Commission
de la Justice |
Commissie voor de Justitie |
du Mardi 20 décembre 2011 Après-midi ______ |
van Dinsdag 20 december 2011 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14.20 heures et présidée par Mme Valérie Déom.
De vergadering wordt geopend om 14.20 uur en voorgezeten door mevrouw Valérie Déom.
01 Vraag van mevrouw Sophie De Wit aan de minister van Justitie over "de regionalisering van Justitie en het Vlinderakkoord" (nr. 8004)
01 Question de Mme Sophie De Wit à la ministre de la Justice sur "la régionalisation de la Justice et l'accord Papillon" (n° 8004)
01.01 Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, ik heet u welkom in de commissie voor de Justitie. Het is een verademing twee dames vooraan te zien zitten. Bij minister De Clerck zaten er alleen heren.
Mevrouw de minister, u moet mij vergeven dat ik onmiddellijk begin met een vraag over de regionalisering. Ik doe dat omdat er daarover een aantal interessante uitspraken werden geuit door uw voorganger in Knack. Hij heeft een en ander duidelijk gezegd. Ik vind het eerlijk dat hij zei dat hij een onmiddellijke splitsing van de hoven en de rechtbanken niet zag zitten en niet opportuun vond. Evenwel, de strafuitvoering en het gevangeniswezen zouden toch direct en puur moeten kunnen worden gesplitst. Dat zou als een hapklare brok – dat zijn zijn woorden – naar de Gewesten moeten kunnen worden verschoven. Dat zou effectieve winst kunnen betekenen voor de hele maatschappij.
Hij zegt immers – en ik citeer, want het zijn onze woorden niet: “De strafuitvoering is immers een domein waarvan de aanpak in Vlaanderen en Wallonië sowieso al sterk verschilt. Pas door de hele keten van de strafuitvoering naar de Gemeenschappen over te hevelen zullen wij kunnen komen tot een coherent beleid”. Dat is natuurlijk zeer actueel, met wat er de afgelopen week allemaal is gebeurd. Over de strafuitvoering valt wel een en ander te zeggen. Die uitspraken zijn dus niet te verwaarlozen. Meer nog, hij zegt dat, als wij het zouden regionaliseren, wij een gelijkaardige dynamiek krijgen als in het onderwijs. Hij zegt ook dat het kan binnen het jaar. Dat vond ik heel krasse uitspraken.
In de nota-Vande Lanotte was daartoe al een aanzet. Maar wat lezen wij nu in het Vlinderakkoord, waarover toch ook uw partij heeft onderhandeld? Over de regionalisering van Justitie is er bitter weinig terug te vinden, en al zeker niet over de strafuitvoering. Van een pure splitsing van het gevangeniswezen en de strafuitvoering is geen sprake.
Wat is er wel? Er is een positief injunctierecht voor de deelstaten. Er zijn samenwerkingsakkoorden voor het vervolgingsbeleid en de justitiehuizen. Wij weten allemaal hoe vlot het gaat met die samenwerkingsakkoorden: dat gaat helemaal niet vlot. De deelstaten zullen een beetje worden betrokken bij de strafuitvoeringsrechtbanken. Enkel het jeugdsanctierecht is dus gecommunautariseerd. De regionalisering is dus zeker een mager beestje.
U bent nu de nieuwe minister van Justitie. Een aantal wensen van uw voorganger is duidelijk niet ingewilligd. Ik zou graag vernemen wat uw standpunt is over de strafuitvoering en het gevangeniswezen. Denkt u dat er een coherenter beleid gevoerd kan worden wanneer het geregionaliseerd wordt dan wanneer het federaal blijft?
U bent nog niet zo lang in functie, maar misschien hebt u al gemerkt dat het in andere domeinen zinvol zou zijn om een en ander aan te passen. Misschien hebt u er ook al een idee over hoe u uw bevoegdheid in de volgende 2,5 jaar zult aanpakken? Misschien hebt u ook al het idee opgevat om toch al een aantal stappen te ondernemen om een aantal domeinen voor te bereiden op een eventuele regionalisering? Dat zou ik graag vernemen.
Als u die plannen niet hebt, dan blijft wel hetgeen nu reeds in het Vlinderakkoord staat, namelijk de nauwere betrokkenheid van de deelstaten bij de strafuitvoeringsrechtbanken, het positieve injunctierecht en de justitiehuizen. Mevrouw de minister, hoe zult u concreet de deelstaten betrekken bij het vervolgingsbeleid en de strafuitvoering, voor de materies waarin zij bevoegd zijn?
01.02 Minister Annemie Turtelboom: Mevrouw de voorzitter, als minister van Justitie zal ik erover waken dat het communautaire luik van dit regeerakkoord inzake mijn bevoegdheid op onverkorte wijze wordt uitgevoerd.
Met betrekking tot het vervolgingsbeleid en de strafuitvoering zullen de Gemeenschappen en de Gewesten niet enkel over een positief injunctierecht beschikken over de materies waarvoor zij bevoegd zijn, maar zullen zij ook voor hun bevoegdheidsaangelegenheden met de federale overheid een samenwerkingsakkoord sluiten dat betrekking zal hebben op het vervolgingsbeleid van het openbaar ministerie en het opstellen van richtlijnen inzake strafrechtelijk beleid, het formaliseren van de vertegenwoordiging van de Gemeenschappen en de Gewesten in het College van de procureurs-generaal, en de kadernota Integrale Veiligheid en het Nationale Veiligheidsplan.
Voorts zullen de Gemeenschappen worden betrokken bij de strafuitvoeringsrechtbanken en dit door deelname van de directeurs-generaal van de justitiehuizen aan het selectiecomité van de assessoren.
Tot slot zal er uitvoering worden verleend aan het idee van een communautarisering van de organisatie en de bevoegdheden met betrekking tot strafuitvoering, slachtofferonthaal, eerstelijnshulp en betoelaagde opdrachten.
Om dit alles zo spoedig mogelijk gerealiseerd te zien, heeft mijn kabinet, samen met mijn administratie, reeds de nodige initiatieven genomen.
Gelet op de korte tijdsspanne die wij nog hebben vóór 2014 lijkt het mij niet opportuun om nog andere domeinen inzake Justitie aan te snijden, die al dan niet voor een communautarisering, dan wel een regionalisering, in aanmerking zouden komen.
01.03 Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw de minister, ik neem kennis van uw antwoord.
Ik leer niet erg veel bij over de manier waarop een en ander concreet zal gebeuren. U antwoordt dat u initiatieven hebt genomen. U geeft echter niet aan wat de concrete of de nodige initiatieven zullen inhouden. De tijd zal het alleszins uitwijzen.
Mevrouw de minister, u hebt natuurlijk niet veel tijd. Het zal snel en concreet moeten gaan. Sta mij toe dat ik ter zake enigszins ongerust ben. Wanneer ik immers het woordje “samenwerkingsakkoord” hoor en aan de voorbeelden uit het verleden denk, wetende hoe moeilijk ze zijn verlopen of gewoon niet zijn verlopen, heb ik schrik dat het een lege doos zal worden.
Mevrouw de minister, ik vrees vooral dat het voortdurend slechts wat rommelen in de marge is en dat het kleine stapjes zijn. Met kleine ingrepen hier en daar zal het essentieel coherent beleid inzake strafuitvoering en gevangeniswezen er niet komen.
Wij zullen het dossier alleszins n ader opvolgen. Daar kunt u zeker van zijn.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Koenraad Degroote aan de minister van Justitie over "domiciliefraude" (nr. 8138)
02 Question de M. Koenraad Degroote à la ministre de la Justice sur "les fraudes liées au domicile" (n° 8138)
02.01 Koenraad Degroote (N-VA): Mevrouw de minister, regelmatig horen we over het fenomeen domiciliefraude spreken. Domiciliefraude is bedoeld om schuldeisers te ontwijken of om sociale of fiscale voordelen te verkrijgen. Voor de parketten heeft de aanpak van een dergelijke problematiek echter een van de laagste prioriteitsgraden. Nochtans zou dat de overheden heel wat financieel voordeel opleveren en draagt het rechtstreeks bij tot een groter rechtvaardigheidsgevoel.
Mevrouw de minister, hebt u een overzicht per rechtsgebied van het aantal ingediende klachten wegens domiciliefraude in 2009-2010 door private personen als schuldeisers of deurwaarders enerzijds en overheden, anderzijds?
Hebt u zicht op het aantal seponeringen, vervolgingen of eventuele veroordelingen waartoe de klachten hebben geleid?
02.02 Minister Annemie Turtelboom: Mevrouw de voorzitter, de fraude met valse adressen om fiscale, sociale of andere redenen, is een bekend fenomeen bij de gerechtelijke overheden, dat heden evenwel moeilijk kwantificeerbaar is.
Het REA/TPI van de correctionele parketten beschikt over geen enkele tenlasteleggingscode waarmee feiten die betrekking hebben op valse adressen om fiscale of andere redenen, kunnen worden onderscheiden. Het is een fraudefenomeen dat statistisch niet tot een enkele handeling kan worden herleid en in een ruimere analyse moet worden omvat.
02.03 Koenraad Degroote (N-VA): Mevrouw de minister, dank u voor het antwoord.
Blijkbaar is er niet veel over geweten en geniet de aanpak van het fenomeen een zeer lage prioriteit. Nochtans kunnen overheden hier heel wat geld mee winnen. Kunnen de gemeentelijke administratieve sancties hier geen hulp zijn, om het systeem uit te breiden? Misschien kan die denkpiste eens worden onderzocht. We wachten af.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister van Justitie over "synthetische drugs" (nr. 8144)
03 Question de M. Peter Logghe à la ministre de la Justice sur "les drogues synthétiques" (n° 8144)
03.01 Peter Logghe (VB): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, de drugsproblematiek breidt zich verder uit over het grondgebied. U weet dat, u bent minister van Binnenlandse Zaken geweest en u kent de cijfers.
Het verstrengen van het politiek beleid in Nederland is een belangrijke factor maar er is meer aan de hand. Dat bewijzen de resultaten van recente controles in de grensregio’s. Een paar weken geleden werden 536 mensen gecontroleerd en niet minder dan 12 % hadden verdovende middelen bij zich. Volgens wat de politie mij vertelde ligt dat percentage bijzonder hoog en werd het bijna nooit geëvenaard.
Een tweede opvallend feit — en dat is de kern van de zaak — is dat ook synthetische drugs zoals MDMA, ketamine en GBH werden aangetroffen, wat eigenlijk tot nu toe niet of weinig gebeurde.
U weet dat de Belgische wetgeving op het vlak van de bestrijding van synthetische drugs niet is aangepast. Uw staatssecretaris, de heer Devlies, beloofde in een vorige legislatuur snel wetgevend werk. Ik had van u graag gehoord wat de stand van zaken is. Wanneer mogen wij uw wetgevend werk in de commissie verwachten? Na een periode met een regering in lopende zaken, is er nu een regering met volheid van bevoegdheid. Bent u van plan parlementaire initiatieven in deze zin te steunen, van welke fractie deze ook mogen komen?
03.02 Minister Annemie Turtelboom: Mevrouw de voorzitter, collega, het is correct dat ook ons land net als alle andere Europese landen problemen kent met de productie van, de handel in en gebruik van synthetische drugs.
De statistieken die u aangaf, mijnheer Logghe, dienen niettemin te worden genuanceerd omdat de transnationale politieacties gericht zijn tegen het zogenaamde drugstoerisme. De hierbij geïnterpelleerde personen zijn voornamelijk Belgen of personen verblijvend in ons land maar ook vooral Fransen of personen verblijvend in Frankrijk.
De vermelde substanties staan reeds onder controle en de vraag naar het gevaar van nieuwe producten en de mogelijkheden om deze onder controle te plaatsen, behoort tot de bevoegdheden van mijn collega bevoegd inzake Volksgezondheid.
Het is correct dat er steeds meer nieuwe producten worden gevonden. In het kader van de strijd tegen dit fenomeen werden in het Staatsblad van 13 oktober 2011 twee koninklijke besluiten van 26 september 2011 gepubliceerd. Deze KB’s verbieden vanaf nu alle nieuwe zogenaamde synthetische cannabinoïdes. Specifieke informatie voor zowel politiediensten als magistraten, met betrekking tot het verbod op deze producten is in de maak. Wij moeten echter erkennen dat deze aanpak niet volledig en niet snel genoeg is.
Om die reden werkt het NICC een studie af met het oog op het bepalen van een gemeenschappelijke, moleculaire basis van al deze producten. Op deze basis zal een werkgroep de verschillende controlemogelijkheden onderzoeken van deze producten, en dit zowel generisch als voor de effecten die zij veroorzaken.
Op Europees vlak werden er eveneens maatregelen genomen. Door de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 27 oktober laatstleden werd het Europees Pact tegen synthetische drugs aangenomen. De inwerkingtreding van deze maatregel is gepland en zal een prioriteit uitmaken bij het Deens voorzitterschap van 1 januari.
03.03 Peter Logghe (VB): Mevrouw de minister, het doet altijd deugd om te horen dat er maatregelen komen. Wij moeten die afgewerkte studie van het NICC nog ontvangen. Ik ben wel blij dat er iets zal komen op basis van een gemeenschappelijke moleculaire basis, zodat alle mogelijke nieuwe synthetische drugs in één keer kunnen worden aangepakt.
Kunt u mij misschien zeggen wanneer wij die gefinaliseerde studie mogen verwachten, mevrouw de minister? Of hebt u daarop totaal geen zicht?
03.04 Minister Annemie Turtelboom: Binnenkort zie ik de mensen van het NICC; sta mij toe dat ik het hen vraag. Ik beschik thans niet over die informatie.
03.05 Peter Logghe (VB): Dat kan nuttig zijn.
03.06 Minister Annemie Turtelboom: Ik hoop dat u mij in het begin wat tijd geeft voor de vragen waarop ik niet onmiddellijk een antwoord heb. Ik noteer dat ik die vraag aan de mensen van het NICC moet stellen, die ik binnenkort zie.
03.07 Peter Logghe (VB): Ik zal daar volgend jaar nog eens op terugkomen.
03.08 Minister Annemie Turtelboom: Ik heb gisteren hun verslag aan de minister al gelezen, maar daar stond het niet in.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Sophie De Wit aan de minister van Justitie over "de onderzoeksrechters in Antwerpen die op non-actief werden gezet" (nr. 8190)
04 Question de Mme Sophie De Wit à la ministre de la Justice sur "la mise en disponibilité de juges d'instruction anversois" (n° 8190)
04.01 Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, het is misschien al oud nieuws, maar alleszins wel een vraagje waard. U zult ook wel gehoord en gelezen hebben dat er in Antwerpen door een vermeende fout – het onderzoek loopt nog, dus laten wij voorzichtig zijn – van de onderzoeksrechter, die mogelijk de toelating tot een telefoontap heeft geantidateerd, elf drugscriminelen zijn vrijgekomen. Het spreekt voor zich dat de drie onderzoeksrechters daardoor op non-actief zijn gezet en er is een onderzoek gestart naar schriftvervalsing.
Voor Antwerpen lijkt mij dat behoorlijk problematisch. Er zijn elf onderzoeksrechters, van wie nu drie op non-actief. Een onderzoeksrechter behandelt 200 tot 220 dossiers per jaar. Die dossiers moeten nu dus door anderen worden overgenomen. Die personen moeten zich inwerken. Op die manier dreigen heel wat dossiers verder achterstand op te lopen, met misschien het pervers gevolg dat er nog verdachten in voorarrest zullen vrijkomen omdat het onderzoek veel te lang duurt. Men heeft dat wel proberen op te lossen door enkele waarnemende onderzoeksrechters aan te stellen, maar die zitten uiteraard niet zo dicht op die dossiers. Zij zullen die dossiers moeten instuderen. Dat is allemaal niet zo evident.
Bovendien, als er procedures volgen in het onderzoek naar schriftvervalsing, dan vermoed ik dat die betwist zullen worden. Dat zou wel eens een tijdje kunnen duren, misschien zelfs jaren.
Mevrouw de minister, daarom heb ik de volgende vragen.
Kunt u meer toelichting geven bij die situatie, zeer specifiek binnen Antwerpen?
Kunt u duidelijk maken hoe de continuïteit voor die dossiers gegarandeerd wordt, zodat er alleszins geen nieuwe verdachten vrijkomen omdat er een overschrijding zou zijn van een redelijke termijn binnen het onderzoek of wat dan ook?
Denkt u dat de twee waarnemende onderzoeksrechters daarvoor zullen volstaan?
Onderzoeksrechters vormen zo’n beetje een ras apart, samen met jeugdrechters, als het gaat over benoeming, toezicht en tucht. Hebt u er een zicht op in welke mate er al dan niet een tuchtprocedure kan worden opgestart?
Welke stappen zult u zelf zetten als minister van Justitie, zodat er in dat dossier snel een uitkomst komt, dat er zekerheid is voor iedereen en dat de gewone dienst terug gegarandeerd kan worden?
04.02 Minister Annemie Turtelboom: Mevrouw de voorzitter, zodra de feiten aan het licht kwamen, heeft de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen hen, na overleg met de drie betrokken onderzoeksrechters en in het belang van de goede werking van de rechtbank, als onderzoeksrechter geschorst.
De drie magistraten zijn onmiddellijk belast met andere bevoegdheden binnen de rechtbank.
Een van de drie magistraten is aangeduid als jeugdrechter. Om in volledige onafhankelijkheid te kunnen handelen en elke neutraliteit en objectiviteit te garanderen, heeft de procureur-generaal bij het hof van beroep te Antwerpen het gerechtelijk onderzoek opgestart.
Het is niet uitzonderlijk dat een onderzoekskabinet door een collega moet worden overgenomen. Dit gebeurt onder begeleiding van collega’s en onder de algemene leiding van de deken der onderzoeksrechters.
Elk dossier bevat een samenvatting zodat de dossiers heel snel kunnen worden ingestudeerd. Bovendien worden de onderzoekskabinetten door het informaticasysteem JIOR ondersteund.
Alle magistraten die als onderzoeksrechter worden aangesteld, hebben bovendien een verplichte opleiding voor de functie van onderzoeksrechter gevolgd, zodat mag worden verondersteld dat zij de nodige kennis onmiddellijk in de praktijk kunnen brengen.
Met betrekking tot de aanwijzing van twee nieuwe onderzoeksrechters kan ik nog melden dat deze beiden zeer ervaren strafrechters zijn.
In toepassing van artikel 410, alinea 1, eerste paragraaf, van het Gerechtelijk Wetboek is de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg ten aanzien van de leden van de rechtbank bevoegd om een tuchtprocedure in te stellen.
Bovendien kan hij, in toepassing van artikel 406, alinea 1, van het Gerechtelijk Wetboek en in het belang van de dienst, op grond van een ordemaatregel de magistraten die worden vervolgd wegens een misdaad of een wanbedrijf schorsen voor de duur van de vervolging en tot een eindbeslissing is genomen.
Gelet op de scheiding der machten en het feit dat het hier om drie magistraten van de zetel gaat, kan de minister van Justitie in deze zaak geen initiatief nemen.
04.03 Sophie De Wit (N-VA): De vervanging van een onderzoeksrechter is inderdaad misschien niet uitzonderlijk. Het is alvast niet ideaal. Ongeacht de opleiding speelt ook de praktijkervaring een rol. Ik heb er vertrouwen in dat de personen die het werk opvangen, dat naar best vermogen doen. Het is natuurlijk geen ideale situatie.
Het is belangrijk dat er kort op de bal wordt gespeeld. Zoals iedereen wachten wij het onderzoek af. Als er een deel van de rechtbank in Antwerpen beter van geworden is, dan is het de jeugdrechtbank. Daar had men al rechters te kort. Door een van de onderzoeksrechters in te schakelen, is daar misschien al een deel van het probleem verholpen, al duiken er groeipijnen op wanneer men taken uitvoert die men niet gewoon is. Laten we hopen dat de groeipijnen van die vervangende onderzoeksrechters niet tot bijkomende fouten zullen leiden.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de minister van Justitie over "de verkoop van verbeurdverklaarde installaties van weed- en cannabisplantages" (nr. 8198)
05 Question de Mme Liesbeth Van der Auwera à la ministre de la Justice sur "la vente de matériel confisqué provenant de plantations de marihuana et de cannabis" (n° 8198)
05.01 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, de verkoop van verbeurdverklaarde installaties van weed- en cannabisplantages kwam de laatste maanden meermaals aan bod. Zo worden bijvoorbeeld in het gerechtelijk arrondissement Hasselt elke week minstens twee weedplantages opgerold. Eind september van dit jaar zat men aan een record van 85 weedplantages. Dat wil zeggen dat er grondig werk wordt geleverd door de verschillende diensten, maar het grote probleem is het wettelijk kader om de in beslag genomen weed- en cannabisplantages te kunnen vernietigen nog vóór er een uitspraak ten gronde is. Bij een verbeurdverklaring door de rechter ten gronde komt het soms voor dat installaties voor weed- en cannabisplantages opnieuw in het handelsverkeer terechtkomen in plaats van te worden vernietigd. De parketten hanteren verschillende praktijken bij gebrek aan uniforme wettelijke regeling.
Het is toch vrij kras dat in deze samenleving dergelijke installaties die in beslag werden genomen en een mogelijk probleem betekenen voor de volksgezondheid, opnieuw op de markt komen omdat ze na de verbeurdverklaring worden verkocht. In de provincie Limburg hebben wij daar enige ervaring mee en wordt in de mate van het mogelijk alles gedaan om dergelijke installatie met specifiek materiaal om cannabis te telen niet meer in het handelsverkeer terecht te laten komen. Op vorige vragen van mij werd geantwoord dat een wetgevend kader noodzakelijk is. Het expertisenetwerk drugs had een nota gemaakt met enkele wetgevende voorstellen die zouden worden bezorgd aan het expertisenetwerk strafrechtspleging, om een gezamenlijk standpunt en voorstel te bekomen van het College van procureurs-generaal.
Mevrouw de minister, heeft het college intussen een standpunt ingenomen? Kan de nota van het expertisenetwerk drugs aan ons worden bezorgd? Zult u de nodige wetgevende initiatieven nemen?
Uw voorganger overwoog een strafverzwaring bij cannabisteelt met grootschalige technische installaties die de productiehoeveelheid en de illegale winst opdrijven. Deelt u dit standpunt? Overweegt u een initiatief?
Cijfermatig dan. Eind september waren er in het arrondissement Hasselt 85 plantages opgerold. Wat is de huidige stand van zaken? Welk bedrag staat hier ongeveer tegenover?
05.02 Minister Annemie Turtelboom: Mevrouw de voorzitter, de problematiek van de cannabisplantages is een prioriteit in het Nationaal Veiligheidsplan 2008-2011, alsook voor het expertisenetwerk Drugs van het College van procureurs-generaal. Dat verzoek werd opgeworpen tijdens de vergadering van het college van 15 december. Vier prioriteiten werden hernomen: recherchebeleid, problemen van ontmanteling van de ontdekte plantages, methodes van evaluatie van de opbrengst en valorisatie van de resultaten van wetenschappelijke opsporingen.
Door de Gentse universiteit, met ondersteuning van het federaal wetenschappelijk beleid, werd een studie uitgevoerd in het kader van het rechercheprogramma tot hulp aan het Belgisch beleid inzake drugs. De resultaten hiervan werden voorgesteld op 16 november jongstleden. Die studie draagt de naam Yield of a Cannabis Plantation.
Het is juist dat het fenomeen van illegale cannabisplantages een uitbreiding kent. Bijvoorbeeld, in ons land werden 35 plantages ontdekt in 2002, tegen 979 in 2009. De statistieken voor dit jaar zijn nog niet volledig, maar in het eerste semester werden 234 plantages gevonden.
De wetenschappelijke studie heeft eveneens aangetoond dat de opbrengst van deze plantages veel hoger is dan tot nu werd ingeschat. Ik kan niet nalaten de verschillende voorstellen tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de illegale kweek, de vernietiging van het gebruikte materiaal en de inbeslagname van de opbrengsten grondig te bestuderen.
05.03 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mevrouw de minister, ik weet dat dit past in het plan 2008-2011 en dat wij een regering in lopende zaken hebben gehad. Dergelijke maatregelen of initiatieven vergen uiteraard een regering of een minister met volheid van bevoegdheid.
Ik blijf toch op mijn honger zitten, en wel al geruime tijd. De studies zijn immers duidelijk. Verscheidene expertisenetwerken en studies hebben er immers toe geleid dat het duidelijk is dat dit een gigantisch probleem is en dat er alleen wetgevend-technisch moet worden opgetreden. Er moet alleen worden beslist of wij dit beperken tot het zuivere domein van drugs en of wij de vernietiging van in beslag genomen materiaal en wapens, die eraan te pas kunnen komen, ervan uitsluiten. Zeker met betrekking tot het materiaal moet er dringend iets worden ondernomen.
Op deze manier wordt alleen bestudeerd. Zoals de studies al meermaals hebben uitgewezen, is de tijd rijp dat er dringend een plan van aanpak komt. Ik ben dus eigenlijk niet zo gelukkig met uw antwoord. Ik hoop dat, wanneer ik binnen een half jaar met een vervolgvraag kom, u zult kunnen meedelen welke concrete stappen u zult ondernemen.
L'incident est clos.
- de heer Renaat Landuyt aan de minister van Justitie over "de schadevergoeding ingevolge het niet starten van de bouw van de gevangenissen te Beveren en Dendermonde" (nr. 8053)
- de heer Raf Terwingen aan de minister van Justitie over "het uitstel van de bouw van gevangenissen" (nr. 8133)
- mevrouw Sophie De Wit aan de minister van Justitie over "het uitstel van de bouw van de gevangenissen van Beveren en Dendermonde" (nr. 8306)
- mevrouw Carina Van Cauter aan de minister van Justitie over "de financiële gevolgen van het uitstel van de bouw van nieuwe gevangenissen" (nr. 8397)
- M. Renaat Landuyt à la ministre de la Justice sur "les dommages-intérêts dus parce que la construction des prisons de Beveren et de Termonde n'a pas commencé" (n° 8053)
- M. Raf Terwingen à la ministre de la Justice sur "le report de la construction de prisons" (n° 8133)
- Mme Sophie De Wit à la ministre de la Justice sur "le report de la construction des prisons de Beveren et de Termonde" (n° 8306)
- Mme Carina Van Cauter à la ministre de la Justice sur "les conséquences financières du report de la construction de nouvelles prisons" (n° 8397)
De voorzitter: De heer Terwingen is niet aanwezig voor het stellen van zijn vraag.
06.01 Renaat Landuyt (sp.a): Mevrouw de voorzitter, ik moet collega Terwingen verontschuldigen. Wegens een misverstand ging hij ervan uit dat de vraag was omgezet in een schriftelijke vraag. Zijn afwezigheid is dus niet te wijten aan onbeleefdheid.
Mevrouw de minister, u moet deze eerste reeks vragen die ik u stel niet persoonlijk nemen. Vorige week stelde ik reeds een vraag over het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring. Ik stel deze vragen om samen met u de stand van de dossiers na te gaan, die uw voorganger u heeft overgedragen.
De tweede vraag die ik stel in deze reeks gaat over het Masterplan Gevangenissen, dat wij in de vorige legislatuur vanuit de oppositie altijd hebben gesteund. Wij hebben de minister wel steeds gewezen op het feit dat er een probleem was met zijn begroting en dat er dus moeilijkheden waren inzake financiën.
Dat was allemaal geen probleem, omdat men met de nieuwe formule van publiek-private samenwerking werkte. Eigenlijk werd het een zuivere private investering, zowel op het vlak van het concept als van de bouw. Tot aan de uitbating zou alles privé gebeuren en dan zou men het verhuren aan de overheid. Met andere woorden, er moest de eerste jaren blijkbaar niets in de begroting worden opgenomen.
Als wij echter nu zien wat er effectief naar boven komt, dan merken wij dat de rekening voor de overheid, en dus voor ons allemaal, iets vroeger komt dan gepland. Als ik goed heb begrepen, uit hetgeen bij mondjesmaat in de pers verschenen is, dan werden er — en dat hebben wij allemaal gezien — in juni een paar grote contracten gesloten en werden er een paar grote bouwgroepen aangesteld om drie maanden later te starten met de bouw.
Dat blijkt in Beveren en Dendermonde, en wie weet waar nog, in elk geval niet gelukt te zijn. Naar mijn bescheiden oordeel was het voorspelbaar dat het niet zou lukken, aangezien wij toen reeds, meer dan drie maanden geleden, wisten dat er protest was tegen het ruimtelijk uitvoeringsplan en tegen de milieuvergunning. Het tempo en de timing kennende voor de behandeling van dergelijke klachten leek het op het moment van de ondertekening reeds een huzarenstukje om drie maanden later te kunnen starten met de bouw.
De bittere pil is dat blijkbaar, volgens dezelfde krantenberichten, die steeds specifieker worden, vanaf 29 november 2011 per contract 11 000 euro per dag zou verschuldigd zijn door de overheid aan die bouwgroepen, omdat zij niet tijdig zijn kunnen beginnen wegens een fout van de overheid. Alles was met name niet klaar.
Ik heb de volgende vragen. Klopt wat wij daaromtrent in de krant lezen? Werden er dergelijke contracten gesloten? Indien ja, door wie? Neemt u daarvoor de verantwoordelijkheid?
Wat betreft de genoemde bedragen, klopt het dat wij tegen april 2012 per contract uiteindelijk 825 000 euro schadevergoeding zullen moeten betaald hebben?
Als die contracten bestaan, hebt u een mogelijkheid om ze te heronderhandelen of wat kunt u doen om de ons nagelaten schade zoveel mogelijk te beperken? Werd een en ander in de begroting voorzien?
06.02 Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, collega Landuyt is zo lief om alle hangende dossiers te overlopen. Ik vind dat heel schattig.
Mevrouw de minister, in de vraag, zoals ze werd voorbereid, ziet u dat wordt verwezen – en dat is lief van ons – naar eerdere antwoorden die uw voorgangers, minister De Clerck en de voormalige minister bevoegd voor de Regie der Gebouwen, minister Reynders, hebben gegeven op vragen die wij hebben gesteld. Ik verwijs graag even daarnaar.
De algemene problematiek werd al geschetst door collega Landuyt. Naar aanleiding van alle juridische stappen die werden gezet door de actiegroep heb ik al vragen gesteld aan de voormalige minister bevoegd voor de Regie der Gebouwen, minister Reynders.
Wat de gevangenis van Beveren betreft, heeft hij gezegd dat er al minstens acht juridische procedures werden ingesteld tegen de bouw ervan en dat er minstens een ontvankelijk zou zijn verklaard. Dat zorgt al voor een ernstige vertraging. De klacht werd ontvankelijk verklaard en de procedure tegen de milieuvergunning loopt dus minstens drie maanden. Minister Reynders heeft toen gezegd dat het bevel tot het beginnen van de bouw van de gevangenis in het beste geval zou kunnen worden gegeven op 9 februari 2012. Hij heeft toen ook onmiddellijk aangegeven dat het wel wat langer zou duren en dat hij vreesde voor meer vertraging.
Hetzelfde wat betreft de gevangenis van Dendermonde. Hij heeft daaromtrent gesteld dat wij zouden wachten op alle lopende procedures. Ook daar zijn het er heel wat. Minister De Clerck heeft toen gezegd dat Dendermonde in het gedrang komt en heeft op een bepaald moment zelfs een ballonnetje opgelaten dat als Dendermonde niet zou lukken, wij misschien eens naar Aalst moesten gaan kijken. In de eerste plaats wou hij immers gewoon een gevangenis met extra plaatsen. Dat is zijn belangrijkste prioriteit. Praktisch gezien zou het logischer zijn dat wij met dit dossier voortgaan, maar als dat echt vastloopt, moeten wij misschien naar Aalst kijken, ook al betekent dit dat wij een nieuw dossier moeten indienen. Maar goed, vooralsnog wordt voorrang gegeven aan Dendermonde, zij het dat er uitstel is.
Er is uitstel in Beveren, er is uitstel in Dendermonde, dus ik hoef er geen tekening bij te maken: de tijdige uitvoering van het Masterplan Gevangenissen komt ernstig in het gedrang.
Mevrouw de minister, u zult ondertussen wel ontdekt hebben dat die gevangenissen eigenlijk tegen eind 2013 gebruiksklaar moeten zijn, omdat de 650 Tilburgse gevangenen dan terugkomen. Dan loopt het huurcontract immers af. Tegen dan is hier flink wat ruimte nodig om die mensen op te vangen. Uitstel is uiteraard slecht nieuws. Dit stemt tot enige ongerustheid.
Alsof het uitstel op zich niet genoeg is, zijn er ook hoge kosten aan het uitstel verbonden. Collega Landuyt heeft de situatie al geschetst: volgens de afgesloten akkoorden moet men per gevangenis per dag 11 000 euro schadevergoeding betalen. Op 11 december stond de teller al op 264 000 euro. Dat kan tellen. In totaal kan de schadevergoeding oplopen tot 1,65 miljoen euro voor de twee Vlaamse gevangenissen, en als er voor de Waalse gevangenis ook vertraging is, loopt de schadevergoeding op tot 2,475 miljoen euro. Daar duizel ik even van. Als wij – in de huidige lage conjunctuur, die gepaard gaat met hoge kosten en een besparingsronde – ons geld aan schadevergoedingen moeten geven, zijn wij niet goed bezig.
Mevrouw de minister, ik wil u herinneren aan een opmerking van uw voorganger. In antwoord op mijn vraag van 12 oktober 2011 zei hij: “Nee, dat is een foutief bericht. De eerste maanden moet er geen schadevergoeding betaald worden. Het is pas nadien. Zelfs de grootteorde klopt niet; het zal veel minder zijn.” Toen was in de pers verschenen dat er 30 000 euro schadevergoeding betaald moest worden.
Ik kom tot mijn vragen, mevrouw de minister.
Ik had graag vernomen hoe u oordeelt over de vertraging bij de bouw van de gevangenissen, zowel die in Beveren als die in Dendermonde.
Welke timing wordt er gehanteerd voor de bouw en het operationeel maken van die gevangenissen? Zal het lukken tegen 2013? Kan dat wel, als men de lopende procedures afwacht?
Wat met de schadevergoedingen? Kunt u bevestigen dat aan de Nederlandse BAM-groep dergelijke schadevergoedingen betaald moeten worden? Als dat waar is, hoe rijmt u dat dan met de uitspraken van uw voorganger dat er de eerste maanden geen schadevergoeding betaald moet worden?
Houdt u, indien Dendermonde niet lukt, Aalst nog altijd in het achterhoofd, ja of neen? Wat is uw visie op dat dossier?
Indien het niet in orde komt tegen eind 2013, welk scenario hanteert u dan voor de gevangenen in de gevangenis van Tilburg?
06.03 Carina Van Cauter (Open Vld): Mevrouw de minister, deze problematiek is u ondertussen ongetwijfeld al wel bekend. Ook voor ons is deze problematiek niet nieuw. Ikzelf en een aantal andere collega’s hebben uw voorganger daarover ondervraagd, onder meer in de commissie van 12 oktober 2011. Het is correct dat de minister de feiten toen heeft geminimaliseerd. Hij liet het een beetje in het midden en zei dat het niet zo’n vaart zou lopen en dat de berichtgeving in de pers helemaal niet correct was.
Nu blijkt dat een en ander wel zou kloppen, mevrouw de minister. Kunt u ons toelichting geven over wat er precies op welk ogenblik is overeengekomen? Wat is de stand van zaken in de bedongen schadevergoedingen? Als de minister ons destijds correct heeft voorgelicht, dan hebben wij hier te maken met een DBFM-formule, waarbij de BAM-groep zelf het vergunningsdossier in handen heeft. Dat is een vreemde situatie, want zij moeten zorgen voor het verkrijgen van de bouwvergunningen, terwijl zij de begunstigde zijn van de schadevergoedingen die de overheid zal moeten betalen. Hebben wij überhaupt nog enige impact op de evolutie van het vergunningsdossier? Wat is de stand van zaken daarin?
Kunt u ook iets zeggen over de schadevergoedingen, en niet alleen met betrekking tot de cijfers? Zijn die effectief verschuldigd? Is er overleg gepleegd met de BAM-groep om te kijken of die schadevergoedingen wel moeten worden betaald, aangezien de federale overheid bezwaarlijk kan worden verweten dat die vergunningen niet zijn verkregen? Zij levert die namelijk niet af en zij is ook niet de indiener van het dossier. Zijn de bedongen schadevergoedingen wel rechtsgeldig en verschuldigd? Worden ze effectief betaald?
06.04 Minister Annemie Turtelboom: Tijdens de vorige regering werden er in uitvoering van het Masterplan vier DBFM-contracten gesloten voor Marche-en-Famenne en Leuze-en-Hainaut in Wallonië en Dendermonde en Beveren in Vlaanderen.
Ondertussen is de bouw van Marche-en-Famenne begonnen en zal de bouw van Leuze-en-Hainaut in principe in het eerste trimester van 2012 beginnen.
In Vlaanderen is de situatie moeilijker. Door allerlei beroepen kan de bouw van de twee gevangenissen voorlopig niet starten. Sinds 12 oktober moeten wij boetes betalen, maar dat start pas half december, als ik mij niet vergis.
In het contract met de private consortia wordt inderdaad in geldboetes voorzien indien de werken niet tijdig kunnen beginnen. Het gaat om twee soorten boetes. Ten eerste zijn er de forfaitaire vergoedingen met een maximum van 850 000 euro per gevangenis. Ten tweede zijn er de financiële vergoedingen die worden bepaald door een zeer ingewikkelde telmethode om het renterisico op te vangen zonder maximum.
Ik kan geen verdere concrete en volledige informatie geven, aangezien de Regie der Gebouwen de contracten beheert en de boetes betaalt.
Volgens mijn informatie zullen de boetes worden betaald met de budgetten voor Justitie waarin bij de Regie der Gebouwen is voorzien. Dat kan en zal waarschijnlijk ook een negatieve impact hebben op de investeringen van de Regie der Gebouwen in justitiegebouwen, waaronder de justitiepaleizen en de reeds bestaande gevangenissen.
De kern van het probleem ligt echter in Vlaanderen. Er zijn twee problemen. Ten eerste zijn er beroepsprocedures aanhangig. Ik moet vaststellen dat er zowel tegen Beveren als tegen Dendermonde verschillende beroepen zijn aangetekend.
In het geval van de gevangenis van Dendermonde gaat het zelfs verder, aangezien het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan geschorst is. De bouwvergunning is niet uitvoerbaar, omdat er beroep is tegen de milieuvergunning die eigenlijk niet kon worden afgeleverd, omdat het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan is geschorst. De reden van de schorsing is zeer technisch en houdt verband met de regelgeving in Vlaanderen omtrent ruimtelijke ordening en milieu.
Er is ook een vraag tot vernietiging ingediend. Het dossier is dus momenteel geblokkeerd. Ik kan alleen maar hopen dat er een constructief overleg met het Vlaamse Gewest komt en dat de nodige initiatieven zullen worden genomen om het probleem zo snel mogelijk op te lossen.
In het allerbeste scenario kunnen de werken april 2012 beginnen.
In het geval van Beveren is de situatie anders. Er is een aantal beroepen ingediend. De procedures zijn nog lopende. Dat neemt tijd in beslag, al hopen wij uiteraard dat de beroepen zullen worden verworpen. De werken zullen dan ook ten vroegste in april 2012 kunnen starten.
Ten tweede, op het ogenblik dat de contracten voor de Vlaamse gevangenissen werden ondertekend, was het ook al duidelijk dat er grote risico’s op vertraging waren. Zowel vanuit de Regie der Gebouwen als vanuit het gevangeniswezen werd gewezen op de nood om voorzichtig te zijn bij de opstart van Dendermonde en Beveren. Mijn voorganger heeft de contracten ondertekend, omdat hij ervan overtuigd was dat er op die manier druk kon worden gezet op de timing voor de bouw van de gevangenissen. Ik zal trachten de gevolgen van die beslissing zo goed mogelijk op te vangen, samen met mijn collega die bevoegd is voor de Regie der Gebouwen.
Vanochtend was er al een overleg over de bouw van de gevangenissen met de collega’s van de Regie der Gebouwen. Er zullen nog heel veel vergaderingen volgen, teneinde het dossier zo nauw mogelijk op te volgen.
06.05 Renaat Landuyt (sp.a): Ik heb in heel diplomatische termen begrepen dat de contracten voor Dendermonde en Beveren werden ondertekend tegen de twee administraties in op het moment dat men wist dat de doelstelling onmogelijk of zeer moeilijk kon worden gehaald. Met andere woorden, men heeft enorm grote financiële risico’s genomen.
Uit de bijkomende informatie blijkt dat het forfait nog niet alles is. Men zal ook nog het renteverlies moeten berekenen volgens wellicht ingewikkelde sleutels. Men kan nu nog niet voorspellen hoeveel een en ander zal bedragen. Volgens mij zal de zaak dermate uit de hand lopen dat we niet tot april zullen wachten om nog bijkomende gegevens te verzamelen.
Wij kunnen niet anders hopen dat u in de toekomst de goede raad van de administratie volgt en voorzichtig probeert om de gebroken potten te lijmen.
06.06 Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Het stemt natuurlijk niet tot blijdschap. Contracten sluiten op het ogenblik dat men weet dat er aanzienlijke risico’s en een gigantisch kostenplaatje van boetes, weggegooid geld, aan verbonden zijn, is niet hoe een goede huisvader beheert. Dat kan niet voor een overheid.
U bent er een beetje rondgefietst, maar u hebt iets eigenaardigs gezegd. U zegt dat er vanaf 12 oktober boetes komen, maar dat dat pas start vanaf half december. Dat heb ik niet zo goed begrepen. Worden er nu boetes betaald vanaf oktober of vanaf december?
06.07 Minister Annemie Turtelboom: Men zegt mij dat de boetes effectief zijn vanaf half december. Ik moet echter zelf uitklaren wat het verschil is met half oktober.
06.08 Sophie De Wit (N-VA): Dan ben ik benieuwd iets te horen over die uitklaring. Dat neemt echter niet weg dat het geld is. Wij hebben geen geld te veel, en als wij het op die manier opmaken, zijn wij heel slecht bezig.
Ik heb u ook niets horen zeggen over een eventueel alternatief in Aalst. Het is misschien kort dag en ik neem aan dat u het even grondig zult moeten bestuderen, maar u moet er toch rekening mee houden dat het contract in Tilburg afloopt in 2013. Dan moeten de betrokkenen er buiten. Uw voorganger heeft in De Juristenkrant gezegd dat hij verwacht dat de nieuwe gevangenissen misschien in 2014 in gebruik zullen kunnen worden genomen. Ondertussen is het contract in Tilburg gedaan. U zult dus toch voorbereid moeten zijn en in een alternatief moeten voorzien vóór zij die in Tilburg buiten komen te staan. Er moet iets worden gevonden en u begint er best nu aan. Gevangenissen bouwen en huren is blijkbaar niet zo eenvoudig.
06.09 Carina Van Cauter (Open Vld): Mevrouw de minister, ik wens u veel succes met de heronderhandeling. Ik hoop dat dergelijke contracten onder uw beleid niet worden herhaald.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. David Clarinval à la ministre de la Justice sur "la publication de l'arrêté royal relatif aux comptes annuels des copropriétés" (n° 8239)
07 Vraag van de heer David Clarinval aan de minister van Justitie over "de publicatie van het koninklijk besluit betreffende de jaarrekeningen van mede-eigendommen" (nr. 8239)
07.01 David Clarinval (MR): Madame la ministre, le 2 juin 2010, la loi de 1994 sur la copropriété a été évaluée et adaptée. Il s'agit de changements que le Syndicat national des propriétaires réclamait depuis 2004. Cette loi avait pour objectif de moderniser le fonctionnement des copropriétés et d'accroître la transparence de leur gestion, mais aussi de renforcer la participation des copropriétaires.
L'évolution de la vie dans les copropriétés est un dossier auquel les pouvoirs publics doivent rester attentifs, car plus de 1,2 million de logements sont concernés par le régime de la copropriété et entre 3 et 4 millions de personnes y vivent. Mais un an après l'entrée en vigueur de cette loi, l'arrêté royal relatif à la comptabilité n'est toujours pas sorti. Or, il semblerait que le texte soit prêt depuis le mois de janvier.
En effet, le 17 mai 2011, notre collègue Yvan Mayeur interrogeait votre prédécesseur sur le sujet, mentionnant qu'un plan comptable avait bien été établi par la Commission des Normes Comptables, qu'un arrêté royal ainsi que le rapport destiné au Roi étaient prêts et qu'il ne manquait plus que sa signature pour que cet arrêté soit publié.
Votre prédécesseur lui a répondu qu'il avait effectivement demandé à la Commission des Normes Comptables de rédiger un projet d'arrêté royal, que ce projet avait été examiné avec tous les acteurs concernés, que quelques modifications devaient encore être apportées, mais que cet arrêté était prêt à 95 %. Il lui a assuré qu'il ferait le nécessaire pour publier ce texte dans un très bref délai.
Cependant, près de sept mois plus tard, cet arrêté ne semble toujours pas avoir été publié. Dès lors, madame la ministre, où en est exactement le traitement de ce dossier? Existe-t-il un obstacle juridique ou autre qui empêche la signature de cet arrêté royal? La concrétisation de ce texte rencontre-t-elle des problèmes techniques?
07.02 Annemie Turtelboom, ministre: Madame la présidente, cher collègue, le projet d'arrêté royal a été soumis pour avis au Conseil d'État le 16 juin 2011. L'avis contient plusieurs observations qui, selon mes services, rendent nécessaire une refonte de la structure du projet d'arrêté royal. Une fois que les remarques du Conseil d'État auront été analysées et que les adaptations utiles auront été introduites dans le projet, l'adoption de celui-ci sera alors finalisée.
Mes services ont contacté la Commission en lui demandant de bien vouloir communiquer un échéancier pour la transmission du texte. Je veillerai à ce que cette réglementation soit mise à la disposition des copropriétaires dans les meilleurs délais.
07.03 David Clarinval (MR): Madame la ministre, merci pour ces informations, qui ont l'air en contradiction avec ce que votre prédécesseur avait dit, à savoir qu'il ne manquait plus que la signature.
Les copropriétaires sont dans une situation vraiment difficile. J'espère que vous pourrez leur donner une réponse dans les plus brefs délais, car il y a urgence.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. David Clarinval à la ministre de la Justice sur "la poursuite du Masterplan prisons en Wallonie" (n° 8241)
08 Vraag van de heer David Clarinval aan de minister van Justitie over "de voortzetting van het Masterplan gevangenissen in Wallonië" (nr. 8241)
08.01 David Clarinval (MR): Madame la présidente, madame la ministre, le Masterplan prisons est une décision fédérale qui prévoit notamment la construction de trois nouvelles prisons en Wallonie: à Marche-en-Famenne, à Leuze-en-Hainaut et à Sambreville, en province de Namur.
L'actualité de ces dernières semaines (diverses évasions, fermeture de la prison de Verviers en raison de sa vétusté, etc.) renforce la nécessité de cette décision, que ce soit pour les prisonniers ou pour les membres du personnel pénitentiaire.
Selon les informations fournies au Parlement wallon par le ministre régional Philippe Henry, les projets pour Marche-en-Famenne et Leuze-en-Hainaut semblent avancer très positivement.
Toutefois, il semble que ce ne soit pas le cas pour ce qui concerne le projet de Sambreville. En effet, il a été convenu de réaliser une étude d'implantation d'une prison d'une capacité de 300 personnes sur le site de Saint-Gobain à Sambreville, ce dernier présentant, selon l'ISSeP, un danger pour la santé humaine. Selon le ministre Henry, cette étude devrait être finalisée au plus tard pour la fin de l'année 2011.
Madame la ministre, selon les informations dont je dispose, cette étude ne serait pas encore mise sur pied. En effet, il ne semble pas exister de cahier des charges à proposer aux bureaux d'études spécialisés. Aucun détail quant aux modalités pratiques de cette étude n'est actuellement disponible. Enfin, à un mois de l'échéance, aucune autre piste ne semblerait être explorée par les autorités régionales.
Avez-vous plus de précisions quant à l'état d'avancement de cette étude? Des soumissions sont-elles déposées? Quand cette étude sera-t-elle disponible?
Par ailleurs, certaines informations annoncent la rénovation ou la restauration de la prison de Verviers. Ces informations sont-elles exactes? Existe-t-il des fonds pour réhabiliter ce bâtiment? Cette idée de rénovation de la prison de Verviers serait-elle envisagée en vue de remplacer le projet de Sambreville?
08.02 Annemie Turtelboom, ministre: Madame la présidente, monsieur Clarinval, en ce qui concerne Sambreville, il est exact que le pouvoir fédéral estime que le terrain proposé ne convient pas à une prison, notamment en raison de sa pollution. Une étude doit effectivement être réalisée mais elle est de la compétence de la Régie des Bâtiments. À ma connaissance, celle-ci travaille à la rédaction du cahier des charges mais je vous invite à interroger mon collègue responsable de la Régie des Bâtiments pour obtenir l'ensemble des informations pertinentes.
En ce qui concerne Verviers, tant l'administration pénitentiaire que la Régie des Bâtiments défendent l'idée de la destruction de la prison actuelle et d'une reconstruction d'une nouvelle infrastructure sur le même site. Aucune décision politique n'a cependant été prise à ce sujet pour le moment. À nouveau, le dossier se trouve actuellement à la Régie des Bâtiments.
08.03 David Clarinval (MR): Madame le ministre, je vous remercie. J'interrogerai dès lors votre collègue de la Régie des Bâtiments.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La présidente: Mme Milquet n'étant pas présente, je poursuis les questions en Justice. Je suis désolée pour les membres de la commission de l'Intérieur.
09 Question de Mme Jacqueline Galant à la ministre de la Justice sur "la modernisation et l'informatisation de la Justice" (n° 8165)
09 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de minister van Justitie over "de modernisering en computerisering van Justitie" (nr. 8165)
09.01 Jacqueline Galant (MR): Madame la présidente, madame la ministre, votre prédécesseur avait lancé le nouveau projet d'informatisation de la Justice. Ainsi, pour la fin du mois de juin 2011, tous les parquets et tribunaux de police auraient dû avoir la même application informatique. La sécurisation de l'information dans le et hors du périmètre de la Justice devait commencer en 2011 et être terminée à la fin de l'année 2012. La mise en place de communications digitales et l'échange de données vers le monde extérieur étaient prévus pour 2013.
Or, la concrétisation de ce système informatique n'est pas d'actualité.
Je vous interpelle particulièrement quant à la commission des Naturalisations. Ce manque d'informatisation engendre en effet un fameux souci pour les services de la Justice. En fait, nous ne pouvons pas travailler en temps réel, notamment pour tout ce qui concerne les casiers judiciaires et les informations pour les parquets.
Madame la ministre, où en est l'informatisation de la Justice? Le calendrier avancé par votre prédécesseur est-il toujours réaliste? Quelles seront les prochaines étapes de l'informatisation envisagée?
09.02 Annemie Turtelboom, ministre: Madame Galant, en ce qui concerne l'informatisation de la Justice et les projets auxquels vous faites référence, je peux vous donner les informations suivantes.
La réalisation de la même application informatique pour tous les tribunaux et parquets de police par le projet "Mammouth at Central Hosting" prend fin mi-février 2012.
Actuellement, 22 arrondissements sont en production, les autres étant planifiés pour les mois à venir. Ces derniers sont Neufchâteau, Bruges, Anvers, Hal, Vilvorde, Bruxelles et Oudenaarde.
Le planning prévu pour la sécurité informatique et l'échange électronique des données avec les acteurs de la justice tient toujours. Actuellement, ce planning et les différentes étapes à suivre sont fixés de façon plus détaillée dans le cadre de l'élaboration d'un plan ICT stratégique intégré, qui est en rédaction pour l'ordre judiciaire pour la période 2012-2014.
Cela se fait de manière concertée entre le SPF Justice, le service d'encadrement ICT et des représentants mandatés du ministère public et des cours et tribunaux. Ainsi, le projet relatif au suivi des dossiers des naturalisation, que mon prédécesseur a initié avec votre commission, mais qui demande une concertation et une analyse plus approfondie, est également repris dans le cadre de ces travaux.
Le plan stratégique met l'accent sur une standardisation maximale et s'articule autour de quatre piliers qui reflètent les besoins fonctionnels de l'ordre judiciaire de façon à ce qu'il puisse travailler plus efficacement, à savoir:
- la mise en place d'un carrefour judiciaire où toutes les composantes de la justice et ses partenaires pourront échanger des informations de manière optimale et où des sources authentiques seront utilisées autant que possible;
- le développement d'une plate-forme collaborative pour le suivi électronique des dossiers;
- la réalisation d'une plate-forme de communication assurant l'échange de données entre les acteurs de la justice;
- le lancement d'un environnement "business intelligence" permettant le traitement de données centré sur un rapport axé sur la gestion et la politique.
De cette manière, ce plan stratégique offrira, en concertation avec les acteurs concernés et de manière intégrée et transparente pour tous les projets ICT, leur timer planning, compte tenu des besoins les plus urgents, des moyens budgétaires, de la faisabilité technique et des plus-values à réaliser en termes d'efficience. Après les validations nécessaires, j'informerai le Parlement plus en détail.
09.03 Jacqueline Galant (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. Connaissant votre dynamisme, je sais que vous mettrez tout en œuvre pour activer et concrétiser la fin de l'informatisation de votre département.
Pour ce qui concerne les naturalisations, en qualité de présidente de la commission, je reste à la disposition de votre département pour concrétiser l'informatisation et, en tout cas, garantir le traitement en temps réel des dossiers de naturalisation.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est suspendue de 15.20 heures à 18.20 heures.
De openbare commissievergadering wordt geschorst van 15.20 uur tot 18.20 uur.
La présidente: Chers collègues, la ministre est disposée à rester encore un peu.
Qui désire encore poser sa question?
09.04 Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw de voorzitter, ik heb nog twee vragen aan de agenda. Een heb ik laten uitstellen, die is niet zo dringend, en de andere wordt omgezet in een schriftelijke vraag. Dus wat mij betreft is er voor de vraagstelling geen probleem meer.
09.05 Bert Schoofs (VB): Ik zou mijn vraag nr. 8265 nog willen stellen, mevrouw de voorzitter;
09.06 Olivier Maingain (FDF): Madame la présidente, j'aimerais pour ma part encore poser mes questions nos 8217 et 8216.
La présidente: Il y a un petit problème, monsieur Maingain. Votre question n° 8217 est jointe à une question de Mme Galant. Mme Galant était présente tout à l'heure, et pas vous, et elle a accepté de reporter cette question.
09.07 Olivier Maingain (FDF): J'aurai donc la galanterie de reporter ma question également.
La présidente: Le problème est le même pour votre autre question, qui est jointe à une question de Mme Özen.
09.08 Olivier Maingain (FDF): Dans ce cas, ce sera pour la prochaine fois.
10 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister van Justitie over "de massale seponering van feiten inzake bezit en gebruik van drugs" (nr. 8265)
10 Question de M. Bert Schoofs à la ministre de la Justice sur "le classement sans suite massif des faits liés à la possession et à la consommation de drogues" (n° 8265)
10.01 Bert Schoofs (VB): Mevrouw de minister, volgens cijfers van de statistische analisten van het College van procureurs-generaal werd over de periode 2001-2011 door de parketten gemiddeld 50 tot 55 % van de zaken met betrekking tot drugsgebruik en drugsbezit geseponeerd. Dat is allicht het gevolg van het feit dat aan dit soort feiten in het verleden eerst de laagste vervolgingsprioriteit werd toegekend, waarna een gedoogbeleid ingang heeft gevonden. Uit de cijfers die ik zopas vernoemde, blijkt eveneens een significant verschil in seponering op communautair vlak: bij de parketten in Vlaanderen wordt gemiddeld 45 % geseponeerd, in Wallonië is dat 57 % en in Brussel zelfs 60 %.
Mevrouw de minister, bent u van oordeel dat het huidige beleid inzake seponering kan worden voortgezet? Zo neen, welke wijzigingen wenst u aan te brengen in het beleid? Wilt u, met andere woorden, de vervolging van drugsbezit en drugsgebruik strenger maken?
Kunt u, inzake seponering, een verklaring geven voor de verschillen op communautair vlak tussen de parketten in Vlaanderen, enerzijds, en de parketten in Wallonië en Brussel, anderzijds?
Bent u bereid het communautaire verschil weg te werken. Zo ja, op welke wijze?
10.02 Minister Annemie Turtelboom: Mevrouw de voorzitter, het strafrechtelijk beleid inzake drugs is gebaseerd op de ministeriële rondzendbrieven van een van mijn voorgangers, namelijk deze van 16 mei 2003 en 25 januari 2005. Deze eerste dient zeker te worden herzien, gelet op de gedeeltelijke vernietiging van de wet van 16 mei 2003 en het feit dat er nooit gerechtelijke case managers, noch therapeutische raadgevers werden aangeworven.
Wat betreft de interpretatie van de cijfers moet men voorzichtig zijn. Alvorens er gevolgen aan te verbinden op communautair vlak dient eerst te worden vastgesteld dat de behandelde dossiers in de verschillende delen van het land eveneens gemiddeld genomen gelijkwaardig zijn. Als er echter verschillen bestaan in de vaststelling van de misdrijven en op het vlak van de lokalisatie van de grote drugshandels of gewoonweg zwaardere feiten plaatsvinden in het gebruik van de verschillende drugs, of in het succes van alternatieve maatregelen, dan kan aan deze cijfers een totaal andere interpretatie worden gegeven.
Met de huidige statistische gegevens waarover het College van procureurs-generaal beschikt, is het dan ook niet mogelijk deze parameters, die nodig zijn om deze cijfers nuttig te kunnen vergelijken, met voldoende zekerheid te kunnen meten.
10.03 Bert Schoofs (VB): Mevrouw de minister, ik reken erop dat u prioriteit zult geven aan de herziening van die rondzendbrief. U zegt immers zelf dat die omzendbrief sowieso moet worden herzien — u haalt het voorbeeld van de case managers aan — en dat u er werk van maakt.
Vervolgens, seponeringen zijn the end of the pipe. Dat wil zeggen dat dat aan het einde van de pijplijn is.
Men zou dus best een grondige studie maken over de vraag of dat groot aantal seponeringen niet weegt op de volksgezondheid en op de veiligheid. Daar heb ik mijn twijfels bij. Wij kunnen daar nu nog een serieuze studie aan wijden.
Mevrouw de minister, ik roep u ertoe op om het beleid te wijzigen. Neem afstand van het gedoogbeleid en van het beleid ter zake van de laagste vervolgingsprioriteit. Die oproep richt ik tot u. U kunt daarin het verschil maken. Doet u dat!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 18.25 uur.
La réunion publique de commission est levée à 18.25 heures.