Commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de
la Fonction publique |
Commissie
voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt |
du Mardi 31 mai 2011 Matin ______ |
van Dinsdag 31 mei 2011 Voormiddag ______ |
De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 10.24 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Siegfried Bracke.
Le développement des questions et interpellations commence à 10.24 heures. La réunion est présidée par M. Siegfried Bracke.
- de heer Bert Schoofs aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "het groeiend protest binnen de EU tegen de rechtspraak inzake asielrecht door het Hof van Justitie en het Hof voor de Rechten van de Mens" (nr. 4352)
- mevrouw Sarah Smeyers aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de inmenging van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg" (nr. 4764)
- M. Bert Schoofs au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "les protestations de plus en plus nombreuses dans l'UE contre les arrêts relatifs au droit d'asile rendus par la Cour de justice et la Cour des droits de l'homme" (n° 4352)
- Mme Sarah Smeyers au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "l'ingérence de la Cour européenne des droits de l'homme à Strasbourg" (n° 4764)
01.01 Bert Schoofs (VB): Mijnheer de staatssecretaris, er is in Europa bezorgdheid over het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat aan de bevoegdheden van de nationale staten lijkt te knabbelen. Het Hof in Luxemburg lijkt die stelling te volgen.
Ik kan verwijzen naar de voorzitter van het Grondwettelijk Hof van België, de gerenommeerde professor Marc Bossuyt, die zeer goed vertrouwd is met de vreemdelingenwetgeving en met de illegalen. Hij heeft letterlijk gezegd dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens neigt naar een ‘gouvernement des juges’.
Ook collega’s van hem laten zich niet onbetuigd. Recentelijk is het zover gekomen dat 47 regeringen – ik veronderstel dat België daar bij is – die het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg erkennen, scherp zijn uitgevaren tegen de bemoeizucht van het Hof in asiel- en migratiezaken.
De vraag is of België een voortrekkersrol wil spelen op dit vlak? België is niet zomaar één van die 47. Vele Europese instellingen zijn hier gevestigd. Als dit land nog een rol van betekenis wil spelen, mag het wel eens stout zijn en zijn vinger opsteken naar Europa.
Welke stappen zal de regering concreet ondernemen, naast het initiatief van die 47 landen? Wil België een voortrekkersrol spelen? Wat is het standpunt van de regering inzake de bezorgdheid die geuit is door de voorzitter van het Grondwettelijk Hof? Het gaat immers om de hoogste magistraat van dit land, die zich in niet mis te verstane bewoordingen niet positief uitspreekt over het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
01.02 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik heb een soortgelijke vraag als de vraag van de heer Schoofs.
Uit een gemeenschappelijke verklaring van eind april 2011 blijkt dat 47 landen die het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg hebben erkend, de bemoeizucht van het Hof inzake asiel en migratie beu zijn.
Hoewel het Europees Hof in principe enkel moet nagaan – ondertussen babbelt u maar rustig door met mijn collega – of een bepaalde wettelijke regel met het mensenrechtenverdrag strookt en zich niet met de rechtspraak van een lidstaat op zich hoeft te bemoeien, mengt het Hof zich al te vaak in uitwijzingsdossiers van afgewezen asielzoekers of zelfs van terroristen.
Niettemin is het niet de bedoeling dat het Hof de genomen beslissing van bevoegde vreemdelingeninstanties van lidstaten zelf in twijfel trekt.
Door voornoemde inmenging van het Europees Hof kon de Al Qaida-man en terrorist Abou Qatada in Groot-Brittannië blijven, hoewel hij van Groot-Brittannië een uitwijzingsbevel had gekregen. Hij kreeg daarenboven zelfs 2 500 pond schadevergoeding van het Straatsburgse Hof.
Om dergelijke praktijken een halt toe te roepen, vragen de bewuste 47 lidstaten nu onder meer dat het Hof de feiten van de door de lidstaten behandelde zaken niet opnieuw onderzoekt en dat het aantal kortgedingen tot een absoluut minimum wordt beperkt.
Ik had u in dit verband graag de hiernavolgende vragen gesteld.
Hoe concreet is het protest van de 47 lidstaten in kwestie?
Ik heb ook nog dezelfde vraag als de vraag van de heer Schoofs. Zal België zich bij de kritiek van de bedoelde lidstaten aansluiten? Zal het ter zake zelfs een voortrekkersrol spelen? Op welke manier zal België een rol spelen? Wat zal u, in uw hoedanigheid van staatssecretaris, doen? Wat zullen de concrete gevolgen van de uitgesproken algemene kritiek zijn?
Hebt u een zicht op de vraag of het Europees Hof zijn houding ten aanzien van de lidstaten zal veranderen? Op welke termijn zal de verandering gebeuren?
01.03 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, op basis van artikel 75 van de vreemdelingenwet is inzake strafbepalingen bepaald dat de vreemdeling die België op een onwettige manier binnenkomt of er verblijft, wordt gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met een geldboete van 26 euro tot 200 euro, of met een van voormelde straffen alleen. In de praktijk wordt die strafbepaling enkel toegepast in samenloop met andere misdrijven.
Voor het overige verwijs ik naar mijn bevoegde collega van Justitie. De vragen hebben immers betrekking op de conclusies van de interministeriële conferentie van Izmir, waaraan de minister van Justitie heeft deelgenomen. Ik heb de gewoonte de rechtspraak van het Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg te respecteren. Als daarover discussies zijn, moeten die gevoerd worden met de bevoegde minister, de minister van Justitie.
01.04 Bert Schoofs (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik ben niet tevreden met het antwoord. Eerst en vooral ben ik blij dat u de vraag wil beantwoorden, maar in feite was ze gericht aan de premier. Maar goed, de premier zien we hier niet zo vaak. De vraag welke rol hij wil spelen, was bedoeld voor een regeringsleider. De regering is in lopende zaken. Overigens zeg ik niet de ene keer zus en de andere keer zo.
Nu 47 regeringen zijn uitgevallen, mag België daar toch ook wel een steentje toe bijdragen. Ik heb de vraag trouwens al gesteld aan de minister van Justitie. Hij gaf de uitleg die een minister van Justitie kan geven. Ik was daar tevreden mee.
Het probleem reikt verder. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens maakt het de lidstaten moeilijk om een fatsoenlijk asiel- en migratiebeleid en vluchtelingen- en vreemdelingenbeleid op poten te zetten. Het Hof van Luxemburg volgt die rechtspraak als een soort van spin-off. Het Hof van Luxemburg zegt zelfs dat illegalen vanaf nu niet meer mogen worden gestraft wanneer ze het land niet willen verlaten.
Wie trekt in Europa nu eigenlijk aan de touwtjes? Het is aan de Belgische regering, in lopende zaken of niet, om te zeggen dat zulks niet kan en dat er serieus protest moet komen. Als België niet zover wil gaan, als u niet zover wil gaan en als de eerste minister niet zo ver wil gaan, dan kan ik dat alleen betreuren.
Dan besluit ik met hetgeen ik begonnen was: aangezien België geen betekenis meer heeft, is het zinloos dat het nog zijn stem in het kapittel laat gelden; laat Vlaanderen het dan maar doen en hopelijk doen we dat dan zelf en beter.
01.05 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord, maar het is niet afdoend. U zegt dat u respect hebt voor de rechtspraak van het Europees Hof. Dat begrijp ik, maar wanneer 47 lidstaten, zonder België evenwel, samen met professor Bossuyt, voormalig vluchtelingencommissaris en huidig voorzitter van het Grondwettelijk Hof, kritiek uiten op die rechtspraak en stellen dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens daar wel net iets buiten zijn bevoegdheid treedt, dan is er wel een probleem.
U, als staatssecretaris bevoegd voor het terugkeerbeleid, voor het uitwijzingsbeleid, mag dan aan de alarmbel trekken. Als Europa er niet in slaagt een uniform Europees asiel- en migratiebeleid te voeren, dan moet zij wel de beslissingen van elke lidstaat respecteren, voor zover die conform de mensenrechten zijn. Dat was in het geval van Groot-Brittannië het geval, denk ik. Alleen heeft het Europees Hof ter zake een uitspraak gedaan, die niet tot zijn bevoegdheid behoort.
U dan wegsteken achter de bevoegdheid van de minister van Justitie en zeggen dat hij op die conferentie was, kan niet. U maakt nog steeds deel uit van een regering, weliswaar een regering in lopende zaken. Het gaat hier over een bevoegdheid die u aanbelangt, namelijk het terugkeer- en uitwijzingsbeleid. U kunt dus wel een minimum aan overleg plegen met de minister van Justitie om ook op hoger niveau, lees het Europees Hof, uw kritiek te uiten.
Ik ben niet tevreden.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "het aantal binnenkomende Dublin-overnames" (nr. 4687)
02 Question de M. Theo Francken au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "le nombre de transferts de Dublin entrants" (n° 4687)
02.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik heb onlangs een nota geschreven met als titel Melchior de Magiër. Het ging erover dat u het aantal terugkeertrajecten heel ruim interpreteert. In januari gaf u een grote persconferentie om eindelijk duidelijk te maken dat de N-VA-taal helemaal verkeerd was inzake terugkeer en dat het allemaal beter is dan het door de N-VA wordt voorgesteld. In totaal waren er 8 000 terugkeertrajecten.
Op elk punt van die terugkeertrajecten heb ik kritiek en kan ik zeggen dat het altijd wel minder is dan u doet. Ik weet dat het een moeilijk proces is. De laatste weken en maanden hebt u daar meer op ingezet. U hebt er een prioriteit van gemaakt of zult er een van maken. Dat hoop ik althans, want de regering heeft daartoe beslist op 25 april.
Een van de zaken waar ik mij persoonlijk aan stoor, mijnheer de staatssecretaris, is dat u de Dubliners meetelt in het aantal terugkeertrajecten. Die mensen worden verwijderd van het grondgebied. In die zin klopt het en ik heb daar geen problemen mee. Het is natuurlijk wel zo dat het zichzelf opheft volgens de principes van de Conventie van Dublin. Wij krijgen heel veel mensen binnen via Frankrijk, Duitsland, Griekenland of Portugal. Zij hebben eerst hun aanvraag ingediend in België, maar volgens de Conventie van Dublin moeten zij terugkeren naar het land waar zij hun eerste asielaanvraag hebben gedaan, zijnde België.
Volgens dezelfde conventie vertrekken er jaarlijks ongeveer 1 200 personen van bij ons naar een ander Europees land, omdat de asielzoeker daar zijn aanvraag eerst heeft ingediend. Ik heb al die gegevens opgevraagd via een schriftelijke vraag maar ik kreeg geen antwoord op de vraag hoeveel wij er volgens de Conventie van Dublin overnemen van andere landen. Misschien had ik dat luik slecht omschreven, dat zou ook kunnen.
Hoeveel binnenkomende Dublinovernames ontving België in 2009, 2010 en 2011? Hoeveel verzoeken kreeg België binnen in deze jaren? Hoeveel werden er geweigerd? Wat waren in globo de redenen voor de weigering?
Indien mogelijk, graag een uitsplitsing per nationaliteit van de binnengekomen Dublinovernames voor 2009, 2010 en 2011.
Hoe komt het dat de staatssecretaris voor de terugkeercijfers altijd de uitgaande Dublinovernames vermeldt maar nooit de inkomende? Dit heft elkaar toch op?
Mijn excuses dat ik dit niet via een schriftelijke vraag heb gesteld. Ik had er een over ingediend maar blijkbaar had ik een en ander verkeerd geformuleerd. Ik hoop dat u mij bij deze de cijfers kunt verschaffen.
02.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer Francken, om het aantal verwijderingen te tellen en die te kunnen vergelijken met bijvoorbeeld die onder de vorige bevoegde minister, heb ik net dezelfde manier van telling genomen als alle vorige ministers.
Ik zal personen die op basis van het Dublinverdrag kunnen worden verwijderd blijven meetellen, anders zult u mij zeggen dat de cijfers slechter zijn dan wat werd vooropgesteld. Als ik die asielaanvragers niet mag meetellen, dan zou ik ze eerst moeten laten binnenkomen om ze daarna te verwijderen. Dat zou ons allemaal veel meer kosten en dat wil ik niet en u zeker ook niet. Ik zal dus dezelfde methode van tellen handhaven.
Op de grote persconferentie heb ik inderdaad tabellen gepresenteerd van de aantallen die vrijwillig zijn teruggekeerd en de aantallen van asielaanvragers die conform het Dublinverdrag verwijderd worden, in volle transparantie. Kennelijk is het ook niet goed wanneer alles te transparant is.
Wilt u een en ander veranderen, dan moet u een regering vormen. U zult dat pleidooi al gewend zijn; ik zal het alleszins blijven herhalen.
Ik zal u de documenten met de tabellen met onder andere de inkomende Dublinovernamen voor de jaren 2009 en 2010 overhandigen. Voor 2011 zijn er nog geen cijfers beschikbaar.
In de documenten zijn ook de weigeringen opgenomen. Redenen voor weigering kunnen technisch zijn of onder andere het feit dat de betrokkene gerepatrieerd werd, dat een ander Dublinland verantwoordelijk is of dat de overname niet binnen de termijn werd gevraagd.
Van de redenen voor weigering zijn geen cijfergegevens beschikbaar, het gaat dan over de weigering door België. De cijfergegevens van de uitsplitsing per nationaliteit zijn wel beschikbaar en zijn ter uwer beschikking.
Uitgaande en binnenkomende claims heffen mekaar niet op. Het zou wel heel toevallig zijn dat er evenveel binnenkomende als uitgaande claims zouden zijn.
Het is misschien ook merkwaardig dat voor 2010 het aantal inkomende Dublinclaims 1 463 bedraagt en voor 2009 1 493, dus bijna dezelfde cijfers voor 2009 en 2010. Het aantal weigeringen bedraagt ongeveer 260 en 322, u hebt de verdeling per land.
02.03 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank voor uw antwoord. Sinds januari communiceert u inderdaad zeer transparant. U hield een persconferentie en alles staat ook online. Ik apprecieer dat ten zeerste, want dan kan een parlementslid ook effectief de regering controleren, al is het een regering in lopende zaken. Dat is inderdaad de weg die wij moeten bewandelen.
Uw voorgangers lijstten die zaken misschien ook zo op. In mijn hoofd – misschien niet in uw hoofd – komen er evenveel asielaanvragers conform de Dublinovereenkomst binnen als er worden verwijderd. Het zijn natuurlijk niet exact dezelfde cijfers, maar ik neem aan dat het ongeveer in dezelfde grootteorde zal liggen. Dus zullen we het aantal dat wordt verwijderd, ook moeten opnemen. In die zin kunnen wij niet spreken van een terugkeer, want het ene heft het andere op. Maar goed, het is een semantische discussie die voor de rest weinig terzake doet.
02.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Voor alle duidelijkheid, de asielaanvraag van die personen wordt meegeteld in het jaarlijks aantal asielaanvragen, dus zelfs indien wij die aanvragen moeten behandelen op basis van Dublinclaims. Ik ken de cijfers niet uit het hoofd, maar voor verleden jaar waren er dicht bij de 20 000 asielaanvragen, met inbegrip van de Dublinaanvragen. Die 1 400 zitten daar dus in. Begrijpt u wat ik bedoel?
02.05 Theo Francken (N-VA): Dat die bij de asielaanvragen zitten?
02.06 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Ja. Moesten wij een asielaanvraag beschouwen op basis van de Dublinovereenkomst, een van die 1 400, of was het een puur nieuwe asielaanvraag?
02.07 Theo Francken (N-VA): Ik geef een fictief voorbeeld. Stel dat iemand uit Afghanistan een asielaanvraag indient in 2008. Terwijl die asielaanvraag loopt, verhuist die man naar Parijs. Daar wordt die man om een of andere reden opgepakt, bijvoorbeeld vanwege dronkenschap. Bij zijn identificatie wordt vastgesteld dat hij een asielaanvraag in België heeft ingediend. Dan gaat hij terug, stel dat dat in 2010 is, dan wordt hij toch niet dubbel geteld? Dan is hij in 2008 toch al meegeteld?
02.08 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Behalve als de procedure beëindigd is. Als een nieuwe procedure wordt ingediend, bekijken wij eerst of er nieuwe elementen zijn, zoals een tweede asielaanvraag.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Karin Temmerman aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "het aantal EU-burgers die hun verblijfsvergunning verliezen wegens het plegen van fraude" (nr. 4727)
03 Question de Mme Karin Temmerman au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "le nombre de citoyens de l'UE qui perdent leur permis de séjour pour avoir commis une fraude" (n° 4727)
03.01 Karin Temmerman (sp.a): Dank u wel mijnheer de voorzitter. Mijnheer de staatssecretaris, een tijdje geleden stelde ik u een vraag over de controle op fraude gepleegd door sommige EU-burgers en de toegang van DVZ tot de kruispuntbank sociale zekerheid.
U antwoordde dat DVZ op basis van deze gegevens, en wanneer er sprake is van schijnzelfstandigheid en dergelijke meer, kan beslissen om de verblijfsvergunning in te trekken.
Ik had graag een antwoord op volgende vragen. Hoeveel EU-burgers werden tot nu toe betrapt op fraude? Hoeveel EU-burgers verloren daardoor hun verblijfsvergunning? Hoeveel EU-burgers werden wegens deze feiten daadwerkelijk teruggestuurd?
03.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mevrouw Temmerman, zoals ik reeds herhaaldelijk in deze commissie stelde kan de dienst Vreemdelingenzaken op basis van de gegevens van de kruispuntbank sociale zekerheid beslissen het verblijf te beëindigen. DVZ bekijkt steeds het dossier in zijn geheel en houdt rekening met de persoonlijke situatie van de EU-burger.
Zoals ik reeds op 12 januari 2011 antwoordde op vraag nr.1967 van mevrouw Lanjri, heeft DVZ in 2010 495 verblijfsdocumenten van EU-onderdanen ingetrokken. 152 verblijfsvergunningen werden ingetrokken omdat de EU-burger geen werknemer of zelfstandige meer was. 343 verblijfsvergunningen werden ingetrokken op basis van fraude, onredelijke belasting van het OCMW en het niet meer voldoen aan de initiële verblijfsvoorwaarden.
Ik kan u meedelen dat voor 2011 het aantal intrekkingen in stijgende lijn zit.
In geval van fraude wordt een einde gesteld aan het verblijf van de EU-burger en wordt een bevel om het grondgebied te verlaten verstrekt. De EU-burger zal echter niet teruggestuurd worden. Als blijkt dat de betrokkene een nieuwe tewerkstelling heeft bekomen of een ander legaal motief heeft om een verblijf aan te vragen, kan de betrokkene immers een nieuwe verklaring tot inschrijving aanvragen.
03.03 Karin Temmerman (sp.a): Dank u wel mijnheer de staatssecretaris. Mijn vraag had specifiek betrekking op 2011, maar ik heb begrepen dat u daarover geen cijfers hebt. U spreekt over een ‘stijgende lijn’ maar geeft geen exacte cijfers.
Het blijft natuurlijk een probleem als men de verblijfsvergunning intrekt maar de mensen niet daadwerkelijk terugstuurt. Hoewel ik ook weet dat Europa erg nabij is en dat men, zelfs na te zijn teruggestuurd, hier onmiddellijk opnieuw kan verblijven.
Ik heb ook begrepen dat de praktijk eigenlijk zo is dat men steeds opnieuw die verblijfsvergunning aanvraagt en dat het onderzoek dan opnieuw moet beginnen.
De voorzitter: Vraag nr. 4763 van mevrouw Smeyers wordt uitgesteld.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
- Mme Jacqueline Galant au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "le nombre de personnes étrangères illégales détenues en Belgique" (n° 4797)
- Mme Kattrin Jadin au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "les détenus illégaux en Flandre" (n° 4803)
- mevrouw Jacqueline Galant aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "het aantal illegalen in de Belgische gevangenissen" (nr. 4797)
- mevrouw Kattrin Jadin aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de illegalen in de Vlaamse gevangenissen" (nr. 4803)
04.01 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le secrétaire d'État, dans un article paru dans le journal Gazet van Antwerpen le 18 mai, il est indiqué que les prisons flamandes compteraient 38 % de détenus étrangers et que plus d'un quart d'entre eux ne seraient pas inscrits au registre de la population. Ces détenus sont donc illégaux en Belgique ou bien ils ne possèdent pas un titre de séjour provisoire. Nombre de ces détenus peuvent dès lors être expulsés du pays sur la base d'une simple décision que vous auriez le pouvoir de prendre. À Bruxelles, 22 % de ces détenus ne seraient pas inscrits au registre de la population. La prison de Saint-Gilles compterait plus de deux tiers d'étrangers dont un quart de personnes non inscrites.
Monsieur le secrétaire d'État, pouvez-vous confirmer ces chiffres? Le cas échéant et au vu de la surpopulation carcérale chronique dans notre pays, même si ceci n'est pas de votre compétence, pouvez-vous m'indiquer si le gouvernement a procédé à des expulsions et si oui, de quel ordre? Le gouvernement peut-il nous indiquer, par année, le nombre de personnes illégales détenues en prison qui ont été expulsées depuis 2000? Enfin, quelle est l'évolution du nombre de personnes illégales séjournant dans nos prisons depuis 2000? Ce nombre est-il en progression? Un phénomène d'une même ampleur a-t-il été constaté dans les prisons de l'Union européenne?
04.02 Kattrin Jadin (MR): Monsieur le secrétaire d'État, comme ma collègue, j'ai lu cet article. Les chiffres paraissent alarmants, plus particulièrement en Région de Bruxelles-Capitale. Mes questions seront sensiblement les mêmes. Pouvez-vous confirmer cette situation en Flandre, à Bruxelles mais également en Wallonie? Nous savons que nombre de détenus en séjour illégal peuvent être expulsés sur la base d'une simple décision de votre part. Que comptez-vous donc faire en l'occurrence? Sachant qu'un accord existe entre la Belgique et le Maroc pour les détenus marocains, envisagez-vous le même type d'accord avec d'autres pays?
04.03 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Monsieur le président, les chiffres demandés relèvent de la compétence de mon collègue le ministre de la Justice. Dans le cadre de mon plan Retour, je compte élaborer un mécanisme qui permette à l'Office d'être informé directement dès qu'une personne en situation de séjour irrégulier entre en prison. Je peux vous donner par ailleurs les chiffres des demandes qui ont été transférées vers la frontière ou vers un centre fermé à partir d'une prison.
On peut observer une baisse certaine des chiffres ces dernières années et je vais donner la raison de ce phénomène dans la seconde partie de ma réponse.
Le nombre de rapatriements d'illégaux détenus se décline de la manière suivante: en 2004, 457 sans escorte, 12 avec escorte; en 2005, 311 sans escorte, 18 avec escorte; en 2006, 265 sans escorte, 21 avec escorte; en 2007, 188 sans escorte, 25 avec escorte; en 2008, 176 sans escorte, 34 avec escorte; en 2009, 206 sans escorte, 48 avec escorte; en 2010, 131 sans escorte, 67 avec escorte.
Le nombre de transferts de la prison vers un centre fermé était de 337 en 2008, 268 en 2009, 234 en 2010.
Dans un premier temps, je tiens à rappeler qu'éloigner une personne n'appelle pas qu'une simple prise de décision de ma part. Dans la pratique, les choses sont évidemment bien plus complexes.
La formulation de votre question témoigne d'un manque de connaissance de la problématique. Il convient en effet d'identifier la personne, c'est-à-dire de connaître son identité, son pays d'origine. Cela implique évidemment une certaine collaboration de la personne détenue et du pays d'origine. Par ailleurs, je dois obtenir cet accord dudit pays d'origine pour la reprise de la personne ainsi que la délivrance du document de voyage en bonne et due forme.
Ce n'est qu'une fois que ces étapes ont été franchies que l'organisation du voyage de retour peut être planifiée, ce en collaboration avec la police, sur la base de ses disponibilités, pour réaliser le travail d'escorte. Ces trois étapes nécessitent du temps, du travail et impliquent de nombreux intervenants qui agissent, dans la majorité des cas, sur base volontaire. Par exemple, je ne dispose d'aucun moyen coercitif pour obliger un pays à reprendre l'un de ses citoyens, par ailleurs en fin de peine.
Dans un second temps, l'éloignement des ex-détenus et ex-prévenus nécessite une organisation particulière. Cette organisation est actuellement fixée dans la lettre collective n° 84. Cette lettre prévoit, notamment, la possibilité de maintenir, pour une durée supplémentaire, la personne afin d'organiser son éloignement ou son transfert en centre fermé en vue de son éloignement. Ce processus se déroule en étroite collaboration entre la Direction générale des Établissements pénitentiaires et l'Office.
Hélas, j'ai pu constater, lors de ma prise de compétence en juillet 2009, que la lettre collective dont question était de moins en moins appliquée par les directeurs d'établissements pénitentiaires. L'Office n'était donc plus informé des libérations de personnes en situation irrégulière et la collaboration pour assurer un éloignement effectif n'était plus assurée.
Le ministre de la Justice et moi-même travaillons donc à des modifications législatives afin de mettre en place un mécanisme qui permette l'éloignement du détenu en situation irrégulière avant qu'il ne soit libéré. Une circulaire ministérielle prévoyant des accords de coopération qui visent à l'accélération et à l'intensification des échanges d'informations entre la Justice, le ministère public et l'Office est également en cours de préparation. Cette note a d'ailleurs déjà été soumise à l'ensemble des membres de la majorité démissionnaire en tant que telle. Ces modifications législatives devraient être discutées, à nouveau, prochainement en comité restreint afin de finaliser les différentes orientations de ce dossier.
Quant à l'accord entre la Belgique et le Maroc pour les détenus marocains qui purgent leur peine au Maroc, cette question relève de la compétence du ministre de la Justice. Je vous invite donc à vous adresser à lui.
04.04 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je voulais m'assurer de bien comprendre la procédure car vous dites souvent que nous ne la connaissons pas.
Je suis heureuse d'entendre que vous collaborez avec votre collègue de la Justice afin de trouver une solution, d'améliorer la législation ainsi que la circulaire ministérielle.
Je me ferai un plaisir d'interroger votre collègue pour avoir son point de vue sur le milieu carcéral. Je l'avais déjà interrogé concernant les accords de coopération avec le Maroc et il m'avait répondu que la mise en application était compliquée. Je lui poserai donc des questions plus concrètes.
04.05 Kattrin Jadin (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je ne suis pas aussi experte que ma collègue en matière de procédures. Selon la presse, il apparaissait qu'une simple décision de votre part pouvait suffire à régler cette question.
J'ai bien reçu les chiffres que je me ferai un plaisir d'analyser. J'ai également posé la question concernant le Maroc au ministre de la Justice.
04.06 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Loin de moi l'idée de croire que vous ne connaîtriez pas les procédures. Même si la presse écrit que nombre de ces détenus peuvent être expulsés du pays sur la base d'une simple décision que j'ai le pouvoir de prendre, les choses ne se passent pas de la sorte, en particulier dans le cadre des relations avec les pays d'origine!
De voorzitter: Het staat parlementsleden vrij om vragen te stellen. Af en toe is er een ongelukkige antwoord, maar dat terzijde.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Karin Temmerman aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de opvang van drugsverslaafde asielzoekers" (nr. 4879)
05 Question de Mme Karin Temmerman au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "l'accueil des demandeurs d'asile toxicomanes" (n° 4879)
05.01 Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik moet u bekennen dat ik niet weet of deze vraag voor u bestemd is of veeleer voor staatssecretaris Courard.
Het personeel van asielcentra wordt steeds meer geconfronteerd met asielzoekers die een drugsprobleem hebben. Niet alleen ontbreekt het de mensen daar aan de geschikte accommodatie, er zijn ook geen opleidingen voor het personeel om met deze situaties om te gaan. Dat heeft dikwijls zware gevolgen voor de veiligheid – niet alleen van het personeel, maar ook van de medebewoners.
Ik heb de volgende vragen. Ik neem aan dat u zich bewust bent van de problemen die de opvang van drugsverslaafden in asielcentra met zich meebrengt. Zijn er cijfers beschikbaar over het aantal asielzoekers in centra dat met drugsproblemen te kampen heeft? Zullen er bepaalde opvangcentra ingericht worden om aan die specifieke behoefte te voldoen?
Zullen er opleidingen volgen voor het personeel van die centra om met die problematiek te kunnen omgaan?
05.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, ik ben mij bewust van de problemen die zich zouden kunnen voordoen bij de opvang van drugsgebruikers. Ik wil er u op wijzen dat elk centrum beschikt over een medisch team, bestaande uit een arts en verpleegkundigen, om medische problemen te detecteren en bewoners met medische problemen op een adequate manier te begeleiden.
De drugsgebruiker is een fenomeen dat in de maatschappij bestaat. Om die reden wordt in een gesloten centrum terdege rekening gehouden met het risico op verslaving van bewoners en worden de nodige maatregelen genomen. Bij de medische intake van nieuwe bewoners worden door de medische dienst systematisch vragen gesteld over eventueel drugsgebruik en eventuele lopende ontwenningsprogramma’s. Er wordt steeds gelet op symptomen die kunnen wijzen op het gebruik van verdovende middelen.
De opvolging van de drugsgebruikers is een bevoegdheid van de arts die met het centrum verbonden is. Die zal, geval per geval, de aangepaste behandeling bepalen en de nodige medicatie voorschrijven, in overeenstemming met de wettelijke bepalingen. Zo wordt in de meeste gesloten centra in bepaalde gevallen methadon voorgeschreven.
In het centrum voor illegalen in Brugge wordt er gebruikgemaakt van andere middelen dan methadon.
Wat uw tweede vraag betreft, met drugsverslaafden worden intraveneuze drugsgebruikers bedoeld maar ook gebruikers via sniff, onder andere coke, roken, marihuana en orale inname. Onder de laatste groep vallen eveneens de toxicomanen met onder andere valium, tramadol- en codeïneverslaafden.
Ter illustratie kan ik u de volgende cijfers geven voor de periode van januari 2010 tot 31 december 2010 Merksplas, 52 bewoners behandeld op 1 415 intakes; Brugge, 48 bewoners behandeld op 1 195 intakes; Melsbroek, 63 behandelde bewoners op 1 014 intakes; Vottem, 27 behandelde bewoners op 1 327 intakes; Steenokkerzeel, 10 behandelde bewoners op 1 335 intakes.
Zoals boven vermeld kan op dit moment in alle gesloten centra deze categorie van bewoners opgevangen worden. Uiteraard vragen deze bewoners een intensieve begeleiding. De initiatieven om het personeel te informeren en te vormen zijn reeds genomen. Er is permanente aandacht voor bewoners met specifieke noden, waaronder drugsverslaafden. De behandeling van verslaafde bewoners kan enkel onder begeleiding van de artsen en het medisch team gebeuren. Vanuit hun basisopleiding hebben zij de nodige kennis en vaardigheden opgebouwd om de medische begeleiding te verzekeren. Indien gewenst kunnen zij deelnemen aan vormingen voor bijscholing of opfrissing.
05.03 Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de staatssecretaris, ik ben het uiteraard met u eens dat niet alleen de begeleiding, maar ook de remedie enkel door artsen kan verzorgd en voorgeschreven worden. Er bereiken mij echter alarmerende berichten van het personeel zelf.
Als ik de cijfers zie, lijkt de situatie mij nog beheersbaar, al hangt een en ander natuurlijk af van de aard van de drugs en over welke personen het gaat.
U zegt dat er bijkomende programma’s zijn voor het personeel, die op vrijwillige basis kunnen worden gevolgd. Ik zal dit doorspelen. Ik dank u in elk geval voor het antwoord en het geven van de cijfers.
L'incident est clos.
- de heer Peter Logghe aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "het gebrek aan actie tegen opgepakte illegalen" (nr. 4817)
- de heer Peter Logghe aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de toestroom van illegalen in Oostende" (nr. 4818)
- M. Peter Logghe au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "les personnes en séjour illégal arrêtées et aussitôt relâchées" (n° 4817)
- M. Peter Logghe au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "l'afflux d'illégaux à Ostende" (n° 4818)
06.01 Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, mijn vragen hebben min of meer hetzelfde thema, al is de insteek wat verschillend.
Een aantal hulpverleners uit de streek van Oostende bevestigt mij dat er in de kuststad een toestroom waar te nemen is van zogenaamde transitillegalen. Het gaat om mensen die vanuit Italië, waar ze Europa zijn binnengekomen, naar Oostende komen afgezakt. Het gaat om Algerijnen, Egyptenaren, Tunesiërs en Syriërs.
Volgens die hulpverleners, dus mensen die dit min of meer kunnen controleren en die het op de voet volgen, zou er onder illegalen in het buitenland publiciteit worden gemaakt voor deze Oostendse piste. Die mensen zeggen mij dat het een zorgwekkende evolutie is die vraagt om maatregelen en een gepast optreden van u, mijnheer de staatssecretaris.
Bent u op de hoogte van de toestand in Oostende? Bent u op de hoogte van de toestroom van transitillegalen? Om hoeveel mensen gaat het momenteel?
Mijnheer de staatssecretaris, wat zult u doen? Neemt u contact op met Italië om deze mond-aan-mondreclame tegen te houden?
Hoelang denkt u dat de toestand in Oostende nog kan aanhouden? Wordt het geen tijd om aan de buitengrenzen voldoende maatregelen te nemen om de instroom aan de bron tegen te houden?
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, mijn tweede vraag gaat ook over Oostende. Het gaat over iets dat een aantal burgers perplex achterlaat.
Omdat men er blijkbaar niet in geslaagd is een nieuw gebouwencomplex voor opgepakte illegalen op tijd af te krijgen en omdat een aantal werfcontainers door een groep van vakbondsmensen op inspectiebezoek naar het schijnt afgekeurd werd, vindt de overheid dat het volstaat – ik citeer nu een aantal media – dat de scheepvaartpolitie de illegalen identificeert en ze onmiddellijk opnieuw laat beschikken. Er wordt deze illegalen dus, ook als ze worden opgepakt, geen strobreed meer in de weg gelegd, zij mogen terug beschikken. Dat is toch wel een vrij rare situatie en toch een situatie die om een woordje uitleg vraagt.
Mijnheer de staatssecretaris, bevestigt u deze feiten? Het gaat om de zeevaartpolitie die haar werk eigenlijk niet meer kan doen zoals zij zou moeten doen, namelijk mensen die zich illegaal op ons grondgebied bevinden oppakken.
Vindt u het een passend politiek signaal? Men overtreedt de wetten van het gastland, van België, men wordt betrapt, en toch volgt er geen sanctie.
Het is toch moeilijk op die manier respect te krijgen van de eigen burgers met betrekking tot de wet. Ik moei mij niet met het feit of die werfcontainers al dan niet moesten worden afgekeurd wegens allerlei omstandigheden. Door de actie van de vakbond, hoe legitiem die actie ook moge zijn, wordt de toepassing van een andere dwingende wet hier onmogelijk gemaakt. Hoe denkt u de veiligheid in de buurt van Oostende te garanderen? Hoe lang kan deze toestand nog aanslepen? Graag een concrete einddatum.
06.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Logghe, wegens verbouwing van het cellencomplex was er van 2 tot en met 27 mei 2011 bij de scheepvaartpolitie van Oostende geen opvangruimte beschikbaar voor aangetroffen personen zonder papieren. In de omgeving was er evenmin mogelijkheid die personen onder toezicht onder te brengen.
De SPN had werfcontainers laten plaatsen, maar na onderzoek door een officiële delegatie bestaande uit vertegenwoordigers van de overheid en van de vakverenigingen, bleek dat zij niet voldeden op het gebied van de veiligheid. Daarom werd noodzakelijkerwijze, en enkel voor die beperkte periode, een tijdelijke regeling getroffen tussen de SPN en de DVZ. De aangetroffen personen werden wel degelijk administratief aangehouden en er werd steeds een proces-verbaal voor illegaal verblijf opgesteld en vingerafdrukken genomen.
Indien de persoon gekend was in een van de databanken of in geval van minderjarigheid, medische problemen of mogelijk slachtoffer van mensenhandel, werd de volledige procedure opgestart en werd de betrokkene in afwachting onder toezicht geplaatst in het cellencomplex van de lokale politie van Oostende. De lokale politie van Oostende was op de hoogte van die tijdelijke regeling en stuurde haar ploegen aan om de veiligheid van de betrokkenen te garanderen.
In deze problematiek is het belangrijk nadruk te leggen op de oorsprong van het probleem, het aanzuigeffect van het Verenigd Koninkrijk. De voorbije jaren heeft dat land ontradende maatregelen genomen die nu hun effect beginnen te krijgen.
In dit kader biedt de (…) het Verenigd Koninkrijk ook bijstand met betrekking tot de controles in de Belgische kusthavens, bijvoorbeeld door het ter beschikking stellen van heartbeat detectors. Vermits het hier een regionaal probleem betreft waarbij meerdere landen betrokken zijn, werden er ook heel wat samenwerkingsinitiatieven genomen tussen het VK, Frankrijk en België, zoals informatie-uitwisseling en gemeenschappelijke initiatieven.
Een recent initiatief van België om de toestroom te verminderen is dat er sinds begin 2010 voor de vreemdelingen die door de politiediensten worden opgepakt plaatsen worden vrijgehouden in gesloten centra. Voor de vreemdelingen die op basis van de nieuwe maatregel naar een gesloten centrum worden overgebracht wordt een procedure ter identificatie opgestart. Daarnaast worden ook initiatieven genomen om de vrijwillige terugkeer te bevorderen.
Thans wordt er ook verder geïnvesteerd in de samenwerking met de landen van oorsprong met het oog op een betere en snellere identificatie en terugkeer alsook met een gemeenschappelijke ontwikkeling van preventie-initiatieven.
Voorts wens ik ook nog te vermelden dat mijn collega van Binnenlandse Zaken in februari 2011 een overleg heeft georganiseerd met de verschillende bevoegde partners in het kader van het veiligheidsgebeuren. Hieruit kwamen bijkomende maatregelen in Oostende, zoals een betere afsluiting tussen de bosjes en de treinsporen, een betere afsluiting tussen de sporen en het havengebied en een permanente bewaking door een externe bewakingsdienst in opdracht van de NMBS.
In 2010 werden op het grondgebied van Oostende 1 656 personen in onregelmatig verblijf onderschept door diverse politiediensten. De vijf belangrijkste nationaliteiten die door de vreemdelingen werden opgegeven waren: Algerijns (861), Palestijns (274), Marokkaans (113), Tunesisch (55), Irakees (41). Het komt echter vaak voor dat personen van Maghreblanden een andere nationaliteit opgeven dan deze die zij in werkelijkheid bezitten, wat het vaststellen van de ware identiteit en nationaliteit en het terugsturen naar het land van oorsprong ten zeerste bemoeilijkt.
De DVZ kan enkel tot verwijdering overgaan als de betrokken vreemdeling geïdentificeerd is en de noodzakelijke reis- of identificatiedocumenten beschikbaar zijn.
Ik heb tevens kunnen vaststellen dat Syrië en Egypte zo goed als niet voorkomen in de statistieken en Tunesië in mindere mate. Er zijn slechts enkele geïsoleerde gevallen gekend. Ook hier gaat het om beweerde nationaliteit.
Momenteel wordt ook op Europees niveau heel wat werk verricht met het oog op een betere bescherming en controle van bij de grenzen en initiatieven genomen in het kader van preventie.
Een goed voorbeeld van operationele maatregelen zijn de recente acties in de Zuid-Europese buitengrenzen, gecoördineerd en ondersteund door Frontex, en waaraan heel wat lidstaten een bijdrage leverden. Immers, het is uiteindelijk in een Europese context dat een globale aanpak van de problematiek van illegale immigratie en mensensmokkel vruchten kan afwerpen.
06.03 Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, om met het laatste te beginnen, u zegt dat het alleen in een Europese context is dat een migratiebeleid vruchten kan afwerpen. Ik begin daaraan ernstig te twijfelen. Ik denk dat wij meer en meer naar een combinatie zullen moeten gaan van Europese en nationale maatregelen, zeker wanneer die Europese context niet voldoet.
Ik noteer dat u zegt te proberen die vrijwillige terugkeer te bevorderen. Ik vrees alleen dat vrijwillige terugkeer niet zal volstaan. U probeert ook een aantal andere maatregelen te nemen.
Mij ging het vooral om de concrete toestand in Oostende. Als ik u goed heb begrepen, is daaraan op 27 mei een eind gekomen en worden de illegalen die worden opgepakt opnieuw volgens de gewone procedure behandeld. In alle geval neem ik er nota van dat deze toestand ongeveer een maand heeft geduurd.
Ik vind dat als politiek signaal in elk geval niet passend, zeker ten aanzien van de bevolking van Oostende, die al heel wat overlast kent. U zegt zelf dat er 1 656 personen opgepakt zijn door de permanente bewaking in Oostende, wat een groot aantal is. Ik stel dus vast dat er toch een probleem was, ook al kwam dat nu door de werfcontainers of iets anders. Dat vind ik een ongepast politiek signaal.
Als die mensen door de zeevaartpolitie werden tegengehouden en al gekend waren wegens feiten, wordt dan de gewone procedure gevolgd? Worden zij opgesloten in het cellencomplex van de lokale politie van Oostende? Zijn er daarvan cijfers?
Ik merk dat uw aandacht verslapt, mijnheer de staatssecretaris, en bijgevolg zal ik die vraag schriftelijk stellen.
06.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Ik heb die cijfers niet.
06.05 Peter Logghe (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik zal de cijfers dan wel krijgen in antwoord op mijn schriftelijke vraag.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: De samengevoegde vragen nrs. 4825 en 4829 van de heer Annemans worden uitgesteld. Dat geldt ook voor vraag nr. 4826 van mevrouw Smeyers en de vragen nrs. 4847, 4870 en 4874 van mevrouw Dumery.
La réunion publique de commission est levée à 11.14 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.14 uur.