Commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique

Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt

 

du

 

Mercredi 15 février 2012

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Woensdag 15 februari 2012

 

Namiddag

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.18 uur en voorgezeten door de heer Siegfried Bracke.

La séance est ouverte à 14.18 heures et présidée par M. Siegfried Bracke.

 

De voorzitter: Vragen nr. 9081 en nr. 9088 van mevrouw Smeyers worden omgezet in schriftelijke vragen.

 

01 Question de Mme Valérie Warzee-Caverenne à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "l'intervention financière de Fedasil aux communes qui ont un centre ouvert pour l'accueil des demandeurs d'asile sur leur territoire" (n° 9263)

01 Vraag van mevrouw Valérie Warzee-Caverenne aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de financiële tegemoetkoming van Fedasil voor gemeenten met een open opvangcentrum voor asielzoekers op hun grondgebied" (nr. 9263)

 

01.01  Valérie Warzee-Caverenne (MR): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, dans la justification du Budget général des dépenses pour 2012, section 44, nous avons pu noter qu'au chapitre 53 relatif à l'intervention de l'État dans l'accueil des demandeurs d'asile par des tiers, le poste 533.05 "Subsides aux communes", il est précisé que, pour 2012, le budget accordé ne permet pas d'octroyer une intervention de 247,9 euros par place mise à disposition en 2011.

 

Aucune information quant à la suppression de cette intervention n'ayant été communiquée aux communes concernées, ces dernières ont inscrit dans leur budget 2012 le même montant que celui qui leur avait été octroyé en 2011. Je rappelle que ce montant est prévu pour couvrir les frais de fonctionnement et de personnel liés au surcroît de travail administratif des services communaux et du CPAS engendré par la présence d'un centre dans une commune.

 

Madame la secrétaire d'État, pouvez-vous me dire si cette intervention est effectivement supprimée ou diminuée? Dans le cas d'une suppression, pourriez-vous nous dire pourquoi et par quel autre département ces montants seront pris en charge? Dans le cas d'une diminution, pourriez-vous nous dire dans quel délai les communes seront informées des montants à inscrire réellement au budget 2012?

 

01.02  Maggie De Block, secrétaire d'État: Monsieur le président, chère collègue, les crédits octroyés lors du budget initial ne permettent pas d'octroyer une intervention de 247,9 euros pour chaque place mise à disposition en 2011.

 

En revanche, à l'occasion du contrôle budgétaire de février 2012, l'Agence propose de conserver le montant précité, ce qui représenterait un montant de 2 976 000 euros pour le poste 533.05 et engendrerait une augmentation budgétaire de 977 000 euros.

 

Comme me l'a suggéré l'Agence, je l'ai proposé. Cela dépendra du contrôle budgétaire des deux prochaines semaines. Pour le moment, nous sommes en consultation bilatérale. Nous avons aussi eu une réunion avec les Unions des villes et communes.

 

01.03  Valérie Warzee-Caverenne (MR): Les communes ont reçu un document de Fedasil qui attestait bien qu'une aide serait accordée. Nous sommes à mi-chemin. Vous ne pouvez pas encore confirmer le montant?

 

01.04  Maggie De Block, secrétaire d'État: Tout dépendra du budget. Mais notre intention est bien de réserver ce montant.

 

01.05  Valérie Warzee-Caverenne (MR): Je vous remercie et ne doute pas que vous resterez attentive à cette question.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: De samengevoegde vragen nr. 9274 en nr. 9275 van mevrouw Smeyers worden uitgesteld. Vraag nr. 9278 van mevrouw Smeyers wordt eveneens uitgesteld.

 

Aangezien de heer Logghe op dit moment de enige vraagsteller is die aanwezig is, komen zijn vragen nr. 9419 en nr. 9420 nu aan bod.

 

01.06 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, excuseer, ik heb een vraag over de eerste uitgestelde samengevoegde vraag van mevrouw Smeyers. Die vraag werd al eens uitgesteld. Betekent dit, conform het Reglement, na twee keer uitstel, dat die vraag vervalt?

 

De voorzitter: Als het klopt dat die vraag een tweede keer wordt uitgesteld, dan hebt u gelijk.

 

01.07 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, die vraag werd vorige week ook al eens uitgesteld. Kunt u dat eens nakijken?

 

De voorzitter: Ik dacht dat die vraag vorige week niet werd gesteld, eenvoudigweg omdat zij niet aan de orde is gekomen.

 

01.08 Staatssecretaris Maggie De Block: Toch niet. Wij hebben vorige week alle geagendeerde vragen afgerond. Mevrouw Smeyers heeft vorige week twee vragen uitgesteld. Toch?

 

01.09  Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, op een bepaald moment zijn wij met de vergadering gestopt omdat u voorstelde om het niet te laat te maken.

 

01.10 Staatssecretaris Maggie De Block: Ja, maar die vragen zijn uitgesteld.

 

01.11  Nahima Lanjri (CD&V): Ik weet dat mijn vraag uitgesteld is.

 

01.12 Staatssecretaris Maggie De Block: De vragen die ik vernoem ook. Wij noteren immers welke vragen uitgesteld worden.

 

Mijnheer de voorzitter, wilt u dat eens nakijken? Het komt u toe om het Reglement toe te passen.

 

De voorzitter: Mevrouw de staatssecretaris, wij hebben ondertussen gemerkt dat u gelijk hebt. Dat betekent inderdaad dat die vragen vervallen.

 

Voor de duidelijkheid, het gaat om de volgende vragen van mevrouw Smeyers. Vraag nr. 9088 wordt niet uitgesteld, maar omgezet in een schriftelijke vraag. Vraag nr. 9081 wordt eveneens omgezet in een schriftelijke vraag. Vragen nr. 9274 en nr. 9278 werden inderdaad al eens uitgesteld en vervallen aldus.

 

Alvorens het woord te geven aan mevrouw Lanjri voor het stellen van haar vraag nr. 9290, geef ik het woord aan de heer Logghe voor het uiteenzetten van zijn samengevoegde vragen, zoals ik daarnet al had aangekondigd.

 

02 Samengevoegde vragen van

- de heer Peter Logghe aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de door asielzoekers voor de arbeidsrechtbank ingevoerde procedures" (nr. 9419)

- de heer Peter Logghe aan de minister van Justitie over "de door asielzoekers voor de arbeidsrechtbank ingevoerde procedures" (nr. 9420)

02 Questions jointes de

- M. Peter Logghe à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "les procédures introduites par des demandeurs d'asile devant le tribunal du travail" (n° 9419)

- M. Peter Logghe à la ministre de la Justice sur "les procédures introduites par des demandeurs d'asile devant le tribunal du travail" (n° 9420)

 

02.01  Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, asielzoekers die geen plaats toegewezen krijgen van Fedasil, kloppen aan bij het OCMW, dat zich onbevoegd verklaart.

 

Gehaaide advocaten – er zijn er ook anderen, maar een aantal is toch gehaaid – hebben er iets op gevonden. Middels een procedure in kort geding voor de arbeidsrechtbank kunnen zij voor hun cliënten een dwangsom tot 150 euro per dag verkrijgen. Zo zou de arbeidsrechtbank van Brussel, laat ik mij vertellen, twee keer per week tijd voorzien voor deze procedures in kort geding van asielzoekers tegen Fedasil. Fedasil zou de zaak bijna altijd verliezen en mag dus steeds opnieuw bedragen ophoesten.

 

Mevrouw de staatssecretaris, deze procedures zorgen natuurlijk voor een aanzuigeffect, zo veel is duidelijk.

 

Ik heb de volgende vragen aan u.

 

Hoeveel asielzoekers zijn er ondertussen in geslaagd om via deze procedure in kort geding voor de arbeidsrechtbank in Brussel een dwangsom uitbetaald te krijgen?

 

Hoeveel uren per week worden door arbeidsrechtbanken in Brussel en elders uitgetrokken voor deze procedures, waarmee asielzoekers van Fedasil een dwangsom hopen te verkrijgen?

 

Hebt u ook een schatting of een raming van de bedragen die voor deze procedures worden uitbetaald?

 

Mevrouw de staatssecretaris, mijn belangrijkste vraag gaat over het politiek beleid. Welke maatregelen zal u nemen om dit oneigenlijk gebruik…

 

Ik denk dat ik nu bij de vraag aan de minister van Justitie kom. Ik zal de twee vragen nrs 9419 en 9420 proberen te combineren, mijnheer de voorzitter. Onderdeel 4 van de laatste vraag verschilt naargelang het gaat over uw bevoegdheid, mevrouw de staatssecretaris, of die van de minister van Justitie, maar ik zal ze samenvoegen.

 

Welke maatregelen zal u nemen, eventueel samen met de minister van Justitie, om dit oneigenlijk gebruik van arbeidsrechtbanken te stoppen? Arbeidsrechtbanken zouden toch in de eerste plaats arbeidsrechtelijke en sociaalrechtelijke conflicten moeten beslechten, conflicten die zich in de eerste plaats afspelen tussen werkgever en werknemer. Vindt u het niet bijzonder asociaal ten opzichte van werknemers en werkgevers in dit land dat eigenlijk voltijdse eenheden in de arbeidsrechtbanken moeten worden gebruikt voor dit soort van procedures?

 

02.02 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Logghe, voor het antwoord heb ik uiteraard overleg gepleegd met de voogdijminister van Justitie.

 

Eerst en vooral benadruk ik dat Fedasil niet tot het betalen van dwangsommen wordt veroordeeld, maar tot het toewijzen van een opvangplaats. Alleen als Fedasil niet tijdig een opvangplaats kan vinden, moet een dwangsom worden betaald.

 

Sinds oktober 2009 werden inderdaad dwangsommen aan 75 asielzoekers uitbetaald. In de meeste gevallen bedraagt deze dwangsom 125 euro per dag per persoon, te betalen vanaf de vijfde werkdag na de betekening van de beschikking en op voorwaarde dat de verzoeker zich bij Fedasil aanmeldt vanaf de eerste oproeping hiertoe.

 

Fedasil werd ook al veroordeeld tot opvang zonder dat er een dwangsom werd opgelegd.

 

Sedert het begin van de opvangcrisis in 2009 werden er inderdaad dwangsommen door Fedasil uitbetaald in het kader van veroordelingen tot opvang van asielzoekers en minderjarigen die samen met hun ouders illegaal op het grondgebied verblijven. In totaal, over al die jaren tot vorig jaar, ging het om een bedrag van 341 000 euro.

 

Voorts benadruk ik dat in 2011 zo goed als geen dwangsommen werden uitbetaald. Voor het hele jaar 2011 werd in totaal 750 euro uitbetaald. Daarover werd mij in de loop van de voorbije weken overigens een vraag gesteld.

 

Vervolgens wijs ik erop dat sinds 24 januari 2012 geen beslissingen tot niet-toewijzingen meer dienden te gebeuren. Iedereen kreeg dus een plaats toegewezen. Als gevolg hiervan daalde het aantal betwistingen voor de arbeidsrechtbanken de laatste weken. Momenteel is Fedasil in staat de personen voor wie zij tot opvang werden veroordeeld reeds de volgende werkdag uit te nodigen.

 

De bevoegdheid van de arbeidsrechtbanken beperkt zich geenszins tot het beslechten van geschillen tussen werkgevers en werknemers. Immers, artikel 580, 8 f) van het Gerechtelijk Wetboek stelt inderdaad de bevoegdheid van de arbeidsrechtbanken vast inzake de geschillen betreffende de toepassing van de opvangwet van 12 januari 2007.

 

Ik kan en wens deze bevoegdheid van de rechtbank dan ook niet in vraag te stellen.

 

02.03  Peter Logghe (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord en de cijfers. Ik zal alles nog eens rustig nalezen.

 

Ik dank u ook voor het antwoord op de laatste vraag, de politieke vraag. Dat antwoord stelt mij evenwel niet helemaal gerust. U zegt dat Fedasil momenteel geen dwangsommen meer betaalt omdat zij voor opvangplaatsen voor alle asielzoekers kunnen zorgen.

 

Dat is in het verleden ook al anders geweest.

 

02.04 Staatssecretaris Maggie De Block: Niet alleen daardoor. In 2011 zijn er inderdaad niet-toewijzingen geweest. Door het feit dat zij door de veroordeling toch opvang geven, hebben zij geen dwangsommen uitbetaald. Er zijn twee mechanismen.

 

02.05  Peter Logghe (VB): Als de toestand zich opnieuw voordoet en er geen opvang meer is, dan zitten wij opnieuw in hetzelfde schuitje. Ik volg het alleszins verder op.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "het personeelsbeleid bij Fedasil" (nr. 9290)

03 Question de Mme Nahima Lanjri à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "la politique du personnel auprès de Fedasil" (n° 9290)

 

03.01  Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, de personeelsleden van Fedasil staan al lang onder druk, ook ten gevolge van de asielcrisis. U hebt zelf kunnen vaststellen dat de werkdruk ontzettend hoog ligt, doordat men niet enkel op maximumcapaciteit draait, maar daar zelfs over gaat. Er is reeds meer dan twee jaar geen directeur-generaal, wat niet verwonderlijk is: de regering in lopende zaken kon geen benoemingen doen.

 

Wat is nu de stand van zaken? Hoe is de selectie verlopen? Ik heb gehoord dat die rond is en dat alles klaar is om een nieuwe directeur te benoemen. Is de naam van die persoon al bekend? Wanneer zal de benoeming gebeuren en kan de functie worden opgenomen?

 

Onder uw voorganger was er een personeelsplan voor Fedasil, waarvoor geen akkoord was van de Inspectie voor Financiën. Wat waren de voornaamste bezwaren toen, en is daaraan tegemoetgekomen? Is er ondertussen een bijgestuurd of een nieuw personeelsplan? Werd er al een nieuw personeelsplan goedgekeurd? Hoe ziet u het personeelsbeleid bij Fedasil? Wat zijn er de krijtlijnen van?

 

De vakbonden vragen integratie in het openbaar ambt en vooral ook sociale dialoog. Over dat eerste staat niets in het regeerakkoord, maar sociale dialoog kan wel nuttig zijn. Welke mogelijkheden zijn er? Wat hebt u al ondernomen? Welke maatregelen kunt u nemen om de job voor de personeelsleden van Fedasil aantrekkelijker te maken, zowel materieel als financieel? Waar acht u verbeteringen mogelijk en waar niet?

 

Het is vooral belangrijk de mensen te motiveren om die job te blijven doen, want we hebben ze heel hard nodig.

 

03.02 Staatssecretaris Maggie De Block: Mevrouw Lanjri, de benoemingsprocedure voor een nieuwe directeur-generaal voor Fedasil is inderdaad al twee jaar geblokkeerd en dat is geen gezonde situatie. Het koninklijk besluit tot benoeming van de nieuwe directeur-generaal is al een zevental weken klaar. Ik wacht enkel op groen licht van de regering om de nieuwe directeur-generaal te benoemen.

 

De selectie is gemaakt in de regering van lopende zaken. Mijn voorganger, de heer Courard, heeft mij een lijst van vijf in volgorde gerangschikte kandidaten bezorgd.

 

Aangezien die selectieprocedure correct is verlopen, heb ik die lijst gebruikt om een voorstel te doen aan de Ministerraad. Ik wacht met veel ongeduld op de beslissing van de Ministerraad.

 

Wat uw tweede vraag betreft, op 17 augustus 2011 heeft Fedasil een nieuw personeelsplan voorgelegd aan de inspecteur van Financiën. U vraagt wat de voornaamste bezwaren waren. Tot op vandaag heeft de Inspectie van Financiën nog geen advies gegeven. Misschien kunt u daar navraag doen, maar wij hebben geen advies gekregen.

 

03.03  Nahima Lanjri (CD&V): (…) was negatief. Er was geen advies.

 

03.04 Staatssecretaris Maggie De Block: Er zijn geen aanbevelingen geformuleerd. Wij wachten op een contact met de nieuwe minister van Financiën en zullen daar nog eens navraag doen over hoever het daarmee staat.

 

De administratie heeft mij al in de eerste week op de hoogte gebracht van de vraag en van het hangend dossier met betrekking tot de rechtspositie van het personeel van Fedasil. Ik heb vorige week al op een soortgelijke vraag geantwoord. Er hebben daar mensen een hele tijd gewerkt met heel tijdelijke contracten, sommige van maand tot maand, en daaruit is de vraag naar statutarisering gekomen.

 

Het spreekt voor zich dat ik, alvorens de krijtlijnen voor het personeelsbeleid uit te tekenen, uitgebreid zal overleggen met de drie representatieve vakbondsorganisaties en het sociaal overleg zal aanknopen. Ik heb al een eerste vergadering met die drie vakbondsorganisaties gehad eind januari en wij hebben afgesproken om begin maart opnieuw samen te komen. Daarna zal ik uiteraard de aanzet geven voor een eventuele oplossing van dit belangrijke dossier.

 

Ik heb vorige week ook al gezegd dat er verschillende methodes zijn om het personeelsstatuut aantrekkelijker te maken. Er is, enerzijds, de vraag naar statutarisering maar, anderzijds, is ook een aantal andere zaken mogelijk. Er is bijvoorbeeld geen aanvullende gezondheidszorgverzekering enzovoort.

 

Alles is bespreekbaar, maar het zal van de budgettaire middelen afhangen in hoeverre wij een voorstel zullen kunnen doen. Het overleg met de vakbonden daarover is aan de gang.

 

03.05  Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de staatssecretaris, er is een personeelsplan. U wilt of kunt echter nog niet concreet ingaan op vragen over uw visie op het personeelsbeleid van Fedasil. U wilt daarover eerst nog een overleg met de vakbonden. Staat u er nog achter dat het personeelsplan zelf, dat door uw voorganger in augustus voorgelegd was, nog wordt uitgevoerd of zijn er wijzigingen in aangebracht?

 

03.06 Staatssecretaris Maggie De Block: Er zou een advies komen van de inspectie van Financiën. Wij moeten daarna opnieuw overleggen om het eventueel aan te passen, maar zij hebben nog geen weet van de opgelegde voorwaarden of aanpassingen van de inspectie van Financiën. Ondertussen is er natuurlijk een andere minister van Financiën. Het is de bedoeling om overleg te plegen met Fedasil als wij het advies hebben, maar wij hebben het nog niet.

 

03.07  Nahima Lanjri (CD&V): Ik hoop dat er volgende maand meer duidelijkheid zal zijn. Als dat advies er is en u contact hebt gehad met de vakbonden, dan kunnen wij het hier weer ter sprake brengen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 9304 van mevrouw Galant werd al een keer uitgesteld. Haar vraag vervalt dus.

 

04 Vraag van de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "het vrijwillige terugkeerbeleid en het misbruik ervan door illegale Brazilianen" (nr. 9309)

04 Question de M. Theo Francken à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "le recours abusif à la politique de retour volontaire par des illégaux brésiliens" (n° 9309)

 

04.01  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, in verband met de vrijwillige terugkeer en Brazilianen lees ik op de website van Fedasil een hoerabericht waarin wordt gezegd dat er 14 % meer vrijwillig teruggekeerden zijn dan het jaar ervoor. Op zich is dat relatief, want het aantal asielzoekers is met 28 % gestegen, twee keer zo sterk dus. Dat weet u ook.

 

Dat is, enerzijds, uiteraard een goede zaak want asielzoekers onder dwang laten terugkeren is een procedure die veel duurder is en de overheid dus meer geld kost. Anderzijds, blijft het aantal van 3.500 veel te laag gelet op de toenemende instroom van economische vluchtelingen.

 

Daarnaast schort er wat aan deze procedure. Ze is mijns inziens kwetsbaar voor misbruik. De voorbije jaren waren er duizenden immigranten, hoofdzakelijk Brazilianen, die naar hier afzakten om illegaal te werken in de bouw en de horeca. Ze dienden nooit een asielaanvraag in. Als ze na enkele jaren zwartwerk in de bouwsector voldoende verdiend hebben vragen ze de Belgische overheid via de International Organisation for Migration om hen te repatriëren. Daarnaast komt deze doelgroep in aanmerking voor de terugkeerpremie van 250 euro alsook voor de herintegratiepremie. In Nederland kunnen mensen die nooit een asielaanvraag hebben ingediend nooit aanspraak maken op premies.

 

Op 3 februari publiceerde Het Laatste Nieuws nog een artikel waarin een duidelijke vergelijking werd gemaakt tussen de migratiestromen in en uit België en die in en uit Nederland. Dat zegt heel veel, in die zin dat het in Nederland toch wel op een andere manier verloopt.

 

Ik heb de heer Courard hier verschillende keren over ondervraagd. Hij vond dat geen fraude of misbruik. U hebt ook gezien dat de Brazilianen vorig jaar de grootste groep van de vrijwillig teruggekeerden uitmaakten. Ik blijf erbij dat daar toch op een zeer creatieve manier wordt omgesprongen met de procedure en de mogelijkheden. Vorig jaar heeft welgeteld een Braziliaan asiel aangevraagd in België. Die aanvraag werd niet aanvaard. Ik wil dus duidelijk stellen dat dit wat mij betreft aangepakt of geheroriënteerd kan worden. Doe zoals in Nederland, geef hen geen premies meer. Bent u dat van plan? Welke stappen zult u in dit dossier nemen?

 

04.02 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer Francken, ik ben mij bewust van dit probleem. Het aantal Brazilianen dat een beroep doet op de vrijwillige terugkeer is gedaald van 915 in 2010 tot 770 in 2011. Dit blijft echter een zeer hoog aantal.

 

Het klopt dat we vaststellen dat bepaalde groepen zoals de Brazilianen oververtegenwoordigd zijn in de statistieken. We moeten wel opletten voor het hanteren van karikaturen maar misschien is er toch sprake van oneigenlijk gebruik. Daarom heeft de administratie in overleg met mijn kabinet een concreet voorstel uitgewerkt om dit probleem aan te pakken.

 

Dit voorstel wordt momenteel afgewerkt bij de administratie. Wij zullen het dan trancheren en maatregelen nemen.

 

04.03  Theo Francken (N-VA): Dat is op zich zeer goed nieuws. Er moet inderdaad opgepast worden met karikaturen. Ik ben het volledig met u eens, omdat men weet dat er ook een groot prostitutienetwerk bestaat met Braziliaanse vrouwen met illegale Portugese paspoorten. Men moet dus zeer voorzichtig zijn als men praat over die doelgroep. Het betreft namelijk een zeer kwetsbare doelgroep. Voorzichtigheid en nuancering zijn dus geboden.

 

Maar het gaat ook heel vaak over bouwvakkers. Ik zeg vaak, als ik ga spreken, dat er geen enkel groot bouwwerk in dit land gebouwd is, ook geen overheidsgebouwen, zonder de hulp en de handarbeid van illegale Braziliaanse werknemers. Als ik in Leuven aan het station wandel, waar ze de Kop van Kessel-Lo helemaal hebben verbouwd, en ik kom daar elke dag want ik neem vanuit Kessel-Lo de trein, dan hoor ik Portugees, Pools, Frans, en soms een beetje Nederlands. Er zitten heel veel Brazilianen op die werf. Dat is nu eenmaal een vaststelling.

 

U noemt die mensen karikaturen, maar in een ophefmakend interview in Nederland zei de voorzitter van de Brazilianen in Nederland, dat iedere Braziliaan weet dat ze maar naar het IOM moeten bellen om terug te keren. Naar aanleiding van dat interview van een jaar of vier geleden, hebben ze dus ook die regeling aangepast zoals u nu blijkbaar ook van plan bent. Laten we dat als voorbeeld nemen.

 

Ik zeg niet dat het aandeel terugkerende Brazilianen in Nederland drastisch is gedaald. Ze krijgen gratis een terugkeerticket, maar geen premies meer. Ik denk dat dat op zich een goed compromis kan zijn.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04.04  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, vraag nr. 9516 wordt ingetrokken en omgezet in een schriftelijke vraag.

 

05 Vraag van de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de Nederlandse plannen om criminele vreemdelingen harder aan te pakken" (nr. 9310)

05 Question de M. Theo Francken à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "les projets néerlandais pour réprimer plus sévèrement les criminels étrangers" (n° 9310)

 

05.01  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, vorige vrijdag besprak de Nederlandse ministerraad een wetsvoorstel van uw collega, de heer Leers. Hij wil criminele vreemdelingen sneller uitzetten. Wie in het eerste jaar na toelating in Nederland wordt veroordeeld tot ten minste een dag gevangenisstraf of jeugddetentie, verliest zijn verblijfsvergunning en moet het land verlaten. Nu al is duidelijk dat het wetsvoorstel op een meerderheid in het Nederlandse Parlement kan rekenen.

 

Acht u het, gezien de strengere wetgeving in de omringende landen, opportuun om in België gelijksoortige initiatieven te nemen? Indien nee, waarom niet? Welke maatregelen acht u dan wel geschikt voor criminele vreemdelingen, gelet op het grote probleem? Hoeveel legale vreemdelingen verloren de afgelopen vijf jaar hun verblijfsvergunning omwille van criminele feiten? Graag een overzicht per nationaliteit en per jaar. Bent u bereid het voorbeeld van uw Nederlandse collega te volgen en een wetsontwerp ter zake in te dienen?

 

05.02 Staatssecretaris Maggie De Block: Eerst en vooral wens ik te wijzen op het feit dat de verwijdering van criminele vreemdelingen ook een prioriteit is voor de Belgische regering. Het regeerakkoord bepaalt immers dat, wanneer de politiediensten personen die hier illegaal verblijven en die een gevaar voor de openbare orde vormen, aanhouden, deze prioritair naar een gesloten centrum worden overgebracht en door de Dienst Vreemdelingenzaken bij voorrang naar het land van herkomst worden verwijderd.

 

De regering zal zelfs bij plaatsgebrek in de gesloten centra nagaan of het netwerk moet worden uitgebreid via de oprichting van een centrum voor personen die een gevaar vormen voor de openbare orde. In vorige commissievergaderingen heb ik al gezegd dat dit centrum mij echt nodig lijkt.

 

Het verwijderen van criminelen is ook een van de prioriteiten van de coördinatiegroep voor terugkeer die ik heb opgericht en die elke week samenkomt. Het is dan ook een gesprekspunt met het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de FOD Justitie.

 

Het huidige Belgisch kader is evenwichtig. Enerzijds, voorziet het in maatregelen om een einde te stellen aan het verblijf van een vreemdeling wanneer hij feiten van openbare orde heeft gepleegd. Overeenkomstig de artikelen 20 en 21 van de vreemdelingenwet van 1980 kan een ministerieel besluit tot terugwijzing of een koninklijk besluit tot uitzetting genomen worden, naargelang de vreemdeling al dan niet is ingeschreven in het bevolkingsregister. Deze besluiten leggen een inreisverbod in België voor tien jaar op.

 

Anderzijds, legt artikel 21 duidelijke voorwaarden op voor de uitzetting van criminele personen met een lang verblijf in België of nog met bijzondere banden in België. Dit kader laat toe om feiten van openbare orde te toetsen aan de persoonlijke situatie van de vreemdelingen. Ook het advies van de Commissie van Advies voor Vreemdelingen moet in dit geval worden gevraagd. Bovendien kan een einde worden gesteld aan het verblijf van vreemdelingen die legaal in het land verblijven als blijkt dat ze fraude hebben gepleegd die doorslaggevend is geweest voor hun verblijf, overeenkomstig artikel 13 en 18 van de wet van 15 december 1980.

 

De cijfers kan ik u gezien de korte tijdspanne op enkele dagen tijd niet geven. Als u een schriftelijke vraag stelt kan ik u deze statistieken zeker bezorgen.

 

De meerderheid van de ministeriële besluiten tot terugwijzing, en ik heb er al veel genomen, betreffen echter personen zonder inschrijving in België. Vooraleer de coördinatiewerkgroep Verwijdering enige maatregelen of wettelijke aanpassingen vooropstelt is een wetswijziging in de zin van het Nederlandse wetsvoorstel in de huidige context nog niet aan de orde.

 

05.03  Theo Francken (N-VA): Ik zal de cijfers inderdaad via een schriftelijke vraag opvragen.

 

Het voorstel van collega Leers is heel hard. Van zodra ze een gevangenisstraf oplopen, zelfs van één dag, wordt hun verblijfsvergunning afgenomen. Dat gaat heel ver. Sommige mensen verblijven al lang in dit land, hebben een gezin en werken hier. Hun verblijfsvergunning afnemen is een nog strengere straf dan een gevangenisstraf. Ik ben mij daarvan bewust.

 

U zegt dat het op dit moment nog niet aan de orde is. Ik ken die koninklijke en ministeriële besluiten. Die gaan over niemand. Dat gaat over tientallen mensen per jaar, ik denk een vijftigtal op vijf jaar tijd. Die maatregel wordt dus niet getroffen, ook niet bij zware feiten. Een terrorist moet al bijna een 9/11 plannen voor hij zijn verblijfsvergunning verliest.

 

Tussen het ene voorstel van collega Leers dat heel verregaand is en het andere huidige voorstel ligt misschien een gulden middenweg waarover wij kunnen nadenken. Het is een heel gevoelig onderwerp, zeker met de PS in uw regering. Wij willen er alleszins over nadenken. Ik zeg niet dat wij het voorstel van Leers genegen zijn, want dat gaat volgens mij echt te ver, maar ik ben wel voorstander van de gulden middenweg.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van mevrouw Karin Temmerman aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de publicatie van de zogenaamde opvangwet in het 'Belgisch Staatsblad'" (nr. 9362)

06 Question de Mme Karin Temmerman à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "la publication au 'Moniteur belge' de la loi sur l'accueil des demandeurs d'asile" (n° 9362)

 

06.01  Karin Temmerman (sp.a): Mevrouw de staatssecretaris, tijdens de bespreking van de beleidsnota heb ik al gevraagd wanneer de zogenaamde opvangwet gepubliceerd zou worden in het Belgisch Staatsblad. U hebt toen meegedeeld dat het nog een kwestie was van enkele dagen bij manier van spreken. Tenzij ik mij vergis, heb ik die tot vandaag echter nog steeds niet zien verschijnen. Misschien hebt u echter goed nieuws voor mij.

 

06.02 Staatssecretaris Maggie De Block: Ik zal u allemaal blij maken.

 

Mevrouw Temmerman, het klopt dat de door u aangehaalde wet nog niet gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad.

 

In het algemeen is het zo dat er een aantal formaliteiten moet worden vervuld voor de publicatie van een wet die de zaak soms wel heel lang rekken. In het geval van de door u aangehaalde wijzigingen van de opvangwet is de situatie wat complexer dan gemiddeld. De wijzigingen van de opvangwet hangen immers samen met de omzetting van de terugkeerrichtlijn, met name het nieuwe systeem van het bevel om het grondgebied te verlaten. Deze complexiteit maakt dat op operationeel vlak de nodige schikkingen moesten worden getroffen inzake samenwerking tussen de verschillende diensten dit ook, niet het minst, om zeker te zijn dat de omschakeling op korte termijn geen problemen veroorzaakt in het vandaag reeds zeer zwaar belaste opvangnetwerk.

 

Het nodige overleg tussen de verschillende diensten heeft intussen plaatsgevonden. De afspraken zijn dan ook geconcretiseerd. Wij hebben gisteren een mail gekregen om te melden dat op 17 februari, vrijdag geloof ik…

 

Mevrouw Lanjri, alvast proficiat. We hebben de drukproeven reeds ontvangen. Vrijdag zal dit, als alles goed gaat, in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd worden, op uw verjaardag.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 9354 van mevrouw Dumery wordt uitgesteld.

 

07 Questions jointes de

- Mme Jacqueline Galant à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "la situation des MENA" (n° 9410)

- Mme Zoé Genot à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "l'accueil des mineurs étrangers non accompagnés (MENA)" (n° 9534)

07 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Jacqueline Galant aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de situatie van de NBMV's" (nr. 9410)

- mevrouw Zoé Genot aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de opvang van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV's)" (nr. 9534)

 

07.01  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, dans le courant de la semaine dernière, Fedasil a pris en charge tous les MENA présents à SOS Jeunes. Ils ont été hébergés dans un de ces hôtels de seconde zone, là où se trouvent aussi les MENA demandeurs d'asile.

 

C'est la première fois, depuis que Fedasil a décidé de ne plus désigner de places d'accueil aux MENA non demandeurs d'asile, que ceux-ci sont hébergés, spontanément, dans le réseau Fedasil. Certains MENA non demandeurs d'asile l'étaient, mais après une condamnation de Fedasil par le président du tribunal du travail.

 

C'est un premier pas, mais pas du tout encore satisfaisant. L'accueil en hôtel est contraire à la loi accueil et à I'arrêté royal COO (Centre d'Observation et d'Orientation) qui prévoit un "hébergement adapté aux besoins et à l'âge du jeune", avec un encadrement psychosocial. Ce qui n'est pas du tout le cas dans les hôtels où les jeunes sont vraiment laissés à eux-mêmes.

 

La réglementation prévoit un premier accueil, dès la signalisation du MENA au service des Tutelles, donc avant même qu'il ne soit reconnu mineur ou majeur et quel que soit son statut de séjour (demandeur d'asile ou non). Cet accueil aura lieu dans un COO deux fois quinze jours, avant une orientation vers un centre de second accueil, soit dans une structure du réseau Fedasil ou partenaire, soit dans une structure de l'Aide à la jeunesse pour des jeunes plus vulnérables ou présumés victimes de la traite des êtres humains.

 

Or ce n'est plus du tout comme cela que ça se passe depuis presque quatre ans. En effet, depuis lors, les MENA qui demandent l'asile sont hébergés en hôtel – à ce jour, près de 200 jeunes à Bruxelles – et ceux qui ne demandent pas l'asile se retrouvent à la rue.

 

Madame la secrétaire d'État, cette récente décision de Fedasil d'orienter tous les MENA dans un hôtel laisse beaucoup de questions en suspens.

 

Pour quelle durée ces jeunes vont-ils être hébergés dans les hôtels? Seront-ils transférés après dans une structure plus adaptée? Quid des autres jeunes qui se présentent à SOS Jeunes depuis jeudi dernier et les jours qui viennent? Seront-ils également pris en charge par Fedasil? Fedasil aurait-il décidé d'accueillir à nouveau les MENA non demandeurs d'asile? Fedasil annonce depuis quatre mois son intention de stopper l'accueil dans les hôtels: est-ce encore d'actualité?

 

La situation est vraiment urgente et il faut trouver des solutions d'hébergement structurelles pour ces jeunes.

 

07.02 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Genot, ik vrees dat het antwoord op deze vraag een beetje langer zal zijn, want de problematiek is heel ingewikkeld.

 

Comme je l'ai indiqué dans ma note de politique générale, la problématique des mineurs étrangers non accompagnés (MENA) est une priorité et cela tant en matière d'asile et de migration que de pauvreté. Notons que le nombre de signalements de MENA est en importante hausse: 2 510 signalements en 2010 et 3 258 en 2011. C'est la raison pour laquelle j'envisage des solutions structurelles, mais aussi la relance de la coopération avec les Communautés.

 

Avant tout, quelle est la procédure aujourd'hui? La localisation et l'identification des MENA sont réglées par la loi-programme du 24 décembre 2002. Toute autorité confrontée à une personne qui se déclare MENA en informe immédiatement le services des Tutelles ainsi que l'Office des Étrangers. Le service des Tutelles invite alors le jeune à se présenter pour identification, prise en charge et suivi. Le jeune est bien entendu libre de se présenter ou non. On doit malheureusement constater que la majorité de ces jeunes ne se présentent pas, ce qui rend le suivi problématique pour l'ensemble des autorités, et en particulier pour le service des Tutelles qui ne peut les identifier et, par conséquent, lui désigner un tuteur. Si le jeune se présente, le service des Tutelles le prend en charge. En d'autres mots, il procède à son identification, il prend contact avec les autorités compétentes en vue de son hébergement, il vérifie son âge et, le cas échéant, désigne un tuteur.

 

J'en viens aux mesures structurelles. Je vous informe de l'ouverture, à bref délai, d'un nouveau centre d'observation et d'orientation pour les MENA. Je rappelle qu'en 2011, Fedasil a déjà créé 545 nouvelles places d'accueil pour les MENA. J'ai d'ailleurs demandé à Fedasil d'examiner la possibilité de poursuivre cet effort.

 

En ce qui concerne les MENA qui séjournent toujours à l'hôtel, il s'agit des personnes pour lesquelles un test d'âge est en cours ou qui sont déclarées comme MENA par le service des Tutelles et qui attendent leur transfert vers une structure d'accueil spécialisée. Il s'agit d'une minorité. Certains, enfin, ont été déclarés comme majeurs pour le service des Tutelles, selon lequel il s'agit de la majorité d'entre eux, soit 70 %.

 

Pour ce dernier groupe, j'ai donné des instructions aux instances d'asile de traiter leurs demandes d'asile en priorité.

 

Je suis persuadée que l'accueil des MENA non demandeurs d'asile mérite certainement un accueil spécialisé et plus adapté. S'il est correct de dire que la réglementation en matière d'accueil prévoit l'accueil des jeunes dans les centres d'observation et d'orientation, elle précise aussi que cet accueil se fait pendant une période d'observation et d'orientation et qu'après cette période de maximum deux fois quinze jours, soit un mois, le jeune sera transféré dans une structure d'accueil seulement à défaut de pouvoir bénéficier d'un accueil spécialisé.

 

Or cet accueil spécialisé relève selon moi des Communautés. Le secteur de l'Aide à la jeunesse est d'ailleurs sollicité pour prendre ce relais et prendre en charge ce public qui est en effet en danger. J'ai donc récemment rencontré mes collègues et les représentants des Communautés afin de trouver ensemble des solutions visant à améliorer la situation. Les concertations avec l'Aide à la jeunesse vont être relancées.

 

Je sais que cette concertation existe depuis très longtemps, mais il est temps maintenant de concrétiser. Je suis convaincue que, dans un esprit de coopération loyale, il sera possible de trouver une solution structurelle.

 

Enfin, en ce qui concerne les jeunes envoyés par SOS Jeunes jeudi dernier, j'ai donné instruction au service des Tutelles de les inviter en urgence en vue de leur identification et, s'il n'y a pas de doute quant à leur âge, de désigner un tuteur. Entre-temps, au vu des conditions hivernales, Fedasil a offert un hébergement d'urgence en attendant une solution définitive et plus adaptée à la situation de ces jeunes de la part de l'Aide à la jeunesse.

 

En fait, il y avait trop de MENA pour le secteur de l'Aide à la jeunesse qui les a envoyés à Fedasil. Il a donc fallu les accueillir, mais il ne s'agit en aucun cas d'une solution structurelle. Il y en a de plus en plus: ils étaient neuf et encore hier on en a trouvé trois. Chaque jour, il en arrive plus.

 

07.03  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, vu qu'il s'agit de jeunes gens particulièrement vulnérables, MENA ou tout juste majeurs, il est important qu'ils puissent être accueillis décemment. J'espère que les concertations permettront de trancher les litiges. En attendant, quand un MENA est dans la rue, c'est le fédéral qui est condamné à l'héberger. Je trouve donc qu'il est logique qu'on continue à héberger ces MENA de sorte qu'ils ne traînent pas dans les rues ou les gares où ils peuvent être la cible de réseaux nocifs pour eux et pour la société.

 

07.04  Maggie De Block, secrétaire d'État: C'est ce que nous avons fait mais ils ne sont pas toujours prêts à collaborer. Ils ne souhaitent pas tous être hébergés. Certains d'entre eux connaissent de grandes difficultés, notamment de dépendance.

 

07.05  Zoé Genot (Ecolo-Groen): C'est la raison pour laquelle il est important de les prendre en charge dès qu'ils arrivent afin d'éviter qu'ils passent de squat en squat pendant des mois.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 9466 van mevrouw Smeyers wordt uitgesteld.

 

08 Vraag van de heer Theo Francken aan de minister van Justitie over "de sterke daling van het aantal repatriëringen van illegale criminelen" (nr. 9516)

08 Question de M. Theo Francken à la ministre de la Justice sur "la forte diminution du nombre de rapatriements de criminels en situation illégale" (n° 9516)

 

Vraag nr. 9516 van de heer Francken is ingetrokken.

 

09 Question de Mme Zoé Genot à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "l'organisation des visites aux détenus dans les centres fermés en Belgique" (n° 9533)

09 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de organisatie van de bezoeken aan personen die in de gesloten centra in België worden vastgehouden" (nr. 9533)

 

09.01  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, l'arrêté royal du 2 août 2002 fixant le régime et les règles de fonctionnement applicables aux centres fermés et modifié par l'arrêté royal du 8 juin 2009 mentionne, aux articles 26 à 45, les dispositions en matière de visites aux occupants et de visites du centre. L'article 28 précise que les visiteurs sont inscrits dans le registre des visiteurs.

 

Au cours des derniers mois, des personnes désireuses de rendre visite à un occupant du centre fermé 127bis, entre autres, se sont vu refuser la visite au jour demandé pour cause de manque d'espace. Les conditions matérielles empêchent ainsi le respect du droit des occupants mentionné dans l'arrêté royal.

 

Étant donné le besoin parfois urgent des occupants du centre de recevoir la visite d'un proche, pour des raisons matérielles ou psychologiques, ces refus peuvent avoir des conséquences importantes.

 

Madame la secrétaire d'État, quel est le nombre de visites simultanées autorisé dans chacun des centres fermés du pays? Combien de visites potentielles cela représente-t-il par jour?

 

Connaissant la capacité de chacun de ces centres, quel est le ratio entre le nombre de détenus potentiellement présents dans chaque centre et le nombre de visites possible par jour? Le nombre de visites autorisées quotidiennement est-il suffisant pour permettre à l'ensemble des détenus un contact régulier avec leurs proches? Si ce nombre est insuffisant, est-il envisageable d'obliger les centres fermés à le modifier (règlements intérieurs) ou de modifier l'arrêté royal du 2 août 2005, de façon à imposer un pourcentage précis entre le nombre d'occupants et le nombre de visites quotidiennes possible?

 

L'augmentation du nombre de visites quotidiennes possible peut passer par l'aménagement d'un local plus grand ou par un élargissement des horaires de visite. Étant donné les refus réguliers de visites au centre fermé 127bis, ne serait-il pas opportun d'augmenter la fréquence des moments de visite et/ou d'y consacrer un local plus grand permettant d'accueillir simultanément un plus grand nombre de personnes extérieures, en réinvestissant, par exemple, dans le local utilisé à cette fin jusqu'en février 2011?

 

09.02  Maggie De Block, secrétaire d'État: Monsieur le président, chère collègue, en réponse à votre question, s'agissant du nombre de visites simultanées autorisé dans chaque centre, je vous livre les informations suivantes:

- le centre de transit 127 a une capacité de 20 visites simultanées (deux personnes par visite, sans compter les enfants), soit un potentiel de 40 visiteurs par jour;

- le centre 127bis a une capacité de dix visites simultanées (deux personnes par visite, sans compter les enfants), soit un potentiel de 20 visiteurs par jour en semaine. En week-end, ce chiffre passe à 40 car deux plages horaires sont prévues pour les visites;

- le centre de Bruges a une capacité de 33 visites simultanées (deux personnes par visite, sans compter les enfants), soit un potentiel de 66 visiteurs par jour;

- le centre de Merksplas a une capacité de 20 visites simultanées, soit un potentiel de 40 visiteurs par jour;

- le centre de Vottem a une capacité de quatre visites simultanées, soit un potentiel de 48 visiteurs par jour car six tournantes sont organisées.

 

Pour ce qui concerne le ratio entre le nombre de résidents et le nombre de visites possible par jour, il convient de signaler qu'il est arrivé que le centre 127bis propose une autre date de visite par manque de places le jour souhaité, mais les autres centres ne connaissent pas ce genre de problème car leur infrastructure leur permet de s'adapter en cas de besoin. C'est donc seulement dans le centre 127bis qu'il arrive que des problèmes se posent à ce niveau.

 

Par ailleurs, tous les résidents ne reçoivent pas de visite en même temps et le nombre de visiteurs est très variable.

 

Calculer le ratio entre les résidents présents et le nombre de visites ne reflèterait pas la réalité. De manière générale, les centres sont très flexibles pour les visites.

 

S'agissant du nombre de visites autorisé quotidiennement permettant à l'ensemble des résidents d'avoir un contact régulier, les centres mettent tout en œuvre pour permettre de rendre visite aux résidents. Jusqu'ici, on n'a jamais eu de plaintes en ce sens. Dans le cas du centre 127bis, il convient de préciser qu'il ne s'agit pas de refus de visite, car le centre propose toujours un autre jour pour effectuer la visite lorsque la capacité d'accueil des visiteurs est atteinte.

 

S'agissant de l'augmentation de la fréquence des visites au 127bis et/ou de l'aménagement d'un local beaucoup plus grand, depuis ce lundi 13 février, le centre 127bis a aménagé un local permettant de recevoir deux fois plus de visiteurs qu'auparavant. Lorsque ceux-ci ne respectent pas les heures de visite, il devient difficile pour le personnel de gérer les visites.

 

09.03  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. Je suis heureuse que le 127bis ait été adapté en conséquence.

 

09.04  Maggie De Block, secrétaire d'État: Dans les autres centres, aucun problème ne s'est jamais posé! À présent, vous disposez de chiffres!

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La réunion publique de commission est levée à 15.12 heures.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.12 uur.