Commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique

Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt

 

du

 

Mercredi 8 juin 2011

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Woensdag 8 juni 2011

 

Voormiddag

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 10.28 uur en voorgezeten door de heer Siegfried Bracke.

La séance est ouverte à 10.28 heures et présidée par M. Siegfried Bracke.

 

De voorzitter: De vragen nrs 4763 en 4826 van mevrouw Sarah Smeyers worden omgezet in schriftelijke vragen.

 

01 Samengevoegde vragen van

- de heer Gerolf Annemans aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de invulling van het begrip 'onredelijke belasting voor het socialebijstandsstelsel van het Rijk' in verband met de beëindiging van het verblijfsrecht van economisch niet-actieve EU-burgers" (nr. 4825)

- de heer Gerolf Annemans aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de raadpleging door de Dienst Vreemdelingenzaken van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid in verband met de beëindiging van het verblijfsrecht van economisch niet-actieve EU-burgers die een onredelijke belasting vormen voor het socialebijstandsstelsel van het Rijk" (nr. 4829)

01 Questions jointes de

- M. Gerolf Annemans au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "l'interprétation de la notion de 'charge déraisonnable pour le système d'aide sociale du Royaume' pour mettre fin au droit de séjour de citoyens de l'Union européenne non économiquement actifs" (n° 4825)

- M. Gerolf Annemans au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "la consultation par l'Office des Étrangers de la Banque Carrefour de la Sécurité Sociale en vue de mettre fin au droit de séjour de citoyens de l'Union européenne non économiquement actifs, qui représentent une charge déraisonnable pour le système d'aide sociale du Royaume" (n° 4829)

 

01.01  Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, u zult het gezien hebben, dit zijn twee vragen over de toepassing van artikel 42bis van de vreemdelingenwet, over de onredelijke belasting die iemand zou vormen voor het socialebijstandsstelsel van het Rijk, op basis waarvan dan een einde kan gesteld worden aan het verblijfsrecht van economisch niet-actieve EU-burgers.

 

Ik zal eerst mijn eerste vraag stellen, die met de vijf subvragen. Ik verwijs gewoon naar de schriftelijke neerslag van mijn vraag. Met welke frequentie behandelt de Dienst Vreemdelingenzaken dat soort dossiers al dan niet systematisch, per steekproef of op een andere manier?

 

Dat was mijn eerste vraag, de tweede vraag zal ik u straks bezorgen.

 

01.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Ik heb één antwoord voor beide vragen.

 

01.03  Gerolf Annemans (VB): Des te beter, dan heb ik ze bij dezen allebei gesteld.

 

01.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Het dient gezegd dat het efficiënt werken is met de heer Annemans, want zijn vragen zijn altijd kort.

 

Zoals ik u reeds op 9 mei antwoordde, houdt DVZ bij de beoordeling of iemand een onredelijke belasting vormt voor het socialebijstandsstelsel van het Rijk, rekening met de duur en het bedrag van de OCMW-steun. Er zijn geen vuistregels of richtsnoeren zoals in Nederland. DVZ stelt immers niet automatisch een einde aan een verblijf indien er sprake is van een onredelijke belasting. Een EU-burger kan immers, op basis van andere gronden, het verblijfsrecht hebben bekomen. Dit alles dient door DVZ te worden onderzocht. Aangezien wij rekening moeten houden met de persoonlijke situatie van de betrokkene, is het niet opportuun om alle algemene rechtsregels uit te vaardigen.

 

Ik wens eraan te herinneren dat de Belgische cijfers inzake verwijdering niet kunnen worden vergeleken met de Nederlandse. In Nederland gaat men er namelijk van uit dat, wanneer een persoon niet aanwezig is op zijn verblijfplaats, de persoon geacht wordt het Nederlands grondgebied te hebben verlaten. De statistieken worden dus op een andere manier opgesteld. Als ik zo mijn statistieken had opgesteld, zou ik ook veel betere cijfers hebben.

 

DVZ doet zelf geen raadpleging van de gegevens van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Het is de Kruispuntbank die maandelijks gegevens doorstuurt aan de Dienst Vreemdelingenzaken. Dit gebeurt op basis van filters die de Kruispuntbank en de POD Maatschappelijke Integratie hebben geïnstalleerd.

 

Het is nog te vroeg om de gegevensoverdracht van de Kruispuntbank aan DVZ te evalueren. Momenteel krijgt DVZ enkel de gegevens van de studenten, hetgeen marginaal is – een tiental per maand – ten opzichte van alle andere categorieën.

 

Wanneer de ICT-applicatie volledig werkt en DVZ met andere woorden de praktische toegang heeft tot alle gegevens, kan er worden geëvalueerd of het systeem volstaat. Een wettelijke meldingsplicht voor de OCMW’s vereist een wijziging van de OCMW-wetgeving. Dat valt echter niet onder mijn bevoegdheid.

 

01.05  Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de staatssecretaris, u zult begrijpen dat dit antwoord vooralsnog niet voldoeninggevend is. Ik zal met bijkomende vragen nagaan hoe wij dat systeem kunnen preciseren en meer actief maken. Ik begrijp dat het nu weinig actief is en zeker niet effectief met het oog op het beëindigen van verblijfsrechten, waarover overigens in uw antwoord geen gegevens worden verstrekt. Ik zal u wellicht met bijkomende en meer precieze vragen moeten lastigvallen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van mevrouw Daphné Dumery aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "het aantal Tunesiërs met een Italiaanse verblijfsvergunning" (nr. 4847)

02 Question de Mme Daphné Dumery au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "le nombre de Tunisiens possédant un permis de séjour italien" (n° 4847)

 

02.01  Daphné Dumery (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, hier ben ik opnieuw met hetzelfde thema.

 

Tijdens onze laatste ontmoeting hebben wij met betrekking tot de Schengenreglementering gesproken over de opportuniteit van het invoeren van meer grenscontroles voor mensen die met een Italiaanse verblijfsvergunning, uitgereikt in april 2011, naar ons land zouden reizen. Het zou interessant zijn om te weten of zij reeds op ons grondgebied aanwezig zijn.

 

U weet ook dat deze mensen aan de grens moeten voldoen aan de voorwaarden opgenomen in onze vreemdelingenwet. Zij moeten een nationaal paspoort hebben, hun reisdoel kunnen bewijzen, voldoende middelen bij zich hebben om zowel die korte periode hier te kunnen verblijven als om te kunnen terugkeren. Zij moeten zich normaal gezien ook binnen de drie werkdagen aanbieden bij het gemeentebestuur wanneer zij verblijven op een privéadres. Wanneer zij niet op een privéadres verblijven, maar op hotel, dan moeten er hotelfiches worden ingevuld.

 

De periode van drie maanden is nog niet voorbij, maar ik vroeg mij af of u dit al kunt registreren. Hebt u al weet van gemeenten waar zich vreemdelingen met een dergelijke Italiaanse verblijfsvergunning hebben aangeboden? Indien ja, om hoeveel personen gaat het, in welke gemeenten en om welke nationaliteiten gaat het? Ik weet niet of u daarop al zicht hebt.

 

Met betrekking tot degenen die op hotel verblijven, had ik graag dezelfde inlichtingen, namelijk om hoeveel personen gaat het, om welke nationaliteiten en in welke gemeenten hebben zij zich aangeboden?

 

Hebben degenen die werden aangetroffen of die een dergelijke verblijfsvergunning hebben al een aanvraag ingediend tot machtiging tot verblijf, volgens artikel 9bis of 9ter, of een asielprocedure opgestart? Indien ja, hoeveel personen zijn dat en welke is hun nationaliteit?

 

02.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Dumery, voor een kort verblijf hebben er zich een twintigtal vreemdelingen aangemeld met een door Italië uitgereikte tijdelijke verblijfsvergunning. Dat gebeurde in de Brusselse gemeenten. Zij waren allemaal van Tunesische nationaliteit.

 

Er hebben zich een tweetal vreemdelingen van Tunesische nationaliteit onder de door u omschreven omstandigheden aangemeld.

 

Het aantal Tunesische asielzoekers ligt tijdelijk nog behoorlijk laag, te weten zes in januari, zeven in februari, vier in maart, elf in april en vijftien in mei. Zij bieden zich aan zonder documenten, maar worden soms wel door Eurodac aangeduid als illegalen met binnenkomst in Italië.

 

Aangaande de aanvragen voor een verblijfsvergunning, zijn er momenteel geen statistieken. Voor de uitgereikte verblijfstitels bevatten de statistieken enkel de nationaliteit van de begunstigde, zonder verdere vermelding.

 

02.03  Daphné Dumery (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik vermoedde eigenlijk wel dat die aantallen nog laag zouden zijn, want die drie maanden zijn nog niet voorbij. Ik verwacht meer effect wanneer de periode van drie maanden van de verblijfsvergunning van Italië voorbij is. Momenteel bevinden er zich, bijvoorbeeld, een driehonderdtal transitvluchtelingen in het stadspark van Oostende, die nog altijd een overzet naar Engeland pogen. Ik vermoed dat wij het effect pas zullen merken in de cijfers na de verblijfsvergunning van drie maanden.

 

Wel merk ik dat de cijfers van de asielaanvragen, hoewel nog klein, lichtjes beginnen te stijgen, van zes in januari tot vijftien in mei. Misschien moeten wij die evolutie toch ook opvolgen. Mocht ik in september nog de kans hebben u hieromtrent een vraag te stellen, dan zal ik opnieuw de recente cijfers van dat moment opvragen, zodat wij het effect kunnen bepalen na die periode van drie maanden.

 

Ik dank u voor de moeite die u gedaan hebt om gegevens te bekomen, meer bepaald wat de hotelfiches betreft, want het lijkt mij niet evident dergelijke informatie in te winnen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van mevrouw Daphné Dumery aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de weigering van Malta om mee te werken aan Frontexmissies" (nr. 4870)

03 Question de Mme Daphné Dumery au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "le refus de Malte de collaborer aux missions de Frontex" (n° 4870)

 

03.01  Daphné Dumery (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik heb het opnieuw over de grenzen, zij het nu over de buitengrenzen.

 

U weet dat Malta voor het tweede jaar op rij niet wil meewerken aan of niet akkoord gaat met de rules of engagement. Het heeft problemen met de regel dat, wanneer een lidstaat een missie huisvest, hij dan ook moet instaan voor de opvang van de migranten die door Frontex op zijn grondgebied worden aangetroffen.

 

Ook Frontex zou bij de lidstaten op een wijziging van voornoemd systeem hebben aangedrongen, zodat, wanneer Frontex vreemdelingen aantreft, het agentschap de betrokkenen naar de dichtstbijzijnde haven kan brengen.

 

Ik vraag u gewoon naar het standpunt van België ter zake.

 

Bent u van mening dat de rules of engagement in voormelde zin zouden moeten worden aangepast?

 

Wat is de mening van de regering over de weigering van Malta om aan de Frontexmissie deel te nemen?

 

Bent u van oordeel dat Malta nog een volwaardige Europese partner voor het bewaken van de buitengrenzen is?

 

Zullen er omwille van de weigering tegen Malta sancties moeten worden getroffen? Zo ja, welke sancties moeten worden getroffen?

 

Meent u dat een land eenzijdig kan beslissen om niet aan een gemeenschappelijk initiatief, zoals Frontex, mee te werken?

 

03.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, het initiatief tot het instellen van een gezamenlijke Frontexoperatie wordt steeds genomen door een of meerdere lidstaten in overleg met het agentschap.

 

Het systeem is zo opgezet dat er steeds een gastland dient te zijn waarvan de effectieven worden versterkt door een gecoördineerde inzet van personeel en materiaal van andere lidstaten.

 

Deze inzet, die in het geval van de gezamenlijke operaties op vrijwillige basis gebeurt, wordt tussen de deelnemende lidstaten en Frontex afgesproken tijdens de jaarlijkse bilateral talks.

 

Aangezien België door haar geografische ligging, enerzijds, niet kan optreden als gastland voor een gezamenlijke operatie in het gebied van de Middellandse Zee en, anderzijds, nog nooit vaartuigen ter beschikking van een dergelijke operatie heeft gesteld, is ons land geen betrokken partij geweest bij een eventuele wijziging van de rules of engagement voor een specifieke operatie.

 

Aangezien de inzet van een specifieke lidstaat in een gezamenlijke operatie op vrijwillige basis geschiedt, heeft een weigering geen verder gevolg voor deze lidstaat.

 

Indien Malta ervan uitgaat dat een deelname aan een gezamenlijke operatie niet zo noodzakelijk is en het land volledig zelfstandig wil instaan voor zijn grensbeheer, is dat een soevereine beslissing.

 

Malta is inderdaad een volwaardige Europese partner in het bewaken van de buitengrenzen. Dit werd in 2007 bij de toetreding van Malta tot de Schengenruimte trouwens… (…)

 

(zonder micro)

 

Ik ben zeker niet in staat om te sanctioneren, zelfs als ik dat zou hebben willen doen.

 

In tegenstelling tot het RABIT-mechanisme, waarbij voor de inzet door de lidstaten uit de RABIT-pool wordt geput en waarbij dit verplicht is, geschiedt de deelname aan de gezamenlijke operatie volledig op vrijwillige basis.

 

Bijgevolg kan ieder land volledig zelfstandig beslissen om al dan niet deel te nemen aan deze operaties zonder dat daaraan enig gevolg kan worden gekoppeld.

 

03.03  Daphné Dumery (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor het omstandig antwoord.

 

Als het inderdaad om een vrijwillige deelname gaat, is het logisch dat de sanctiemogelijkheid beperkt is.

 

Ik zit ook in de parlementaire assemblee van de Raad van Europa in de Commissie voor de Migratie. Wij zijn vorige week naar Corfu geweest waar we de problematiek van de bootvluchtelingen hebben besproken. Daar was een Maltese parlementair die zei dat Europa hen niet hielp. Hij zei dat ze bijna letterlijk onder de vluchtelingen verdronken, dat Europa hen niet hielp en Amerika wel.

 

Men heeft daar echter beslist om niet meer deel te nemen aan initiatieven van Europa. Hier gaat het om een wisselwerking. Ik denk dat er in een vergadering met Europese ministers een ernstig gesprek met Malta over die wisselwerking moet worden gevoerd.

 

Indien Malta de Europese gedachte deelt en meewerkt, kan het verwachten dat er vanuit Europa solidariteit is en dat Malta gesteund wordt.

 

Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.

 

03.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Ik ben in Malta geweest tijdens het Belgische voorzitterschap van de EU. Dat was het standpunt dat ik daar verdedigd heb. Er zijn mogelijkheden voor Malta, maar dan moeten ook alle regels gerespecteerd worden. Ofwel respecteert Malta de regels die gelden bij zo’n gezamenlijke operatie, ofwel doet het dat niet, maar dan is het ook normaal dat er geen steun komt van de Europese Unie.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van mevrouw Daphné Dumery aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de recente wijziging in de nationaliteitswetgeving van Hongarije" (nr. 4874)

04 Question de Mme Daphné Dumery à la ministre de l'Intérieur sur "la modification récente de la législation hongroise sur la nationalité" (n° 4874)

 

04.01  Daphné Dumery (N-VA): Hongarije heeft zijn nationaliteitswetgeving aangepast. Nu kunnen Hongaarse voorouders zich ook laten naturaliseren tot Hongaar. Bepaalde landen krijgen daar al problemen mee. Hongaren zijn over de hele wereld verspreid, omdat men, historisch gezien, deel uitmaakte van een dubbelmonarchie. In Roemenië zijn er ongeveer anderhalf miljoen en in Noord-Servië ongeveer 300 000 personen van Hongaarse afkomst die de Hongaarse nationaliteit kunnen verkrijgen. Het is bekend dat het Hongaarse consulaat in Roemenië nu al tot 2012 is volgeboekt met afspraken om een Hongaars paspoort op te halen. Wij lazen in de Nederlandse pers, die wij heel nauwgezet opvolgen, dat het Nederlandse uitzendbureau Exotic Green nu al promotie maakt om Roemeense arbeidskrachten met een Hongaars paspoort naar Nederland te halen voor de fruitpluk. De Hongaarse wetgeving met die dubbele nationaliteit zou een positieve evaluatie krijgen in Servië en Roemenië, maar stuit bijvoorbeeld wel op verzet in Slowakije. Dus niet alle omringende landen gaan ermee akkoord.

 

Is er een stijging waar te nemen in het aantal personen met een Hongaarse nationaliteit die zich in België vestigen?

 

Hebt u de wetgeving al kunnen bespreken in de Europese Raad of bilateraal met Belgische functionarissen of ministers?

 

04.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mevrouw Dumery, momenteel worden de cijfers enkel op jaarbasis bijgehouden, maar er wordt gewerkt aan een maandelijks rapport. Op 31 december 2010 waren er 605 Hongaren gevestigd in België, plus 4 Hongaren die verblijf houden als langdurig ingezetene, op 3 650 Hongaren die legaal in het land verblijven. Aangezien de wet met betrekking tot de nationaliteit van Hongaren in werking trad op 1 januari 2011, is het alleszins nog te vroeg om de impact ervan op België te evalueren.

 

Het behoort bij uitstek tot de autonome nationale bevoegdheid van een staat om een eigen nationaliteitswetgeving vast te stellen en te beslissen wie zij onderdaan van hun staat maken en wie niet. Het punt is alleszins niet besproken met de ministers bevoegd voor asiel en migratie, die trouwens niet bevoegd zijn voor de nationaliteitswetgeving. Die bevoegdheid valt in België overigens onder de minister van Justitie. Wanneer België de voorwaarden om Belg te worden, verzacht heeft en meer bepaald de verblijfsduur in ons land om de nationaliteit te mogen vragen, van vijf naar drie jaar heeft teruggebracht met de zogenaamde snel-Belgwet, dan heeft België Europa daar ook niet over ingelicht.

 

De concrete impact zou hoe dan ook zeer beperkt moeten zijn. Het gaat blijkbaar enkel om personen die toch al EU-onderdaan zijn, die bijkomend voor de Hongaarse nationaliteit in aanmerking komen. Dat zou inderdaad hoogstens voor Roemenen en Bulgaren voordeel kunnen opleveren, aangezien ze in België nog vallen onder de overgangsperiode voor toegang tot de arbeidsmarkt. Die zal normaal gezien tot 1 januari 2012 duren, dus dat verandert ook weinig.

 

04.03  Daphné Dumery (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord. Ik zal de cijfergegevens gebruiken als basis om in januari volgend jaar om een evaluatie te vragen. Het is dan beter als men met maandelijkse registraties begint, want vermits vanuit Roemenië alles volgeboekt is, zullen we dan eventueel een stijging kunnen zien van het aantal aanvragen via het Hongaars consulaat.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de terugvlucht naar Kosovo en Macedonië op 19 mei 2011" (nr. 5054)

05 Question de M. Theo Francken au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "le vol de rapatriement du 19 mai 2011 vers le Kosovo et la Macédoine" (n° 5054)

 

05.01  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik heb een vraag in verband met de terugvlucht die u enkele maanden geleden hebt aangekondigd en die enkele weken geleden plaatsvond naar Kosovo en Macedonië, meer bepaald naar Pristina en Skopje. Op 19 mei vond deze terugvlucht plaats. Het vliegtuig vertrok vanuit Melsbroek en had tweeënveertig illegalen aan boord die onder dwang werden teruggevlogen.

 

Ik heb daarover een aantal vragen, mijnheer de staatssecretaris. Hoe is de vlucht globaal verlopen? Met welk type van toestel? Was het toestel gecharterd? Zo ja, door welk land en welke luchtvaartmaatschappij? Wat heeft deze chartervlucht gekost? Is die prijs marktconform? Werd daarvoor een marktbevraging gedaan?

 

Was Frontex van deze operatie op de hoogte? Zo ja, vond de vlucht plaats in samenwerking met Frontex?

 

Is er verzet geweest of waren er andere incidenten? Welke mensen waren er aan boord? Hoeveel begeleiders waren er mee? Ik had hiervan graag een gedetailleerd overzicht.

 

Welke nationaliteiten hadden de passagiers? Graag kende ik het aantal per nationaliteit. Waren er gezinnen aan boord? Zo ja, waren er gezinnen met jonge kinderen? Graag kreeg ik een overzicht met de juiste aantallen. Waren het allemaal uitgeprocedeerde asielzoekers? Zo nee, wie was er dan nog aan boord qua statuut? Waren er mensen bij met een nog lopende asielprocedure die het niet meer zagen zitten omdat de kans op erkenning toch zeer klein is vanuit die landen? Zo ja, hoeveel? Waren er ook mensen bij die op vrijwillige basis terugkeerden? Zo ja, hoeveel?

 

Wat is de totale kostprijs van deze operatie? Plant u op korte of middellange termijn nog zulke initiatieven? Zo ja, welke?

 

05.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, de organisatie van de vlucht verliep vlekkeloos. Dat was het resultaat van een grondige voorbereiding van zowel de DVZ als van de federale politie van de luchthaven Brussel-Nationaal. De samenwerking tussen deze diensten en Defensie was ook optimaal. Ik wil daarvoor alle diensten bedanken. Ik ben zelf nog naar de DVZ geweest om de ploegen daarvoor te bedanken. (…) (Het geluid van een gsm weerklinkt)

 

Het gecharterde toestel was een Airbus A330 van Defensie. De kosten van de vlucht bedragen ongeveer 67 000 euro. Frontex was niet betrokken bij deze terugkeeroperatie, aangezien het een nationale vlucht betrof. Het is precies dezelfde als de vlucht naar Congo, waarover wij al een discussie hebben gehad.

 

Tijdens de hele operatie, vanaf het ophalen in het repatriëringscentrum 127bis tot aan de overdracht van de vreemdelingen in het land van herkomst, hebben zich geen noemenswaardige incidenten voorgedaan. De begeleiding bestond uit vijf officieren van de federale politie, zeven hoofdinspecteurs van de federale politie, drieënzestig inspecteurs van de federale politie, vier leden van het maatschappelijk en psychologisch ondersteuningsteam van de federale politie, twee leden van de inspectiediensten van de federale politie, een immigratieambtenaar, een geneesheer van de DVZ, een centrumdirecteur van de DVZ en drie sociaal assistenten van de DVZ.

 

Wat de nationaliteiten betreft, het ging om negenentwintig Kosovaren, zeven Macedoniërs en zes Serviërs. Het betrof dus in totaal tweeënveertig vreemdelingen. Er waren geen gezinnen aan boord. De groep die gerepatrieerd werd, bestond uit zowel uitgeprocedeerde asielzoekers als vreemdelingen met onregelmatig verblijf. Dat wil zeggen dat niet alle personen een asieldossier hadden ingediend. Van deze groep waren eenentwintig vreemdelingen het voorwerp van een gedwongen vertrek en gaven eenentwintig vreemdelingen vooraf schriftelijk aan geen verzet te zullen plegen.

 

Andere initiatieven van dit type zullen worden genomen, wanneer wij merken dat de cijfers vanuit die landen dalen, maar nog niet genoeg. Ik zal natuurlijk nooit de kalender geven. Ik zal het op die manier blijven doen. Na de operatie kan ik alles meedelen, zoals nu, maar ik zal nooit op voorhand een datum geven. Wij hebben de gevolgen gezien, wanneer de datum van een vlucht wordt bekendgemaakt. Dat hebben wij al een keer meegemaakt. Ik zal dat niet herhalen. Dit is de volle uitvoering van mijn beleid, zoals ik het al heb uitgelegd. Er vinden preventiecampagnes plaats, er worden snellere procedures gehanteerd en er vindt een efficiëntere verwijdering plaats.

 

05.03  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, wij als N-VA zijn kritisch voor uw beleid, maar als het goed is, willen wij het ook zeggen zoals het is. Ik vind het persoonlijk een goede zaak dat u inzet op terugkeer en ook op gedwongen terugkeer. Alleen door een goed terugkeerbeleid te voeren kunnen we eindelijk ons imago in het buitenland verbeteren en aantonen dat dit niet het mekka of de Far West is. Niet iedereen kan hier zomaar verblijf krijgen als hij lang genoeg insisteert. Er wordt effectief teruggekeerd als de procedures afgelopen zijn. Het is heel belangrijk om dat signaal te geven aan de buitenwereld en dat gebeurt in onze ogen nog veel te weinig.

 

Er is nu alleszins een initiatief genomen. Als ik het goed begrijp, zijn er 42 mensen meegegaan. Zij hebben zich niet verzet. In totaal is er een klein legertje van zo’n 80 mensen van ons ter begeleiding meegegaan. Zijn er internationale standaarden die bepalen hoeveel agenten er per uitgeprocedeerde asielzoeker bij moeten zijn? Is er daarover een KB of een ministerieel besluit? Daarover zullen wel regels bestaan en ik vraag mij af hoe dat juist zit. U zegt dat er drie sociaal assistenten van de DVZ mee waren. Ik wist niet dat de DVZ sociaal assistenten in dienst had. Is dat iets nieuw? Ik vraag mij af hoe dat juist zit en wie die personen zijn. U zegt dat het een gecharterde vlucht was die 76 000 euro heeft gekost. Bij welke luchtvaartmaatschappij is die gecharterd, vanuit welk land, vanuit welke luchthaven?

 

05.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Van Defensie, ‘Air-De Crem’.

 

05.05  Theo Francken (N-VA): Het was een vliegtuig van Defensie? Goed.

 

05.06 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Wat die eerste vraag betreft, in eerste instantie waren er 87 personen voor 42 vreemdelingen. Dat lijkt veel, dat is het dubbel van het aantal vreemdelingen. Na het dossier-Semira Adamu is de commissie-Vermeersch tot stand gekomen, die verschillende aanbevelingen heeft opgeleverd. Wij moeten die natuurlijk volgen, ze zijn unaniem goedgekeurd door het Parlement.

 

Ten tweede zegt u dat het allemaal goed verlopen is, maar dat er zoveel begeleiders waren. Het is misschien omdat er zoveel begeleiders waren dat alles goed verlopen is.

 

Ten slotte wil ik absoluut vermijden dat er op dit soort vluchten incidenten gebeuren, omdat ik die vluchten wil blijven organiseren en het verwijderingsbeleid efficiënt wil organiseren.

 

Als daarover betwistingen zijn omdat een verwijdering niet goed verlopen is, omdat de begeleiding niet goed was, omdat er niet genoeg personeel bij was, omdat de veiligheid niet goed verzekerd was of omdat de politie haar job niet goed heeft kunnen doen, dan zal dat een kwestie zijn die over de vluchten zelf gaat en dat wil ik absoluut vermijden.

 

05.07  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb het rapport van de commissie-Vermeersch natuurlijk gelezen, en ik heb ook de aanbevelingen doorgenomen. Ik weet dat er gezegd is dat er voldoende begeleidend personeel op zo’n vlucht moet zijn. Ik weet niet of er effectief stond dat het aantal begeleiders het dubbele moet zijn of dat er 70 politiemensen mee moeten. Dat zal ik nakijken. Alleszins, 87 personen begeleiding voor 42 illegalen is enorm veel. Misschien kan er iets efficiënter gewerkt worden. Het is maar een suggestie.

 

Misschien kunt u niet out of the blue antwoorden, maar hebt u zicht op de cijfers sinds 1 januari? Als ik het goed begrijp, bent u wel intensiever terugkeerprojecten aan het lanceren: meer terugkeertrajecten, meer escortes enzovoort. Hebt u een idee wat dit na 6 maanden oplevert?

 

05.08 Staatssecretaris Melchior Wathelet: (…)

 

05.09  Theo Francken (N-VA): Goed, dan zal ik daar later een vraag over stellen, dat is geen probleem. Het aantal zal ernstig gestegen zijn ten opzichte van vorig jaar, neem ik aan.

 

05.10 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Ik weet dat het er meer zijn. Het is jammer dat u niet in de commissie voor de Justitie was, waar ik net een antwoord heb gegeven aan de heer Annemans. Er wordt vaak vergeleken met Nederland. Ik heb gemerkt dat wanneer men in Nederland vaststelt dat iemand zich niet meer in zijn woonplaats bevindt, dit beschouwd wordt als iemand die verwijderd is. Als Nederland hogere verwijdercijfers heeft, helpt die manier van tellen daar zeker bij.

 

Er zijn zeker personen die vrijwillig teruggekeerd zijn. Wij tellen die niet mee. Wij stellen vast dat zij weg zijn, maar zij zijn niet verwijderd. Er zijn echter ook mensen die zich niet in hun woonplaats bevinden, maar die toch nog in België zijn. In Nederland telt men ook die personen als “verwijderd”. Het helpt natuurlijk qua telling, maar wij doen dat niet.

 

Ik ken de verwijdercijfers niet uit het hoofd. U mag daar zeker een vraag over stellen. Dan zal ik u de juiste cijfers geven.

 

Tegelijkertijd moet u weten dat er, volgens de Europese regelgeving, vrij veel verwijderingen naar Roemenië en Bulgarije waren. Die cijfers zullen natuurlijk dalen door de integratie van Roemenië en Bulgarije. U zult ook wel weten dat er in 2006 meer dan 1 000 Polen verwijderd werden, en nu maar 7. Op een totaal van 9 000 verwijderingen waren er toen 1 000 Polen. Dat betekent toch iets.

 

Dat wil zeggen dat, gezien de verandering van de statuten van alle genoemde landen, vergelijken moeilijk is.

 

Men moet de relativiteit inzien.

 

05.11  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, inzake de illegaliteit staat niets de regering in de weg om een onderzoek naar de illegaliteit in dit land te doen, hoewel het, zoals ik al honderdduizend keer heb gehoord, een ontslagnemende regering betreft.

 

Het voorgaande is een van de laatste taboes. Vroeger mocht geen onderzoek naar de migratiestromen in dit land worden gedaan. In 2007 is daarin door het rapport inzake migratie van het CGKR eindelijk verandering gekomen. Voornoemd rapport is een goed rapport qua statistische waarde. De conclusies zijn puur politiek gekleurd, met name Ecolo, links en extreemlinks. Dat is echter hun zaak en niet de mijne. Mijn partij heeft immers, spijtig genoeg misschien, geen vertegenwoordigers in de raad van bestuur van het CGKR.

 

Niets staat alleszins de regering in de weg om een onderzoek naar de illegaliteit in dit land te doen.

 

Ik vraag mij immers effectief het volgende af. U verklaart dat een deel, niet via de IOM maar op eigen kracht, vrijwillig terugkeert, wat waarschijnlijk wel het geval zal zijn. In 2010 waren er 27 000 asielzoekers, waarvan 18 % is erkend en er dus 22 000 asielzoekers zich ergens ten velde bevinden. Vier- tot vijfduizend van hen worden verwijderd, hetzij vrijwillig, hetzij gedwongen. Ik vraag mij derhalve af waar de resterende 18 000 asielzoekers naartoe zijn.

 

Het voorgaande is al jarenlang, jaar na jaar en dag na dag het geval. Wanneer wij voornoemde cijfers naar een periode van tien jaar doorrekenen, komen wij op een aardig aantal uit.

 

Mijn partijvoorzitter zegt altijd dat hij in Antwerpen weet waar die illegalen zitten. Niemand doet er echter iets aan. U weet perfect waar de illegalen in Brussel zitten. Zij zitten allen in drie of vier grote quartiers. In een krant staat een foto van een bel met allemaal namen van illegalen erop. Het is bijgevolg niet moeilijk ze te vinden.

 

Er ligt echter absoluut een taboe op de illegaliteit, op de mensen zonder papieren en op hun verwijdering. Dat thema is echt nog een van de taboes.

 

De illegaliteit zal de komende jaren harder moeten worden aangepakt. In Vlaanderen staat het overgrote deel van de publieke opinie voor 100 % achter een hardere aanpak. Daaraan twijfel ik geen seconde. Ik ga, om dat te weten, voldoende ten velde spreken. Het is echter duidelijk dat er rond illegaliteit een studie moet komen.

 

Wat houdt u dus tegen om ter zake een studie te bestellen?

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 5166 van mevrouw Genot is uitgesteld.

 

06 Vraag van mevrouw Daphné Dumery aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de misbruik van het visasysteem" (nr. 5094)

06 Question de Mme Daphné Dumery au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "l'utilisation abusive du système de délivrance des visas" (n° 5094)

 

06.01  Daphné Dumery (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik kom terug op hetzelfde probleem waarover ik u al een aantal keren heb bevraagd, maar nu past mijn vraag in het kader van uw ontradingsbeleid ten opzichte van Servië.

 

Ik ben er voorstander van om sporadisch aan de grens te kijken, wanneer iemand ons land wil binnenkomen, of die persoon voldoet aan de voorwaarden die onze wet oplegt, namelijk het beschikken over een paspoort en over voldoende middelen van bestaan om te verblijven en terug te keren, en het reisdoel.

 

Ik hamer constant op dezelfde nagel inzake de tijdelijke verblijfsvergunning die Italië heeft gegeven, maar ik was heel blij te zien dat u ten opzichte van Servië dezelfde reflex hebt genomen, namelijk dat u ontradingscampagnes bent gestart. U bent zelf naar daar gegaan om onze vreemdelingenwetgeving uit te leggen. Ook hebt u de Europese Commissie erop gewezen dat de visumliberalisering gezorgd heeft voor een stijging in onze asielcijfers. Uiteindelijk durft u het heft wel in eigen handen te nemen om met ontradingscampagnes te starten.

 

Ik merk echter nog altijd niets van systematische controles en daar hamer ik op. Het gaat hem er gewoon om de bevoegdheden die wij hebben conform het Schengenverdrag en onze wetgeving, te gebruiken, om soms controles uit te voeren, vooraleer die personen op ons grondgebied komen.

 

Mijnheer de staatssecretaris, u weet hoe het probleem in elkaar zit en u hebt zelf ontradingscampagnes in Servië opgestart. Waarom maakt u geen gebruik van onze bestaande controlemogelijkheden?

 

06.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Eerst en vooral onderstreep ik dat alle niet-visumplichtige nationaliteiten, uit niet-EU-landen, worden onderworpen aan een grondige controle op de binnenkomstvoorwaarden. Dat betekent dat onder meer het beschikken over voldoende bestaansmiddelen en een duidelijk reismotief worden gecontroleerd. Het probleem is dat die personen meestal niet rechtstreeks via België in de Schengenzone terechtkomen, maar via een andere lidstaat die jammer genoeg niet altijd even zorgvuldig de voormelde binnenkomstvereisten controleert. Een binnengrenscontrole, ongeacht of het gaat om luchthavens, wegen, treinen of havens, is geen optie. De huidige reglementering laat immers de herinvoering van de systematische binnengrenscontrole enkel toe om redenen van openbare orde en veiligheid. De loutere toename van de instroom van bepaalde vreemdelingen volstaat in dat verband niet. Een oplossing voor het probleem kan dus niet meteen op nationaal niveau worden gevonden. Het moet bij uitstek Europees worden aangepakt.

 

De Commissie heeft recent een verslag uitgebracht over haar monitoring van de visumvrijstelling in de westelijke Balkan. Op vraag van België zal het op de JAI van morgen in Luxemburg worden besproken. In dat kader zal ik het niet nalaten om de druk bij de Commissie te verhogen om een snelle en effectieve oplossing voor het probleem te vinden. Dat heb ik eind april al aangekondigd in een brief aan commissaris Malmström. Ik heb ook aan mijn Servische collega Dacic gevraagd om mee te werken aan de controle van de bestaansmiddelen en de reiscontrole in Servië zelf. De meest efficiënte controle gebeurt niet alleen aan de Europese grenzen, maar ook in Servië zelf. Minister Dacic heeft zich ertoe geëngageerd om die controle in Servië efficiënter te organiseren.

 

06.03  Daphné Dumery (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik blijf met het gevoel zitten dat u mij verkeerd begrijpt. U herhaalt steeds het woord “systematisch”, terwijl ik telkens in mijn vraag de woorden “niet systematisch” gebruik. Mijn partij en ik koesteren de Europese gedachte en het Schengensysteem. Wij willen de herinvoering van die binnengrenzen niet systematisch. Als wij zelf binnen de Schengenzone reizen, dan merken wij dat de andere Schengenpartners wel gebruikmaken van hun wettelijke middelen en niet systematisch, maar af en toe aan de grenzen controleren. Minister Turtelboom heeft mij gegarandeerd dat de middelen er zijn. Zij zegt dat staatssecretaris Wathelet haar de opdracht moet geven om aan de grens controles uit te voeren, niet systematisch maar wel af en toe.

 

06.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Heeft zij mij nodig om personen te controleren? Heeft de politie mij nodig?

 

06.05  Daphné Dumery (N-VA): Neen, zij zegt dat u haar de opdracht moet geven om af en toe controles uit te voeren in de grensstreek, op de treinen en op de weg.

 

06.06 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mevrouw Dumery, u weet toch dat de politie iedereen in België mag controleren, in de grensstreek en daarbuiten. Het is toch de opdracht van de politie, systematisch of niet, om personen te controleren? En sorry, maar men merkt niet altijd meteen of iemand een buitenlander of een vreemdeling is.

 

De minister moet en mag dat doen volgens de Schengenregels. Wij gaan er ten minste over akkoord dat het niet systematisch mag gebeuren. Dat kan in een luchthaven, aan de grens of in de trein. Een treinreiziger die in het station Guillemins in Luik aankomt, mag altijd worden gecontroleerd. Iemand die met de Thalys of Eurostar in Brussel aankomt, mag worden gecontroleerd. Zij heeft mij toch niet nodig om dat te doen?

 

06.07  Daphné Dumery (N-VA): Neen, maar dit kan wel in samenwerking met de Dienst Vreemdelingenzaken. Er worden dan afspraken gemaakt.

 

Ik neem het voorbeeld van de douane. Binnen de regering kan toch worden besproken om de bestaande middelen bij zowel politie als douane op een bepaalde manier in te zetten om de grens soms eens te bewaken? Nu is er helemaal niets. Wij horen douaniers zeggen dat zij niets meer controleren en dat zij enkel nog opdrachten uitvoeren in de haven. Radio 1 nam een interview af in Rekkem bij de Franse douane. Daar wordt natuurlijk niet gezegd dat zij enkel controleren op identiteit, maar zij controleren wel op goederen en zij komen mensenhandelaars tegen. Wij hebben helemaal geen beleid op dat punt.

 

Dat is de reden waarom ik u hierover steeds maar bevraag. Bespreek dit binnen de regering en maak gebruik van de middelen die uw collega’s hebben om dat toch af en toe te doen.

 

06.08 Staatssecretaris Melchior Wathelet: U weet toch dat de douane niet tot mijn bevoegdheid behoort? Wij laten de douane controleren in de havens. Ik ben al in Oostende en Zeebrugge geweest om te zien hoe wij de mensen die naar Engeland willen gaan, beter kunnen controleren. Wij doen dat ook! Het mag echter niet systematisch. Met Engeland is dat gemakkelijker omdat dit land geen deel uitmaakt van Schengen.

 

Wij hebben ook plaatsen in de gesloten centra vrijgemaakt wanneer die controles worden georganiseerd om zeker te zijn dat de personen zonder papieren die worden aangehouden, meteen naar een gesloten centrum kunnen worden gestuurd. Denk dus niet dat wij dit niet doen. Zeggen dat wij de DVZ nodig hebben om mensen te controleren, klopt zeker niet. Wij hebben de DVZ nodig wanneer iemand wordt gecontroleerd die illegaal in België is. Op dat moment wordt direct naar de DVZ gebeld en dat is ook wat er moet gebeuren.

 

Zeggen dat wij de DVZ nodig hebben om mensen te controleren in het Centraal Station van Brussel of de luchthavens van Luik, Charleroi of Oostende, dat klopt niet. Wanneer personen worden gecontroleerd, is het wel zo dat men de DVZ direct moet verwittigen als die personen hier onregelmatig zijn. Wanneer dergelijke campagnes worden georganiseerd, is het ook belangrijk dat wij kunnen verzekeren dat er plaatsen werden vrijgemaakt in de gesloten centra. Wij hebben dit gedaan tijdens de operatie-Moesson in Oostende. Ik begrijp dat het voor de politie moeilijk is om een controle uit te voeren en te moeten vaststellen dat de betrokken persoon niet naar een gesloten centrum wordt gestuurd. Op dat moment is het voor de politie niet langer de moeite om controles uit te voeren. Ik begrijp dat ook.

 

Het is echter zeker niet zo dat zij van mij iets nodig hebben om personen te controleren.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.17 uur.

La réunion publique de commission est levée à 11.17 heures.