Commission des Finances et du Budget

Commissie voor de Financiën en de Begroting

 

du

 

Mercredi 25 janvier 2012

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Woensdag 25 januari 2012

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 14.07 heures et présidée par Mme Muriel Gerkens.

De vergadering wordt geopend om 14.07 uur en voorgezeten door mevrouw Muriel Gerkens.

 

01 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging over "het uitblijven van een 'klokkenluidersregeling'" (nr. 8255)

01 Question de M. Bert Schoofs au ministre du Budget et de la Simplification administrative sur "l'absence de réglementation relative à la dénonciation d'irrégularités" (n° 8255)

 

01.01  Bert Schoofs (VB): Mijnheer de minister, GRECO, de Groep van Staten tegen Corruptie, werd in 1999 opgericht door de Raad van Europa om toe te zien op de naleving door de lidstaten van de anticorruptienormen van de organisatie. Het gaat daarbij onder andere om de bescherming van personen, zodat ze zonder risico te lopen op beschadiging of op vervolging, of op schade in het algemeen, feiten die het daglicht schuwen, kunnen aanklagen.

 

GRECO formuleerde het vorige decennium, na twee evaluatiecycli, een reeks aanbevelingen. Een ervan luidde: “De ambtenaren informeren over een verplichting om elke eventuele inbreuk van corruptie aan de vervolgingsinstantie te melden, overeenkomstig artikel 29 van het Wetboek van strafvordering, geïnstitutionaliseerde beschermingsmechanismen opzetten voor klokkenluiders die te goeder trouw zijn, en een procedure invoeren voor het aanwijzen van vertrouwenspersonen.”

 

Op die aanbevelingen, mijnheer de minister, volgden in mei-juni 2007 een conformiteitsrapport over België over de manier waarop het die aanbevelingen had uitgevoerd. Er werd aangestipt dat er geen initiatieven genomen waren, maar dat die kwestie ter studie lag in het kader van de voorbereiding van een federale gedragscode inzake meldingsplicht voor ambtenaren krachtens artikel 29 van het Wetboek van strafvordering. Ook werd er vermeld dat er geen gevolg was gegeven aan het advies om auditbureaus in te schakelen die de efficiëntie van tuchtprocedures beoordelen.

 

Uiteindelijk werd in een oprichtingsbesluit van de Federale Overheidsdienst Begroting en Beheerscontrole op 15 mei 2001 de opdracht opgenomen om in te staan voor de preventieve integriteitsbewaking in het federaal administratief openbaar ambt. Vandaar dat bij beslissing van de Ministerraad van 1 juli 2006 het Bureau voor Ambtelijke Ethiek en Deontologie werd opgericht. Dat Bureau voor Ambtelijke Ethiek en Deontologie valt onder uw bevoegdheid, mijnheer de minister. Uw voorganger heeft gesteld dat zou bekeken worden welke klokkenluidersregeling of meldingsstructuur binnen de context van het federaal administratief openbaar ambt haalbaar zou zijn, welk draagvlak er voor de bescherming zou zijn, welke rechtszekerheid en welke in te zetten middelen er zouden kunnen worden geboden.

 

In de plenaire vergadering van 13 oktober jongstleden – dat is vier maanden geleden – kwam een klokkenluidersregeling ter sprake en toen meldde toenmalig minister van Justitie Stefaan De Clerck dat er op federaal vlak vooralsnog geen systeem noch een statuut bestaat. Hij gaf evenwel de intentie te kennen dat er toch werk van moet worden gemaakt.

 

Tot welke concrete voorstellen is het bureau ondertussen gekomen?

 

Zijn de voorstellen reeds aan u voorgelegd? Hebt u daar al kennis van?

 

Waarop wacht de regering om alsnog een sluitende regeling uit te werken? Zijn er eventueel onoverkomelijke beletsels?

 

Hebt u een duidelijk tijdsperspectief waarbinnen een en ander kan worden geregeld?

 

01.02 Minister Olivier Chastel: Het Bureau voor Ambtelijke Ethiek en Deontologie heeft einde juni 2011 de werkzaamheden in verband met de klokkenluidersregeling afgerond. Het voorstel van klokkenluidersregeling werd door het Bureau voor Ambtelijke Ethiek en Deontologie regelmatig voorgelegd aan de beleidscel van de staatssecretaris voor Begroting. Hij heeft zijn akkoord gegeven voor het voorstel van klokkenluidersregeling op 28 juni 2011.

 

België had tot begin december 2011 een federale regering in lopende zaken. Om de invoering van een sluitende regeling te versnellen heeft het Parlement het voorstel van klokkenluidersregeling overgenomen; het zal worden geïntegreerd in het wetsvoorstel van senator Beke tot wijziging van de wet van 22 maart 1995 tot instelling van federale ombudsmannen, teneinde een wettelijke bescherming te verlenen aan ambtenaren die onregelmatigheden melden. Het wetgevingsdossier is sinds 5 juli 2011 in behandeling in de commissie voor de Binnenlandse Zaken en Administratieve Aangelegenheden.

 

Aangezien het wetgevend stuk nu bicameraal wordt behandeld op initiatief van de Senaat, zal het tijdsperspectief waarbinnen een en ander zal geregeld worden, bepaald worden door de agenda van de plenaire werkzaamheden.

 

01.03  Bert Schoofs (VB): Het is dus wachten op het andere gremium, hier aan de overkant, om te zien wanneer er precies een sluitende regeling komt. Ik zal de kwestie dan ook met aandacht volgen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van de heer Stefaan Van Hecke aan de eerste minister over "de afkeuring van de begroting 2012 door de Europese Commissie" (nr. 8548)

02 Question de M. Stefaan Van Hecke au premier ministre sur "le rejet du budget 2012 par la Commission européenne" (n° 8548)

 

02.01  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, deze vraag werd ingediend op 6 januari, net nadat de Europese commissie kritisch was ten opzichte van de Belgische begroting. Die vraag dateert dus al van enige tijd geleden en een aantal vragen zal misschien al door de tijd ingehaald zijn. Ik zal een en ander toch verder toelichten.

 

De Europese Commissie heeft het begrotingsvoorstel voor 2012 van België geweigerd, had men toen gezegd. De Europese Commissie vond blijkbaar het geraamde tekort voor 2012 van 2,8 % van het bbp te optimistisch. Volgens de Europese Commissie zou het tekort zelfs met een groei van 0,8 % oplopen tot 3,1 % van het bbp.

 

Wij konden via de pers vernemen dat de kern onmiddellijk was bijeengekomen om zich over het standpunt te buigen en een antwoord voor te bereiden. Oorspronkelijk was wel gehoord dat de regering, of de kern, de Europese kritiek naast zich neer zou leggen en zou vasthouden aan het begrotingsvoorstel. Nadien hebben wij vernomen dat er toch een bevriezing zou komen van een deel van het budget om tegemoet te komen aan de Europese Commissie.

 

Eerder bleek dat de vooropgestelde groei van 0,8 % zoals die was vooropgesteld bij de besprekingen in december, niet meer realistisch was. Een aanpassing van dat groeicijfer zal dan ook bijkomende inspanningen vergen om die doelstelling van 2,8 % te halen.

 

Vandaar een aantal heel concrete vragen. Wat is het standpunt van de Belgische regering op de kritiek van de Europese Commissie?

 

Is het correct dat de kern destijds zou hebben beslist om de kritiek naast zich neer te leggen? Ik weet dat er ondertussen andere beslissingen zijn genomen.

 

Houdt de regering nog steeds rekening met een groei van 0,8 %? Ik neem aan van niet, maar met welke groei zal er thans rekening worden gehouden? Wat zal de impact of de extra inspanning zijn die daardoor moet worden gerealiseerd? Waar zullen die extra inspanningen worden gezocht?

 

02.02 Minister Olivier Chastel: Mevrouw de voorzitter, geachte collega, de Belgische regering heeft naar mijn mening zo gedetailleerd mogelijk gereageerd op de technische argumenten van de Europese Commissie. België behoudt de analyse dat de begroting die u begin december werd voorgelegd, ons tekort in 2012, op basis van een groei van 0,8 %, op 2,8 % brengt. Dit neemt niet weg dat de Belgische regering naar aanleiding van de kritiek van de Europese Commissie en in afwachting van de begrotingscontrole, voor 1,3 miljard euro uitgaven heeft bevroren.

 

Deze maatregel werd goed onthaald door de Europese Commissie, zoals mag blijken uit de persmededeling van 11 januari. De begroting die nu ter goedkeuring voorligt in Parlement, is gebaseerd op een geraamde economische groei van 0,8 %. Dat is voorzichtiger dan de 1,6 % van de economische begroting van september.

 

Voor de opmaak van de begroting en bij de begrotingscontrole baseert de regering zich op de economische begroting die door het Federaal Planbureau voor rekening van het INR wordt voorbereid. Het is dus niet de regering maar een onafhankelijk orgaan dat de maximaal te hanteren groei raamt. Dat is een manier van werken die door Europa wordt aanbevolen en mogelijk zelfs zal worden verplicht.

 

De regering heeft op vrijdag 13 januari een aantal afspraken gemaakt over de voorbereiding van de begrotingscontrole. Zo werd het INR gevraagd de economische begroting voor te bereiden voor 10 februari. Het heeft dan ook weinig zin nu zomaar groeicijfers rond te strooien. Ik kan enkel verwijzen naar een aantal recente ramingen: de Nationale Bank in december 2011, 0,5 %; Belgian Prime News in januari 2012, 0,1 %; IRES in januari 2012, -0,3 %.

 

Zoals daarnet reeds gesteld, heeft de regering beslist om de traditionele begrotingscontrole te vervroegen. De doelstelling zal daarbij onveranderd blijven, namelijk het behalen van de 2,8 %, zoals bepaald in het stabiliteitsprogramma 2011-2014. Bij die begrotingscontrole moet de impact van drie parameters worden onderzocht.

 

Er is de impact van de gewijzigde macro-economische vooruitzichten. Er zal moeten worden nagegaan wat de impact is van de ramingen van de economische begroting van 10 februari op belangrijke ontvangsten- en uitgavenstromen.

 

Er is ook de impact van het resultaat 2011. De resultaten van 2011 vormen immers de basis voor de ramingen voor 2012. De eerste oefening die moet worden gemaakt, bestaat erin na te gaan of die resultaten werden beïnvloed door eenmalige mee- of tegenvallers. De basis voor de raming voor 2012 moet immers hiervoor worden gecorrigeerd.

 

Ten slotte, er zal ook moeten worden nagegaan of er ondertussen elementen bekend zijn die een herziening van de impact van bepaalde maatregelen noodzakelijk maakt. De regering verwacht tegen 24 februari van het Monitoringcomité een rapport waarin die drie elementen aan bod moeten komen.

 

Het heeft weinig zin om nu om de haverklap nieuwe cijfers te verkondigen. Laat eerst de tijd voor een grondige technische analyse.

 

02.03  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Het wordt uitkijken naar de begrotingscontrole. Ik begrijp dat die groeicijfers een stuk lager zullen liggen. Het is afwachten wat de definitieve cijfers zullen zijn en of bijkomende inspanningen nodig zullen zijn.

 

Ik noteer ook dat u nog altijd vasthoudt aan het cijfer van 2,8 %, hoewel daarover de jongste dagen ook wel wat twijfel was. Ik noteer dat u nog altijd heel duidelijk vasthoudt aan de doelstelling van 2,8 %.

 

Wij kijken dan ook uit naar de rapporten van het Monitoringcomité en de begrotingsaanpassing.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van de heer Jenne De Potter aan de minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging over "de achterstallige facturen" (nr. 8754)

03 Question de M. Jenne De Potter au ministre du Budget et de la Simplification administrative sur "les factures en souffrance" (n° 8754)

 

03.01  Jenne De Potter (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, de overheid heeft een voorbeeldfunctie op heel wat terreinen en zeker op het vlak van de correcte en tijdige betaling van facturen.

 

De vraag die wij ons mogen stellen, is of de overheid vandaag haar rol op dat vlak zo correct mogelijk speelt. Ik hoef u ongetwijfeld niet uit te leggen dat het te laat betalen van facturen een van de redenen is waarom bedrijven in de problemen kunnen geraken, met alle gevolgen van dien, zoals betalingsstopzetting en faillissement.

 

Uit eerdere antwoorden op parlementaire vragen heb ik begrepen dat er de laatste jaren een positieve evolutie is geweest wat het tijdig betalen van facturen betreft, en dat de federale overheid zich bewust is van de problematiek en de daaraan verbonden risico’s. Ik verwijs, bijvoorbeeld, naar de maandelijkse monitoring door de FOD B&B en naar de beslissing van de Ministerraad van 23 januari 2009.

 

Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen. Ten eerste, wat zijn uw beleidsopties ter zake? Hoe zult u waken over de tijdige betaling van de facturen? Zult u, bijvoorbeeld, nieuwe instructies geven?

 

Ten tweede, hoe evolueert het saldo aan achterstallige facturen? Wat was eind 2011 het openstaand saldo aan achterstallige facturen van de federale overheid? Kunt u mij, indien mogelijk, een opsplitsing geven?

 

Ten derde, kunt u mij ter zake de evolutie van de laatste jaren meedelen?

 

03.02 Minister Olivier Chastel: Mevrouw de voorzitter, mijnheer De Potter, u hebt in uw vraag zelf al verwezen naar de maandelijkse monitoring van de FOD Budget.

 

Deze monitoring zal nog kunnen worden verbeterd. Immers, vanaf dit jaar verlopen de verrichtingen van alle FOD’s, POD’s en Landsverdediging via het FEDCOM-systeem.

 

De piloot-FOD’s in dit project startten hiermee reeds in het boekjaar 2009. Vervolgens werd dit systeem in drie golven geïmplementeerd in de andere FOD’s en POD’s.

 

Het feit dat alle FOD’s en POD’s nu via hetzelfde systeem werken, maakt het mogelijk om de rapportering te verbeteren en te verfijnen.

 

Mijn beleidsoptie ter zake is in de eerste plaats de FOD Budget te vragen om te investeren in een instrument dat zowel de minister van Begroting als elk individueel departement toelaat de betaaltermijnen van de facturen en het al dan niet respecteren van deze termijnen, in detail op te volgen.

 

Op dit ogenblik kan enkel het bedrag aan openstaande achterstallige facturen worden gegeven voor de FOD’s en POD’s die reeds in 2011 met het FEDCOM-systeem werkten. Het betreft de Kanselarij, Personeel en Organisatie, Budget en Beheerscontrole, Fedict, Financiën, Buitenlandse Zaken, Sociale Zaken, Arbeid, Economische Zaken, Mobiliteit en Maatschappelijke Integratie. Voor de aangehaalde FOD’s bedroeg het totaal aan openstaande achterstallige facturen eind 2011 28,9 miljoen euro. Het betrof een totaal aantal van 2 296 facturen.

 

Voor alle duidelijkheid: in de aangehaalde cijfers wordt enkel rekening gehouden met de facturen van binnenlandse en buitenlandse leveranciers met een ondernemingsnummer en dus niet met de betalingen aan personeel of andere overheidsinstellingen. Indien u de gevraagde informatie per FOD en per jaar wil, zal deze moeten worden opgevraagd bij de verschillende departementen en dit vraagt de nodige tijd.

 

03.03  Jenne De Potter (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is een positief gegeven dat in de toekomst de rapportering van alle FOD’s en POD’s op dezelfde manier zal gebeuren, waardoor de transparantie op dat vlak zal verhogen. Het initiatief dat u zult nemen om de betalingstermijnen beter op te volgen, kan ik alleen maar toejuichen. Ik zal een vergelijking moeten maken van de evolutie van de laatste jaren op het vlak van de achterstand, want ik kan die 28,9 miljoen euro niet vergelijken met de voorgaande jaren. Ik zal dit verder onderzoeken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De behandeling van de vragen en interpellaties eindigt om 14.26 uur.

Le développement des questions et interpellations se termine à 14.26 heures.