Commission de la Justice

Commissie voor de Justitie

 

du

 

Mardi 25 octobre 2011

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 25 oktober 2011

 

Namiddag

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.21 uur en voorgezeten door mevrouw Karin Temmerman.

La séance est ouverte à 14.21 heures et présidée par Mme Karin Temmerman.

 

01 Questions jointes de

- M. Georges Gilkinet au ministre de la Justice sur "la prise d'otages à la prison d'Andenne et les conséquences de celle-ci" (n° 6549)

- Mme Sophie De Wit au ministre de la Justice sur "l'évasion de la prison d'Andenne" (n° 6637)

01 Samengevoegde vragen van

- de heer Georges Gilkinet aan de minister van Justitie over "de gijzeling in de gevangenis te Andenne en de gevolgen ervan" (nr. 6549)

- mevrouw Sophie De Wit aan de minister van Justitie over "de ontsnapping uit de gevangenis van Andenne" (nr. 6637)

 

01.01  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Madame la présidente, monsieur le ministre, il est vrai que la question a été posée en séance plénière. Comme nous voilà quelques semaines plus tard, vos discussions avec les représentants du personnel pénitentiaire ont sans doute permis de dégager des solutions concrètes.

 

Le dimanche 9 octobre, quatre détenus de la prison d'Andenne ont pris en otage deux agents pénitentiaires sous la menace de lames afin d'obtenir l'ouverture des portes de l'établissement. Une des deux gardiennes prises en otage a été blessée. Trois des quatre détenus ont finalement pu être interceptés rapidement grâce à l'action efficace des services de police.

 

Depuis le début de l'été, c'est la quatrième fois que ce scénario d'évasion avec prise d'otage se reproduit dans des prisons du royaume après Nivelles, Huy et Jamioulx. Il serait bon de faire le point sur l'évolution des discussions avec le personnel.

 

Dans un premier temps, la rencontre entre les représentants des travailleurs de la prison d'Andenne et des membres de votre cabinet n'avait pas abouti à des résultats tangibles. Les agents pointent notamment de lourdes défaillances techniques: caméras et système de communication hors d'usage, dysfonctionnement des grilles et autres. Ces carences me paraissent d'autant plus interpellantes que la prison d'Andenne est un des établissements pénitentiaires les plus récents du pays.

 

Monsieur le ministre, quelles sont les conclusions tirées par vos services suite à cet incident, en termes de responsabilités?

 

Quelles mesures sont-elles envisagées afin d'éviter la survenance de tels incidents?

 

Les problèmes techniques pointés par les agents pénitentiaires d'Andenne ont-ils été résolus depuis le 9 octobre? Sinon, quand le seront-ils?

 

Est-il envisageable d'instaurer un service technique le week-end comme revendiqué par les agents?

 

Voorzitter: Sarah Smeyers.

Présidente: Sarah Smeyers.

 

01.02  Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, een tweetal weken geleden was er opnieuw een ontsnapping door middel van een gijzeling. In Nijvel werd een zelfgemaakt steekmes gebruikt en dit keer ging het om scheermesjes.

 

Naar aanleiding van deze ontsnapping gaan bij het directoraat-generaal stemmen op om de deuren gesloten te houden, zelfs bij een gijzeling. Wij zijn blijkbaar een van de weinige landen waar men nog toegeeft en de deuren opent. De achterliggende idee is dat als men de deuren opendoet bij een gijzeling, dit voor een sneeuwbaleffect zal zorgen en men zal zeggen dat een gijzeling de enige manier is om buiten te geraken.

 

Het directoraat-generaal zou een audit uitvoeren. Die zou al afgewerkt moeten zijn. Is dat reeds het geval? Zo ja, wat was daarvan het resultaat?

 

U weet dat de vakbonden niet meteen te vinden zijn voor het idee van de gesloten deuren. Zij zijn bang dat er dan doden zouden vallen binnen de muren en volgens hen mag het personeel een ontsnapping enkel vertragen tot de politie er is, niet meer en niet minder. Dat is een heikel punt.

 

Nog niet zo lang geleden was er de ontsnapping in Nijvel met een steekwapen gemaakt van scheermesjes. Ik heb u daarover eind juni een vraag gesteld. U hebt toen geantwoord dat men een onderzoek zou voeren naar de mogelijkheid om over messen of mesjes te beschikken, want dat het zo niet verder kon. Die mesjes blijven echter overal opduiken, dus het kan blijkbaar nog steeds.

 

Ik heb dan ook de volgende vragen. Ten eerste, men had al een aantal gevangenen opnieuw kunnen oppakken, maar er was nog altijd iemand voortvluchtig. Is dat nog steeds het geval? Weet men of die nog in België is of niet?

 

Ten tweede, degene die nog voortvluchtig is, was al eerder uit Namen ontsnapt, ook met een gijzeling. Dat bewijst dat het loont, want hij blijft het doen. Was het dan niet nodig geweest om in extra bewaking te voorzien voor die gevangene, die toch duidelijk vluchtgevaarlijk is. Weet u of de anderen ook al ontsnappingspogingen achter de rug hadden?

 

Ten derde, aansluitend bij wat ik eerder reeds zei, hoever staat u met uw onderzoek naar het gebruik van messen en scheermesjes, ook al naar aanleiding van de ontsnapping in Nijvel? Wat waren daarvan de conclusies? Zult u daaraan een zeker beleid koppelen met betrekking tot het hele gevangeniswezen?

 

Ten vierde, wat is uw standpunt over het voorstel van het directoraat-generaal om bij een gijzeling de gevangenisdeuren gesloten te houden?

 

Ten slotte, indien u de audit reeds hebt ontvangen, hoe zult u daarmee omgaan? Wat zult u daarmee doen? Krijgen wij daarin inzage?

 

01.03 Minister Stefaan De Clerck: Mevrouw de voorzitter, ik denk niet dat ik de feiten zelf nog moet hernemen, die zijn gekend en zijn ook in de media geweest. Het gaat over de ontsnapping van de vier en de twee beambten die ten gevolge daarvan werden gegijzeld. De politie was snel ter plaatse. Ze zijn ontsnapt richting Florennes. Het gerechtelijk onderzoek loopt nog. Uiteraard betreuren wij zulke feiten en elke ontvluchting is er een te veel. De beambten en iedereen daar hebben correct gehandeld. Ik wens ook spoedig herstel aan die mensen. Ik hoop dat zij er geen letsels aan overhouden.

 

Ondertussen is de laatste voortvluchtige gevat. Drie van hen werden onmiddellijk ingerekend, de vierde werd op 19 oktober in Frankrijk gearresteerd. Ze zijn dus alle vier terug.

 

Een van de vier had inderdaad reeds een ontsnapping op zijn actief, die dateerde van eind 2009, vanuit de oude gevangenis te Namen. In tegenstelling tot de gevangenis te Namen is de gevangenis te Andenne recent gebouwd. Ze kan dus beschouwd worden als een inrichting die voldoende beveiligd is om langgestraften op te nemen. Niettegenstaande de veiligheidsomkadering zijn ze in hun opzet geslaagd. Ze hebben gebruikgemaakt van de methodiek van de gijzeling. Wij stellen in bijna alle gevallen tegenwoordig vast dat deze methodiek wordt gebruikt.

 

Er waren vragen naar de gebruikte mesjes. Het is uiteraard verboden dergelijke voorwerpen bij zich te hebben. Men moet die maatregelen treffen. Men fouilleert voor en na de wandeling. Men doet celcontroles. Kennelijk zijn de gijzelnemers er toch in geslaagd dergelijke voorwerpen bij zich te hebben op het ogenblik dat zij met hun actie zijn begonnen.

 

In verband met de ontsnapping te Nijvel, het administratief onderzoek heeft geen uitsluitsel kunnen brengen hoe de messen in de bezoekzaal zijn geraakt. Het gerechtelijk onderzoek is daar nog lopende. Dus ook dit is deel van verder onderzoek.

 

Wat de evolutie van de laatste jaren inzake de ontsnappingsmodaliteiten betreft, had ik de directeur-generaal reeds opgedragen om een kritische analyse uit te voeren en een actieplan voor de korte en middellange termijn uit te werken.

 

De problematiek van de ontsnappingen heeft twee aspecten, enerzijds de infrastructuur en de technische veiligheidsinstallaties en anderzijds de procedures en de interne organisatie van de diensten.

 

In verband met de veiligheidsinstallaties heb ik op 4 augustus 2011 contact laten opnemen met collega Reynders teneinde dit dossier vooruit te laten gaan en het te laten agenderen op de Ministerraad.

 

In verband met het aspect van de veiligheidsprocedures heb ik aan de directeur-generaal van de penitentiaire inrichtingen een aantal acties gevraagd, zoals een evaluatie van de veiligheidsprocedures in iedere inrichting op het vlak van bewegingen, het fouilleerplan, de celcontroles, het sleutelplan alsook een statusrapport per inrichting.

 

Ik vroeg ook een herevaluatie van het vluchtrisico, de risicoanalyse van de gedetineerden in iedere inrichting en concrete voorstellen ter verbetering en bijsturing van de procedures en een risico-inschatting van de gedetineerden.

 

De penitentiaire administratie heeft recent ook het initiatief genomen tot een vergelijkende studie in een aantal landen van Europa op het vlak van de aanpak van ontsnappingen met gijzeling. Het resultaat van deze benchmarkoefening heb ik nog niet ontvangen.

 

Ik verwijs naar de werkzaamheden van een in 2010 ingestelde werkgroep die binnen het syndicaal overleg naar aanleiding van een zwaar incident in Leuven-Centraal heeft geleid tot het protocolakkoord van 6 oktober 2010. Daarin heeft de gevangenisadministratie zich geëngageerd om een aantal aanpassingen door te voeren met betrekking tot de fouilleerprocedure, de aard van de toegelaten voorwerpen in de cel, de tuchtprocedure van de gedetineerden en de toegangscontrole.

 

Het directoraat-generaal werkt momenteel aan een update van de richtlijn van 1980 met betrekking tot de gewapende bedreiging en gijzeling. De discussie gaat over het principe van deuren open of deuren dicht in geval van gijzeling. Daaromtrent is nog geen standpunt ingenomen. Ik heb de audit en de voorstellen van de administratie nog niet ontvangen. Die zouden nu ongeveer moeten klaar zijn. Ik wil de keuzes en de update zien. Ik vermoed dat de volgende regering deze beslissing zal moeten nemen.

 

In de laatste richtlijnen voor Brugge en Lantin heb ik wel pepperspray ingeschreven, maar daar is het tot nu toe nog niet gebruikt. Het was een tussenstap om te kijken welke middelen nuttig zijn. De toepassing wordt wellicht veralgemeend. Het principe van gesloten deuren tijdens een gijzeling is een risicoafweging tussen de veiligheid van het personeel versus de veiligheid van de gedetineerden en de mogelijkheid tot ontsnapping.

 

Op 10 oktober vond er een vakbondsoverleg plaats over de situatie in Andenne. De vakorganisaties eisten onmiddellijke beslissingen inzake een aantal technische mankementen als de draaihekkens, enkele camera’s en de interfonie. Uitleg hierover werd verschaft door de technicus van de gevangenis van Andenne en door de administrateur-generaal van de Regie der Gebouwen. Door de technicus werd gerapporteerd dat er inderdaad af en toe technische problemen zijn, maar dat het merendeel van de technische installaties goed functioneert.

 

Tijdens diezelfde vergadering gaf de heer Vrijdaghs, de administrateur-generaal van de Regie der Gebouwen, de stand van zaken van de infrastructuurdossiers van Andenne. Wat de geolokalisatie en de interfonie betreft, is een bestek opgemaakt. De installatie wordt verwacht in het eerste trimester van 2012. Er komt ook nieuwe camerabewaking. De huidige camerabewaking werkt nog, maar zij moet vernieuwd worden. De procedures lopen nu en het hele camerasysteem zou in 2012 vervangen worden.

 

En ce qui concerne la vidéo-surveillance, le système de caméras est toujours opérationnel, mais il a fait son temps. Quinze ans, c'est une éternité quand on parle de technologie. De plus, il présente des défaillances techniques. À ce sujet, il ne faut pas oublier qu'une prison fonctionne sept jours sur sept, vingt-quatre heures sur vingt-quatre et que le matériel est par conséquent soumis à une pression constante, accélérant d'autant son usure. Le remplacement du système de caméras est prévu pour 2012.

 

En ce qui concerne le délai d'exécution dans le cadre du marché public, un service public est tenu de suivre certaines procédures administratives. L'administrateur général de la Régie des Bâtiments a indiqué lors de la concertation syndicale que l'objectif était de travailler beaucoup plus avec des contrats-cadres tant pour les nouveaux établissements à construire que pour les établissements existants.

 

Les contrats-cadres permettent de réagir plus rapidement et réparer ou remplacer plus vite les installations défectueuses, sans devoir à chaque fois relancer un dossier ad hoc avec toutes les procédures administratives y afférentes qui entravent parfois une exécution rapide. Toutefois, des investissements ont bien été réalisés en 2011 dans les établissements pénitentiaires. Outre l'exécution du Masterplan, la Régie des Bâtiments a investi plus de 40 millions d'euros dans les réparations, infrastructures et installations techniques dans les prisons.

 

De vakbonden eisten eveneens de onmiddellijke invoering van een permanente wachtdienst van de technische diensten in alle gevangenissen. Het thema van de wachtdienst maakt deel uit van het dossier technisch kader waarin wij momenteel geblokkeerd zitten ingevolge de recente weigering van de vakorganisaties om hierover ten gronde te discussiëren. Er zullen daarin onvermijdelijk knopen moeten worden doorgehakt en keuzes moeten worden gemaakt. De vraag naar wachtdiensten maakt het voorwerp uit van een complexe en genuanceerde discussie.

 

Aangezien de vakbonden van oordeel waren dat de overheid niet onmiddellijk tegemoetkwam aan al hun vragen inzake infrastructuur en veiligheid is men niet tot een akkoord gekomen en hebben de vakbonden de vergadering verlaten. Dit heeft niet geleid tot een staking. Het personeel heeft zijn opdrachten enkele dagen met een minimumbezetting uitgevoerd waardoor een aantal activiteiten diende afgeschaft te worden. Ondertussen gaan alle activiteiten opnieuw normaal door.

 

Je dois préparer le dossier relatif aux mesures de sécurité à prendre lorsque se produit une prise d'otages. Le prochain ministre de la Justice devra prendre ses responsabilités.

 

Ensuite, la Régie des Bâtiments et la Justice devront conclure de nouveaux accords portant sur les travaux d'entretien. La première est une instance très bien outillée pour être le maître d'œuvre, mais elle ne l'est pas en ce qui concerne le suivi. Il faut bien distinguer ces deux aspects. J'espère que le prochain gouvernement prendra des décisions efficaces en termes d'entretien des bâtiments et des installations techniques.

 

01.04  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, en ce qui concerne l'organisation interne et les procédures, la priorité doit être accordée, en cas de prise d'otages, à la protection de l'intégrité physique des agents pénitentiaires. C'est en tout cas mon point de vue, étant entendu que les travaux se poursuivent à ce sujet au sein de votre administration et dans le dialogue social. Le tout est de travailler en amont et d'éviter ce type de prise d'otages et la fourniture à des détenus qui souhaiteraient s'échapper d'armes permettant ces prises d'otages.

 

Eu égard à l'équipement des prisons, il s'agit d'un problème récurrent. La prison d'Andenne est loin d'être la plus mal équipée et la plus ancienne des prisons. L'équipement est assez récent, mais son renouvellement, par ailleurs structurellement nécessaire, parce qu'il s'agit aussi d'un équipement de prévention, n'est pas prévu.

 

Je peux vous parler de la prison de Namur, que je connais mieux que celle d'Andenne, qui semble dater du Moyen Âge. Il faut effectivement se doter des moyens suffisants pour assurer des conditions de détention dignes tant pour les détenus que pour les agents pénitentiaires, qui sont parfois mis sur le même pied. Cette matière incombera au prochain gouvernement.

 

J'entends des ouvertures sur la mise en place de contrats-cadres, qui permettent une plus grande souplesse par rapport à la logique des marchés publics. Cette piste s'avère évidemment intéressante, moyennant des budgets suffisants pour assurer la sécurité de tous. Dans le cas qui nous préoccupe, les agents ont réagi avec un calme remarquable. On a ainsi évité un mouvement de grève, qui n'aurait pas été illégitime quand on connaît la situation.

 

01.05  Sophie De Wit (N-VA): Ik repliceer zeer kort, want het antwoord was vrij omstandig.

 

Men blijft het voorbeeld van de mesjes gebruiken. Ik weet dat er fouilles gebeuren. Ik weet dat men door een metaaldetector moet. Ik kan niet begrijpen dat zoiets vandaag nog steeds niet kan worden opgemerkt, tenzij het van binnen de gevangenis komt. Er moet volgens mij ook op die fronten worden opgetreden.

 

U gaf al aan dat enerzijds, de Regie der Gebouwen ter zake bevoegdheden heeft en anderzijds, Justitie. Ik denk dat u terecht de opmerking maakt dat er stilaan een samensmelting moet komen van het een en ander. Als Justitie haar gebouwen correct wil uitrusten en beheren en het allemaal veilig en correct wil houden, dan moet Justitie ook de teugels in handen hebben. Dat lijkt mij niet meer dan normaal. Ik hoop dat een volgende regering hiervan werk zal maken.

 

Ten slotte, u spreekt over audits, kritische analyses, actieplannen en allerlei. Ik merk zeer veel goede wil. Ik ben het ermee eens dat er vergelijkende studies moeten komen. Meten is weten. Mijnheer de minister, de problematiek is echter niet nieuw en het is volgens mij stilaan tijd voor resultaten. Wij mogen zo stilaan toch wel de gegevens krijgen van die studies. Men hoeft het warm water toch niet opnieuw uit te vinden? Er moet actie worden ondernomen. Is het niet door u, dan door de volgende minister van Justitie. Ik hoor u al zeggen van vorig jaar oktober dat dat niet meer voor u zou zijn; ik denk dat het in de eerste commissievergadering was. Wij weten niet hoe alles zal verlopen, maar we moeten volgens mij toch actie ondernemen.

 

01.06 Minister Stefaan De Clerck: De laatste omzendbrief die ik heb opgesteld, voorzag in allerhande veiligheidsinterventies. Ik heb daarin bijvoorbeeld die pepperspray opgenomen. Die omzendbrief dateert van ongeveer een jaar geleden en bevatte al de verplichting om na een jaar een evaluatie te maken over de werking. Het valt nu allemaal samen: nieuwe feiten, evaluatie van de omzendbrief. Dat leidt tot een globale conclusie, die de administratie nu moet maken en voorleggen aan de minister. Ik heb die nog niet gekregen, want anders had ik misschien al beslist. Ik sta erop dat ik ze op zijn minst in een pakketje met een mooie strik kan geven aan de volgende minister van Justitie. De dag van zijn eedaflegging krijgt hij van mij ter zake een pakketje.

 

01.07  Sophie De Wit (N-VA): Daar zal die zeer blij mee zijn.

 

01.08 Minister Stefaan De Clerck: Strafuitvoeringsbeleid is een zeer boeiende materie.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Karin Temmerman aan de minister van Justitie over "de concessie voor het Forensisch Psychiatrisch Centrum te Gent" (nr. 6586)

- mevrouw Karin Temmerman aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, over "de concessie voor het Forensisch Psychiatrisch Centrum te Gent" (nr. 6587)

02 Questions jointes de

- Mme Karin Temmerman au ministre de la Justice sur "la concession pour le Centre de psychiatrie légale de Gand" (n° 6586)

- Mme Karin Temmerman à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "la concession pour le Centre de psychiatrie légale de Gand" (n° 6587)

 

02.01  Karin Temmerman (sp.a): Mevrouw de voorzitter, deze twee vragen had ik aan twee verschillende ministers gericht, maar zij werden nu samengevoegd. Ik neem aan dat minister De Clerck op beide vragen zal antwoorden.

 

Mijnheer de minister, tot mijn spijt moet ik mij nogmaals tot u richten in verband met het Forensisch Psychiatrisch Centrum in Gent.

 

In maart heb ik u met aandrang gevraagd de concessie van het centrum te bekijken. Mijn verbazing was groot toen ik uw antwoord las op de vraag van collega Van Cauter, want u gaf haar begin oktober hetzelfde antwoord als u mij in maart gaf.

 

Wanneer ik het goed begrijp, weet men nog altijd niet wie het centrum zal uitbaten. De bouw is nochtans op 14 oktober begonnen. De gevolgen zijn verregaand.

 

Op 1 maart hebt u verklaard dat de toewijzing van de concessie in een zo vroeg mogelijk stadium van de bouw zou gebeuren, of indien mogelijk ervoor. Op 4 oktober hebt u geantwoord aan mevrouw Van Cauter dat de exploitant in de loop van 2012 zou worden aangesteld, terwijl het einde van de bouwwerken gepland is voor 2013.

 

U zult moeten erkennen dat op die manier kostbare tijd verloren gaat. Het is immers altijd de bedoeling geweest dat de concessiehouder inspraak zou hebben inzake de structuur van het gebouw. Dat zal nu niet meer mogelijk zijn.

 

Hoe komt het dat de toewijzing van de concessie zo lang duurt? Waar situeert zich de bottleneck?

 

Ik had nog een reeks vragen aan mevrouw Onkelinx. Mag ik die aan u stellen?

 

02.02 Minister Stefaan De Clerck: Misschien kan ik kort antwoorden. Ik dacht dat ik blijdschap zou ontwaren in uw uiteenzetting omdat de werkzaamheden gestart zijn. De werken voor het FPC zijn gestart. Als u het niet zegt, zal ik het zeggen.

 

02.03  Karin Temmerman (sp.a): …

 

02.04 Minister Stefaan De Clerck: Als u een pastoor vraagt, dan kan ik daar ook voor zorgen in het raam van de erediensten. Een aalmoezenier?

 

Het punt is dat de teksten voor ons klaar zijn maar nu bij collega Onkelinx liggen. Zij betalen. Eigenlijk waren de twee vragen dus beter aan haar gesteld maar zij zit natuurlijk met een moeilijker agenda dan ik. Blijkbaar beantwoordt zij geen vragen meer. Dat is natuurlijk ook een oplossing.

 

Mevrouw de voorzitter, ik kan dat voorbeeld natuurlijk volgen en zeggen dat ik niet meer kom. Aangezien ik hier wel ben, kan ik eigenlijk alleen zeggen dat de vraag door haar te beantwoorden is.

 

Het gaat hier niet om kwade trouw. Er is voortdurend gecorrespondeerd over de teksten. Voor ons zijn de teksten af en ze liggen nu bij haar. Ze moeten ook door het RIZIV goedgekeurd worden. Er moet natuurlijk ook betaald worden. Het is een hospitaal of een kliniek en het moet daar ook aan beantwoorden.

 

Ik heb mij ook geëngageerd om te vragen om dit nu zo snel mogelijk te publiceren. Dit is iets voor de volgende regering. Dat is vandaag al het tweede pakketje met een strik er rond. Vanuit Justitie zijn we echter klaar. Ik hoop dat het nog dit jaar kan worden gepubliceerd. Dan is er begin volgend jaar de selectie. In de loop van 2012 kan er dan iemand worden aangeduid die de beëindiging van de werken tegen 2013 kan opvolgen.

 

Dit gezegd zijnde, er waren gespecialiseerde diensten betrokken bij de architectuur van het gebouw. Men kan niet zeggen dat het gebouwd wordt zonder rekening te houden met de specificiteit van het dossier.

 

02.05  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de minister, wat u zegt klopt. Men is ermee gestart en daarvoor wil ik u gerust bedanken, zeer zeker. Van bij het begin hebben we echter gezegd dat die beide zaken moesten samengaan. We hadden een heel traject uitgestippeld opdat dit zou kunnen. Blijkbaar lukt dat echter niet. Dat blijft enigszins problematisch. Ik had dan ook een hele reeks vragen voor mevrouw Onkelinx. U zegt terecht dat die vragen aan haar moeten worden gesteld. Ik ben het ermee eens, ik heb ze ook aan haar gericht. Ik weet niet of het nuttig is dat ik ze stel. Hebt u antwoorden van haar?

 

02.06 Minister Stefaan De Clerck: (…).

 

02.07  Karin Temmerman (sp.a): Stel ik ze dan toch? Ik weet dat het niet uw bevoegdheid is.

 

02.08 Minister Stefaan De Clerck: Ik weet niet of het zinvol is als ik hier nu in haar plaats in de commissie voor de Justitie antwoord geef op die vragen. Ik geef u echter mijn tekst, voor zover nodig.

 

02.09  Karin Temmerman (sp.a): Mevrouw de voorzitter, dan houd ik dit tegoed van de volgende minister.

 

De voorzitter: Ik bemerk wel een evolutie in de antwoorden. Tot veertien dagen geleden had men het steeds over lopende zaken, nu verwijst men altijd naar de volgende regering.

 

02.10 Minister Stefaan De Clerck: Ik weet dat er misschien een regeerakkoord bestaat…

 

De voorzitter: U ziet dat het vragenuurtje nuttig is.

 

02.11 Minister Stefaan De Clerck: Als u mij vragen stelt over het regeerakkoord moet ik zeggen dat ik daar niets van weet. Ik kan nu echter al zeggen… Niet voor het verslag.

 

De voorzitter: Jawel, gezegd is gezegd.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van de heer Karel Uyttersprot aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid over "WCO" (nr. 6655)

03 Question de M. Karel Uyttersprot à la ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifique sur "la LCE" (n° 6655)

 

03.01  Karel Uyttersprot (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, tot september van dit jaar noteerden wij al 7 650 faillissementen. Dat zijn er ongeveer 10 000 per jaar en dat aantal stijgt nog, ondanks de wet op de continuïteit van de ondernemingen die sinds twee jaar van kracht is. Die wet beoogt de doorstart van ondernemingen in moeilijkheden, om een nieuwe adem te krijgen, om aan het faillissement te ontsnappen.

 

Niettegenstaande het stijgend aantal faillissementen deden 2 789 bedrijven een beroep op die wet van 1 april 2009. De wet kent believers en non-believers, in een verhouding van ongeveer 50/50. Het is de bedoeling bedrijven in een benarde financiële situatie een tweede adem te geven. Toch gaat ruim 70 % van de bedrijven die een beroep doen op de wet naderhand toch failliet.

 

Zonder het belang en de waarde van deze wet in twijfel te trekken, heb ik twee jaar na de inwerkingtreding van de wet toch een aantal bedenkingen en vragen, mijnheer de minister.

 

Is er al een evaluatie gemaakt over het succes van de doorstart? Hoeveel bedrijven slagen er op langere termijn in om overeind te blijven? Is er een evaluatie gebeurd, bijvoorbeeld met het middenveld of de rechtbank van koophandel?

 

Hebt u weet van de gevolgen van de toepassing van de wet op de kmo’s zelf? Immers, enerzijds tracht men kleine of middelgrote bedrijven te redden, maar anderzijds zijn het vaak de kmo-schuldeisers die mee in de problemen geraken. Zo komt men tot een domino-effect waarbij kleine bedrijven het slachtoffer worden van andere bedrijven die men via de wet op de continuïteit van de ondernemingen tracht te helpen.

 

Hebt u ook een idee over het oneigenlijk gebruik? Er worden ons een aantal anomalieën en aberraties over het oneigenlijk gebruik van de wet op de continuïteit van de ondernemingen gesignaleerd. Zijn er ideeën om die wet bij te sturen?

 

03.02 Minister Stefaan De Clerck: Mevrouw de voorzitter, de wet dateert van 31 januari 2009 en trad in werking op 1 april 2009. deze wet wordt nu dus ruim tweeënhalf jaar toegepast in onze rechtbanken.

 

Het doel van de wet is bereikt. Er zijn ongeveer tien keer meer aanvragen voor deze procedure vergeleken bij de wet op het gerechtelijk akkoord.

 

Het is niet verwonderlijk dat een belangrijk aantal ondernemingen nadien toch nog failliet gaat. Het gaat om ondernemingen in moeilijkheden die soms wel en soms niet te redden zijn. Er zijn vele mogelijkheden binnen de procedure, zoals het minnelijk akkoord, het collectief akkoord met reorganisatieplan of overdracht onder gerechtelijk gezag. Soms mislukt het ook in zijn geheel. De essentie van de wet is de grote flexibiliteit ervan.

 

De statistieken geven niet altijd een juist beeld. Als een onderneming na het doorlopen van de procedure nog failliet gaat, is het bijvoorbeeld best mogelijk dat de activiteiten bij de procedure zijn overgedragen onder rechterlijk toezicht, aangezien dit een van de mogelijkheden van de nieuwe wet is. De activiteiten blijven dan voortbestaan, alleen de vennootschap gaat failliet. Eerst wordt er een akkoord gemaakt en het resterende gaat failliet. Men moet dus opletten om de cijfers juist te interpreteren. Het gebeurt onder toezicht van de rechtbank en dat is wel zeer belangrijk.

 

Niemand sluit uit dat de nieuwe wet kan worden verbeterd, ik ook niet. Het VBO heeft inmiddels het initiatief genomen om de wet te evalueren. Op 22 juni 2011 ging de evaluatie van start en wij zijn daar ook bij betrokken. Het VBO heeft sindsdien verschillende werkgroepen opgericht om verschillende deelaspecten van de wet te onderzoeken. Zo was er vorige week vrijdag, 21 oktober, de bijeenkomst van de werkgroep die de toegang tot de procedure evalueert. Op 1 december 2011 is er een werkgroep gepland over de gelijkheid van de schuldeisers.

 

Belangrijk is dat deze werkgroepen samengesteld zijn uit experts ter zake, namelijk academici, advocaten, rechters en ook bedrijfsmensen. Ik heb ook de medewerkers van de FOD Justitie afgevaardigd naar deze bijeenkomsten zodat zij, indien dit het resultaat zou zijn van de evaluatie door deze werkgroep, een mogelijke wetswijziging snel kunnen voorbereiden ten behoeve van de nieuwe regering.

 

Op uw tweede vraag kan ik antwoorden dat het doel van de aanvragen tot de procedure wel wordt gepubliceerd in de vonnissen, maar de oorzaak ervan niet. Ik kan u dan ook geen cijfers geven over de mate waarin de ondernemingen een beroep doen op de wet op de continuïteit van de ondernemingen, omdat hun eigen klanten toepassing vragen van de wet. Natuurlijk vormt het voor leveranciers een uitdaging wanneer hun klanten opschorting krijgen van hun schulden, of via een reorganisatieplan kwijtschelding van een deel ervan, maar vermoedelijk is het aantal ondernemingen dat om die reden zelf een beroep doet op de wet op de continuïteit van ondernemingen veeleer beperkt.

 

Men mag niet vergeten dat schuldeisers bij een reorganisatieplan mee mogen stemmen over het plan en dat het plan door de rechtbank dient te worden gehomologeerd. Daarenboven kan een goed crediteurenbeleid de ondernemingen ervoor behoeden dat zij door de betalingsmoeilijkheden van één afnemer in de problemen komen.

 

03.03  Karel Uyttersprot (N-VA): Mijnheer de minister, de evaluatie van het VBO, gemaakt in samenspraak met Unizo, is ons wel bekend.

 

Ik had echter ook graag geweten of er al een evaluatie is of komt van de rechtbanken zelf, van de voorzitters van de rechtbanken van koophandel.

 

03.04 Minister Stefaan De Clerck: Zij worden daarin betrokken.

 

03.05  Karel Uyttersprot (N-VA): Ik neem er nota van. Ik heb van u gehoord dat er een bijsturing op komst is.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Questions jointes de

- Mme Özlem Özen au ministre de la Justice sur "le renforcement de la sécurité dans les justices de paix" (n° 6647)

- M. Raf Terwingen au ministre de la Justice sur "la sécurisation des bâtiments judiciaires dans notre pays" (n° 6651)

- Mme Sarah Smeyers au ministre de la Justice sur "l'évacuation obligatoire du bâtiment du parquet de police et du greffe à Audenarde" (n° 6669)

- M. Bert Schoofs au ministre de la Justice sur "la sécurisation des justices de paix" (n° 6677)

04 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Özlem Özen aan de minister van Justitie over "strengere veiligheidsmaatregelen in de vredegerechten" (nr. 6647)

- de heer Raf Terwingen aan de minister van Justitie over "de beveiliging van de gerechtsgebouwen in ons land" (nr. 6651)

- mevrouw Sarah Smeyers aan de minister van Justitie over "de verplichte ontruiming van het gebouw van het politieparket en de griffie in Oudenaarde" (nr. 6669)

- de heer Bert Schoofs aan de minister van Justitie over "de beveiliging van vredegerechten" (nr. 6677)

 

De voorzitter: De heer Schoofs heeft zijn vraag nr. 6677 ingetrokken, waardoor die vraag vervalt.

 

04.01  Özlem Özen (PS): Madame la présidente, monsieur le ministre, dans la presse, le juge de paix du canton de Schaerbeek avait annoncé qu'il reporterait toutes les audiences devant la justice de paix qui devraient se faire sans une présence policière. Il dit avoir été menacé à plusieurs reprises par des justiciables mécontents.

 

Le personnel du greffe, qui ferait également l'objet de menaces, dénonce l'inertie du monde politique face à un problème récurrent.

 

Monsieur le ministre, quelles mesures ont-elles été prises suite à l'assassinat de la juge de paix du troisième canton, Mme Brandon, et de son greffier, M. Bellemans, en juin 2010?

 

04.02  Raf Terwingen (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, mijn vraag heeft helemaal hetzelfde voorwerp als de vraag van mevrouw Özen. Ik beloof echt dat ik haar vraag niet heb overgeschreven, maar blijkbaar zaten wij spontaan op dezelfde golflengte. Het is dus geen duplicaat, geen replica. Ik ga voorts niets toevoegen en ik zal het antwoord afwachten.

 

Ik heb het niet zo gewild, ik heb het niet vertaald, ik heb het niet overgeschreven, maar wij zitten op dit vlak blijkbaar op dezelfde golflengte, mevrouw Özen.

 

04.03  Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de minister, mijn vraag gaat specifiek over de situatie in Oudenaarde, mijn kieskring. In september werd het gebouw van het politieparket en de griffie van de politierechtbank in de Kasteelstraat in Oudenaarde uit veiligheidsoverwegingen ontruimd, omdat het pand in slechte staat was en blijkbaar dreigde in te storten.

 

Het personeel is dan verhuisd naar het justitiepaleis in de Bourgondiëstraat in Oudenaarde. Het was de bedoeling dat deze verhuis tijdelijk was, maar blijkbaar is het mogelijk dat de diensten nu permanent elders zullen worden ondergebracht en niet meer in de Kasteelstraat.

 

Maanden geleden heeft het parket nog op het punt gestaan om de leegstaande gebouwen van de inmiddels gesloten onderneming Samsonite te huren, maar uiteindelijk heeft dit niet plaatsgevonden.

 

Door die plotse noodsituatie en plotse verhuis heeft de politierechtbank alle zittingen van die dag en alle vonnissen naar een latere datum moeten verzetten. Momenteel voert het politieparket zijn taken noodgedwongen uit in het gerechtsgebouw aan de Schelde.

 

Het is momenteel een moeilijke situatie om te werken, dat is duidelijk. Het is ook onaanvaardbaar dat de werking van de politierechtbank hierdoor in het gedrang komt, gelet op die ene dag, het is wel maar één dag, maar het is onaanvaardbaar dat de werking van Justitie door de slechte staat van de gebouwen in het gedrang komt.

 

Mijnheer de minister, werd het gebouw inmiddels reeds geïnspecteerd? Werd er reeds een staat opgemaakt?

 

Wat zijn nu de plannen? Zal het gebouw gerenoveerd worden en met welk budget, is in dat budget reeds voorzien? Of wordt er toch gezocht naar een nieuwe locatie voor het politieparket en de griffie van de politierechtbank? Welke locaties worden in dat geval onderzocht? Op welke termijn zou een eventuele verhuis beoogd worden?

 

Waar precies voeren het politieparket en de griffie van de rechtbank nu hun taken uit?

 

04.04  Stefaan De Clerck, ministre: S'agissant de Schaerbeek, nos services se sont rendus sur les lieux. Nous regrettons ce qu'il s'est passé. Le juge de paix a été attaqué dans la cour, et non dans le bâtiment.

 

Un tel incident peut toujours se produire. Cela dit, le bâtiment de la justice de paix est bien sécurisé. Il est même parmi les mieux équipés sur ce plan-là.

 

Het vredegerecht beschikt over een beveiligingsinstallatie. Er is toegangscontrole. Er zijn badgegecontroleerde deuren, zodat de kantoorruimte van het vredegerecht volledig van het publiek is afgesloten. Het vredegerecht beschikt ook over een afgesloten loket. Er is ook camerabewaking, onder andere op de koer en aan de inkomdeuren. Er is ook een inbraakdetectie, die momenteel wordt nagekeken, aangezien er misschien technische mankementen zouden kunnen zijn die niet aan de bevoegde dienst werden gemeld. De nodige afspraken werden gemaakt om het systeem te controleren.

 

Comme je viens de le dire, en ce qui concerne Schaerbeek, un risque existe toujours mais le bâtiment est mieux sécurisé que beaucoup d'autres, certainement lorsque l'on fait la comparaison avec les autres justices de paix du pays.

 

Suite à l'incident concernant le juge de paix du quatrième canton à Bruxelles, nous avons demandé à la Régie des Bâtiments un contrat cadre pour installer des caméras et des boutons d'alarme pour toutes les justices de paix et, éventuellement aussi, pour d'autres tribunaux.

 

Er is een soort raamcontract voorbereid. Mijn administratie zal dit opvolgen en de prioriteiten binnen de vredegerechten bepalen. Het was en is de bedoeling dat binnen een termijn van 2 of 3 jaar alle vredegerechten extra worden beveiligd. Vredegerechten in de Brusselse regio en vredegerechten met specifieke problemen, bijvoorbeeld omdat er veel psychiatrische klanten zijn, krijgen voorrang. Bovendien zijn heel wat vredegerechten nu al goed beveiligd.

 

Voor de duidelijkheid, het gaat niet om alle gebouwen maar om de lijst van de vredegerechten. Het is een dossier van de Regie der Gebouwen en het is dan ook de Inspectie van Financiën, geaccrediteerd bij de gerechten, die een negatief advies heeft gegeven. Voor verdere details moet ik u verwijzen naar mijn collega die bevoegd is voor de Regie der Gebouwen.

 

Het vredegerecht waar de schietpartij plaatsvond, werd intussen door de FOD Justitie zelf aangepakt, tot grote tevredenheid van de personeelsleden. Dit is in principe niet de taak van Justitie, maar wij hebben het zelf gedaan om de zaken versneld te kunnen aanpakken.

 

Voor de inzet van metaaldetectors en politie is er een algemene regel, met name dat zij enkel worden ingezet als er indicaties zijn dat de zitting risicovol is. Het is niet de bedoeling dat dit standaard wordt toegepast.

 

Het veiligheidskorps is samengesteld uit ambtenaren met beperkte politionele bevoegdheden. Zij kunnen het probleem niet volledig oplossen. De politie heeft een duidelijke taakomschrijving inzake de hoven en rechtbanken en het overbrengen van gedetineerden. De agenten worden ter beschikking gesteld van de 28 politiediensten die instaan voor het operationele beheer. Voor de regio Brussel zijn zij ingedeeld bij de lokale politiezones Brussel-Hoofdstad-Elsene en Brussel-Zuid. Er is afgesproken dat de beambten die onder de operationele verantwoordelijkheid vallen van de lokale politiezone Brussel-Hoofdstad-Elsene ook de politierechtbanken in deze zone beveiligen. Deze beambten zijn enkel werkzaam in de 28 zones, waaronder Schaarbeek niet valt.

 

De voorzitter stelde een vraag over Oudenaarde. Ik kan u zeggen dat de diensten van de Regie der Gebouwen de jongste tijd hard hebben gewerkt aan een oplossing voor het probleem. Het gebouw in de Kasteelstraat werd ondertussen opnieuw geïnspecteerd. Uit de inspectie is gebleken dat de eigenaar in de voorbouw verstevigingwerken heeft uitgevoerd, waardoor deze opnieuw in gebruik kon worden genomen. Voor de linkerachterbouw werd wel ontruiming maar geen ingebruikname toegestaan.

 

Hierna werd door de dienst Infrastructuur een verhuisactie gestart. Afgelopen donderdag en vrijdag is het politieparket verhuisd van de voorbouw in de Kasteelstraat naar de Bourgondiëstraat. De politierechtbank is intern verhuisd van de linkerachtervleugel in de Kasteelstraat naar de voorbouw. Voor het politieparket werd nieuw meubilair besteld, vooral kasten, voor een zo functioneel mogelijke organisatie.

 

Deze verhuisoperaties zijn natuurlijk tijdelijke maatregelen. De Regie blijft voor beide diensten een vervangingshuur zoeken, zodat de Kasteelstraat definitief kan worden ontruimd en zodat de situatie in de Bourgondiëstraat kan worden hersteld. De situatie wordt verder opgevolgd.

 

04.05  Özlem Özen (PS): Monsieur le ministre, je m'étonnais de lire dans la presse qu'un an plus tard, il y a toujours des problèmes. On ne peut évidemment pas tout éradiquer du jour au lendemain.

 

Concrètement, quel est le nombre d'effectifs supplémentaires pour la justice de paix ou d'autres audiences appelées à risque ou pas? Votre réponse n'est pas très claire à ce sujet. Même s'il y a des guichets, des badges, une surveillance par caméra, ce n'est pas ce qui va calmer l'agressivité et les menaces lors des audiences. Ce que vous annoncez sera-t-il réellement perçu par les acteurs comme étant des éléments de sécurité?

 

04.06  Stefaan De Clerck, ministre: Plusieurs réunions ont eu lieu avec les juges de paix qui ont, tous, été consultés. Un formulaire visant à recueillir leurs réactions a été distribué: "êtes-vous sécurisé?", "rencontrez-vous des problèmes?", "avez-vous été agressé?", "qu'estimez-vous prioritaire?", etc. Sur la base des informations recueillies, les conclusions finales, en accord avec les juges de paix, ont été de conserver des tribunaux de paix ouverts et accessibles, en sécurisant au maximum et en recourant à des techniques supplémentaires: caméras, boutons installés sous le bureau pour alerter la police ou les corps de sécurité en cas de problème en interne, évacuation du juge par une autre porte que celle qui mène vers le public.

 

Toutes ces mesures d'ordre technique ont été inventoriées. Nous avons fait un contrat global reprenant toutes les choses à faire mais celui-ci n'est malheureusement toujours pas finalisé. Plutôt que de lancer un appel d'offres pour chaque bâtiment, on insiste pour qu'il n'y ait qu'un seul contrat, de manière à ce qu'une seule entreprise mette en place tous les investissements là où c'est nécessaire. C'est un débat technique, juridique et administratif. Il me semble pourtant évident qu'il est préférable – ne fût-ce que pour une question de rapidité de mise en œuvre – de n'avoir qu'un seul contrat pour tous les tribunaux de paix mais ce contrat ne recueille pas l'accord de l'inspection des Finances.

 

Ceci dit, le tribunal de paix de Schaerbeek n'est pas si mauvais que cela! Il est beaucoup mieux sécurisé que beaucoup d'autres.

 

04.07  Raf Terwingen (CD&V): Mijnheer de minister, ik denk dat elk vredegerecht inderdaad zijn eigen particulariteiten heeft.

 

Ik ben blij dat u blijkbaar al maatregelen hebt genomen in het vredegerecht waar die verschrikkelijke feiten zich hebben voorgedaan. Er is blijkbaar al een mouw aangepast op het budget van Justitie zelf.

 

Het belangrijkste is echter vooral dat de dienaars van het recht – de rechters, de griffiers – weten dat men begaan is met hun veiligheid en dat er op structurele wijze wordt nagedacht hoe men die kan bevorderen. Dat is de belangrijkste strekking uit uw antwoord.

 

04.08  Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor de stand van zaken.

 

Ik hoop dat er snel een oplossing wordt gevonden. Ik kan mij indenken dat het niet evident is om plots op een andere locatie te moeten werken en al die dossiers te moeten verhuizen. Dat zal de werkzaamheden van de politierechtbank van Oudenaarde niet echt bevorderen, maar dat zal de volgende minister ons wellicht weten te zeggen.

 

E-justice kan ook helpen. Dan hoeft men niet met al die dossiers te sleuren en wordt het veel gemakkelijker om te verhuizen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Sophie De Wit aan de minister van Justitie over "de begeleiding van Vlaamse gedetineerden in de gevangenis van Tilburg" (nr. 6689)

- de heer Olivier Maingain aan de minister van Justitie over "de begeleiding van Franstalige gevangenen in de gevangenis te Tilburg" (nr. 6751)

05 Questions jointes de

- Mme Sophie De Wit au ministre de la Justice sur "l'accompagnement de détenus flamands dans la prison de Tilburg" (n° 6689)

- M. Olivier Maingain au ministre de la Justice sur "l'accompagnement de détenus francophones dans la prison de Tilburg" (n° 6751)

 

De voorzitter: De vragen van de heer Schoofs worden omgezet in schriftelijke vragen en de heer Maingain is niet aanwezig voor het stellen van zijn vraag.

 

05.01  Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, een rapport van de Liga voor Mensenrechten en het Internationaal Observatorium van de Gevangenissen wijst uit dat de begeleiding van de gevangenen beter kan, in het bijzonder wat Tilburg betreft.

 

Een collega heeft daarover in het Vlaams Parlement aan Vlaams minister van Welzijn, de heer Vandeurzen, een vraag gesteld. Ik citeer kort uit zijn antwoord: “De intentie van de federale overheid om gedetineerden die bijvoorbeeld in het kader van een reclassering nood hebben aan een specifieke en intense begeleiding te transfereren naar een Belgische gevangenis of hen voor bepaalde programma’s te laten aansluiten bij het aanbod van de gevangenis in Wortel blijft in de praktijk moeilijk haalbaar.” Dat gaat dan over het feit dat Wortel eigenlijk de hulpgevangenis is van Tilburg. “De moeilijke organisatie van de verplaatsingen naar de inrichting van Wortel en de daaraan verbonden kosten alsook de blijvende overbevolking van de Belgische gevangenissen zijn hier een bepalende factor. Ik heb dan ook steeds gepleit bij mijn federale collega van Justitie om zoveel mogelijk te vermijden dat lopende hulp- en dienstverleningstrajecten in de gevangenissen onderbroken worden en uitdrukkelijk gevraagd om geen gedetineerden naar Tilburg te sturen die actief aan hun reclassering dienen te werken.” Hij suggereert dus om te anticiperen.

 

Hij duidt ook meteen het grootste probleem van dat ogenblik aan: “De belangrijkste nood blijkt momenteel te bestaan uit begeleiding door de VDAB van gedetineerden die in Tilburg verblijven en voor de strafuitvoeringsrechtbank moeten verschijnen. Ik nam hiervoor contact op met mijn collega, minister Muyters, met wie in overleg de afspraak werd gemaakt dat de VDAB een screening zou organiseren van mensen die mogelijk in aanmerking komen voor een tewerkstellingstraject. De concrete begeleiding zal verlopen vanuit een strafinrichting op Belgisch grondgebied. Wat de uitwerking betreft, zullen er duidelijke afspraken worden gemaakt met Justitie.” Dat is moeilijk. Voor gevangenen die in Nederland zitten zal er dus een begeleiding vanuit de Belgische gevangenis moeten komen.

 

Mevrouw Lahaye-Battheu heeft in juli 2011 een vraag gesteld over onze rol in de gevangenis in Tilburg. U hebt toen geantwoord en bevestigd dat de Vlaamse Gemeenschap op korte termijn de mogelijkheden wil onderzoeken van de manier waarop en in welke mate het dienstverlenende aanbod van de VDAB ten aanzien van de gedetineerden in Tilburg kan worden ingezet. U hebt toen ook vermeld dat uw administratie bij dat onderzoek was betrokken. U verklaarde dat het effectief een cruciaal punt betrof dat moest worden besproken en waarvoor een oplossing moest worden gevonden.

 

Het probleem is dat wie bezig is aan reclassering waaraan de VDAB meewerkt, niet in Nederland zou kunnen werken.

 

Mijnheer de minister, wanneer u beide antwoorden samenlegt, uw antwoord en het antwoord van de heer Vandeurzen op het Vlaamse niveau, dan is het duidelijk dat de eenvoudige oplossing waarnaar moet worden gezocht, niet zal zijn dat de betrokken gedetineerden in Nederland zullen kunnen werken. Zulks blijkt niet mogelijk te zijn. Zij zouden voor hun begeleiding, voor hun reclassering en voor hun contacten met de VDAB naar een strafinrichting op Belgisch grondgebied moeten worden overgebracht.

 

Ik moet er geen tekening bij maken, want u weet beter dan wie ook dat alleen al aan dergelijke verplaatsingen een serieus kostenplaatje vastzit.

 

Mijnheer de minister, daarom lijkt het mij interessant het volgende te weten.

 

Hoeveel gevangenen van de 650 gedetineerden in Tilburg zitten effectief in de reclassering, hoewel zulks oorspronkelijk niet de bedoeling was? Immers, ik verwijs naar de suggestie van minister Vandeurzen, die op de situatie wil anticiperen en geen gedetineerden die actief bezig zijn, naar Tilburg wil gestuurd zien, wat echter blijkbaar toch het geval is.

 

Hoe verloopt de reclassering in dergelijk geval? Moeten zij inderdaad elke keer van Tilburg naar de Belgische gevangenis worden overgebracht, om hun reclassering te verwezenlijken?

 

Hebt u een zicht op de gemiddelde kostprijs van het transport van Tilburg naar Wortel? Hoe vaak gebeuren de transporten? Is dat wekelijks of is er een andere timing?

 

Los daarvan wordt Wortel beschouwd als een hulpgevangenis voor Tilburg. Niettemin wordt het transport als moeilijk bestempeld, wat ik, behalve het argument van het kostenplaatje, niet goed begrijp.

 

Zijn al definitieve afspraken gemaakt tussen Justitie, enerzijds, en de Vlaamse Gemeenschap, anderzijds, over het aspect van de VDAB en de begeleiding aldaar?

 

Acht u het wenselijk dat de VDAB enkel Tilburgse gedetineerden kan begeleiden, indien zij naar België, dus naar een strafinrichting op Belgisch grondgebied komen?

 

Waarom was de Vlaamse Gemeenschap geen betrokken partij bij het sluiten van het huurcontract tussen Nederland en de federale overheid?

 

Mijnheer de minister, mijn vraag is een hele boterham. Niettemin kijk ik uit naar uw antwoord.

 

05.02 Minister Stefaan De Clerck: Mevrouw de voorzitter, mevrouw De Wit, vooraf wil ik zeggen dat ik vorige week terug in Tilburg ben geweest omdat het CPT, het Europese comité ter voorkoming van folteringen, dat systematisch de gevangenissen in Europa bezoekt, op bezoek was in Nederland en ook Tilburg grondig geanalyseerd heeft. Ik heb een aantal vragen van het CPT beantwoord. Ik ben nog niet in het bezit van het verslag dat later wordt opgesteld maar het is wel op bijna alle punten zeer goed.

 

Twee punten kwamen naar boven: het probleem van het diepvriesvoedsel en de microgolfoven en het probleem van de tandarts. Veel mensen die in de gevangenis verblijven, maken blijkbaar van die gelegenheid gebruik om “grondig werk” te laten verrichten. In Nederland is dagelijks nazicht blijkbaar geen probleem, maar grondige tandheelkunde vormt er blijkbaar wel een probleem.

 

Het is steeds de bedoeling geweest om geen gedetineerden naar de inrichting van Tilburg over te brengen die reeds een specifiek reclasseringstraject volgen. In de regel gebeurt dat dus ook niet. Wel zijn er verschillende gedetineerden die in de voorwaarden verkeren om in een reclasseringstraject te stappen, hetzij op het moment van hun transfer naar Tilburg, hetzij tijdens hun verblijf in Tilburg. Reclassering houdt niet ipso facto in dat de gedetineerden in de inrichting van Tilburg definitief naar een strafinrichting in België dienen te worden overgebracht. Via de toekenning van uitgaansvergunningen kunnen bepaalde opleidingen of begeleidingen in België worden gegarandeerd. Gedetineerden worden in dat geval vanuit Tilburg naar de inrichting van Wortel overgebracht. De opleidingen en begeleidingen verlopen dan op Belgisch grondgebied. De bepalingen van het verdrag laten immers niet toe dat gedetineerden zich elders op het Nederlands grondgebied bevinden, bijvoorbeeld door een bijzondere opleiding of begeleiding te volgen.

 

De overbrenging van gedetineerden om hen toe te laten een opleiding of begeleiding te volgen, is niet uitzonderlijk, ook niet binnen het Belgisch grondgebied zelf. Ook tussen Belgische strafinrichtingen onderling zijn er transfers, omdat niet in elke regio dezelfde opleidingen worden aangeboden of omdat een betrokkene voor een specifieke begeleiding naar een ander gebied moeten worden overgebracht waar een voorziening aanwezig is die de betrokken gedetineerde kan begeleiden.

 

Zo is het ook mogelijk dat in het raam van strafuitvoeringsmodaliteiten een regioverbod wordt voorgesteld, rekeninghoudend met slachtoffers. Een regioverbod houdt ook in dat een overbrenging naar een andere instelling praktisch aangewezen is. De overbrengingen hebben in die gevallen niets te maken met een al dan niet verblijf in de inrichting in Tilburg.

 

Er zijn nog talrijke redenen voor overbrenging aan te halen. Nogmaals, de uitwerking van een reclassering houdt niet automatisch in dat gedetineerden definitief terug naar België moeten komen.

 

De afwezigheid van de VDAB in de inrichting van Tilburg bleek daarentegen wel een probleem te zijn. De VDAB is als dienst voor beroepsopleiding en tewerkstellingsbegeleiding onmisbaar voor gedetineerden die in het raam van een reclasseringsplan nood hebben aan een specifieke opleiding of begeleiding.

 

Op basis van overleg van mijn beleidscel met de beleidscellen van de ministers Muyters en Vandeurzen werd in overleg met de respectievelijke administraties in de aanwezigheid van een VDAB-consulent in de inrichting van Tilburg voorzien.

 

Door de aanwezigheid van een afgevaardigde van de VDAB in de inrichting van Tilburg heeft deze dienst een beeld van de populatie aldaar en in de concrete noden die rijzen op het vlak van vorming en tewerkstellingsbegeleiding in het raam van een reclasseringstraject.

 

De betrokken administraties hebben nauw contact met elkaar. Een nieuw overlegmoment is op 27 oktober 2011 gepland.

 

Momenteel verblijven er 665 gedetineerden in Tilburg, van wie 353 zonder recht op verblijf in België. Zij vallen automatisch af voor een reclassering in België. Ze behoren ook niet tot de doelgroep van de VDAB.

 

Voorts zijn er nog 312 gedetineerden met een potentieel reclasseringsproject in België. Tien daarvan komen uit een Franstalige instelling en wensen zich ook te reclasseren in het Franstalig gedeelte van België.

 

Er zijn dus 302 gedetineerden die tot de doelgroep van de VDAB behoren. Daarvan zijn er 62 met een VI-datum: 1 januari 2013 of later.

 

We spreken dus over 240 potentiële klanten voor VDAB op korte termijn of een derde van de populatie in Tilburg.

 

Met betrekking tot het transport ben ik niet op de hoogte van het probleem. Er wordt dagelijks transport georganiseerd vanuit Tilburg naar Wortel en omgekeerd. Dit laat de gedetineerden ook toe om op een correcte manier penitentiaire verloven en uitgangsvergunningen op te nemen.

 

Voor de kostprijs voor beveiligd vervoer van gedetineerden van de inrichting van Tilburg naar Wortel verwijs ik naar artikel 27 van het verdrag dat bepaalt dat deze rit heen en terug 455 euro bedraagt, rekeninghoudend met de indexering, vermeld in artikel 29 van het verdrag.

 

Ik ga ervan uit dat wij door voortdurend verder overleg maximaal proberen te beantwoorden aan de vragen. Ik geef wel toe dat er een probleem met de VDAB was.

 

Uw vraag is terecht. Waarom zijn de Gemeenschappen niet betrokken? Wij hebben bij de totstandkoming van die conventie alles geprobeerd om dat tot het federaal parlement te beperken. Wij hebben dat besproken in een werkgroep gemengde verdragen.

 

Er bestaat een bijzondere commissie die de selectie moet maken tussen de federale verdragen en de gemengde verdragen. Daar heeft men geoordeeld dat dit geen gemend verdrag was en dat dit dus alleen met de federale autoriteiten kon worden afgesloten. Dat is dan ook zo gebeurd.

 

Dat heeft niet belet dat wij van bij het begin de Gewesten en, vooral, de Gemeenschappen hebben geïnformeerd over het totstandkomen van de samenwerkingsovereenkomst met Tilburg. Wij hebben van die autoriteiten de bevestiging gekregen dat zij alle nodige schikkingen zouden treffen om hun inspanningen als Gemeenschap maximaal na te komen. Voor wat de VDAB betreft, zijn er wat discussies geweest, maar ik denk dat die nu definitief opgelost zijn.

 

05.03  Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, ik stel vast dat niet zozeer de reclassering, maar wel het diepvrieseten en de tandarts een probleem zijn, en maak mij dan echt wel zorgen. De bedoeling van een deel van het gevangenisverblijf is toch dat je de reclassering voorbereidt.

 

05.04 Minister Stefaan De Clerck: Reclassering is ook arbeiden. Men stelt bijvoorbeeld vast dat in Tilburg onnoemelijk veel meer dan in de andere Nederlandse gevangenissen wordt gewerkt. De Belgische gevangenen vragen veel meer naar werk en leggen meer bereidheid aan de dag om te werken in de ateliers en de werkplaatsen. Dit is ook een vorm van reclassering, maar op een andere manier. Men vond het een zeer positieve evolutie dat de tewerkstelling in de gevangenis van Tilburg zeer was toegenomen sinds het begin. Op die manier hebben de gevangenen ook de kans om een centje te verdienen.

 

05.05  Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, het is inderdaad nuttig qua tijdverdrijf, het vergroot de rust in de gevangenis en ze kunnen er de kantine mee betalen. Dat zijn volgens mij de grootste drijfveren om in de gevangenis te werken. Qua reclassering zal dat een aanzet zijn.

 

Er is toch nog veel werk aan de winkel. Ik ben blij met het overleg over het inschakelen van de VDAB en ben blij dat er een VDAB-consulente is. Dat hebben ze nodig als ze naar de strafuitvoeringsrechtbank gaan. Zeggen dat men in de gevangenis in de keuken heeft gestaan, helpt niet. De echte inschakeling zal nodig zijn voor de strafuitvoeringsrechtbank en een correcte controle bij een eventuele vrijlating. Voor de maatschappij is het ook belangrijk dat de reïntegratie correct kan verlopen, dat slachtoffers kunnen worden vergoed en dat men kan worden ingeschakeld en niet in recidive hoeft te vervallen. Er is op dat punt nog veel werk aan de winkel, maar ik ben blij met het overleg dat er tenminste is. Dat is één aspect.

 

Ten tweede. Ik blijf mijn vragen hebben bij het kostenplaatje. Ik zie dat een rit heen en weer 455 euro kost. Mij lijkt dat niet weinig, maar het zal voorlopig misschien niet anders kunnen. U zult waarschijnlijk nog willen verwijzen naar uw masterplan. Als dat opgelost is, hebben we de gevangenis van Tilburg niet meer nodig en vallen die kosten ook weer weg. Dat zal dan, zoals andere zaken, voor de volgende minister zijn.

 

05.06 Minister Stefaan De Clerck: Met het masterplan is wel gestart.

 

05.07  Sophie De Wit (N-VA): Het is nog niet klaar. De strik van het afgewerkte masterplan zal dus ook voor de nieuwe minister zijn.

 

05.08 Minister Stefaan De Clerck: Ik wens dat mijn opvolger oprecht toe, liefst in 2013.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van mevrouw Karin Temmerman aan de minister van Justitie over "het aanstellen van voogden voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die EU-burger zijn" (nr. 6691)

06 Question de Mme Karin Temmerman au ministre de la Justice sur "la désignation de tuteurs pour les mineurs étrangers non accompagnés citoyens de l'UE" (n° 6691)

 

06.01  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de minister, uit het rapport van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding blijkt dat veel slachtoffers van mensenhandel afkomstig zijn uit Roemenië en Bulgarije. Onder hen bevinden zich jammer genoeg ook heel veel minderjarigen. Een speciale bescherming voor die groep dringt zich logischerwijze op. Dat erkent ook de Europese richtlijn Mensenhandel.

 

Een van de mogelijke maatregelen die hiertoe kunnen worden genomen, is het aanstellen van voogden voor niet-begeleide minderjarige EU-burgers.

 

Vindt u de voorgestelde maatregel nuttig, namelijk het aanstellen van voogden? Waarom wel of niet? Indien de maatregel wordt uitgevoerd, houdt dit een grote, extra belasting in voor de dienst Voogdij?

 

Hoe is het gesteld met de huidige achterstand omtrent de leeftijdsbepaling? In juli van dit jaar waren er nog 325 lopende dossiers. Kunt u mij de huidige cijfers geven?

 

Zijn de extra middelen waartoe werd beslist op de Ministerraad van 15 april, reeds voor handen? Zo ja, waarvoor werden zij juist aangewend?

 

Zijn de algemene richtlijnen tot oprichting van een pilootproject uitgevoerd? Heeft het project de achterstand gestopt? Is het pilootproject reeds van start gegaan?

 

06.02 Minister Stefaan De Clerck: Wat de eerste en tweede vraag betreft, moet ik verduidelijken dat er voor asielzoekers geen enkel verschil is tussen een minderjarige Europeaan en een minderjarige niet-Europeaan. De minderjarigen kunnen immers zelf, zonder voogd, hun asielaanvraag indienen. Het is niet nodig dat een voogd hierin tussenbeide komt. De Dienst Vreemdelingenzaken stelt dat elke dag vast en deelt mij mee dat tal van minderjarigen zich bij de dienst aanmeldt zonder voogd om een asielaanvraag in te dienen. Die aanvraag wordt op dezelfde manier behandeld als alle andere.

 

Wat de terugkeer van minderjarige Europeanen of niet-Europeanen betreft, doet de Dienst Vreemdelingenzaken er alles aan om een vrijwillige terugkeer aan te bevelen. Herintegratie van de jongeren in hun land van herkomst moet een prioriteit zijn. De Dienst Vreemdelingenzaken doet geen gedwongen repatriëringen van minderjarigen.

 

Minderjarigen van Europese afkomst vallen onder de toepassing van het Europees recht. Tal van minderjarigen is dus rechtsgeldig ingeschreven in het land, vaak met toestemming van de ouders. Het zijn niet die jongeren die zich in een kwetsbare situatie bevinden.

 

Voor wie zich wel in een kwetsbare situatie bevindt, is er een dienst opgericht die deel uitmaakt van de voogdijdienst. Uit navraag bij die dienst blijkt dat er in 2010 ongeveer 65 Europese minderjarigen, waarvan 49 met de Roemeense nationaliteit, onder de hoede van de voogdijdienst werden geplaatst. Daarvan zijn door tussenkomst van de dienst Voogdij twee Roemeense meisjes en een Frans meisje in het opvangcentrum Esperanto en twee Franse jongeren in het observatie- en oriëntatiecentrum Neder-Over-Heembeek geplaatst. Een jongen werd opgesloten in het centrum voor illegalen te Brussel en een andere in het centrum De Grubbe. Waarschijnlijk zijn er nog meer van hen door de tussenkomst van de jeugdrechter in een centrum van de Gemeenschappen geplaatst, maar werd de dienst Voogdij daarvan niet op de hoogte gebracht.

 

Om het onderscheid tussen Europese en niet-Europese minderjarigen weg te werken, heeft mevrouw Nahima Lanjri op 29 oktober 2010 een wetsvoorstel in de Kamer ingediend, waarmee de toepassing van de voogdijwet wordt uitgebreid naar de minderjarigen afkomstig uit Europa. Het betreft het wetsvoorstel nr. 509. Het wetsvoorstel doet uitdrukkelijk geen afbreuk aan het principe van een zo spoedig mogelijke terugzending en tenlasteneming door het Europese land van herkomst. Wij moeten bekijken hoe het verder zal verlopen. Het is niet aan mij om daarover nu een uitspraak te doen. Het punt zou best binnenkort goed worden behandeld.

 

Wat uw vraag over de achterstand in leeftijdsidentificaties betreft, tussen 1 juli 2011 en 21 oktober 2011 gingen 517 personen op medisch leeftijdsonderzoek. Voor heel 2011 waren dat er 861. Ter vergelijking, in 2010 gingen 392 personen op medisch onderzoek en in 2009 455. Afgelopen jaar zijn er dus significant meer leeftijdsonderzoeken gebeurd. Daarmee is de achterstand weggewerkt en kan ook de huidige instroom tijdig behandeld worden. Dat wil zeggen dat er geen nieuwe achterstand ontstaat. Ongeveer 25 % van de geteste personen is minderjarig. 75 % is meerderjarig, met alle gevolgen van dien.

 

In juli waren er 241 aanmeldingen van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, in augustus 271, in september 357 en, tot nu toe, in oktober 204. Het is opvallend dat de toename bijna uitsluitend toe te schrijven is aan het aantal jonge Afghaanse asielzoekers dat naar ons land komt. Van 1 juli tot 21 oktober waren dat er 375.

 

Van die 375 jonge Afghanen werden er in dezelfde periode 167 aan een medisch leeftijdsonderzoek onderworpen.

 

Wat de extra middelen betreft, loopt er momenteel een rekruteringsexamen via Selor. Die examens waren al lang gepland.

 

Een administratief-technisch deskundige is al in dienst getreden en wij doen verder al het mogelijke om te rekruteren en om de middelen aan te wenden voor het nemen van de leeftijdsbeslissing, het rekruteren en aanstellen van voogden en voor de organisatie van het werk van de voogden.

 

De Ministerraad heeft op 20 juli 2011 beslist om aan de dienst Voogdij nog 180 000 euro bijkomende middelen toe te kennen, waarvan 150 000 euro bestemd zijn voor aanwerving van sociaal deskundigen en 30 000 euro voor een bijkomend voertuig, zodat men over voldoende transportcapaciteit beschikt. De bijkomende middelen zullen pas beschikbaar zijn na een aanpassing van de begroting 2011.

 

Tot slot is het mij onduidelijk over welk pilootproject u het hebt in uw laatste vraag. Ook de dienst Voogdij kon mij dat niet uitleggen, maar ik ga ervan uit dat u mij daarover desgevallend bijkomende informatie geeft, zodat ik dat verder kan laten nakijken.

 

06.03  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Ik ben uiteraard op de hoogte van het wetsvoorstel, dat wij trouwens ook hebben gesteund.

 

Mijn specifieke vraag betrof de minderjarige slachtoffers van mensenhandel. Ik weet dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen minderjarige EU-burgers en minderjarige niet-EU-burgers, maar mijn vraag was specifiek of er automatisch een voogd wordt aangesteld wanneer men vaststelt dat niet-begeleide minderjarigen het slachtoffer zijn van mensenhandel. Heb ik uit uw antwoord goed begrepen dat dat automatisch gebeurt?

 

06.04 Minister Stefaan De Clerck: Inderdaad.

 

06.05  Karin Temmerman (sp.a): Wat het pilootproject betreft, men had mij gezegd dat de dienst Voogdij naar aanleiding van de bestaande richtlijnen een pilootproject zou opstarten voor de niet-begeleide minderjarigen die het slachtoffer waren van mensenhandel om na te gaan op welke manier wij die richtlijnen zouden uitvoeren.

 

Als de dienst Voogdij daarvan niets weet, zal ik dat nog eens opzoeken.

 

06.06 Minister Stefaan De Clerck: Het verslag inzake mensenhandel is net opgesteld. U kunt het misschien nalezen of daarin iets specifiek is opgenomen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van de heer Ben Weyts aan de minister van Justitie over "de Moslimexecutieve" (nr. 6697)

07 Question de M. Ben Weyts au ministre de la Justice sur "l'Exécutif des musulmans" (n° 6697)

 

07.01  Ben Weyts (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, reeds in maart 2008 besliste de regering om de Moslimexecutieve niet meer te erkennen. Dat was niet mijn beslissing, dat was de beslissing van de regering. Er waren daarvoor verschillende redenen, zoals verkeerd beheer, malversaties allerhande en het feit dat een en ander helemaal fout liep. Sindsdien is er daar echter niets meer veranderd, alleszins niet te goede.

 

Ondanks dat vaardigt de regering al drie jaar na mekaar om de zes maanden een koninklijk besluit uit om de beslissing van 2008 nog even uit te stellen. Na herhaalde vragen besliste u uiteindelijk om nog maar drie maanden te verlengen, tot 31 maart. Vervolgens bleken die besprekingen van 31 maart laatstleden opnieuw vruchteloos.

 

U hebt op 12 oktober in deze commissie meer tekst en uitleg gegeven over een recente communicatie van u en over twee koninklijke besluiten van 28 augustus van dit jaar. Via die koninklijke besluiten wordt namelijk een afgeslankte Moslimexecutieve geïnstalleerd die belast wordt met de lopende zaken tot het einde van het jaar. Daarnaast werd er ook beslist om voortaan nog maar een subsidie toe te kennen van 70 000 euro, louter om de continuïteit van de werking te waarborgen.

 

Tot besluit van uw uitvoerig antwoord zei u: “Ma réponse est circonstanciée car il me semblait que ce dossier nécessitait une grande précision.” Bij nader inzien bleek er toch geen sprake te zijn van une grande précision, want met enige verbazing las ik in het Belgisch Staatsblad van 17 oktober dat er toch nog een derde koninklijk besluit is uitgevaardigd, een koninklijk besluit van 2 oktober tot toekenning van een subsidie van 140 000 euro voor de werking van de Moslimexecutieve. Tien dagen voor uw antwoord in de commissie had de regering reeds een bijkomende beslissing genomen, waarover u niets zei in uw nochtans uitvoerig antwoord dat naar eigen zeggen getuigt van une grande précision.

 

Wat is de reden voor de werkwijze om kort na elkaar twee keer subsidies toe te wijzen? Waarom verzwijgt u dat, waarom zegt u daarover niets in dit Parlement, in deze commissie?

 

Naar ik aanneem komt die 140 000 euro bovenop de 70 000 euro waarover reeds beslist was. Kunt u dat bevestigen? Wat verantwoordt die bijkomende uitgave anderhalve maand later?

 

Kunt u het werkelijke en volledige budgettaire plaatje van de Moslimexecutieve voor het jaar 2011 schetsen?

 

07.02 Minister Stefaan De Clerck: Mevrouw de voorzitter, ik heb op 12 oktober inderdaad meegedeeld dat er twee KB’s genomen zijn op 28 augustus 2011. Het eerste heeft betrekking op de erkenning van een mandaat aan bepaalde leden van de Moslimexecutieve, namelijk vier personen. Het tweede heeft betrekking op het toekennen van een subsidie van 70 000 euro voor de werking van de Moslimexecutieve.

 

Het bedrag van 70 000 euro kon enkel worden aangewend voor het betalen van de lonen van de werknemers, de huur van het gebouw en de andere kosten die verbonden zijn aan de goede werking van de Moslimexecutieve. Op 27 september 2011 bracht ik de voorzitter van de Moslimexecutieve op de hoogte van de toekenning van deze subsidie. Met de toegekende subsidie van 70.000 euro werden de opgelopen achterstallen grotendeels weggewerkt. Op 10 oktober jongstleden ontving ik de stukken ter verantwoording van de aanwending ervan.

 

Het toekennen van een bijkomende subsidie van 140 000 euro is evenwel noodzakelijk om de continuïteit tot 31 december 2011 te verzekeren. Ook al is de Moslimexecutieve er niet in geslaagd om in consensus een hervormingsproject uit te werken, toch blijkt dat de verworvenheden van de islamitische eredienst op het terrein veilig moeten worden gesteld. Ik denk aan de islamconsulenten, de imams in de erkende moskeeën, en anderen.

 

Voor het volledige jaar 2011 was er een bedrag ingeschreven van 450 000 euro. Dit bedrag wordt in schijven uitbetaald. Bij KB van 26 januari 2011 werd een eerste schijf van 112.500 euro uitgekeerd die bedoeld was voor de werking in de periode tussen 1 januari en 31 maart 2011. Zoals eerder gezegd werd bij KB van 28 augustus een bedrag van 70 000 euro toegekend en vervolgens bij KB van 2 oktober 2011 een bedrag van 140 000 euro. Het bedrag van 70 000 euro plus 140 000 euro dekt dus de periode tussen 1 april en 31 december 2011. In totaal zal de Moslimexecutieve dus een bedrag van 322 500 euro ontvangen hebben van de voorziene 450 000 euro. Er blijft dus een saldo van 127 500 euro.

 

07.03  Ben Weyts (N-VA): Mijnheer de minister, ik sta versteld van dit antwoord. U hebt het over een bedrag van 322 500 euro, terwijl u in de pers zei dat u het bedrag van 450 000 euro voor de Moslimexecutieve fors zou terugschroeven tot 200 000 of 250 000 euro. Dat verklaarde u in de pers. Op 12 oktober 2011 zegt u in dit Parlement, heel uitvoerig, avec une grande précision, dat de Moslimexecutieve nog 70 000 euro krijgt. Eigenlijk liegt u tegen het Parlement.

 

07.04 Minister Stefaan De Clerck: Alstublieft zeg!

 

07.05  Ben Weyts (N-VA): U verzweeg dat de regering op uw voorstel tien dagen eerder nog een bijkomend besluit voor 140 000 euro had genomen. In totaal is het dus een subsidiëring van 322 500 euro. Waarom verzwijgt u dat? Waarom liegt u daarover? Ik denk dat u opnieuw door de knieën bent gegaan. U bent daarover zo beschaamd dat u het Parlement verkeerde informatie geeft. Dat bedrag is zelfs meer dan in 2008, het jaar waarin werd beslist om de Moslimexecutieve niet langer te erkennen.

 

Het komt een overheid volgens mij absoluut niet toe om te bepalen hoe een godsdienst zich moet organiseren. Het komt een overheid en een regering wel toe om ervoor te zorgen dat er vakkundig met het belastinggeld wordt omgesprongen. Het komt de regering toe om niet langer een orgaan te financieren dat niet representatief is voor de Moslimgemeenschap, dat niet in staat blijkt om een degelijke boekhouding neer te leggen, dat zelfs niet in staat blijkt om een vergadering te organiseren. Dat heeft u hier zelf gezegd. De voorzitter had een vergadering georganiseerd. Hij liet ze niet doorgaan. Achter zijn rug is ze wel doorgegaan. Het agendapunt was het afzetten van de voorzitter. Achteraf hebt u geoordeeld dat die vergadering niet legaal was. In het Vlaams noemen wij zulke zaken “nen annekesnest”.

 

Ik vind het totaal onverantwoord om daaraan 322 000 euro belastinggeld uit te geven. Ik vind het nog meer onverantwoord dat u niet de moed hebt om het Parlement de waarheid mee te delen. Het is heel spijtig dat u op het einde van deze regeerperiode in lopende zaken, nog finaal door de knieën gaat. Dat is onbegrijpelijk.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van de heer Stefaan Van Hecke aan de minister van Justitie over "de uitspraken van procureur De Valkeneer over de verjaring van het dossier van de Bende van Nijvel" (nr. 6702)

08 Question de M. Stefaan Van Hecke au ministre de la Justice sur "les propos tenus par M. De Valkeneer, procureur, au sujet de la prescription du dossier des tueurs du Brabant wallon" (n° 6702)

 

08.01  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): Mijnheer de minister, de procureur van Charleroi, Christian De Valkeneer, heeft vorige week in de media verklaard dat het dossier van de Bende van Nijvel bijna verjaart. Hij heeft voorgesteld de verjaringstermijn voor dit dossier op te trekken. Dat kan men natuurlijk niet voor één dossier doen, het zou betekenen dat voor alle misdaden er een verlening zou komen van de verjaringstermijn. Volgens hem is het de enige manier om dit gigantische dossier – bovendien één van de grootste misdaadmysteries van het land – tot een goed einde te brengen.

 

Mijnheer de minister, ik stel u twee concrete vragen. Ten eerste, wat vindt u van het voorstel van de procureur? Ten tweede, bent u bereid de verjaringstermijn op te trekken, zodat dergelijke dossiers in de toekomst kunnen worden voortgezet?

 

08.02 Minister Stefaan De Clerck: De procureur des Konings heeft met zijn verklaring willen aangeven dat er een probleem rijst wanneer het dossier, in de huidige stand van zaken, op 10 november 2015 verjaard zal zijn. Dat is over 4 jaar. Het is niet aan mij om in de huidige situatie ter zake aankondigingen te doen of beslissingen te nemen. Dit is bij uitstek iets waar de volgende regering rustig over moet nadenken, en waar het Parlement over moet nadenken.

 

In elk geval lijkt mij de piste van “misdrijven tegen de menselijkheid” geen accurate juridische benadering. Het zou mij verwonderen dat zij juridisch standhoudt. Het geeft evenwel aan dat er gezocht wordt naar een oplossing om alle middelen te kunnen blijven inzetten om de misdaden van de Bende van Nijvel op te helderen.

 

Volgens mij is het één van de grootste drama’s van de jongste decennia dat wij er in België niet in geslaagd zijn de daders van die 28 moorden te vinden. Ik vind het een schandelijk dossier. Ik heb gedurende mijn hele loopbaan alles gedaan om mensen en middelen in te zetten om de zaak op te helderen. Spijtig genoeg is dit nog altijd niet het geval, maar ik blijf hopen dat het ooit lukt.

 

Met de verjaringstermijn moeten wij met de nodige omzichtigheid omgaan. De volgende regering zal moeten oordelen of zij ter zake initiatieven neemt. Wij zullen dan zien welke mogelijkheden er zijn.

 

08.03  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): Mijnheer de minister, ik meen dat met het voorstel van de procureur het debat gelanceerd is. Uiteraard heeft het pas zin indien er een redelijke kans is dat nog resultaat kan worden bereikt.

 

Ik heb ook ergens gelezen over de mogelijkheid deze daden te kwalificeren als “misdrijven tegen de menselijkheid,” maar de procureur heeft zelf verkondigd dat het niet zijn concrete voorstel was. Ik ben het met u eens dat het niet de juiste piste zou zijn.

 

Kortom, dit dossier zal de komende jaren allicht opnieuw opduiken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 6735 van de heer Jadot is omgezet in een schriftelijke vraag. Van de heer Landuyt, met vraag nr. 6737 is er geen nieuws. Vraag nr. 6742 van de heer Jadot wordt omgezet in een schriftelijke vraag.

 

09 Questions jointes de

- Mme Valérie Déom au ministre de la Justice sur "la manifestation des traducteurs et interprètes devant le Palais de Justice de Bruxelles" (n° 6749)

- Mme Kristien Van Vaerenbergh au ministre de la Justice sur "la rétribution des interprètes judiciaires" (n° 6757)

09 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Valérie Déom aan de minister van Justitie over "de protestactie van de vertalers en tolken voor het Justitiepaleis te Brussel" (nr. 6749)

- mevrouw Kristien Van Vaerenbergh aan de minister van Justitie over "de betalingen aan gerechtstolken" (nr. 6757)

 

09.01  Valérie Déom (PS): Madame la présidente, monsieur le ministre, la presse rapporte que les experts, les huissiers et les traducteurs-interprètes du tribunal de première instance de Bruxelles ne sont plus payés depuis des mois à cause du système informatique récemment mis en place. Certains traducteurs-interprètes ont d'ailleurs manifesté, à titre individuel, sur les marches du palais de justice de Bruxelles.

 

Ce système informatique aurait pour objectif d'éviter les fraudes dans le remboursement des prestations et des frais de déplacement.

 

Vous connaissez l'importance de ces travailleurs pour le bon fonctionnement de la justice et pour le respect des droits de la défense. N'est-il pas possible de trouver une solution rapidement pour qu'ils perçoivent les salaires dus? Le président du tribunal de première instance de Bruxelles paraît assez peu optimiste concernant la situation et son évolution.

 

Monsieur le ministre, pouvez-vous nous expliquer en quelques mots le problème qui se pose? Comment expliquez-vous qu'il soit limité à Bruxelles alors que le nouveau système est testé dans différents arrondissements? D'autres professions sont-elles concernées par cette suspension de paiement? Quand peut-on espérer le déblocage de la situation? Est-il possible de payer les salaires dus à ces professionnels sans passer par le nouveau système? Si ce n'est pas le cas, ne peut-on pas trouver une alternative pour assurer le remboursement des notes de frais présentées en attendant que le système soit remis en fonction ou qu'un nouveau système soit élaboré?

 

09.02  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de minister, vorige week heb ik staatssecretaris Devlies ondervraagd over de stand van zaken van het boekhoudprogramma CGAB.

 

Volgens uw collega verloopt alles heel goed en volgens schema. Vanaf begin 2012 zou tot de algemene, algehele implementatie kunnen worden overgegaan.

 

Het programma zal worden gebruikt voor het beheer van de gerechtskosten. De staatssecretaris loofde het programma met de woorden – ik citeer –: “Uit de testen blijkt dat de vernieuwing technologisch goed functioneert en dat de applicatie voldoet aan de behoeften van de praktijk.”

 

Zijn woorden staan in schril contrast met wat wij afgelopen week in de pers mochten vernemen. Vorige week was er immers een prikactie van de gerechtstolken, die over de achterstallige betalingen klaagden. Als schuldige werd nu net voormeld, nieuw computerprogramma, dat alles moest vergemakkelijken, aangeduid.

 

In de pilootstad Brussel worden tolken bij de rechtbank van eerste aanleg al meer dan een half jaar niet meer betaald. Sommige tolken hebben nog recht op grote sommen, die bedragen van tienduizenden euro overschrijden. Zij hebben nu bijvoorbeeld problemen met de afbetaling van hun huis, omdat zij van Justitie geen geld meer ontvangen.

 

Mijnheer de minister, hoe verklaart u het verschil tussen de hoeracommunicatie van vorige week en de schrijnende situatie op het veld met betrekking tot het computerprogramma CGAB?

 

Waar loopt het fout? Hoe plant u de fout zo snel mogelijk recht te zetten?

 

Wanneer zullen de betrokken tolken worden betaald?

 

In juli 2011 kondigde u tevens een minirondzendbrief aan met het oog op een betere controle op de prestaties van tolken. Een betere controle is immers nodig, zoals bleek uit het programma Gerechtskosten in strafzaken van de commissie voor de Modernisering van de Gerechtelijke Orde. De omzendbrief zou een standaardformulier voor de tijdbesteding van de tolken moeten bevatten.

 

Mijnheer de minister, hoever staat het met voormelde omzendbrief?

 

Zouden wij een dergelijk standaardformulier kunnen verkrijgen?

 

09.03  Stefaan De Clerck, ministre: Madame la présidente, le programme CGAB (comptabilité générale/algemene boekhouding) est employé depuis juillet dans les sites pilotes. La mise en application de ce nouveau programme a engendré un retard dans le paiement des notes de frais des traducteurs et interprètes. Ce retard sera résorbé le plus rapidement possible. Le greffe de Bruxelles étant un greffe de grande importance, il est normal que les difficultés rencontrées lors de l'implémentation de ce programme y soient plus importantes que dans les autres sites pilotes.

 

Toutes les professions concernées par un paiement au greffe ont un retard de liquidation. Les paiements les plus importants concernent les traducteurs et interprètes. L'administration fait le nécessaire pour trouver une solution. Nous avons donné un signal clair comme quoi nous avions besoin de ces personnes. Il s'agit d'une question purement administrative. Nous avons procédé à l'automatisation et, suite à cela, nous avons constaté qu'il y avait plus de retard.

 

Quand ce problème de retard sera résolu, il m'a été confirmé que cela fonctionnerait mieux de cette manière. J'en suis convaincu. Le système informatisé apportera de nombreux avantages. C'est le départ qui semble être difficile. J'ai insisté pour que cela soit solutionné le plus vite possible.

 

Ik hoop dat het nu ook effectief gebeurt. Het is immers geen kwestie van een gebrek aan budget, maar gewoon een kwestie van organisatie. Ik heb er ten zeerste op aangedrongen dat een en ander geautomatiseerd zou worden, omdat er tot nu toe veel te weinig controle plaatsvond. Zo duurde het allemaal veel te lang wanneer facturen moeten worden doorgestuurd. Daarom is het systeem nu geautomatiseerd. Maar nu brengt die automatisering wat problemen met zich. Ik ga ervan uit dat wij dat op de kortst mogelijke termijn opnieuw onder controle kunnen krijgen.

 

Voorts, het concept van het standaardformulier ligt nu ter goedkeuring bij de griffies. De bedoeling is om de prestaties van de tolken beter te controleren. Ik kan het nog niet meedelen, omdat het momenteel nog voorwerp van bespreking is.

 

Ik zal van heel kortbij blijven toezien dat de achterstand volledig ingehaald wordt. Het risico bestaat anders dat heel wat procedures blokkeren, wat wij ons op het ogenblik niet kunnen veroorloven.

 

09.04  Valérie Déom (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie. On sait que les voies de l'informatique sont souvent impénétrables mais il s'agit d'un couac de plus dans le processus d'informatisation. Ce matin encore, nous discutions d'un texte en vue d'accélérer ce processus.

 

Il faut tout mettre en œuvre pour éviter les problèmes, à peine six mois après cette informatisation.

 

Comme vous l'avez dit, nous avons besoin de tous les acteurs de la justice et les interprètes, les experts et les huissiers en font partie! Vu l'état du secteur de la justice, le fait d'imaginer que ces personnes ne sont pas payées en raison de problèmes informatiques est difficile à faire passer. On peut dès lors comprendre leurs réactions.

 

J'espère que nous trouverons une solution le plus vite possible et que ceci ne se reproduira pas.

 

09.05  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik begrijp dat het optimisme dat wij vorige week bij de heer Devlies konden horen, toch iets moet worden gemilderd. Men ondervindt in de praktijk immers toch wel problemen met de betalingen.

 

Ik hoop dat ik goed heb begrepen dat het tijdsschema van het systeem nog altijd klopt. Alleen met de uitvoering is er een probleem. Ik hoop dat daarvoor snel een oplossing kan worden gevonden, want de tolken zijn immers broodnodig om rechtszaken verder te laten evolueren. We kijken uit naar het standaardformulier, dat binnenkort zal worden goedgekeurd en waarover ik dan waarschijnlijk zal kunnen beschikken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van mevrouw Kristien Van Vaerenbergh aan de minister van Justitie over "het akkoord over de splitsing van het gerechtelijke arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde" (nr. 6754)

10 Question de Mme Kristien Van Vaerenbergh au ministre de la Justice sur "l'accord sur la scission de l'arrondissement judiciaire de Bruxelles-Hal-Vilvorde" (n° 6754)

 

10.01  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, zoals u weet, is er een akkoord getroffen omtrent de splitsing van het gerechtelijk arrondissement BHV. Bij de totstandkoming van het akkoord werd ook gebruik gemaakt van cijfers die aan de onderhandelaars ter beschikking werden gesteld door uw kabinet. Blijkbaar zijn de cijfers fout en wordt er uitgegaan van die verkeerde cijfers om de verhouding tussen het aantal Nederlandstalige en Franstalige magistraten te corrigeren.

 

Het gaat om een 80/20-verhouding die evenwel niet blijkt te kloppen. Zo is er het voorbeeld van de arbeidsrechtbank en de rechtbank van eerste aanleg waar er veel meer Nederlandstalige zaken worden behandeld dan door uw kabinet werd voorgesteld. Het aantal Nederlandstalige magistraten wordt hierdoor drastisch naar beneden gehaald en het aantal Franstalige magistraten naar omhoog.

 

Ik heb dan ook de volgende vragen. Ten eerste, wat is de oorzaak van de verkeerde gegevens die uw kabinet heeft voorgelegd? Gaat het louter om een – weliswaar onvergeeflijke – vergissing of schuilt er een dieper probleem achter omdat het simpelweg te moeilijk is om correcte cijfers te geven omwille van het probleem van het uitblijven van de werklastmeting? Ten tweede, waarom werd niet gewoon uitgegaan van de jaarverslagen van de rechtbanken? Zoals ik het begrijp, zijn die cijfers al sinds 2007 ongeveer hetzelfde gebleven en kon men dan ook gemakkelijk teruggrijpen naar de cijfers die in die jaarverslagen zijn opgenomen. Deze cijfers zijn een objectieve weergave ook al geven zij geen indicatie over de werklast. Het was misschien makkelijker geweest om de voorzitters van de rechtbanken te consulteren want zij kunnen misschien geen exacte werklastmeeting aanhalen, maar zij kunnen wel een indicatie geven over het aantal zaken van een bepaald type dat normaal gezien per zitting kan worden behandeld. Dit lijkt mij toch een betere uitgangsbasis.

 

Hoeveel wijken de cijfers volgens u af van de gebruikte 80/20-verhouding per rechtbank?

 

41 % van de rechtszaken over arbeidsovereenkomsten is Nederlandstalig. Vreest u dan niet dat dit akkoord zal leiden tot een dramatische gerechtelijke achterstand en dat de Vlaamse rechtszoekende hiervan de dupe zal worden? Dit alles gebeurt op een moment dat er eigenlijk al een achterstand is en die achterstand eigenlijk zou moeten worden aangepakt.

 

Tot slot, in de pers heeft u gezegd dat die 80/20-verhouding het uitgangspunt vormt van een politieke deal en dat bij de besprekingen in het Parlement objectieve en duidelijke cijfers voor handen zullen zijn. Deze cijfers kunnen dan worden gebruikt om het akkoord alsnog aan te passen. De werklastmeting daarentegen wordt pas over drie jaar verwacht en zal pas dan als basis kunnen dienen voor een eventuele rechtzetting. Zal CD&V ernaar streven om die verhouding tussen Nederlandstalige en Franstralige magistraten recht te zetten? Heeft u reeds reacties ontvangen van andere onderhandelende partijen op uw uitspraak als zouden die cijfers een slechte uitgangsbasis vormen. Bestaat er bij de andere partijen ook de bereidheid om die eerlijke verhouding terug te brengen?

 

Ik dank u alvast voor uw antwoord.

 

10.02 Minister Stefaan De Clerck: Het is natuurlijk een beetje de omgekeerde wereld dat er hier in de commissie voor de Justitie vragen gesteld worden aan de minister in lopende zaken over de besprekingen die normaal gezien moeten leiden tot een nieuw regeerakkoord. Normaal volgt er een bespreking in het Parlement, nadat de regeringsverklaring werd afgelegd. Ik hoef mij niet te verantwoorden over de akkoorden die zijn gesloten. Ik hoef daarover geen uitleg te geven.

 

Er is een misverstand ontstaan. U herhaalt dat. Het is alsof de diensten van Justitie verkeerde cijfers zouden hebben gegeven. Dat is niet juist. Het enige wat er gebeurd is, is dat bepaalde cijfers die in jaarverslagen beschikbaar zijn, verschillen van cijfers die mij post factum, na de akkoorden, werden bezorgd door iemand uit de arbeidsrechtbank, die zei dat de cijfers uit de verslagen niet juist zijn, dat men zou aantonen dat die hoger zijn en dat er meer Nederlandstalige zaken zijn. Ik heb bevestigd dat men mij die informatie heeft bezorgd. Uit de arbeidsrechtbank van Brussel heeft men mij de informatie bezorgd dat de cijfers uit de verslagen aangepast moeten worden.

 

Ik laat dat voor de rekening van de persoon die mij de informatie bezorgd heeft. Die informatie werd daarna verspreid bij iedereen. Ik heb bevestigd dat ik die cijfers heb gekregen. Ik heb ook bevestigd dat wij daarvan kennis moeten nemen en dat wij die te gepasten tijde zullen moeten controleren. Er is een politiek akkoord voor een verdeling 80/20. Ik neem daarvan akte. Ik heb daarop geen verdere commentaar te geven.

 

Wat ik in dat verband wel altijd bepleit, is dat een werklastmeting voor de kaders en de magistraten het enige middel is om te bepalen hoeveel medewerkers men nodig heeft. Als er nu gezegd wordt dat er in de toekomst een Nederlandstalige en een Franstalige rechtbank zal bestaan, dan moet de verhouding misschien niet meer 80/20 of 70/30 zijn. Het aantal rechters zal men verkrijgen op basis van de werklast. Er is dus voor mij geen probleem, voor zover de werklast wordt gemeten. U zegt dat dat over drie jaar gebeurt.

 

De vraag zal zijn hoe de werklastmeting nu, en ook door de nieuwe regering, liefst onmiddellijk onder de verantwoordelijkheid van de nieuwe minister van Justitie kan worden doorgevoerd en niet meer op het niveau van het hof van beroep waar de magistraten bezig zijn, maar ook binnen het Brussels gerecht.

 

Men heeft er alle belang bij dat daar onmiddellijk wordt gestart met de werklastmeting om de juiste cijfers te meten zodat men dan op basis daarvan kan nagaan hoe het aantal magistraten in de toekomst moet evolueren in functie van die werklast.

 

Dit is het enige punt, er zijn dus geen verkeerde cijfers meegedeeld. Er werden alleen cijfers van verslagen gegeven zoals ze werden meegedeeld. Als men achteraf andere cijfers bezorgt, neem ik daarvan akte.

 

Voor de toekomst is het voor mij alleen relevant te weten wat de resultaten van de werklastmeting zullen zijn. In functie daarvan zullen het aantal magistraten N en F worden bepaald. Dat zal Vlaanderen dus niet schaden.

 

10.03  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, u hebt hierover uitspraken gedaan in de pers, dus ik neem aan dat ik daarover vragen mag stellen.

 

10.04 Minister Stefaan De Clerck: Ik hoop dat u hebt geluisterd naar wat ik heb gezegd.

 

In de pers heeft men de indruk gegeven dat alle cijfers die waren gegeven, verkeerde cijfers zijn. Dat is niet het geval. Achteraf heeft de arbeidsrechtbank andere cijfers gegeven dan deze die waren vermeld in hun verslagen. Dat is helemaal iets anders.

 

10.05  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Het gaat over cijfers, maar de voorzitter van de arbeidsrechtbank heeft het ook over cijfers die in de jaarverslagen staan. Het zijn cijfers die al sinds 2007 in dezelfde richting wijzen, dus is het ongelooflijk dat er dan nog altijd van een verkeerde verhouding kan worden uitgegaan en dat er wordt gezegd dat men die verhouding zo zal vastleggen en pas binnen drie jaar een werklastmeting zal doen.

 

Ik ben nog maar nieuw in het Parlement, maar ik weet dat er over die werklastmeting al zoveel is gezegd dat het ongeloofwaardig overkomt dat die binnen drie jaar wel zal plaatsvinden.

 

10.06 Minister Stefaan De Clerck: Werklastmeting moet in de toekomst gebeuren door de regering en niet meer door de magistraten.

 

10.07  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Het is dan ook spijtig dat die kans nu niet wordt aangegrepen om die werklastmeting op te leggen.

 

10.08 Minister Stefaan De Clerck: Wie zegt dat? Het heeft geen zin dat we hier nu over debatteren, dat is materie voor de regeringsverklaring. Spaar uw commentaar tot het ogenblik van de regeringsverklaring.

 

10.09  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Ik hoop dat er alleszins al zal instaan dat een werklastmeting wordt opgelegd en dat die nadien pas wordt herbekeken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van mevrouw Kristien Van Vaerenbergh aan de minister van Justitie over "de resultaten van de werkgroep designerdrugs" (nr. 6756)

11 Question de Mme Kristien Van Vaerenbergh au ministre de la Justice sur "les résultats du groupe de travail sur les 'designer drugs'" (n° 6756)

 

11.01  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de minister, ik heb nog een korte vraag over designerdrugs. Ik heb daar op 28 juni reeds een vraag over gesteld. Op 12 oktober heeft ook collega Logghe daar een vraag over gesteld.

 

U hebt meegedeeld dat er een beslissing was een aanpassing van de wet door het toevoegen van 16 stoffen aan de lijst. Het zou gaan om een KB dat ter ondertekening voorligt bij uw collega van Volksgezondheid, minister Onkelinx. Anderzijds zou een werkgroep binnen de Algemene Cel Drugsbeleid worden opgericht om voor de zogenaamde legal highs, drugs die omwille van hun samenstelling niet onder de strafwet vallen, verschillende mogelijke pistes voor oplossingen te onderzoeken en te bespreken.

 

Ik heb dan ook enkele vragen voor u. Hebt u al kennis van resultaten van die werkgroep rond designerdrugs binnen de Algemene Cel Drugsbeleid? Welke mogelijke pistes en oplossingen stellen zij voor? Ik weet niet of u al resultaten hebt want de vraag van de heer Logghe dateert van 12 oktober.

 

11.02 Minister Stefaan De Clerck: De tekst is op 13 oktober in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd, met de 16 bijkomende stoffen.

 

De werkgroep heeft een eerste verslag op 5 oktober uitgebracht. Een denkspoor zou zijn om aan het artikel 2 van het KB van 1998 een generische categorie toe te voegen, gebaseerd op de psychoactieve werking van een basisstructuur van de producten. Een ander denkspoor omvat de toevoeging van een strafbaarstelling aan de drugwet zelf, gebaseerd op een dergelijke generieke omschrijving. De werkgroep wil een en ander nog aftoetsen en verfijnen.

 

Het NICC en het Federaal Agentschap voor de Geneesmiddelen en de Gezondheidsproducten zullen nog een conceptnota opstellen over het tweeledig systeem, nominatief en generiek, dat in aanvang wordt beperkt tot de synthetische cannabinoïden.

 

Er wordt echter ook gewaarschuwd voor de problematiek van de vergunningen en het markttoezicht. De ervaring met generieke omschrijvingen in de hormonenwetgeving heeft aangetoond dat dat in de praktijk aanleiding kan geven tot een wildgroei van vergunningen en het toezicht onmogelijk maakt. Er is dus zeker enige omzichtigheid geboden.

 

Het is de bedoeling om alle voorstellen van de werkgroep, dus niet alleen die betreffende de generieke omschrijvingen, aan de ministeriële conferentie te bezorgen, opdat een nieuwe regering met volheid van bevoegdheden daarover zou kunnen beslissen.

 

11.03  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Dank u voor uw antwoord.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.04 uur.

La réunion publique de commission est levée à 16.04 heures.