Commission
des Finances et du Budget |
Commissie voor de Financiën en de Begroting |
du Mercredi 28 septembre 2011 Après-midi ______ |
van Woensdag 28 september 2011 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14.03 heures et présidée par Mme Muriel Gerkens.
De vergadering wordt geopend om 14.03 uur en voorgezeten door mevrouw Muriel Gerkens.
01 Vraag van de heer Steven Vandeput aan de vice-eersteminister en minister van Begroting over "de rapportering van de uitvoering van de begroting 2011" (nr. 6164)
01 Question de M. Steven Vandeput au vice-premier ministre et ministre du Budget sur "le rapport sur l'exécution du budget 2011" (n° 6164)
01.01 Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de minister, artikel 69 van de wet van 22 mei 2003 over de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de federale Staat, overgenomen uit de wet van 19 juli 1996 in de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit, geeft aan dat de minister van Begroting periodiek de stand van de kredieten alsook een overzicht van de aanwending per programma en per basisallocatie aan ons, leden van de Kamer, en aan het Rekenhof moet bezorgen.
Volgens de memorie van toelichting bij de wet moet het bewuste document toelaten controle op de uitvoering van de begroting uit te oefenen. Controle op de uitvoering van de begroting lijkt ons erg belangrijk. Dat is des te belangrijker, aangezien wij ons nog altijd in een periode van lopende zaken bevinden.
Volgens onze informatie wordt een dergelijk overzicht op het moment niet aan de Kamer bezorgd. Wij vinden het in elk geval niet. Misschien is dat al langer het geval; dat weet ik niet.
Ten eerste, is het mogelijk om het overzicht waarvan sprake te verkrijgen? De meeste gegevens zijn nu bij FEDCOM beschikbaar. Het zou dan ook behoorlijk eenvoudig moeten zijn een dergelijk overzicht te geven.
Hoe zult u nog steeds in lopende zaken de Kamer van volksvertegenwoordigers over de stand van de kredieten en over hun aanwending informeren?
Wij vermoeden, enerzijds, dat de gegevens niet worden medegedeeld. U zult echter, anderzijds, ongetwijfeld over de informatie beschikken. Daarom vragen wij u het volgende.
Bent u op de hoogte van de stand van zaken inzake de fiscale en niet-fiscale ontvangsten en inzake het saldo van de sociale zekerheid? Kunt u ons informeren over de stand van zaken inzake de fiscale en de niet-fiscale ontvangsten, over het saldo van de sociale zekerheid en over de verwachte evolutie tot eind 2011?
Mijnheer de minister, ik kijk graag naar uw antwoord uit.
01.02 Minister Guy Vanhengel: Mijnheer Vandeput, het klopt inderdaad dat artikel 69 van de wet van 2003 in een periodieke overzending van de stand van de kredieten evenals hun aanwending per programma en per basisallocatie voorziet, en zulks zowel aan de Kamer van volksvertegenwoordigers als aan het Rekenhof.
Sta me toe eerst te zeggen dat de FOD Budget- en Beheerscontrole in een overgangsfase zit. In 2007 werd gestart met het FEDCOM-project. De bedoeling is om een platform te creëren voor boekhouding en begroting van de verschillende FOD’s en POD’s. Het FEDCOM-systeem ging effectief live begin 2009 voor de eerste piloot-FOD’s. Vervolgens wordt het in drie opeenvolgende golven uitgerold over alle FOD’s en POD’s. Normaal moeten vanaf 2012 alle FOD’s en POD’s gebruikmaken van het systeem. In de tussenperiode, van 2009 tot 2011, zijn er twee operationele systemen. Enerzijds, is er de bestaande CICS-toepassing voor de departementen die nog niet in FEDCOM werken, anderzijds, is er FEDCOM voor de departementen die reeds zijn overgeschakeld.
Ook al voor de inwerkingtreding van de wet van 2003 werd letterlijk geen uitvoering meer gegeven aan de analoge verplichting zoals opgenomen in de gecoördineerde wetten van de Rijkscomptabiliteit die inhield dat alle gegevens zouden worden bezorgd aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en het Rekenhof. De volksvertegenwoordigers hadden immers toegang tot het Budgetexsysteem, een informaticasysteem waarlangs de stand van de uitvoering van de begroting kan worden geraadpleegd. Het overzenden van een gedrukte toestand was dus overbodig. In de implementatiefase van FEDCOM bevat de applicatie echter enkel nog de gegevens van de FOD’s en POD’s die nog niet tot FEDCOM zijn toegetreden. Wat u kunt zien op Budgetex nu, wordt dus steeds onvollediger. De toepassing zal bovendien verdwijnen na de volledige uitrol van FEDCOM. Er wordt dus niet meer in geïnvesteerd. Vanaf augustus is de toepassing zelfs niet meer beschikbaar.
Ik heb de FOD Budget en Beheerscontrole gevraagd om tegen uiterlijk midden oktober een document voor te bereiden dat de in de wet voorziene informatie verschaft.
In een overgangsfase zal deze informatie om de vier maanden worden bezorgd: eind mei met de uitvoering na vier maand, eind september met de uitvoering na acht maand en eind februari met de uitvoering na twaalf maand. Eind februari omdat in januari nog uitgaven kunnen worden ingevoerd op het vorige begrotingsjaar.
Ik heb gevraagd dat men documenten klaarmaakt die, in afwachting dat alles via FEDCOM kan worden geraadpleegd, om de vier maanden zullen worden bezorgd.
Ik heb de FOD Budget en Beheerscontrole ook gevraagd om na te gaan wat de mogelijkheden zijn om de volksvertegenwoordigers toe te laten de gevraagde gegevens via elektronische weg te raadplegen, eventueel via het FEDCOM-systeem of een daaraan gekoppelde databank. Dat zal moeilijk zijn indien de volksvertegenwoordigers zelf zouden kunnen ingrijpen in het FEDCOM-systeem, maar het moet perfect mogelijk zijn dit te raadplegen zonder dat er wordt geraakt aan de gegevens die door de administratie worden opgevolgd en ingegeven.
Eens een dergelijk systeem bestaat, kan worden overwogen om niet langer via de traditionele papieren weg te rapporteren, wat wij in de overgangsfase wel zullen doen.
U vraagt ook naar de stand van zaken inzake de fiscale en niet-fiscale ontvangsten en het saldo van de sociale zekerheid en de verwachte evolutie tot het einde van het jaar. U zult wellicht al via de media hebben gehoord dat wij de begroting 2012 volop aan het voorbereiden zijn.
Op administratief niveau wordt alle informatie over 2011 en 2012 verzameld om de begrotingsdiscussie mogelijk te maken. Deze gegevensverzameling is nog niet gefinaliseerd, waardoor het voorbarig zou zijn nu al cijfers te communiceren.
Het zou dan immers gaan over partiële cijfers zonder supervisie. Ik sta er absoluut op dat het monitoringcomité het rapport eind deze week, vrijdag in de late avond, bezorgt.
Ik heb hen daarbij gevraagd om een oefening te maken die iets moeilijker is dan wat zij doorgaans deden. U weet dat er een appreciatieverschil is tussen de cijfers van het Planbureau die door macro-economisten worden gemaakt en de cijfers van het monitoringcomité. Om duidelijk te maken hoe deze cijfers zich tot elkaar verhouden, heb ik gevraagd om ook die kolommen in hun rapport te plaatsen zodat ze vergelijkbaar zijn.
Ik verwacht dat document in de loop van vrijdagavond.
Zoals u weet zullen wij, dat is ook de afspraak die wij vanmorgen hebben gemaakt, het geheel van alle documenten die beschikbaar zijn met betrekking tot de opmaak van de begroting voor 2012 en de opvolging van de uitvoering van de begroting van 2011 bezorgen aan degenen die op dit ogenblik aan het formeren zijn.
De belangrijkste geruststelling die ik u kan meegeven, wat ik u met zekerheid kan zeggen, is dat de uitvoering van 2011 zal zijn zoals afgesproken en binnen het vooropgestelde tekort van 3,6 % bbp zal blijven.
De oefening van volgend jaar moet er een zijn waarbij wij dat tekort verder terugdringen tot 2,8 %. De minimaal gevraagde Europese inspanning van 0,75 % moet er afgaan en moet ons toelaten om onder de procedure van de excessief deficitregel te vallen, wat een geweldige opluchting voor iedereen zou zijn en een heel sterk signaal naar het buitenland.
01.03 Steven Vandeput (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Wij hebben inderdaad een heel technische uitleg gekregen waarom het niet mogelijk is. Uit wat u zegt kan ik niet anders besluiten dan dat u als minister van Begroting vandaag met geblindeerde ramen rondrijdt en niet weet wat op u afkomt.
Wij rekenen op het monitoringcomité om tegen vrijdag voor de toekomstige onderhandelingen met resultaat te komen. Wij konden vandaag uit de media ook begrijpen dat het monitoringcomité stilaan onder vuur komt te liggen. In de media zegt men dat ze te conservatief zijn in vergelijking met het Planbureau.
We zullen wel zien.
01.04 Minister Guy Vanhengel: Ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om iets uit te leggen, wat nuttig is voor het verdere begrip, want de komende maanden zullen hierover immers nog discussies worden gevoerd.
Het monitoringcomité werkt in feite met cijfers, die worden opgesteld voor de toekomst en die gemaakt zijn bij ongewijzigde wetgeving. Dat is ook niet abnormaal; de ambtenaren worden geacht cijfers op te stellen bij ongewijzigde wetgeving. Het Planbureau bestaat uit macro-economisten en die maken cijfers bij ongewijzigd beleid.
Dat is niet hetzelfde. Ik geef u één voorbeeld. De wijze waarop wij kredieten consumeren in de gezondheidszorg, wijkt af van waarop de gezondheidszorg aanspraak kan maken bij een ongewijzigde wetgeving. Overigens, door het gewijzigd beleid weten wij dat daar de voorbije jaren reeds miljarden zijn afgevallen.
Het Planbureau zal rekening houden met dat ongewijzigde beleid, terwijl het monitoringcomité rekening zal houden met ongewijzigde wetgeving.
Dat is de reden waarom er soms een discrepantie is tussen het cijfer dat de ene aanhaalt en het cijfer dat de andere aanhaalt. Ze hebben allebei gelijk, alleen is het uitgangspunt verschillend.
01.05 Steven Vandeput (N-VA): Het is goed om tussendoor les te krijgen. Ik stel vast dat ik vandaag geen cijfers krijg. Ik begrijp dat u de cijfers vrijdag zult bezorgen aan degenen die denken dat ze een regering aan het vormen zijn.
Mijn vraag als volksvertegenwoordiger, als controleur van de uitvoerende macht, zoals in het takenpakket van volksvertegenwoordiger staat, is of die cijfers voor ons op hetzelfde ogenblik beschikbaar zullen zijn, want in het kader van de wetgeving 2003 hebben wij daarop recht.
Dat is de enige vraag die ik gesteld heb en ik zal daarop ook staan. Als wij vrijdag die cijfers niet krijgen, zal ik opnieuw een vraag indienen of zal ik via een andere weg proberen informatie te verkrijgen.
01.06 Minister Guy Vanhengel: De cijfers van het monitoringcomité hebben wij steeds publiek gemaakt. Dat is een publiek document dat steeds gecirculeerd heeft, en dat zal nu niet anders zijn.
01.07 Steven Vandeput (N-VA): Dat is dan toch een tekst die wij mogen inkijken.
01.08 Minister Guy Vanhengel: Dat geldt ook voor die van het Planbureau, er is absolute transparantie op dat vlak. Hetgeen wij krijgen en afgeklopt is door mijn ambtenaren, is te uwer beschikking.
La présidente: Tout sera donc disponible vendredi.
01.09 Guy Vanhengel, ministre: Il est probable que la réception s'effectue tard, dans la soirée, et que vous n'en disposiez que lundi.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La présidente: Nous passons aux questions adressées à M. Clerfayt.
Monsieur Logghe, malgré le fait que nous abordions le projet de loi cet après-midi, vous maintenez votre question à M. Clerfayt?
01.10 Peter Logghe (VB): Oui, madame la présidente.
La présidente: Je voulais en être sûre: il n'était pas certain qu'elle soit travaillée aujourd'hui.
Voulez-vous savoir si la réponse de M. Clerfayt est identique à celle que vous apportera tout à l'heure M. Reynders?
01.11 Peter Logghe (VB): Mevrouw de voorzitter, men weet nooit wat voor antwoord men krijgt.
01.12 Staatssecretaris Bernard Clerfayt: Veel kans dat het een gelijkend antwoord zal zijn.
02 Vraag van de heer Peter Logghe aan de staatssecretaris voor de Modernisering van de Federale Overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën, over "de gevolgen van het wegvallen van de registratie van aannemers" (nr. 5949)
02 Question de M. Peter Logghe au secrétaire d'État à la Modernisation du Service public fédéral Finances, à la Fiscalité environnementale et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances, sur "les conséquences de la suppression de l'enregistrement des entrepreneurs" (n° 5949)
02.01 Peter Logghe (VB): Ik veronderstel dat de antwoorden wel afgetoetst zullen zijn aan elkaar, maar goed.
Mijnheer de staatssecretaris, de aanleiding voor mijn vraag kennen we allemaal. Het gaat om de Europese richtlijn die België verplicht om tegen 2012 de registratie af te schaffen.
De registratieplicht had natuurlijk wel een aantal voordelen voor de klanten. Het was bijna een kwaliteitslabel, een bewijs dat aan de fiscale en de sociale verplichtingen door de aannemer was voldaan.
Opdrachtgevers kregen allerlei fiscale voordelen – daarom kom ik met mijn vraag bij u – als zij met erkende, geregistreerde aannemers werkten, zoals een verlaagd btw-tarief en bouwpremies.
Op federaal niveau zou er aan een nieuw controlesysteem gewerkt worden, maar ik veronderstel dat we dat straks wel zullen zien.
Mijn eerst ingediende vraag luidde wanneer u klaar zou zijn met een nieuw systeem, maar dat zal straks wel blijken, dus deze vraag valt weg.
Ten tweede, graag vernam ik op welke manier zal worden tegemoetgekomen aan de voordelen van het oude registratiesysteem. Dan doel ik vooral op het verlaagd btw-tarief en de verschillende bouwpremies.
Ten derde, het belangrijkste was de bijna-zekerheid die men als klant had dat aan de fiscale en sociale verplichtingen was voldaan. In de pers lees ik dat dit zou worden opgevangen door een uitbreiding van de aansprakelijkheid van de hoofdaannemer ten opzichte van de onderaannemer die zich niet aan de minimumlonen houdt. Concreet zou ik van u willen weten hoe u zich dat voorstelt?
Denkt u ook niet dat de veiligheid die u op die manier tracht in te voeren, in elk geval een stuk minder blijft dan de veiligheid die werd geboden door het oud systeem? Het is nog niet omdat de hoofdaannemer aansprakelijk is voor de onderaannemers, dat daarmee ook de bijna-zekerheid die de klant vroeger had, opnieuw ingevoerd is. De hoofdaannemer zal zich indekken, maar het is nog niet zeker dat de klant ook aanspraak zal kunnen maken op datgene wat hij vroeger wel had.
Een vierde vraag is eerder een politieke vraag.
Wat is het probleem van Europa? Als onze regeling beter is dan de door Europa voorgestelde, waarom stellen wij dan niet voor dat Europa onze regeling overneemt? Waarom stellen wij niet voor dat de verplichte registratie van aannemers zou worden uitgebreid tot de hele Europese Unie? Dat zou de garanties verhogen, want dan zouden we ons bestaande systeem van verplichte registratie van aannemers, met alle voordelen ervan, dat goed is, kunnen behouden. Ik ben benieuwd naar uw antwoord.
02.02 Staatssecretaris Bernard Clerfayt: Mijnheer Logghe, de verplichte registratie van aannemers heeft in het verleden inderdaad haar nut bewezen, zolang de registratie gekoppeld was aan de hoofdelijke aansprakelijkheid van de opdrachtgever voor de schulden van een niet-geregistreerde aannemer, en aan de verplichting tot inhouding telkens er een beroep gedaan werd op een niet-geregistreerde aannemer.
De registratie van aannemers werd evenwel sinds 2007 sterk hervormd, onder meer als gevolg van het arrest van 9 november 2006 van het Europese Hof van Justitie. Door dat arrest was de regering verplicht de hoofdelijke aansprakelijkheid en de inhoudingplicht los te koppelen van de registratie. Het Europese Hof had immers geoordeeld dat de aansprakelijkheid en de verplichting enkel mogen wanneer een aannemer fiscale schulden heeft, ongeacht of hij al dan niet geregistreerd is.
Bovendien heeft de regering in antwoord op een vraag van de Europese Commissie inzake de omzetting van de dienstenrichtlijn, richtlijn 2006/123 van de Europese Gemeenschap, het Europees Parlement en de Raad, van 12 december 2006, inzake diensten op de interne markt, gemeld dat de samenstelling van de provinciale registratiecommissies niet in overeenstemming is met de richtlijn.
Daarbij werd het engagement aangegaan dat die bepaling bij de omzetting van de richtlijn zou worden aangepast of opgeheven. Inmiddels is België reeds twee keer in gebreke gesteld wegens de onvolledige omzetting van de dienstenrichtlijn wat dat punt betreft.
De regering heeft getracht een alternatief uit te werken om de voordelen van het oude systeem te recupereren in een nieuw systeem.
Gelet op de druk van de Europese Commissie en het stelselmatig vastlopen van de mogelijke pistes voor het alternatief, heeft de regering daarvan moeten afzien, teneinde te vermijden dat er een veroordeling wegens onvolledige omzetting van een richtlijn volgt, met een aanzienlijk boete tot gevolg. Daarom zal nu de opheffing van de registratie als aannemer aan het Parlement worden voorgelegd.
Er is geen enkel fiscaal voordeel opgeheven. De regering heeft wel de vereiste om met een geregistreerde aannemer te werken, inmiddels stelselmatig vervangen door de vereiste dat de betrokken belastingplichtige met betrekking tot de uitgevoerde werken in onroerende staat een factuur moet voorleggen, om het voordeel te verkrijgen.
De recentste wijzigingen in voornoemde zin zijn aangebracht door de wet van 14 april 2011 houdende diverse bepalingen, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 6 mei 2011.
Voor de vraag over een hoofdelijke aansprakelijkheid inzake de minimumlonen verwijs ik naar mijn collega die bevoegd is voor Werk.
Wat een eventueel nieuw controlesysteem betreft, wordt momenteel een voorstel onderzocht dat morgen aan de Ministerraad wordt voorgesteld. Wij zullen in de Ministerraad ter zake een debat voeren en misschien een beslissing nemen. Een voorstel is dus onderzocht, dat nog door de regering moet worden goedgekeurd, wat misschien morgen gebeurt. Het zal daarna zo spoedig mogelijk, na het vervullen van alle, vereiste formaliteiten, in het Parlement worden ingediend.
Het is nu nog te vroeg – misschien één dag te vroeg – om nu reeds over het voorstel uit te weiden.
02.03 Peter Logghe (VB): Mijnheer de staatssecretaris, het is toch wel raar dat men hier afkomt met de druk van Europese boetes, om een voorstel dienaangaande er heel snel door te jagen. Dat is in het verleden wel eventjes anders geweest, heb ik de indruk. Wij zijn veroordeeld voor tientallen zaken. Waarom moet het hier nu ineens zo snel?
Ik neem er in elk geval nota van, mijnheer de staatssecretaris, dat er een voorstel wordt onderzocht. U zegt dat wij nog enkele dagen geduld moeten hebben. Het doet mij een beetje denken aan uw collega, minister van Financiën Reynders, die mij ook zei in verband met de wet op de verplichte brandverzekering dat ik nog enkele dagen geduld moest hebben en dat ik dan het wetsontwerp zou zien. Dat was in de vierde maand van het jaar 2010. Het wetsontwerp over de verplichte brandverzekering is er nog steeds niet. Ik deel uw optimisme dus niet helemaal.
Ik kan u wel zeggen dat collega Goyvaerts straks in de bespreking over het wetsontwerp houdende diverse bepalingen hierop ook nog eens terug zal komen, om ook nog eens onze politieke visie duidelijk in de verf te zetten.
La présidente: Nous clôturons la question pour l'instant, mais nous y reviendrons tout à l'heure.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
- Mme Catherine Fonck au secrétaire d'État à la Modernisation du Service public fédéral Finances, à la Fiscalité environnementale et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances, sur "la fraude fiscale massive dans l'industrie du diamant" (n° 6143)
- M. Olivier Henry au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "une importante fraude organisée dans le secteur du diamant" (n° 6211)
- mevrouw Catherine Fonck aan de staatssecretaris voor de Modernisering van de Federale Overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën, over "de grootschalige belastingfraude in de diamantindustrie" (nr. 6143)
- de heer Olivier Henry aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "grootschalige fraude in de diamantsector" (nr. 6211)
Mme Fonck a déposé une question concernant la fraude fiscale massive dans l'industrie du diamant qu'elle souhaitait transformer en question écrite, mais, entre temps-temps, M. Henry a déposé une question jointe sur le sujet, raison pour laquelle il sera répondu à toutes les questions oralement.
03.01 Olivier Henry (PS): Madame la présidente, monsieur le secrétaire d'État, d'après certaines rumeurs et la presse, des centaines de Belges auraient dissimulé plus d'un milliard de dollars auprès d'une filiale suisse de la banque britannique HSBC.
Tout commence, en France, avec l'affaire Falciani en 2009. Une perquisition a révélé que cet homme était en possession de plus d'une centaine de milliers de données bancaires de clients, des informations volées en 2006 et en 2007 auprès de son ancien employeur, la banque HSBC.
L'administration fiscale a obtenu l'année dernière les données bancaires de 800 contribuables belges et il apparaît que l'ISI traite les comptes les plus importants. Certaines fraudes importantes ont été découvertes, notamment dans le secteur anversois du diamant. Au total 170 diamantaires auraient dissimulé des fonds en Suisse.
Monsieur le secrétaire d'État, confirmez-vous ces informations et cette fraude à grande voire très grande échelle? Comment expliquez-vous qu'autant d'acteurs d'un même secteur soient impliqués? Comment considérez-vous le secteur du diamant? Estimez-vous qu'il s'agit d'un secteur à risque? Pourriez-vous faire le point concernant l'échange automatique d'informations entre la Suisse et notre pays?
03.02 Bernard Clerfayt, secrétaire d'État: Madame la présidente, monsieur Henry, par le passé, il y a eu plusieurs actions de contrôle spécifiques au secteur du diamant. D'ailleurs, à l'époque, il a été décidé d'instaurer un système de contrôle particulier pour ce secteur, pour des raisons de facilité. C'est ainsi que, conformément à l'article 169, §3, de la loi-programme du 2 août 2002, les commerçants en diamants sont soumis à une formalité d'enregistrement et à un contrôle par le SPF Économie. Ils sont tenus de déclarer chaque transaction en diamants auprès du SPF Économie, en spécifiant le poids, la valeur, la qualification et l'origine documentée de chaque transaction. Ils doivent également déclarer annuellement le stock qu'ils détiennent et ils sont passibles d'une amende pouvant s'élever au double de la valeur des marchandises.
Ce sont donc les agents de l'Inspection générale économique ainsi que les agents commissionnés à cette fin par le ministère de l'Économie qui sont compétents pour rechercher et constater, même seuls, les infractions aux dispositions prises en vertu de la loi précitée.
Du point de vue du fisc, les diamantaires font l'objet de contrôles fiscaux, comme tous les autres secteurs d'activité, mais le système d'enregistrement mis en place, contrôlé par le SPF Économie, a notamment pour but de davantage formaliser les pratiques commerciales du secteur, ce qui rend aussi les contrôles fiscaux plus efficaces.
Pour revenir à votre question sur le cd-rom, les données qui figurent sur le cd-rom transmis à l'Administration générale de la Fiscalité, anciennement l'ISI, datent ou portent sur les années 2006-2007. Il s'agit de la date des extraits de comptes bancaires et non de la date des activités prétendument ou éventuellement frauduleuses. Il est probable que, dans certains cas, ces activités remontent à une époque plus ancienne encore, probablement avant l'entrée en vigueur de la loi de 2002 instaurant la formalité d'enregistrement, car on ne constitue pas un patrimoine d'une certaine importance en quelques années. Il est donc aussi probable que ces activités ont cessé depuis lors, mais on ne peut automatiquement le déduire des informations que nous avons reçues sur deux années.
Les services de contrôle de l'administration ont pris ces données au sérieux et ont ouvert autant d'enquêtes que de dossiers concernés de manière à tirer au clair ce qui s'est passé et quand. De même, de son côté, le parquet a mis plusieurs dossiers à l'instruction. À l'issue de ces enquêtes, nous verrons s'il y a lieu de prendre de nouvelles mesures pour lutter contre la fraude dans ce secteur particulier.
L'existence de comptes ouverts à l'étranger ne signifie pas nécessairement des fraudes à grande échelle. En tout cas, aucun dossier en cette affaire n'a été clôturé; il est impossible de tirer de conclusion définitive à l'heure actuelle.
Une de vos questions concerne l'échange automatique d'informations entre la Suisse et notre pays. Sans doute avez-vous lu dans la presse le débat sur le projet suisse Rubik.
En préambule, je ferai référence aux réponses apportées par le ministre Reynders aux questions parlementaires posées par M. Gilkinet et par M. Coëme, les 18 et 19 novembre 2010; elles sont toujours de parfaite application.
D'abord, un point sur la situation en matière d'échange de renseignements avec la Suisse.
En matière d'impôt direct, à ce stade, il n'existe pas d'accord ni de convention d'échange automatique d'informations avec la Suisse.
En revanche, entre la Belgique et la Suisse, il existe une convention préventive de double imposition, datant de 1978. Dans le cadre de cette convention, seuls peuvent être échangés les renseignements jugés nécessaires pour une application régulière de la convention. Ainsi, des renseignements ne peuvent être échangés que pour éviter la double imposition et non pour établir ou recouvrer un impôt dans le chef d'un des deux États.
Dans le cadre de l'accord sur la fiscalité de l'épargne conclu entre l'Union européenne et la Confédération suisse, il n'est prévu qu'un échange de renseignements à la demande sur des comportements constitutifs de fraude fiscale au regard de la législation de l'État requis ou d'infraction équivalente concernant des revenus couverts par cet accord.
Il faut noter toutefois que, dans le cadre de l'accord sur la fiscalité de l'épargne, la Belgique reçoit automatiquement certains renseignements relatifs aux intérêts de source suisse versés à des résidents fiscaux belges, mais uniquement lorsque le bénéficiaire effectif des revenus autorise expressément l'agent payeur à communiquer ces renseignements afin d'éviter les retenues d'impôt prévues par ledit accord et qui s'élèvent à 35 % depuis le 1er juillet 2011. C'est ce qui est appelé dans cet accord "la procédure de divulgation volontaire".
D'après les statistiques communiquées par l'administration fiscale suisse, 863 communications automatiques ont porté sur un montant brut d'intérêts de 30 284 571,31 francs suisses pour l'année 2010.
Idéalement, la Commission européenne, soutenue par les ministres des Finances, souhaiterait également pouvoir négocier dans ce cadre avec la Suisse un accord d'échange d'informations sur demande, tel qu'il est défini dans le modèle de convention OCDE sur l'échange de renseignements en matière fiscale.
Toutefois, les États pratiquant actuellement encore la retenue à la source dans le cadre de la directive sur la fiscalité de l'épargne retardent un peu l'avancement de ce processus global de négociation car ils craignent de contribuer à un processus politique qui pourrait les amener à devoir, à terme, échanger automatiquement des informations sans que la Suisse et d'autres pays qui pratiquent les mêmes règles ne soient, eux, obligés d'appliquer l'échange d'informations automatique et se contentent d'appliquer la retenue à la source.
En ce qui concerne le projet Rubik, à ce stade, aucune décision n'a été prise en Belgique. Comme c'est le cas dans certains autres pays voisins auxquels la Suisse a soumis une proposition semblable, la décision a été repoussée en attendant d'obtenir plus de clarté sur l'issue des négociations menées dans le même cadre par la Suisse respectivement avec l'Allemagne et le Royaume-Uni.
Un accord a été paraphé entre la Suisse et le Royaume-Uni le 24 août mais il n'a pas encore été rendu public. Un accord germano-suisse a été signé le 21 septembre et peut être consulté sur le site internet du ministère allemand des Finances, si vous êtes un Allemand bien entendu.
L'accord conclu par la Suisse avec l'Allemagne prévoit, d'une part, que les banques suisses s'engagent à prélever un pourcentage forfaitaire des sommes figurant sur le compte bancaire à titre de régularisation du passé et, d'autre part, qu'elles prélèvent une partie des revenus mobiliers futurs pour les reverser également à l'État de résidence du bénéficiaire.
L'Allemagne tout comme le Royaume-Uni ont une approche très pragmatique de la lutte contre la fraude et du déficit budgétaire.
Ils partent du principe que l'impôt doit être dû, doit être effectivement acquitté. Pour ma part, je pense que, dans ces matières, il serait sans doute bon de faire preuve d'un peu de pragmatisme et de ne pas s'accrocher absolument, par principe, à une idéologie pour étudier quel est le moyen le plus efficace et le plus efficient afin de prélever l'impôt.
A priori, le système de prélèvement par l'institution bancaire semble redoutablement efficace car il n'y a pas de problème d'insolvabilité du contribuable. Ce système semble également fort efficient puisqu'il n'exige de notre part aucun travail d'enquête.
Pour répondre à votre sous-question sur la banque mentionnée, l'affaire des comptes étrangers ouverts par les diamantaires a en effet été découverte grâce à un cd-rom transmis par l'administration fiscale française qui l'a elle-même reçu d'un juge d'instruction; il s'agit de données volées par un cadre auprès de son ex-employeur.
Dans les accords conclus par la Suisse avec l'Allemagne et le Royaume-Uni, il serait apparemment convenu que les données volées ne peuvent être utilisées; les revenus mobiliers perçus sur ces comptes sont cependant automatiquement précomptés. L'impôt est perçu à la source par les banques suisses et est reversé ensuite à l'État de résidence du bénéficiaire.
Comme vous le mentionnez dans votre question, la Commission européenne négocie depuis de nombreuses années avec la Suisse pour obtenir un échange automatique d'informations mais, selon les informations en ma possession, il ne faut pas surestimer les chances d'aboutir dans ce dossier. Comme je l'ai déjà dit, il est peut-être nécessaire de faire preuve d'un certain pragmatisme quant à l'avancée en cette matière; en effet, il est surtout important de garantir tant les recettes fiscales de l'État que le prélèvement d'un impôt, même partiel.
03.03 Olivier Henry (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour votre réponse précise.
En ce qui concerne le secteur du diamant, vous avez précisé que la loi de 2002 instaurait des formalités d'enregistrement mais on ne connaît pas encore l'impact de cette mesure. Nous reviendrons donc vers vous pour savoir si cette loi est efficace.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De behandeling van de vragen en interpellaties eindigt om 14.37 uur.
Le développement des questions et interpellations se termine à 14.37 heures.