ik meen zelfs te weten dat we geen gegevens kregen.

 

13.04 Staatssecretaris Maggie De Block: Ik heb u gezegd dat we niet meer moeilijkheden met Marokko hebben dan met andere staten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

14 Samengevoegde vragen van

- de heer Peter Logghe aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "het opvangen van honderd vluchtelingen in België" (nr. 12021)

- mevrouw Karin Temmerman aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de hervestiging in ons land van erkende vluchtelingen" (nr. 12218)

14 Questions jointes de

- M. Peter Logghe à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "l'accueil de cent réfugiés en Belgique" (n° 12021)

- Mme Karin Temmerman à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "la réinstallation dans notre pays de réfugiés reconnus" (n° 12218)

 

14.01  Peter Logghe (VB): Mevrouw de staatssecretaris, een tijdje geleden had u het in de commissie over vluchtelingen die op kosten van België in opvangplaatsen in de omgeving van hun thuisland zouden worden opgevangen, een principe waar wij ons voor een stuk in konden vinden. Dit zou gebeuren tegen de kostprijs van ongeveer 4 000 euro per vluchteling. Op het einde van de maand mei kregen wij het bericht dat België op zijn grondgebied bijkomend zal instaan voor de opvang van een honderdtal vluchtelingen “die niet in de mogelijkheid zijn om naar hier te komen en die nergens terecht kunnen”, aldus de berichtgeving. Het gaat dus om mensen die in een precaire situatie verkeren en van wie de veiligheid zou zijn bedreigd. Terwijl de eerste groep vluchtelingen in de omgeving van het thuisland zou worden opgevangen, om in een later stadium in het thuisland te worden geherintegreerd, zou het nu gaan om mensen die in België zouden worden geïntegreerd.

 

Mijn vragen aan u zijn de volgende. Ten eerste, gaat het concreet om een nieuwe groep vluchtelingen of gaat het om mensen waarvan men eerst de bedoeling had om hen op te vangen in plaatsen in de omgeving van het thuisland?

 

Ten tweede, is dit een nieuw internationaal programma? Wie draagt hiervoor de eindverantwoordelijkheid?

 

Ten derde, welke Europese landen hebben ondertussen toegezegd in dit project en met welke beloften?

 

Ten vierde, als ik uw persbericht goed heb begrepen, zou het de bedoeling zijn om mensen die zich in levensbedreigende omstandigheden bevinden hierheen te brengen. In het lijstje staan Irakezen die zich momenteel in Turkije, Syrië en Libanon bevinden. Wat is er bedreigend aan de toestand in Turkije?

 

Ten vijfde, achteraf moeten die mensen worden ondergebracht in logementen van OCMW’s. Zijn de betrokken OCMW’s hiervan al op de hoogte? Wie zal de kosten dragen voor de logementen?

 

Ten zesde en ten laatste, België ontvangt per persoon 6 000 euro uit het Europees fonds. Naar ik verneem zou het gaan om mensen die niet de mogelijkheid hebben om naar hier te komen. Ik veronderstel dat wij dus ook de kosten dragen voor de verplaatsing, het logement en de integratie. Hebt u een simulatie van de totale kostprijs van dit project per persoon?

 

Voorzitter: Daphné Dumery.

Présidente: Daphné Dumery.

 

14.02  Karin Temmerman (sp.a): Mevrouw de staatssecretaris, mijn vraag gaat over hetzelfde onderwerp, maar heeft een enigszins andere teneur.

 

Naar aanleiding van de Wereldvluchtelingendag morgen, 20 juni, was er gisteren op de radio een reportage over dit specifiek programma van de Verenigde Naties. De vertegenwoordiger van de VN die voor België verantwoordelijk is, was heel blij dat België ingaat op hun programma en hij feliciteerde ons daarmee. Zij menen dat het een manier is waarmee wij echte vluchtelingen kunnen begeleiden en waarbij wij hen goed kunnen selecteren. Het is nodig dat veel landen aan dat programma deelnemen.

 

Mijn vraag is een tijd geleden opgesteld, namelijk toen u effectief bekendmaakte dat wij ook aan het programma zouden meewerken. Ik denk dat wij als land in het verleden ook meegewerkt hebben. Naar mijn mening is het de eerste deelname in het kader van een Europees programma.

 

Mevrouw de staatssecretaris, hoeveel vluchtelingen zullen in dat kader in België terechtkunnen?

 

Vanwaar zijn die personen afkomstig? Waar zullen ze terechtkomen? Kunnen ze terecht in opvangcentra van Fedasil of andere opvangcentra?

 

Welke andere Europese landen zijn ingegaan op de vraag van Europa om aan het programma deel te nemen? Hebt u cijfers over hoeveel vluchtelingen andere Europese landen eventueel kunnen opvangen?

 

Ten slotte wil ik vragen of u gegevens hebt van gelijkaardige programma’s die in 2009 en 2011 in België werden opgezet? Op welke manier worden die mensen opgevolgd?

 

Ik dank u alvast voor uw antwoord.

 

14.03 Staatssecretaris Maggie De Block: Mevrouw de voorzitter, ik dank beide leden voor hun vragen. Ik heb inderdaad, conform het regeerakkoord, beslist dat België zich in het kader van het Europese hervestigingsprogramma ertoe zal engageren in 2013 100 vluchtelingen te hervestigen in België. De regering heeft die beslissing ook goedgekeurd. Het betreft dus geen nieuw internationaal programma. Het programma van de Verenigde Naties bestaat reeds 20 jaar.

 

Door zijn internationale verantwoordelijkheden op te nemen, sluit België zich met het engagement aan bij een steeds groter wordende groep van Europese hervestigingslanden. 13 EU-landen nemen deel aan het Europese programma. Om u een idee te geven van het aantal mensen kan ik u ter illustratie de volgende cijfers meedelen. Zweden en Denemarken hebben een jaarlijks hervestigingsquotum van 1 900 personen. Nederland neemt al vijf jaar 400 mensen per jaar op. Het huidige UK-programma voorziet in een jaarlijks hervestigingsprogramma van 750 personen.

 

Voor zijn deelname aan het Europese hervestigingsprogramma zal België 6 000 euro per hervestigde vluchteling ontvangen. De forfaitaire som is bedoeld om transport, ontvangst, woning voor beperkte duur en begeleidingskosten te dekken. In het Europese hervestigingsprogramma worden de volgende EU-prioriteiten voorgelegd: Congolese vluchtelingen in de regio van de Grote Meren, Irakese vluchtelingen in Turkije, Syrië, Libanon en Jordanië, Afghaanse vluchtelingen in Turkije, Pakistan en Iran, Somalische vluchtelingen in Ethiopië, Birmese vluchtelingen in Bangladesh, Maleisië en Thailand, Eritrese vluchtelingen in Oost-Soedan en vluchtelingen uit een land waarvoor een regionaal beschermingsprogramma van kracht is zoals Tanzania, de Hoorn van Afrika, Noord-Afrika, Wit-Rusland, Moldavië en Oekraïne. Er werd ook bijzondere aandacht geschonken aan bepaalde groepen van extra kwetsbare mensen zoals vrouwen en kinderen in gevaar of vluchtelingen die foltering of geweld hebben overleefd.

 

Op die basis zullen wij de groepen opstellen die wij zullen ontvangen, zodat zij beter kunnen worden geïntegreerd in onze maatschappij en omdat de jaarlijkse hervestigingsnoden van de VN-Vluchtelingenorganisatie voor 2013 in juli bekend zullen worden gemaakt. Wij hebben ons nu al geëngageerd voor een bepaald aantal. Wij spreken dat af met de ons omringende landen. Wij houden er ook rekening mee of er van de ene of andere nationaliteit hier al een gemeenschap is, omdat de betrokkenen zich dan beter kunnen integreren.

 

Na hun aankomst in België worden de hervestigde vluchtelingen voor een korte tijd, een tussenperiode, in een open opvangcentrum van Fedasil opgevangen. Dergelijke opvang wordt op een zestal weken geschat.

 

Nadien kunnen zij zich zoals iedere erkende vluchteling en met de steun van ngo’s in een Belgische gemeente vestigen.

 

Wij zijn nu reeds in contact met alle ngo’s die hen bij de vestiging zullen begeleiden. Zij zullen wel onder de opvangstructuren van Fedasil vallen, maar worden rechtstreeks door de ngo’s begeleid, die hen ook naar een woning zullen begeleiden. Het kan om een woning op de privémarkt gaan. Bij vroegere ad-hochervestigingsprogramma’s ging het veeleer om huurwoningen op de privémarkt.

 

Aan de OCMW’s zal, zoals ook vroeger bij de ad-hochervestigingen het geval was, algemene informatie over het hervestigingsprogramma 2013 worden gegeven.

 

Ik vermeldde dat wij nu in overleg met de ngo’s zijn. De volgende stap is natuurlijk dat wij, samen met de ngo’s, de OCMW’s bij het programma zullen betrekken. Zulks lijkt mij evident.

 

Ten slotte, de begeleiding van hervestigde vluchtelingen duurde in 2009 achttien maanden, terwijl dat in 2011 negen maanden was. Een longitudinale studie door het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding is gepland voor de eerste groep. De tweede groep van vluchtelingen, die in 2011 is opgevangen, bevindt zich nog in de begeleidingsfase van de ngo-operatoren. Het is echter vanzelfsprekend dat wij ter zake ook een evaluatie zullen vragen: waar zijn de betrokkenen terechtgekomen; konden zij werk en opleiding krijgen. Het is belangrijk dat wij de betrokkenen ook kunnen opvolgen.

 

Ik heb spijt dat ik het niet op de radio heb gehoord, maar het is inderdaad naar aanleiding van de Internationale Dag van de Vluchteling, die morgen, 20 juni, plaatsvindt, dat ik samen met een vertegenwoordigster gisteren twee interviews heb gegeven in de kranten De Standaard en Le Soir. Het doel was duidelijk te maken over wie het gaat. Het gaat om erkende vluchtelingen, die erg kwetsbaar zijn. Die personen moeten niet in onze asielprocedures terechtkomen; hun statuut staat immers al vast. Het is heel belangrijk dat wij ze niet allemaal op een hoop gooien.

 

Hiermee geven we uiting aan onze solidariteit, ook binnen Europa. Overigens hinken we op dat vlak wel achterop, samen met Luxemburg, dat nog geen programma heeft opgestart. Het is belangrijk dat we, nu wij voor het eerst aan een structureel programma ter zake deelnemen, dat zo goed mogelijk doen.

 

Sommige van die vluchtelingen zitten al jaren in de kampen. Sommige kinderen zijn in de kampen geboren. Zij verdienen nu vooral een goede opvolging en begeleiding.

 

Morgen is het de Internationale Dag van de Vluchteling. Terecht wordt onze aandacht gevraagd voor de echte vluchtelingen, die tegen hun wil worden gedwongen om met gevaar voor eigen leven hun land van herkomst te verlaten en internationale grenzen te overschrijden. Zulke vluchtelingen hebben de wens om ooit nog eens naar hun land terug te keren. Voor de mensen die voor het hervestigingsprogramma worden geselecteerd, is dat jammer genoeg niet mogelijk.

 

14.04  Peter Logghe (VB): Ik heb alle begrip en respect voor echte politieke vluchtelingen en voor personen die in bedreigende omstandigheden leven.

 

Hebt u ook Moldavië en Oekraïne vernoemd? Dat lijkt mij vreemd. Ik wist niet dat daar zeer bedreigende omstandigheden waren.

 

Ik heb u ook niet horen antwoorden op de vraag met welke bedreiging de Irakezen in Turkije worden geconfronteerd. Misschien zitten ze daar in kampen.

 

14.05 Staatssecretaris Maggie De Block: In Moldavië en Oekraïne zijn er bepaalde streken waar een regionaal beschermingsprogramma van kracht is. Ongeveer 110 000 personen zitten er in kampen. De VN hebben een programma voor 2013. Zij zijn erin geslaagd om slechts voor 80 000 personen opvang te regelen in de rest van de wereld. Amerika neemt het grootste deel voor zijn rekening. De Europese landen tekenen voor 4 000 vluchtelingen; België neemt er 100 op.

 

14.06  Peter Logghe (VB): Mevrouw de staatssecretaris, het is goed dat u alles in het juiste kader plaatst. Ik kijk uit naar de evaluatie van de eerste hervestigingsprogramma’s. We zullen daar in elk geval de nodige aandacht aan schenken.

 

Ik heb u alleen niet horen zeggen of de toegekende 6 000 euro per vluchteling alle kosten dekt. We zullen daar opnieuw vragen over stellen als de gelegenheid zich voordoet.

 

14.07  Karin Temmerman (sp.a): Mevrouw de staatssecretaris, dank u voor het uitvoerig antwoord.

 

Het is nuttig om alles eens in perspectief te plaatsen, want we mogen niet vergeten dat het grootste deel van de vluchtelingen niet in Europa zit. Het grootste deel van de vluchtelingen zit nog altijd in Afrika en Azië. Zij worden daar ook opgevangen, ook in Amerika, verspreid over verschillende landen. Vandaar dat het programma van de VN echt wel belangrijk is. Nogmaals, het gaat over erkende vluchtelingen. De betrokkenen hebben een statuut omdat ze werden vervolgd, maar hadden niet de kans om zoals zoveel anderen naar Europa te komen. Persoonlijk vind ik het zeer goed dat we daar als land op het programma intekenen.

 

De begeleiding van de betrokkenen is heel belangrijk. Ik kijk uit naar de evaluatie en ik hoop dat die positief zal zijn, opdat de vluchtelingen goed worden opgevangen en geïntegreerd.

 

Wat ook zeer belangrijk is, is dat het gaat om kwetsbare personen. Zelfs in die groep wordt er dan nog eens gekeken naar de meest kwetsbaren, vooral vrouwen met kinderen. Ik wens u al proficiat omdat u op het programma ingetekend hebt en ik hoop dat we dat in de toekomst zullen blijven doen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

15 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Karin Temmerman aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de ontradingscampagne in Kameroen" (nr. 12051)

- de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "het bezoek aan Kameroen" (nr. 12501)

15 Questions jointes de

- Mme Karin Temmerman à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "la campagne de dissuasion menée au Cameroun" (n° 12051)

- M. Theo Francken à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "la visite au Cameroun" (n° 12501)

 

15.01  Karin Temmerman (sp.a): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, in mijn vraag stond “u hebt uw eerste ontradingscampagne erop zitten”, maar ondertussen hebt u er al een tweede op zitten. De vraag werd een tijdje geleden opgesteld.

 

Voor uw eerste ontradingscampagne ging u naar Kameroen. Blijkbaar zou een steeds groter wordend aantal Kameroeners naar hier komen met een studentenvisum, van wie slechts een klein percentage effectief onderwijs zou volgen. Kunt u dat bevestigen?

 

Hebt u cijfers over het precieze aantal Kameroeners met een studentenvisum in ons land? Hoeveel van hen hebben effectief een opleiding gevolgd? Kunt u enige duiding geven bij uw bezoek? Hebt u daar akkoorden kunnen sluiten? Wat was uw indruk? Wat kunnen wij in de toekomst verwachten? Hebt u een onderhoud gehad met de minister van Buitenlandse Zaken aldaar? Is hij bereid om samen te werken om de identificatie van zijn landgenoten vlotter te laten verlopen?

 

U hebt er ondertussen al een andere ontradingscampagne op zitten. Zijn er nog campagnes gepland? Welke landen zou u daarbij aandoen? Wat is het totale budget voor de ontradingscampagnes? Wat is de evaluatie en wat zijn de resultaten van de voorbije ontradingscampagnes van uzelf, maar ook van uw voorganger? Merkt u dat er effectief minder mensen naar hier komen, nadat u zo’n campagne hebt gevoerd? Op welke manier meent u in de toekomst nog ontradingscampagnes te zullen voeren?

 

15.02  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik vond het vreemd dat u naar Kameroen ging omdat Kameroeners niet aan de top staan inzake het aantal bevelen om het grondgebied te verlaten, noch in de top 10 zitten van illegalen in de gevangenis en evenmin in de top 10 van de meeste asielaanvragen. Volgens mij is Kameroen dus niet echt een topprioriteit. Er zijn andere landen waarop wij ons beter zouden focussen.

 

Los daarvan kunt u voor elk initiatief dat u neemt rekenen op de steun van de grootste fractie in het Parlement.

 

Mevrouw de staatssecretaris, hoe is uw bezoek verlopen? Wat stond op de agenda? Welke concrete resultaten werden geboekt?

 

Is er zicht op een terugnameakkoord, want daarover gaat het toch? Werd er minstens een MoU ondertekend? Welke engagementen heeft Kameroen formeel geconcretiseerd? Werden er afspraken gemaakt over de rol van de Dienst Vreemdelingenzaken en Buitenlandse Zaken inzake de fraude bij de aanvraag van studentenvisa en verblijfsvergunningen, alsook in verband met de fraude bij gezinsherenigingaanvragen?

 

Zijn er opvolgingsafspraken gemaakt? Ik denk hierbij aan een nieuwe missie, een tegenbezoek van de Kameroense regering aan België?

 

Welke andere resultaten werden er eventueel nog geboekt?

 

Is het dossier van de Kameroener Scott Manyo, dat de Vlaamse publieke opinie heeft beroerd, ter sprake gekomen? Zo ja, wat is het resultaat van dit gesprek?

 

15.03 Staatssecretaris Maggie De Block: Mevrouw de voorzitter, zoals andere campagnes in het verleden legt ook deze campagne de nadruk op het respect voor legale procedures om naar ons land te komen en op de risico’s van een illegaal verblijf in België. Momenteel lopen er campagnes in de Democratische Republiek Congo, Guinee, en op de Balkan in Kosovo, Albanië en Macedonië, waar ik vorige week naartoe ben geweest. Deze campagne was door de Dienst Vreemdelingenzaken al gepland en kadert in het groeiende aantal vragen, niet alleen bij de studentenvisa die de laatste jaren sterk zijn toegenomen, maar ook bij de asielaanvragen die door Kameroeners in ons land worden ingediend. De asielaanvragen van Kameroeners rukken stilletjes op in onze statistieken. Momenteel staan zij op de achtste plaats met 46 tot 50 aanvragen per maand. Vorig jaar stonden zij niet in onze top 10 en waren er slechts 30 aanvragen per maand. Thans groeien de aanvragen van 30 naar 50 per maand.

 

In 2009 werden er 1 252 aanvragen voor studentenvisa ingediend, waarvan er 511 werden toegekend. In 2010 waren er 1 155, waarvan er 519 werden goedgekeurd. In 2011 waren er 1 337 aanvragen, waarvan er 559 werden goedgekeurd. Wij merken dus een stijging van het aantal visumaanvragen. Bovendien noteerden wij in 2011 een stijging met 60 % van de asielaanvragen. Deze missie had dus zeker zin. Weliswaar staan Kameroeners niet in de top 10 van degenen die zich in onze gevangenissen bevinden en gaat het niet in het bijzonder om criminelen. Toch was deze missie zeker zinvol.

 

Op geen enkel moment werd er gesproken over de uitzonderlijke situatie van Scott Manyo, hoewel hij Kameroens is. In één artikel dat mij daarna door het consulaat werd bezorgd, vond ik wel een klein zinnetje over één dossier dat wij een speciale behandeling hadden gegeven met een tijdelijk verblijf tot na de studies van betrokkene. Zij zijn er dus wel degelijk van op de hoogte, maar er werd door niemand over gesproken.

 

Samen met de directeur-generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken had ik het genoegen om de minister van Buitenlandse Zaken aldaar te ontmoeten, alsook de délégué général à la Sûreté nationale, eigenlijk het hoofd van de politie. Die autoriteiten hebben hun steun volledig verleend aan de ontradingscampagne, niet alleen tijdens de gesprekken, maar ook in de gezamenlijke perscontacten nadien.

 

Zij hebben ook hun medewerking verzekerd voor het sluiten van een memorandum of understanding om een kader te scheppen inzake de samenwerking, onder andere op het vlak van de identificatie en snellere afgifte van reisdocumenten tussen beide landen. Daarvoor waren wij al lang vragende partij. De onderhandelingen voor dat MoU zullen in de nabije toekomst starten.

 

De délégué général à la Sûreté nationale heeft ook besproken welke maatregelen zij nemen tegen valse attesten en dergelijke, die vroeger al door ons gedetecteerd werden. Wij zien bijvoorbeeld meerdere studenten die beweren een bepaald niveau te hebben, waardoor zij in ons land toegang krijgen tot ons hoger onderwijs. Als zij uiteindelijk op onze schoolbanken zitten, dan blijken zij niet het niveau te behalen dat zij beweren te hebben, wat natuurlijk al een eerste obstakel is voor het volgen van hoger onderwijs. Wij moeten nochtans zeggen dat Kameroeners talrijk aanwezig zijn in onze universiteiten, in onze opleidingen. Verschillenden onder hen voleindigen hun opleiding hier ook.

 

Vanaf dit jaar heb ik een budget ter beschikking van 900 000 euro voor alles in verband met ontradingscampagnes. Dat budget dient ook voor ontradingscampagnes ter plaatse en de opvolging ervan. In bijvoorbeeld Kosovo en Albanië ging het om een project van drie jaar waar verschillende aspecten aan te pas kwamen.

 

De effecten van de ontradingscampagnes zijn duidelijk merkbaar en het is dan ook belangrijk dat de campagnes herhaaldelijk plaatsvinden. Ook de lokale autoriteiten moeten constant verder werken aan de preventie en aan het nemen van maatregelen, omdat mensen inventief zijn in het vinden van mogelijkheden om naar hier te komen.

 

U vroeg naar cijfers. Voor Bosnië-Herzegovina viel de asielinstroom van 1 111 in september 2011 terug naar 14 in november 2011.

 

In oktober 2011 vroegen ook 342 Albanezen asiel aan, in november 2011 slechts 96. Dat is ook vóór en na de preventiecampagne.

 

Ik gebruik dezelfde technieken als mijn voorganger, met de expertise die de Dienst Vreemdelingenzaken heeft opgebouwd. Na grondige analyse van nationaliteit, doelgroep en keuze van aangepaste communicatiemethodes en -kanalen wordt een campagne zorgvuldig gepland, eventueel met een partner zoals IOM.

 

In Kameroen hebben wij bijvoorbeeld een ngo van daar gebruikt, SMIK. De partners kunnen dus nogal verschillen en zijn ingebed in lopende maatregelen, bijvoorbeeld op het vlak van terugkeer.

 

Ik denk dat een eerlijk gesprek met de bevoegde ministers een goede manier is om de medewerking te bespoedigen en om onze diplomatieke diensten beter te laten samenwerken.

 

Ik hoop dan ook dat mijn aanwezigheid daar inderdaad een meerwaarde zou kunnen geweest zijn in deze preventiecampagne omdat ik op deze manier ook de boodschap op een directe wijze kenbaar kan maken aan de autoriteiten en de doelgroepen. Het is echter nog te vroeg om dat te zeggen.

 

Ik heb daarbij geen taboes gekend. Ik heb gesproken over de middelen die wij inzetten, over onze gewijzigde procedure en over de middelen die wij inzetten op de vrijwillige terugkeer. Ik heb ook gesproken over de gedwongen terugkeer, die toch altijd een stok achter de rug blijft en waar zij nogal huiverachtig tegenover staan.

 

Wat betreft readmissie, hebben wij met Kameroen geen probleem. Wij hebben al Kameroeners teruggestuurd. Het maximum aantal dat wij in een keer terugzenden, is acht. Dat is om organisatorische redenen bij gedwongen terugkeer.

 

15.04  Karin Temmerman (sp.a): Mevrouw de staatssecretaris, gezien de omstandigheden dank ik u voor uw uitvoerig antwoord.

 

15.05  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord. Het is afwachten op de resultaten van uw missie. Wij zullen zien of het effectief zal helpen. Ik schrik wel van de sterke stijging bij Kameroen. In die zin is het opportuun dat u er bent geweest.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 12129 van mevrouw Warzée-Caverenne wordt omgezet in een schriftelijke vraag. Vraag nr. 12133 van de heer Logghe wordt uitgesteld.

 

16 Questions jointes de

- Mme Juliette Boulet à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "la protection subsidiaire aux réfugiés syriens" (n° 12221)

- Mme Nahima Lanjri à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "les demandes d'asile des candidats réfugiés en provenance de Syrie" (n° 12305)

16 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Juliette Boulet aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de subsidiaire bescherming voor Syrische vluchtelingen" (nr. 12221)

- mevrouw Nahima Lanjri aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de asielaanvragen van kandidaat-vluchtelingen uit Syrië" (nr. 12305)

 

16.01  Juliette Boulet (Ecolo-Groen): Madame la présidente, madame la secrétaire d'État, la situation en Syrie a atteint des sommets de violence inouïe, notamment depuis le massacre de Houla, où tous les facteurs de preuve laissent à penser – c'est à présent officiellement reconnu – que l'on a affaire à des affrontements confessionnels et à une situation de guerre civile sur le terrain.

 

Face à cela, la communauté internationale a réagi et intensifie la pression sur différents aspects et sur différents pays. On parle, désormais, d'intervention militaire ou pseudo militaire au sol. Ceux qui ont de la chance ou une opportunité tentent de fuir dans les pays limitrophes, voire un peu plus loin, chez nous.

 

Madame la secrétaire d'État, le statut de protection subsidiaire est "accordé à l'étranger qui ne peut être considéré comme un réfugié et qui ne peut pas bénéficier de l'article 9ter, et à l'égard duquel il y a de sérieux motifs de croire que, s'il était renvoyé dans son pays d'origine ou, dans le cas d'un apatride, dans le pays dans lequel il avait sa résidence habituelle, il encourrait un risque réel de subir des atteintes graves, et qui ne peut pas ou, compte tenu de ce risque, n'est pas disposé à se prévaloir de la protection de ce pays et ce, pour autant qu'il ne soit pas concerné par les clauses d'exclusion".

 

La législation précise par ailleurs que "en cas de conflit armé interne ou international, la personne ne doit pas prouver qu'elle est visée personnellement par les combattants". Il apparaît que le caractère personnel du risque renvoie plus au caractère individuel de l'examen qu'à une exigence de ce que la personne soit visée à titre personnel par la menace.

 

Madame la secrétaire d'État, des personnes ayant quitté la Syrie peuvent-elles bénéficier de la protection subsidiaire en Belgique? Le CGRA pratique-t-il cette politique à l'égard des Syriens? Si non, pourquoi pas? Si oui, bénéficient-ils d'une procédure accélérée?

 

16.02  Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, ik denk dat iedereen die de beelden van het geweld in Syrië op televisie ziet, echt geschokt is, en zeker ook over het folteren en het doden van kinderen.

 

Het is dan ook niet te verwonderen dat heel wat mensen Syrië hebben verlaten. De mensen die vluchten, bevinden zich vaak in de onmiddellijke omgeving en blijven in Afrika of de buurlanden. Een deel daarvan komt ook naar Europa. We zien dan ook dat het aantal asielaanvragen uit Syrië in Europa is gestegen. Ook in ons land is het aantal kandidaten sterk toegenomen.

 

Toch stellen wij vast dat het aantal beslissingen in de aanvragen van Syrische vluchtelingen van het CGVS nog steeds zeer laag blijft. Dit jaar waren er eind april 169 aanvragen en slechts 21 beslissingen, waarvan 19 erkenningen tot vluchteling.

 

In antwoord op vorige vragen over deze kwestie hebt u geantwoord dat er dit jaar wel reeds repatriëringen naar Syrië gebeurden. De laatste repatriëring dateerde toen van eind maart.

 

Mevrouw de staatssecretaris, welke visie hanteert het CGVS met betrekking tot de asielaanvragen van Syrische vluchtelingen? Wordt tegelijkertijd onderzocht of zij subsidiaire bescherming krijgen?

 

Wat is de reden voor het lage aantal beslissingen met betrekking tot asielaanvragen uit Syrië, rekening houdend met het aanzienlijke aantal aanvragen?

 

Is het correct dat het CGVS een tijdlang geen aanvragen uit Syrië heeft behandeld? Zo ja, wat is hiervan de reden?

 

Werden er sinds eind maart en de toename van het geweld in Syrië nog mensen naar Syrië gerepatrieerd? Hoeveel mensen werden gerepatrieerd?

 

16.03  Maggie De Block, secrétaire d'État: Madame Boulet, je tiens tout d'abord à préciser que, lors de l'examen d'une demande d'asile par le CGRA, le principe de la primauté du statut de réfugié au sens de la Convention de Genève prévaut. Autrement dit, dans le cadre du traitement individuel d'une demande d'asile, le CGRA examine toujours de prime abord s'il y a lieu de reconnaître ce statut. Si ce n'est pas le cas, il va ensuite vérifier si un statut de protection subsidiaire peut être accordé en raison d'un risque réel d'atteintes graves.

 

Het aantal asielaanvragen uit Syrië schommelde in de eerste 5 maanden van 2012 rond 40 per maand. Dit klopt met uw cijfers en het ligt in de lijn met het aantal asielaanvragen dat in 2011 werd ingediend. In het totaal waren er toen 555, of zo’n 45 per maand.

 

Het Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen heeft de afgelopen maanden niet alle Syrische dossiers systematisch behandeld. De reden hiervoor is de uiterst complexe situatie in het land. Er is gebrek aan informatie en er zijn verschillen van regio tot regio. Dat maakte de beoordeling en de eventuele toekenning van de status van subsidiaire bescherming, en het wel of niet sprake zijn van een gewapend conflict, complex. Men moet er tevens rekening mee houden dat vele Syrische asielzoekers die in België een aanvraag indienen, niet afkomstig zijn uit steden of regio’s die met geweld geconfronteerd zijn.

 

Gedurende een bepaalde periode werd de behandeling van Syrische dossiers door het Commissariaat-Generaal onderbroken en on hold geplaatst. Intussen worden de Syrische dossiers opnieuw behandeld, maar met voorrang voor personen die duidelijk nood aan bescherming hebben. De voorbije 2 maanden – april en mei – werden er nog 22 beslissingen genomen, waarvan de meeste hebben geleid tot erkenning van de status van vluchteling.

 

La situation qui prévaut actuellement en Syrie est particulièrement complexe. C'est également le cas pour un contrôle éventuel de l'octroi d'un statut de protection subsidiaire.

 

En tout état de cause, un examen individuel de ces dossiers par le CGRA s'avère toujours nécessaire pour pouvoir, notamment, déterminer si les demandeurs d'asile concernés sont des civils; en effet, seuls ces derniers peuvent bénéficier d'un statut de protection subsidiaire. Ce n'est donc pas le cas pour les combattants.

 

Pour ce qui concerne l'appréciation du risque réel d'être la victime d'une violence aveugle, il sera, d'après mes informations, nécessaire d'opérer une distinction selon la région d'origine du demandeur d'asile, la situation pouvant être très différente d'une région à l'autre.

 

Enfin, pour le moment, il n'est pas question d'instaurer une procédure accélérée concernant les dossiers d'asile des ressortissants syriens. Par ailleurs, depuis fin mars 2012, personne n'a été expulsé vers la Syrie.

 

16.04  Juliette Boulet (Ecolo-Groen): Madame la présidente, je remercie Mme la secrétaire d'État pour ses réponses.

 

J'ai lu, en parcourant les questions posées précédemment, que tous les dossiers avaient été gelés, hormis trois cas d'expulsion vers la Syrie. Mais, depuis lors, il est vrai qu'il n'y en a plus eu.

 

Ce qui est intéressant dans la protection subsidiaire, c'est qu'il ne faut pas être individuellement visé. C'est vraiment la situation sur le terrain qui prévaut. Or, encore aujourd'hui, les observateurs de l'ONU quittent la Syrie car la situation est devenue trop dangereuse; il en va de leur sécurité.

 

J'entends bien qu'il faut examiner la situation et tenir compte du fait qu'elle peut varier d'une région à l'autre. Mais, en Syrie, l'état de guerre civile et confessionnelle règne partout.

 

J'espère donc que le CGRA se montrera attentif à accorder la protection subsidiaire à toutes les personnes qui ne répondraient pas aux conditions pour obtenir le statut de réfugié. En effet, comme vous l'avez dit, la situation dans ce pays est très complexe et met en danger toutes les populations.

 

Demain, nous rencontrerons, dans ce parlement, un réfugié qui a été victime de graves tortures. Il apportera sans doute son témoignage quant à l'accueil qu'il a reçu en Belgique, mais aussi quant à la situation déplorable qui règne partout sur le territoire syrien.

 

16.05  Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, ik begrijp dat men omzichtig te werk moet gaan. Ik begrijp ook dat wij mensen die geen erkenning kunnen krijgen tot vluchteling via het statuut van subsidiaire bescherming geval per geval en situatie tot situatie moeten bekijken. Dat klopt.

 

Het is anderzijds ook belangrijk dat er voortgang wordt gemaakt met de dossiers zodat zij niet blijven liggen. Het gerucht dat een tijd lang aanvragen uit Syrië niet werden behandeld, klopt dus. Op het terrein geeft dat ongerustheid. Die mensen worden niet erkend als vluchteling en zij krijgen evenmin subsidiaire bescherming.

 

Het moet duidelijk zijn van bij het begin dat mensen die misbruik maken van de situatie geen subsidiaire bescherming kunnen krijgen om op die manier te ontraden dat mensen uit veilige gebieden hierheen komen in de hoop subsidiaire bescherming te krijgen. Ik denk dat dit de reden is waarom het langer duurt, namelijk dat men onderzoekt of er in dat bepaald gebied een conflict is en of het gevaarlijk is. Dat is belangrijk.

 

Het valt me op dat in dit jaar slechts tweeëntwintig mensen uit Syrië werden erkend. Dat is bijzonder weinig, als men weet dat er maandelijks een veertigtal dossiers binnenkomen. Ondertussen zijn we zes maanden verder. Tweeëntwintig dossiers op zes maanden tijd is geen groot aantal. Dat baart me wel zorgen. Is men op het Commissariaat een achterstand aan het creëren, als men dit zolang laat duren?

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La réunion publique de commission est suspendue de 17.58 heures à 18.06 heures.

De openbare commissievergadering wordt geschorst van 17.58 uur tot 18.06 uur.

 

17 Interpellatie van de heer Theo Francken tot de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "het gesloten centrum voor illegalen 'de Caricole'" (nr. 49)

17 Interpellation de M. Theo Francken à la Secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "le centre fermé pour illégaux 'caricole'" (n° 49)

 

17.01  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, ik heb u al verschillende keren ondervraagd over het gesloten centrum “de Caricole”.

 

Ik had vorige keer ook aangekondigd dat ik een brief naar het Rekenhof zou sturen. Zoals u weet is het Rekenhof een zeer bekwame instelling die haar huiswerk goed maakt. Uit het antwoord dat het Rekenhof mij bezorgde blijkt dat er toch wel wat verkeerd is gelopen, in die zin dat er een onverantwoord hoge beschikbaarheidvergoeding is gevraagd. Het ging om een rendement van bijna 10 %, terwijl uit verslagen van deskundigen blijkt dat dit voor zo’n gebouw op de markt in de Vlaamse Rand maximaal tussen 6,5 en 7,5 % mag zijn.

 

Ik heb uw collega hierover al geïnterpelleerd. De naamstemming over de moties ingediend tot besluit van die interpellatie staat op de agenda van de plenaire vergadering van volgende donderdag. Ik zal het dus kort houden.

 

Ik wil u wel nog enkele vragen stellen over de operationele werking. Als ik het mij goed herinner hebt u in deze commissie trouwens al toegegeven dat het dossier van "de Caricole" niet meteen een voorbeeld is van goed bestuur. De behandeling van dit dossier roept wel wat vragen op. Wij zien dat er met geld is gesmeten. Op een bepaald moment werden de klinken zelfs aan de binnenkant van de celdeuren geplaatst in plaats van aan de buitenkant. Dat zijn toch verhalen voor het Belgisch blunderboek. Dat is zeer pijnlijk, zeker voor de diensten van uw collega, staatssecretaris Verherstraeten.

 

Mevrouw de staatssecretaris, wat zijn de gevolgen voor de Dienst Vreemdelingenzaken van deze vertraging om “de Caricole” in gebruik te kunnen nemen?

 

Ten tweede, leed de Dienst Vreemdelingenzaken hierdoor becijferbare schade omdat men verplicht was om degenen die terugkeerden elders onderdak te bieden? Zo ja, welke maatregelen moest de Dienst Vreemdelingenzaken nemen? Wat was de kostprijs ervan?

 

Ten derde, klopt het dat Brussels Airport Company wettelijk sowieso verplicht is om in infrastructuur te voorzien voor INADS of inadmissibles? Waarom wordt dit niet mee in rekening gebracht en betaalt de Staat ook hier meer dan het volle pond voor?

 

17.02 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer Francken, u hebt een veel uitgebreidere vraag ingediend maar ik heb begrepen dat u de andere vragen aan collega Verherstraeten hebt gesteld. Ik heb ook het verslag gelezen.

 

Het transitcentrum 127 bleef operationeel tot de verhuis naar het nieuwe transitcentrum “de Caricole”. Het is evident dat de mensen die daar opgevangen werden op een bepaalde dag, nadat de voorbereidingen getroffen waren, ook verhuisd werden. Vanaf 1 december 2011 nam de Dienst Vreemdelingenzaken de factuur over betreffende de nutsvoorzieningen aangezien het nieuwe centrum sindsdien de facto in gebruik werd genomen door de Dienst Vreemdelingenzaken teneinde de verhuis voor te bereiden en daar specifieke opleidingen voor het betrokken personeel te organiseren.

 

De Dienst Vreemdelingenzaken leed hierdoor geen schade vermits het centrum 127 en het INAD-centrum operationeel bleven tot de dag van de verhuis.

 

Op basis van artikel 9 van het KB van 21 juni 2004 dient Brussels Airport Company inderdaad onder meer in infrastructuur te voorzien voor ontvangst van de INADS. Het betreffende KB stelt echter niet dat dit kosteloos moet gebeuren. Er staat letterlijk “de houder stelt infrastructuur die hen noodzakelijk is ter hunner beschikking en verleent hen de diensten en de noodzakelijke inlichtingen voor zover de verleners van deze diensten er redelijker wijze behoefte aan hebben in het kader van de verlenging van deze openbare diensten na overleg, al dan niet mits betaling, rekening houdende met bestaande overeenkomsten en besluiten”. Dat gaat dus ook op voor de INADS dat het niet kosteloos moet gebeuren. De betaling gebeurt evenwel ingevolge een overeenkomst die gesloten werd tussen Regie der Gebouwen en Brussels Airport Company. U hebt de nodige uitleg over de overeenkomst gekregen van mijn collega, bevoegd voor de Regie der Gebouwen, staatssecretaris Servais Verherstraeten.

 

17.03  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord. U zegt dat het KB van 1999 niet bepaalt dat het kosteloos moet gebeuren of dat BAC dat moet betalen, maar het bepaalt ook niet dat BAC dat niet moet betalen. Het KB laat dit in het midden. Het is een gemiste kans dat dit toen niet werd bepaald. Volgens mij gebeurde dit nog onder de bevoegdheid van de heer Dewael. Hij zal hierover zelf niet hebben onderhandeld, maar zijn dienst kon toch op een bepaald moment hebben besloten om een verhouding 50-50 of 60-40 te weerhouden. Nu wordt alles door de Staat betaald.

 

Als men dat KB als wettelijk instrument heeft, dan kan men beslissen om er een fair deal over te maken, maar dat is dus niet gebeurd. Hierbij hebben we dus 2 miljoen euro weggegooid omdat het huurcontract al liep terwijl er nog geen ingebruikname was, wat ik persoonlijk ook niet begrijp. Daarnaast is ook de beschikbaarheidvergoeding veel te hoog, met een rendement van 10 %. Alle internationale rapporten en experts in vastgoed in de Brusselse regio zeggen dat dit ver boven de marktprijs is.

 

Ik dien bij deze een motie van aanbeveling in. Ik zal ze zelf voorlezen: "De Kamer, gehoord de interpellatie van heer Theo Francken en het antwoord van de staatssecretaris voor Asiel en Migratiebeleid, Maggie De Block, beveelt de staatssecretaris aan te vermijden dat de eigen administratie alternatieve opvangmogelijkheden dient te voorzien voor terugkeerders tengevolge van fouten gemaakt door andere overheidsdiensten, veel sneller tussen te komen in de aansprakelijkheidsdiscussie tussen de Regie der Gebouwen en Brussels Airport Company en voorbehoud te formuleren voor de eigen schade en, ten slotte, de schade die hierdoor door de DVZ geleden wordt veel sneller te begroten en door te rekenen aan de Regie der Gebouwen."

 

Moties

Motions

 

De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

 

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Theo Francken en luidt als volgt:

“De Kamer,

gehoord de interpellatie van de heer Theo Francken

en het antwoord van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie,

beveelt de staatssecretaris voor Asiel en Migratie aan:

- te vermijden dat de eigen administratie alternatieve opvangmogelijkheden dient te voorzien voor terugkeerders tengevolge van fouten gemaakt door andere overheidsdiensten;

- veel sneller tussen te komen in de aansprakelijkheidsdiscussie tussen de Regie der Gebouwen en Brussels Airport Company nv en voorbehoud te formuleren voor de eigen schade;

- de schade die hierdoor door de Dienst Vreemdelingenzaken geleden wordt veel sneller te begroten en door te rekenen aan de Regie der Gebouwen."

 

Une motion de recommandation a été déposée par M. Theo Francken et est libellée comme suit:

“La Chambre,

ayant entendu l’interpellation de M. Theo Francken

et la réponse de la secrétaire d’État à l’Asile et la Migration, à l’Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice

recommande à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration:

d'éviter que son administration n’ait à prévoir des structures d'accueil alternatives pour les candidats au départ à la suite d'erreurs commises par d'autres services publics;

d'intervenir beaucoup plus rapidement dans le litige sur les responsabilités entre la Régie des Bâtiments et Brussels Airport Company SA et de formuler des réserves concernant les dommages propres;

d'évaluer beaucoup plus rapidement les dommages subis de ce fait par l'Office des Étrangers et de les imputer à la Régie des Bâtiments."

 

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Luk Van Biesen.

Une motion pure et simple a été déposée par M. Luk Van Biesen.

 

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

 

Vraag nr. 12275 van mevrouw Jadin is uitgesteld. Vraag nr. 12314 van mevrouw Temmerman is eveneens uitgesteld, net als de samengevoegde vragen nrs 12384 en 12559 van de heer Jadot en mevrouw Genot.

 

18 Vraag van mevrouw Daphné Dumery aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "het herinvoeren van de visumplicht voor landen die hier eerder van werden vrijgesteld" (nr. 12447)

18 Question de Mme Daphné Dumery au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "la réintroduction de l'obligation de visa pour les pays qui en étaient dispensés auparavant" (n° 12447)

 

18.01  Daphné Dumery (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, mijn vraag handelt over het herinvoeren van de visumplicht voor landen die hiervan eerder werden vrijgesteld. In uitzonderlijke omstandigheden bestaat de mogelijkheid om een visumvrijstelling ongedaan te maken. Eurocommissaris Cecilia Malmström kwam hier opnieuw mee op de proppen. Andere lidstaten zoals Nederland hebben er ook al op aangedrongen.

 

Ik zal mijn vraag niet helemaal herhalen. Ik zou u echter willen vragen of er in de huidige omstandigheden landen zijn waarvoor België overweegt om de Commissie te verzoeken de visumplicht opnieuw in te voeren. Wat is de procedure voor het intrekken van een visumvrijstelling door de Commissie? Is het intrekken van een visumvrijstelling een tijdelijke of meer een semipermanente maatregel? Welke reactiesnelheid wordt vooropgesteld door de Commissie? Overweegt u een verzoek om voor de Balkanlanden de visumplicht opnieuw in te voeren?

 

18.02 Staatssecretaris Maggie De Block: Mevrouw Dumery, in 2010 heeft de Europese Commissie op vraag van haar lidstaten aangekondigd dat een suspension mechanism – een schorsingsmechanisme – zou worden uitgewerkt om, in geval van een migratietoestroom, de visumplicht via een versnelde procedure tijdelijk terug in te voeren. Ik heb sinds mijn aantreden de creatie ondersteund van een dergelijk mechanisme binnen de kortst mogelijke tijdspanne tijdens de besprekingen van de JAI. De besprekingen zitten momenteel in een finale fase tussen de Raad en het Europees Parlement.

 

Het ontwerp van deelakkoord over het schorsingsmechanisme ziet er momenteel als volgt uit. Het huidige compromis bepaalt dat lidstaten aan de Commissie kunnen melden wanneer zij over een periode van zes maanden, in vergelijking met de corresponderende periode van zes maanden van het vorig jaar, een plotse en substantiële stijging ervaren van het aantal geïntercepteerde illegale vreemdelingen, het aantal afgewezen asielzoekers, het aantal asielzoekers of het aantal geweigerde re-admissieaanvragen. De Commissie kan dan, rekening houdend met alle elementen, zoals het aantal getroffen lidstaten en de impact op de externe betrekkingen met het betrokken derde land, beslissen om al dan niet een voorstel van tijdelijke schorsing te lanceren.

 

Het eventuele voorstel van de Commissie dient te volgen binnen de drie maanden na de notificatie door een lidstaat. Indien een dergelijk voorstel wordt gelanceerd, kunnen de lidstaten vervolgens, op grond van de zogezegde implementing acts procedure, met een gekwalificeerde meerderheid beslissen om de tijdelijke schorsing van de vrijstelling goed te keuren. Er is in dit compromis dus geen medebeslissing vereist van het Europees Parlement. U weet dat dit in de pers al enige deining heeft veroorzaakt.

 

Deze tijdelijke schorsing bedraagt zes maanden. Vervolgens kan eventueel een voorstel volgen om het betrokken derde land definitief terug op de lijst van visumplichtige landen te plaatsen. Dit dient volgens de gewone codecisieprocedure te verlopen. In afwachting van een beslissing ter zake kan de tijdelijke schorsing met twaalf maanden worden verlengd.

 

Het mechanisme is momenteel nog niet van toepassing. Het moet nog verder worden besproken. Wij volgen dit op Europees niveau van nabij op. Bovendien is het nu nog niet mogelijk om er al gebruik van te maken.

 

Tijdens mijn bezoek aan de Balkanlanden heb ik gewezen op het bestaan van het reeds vergevorderde suspension mechanism dat momenteel in Europa wordt besproken.

 

18.03  Daphné Dumery (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, bedankt voor het heldere antwoord.

 

Mij frappeert de rol van de Europese Commissie hierin, maar daar kunt u niets aan doen. Een discussie in het Europees Parlement zit er misschien aan te komen. Vermoedelijk zal de JAI dit in september behandelen.

 

Er is een referentieperiode van zes maanden. Kan men bij een plotse stijging van asielzoekers uit een bepaald land de visumplicht tijdelijk herinvoeren? Gezien de manier waarop men in de Commissie in het Schengendebat een compromis heeft uitgewerkt vrees ik ervoor dat men dit in september opnieuw zal onderhandelen. Onze collega’s in het Europees Parlement kunnen misschien druk uitoefenen, maar ik vrees ervoor.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

19 Vraag van de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de terugnameovereenkomsten" (nr. 12498)

19 Question de M. Theo Francken à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "les accords de réadmission" (n° 12498)

 

19.01  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, bij het aantreden van de huidige regering en bij het bespreken van uw beleidsnota in de commissie hebt u meegedeeld dat op dat moment volop onderhandelingen aan de gang waren om een administratief akkoord met de hiernavolgende landen te realiseren: Afghanistan, Peru, Ivoorkust, Brazilië, China, Mongolië en Marokko.

 

De bedoeling was om te komen tot een sluitende terugnameovereenkomst, waarbij voornoemde landen zich akkoord verklaarden om de eigen onderdanen terug te nemen, indien zij in België niet langer legaal kunnen verblijven of nadat zij wegens strafbare feiten zijn veroordeeld.

 

Het is erg belangrijk. U weet dat de terugnameovereenkomsten een cruciale schakel zijn in de hele optimalisering van het terugkeerbeleid in België.

 

Ik heb de hiernavolgende vragen.

 

Ten eerste, kan u een stand van zaken geven van de onderhandelingen en resultaten? Graag kreeg ik zulks voor elk land afzonderlijk.

 

Ten tweede, graag hadden wij in het bijzonder een stand van zaken gekend van de onderhandelingen, het resultaat daarvan en de implementatie voor Marokko, dat een groot pijnpunt is.

 

Ten derde, in welke mate heeft de missie van de Dienst Vreemdelingenzaken van enkele maanden geleden concrete resultaten opgeleverd? Werden ze schriftelijk vastgelegd en reeds concreet gemaakt?

 

Ten vierde, hebt u tijdens uw contacten met Marokko kunnen vaststellen dat het land, ingevolge de invoering van de strengere wet op de gezinshereniging het bilaterale samenwerkingsakkoord wil inperken? Zo ja, welke acties hebt u ondernomen om de kritieken van Marokko te weerleggen?

 

Ten slotte, hebt u al een missie naar Algerije gepland, gezien het steeds toenemende aantal bevelen om het grondgebied te verlaten – in 2007 zaten wij aan een aantal van 1 500 bevelen, in 2011 waren het er al 5 000 – alsook gelet op het grote aantal illegale Algerijnen in de gevangenissen? In 2011 telden wij 646 dergelijke illegalen.

 

19.02 Staatssecretaris Maggie De Block: Mevrouw de voorzitter, mijnheer Francken, ik dank u voor uw vraag.

 

Ik zal u een stand van zaken geven van de hiernavolgende landen.

 

Voor Afghanistan werd het akkoord door twee van de betrokken Afghaanse ministeries, samen met de Verenigde Naties, goedgekeurd. De MoU werd echter de facto toegepast. Bovendien heb ik begin mei 2012 met mijn Afghaanse collega, de minister voor Migratie, hier in Brussel een ontmoeting gehad. Met hem heb ik een versterking van de samenwerking op het vlak van identificatie kunnen bereiken.

 

Voor Peru is de komende maanden een eerste onderhandelingsronde gepland.

 

Voor Ivoorkust is een tekstvoorstel intern klaar. Het zal binnenkort worden bezorgd.

 

Voor Brazilië ligt het voorstel van MoU, dat door Brazilië is neergelegd, nog ter studie. Er zijn echter weinig problemen inzake readmissie.

 

China heeft haar commentaren op een MoU over identificatieteams doorgestuurd. Ze worden momenteel bestudeerd.

 

Voor Mongolië heeft de Dienst Vreemdelingenzaken begin 2012 bij de Mongoolse autoriteiten een tekstvoorstel ingediend. Wij wachten nu op hun opmerkingen.

 

Voor het administratief akkoord met Marokko zijn de onderhandelingen over het laatste knelpunt aan de gang. Er zijn veel contacten met de Marokkaanse autoriteiten, zowel in België als in Marokko. Er wordt constant overleg gepleegd met de ambassadeur, de consuls-generaal, het Marokkaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en andere diensten. De tekst van het administratief akkoord wordt constant aangepast. Er zijn geen signalen dat Marokko het bilateraal samenwerkingsakkoord wil inperken als gevolg van de wijziging van de procedure van gezinshereniging.

 

Ten slotte, Algerije is inderdaad een prioritair dossier voor het Belgische verwijderingbeleid. De relaties met de Algerijnse autoriteiten betreffende identificatie en readmissie verlopen zeer moeizaam. Desondanks blijven mijn administratie en ikzelf ons inzetten om deze samenwerking met Algerije te verbeteren. Dit gebeurt natuurlijk in nauw overleg met het ministerie van Buitenlandse Zaken. Minister van Buitenlandse Zaken Reynders zal trouwens in juli een bezoek brengen aan Algerije en deze kwestie zal aangekaart worden.

 

Wordt vervolgd.

 

19.03  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, het wordt inderdaad zeker vervolgd. Wij zijn nu zeven maanden verder, de zomer komt eraan, het dossier van het terugkeercentrum ziet er niet goed uit en dit ziet er eerlijk gezegd ook niet goed uit.

 

Ik heb het misschien reeds verteld, maar ik wil u het volgende toch echt meegeven. Ik ben trouwens ook een boek aan het schrijven over migratie, binnen twee weken moet het af zijn. Bij de behandeling van de nieuwe wet op de gezinshereniging hebben wij een hele discussie gehad in het Parlement, waarbij de heer Bart Somers, mevrouw Karin Temmerman, mevrouw Nahima Lanjri en ik aan één zeel hebben getrokken en dat ging over het volgende.

 

Dat ging over het inschrijven van de bilaterale tewerkstellingsakkoorden in de wet. Op een bepaald moment heeft de heer Steven Vanackere, als minister van Buitenlandse Zaken, in de commissie gebeld naar mevrouw Nahima Lanjri om haar te dwingen om die wet niet mee goed te keuren, om dat voorstel van sp.a niet mee goed te keuren. Mevrouw Lanjri heeft gezegd dat hij de boom in kon en dat ze het toch mee zou goedkeuren.

 

De vrees was dat er een groot diplomatiek incident zou komen met Marokko. De heer Wathelet was natuurlijk iedereen aan het opjutten, hij was tegen die wet en hij was iedereen aan het opbellen. Dat mocht niet gebeuren, want er zou een gigantische rel ontstaan, de garnalen zouden niet meer gepeld raken enzovoort.

 

Wij hebben dat goedgekeurd en er is sindsdien niets gebeurd, geen diplomatieke rel, nul komma nul.

 

Ik leer daaruit één zaak. We moeten gewoon durven veel straffer te zijn tegen die landen, vooral Algerije en Marokko. Die regimes luisteren niet naar de zachte hand. Sorry, maar ik geloof daar niet meer in. Wij hebben dat 20 jaar geprobeerd. Dat werkt gewoon niet. Wij hebben nu 1 200 Marokkaanse en 650 Algerijnse gevangenen. Wij hebben er zes teruggestuurd. Ik weet dat minister Turtelboom haar best doet. Het is ook geen verwijt. Verhofstadt heeft het wel 12 jaar geleden beloofd. Na 12 jaar komt er nu toch eindelijk iets van.

 

Wij moeten gewoon veel harder durven zijn tegenover die landen. U hebt de instrumenten om hun arm om te wringen. Een diplomatieke rel? Sorry, maar zij hebben ons nog altijd veel meer nodig dan wij hen.

 

Weet u dat wij alleen al aan Marokko elk jaar meer dan 30 miljoen euro ontwikkelingssamenwerkingssteun geven? Waar zijn wij toch mee bezig? Wij geven aan die mensen per jaar meer dan 10 000 bevelen om het grondgebied te verlaten. Niemand raakt verwijderd. Dan zit er eens een Marokkaan op zo’n vliegtuig van Royal Air Maroc en dan komt die senatrice Saïdi nog eens tussenbeide. Dat is toch pure waanzin!

 

Ik hoop dat u er rekening mee houdt dat de N-VA echt wil dat dit veel forser wordt aangepakt, want bij de Marokkanen is er vaak heel veel tamtam, maar als puntje bij paaltje komt, houden zij zich wel koest.

 

19.04 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer Francken, ik zal uw boek met belangstelling lezen. Ik hoop alleen dat ik er geen hoofdrol in speel. Ik zal uw ijzeren hand misschien ooit nog eens meemaken, op het moment dat u minister of staatssecretaris voor Asiel en Migratie zult zijn.

 

19.05  Theo Francken (N-VA): Van een Belgische regering?

 

19.06 Staatssecretaris Maggie De Block: Van een Belgische regering.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

20 Vraag van de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de benoeming van de ambassadeur voor asiel en migratie" (nr. 12499)

20 Question de M. Theo Francken à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "la nomination de l'ambassadeur chargé de l'asile et de la migration" (n° 12499)

 

20.01  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, dit verhaal gaat over Claude Rijmenans, een diplomaat van MR-signatuur, die in september 2011 out of the blue ambassadeur werd voor Asiel en Migratie. De man was, als ik mij niet vergis, disciplinair teruggeroepen van zijn post in Midden-Europa, omdat hij zich daar niet helemaal correct had gedragen. Laat ik het eufemistisch zo stellen.

 

Hij moest fantastisch werk leveren voor Asiel en Migratie. Wij zijn nu 10 maanden verder en ik stel de opvolgingsvraag. Wat heeft die man al gedaan? Hoe verloopt de samenwerking? Welke werkafspraken zijn er? Welke conferenties heeft hij bijgewoond? Met welke ambassadeurs uit de landen van herkomst heeft hij onderhandeld over de terugkeer van uitgewezen asielzoekers?

 

Hoe garandeert u dat u en de ambassadeur in dezelfde richting werken en met dezelfde prioriteiten, zodat er sprake is van een effectieve samenwerking en van een meerwaarde?

 

20.02 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer Francken, de benoeming en de functie van de ambassadeur voor Asiel en Migratie, vallen net als die van andere ambassadeurs, onder de bevoegdheden van de minister van Buitenlandse Zaken. Ik vestig uw aandacht op het feit dat de functie bijna 20 jaar bestaat en dat zij steeds een meerwaarde heeft betekend voor mijn departement. Er is duidelijk een link met de andere departementen, en zeker tussen Buitenlandse Zaken en Asiel en Migratie. Het lijkt mij dus niet onnodig over een specifiek contactpunt bij de FOD Buitenlandse Zaken te beschikken.

 

De contacten met mijn collega van Buitenlandse Zaken zijn excellent, wat impliceert dat de ambassadeur ons beleid kent en bijdraagt tot de uitvoering ervan.

 

Ik heb al meermaals de ambassadeur, de heer Rijmenans, kunnen ontmoeten om overleg te plegen over onze gemeenschappelijke dossiers. Hij was ook aanwezig bij het bezoek van de Afghaanse minister aan ons land en bij de besprekingen in dat verband. Als ik het vraag, kan ik op hem een beroep doen. Soms neemt hij ook contact op, als er een moment van overleg met mijn kabinet nodig is. Hij neemt ook deel aan een aantal verschillende vergaderingen van gezamenlijk belang voor onze kabinetten, zoals onder andere de vergaderingen inzake de coördinatiegroep Terugkeer.

 

20.03  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, dank u voor uw antwoord.

 

Ik begrijp dat de samenwerking optimaal verloopt en dat die man fantastisch werk levert. Voorlopig zijn de resultaten wel redelijk beperkt. Als ik de vorige vraag zie, lijkt het dossier Afghanistan wel in orde te komen. Dat is een zeer goede zaak voor de strijdkrachten ginder. Er is wel een dubbel probleem: het memorandum of understanding en de terugnameovereenkomst gaan ook over talibanstrijders.

 

Wat de resultaten betreft – ik herhaal het – blijven wij voorlopig toch wel op onze honger. Ik wil u op uw woord geloven dat de samenwerking optimaal verloopt. Ik zal verheugd uitkijken naar de eerste grondige resultaten, vooral in verband met de Maghreblanden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

21 Samengevoegde vragen van

- de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de ontradingscampagnes in de Balkanlanden" (nr. 12500)

- de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de ontradingscampagne in Kosovo" (nr. 12531)

21 Questions jointes de

- M. Theo Francken à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "les campagnes de dissuasion menées dans les pays des Balkans" (n° 12500)

- M. Theo Francken à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "la campagne de dissuasion menée au Kosovo" (n° 12531)

 

21.01  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de voorzitter, ik zie dat twee van mijn vragen samengevoegd zijn, maar ik weet niet hoe dat precies verlopen is. Het maakt nu niet veel uit.

 

Mevrouw de staatssecretaris, ik wil u ondervragen over de ontradingscampagnes in de Balkan, waar u geweest bent.

 

Hoe ver staat het met die ontradingscampagnes? Wat is er precies gebeurd?

 

Indien u blijft vaststellen dat, spijts uw campagne, het aantal economische vluchtelingen niet daalt, overweegt u dan visumvereisten voor die landen? Zo neen, welke andere ontradingsmogelijkheden ziet u nog, opdat het aantal economische vluchtelingen uit de Balkan drastisch verminderd kan worden?

 

In de krant las ik dat u een toespraak hebt gehouden op een podium in Prizren. U hebt onder andere aan de aanwezige muziekliefhebbers verteld dat zij in België niets te zoeken hebben. Er stond daarvan een foto van u in Het Laatste Nieuws, die u ongetwijfeld ook gezien hebt. U hebt verklaard dat er 135 000 euro is uitgetrokken voor de ontradingscampagne.

 

Wat hebt u, buiten die bewuste podiumact, tijdens uw trip naar Kosovo nog ondernomen om de Kosovaren te ontraden om naar België te emigreren? Wie hebt u daar juist allemaal gesproken?

 

Welke meetbare effecten denkt u te bereiken met die campagne?

 

Tot slot heb ik nog een vraag over het geldbedrag. Komt dat geld van de Dienst Vreemdelingenzaken of zit er ook een deel in, bijvoorbeeld fiftyfifty, van Europa voor het Terugkeerfonds?

 

21.02 Staatssecretaris Maggie De Block: De preventiecampagnes ontraden kandidaat-migranten om illegaal te migreren door hen het Belgische standpunt over asielprocedures, behandeling van aanvragen door onderdanen uit Balkanlanden, de procedures voor terugkeerrisico’s verbonden aan illegaal verblijf, enzovoort uit te leggen

 

In Kosovo heb ik de minister van Binnenlandse Zaken, de heer Bajram Rexhepi, ontmoet. Op een gezamenlijke persconferentie hebben we verklaard dat Kosovo op een lijst van veilige landen staat. Dat betekent dat asielvragen binnen de vijftien dagen worden behandeld. Ik heb ook het bestaan van de medische filter in de medische regularisatie verklaard. Op radio, televisie en in de kranten heeft de Kosovaarse minister van Binnenlandse Zaken de boodschap uitgebreid gesteund dat er bijzonder weinig kans is op erkenning als asielzoeker en dat de toekomst van de Kosovaren in eigen land ligt.

 

Ik heb overleg gepleegd met de Kosovaarse minister voor Europese Integratie, mevrouw Vlora Citaku. Ik heb benadrukt dat België in de discussie over de visa-liberalisering een heel voorzichtige houding zal aannemen omdat het beducht is voor mogelijke misbruiken. De minister heeft ons geantwoord dat zij zelf twee campagnes organiseren om de Kosovaren te sensibiliseren over de voorwaarden van visumvrij reizen en te waarschuwen voor de gevolgen van illegale migratie.

 

Verder vond een werkvergadering plaats met de Internationale Organisatie voor Migratie over de preventiecampagne die zij voor België hebben uitgewerkt en die niet alleen in Kosovo loopt maar ook in Macedonië. Het verstrekken van informatie aan de bevolking en de plaatselijke autoriteiten over de risico’s van illegale migratie en het feit dat ze bijzonder weinig kans maken om erkend te worden staan centraal in deze drie jaar durende campagne.

 

Mijn uiteenzetting op een muziekfestival in Prizren was geen podiumact, zoals u beweert, maar een heel korte, krachtige toespraak die kaderde in deze campagne van de Internationale Organisatie voor Migratie, die specifiek gericht is op jongeren die denken aan migreren.

 

De Internationale Organisatie voor Migratie heeft in dit raam ook verschillende community meetings georganiseerd met de lokale autoriteiten en de vertegenwoordigers van de minderhedengroepen om de boodschap tot bij de potentiële migranten te brengen.

 

In Albanië heb ik overleg gepleegd met de vice-minister van Binnenlandse Zaken, Avenir Peka. Ook hier volgde een gezamenlijke persconferentie onder massale media-aandacht. De boodschap van België was dezelfde als in Kosovo.

 

Daarna heb ik ook nog een werkvergadering gehad met de directeur-generaal van de Albanese staatspolitie. Hier is het misbruik van de asielprocedure op basis van valse of vervalste certificaten over bloedwraak of reistoelatingen ter sprake gekomen.

 

In november 2011 is de directeur-generaal van de Belgische Dienst Vreemdelingenzaken naar Albanië gereisd om de aandacht te vestigen op deze problematiek.

 

Het resultaat is dat de staatspolitie een aantal onderzoeken heeft opgestart tegen zowel burgemeesters als ambtenaren. Wij hebben erop aangedrongen dat de staatspolitie haar werk tegen deze wanpraktijken voortzet en erop toeziet dat de lokale politiediensten ook dergelijke onderzoeken voeren.

 

Ik ben daarop naar Shkodër gereisd, waarvan 90 % van de Albanese asielzoekers in België komen. Dat is een meer noordelijk gelegen provincie. Daar had ik een vergadering op de prefectuur met de vrouwelijke prefect, het hoofd van de politie en alle burgemeesters van het district. Ook hierna was een door hen georganiseerde persconferentie belegd, waar ik de pers te woord heb gestaan.

 

In tegenstelling tot Kosovo waar de procedure voor het verkrijgen van visumliberalisering nog maar net is gestart, geniet Albanië al sedert eind 2010 een visumvrij regime. Zoals eerder gezegd is dat een Europese bevoegdheid.

 

Na twee golven van visumliberaliseringen in 2009 en 2010 is op Europees niveau besloten om een tijdelijk opschortingmechanisme van de visumliberalisering te creëren voor het geval dat asielsystemen van de onthaallanden te zeer onder druk komen te staan. Uw collega heeft mij daarover net bevraagd. Ik verwijs dan ook naar het antwoord op haar vraag om de finesses van dat opschortingmechanisme te kennen.

 

Omdat u verwijst naar de bezoeken van mijn voorganger, de heer Wathelet, kan ik tot slot alleen zeggen dat uit de cijfers blijkt dat positieve resultaten werden geboekt. Hij heeft in maart 2010 een bezoek gebracht aan de regio, toen het aantal asielaanvragen van Servische en Macedonische onderdanen respectievelijk 330 en 401 bedroegen. Dat niveau werd nooit meer bereikt. Hij heeft eveneens in oktober 2010 de regio bezocht. Zoals ik reeds heb gezegd, is het bij elke preventieve campagne nodig om regelmatig de boodschap te herhalen.

 

21.03  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Ik begrijp dat u echt geloof hecht aan die preventiecampagnes. De medische sector heeft daar blijkbaar iets mee te maken. Ik ben zelf ietwat kritisch over preventiecampagnes.

 

Als men echter de cijfers analyseert, blijkt het niet helemaal een mislukking. De vraag is natuurlijk of de reden is dat de heer Wathelet daar naartoe is gegaan of misschien is er een andere reden. Dat weet men niet op voorhand.

 

Voor Kosovo moet de toestroom nog beginnen, want op het moment dat de visumliberalisering er komt, zullen zeker de eerste maanden heel veel mensen hun geluk in het Westen komen beproeven. Dat zal ook in België het geval zijn, als men weet dat er een zeer grote Kosovaarse gemeenschap in Namen is. Die mensen zullen dus zeker naar hier komen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 12539 van de heer Logghe is uitgesteld. Vraag nr. 12545 van mevrouw Smeyers is eveneens uitgesteld.

 

22 Vraag van de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de malaise bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen" (nr. 12598)

22 Question de M. Theo Francken à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "le malaise au sein du Conseil du Contentieux des Étrangers" (n° 12598)

 

22.01  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik zou u een aantal vragen willen stellen over de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Er zijn daar wat problemen. Ik heb u daar in de plenaire vergadering enkele weken geleden al vragen over gesteld. Ik zie dat er in mijn vraag een naam is geslopen, wat niet de bedoeling was. Ik zal het gewoon hebben over de eerste voorzitter.

 

Sinds eind april 2012 is er serieuze onenigheid tussen de eerste voorzitter en een deel van zijn magistraten. Op de vraag tot verlenging van zijn mandaat stemde een nipte meerderheid tegen. Een opzegtermijn van 9 maanden dient nog te worden uitgedaan. Het is mij echter niet duidelijk, gezien de tegenstrijdige geruchten, of de eerste voorzitter momenteel nog als ontslagnemende in dienst is en de RvV dus nog steeds leidt.

 

Ik kom dan bij mijn vragen. Ten eerste, graag een situatieschets van het woelige verloop van de afgelopen maanden aan de top van de RvV.

 

Ten tweede, klopt het dat de eerste voorzitter nog steeds in dienst is als ontslagnemende?

 

Ten derde, zo ja, hoe verloopt de werking van de RvV gelet op de veelvuldige conflicten in het verleden? Is de toestand terug genormaliseerd of niet?

 

Ten vierde, indien de eerste voorzitter niet langer meer in dienst is, wie leidt dan momenteel de RvV?

 

Ten vijfde, wat is de stand van zaken met betrekking tot de aanstelling en aanwerving van een nieuwe eerste voorzitter?

 

Ten zesde, hoe staat het met de discussie over de werklast? Wat is uw standpunt? Er wordt immers gezegd dat dit een van de aanleidingen was waarom de Franstaligen zo fulmineerden tegen de eerste voorzitter, omdat zij zogezegd zo hard zouden werken terwijl de Vlamingen evenveel dossiers per dag moeten doen. Maar goed, dat zal dan wel met de cultuur te maken hebben.

 

Ten slotte, graag een gedetailleerd overzicht van het verschil in achterstand tussen Nederlandstalige en Franstalige dossiers. Klopt het dat de Franstaligen meer werk hebben? Klopt het dat ze meer achterstand hebben?

 

22.02 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer Francken, aangezien het mandaat van korpschef van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen ten einde loopt op 1 juni 2012, heeft de houder ervan op 22 maart de hernieuwing van het mandaat gevraagd op de algemene vergadering van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, overeenkomstig artikel 39/24, § 3, van de vreemdelingenwet.

 

De algemene vergadering heeft het onderzoek van die aanvraag gestart op 25 april 2012 en formeel afgesloten op 3 mei 2012, door akte te nemen van de terbeschikkingstelling van zijn mandaat door de betrokkene, bij brief van 27 april, of met andere woorden van het ontslag van de eerste voorzitter.

 

Aangezien het mandaat van korpschef dient te worden begeven, heeft de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen een kandidaatoproep laten publiceren in het Belgisch Staatsblad van 4 juni. Overeenkomstig artikel 29.34, § 4, van de vreemdelingenwet zal het mandaat van de huidige korpschef pas worden beëindigd op het moment van de aanstelling van de nieuwe korpschef, zonder dat die termijn meer dan negen maanden mag bedragen.

 

De huidige korpschef is en blijft derhalve volledig werkzaam bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen en oefent ook alle bevoegdheden van zijn mandaat uit voor de maximale duur van negen maanden. Gedurende de betreffende periode worden de werkzaamheden van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen op geen enkel moment opgeschort of onderbroken, op welke manier dan ook, en verlopen de werkzaamheden zoals in het verleden.

 

Behoudens verhindering, verlof of afwezigheid, in welk geval de eerste voorzitter tijdelijk wordt vervangen door de voorzitter overeenkomstig artikel 39, 6°, § 1, van de vreemdelingenwet, blijft de eerste voorzitter volledig werkzaam bij de raad en oefent hij alle bevoegdheden van zijn mandaat uit.

 

Zoals eerder werd gezegd in antwoord op de eerste vraag, is er in het Belgisch Staatsblad een vacaturebericht verschenen van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen op 4 juni 2012 om kandidaten voor het mandaat van korpschef te solliciteren. De kandidaturen kunnen worden ingediend tot 31 juli. In het huidige stadium is de raad belast met de procedure van benoeming van een nieuwe korpschef.

 

Wat de werklast betreft, verwijs ik naar de audit betreffende de asielprocedure. Die wordt thans uitgevoerd conform de beslissing van de Ministerraad van 17 november. Het project zit in de eerste fase. Er zijn drie fases van zes, acht en tien weken. Bij de raad werden verschillende werkgroepen opgericht, die aangelegenheden als, onder meer, de werklast bespreken.

 

Ik kan niet anticiperen op de audit om op het resultaat van de werkzaamheden een voorafname te doen.

 

De cijfers tonen dat de instroom van het aantal beroepen verschilt naargelang de taalrol. De Franse taalrol krijgt meer beroepen dan zij dient te behandelen.

 

22.03  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, hebt u geen concrete cijfers in antwoord op mijn laatste vraag over de achterstand?

 

22.04 Staatssecretaris Maggie De Block: (…)

 

22.05  Theo Francken (N-VA): Goed. Dank u.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 18.47 uur.

La réunion publique de commission est levée à 18.47 heures.