Commission
des Finances et du Budget |
Commissie voor de Financiën en de Begroting |
du Mercredi 22 juin 2011 Après-midi ______ |
van Woensdag 22 juni 2011 Namiddag ______ |
Le développement des questions et interpellations commence à 16.50 heures. La réunion est présidée par Mme Muriel Gerkens.
De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 16.50 uur. De vergadering wordt voorgezeten door mevrouw Muriel Gerkens.
La présidente: La question n° 4946 de M. Patrick Dewael est transformée en question écrite.
01 Vraag van de heer Tanguy Veys aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de verlaging van de btw naar 6 procent op veiligheidskledij voor motorrijders en de verplichte motorhelm" (nr. 5005)
01 Question de M. Tanguy Veys au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "l'abaissement à 6 % du taux de TVA sur l'équipement de sécurité pour motocyclistes et le casque obligatoire" (n° 5005)
01.01 Tanguy Veys (VB): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, op 9 april, toch al enige tijd geleden, zijn ongeveer 1 500 motorrijders op initiatief van de Fédération Belge des Motards en Colère in Liedekerke op bezoek gegaan bij uw collega Schouppe, de staatssecretaris voor Mobiliteit. Zij hadden onder meer een pocketbike bij als geschenk voor uw collega Schouppe. Maar hoed u als de Grieken met geschenken afkomen. Zij hadden ook een eisenpakket mee.
Gelet op het standpunt van staatssecretaris Schouppe om motorrijders de verplichting op te leggen beschermende kledij te dragen, hebben zij een pleidooi gehouden om de btw op veiligheidskledij voor motorrijders naar 6 % te brengen. Zij hebben dat trouwens ook gevraagd voor de verplichte motorhelm. Ik denk dat dit een logisch gevolg is van de verplichting. Ofwel is het financieel aspect belangrijk, de btw van 21 %, ofwel de veiligheid. Ik denk dat de veiligheid moet primeren op btw-tarieven.
Staatssecretaris Schouppe heeft zich geëngageerd de vraag voor btw-verlaging te bepleiten. Op een hoorzitting van de commissie voor de Infrastructuur over de problemen gesteld door de motorrijders, die niet veel later heeft plaatsgevonden, heeft hij ook meegedeeld dat hij dit reeds aan u heeft gesignaleerd. De heer Schouppe heeft dus in de commissie verklaard dat hij u als minister van Financiën op de hoogte heeft gesteld. Ik heb de briefwisseling niet gezien, maar ik vermoed dat hij bij u heeft aangedrongen gehoor te geven aan de vraag van de motorrijders de btw te verlagen.
Wat de actualiteit betreft, maandag is in het Belgisch Staatsblad een KB van uw collega Schouppe verschenen waarin vanaf 1 september die motorkledij wordt verplicht. De tijd dringt dus en u mag zich er niet vanaf maken met budgettaire problemen of met het feit dat een regering in lopende zaken dat niet kan. Alvorens die maatregel wordt ingevoerd, is het misschien nuttig dat u uw standpunt ter zake meedeelt.
Bent u bereid in te gaan op de vraag van staatssecretaris Schouppe de btw op veiligheidskledij voor motorrijders en de verplichte motorhelm naar 6 % te brengen? Zo ja, welke maatregelen hebt u genomen? Zo nee, waarom niet?
01.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer Veys, er zijn verschillende mogelijkheden voor motorrijders inzake aftrekposten en dergelijke meer. Wat de btw betreft, heb ik een zeer concreet antwoord.
Bijlage 3 van richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 omvat een beperkte lijst van de categorieën van levering van goederen en diensten waarop de lidstaten een verlaagd btw-tarief mogen toepassen. Veiligheidskledij en motorhelmen voor de bestuurders van motorvoertuigen zijn hier niet in opgenomen zodat een btw-verlaging voor dergelijke veiligheidsuitrusting niet in overweging kan worden genomen.
Het is dus geen begrotingsprobleem, maar regelgeving op Europees vlak. Wij kunnen het altijd vragen, maar nu zie ik geen uitweg voor de wijziging van dergelijke richtlijn.
01.03 Tanguy Veys (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor dit antwoord dat vrij duidelijk is en weinig aan de interpretatie overlaat.
Blijft natuurlijk dat u als minister op Europees vlak een wijziging zou kunnen bepleiten. Ik ga er ook van uit dat u dit antwoord aan uw collega Schouppe heeft bezorgd. U verwijst naar nog andere mogelijkheden. Misschien kunnen er op fiscaal vlak initiatieven worden genomen zodat de verplichting niet alleen een financiële belasting zou betekenen voor de motorrijders, maar dat vooral de veiligheid zou primeren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
La présidente: Sachant que le ministre ne peut rester que jusque 17 h 30 et dans un souci d'équilibre, je propose que M. Schoofs pose sa question sur les prisons. Je donnerai également la parole à Mme Vienne et à M. Bogaert, étant donné qu'ils sont là depuis un certain temps.
02 Question de Mme Christiane Vienne au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "l'accessibilité des bâtiments publics aux personnes vivant un handicap" (n° 5183)
02 Vraag van mevrouw Christiane Vienne aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de toegankelijkheid van de overheidsgebouwen voor personen met een handicap" (nr. 5183)
02.01 Christiane Vienne (PS): Monsieur le ministre, comme vous le savez, la loi anti-discrimination du 10 mai 2007 interdit toute forme de discrimination qu'elle soit directe ou indirecte quand il s'agit notamment, selon l'article 5, de "l'accès, la participation et tout autre exercice d'une activité économique, sociale, culturelle ou politique accessible au public". Les articles 14, 21 et 27 stipulent clairement qu'un refus de mettre en place des aménagements raisonnables en faveur d'une personne handicapée constitue une discrimination.
Les aménagements raisonnables étant, selon l'article 4, "des mesures appropriées, prises en fonction des besoins dans une situation concrète, pour permettre à une personne handicapée d'accéder, de participer et progresser dans les domaines pour lesquels cette loi est d'application".
L'accessibilité est par ailleurs une préoccupation internationale. La Convention des Nations unies relative aux droits des personnes en situation de handicap entrée en vigueur en Belgique le 1er août 2009 y consacre en effet tout un article. L'article 9 engage "les États parties à prendre des mesures appropriées pour leur assurer, sur la base de l'égalité avec les autres, l'accès à l'environnement physique, aux transports, à l'information et à la communication, y compris aux systèmes et technologies de l'information et de la communication, et aux autres équipements et services ouverts ou fournis au public, tant dans les zones urbaines que rurales". Parmi les mesures énoncées figurent "l'identification et l'élimination des obstacles et barrières à l'accessibilité", notamment dans les bâtiments publics fédéraux.
Dans le même esprit, avant même l'entrée en vigueur de ces deux textes de loi, lors du comité ministériel du 21 décembre 2006, le gouvernement fédéral a pris acte de la proposition de mise en place d'un plan pluriannuel 2007-2009 visant à rendre les bâtiments publics fédéraux accessibles aux personnes en situation de handicap. L'idée était d'actualiser l'inventaire, datant de 2001, des bâtiments appartenant à l'État fédéral et des travaux à réaliser.
Monsieur le ministre, j'en viens à mes questions au sujet de ce plan pluriannuel.
Des discussions sont-elles en cours entre votre cabinet et celui du secrétaire d'État aux Personnes handicapées quant à la mise en place éventuelle de principes d'accessibilité performants au niveau des bâtiments publics fédéraux?
Quelle méthodologie est-elle préconisée pour instaurer de tels principes?
Est-il question d'adopter une norme optimale, voire de modifier la loi du 1er avril 1971 portant création d'une Régie des Bâtiments afin d'y introduire une procédure d'analyse de l'accessibilité qu'on appliquerait à chaque projet de réfection d'un bâtiment fédéral?
02.02 Didier Reynders, ministre: Madame Vienne, je vais répondre à vos différentes questions. Tout d'abord, plusieurs millions d'euros ont été investis ces dernières années dans le cadre du plan pluriannuel pour l'amélioration de l'accessibilité des bâtiments publics aux personnes handicapées et ce, au moyen, notamment, de crédits annuels accordés depuis 2008 par la Loterie Nationale à la Régie des Bâtiments.
Dans tous les projets de construction, de rénovation, de réaménagement, de prise en location ou de travaux de première installation, la Régie des Bâtiments impose une mise en conformité des bâtiments avec la réglementation en vigueur en matière d'accessibilité. Vu l'existence de règles différentes dans chacune des Régions, la Régie des Bâtiments a installé un groupe de travail dans lequel le SPF Sécurité sociale est représenté et qui a pour mission de mettre au point un nouveau plan d'approche détaillé.
Le point de départ de ce plan d'approche consiste à définir, au travers des différentes réglementations existantes et même futures – gardons en mémoire l'élaboration en cours d'une norme européenne –, un référentiel unique des mesures à appliquer dans les bâtiments gérés par la Régie des Bâtiments, qu'ils soient propriété de l'État ou loués, et qui soit applicable quelle que soit la Région dans laquelle le bâtiment se situe. Cette liste de mesures sera d'application après approbation par le secrétaire d'État aux Personnes handicapées. Une réévaluation des bâtiments suivra ainsi que les travaux ou autres actions qui s'imposent. La liste des mesures sera la référence pour tous les projets futurs de la Régie.
Il va de soi que les bâtiments classés sont les plus difficiles à adapter; souvent, ce sont des bâtiments avec beaucoup de visiteurs (musées, bibliothèques, Archives du Royaume). Afin de trouver un modus vivendi entre les exigences d'accessibilité aux personnes handicapées et les prescriptions des organismes responsables du patrimoine classé, la Régie des Bâtiments prépare actuellement, en collaboration avec le cabinet du secrétaire d'État aux Affaires sociales chargé des personnes handicapées, un projet-pilote comprenant un nouvel accès à la Bibliothèque royale et la construction de sanitaires adaptés aux personnes handicapées. L'évaluation de ce projet-pilote constituera la ligne à suivre pour l'adaptation des bâtiments de ce type.
Enfin, il n'est pas nécessaire de modifier la loi du 1er avril 1971 portant création d'une Régie des Bâtiments. Je me permets de vous rappeler que les compétences en ce qui concerne l'accessibilité des bâtiments pour les personnes handicapées sont régionalisées. La Régie des Bâtiments développe cependant le référentiel nécessaire ainsi que différents systèmes pour évaluer la qualité des bâtiments dont elle a la gestion, dans son périmètre de compétence. Cette évaluation prend en compte, entre autres, l'accessibilité des personnes à mobilité réduite.
02.03 Christiane Vienne (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie de votre réponse.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Minneke De Ridder aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de subsidies die worden uitgekeerd door de Nationale Loterij" (nr. 5134)
03 Question de Mme Minneke De Ridder au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "les subsides alloués par la Loterie Nationale" (n° 5134)
03.01 Minneke De Ridder (N-VA): Mijnheer de minister, sinds enkele maanden volg ik het dossier van de subsidiëring door de Nationale Loterij. Onlangs kreeg ik in het kader van dat onderzoek een lijst onder ogen met vermelding van de verenigingen die door de Nationale Loterij met uw potje van 1 miljoen euro gesubsidieerd worden en de reden waarom.
Een van de meest frappante punten waar mijn oog op viel, is de toekenning van 15 000 euro aan de Jeunes et Libres Bruxelles, voor de organisatie van het evenement Freedom. Dat is blijkbaar een fuif die in maart in Tour & Taxis georganiseerd werd, door Jong MR en Jong FDF, uw eigen jongerenpartij.
Mijnheer de minister, klopt dat? Hoe legitimeert u die uitgave? Wanneer plant u de oproep voor 2011? Welke criteria zult u gebruiken?
03.02 Minister Didier Reynders: Geachte collega, de door u vernoemde vzw heeft een subsidie aangevraagd van 50 000 euro. Omdat ik oordeelde dat dit initiatief nuttig was voor de bevordering van het pluralisme in Brussel, heb ik beslist om een subsidie van 15 000 euro toe te kennen, ten laste van het budget waarover ik als voogdijminister van de Nationale Loterij beschik en dat valt onder de rubriek ‘subsidies onder de bescherming van de federale regering’, waarvan het winstverdelingsplan jaarlijks in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd wordt.
In het doel van oproepen is niet voorzien, en dit om twee redenen.
Ten eerste mag ervan worden uitgegaan dat alle mogelijk gegadigde organisaties op de hoogte zijn van de mogelijkheid om bij de Nationale Loterij een subsidieaanvraag in te dienen. De website van de Nationale Loterij verstrekt hierover alle nuttige informatie. De Nationale Loterij voert tevens regelmatig mediacampagnes om publiek te maken dat er met haar middelen subsidies worden verleend.
Ten tweede is het zo dat het aantal ingediende aanvragen zonder voorafgaande oproep nu al ruim de financiële mogelijkheden van de Nationale Loterij overstijgt.
Wat de criteria betreft om in aanmerking te komen voor een subsidie, kan ik verwijzen naar het antwoord dat ik op een vorige vraag reeds heb verstrekt, vraag nr. 4350 van 31 juli 2008 van de heer Van Hauthem, en naar een vraag om uitleg nr. 5311 van de heer Bert Anciaux die werd behandeld tijdens een vergadering van 9 februari 2011 van de commissie voor Financiën en Economie van de Senaat.
03.03 Minneke De Ridder (N-VA): Mijnheer de minister, ik heb de indruk dat dit niet alleen naar vriendjespolitiek ruikt, dit is vriendjespolitiek, dit stinkt. Voor mij wordt het heel duidelijk waarom u geen voorstander bent van criteria in de subsidiëring voor de gelden van de Nationale Loterij, toegekend door de ministers.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La présidente: Monsieur Bogaert, pouvez-vous me promettre d'être bref dans votre question et votre réplique? Si c'est non, je donne la parole aux trois autres membres.
03.04 Hendrik Bogaert (CD&V): Je serai extrêmement bref.
La présidente: Alors, je vous donne la parole.
04 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de invorderingsachterstand" (nr. 5196)
04 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "l'arriéré en matière de recouvrement" (n° 5196)
04.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de vice-eersteminister, in de begroting 2011 werd een bedrag van 47 miljoen euro uit de niet-fiscale ontvangsten afgedragen voor verwijlintresten in het kader van de effectiseringsoperaties en de gewestelijke belastingen.
Ten eerste, hoe komt de regering tot voornoemd bedrag van 47 miljoen euro? Graag had ik de achtergrond van het bedrag vernomen.
Hoeveel bedroegen de verwijlintresten in respectievelijk 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010?
Ten tweede, hoeveel bedroeg in euro de effectisering in totaal en per type fiscale en niet-fiscale ontvangsten in respectievelijk 2006, 2007, 2008, 2009, 2010 en 2011?
Ten derde, hoeveel bedroegen in euro en in percentage tegenover de geraamde ontvangsten de schuldvorderingen en achterstallige schulden van de Staat per type fiscale en niet-fiscale ontvangsten in respectievelijk 2006, 2007, 2008, 2009, 2010 en 2011?
Ten vierde, hoe evalueert u de gekozen aanpak met betrekking tot de invorderingsachterstand en de effectiseringsoperaties? Welke maatregelen plant u in 2011 of zou u in een regering van niet-lopende zaken wensen te nemen?
Ik dank u alvast voor uw antwoord.
04.02 Minister Didier Reynders: Mevrouw de voorzitter, mijnheer Bogaert, ik heb een schriftelijk antwoord met veel tabellen, dat ik u zal overhandigen, maar ik zal nu een samenvatting geven.
Ik heb een tabel voor de jaren 2006 tot 2011, met een uitsplitsing van de verwijlintresten naar herkomst, niet-fiscale ontvangsten, dus geëffectiseerde verwijlintresten in duizenden euro.
Voor de effectiseringsoperaties hadden wij 53 miljoen euro in 2006, 88 miljoen euro in 2007, 58 miljoen euro in 2008, 32 miljoen euro in 2009, 25 miljoen euro 2010 en een raming van 22 miljoen euro voor 2011.
De gewestelijke belastingen schommelden tussen 2006 en 2011 altijd tussen 23 en 24 miljoen euro.
De tabel biedt een overzicht van de geëffectiseerde schuldvorderingen, opgedeeld naar type, fiscale en niet-fiscale ontvangsten.
De totale fiscale ontvangsten voor de directe belastingen bedroegen 210 miljoen euro in 2006, 154 miljoen euro in 2007, 115 miljoen euro in 2008, 38 miljoen euro in 2009, 27 miljoen euro in 2010 en een raming van 25 miljoen euro in 2011. Ik heb een verdeling daarvan voor vennootschapsbelasting, personenbelasting, belasting niet-inwoners, roerende voorheffing, bedrijfsvoorheffing, boetes en intresten.
De totale niet-fiscale ontvangsten in de directe belastingen bedroegen 46 miljoen euro in 2006, 50 miljoen euro in 2007, 38 miljoen euro in 2008, 18 miljoen euro in 2009, 9,5 miljoen euro in 2010 en een raming van 7,6 miljoen euro in 2011.
De totale fiscale ontvangsten in de indirecte belastingen bedroegen 70 miljoen euro in 2006, 280 miljoen euro in 2007, 57 miljoen euro in 2008, 30 miljoen euro in 2009, 35 miljoen euro in 2010 en 33 miljoen euro in 2011, met een verdeling btw, boetes en intresten.
De totale niet-fiscale ontvangsten in de indirecte belastingen bedroegen 7 miljoen euro in 2006, 38 miljoen euro in 2007, 19 miljoen euro in 2008, 13 miljoen euro in 2009, 16 miljoen euro in 2010 en een raming van bijna 15 miljoen euro in 2011.
Ik heb een totaal van alles ter beschikking.
Wat uw derde vraag betreft, werd de onderstaande tabel opgemaakt.
De tabel geeft voor de directe belastingen en de indirecte belastingen met betrekking tot het gedeelte van de btw een overzicht van de nog in te vorderen sommen van 2008 tot 2010. Er is tevens een raming voor het jaar 2011 opgemaakt. Daarbij valt voornamelijk de continue daling op van de nog in te vorderen rechten gedurende de in acht genomen periode.
De invorderingsinspanningen lijken dus vruchten af te werpen. Het gaat hier dus wel om het totaal resterend volume aan in te vorderen rechten.
Het spreekt voor zich dat het volume, dat een tijdspanne van tientallen jaren omvat, niet in het kader van de geraamde fiscale ontvangsten voor een jaar kan worden uitgedrukt.
Ik geef u de cijfers van de totale directe belastingen van de ingevorderde sommen voor 2008-2010: 12 miljard euro in 2008, 12 miljard euro in 2009, 11,7 miljard euro in 2010 en 11,6 miljard euro in 2011, opgesplitst in onmiddellijk opeisbare rechten, betwiste rechten en dubieuze rechten.
Voor de indirecte belastingen voor het deel btw ging het in totaal om bijna 9 miljard euro in 2008, 7,7 miljard euro in 2009, 7,4 miljard euro in 2010 en 7,4 miljard euro in 2011 met dezelfde verdeling tussen de verschillende categorieën.
Ten vierde, met betrekking tot de fiscale achterstand die deel uitmaakt van de portefeuille van de effectiseringsoperaties wordt geen specifieke invorderingsaanpak toegepast bij de algemene administratie van Inning en Invordering. De achterstand wordt op dezelfde manier behandeld als de niet-geëffectiseerde achterstand.
Met betrekking tot de gekozen aanpak op het vlak van de invordering van de fiscale achterstand kunnen twee belangrijke pistes worden vermeld. Enerzijds werd sedert 1 mei 2010 bij de operationele invorderingsdiensten een nieuwe vorderingsstrategie geïmplementeerd, die de klemtoon legt op de behandeling van de recente en belangrijke fiscale vorderingen.
Anderzijds werd in het kader van de toepassing van de methodologie inzake risicobeheer op het vlak van de invorderingen en conform de Coperfin-processen gestart met de implementatie van nationale, doelgerichte invorderingsacties bij de operationele dienst van de algemene administratie van Inning en Invordering.
Mijnheer Bogaert, ik zal u de tabellen bezorgen.
Onze administratie is bereid om hierover meer details te geven. U kunt ook een bezoek aan onze administratie brengen of een hoorzitting organiseren met de medewerkers die verantwoordelijk zijn voor de inningen en invorderingen en inzonderheid de invorderingenachterstand.
04.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de vice-eersteminister, ik zal de informatie doornemen. U zegt dat die schuldvordering vooruitgaat, maar ik merk toch dat er ongeveer 12 miljard euro blijft bij de directe belastingen en 7 à 8 miljard bij de btw, dat maakt samen 20 miljard in te vorderen belasting. Het vorderingensaldo lijkt mij groter te zijn dan het tekort. Ik besef dat wij een beetje appels met peren vergelijken, omdat sommige van die schulden niet meer invorderbaar zullen zijn.
In verband met de effectisering, het interesseert mij om te weten wat er dan netto gaat naar degene die de schulden gekocht heeft. Ik denk dat er daar een formule is van een gewaarborgd rendement, met vanaf een bepaald plafond een fifty-fiftyverdeling tussen degene die het gekocht heeft en de overheid, maar ik herinner het mij niet meer heel precies. Wat is er effectief naar Fortis gegaan, dat ze gekocht heeft, ten opzichte van de inzet die de bank gedaan heeft op die effectiseringsoperaties?
Ik heb de cijfers voor 2006 en 2007 niet gekregen. Kunnen die nog nagestuurd worden?
La présidente: Nous vous ferons parvenir ces informations complémentaires.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Nous avons attendu quasiment une demi-heure pour que les personnes qui avaient demandé de les appeler viennent; comme elles ne sont pas là, nous passons aux questions avec les présents, les autres liront la réponse donnée.
- de heer Raf Terwingen aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de toestand van de gevangenissen in ons land" (nr. 4555)
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de veiligheid van onze gevangenissen" (nr. 4589)
- de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de onveilige situatie in de gevangenissen als gevolg van gebrekkige infrastructuur" (nr. 4643)
- de heer André Frédéric aan de minister van Justitie over "de renovatie van de strafinrichting te Verviers" (nr. 4721)
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de veiligheid van de gevangenissen in ons land en de samenwerking tussen Justitie en de Regie der Gebouwen" (nr. 4921)
- de heer Éric Jadot aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de bouw van een strafinrichting op de site Saint-Gobain te Sambreville" (nr. 5102)
- de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de onveilige situatie in de gevangenissen als gevolg van gebrekkige infrastructuur" (nr. 5104)
- mevrouw Valérie Déom aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de gevangenis van Sambreville" (nr. 5426)
- M. Raf Terwingen au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "la situation des prisons dans notre pays" (n° 4555)
- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "la sécurité de nos prisons" (n° 4589)
- M. Bert Schoofs au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "le manque de sécurité dans nos prisons dû à une infrastructure défaillante" (n° 4643)
- M. André Frédéric au ministre de la Justice sur "la rénovation des infrastructures de l'établissement pénitentiaire de Verviers" (n° 4721)
- Mme Sabien Lahaye-Battheu au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "la sécurité des prisons de notre pays et la collaboration entre la Justice et la Régie des Bâtiments" (n° 4921)
- M. Éric Jadot au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "la construction d'un établissement pénitentiaire sur le site Saint-Gobain à Sambreville" (n° 5102)
- M. Bert Schoofs au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "le manque de sécurité dans nos prisons dû à une infrastructure défaillante" (n° 5104)
- Mme Valérie Déom au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "la prison de Sambreville" (n° 5426)
05.01 Éric Jadot (Ecolo-Groen!): Madame la présidente, monsieur le ministre, ma question était spécifique, mais les questions ont été jointes.
Nous connaissons les problèmes de notre système pénitentiaire: graves problèmes de surpopulation, de délabrement des bâtiments. Cette situation globale rend d'autant plus cruciale la question de la planification de la construction de nouvelles prisons.
Le Conseil des ministres du 17 juin traitait de l'état des dossiers des nouvelles prisons. Je constate que, parmi ces dossiers, celui du site de Saint-Gobain à Sambreville poserait problème. J'ai eu l'occasion d'interroger votre collègue de la Justice à ce propos. Je reviens donc vers vous afin d'obtenir l'éclairage de la Régie des Bâtiments dont vous avez la charge.
Où en sont les contacts avec les autorités wallonnes concernant ce dossier? Une lettre aurait été envoyée par le ministre-président Demotte et le ministre Henry afin d'obtenir des clarifications sur les raisons des problèmes posés au fédéral par le site de Saint-Gobain. Ce courrier a-t-il reçu une suite?
Quelle est votre position quant au projet de Sambreville?
En Région wallonne, un seul parti semble vouloir bloquer politiquement ce dossier. Pour autant que cela se fasse sur des arguments de fond et cohérents, nous acceptons volontiers, mais nous aimerions les connaître: il serait bon de les présenter.
Quels éléments ont-ils été identifiés par la Régie des Bâtiments quant à d'éventuels risques sanitaires sur ce site?
Est-il possible d'obtenir un rapport détaillé?
05.02 Bert Schoofs (VB): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, mijn vraag, die al wat gedateerd is en al voor de tweede keer werd ingediend, is algemener van aard.
De Dienst Ondersteuning Gebouwen en Veiligheid heeft blijkbaar in een intern rapport in zijn hoedanigheid als inspectiedienst van het gevangeniswezen, de toestand van vele gevangenissen als onveilig bestempeld. In 30 van de 36 penitentiaire inrichtingen zouden de voorzieningen ontoereikend zijn, onder meer op het vlak van intercom, tv-circuits en branddetectie.
Wij hebben onlangs een bezoek gebracht aan de gevangenis van Wortel, in voorbereiding van een bezoeknamiddag in Tilburg. Volgens het personeel van het gevangeniswezen zou dit rapport intussen gedeeltelijk achterhaald zijn. Wat enige tijd geleden in de pers verscheen, zou niet helemaal up-to-date zijn.
Hoe dan ook, mijnheer de minister, het is een straf rapport.
Bent u ervan op de hoogte? Welke gevolgen wilt u eraan geven?
In welke mate is de toestand van de gevangenissen prioritair voor de Regie der Gebouwen? Hoe valt het te verklaren dat in sommige gevangenissen de elementaire voorzieningen inzake veiligheid geruime tijd niet voldeden aan de minimumnormen?
Zijn er budgetten voorhanden om de situatie te verhelpen? Bestaat er een plan om de veiligheidsvoorzieningen in de penitentiaire inrichtingen binnen een redelijke termijn aan te passen aan de noden? Zo nee, waarom is dat plan er niet? Zo ja, kunt u de timing van dat plan uiteenzetten en er verdere toelichtingen bij geven?
05.03 Valérie Déom (PS): Madame la présidente, monsieur le ministre, ma question rejoint celle de M. Jadot. Le 16 juin, un communiqué précisait que le gouvernement avait décidé l'attribution de contrats pour quatre nouvelles prisons, à savoir Marche-en-Famenne, Leuze-en-Hainaut, Termonde et Beveren.
En fin de communiqué, vous précisiez également que les discussions se poursuivaient en ce qui concerne Sambreville. Concrètement, où en sont ces discussions? D'après mes informations, la Régie des Bâtiments compte demander une étude spécialisée sur le dossier. La Région wallonne aurait marqué son accord, à condition d'être associée à cette étude.
Monsieur le ministre, où en sont les discussions sur cette troisième étude? Comme on le sait, il existe déjà deux études contradictoires, celle du fédéral et celle de la Région.
05.04 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ik zal niet in herhaling vallen. Mijn collega’s hebben al concrete vragen gesteld over het rapport. Ik wil er wel het volgende aan toevoegen.
Uw collega, de minister van Justitie, liet in een reactie op het vertrouwelijk rapport optekenen dat de samenwerking tussen Justitie en de Regie der Gebouwen beter kan. Hij pleitte onder meer voor een soort, en ik citeer, “eenheid van commando, waarbij Justitie de budgetten veel meer zelf in handen zou krijgen”. De minister zei ook dat de Regie der Gebouwen best meer zou worden opgesplitst naar de grootste gebruikers, en Justitie is een grote gebruiker.
In oktober 2009, bijna twee jaar geleden, heb ik u al eens een vraag gesteld over de samenwerking tussen de Regie der Gebouwen en Justitie. U hebt toen aangekondigd dat de Regie der Gebouwen werkte aan een nieuw administratief onderhoudsreglement dat de samenwerking tussen de Regie der Gebouwen en de federale overheidsdiensten regelt. U zei toen: “Het reglement legt nu al een aantal belangrijke facilitaire verantwoordelijkheden en opdrachten bij de FOD’s. De Regie neemt de verplichtingen van de eigenaar op zich en de FOD die van de huurder. Het nieuwe reglement zou voorzien in meer bevoegdheden voor de verschillende FOD's in relatie tot de Regie, en zou ook ruimte laten om met elke FOD, zo ook met de FOD Justitie, een aanvullende overeenkomst te sluiten die inspeelt op de specificiteiten.”
Als suggestie gaf ik u toen mee dat voor Justitie de dagelijkse opvolging van de veiligheidsproblematiek of het rechtstreeks ingrijpen in infrastructuurwerken, noodzakelijk voor de veiligheid van gevangenissen of gerechtsgebouwen, alvast zo'n specificiteit zou kunnen zijn.
U focuste vooral op een goede samenwerking om te komen tot een goede bevoegdheidsverdeling en een zo efficiënt mogelijk gebouwenbeheer. Er werden tussen de FOD Justitie en de Regie der Gebouwen twee samenwerkingsprotocollen gesloten, een voor de gevangenissen en een voor de gerechtsgebouwen. Er werd ook een taskforce ingesteld, die wekelijks samenkomt, met vertegenwoordigers van de beleidscellen van Financiën en Justitie en van de administraties.
Welke initiatieven zijn er de voorbije tijd genomen of zullen worden genomen per gevangenis om de veiligheidssituatie te verbeteren? Wat is het respectievelijke budget?
Wat is uw reactie op het voorstel van minister De Clerck om de samenwerking tussen Justitie en de Regie der Gebouwen te verbeteren? Wat zijn uw voorstellen ter zake? Wat is de stand van zaken met betrekking tot het vermelde nieuwe reglement?
La présidente: M. André Frédéric avait demandé qu'on transforme sa question n° 4721 en question écrite. Comme la réponse du ministre vaut pour tout le monde, M. Frédéric pourra la lire dans le compte rendu intégral.
05.05 Minister Didier Reynders: Mevrouw de voorzitter, ik zal misschien een antwoord geven op de verschillende specifieke punten.
Mijnheer Schoofs, de Regie der Gebouwen ontvangt van Justitie onlangs alleen een samenvattende tabel van de staat van de elektrische en elektronische veiligheidsvoorzieningen in de verschillende gevangenissen van ons land. Hoewel deze tabel als voordeel heeft dat zij een stand van zaken opmaakt van de situatie op een gegeven ogenblik geeft ze slechts een karikaturaal beeld.
De toestand van de gevangenissen is voor de Regie der Gebouwen zeer prioritair. Bij het bepalen van een volgend jaarlijks investeringsbudget word er ten gronde overlegd met de DGPI teneinde hun prioriteiten en wensen te leren kennen. Tijdens geregelde bilaterale contacten wordt de stand van zaken in deze dossiers verder opgevolgd en waar nodig bijgestuurd.
Zoals algemeen geweten is er sedert 2004, ter aanvulling van de kredieten die voorbehouden zijn binnen de dotatie van de Regie der Gebouwen, elk jaar in een bijkomende budgettaire envelop voorzien voor werken in onze gevangenissen via een meerjarenplan. Er werd toen in een globaal bedrag van 400 miljoen euro voorzien voor veiligheidsbeleid, verdeeld over Justitie, politie en de centra voor de opvang van asielaanvragers.
Sedert 2008 werd voorrang verleend aan de uitbreiding van de capaciteit en de beveiliging van penitentiaire instellingen. Zo werd in het raam van dit meerjarenplan enkel voor de penitentiaire instellingen tussen begin 2005 en einde 2010 een totaal bedrag van 108 555 600,23 euro vastgelegd.
Het concept van de veiligheid in gevangenissen bestrijkt tal van aspecten. De veiligheid van het personeel kan worden verbeterd door een capaciteitsuitbreiding die de risico’s verlaagt die aan de overbevolking gekoppeld zijn. Daaraan werkt de Regie onvermoeibaar, niet alleen in de bestaande gevangenissen maar ook bij de bouw van nieuwe gevangenissen.
Het dient daarbij te worden opgemerkt dat de besluiten tot gunning voor de bouw van vier nieuwe gevangenissen de komende weken ondertekend zullen worden. De beslissing werd al genomen in de Ministerraad. Het gaat om meer dan 1 300 cellen.
De interne oproepsystemen, de camera’s en de controlecentra moeten regelmatig worden aangepast aan de nieuwe technologieën. De Regie der Gebouwen stelt zich tot taak de zwakke systemen geleidelijk door deze nieuwe technologieën te vervangen.
Ik verwijs naar Huy, Sint-Gillis, Sint-Hubert, Lantin, Leuven-Centraal en andere. Er zijn reeds vele werkzaamheden verricht om die camera’s te vervangen. Wat de beveiliging tegen ontsnappingen betreft, heeft de Regie der Gebouwen aanvankelijk een overzichtsrapport opgesteld waarin de mogelijke beveiligingsmaatregelen tegen helikopterontsnappingen worden onderzocht.
Op basis van die lijst maatregelen hebben de diensten van het DGPI vervolgens prioritaire ingrepen bepaald op basis van de locatie. Ze worden op de structuur van de gevangenisgebouwen afgestemd. Helikopternetten zijn niet overal haalbaar. Zo werden in de gevangenis van Brugge reeds netten geplaatst. Op verschillende wandelingen werd in Hasselt geopteerd voor het aanplanten van bomen op strategische plaatsen. Er zijn dus verschillende mogelijke oplossingen.
Het betaald bedrag aan investeringen die in de laatste drie jaar zijn gebeurd op het vlak van veiligheid bedraagt 45,7 miljoen euro. Daarnaast gebeurden uiteraard nog tal van andere investeringen door de Regie der Gebouwen in de gevangenissen waarvan een belangrijk deel bijvoorbeeld vloeit naar werken in het raam van de uitbreiding van de capaciteit. Het bedrag voor veiligheidswerken werd, voor de vastgelegde investeringsprojecten, per jaar als volgt opgesplitst: in 2008 18 075 000 euro, in 2009 12 575 000 en in 2010 15 085 000. De geplande investeringen inzake veiligheid voor 2011 en de eerste helft van 2012 bedragen 56,4 miljoen euro.
De in het negenjarenplan ingeschreven begrotingskredieten worden voorzien tot in 2011. Er moet nog in bijkomende kredieten worden voorzien voor de komende jaren om alle in de toekomst geplande beveiligingsprojecten tot een goed einde te brengen.
In uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst die werd afgesloten tussen de FOD Justitie en de Regie der Gebouwen wordt er jaarlijks een investeringsprogramma opgemaakt met prioritaire projecten die in de gevangenissen moeten worden gerealiseerd. Dat programma wordt opgemaakt in nauw overleg met de FOD Justitie en het DGPI die de prioriteiten hebben vastgelegd.
Mevrouw Lahaye-Battheu, de Regie der Gebouwen heeft in het raam van de taskforce geregeld vergaderingen met Justitie om haar prioriteiten mee te delen, haar activiteiten te coördineren en de principes van het samenwerkingsprotocol ten uitvoer te brengen.
De meeste projecten waaraan de Regie der Gebouwen werkt, zijn echter dossiers die om studies vragen. Er zijn procedures voor de opmaak van complexe bestekken en de behandeling via overheidsopdrachten, soms voor bouwvergunningsaanvragen, voor het advies van de Inspectie van Financiën en pas daarna voor de verbintenis en uitvoering. Voormelde verschillende procedures vragen tijd.
Dat de overheidsopdracht voor de bouw van vier nieuwe gevangenissen op de juiste manier en volgens de timing is gegund, bewijst de goede werking van de opgerichte taskforce. Er is nu een heel goed resultaat voor de uitvoering van het masterplan. Wij starten dus met de bouw van de nieuwe gevangenissen.
Afin de répondre à la problématique de la stabilité de la prison de Verviers, la Direction générale des Établissements pénitentiaires et la Régie des Bâtiments ont convenu de procéder comme suit.
Premièrement, afin de soulager au mieux l'occupation de la prison, le SPF Justice déplacera une cinquantaine de détenus pour l'été 2011.
Deuxièmement, afin de protéger les infrastructures des conditions hivernales, la Régie des Bâtiments réalisera, dans le courant du second semestre 2011, des travaux de stabilisation du noyau central et de réfection de la toiture de celui-ci.
Troisièmement, une étude de faisabilité est en cours afin de prévoir un hébergement provisoire sous la forme d'éventuelles unités de conteneurs. Cette capacité supplémentaire pourrait notamment être prévue dans une zone sécurisée d'une prison existante. La faisabilité de cette hypothèse fait l'objet d'une étude sur les plans fonctionnel et technique. La Régie des Bâtiments et la Direction générale des Établissements pénitentiaires travaillent conjointement sur ce dossier. L'objectif est de mettre cette capacité tampon à disposition pour fin 2012 afin de pouvoir y transférer les détenus de la prison de Verviers.
Quatrièmement, parallèlement à ces mesures, une décision concernant l'avenir de la prison de Verviers devra être prise. Les différentes pistes à l'heure actuelle sont soit une démolition complète suivie d'une reconstruction, soit une rénovation complète de l'établissement, soit un déménagement des infrastructures sur un nouveau site. Les études démontreront quelle orientation nous devrons prendre.
En ce qui concerne le choix du masterplan et les dernières recommandations au sujet de Sambreville, le ministre de la Justice a été chargé par le Conseil des ministres du 16 juin dernier de poursuivre ses contacts avec la Région wallonne dans le but de mener une étude contradictoire concernant le projet de prison à Sambreville et de parvenir au plus vite à une décision définitive.
J'ai encore eu un contact avec le ministre de la Justice qui va revoir les autorités régionales pour vérifier dans quelle mesure on peut se fonder sur une étude commune - acceptée dès lors de part et d'autre -, pour définir les conditions d'implantation d'une éventuelle prison mais aussi les surcoûts que cela pourrait engendrer et la répartition de ceux-ci. C'est intéressant d'imaginer mettre à disposition un terrain qu'il faut assainir mais c'est toujours plus intéressant de mettre à disposition un terrain assaini ou sain. Ces débats vont avoir lieu.
Grâce à la décision qui a été prise, nous avancerons dès lors sur le masterplan concernant quatre prisons. Le ministre de la Justice va mener les discussions concernant Sambreville. Je suppose qu'il reviendra vers vous prochainement avec les conclusions de ces discussions.
05.06 Éric Jadot (Ecolo-Groen!): Madame la présidente, je voudrais simplement répliquer sur la partie de la question que j'avais évoquée, à savoir Sambreville.
Contrairement aux réponses données aux questions déjà posées sur le sujet avec Mme Déom, le dossier semble pouvoir avancer et se débloquer. C'est plutôt une bonne nouvelle. On suivra ce dossier à la Région et au niveau fédéral.
Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse.
05.07 Valérie Déom (PS): Madame la présidente, je serai très brève.
À ce stade, on est donc d'accord sur l'étude et on est en pourparlers avec la Région pour savoir qui, dans quel délai, etc. Si j'ai bien compris…
05.08 Didier Reynders, ministre: La discussion va aussi porter sur le caractère contradictoire de l'étude. C'est la conclusion du Conseil des ministres.
05.09 Bert Schoofs (VB): Mijnheer de minister, bedankt voor uw zeer uitvoerig antwoord. Het probleem is misschien dat we u en de minister van Justitie niet eens samen kunnen ondervragen. Misschien zouden we dat toch eens moeten doen, want u kaatst geregeld de bal naar elkaar terug. U zegt nu zelf dat het beeld dat hij in het rapport schetst, karikaturaal is. Hij verwijst ons vanuit de commissie voor de Justitie dikwijls naar u. Ik ga zeker weer naar hem met het antwoord dat u nu gegeven hebt en dat voor een deel toch een stevige repliek is.
Ik wil wel aanhalen dat bijvoorbeeld de Wandeling in Brugge van waaruit Sekkaki ontsnapt is, geruime tijd niet onder handen werd genomen, terwijl andere koertjes wel onder handen werden genomen. Dat lijkt toch wel wat onlogisch. Onlangs nog maakte de minister van Justitie melding van het feit dat de gevangenis van Verviers op instorten staat en daarbij verwees hij naar u. Dat zou ik hem dan toch nog eens willen vragen. Misschien organiseren we toch best een ronde met de minister van Justitie en u.
05.10 Minister Didier Reynders: Dat is al het geval in de Ministerraad.
05.11 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Is het mogelijk een kopie te krijgen van het betreffende rapport?
La présidente: Cela devait être possible. C’est bien ce que vous avez dit?
05.12 Didier Reynders, ministre: Si le rapport existe, on va...
05.13
Bert Schoofs (VB): Per post of e-mail?
05.14 Minister Didier Reynders: De post in Luik is zeer gevaarlijk.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La présidente: Monsieur le ministre, nous avions convenu de terminer à 17 h 30. Pouvez-vous encore rester un peu? Ce n'est plus possible? D'accord. En ce cas, toutes les autres questions sont reportées.
La réunion publique de commission est levée à 17.35 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.35 uur.