COMMISSION DES RELATIONS EXTÉRIEURES

Le développement des questions et interpellations commence à 15.31 heures. La réunion est présidée par M. François-Xavier de Donnea.

De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 15.31 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer François-Xavier de Donnea.

01 Echange de vues avec le vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur la situation en République Démocratique du Congo et questions jointes de

- Mme Kattrin Jadin au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "les violences en RDC à la suite des élections présidentielles et législatives" (n° 8025)

- M. Peter Luykx au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "les élections au Congo" (n° 8054)

- M. Peter Logghe au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "la prestation de serment du nouveau président congolais" (n° 8098)

- M. Rachid Madrane au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "la situation post-électorale en RDC" (n° 8151)

01 Gedachtewisseling met de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over de situatie in de Democratische Republiek Congo en samengevoegde vragen van

- mevrouw Kattrin Jadin aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "het geweld in de DRC naar aanleiding van de presidents- en parlementsverkiezingen" (nr. 8025)

- de heer Peter Luykx aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "de Congolese verkiezingen" (nr. 8054)

- de heer Peter Logghe aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "de eedaflegging van de nieuwe Congolese president" (nr. 8098)

- de heer Rachid Madrane aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "de situatie in de DRC na de verkiezingen" (nr. 8151)

Le président: Chers collègues, nous allons entamer un débat sur le Congo. Je voudrais vous proposer la méthode de travail suivante. Quatre de nos collègues ont posé des questions, à savoir Mme Jadin, de heer Luykx, de heer Logghe et M. Madrane. Je propose que ces quatre collègues posent leurs questions en premier lieu et que l'on transforme la séance en un mini-débat, permettant aux autres de s'inscrire dans la foulée des quatre premiers.

Ik noteer als sprekers tijdens het minidebat, de heren Deseyn, Van der Maelen, Dallemagne, De Croo, Balcaen en mevrouw De Permentier.

Eerst komen de vragen aan bod, gevolgd door het antwoord van de minister.

01.01 Kattrin Jadin (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, suite aux élections en République démocratique du Congo qui ont eu lieu le 28 novembre dernier, plus de 3 000 Congolais ont choisi de quitter leur terre d'habitation suite aux violences post-électorales, qui sévissent toujours.

Même si la situation de crise n'a pas "encore" été officiellement déclarée, la situation est très grave. Dix-huit civils ont déjà été tués par les forces de l'ordre, d'après le gouvernement congolais. Celui-ci a décidé de saisir la justice militaire en vue d'ouvrir une enquête et d'ainsi éclaircir ces faits au plus vite.

Selon les résultats provisoires, le président sortant, Joseph Kabila, aurait obtenu la majorité dans la plupart des provinces, malgré le scandale provoqué par les accusations du député britannique Eric Joyce selon lesquelles le gouvernement de la RDC a vendu d'importants biens miniers à des prix dérisoires à diverses sociétés fictives étrangères, conduisant à un manque à gagner de 5,5 milliards de dollars pour le peuple congolais.

La semaine précédant les élections avait également été marquée par l'assassinat dramatique du responsable de l'opposition Marius Gangale, ce qui avait entraîné le début des violences dans l'ensemble du pays.

Lorsque les résultats seront entièrement dévoilés – on sait que la Cour constitutionnelle doit encore se prononcer sur les résultats définitifs –, nous craignons qu'une guerre civile n'éclate et, par conséquent, que la formation du futur gouvernement soit compromise.

Déjà à l'heure actuelle, les contestations fusent.

On sait que notre pays est lié à l'histoire congolaise. Lundi dernier, une manifestation rassemblant des sympathisants d'Étienne Tshisekedi a dégénéré à Bruxelles. Les manifestants dénoncent un soutien de la Belgique au gouvernement "corrompu" de Kabila.

Monsieur le ministre, considérez-vous que la République démocratique du Congo soit un pays sûr à l'heure actuelle? Pensez-vous que le calme y régnera bientôt et que la guerre civile pourra être évitée? Pensez-vous que les ressortissants belges en RDC sont en sécurité? Quelle est votre analyse des différents éléments qui composent l'actualité de la RDC?

Que préconisez-vous pour éviter que des manifestations violentes ne se produisent suite à ce qui se passe à l'étranger? Je poserai également cette question à la ministre de l'Intérieur.

01.02 Peter Luykx (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik heet u, ook namens de N-VA-fractie, welkom op uw nieuwe post.

U krijgt hier meteen een belangrijk dossier op uw bord, met name het dossier van de verkiezingen in Congo.

Ik moet u een compliment geven, omdat u vrij snel van start bent gegaan. Zelfs nog vooraleer het Parlement en de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen met u van gedachten konden wisselen, mochten wij op 9 december 2011 al een officiële reactie van de regering in de pers lezen. Ik heb ook begrepen dat u vanochtend al een ontmoeting hebt gehad met uw ambtsgenoot van Buitenlandse Zaken. U werkt dus vrij snel.

Mijnheer de minister, ik ben namens AWEPA zelf in Mbandaka geweest, om de korte periode van de stembusgang mee te volgen. Mijn bevinding aldaar, los van de verschillende incidenten en het moeilijke verloop, was vooral dat er bij de Congolezen een enorme vastberadenheid was om te stemmen. Er was, ten tweede, ook een enorme vastberadenheid en hoop dat de verkiezingen correct zouden verlopen.

Men had heel veel vrees voor mogelijke fraude. Er waren ook heel veel waarnemers. Het was bijna aandoenlijk om te zien hoe zij van ’s morgens vroeg tot ’s nachts op hun post bleven.

Het was ook een belangrijke verkiezingsronde. Het was de tweede ronde en dus de tweede keer dat de verkiezingen werden georganiseerd. De tweede verkiezingen waren veel belangrijker dan de eerste verkiezingen. De eerste keer ging het om het installeren van een democratisch instrument, namelijk verkiezingen, wat natuurlijk een belangrijk feit op zich was. Dat moest gebeuren.

Nu kon de Congolees ook een antwoord geven, hij kon een oordeel uitspreken over het beleid van de voorbije vijf jaar. Er was hoop op verbetering, er was zeer duidelijk hoop op verbetering. Jammer genoeg, en ik maak de vergelijking met een opschrift uit 1960, door een zekere Janssen opgeschreven op een van de borden in de kazernes: “L’après-indépendance égale avant-indépendance.”

Vandaag hebben we, zonder in diezelfde bewoordingen en situatie te vervallen, toch wel het gevoel dat het nu “Avant les élections égale après les élections” is. Dat is toch wel een spijtige zaak. De verslagen van vele waarnemers, ook waarnemers die veel langer ter plaatse gebleven zijn, onder andere het Carter Center en de International Crisis Group, zijn niet mis te verstaan. Men spreekt van grote onregelmatigheden. In Kinshasa, dat toch zeer kritisch staat ten opzichte van Kabila, zijn de resultaten van 2 000 stemkantoren verloren gegaan. Dat gaat over ongeveer 350 000 stemmen.

In Kabilagebieden aan de andere kant van het land, zoals Katanga, zijn er resultaten met 100 % van de stemmen ten voordele van de presidentskandidaat. Dat doet de wenkbrauwen fronsen.

Eigenlijk was het al aangekondigd. Het was niet uw verantwoordelijkheid. U kunt daar niet veel meer aan doen. In januari werd de grondwet in extremis nog gewijzigd à la tête du client, versta Kabila. Toen hadden we iets luider aan de diplomatieke bel moeten trekken. Toen werden de problemen van vandaag al een beetje aangekondigd.

Er hangt een belangrijke politieke keuze aan vast. De voorbije jaren heb ik al heel wat ministers van Buitenlandse Zaken ontmoet, op heel korte termijn. Ik ben geen oude krokodil, maar een jonge leeuw met heel scherpe tanden.

01.03 Herman De Croo (Open Vld): De leeuw is het luiste dier.

01.04 Peter Luykx (N-VA): Wij zullen u van het tegendeel overtuigen. Wij hebben dat de voorbije jaren al gedaan trouwens.

Uw voorgangers, de heren De Gucht, Leterme en Vanackere, hebben ervoor gepleit om een Congonota op te maken. Waarom is dat nodig? Er zijn twee mogelijke richtingen: ofwel blijft Congo voor België een preferentiële partner en moeten we een duidelijke strategische visie over ons bilateraal beleid formuleren, ofwel is Congo net zoals elke andere buitenlandse staat waarmee we op objectieve en rationele wijze omgaan.

Overigens, ik vond in de nota van de nieuwe regering geen enkele verwijzing terug naar het dossier-Congo, wat toch door de heren Leterme en De Gucht uitdrukkelijk was aangekondigd.

Mijnheer de minister, er is, ten eerste, nog geen officiële uitslag. Die verwachten wij pas zaterdag 17 december. Ondanks het feit dat u al enigszins hebt gereageerd, zou ik u vandaag nogmaals willen vragen hoe u op die uitslag zult reageren?

Ten tweede, hoe zijn de contacten? Hebt u weet van Europees overleg inzake de houding tegenover Congo?

Ten derde, bent u of iemand van de regering ook van plan om aanwezig te zijn op de inauguratieplechtigheid, als ze al kan plaatsvinden?

Ten vierde, ik verwijs even naar een uitspraak van uw voorganger, de heer Vanackere, die mij begin augustus zei dat de financiële steun van België afhankelijk zal zijn van het goede verloop van het electorale proces. Quod non. Het gaat hier over 16,5 miljoen euro. Hij voegde daar uitdrukkelijk aan toe om de uitbetaling van de middelen te vertragen of desnoods stop te zetten.

Ten vijfde, u hebt de heer Alexis Thwambwe Mwamba ontmoet, niet op uw kabinet in de Karmelietenstraat maar wel op Hertoginnendal. Ik vermoed dat de plaats ook was ingegeven door de aanwezigheid van de Matongewijk bij de Naamse Poort. Waarom hebt u uw collega vandaag al ontmoet, terwijl er nog geen definitieve uitslag is?

U zegt dat ook in uw eerste persbericht: “We nemen nota van de volledige voorlopige resultaten.” Dat gaat in tegen een vrij pertinent advies van de International Crisis Group, dat uitdrukkelijk zegt: “In the meantime donors must avoid statements that could legitimise a badly flawed vote and destroy what is left of their credibility in Congo.”

Door die man vandaag te ontmoeten, speelt u toch met vuur en legitimeert u nu al, vóór een definitief resultaat, de herverkiezing van Kabila.

(Applaudissements dans le public)

Le président: Je voudrais bien qu'il n'y ait pas de réactions dans le public, sinon je le fais évacuer! Cela ne va pas durer longtemps. S'il y a encore une réaction, je fais évacuer le public!

01.05 Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik zal mij in mijn vraag beperken tot een eerste politiek item na de parlementsverkiezingen, namelijk uw eventuele aanwezigheid op de eedaflegging van de nieuwe president. Ik vind het in elk geval belangrijk genoeg om op deze kwestie terug te komen. Op de rest van de problemen, bijvoorbeeld een Congonota, zullen wij zeker nog terugkomen tijdens de volgende commissievergaderingen, in de komende weken, maanden, en, wie weet, jaren. Ik zal mij in dezen dus beperken tot het eerste politieke item dat aan de orde is, namelijk uw eventuele aanwezigheid op de eedaflegging.

Mijnheer de minister, op zich zou men nog enig begrip kunnen opbrengen voor uw standpunt om in Congo de eedaflegging van de nieuwe president bij te wonen, men is in het verleden ook steeds aanwezig geweest. Ik vind echter dat wij ons momenteel toch wel in vrij bijzondere omstandigheden bevinden. En ik zou even uw aandacht willen vragen voor die bijzondere omstandigheden en u willen waarschuwen voor hetgeen aan het gebeuren is.

Nog nooit werd door internationale waarnemers vastgesteld dat er honderdduizenden verloren stemmen waren. Er werden op vrij grote schaal onregelmatigheden vastgesteld. Collega Luykx heeft er er al op gewezen dat er voldoende waarschuwingen geweest zijn in de maanden die voorafgingen aan deze verkiezingen, om enigszins gealarmeerd te kijken naar hetgeen aan het gebeuren was.

Er was bijvoorbeeld het feit dat de twee stemrondes tot één stemronde werden teruggebracht. Alle internationale waarnemers hebben erop gewezen dat dit vooral bedoeld was om de kansen van de zittende president te verzilveren. Bovendien waren er veel problemen van logistieke en politie aard in de onmiddellijke aanloop naar de verkiezingen. En nu heeft men dus deze op zijn minst gecontesteerde uitslag. Op basis van deze gegevens mogen wij er toch van uitgaan dat de minister van Buitenlandse Zaken enige voorzichtigheid aan de dag zou leggen.

Is er ondertussen op regeringsvlak reeds duidelijkheid over het politiek feit, over de politieke beslissing, of de Belgische regering aanwezig zal zijn op de eedaflegging van de nieuwe president? Zo ja, van welke factoren hangt dat eventueel af?

De oppositie trekt de officiële resultaten — voor zover er reeds officiële resultaten zijn — van de verkiezingen ernstig in twijfel. De regering vindt dat de oppositie met haar klachten dan maar naar het Hooggerechtshof moet gaan. Ondertussen weten wij reeds dat de verschillende oppositiepartijen dit eigenlijk weigeren, omdat het voor hen gaat om een door Kabila gecontroleerd orgaan.

Mijnheer de minister, wij zitten met andere woorden duidelijk in een welles-nietesspel. Dit zal niet ophouden. Meent u niet dat het beter zou zijn om die klachten te laten behandelen door een echt onafhankelijk orgaan, door een internationaal orgaan bijvoorbeeld?

Ten derde, zoals gezegd, mij lijkt uw aanwezigheid bij de eedaflegging van de nieuwe president een gevaarlijk precedent, maar ik zou graag uw idee daarover kennen. Ik meen dat door uw aanwezigheid aan het Kabilaregime een soort van legitimiteit wordt verschaft, terwijl het wordt gecontesteerd in eigen land, en niet door weinigen.

Verschillende Europese en internationale instellingen hebben al gewaarschuwd voor een dergelijke stap. Collega Luykx heeft er ook al naar verwezen.

Ik vraag mij af waarom wij daarin per se een eerste stap moeten zetten. Isoleren wij ons niet van de rest van de Europese lidstaten?

01.06 Rachid Madrane (PS): Monsieur le président, permettez-moi tout d'abord de souhaiter mes vœux de réussite à notre nouveau ministre des Affaires étrangères, dans ses nouvelles et hautes fonctions.

Monsieur le ministre, comme cela a été dit, vous êtes immédiatement plongé dans le bain. Et ce n'est pas dans la mare mais plutôt dans le grand fleuve Congo. Bonne chance, dans tous les cas!

La République du Congo a connu ce 28 novembre une échéance électorale extrêmement importante. D'ailleurs, avec d'autres collègues ici présents, j'ai représenté notre assemblée lors des élections. C'est un moment important pour cette population. Nous nous sommes tous fait la réflexion sur place; je voudrais profiter de l'occasion pour saluer et remercier ce peuple congolais, ces présidents, ces secrétaires, ces assesseurs anonymes qui ont passé des heures et des heures dans ces bureaux de vote, parfois même, nous l'avons constaté, sans manger et sans boire.

Mais, il faut aussi le dire, ces élections ont eu lieu dans un contexte extrêmement tendu dont nous avons été les témoins. Avec d'autres, j'ai été frappé par le climat de méfiance mais aussi par cette extrême souffrance exprimée par la population, à tous les coins de rue. Je n'ai pas bougé de Kinshasa; je ne peux donc parler que de ce que j'y ai vu. J'ai eu vraiment le sentiment de l'expression d'une extrême souffrance et d'une réelle volonté de changement. Dans les bureaux de vote où j'ai pu aller, j'ai pu le constater.

Je m'appuierai aussi sur un rapport qui a été fait par la mission d'observation du Centre Carter. Nous étions là pour l'AWEPA et nous avons observé, monsieur le ministre, en tant que parlementaires, le déroulement des élections: ouverture des bureaux de vote, processus et dépouillement. De ce que j'ai vu, je ne peux pas dire que les choses ne se sont pas bien déroulées. Il y a eu beaucoup de désorganisation et certains problèmes, mais pas là où j'ai été.

Par contre, ce à propos de quoi nous avons tous été perplexes, c'est le processus de compilation, qui a eu lieu quand nous étions déjà partis. Quand je lis le rapport de la mission d'observation Carter, je constate qu'en ce qui concerne la qualité et l'intégrité du processus de compilation, il a varié en fonction des régions du pays. Cela paraît clair. Quand on voit que, dans certaines zones, il y a eu des taux de participation extrêmement élevés alors que ce n'était pas le cas avant… Je voudrais, au nom de toutes les personnes qui étaient là pour l'AWEPA, dire que le processus d'élection en lui-même est une chose, mais que le processus suivant, celui de compilation est une autre chose à laquelle nous n'avons pas pu assister. Il est important de le rappeler.

Je ne vais pas refaire tout l'historique de la situation. Monsieur le ministre, je voudrais vous dire une chose que beaucoup de gens semblent oublier et qu'il est important de garder à l'esprit. Certes, il y avait des observateurs mais il y avait aussi des témoins qui représentaient les formations politiques. Il y avait cinq témoins par bureau qui signaient le procès-verbal de dépouillement; ces procès-verbaux ont été affichés, ils ont été collectés et ont servi, in fine, à compiler et à obtenir un résultat final.

C'est la raison pour laquelle je pense que l'ensemble des témoins qui étaient sur place sont aussi responsables, autant en tout cas que les personnes qui ont organisé ce processus.

J'en viens à mes questions, monsieur le ministre. Quels sont les échos que vous avez entendus de nos diplomates présents sur place, concernant la tenue du scrutin et concernant la situation actuelle? Quel suivi allons-nous apporter via l'Union européenne, en termes financiers, humains et logistiques, au niveau du monitoring post-électoral, pour accompagner les résultats du scrutin présidentiel et du scrutin législatif?

J'ai lu dans la presse que certains disaient qu'il fallait que des représentants de la Cour pénale internationale soient présents. Quelle est votre position à ce sujet?

J'ai aussi entendu beaucoup de représentants de l'opposition, j'en ai rencontré ici et là-bas, qui disaient qu'une des solutions pour rendre les résultats irréprochables serait de publier les résultats, non pas uniquement par province ou par ville, mais peut-être par bureau de vote. Puisqu'on a chaque procès-verbal et qu'on sait qu'ils ont servi à compiler, que pensez-vous de cette idée de publier les résultats par bureau de vote? Cela permettrait que tout le monde soit d'accord sur les résultats, qui ont été signés par des témoins.

Monsieur le ministre, je sais que vous n'êtes pas Madame Soleil, mais je voudrais avoir votre sentiment aujourd'hui sur l'évolution probable de ce pays. Ne craignez-vous pas, comme certains dont je fais partie, un scénario à l'ivoirienne? Ce serait dramatique d'en revenir à une situation de chaos. Je pense à cette population, qui m'a beaucoup touché. Je ne voudrais pas qu'on en arrive là.

Je ne peux pas prendre d'autre position que celle-là. Je voudrais connaître votre avis sur cette situation, même si je sais que ce que je demande est compliqué.

01.07 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, er zijn veel inspanningen gebeurd voor deze verkiezingen. Dat leidt nu tot een teleurstelling in vele hoofden. Dat kan ook opgaan voor onze Belgische politiek. We mogen er allemaal niet te belerend over doen. Het is echter belangrijk dat wij ervoor zorgen dat de bevolking geen verliezer is. Dat is alleszins de grote betrachting voor de binnenlandse politiek van deze coalitie, maar ook u, mijnheer de minister, kunt er mee voor zorgen dat ook de bevolking in Congo niet de verliezer van het verkiezingsproces wordt.

Wij kunnen niet om een aantal vaststellingen heen. In de rapporten die werden opgesteld door bijvoorbeeld het reeds geciteerde Carter Center, maar ook door tal van internationale en onafhankelijke waarnemers en door het middenveld, zijnde de Congolese Katholieke Kerk met duizenden verkiezingswaarnemers, komt men tot het besluit dat de verkiezingen volgens gerenommeerde instituten “waarheid noch gerechtigheid” bevestigen.

Dan is er een probleem en moeten wij weten met welke partner wij al dan niet in dialoog treden en politieke en diplomatieke relaties opbouwen.

Ik voel wel iets voor de piste die daarnet werd geopperd om ook een recompositie te doen van de aantallen van de kiesbureaus. Daardoor zou de transparantie worden vergroot en zou een aantal zaken kunnen worden blootgelegd.

Ik wil niet de volledige kroniek doen, maar als wij zien dat de resultaten van drie- tot vierduizend kiesbureaus spoorloos zijn en men maakt een oplijsting, dan worden zulke gaten duidelijk en moeten het regime, de ambtenarij en de mensen die verantwoordelijk waren voor de verkiezingen daarop een adequaat antwoord kunnen bieden, wil men nog enige legitimiteit en geloofwaardigheid behouden.

Dat geldt ook voor de bevolkings- en opkomstcijfers. In bepaalde gebieden wordt gesproken van een opkomst van 100 % en in sommige van die regio’s stemt dat overeen met 100 % van de stemmen voor president Kabila. Dat zijn zaken waarbij men toch zeker vraagtekens kan plaatsen.

Er wordt ook melding gemaakt van zaken die niet correct verlopen zijn in het proces, zoals obstructie door verkiezingsambtenaren. Ook daar zijn er institutionele problemen.

Ik vind het belangrijk om daarbij stil te staan. De internationale gemeenschap, en ook specifiek België, heeft daarin immers veel geld geïnvesteerd. Een bedrag van 751 miljoen dollar werd daarin geïnvesteerd, wat goed is voor een kleine helft van de organisatie van het verkiezingsproces. Dan spreek ik wel over een ruime periode: de voorbereidingsperiode, de periode van de registratie, de eigenlijke verkiezingen en het subnationale deel voor de provinciale, regionale en lokale verkiezingen.

Op Europees niveau vertaalt zich dat naar een bedrag van grosso modo 47 miljoen euro. Voor België gaat het om ongeveer 17 miljoen euro, naargelang de kredietlijnen die daarvoor in rekening worden genomen.

Ondanks die grote financiële inspanningen, zegt u dat er een probleem is wat de transparantie betreft. Dat is voor het verdere debat en de follow-up een belangrijke premisse. Als wij zeggen dat het oké is en als wij het zo laten, dan oriënteert dat in grote mate het debat.

In die zin hebt u misschien al een voorafname gedaan op het debat dat wij nu voeren, met bepaalde uitspraken die in de loop van de dag ook voor deze commissie zijn gedaan. Dat is een eerste belangrijke vraag. Hebben wij hier in uw hoofde een transparantieprobleem?

Een volgende vraag betreft het officiële standpunt van de Europese Unie, die daar met veel teams en experts heel prominent aanwezig was. Het resultaat van deze waarnemingsmissie zou een vrij kritisch rapport zijn. Misschien kunt u al iets zeggen over die conclusies. Wellicht zullen er geprivilegieerde briefings zijn voor de ministers van Buitenlandse Zaken.

Het is belangrijk dat er ook een stevige Belgische input is, want men zal natuurlijk naar België kijken wanneer men tot een gemeenschappelijk EU-standpunt wil komen. In die zin is het goed dat wij uw mening ter zake horen.

De analyses van de verkiezingscommissie liggen onder vuur. U hebt eerder vandaag gezegd: “Wij moeten de wettelijke procedures volgen”, maar zoals u weet, gaat het niet enkel om de wettelijke procedures. Het is een kwestie van gezag, het is een kwestie van druk door de internationale gemeenschap, het is een kwestie van in dialoog te treden met een geloofwaardig regime. Als wij bekijken wat wij stricto sensu wettelijk kunnen doen, zijn onze mogelijkheden misschien snel uitgeput.

Ik meen dat onze verantwoordelijkheid wel iets verder reikt. Het gaat hier om een moreel engagement dat wij opnemen ten aanzien van de Congolese bevolking. Misschien kunt u zeggen wat uw houding is tegenover het moratorium op de communicatie over de verkiezingsuitslag? Dat kan een interessante piste zijn.

Een belangrijk punt vind ik de samenwerking met de Afrikaanse Unie. De Afrikaanse Unie heeft, zoals u weet, vrij positief gerapporteerd over het verkiezingsproces, en zij heeft opgeroepen zich neer te leggen bij de partiële resultaten zoals die werden gecommuniceerd. De Europese Unie heeft de voorbije jaren veel geïnvesteerd in contacten met de Afrikaanse Unie, die zich aan het consolideren is, maar die subregionaal heel verschillend wordt ingekleurd.

Ik meen dat wij voor de Afrikaanse Unie een belangrijke partner moeten zijn en dat wij het debat ook op dat niveau moeten aangaan. Er is misschien een discrepantie tussen de analyses van de EU en die van de Afrikaanse Unie, dat lijkt mij evident, maar ik zou graag van u horen hoe aan die dialoog gestalte kan worden gegeven.

Ik wil niet te lang uitweiden over de veiligheid. Geweld zou een zeer dramatisch gevolg betekenen voor de bevolking ter plaatse. Er zal op de diverse fora van de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie ongetwijfeld moeten worden bekeken wat de rol is van de internationale gemeenschap. Zij mag deze keer niet te laat komen. Misschien moet het VN-mandaat zelfs gewijzigd worden? Laten wij de internationale dimensie alstublieft niet verwaarlozen bij de verdere follow-up van deze postelectorale periode.

Ten slotte, de collega’s alludeerden er al op dat u, samen met uw collega’s, en wellicht ook de koning, zult worden uitgenodigd voor de inhuldiging van de nieuwe president. Ik wil hier geen hetze voeren over glazen wijn of fruitsap, en of het wel opportuun is dat bepaalde beelden worden geschoten. Daar gaat het niet over. Ik meen dat wij ons volgens de recente traditie moeten inschrijven in een constructieve dialoog. Volgens mij is het – hoe dubieus het regime ook is – altijd belangrijk in dialoog te treden en vanuit onze identiteit een aantal accenten te leggen. Het is belangrijk mee te wegen op de zaken, opdat zij ten goede zouden keren. Ook op dat punt zou een afwezigheidspolitiek ons niet zover leiden. Ik meen dat wij ons moeten inschrijven in een constructieve dialoog, op basis van de positieve elementen die in het recente verleden zijn ingebouwd. Dat belet ons echter niet om daarin harde standpunten in te nemen.

Wat ons betreft gebeurt dit dan met de voltallige regering, met uw bevoegde collega’s op Europees niveau maar zeker ook met het Parlement en in het bijzonder met deze commissie. Het is een te belangrijk dossier om daarin cavalier seul te spelen. Wij beweren zeker niet dat u dit van plan zou zijn, maar het is heel belangrijk dat wij een gedragen positie innemen. Wij moeten onze partners ook kunnen meegeven dat dit een visie is van regering en Parlement, zodat wij de democratie aldaar maximaal kunnen ondersteunen.

01.08 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de sp.a-fractie maakt zich bijzonder ongerust over Congo.

Ik zal hier niet de hele geschiedenis herhalen, maar ze kort samenvatten.

Na de dodelijk jaren van begin 2000, toen er miljoenen mensen zijn gestorven, heeft onze Belgische diplomatie, samen met anderen, het signaal gegeven om te stoppen met vechten, de democratie te installeren en te stemmen in plaats van te schieten.

In 2006 is er een eerste verkiezing geweest.

Dit waren de tweede verkiezingen. Zonder legitimiteit kan dit land geen stabiliteit kennen. Als er geen stabiliteit in Congo is, dan leert de geschiedenis ons helaas wat daarvan de gevolgen zijn.

Wij menen dat wij op een zeer omzichtige, verstandige wijze moeten reageren op deze verkiezingen. Wij moeten alles doen om deze verkiezingen meer geloofwaardigheid te geven, zodat legitieme verkozenen van het Congolese volk aan het hoofd van die staat komen.

Ik volg Afrika al dertig jaar, maar wat deze verkiezingen hebben gebracht, is du jamais vu.

Ik verwijs naar het rapport van het Carter Center. Ik wil de commissie niet vermoeien met de lange opsomming. Ik heb mezelf echter de vraag gesteld wat het strafste element is dat door het Carter Center naar voren wordt gebracht. Ik ben er niet uitgeraakt. De commissie kan mij misschien helpen met mijn keuze. In het compilatiecentrum Mulemba Nkulu in Katanga was er een opkomst van 99,46 % met 2 666 886 uitgebrachte stemmen en allemaal voor de zittende president Kabila. Dat is straf! Een opkomst van 99,46 % en alle stemmen gingen naar die ene kandidaat.

U zult mij zeggen dat dit niet kan worden verbeterd. Ik heb echter nog een ander straf voorbeeld. In het compilatiecentrum Kabongo was er een opkomst van 100 % met 227 885 stemmen voor president Kabila en 3 stemmen, mooi verdeeld voor de andere kandidaten. Wie kan zeggen dat zo’n uitslag geloofwaardig is?

Het gaat hier om vaststellingen van het Carter Center. Zij die dit centrum kennen, weten dat het enorm veel expertise heeft in Afrika en dat men er zich normaal gezien heel omzichtig opstelt.

De toon waarin dat rapport geschreven is, en de elementen die daarin naar voren gebracht worden, moeten bij iedereen levensgrote vragen oproepen.

Ik haal nog een andere bron aan. Monseigneur Monsengwo heeft gisteren in een mededeling nog een ander straf verhaal gedaan, dat kan concurreren met wat het Carter Center hier naar voren bracht. Op 6 december had de heer Tshishekedi 5,9 miljoen stemmen. Op 9 december – tussen 6 en 9 december zijn de uitslagen toegevoegd van 34 000 stembureaus – had de heer Tshishekedi 5 863 000 stemmen. Voor degenen die niet goed kunnen volgen, dat betekent dat hij 64 000 stemmen minder had. Drie dagen later en met 34 000 kiesbureaus erbij, had hij 64 000 stemmen minder. Wie gelooft dat nog? Ik meen dat niemand in onze zaal met enige intellectuele eerlijkheid en geconfronteerd met dergelijke gegevens kan zeggen dat die verkiezingen goed verlopen zijn.

Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de Katholieke Kerk in Congo met 30 000 waarnemers gisteren stelde: "Ces élections ne sont conformes ni à la vérité, ni à la justice." Het Carter Center zegt dat de verkiezingen "manquent de crédibilité". International Crisis Group heeft als titel van zijn rapport – ik bespaar u de inhoud – “Saving the elections”. MONUSCO is gisteren ook naar buitengekomen. Wij hebben nog geen rapport van de waarnemers van de Europese Unie. Ik heb net zoals de heer Deseyn echo’s opgevangen, maar dan dubbele echo’s. Enerzijds hoorde ik dat het een kritisch rapport zal worden, als de observatoren de vrijheid krijgen om te schrijven wat ze willen. Anderzijds heb ik gehoord dat de Europese diplomatie bezig is druk uit te oefenen op de observatoren van het Europees Parlement om de scherpe hoeken van hun rapport af te vijlen.

Collega’s, ik kom tot mijn vragen. Ik heb er twee.

De eerste vraag gaat over een kwestie waarover nog niemand iets gezegd heeft. Wanneer ik de Congolese pers mag geloven, zijn dezelfde soort operaties gebeurd met de wetgevende verkiezingen. De cijfers die ik gaf, betreffen alleen de presidentiële verkiezingen.

Mijnheer de minister, klopt het verhaal dat we in de Congolese pers lezen, dat dezelfde malversaties, dezelfde trucs, zijn uitgehaald met de wetgevende verkiezingen?

Ten tweede, vanmorgen hebt u uw collega, de heer Thambwe, ontvangen. U herhaalde het standpunt dat al eerder werd ingenomen; ik heb de tekst bij me: "De wettelijke beschikbare rechtsmiddelen in Congo moeten gehanteerd worden."

Mijnheer de minister, gelooft u echt dat het Congolees Hooggerechtshof, waar de jongste maanden met een snelprocedure nog twintig rechters benoemd werden door het regime van president Kabila, het zal aandurven om al de malversaties in het verkiezingsproces ongrondwettig of onwettig te verklaren?

Mijn laatste punt is het volgende. Ik zou met aandrang een voorstel willen herhalen dat ik gisteren heb gelanceerd, maar het komt niet van mij. Congo is helaas niet het enige land dat geconfronteerd wordt met een verkiezingsproces waarbij hoogstwaarschijnlijk heel grote fraude heeft gespeeld. Ik denk ook aan Haïti.

In Haïti werd aan een internationale commissie met experts inzake verkiezingen, samen met de beleidsmensen, gevraagd om het verkiezingsproces opnieuw te bekijken. In dit geval zou dat dan samen met de Congolese verantwoordelijken gebeuren. De grote fraudegevallen worden dan met bijzonder veel aandacht onderzocht en men probeert te achterhalen hoe het zo fout is gelopen. In de mate van het mogelijke wordt een wedersamenstelling gedaan. Gelukkig is dat mogelijk. In elk kiesbureau werd op het einde van de activiteiten een lijst opgesteld en die lijst werd naar drie plaatsen gestuurd. Voor elke lijst, in elk kiesbureau, waren er getuigen aanwezig.

Het is dus mogelijk om kiesbureau per kiesbureau de uitslag weer samen te stellen en het volstaat om de resultaten allemaal weer op te tellen om dan een correcte uitslag te verkrijgen. De uitkomst van de verkiezingen moet – het land heeft dit echt nodig – tot legitiem verkozen mandatarissen leiden, zowel president als parlementsleden. Als dat niet gebeurt, mijnheer de minister van Buitenlandse Zaken, dan vrees ik dat het land alweer zal verzinken in het moeras, waarin het in de jaren ‘80 en ‘90 en in het begin van de jaren 2000 is verzonken, en dan zullen we mede verantwoordelijk zijn voor de dood van honderdduizenden, zo niet miljoenen mensen.

Namens mijn fractie vraag ik met veel aandrang dat het verkiezingsproces, mede onder toezicht van de internationale gemeenschap, herbekeken wordt om een correcte uitslag van de verkiezingen samen te stellen.

01.09 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le vice-premier ministre, à mon tour, je vous félicite pour votre prise de fonction. Vous commencez directement très fort, probablement avec le dossier le plus difficile et le plus compliqué pour la diplomatie belge.

On ne vous a pas laissé beaucoup de temps pour vous y familiariser mais je pense que vous le connaissiez déjà au travers de vos autres fonctions.

Je vais en venir directement au constat que notre groupe pose quant à la situation au Congo. Je me joins aux collègues qui ont estimé qu'il est difficile de prétendre aujourd'hui que les résultats des urnes sont crédibles. Je pense qu'ils ne sont pas conformes à la vérité; c'est aussi ce que disent les organisations que la Belgique a financées, notamment la Fondation Carter dont M. Van der Maelen et d'autres ont repris certains extraits du rapport. M. Van der Maelen se demandait d'ailleurs quel était le passage le plus lourd à charge dans ce rapport.

Personnellement, au-delà des faits extrêmement graves qui ont été rapportés, il y a un passage dans ce rapport - qui a été peu repris publiquement -, qui me paraît particulièrement préoccupant, s'agissant du monitoring d'un processus électoral: les observateurs internationaux n'ont pas eu accès au point central de compilation de tous les résultats à Kinshasa. Pour avoir participé à plusieurs processus électoraux, je sais que c'est là qu'il faut se trouver pendant toute la nuit et les jours qui suivent puisque, entre un procès-verbal qu'on reçoit électroniquement ou manuellement et la transcription dans un ordinateur central, il peut se passer toutes sortes de choses. Je pense que l'absence d'observation électorale à cet endroit apporte un grand bémol à tout le travail d'observation, malgré la grande qualité de ce travail dans tous les bureaux de vote, malgré les milliers d'observateurs nationaux et internationaux et le travail considérable qu'ils ont mené. Il y a une faiblesse majeure, tragique, dans l'observation électorale.

De plus, le président de la Conférence épiscopale nationale congolaise, encore une organisation que nous avons financée, remet un rapport estimant que ces résultats ne sont ni conformes à la vérité, ni conformes à la justice. Il semble qu'il dispose de chiffres et, dans sa déclaration sur les ondes de la RTBF ce matin, il va même jusqu'à remettre en question l'ordre d'arrivée des résultats.

Il faut être de bon compte et dire aujourd'hui que personne ne connaît le véritable résultat du scrutin. En réalité, personne ne sait ce qui a pu sortir des urnes. Cependant, nous disposons de quatre types de résultats: ceux de la CENI, ceux de l'opposition, mais aussi ceux de la Fondation Carter et ceux de la Conférence épiscopale nationale du Congo. Celle-ci avait 35 000 observateurs sur le terrain. Tenant compte du fait qu'il y avait 63 000 bureaux de vote, elle avait un observateur pour deux bureaux de vote. Sa légitimité est donc grande. En effet, non seulement nombreux étaient les observateurs sur le terrain, mais ces derniers sont également Congolais et indépendants politiquement.

Nous nous retrouvons, aujourd'hui, face à une situation explosive avec deux candidats estimant chacun avoir gagné. Il est vrai qu'un des candidats bénéficie de l'appui de la CENI et, peut-être, à l'avenir, d'autres institutions congolaises. Mais on sait aussi – cela a été relevé par beaucoup de mes collègues – à quel point tout ce processus électoral était, dès le départ, mal embarqué. On se souviendra des changements constitutionnels qui, visiblement, étaient faits pour permettre au candidat sortant de gagner. On se souviendra également des moyens mobilisés massivement par l'État en faveur de ce candidat. On se souviendra, enfin, des médias qui ont largement travaillé toujours en faveur dudit candidat.

Malgré tout cela – c'est une observation qui me semble capitale –, on se trouve, aujourd'hui, face à un fait politique majeur dans la mesure où l'opposition fait bien plus que de la figuration; elle engrange des résultats, quels que soient ceux que l'on retient, qui montrent qu'il existe bel et bien une réalité politique, mais aussi une désespérance du peuple congolais face à sa situation sociale.

Je rappelle simplement que, selon un récent rapport du PNUD, le Congo arrive en 187^èmeplace sur 187 – difficile de faire pire – en termes d'indice sur le développement humain. La "froideur" de cet indice montre la réalité sociale de ce pays; elle traduit la misère et la précarité dans lesquelles vit l'ensemble du peuple congolais.

Même si je pense, pour ma part, que cette situation résulte essentiellement d'un problème de gouvernance nationale, cela doit nous amener à nous poser des questions quant à la manière dont nous devrons conduire, à l'avenir, notre coopération dans un pays qui est le premier bénéficiaire de notre coopération bilatérale et multilatérale.

Je voudrais ajouter qu'il est évident que la violence n'arrange rien. Qu'elle se manifeste à Bruxelles ou à Kinshasa, il faut s'inscrire dans un processus politique, mais un processus dans lequel la communauté internationale doit continuer à être présente et même peut-être plus présente qu'elle ne l'a été jusqu'ici et ce, pour faire en sorte qu'une situation qui, aujourd'hui, nous semble sans issue, reste une situation sous un contrôle politique et avec des solutions politiques.

Je reviens justement sur certaines propositions formulées par mes collègues pour les préciser. Tout le monde a entendu le rapport des collègues qui sont allés sur le terrain le jour des élections. Il semble que, ce jour-là, les opérations de scrutin se soient passées à peu près correctement. C'est en tout cas le rapport qui en a été fait par l'AWEPA et l'Union africaine avec quand même un grand bémol, à savoir qu'on ne sait pas très bien ce qui s'est passé à l'intérieur du pays. Dans tous les bureaux de vote où il y a eu des observateurs – et ils étaient très nombreux –, on peut dire que les procès-verbaux des bureaux de vote représentent probablement la réalité ou, en tout cas, s'approchent de la réalité qu'a été le vote du peuple congolais.

Par contre, on sait aussi qu'entre ce procès-verbal et la compilation centrale, il y a eu toute une série de manipulations. Je pense qu'il ne serait pas très compliqué de refaire la compilation à partir des procès-verbaux des bureaux de vote. C'est d'ailleurs l'appel de plusieurs organisations, dont la MONUSCO, la Conférence épiscopale, et d'autres observateurs comme International Crisis Group. Comme les procès-verbaux ont été affichés sur les bureaux de vote, il y aurait là une difficulté à les manipuler car, dans la plupart des cas, la population des quartiers a été prendre bonne note des résultats qui sont sur ces bulletins de vote. Je pense que cet exercice est techniquement possible. Il s'agit de 63 000 procès-verbaux et non pas de 20 millions de bulletins de vote. Ce processus devrait être fait, pour le coup, avec une observation tant nationale qu'internationale, d'un bout à l'autre. Il pourrait être terminé en quelques semaines et pourrait accroître considérablement la légitimité du résultat des urnes. Notre groupe plaide donc pour que l'on analyse rapidement, urgemment, cette possibilité, afin de répondre à l'appel des organisations extrêmement crédibles que nous avons nous-mêmes financées sur place.

Comme d'autres l'ont fait, vous avez vous-même plaidé ce matin pour que les contestations se fassent devant la Cour suprême. M. Kamerhe, au nom de l'ensemble de l'opposition, puisque le fils de M. Tshisekedi l'accompagnait, a introduit un recours. Il ne faut cependant pas en rester là! Il faut aussi aider la Cour suprême. Plutôt que de garder certains résultats sous le coude, il faudrait plaider auprès des organisations que nous avons financées pour que leurs résultats soient publiés. Cela permettrait aussi de connaître leur vérité, leur travail, leur manière de collecter les choses. C'est extrêmement important!

Ensuite, selon moi, il faudrait que la communauté internationale ne se contente pas de l'existence d'institutions congolaises. En effet, comme Dirk Van der Maelen le rappelait, dix-sept magistrats viennent d'être nommés à la Cour suprême; comme l'une en avait été exclue, il en restait neuf auxquels s'ajoutent donc les dix-sept. Et chacun connaît toutes les suspicions à propos du travail de cette Cour suprême.

Il serait aberrant d'admettre que la Cour a fait son travail et de tourner la page. À mon avis, pour la stabilité du Congo, pour la légitimité du processus démocratique et pour l'affermissement de la démocratie sur l'ensemble du continent africain, il reste à réaliser un travail politique d'accompagnement, de médiation pour tenir en compte cette demande de la société civile congolaise, du peuple congolais et de ce fait politique majeur apparu au Congo.

Je souhaitais dire cela. En outre, il me paraît indispensable de connaître les chiffres et les données qui seront publiés par l'Union européenne. J'ignore quand sortira ce rapport, mais il faut l'inciter à l'éditer rapidement.

En conclusion, je me sens quelque peu mal à l'aise de la démarche du ministre Tambwe-Mwamba envers la Belgique – tout en ignorant l'objet de sa demande ou de sa question –, en période d'affaires courantes au Congo. Il aurait mieux valu attendre au moins la fin du travail de la Cour suprême.

01.10 Herman De Croo (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, er is heel veel gezegd. Ik verheug mij over de inbreng van vele collega’s. Wij hebben allemaal een zekere kennis van het immense land Congo, de enen al meer dan de anderen.

Ik zou eerst een aantal algemene beschouwingen willen maken, waarna ik tot een diepere benadering zou willen komen van wat in Congo zou kunnen zijn gebeurd.

Ten eerste, wij zijn er zo van overtuigd dat verkiezingen een mirakelmiddel zijn. Wij hebben ze langzaamaan verworven. Wij hebben ze langzaamaan bij ons universeel gemaakt. De vrouwen mochten pas in 1948 stemmen. Wij vonden dat wij voor die datum al zeer democratisch waren, ten onrechte.

Wij hebben een soort methodiek en een soort toverformule gevonden: verkiezingen duiden op democratische wijze degenen aan die het land moeten besturen en de acties van de verkozenen kunnen worden gecontroleerd. Wij hadden twee eeuwen nodig om dit concept uit te bouwen. Langzaam maar, hopelijk, zeker hebben wij het tot een zekere maturiteit gebracht. Wanneer het concept wordt uitgevoerd en in andere landen wordt toegepast, menen wij dat volgens ons democratisch geweten en ons mensenrechtengeweten, aan de kwaliteit van de vertegenwoordiging is voldaan. Zulks is ons concept.

Zij die vele seminaries hebben gevolgd over wat in Afrika en in andere landen gebeurt, hebben bij gezaghebbende commentatoren een aantal punten steeds meer horen weerklinken.

In vele landen in Afrika lukken de eerste verkiezingen gewoonlijk. Op dat ogenblik is immers niet geweten wie zal winnen. Dan probeert men uit de onzekerheid van de uitslag geen enkele bezoedeling van de verkiezingen te krijgen.

Bij de tweede verkiezingen is er een uittredende kandidaat. Zulks hebben wij in Ivoorkust gezien. Ik zou de rij Afrikaanse landen kunnen afgaan. De tweede verkiezingen zijn de cruciale verkiezingen in de Afrikaanse landen. Er is immers een kandidaat, die enkel tracht verkozen te blijven. In dat geval liggen alle technische mogelijkheden die men kan uitdenken niet zo ver uit elkaar. De tweede verkiezingen zijn dus altijd de meest cruciale verkiezingen in een dergelijk systeem.

Wat hebben wij nu bij de verkiezingen in Congo gekend? Ik kan het schetsen met een beeld van twee oevers waartussen een brug ligt. De ene oever is de voorbereiding of het tijdstip vóór de verkiezingen. Aan de andere oever liggen de naverkiezingen. Tussen beide in liggen de verkiezingen zelf.

De verkiezingen zelf – de brug of de fameuze datum waarop alles heeft plaatsgegrepen – zijn, en mijnheer de voorzitter, u kent het land goed, relatief goed verlopen, alle omstandigheden in acht genomen.

Het uitdelen van de deelnamekaarten, vóór de verkiezingen, aan de ettelijke tientallen miljoenen Congolezen, vele miljoenen meer dan vijf jaar geleden – het is misschien ook te wijten aan de samenwerking en de inschrijving in Kasaï, met de UDPS en de groei van de bevolking – is echter een eerste kwestie waarvoor men onvoldoende aandacht heeft kunnen uittrekken. Ik verwijs ook naar de “doublons”, meer kaarten dan er zouden moeten zijn. Voor vele Congolezen was het meer een identiteitskaart dan een stemkaart. Gelukkig hebben velen die stemkaart ook gebruikt.

Er was ook propaganda. Ik verwijs naar de middelen die gebruikt werden vóór de verkiezingen. Daarbij was er misschien een discrepantie, de ene groep tegen de andere. Er was zelfs een soort opiniepeilingssysteem. Aan al die zaken hebben wij niet de volle aandacht besteed. Misschien hadden wij er de tijd niet voor. Enkele maanden vóór de verkiezingen werd het systeem trouwens veranderd. Ik was persoonlijk geen voorstander van een verkiezing in één ronde. Een land met een grote verscheidenheid, met interne spanningen en gelokaliseerde suppporters, soms tot 100 %, wordt zo gespleten.

In sommige delen van het land krijgen kandidaten in de eerste ronde weinig of geen stemmen. Een tweede ronde zou een keuze geweest zijn – wij hebben dat gezien bij verkiezingen tussen twee overblijvende kandidaten –, waarbij een grotere consensus van de andere delen van het land nodig zou zijn geweest om minstens de helft van de stemmen te kunnen krijgen. Quod non bij een verkiezing met één ronde. Dat zijn echter kosten op een sterfhuis. Die zaken zijn voorbij. Wij kunnen daaruit lessen trekken voor de toekomst of voor andere landen, maar het is helaas voorbij.

Ik ga snel over de brug, van de ene oever naar de andere. Ik stel vragen bij wat u zegt, mijnheer Van der Maelen. U spreekt over studies waarin sprake is van 100 % aanwezigen en 100 % stemmen voor één kandidaat. Men heeft die uitslagen uitgehangen. Zijn daarop reacties gekomen? Ik weet het niet. Zijn er reacties op te verwachten? Dat zou de moeite lonen, want de cijfers zijn, zoals u zei, indrukwekkend.

Ik kom zo op de andere oever, de oever na de verkiezingen. Het werd door eenieder hier gezegd: de compilatie, het verdwijnen van stembulletins, het niet volledig bijhouden en de betrouwbaarheid van de resultaten werpen een hypotheek op de verkiezingen. Het is evident dat wie de macht ‘democratisch’ moet uitoefenen, de zekerheid moet kunnen geven naar buiten, naar het ruime buitenland, en naar binnen, in het land zelf, dat de verkiezingen betrouwbaar zijn.

Verkiezingen hebben geen zin wanneer zij niet tot een besluit leiden dat maximaal kan worden vertrouwd. In dezen rijzen over de geloofwaardigheid van de verkiezingen een kolossaal aantal vragen. Getuige daarvan de opmerkingen van het Carter Center, de Rooms-Katholieke Kerk en de afgenomen stemmingen. Het zou goed zijn voor de overwinnaar van deze verkiezingen dat daarover een totale onbetwistbaarheid bestaat.

Vergeet niet dat Congo een immens land is. Er is een noorden en een zuiden, een westen en een oosten. In het centrum is het bijna leeg. Het is eigenaardig; het is als het ware als een cuvette, waarbij de bevolking over de randen ervan is verspreid, terwijl het binnenste deel quasi leeg is. Rondom de bewoonde cirkel leunen andere landen aan. Ik heb het nog niet over de problemen met Oeganda, Rwanda, in mindere mate Burundi of Angola, dat een bijzondere rol speelt. Ik vrees, als er geen stabiliteit komt, dat er nieuwe invloeden gaan komen in het bevolkte gedeelte, de kring rondom het centrale gedeelte van het land. Zelfs indien Kabila deze verkiezingen heeft gewonnen, is het goed voor hem en zijn eventuele meerderheid dat het resultaat zo onbetwistbaar mogelijk is.

Er zijn verschillende toetsstenen. Ten eerste, de verkiezingen in de Assemblée Nationale. Ik kan mij moeilijk inbeelden dat men met 18 500 kandidaten en alle getuigen daarbij, veel zal gesjoemeld hebben op de dag van de verkiezingen zelf. Dat kan ik mij moeilijk voorstellen. Er waren meer observatoren dan kandidaten. Het zal wellicht op een correcte wijze gebeurd zijn. Het is belangrijker te weten of er een concordantie bestaat tussen het resultaat van de Assemblée Nationale en de elf kandidaten voor het presidentschap.

In deze Kamer hebben wij bij de toepassing van het elektronisch stemmen enkele jaren geleden in West-Vlaanderen een kolossale discrepantie ontdekt tussen de Senaat en de Kamer. Het werd opnieuw onderzocht en er was een foutieve optelling van de elektronisch verworven stemmen. Het kon immers niet dat in een zelfde kanton, voor dezelfde lijst, de Kamer vier keer meer stemmen zou hebben dan de Senaat, of omgekeerd.

Men kan dus als eerste toetssteen, tenzij daar ook manipulatie mogelijk zou zijn geweest, weten wat het resultaat is van de verkiezingen voor de Assemblée Nationale. Van waar, met welke partijgebondenheid, met welke allianties, met welke technieken, met welke meerderheden, zijn de 500 verkozenen van de 18 500 kandidaten aangeduid, en correspondeert dat in zekere mate met het resultaat van de presidentsverkiezingen? Het kan een betwistbare toetssteen zijn, indien ook daar manipulatie mogelijk zou zijn geweest, maar ik vermoed dat de aandacht van de ene en de andere misschien wat verschillend ligt, wanneer men 18 500 kandidaten naar de stembus ziet dragen, in plaats van er maar elf te hebben voor de presidentsverkiezingen.

De tweede suggestie die, denk ik, belangrijk is als ze aanvaardbaar kan worden gemaakt, is de samentelling, zoals onze collega Dallemagne en andere collega’s zeiden, van de door de gemeenschap van die plaats aanvaarde uitslag per stembureau, zonder te spreken over de 2 000 stembureaus die blijkbaar verloren zijn gegaan in het district van Kinshasa en andere.

Het zou toch een bijkomende waarborg geven als men die twee toetsstenen gebruikt, wil men die verkiezingen niet verloren hebben voor het algemeen gebeuren. Wat is het resultaat en hoe is dat berekenbaar voor de Assemblee, enerzijds, en wat is de mogelijke samentelling, als een soort toetssteen, van de 64 000 lokale stembureaus, anderzijds?

Natuurlijk kunnen wij hier niet ‘overpaternalistisch’ optreden. Het is een soeverein land, hoe dramatisch de situatie ook is. Ik betreur ook voor de Congolese bevolking dat ze tot het laagste niveau op de welzijnsindex van de wereld is gezakt. Er zou toch moeten worden aangedrongen, door Europa, door de internationale gemeenschap. Want wie ook de verkiezingen meent te hebben gewonnen, hij zal moeten kunnen bewijzen op een aanvaardbare wijze dat het zo is. Ik denk dat ook voor het regime, als men meent de verkiezingen gewonnen te hebben, zo’n belangrijke beslissing onontbeerlijk zal zijn.

Mijn laatste beschouwing — en men kan dat niet dramatiseren — is de veiligheid van onze medeburgers aldaar. Er zijn nog enkele duizenden Belgen ter plaatse. Ik ben ervan overtuigd dat de nodige beschikkingen zijn genomen om, mocht er een probleem zijn, dit maximaal op te vangen. Het zou toch nuttig zijn, mocht de vice-eersteminister, die daarvoor samen met andere collega’s van de regering belast is, ons hiervan verzekeren.

Ik besluit met datgene te zeggen waarmee ik begonnen ben. Ik durf niet zeggen dat het algemeen stemrecht voor ons een fetisjisme is. Wij hebben het waarschijnlijk verkregen en het is merkwaardig dat wij het goed kunnen gebruiken, dat iedereen zich daar bij neerlegt. Zich evenwel ter zake eenvoudig, wat egoïstisch, tevredenstellen door te verwijzen naar de algemene verkiezingen, en te stellen dat men het resultaat maar moet volgen, om nadien zijn handen in democratische onschuld te wassen, daarmee gaan degenen die bezorgd zijn voor die landen te kort door de bocht.

Wil men de geloofwaardigheid, de herkenbaarheid, de aanwezigheid op een aantal verplichte ceremonieën en onze relaties met dat deel van Afrika en van de wereld onderhouden, dan moeten wij absoluut, ten gunste van wie ook, de hoogst mogelijke credibiliteit zien te verwerven voor deze verkiezingen, aangezien wij beslist hebben dat dit de enige manier is om op een correcte wijze – ik twijfel daaraan van tijd tot tijd – een gezag tot stand brengen.

01.11 Ronny Balcaen (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, je souhaiterais pour commencer souligner la forte mobilisation du peuple congolais, que nous avons pu constater sur le terrain. Le peuple congolais a voulu aller voter, montrer son souci de la démocratie. Je voudrais aussi féliciter les nombreux membres des bureaux de vote, présidents, assesseurs et secrétaires, chez qui nous avons pu voir un professionnalisme certain et une formation importante. Je pense qu'ils étaient à la hauteur dans les bureaux de vote que nous avons pu visiter en tant qu'observateurs.

Ceci dit, le ressenti général qui ressortit de cette première journée d'élection, c'était qu'évidemment il y a eu des violences extrêmes localisées, des problèmes logistiques, des retards dans la mise en œuvre des opérations de vote, des manquements, des irrégularités. On a pu constater, de manière assez limitée, que le secret du vote n'était pas sauvegardé, par exemple. Mais mon impression générale, que je vais nuancer par la suite, c'est que ces manquements, ces irrégularités ne remettaient pas en cause, à ce moment-là, la régularité du scrutin.

Je voudrais aussi signaler pour l'anecdote que, à peine les bureaux de vote étaient-ils fermés et avant le début des opérations de dépouillement, circulaient déjà sur le net et dans nos courriers électroniques des résultats définitifs de dépouillement des élections, donnant un des candidats vainqueur à 56 %. À partir de ce moment-là, mais sans doute le savions-nous déjà avant, quelle qu'ait été la régularité du scrutin, on pouvait évidemment s'attendre à des contestations au sujet des résultats provisoires tels qu'ils ont été donnés par la CENI.

Vingt-quatre ou quarante-huit heures après le vote, dans les premiers rapports préliminaires des missions d'observation internationales, on pouvait encore trouver le même ressenti. Que ce soit dans le communiqué préliminaire de l'AWEPA, la mission d'observation des élections de l'Union européenne, le sentiment était le même: "Oui, il y a eu des irrégularités, oui, il y a eu des manquements, des problèmes logistiques, mais ces problèmes ne remettent pas en cause la régularité du scrutin."

Je pense qu'il faudra aussi attendre les rapports officiels des différentes missions d'observation. Elles sont en train de compiler les résultats. Certaines d'entre elles, comme la Fondation Carter, mais aussi la mission d'observation de l'Union européenne, sont encore sur place, et ce jusqu'au 23 décembre. Il sera important de voir ce que ces observateurs de long terme peuvent apporter de plus que nous qui, malheureusement, et c'est une faiblesse de notre mission, ne sommes sur place que pendant un temps très limité.

Ceci dit, effectivement, si les choses se sont plus ou moins bien déroulées, dans un contexte parfois difficile, le jour du vote et lors du dépouillement, cela semble être un peu différent pour ce qui concerne la compilation des résultats.

Je ne vais pas revenir sur tout ce qui a déjà été dit mais, simplement, parler de ces chiffres tout à fait absurdes et incompréhensibles de la circonscription électorale de Malembakulu dans la province de Katanga.

Je signale à mes collègues que tous ces chiffres sont sur le site de la CENI, bureau de vote par bureau de vote; c'est un élément de transparence qu'il faut signaler. Les résultats sont tous disponibles et, pour ma part, j'ai pu aller vérifier les résultats des bureaux de dépouillement où je me trouvais dans la nuit du 28 au 29 avec les résultats de la CENI. Ce travail peut donc, aujourd'hui, être réalisé dans la transparence.

Cependant, comptabiliser dans la même circonscription 493 bureaux de vote qui tous donnent 100 % des voix au candidat Joseph Kabila, c'est quelque chose de tout à fait incompréhensible. Ce qui l'est tout autant, c'est que la CENI rejette les constats du Centre Carter, ces dernières heures, évoquant des déclarations nulles et sans effet. Je crois qu'il est important que les partis politiques et les observateurs encore présents puissent faire la comparaison entre les chiffres des bureaux de vote tels qu'ils ont été affichés à la fin des dépouillements et ce qui est donné aujourd'hui par la CENI sur son site web. Mais il est important aussi que la Commission électorale s'explique elle-même sur ce genre de résultats qui ne sont évidemment pas acceptables.

Je voulais aussi signaler l'importance des recours, même si nous entendons que la confiance dans la Cour suprême de justice est toute relative. Je crois qu'on doit quand même se réjouir qu'un candidat, au nom de l'opposition, a pu aujourd'hui déposer un recours, même si le rôle de la Cour suprême de justice est assez limité dans ce cas.

À ce sujet, peut-être aurez-vous, monsieur le ministre, une lecture plus précise que moi de l'article 75 de la loi électorale? On parle de pouvoir rectifier des erreurs matérielles et d'annuler, pour les autres cas, le vote, en tout ou en partie lorsque les irrégularités retenues ont pu avoir une influence déterminante sur les résultats du scrutin. Cela risque peut-être de limiter quelque peu la marge de manœuvre.

Il me semble qu'il serait souhaitable qu'au bout du compte, les résultats tels que nous les avons évoqués ici – résultats locaux et bien spécifiques de certaines circonscriptions -, s'ils ne sont pas revus et corrigés par la CENI, puissent être annulés par la Cour suprême de justice.

D'autres collègues en ont parlé: en 2010, M. Leterme avait évoqué la nécessité et promis la rédaction d'une note "Afrique des Grands Lacs" afin de mieux définir notre stratégie par rapport à cette partie du monde qui nous est particulièrement proche pour une meilleure coordination des politiques de Coopération au développement, des Affaires étrangères et de Défense.

Évidemment, nous plaidons pour une présentation rapide d'une telle note par vos soins. De là, une première question à vous poser: quelles sont vos intentions en la matière?

Par ailleurs, et d'autres collègues sont déjà intervenus sur cet élément, vous avez jugé important de rencontrer votre homologue congolais.

Quelles sont les raisons qui vous ont poussé à accepter cette rencontre?

Quelles ont été les éventuelles demandes de part et d'autre lors de cette rencontre?

Plus globalement, quelle est votre position et quel est votre avis face à cette situation délicate?

Comment voyez-vous ces problèmes de compilation?

À votre estime, remettent-ils en cause la régularité du scrutin?

Comment pouvons-nous travailler au retour du calme, relatif aujourd'hui car il subsiste des tensions énormes, en République démocratique du Congo?

Comment attirer l'attention sur la violation de certaines libertés d'expression en cette période post-électorale?

Il a été évoqué le blocage des communications électroniques, et certainement des sms; aujourd'hui, plusieurs médias audiovisuels n'émettent plus, depuis la fin des élections. Sans doute certains l'ont-ils décidé par crainte de représailles, d'autres ont vu leur autorisation d'émettre retirée par le Conseil supérieur de l'Audiovisuel.

Comment permettre que ces libertés d'expression puissent être respectées autant que faire se peut?

Voilà les observations et questions que je tenais à vous soumettre.

01.12 Corinne De Permentier (MR): Monsieur le ministre, comme mes collègues, je voulais vous souhaiter la bienvenue dans notre commission. À titre personnel, je me réjouis de pouvoir travailler avec vous ici.

Je ne vais pas reprendre tout ce qui a été dit par mes collègues mais il est évident que, d'après nos observateurs, il y a eu des irrégularités et une mauvaise organisation. On peut constater que la compilation des résultats a vraiment posé problème. En ce qui concerne les dépouillements, les observateurs ont l'air de dire que les procès-verbaux de dépouillement ont été faits de manière correcte.

Une piste qui pourrait être retenue est l'affichage bureau par bureau.

Monsieur le ministre, notre diplomatie peut-elle jouer un rôle neutre pour alimenter un vrai dialogue de sortie de crise entre Kabila et Tshisekedi ou vaut-il mieux nous diriger vers une médiation internationale ou purement africaine? Le recours introduit par M. Kamehre, dont on a parlé ce matin, a-t-il une certaine crédibilité par rapport à tout ce que nous pouvons entendre ici et à l'influence de M. Kabila sur cette Cour?

Il est aussi évident que le Congo devra tirer des leçons du travail de la CENI pour les scrutins suivants. Nous savons que nous sommes en plein processus électoral au Congo. Celui-ci durera encore ces prochaines années et il faudra réfléchir sérieusement à la problématique des 64 000 bureaux de vote répartis dans 169 circonscriptions, ce qui pose réellement problème. Pourquoi les observateurs internationaux ne peuvent-ils pas assister à ces opérations de compilation qui semblent poser problème? Estimez-vous que nous sommes toujours dans le calendrier d'une proclamation du président pour le 17 décembre et avec une investiture le 20 décembre?

Enfin, monsieur le vice-premier ministre, en ce qui concerne l'avenir des relations belgo-congolaises, si M. Kabila est installé comme président, ce sera son dernier mandat de cinq ans. La Belgique peut-elle, avec ses partenaires, insister sur la lutte contre la corruption et l'impunité, sur la poursuite de la lutte contre la pauvreté? Le volet social est bien sûr un grand échec de la politique de Kabila. Il faut aussi faire en sorte que le Congo et les Congolais profitent davantage de leurs richesses naturelles. Il faut aussi insister sur la réhabilitation des 40 000 écoles et les questions de santé doivent être évoquées. Quelles seront nos priorités?

Par rapport aux futurs déplacements des membres du gouvernement belge, il me semble indispensable de maintenir les contacts, justement pour avoir des mesures de contrôle, mais aussi de privilégier aujourd'hui des contacts avec l'opposition parlementaire. Enfin, comme M. De Croo, j'aimerais connaître votre position sur le sort des ressortissants belges au cas où la situation devrait dégénérer.

01.13 Bruno Tuybens (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik heb twee aanvullingen bij wat de heer Van der Maelen heeft gezegd en waarbij ik mij ook volledig aansluit.

Ik zal niet herhalen wat mijn collega's al hebben gezegd. Ik heb alvast twee meer open vragen, mijnheer de minister. Gezien het korte tijdsbestek van uw mandaat op Buitenlandse Zaken verwacht ik uiteraard niet dat u hierop onmiddellijk een antwoord geeft.

Ten eerste, er is al verwezen naar de internationale waarnemers. Wij konden ter plaatse vaststellen dat ondanks de aanwezigheid van meer dan 100 000 waarnemers en de installatie van 60 000 kiesbureaus niet gegarandeerd was dat alle kiesverrichtingen op de dag zelf plaatsvonden.

Wij konden ter plaatse vaststellen dat een aantal waarnemers meer met de andere waarnemers bezig was dan met de kiesverrichtingen, omdat iedereen zijn verslag moet maken enzovoort.

Waar het zeker en vast aan ontbrak, is een vorm van voorafgaand overleg tussen de diverse instellingen die waarnemers stuurden, de publieke instellingen, de ngo’s, de Kerk.

Kunt u als minister van Buitenlandse Zaken aan de Europese Unie vragen of hierin een bemiddelingsrol of overlegrol zou kunnen worden opgenomen? Nogmaals, ik verwacht hier vandaag niet onmiddellijk een antwoord op, maar misschien is het goed om hierover eens na te denken.

Ik besef dat het niet alleen over publieke autoriteiten gaat. Het gaat ook over ngo’s. Dat is dus zeer moeilijk, maar ik denk dat een betere spreiding van internationale waarnemers op de dag van de verkiezingen en vooral het inzetten van internationale waarnemers na de verkiezingen, dus bij het overbrengen van de stemresultaten, de tellingen enzovoort, een bijzonder heilzaam effect zou sorteren.

Wij hebben ook vastgesteld dat de internationale waarnemers in heel wat stembureaus een geweldwerend effect hebben gehad. Wij hoefden dat niet te verwachten van de veiligheidstroepen daar. De aanwezigheid van internationale waarnemers deed de burgers echt wel tot het besef komen dat een en ander toch redelijk normaal verliep op de dag zelf.

Dit is mijn eerste vraag. Kan de Europese Unie daarin een rol spelen? Of kunnen er signalen worden gegeven, zodat de internationale waarnemers in de toekomst veel meer op elkaar zijn afgestemd, veel meer voorafgaandelijk overleggen en de taken beter verdeeld worden gedurende de hele periode van de kiesverrichtingen?

Ten tweede, ik maak de vergelijking met de Arabische Lente. Lange tijd hebben wij de machthebbers in het noorden van Afrika relatief gerust gelaten omwille van de stabiliteit, waarvan wij aanvoelden dat die nodig was.

Nochtans heerste er bij de bevolking in die landen veel wanhoop en werden de fundamentele mensenrechten herhaaldelijk en verschrikkelijk geschonden. De bevolking heeft toen een proces in gang gestoken om dat om te keren, zelfs nadat de zittende autoriteiten op uitgesproken wijze geweld pleegden.

Heeft de Europese Unie in verband met de Arabische Lente de evaluatie gemaakt van haar beleid, waardoor de vraag zou kunnen worden beantwoord of het een goede zaak is geweest dat wij de voorbije tien jaar die nood aan stabiliteit als hoogste goed in de Arabische wereld hebben gezien?

In Congo hebben wij in elk geval heel veel wanhopige burgers ontmoet, die klagen dat er verandering moet komen. De wanhoop is zeer groot. Het zou niet slecht zijn op basis van de evaluatie van de Arabische Lente vanuit de Europese Unie – dus ik neem aan door mevrouw Ashton – lessen te trekken uit de vergelijking tussen de Arabische Lente en specifiek de Congolese situatie. Dat zou een heel interessante oefening kunnen zijn.

Mijnheer de voorzitter, ten slotte, het volgende moet mij toch van het hart. Ik heb goed geluisterd naar de uiteenzetting van onze collega Herman De Croo. Collega, het misbruik en de wantoestanden in verband met de verkiezingen, die door nagenoeg alle instellingen zijn vastgesteld, zijn zo grotesk dat ik die toch moeilijk kan vergelijken met bijvoorbeeld een foutieve invulling van de verkiezingen in West-Vlaanderen. Dit is toch een bijzondere verantwoordelijkheid: wij mogen niet de indruk wekken dat de gebeurtenissen in Congo in gelijk welk ander land kunnen plaatsvinden.

Ik heb de laatste zin van uw betoog opgeschreven: “Wij moeten de hoogste credibiliteit van deze verkiezingen proberen te bereiken.” Dan moeten wij absoluut opletten niet de indruk te wekken dat wij het groteske misbruik van de verkiezingsprocedure in Congo zomaar naast ons neer kunnen leggen. Het is een belangrijke verantwoordelijkheid voor de internationale gemeenschap om daar niet zomaar naast te kijken.

Le président: Chers collègues, avant de passer la parole au ministre, je voudrais faire quelques remarques. J'étais aussi observateur lors des élections; j'étais à Goma avec M. Balcaen. Je voudrais, comme d'autres, rendre hommage aux 315 000 personnes qui ont géré ces bureaux de vote avec énormément de conscience professionnelle et de dévouement, comme tous les observateurs ont pu le constater.

Je rends également hommage aux témoins. Selon les bureaux de vote à Goma, dix, quinze, parfois vingt témoins y ont passé toute la journée. Si on extrapole cela à l'ensemble du Congo, cela signifie que 600 000 Congolais ont participé à ces élections avec la volonté de les faire réussir, en tout cas, le jour des élections. C'est le seul jour où ils maîtrisaient en quelque sorte les opérations. Cela mérite, d'après moi, qu'on leur rende hommage. Je pense aussi que le jour des élections, les irrégularités qui ont eu lieu étaient finalement relativement minimes. S'il y a eu des problèmes, c'est évidemment après qu'ils se sont présentés.

Par ailleurs, si l'on veut assurer la crédibilité de ces élections, il n'y a qu'une façon de procéder et je l'ai déjà dit en séance plénière le 1^er décembre. C'est repartir des procès-verbaux des 63 000 bureaux de vote, car au niveau de la rédaction de ces procès-verbaux, vu le nombre de témoins congolais et pas seulement des observateurs, la fraude était extrêmement difficile. Sans doute, quelques bureaux au fin fond de la brousse ont-ils connu quelques tripotages. C'est possible! Dans les grands centres, en tout cas, cela me semblait extrêmement rigoureux.

Aussi, suggérons à la CENI de procéder à une nouvelle agrégation de ces quelque 60 000 procès-verbaux avec des témoins de la majorité et de l'opposition ou de la majorité sortante et de l'opposition. La question est de savoir si les irrégularités qui ont pu avoir lieu le jour des élections ou après sont de nature à inverser le résultat des élections. Qu'il y ait eu des irrégularités, c'est condamnable! Mais si elles sont suffisamment peu importantes que pour ne pas avoir modifié l'ordre des vainqueurs et perdants, l'on ne peut invalider les élections. Par contre, ce comptage devrait permettre de déterminer si l'ampleur des irrégularités qui ont eu lieu le jour des élections, et sans doute par la suite, sont de nature à inverser le résultat.

Nous devons absolument encourager tous les candidats qui contestent le résultat des élections à introduire un recours auprès de la Cour suprême, ne fût-ce que pour tester l'efficacité et le fonctionnement de cette Cour. Je peux comprendre que certains soient méfiants à tort ou à raison, peu importe! Ils devraient au moins introduire des recours, parce que je crois qu'ils se déforcent en ne le faisant pas. Le fait d'introduire des recours permettra précisément de vérifier le fonctionnement de cette Cour suprême, dont certains, à tort ou à raison, se méfient.

Nous devons condamner la violence. Elle ne résoudra rien. Au contraire, elle fera simplement reculer davantage le Congo dans la pauvreté. Nous devons aussi condamner la violence dans les pays étrangers. Les gens qui cassent des vitrines à Ixelles, à Matonge ne rendent pas service au parti qu'ils croient défendre, ne rendent pas service à l'image du Congo, ne rendent service à personne. Par conséquent, ces casseurs tant à Kinshasa qu'à Bruxelles, à Londres, à Paris ou ailleurs doivent être fermement condamnés.

Cela dit, nous devons éviter de jeter de l'huile sur le feu. Malgré tout ce que l'on peut dire, malgré que le Congo soit le 187^ème pays en termes d'indice de développement humain, quand on se rend, comme moi, tous les six mois voire plus, au Congo, on s'aperçoit qu'il y a un frémissement, une certaine croissance économique. Il ne faudrait pas tout détruire. Cette situation est essentiellement due aux Congolais, et non pas nécessairement aux dirigeants. Elle est essentiellement due au peuple congolais qui est travailleur, courageux, entreprenant et débrouillard, comme nous le connaissons.

Il est clair que si l'on jette de l'huile sur le feu et que l'on favorise la violence et la désagrégation du pays, les Congolais tomberont encore plus bas que ce n'est le cas aujourd'hui.

Enfin, dans ce dossier, il est très important, selon moi, que l'Union européenne parle d'une seule voix et que nous nous inscrivions dans une démarche européenne plutôt que de faire cavalier seul.

01.14 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, je voudrais prier les membres de la commission d'excuser le fait que j'aie consulté régulièrement un certain nombre d'informations. J'ai une pensée pour les victimes des événements tragiques qui se sont déroulés aujourd'hui dans ma ville, Liège. Je pense que le Roi et la Reine se rendent sur place ainsi que le premier ministre et la ministre de l'Intérieur. Quatre morts et septante-cinq blessés dans une fusillade, c'est un événement qu'on aurait aimé ne pas voir survenir sur notre territoire. J'ai une pensée pour l'ensemble des victimes ainsi que pour leurs familles et leurs proches.

J'ai bien entendu l'ensemble des interventions. Je voudrais d'abord préciser que le processus électoral congolais s'étend jusqu'en 2013, année au cours de laquelle auront lieu les premières élections locales dans l'histoire du pays. La première étape était les élections législatives et présidentielles simultanées du 28 novembre. On peut difficilement comparer puisque onze candidats étaient en lice pour la présidentielle et plus de dix-huit mille pour les cinq cents postes à pourvoir aux législatives.

Malgré les nombreux problèmes logistiques rencontrés dans l'acheminement du matériel, les deux élections ont bien eu lieu, ensemble et à la date prévue. Comme beaucoup d'entre vous, je veux rendre hommage à ces centaines de milliers de Congolais qui ont participé au processus de gestion des bureaux de vote et du dépouillement mais aussi en qualité de témoins, et qui ont fait que, le jour du scrutin, les choses semblent s'être passées correctement, d'après tous les échos qui me sont parvenus des représentants belges du Parlement national ou du Parlement européen. Bien entendu, je pourrais relever un certain nombre d'irrégularités, de violences ou de difficultés mais je crois que, pour le jour du scrutin, les renseignements sont de même nature de la part des différentes instances.

Même pour le jour du scrutin, il faut être très prudent. C'est la ligne que je souhaite tenir, avec le gouvernement belge, pendant toute cette procédure d'élections, de compilation, d'annonces provisoires de résultats et d'annonces définitives. Je rappelle que, pour l'instant, la communication qui a été faite par la CENI est une communication de résultats provisoires qui font l'objet d'examens, de procédures possibles par la suite.

Ma première préoccupation, dès l'annonce des résultats le 9 décembre, a été de prendre simplement note des résultats provisoires – je renvoie au communiqué qui a été diffusé – et de demander que la publication des résultats se fasse bureau de vote par bureau de vote. Notre ambassade à Kinshasa me confirme que la CENI a publié sur son site internet les résultats circonscription par circonscription et bureau de vote par bureau de vote, même s'il est vrai qu'il existe des problèmes dans un certain nombre de bureaux. Nous avons fait cette demande, comme d'autres sur la scène internationale. C'est un élément majeur en termes de transparence du processus de faire en sorte que cette publication se fasse bureau de vote par bureau de vote.

Dès l'annonce des résultats provisoires, j'ai demandé qu'il y ait un refus d'utilisation de la violence, que ce soit par les candidats mais également, et cela me paraît être la première responsabilité des autorités, par les forces de l'ordre au Congo. Il est évident que les forces de l'ordre doivent réagir de manière très graduelle, très mesurée, à toute manifestation qui pourrait intervenir. La violence doit être proscrite et je crois que nous devons encore insister sur ce point. Comme plusieurs l'ont fait, dont vous, monsieur le président, je tiens à envoyer ce message non seulement au Congo mais aussi en Belgique, à Bruxelles.

Il n'est pas raisonnable, il n'est pas admissible que des violences viennent prolonger un débat électoral. C'est la raison pour laquelle j'ai fait remarquer qu'il y avait des procédures et que celles-ci pouvaient être suivies sur le plan juridique au Congo.

Aujourd'hui, j'ai eu l'occasion de rencontrer mon homologue en charge des Affaires étrangères au Congo. Je sais que beaucoup ont évoqué la notion d'affaires courantes. Si mon prédécesseur avait dû s'abstenir de tout contact à l'étranger ou en Belgique pendant la période d'affaires courantes dans notre pays, je pense que notre position internationale aurait vécu au ralenti. Je ne veux pas faire, comme cela a été rappelé pour les événements électoraux, de comparaisons qui ne sont pas raison, mais quand un homologue est à l'étranger et vient dans notre pays, c'est la moindre des choses d'accepter un contact.

Je vous renvoie au communiqué que j'ai diffusé à la suite de ce contact. Il est évident que c'est toujours une prise de connaissance de résultats provisoires, mais aussi un appel à constater les difficultés qui ont été rencontrées dans la compilation des résultats, un appel à utiliser les procédures et les voies de recours. Je constate qu'un candidat a effectivement introduit un recours devant la Cour suprême. J'ai également renouvelé l'appel au non-usage de la violence, parce que je crois que c'est un élément important pour la suite des opérations.

Je voudrais revenir sur un certain nombre de questions qui ont été posées par les parlementaires et, à cette occasion, revenir sur un certain nombre de commentaires que j'ai entendus.

Onze beoordeling van het verloop van de verkiezingen in de RDC stoelt op de verslagen van internationale en nationale waarnemingsmissies. Mijnheer Tuybens, er is een coördinatie tussen de verschillende waarnemers, ngo’s en publieke waarnemers. Het is natuurlijk altijd mogelijk om meer te doen. Er was ook nog een coördinatie na de verkiezingen, maar misschien onvoldoende. Ik zal op Europees niveau en ook bij de Verenigde Naties vragen om meer te doen en een betere coördinatie te krijgen, niet alleen wat Congo betreft maar ook voor alle andere mogelijke verkiezingsprocedures.

Wij moeten inderdaad lessen trekken, niet alleen uit Congo, maar ook uit de evolutie in verschillende andere landen in Afrika. Dat kan een nuttige bespreking worden op het vlak van de Europese Unie en bij de Verenigde Naties. Ik herhaal dat het op basis van verschillende waarnemingsmissies is, met name die van de Europese Unie, het Carter Center, AWEPA en de Congolese bisschoppenconferentie. Deze verslagen waren redelijk positief over het verloop van de kiesverrichtingen. De missies laten zich de laatste dagen evenwel veel kritischer uit over het ophalen van de processen-verbaal en het verzamelen van de resultaten. Er is een klaar en duidelijk verschil tussen de twee momenten. Volgens het Carter Center, dat als eerste verslag uitbracht over de verkiezingen, werden deze op verschillende plaatsen belemmerd door ernstige onregelmatigheden. Het Carter Center is van oordeel dat deze onregelmatigheden vermoedelijk niet van die aard zijn om een fundamentele invloed te hebben op de volgorde van de kandidaten, zoals die werd bekendgemaakt door de CENI.

Je voudrais d'ailleurs faire deux remarques à ce sujet. Je lis cette déclaration dans le texte du centre, je cite: "… ne remets pas en cause l'ordre des résultats des candidats, tel qu'annoncé par la CENI, mais précise que le processus de compilation est non crédible. Cependant, une analyse plus détaillée des résultats préliminaires pourrait faire apparaître d'autres tendances et variations qui suggèrent un dépouillement et une compilation qui manquaient d'application uniforme de procédure pour tous les électeurs congolais. Une analyse supplémentaire sera fournie dans les prochains rapports du Centre Carter."

Je pense dès lors qu'il est utile d'attendre les rapports définitifs dans la démarche. Je ferai juste une remarque: les résultats ayant été publiés bureau par bureau, j'ai eu simplement la curiosité de vérifier une seule des affirmations portant sur un bureau. Effectivement, en ce qui concerne le rapport du Centre Carter, on précise bien que dans le CLCR de Malembakulu, il y a une participation excessive, manifestement, par rapport au total de participation dans les autres bureaux, mais on cite également, dans le rapport, 2 666 886 voix pour Joseph Kabila et moins de 0,5 % de votes nuls. Quand on va voir les références, il s'agit de 266 886 voix. Il y a donc une différence de 1 à 10 entre la publication qui est faite …

01.15 Georges Dallemagne (cdH): La version anglaise est correcte. Il y a une faute de frappe dans la version française. La version anglaise du rapport Carter est correcte. Cela m'a surpris, donc je suis donc allé voir.

01.16 Didier Reynders, ministre: On peut différer d'une version à l'autre mais je dis simplement que plusieurs parlementaires sont manifestement intervenus sur base du texte que je viens de lire, évoquant 2 666 000.

Ik heb bijvoorbeeld de heer Van der Maelen horen zeggen dat het een zeer groot aantal stemmen is, meer dan 2 666 000. Ik heb dezelfde tekst, ook in het Frans, maar in het Engels is het een ander totaal. In de publicatie van de CENI staat er 266 000. Dat is een verschil van 1 tot 10. Ik haal dat maar aan, om te zeggen dat wij nog moeten wachten…

01.17 Dirk Van der Maelen (sp.a): (…)

01.18 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mag ik mijn antwoord afronden?

01.19 Dirk Van der Maelen (sp.a): Ik heb gewoon een vraag.

01.20 Minister Didier Reynders: Gewoon een vraag?

01.21 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de minister, ik heb de Engelse versie niet, ik heb de Franse versie.

Klopt het dan dat alle stemmen naar president Kabila gegaan zijn, 266 000 in plaats van 2,6 miljoen?

01.22 Minister Didier Reynders: Ik heb gezegd dat er twee problemen zijn. Ten eerste, alle stemmen zijn naar dezelfde kandidaat gegaan.

01.23 Dirk Van der Maelen (sp.a): Ook in de Engelse versie?

01.24 Minister Didier Reynders: Ja.

01.25 Dirk Van der Maelen (sp.a): Dat blijft dan toch ongeloofwaardig.

01.26 Minister Didier Reynders: Ja, maar het verschil tussen de kandidaten op het einde van het proces bedraagt 3 miljoen stemmen. Het is dan toch belangrijk om te zeggen dat er geen probleem is met 2,6 miljoen stemmen, maar misschien met 260 000 stemmen. Dat is toch niet exact hetzelfde. Ik zeg alleen dat.

01.27 Dirk Van der Maelen (sp.a): Niet exact hetzelfde. Dat klopt, mijnheer de minister, daar hebt u gelijk in. (…)

01.28 Minister Didier Reynders: Mijnheer Van der Maelen, staat u mij toe mijn uiteenzetting af te ronden.

01.29 Dirk Van der Maelen (sp.a): Alle stemmen zijn naar één kandidaat gegaan. Dat blijft een probleem.

01.30 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, j'ai l'habitude de la commission des Finances. Je découvre la commission des Affaires étrangères. Je propose simplement de livrer un certain nombre de réflexions. Je ne mets personne en cause. Je tente simplement de donner un certain nombre d'éléments concrets. Je constate que les deux intervenants qui souhaitaient m'interrompre ne contredisent en rien ce que je viens de dire.

Je dis simplement qu'on a utilisé pour expliquer une différence très importante par rapport aux résultats un chiffre de plus de 2,6 millions de voix. Je peux comprendre, puisque cela figure dans certains documents, dans l'une ou l'autre langue et on peut utiliser toutes les langues du Centre Carter. J'ai demandé le 9 décembre la publication bureau de vote par bureau de vote. On est allé examiner les différents chiffres. On parle de 266 000 votes.

Cela explique d'ailleurs la déclaration de la Fondation Carter, sinon elle n'aurait pas de sens. Elle termine en disant qu'"a priori, cela n'aurait aucun impact sur l'ordre de classement des candidats." Même si j'ai lu totalement la citation, j'essaie d'être complet. Elle dit: "Il faudrait peut-être aller plus loin encore dans les vérifications." Cela montre qu'un écart de 3 millions de voix est un écart important entre candidats et que l'on ne peut pas faire référence à ce centre pour expliquer une différence de plus de 2,5 millions.

Tout cela pour dire que la situation n'est pas simple à appréhender et qu'il ne faut pas prendre un élément d'une déclaration. Je pourrais dire la même chose de la déclaration d'un évêque. Il faut faire la distinction entre ce que, lui, dit et ce que dit la Conférence épiscopale. Ce n'est pas forcément la même chose.

Ik wilde dat even zeggen. Mijnheer de voorzitter, ik zal proberen niet te lang te zijn, maar ik wil toch nog een aantal commentaren geven.

Le président: Chers collègues, je vous en prie! Je demande qu'on n'interrompe pas continuellement le ministre: mieux vaut le laisser développer jusqu'au bout son raisonnement; ensuite, toutes les contestations et questions seront admises.

01.31 Minister Didier Reynders: Het spreekt voor zich dat de verschillende problemen toch een invloed hebben op het verkiezingsproces zelf en op de perceptie van de bevolking. Na zo veel positieve commentaar over de Congolese bevolking vraag ik mij af hoe de Congolese burger, wiens voorbeeldig gedrag werd geloofd, bij de volgende verkiezingen zal reageren. Zal hij er met dezelfde overtuiging en hetzelfde vertrouwen aan deelnemen?

Het is dan ook belangrijk dat al wie de voorlopige resultaten wil aanvechten dit kan doen via rechtsmiddelen. Alle ingestelde beroepen moeten op billijke, onpartijdige en transparante wijze worden behandeld. Ik heb deze ochtend mijn Congolese ambtgenoot gevraagd om zeer transparante, onpartijdige en billijke werkmethodes te gebruiken bij de behandeling van de verschillende beroepen. Op die manier moet het mogelijk zijn te beoordelen welke invloed onregelmatigheden eventueel hebben gehad op de aangekondigde volgorde van de kandidaten. De wens om orde op zaken te stellen in het verkiezingsproces, zoals door België werd geuit, heeft ook betrekking op het verzamelen van de resultaten van de parlementsverkiezingen. Dit moet nog gebeuren.

Ten slotte is het zaak lessen te trekken uit de presidents- en parlementsverkiezingen, en deze toe te passen tijdens de provinciale verkiezingen in 2012 en de lokale verkiezingen van 2013, opdat de Congolese burger de kracht vindt om met hetzelfde vertrouwen aan de stembusgangen deel te nemen en zich even voorbeeldig te gedragen als op 28 november. Het gaat hier om de consolidatie van de democratie in de DRC.

De eedaflegging van de Congolese president die op 28 november werd verkozen, vindt op 20 december plaats. De regering zal eerstdaags moeten beslissen of België deze ceremonie bijwoont. Wij hebben in dat verband nog geen beslissing genomen.

Bien qu'il y ait eu des échauffourées, des manifestations violentes dans certains endroits de la RDC pendant le vote et après la proclamation des résultats, la situation sécuritaire n'est pas catastrophique, pour l'instant. On ne peut, en tout cas, pas parler de guerre civile.

J'ai entendu des comparaisons avec d'autres États où des élections se sont déroulées récemment. Il faut raison garder.

Nous recommandons, toutefois, à nos ressortissants d'éviter les voyages vers la RDC qui ne sont pas nécessaires et à nos ressortissants déjà sur place de se tenir à l'écart des manifestations et autres réunions publiques.

Si, dans les jours à venir, la situation sécuritaire devait nettement se dégrader, nous serions prêts à parer à toute éventualité. Cela me semble évident pour un gouvernement qui a déjà été appelé à traiter ce sujet au sein du cabinet restreint.

Comme je l'ai dit en commençant, nous regrettons également les incidents qui se sont produits ces derniers jours en Belgique et, en particulier, à Ixelles. L'importation de ces questions sur notre territoire est d'autant moins justifiée que nous avons toujours souhaité rester neutre dans le processus électoral.

Cela dit, la Belgique soutient – cela a été rappelé – financièrement ce processus, en ce compris les futures élections provinciales et locales. Nous comptons d'ailleurs continuer à travailler avec les différents acteurs dudit processus. Ce soutien financier se fera, jusqu'en 2013, à travers le programme du PNUD, mais aussi par le biais d'une contribution au budget européen de 47,5 millions d'euros pour les élections en RDC.

Le service consolidation de la paix du SPF Affaires étrangères a également financé plusieurs projets liés aux élections, dans des domaines comme l'éducation civique ou l'observation.

En outre, un C-130 des forces armées belges a été utilisé par la MONUSCO pour l'acheminement du matériel électoral.

Comme je le disais, nous continuerons à travailler avec les différents acteurs du processus, en particulier la CENI, pour les inciter à tirer les leçons des problèmes rencontrés lors de ces élections.

Pour ce qui est de la sécurisation des manifestations qui auront ou pourraient avoir lieu en Belgique, je renvoie à ma collègue de l'Intérieur. Mais, comme je l'ai dit, nous entretenons des contacts étroits pour ce qui concerne l'ensemble de la problématique.

Par ailleurs, l'idée d'une médiation internationale a déjà été refusée catégoriquement par le pouvoir.

Je voudrais, tout d'abord, insister sur le fait que le comité national de médiation, mis en place peu avant les élections, et composé d'un certain nombre de personnalités considérées comme neutres pourrait jouer un rôle en vue de diminuer certaines tensions.

Notre ambassade sur place attire notre attention sur ce comité qui pourrait intervenir dans les prochains jours ou les prochaines semaines.

Malgré les déficiences constatées par les missions d'observation lors du vote et du dépouillement, jusqu'à présent – j'insiste: jusqu'à présent –, aucune n'a conclu qu'il y avait des raisons de contester l'ordre des candidats annoncé par la CENI. Je répète que nous attendrons les conclusions définitives des divers acteurs.

C'est la raison pour laquelle il appartient maintenant à la Cour suprême de se prononcer puisqu'un recours a été introduit; j'ai d'ailleurs insisté ce matin auprès de mon homologue congolais en ce sens.

Monsieur Balcaen, vous avez évoqué les modalités possibles de son intervention. À partir du moment où elle peut corriger l'ensemble des résultats et valider/invalider tout ou partie des élections, sans me lancer dans une analyse juridique de l'article concerné, il me semble exister alors une capacité d'action très large.

J'ai insisté tout particulièrement pour que cette Cour suprême puisse se prononcer en donnant une réponse à tout ce qui aurait été évoqué comme critiques; elles doivent certainement déjà figurer dans le recours introduit par M. Kamerhe. J'espère que c'est le cas.

Je rappelle néanmoins que les résultats annoncés par la CENI ne sont que des résultats provisoires; la période de recours a été ouverte et le traitement de ces recours interviendra auprès de la Cour suprême. Les résultats définitifs pourront alors être proclamés le 17 décembre, si la procédure suit son cours telle qu'elle a été fixée. Comme je l'ai dit, la prestation du nouveau président élu devrait être maintenue pour le 20 décembre.

Je tiens à insister par rapport à ce processus sur le fait qu'il est toujours possible de porter des jugements sur la situation au Congo, en de nombreux domaines, ou sur les candidats qui se sont présentés, comme partout. Aujourd'hui, nous devons veiller avant tout à vérifier si le choix du peuple congolais pourra se traduire dans la prestation de serment du président réellement élu.

Toute autre considération serait particulièrement dangereuse de la part d'un gouvernement en général et, en particulier, d'un gouvernement belge, en fonction des liens qui nous unissent depuis très longtemps avec le Congo. Je crois qu'il en irait de même de la part du parlement mais je n'ai pas à me prononcer sur les positions que l'on peut adopter au sein des groupes et d'une commission. J'insiste néanmoins sur le fait que l'on peut avoir tous les avis du monde sur des candidats qui se présentent, quels qu'ils soient, autre chose est de savoir quel est notre rôle aujourd'hui. Notre rôle aujourd'hui est de vérifier que le choix, exprimé le 28 novembre par le peuple congolais, sera réellement traduit dans la réalité à travers la prestation de serment, si l'on vérifie une proclamation des résultats corrects.

Je rejoins bien entendu cet avis – je l'ai d'ailleurs fait passer auprès de mon collègue ce matin – qui consiste à dire que la publication par la CENI se fait finalement de l'ensemble des résultats dans les bureaux de vote. Tous les échos, à ce jour, me confirment que la situation au moment du vote, du dépouillement sur place et de la signature des procès-verbaux s'est correctement déroulée. Je ne dis pas là que tout a été parfait. Je ne reviens pas sur ce que beaucoup ont dit. Il y a eu des irrégularités et des violences mais on ne peut pas considérer que la procédure des élections, de dépouillement sur place et de rédaction des procès-verbaux se soit déroulée de manière totalement anormale et incorrecte. De très nombreux témoins et candidats ont d'ailleurs pu participer partout à la démarche.

Je souhaiterais bien entendu que l'on puisse revérifier l'ensemble des procès-verbaux qui ont été établis ainsi que l'ensemble des résultats qui ont été communiqués par la CENI mais, dans un premier temps, ce sera le travail de la Cour suprême sur la base de toutes les critiques qui pourront être émises. J'insiste sur le fait que la Belgique a jusqu'à présent demandé et obtenu, avec d'autres, que l'on aille vers cette publication bureau par bureau. C'était la demande des candidats et assez logiquement de l'ensemble de la communauté internationale. Je souhaite vraiment que l'on puisse obtenir que la vérification qui sera faite par la Cour suprême se fasse de la manière la plus transparente possible, en répondant point par point aux différentes critiques émises.

Sans vouloir certifier la situation, il semblerait qu'à peu près 3 000 bureaux sur l'ensemble ne soient pas compilés. Plusieurs ont évoqué, et j'ai la même réaction à la lecture des rapports, que des taux de participation … Heureusement, ils ne dépassent pas les 100 %, comme s'est parfois intervenu à l'occasion d'élections dans d'autres pays. Avec des taux de participation de 100 % et des votes exclusivement en faveur d'un candidat, j'ai les mêmes doutes et les mêmes questions que tous les observateurs qui y ont participé. À un moment donné, il s'agira de voir si les irrégularités ou problèmes que l'on constate ont pour incidence de modifier les résultats et l'ordre des résultats annoncés par la CENI.

C'est là notre tâche, c'est là notre rôle, comme c'est le rôle de la communauté internationale de vérifier que l'on va bien dans ce sens, parce qu'à défaut nous allons prendre parti. Je peux comprendre que des sympathisants, des militants souhaitent ardemment, jusqu'au jour de l'élection et même au-delà, que leur candidat l'emporte; on connaît partout dans le monde cette situation. Notre souci, c'est de vérifier que le candidat choisi par le peuple congolais est bien celui qui sera proclamé et qui prêtera ensuite serment.

Nous sommes dans une phase tout à fait transitoire. Je ne pense pas qu'il nous appartienne d'aller au-delà dans l'analyse, aujourd'hui, ou dans l'expression. Je ne tiens ni à saluer, ni à commenter d'une autre manière. J'ai simplement pris note, et je continue à le faire, des résultats provisoires.

La Belgique souhaite que l'analyse qui sera faite de ces résultats provisoires se fasse de la manière la plus transparente, la plus complète possible pour authentifier ou non ce qui a été annoncé par la CENI. Je dis bien authentifier ou non, c'est là que des procédures doivent intervenir. Je souhaite que cela se fasse sans recours à la violence. J'en ai parlé ce matin; quand on parle de ne pas recourir à la violence, la responsabilité est en premier lieu dans le chef des autorités congolaises elles-mêmes. C'est quand on maintient l'ordre que l'on peut le mieux éviter d'avoir une situation de violence.

Bien entendu, à moyen ou long terme – et j'ai tenté de faire passer ce message ce matin et je le ferai encore à l'avenir –, il appartient et il appartiendra aux autorités congolaises de tenir compte, quels que soient les résultats, du mécontentement que peut aussi traduire l'élection du 28 novembre. C'est un élément important. Ce mécontentement a été exprimé maintes fois au Congo, par la communauté internationale et en Belgique en particulier. Des efforts énormes de gouvernance sont à réaliser au Congo. Des efforts sont à réaliser en matière de lutte contre la corruption, mais aussi dans des investissements et des développements en matière d'éducation et de santé. Vous en avez certainement débattu très souvent au sein de votre commission; je ne vais pas vous le rappeler.

Ces défis sont immenses et je crois que la Belgique devra avoir à cœur, une fois une nouvelle autorité installée au Congo, de voir comment elle peut contribuer au mieux à une amélioration de la situation tant en termes de gouvernance que d'investissement dans un certain nombre de domaines, par exemple en matière d'éducation ou de santé.

Il y a encore un point sur lequel je voudrais insister. Le deuxième processus, celui de la compilation des résultats des élections législatives, doit encore se dérouler. Je pense que le même appel doit être fait d'une publication des résultats bureau par bureau. Comme plusieurs l'ont dit, il y avait un grand nombre de candidats et un grand nombre de témoins dans les bureaux. Bien entendu, il y a eu des irrégularités et pas mal de problèmes mais il y a aussi des procès-verbaux liés aux élections législatives qui doivent permettre d'aboutir à des résultats qui pourront être proclamés. Je souhaite que ce processus se fasse en toute transparence, avec une capacité de vérification par les Congolais et tous les observateurs qui jouent un rôle en la matière.

Monsieur le président, voilà ce que je peux vous dire aujourd'hui. J'insiste vraiment sur le fait que notre rôle est de faire en sorte que le choix exprimé par la population congolaise se traduise réellement dans l'installation d'un président, quand les résultats définitifs auront été annoncés. Pour que cela puisse se faire, il faut qu'on ait raisonnablement – je dis raisonnablement parce que les irrégularités sont là – la démonstration que l'ordre des candidats, quel qu'il soit, qui sera annoncé définitivement, corresponde effectivement au choix exprimé par la population.

J'apprendrai encore à connaître le Congo, sa situation politique et les appréciations des différents groupes sur ce sujet. Je crois qu'il y a encore beaucoup de travail à mener dans la collaboration entre nos deux pays. J'espère sincèrement que cette collaboration permettra de répondre à un certain nombre de préoccupations qui ont déjà été évoquées de longue date.

Pour ce qui est d'une note sur la politique africaine, en particulier dans la région des Grands Lacs, je vais m'y atteler mais ne vous attendez pas à la recevoir la semaine prochaine. Permettez-moi d'abord de faire en sorte qu'il y ait une note de politique générale dans le cadre des débats budgétaires à venir. Nous verrons ensuite à quel moment programmer une présentation et un débat sur la situation dans la région des Grands Lacs.

Le président: Je vous remercie, monsieur le ministre.

Chers collègues, y a-t-il des répliques? (Oui)

MM. Van der Maelen, Dallemagne, Luykx et Madrane souhaitent répliquer. Nous les entendrons dans l'ordre.

01.32 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

Ik heb u goed begrepen, wanneer u verklaart dat u een voorzichtige, afwachtende houding aanneemt en dat eventuele onregelmatigheden moeten worden bekeken.

Ik ga ervan uit dat u daarmee alle onregelmatigheden bedoelt en niet alleen de onregelmatigheden die hier net zijn opgesomd. Ik heb gewerkt op basis van de Franse tekst. Ik had de Engelse tekst niet gezien. Het blijft echter volgens mij, zij het dat de schaal verandert — ter zake heeft de minister gelijk — een ongelooflijke onmogelijkheid dat in een hoek van het kiesgebied Katanga 99,46 % van de inwoners heeft gestemd en dat 100 % van de uitgebrachte stemmen naar één kandidaat ging. Het ging over 226 000 of 260 000 stemmen; ik weet het exacte aantal niet meer. Het ging echter over alle uitgebrachte stemmen.

Dat is een eerste soort van onregelmatigheden die moet worden bekeken. De heer Balcaen heeft er meerdere opgesomd. Het betreft dus niet alleen dat ene geval of die twee gevallen die ik heb geciteerd. Er zijn meerdere gevallen.

Bovendien zijn er nog andere onregelmatigheden. Er is al naar verwezen. Er is bijvoorbeeld het verdwijnen van 2 000 of 3 000 resultaten in Kinshasa en nog 1 000 resultaten in de rest van het land. Het zou in totaal over minstens 500 000 stemmen gaan.

Het Carter Center en de andere organisaties wijzen ook op de opvallende vaststelling dat in de gebieden waar tegenkandidaat Tshisekedi goed scoort, de opkomst in 80 of 90 % van de gevallen lager ligt dan het nationaal gemiddelde. Het valt ook op dat in die gebieden veel meer stemmen ongeldig zijn verklaard.

Er zijn verschillende reeksen van onregelmatigheden. Ik hoop te mogen vaststellen dat wij, dus de minister en de commissie, het erover eens zijn dat alle onregelmatigheden in een eerste fase via de weg van het Hooggerechtshof moeten worden opgelost. Wij zullen zien wat dat geeft.

Ik heb daarstraks opgemerkt dat er grote twijfels zijn bij de onpartijdigheid van de benoemde personen. Die woorden komen niet uit de mond van Dirk Van der Maelen, maar worden in verschillende rapporten vermeld. Het gerucht doet de ronde dat het zelfs in het rapport van de Europese observatoren staat. Er wordt echter opnieuw gewerkt en druk uitgeoefend, om het rapport diplomatiek enigszins aan te passen.

Ten tweede, wij gaan verder op die weg. Ik ben mijn uiteenzetting echter begonnen met te zeggen dat ik heel ongerust ben, want zonder legitimiteit geen stabiliteit. Ik stel voor dat wij met onze diplomatie lessen trekken uit soortgelijke situaties. Ik heb Haïti vermeld. In Haïti was er een gelijkaardige situatie. Een belangrijke minderheid aanvaardde het resultaat niet. De internationale gemeenschap heeft toen samen met de nationale autoriteiten internationale experts op het werk gezet.

Ik stel voor dat wij afwachten wat het werk van het Congolese Hooggerechtshof brengt. Als daarna echter even grote vraagtekens blijven staan achter de operatie, hoop ik dat de minister en de andere commissieleden van oordeel zijn dat het niet kan dat de uitslag ongeloofwaardig blijft en dat er dan een volgende stap moet worden gezet.

Ik heb grote twijfels en ik sta daarmee niet alleen. Ik heb gisteren op de Vlaamse televisie in Reyers Laat een kenner, Peter Verlinden, het verhaal horen vertellen dat het verzet binnen de CENI vóór de publicatie van het resultaat, te maken had met het verzet van een of meerdere personen. Het verzet van die personen is gebroken omdat aan die personen — en hij zei het in het Frans — “un immeuble” werd toegezegd.

Er zijn hier veel mensen die Congo kennen. Ik heb niet de pretentie de grootste kenner van Congo te zijn, maar dit verhaal, zeker als het komt van een kenner als Peter Verlinden, doet mij twijfelen aan de onpartijdigheid en de geloofwaardigheid van degenen die zich nu over het resultaat van die Congolese verkiezingen zullen uitspreken.

Ik kijk met belangstelling uit naar het oordeel van de observatorenmissies die er geweest zijn en stel voor dat wij nauwlettend in het oog houden hoe de situatie in Congo verder evolueert, en dat wij daarop te gepasten tijde terugkomen in deze commissie.

01.33 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, pour me réjouir de l'attitude de grande prudence du ministre. J'ai bien entendu votre communication où vous preniez simplement acte du résultat provisoire; c'était l'attitude à prendre.

J'ai bien entendu aussi votre avis selon lequel le processus de vérification de la Cour suprême doit se faire en toute transparence. Dans ce cadre, puisque nous avons financé ces organisations d'observation des élections, il serait utile de pouvoir les consulter – et j'imagine que vous le faites – pour savoir dans quelle mesure ils peuvent rapidement publier les résultats en leur possession. Voilà qui me semble déterminant: il ne faudrait pas que la Cour suprême agisse dans le vide. Ces données sont capitales.

Ensuite, vous avez parlé de gouvernance et de mécontentement.

Effectivement, sur le plan politique, vous avez souligné un élément important dans le cadre de notre coopération et de nos relations bilatérales: il s'agit de tenir compte de cette situation sociale très préoccupante que connaît la population congolaise.

Nous n'y sommes pas indifférents, nous y investissons des moyens relativement substantiels. À l'avenir, il conviendra de garder en point de mire cet objectif de faire en sorte que cette population puisse enfin sortir de la grande misère dans laquelle elle croupit.

Dernière observation, aujourd'hui, bien des débats concernent légitimité vs stabilité. En effet, aucune stabilité ne peut se conserver à long terme sans une légitimité, la plus solide possible, des gouvernants en place: le printemps arabe nous l'a démontré.

01.34 Peter Luykx (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. U blijft voorzichtig. Ik vind dat een goede opstelling van de regering. Ik blijf echter mijn bedenkingen hebben bij een drietal punten. Wat uw ontmoeting vanmorgen met uw ambtgenoot betreft, u verwees naar de lopende zaken. Daarin kan het misschien wel. Misschien kan het ook wel met een minister die pas van start gaat. Het kan echter niet met een afgevaardigde van een regering in een verkiezingsproces waarvan de legitimiteit sterk wordt betwist.

U spreekt – ik verwijs naar de laatste lijn in uw persbericht – samen de hoop uit om ook de bilaterale betrekkingen in de komende jaren te verdiepen. Ik meen dat die verklaring toch al iets te ver gaat. Er is absoluut een dialoog nodig, in de eerste plaats met uw coalitiepartners, nadat ik de standpunten hier vandaag heb gehoord, vooraleer u engagementen kunt aangaan.

Wat de fraude, de fouten en de onregelmatigheden betreft, de fraude is er. Er is niet een beetje fraude; er is niet een beetje veel fraude, er is fraude. Wat er weliswaar niet meer is, of wat nu alleszins smelt als sneeuw voor de zon, is de geloofwaardigheid van het verkiezingsproces. Dat belooft – u hebt het zelf aangehaald – een probleem te worden, ook voor de volgende verkiezingsrondes en zelfs voor de afwikkeling van de parlementaire verkiezingen.

Ik vind het ook niet onze eerste taak om de analyse van de verkiezingen in Congo volledig te maken en te concluderen of die wel dan niet goed verlopen zijn. Wij moeten natuurlijk de situatie volgen. Wat de regering en u zeker zullen moeten doen, is een analyse maken van de houding van de regering tegenover Congo. Ik kijk met spanning uit naar de opnieuw aangekondigde Congonota van de regering.

01.35 Rachid Madrane (PS): Je voudrais d'abord remercier le ministre pour sa réponse. Dans l'attente de la décision de la Cour suprême du 17, puisque le Centre Carter ne remet pas en cause l'ordre des résultats tel qu'annoncé par la CENI, mais qu'il précise néanmoins que le processus de compilation n'est pas crédible, je pense qu'il faut continuer à adopter la ligne qui est la vôtre, c'est-à-dire encourager une stricte neutralité de notre gouvernement, s'abstenir de tout jugement formel quant à la validité du résultat et surtout appeler tout le monde au calme et à la modération, à Matonge, Kinshasa, comme à Matonge, Ixelles. Comme vous l'avez très justement dit, M. le président, cela dessert probablement la cause défendue et surtout les populations, là-bas et ici. Ce n'est pas ce qu'elles demandent. Elles demandent le changement. Elles ont exprimé une extrême souffrance, mais n'ont pas envie que cela se traduise par une violence qui n'est pas la réponse adéquate.

Le président: Je partage votre analyse sur ces points.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à 17.47 heures.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.47 uur.