Commission
des Finances et du Budget |
Commissie voor de Financiën en de Begroting |
du Mardi 17 janvier 2012 Matin ______ |
van Dinsdag 17 januari 2012 Voormiddag ______ |
La séance est ouverte à 10.18 heures et présidée par Mme Muriel Gerkens.
De vergadering wordt geopend om 10.18 uur en voorgezeten door mevrouw Muriel Gerkens.
La présidente: La question n° 8026 de Mme Kattrin Jadin est reportée.
- mevrouw Sophie De Wit aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de toewijzing van de locatie en de capaciteit van het nieuwe arresthuis in Antwerpen" (nr. 8321)
- mevrouw Sophie De Wit aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de investeringen in de kazerne van de federale politie te Wilrijk" (nr. 8322)
- Mme Sophie De Wit au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments, adjoint au ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "l'attribution de l'emplacement et la capacité de la nouvelle maison d'arrêt d'Anvers" (n° 8321)
- Mme Sophie De Wit au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments, adjoint au ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "les investissements dans la caserne de la police fédérale de Wilrijk" (n° 8322)
01.01 Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, voor zover ik dat nog niet gedaan heb, wens ik u proficiat met het feit dat u uw Kamerzetel verruild hebt voor een zetel aan de andere kant.
Ik heb voor u twee vragen in verband met de Antwerpse gevangenis. Op de agenda zijn mijn vragen samengevoegd, dus ik zal ze ook min of meer samen stellen, want ze zijn samenhangend.
De situatie kent u zeer goed, aangezien u daar zelf nog vragen over hebt gesteld, nog niet zo lang geleden.
Heel precies gaat het over een van de laatste beslissingen die de regering in lopende zaken nog genomen heeft, namelijk de beslissing over de lokalisering van een nieuwe gevangenis, een nieuw arresthuis in Antwerpen, langs de Boomsesteenweg in Wilrijk, daar waar een oude rijkswachtkazerne staat, nu een kazerne van de federale politie. Er is toen ook een beslissing genomen over de capaciteit ervan.
Wij hebben er al eens vragen over gesteld. Het is ons standpunt dat die plaats niet de meest aangewezen locatie is. Het justitiepaleis omvat nog terreinen en volgens ons zou het meer logisch zijn om daar een nieuwe gevangenis te plaatsen. Daardoor worden verplaatsingskosten of transportkosten ook vermeden. Zo kan ook sneller contact plaatsvinden tussen de advocaat, onderzoeksrechters en dergelijke, met de betrokkene die moet worden aangehouden. Een locatie nabij het justitiepaleis biedt dus wel wat voordelen.
Er is nog een tweede reden waarom ik deze vraag stel. Nog voor die toewijzing is gebeurd, heeft de heer De Clerck, de vorige minister van Justitie, gezegd dat er nog een informatie- en inspraakvergadering met de buurt moest plaatsvinden. Er was dus nog een buurtonderzoek nodig.
Er werd ook beslist dat de capaciteit 440 plaatsen zou bedragen, terwijl wij goed weten dat er in de Begijnenstraat nu 665 gedetineerden zitten. Er is daar een permanente overbevolking en dat is een groot probleem. De nieuwe gevangenis zal dus onvoldoende capaciteit hebben. Ik durf verwijzen naar uw vraag over de capaciteit in uw hoedanigheid van parlementslid, nog niet zo lang geleden. Het was een vraag van september die in oktober of november aan bod gekomen is, waarin u duidelijk had gezegd dat de capaciteit volgens u onvoldoende was en dat u eigenlijk liever een zo ruim mogelijke capaciteit wenst waar dat kan. U hebt toen gevraagd of de capaciteit niet hoger kan, waarbij u verwezen hebt naar het voorbeeld van Haren. Er is het aspect locatie en er is het aspect capaciteit.
Maar vooral het derde aspect vind ik toch wel heel opmerkelijk, mijnheer de staatssecretaris, zeker in deze periode van budgettaire krapte. Er wordt nu nog volop geïnvesteerd aan de politiekazerne in Wilrijk. Er is een totale renovatie gebeurd van het hoofdgebouw: nieuwe ramen, nieuwe verwarming, een nieuw dak, een nieuwe ontvangstzaal, een nieuw communicatiecentrum, een sociale keuken en men was zelfs van plan om een schietstand te bouwen.
Kortom, het kan niet op. Als men het gebouw gaat afbreken om er een nieuwe gevangenis te zetten, is dat toch allemaal weggegooid geld? Het was voor u en voor de diensten van de Regie der Gebouwen blijkbaar een verrassing dat dit zou gebeuren. Volgens de vakbonden is er trouwens geen overleg gepleegd.
Ik kom tot mijn vragen, mijnheer de staatssecretaris.
Bent u ook de mening toegedaan dat de locatie in Wilrijk de meest geschikte is? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? Zijn er andere locaties onderzocht voor het nieuwe arresthuis? Uw voorganger, de heer Reynders, heeft in oktober gezegd dat hij verschillende opties had. Misschien is het interessant de voor- en nadelen van die locaties te kennen ingevolge het onderzoek dat er is geweest.
Werd er, zoals beloofd door minister De Clerck, een inspraakmoment gehouden met de omwonenden van de Boomsesteenweg? Zo ja, wat was daarvan de teneur?
Gaat u onderzoeken of er een uitbreiding van de capaciteit mogelijk is, zoals men voor Haren heeft gedaan? Met andere woorden, blijft u achter de wensen staan die u nog niet zo lang geleden als parlementslid hebt geuit?
Als men de kazerne toch gaat afbreken, wat is dan de nieuwe locatie van de federale politie? Zijn er ter zake ook verschillende opties? Wat zijn de voor- en nadelen daarvan?
Ik stel ook vragen bij de kostelijke renovatiewerken aan de kazerne, die misschien allemaal voor niets zijn. Graag krijg ik van u een lijst van alle renovatie- en infrastructuurwerken die de afgelopen jaren aan de kazerne gebeurd zijn, met hun kostprijs. Kunt u ook een lijst geven van de werken die de komende maanden of jaren nog op stapel staan? Daar ken ik natuurlijk ook graag het prijskaartje van.
Als het tot een afbraak komt, zullen dan een aantal infrastructuur- en renovatiewerken te recupereren zijn? Zo ja, welke? Is er een besparing? Of vindt u het te gek dat er nog geld in die kazerne gepompt wordt en gaat u de op til zijnde renovatiewerken gewoon stopzetten?
Kunt u ook een raming geven van de kostprijs van de volledige afbraak van de kazerne? Als er een nieuwe kazerne moet worden gebouwd, dan zou ik graag de kostprijs daarvan horen, om het totale kostenplaatje te kennen van de beslissing die door de regering van lopende zaken is genomen. Er moet iets worden afgebroken waarvoor kosten werden gemaakt en men moet iets nieuws opbouwen, op een nieuwe locatie. Is er al een nieuwe locatie bekend en wat is de timing? Welke opties staan er eventueel nog open?
Blijft u er voorstander van om de kazerne te slopen en daar een nieuwe gevangenis te bouwen of zult u er bij uw collega’s op durven aandringen die beslissing te herzien? Hoe verklaart u dat de Regie der Gebouwen niet werd betrokken bij die beslissing? Waarom werd geen overleg gepleegd met de vakbonden van de federale politie?
01.02 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Mevrouw De Wit, zo leert het leven dat niets toepasselijker is in het Parlement als verba volent, scripta manent. Zo hoort dat ook.
Mevrouw De Wit, ik kan hierop antwoorden dat de vorige regering een beslissing heeft genomen, die wij nu trachten uit te voeren. In de kazerne werden inderdaad nog werken uitgevoerd, maar men moet alles in zijn geheel bekijken. Er was, enerzijds, vanuit de politie de vraag om hun diensten te centraliseren en, anderzijds, vanuit Justitie de vraag om een nieuwe gevangenis in Antwerpen te bouwen. Een terrein vinden voor die nieuwe gevangenis was geen gemakkelijke opdracht. Het terrein in Wilrijk is geschikt en de keuze voor de site werd bovendien ook gedragen door de stad Antwerpen.
Ik geef hieronder een overzicht van de reeds uitgevoerde werken: renoveren van het sanitair in de blokken A en B, 240 715 euro; vernieuwbouw in blok C, keukenrefter 2 100 000 euro, keukeninrichting, 935 000 euro; elektriciteitswerken in blok C, 240 000 euro; diverse onderhoudswerken ten gevolge van slijtage, 307 000 euro. Dat geeft een totaal van 3 822 715 euro.
Dat recentelijk nog werd overgegaan tot de verbouwing van de keuken en de refter, is een gevolg van de nieuwe normen in het kader van de voedselveiligheid. De Regie der Gebouwen werd verplicht, in het kader van de nieuwe normen, om de meeste bestaande keukens drastisch aan te passen, omdat het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid anders ermee dreigde om de keukens te sluiten. In elk gebouw worden op regelmatige basis werken uitgevoerd en dat is ook hier gebeurd.
De beslissing om hier een gevangenis te bouwen, is nu genomen, waardoor de site een andere bestemming krijgt. Indien wij in elk gebouw, waarvan sprake is om het eventueel een andere invulling te geven, geen werken meer laten uitvoeren, zou de situatie in heel wat gebouwen dramatisch zijn. Infrastructuur is een levende materie, waarin constant onderhoudswerken nodig zijn. Dat staat los van het globale beleid, dat een positieve situatie tot gevolg moet hebben voor meerdere diensten.
Na de verhuizing van de diensten van de federale politie zal worden nagegaan welke zaken kunnen worden gerecupereerd. Ondertussen kunnen zij echter worden gebruikt en deels ook verbruikt. Met verbruiken bedoel ik dat ook sprake zal zijn van de gebruikelijke slijtage tijdens het gebruik. De roerende uitrusting van de gebouwen – ik denk dan aan keukenapparatuur, sportuitrusting, labo-inrichting, delen van de schietstand – kan zeker worden gerecupereerd.
Momenteel meedelen welke kosten hierdoor bespaard worden en welke bestemming delen van die uitrusting zullen krijgen, is onmogelijk. De nieuwe keukenuitrusting zal kunnen worden gebruikt in een van de door de Regie der Gebouwen beheerde gebouwen, ik denk bijvoorbeeld aan asielcentra.
Er waren nog allerlei andere werken gepland, maar die zijn on hold gezet gezien de beslissing. Er zullen alleen nog werken worden uitgevoerd aan de schietstand en algemene werken aan blok C, die men raamt op in totaal ongeveer 200 000 euro. Aan die werken kunnen we immers niet onderuit, aangezien die noodzakelijk zijn voor het functioneren van de politiediensten, tot hun nieuwe huisvesting klaar is. Zo niet zou de schietstand moeten worden gesloten, waardoor het onmogelijk zou worden voor het politiepersoneel om zijn quotum op het vlak van schietvaardigheid te behalen en de continuïteit van de dienst te verzorgen. Het is immers ontoelaatbaar dat door een gebrek aan training de veiligheid van het personeel in het gedrang komt.
De afbraak van de gebouwen past in het totale project van de nieuwe gevangenis. De kosten van de afbraak worden bepaald door een aantal factoren, zoals de afbraak van bepaalde stoffen, de pollutie van de grond, ondergrondse massieven, de recuperatie van bouwmaterialen en dergelijke meer. In de huidige stand van zaken van het project is het niet mogelijk om reeds een nauwkeurig bedrag voor de afbraakkosten te ramen.
Momenteel wordt er nagegaan of er met de lokale politie synergieën kunnen worden gevonden om een gezamenlijk huisvestingsproject op te starten. Op de Ministerraad van 2 december jongstleden werd door de toenmalige bevoegde minister voorgesteld een overheidsopdracht te lanceren gericht op de terbeschikkingstelling gedurende lange termijn van een site en een gebouw.
De exacte modaliteiten van de opdracht zullen worden uitgewerkt door de Regie der Gebouwen in overleg met de federale politie en, indien mogelijk, met de lokale politie. De opdracht zal vervolgens voorgelegd worden aan de Ministerraad. Er dient dan ook nagestreefd te worden een opdracht te lanceren in de loop van de eerste maanden van 2012.
Omdat de site Wilrijk nog enkele jaren een operationele politiekazerne blijft, is het in het kader van de veiligheid onmogelijk de sportaccommodatie open te stellen voor de buurtbewoners.
De Regie der Gebouwen werd hierbij wel betrokken. Het is immers de toenmalige bevoegde minister die de nota op de Ministerraad heeft gebracht. Het dossier nam een start toen er een verzoek werd ingediend in januari 2010 door de toenmalige bevoegde minister van Binnenlandse Zaken om een hergroepering te lanceren op de site.
Aanvankelijk werd overwogen om een en ander op de huidige site te realiseren, maar gezien de hoge geraamde kostprijs werd de vraag gesteld of dat niet efficiënter elders kon worden gerealiseerd, ook gezien de vraag van de lokale politie om mee in het project te stappen. Het zal dus via een opdracht gebeuren, via inhuring, waarbij de inschrijver het terrein zal aanbieden met daarop het te realiseren project. De locatie zal dus daarvan afhangen.
De voorwaarde was dan wel dat de site Valaar in Wilrijk op een behoorlijke manier kon gevaloriseerd worden. Gelet op de oppervlakte van het terrein, bijna 7 hectare, en de moeilijkheden bij het zoeken naar geschikte terreinen voor gevangenissen in Vlaanderen, gelet ook op de nabijheid van het gerechtsgebouw en gelet op de bestaande stedenbouwkundige inkleuring, werd die opportuniteit voor het bouwen van een nieuwe gevangenis aangegrepen.
Het zoeken naar een terrein voor de bouw van een nieuwe gevangenis is niet gemakkelijk. Verschillende terreinen werden gescreend. We hebben evenwel geen lijst van tientallen mogelijke gronden, waarvan wij gerust de voor- en nadelen kunnen afwegen.
Er zijn niet veel opties. Als wij een geschikte site hebben, zie ik niet in waarom wij nog verder zouden zoeken. Wij zijn niet verplicht om een volledig vergelijkend onderzoek te doen. Aangezien de site geschikt is en er geen betere alternatieven zijn, sta ik achter de beslissing van mijn voorganger.
Wat het inspraakmoment betreft, verwijs ik graag naar mijn collega die bevoegd is voor Justitie. Het is immers op haar initiatief dat er zo’n moment georganiseerd kan worden, aangezien de meeste bekommernissen gaan over aspecten waarin Justitie beter geplaatst is om te antwoorden. Ik ben natuurlijk wel bereid om voor de Regie aanwezig te zijn, om de technische aspecten van de site te verduidelijken.
Ten slotte ben ik er voorstander van om een optimale capaciteit van de gevangenissen na te streven. Uiteraard was hetgeen ik vertolkt had, mij niet ontgaan. Ik heb die vraag dan ook reeds bij mijn aantreden aan de mensen van de Regie gesteld. Op de site van Wilrijk kan men geen gevangenis realiseren met een hogere capaciteit, toch niet als men ook oog wil hebben voor aspecten van een humane detentie.
Ik benadruk wel dat er een bijkomende gevangenis komt in het vlakbij gelegen Beveren. Wij hopen daarmee zo spoedig als mogelijk te kunnen starten. Die gevangenis moet de overbevolking in Antwerpen mee helpen opvangen. Zodoende ligt het totale aantal nieuwe plaatsen wel hoger dan die in de bestaande gevangenis. Ik wil er u bovendien ook nog op wijzen dat men ook in de Noorderkempen, niet zo fenomenaal ver daarvan gelegen, ook beperkte uitbreidingen heeft.
01.03 Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw omstandig antwoord.
Ik noteer dat u het een geschikte locatie vindt, ondanks uw eerdere standpunt over de capaciteit. Als de locatie niet meer dan 440 aangehoudenen toelaat, dan is die misschien niet zo geschikt als men voorhoudt. U kent de Kempen beter dan ik, maar ik heb daar ook een tijdje van gevangenis naar gevangenis gereden. U weet ook dat het, gelet op het transport, de timing en het verkeer, helemaal geen evidentie is.
Ik hoor u niets meer zeggen over een buurtonderzoek, enkel dat het gedragen wordt door de stad. Ik wil u erop wijzen dat er een groot verschil is tussen de stad Antwerpen en haar burgermeester en de districten. Het is vaak zo dat de lusten voor de stad zijn en de lasten voor de districten. Ik wil u oproepen om rekening te houden met de buurt. Het is een jonge woonbuurt. Ik wil u aanraden om aan te sturen op een buurtonderzoek, ook al gebeurt dat in samenspraak met uw collega van Justitie.
U hebt voorts de bedragen opgesomd. Ik kom aan ongeveer 4 miljoen euro. Ik vind dat niet niets in tijden van budgettaire krapte. Men gooit iets plat, terwijl er veel geld in gestopt werd. Bepaalde onderhoudswerken waren nodig en de schietstand moet blijven werken, zegt u. Mij lijken dat echter geen onderhoudswerken te zijn. Ik heb daar vragen bij.
U zegt dat u weinig andere opties had. Er is een heel logische optie. Het verhaal doet de ronde dat de politie niet meer in Wilrijk zal zitten, maar een nieuw gebouw krijgt aan het vlinderpaleis. De gevangenis komt op de plaats van de politiegebouwen. Dat is een beetje gek. Men zal een gebouw afbreken om er een nieuwe gevangenis te zetten. De politiediensten komen dan naast het vlinderpaleis. Draai dat toch gewoon om: zet de gevangenis naast het vlinderpaleis en blijf het gebouw gewoon voort renoveren, zoals u al gedaan hebt. Dan zijn die kosten niet verloren voor de politie. Dat zal een veel goedkopere en logischere oplossing zijn. Het is een taak van de regering om ook met het budgettaire aspect rekening te houden.
L'incident est clos.
- mevrouw Sophie De Wit aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "het uitstel van de bouw van de gevangenis te Dendermonde" (nr. 8323)
- mevrouw Carina Van Cauter aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de dure uitstelling van de bouw van gevangenissen" (nr. 8408)
- Mme Sophie De Wit au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments, adjoint au ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "le report de la construction de la prison de Termonde" (n° 8323)
- Mme Carina Van Cauter au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments, adjoint au ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "le coût élevé du report de la construction des prisons" (n° 8408)
De voorzitter: Mevrouw Van Cauter is afwezig.
02.01 Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, dit is een korte vraag.
Het gaat over een sinterklaascadeautje. Samen met de nieuwe regering, hebben wij vernomen dat de Regie der Gebouwen besloten heeft om de bouw van de nieuwe gevangenis in Dendermonde uit te stellen. Die beslissing is genomen omdat er heel wat juridische procedures lopen tegen die bouw.
Dat verloopt naar het voorbeeld van wat er aan de hand is in Beveren, waar de start ook aanzienlijk vertraagd wordt door juridische bezwaren, actiegroepen en een buurtcomité.
Mijnheer de staatssecretaris; graag had ik vernomen hoeveel juridische bezwaren er op dit ogenblik tegen de nieuw te bouwen gevangenis van Dendermonde zijn geuit, door welke actiegroepen, en wat het voorwerp is van hun klachten.
Hebt u er een idee van hoelang die juridische acties de bouw van de gevangenis van Dendermonde zullen vertragen? Wanneer denkt u ten vroegste met de bouw van die gevangenis te kunnen starten? Dat is niet onbelangrijk. U zegt zelf dat er in de regio Antwerpen andere gevangenissen komen, maar dat verhaal loopt niet zo vlot. Het mag dan misschien een oplossing zijn voor de capaciteit, maar men geraakt nog niet eens aan de eerstesteenlegging. Ik kijk dus uit naar uw antwoord.
02.02 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Collega De Wit, wij moeten inderdaad schadevergoedingen betalen, maar het zit complexer in elkaar dan de media het weergeven. Volgens de bepalingen van de overeenkomst inzake design, build, finance and maintenance (DBFM) bestaat de vergoeding uit twee componenten.
Ten eerste, zijn er de kosten die verbonden zijn met de financiering, die integraal worden terugbetaald. Dit zijn kosten naast de dagvergoeding.
Ten tweede, een maximale forfaitaire dagvergoeding voor de extra kosten. De vergoeding voor de extra kosten is in de overeenkomst forfaitair per dag vastgelegd. Er is een vergoedingsvrije eerste periode van 60 dagen. Nadien gelden verschillende tarieven naargelang van de lengte van het uitstel. Bovendien is de gecumuleerde vergoeding begrensd tot 825 000 euro.
Kortom, de eerste 60 dagen moet er, zoals de toenmalige minister van Justitie zei, inderdaad geen dagvergoeding betaald worden. Vanaf dag 61 bedraagt de vergoeding 11 000 euro per dag voor Dendermonde, en 10 000 euro per dag voor Beveren. Deze bedragen nemen af met de tijd en zijn begrensd tot 825 000 euro.
Tijdens de onderhandelingen met BAM, voorafgaandelijk aan het afsluiten van het contract, ging er bijzondere aandacht naar het beperken van de uitstelkosten, omdat wij zeker in het geval van Dendermonde op uitstel geanticipeerd hebben.
De forfaitaire dagvergoeding ligt beneden de werkelijke kosten en is veel lager dan de gebruikelijke formules voor het bepalen van schadevergoedingen. Deze vergoedingen zijn vastgelegd in de DBFM-overeenkomst, en maken geen voorwerp meer uit van heronderhandelingen.
In Dendermonde zijn de terreinen verworven en is het archeologisch onderzoek ingediend. Er zijn ondertussen bezwaren ingediend tegen het PRUP, tegen de stedenbouwkundige vergunning, tegen de milieuvergunning en tegen de afschaffing van de buurtwegen, en dit door telkens dezelfde verzoekers. Het PRUP werd ondertussen geschorst.
In Beveren zijn de terreinen verworven en is het archeologische onderzoek ingediend. Er zijn bezwaren ingediend tegen het GRUP, de bouwvergunning, de milieuvergunning en tegen de afschaffing van de buurtwegen. De bouwvergunningen zijn nog niet uitvoerbaar wegens een beroep tegen de milieuvergunning. Wij hopen daarvan weldra de uitspraak van de bevoegde Vlaamse minister te kennen. Wij verwachten deze in februari of maart. Indien de milieuvergunning wordt verleend, kunnen wij starten met de bouw.
De Regie der Gebouwen heeft dus niet beslist de bouw uit te stellen. Wij zijn vragende partij om zo snel mogelijk te kunnen starten met de bouw.
Dit zijn geen gemakkelijke dossiers. Ik blijf erbij dat ik hoop dat het algemeen belang kan voorgaan. Er is dringend nood aan deze nieuwe gevangenissen. Wij hebben onze verantwoordelijkheid genomen. De vertraging en de eraan gekoppelde vergoedingen kwamen er door gebeurtenissen waar wij zelf geen invloed op hebben. Ik hoop dan ook dat de procedures weldra achter de rug zijn en dat wij effectief kunnen starten.
Daarstraks wees u op het buurtoverleg. Het lijkt mij aangewezen dat in deze twee dossiers met de lokale actoren wordt overlegd. Ik heb daar gisteren nog over gesproken met de minister van Justitie, en er komt inderdaad overleg om te pogen de plooien glad te strijken, teneinde de procedurestrijd tot het strikte minimum te beperken en zo tijdverlies ten koste van de belastingbetaler tot een minimum te beperken.
02.03 Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, u zegt zelf dat een buurtonderzoek heel belangrijk kan zijn. Dat was ook de reden voor mijn vraag in verband met Antwerpen die toch niet zonder belang is.
U hebt iets gezegd dat ik toch wel eigenaardig vind. U zegt dat er op het uitstel is geanticipeerd bij de contractsluiting. U mag het mij niet kwalijk nemen, maar ik vind het hallucinant dat men een contract sluit met een aannemer vóór men zeker is dat de vergunningen in orde zullen komen en men weet dat men eventueel schadevergoedingen zal moeten betalen. Mij lijkt dat geen goed bestuur te zijn. Mij lijkt dit op het nemen van risico’s en spelen met geld. Als dan wordt gezegd dat er op het uitstel werd geanticipeerd, dan frons ik toch enigszins de wenkbrauwen.
Het gaat alweer over veel geld en veel vertraging waaraan nog een bijkomend kostenplaatje kan worden verbonden want als die gevangenissen niet op tijd klaar zullen zijn, dan zullen wij ons contract met Tilburg moeten verlengen. Wij weten nu al dat hiervoor onvoldoende geld is opgenomen in de budgetten. De vraag is dan ook hoe dit dan weer zal moeten worden betaald voor die 671 gevangenen in Tilburg. Vanaf 2013 moeten zij immers terugkomen en wij zullen geen gevangenissen hebben om ze in op te vangen.
Als wij dit allemaal kaderen in de prioriteiten van deze regering, waaronder het aanpakken van de straffeloosheid, dan vrees ik dat men het paard niet vóór maar achter de kar aan het spannen is. Uiteindelijk is men veel aan het beloven, maar zal men het niet kunnen waarmaken. Ik hoop dat het u lukt en dat u uw eerste spade in maart in de grond zult kunnen steken; Het is immers heel belangrijk dat hiervan werk wordt gemaakt en dat er niet langer wordt gemorst met het zuurverdiende geld van de belastingbetaler.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Peter Logghe aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "controles op warmteverlies in openbare gebouwen" (nr. 8351)
03 Question de M. Peter Logghe au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments, adjoint au ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "le contrôle des déperditions de chaleur dans les bâtiments publics" (n° 8351)
03.01 Peter Logghe (VB): Mijnheer de staatssecretaris, mijn vraag is ondertussen ongeveer een maand oud, maar het warmteverlies in de openbare gebouwen zal niet verminderd zijn.
Openbare gebouwen zijn bijna uit de aard van de zaak gebouwen waar veel personen over de vloer komen. Het zijn meestal ook heel grote, ruime gebouwen, die enorm vele energie verbruiken. De Regie der Gebouwen beheert ongeveer 1 500 gebouwen. Het lijkt mij dan ook interessant te informeren naar de controle op het warmteverlies in die gebouwen en naar het regelmatige nazicht van het warmteverlies.
Mijnheer de staatssecretaris, zeker in tijden van financiële krapte moet het toch wel mogelijk zijn om ook hierop enorm te besparen. Vanuit budgettair oogpunt, maar ook vanuit milieuzorg lijkt de vraag mij dus belangrijk.
Ten eerste, zijn er standaardprocedures voor de controle op warmteverlies in openbare gebouwen van toepassing?
Ten tweede, op welke manier en op welke tijdstippen worden de controles uitgevoerd?
Ten derde, gebeuren de controles door onafhankelijke experts, bijvoorbeeld Vinçotte?
Ten vierde, hoeveel gebouwen beheert de Regie der Gebouwen momenteel?
Ten vijfde, met welke regelmaat werden de openbare gebouwen in 2005 tot en met 2010 gecontroleerd? Die vraag mag eventueel schriftelijk beantwoord worden.
Ten zesde, wat waren de resultaten van de controles? Wat gebeurt er met de resultaten? Binnen welke termijn wordt de overheid geacht om maatregelen te nemen om het warmteverlies in haar gebouwen te verminderen?
Ten zevende, zijn er plannen om de standaardprocedures hieromtrent te wijzigen? Daaronder versta ik dan verscherpen en versterken.
03.02 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Collega Logghe, op het ogenblik is er geen standaardprocedure om warmteverlies in de openbare gebouwen te controleren. Dat betekent helemaal niet dat er niets zou worden gedaan om warmteverliezen te verminderen, integendeel.
We merken eerst en vooral op dat het warmteverlies van een gebouw tijdens de winterperiode voornamelijk van drie factoren afhangt, factoren waarmee uiteraard rekening gehouden moet worden om de warmteverliezen te beperken.
Ten eerste, het temperatuurverschil hangt af van het niveau van de temperatuur binnen het gebouw. De Regie der Gebouwen heeft als beheerder van de gebouwen waarin meer bepaald de federale administraties ondergebracht zijn, steeds aandacht besteed aan een beperking van de binnentemperatuur tijdens de winter, maar binnen de grenzen van het redelijke en zorg dragend voor een goed warmtecomfort.
Tijdens de jaren 80 werd de Regie der Gebouwen belast met de controle ter plaatse van de thermische installaties van de gebouwen en de beperking van de binnentemperatuur tijdens de winter. Daarvoor werd de cel Energie op 1 maart 1981 gecreëerd. Dat kader werd voor een jaar aangeworven en niet hernieuwd. De opdrachten inzake de controle van de temperatuur werden nadien onregelmatig uitgevoerd. Nu is er dus beperktere controle van de temperatuur in de openbare gebouwen.
Anderzijds heeft de cel Energie en Duurzame Ontwikkeling drie jaar geleden een pilootproject in het hoofdgebouw van de regie zelf uitgevoerd, aan de Gulden Vlieslaan en het Jourdanplein te Brussel, teneinde het energieverbruik in die gehuurde gebouwen te optimaliseren. Dat project bestaat uit een goed beheer van de thermische en elektrische installaties, meer bepaald door een beperking van de binnentemperatuur. Die recente initiatieven hebben een vermindering van 50 % van het gasverbruik tussen 2005 en 2007 en een besparing van 21 % van het elektriciteitsverbruik tussen 2010 en 2011 teweeggebracht. De cel Energie en Duurzame Ontwikkeling van de Regie der Gebouwen is van plan om dat soort van initiatieven uit te breiden naar bepaalde andere gebouwen.
Ten tweede, wat de verbetering van de thermische isolatie van de bestaande gebouwen betreft, tussen 2005 en 2010 werden de honderden door de Regie der Gebouwen beheerde gebouwencomplexen onderworpen aan een energieaudit in het kader van het partnerschap tussen de Regie en Fedesco. Die audits gebeurden weliswaar voor een zeer beperkt aantal gebouwen op basis van een controle via thermografie.
Daarnaast heeft de Regie der Gebouwen op eigen kracht studies en werken laten uitvoeren om de thermische isolatie van een groot aantal complexen te verbeteren in het kader van de kredieten die haar jaarlijks worden toegekend volgens artikel 5.33.03. De Regie der Gebouwen beschikt over een jaarlijks budget van 2 miljoen euro om dat type dossiers te behandelen.
De resultaten van de studies en de audits worden meestal omgezet in voorschriften en worden gevolgd door een uitvoering van werken. De termijn om de eigenlijke werken in de praktijk om te zetten, bedraagt meestal een tot twee jaar.
Om de kwaliteit van de thermische isolatie van de toekomstige nieuwe openbare gebouwen te controleren, is de Regie van plan om thermografische controles te laten uitvoeren door private controlebureaus, aangezien de thermische isolatiestandaard steeds hoger zou liggen.
Ten derde, om de warmteverliezen door luchtindringing te beperken, vervangt de Regie der Gebouwen ramen. In de toekomst zullen procedures voor de controle van warmteverliezen door luchtindringing worden georganiseerd volgens strikte procedures, in het bijzonder door het onder druk brengen van een gebouw op het ogenblik van de voorlopige oplevering. De Regie beheert op dit ogenblik 976 gebouwen, waarvan zij eigenaar is, en 522, die zij huurt. Ik herinner u eraan dat de meest efficiënte maatregel de vermindering is van de temperatuur.
In die context en in het kader van de voortzetting van de acties die zij heeft ondernomen in haar hoofdgebouw lanceert de Regie der Gebouwen momenteel een nieuw initiatief, waarvan de verwachte impact een bijkomende besparing van ongeveer 10 % kan zijn. Het betreft de aanstelling van een energieverantwoordelijke in elke dienst van het hoofdgebouw van de Regie, die zorgt voor het optimaliseren van de HVAC- en elektriciteitsinstallaties, en in het bijzonder het respecteren van de temperatuurinstellingen in elk lokaal. Dat project werd reeds enkele maanden geleden gelanceerd.
Mag ik u ten slotte erop wijzen dat ecologie en duurzame ontwikkeling binnen onze gebouwen mij zeer na aan het hart ligt. Ik heb in mijn beleidsnota vier pijlers ontwikkeld, waarvan een net dat thema behelst. Hieraan zal dus met bijzondere aandacht worden doorgewerkt, in samenwerking met de Regie. Ook nieuwe projecten zullen dit jaar worden uitgewerkt om onze gebouwen duurzamer en energie-efficiënter te maken.
03.03 Peter Logghe (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik neem er nota van dat u met bijzondere aandacht hernieuwbare energie en vooral controle op warmteverlies zult opvolgen. Ook ik zal dat met bijzondere aandacht opvolgen.
Men kan uiteraard de temperatuur beperken, maar dat kan men niet oneindig. U zegt dat zelf ook. Op een bepaald moment bereikt men de minimumtemperatuur en dan kan men niet lager meer gaan of men brengt andere levensvoorwaarden enigszins in het gedrang.
Op het vlak van isolatie kan er ook heel wat worden ondernomen.
U had het over een energieaudit, die in een beperkt aantal gebouwen heeft plaatsgevonden. Ik had willen weten over hoeveel gebouwen het gaat en of men eraan denkt om die energieaudits uit te breiden.
Ik neem nota van het feit dat u een energieverantwoordelijke zult aanstellen voor de units en dat er procedures zullen worden uitgewerkt. Het is veel “zullen” en “zal”. Ik zal het dossier in elk geval van heel dichtbij volgen, want als er iets duidelijk is, mijnheer de staatssecretaris, dan is het wel dat men met maatregelen een substantiële vermindering van het warmteverlies kan realiseren. Zoals u zelf zegt, kan er op een bepaald moment tot 50 % worden bespaard op de gasfactuur en tot 21 % op de elektriciteitsfactuur. Dat zijn ernstige cijfers. Een en ander zou dan ook beter algemeen worden doorgetrokken, zeker in tijden van financiële krapte. Als men inspanningen vraagt van de burger, mag men die ook verwachten van de overheid.
La présidente:
On ne peut qu'être d'accord avec cette orientation.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Tanguy Veys aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "een leegstaand pand in Gent" (nr. 8422)
04 Question de M. Tanguy Veys au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments, adjoint au ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "un immeuble inoccupé à Gand" (n° 8422)
04.01 Tanguy Veys (VB): Mijnheer de staatssecretaris, er worden gebouwen gepland en er zijn gebouwen in gebruik, maar ik vermoed dat de federale overheid ook nog wel een aantal gebouwen heeft die leegstaan, soms al een geruime tijd. In Gent is er een pand, op de gelijkvloerse verdieping, op de Brugsesteenweg. Volgens de stad Gent is het eigendom van de federale overheid. Het zou, opnieuw volgens de stad Gent, al geruime tijd, meer dan 10 jaar, leegstaan.
Uit de door mij bijgevoegde foto – u hebt die vermoedelijk per fax gekregen, maar ik wil u die ook gerust digitaal bezorgen – blijkt dat het gebouw zeer sterk verloederd is. De wijk waarin het gelegen is, de 19e-eeuwse gordel in Gent, kampt met verloedering en vervreemding. Men is daar zeker gevoelig voor de leegstandsproblematiek. Leegstaande gebouwen zijn ook een versterkende factor. Ze worden aangepakt door vandalen en er wordt graffiti op gespoten. Zo kan men duidelijk zien dat het betreffende gebouw al een geruime tijd verkommerd is.
De stad Gent laat weten dat het gebouw nog niet op de lijst van leegstaande gebouwen van de stad Gent staat. Blijkbaar heeft de stad Gent pas op 8 november 2011 een akte laten opstellen inzake leegstand, maar de stad Gent laat, in antwoord op een schriftelijke vraag van een gemeenteraadslid van het Vlaams Belang, weten dat de federale overheid een vrijstelling geniet van belasting op leegstand.
Ik heb de volgende vragen.
Sinds wanneer is de federale overheid eigenaar van dit pand? Wat was de oorspronkelijke functie van het pand? Wat was de oorspronkelijke reden van de aankoop? Wat was de laatste functie? Hoe lang staat het gebouw al leeg – volgens de stad Gent al meer dan 10 jaar – en waarom staat het al zo lang leeg? Zijn er eventueel plannen met dat pand? Ik spreek over de gelijkvloerse verdieping. Zoals u op de foto kunt zien, worden de bovenverdiepingen verhuurd. Wanneer zullen de eventuele plannen met het pand gerealiseerd worden?
Ik heb geen plaatsbezoek gebracht. Ik heb alleen foto’s van de buitenzijde gekregen. Daarop is te zien dat er onder meer graffiti op aangebracht is. Gent kampt – dat heeft natuurlijk ook een beetje te maken met het beleid van burgemeester Termont – met veel kraakgevallen. In hoeverre zijn er ook gevallen bekend waarbij het gebouw werd gekraakt? Is er schade aan het gebouw? Zijn er inbraken geweest? Zijn er gevallen van sluikstorten? Heeft men gegevens daarover?
Werden er specifieke maatregelen genomen om vandalisme, overlast, schade aan het gebouw, inbraken, het sluikstorten en kraken, enzovoort te vermijden? Zo ja, welke? Hoe verklaart u dat de federale overheid vrijstelling van belasting op leegstand geniet? Het is misschien niet mogelijk dat een lokaal bestuur een dergelijke belasting aan de federale overheid kan opleggen.
Mogelijk is dat ook voor andere zaken een algemene maatregel.
Die leegstandbelasting heeft natuurlijk een reden, namelijk eigenaars ertoe aanzetten een gebouw niet te lang leeg te laten staan. Ik vermoed niet dat het om speculatieve redenen al tien jaar leeg staat, maar eerder dat men soms door de bomen het bos niet meer kan zien.
Het feit dat er geen belasting op leegstand moet worden betaald, zal de federale overheid vermoedelijk ook niet meteen tot actie aanzetten. Men kan het dossier een jaartje laten rusten als men nog niet over de middelen beschikt.
Dat is echter geen goede zaak. In deze tijden van besparingen moeten wij zorgzaam omspringen met het patrimonium van de federale overheid. Daarnaast zet leegstand ook aan tot verloedering.
Het lijkt mij geen goede zaak dat de federale overheid van de burgers inspanningen verwacht, maar ondertussen zelf gebouwen laat verkommeren. Vandaar mijn aandrang om daar het nodige aan te doen.
04.02 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Mevrouw de voorzitter, collega Veys, de federale overheid is sinds 26 april 1983 eigenaar van het pand en het beheer wordt waargenomen door de Regie der Gebouwen.
De gehele site werd aangekocht ten behoeve van het toenmalige Bestuur voor Elektriciteit en Elektromechanica. Deze dienst werd, zoals u weet, inmiddels geregionaliseerd. De gelijkvloerse verdieping werd door het BEE gebruikt als kantoor en de achterliggende loodsen deden dienst als opslag van materialen, voornamelijk lantaarnpalen. Het gebruik door het BEE is zowel de oorspronkelijk functie, de reden van aankoop, als de laatste functie die de site heeft gehad. Een deel van de site, een achteraangelegen perceel waarop zich een loods bevindt, werd inmiddels overgedragen aan het Vlaams Gewest.
Het pand staat leeg sinds het door de dienst BEE verlaten werd. Bij gebrek aan een nieuwe bestemming of plannen voor een federale dienst werd besloten het geheel te verkopen. De reden van de reeds lange leegstand is te wijten aan problemen met de verkoopprocedure, waarbij bij de renovatie van de bovenliggende appartementen een bouwonderneming werken heeft uitgevoerd zonder rekening te houden met de eigendomsrechten van de overheid. Aangezien de gecreëerde toestand op bouwkundig vlak onomkeerbaar is, moet een correctie van de basisakte gebeuren vooraleer een rechtsgeldige eigendomsoverdracht van het federale eigendom kan gebeuren.
De betrokken partijen, de mede-eigenaars, vertegenwoordigd door de syndicus, de oorspronkelijke instrumenterende notaris, de door de syndicus nieuw aangestelde notaris en de federale overheid, vertegenwoordigd door de Regie der Gebouwen en het aankoopcomité van de FOD Financiën, zijn er nog niet in geslaagd om een minnelijke regeling te treffen.
In een poging het verkoopdossier te faciliteren werd de site in loten gesplitst. De loten die niet betrokken zijn bij de problematiek van de basisakte werden in 2010 voor verkoop overgedragen aan het aankoopcomité.
Er werden ons reeds klachten meegedeeld inzake overlast ten gevolge van de toestand van het pand. Zo zijn sluikstorten en wildgroei van onkruid regelmatig terugkerende fenomenen waarmee het pand vaak te kampen heeft. De Regie der Gebouwen laat dit op geregelde tijdstippen verwijderen.
Daarnaast heeft de Regie der Gebouwen reeds herhaalde malen bewarende maatregelen genomen om het pand zo goed mogelijk af te schermen tegen vandalisme, inbraken enzovoort. Zo werden onder andere de deuren die toegang verschaffen tot het pand gebarricadeerd, werden diverse ruimten afgeschermd enzovoort.
Inzake de problematiek van de leegstandheffing, er bestaat juridische betwisting of de federale overheid in het algemeen vrijgesteld zou zijn. Ik laat dat de diensten onderzoeken. Laat echter duidelijk zijn dat het gegeven of wij al dan niet vrijstelling hebben van leegstandheffing voor mij niet relevant is voor de oplossing van het dossier. Elk leegstaand gebouw dat geen functie meer heeft of in de toekomst geen functie meer zal hebben voor de federale overheid, moet zo snel mogelijk, hetzij een andere functie krijgen, hetzij van de hand gedaan worden. Ik dring aan op spoed in al dergelijke dossiers, ook in dit dossier. Ik hoop dat de juridische betwistingen zo snel mogelijk kunnen worden beslecht.
04.03 Tanguy Veys (VB): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw engagement inzake het beleid ten opzichte van dergelijke leegstaande panden. Ik hoop samen met u dat dit dossier zo snel mogelijk en op de meest voldane manier kan worden afgesloten.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Kristien Van Vaerenbergh aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de brand in het Justitiepaleis te Brussel" (nr. 8556)
05 Question de Mme Kristien Van Vaerenbergh au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments, adjoint au ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "l'incendie au Palais de Justice de Bruxelles" (n° 8556)
05.01 Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, begin januari was er een brand in het Brusselse Justitiepaleis. Uit de pers heb ik vernomen dat de brand aangestoken was. Ik wil u hierover vandaag enkele vragen stellen; morgen stel ik aan minister Turtelboom vragen die meer toegespitst zijn op de werking van Justitie.
Hebt u er al een idee van de omvang van de schade? Welke herstellingswerken zijn er gepland, tegen wanneer?
Klopt het dat het brandalarm niet in werking trad op de dag van de feiten? Wanneer werd het brandalarm voor het laatst gecontroleerd, door wie?
U hebt wellicht ook via de pers vernomen dat de magistraten hebben opgeroepen tot meer veiligheid? In het artikel in De Standaard somden zij nog andere mankementen op. Zo zouden de brandblussers niet gewerkt hebben en zou er geen boodschap omgeroepen zijn toen de brand woedde. De personen in het justitiepaleis werden dus niet gewaarschuwd. Er zou ook geen globaal evacuatieplan voor het justitiepaleis bestaan. De magistraten willen dat daar dringend werk van gemaakt wordt.
Mijnheer de staatssecretaris, kloppen die berichten? Zult u werk maken van de veiligheidsmaatregelen? Die problematiek sleept immers al jaren aan, niet alleen in het justitiepaleis, maar ook in de vredegerechten. Wij hebben daar twee jaar geleden trouwens een schrijnende situatie vastgesteld.
In dit concrete geval zouden er – zo lees ik in de pers – camerabeelden genomen zijn. Klopt het dat de camera’s functioneerden? Heeft men de daders op de beelden kunnen herkennen? Heeft men de daders gevonden?
Tot slot heb ik een vraag over de toekomst van het justitiepaleis. Ik weet dat er iets moet gebeuren met het justitiepaleis. Daar is al veel over gediscussieerd. Er is al vaak verhuisd naar of uit het justitiepaleis. Men heeft al andere lokalen gehuurd, maar er is nog geen definitieve oplossing naar voren geschoven. Hebt u ter zake reeds overleg gehouden met uw collega van Justitie, mijnheer de staatssecretaris? Kunt u daar iets meer over vertellen? Wanneer zal de definitieve beslissing vallen? Ik dank u alvast voor uw antwoord.
05.02 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Collega Van Vaerenbergh, de lokalen waar het gebrand heeft, hebben relatief weinig schade geleden. Een enkel lokaal en een gang zijn getroffen door de vlammen. De waterschade is beperkt. Er is uiteraard wel heel wat rookschade. Die rookschade is gespreid over drie verdiepingen en meerdere gangen en kantoren. Een eerste schoonmaak van de muren en plafonds is noodzakelijk vooraleer we kunnen bepalen of er bijkomende werken nodig zijn. Het lokaal en de gang die door de vlammen zijn getroffen, moeten opnieuw in goede staat worden gebracht, maar de hoofdstructuur is niet aangetast. Bepaalde delen van de aangrenzende lokalen moeten worden hersteld. Bepaalde leidingen moeten worden vervangen. De elektrische installatie moet worden vervangen en/of gecontroleerd. Er werden prijsopgaven gevraagd en de offertes worden in de eerstkomende dagen verwacht. De werken zullen minstens enkele weken in beslag nemen.
De kostprijs van de werken voor het redden van de dossiers en het opnieuw in goede staat brengen van de lokalen, moet nog worden geraamd. Die werken zullen uitgevoerd worden in verschillende fases. Ze slaan, enerzijds, op de dossiers en het informaticamateriaal en, anderzijds, op de lokalen. De beslissing om bepaalde dossiers of gedeelten van dossiers in papieren versie te herstellen, naar gelang van het al of niet bestaan van een kopie op computer, hangt af van Justitie. Er wordt op dit ogenblik een raming gemaakt van die reddingswerken.
Het brandalarm is een alarm dat manueel aangezet moet worden. Dat gebeurde in dit geval niet tijdig genoeg. Automatische rookdetectoren zijn niet aanwezig en zijn ook niet verplicht. Ik heb echter aan mijn administratie gevraagd om dat zo snel als mogelijk te onderzoeken en om er, indien nodig, te installeren waar mogelijk. De periodieke controle van het brandalarm valt normaal ten laste van de in het gebouw gevestigde diensten, maar werd tot nu toe uitgevoerd door de Regie der Gebouwen. De Regie der Gebouwen werd door de diensten van het Justitiepaleis niet op de hoogte gebracht van enigerlei defect aan het systeem. De bewakingscamera’s functioneerden in de zone die door de brand werd getroffen.
Naar aanleiding van een aantal veiligheidsvoorvallen in het paleis, werd een driefasenplan goedgekeurd door de Ministerraad in maart 2010. Fase 1 en 2 zijn in uitvoering en fase 3, dat over de toekomst van het paleis gaat, werd al grondig voorbereid door de diensten alsook door Justitie. Ik heb daarover gisteren nog overleg gevoerd met de minister van Justitie. In de komende weken is er uiteraard nog verder overleg gepland tussen onze respectieve kabinetten en administraties om die beleidskeuzes verder te onderzoeken. Pas dan kan er ook een precieze timing worden vooropgesteld.
Het overleg met de minister heeft dus plaatsgevonden en wij zullen daar zo snel als mogelijk in handelen door ter zake beslissingen te nemen, niet alleen voor het Justitiepaleis, maar voor heel de Poelaertsite.
05.03 Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.
Uit het eerste deel van uw antwoord blijkt dat er nog niet zoveel informatie beschikbaar is. Ik hoop alleszins dat er prioriteit zal worden gegeven aan de bijkomende veiligheidsmaatregelen en die modernisering. Er is kennelijk geen automatisch brandalarm, maar dat lijkt mij toch vrij rudimentair in zo’n justitiepaleis, waar dagelijks veel volk over de vloer komt. Dat geldt niet alleen voor de bezoekers, maar ook voor wie er moet werken. Ik denk aan het griffiepersoneel en de magistraten. Ik denk dat dat cruciaal is en dat een en ander kan bijdragen tot een moderne en toegankelijke Justitie. Er wordt altijd gezegd dat Justitie makkelijk bereikbaar moet zijn voor de burgers, maar dat moet ook letterlijk het geval zijn. Justitie moet een huis zijn waarin iedereen veilig terecht kan.
Ik verwees naar het evacuatieplan in mijn vraag. Klopt het dat er geen globaal evacuatieplan bestaat voor het justitiepaleis?
05.04 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Voor het evacuatieplan is eigenlijk de FOD Justitie verantwoordelijk. U moet die vraag stellen aan de bevoegde minister. Ik zal de vraag hoe dan ook doorgeven aan mijn collega.
05.05 Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Ik zal de vraag misschien herhalen. Ik vind zo'n plan vrij basic in gebouwen waar dagelijks zoveel mensen over de vloer komen. Ik hoop dat aan de opmaak ervan prioriteit zal worden gegeven en dat de samenwerking met Justitie uiteindelijk in betere banen zal worden geleid, want volgens mij was daar in het verleden vaak de knoop gebonden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Kristien Van Vaerenbergh aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de lokalen van de raadkamer in het Brusselse Justitiepaleis" (nr. 8683)
06 Question de Mme Kristien Van Vaerenbergh au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments, adjoint au ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "les locaux de la chambre du conseil au Palais de Justice de Bruxelles" (n° 8683)
06.01 Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijn vragen zijn op een ander moment ingediend, maar zij houden wel enigszins verband met elkaar. Deze vraag handelt eveneens over het justitiepaleis in Brussel, maar dan met betrekking tot de raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling. Ik had die vraag ook al gesteld aan uw collega, minister Turtelboom, maar zij heeft mij naar u doorverwezen.
Begin december 2011 werden de lokalen in de kelderverdieping afgekeurd door de arbeidsgeneesheer. Die lokalen op de –2 zouden klein, vochtig en slecht verlucht zijn. Er werd een oplossing gevonden op de eerste kelderverdieping, maar daar is dan weer een ander probleem aan de orde, namelijk die lokalen zouden niet geschikt zijn voor het soort zittingen die erin moeten plaatsvinden.
Ook is het cellencomplex verder afgelegen. Daar rijzen opnieuw vragen over beveiliging en extra beveiligingswerken.
Mijnheer de staatssecretaris, hebt u ook inzake dit dossier reeds contact gehad met de minister van Justitie?
Welke plannen zijn er gemaakt om deze problemen te verhelpen?
Welke optie zal uiteindelijk gekozen worden? Zal men op verdieping –2 aanpassingswerken doen om zo te voldoen aan de eisen van de arbeidsinspectie of zal men verdieping –1 extra gaan beveiligen?
In welke kostprijs voorziet u?
Wanneer zullen de werken kunnen worden aangevat? Hoe lang zullen de werken duren?
06.02 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Collega Van Vaerenbergh, zoals ik daarnet reeds heb gezegd, heb ik gisteren nog met de minister van Justitie een overleg gehad over enkele dossiers, waaronder het justitiepaleis van Brussel, in het algemeen, en de veiligheidsproblematiek in het bijzonder. Er is ook structureel overleg tussen onze kabinetten. Er vinden ter zake ook geregeld vergaderingen plaats met Justitie en de Regie der Gebouwen. Wij wensen dat het overleg structureel en optimaal verloopt, teneinde de samenwerking zo goed als mogelijk te laten verlopen. Ik treed de minister van Justitie bij: dat is ons beider intentie.
Wat de veiligheid van het justitiepaleis betreft, er is een speciale werkgroep, die bestaat uit vertegenwoordigers van Justitie, de magistratuur, de FOD, de Regie der Gebouwen, de politie, de advocatuur en het veiligheidskorps. Het specifieke punt dat u hebt aangehaald werd niet besproken op de laatste vergadering, maar om de problemen van de arbeidsconditie te verhelpen, zal het ventilatiesysteem voor de kamer van inbeschuldigingstelling worden aangepast. Die aanpassing van het ventilatiesysteem vergt aanpassingswerken van de lokalen, afhankelijk van het gekozen systeem.
De Regie zal dus de bestaande lokalen aanpassen op het niveau –2. Het studiebureau dat met die opdracht belast is, heeft zijn conclusies nog niet gegeven. Het is dus momenteel onmogelijk het bedrag van de werken te becijferen en de duur ervan te bepalen. De beveiliging van de vier zittingszalen op het niveau –1 maakt bovendien het voorwerp uit van een ander dossier, dat werd uitgevoerd in het kader van het driefasenplan over het geheel van het justitiepaleis. Daarover hebben wij het daarnet al gehad.
06.03 Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, u kondigt aan dat u goed zult samenwerken. Ik hoop dat dit ook zal gebeuren. Kunt u nog iets meer zeggen over de timing van het dossier?
06.04 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Ik kan pas een concrete timing geven wanneer de studieopdracht is beëindigd en wij de conclusies van de studie kennen, zodat wij weten welke technische oplossingen er kunnen worden gevonden. Ik neem aan dat u het over de timing voor het ventilatiesysteem had?
06.05 Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Inderdaad.
06.06 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Zodra de studie af is, kan ik u de timing bezorgen. De opdracht is bezig. Ik heb er geen zicht op wanneer de studieopdracht beëindigd zal zijn. Ik zal dat navragen en ik zal het u laten weten.
La présidente: C’est vrai que cela serait bien d’avoir cette échéance-là en tout cas pour la suite des travaux.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 11.13 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.13 uur.