CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 53 COM 226
CRIV 53 COM 226
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
Mercredi
Woensdag
11-05-2011
11-05-2011
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti Socialiste
MR
Mouvement réformateur
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
sp.a
socialistische partij anders
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales ­ Groen!
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
VB
Vlaams Belang
cdH
centre démocrate Humaniste
LDD
Lijst Dedecker
INDEP-ONAFH
Indépendant - Onafhankelijk
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 53 0000/000 Document parlementaire de la 53
e
législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 53 0000/000
Parlementair stuk van de 53
e
zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
Séance plénière
PLEN
Plenum
COM
Réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
Motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
MOT
Moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.lachambre.be
e-mail : publications@lachambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.dekamer.be
e-mail : publicaties@dekamer.be
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Olivier Maingain au ministre de la
Justice
sur
"le cas des détenus non
néerlandophones et des détenus en attente de
libération conditionnelle à la prison de Tilburg"
(n° 4214)
1
Vraag van de heer Olivier Maingain aan de
minister
van
Justitie
over
"de
niet-
Nederlandstalige
gedetineerden
en
de
gedetineerden die op hun voorwaardelijke
invrijheidstelling wachten in de gevangenis van
Tilburg" (nr. 4214)
1
Orateurs:
Olivier
Maingain,
Servais
Verherstraeten, président du groupe CD&V,
Stefaan De Clerck
, ministre de la Justice
Sprekers:
Olivier
Maingain,
Servais
Verherstraeten, voorzitter van de CD&V-
fractie, Stefaan De Clerck, minister van
Justitie
Question de M. Christian Brotcorne au ministre de
la Justice sur "l'authentification des actes en
matière immobilière par les bourgmestres"
(n° 4260)
4
Vraag van de heer Christian Brotcorne aan de
minister van Justitie over "het verlijden van
authentieke aktes in vastgoedzaken ten overstaan
van burgemeesters" (nr. 4260)
4
Orateurs: Christian Brotcorne, Stefaan De
Clerck
, ministre de la Justice
Sprekers: Christian Brotcorne, Stefaan De
Clerck
, minister van Justitie
Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de
la Justice sur "un envoi unique pour les
perceptions immédiates" (n° 4263)
6
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Justitie over "een enkele zending
voor onmiddellijke inningen" (nr. 4263)
6
Orateurs: Jef Van den Bergh, Stefaan De
Clerck
, ministre de la Justice
Sprekers: Jef Van den Bergh, Stefaan De
Clerck
, minister van Justitie
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de la Justice sur "les renforts en
personnel et l'extension de la capacité
pénitentiaire" (n° 4319)
8
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Justitie over "de uitbreiding van het
personeel
en
extra
capaciteit
in
de
gevangenissen" (nr. 4319)
8
Orateurs: Servais Verherstraeten, président
du groupe CD&V, Stefaan De Clerck, ministre
de la Justice
Sprekers: Servais Verherstraeten, voorzitter
van de CD&V-fractie, Stefaan De Clerck,
minister van Justitie
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de la Justice sur "la publication de la loi
instaurant un article 46bis dans le Code judiciaire
concernant l'indication de la faculté de former une
voie de recours" (n° 4348)
10
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Justitie over "de bekendmaking van
de wet tot invoering van een artikel 46bis in het
Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de
vermelding van de mogelijkheid om een
rechtsmiddel aan te wenden" (nr. 4348)
10
Orateurs: Servais Verherstraeten, président
du groupe CD&V, Stefaan De Clerck, ministre
de la Justice
Sprekers: Servais Verherstraeten, voorzitter
van de CD&V-fractie, Stefaan De Clerck,
minister van Justitie
Question de M. Christian Brotcorne au ministre de
la Justice sur "les équidés en situation précaire et
la suite réservée aux procès-verbaux par le
parquet" (n° 4469)
11
Vraag van de heer Christian Brotcorne aan de
minister van Justitie over "de paarden die in
precaire omstandigheden worden gehouden en
de manier waarop het parket gevolg geeft aan de
processen-verbaal" (nr. 4469)
12
Orateurs: Christian Brotcorne, Stefaan De
Clerck
, ministre de la Justice
Sprekers: Christian Brotcorne, Stefaan De
Clerck
, minister van Justitie
Questions jointes de
14
Samengevoegde vragen van
14
- Mme Myriam Delacroix-Rolin au ministre de la
Justice sur "le Centre d'information et d'analyse
du trafic et de la traite des êtres humains
(CIATTEH)" (n° 4272)
14
- mevrouw Myriam Delacroix-Rolin aan de
minister van Justitie over "het Informatie- en
Analysecentrum
Mensensmokkel
en
Mensenhandel (IAMM)" (nr. 4272)
14
- Mme Myriam Delacroix-Rolin au ministre de la
Justice sur "l'évaluation de la circulaire
ministérielle du 28 septembre 2008 relative à la
mise
en
oeuvre
d'une
coopération
multidisciplinaire concernant les victimes de la
traite des êtres humains et de certaines formes
14
- mevrouw Myriam Delacroix-Rolin aan de
minister van Justitie over "de evaluatie van de
ministeriële omzendbrief van 28 september 2008
inzake de invoering van een multidisciplinaire
samenwerking met betrekking tot de slachtoffers
van mensenhandel en/of van bepaalde zwaardere
14
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
ii
graves de trafic" (n° 4273)
vormen van mensensmokkel" (nr. 4273)
- Mme Myriam Delacroix-Rolin au ministre de la
Justice sur "la mise en place du plan d'action
traite des êtres humains 2008-2011" (n° 4274)
14
- mevrouw Myriam Delacroix-Rolin aan de
minister van Justitie over "de uitvoering van het
actieplan mensenhandel 2008-2011" (nr. 4274)
14
Orateurs: Myriam Delacroix-Rolin, Stefaan
De Clerck
, ministre de la Justice
Sprekers: Myriam Delacroix-Rolin, Stefaan
De Clerck
, minister van Justitie
Question de Mme Karine Lalieux au ministre de la
Justice sur "l'impossibilité d'inscrire les deux
parents homosexuels sur la carte d'identité d'un
bébé" (n° 4327)
19
Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
minister van Justitie over "de onmogelijkheid om
de twee homoseksuele ouders te laten vermelden
op de identiteitskaart van een baby" (nr. 4327)
19
Orateurs: Karine Lalieux, Stefaan De Clerck,
ministre de la Justice
Sprekers: Karine Lalieux, Stefaan De Clerck,
minister van Justitie
Question de M. Bert Schoofs au ministre de la
Justice sur "la formation de jeunes anversois
dans les camps du Jihad islamique au Pakistan"
(n° 4463)
21
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister
van Justitie over "de opleiding van Antwerpse
jongeren in Jihadkampen in Pakistan" (nr. 4463)
20
Orateurs: Bert Schoofs, Stefaan De Clerck,
ministre de la Justice
Sprekers: Bert Schoofs, Stefaan De Clerck,
minister van Justitie
Question de M. Rachid Madrane au ministre de la
Justice sur "la répartition des portefeuilles de
compétences entre les procureurs généraux"
(n° 4489)
22
Vraag van de heer Rachid Madrane aan de
minister van Justitie over "de verdeling van de
bevoegdheden over de procureurs-generaal"
(nr. 4489)
22
Orateurs: Rachid Madrane, Stefaan De
Clerck
, ministre de la Justice
Sprekers: Rachid Madrane, Stefaan De
Clerck
, minister van Justitie
Question de Mme Özlem Özen au ministre de la
Justice sur "la mise sur pied d'un forum
informatique" (n° 4488)
24
Vraag van mevrouw Özlem Özen aan de minister
van Justitie over "het opzetten van een ICT-
overlegforum" (nr. 4488)
25
Orateurs: Özlem Özen, Stefaan De Clerck,
ministre de la Justice
Sprekers: Özlem Özen, Stefaan De Clerck,
minister van Justitie
Question de M. André Frédéric au ministre de la
Justice sur "l'organisation du Parlement mondial
des religions en 2014" (n° 4491)
27
Vraag van de heer André Frédéric aan de minister
van Justitie over "de organisatie van het
Parlement van Wereldreligies in 2014" (nr. 4491)
27
Orateurs: André Frédéric, Stefaan De
Clerck
, ministre de la Justice
Sprekers: André Frédéric, Stefaan De
Clerck
, minister van Justitie
Question de M. Éric Jadot au ministre de la
Justice sur "les données statistiques afférentes
aux détentions préventives au sein des
établissements pénitentiaires" (n° 4493)
29
Vraag van de heer Éric Jadot aan de minister van
Justitie over "statistieken met betrekking tot de
voorlopige hechtenis in de strafinrichtingen"
(nr. 4493)
29
Orateurs: Éric Jadot, Stefaan De Clerck,
ministre de la Justice
Sprekers: Éric Jadot, Stefaan De Clerck,
minister van Justitie
Question de M. Rachid Madrane au ministre de la
Justice sur "le recrutement d'un manager à titre
d'expérience pilote pour la cour d'appel de
Bruxelles" (n° 4494)
30
Vraag van de heer Rachid Madrane aan de
minister van Justitie over "de aanwerving van een
manager voor het hof van beroep te Brussel bij
wijze van pilotproject" (nr. 4494)
30
Orateurs: Rachid Madrane, Stefaan De
Clerck
, ministre de la Justice
Sprekers: Rachid Madrane, Stefaan De
Clerck
, minister van Justitie
Question de M. Koenraad Degroote à la ministre
de l'Intérieur sur "les enquêtes sur le directeur de
la police judiciaire fédérale de Bruxelles"
(n° 4496)
33
Vraag van de heer Koenraad Degroote aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
onderzoeken naar de directeur van de federale
gerechtelijke politie van Brussel" (nr. 4496)
33
Orateurs: Koenraad Degroote, Stefaan De
Clerck
, ministre de la Justice
Sprekers: Koenraad Degroote, Stefaan De
Clerck
, minister van Justitie
Question de M. Olivier Henry au ministre de la
Justice sur "la dématérialisation de contrats"
34
Vraag van de heer Olivier Henry aan de minister
van Justitie over "de dematerialisatie van
34
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
iii
(n° 4504)
contracten" (nr. 4504)
Orateurs: Olivier Henry, Stefaan De Clerck,
ministre de la Justice
Sprekers: Olivier Henry, Stefaan De Clerck,
minister van Justitie
Question de M. Gerolf Annemans au ministre de
la Justice sur "la candidature d'Alain Winants à sa
propre succession à la tête de la Sûreté de l'État"
(n° 4507)
37
Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de
minister van Justitie over "de kandidatuur van
Alain Winants om zichzelf op te volgen aan het
hoofd van de Staatsveiligheid" (nr. 4507)
37
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe VB, Stefaan De Clerck, ministre de la
Justice
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de VB-fractie, Stefaan De Clerck, minister
van Justitie
Question de M. Siegfried Bracke au ministre de la
Justice sur "un religieux soupçonné de pédophilie
résidant au Brésil" (n° 4420)
38
Vraag van de heer Siegfried Bracke aan de
minister van Justitie over "een in Brazilië van
pedofilie verdachte pater" (nr. 4420)
38
Orateurs: Siegfried Bracke, Stefaan De
Clerck
, ministre de la Justice
Sprekers: Siegfried Bracke, Stefaan De
Clerck
, minister van Justitie
Question de M. Siegfried Bracke au ministre de la
Justice sur "les opérations de recherche via SMS"
(n° 4422)
39
Vraag van de heer Siegfried Bracke aan de
minister van Justitie over "de opsporing per sms"
(nr. 4422)
39
Orateurs: Siegfried Bracke, Stefaan De
Clerck
, ministre de la Justice
Sprekers: Siegfried Bracke, Stefaan De
Clerck
, minister van Justitie
Questions jointes de
41
Samengevoegde vragen van
41
- Mme Kristien Van Vaerenbergh au ministre de la
Justice sur "une commission consultative pour
Phenix" (n° 4523)
41
- mevrouw Kristien Van Vaerenbergh aan de
minister van Justitie over "een adviescommissie
voor Phenix" (nr. 4523)
41
- M. Renaat Landuyt au ministre de la Justice sur
"le comité consultatif chargé de l'informatisation
de la Justice" (n° 4560)
41
- de heer Renaat Landuyt aan de minister van
Justitie over "het adviescomité voor de
informatisering van Justitie" (nr. 4560)
41
- M. Renaat Landuyt au ministre de la Justice sur
"l'informatisation de la Justice" (n° 4566)
41
- de heer Renaat Landuyt aan de minister van
Justitie over "de informatisering van Justitie"
(nr. 4566)
41
Orateurs:
Kristien
Van
Vaerenbergh,
Stefaan De Clerck, ministre de la Justice
Sprekers:
Kristien
Van
Vaerenbergh,
Stefaan De Clerck, minister van Justitie
Question de M. Bert Schoofs au ministre de la
Justice sur "la volonté du ministre d'adapter la
législation
en
matière
de
procédures
administratives" (n° 4524)
44
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister
van Justitie over "het voornemen van de minister
om de wetgeving inzake de administratieve
procedures aan te passen" (nr. 4524)
44
Orateurs: Bert Schoofs, Stefaan De Clerck,
ministre de la Justice
Sprekers: Bert Schoofs, Stefaan De Clerck,
minister van Justitie
Question de M. Gerolf Annemans au ministre de
la Justice sur "les mesures de lutte contre la
criminalité transfrontalière à la frontière franco-
belge" (n° 4529)
46
Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de
minister van Justitie over "de aanpak van de
grensoverschrijdende criminaliteit aan de Frans-
Belgische grens" (nr. 4529)
46
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe VB, Stefaan De Clerck, ministre de la
Justice
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de VB-fractie, Stefaan De Clerck, minister
van Justitie
Question de M. Rachid Madrane au ministre de la
Justice sur "le budget consacré à l'Institut de
formation judiciaire" (n° 4570)
49
Vraag van de heer Rachid Madrane aan de
minister van Justitie over "de op de begroting
uitgetrokken middelen voor het Instituut voor
gerechtelijke opleiding" (nr. 4570)
49
Orateurs: Rachid Madrane, Stefaan De
Clerck
, ministre de la Justice
Sprekers: Rachid Madrane, Stefaan De
Clerck
, minister van Justitie
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
M
ERCREDI
11
MAI
2011
Après-midi
______
van
W
OENSDAG
11
MEI
2011
Namiddag
______
La séance est ouverte à 14.34 heures et présidée par M. Christian Brotcorne.
De vergadering wordt geopend om 14.34 uur en voorgezeten door de heer Christian Brotcorne.
01 Question de M. Olivier Maingain au ministre de la Justice sur "le cas des détenus non
néerlandophones et des détenus en attente de libération conditionnelle à la prison de Tilburg"
(n° 4214)</b>
01 Vraag van de heer Olivier Maingain aan de minister van Justitie over "de niet-Nederlandstalige
gedetineerden en de gedetineerden die op hun voorwaardelijke invrijheidstelling wachten in de
gevangenis van Tilburg" (nr. 4214)
01.01 Olivier Maingain (MR): Monsieur le ministre, j'imagine qu'une
certaine actualité judiciaire a dû vous retenir. Vous serez
certainement interrogé à ce propos en commission ou en séance
plénière.
Monsieur le ministre, je sais que ce sujet a déjà été abordé lors de
commissions antérieures.
Comme vous l'avez rappelé en commission de la Justice du 22 mars
dernier, 650 détenus séjournent dans l'établissement pénitentiaire de
Tilburg, en exécution d'une convention passée entre la Belgique et les
Pays-Bas.
Si, comme vous l'avez encore souligné en commission de la Justice
au mois de décembre dernier, le droit belge est d'application dans
l'établissement de Tilburg, la situation est loin d'être perçue comme
telle par les détenus qui y séjournent. Je pense à la situation de
nombreux détenus non néerlandophones ­ même s'il ne s'agit pas
d'une affaire communautaire.
01.01 Olivier Maingain (MR): Ik
veronderstel dat u ten gevolge van
bepaalde nieuwsfeiten uit de
gerechtelijke
wereld
werd
opgehouden.
In het kader van een Belgisch-
Nederlands verdrag verblijven er
650 gedetineerden
in
de
gevangenis van Tilburg. Het
Belgisch recht is er van toepassing
maar dat wordt helemaal niet zo
aangevoeld
door
de
gedetineerden, meer bepaald de
niet-Nederlandstaligen.
01.02 Servais Verherstraeten (CD&V): (...)
Le président: Monsieur Verherstraeten, vous n'avez pas la parole. Vous ne l'avez pas demandée.
01.03 Olivier Maingain (MR): Je remercie M. Verherstraeten de
m'apprendre à utiliser les bons arguments!
Les nombreux détenus non néerlandophones ne peuvent
communiquer avec le personnel néerlandais, généralement
unilingue ­ même si certains font l'effort de parler d'autres langues. Je
pense aussi aux détenus admissibles à la libération conditionnelle,
mais dont le dossier n'est pas encore traité. Vous nous actualiserez
peut-être les données à ce propos, monsieur le ministre.
Pour ce qui concerne les premiers, votre intervention en commission
de la Justice du 22 mars ne me convainc que très peu quant au
01.03 Olivier Maingain (MR): Zij
kunnen immers niet commu-
niceren met het personeel, dat
hoofdzakelijk eentalig is. In de
basiswet is evenwel uitdrukkelijk
vastgelegd dat de gedetineerde
uitleg moet krijgen in de taal die hij
begrijpt.
Ik wil me ervan vergewissen dat,
wat de tuchtprocedures en het
onthaal betreft, er wel degelijk met
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
2
respect du droit belge par l'administration pénitentiaire. Comme vous
l'aviez mentionné, "pour certaines procédures comme celles relatives
à l'accueil et à la discipline, la loi de principes prévoit explicitement
que le détenu doit recevoir les explications prévues dans la langue
qu'il comprend". Si j'ai bonne mémoire, cela figure dans l'article 19 de
la loi de principes.
Il y a d'autres dispositions qui concernent le régime disciplinaire dans
lesquelles on rappelle que le prévenu doit pouvoir comprendre les
mesures qu'on lui inflige. Il doit donc au moins pouvoir les interpréter
s'il ne maîtrise pas la langue de la région du lieu de l'établissement
pénitentiaire. Ici, nous sommes dans un cas d'extraterritorialité.
Je voudrais donc m'assurer que, pour les procédures disciplinaires,
mais aussi pour l'accueil, l'usage d'une langue compréhensible par le
détenu soit la règle à coup sûr.
J'ai pris bonne note, comme vous l'aviez annoncé lors de la
commission du 1
er
mars, qu'un ou une psychologue parfaitement
bilingue est attendu à Tilburg. Je voudrais savoir si son arrivée a bien
été confirmée.
En ce qui concerne les détenus admissibles à la libération
conditionnelle, mais dont le dossier est bloqué, l'Observatoire
international des prisons a relevé dans la presse, au début du mois
d'avril, que 220 dossiers de libération étaient actuellement bloqués,
en raison non seulement du manque de personnel interne à
l'établissement, mais également des "difficultés pratiques" ­ je cite ­
"à préparer, depuis les Pays-Bas, un plan de reclassement à des
centaines de kilomètres du lieu de réinsertion potentiel".
Si, d'un point de vue théorique, les cellules de la prison de Tilburg
sont soumises au droit belge, force est de constater que l'éloignement
porte atteinte à certains droits des détenus. Aussi, M. le ministre
pourrait-il communiquer les mesures envisagées ou déjà prises afin
de mettre la prison de Tilburg en conformité avec les dispositions
légales en matière d'emploi des langues? Pourrait-il aussi me
confirmer le nombre de dossiers de détenus de Tilburg, répondant
aux conditions de libération conditionnelle, actuellement bloqués et, le
cas échéant, les mesures prévues ou envisagées afin de remédier à
cette situation?
de gedetineerde wordt gecommu-
niceerd in een taal die hij begrijpt.
Ik wil graag weten of de komst
naar Tilburg van een perfect
tweetalige psycholoog inderdaad
bevestigd werd.
Het Observatoire international des
prisons
maakt
melding
van
220 dossiers van gedetineerden
die in aanmerking komen voor een
voorwaardelijke invrijheidstelling,
maar van wie de dossiers
geblokkeerd zijn omwille van een
personeelstekort
en
wegens
praktische problemen die ontstaan
omdat er een reclasseringsplan
moet worden voorbereid op
honderden kilometers afstand van
de plaats van de mogelijke
reïntegratie.
Welke maatregelen worden er
overwogen of welke werden er al
genomen teneinde het regime in
de gevangenis te Tilburg in
overeenstemming te brengen met
de wettelijke bepalingen inzake het
gebruik van de talen? Hoeveel
dossiers van gedetineerden van
de gevangenis te Tilburg die in
aanmerking komen voor een
voorwaardelijke
invrijheidstelling
zijn er thans geblokkeerd en welke
maatregelen zullen er worden
getroffen teneinde een oplossing
te vinden voor deze situatie?
01.04 Stefaan De Clerck, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, je pourrais bien sûr répéter ma réponse du 22 mars dernier
sur le même sujet. Je vais la rappeler dans son essence.
D'un point de vue purement juridique, je rappelle que les dispositions
concernant l'accueil des détenus et la discipline n'entrent en vigueur
que le 1
er
septembre 2011. La prison de Tilburg étant une annexe
administrative de la prison de Wortel ­ j'ai appris qu'il y aura une visite
de Wortel et de Tilburg le moment venu ­, la langue administrative est
le néerlandais.
Effectivement, comme je l'avais précisé en commission de la Justice
concernant la prison de Ypres, il est nécessaire de faire preuve d'une
certaine souplesse dans les contacts avec les détenus pour qu'un
établissement pénitentiaire puisse fonctionner correctement. C'est ce
qui se passe sur le terrain. Le personnel de surveillance néerlandais
01.04 Minister Stefaan De Clerck:
De bepalingen inzake het onthaal
van de gedetineerden en de tucht-
maatregelen
treden
pas
op
1 september 2011 in werking.
Aangezien de gevangenis van
Tilburg administratief is aan-
gehecht bij de gevangenis van
Wortel, is het Nederlands er de
bestuurstaal.
Het
bewakings-
personeel, dat de Nederlandse
nationaliteit bezit, is verre van
eentalig. Sommigen hebben ­ een
soms uitgebreide ­ kennis van het
Engels, het Arabisch of het
Russisch. De directieleden zijn
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
3
est loin d'être unilingue et, à l'instar de ce qui existe en Belgique,
certains membres du personnel ont des connaissances linguistiques
parfois poussées dans toute une série de langues parlées en prison,
telles l'anglais, l'arabe ou encore le russe.
L'équipe de direction est belge et a des connaissances variables mais
réelles en français. Par ailleurs, une psychologue ­ vous en faites
mention ­, parfaitement bilingue français-néerlandais, arrivera à
Tilburg prochainement.
Enfin, je voudrais préciser à titre informatif que la brochure d'accueil
de la prison est également disponible en français. Comme vous
pouvez le constater, l'environnement linguistique de la prison de
Tilburg est donc loin d'être unilingue. À nouveau, il n'y a rien de
particulier à ce niveau comparé aux prisons situées en Belgique.
Comme je l'ai fait lors de la séance de la commission du 22 mars
dernier, j'avoue ne pas savoir d'où l'Observatoire international sort ses
chiffres. Il n'est absolument pas question de dossiers bloqués par
manque de personnel et encore moins dans une telle proportion.
Peut-être l'Observatoire international se base-t-il sur le nombre de
détenus admissibles à la libération conditionnelle mais non libérés.
Pourtant la libération conditionnelle n'est absolument pas un
automatisme ­ on connaît le dossier... ­ une fois la date
d'admissibilité atteinte. La situation est donc relativement normale.
Par ailleurs, rappelons que les détenus de Tilburg bénéficient comme
les autres de permissions de sortie ou de congés pénitentiaires,
modalités prévues pour préparer la réinsertion sociale.
Il est vrai qu'il y a eu des ralentissements et des retards dans la
gestion des dossiers. Ce problème a été identifié. Une extension du
cadre SPS est actuellement en cours. Ceci devrait régler
définitivement la situation.
Il faut aussi faire la part des choses. De nombreux détenus à Tilburg
ne sont pas dans les conditions d'admission à une libération
anticipée. Et une proportion non négligeable de détenus est formée
d'étrangers sans droit de séjour.
Pour cette dernière catégorie, par définition, il n'y a évidemment pas
de réinsertion à organiser en Belgique. Les réponses que j'ai données
aujourd'hui sont les mêmes que celles que j'ai données lors de la
séance de la commission du 22 mars dernier. Je crois que tout se
passe bien tant sur le terrain qu'au niveau légal.
Je ne comprends absolument pas d'où l'Observatoire sort ce chiffre.
Le cas échéant, je prendrai contact avec eux afin qu'ils expliquent leur
chiffre. De notre côté, nous ne savons d'où cela vient.
Belgen die het Frans wel degelijk
machtig
zijn,
zij
het
in
verschillende mate. Binnenkort
gaat er in Tilburg een psycholoog
aan de slag die zowel het Frans
als
het
Nederlands
perfect
beheerst. De onthaalbrochure van
de gevangenis is ook in het Frans
verkrijgbaar.
Ik moet toegeven dat ik niet weet
waar het OIP die cijfers vandaan
haalt, maar er is absoluut geen
sprake van dossiers die geblok-
keerd zouden zijn omwille van een
personeelstekort. De gedetineerden
in Tilburg hebben net als alle
anderen recht op penitentiair verlof
en andere faciliteiten om hun
reclassering voor te bereiden.
De PSD-formatie wordt momenteel
uitgebreid. Tal van gedetineerden
die in Tilburg verblijven, komen
niet in aanmerking voor een
vervroegde invrijheidstelling en
velen van hen zijn vreemdelingen
zonder
verblijfsrecht
wier
reclassering niet in België dient
plaats te vinden. De antwoorden
die ik hier vandaag geef, zijn
dezelfde als degene die ik in de
commissie
van
22 maart
jongstleden heb verstrekt. Ik ben
van mening dat alles vlot verloopt,
zowel in het veld als wat het
wettelijke aspect betreft.
01.05 Olivier Maingain (MR): Monsieur le ministre, je prends acte
de votre réponse. Je crois qu'il y a un travail d'affinement qui pourrait
être fait par l'administration pénitentiaire.
J'entends bien votre argument qui consiste à dire qu'on ne peut pas
toujours déterminer l'appartenance linguistique ou la langue usitée le
plus couramment par un détenu, a fortiori par ceux qui sont d'origine
ou de nationalité étrangère.
01.05 Olivier Maingain (MR): Ik
begrijp dat de taalaanhorigheid
van een gedetineerde niet altijd
kan worden bepaald. Niettemin
zou u erop kunnen toezien dat er
niet hoofdzakelijk gedetineerden in
Tilburg worden ondergebracht die
het Nederlands niet machtig zijn
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
4
Néanmoins, je crois que vous pourriez faire en sorte que, d'une part,
ce ne soit pas principalement des détenus qui ne maîtrisent pas le
néerlandais qui soient en détention à Tilburg et, d'autre part, de voir
dans quelle mesure il n'y a pas lieu de mieux adapter
l'accompagnement. Je sais bien que les gardiens sont des agents
pénitentiaires hollandais.
La psychologue bonne bilingue est-elle arrivée à Tilburg?
en dat de begeleiding wordt
aangepast. Ik weet dat de
bewakingsagenten Nederlanders
zijn.
Is die tweetalige psycholoog
ondertussen in Tilburg aan de
slag?
01.06 Stefaan De Clerck, ministre: Elle arrivera prochainement.
01.06 Minister Stefaan De Clerck:
Ze begint er binnenkort.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Président: Servais Verherstraeten.
Voorzitter: Servais Verherstraeten.
02 Question de M. Christian Brotcorne au ministre de la Justice sur "l'authentification des actes en
matière immobilière par les bourgmestres" (n° 4260)</b>
02 Vraag van de heer Christian Brotcorne aan de minister van Justitie over "het verlijden van
authentieke aktes in vastgoedzaken ten overstaan van burgemeesters" (nr. 4260)
02.01 Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, monsieur
le ministre, je reviens vers vous à propos d'une controverse déjà
ancienne. Elle porte sur les pouvoirs conférés au bourgmestre qui, en
tant qu'officier public, est habilité à constater, dans la forme
authentique, les mutations immobilières qui affecteraient le patrimoine
communal. De nombreux travaux parlementaires ont déjà abordé la
question.
En effet, différentes décisions de justice pourraient semer le trouble.
Une réponse du ministre de l'Intérieur de 1990 à une question de
M. Michel Lebrun se réfère à un arrêt de la Cour de cassation du
17 janvier 1901, à un arrêt du Conseil d'État du 10 juillet 1984 et à un
jugement prononcé le 20 juin 1989 rendu par le tribunal civil de
Namur. Ces trois décisions donnent des interprétations différentes de
la législation portant sur l'authentification des actes en matière
immobilière pour les biens communaux, lorsque les actes sont
passés par les bourgmestres.
Le Conseil d'État a considéré que le bourgmestre était compétent
pour vendre un bien immeuble de la commune et pour conférer un
caractère d'authenticité à l'acte, qu'il établit lui-même, de
l'accomplissement des opérations d'achat et de vente. Le tribunal de
Namur, lui, ne suit pas cette interprétation. Ce jugement semble
toutefois isolé.
La divergence d'interprétation entre les deux juridictions se base
notamment sur l'article 1
er
de la loi du 25 ventôse an XI ­ très récente,
donc! ­ modifiée par la loi du 16 avril 1927 et l'article 1317 du Code
civil. Différentes propositions de lois ont été déposées au parlement
pour modifier le Code civil et clarifier la situation, mais n'ont
apparemment jamais abouti.
Monsieur le ministre, l'authentification des actes immobiliers par les
bourgmestres est-elle une pratique courante dans nos communes?
02.01 Christian Brotcorne
(cdH): In een arrest van het Hof
van Cassatie van 17 januari 1901,
een arrest van de Raad van State
van 10 juli 1984 en een vonnis van
de burgerlijke rechtbank te Namen
van 20 juni 1989 wordt er telkens
een andere interpretatie gegeven
aan de wetgeving met betrekking
tot het verlijden van authentieke
vastgoedakten met betrekking tot
gemeentelijke
goederen
voor
burgemeesters in hun hoedanig-
heid van openbaar ambtenaar. Die
uiteenlopende interpretaties (over
de vraag of de burgemeester al
dan niet authentieke akten mag
verlijden) zijn gebaseerd op
artikel 1 van de wet van 25
ventôse jaar XI, zoals gewijzigd bij
de wet van 16 april 1927 en bij
artikel 1317 van het Burgerlijk
Wetboek. Er werden al diverse
wetsvoorstellen ingediend om het
Burgerlijk Wetboek te wijzigen en
de situatie te verduidelijken, maar
die kregen nooit hun beslag.
Is het verlijden van authentieke
vastgoedakten ten overstaan van
burgemeesters
een
en van de Raad van State en in
een vonnis van de burgerlijke
rechtbank van Namen van 20 juni
1989. Het standpunt van het Hof
van
Cassatie
moet
worden
beschouwd als de rechtsgeldige
interpretatie
van
dit
rechtsvraagstuk.
Op dit ogenblik beschikt de
burgemeester
dus
over
de
bevoegdheid om alle akten met
betrekking tot de overdracht van
vastgoed die ten overstaan van
hem worden verleden ­ wanneer
zijn gemeente partij is bij de akte ­
te authenticeren. De gemeente
moet voor elke transactie wel
nagaan of ze al dan niet een
beroep doet op een notaris of op
het aankoopcomité, ten overstaan
waarvan eveneens akten kunnen
worden verleden. Die tussenweg
kan nuttig zijn. Persoonlijk ben ik
er niet zo voor te vinden dat een
burgemeester dit zelf doet, gelet
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
6
risque est important en des matières parfois très complexes.
Vu la jurisprudence existante et vu qu'il ne m'a pas été communiqué
de problème particulier en la matière, je n'ai pas l'intention de prendre
des initiatives. Toutefois, le parlement est libre de le faire; je peux
même vous l'écrire, si vous préférez.
op het grote risico in soms
complexe zaken.
Gelet op de bestaande recht-
spraak en aangezien er me geen
specifieke
problemen
werden
gemeld, ben ik niet van plan
initiatieven te nemen. Het staat het
Parlement echter vrij dat wel te
doen.
02.03 Christian Brotcorne (cdH): Le ministre de la Justice est déjà
suffisamment surchargé!
Je prends acte de votre réponse qui va dans le sens que j'imaginais,
à savoir la suprématie de la jurisprudence de la Cour de cassation.
Pour ce qui concerne la question d'ordre plus pratique, je verrai s'il est
opportun de déposer une question écrite sur la pratique dans nos
communes.
02.03 Christian Brotcorne
(cdH): Ik neem nota van uw
antwoord, waarin u stelt dat de
rechtspraak van het Hof van
Cassatie primeert. Ik zal nagaan of
het
opportuun
is
om
een
schriftelijke vraag in te dienen over
de praktijken die in de gemeenten
worden toegepast.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Président: Christian Brotcorne.
Voorzitter: Christian Brotcorne.
03 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Justitie over "een enkele zending voor
onmiddellijke inningen" (nr. 4263)
03 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Justice sur "un envoi unique pour les
perceptions immédiates" (n° 4263)
03.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik heb een vraag over een problematiek die ondertussen
al bijna zeven jaar aansleept. De problematiek rond het systeem van
de onmiddellijke inningen dateert volgens mij van begin 2004.
Van in het begin is er gezegd dat de manier van werken met een
dubbele zending na een overtreding, waarbij eerst het PV wordt
verstuurd en vervolgens het verzoek tot betaling via bpost, een
tijdelijke situatie zou zijn. U stelde zelf in juni 2009 in de commissie
dat u de efficiëntie van het inningensysteem zou laten onderzoeken.
In uw nota rond straf- en strafuitvoeringsbeleid wordt bovendien
gesteld dat de kennisgeving van de overtreding en de uitnodiging tot
betaling in één zending zouden moeten worden overgemaakt aan de
overtreder.
Jaarlijks worden meer dan drie miljoen onmiddellijke inningen
uitgeschreven. Het moge duidelijk zijn dat de afschaffing van dat
systeem voor de overheid een aanzienlijke besparing zou kunnen
opleveren. Bovendien zou het voor de burger beter begrijpbaar zijn
mocht de informatie met betrekking tot de overtreding en het verzoek
tot betaling in één zending worden verstuurd.
Vandaar zou ik nog eens willen informeren naar de stand van zaken.
Zijn er ter zake al acties ondernomen en hebt u al zicht op een datum
waarop de integratie van beide zendingen zou kunnen worden
03.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Les problèmes liés aux
perceptions immédiates remontent
à 2004. En cas d'infraction, un
double envoi est adressé au
contrevenant: le procès-verbal
d'abord, suivi de l'invitation à
payer. D'emblée, il avait été
précisé que ce mode de fonction-
nement serait temporaire. En juin
2009, le ministre a indiqué son
intention
de
faire
évaluer
l'efficacité du système. Sa note sur
l'exécution de la peine stipulait par
ailleurs que les contrevenants
recevraient tout sous un seul pli.
Chaque année, plus de trois
millions de perceptions immé-
diates sont expédiées: l'envoi
groupé permettrait non seulement
de réaliser une économie non
négligeable pour l'administration
mais gagnerait aussi en clarté
pour le citoyen.
Le ministre sait-il quand ce double
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
7
gerealiseerd?
Hebt u enig idee hoe groot de kostenbesparing zou kunnen zijn?
envoi sera groupé? Quelles
économies pourront être ainsi
réalisées?
03.02 Minister Stefaan De Clerck: Mijnheer de voorzitter, collega, dit
is een problematiek die reeds langer loopt. Bent u hiervoor ooit op
bezoek geweest bij de postdiensten?
03.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Specifiek hiervoor, nee.
03.04 Minister Stefaan De Clerck: Ik was er niet bij, maar ik dacht
dat u misschien had deelgenomen aan een bezoek aan de diensten
van bpost waar de problematiek van de zendingen voor onmiddellijke
inning in concreto werd bekeken om te zien hoe het verloopt en de
zaak wordt aangepakt.
Recent waren er nog contacten om te kijken op welke manier een
efficiëntere afhandeling van de vastgestelde verkeersmisdrijven kan
worden gerealiseerd. Er is daarover ook briefwisseling geweest. De
politie zou de essentiële gegevens van de processen-verbaal
overmaken aan de FOD Justitie.
Nu gaat de discussie erover op welke manier wij dat kunnen
optimaliseren en berekenen. De teksten van het wetsvoorstel met
betrekking tot de inningen zijn klaar en zullen per brief aan het
Parlement worden bezorgd. In principe zal de behandeling gebeuren
in de commissie voor de Justitie, maar misschien wordt u zelf drager.
De teksten zijn nu bekend en al ingediend. Ik zal echter op de zaak
terugkomen om de prioriteit van deze zaak te bepleiten.
Met betrekking tot de dubbele zending voor de onmiddellijke inning en
de berekening van het besparingspotentieel voor de overheid maak ik
de volgende veronderstelling. Aan de huidige omslag moeten extra
documenten worden toegevoegd, onder meer een proces-verbaal,
een bedrukte bladzijde en invulformulieren. Ik maak nog abstractie
van de huidige productiekosten bij de politie om die documenten af te
drukken, onder omslag te brengen en de materiaalkosten. In een
gedecentraliseerde omgeving worden die kosten in de markt geplaatst
op een vork van 0,60 tot 0,90 euro. Dat zijn dus de kosten die
bovendien bij de politie kunnen worden uitgespaard.
Het financiële plaatje zou kunnen neerkomen op het volgende.
Investeringen bij bpost worden geschat op 300 000 euro. Ook
transactionele kosten moeten berekend blijven. De besparingen
zouden kunnen worden berekend op de portkosten, 0,60 euro per
zending.
Toegepast op het volume van 2009, dat 3 269 000 euro was, zou dit
een besparing betekenen van 1 275 000 euro per jaar, los van andere
besparingen. Het is dus de moeite waard om het wettelijk probleem
op te lossen. Wij moeten wel zoeken naar een oplossing voor de
ondersteuning die specifiek voor dit project noodzakelijk zal zijn.
Dit gezegd zijnde, ik meen dat het wettelijk probleem best zo snel
mogelijk in zijn totaliteit wordt besproken.
03.04
Stefaan
De
Clerck,
ministre: Le problème des envois
d'avis de perception immédiate a
été concrètement examiné lors
d'une visite chez bpost. Il y a
encore
eu
récemment
des
contacts pour étudier la manière
d'optimiser le traitement des
infractions routières. La police
communiquerait
les
données
essentielles des procès-verbaux à
la Justice.
Le texte de la proposition de loi
relative aux perceptions est prêt et
sera transmis au Parlement.
J'espère qu'il sera examiné en
priorité.
Le regroupement du double envoi
pour la perception immédiate
devrait permettre de réaliser de
substantielles économies, grâce à
la nette diminution du nombre de
documents, d'enveloppes et de
frais de port. En 2009, les frais se
sont élevés à 3,269 millions
d'euros et 1,275 million d'euros
aurait pu être économisé.
03.05 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw antwoord.
03.05 Jef Van den Bergh
(CD&V): Je voudrais remercier le
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
8
Ik dank u ook om het wetsvoorstel met betrekking tot de
uitvoerbaarheid van de minnelijke schikkingen, dat intussen werd
neergelegd, te steunen. Het is volgens mij belangrijk om de
afhandeling van verkeersovertredingen zo efficiënt mogelijk te laten
verlopen. De uitvoerbaarheid van de minnelijke schikking is daarin
een element. Een efficiënte verzending van de onmiddellijke inningen
is volgens mij ook een essentieel element.
Ik heb trouwens een mondelinge vraag teruggevonden uit de periode
dat wij nog in de oppositie zaten. Toen antwoordde uw voorgangster
mevrouw Onkelinx dat de overtreder vanaf 31 oktober 2006 nog
slechts één enkele zending zou ontvangen. Dat is intussen enige tijd
geleden en ik hoop dat er eindelijk schot in de zaak komt.
ministre de soutenir la proposition
de loi relative au caractère
exécutoire des transactions. Il faut
une approche aussi efficace que
possible des infractions au code
de
la
route.
À
l'époque,
Mme Onkelinx, alors ministre de la
Justice, m'avait répondu un jour
que le contrevenant ne recevrait
plus à partir du 31 octobre 2006
qu'un seul envoi. Et cela fait
quelque temps déjà.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Justitie over "de uitbreiding van het
personeel en extra capaciteit in de gevangenissen" (nr. 4319)
04 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre de la Justice sur "les renforts en personnel et
l'extension de la capacité pénitentiaire" (n° 4319)
04.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, in het
kader van het Masterplan Uitbreiding Capaciteit Gevangenissen
voorziet u in diverse grote projecten in Vlaanderen onder meer in
Antwerpen en Gent. De uitvoering en de opening zullen nog enige tijd
in beslag nemen. Er zijn niet alleen de aanbestedingsprocedures en
de uitvoeringstermijn, er is ook het mogelijke administratieve
contentieux dat nog kan tussenkomen. Eens geopend zal het
uiteraard extra personeel vergen. Er zijn daarnaast ook
verbeteringswerken of beperkte uitbreidingswerken in sommige
bestaande instellingen die sneller kunnen worden gerealiseerd en ook
al aanleiding zijn tot een uitbreiding van de personeelscapaciteit.
Wat is de planning voor de uitbreiding van het personeel in 2011?
Voor welke gevangenissen wordt het extra personeel gevraagd? Kunt
u de voltijdse equivalenten per gevangenis meedelen? Dient het
personeel nog te worden aangeworven? Zo ja, gebeurt dat via Selor?
Welke initiatieven zijn er nog te nemen? Welke realisaties verwacht u
ter invulling van het personeel voor het einde van het jaar?
04.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Le ministre se propose
d'étendre la capacité pénitentiaire
à Anvers et à Gand.
Pour quelles prisons du personnel
supplémentaire est-il sollicité et de
combien d'équivalents temps plein
s'agit-il? Ces personnes doivent-
elles encore être engagées? Dans
l'affirmative, la sélection sera-t-elle
organisée par le Selor? Quelles
initiatives reste-t-il à prendre?
Quels objectifs le ministre veut-il
encore réaliser avant la fin de
l'année dans le cadre de la gestion
du personnel pénitentiaire?
04.02 Minister Stefaan De Clerck: Mijnheer de voorzitter, collega,
voor de uitvoering van de capaciteitsuitbreidingen binnen de
penitentiaire instellingen in 2011 werd een dossier ingediend op de
Ministerraad van 18 februari 2011 tot een verhoging van de
personeels- en werkingskredieten. De capaciteitsuitbreidingen zijn het
gevolg van enerzijds het in 2008 ingediende dossier bij de
Ministerraad voor een meer humane gevangenisinfrastructuur en
anderzijds in uitvoering van Tilburg en de uitbreiding.
De vraag tot personeelsversterking berust op de noodzaak tot de
beveiliging van de inrichtingen, de capaciteitsuitbreiding om
geïnterneerden te plaatsen, de ingebruikname van gerenoveerde
vleugels en de capaciteitsuitbreiding voor minderjarigen. Het betreft
hier dus onder meer de uitvoering van het masterplan.
Ik zal u details geven, want het is zeer uitgebreid want in 2011 zal veel
04.02
Stefaan De Clerck,
ministre: En ce qui concerne
l'extension
de
capacité
des
établissements pénitentiaires en
2011, une demande d'augmen-
tation des crédits de personnel et
de fonctionnement a été introduite
au Conseil des ministres du
18 février 2011. Du personnel
supplémentaire sera engagé en
2011 pour pouvoir ouvrir la
capacité cellulaire supplémentaire.
Pour Saint-Hubert il s'agit de 22
personnes;
pour
Turnhout,
1 psychologue, 1 attaché, 2 assis-
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
9
personeel bijkomend worden aangeworven. Om de bijkomende
celcapaciteit te kunnen openen worden in 2011 volgende aantallen
aangeworven:
Voor Saint-Hubert: 18 + 4, er is een nieuwe portiersloge.
In Turnhout: een psycholoog, een attaché, twee maatschappelijk
assistenten, twee penitentiair assistenten, twee penitentiair
administratieve assistenten, 34 penitentiair beambten, voor de bouw
van een nieuwe vleugel met 74 cellen voor 90 gedetineerden.
Sint-Gillis: ook ongeveer 40 personen voor de heringebruikname van
102 cellen.
In Wortel: voor de nieuwe vleugel met 58 cellen voor
110 gedetineerden voorzien wij in een adviseur, een psycholoog, drie
maatschappelijk assistenten, twee deskundigen voor de griffie, drie
verpleegkundigen, drie penitentiair assistenten, vijf administratief
assistenten, drie technisch assistenten, alles samen 50 penitentiair
beambten. Het gaat dus ook over heel wat volk voor Wortel voor de
uitbreiding.
Hoogstraten: ook 10 personen voor de uitbreiding van de celcapaciteit
voor 15 gedetineerden.
Everberg: vier penitentiair beambten.
Tilburg-Wortel, dus meer voor Tilburg: twee adviseurs, twee sociaal
assistenten, twee psychologen, twee penitentiair administratieve
assistenten.
Op de Ministerraad van 29 april 2011 hebben wij beslist dat gelet op
de hoogdringendheid van de noodzakelijke wervingen voor het
personeel vereist voor de opening van de bijkomende capaciteit wij nu
tot de onmiddellijke aanwerving overgaan van 139 voltijdse
equivalenten, dit zijn dan de penitentiair beambten. Wij zullen in
eerste instantie die penitentiair beambten aanwerven, later zullen wij
dan kijken naar een aantal andere gespecialiseerde functies.
Voor de invulling van de noodzakelijke wervingen, dus van die
gespecialiseerde personen zal spoedig een nieuw dossier worden
voorgelegd aan de Ministerraad. Deze wervingen zijn op dit ogenblik
minder dringend, daar zij onmiddellijk hun activiteit op het terrein
aanvatten. Voor de andere procedures, voor die penitentiair beambten
hebben wij nu een langere selectie- en opleidingsprocedure, waardoor
wij vroeger moeten starten om de mensen op het terrein te laten
functioneren.
Selor voert momenteel in overleg met de communicatiedienst van het
DG EPI een grote wervingscampagne om meer kandidaten uit de
regio's Kempen, Antwerpen en Brussel aan te trekken voor de
ongoing selectie voor penitentiair beambte. Met andere woorden, het
is nu het moment voor zij die in die omgeving willen werken om zich te
melden bij Selor. Nu worden de kandidaturen opgevraagd.
Enkele van de recente, meest zichtbare elementen uit deze
campagne waren een film in de gevangenis van Merksplas in de
rubriek "man of vrouw gezocht" van het Eén-programma Man bijt
hond en de medewerking aan de campagne regiojobs. Ook voor de
tants sociaux, 2 assistants péni-
tentiaires, 2 assistants administra-
tifs et 34 fonctionnaires péniten-
tiaires pour la construction d'une
nouvelle aile de 74 cellules pour
90 détenus;
pour
Saint-Gilles,
quelque 40 personnes pour la
remise en service de 102 cellules;
pour Wortel, 1 conseiller, 1 psy-
chologue, 3 assistants sociaux,
2 experts
pour
le
greffe,
3 infirmiers,
3 assistants
péni-
tentiaires, 5 assistants adminis-
tratifs, 3 assistants techniques
pour la nouvelle aile de 58 cellules
pour
110 détenus;
pour
Hoogstraten, 10 personnes pour
l'extension de la capacité cellulaire
pour 15 détenus; pour Everberg,
4 fonctionnaires pénitentiaires et
pour Tilburg, 2 conseillers, 2 assis-
tants sociaux, 2 psychologues,
2 assistants
pénitentiaires
administratifs.
Vu l'urgence, il a été décidé lors
du Conseil des ministres du
29 avril 2011, de procéder à
l'engagement
immédiat
de
139 équivalents temps plein pour
les fonctionnaires pénitentiaires.
Les autres fonctions spécialisées
seront examinées ultérieurement.
Un nouveau dossier sera présenté
au Conseil des ministres à cet
effet dans les meilleurs délais.
Actuellement, le Selor mène une
vaste campagne de recrutement
pour encourager les candidats de
Campine, d'Anvers et de Bruxelles
à participer à la sélection d'agent
pénitentiaire. De même, pour les
professions du secteur des soins,
comme les psychologues et le
personnel infirmier dans les
prisons, le Selor envisage d'autres
actions en temps utile.
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
10
beroepen uit de zorgsector zoals psychologen en verpleegkundigen
van de gevangenissen plant Selor te gepasten tijde verdere acties.
Er is dus werk. Ik geef u de tekst met de details. Misschien kunt u dit
verder verspreiden want we zoeken volk.
04.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank
u voor uw zeer uitvoerig antwoord.
Ik dank u trouwens ook voor de accuraatheid en de snelheid waarmee
u dit dossier volgt. Ik zal van mijn kant mijn best doen om hier
publiciteit rond te maken in deze streken, onder andere de Kempen
en Antwerpen die ik toevallig vernoem, en om mensen aan te
moedigen om in te gaan op deze kans op tewerkstelling dicht bij huis.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Justitie over "de bekendmaking van
de wet tot invoering van een artikel 46bis in het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de
vermelding van de mogelijkheid om een rechtsmiddel aan te wenden" (nr. 4348)
05 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre de la Justice sur "la publication de la loi
instaurant un article 46bis dans le Code judiciaire concernant l'indication de la faculté de former une
voie de recours" (n° 4348)
05.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister,
recentelijk hebben wij van gedachte gewisseld over de mogelijkheid
een rechtsmiddel aan te wenden in uitvoering van artikel 46bis van
het Gerechtelijk Wetboek, waarin een fundamenteel recht vervat zit
dat ook in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de
Mens staat.
Toen reeds heb ik u gewezen op de Europese rechtspraak hierover,
onder meer naar de zaak Da Luz Domingues Ferreira tegen België,
waarin het College van procureurs-generaal op 18 juni 2008 een
richtlijn heeft aangenomen inzake de kennisgeving van zijn rechten
aan een in het Rijk of in het buitenland in hechtenis verkerende bij
verstek veroordeelde persoon.
Ondanks die richtlijn en het bestaande artikel 46bis, dat nog niet
gepubliceerd is in het Belgisch Staatsblad, werd ons land opnieuw
veroordeeld in de zaak Faniel tegen België.
Wij hebben wel een wetgeving, en met name artikel 46bis, maar na
Salduz hangt ons een veroordeling Faniel boven het hoofd, die
minstens even belangrijk is.
Kan dit artikel op een of andere manier versneld worden
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, of is een nieuwe
wetswijziging opportuun? Is, gelet op de recente veroordeling, een
herwerking van de richtlijn van het College van procureurs-generaal
inzake de kennisgeving van zijn rechten aan een al dan niet in het
buitenland in hechtenis verkerende bij verstek veroordeelde persoon,
volgens u aangewezen?
05.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Malgré la directive du
Collège des procureurs généraux
du 18 juin 2008 et l'article 46bis
existant du Code judiciaire, lequel
n'a pas encore été publié au
Moniteur belge, notre pays a été
une fois de plus condamné dans
l'affaire Faniel.
La publication de cet article au
Moniteur belge ne pourrait-elle pas
d'une manière ou d'une autre être
accélérée
ou
une
nouvelle
modification
légale
est-elle
opportune? Le ministre juge-t-il
indiquée une refonte de la
directive
du
Collège
des
procureurs généraux compte tenu
de la condamnation récente de
l'État belge?
Président: Rachid Madrane.
Voorzitter: Rachid Madrane.
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
11
05.02 Minister Stefaan De Clerck: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Verherstraeten, op 2 februari 2011 heb ik hier in de commissie het
probleem al in extenso uiteengezet. Ik verwijs dan ook naar mijn
antwoord. Desgevallend kan ik u een kopie ervan meegeven.
Ik herhaal dat het aangeraden zou zijn de hele materie te herbekijken.
Wij kunnen in bedoelde materie maar beter niet overhaast te werk
gaan. Het is immers precisiewerk.
Het lijkt mij nog steeds opportuun de wijziging aan een volgende
regering te laten, tenzij u zich in uw hoedanigheid van parlementslid al
geroepen voelt om een oplossing aan te reiken. Uw voluntarisme
kennende, kan u dat.
Het arrest van het Europees Hof voor de rechten van de mens in de
zaak Da Luz Domingues Ferreira tegen België van 24 mei 2007 heeft,
zoals u bekend en u ook aanhaalt, aanleiding gegeven tot de richtlijn
van het College van procureurs-generaal van 18 juni 2008, teneinde
aan bij verstek veroordeelden betere informatie over hun rechten te
geven.
In voornoemde zaak had het Europees Hof, net zoals in het
voorliggende arrest Faniel tegen België, geoordeeld dat het een
schending van artikel 6, § 1, EVRM, was, doordat de betrokkene naar
aanleiding van de betekening van het bij verstek gewezen arrest niet
werd geïnformeerd over de na te leven formaliteiten om verzet aan te
tekenen.
Ten gevolge van voornoemde richtlijn van het College van
procureurs-generaal geven de parketten voortaan bij de instructies
aan de gerechtsdeurwaarders om tot betekening van een
verstekvonnis of -arrest over te gaan, tevens de opdracht de
verzetsprocedure ­ zoals bepaald in artikelen 187 en 208 van het
Wetboek van strafvordering, aangevuld met de voorschriften van
koninklijk besluit 236 van 20 januari 1936, indien de betrokken
gedetineerd is ­, zowel naar vorm als naar termijn in hun akte op te
nemen. Het wordt dus bij de betekening expliciet en systematisch
opgenomen, zowel voor zij die vrij zijn als voor zij die in de
gevangenis verblijven.
Een aanpassing van de voormelde richtlijn is nu niet vereist. Dat is
accuraat. Ooit kan echter inderdaad een en ander maar beter wettelijk
in al zijn gegevens worden gegrondvest.
Ik zal ter zake voorlopig geen brief aan het Parlement schrijven.
05.02
Stefaan De Clerck,
ministre: Le 2 février 2011, j'ai déjà
exposé le problème en détail en
commission. Je renvoie dès lors à
cette réponse. Il serait conseillé de
réexaminer l'ensemble de la
matière. Il n'est pas souhaitable
d'agir dans la précipitation car il
s'agit d'un travail de précision.
Il me semble opportun de confier
la modification aux soins d'un
prochain gouvernement, à moins
que M. Verherstraeten, en sa
qualité de parlementaire, se sente
appelé à formuler une proposition.
À la suite de la directive du
Collège des procureurs généraux
évoquée, dans les instructions
adressées aux huissiers de justice
pour la signification d'un jugement
ou d'un arrêt par défaut, les
parquets demandent désormais
également que la forme et le délai
d'exercice d'un recours figurent
dans leur acte. Cette disposition
s'applique aux personnes libres et
incarcérées.
Une adaptation de la directive
susdite n'est pas nécessaire
aujourd'hui. C'est un travail précis.
Toutefois, il serait préférable qu'un
jour, tout ceci soit effectivement
fixé par la loi.
Je n'adresserai pour l'instant pas
de courrier à ce sujet au
Parlement.
05.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik zal uw antwoord als een mondelinge brief aan
mij en het Parlement beschouwen. Ik erken hem te hebben
ontvangen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Christian Brotcorne au ministre de la Justice sur "les équidés en situation précaire
et la suite réservée aux procès-verbaux par le parquet" (n° 4469)
06 Vraag van de heer Christian Brotcorne aan de minister van Justitie over "de paarden die in precaire
omstandigheden worden gehouden en de manier waarop het parket gevolg geeft aan de processen-
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
12
verbaal" (nr. 4469)
06.01 Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, monsieur
le ministre, j'ai joint à ma question la réponse que m'a donnée
Mme Laruelle à une question concernant la manière dont l'AFSCA,
dont elle a la compétence, avait géré les problèmes relatifs à des
chevaux et autres animaux en situation difficile dans le village d'Ogy.
Elle avait déclaré, je cite: "L'AFSCA est uniquement habilitée à
effectuer une saisie conservatoire et à dresser procès-verbal. Ces
procès-verbaux sont systématiquement transmis au parquet. La
saisie définitive ainsi que la vente de ces animaux est de la
compétence du SPF Santé publique. Tout autre type de mesure
relève exclusivement de décisions judiciaires. Seule la justice est
compétente pour prononcer une interdiction de détention d'animaux.
Vu les procès-verbaux transmis au parquet depuis 2007, on peut
éventuellement regretter que des décisions plus rapides n'aient pas
été prises à ce niveau".
Monsieur le ministre, je voudrais connaître le sort réservé à ces
différents procès-verbaux qui ont été transmis au parquet de Tournai.
Peut-on envisager des suites judiciaires rapides dans ce dossier qui a
ému beaucoup de particuliers et d'associations?
Voorzitter: Sarah Smeyers.
Présidente: Sarah Smeyers.
06.01 Christian Brotcorne
(cdH): Onlangs ondervroeg ik
mevrouw Laruelle over de manier
waarop het FAVV is opgetreden
toen er in het dorp Ogy verwaar-
loosde paarden en andere dieren
werden aangetroffen. Mevrouw
Laruelle antwoordde toen dat het
FAVV enkel bevoegd is om
bewarend beslag te leggen en
processen-verbaal op te maken en
dat die processen-verbaal worden
overgezonden aan het parket. Ze
voegde eraan toe dat de FOD
Volksgezondheid over het defini-
tieve beslag op en de verkoop van
die dieren gaat en dat alle andere
maatregelen
het
voorwerp
uitmaken van een rechterlijke
beslissing. Ze verklaarde tevens
dat alleen het gerecht bevoegd is
om een verbod op het houden van
dieren uit te spreken. Volgens
haar valt het te betreuren dat er op
dat niveau niet eerder beslissingen
werden genomen, gelet op de
processen-verbaal die sinds 2007
aan het parket zijn overgemaakt.
Wat gebeurt er met al die
processen-verbaal die aan het
Doornikse
parket
zijn
over-
gezonden? Zal er snel gerechtelijk
gevolg aan worden gegeven?
06.02 Stefaan De Clerck, ministre: Madame la présidente, cher
collègue, les faits de 2007 ont fait l'objet d'une notice. Le parquet a
pris en charge le dossier. Une visite policière de l'exploitation a été
réalisée en collaboration avec l'AFSCA. Cette visite n'a pas permis de
constater de nouveaux cas graves. Ce dossier a, dès lors, fait l'objet
d'une décision de renvoi devant le tribunal correctionnel et un
jugement a été prononcé le 10 novembre 2009.
Il est difficile de comprendre les remarques de la ministre qui a
notamment déclaré que, vu les procès-verbaux transmis au parquet
depuis 2007, on peut éventuellement regretter que des décisions plus
rapides n'aient pas été prises à ce niveau. En effet, une décision a
effectivement été prise en la matière. Il serait intéressant d'en
informer la ministre.
En avril 2009, l'AFSCA a rédigé un procès-verbal d'infraction contre
ce même éleveur et a signalé qu'il avait été agréé pour des abattages
privés en 2006, 2007 et 2008, sous la surveillance d'un vétérinaire.
Le procès-verbal du 5 avril 2009 constate la présence d'une
cinquantaine d'ovins et de caprins dont certains sont en bonne santé
06.02 Minister Stefaan De Clerck:
Er werd een notitie opgesteld voor
de feiten uit 2007. Het parket heeft
het
dossier
in
behandeling
genomen. In samenwerking met
het FAVV organiseerde de politie
een bezoek aan het bedrijf. Er
werden toen geen nieuwe ernstige
gevallen vastgesteld. Het dossier
werd
bijgevolg
naar
de
correctionele rechtbank verwezen,
waarna er op 10 november 2009
een vonnis werd uitgesproken.
In april 2009 maakte het FAVV
een proces-verbaal van over-
treding
op
tegen
dezelfde
paardenfokker en meldde dat de
betrokkene in 2006, 2007 en 2008
een
erkenning
had
voor
particuliere
slachtingen
onder
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
13
et d'autres dont l'état est critique.
La personne en question a invoqué le fait qu'elle avait reçu, le
22 mars 2009, 27 animaux en très mauvais état en provenance d'un
autre éleveur de la région, que son vétérinaire avait soigné le
troupeau le 3 avril 2009 et que le vétérinaire en question avait fourni
une attestation aux enquêteurs le 10 avril.
Il a donc été décidé d'inspecter les installations de cet autre éleveur
qui pouvait être suspecté d'être le principal responsable de
l'aggravation de l'état de santé des animaux. À cette occasion, il a été
constaté que, même si diverses infractions au niveau du registre et
des bâtiments étaient commises, ledit éleveur contestait être le
fournisseur de ces animaux et le signataire de la facture relative à leur
vente.
La suite de l'enquête aboutira à considérer comme faux, la facture et
les documents de transport des animaux.
Un dernier devoir est encore en cours dans le cadre de ce volet du
dossier.
Parallèlement, le 9 avril 2009, un tas de déchets a été trouvé au fond
d'une prairie appartenant à une tierce personne. Parmi ces déchets,
des restes d'animaux furent découverts. La personne en question a
partiellement reconnu être à l'origine de ce dépôt, mais a fait savoir
qu'elle n'était pas la seule responsable invoquant le fait qu'un autre
éleveur agissait de même au même endroit.
Il a donc été décidé d'inspecter les installations de cet autre éleveur,
ce qui a abouti au constat de diverses infractions relatives au registre
des autres documents administratifs. L'enquête, dans ce dossier, se
termine par le dernier devoir précité; il sera ensuite renvoyé devant le
tribunal correctionnel.
En ce qui concerne les faits du 21 février 2011, il faut signaler que le
contrôle de l'AFSCA a été demandé par apostille du 8 février 2011 au
parquet. Un inspecteur de police de la zone des Collines avait
constaté, en août 2010, la présence de chevaux en mauvais état de
santé. Le troupeau a été contrôlé le jour même par le service
d'inspection du bien-être animal, puis par l'AFSCA. Si l'origine des
animaux est aussi nébuleuse, ils doivent faire l'objet d'investigations.
En janvier 2011, la zone de police des Collines a vérifié, à la demande
du parquet, l'évolution de la situation, tant au niveau de l'état de santé
des animaux que de la situation abusive de ceux-ci, la situation
décrite restant préoccupante. Vu la quantité d'animaux (43 chevaux et
4 ânes), le parquet a décidé de faire vérifier à nouveau la situation.
C'est dans ce cadre qu'on a constaté les faits du 21 février 2011. Le
troupeau, qui était passé de 47 animaux à 103, a été vérifié
conjointement par l'AFSCA et par l'inspection vétérinaire. Un troupeau
de moutons et 25 chiens ont également été contrôlés. Aucune saisie
n'a été préconisée.
L'ensemble des documents administratifs est en cours de contrôle et
de vérification. Il apparaît aussi nécessaire de vérifier l'origine de ces
animaux. Il n'est actuellement pas possible d'évaluer la durée de cette
enquête. Mais, comme vous le voyez, on fait le nécessaire.
toezicht van een dierenarts. De
betrokkene voerde aan dat er op
22 maart 2009 27 dieren van een
andere fokker in de regio in zeer
slechte conditie bij hem waren
afgeleverd en dat zijn dierenarts
de kudde op 3 april 2009 had
verzorgd en dat de dierenarts in
kwestie op 10 april een attest aan
de onderzoekers had bezorgd.
Er werd beslist om het bedrijf van
die andere fokker, die vermoe-
delijk de hoofdverantwoordelijke
was voor de slechte gezondheids-
toestand van de dieren, te
inspecteren. Die fokker betwistte
de dieren te hebben geleverd en
degene te zijn die de factuur
betreffende de verkoop van die
dieren had ondertekend. Verder
onderzoek wees uit dat de factuur
en de vervoersdocumenten voor
de dieren vals waren.
Op 9 april 2009 werd er achteraan
een weide van een derde persoon
een stapel afval gevonden. Er
zaten dierenresten tussen dat
afval. Die persoon heeft gedeelte-
lijk bekend dat afval daar te
hebben
gedeponeerd,
maar
verklaarde niet de enige verant-
woordelijke te zijn en maakte
bekend dat een andere fokker
daar ook afval had achtergelaten.
Er werd daarom beslist het bedrijf
van
de
andere
fokker
te
inspecteren. Bij die gelegenheid
werden diverse inbreuken met
betrekking tot het register van de
andere
administratieve
docu-
menten vastgesteld.
Wat de feiten van 21 februari 2011
betreft, had een politie-inspecteur
van de zone Collines in augustus
2010 vastgesteld dat er zich
paarden in een lamentabele
toestand bevonden. De kudde
werd
nog
diezelfde
dag
gecontroleerd. In januari 2011 ging
de politie van Collines na hoe de
situatie geëvolueerd was. Omdat
het om zoveel dieren ging, besliste
het parket dat de zaak nogmaals
moest worden onderzocht. Het is
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
14
naar aanleiding daarvan dat de
feiten van 21 februari 2011 aan het
licht kwamen. De kudde, die nu
103 dieren telde in plaats van 47,
werd geïnspecteerd door de
diensten van het FAVV en van de
diergeneeskundige inspectie. Er
werd niet voorgesteld om dieren in
beslag te nemen.
Alle administratieve documenten
worden nu gecontroleerd en
nagekeken. Het is nodig gebleken
de herkomst van de dieren na te
gaan. Ik weet momenteel niet
hoeveel tijd dat onderzoek in
beslag zal nemen.
06.03 Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le ministre, je vous
remercie des précisions apportées, qui viennent compléter les
précisions que m'avait déjà données Mme Laruelle et qui permettront
d'informer de la meilleure manière, me semble-t-il, tous ceux qui se
sont sentis concernés par ce mal-être animal, et vous savez combien
nos concitoyens sont sensibles à de telles situations.
Je prendrai connaissance, dans le détail, des informations précises
que vous transmettez. Si je pouvais, d'ailleurs, obtenir la copie de la
réponse, ce serait parfait.
06.03 Christian Brotcorne
(cdH): Ik zal de precieze informatie
die u me heeft bezorgd nog nader
bestuderen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Questions jointes de
- Mme Myriam Delacroix-Rolin au ministre de la Justice sur "le Centre d'information et d'analyse du
trafic et de la traite des êtres humains (CIATTEH)" (n° 4272)
- Mme Myriam Delacroix-Rolin au ministre de la Justice sur "l'évaluation de la circulaire ministérielle
du 28 septembre 2008 relative à la mise en oeuvre d'une coopération multidisciplinaire concernant les
victimes de la traite des êtres humains et de certaines formes graves de trafic" (n° 4273)
- Mme Myriam Delacroix-Rolin au ministre de la Justice sur "la mise en place du plan d'action traite
des êtres humains 2008-2011" (n° 4274)
07 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Myriam Delacroix-Rolin aan de minister van Justitie over "het Informatie- en
Analysecentrum Mensensmokkel en Mensenhandel (IAMM)" (nr. 4272)
- mevrouw Myriam Delacroix-Rolin aan de minister van Justitie over "de evaluatie van de ministeriële
omzendbrief van 28 september 2008 inzake de invoering van een multidisciplinaire samenwerking met
betrekking tot de slachtoffers van mensenhandel en/of van bepaalde zwaardere vormen van
mensensmokkel" (nr. 4273)
- mevrouw Myriam Delacroix-Rolin aan de minister van Justitie over "de uitvoering van het actieplan
mensenhandel 2008-2011" (nr. 4274)
07.01 Myriam Delacroix-Rolin (cdH): Madame la présidente,
monsieur le ministre, l'arrêté royal du 16 mai 2004 relatif à la lutte
contre le trafic et la traite des êtres humains a donné lieu à la création
du Centre d'information et d'analyse en matière de trafic et de traite
des êtres humains (CIATTEH). L'article 13 de cet arrêté confie à des
analystes stratégiques la mission d'effectuer des analyses
stratégiques sur la base des données anonymes provenant des
partenaires auprès de cet organisme.
07.01 Myriam Delacroix-Rolin
(cdH): Bij het koninklijk besluit van
16 mei 2004 betreffende de
bestrijding van de mensensmokkel
en
mensenhandel
werd
het
Informatie- en Analysecentrum
Mensensmokkel en Mensenhandel
(IAMM) opgericht. Aan de hand
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
15
Au cours de sa réunion du 27 janvier 2005, la cellule
interdépartementale de coordination de la lutte contre le trafic et la
traite des êtres humains a approuvé un mandat visant à produire une
analyse stratégique relative à l'exploitation économique dans ce
cadre. Ce mandat est intitulé "Image de l'exploitation économique
dans le cadre de la traite des êtres humains dans les secteurs
mentionnés dans le protocole de coopération, excepté pour le secteur
de la prostitution, et ce en Belgique pour la période 2002-2004". Le
mandat précisait, conformément à l'arrêté royal du 16 mai 2004, que
les analyses devaient s'appuyer sur des données anonymes. En
raison de cette restriction, deux types de données ont été exclus des
sources potentielles: les données à caractère personnel et les
données à caractère personnel codées.
Le comité de gestion du CIATTEH est arrivé à la conclusion qu'il est
impossible, sur la base de l'arrêté royal du 16 mai 2004, de collecter
correctement des données, d'effectuer une analyse stratégique ou
encore de disposer d'un quelconque aperçu de la situation. Les
problèmes qui avaient été constatés ont été détaillés dans une note
du 23 mars 2006, présentée par la présidence du comité de gestion
du CIATTEH au cours de la réunion de la cellule interdépartementale
du 30 mars 2006.
Le comité de gestion a évoqué les solutions suivantes: autoriser
légalement le CIATTEH à utiliser des données à caractère personnel
au lieu de données anonymes; prévoir un budget lui permettant de
disposer des moyens nécessaires en matériel et en personnel à
l'accomplissement de ses missions. Dans le cadre du plan d'action de
lutte contre la traite des êtres humains, le Conseil des ministres du
11 juillet 2008 a formulé et approuvé plusieurs propositions, qui
devaient être mises au point par la cellule stratégique du CIATTEH.
Monsieur le ministre, pouvez-vous m'indiquer si le CIATTEH est
désormais opérationnel? Si oui, des analyses stratégiques sont-elles
en cours? Certaines d'entre elles ont-elles déjà été menées à terme?
Quels en sont les résultats?
Dans le cas contraire, pourquoi cet organisme n'est-il pas encore en
activité? Quelles sont les mesures à prendre pour qu'il puisse
fonctionner? Quand estimez-vous qu'il sera opérationnel?
van door de partners bij het IAMM
verstrekte anonieme gegevens,
moeten er strategische analyses
worden uitgevoerd.
Op 27 januari 2005 keurde de
interdepartementale coördinatiecel
ter bestrijding van de mensen-
smokkel en de mensenhandel een
opdracht goed voor het uitvoeren
van een strategische analyse met
betrekking
tot
economische
uitbuiting. Aangezien de analyses
moeten worden gestoeld op
anonieme
gegevens,
werden
persoonsgegevens en gecodeerde
persoonsgegevens
uit
de
potentiële bronnen geweerd.
Het beheerscomité van het IAMM
is tot het besluit gekomen dat het
op grond van het koninklijk besluit
van 16 mei 2004 onmogelijk is om
correct gegevens in te zamelen,
een strategische analyse uit te
voeren of een beeld van de
situatie te krijgen.
Het beheerscomité suggereert dat
aan het IAMM toestemming zou
worden gegeven om persoons-
gegevens te gebruiken en dat er
een
budget
zou
worden
uitgetrokken opdat het IAMM zijn
opdrachten zou kunnen vervullen.
Op de ministerraad van 11 juli
2008
werden
verscheidene
voorstellen
geformuleerd
en
goedgekeurd;
die
voorstellen
moesten door de strategische cel
van het IAMM verder worden
uitgewerkt.
Is
het
IAMM
inmiddels
operationeel?
Werden
er
al
strategische analyses afgewerkt?
Zo niet, waarom is het IAMM nog
niet uit de startblokken geraakt?
07.02 Stefaan De Clerck, ministre: Madame, j'ai une réponse
circonstanciée.
07.03 Myriam Delacroix-Rolin (cdH): (...)
De voorzitter: Ik dacht dat de vragen afgerond waren. Gaat u maar voort met uw twee andere vragen,
mevrouw!
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
16
07.04 Myriam Delacroix-Rolin (cdH): Monsieur le ministre,
l'adoption de la circulaire ministérielle du 28 septembre 2008 a
constitué un pas important vers une politique plus respectueuse des
victimes, notamment mineures d'âge, dans le cadre de la lutte contre
la traite des êtres humains.
L'objectif de la circulaire est de déterminer la manière dont les
victimes potentielles de la traite, ainsi que les victimes de certaines
formes graves de trafic, sont détectées, orientées, accueillies et
accompagnées. Elle détermine également les modalités à appliquer
en vue d'un éventuel octroi du statut de "victime de traite". La
circulaire prévoit une organisation basée sur une approche
multidisciplinaire afin de garantir l'efficacité des opérations. Cette
approche implique que le rôle de chaque acteur susceptible
d'intervenir soit défini, ce qui permet d'établir un point de coopération
entre l'ensemble de ces acteurs.
Monsieur le ministre, pouvez-vous m'indiquer comment cette
circulaire est mise en oeuvre dans la pratique? Quels en sont les
points forts et quelles améliorations ont-elles pu être apportées?
Quels sont les points qui n'ont pas donné lieu aux résultats
escomptés? Envisagez-vous d'adopter de nouvelles mesures afin d'y
remédier?
Que pensez-vous de la proposition du Centre pour l'égalité des
chances de faire passer le statut de victime de la traite des êtres
humains vers celui de "victime objective", c'est-à-dire d'une personne
victime de la traite des êtres humains qui, même si elle ne se
reconnaît pas comme telle, l'est objectivement?
J'en viens à la troisième question. Le 11 juillet 2008, le Conseil des
ministres a approuvé le plan d'action en matière de lutte contre la
traite des êtres humains pour la période 2008-2011. Ce plan d'action,
qui constitue un élément important dans la politique de lutte contre la
traite des êtres humains, détermine les initiatives prises et à prendre
en la matière et articule cette lutte dans une approche intégrée et
coordonnée, autour des quatre P: Prévention, Poursuite des
trafiquants, Protection des victimes et Partenariat avec des
organisations également confrontées à des formes de traite des êtres
humains.
Monsieur le ministre, pouvez-vous m'indiquer où nous en sommes
dans la mise en oeuvre de ce plan d'action? Quelles mesures ont-
elles déjà été prises? Quelles mesures sont en cours d'exécution?
Quelles mesures restent encore à prendre d'ici la fin 2011? Sur quels
résultats ces mesures ont-elles débouché? Que prévoyez-vous pour
les années futures? Le plan d'action sera-t-il prolongé au-delà
de 2011?
07.04 Myriam Delacroix-Rolin
(cdH): De doelstelling van de
omzendbrief van 28 september
2008 is het bepalen van de wijze
waarop de potentiële slachtoffers
van mensenhandel en/of van
bepaalde zwaardere vormen van
mensensmokkel worden gede-
tecteerd, worden doorverwezen,
opgevangen en begeleid. Hoe
wordt die omzendbrief in praktijk
gebracht? Welke zijn de sterke
punten en welke punten hebben
niet tot de gewenste resultaten
geleid? Wat denkt u van het
voorstel van het Centrum voor
gelijkheid van kansen en voor
racismebestrijding om slachtoffers
van mensenhandel als 'objectieve
slachtoffers' aan te merken?
Hoe staat het met de uitvoering
van het actieplan ter bestrijding
van de mensenhandel voor 2008-
2011? Wat is er voor de volgende
jaren gepland?
07.05 Stefaan De Clerck, ministre: Chère collègue, j'ai une réponse
circonstanciée, dont je vais vous donner le texte, sur l'évolution du
dossier de la mise en place du plan d'action de lutte contre la traite
des êtres humains. C'est en effet une priorité pour la Belgique. Nous
avons beaucoup travaillé dans ce dossier lors de la présidence belge.
Nous avons adopté le 11 juillet 2008 un plan d'action de lutte contre la
traite des êtres humains. L'initiative visait notamment à répondre à
diverses
recommandations
internationales.
Les
différentes
07.05 Minister Stefaan De Clerck:
We hebben op 11 juli 2008 een
actieplan ter bestrijding van de
mensenhandel
aangenomen,
meer bepaald in antwoord op
diverse
internationale
aanbevelingen.
In 2009 werd er op verzoek van
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
17
thématiques traitées sont notamment la politique de prévention, la
poursuite des trafiquants et la protection des victimes. Plusieurs
points du plan d'action ont été mis en oeuvre; d'autres sont encore en
cours ou, pour certains, en suspens compte tenu de la situation
politique actuelle.
En ce qui concerne la prévention, un dépliant relatif à l'exploitation
économique a été élaboré en 2009 et rédigé à la demande de
certains postes diplomatiques belges. Il vise à informer les personnes
d'origine étrangère, demandeurs de visas de travail, sur les risques
d'exploitation et les incite à bien se renseigner auprès de leur
employeur potentiel avant de partir en Belgique. Ce dépliant a été mis
à la disposition de certaines ambassades tests. Différents points de
contact y sont mentionnés en cas de problèmes rencontrés en
Belgique. Le projet a été étendu cette année à l'ambassade belge au
Brésil, etc.
Actuellement, le bureau de la cellule interdépartementale travaille sur
le développement d'outils de sensibilisation à destination du personnel
hospitalier. Ces personnes peuvent en effet être confrontées à des
victimes potentielles de la traite des êtres humains sans le savoir. Des
discussions sur ce point sont en cours.
Le plan d'action suggérait également au réseau d'expertise du
Collège des procureurs généraux la tenue récurrente d'un point
presse relatif à la traite des êtres humains pour faire état des
enquêtes et des situations d'exploitation. Un premier point presse a
eu lieu le 16 octobre 2009. Une affaire-type de traite des êtres
humains y a été présentée ainsi que différentes statistiques.
Sur le plan législatif, il mettait en évidence la nécessité de discuter
d'un projet de texte relatif à la sanction des donneurs d'ordre qui
utilisent des intermédiaires se livrant à la traite des êtres humains. Un
premier texte avait été rédigé sous la précédente législature mais
avait fait l'objet de différentes critiques. Une nouvelle version de ce
texte a été finalisée en mai 2010 en collaboration avec la ministre
Milquet et le secrétaire d'État à la Lutte contre la Fraude. Il devrait être
présenté
lors
de
la
prochaine
réunion
de
la
cellule
interdépartementale en juin mais il sera sans doute difficile de lui
donner une suite à l'heure actuelle.
Le plan d'action recommandait encore la ratification de la convention
du Conseil de l'Europe relative à la lutte contre la traite des êtres
humains. Ceci a également été réalisé en date du 27 avril 2009.
Au cours de la présidence belge, le service de droit pénal européen a
coordonné la négociation relative à la nouvelle directive européenne
en matière de lutte contre la traite des êtres humains.
En matière de protection des victimes, le plan d'action demandait
l'adoption d'une circulaire interministérielle relative à la mise en oeuvre
d'une coopération multidisciplinaire concernant les victimes de la
traite des êtres humains et/ou des autres formes aggravées de trafic
des êtres humains.
Elle vise à expliquer, de façon détaillée et claire, les procédures à
suivre dans le cadre de l'identification et de la protection des victimes
de la traite des êtres humains.
bepaalde Belgische diplomatieke
posten
een
brochure
over
economische uitbuiting opgesteld
om
personen
van
vreemde
herkomst te informeren over het
gevaar voor uitbuiting en om ze
ertoe aan te zetten veel informatie
in te winnen over hun potentiële
werkgever alvorens naar België te
vertrekken.
Het
kantoor
van de inter-
departementale
coördinatiecel
houdt
zich
bezig
met
de
ontwikkeling van sensibiliserings-
instrumenten voor ziekenhuis-
personeel.
In het actieplan wordt er aan het
expertisenetwerk van het College
van procureurs-generaal voor-
gesteld
om
regelmatig
een
persconferentie over mensen-
handel te houden. Dat gebeurde
voor de eerste keer op 16 oktober
2009. In de voorgaande zittings-
periode was er een eerste tekst
opgesteld met betrekking tot de
opdrachtgevers die gebruik maken
van tussenpersonen die zich
schuldig maken aan mensen-
handel, maar daarop kwam nogal
wat kritiek. In mei 2010 was de
nieuwe versie van die tekst klaar.
In het actieplan werd aanbevolen
het Verdrag van de Raad van
Europa inzake de bestrijding van
mensenhandel te ratificeren. Dat
gebeurde op 27 april 2009.
Tijdens
het
Belgische
EU-
voorzitterschap coördineerde de
Dienst Europees Strafrecht de
onderhandeling over de nieuwe
Europese richtlijn inzake de
bestrijding van mensenhandel.
Op 26 september 2008 werd de
omzendbrief aangenomen waarin
de procedures worden toegelicht
die moeten worden gevolgd in het
kader van de identificatie en de
bescherming van de slachtoffers
van mensenhandel. Er worden een
aantal specifieke procedures in
gespecificeerd die van toepassing
zijn op de NBMV's, en er wordt in
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
18
Cette circulaire a été adoptée par les ministres compétents et le
Collège
des
procureurs
généraux
le
26 septembre 2008.
Conformément au plan d'action, cette circulaire précise certaines
procédures spécifiques à appliquer aux mineurs étrangers non
accompagnés, ainsi que la procédure à suivre afin de garantir la
protection des victimes qui auraient été exploitées dans le cadre d'un
service privé à un diplomate, comme le travail domestique qui a été
ajouté à la problématique de la traite des êtres humains.
L'un des points du plan d'action qui n'a, malheureusement, pas pu
aboutir concerne la mise en oeuvre du CIATTEH. Tout comme le
bureau de la cellule interdépartementale, ce Centre a été créé par
l'arrêté royal du 16 mai 2004. Cet arrêté royal met en place une
approche multidisciplinaire, intégrée et intégrale, tant au niveau
national qu'international, en matière de lutte contre le trafic des êtres
humains. La finalité du CIATTEH était de rassembler, au travers des
divers services des départements, des informations sur la base
desquelles il était possible d'effectuer des analyses stratégiques
pertinentes qui, à leur tour, seraient communiquées aux différents
partenaires.
Les analystes stratégiques attachés à ce Centre ont essayé
d'effectuer une analyse stratégique de différentes manières, en dépit
des restrictions imposées par l'arrêté royal du 16 mai 2004. Sur la
base de cet exercice, les analystes stratégiques sont arrivés au
constat qu'il était impossible, dans le cadre de l'arrêté royal actuel,
compte tenu du fait que l'échange de données demandées repose
actuellement sur des données anonymisées. En effet, une analyse
commune suppose une définition concertée d'une même population.
Une collecte correcte des données constitue une condition essentielle
aux fins d'une analyse fiable.
Une proposition d'adaptation de l'arrêté royal est pratiquement
finalisée. Comme je l'ai déjà exposé à plusieurs reprises à l'occasion
de questions parlementaires posées sur le même sujet, un projet de
modification de cet arrêté royal a été élaboré par mes services. Il n'a
cependant jamais pu être discuté entre les différents ministres
compétents compte tenu de la chute du gouvernement.
En dernier point, vous m'interrogez sur les évaluations. Les
évaluations annuelles de la directive relative aux recherches et
poursuites des faits de traite des êtres humains ont été effectuées par
le service de la politique criminelle et présentées aux magistrats du
réseau d'expertise Trafic et Traite des êtres humains au cours d'une
journée d'information.
Au cours de la présidence belge, la traite des êtres humains a été un
point central au programme du SPF Justice, ainsi que des différents
ministres impliqués dans les travaux de la cellule. Mes services ont
organisé deux journées de conférence d'experts sur le thème de la
traite des êtres humains, avec l'aide du service de politique criminelle,
de membres du bureau de la cellule interdépartementale et le Centre
for European and International Policy Action, et en étroite
collaboration avec la Commission européenne. Les conclusions de
cette conférence ont été publiées sur le site Anti-traite de la
Commission.
verduidelijkt welke procedure er
moet
worden
gevolgd
ter
bescherming van de slachtoffers
die zouden zijn uitgebuit terwijl ze
waren tewerkgesteld in de private
dienst van een diplomaat.
Het IAMM was helaas niet
succesvol. De aan dit centrum
verbonden strategische analisten
hebben op verschillende manieren
geprobeerd
een
strategische
analyse uit te voeren, maar ze zijn
tot het besluit gekomen dat dit
onmogelijk was in het kader van
het huidige koninklijk besluit,
aangezien de gegevensuitwis-
seling volgens dat besluit anoniem
moet verlopen. Een correcte
gegevensinzameling
is
een
essentiële voorwaarde om een
betrouwbare analyse te kunnen
uitvoeren.
De
voorgestelde
wijziging van dit koninklijk besluit,
die werd uitgewerkt door mijn
diensten, kon als gevolg van de
val van de regering niet meer door
de bevoegde ministers worden
besproken.
De jaarlijkse evaluaties van de
richtlijn inzake de opsporingen en
vervolgingen van feiten
van
mensenhandel werden uitgevoerd
door
de
dienst
voor
het
strafrechtelijk beleid en werden
tijdens een infodag voorgesteld
aan de magistraten van het
expertisenetwerk Mensenhandel
en -smokkel.
Tijdens het Belgische voorzitter-
schap hebben mijn diensten met
de steun van de dienst voor het
strafrechtelijk beleid, van leden
van
het
bureau
van
de
Interdepartementale Coördinatiecel,
het Centre for European and
International Policy Action en in
nauwe samenwerking met de
Europese
Commissie
een
tweedaagse
conferentie
met
deskundigen over het thema van
de mensenhandel georganiseerd.
De besluiten van deze conferentie
werden gepubliceerd op de Anti-
Trafficking
website
van
de
Commissie.
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
19
L'évaluation de l'application de la circulaire relative à la protection des
victimes est presque finalisée.
Tous les membres du bureau de la cellule interdépartementale ont
présidé différentes tables rondes dans le cadre de cette évaluation et
le service de la politique criminelle est occupé à rédiger le rapport de
synthèse final et les recommandations. Bien que cette évaluation
aurait dû être finie fin 2010, la présidence belge n'a pas permis de
respecter ce délai. Par ailleurs, cette démarche méthodologique
complémentaire a été ajoutée à celle prévue initialement, ce qui a
prolongé l'évaluation. Celle-ci sera déposée en juin à la cellule
interdépartementale.
Une seconde partie de l'évaluation est actuellement envisagée et
portera plus spécifiquement sur la question de la protection des
mineurs. Enfin, la question de l'agrément et de la reconnaissance des
centres d'accueil devait faire l'objet d'une discussion lors de la
prochaine réunion de la cellule interdépartementale. J'en conclus
qu'une grande majorité des points du plan d'action a été réalisée ou
est en cours de réalisation. Certaines initiatives ne pourront sans
doute pas être mises en forme actuellement, compte tenu de la
période d'affaires courantes, mais différents projets seront prêts à
être examinés lors de la prochaine législature.
Je ne sais pas si un nouveau plan d'action devra être élaboré sous la
prochaine législature, mais il me semble en tout cas pertinent d'en
prévoir, au minimum, une actualisation avec l'intégration de nouveaux
projets. Je signale, enfin, que le plan d'action actuel prévoit trois
actions pour la période 2012-2016. Si un nouveau plan d'action est
élaboré, il conviendra d'examiner si ses objectifs doivent être
maintenus; ils pourront, le cas échéant, être intégrés dans le nouveau
plan d'action.
We zijn bijna klaar met de
evaluatie van de toepassing van
de omzendbrief met betrekking tot
de
bescherming
van
de
slachtoffers.
De evaluatie had eind 2010 klaar
moeten zijn, maar door het
Belgische voorzitterschap kon
deze
deadline
niet
worden
gehaald. Zij zal in juni aan de
Interdepartementale Coördinatiecel
worden bezorgd.
Deel twee van de evaluatie zal
meer in het bijzonder handelen
over
de
bescherming
van
minderjarigen.
De vergunning en erkenning van
opvangcentra zouden tijdens de
volgende vergadering van de
Interdepartementale Coördinatiecel
moeten worden besproken.
De uitvoering van het merendeel
van de punten van het actieplan zit
dus in de pijplijn. Een aantal
initiatieven zullen geen vaste vorm
krijgen, gelet op de periode van
lopende zaken.
Ik weet niet of er tijdens de
volgende
zittingsperiode
een
nieuw
actieplan
zal
moeten
worden uitgewerkt, maar het lijkt
mij in ieder geval aangewezen om
minstens een update te plannen
waarin er nieuwe projecten kunnen
worden opgenomen.
07.06 Myriam Delacroix-Rolin (cdH): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour votre réponse et pour ce qui a été fait. Je souhaite qu'à
l'avenir, nous continuions dans le même sens et qu'un nouveau plan
d'action puisse être réalisé.
07.06 Myriam Delacroix-Rolin
(cdH): Ik zou willen dat wij in de
toekomst
in
dezelfde
zin
voortwerken en dat er een nieuw
actieplan kan worden gerealiseerd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Karine Lalieux au ministre de la Justice sur "l'impossibilité d'inscrire les deux
parents homosexuels sur la carte d'identité d'un bébé" (n° 4327)
08 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Justitie over "de onmogelijkheid om de
twee homoseksuele ouders te laten vermelden op de identiteitskaart van een baby" (nr. 4327)
08.01 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, actuellement,
malgré un jugement d'adoption, il est impossible pour les deux mères
08.01 Karine Lalieux (PS): Ook
al is er een adoptievonnis, toch is
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
20
d'un bébé de figurer sur la carte d'identité de leur enfant. En effet,
lorsque les parents se présentent aux autorités communales pour
établir le lien de parenté et d'adoption, le système informatique
refuserait d'indiquer le nom d'une femme dans la case "père". Peut-
être la cause est-elle que la case "père" est de référence selon le
numéro de registre national qui est un nombre pair ou impair selon le
sexe. Devant la récurrence de ces situations, la question a été posée
au parquet qui a confirmé que cette opération n'était pas possible.
Il est pourtant important que les deux parents puissent être
mentionnés
non
seulement
moralement
mais
également
pratiquement, quand l'un des deux est en voyage avec son enfant,
par exemple, en dehors des frontières. Pour l'instant, la seule solution
est de faire traduire officiellement en anglais le jugement d'adoption
ou la transcription à la commune de la naissance et de les emporter
en tant que preuve de lien de parenté. Ce sont des cas concrets que
je vous décris.
Il serait donc temps de mettre nos systèmes d'identité en lien avec la
réforme de l'adoption que ce Parlement a votée il y a quelques
années. Avez-vous connaissance de telles situations? Quelles
seraient vos propositions pour y remédier?
het onmogelijk om de namen van
de beide moeders van de baby op
de identiteitskaart van hun kind te
laten vermelden. Als ze naar de
gemeente
gaan
om
het
ouderschap en de adoptie te laten
vaststellen, zou het computer-
systeem weigeren om de naam
van een vrouw in het vak 'vader' te
registreren. Momenteel bestaat de
enige mogelijkheid erin om het
adoptievonnis of de overschrijving
in de registers van de gemeente
officieel in het Engels te laten
vertalen en die stukken als bewijs
van het ouderschap mee te
nemen.
Wat stelt u voor om dit probleem
op te lossen?
08.02 Stefaan De Clerck, ministre: Chère collègue, je n'ai pas eu
connaissance de l'impossibilité pour certains couples homosexuels de
voir figurer le nom des deux mères sur la carte d'identité de leur
enfant, mais je comprends très bien la situation.
Les indications du Registre national figurant sur la carte d'identité
relèvent de la compétence du ministre de l'Intérieur. Cela dit, compte
tenu de la législation belge portant sur la filiation adoptive, j'envisage
d'écrire à mon collègue afin d'attirer son attention sur le problème
relatif à l'inscription du nom des parents homosexuels sur la carte
d'identité de leur enfant. Je vais donc appuyer votre demande.
08.02 Minister Stefaan De Clerck:
Ik ben er niet van op de hoogte dat
het voor sommige homoseksuele
koppels niet mogelijk is om de
naam van de beide moeders op de
identiteitskaart van hun kind te
laten vermelden, maar ik begrijp
de situatie. De gegevens uit het
Rijksregister die op de identiteits-
kaart worden vermeld, behoren tot
de bevoegdheid van de minister
van
Binnenlandse
Zaken.
Rekening
houdend
met
de
Belgische wetgeving inzake de
adoptieve afstamming, denk ik er
evenwel aan om mijn collega
dienaangaande een brief te
schrijven om haar aandacht op dat
probleem te vestigen.
08.03 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie.
Si je vous comprends bien, vous allez écrire au ministre de l'Intérieur.
Donc, je ne vais pas lui poser de question. Ce sont deux exemples de
difficultés administratives. Or ni l'administration ni le parquet n'ont pu
les régler.
Si vous écrivez à votre collègue, je vous en remercie. Je lui poserai
alors la question officieusement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister van Justitie over "de opleiding van Antwerpse
jongeren in Jihadkampen in Pakistan" (nr. 4463)
09 Question de M. Bert Schoofs au ministre de la Justice sur "la formation de jeunes anversois dans
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
21
les camps du Jihad islamique au Pakistan" (n° 4463)
09.01 Bert Schoofs (VB): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, in Vlaanderen bestaat een Vlaams Comité voor Ex-mosIims,
dat de zaken rond de dood van Osama bin Laden op de voet gevolgd
heeft.
De woordvoerder van het comité, de heer Peter Velle, die zelf ex-
moslim is, heeft verklaard dat tal van islamitische jongeren uit België
in het buitenland worden klaargestoomd tot terroristen. Niet toevallig
gaan velen naar Pakistan. Daar worden zij gebrainwasht en daarna
met kennis van wapens en explosieven terug naar hier gestuurd.
Sommigen vertrekken blijkbaar zelfs in een djellaba ­ dat is typisch
islamitische traditionele kledij ­ en keren westers gekleed terug, maar
in feite als een soort levende bommen, op termijn.
Onder andere in Antwerpen zouden Pakistaanse en Marokkaanse
bewegingen actief zijn. Sinds kort zouden ­ dat is opmerkelijk in de
islamitische wereld ­ ook Turkse extremistische bewegingen aan het
werk zijn die jongeren ronselen voor terroristenopleidingen.
Mijnheer de minister, hoe hoog schat de Veiligheid van de Staat het
gevaar in dat na de dood van Osama bin Laden een verdere en
diepere radicalisering zou plaatsvinden bij jonge moslims in België,
vooral bij 18- tot 20-jarigen en misschien vooral in Antwerpen? Hebt u
daarover aanwijzingen?
Welke maatregelen kunnen hiertegen worden genomen?
Is het beleid van de Veiligheid van de Staat aan wijzigingen
onderhevig sedert de dood van Osama bin Laden, in het licht van
onder andere deze verklaring van een ex-moslim?
09.01 Bert Schoofs (VB):
M. Peter Velle, porte-parole du
VCEM (Comité flamand des
anciens musulmans), a déclaré
que
de
nombreux
jeunes
islamistes belges sont entraînés
au
terrorisme
à
l'étranger,
essentiellement au Pakistan. À
Anvers, des mouvements extré-
mistes pakistanais, marocains et
turcs enrôleraient des jeunes.
Quel est, selon la Sûreté de l'État,
le risque d'assister à une nouvelle
radicalisation des jeunes musul-
mans de Belgique après la mort
d'Oussama Ben Laden? Quelles
mesures peut-on prendre pour y
remédier? La stratégie de la
Sûreté de l'État a-t-elle évolué
depuis la mort d'Oussama Ben
Laden?
09.02 Minister Stefaan De Clerck: Mevrouw de voorzitter, de mate
van radicalisering lijkt voorlopig niet sterk beïnvloed te worden door de
dood van Osama bin Laden. Bin Laden was wel een iconisch figuur
waarvan een aantrekkingskracht uitging. Uiteraard houdt de Veiligheid
van de Staat overeenkomstig haar wettelijke opdracht de vinger aan
de pols bij de diverse gemeenschappen in België, teneinde de
reacties juist te kunnen inschatten.
De Veiligheid van de Staat zamelt informatie in die zij door de analyse
ervan verwerkt tot inlichtingsproducten. Die worden ter beschikking
gesteld van andere diensten die eventueel volgens hun
bevoegdheden kunnen optreden. Via de klassieke bronnenwerking en
internetmonitoring wordt geprobeerd te peilen naar reacties en de
algemene gemoedsgesteldheid.
In het bijzonder met betrekking tot internet kunnen we stellen dat er
nieuwe evoluties zijn. Zo wordt er sinds enige tijd een Engelstalig
magazine uitgegeven door Al Qaida op het Arabische schiereiland,
AQAP geheten, dat geleid zou worden door Amwar al-Awlaki. Het
online magazine dat "Inspire" heet, kan daadwerkelijk inspirerend
werken voor bepaalde personen. Het bevat onder andere
handleidingen in verband met wapens, het maken van bommen en
dergelijke meer. Dat wordt van zeer nabij gevolgd door de Veiligheid
van de Staat en door de buitenlandse inlichtingendiensten overal in de
wereld. OCAD stelt op gepaste momenten ook de dreigingsanalyse
09.02
Stefaan De Clerck,
ministre: Il semble que la mort de
Ben Laden n'occasionne provi-
soirement aucune augmentation
de la radicalisation, mais la Sûreté
de l'État demeure vigilante. Elle
collecte des informations et les
intègre dans des dossiers de
renseignements
mis
à
la
disposition d'autres services qui
peuvent éventuellement intervenir
en fonction de leurs compétences.
Les réactions et l'humeur générale
sont sondées par le biais des
réseaux classiques d'indicateurs et
de la surveillance de linternet. De
nouvelles évolutions se profilent
sur l'internet. Depuis un certain
temps, Al Qaïda dans la péninsule
arabique (AQPA) diffuse une
revue en anglais intitulée Inspire.
Cette revue en ligne pourrait
inspirer certaines personnes et
contient notamment des manuels
pour la fabrication d'armes et de
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
22
voor België op.
Aangezien de rol van Osama bin Laden tijdens zijn leven eerder
symbolisch was en zich op het internationale vlak situeerde, weliswaar
met reikwijdte tot in België, heeft diens dood, als zou daardoor iets
bijzonder losgeweekt zijn, weinig invloed op de dagelijkse werking van
onze diensten.
Als defensieve inlichtingen- en veiligheidsdienst wordt aan continue
informatievergaring gedaan. De dienst blijft steeds attent voor nieuwe
ontwikkelingen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme.
bombes.
Les
services
de
renseignements du monde entier
suivent cette publication de très
près. L'OCAM procède à une
analyse de la menace pour la
Belgique en temps opportun. La
Sûreté de l'État reste attentive aux
éventuelles
évolutions
des
mouvements
radicaux,
extrémistes et terroristes.
09.03 Bert Schoofs (VB): Ik ben al blij dat u het woord
"nationalisme" deze keer niet liet vallen, mijnheer de minister.
09.03 Bert Schoofs (VB): Je me
réjouis que le ministre n'ait pas
parlé de "nationalisme".
09.04 Minister Stefaan De Clerck: Ik wacht op uw repliek.
09.05 Bert Schoofs (VB): Ik heb dat ergens eens in een toelichting
gelezen van één of ander wetsvoorstel dat uiteindelijk wet geworden
is.
In de Veiligheid van de Staat heb ik ook niet al te veel vertrouwen.
Althans niet in de Belgische en zeker niet als we weten wat zij
allemaal achter zich aansleept uit het verleden. We moeten haar het
vertrouwen uiteraard wel schenken, want we kunnen het zelf allemaal
niet doen. We kunnen het helaas ook niet aan de moslims vragen. Ik
zou voorstellen dat er een orgaan wordt opgelicht dat alle moslims
vertegenwoordigt en dat dan gesubsidieerd zou worden, maar dat is
al ettelijke malen geprobeerd, met name in het kader van de
Moslimexecutieve.
We zijn dus jammer genoeg aangewezen op de Veiligheid van de
Staat. We kunnen maar hopen dat die haar werk goed doet en dat er
zich ondertussen geen rampen voordoen. Mijns inziens is het gevaar
immers wel degelijk reëel en dreigend. Dat niet iedereen geschaduwd
kan worden, begrijp ik wel. Ik hoop alleen maar dat de Veiligheid van
de Staat de juiste kanalen vindt om de online boodschappen die naar
jonge moslims gestuurd worden, te kunnen onderscheppen. Vroeg of
laat kunnen er immers wel eens rampen gebeuren, en dan druk ik mij
nog zacht uit.
09.05 Bert Schoofs (VB): J'ai en
effet lu ce terme dans l'exposé des
motifs
de
l'une
ou
l'autre
proposition de loi, finalement
adoptée et devenue loi.
Au vu de ses antécédents, je n'ai
pas une confiance illimitée en la
Sûreté de l'État, mais il est difficile
de tout contrôler nous-mêmes ou
de demander aux musulmans de
surveiller ces groupes. Nous en
sommes dès lors réduits à nous
appuyer sur la Sûreté de l'État et
nous espérons qu'elle effectue
correctement son travail.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Rachid Madrane au ministre de la Justice sur "la répartition des portefeuilles de
compétences entre les procureurs généraux" (n° 4489)
10 Vraag van de heer Rachid Madrane aan de minister van Justitie over "de verdeling van de
bevoegdheden over de procureurs-generaal" (nr. 4489)
10.01 Rachid Madrane (PS): Madame la présidente, monsieur le
ministre, en mars 1997 était institué le Collège des procureurs
généraux et la fonction de magistrat national était créée en mai 1997.
Un arrêté royal fixe les tâches spécifiques des membres du Collège
des procureurs généraux.
Nos cinq procureurs généraux près les cours d'appel (Anvers,
Bruxelles, Gand, Mons et Liège) se voyaient donc attribuer un certain
10.01 Rachid Madrane (PS):
Toen het College van procureurs-
generaal in 1997 werd opgericht,
werd de vijf procureurs-generaal
bij de hoven van beroep een
aantal
bevoegdheidsdomeinen
toegewezen.
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
23
nombre de domaines de compétences.
Le procureur général d'Anvers s'est vu confier la politique criminelle,
l'exécution des peines, l'organisation des cours et tribunaux, qui
contient également l'informatisation de la Justice. Le procureur
général de Bruxelles se voyait confier les matières économiques et
financières, l'environnement, la protection de la jeunesse et la
politique en faveur des victimes. Le procureur général de Gand s'est
vu attribuer toutes les matières internationales, notamment le
terrorisme. Le procureur général de Mons est compétent en matière
de droit pénal militaire, de sécurité routière et urbaine, de droit civil et
judiciaire, à l'exception des cours et tribunaux, et exécute des tâches
concernant les relations avec les services de police locale et fédérale.
Enfin le procureur général de Liège a pour tâche la criminalité contre
les personnes, les sectes, la criminalité liée aux stupéfiants, la loi de
défense sociale, le droit social et les jeux de hasard.
Il semble que malgré l'évolution des tâches et des priorités criminelles
qui ont eu de l'influence sur les domaines confiés aux différents
procureurs généraux en 1997, aucune modification n'ait été opérée
afin de recalibrer ou de rééquilibrer les différents portefeuilles des
membres du Collège. Vous en conviendrez, monsieur le ministre, en
comparant les tâches dévolues aux différents membres du Collège
des procureurs généraux, on peut constater un certain déséquilibre
entre les portefeuilles, certains détenant des compétences plus
importantes en termes d'enjeux et portant sur des matières
considérées actuellement comme essentielles, d'autres en termes de
charge de travail.
Dès lors, monsieur le ministre, ne pensez-vous pas que des tâches
attribuées dans certains domaines ont perdu de leur importance alors
que dans le même temps, d'autres domaines ont vu leurs tâches
augmenter en fonction de l'évolution de la société et de la politique
criminelle en vigueur à ce jour? Ne serait-il donc pas opportun, en
raison du développement des missions attribuées à certains
procureurs généraux, de revoir la répartition des compétences ou des
tâches attribuées? Ne serait-il pas opportun de revoir cette répartition
de manière logique et pondérée?
Hoewel de taken en de straf-
rechtelijke prioriteiten sindsdien
danig evolueerden, werd er niets
ondernomen om de taken van de
verschillende
leden
van
het
College meer in evenwicht te
brengen. Sommigen van hen
hebben inhoudelijk belangrijker
bevoegdheden, anderen hebben
bevoegdheden die een hogere
werkdruk met zich brengen.
Meent u niet dat sommige
bevoegdheden
aan
betekenis
hebben ingeboet, terwijl het
takenpakket in verband met
andere bevoegdheden almaar
toenam, in het licht van de
maatschappelijke evoluties en van
de evolutie van het strafrechtelijk
beleid?
Lijkt
het
u
niet
aangewezen de bevoegdheden of
de toegewezen taken op een
logische en gewogen manier te
herverdelen?
10.02 Stefaan De Clerck, ministre: Cher collègue, il est vrai que
depuis 1997, les portefeuilles attribués aux différents procureurs
généraux ont vu leur importance évoluer au cours du temps et
nécessitent d'être réévalués pour être mieux répartis.
Je comprends que certains procureurs généraux soient plus
demandeurs que d'autres. Une étude pourrait être entreprise pour
envisager, par exemple, des matières nouvelles qui seraient
apparues, qui nécessiteraient une étude particulière et qui ne seraient
actuellement pas visées par l'arrêté royal.
On pourrait également peut-être redéfinir certains concepts de
manière à éviter les chevauchements de compétence entre plusieurs
parquets généraux. Le Collège des procureurs généraux peut
effectivement procéder à une telle réflexion, lequel devrait également
évaluer la charge de travail créée par ces différents réseaux et la
détermination des capacités opérationnelles nécessaires pour y faire
face.
10.02 Minister Stefaan De Clerck:
Het klopt dat de takenpakketten
nodig herbekeken moeten worden
met het oog op een betere
taakverdeling.
Ik
begrijp
dat
bepaalde
procureurs-generaal daar méér
om vragen dan andere. Voor
nieuwe materies, die momenteel
niet in het koninklijk besluit zijn
opgenomen, zou het noodzakelijk
kunnen zijn specifiek studiewerk te
verrichten. Sommige begrippen
zouden opnieuw kunnen worden
omschreven, teneinde bevoegd-
heidsoverlappingen te vermijden.
Het College van procureurs-
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
24
Cependant, cette problématique ne crée pas actuellement sauf
contre-indication et, vous en êtes peut-être le messager, de problème
particulier compte tenu de la méthode de travail adoptée par le
Collège. Il travaille en effet essentiellement sur base des réseaux
d'expertise et de magistrats de référence ou spécialisés qui oeuvrent
ensemble pour le Collège.
Des réseaux d'expertise réunissent des magistrats de tous les
ressorts en vue d'étudier une problématique particulière et
parviennent ainsi à proposer une politique criminelle pour tout le
territoire belge. Le titulaire d'un portefeuille peut donc compter sur
l'ensemble du Collège des procureurs généraux pour traiter ses
dossiers.
Il arrive de plus de plus souvent que le travail soit préparé par des
magistrats spécialisés qui n'appartiennent pas spécialement au
ressort du titulaire du portefeuille, mais qui lui transmettent leur travail.
Il incombe ensuite au titulaire du portefeuille de gérer la question
posée. Ainsi la répartition des compétences n'a pas d'impact
particulier sur l'ensemble du travail du Collège. Ceci dit, le Collège
des procureurs généraux tend à améliorer la qualité de son travail et
souhaite bénéficier d'une aide supplémentaire, comme par exemple
l'apport ou le détachement éventuel de certaines personnes.
C'est une question qui est actuellement abordée avec le Collège. Elle
fera peut-être partie de la future réforme de la Justice.
Il est clair que le Collège des procureurs généraux évolue. Il en est de
même pour les tâches, l'organisation mais également pour les
services d'appui que nous devons préparer. Cela fait partie de la
réflexion.
Je rencontre le Collège des procureurs généraux vendredi toute la
journée. Je vais encore parler avec eux afin de connaître leur volonté
ou leur souhait de faire une réforme ­ urgente ou non ­ sur le point
que vous avez évoqué.
generaal kan een dergelijke
reflectie uitvoeren; daarbij zou er
ook aandacht moeten zijn voor de
werklast en het bepalen van de
nodige operationele capaciteit.
Deze kwestie zorgt momenteel
echter
niet
voor
specifieke
problemen, vanwege de door het
College gehanteerde werkmethode,
die gestoeld is op expertise-
netwerken
en
referentie-
magistraten of gespecialiseerde
magistraten die samen voor het
College werken. Een procureur-
generaal
met
een
bepaald
takenpakket kan dus rekenen op
het
voltallige
College
van
procureurs-generaal
voor
de
behandeling van de dossiers.
Toch
wil
het
College
van
procureurs-generaal de kwaliteit
van zijn werk verbeteren en
daarom wenst het bijkomende
steun te krijgen. Die vraag wordt
momenteel met het College
besproken. Ik heb vrijdag een
ontmoeting met het College van
procureurs-generaal.
10.03 Rachid Madrane (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse et je me réjouis de vous voir partager mon
analyse. On voit bien qu'Anvers et Gand ont reçu beaucoup, surtout
Anvers. Bruxelles, on ne peut pas dire que cela n'aille pas. À Mons et
à Liège, on voit bien que cela évolue négativement.
L'étude qui pourrait être entreprise me paraît une excellente initiative.
Je vous invite à la réaliser. Je vous interrogerai dans quelques mois à
ce sujet. Quant au fait que je me ferais le messager de tel ou tel
procureur, je ne suis le messager de personne et ce qui est sûr, c'est
que vous êtes le ministre de tout le monde.
10.03 Rachid Madrane (PS): Het
lijkt me een uitstekend idee om
een studie te laten uitvoeren. Ik
vraag dan ook dat u het nodige
daartoe zou doen en zal u
daarover
later
opnieuw
ondervragen.
10.04 Stefaan De Clerck, ministre: Et vous le parlementaire de tout
le monde!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de Mme Özlem Özen au ministre de la Justice sur "la mise sur pied d'un forum
informatique" (n° 4488)
11 Vraag van mevrouw Özlem Özen aan de minister van Justitie over "het opzetten van een ICT-
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
25
overlegforum" (nr. 4488)
11.01 Özlem Özen (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre,
le 12 janvier 2011, vous vous êtes exprimé au sein de cette
commission sur votre projet en matière d'informatisation de la Justice.
En parallèle à cet exposé, vous avez signé un document, qui peut
difficilement ne pas être qualifié de protocole d'accord, intitulé
"modèle de concertation Ordre judiciaire-SPF Justice en matière
d'ICT", en d'autres termes en matière d'informatisation.
Ce protocole d'accord est signé par vous-même et les représentants
du Collège des procureurs généraux, de la conférence permanente
des chefs de corps du siège, le président du SPF Justice et le
directeur f.f. du Service d'encadrement ICT. Le modèle de
concertation serait en vigueur depuis le premier janvier de cette
année. L'organe de concertation stratégique (un forum) rassemblerait
les "clients" ICT, soit le ministère public, les cours et tribunaux et les
prestataires de services ICT (les services d'encadrement et/ou les
directions générales concernés). La concertation serait soit tripartite
(ministère public-siège-SPF) soit bipartite (ministère public-
SPF / siège-SPF) selon les sujets traités.
Monsieur le ministre, je m'interroge sur le fonctionnement de ce forum
de concertation. Il me paraît que d'autres partenaires sont concernés
par la question de l'informatisation: la Commission de modernisation
de l'Ordre judiciaire, l'IFJ, le CSJ. Ce sont bien entendu des acteurs
importants qui, sauf erreur de ma part, n'ont pas encore été associés
à la réflexion.
Envisagez-vous de les associer au processus? Si oui, de quelle
manière et à quel niveau? Par ailleurs, en ce qui concerne plus
particulièrement la composition du forum, il me revient que celui-ci
serait composé de 12 personnes dont une seule représenterait la
magistrature assise francophone. Aucun francophone ne serait
présent pour représenter le ministère public. Le confirmez-vous?
S'agissant d'une structure fédérale devant assurer une représentation
équilibrée des rôles linguistiques, comment expliquez-vous ce
déséquilibre? Enfin, le forum est, pour le moment, limité à la
concertation en matière informatique. Avez-vous l'ambition d'élargir
ses compétences à d'autres matières?
11.01 Özlem Özen (PS): Op
12 januari 2011, hebt u uw
informatiseringsplan voor Justitie
toegelicht. U hebt toen ook een
document getekend betreffende
een overlegmodel tussen de
rechterlijke orde en de FOD
Justitie inzake ICT.
Er zijn vele justitiële actoren
betrokken bij die informatisering.
Bent u van plan ze allemaal te
betrekken bij het proces en, zo ja,
op welke manier en op welk
niveau? Naar verluidt zou het
overlegorgaan, het forum, uit
twaalf personen bestaan, onder
wie er slechts één vertegen-
woordiger van de Franstalige
zittende magistratuur zou zijn. Er
zou geen Franstalige vertegen-
woordiger van het openbaar
ministerie zijn. Kunt u dat
bevestigen? Hoe verklaart u dat
onevenwicht? Overweegt u de
bevoegdheden van dat orgaan uit
te breiden naar andere materies
dan informatica?
11.02 Stefaan De Clerck, ministre: Chère collègue, certains
éléments de votre question me surprennent. En effet, au début du
mois de janvier, j'avais donné une explication circonstanciée à ce
sujet au sein de cette commission. Je vous renvoie dès lors à la
discussion qui s'était tenue à la suite de la présentation PowerPoint
qui avait eu lieu à cette occasion et aux informations sur le forum de
concertation.
L'informatique est un instrument mis au service de la magistrature,
mais surtout des greffes et des secrétariats de parquet. Une bonne
approche des projets suppose une intense concertation avec les
utilisateurs afin que l'offre réponde à leurs besoins. Tel est l'objet des
discussions au sein de la plate-forme de concertation. C'est à cette fin
que l'agenda stratégique 2012-2014 a été élaboré.
L'ordre judiciaire y est représenté de la manière qu'il a lui-même
décidée dans l'accord de coopération. Il existe encore de très
11.02 Minister Stefaan De Clerck:
Begin januari heb ik het overleg-
forum uitgebreid toegelicht in deze
commissie. De informatica is een
instrument dat ten dienste staat
van de magistratuur, maar vooral
van de griffies en de parket-
secretariaten. Met de strategische
agenda 2012-2014 wordt precies
getracht tegemoet te komen aan
de noden van de gebruikers. De
bespreking in het platform verloopt
zeer constructief, zonder enig
taalprobleem. De samenwerking
tussen de Commissie voor de
Modernisering van de Rechterlijke
Orde en het platform werd
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
26
nombreux organes consultatifs qui donnent de précieux conseils. Le
problème réside peut-être dans l'absence d'hommes d'action.
La discussion au sein de la plate-forme se déroule de façon très
constructive et fructueuse, sans aucun problème linguistique. Tous
les documents importants doivent être disponibles dans les deux
langues nationales. Chaque participant est parfaitement conscient de
cette question délicate. Je remercie tous les partenaires de leur
collaboration constructive. Néanmoins, j'attire votre attention sur la
longueur du chemin à parcourir, car l'héritage informatique est
catastrophique.
La collaboration entre la commission Modernisation et la plate-forme
de concertation a été précisée depuis un bon moment. Aucun
problème ne se pose à cet égard.
S'agissant du rôle linguistique, le ministère public choisit lui-même les
personnes qu'il souhaite déléguer. Il en va de même pour le siège.
L'un et l'autre ont retenu un système de rotation pour constituer leur
délégation. Le hasard veut qu'il y ait actuellement plus de
néerlandophones, mais le système de rotation pourrait favoriser, à
l'avenir, la présence majoritaire de francophones. Mais, je le répète, le
choix est opéré par l'ordre judiciaire.
J'aimerais souligner que le modèle de concertation stratégique ne
constitue que la pointe de la structure de concertation et qu'il existe
également sur les plans tactique ­ où les décisions sont élaborées -
et opérationnel ­ qui gère le fonctionnement.
J'ose espérer que l'intérêt du côté francophone est aussi important
que du côté néerlandophone. En effet, certains déplorent la difficulté à
trouver les collaborateurs nécessaires.
Pour votre dernière question, relative à l'élargissement de l'ICT à
d'autres domaines, cette considération ne fait pas partie des
ambitions immédiates de la plate-forme. L'ICT suffit à en remplir
l'ordre du jour pour de nombreuses années. Cependant, je suis un
grand partisan des concertations bien structurées. Pour ce faire, une
représentation transparente et mandatée est nécessaire.
C'est le Collège des procureurs généraux qui assure la représentation
du ministère public, tandis qu'il n'en existe aucune pour le siège. C'est
la raison pour laquelle je transmettrai prochainement le texte y relatif
au parlement, en espérant que celui-ci prenne ses responsabilités. À
cet égard, un accord politique avait été conclu au sein du
gouvernement avant sa chute. La balle se trouve donc dans le camp
du parlement.
Lorsque cet organe aura été mis en place, le développement de
structures de concertation pourra être envisagé. D'ici là, nous
continuons à travailler avec la plate-forme de concertation afin
d'extraire l'ICT de sa situation dramatique. Cela dit, il faut rester
positif, car les choses évoluent. Grâce aux discussions en cours,
nous avançons de concert avec les magistrats qui ont été désignés.
Ce n'est donc pas moi qui en décide.
verduidelijkt en verloopt vlekke-
loos. Wat de taalrol betreft, kiest
het openbaar ministerie zelf de
personen die het wil afvaardigen.
Het toeval wil dat er nu meer
Nederlandstaligen zijn.
De uitbreiding van de ICT naar
andere domeinen behoort niet tot
de kortetermijndoelstellingen van
het platform.
Het College van procureurs-
generaal verzekert de vertegen-
woordiging van het openbaar
ministerie, terwijl er voor de
zittende magistratuur geen enkele
bestaat. Ik zal de desbetreffende
tekst
binnenkort
aan
het
Parlement overzenden zodat het
zijn
verantwoordelijkheid
kan
opnemen. Wanneer dat orgaan zal
zijn opgericht, kan de ontwikkeling
van
overlegstructuren
worden
overwogen. Tot dan blijven we met
het overlegplatform werken.
11.03 Özlem Özen (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie.
11.03 Özlem Özen (PS): Er
bestaat geen algeheel even-
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
27
Il est vrai que ce forum informatique constitue une excellente initiative.
Toutefois je suis moyennement satisfaite par une partie de votre
réponse.
J'entends bien quand vous dites qu'il n'y a aucun problème
linguistique dans la mesure où les documents sont traduits et sont
disponibles dans les deux langues. C'est une première chose mais il
n'y a pas une représentativité complètement équilibrée entre les deux
langues. Vous dites qu'il pourrait y avoir un système de rotation où les
francophones pourraient être majoritaires, cela reste toujours
conditionnel. Ne serait-il pas possible de prévoir à la base un équilibre
linguistique qui serait toujours respecté malgré les rotations prévues?
wichtige representativiteit tussen
de twee talen. U zegt dat er een
rotatiesysteem zou kunnen komen
maar het blijft een vraagteken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: De minister zou graag een pauze van vijf minuten inlassen en dus gaan wij dat doen.
La réunion publique de commission est suspendue de 15.52 heures à 16.10 heures.
De openbare commissievergadering wordt geschorst van 15.52 uur tot 16.10 uur.
12 Question de M. André Frédéric au ministre de la Justice sur "l'organisation du Parlement mondial
des religions en 2014" (n° 4491)
12 Vraag van de heer André Frédéric aan de minister van Justitie over "de organisatie van het
Parlement van Wereldreligies in 2014" (nr. 4491)
12.01 André Frédéric (PS): Madame la présidente, monsieur le
ministre, depuis plusieurs semaines, la presse évoque la tenue à
Bruxelles d'un "Parlement mondial des religions" en 2014. Un
quotidien national publiait la semaine passée une interview d'un des
promoteurs du projet. Je cite: "À l'évocation d'une possible mainmise
sectaire sur l'organisation, ce promoteur répond par un seul mot:
"calomnie" et ajoute qu'il est en contact avec le Centre d'information
et d'avis sur les organisations sectaires nuisibles (CIAOSN)." Ce
promoteur ajoute encore que "ce sont les communautés de base qui
auront finalement tout à dire dans l'élaboration du programme. C'est
une démarche très clairement bottom-up, de la base vers le sommet".
Quand on revient sur l'une des précédentes éditions qui s'est tenue à
Melbourne, on peut voir que parmi les exposants se trouvait l'Église
de Scientologie, qui s'est même vu offrir une large tribune.
Monsieur le ministre, cette initiative m'amène à vous poser les
questions suivantes.
Dans quelle mesure des services de votre département ont-ils été
impliqués dans les travaux préparatoires de la candidature de
Bruxelles à l'organisation du Parlement mondial des religions
en 2014?
Avez-vous connaissance du nom des communautés de base qui
auront "finalement tout à dire"?
Pouvez-vous me préciser la nature des contacts du CIAOSN avec les
promoteurs de la candidature de Bruxelles?
12.01 André Frédéric (PS): In de
pers stond te lezen dat Brussel
verkozen is tot gaststad voor het
Parlement van Wereldreligies in
2014. Een dagblad publiceerde
vorige week het interview met een
van de projectleiders. Toen er
gesuggereerd werd dat bepaalde
sekten mogelijk de hand willen
hebben
in
de
organisatie,
antwoordde hij kort en bondig dat
het om laster ging en voegde
eraan toe dat hij in contact staat
met het Informatie- en Advies-
centrum inzake de schadelijke
sektarische organisaties (IACSSO).
Tijdens één van de vorige edities
in Melbourne werd er echter een
belangrijke plaats ingeruimd voor
Scientology.
Werden
diensten
van
uw
departement betrokken bij de
kandidatuur van Brussel voor de
organisatie van het Parlement van
Wereldreligies? Kan u de aard van
de contacten tussen het IACSSO
en de projectleiders preciseren?
12.02 Stefaan De Clerck, ministre: Madame la présidente, cher 12.02 Minister Stefaan De Clerck:
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
28
collègue, le Centre d'information et d'avis sur les organisations
sectaires nuisibles, que j'appellerai le Centre, n'a pas été impliqué
dans les travaux préparatoires de la candidature de Bruxelles à
l'organisation du Parlement mondial des religions en 2014. Le Centre
a pris connaissance du projet dès la mi-avril 2010 lors d'une rencontre
avec les représentants d'un culte reconnu. Ces derniers ont fait part
au Centre des contacts qu'ils ont eus avec le comité belge
d'organisation du Parlement mondial des religions, Brussels Bid. Par
la même occasion, ils ont fait part de leurs réserves concernant ce
projet vu le manque de clarté quant au financement prévu mais
également quant à la participation de certaines personnes ou
organisations dans le comité organisateur belge.
Le 21 avril 2010, le Centre est interrogé au sujet du Parlement
mondial des religions par le cabinet du ministre-président de la
Région de Bruxelles-Capitale qui souhaitait savoir si le comité de
soutien à la candidature bruxelloise était connu pour entretenir des
liens avec des organisations sectaires nuisibles.
Le 25 octobre 2010, un membre du comité belge d'organisation
informe le Centre que Bruxelles a déposé sa candidature pour
l'organisation du prochain Parlement mondial des religions. Le Centre
assiste ensuite à la présentation du projet, début novembre 2010,
dans un hôtel bruxellois.
Le 17 février 2010, le Belgian Council of Religious Leaders envoie un
communiqué de presse concernant sa position sur l'organisation du
Parlement mondial des religions à Bruxelles en 2014.
Ce communiqué annonce qu'en raison d'un manque de clarté au
niveau de la participation de certaines personnes dans le comité
organisateur d'origine, au niveau des finances et de la procédure en
contradiction avec la finalité annoncée, le Belgian Council of Religious
Leaders a décidé de ne pas s'engager, comme entité, dans le comité
organisateur. Cette information a été transmise par le Centre aux
différentes autorités publiques concernées, dont le ministre de la
Justice.
Le 28 mars 2010, soit après que le conseil général du Parlement
mondial des religions a retenu la candidature de Bruxelles à titre
provisoire, le Centre, à son initiative, a reçu le président du comité
belge d'organisation accompagné de quatre autres membres du
comité. L'intention était de refléter l'inquiétude du Centre et de ceux
qui l'avaient interpellé quant à la participation potentielle de
l'organisation considérée comme sectaire et nuisible par d'aucuns ou,
dans ce cas, de la participation de la Scientologie, comme ce fut le
cas lors du Parlement mondial des religions précédent à Melbourne,
en Australie, alors que des personnes physiques et morales de la
Scientologie sont inculpées devant le tribunal de Bruxelles.
Pour parer à cette éventualité, le comité belge disait alors souhaiter
rester en contact avec le Centre à qui il aurait fait appel pour
compléter son information relative aux groupes auxquels il pourrait
avoir affaire dans ses multiples contacts. À la date du 11 mai 2011, de
tels contacts n'avaient pas eu lieu. Le président dudit comité a certifié
néanmoins qu'il n'avait pas ­ ni ne désirait avoir ­ de contact avec
des groupements considérés comme sectaires. Quant aux
communautés de base, nous ignorons celles qui seront présentes in
Het IACSSO werd niet betrokken
bij de voorbereiding van die
kandidatuur. Het Centrum nam
medio april 2010 kennis van dat
project tijdens een ontmoeting met
de vertegenwoordigers van een
erkende eredienst, die beden-
kingen hadden bij die kandidatuur
wegens
het
gebrek
aan
duidelijkheid over de financiering
en de rol van bepaalde personen
of organisaties in het Belgische
organiserende
comité.
Op
17 februari 2011 verspreidde de
Belgian Council of Religious
Leaders een persbericht betref-
fende zijn standpunt ten aanzien
van de organisatie van dat
initiatief.
In dat persbericht zegt de Belgian
Council of Religious Leaders dat
gelet op het feit dat er in
tegenspraak met de aange-
kondigde doelstelling geen klare
wijn wordt geschonken inzake de
aanwezigheid
van
bepaalde
personen in het organisatiecomité,
en inzake de financiën en de
procedure, het de beslissing heeft
genomen
om
niet
in
dat
organisatiecomité te zetelen. Deze
informatie werd door het IACSSO
aan de betrokken overheids-
instanties waaronder de minister
van Justitie doorgegeven.
Op 28 maart 2010 ontving het
IACSSO op zijn initiatief de
voorzitter van het organisatie-
comité en vier andere leden om
hen duidelijk te maken dat het
bezorgd is over de mogelijke deel-
name van schadelijke sektarische
organisaties. Om dat risico te
vermijden, stelde het organisatie-
comité toen dat het in contact
wilde blijven met het IACSSO om
informatie te vergaren over de
groeperingen waarmee het in het
kader van zijn talrijke contacten te
maken zou kunnen krijgen. Op
11 mei 2011 hadden er nog geen
dergelijke
contacten
plaats-
gevonden. Toch zei de voorzitter
met klem dat hij geen contact had
of wilde hebben met groeperingen
die
als
sektarisch
worden
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
29
fine dans le programme de cette organisation. Nous ne possédons
pas plus d'informations, mais je vous ai donné l'historique des
contacts avec ce Centre.
bestempeld.
12.03 André Frédéric (PS): Je vous remercie, monsieur le ministre,
pour la précision du propos. Je ne veux évidemment pas remettre en
cause une organisation en tant que telle. L'article 19 de notre
Constitution garantit la liberté de religion. Il ne s'agit donc pas de cela.
Nous reconnaissons un certain nombre de cultes et nous les
finançons, mais ma crainte est effectivement d'offrir une tribune à des
organisations sectaires contre lesquelles nous essayons de lutter.
Je suis rassuré de la participation active du CIAOSN qui fait un travail
remarquable en la matière, avec peu de moyens, dans notre pays. Je
continuerai à être attentif ­ avec vous, j'imagine ­ à ce que l'on ne
puisse, à aucun moment, soutenir des initiatives qui, finalement, ne
font que mettre en lumière des groupements dont les comportements
mettent en danger nos concitoyens.
12.03 André Frédéric (PS):
Artikel 19 van onze Grondwet
waarborgt
de
vrijheid
van
eredienst. Het gaat er dus niet om
die organisatie te verbieden. Ik
ben er niettemin beducht voor dat
er een platform zou worden
geboden aan sektarische organi-
saties
die
wij
trachten
te
bestrijden. Ik ben echter gerust-
gesteld,
dankzij
het
lovens-
waardige werk dat door het
IACSSO wordt verricht.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. Éric Jadot au ministre de la Justice sur "les données statistiques afférentes aux
détentions préventives au sein des établissements pénitentiaires" (n° 4493)
13 Vraag van de heer Éric Jadot aan de minister van Justitie over "statistieken met betrekking tot de
voorlopige hechtenis in de strafinrichtingen" (nr. 4493)
13.01 Éric Jadot (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, la question
de la surpopulation au sein des établissements pénitentiaires est
préoccupante. Je vous ai déjà interrogé à plusieurs reprises à ce
propos. Il est grand temps, selon moi, d'ouvrir le débat sur la
détention préventive. Vous l'avez vous-même reconnu lors d'une
précédente réunion de commission. J'aurais toutefois souhaité
pouvoir mettre en perspective cette situation avec les analyses de
l'Administration centrale liées au temps de détention des détenus en
détention préventive, d'une part, leur répartition au sein des différents
établissements, d'autre part.
À ma connaissance, des données statistiques existent quant aux
grandes tendances. J'aurais, en revanche, souhaité savoir si des
études approfondies portant sur les aspects quantitatifs et qualitatifs
des détentions préventives étaient disponibles ou en cours.
Des statistiques explicatives quant aux éléments suivants portant sur
les cinq dernières années sont-elles disponibles auprès de
l'Administration centrale?
- Mise en perspective des durées de détention s'agissant des
détentions préventives par jour, semaine et année.
- Mise en perspective quantitative des taux de jugements ayant mené
à une condamnation ferme vis-à-vis du nombre de détentions
préventives.
- Délais de transfèrement concernant les détenus en préventive.
- Chiffres des répartitions des détenus en préventive au niveau des
différents établissements pénitentiaires.
- Mise en perspective des délais de sortie vis-à-vis du nombre de
détentions préventives.
Dans l'affirmative, quelle sera la publicité apportée à ces études? Est-
13.01 Éric Jadot (Ecolo-Groen!):
De
overbevolking
van
de
strafinrichtingen is zorgwekkend.
Ik zou dat vraagstuk willen
benaderen op grond van de
analyses van het centraal bestuur
in verband met de detentieduur
van personen die in voorlopige
hechtenis zitten, enerzijds, en hun
verdeling over de verschillende
inrichtingen, anderzijds.
Beschikt het centraal bestuur over
statistieken die voor de jongste vijf
jaar
volgende
gegevens
verschaffen: een overzicht van de
detentieduur per dag, week en
jaar; een kwantitatieve vergelijking
van het aantal uitspraken waaruit
een effectieve veroordeling is
voortgevloeid
en
het
aantal
detenties in voorlopige hechtenis;
de wachttijd voor de overbrenging
van gedetineerden in voorlopige
hechtenis;
cijfermateriaal
met
betrekking tot de verdeling van de
gedetineerden
in
voorlopige
hechtenis over de verschillende
strafinrichtingen; een overzicht van
de detentieduur in vergelijking met
het
aantal
gedetineerden in
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
30
il possible de les obtenir? Et, structurellement, quelles sont les suites
accordées au niveau de votre département?
voorlopige hechtenis?
Zo ja, in hoeverre zullen die
studies kenbaar gemaakt worden?
Kan ik die studies verkrijgen? En
welk gevolg zal uw departement er
op structureel vlak aan geven?
13.02 Stefaan De Clerck, ministre: Madame la présidente,
monsieur Jadot, une telle étude n'est pas disponible dans le
département. Cependant, durant la mission de mon prédécesseur,
Jo Vandeurzen, des enquêtes sur des possibilités d'application de la
surveillance électronique dans le cadre de la détention préventive ont
été effectuées pendant l'année 2009. Cette étude contient une
analyse sur l'application de la détention préventive pour l'année 2008.
Je vous propose de vous remettre cette étude qui comprend
partiellement les chiffres demandés ainsi qu'un listing de quelques
études plus anciennes sur la détention préventive que vous pouvez
trouver sur le site internet de l'INCC. Je vous transmets l'extrait qui
concerne votre question. Je préfère vous donner ces documents
préparés par nos services qui sont fort utiles et complets. Je reste
néanmoins à votre disposition si vous avez des demandes
complémentaires. (...)
13.02 Minister Stefaan De Clerck:
Bij het departement beschikt men
niet over zo een studie.
Tijdens de ambtsperiode van mijn
voorganger, de heer Vandeurzen,
werden er in 2009 onderzoeken
uitgevoerd met betrekking tot de
mogelijkheden om elektronisch
toezicht toe te passen in het kader
van de voorlopige hechtenis. Die
studie bevat een analyse over de
toepassing van de voorlopige
hechtenis voor 2008.
Ik stel voor dat ik u die studie zou
bezorgen,
samen
met
een
overzicht van enkele oudere
studies die u op de website van
het NICC kan terugvinden. Indien
u nog aanvullende vragen heeft,
kan u zich altijd tot mij wenden.
13.03 Éric Jadot (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour ces données qui me semblent essentielles au débat.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Question de M. Rachid Madrane au ministre de la Justice sur "le recrutement d'un manager à titre
d'expérience pilote pour la cour d'appel de Bruxelles" (n° 4494)
14 Vraag van de heer Rachid Madrane aan de minister van Justitie over "de aanwerving van een
manager voor het hof van beroep te Brussel bij wijze van pilotproject" (nr. 4494)
14.01 Rachid Madrane (PS): Monsieur le ministre, il me revient que
le 1
er
février dernier, vous avez signé, avec le président du
SPF Justice et le premier président de la cour d'appel de Bruxelles,
un accord de coopération pour la désignation d'un directeur de
gestion près la cour d'appel de Bruxelles.
Cet accord comprendrait un projet pilote, afin de tirer les
enseignements pour une introduction ultérieure d'un modèle de
gestion moderne dans les autres cours d'appel tel que présupposé
dans votre note sur la réforme du paysage judiciaire.
Dans l'appel à candidatures, il a été fait état d'une décision qui aurait
été prise par le Conseil des ministres, le 24 mars 2010, de doter la
cour d'appel de Bruxelles d'un appui au management supplémentaire.
Il apparaît que le profil de fonction pour le poste de directeur de
14.01 Rachid Madrane (PS): Op
1 februari jongstleden hebt u
samen met de voorzitter van de
FOD Justitie en de eerste
voorzitter van het hof van beroep
te Brussel een samenwerkings-
akkoord ondertekend voor de
aanstelling van een beheers-
directeur bij het hof van beroep te
Brussel.
In de oproep tot kandidaatstelling
voor die functie wordt verwezen
naar een beslissing van de
ministerraad van 24 maart 2010
om
het
hof
van
beroep
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
31
gestion aurait été élaboré par la KUL, en concertation avec la cour
d'appel de Bruxelles. La tâche dévolue à la future direction de gestion
est conséquente et suppose des compétences étendues. Il doit être
en mesure, dit l'appel à candidatures, d'améliorer les processus de
travail et l'organisation du travail et, parallèlement, de développer et
d'optimiser les statistiques et autres indicateurs mesurables.
Mais sa tâche sera aussi de diriger le service de gestion décentralisé
dont la création est prévue auprès des cours et juridictions dans le
cadre du réaménagement du paysage judiciaire et assumer, je cite:
"la gestion des ressources humaines, budgétaires, matérielles et
logistiques qui leur seront accordées via des enveloppes de
fonctionnement".
Monsieur le ministre, cet appel à candidatures soulève à mes yeux un
petit nombre de questions.
Cet avis repose sur des décisions politiques qui n'ont pas pu être
concrétisées suite à la chute du gouvernement. Quelle cohérence y
voyez-vous?
Il fait par ailleurs référence à une décision du Conseil des ministres
prise le 24 mars 2010. Or, selon les informations qui m'ont été
transmises, le gouvernement n'a jamais pris la décision de mener un
projet pilote à Bruxelles ni donc de doter la cour d'appel d'un appui au
management. Comment expliquez-vous cette situation?
Quels sont par ailleurs les crédits dont vous disposez pour faire face à
cette dépense?
Comment le profil de fonction a-t-il été établi? Comment expliquez-
vous avoir confié à la KUL le soin d'établir ce profil de fonction?
Pourquoi n'avez-vous pas plutôt consulté la commission de
modernisation de l'Ordre judiciaire, qui travaille depuis des mois sur
l'établissement de profils de fonctions au sein de l'Ordre judiciaire?
Je suis par ailleurs étonné des exigences posées en termes
d'expertise technique et de diplôme requis: il s'agit soit d'un licencié,
docteur ou master, soit d'une personne ayant une expérience de dix
ans dans une fonction de greffier ou de secrétaire de parquet.
Pensez-vous réellement que ces deux profils puissent être
valablement comparés? Pensez-vous réellement qu'au vu des tâches
importantes, de nature stratégique et impliquant gestion financière et
gestion du personnel, on puisse considérer comme suffisante une
expérience, même de dix ans, comme greffier ou secrétaire? Il s'agit
là de fonctions hautement respectables et importantes, mais je doute
qu'on puisse les considérer comme préparatoires à un poste de
directeur de gestion au sein d'une cour d'appel.
Quels sont les résultats de l'appel à candidatures que vous avez
lancé? Avez-vous reçu des candidatures? Quelle procédure de
sélection avez-vous mise en place? Un jury de sélection a-t-il été
constitué? Avez-vous pris une décision, et laquelle? En avez-vous
informé vos collègues du gouvernement? Je vous remercie d'avance
pour vos réponses.
managementondersteuning
te
bieden; een en ander is gestoeld
op politieke beslissingen die door
de val van de regering geen
handen en voeten konden krijgen.
Welke samenhang ziet u daarin?
Bovendien heb ik vernomen dat de
regering nooit zou hebben beslist
om zo'n proefproject in Brussel op
te starten. Hoe verklaart u een en
ander?
Over welke kredieten beschikt u
om die uitgaven te dekken? Hoe
werd het functieprofiel opgesteld?
Waarom
werd
die
taak
toevertrouwd aan de KUL, in
plaats van overleg te plegen met
de
Commissie
voor
de
Modernisering van de Rechterlijke
Orde?
De opleidings- en ervaringseisen
zijn dat men licentiaat, master of
doctor moet zijn, of tien jaar
ervaring als griffier of parket-
secretaris moet hebben. Denkt u
dat die profielen vergelijkbaar zijn
en dat een beroepservaring ­ zelfs
van tien jaar ­ als griffier of
secretaris voldoende kan worden
geacht?
Welke zijn de resultaten van die
oproep
tot
kandidaatstelling?
Welke selectieprocedure hebt u
uitgewerkt? Hebt u de andere
ministers daarover geïnformeerd?
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
32
14.02 Stefaan De Clerck, ministre: Madame la présidente, cher
collègue, je ne suis pas surpris par votre question.
Primo, le gouvernement a décidé de prévoir des budgets.
Secundo, un accord a été conclu sur base de la réforme globale pour
admettre que, partout en Belgique, des directeurs de gestion devaient
être nommés.
Il a donc été décidé, grâce aux budgets supplémentaires attribués
dans le budget 2010 pour Bruxelles, de commencer à en placer un
dans cette Région. Notre administration, avec la cour d'appel de
Bruxelles, a été chargée d'organiser une sélection: elle a fixé un profil.
La procédure a été lancée et devrait être terminée puisqu'un candidat
a été retenu. Nous attendons la décision de cette personne pour
établir le contrat.
Si vous désirez des informations supplémentaires, je vous invite à lire
la note de mon collaborateur.
14.02 Minister Stefaan De Clerck:
De regering heeft hiervoor de
nodige begrotingsmiddelen uitge-
trokken. Er werd een overeen-
komst gesloten op basis van de
globale hervorming. Men was het
erover eens dat er over het hele
land managers moesten worden
aangesteld.
Dankzij
de
bijkomende middelen voor Brussel
in de begroting 2010 werd er
beslist eerst een manager in het
Brussels Gewest aan te stellen.
Onze administratie heeft samen
met het hof van beroep te Brussel
een selectie georganiseerd en er
werd een kandidaat geselecteerd.
Wij wachten op de beslissing van
deze
persoon
om
een
overeenkomst op te stellen.
14.03 Rachid Madrane (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie:
oui, vous pouvez me laisser la note!
Néanmoins, un élément de votre réponse m'étonne. D'après mes
renseignements, le profil de la candidature a été établi par la KUL en
concertation, et non l'inverse. D'après ce que vous expliquez, c'est la
cour qui la réalise...
14.03 Rachid Madrane (PS): Ik
heb vernomen dat het gewenste
profiel
door de KUL werd
opgesteld.
14.04 Stefaan De Clerck, ministre: Un contact a eu lieu: la KUL avait
déjà été engagée dans le cadre de la réforme judiciaire. Quand des
discussions ont eu lieu sur le profil d'un directeur de gestion, nous
nous sommes adressés à la KUL qui avait déjà préalablement
préparé un tel profil.
À présent, dans le cadre du dossier pilote, pour la première fois dans
l'histoire de la justice belge, un tribunal disposera d'un directeur de
gestion. Nous avons choisi la cour d'appel de Bruxelles pour
expérimenter ce nouveau principe de gestion d'un tribunal.
C'est grâce aux informations récoltées via la KUL sur la globalité de la
réforme, que nous avons pu dresser ce profil, en évitant de refaire un
travail similaire. Notre administration, qui avait suivi le dossier, en
coopération avec la cour d'appel de Bruxelles (le président Boyen et
ses assistants), a fixé un profil définitif.
14.04 Minister Stefaan De Clerck:
Een rechtbank zal in het kader van
het pilotproject voor het eerst over
een manager beschikken. Wij
hebben gekozen voor het hof van
beroep te Brussel om deze
nieuwigheid uit te testen. Wij
hebben
het
profiel
kunnen
opstellen dankzij de informatie
over
het
geheel
van
de
gerechtelijke hervorming die via de
KUL werd verzameld. Zo kon
worden vermeden dat het werk
moest worden overgedaan. Onze
administratie, die de follow-up van
het dossier had gedaan, heeft in
samenwerking met het hof van
beroep te Brussel een definitief
profiel opgesteld.
14.05 Rachid Madrane (PS): Monsieur le ministre, il me reste une
dernière sous-question. Vous dites qu'un accord politique a été conclu
et que la décision a été prise en Conseil des ministres. D'après mes
informations, la chute du gouvernement en a empêché la réalisation.
Cette décision a-t-elle donc bien été validée et mise à exécution?
Vous avez recyclé des profils conçus par la KUL dans un autre
contexte. Mais cette décision a-t-elle été actée?
14.05 Rachid Madrane (PS): U
zegt dat er een politiek akkoord
werd gesloten en dat de beslissing
in de ministerraad werd genomen.
Volgens de inlichtingen waarover
ik beschik, heeft de val van de
regering de uitvoering ervan
verhinderd. Werd die beslissing
wel degelijk goedgekeurd?
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
33
14.06 Stefaan De Clerck, ministre: Il faut chercher dans le contrôle
budgétaire 2010. Nous avions obtenu une enveloppe globale de
5,5 millions d'euros.
14.06 Minister Stefaan De Clerck:
U kunt dat in de begrotings-
controle van 2010 terugvinden.
We hadden een globale enveloppe
bekomen van 5,5 miljoen euro.
14.07 Rachid Madrane (PS): Il s'agit d'un article budgétaire général,
mais je parle ici de la cour d'appel bruxelloise.
14.07 Rachid Madrane (PS): U
hebt het over een algemeen
begrotingsartikel, maar ik heb het
over het hof van beroep van
Brussel.
14.08 Stefaan De Clerck, ministre: Il a été demandé d'en faire
bénéficier Bruxelles prioritairement, en raison des problèmes liés aux
bourgmestres, aux actions spéciales, à l'insécurité, etc. Des corps de
sécurité et des maisons de justice ont ainsi été mis en place.
14.08 Minister Stefaan De Clerck:
Er werd gevraagd dat die middelen
bij voorrang aan Brussel zouden
worden besteed.
14.09 Rachid Madrane (PS): Donc, le gouvernement n'a pas pris de
décision particulière au sujet de ce manager?
14.10 Stefaan De Clerck, ministre: Non, pas pour ce manager, mais
pour la totalité de l'organisation judiciaire et policière bruxelloise.
14.10 Minister Stefaan De Clerck:
De regering heeft geen specifieke
beslissing genomen betreffende
die
manager,
maar
wel
betreffende de hele rechterlijke en
politionele organisatie in Brussel.
14.11 Rachid Madrane (PS): Nous sommes d'accord. Je vous
remercie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Koenraad Degroote aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
onderzoeken naar de directeur van de federale gerechtelijke politie van Brussel" (nr. 4496)
15 Question de M. Koenraad Degroote à la ministre de l'Intérieur sur "les enquêtes sur le directeur de
la police judiciaire fédérale de Bruxelles" (n° 4496)
15.01 Koenraad Degroote (N-VA): Mijnheer de minister, enkele
weken geleden konden we vernemen dat het parket van
Dendermonde bezig was met een strafonderzoek waarin de naam
van Glenn Audenaert, de directeur van de federale gerechtelijke
politie van Brussel, wordt genoemd. Recent bereikte ons informatie
dat er mogelijk nog nieuwe dossiers zouden zijn gestart met
betrekking tot de heer Audenaert. Met het oog op de verlenging van
zijn mandaat als directeur kreeg hij ondertussen wel de nodige
positieve adviezen, maar graag had ik de minister hierover enkele
informatieve vragen gesteld.
Is er al iets geweten over de stand van zaken in het dossier dat door
het parket van Dendermonde werd opgestart? Kan de minister
bevestigen of er ondertussen nieuwe dossiers ­ dat is de kern van
mijn vraag ­ zijn opgestart met betrekking tot de heer Audenaert? Is
de minister van oordeel dat deze eventueel nieuwe onderzoeken
mogelijk invloed kunnen hebben op de verlenging van het mandaat
van de heer Audenaert?
15.01 Koenraad Degroote (N-
VA): Il y a quelques semaines,
nous avons appris que le parquet
de Termonde mène une instruc-
tion pénale à charge de M. Glenn
Audenaert, le directeur de la police
judiciaire fédérale de Bruxelles.
Où en est cette instruction? Est-il
exact que d'autres enquêtes ont
été ouvertes également? Cette
instruction peut-elle avoir une
incidence sur la prolongation
éventuelle de son mandat de
directeur?
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
34
15.02 Minister Stefaan De Clerck: Er lopen tegen de heer Audenaert,
gerechtelijk directeur, twee opsporingsonderzoeken onder leiding van
de procureur des Konings te Dendermonde. Politioneel werden zij
door de procureur toevertrouwd aan de dienst enquêtes van het vast
Comité P.
Het openbaar ministerie is er zich van bewust dat de procedure tot
verlenging van het mandaat van de gerechtelijk directeur actueel
lopende is. De onderzoeken worden daarom ook met bekwame
spoed verder gezet, teneinde het parket toe te laten zo spoedig
mogelijk een definitieve houding aan te nemen. Voor de rest is het
uiteraard zo dat het geheim van het opsporingsonderzoek mij niet
toelaat te vertellen wat daar allemaal in kan aangebracht worden.
Naast deze dossiers bestaat er nog een lopend gerechtelijk
onderzoek te Brussel, geopend in 2009.
De procureur-generaal te Brussel, adviesverlenende instantie in het
kader van voormelde mandaatprocedure, wordt door zijn ambtgenoot
te Gent op de hoogte gehouden van de evolutie van de onderzoeken.
In het kader van de administratieve procedure werd reeds een verslag
opgesteld door de evaluatiecommissie en werd reeds een advies
uitgebracht door de heer Delmulle, federaal procureur.
De heer procureur-generaal te Brussel heeft te kennen gegeven in de
onmogelijkheid te zijn om een advies te formuleren vooraleer meer
duidelijkheid voorhanden is omtrent de opsporingsonderzoeken die
nog in Dendermonde moeten worden verder gezet.
15.02
Stefaan De Clerck,
ministre: Deux instructions judi-
ciaires sont en cours à Termonde
à charge de M. Audenaert. D'un
point de vue policier, elles ont été
confiées par le procureur du Roi
au service Enquêtes du Comité P.
Le ministère public sait que la
procédure de prolongation de son
mandat en tant que directeur
judiciaire est en cours. Les
enquêtes évoluent donc rapide-
ment, afin que le parquet puisse
prendre une décision définitive
dans les meilleurs délais. Une
enquête judiciaire a également été
ouverte à Bruxelles en 2009. Le
procureur général de Bruxelles,
instance d'avis dans le cadre de la
procédure de mandat susdite, est
informé par son homologue de
Gand de l'évolution des enquêtes.
Dans le cadre de la procédure
administrative, un rapport a déjà
été rédigé par la commission
d'évaluation et un avis a été
formulé par le procureur fédéral
Delmulle. Le procureur général de
Bruxelles a fait savoir qu'il était
dans l'impossibilité de formuler un
avis avant d'obtenir plus de
précisions sur les instructions à
Termonde.
15.03 Koenraad Degroote (N-VA): Ik respecteer uiteraard het
geheim van het onderzoek, maar concludeer: twee onderzoeken in
Dendermonde en een in Brussel, als ik het goed gesnapt heb. Dat
zullen we uiteraard moeten afwachten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
16 Question de M. Olivier Henry au ministre de la Justice sur "la dématérialisation de contrats"
(n° 4504)
16 Vraag van de heer Olivier Henry aan de minister van Justitie over "de dematerialisatie van
contracten" (nr. 4504)
16.01 Olivier Henry (PS): Monsieur le ministre, aujourd'hui,
lorsqu'un client signe un contrat pour acquérir un bien, une carte
d'identité (électronique ou non) est exigée. Lorsque la carte
électronique est présentée, certains canaux de vente glissent la carte
dans le lecteur afin de capturer les données du client. Si le contrat est
acceptable, le vendeur procède à une impression papier qui est
soumise au client pour signature. Une fois la signature du client
apposée au contrat, un exemplaire de ce contrat est renvoyé au siège
de l'entreprise afin d'être scanné électroniquement. Ensuite
l'exemplaire original du contrat est généralement conservé et renvoyé
dans un centre d'archivage.
16.01 Olivier Henry (PS): Bij de
ondertekening van een verkoop-
contract worden thans meestal
twee versies gehanteerd, de
papieren originele versie en een
elektronische. Het archiveren van
papieren documenten is een vrij
omslachtig systeem, terwijl de
elektronische versie zich leent tot
eenvoudige
en
efficiënte
opzoeking. In het kader van een
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
35
Il existe donc deux copies, l'une électronique, l'autre version papier. Et
l'archivage papier n'est pas toujours évident! Soit parce que les
différents points de vente renvoient les contrats de vente au compte-
gouttes au siège de l'entreprise, soit parce que certains vendeurs
n'ont pas une conscience professionnelle optimale et "oublient" de
faire parvenir les contrats. Pour exemple, dans certaines entreprises,
pour retrouver un contrat original papier, il faut parfois fouiller dans
une dizaine de caisses d'archivage contenant pas moins de 800
contrats... quand ils s'y trouvent!
On le voit, l'archivage papier est un système relativement lourd, alors
que la version électronique, elle, permet une recherche simple et
efficace. Or, il arrive parfois qu'un client conteste une vente qui a été
faite, et certaines entreprises se font parfois poursuivre en justice.
Dans le cadre d'une requête judiciaire, au niveau du civil, l'entreprise,
pour se défendre, peut avoir recours à une justification électronique.
Cette preuve suffit! Mais, lors d'une poursuite pénale, par contre, le
procureur du Roi oblige à fournir la preuve du contrat de vente en
version papier, avec tous les problèmes que cela comporte et comme
cités précédemment.
Monsieur le ministre, quelles sont les dispositions légales et
réglementaires qui régissent cette matière? Pourquoi cette différence
de traitement entre le civil et le pénal? Vos services ont-ils eu
connaissance de cette problématique? Si oui, quelles initiatives votre
département compte-t-il prendre? En Suisse et en France, il n'y aurait
pas d'obligation légale à conserver les documents originaux papier. Y
a-t-il une directive européenne en préparation allant dans ce sens?
Où en est l'harmonisation européenne pour les preuves des
documents électroniques tant en matière civile que pénale? Si
l'entreprise ne possède que des copies électroniques de contrats, sa
plainte avec constitution de partie civile est-elle vouée à un échec
inévitable?
gerechtelijk rekest op burgerlijk
niveau kan de onderneming zich
verweren door een beroep te doen
op de elektronische versie van het
contract. Maar in het geval van
een strafrechtelijke vervolging eist
de procureur des Konings dat de
papieren
versie
van
het
verkoopcontract wordt voorgelegd.
Welke wettelijke en regelgevende
bepalingen gelden er ter zake?
Waarom wordt een onderscheid
gemaakt tussen burgerlijke en
strafrechtelijke zaken? Is dat
probleem bij uw diensten bekend
en zo ja, welk initiatief zullen zij
nemen? Hoe staat het met de
Europese harmonisering ter zake?
Indien de onderneming slechts
beschikt
over
elektronische
versies van haar contracten, is
haar
klacht
met
burgerlijke
partijstelling
onvermijdelijk
tot
mislukken gedoemd?
16.02 Stefaan De Clerck, ministre: Cher collègue, votre question
appelle un cours magistral pour expliquer les preuves dans le droit
belge. La dématérialisation est un aspect important dans une matière
déjà très délicate en elle-même. J'essaierai d'être bref dans ma
réponse en confirmant que les règles relatives à l'administration de la
preuve sont un aspect fondamental et parfois méconnu du droit
positif. En effet, un droit n'est rien sans la preuve de l'acte ou du fait
dont il dérive.
En matière civile, c'est-à-dire entre parties exclusivement civiles ou
lorsque la preuve doit être faite contre une partie civile par une partie
commerçante, l'administration de la preuve repose sur le système de
preuve légale, c'est-à-dire que la loi réglemente l'administration de la
preuve et indique les moyens de preuve qu'elle admet, elle en
détermine la valeur et établit une hiérarchie entre ces moyens de
preuve.
Au sein du Code civil, le régime légal de la preuve est contenu dans
les articles 1315 à 1369. Il m'est impossible de dresser un tableau
complet de toutes ces règles à l'occasion d'une question orale.
Toutefois, je peux indiquer que le Code civil consacre cinq modes de
preuve: preuve littérale, preuve testimoniale, la présomption, l'aveu et
le serment judiciaire. Ces procédés sont hiérarchisés, la primauté
16.02 Minister Stefaan De Clerck:
Een recht bestaat niet zonder het
bewijs van de akte of van het feit
waaruit het is afgeleid.
In burgerlijke zaken berust de
bewijsvoering op het wettelijke
bewijsstelsel. In het Burgerlijk
Wetboek is het wettelijke bewijs-
stelsel vervat in de artikelen 1315
tot 1369. Het stelsel stelt vijf types
bewijzen in: het schriftelijk bewijs,
het bewijs door getuigen, de
vermoedens, de bekentenis en de
eed. Het schriftelijke bewijs gaat
voor.
Ik wijs op het belang van
artikel 1325 van het Burgerlijk
Wetboek, waarin wordt bepaald
dat onderhandse akten die weder-
kerige overeenkomsten bevatten,
slechts geldig zijn voor zover zij
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
36
revenant à la preuve écrite, preuve préconstituée en ce sens qu'elle
est toujours admissible et qu'elle s'impose au juge d'une manière
presque absolue, sauf cas de mensonge ou de fraude.
En matière contractuelle, je rappelle l'importance de l'article 1325 du
Code civil selon lequel les actes sous seing privé qui contiennent des
conventions synallagmatiques ne sont valables que pour autant qu'ils
aient été faits en autant d'originaux qu'il y a de parties ayant un intérêt
distinct. Chaque partie doit être mise en possession d'un original écrit
constatant la convention. Je ne sais pas si c'est vraiment d'actualité
mais c'est toujours dans les règles, même si ce n'est plus tellement
appliqué. Toutefois, par arrêt du 26 avril 2001, la Cour de cassation a
tempéré la rigueur apparente de cette règle en disant pour droit que
les parties peuvent renoncer de manière expresse ou tacite à cette
formalité.
Il y a donc beaucoup de différences dans le droit civil. Pour les
plaintes avec constitution de partie civile, il appartient à chaque
magistrat d'analyser en toute indépendance les preuves qui lui sont
fournies et de prendre les décisions qui lui paraissent adéquates.
Je ne connais aucune initiative européenne en matière
d'harmonisation du droit des preuves. Il y a des discussions sur le
droit contractuel, le droit matériel mais je ne connais pas d'initiative
pour harmoniser le droit des preuves. Ceci dit, il y a aussi toutes les
preuves au niveau de la criminalité dans le domaine du monde digital,
la "cyber-ère".
Une autre partie du débat va de plus en plus loin dans la lutte contre
la cybercriminality. Il s'agit essentiellement de la falsification de
documents ou de systèmes informatiques. C'est une problématique
très large au sujet de laquelle je vous transmettrai quelques
documents.
En ce qui concerne les épreuves sur la base de documents
électroniques et l'archivage, j'ai déjà communiqué des réponses
récemment, notamment à Karel Uyttersprot. Je vous remettrai
également une copie de cette réponse.
opgemaakt
zijn
in
zoveel
originelen als er partijen zijn die
een
onderscheiden
belang
hebben. Elke partij moet een
geschreven origineel ontvangen
waarbij de overeenkomst wordt
vastgesteld. Met zijn arrest van
26 april 2001 heeft het Hof van
Cassatie die kennelijk strenge
regel echter afgezwakt door voor
recht te verklaren dat de partijen
op uitdrukkelijke of stilzwijgende
wijze van die vormvereiste kunnen
afzien.
Ik ben niet op de hoogte van enig
Europees initiatief tot harmonisatie
van het bewijsrecht.
Het debat gaat ook over de strijd
tegen cybercriminaliteit, met name
de vervalsing van documenten of
het
kraken
van
computer-
systemen. Ik zal u daarover een
paar documenten bezorgen. Ik
heb de heer Uyttersprot onlangs
toelichtingen gegeven over de
bewijzen
op
basis
van
elektronische documenten en over
de archivering. Ik zal u ook een
kopie van dat antwoord bezorgen.
16.03 Olivier Henry (PS): Monsieur le ministre, je lirai avec attention
les réponses que vous me communiquerez par écrit. Vous l'avez dit,
le sujet est très vaste et très complexe. Je reviendrai peut-être sur
certains aspects plus précis. On peut cependant regretter qu'à l'ère
des nouvelles technologies, nous soyons toujours un peu à la traîne.
Je me pencherai également sur les initiatives prises en France et en
Suisse. Pourquoi ne pourrait-on pas s'inspirer de la même logique en
Belgique? Beaucoup de papiers ne servent pas à grand-chose.
Comme vous l'avez dit, nous sommes dans une "cyber-ère"!
16.03 Olivier Henry (PS): Het is
spijtig dat wij in deze tijd van
nieuwe technologieën achterop-
hinken. Waarom zouden wij ons
niet laten inspireren door de
initiatieven die in Frankrijk en in
Zwitserland worden genomen?
16.04 Stefaan De Clerck, ministre: Monsieur Henry, pour être tout à
fait complet, j'ajouterai encore ceci. En affaires commerciales, des
initiatives européennes existent en ce qui concerne les contrats
européens. Pour ce qui est du commerce électronique qui relève des
Affaires économiques, deux législations importantes existent. Je vous
donne également ces informations de manière à ce que vous soyez
totalement informé en la matière.
16.04
Minister Stefaan De
Clerck: In handelszaken bestaan
er initiatieven op Europees niveau
betreffende
de
Europese
contracten. Wat de elektronische
handel betreft, die onder de
bevoegdheid van Economische
Zaken valt, bestaan er twee
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
37
belangrijke wetgevingen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de minister van Justitie over "de kandidatuur van Alain
Winants om zichzelf op te volgen aan het hoofd van de Staatsveiligheid" (nr. 4507)
17 Question de M. Gerolf Annemans au ministre de la Justice sur "la candidature d'Alain Winants à sa
propre succession à la tête de la Sûreté de l'État" (n° 4507)
17.01 Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de minister, u hebt het
interview met de heer Winants in De Tijd ook gelezen. Het is een
soort sollicitatie: "Help, herbevorder mij", "Benoem mij opnieuw" of
iets van die strekking. Ik laat in het midden wat hij juist heeft
gevraagd.
Mijn vraag aan u, die zich in de lopende zaken bevindt, is de
volgende. Zal de regering, na voor de heer Coene, ook hiervoor een
uitzondering maken en die verzoeken, via de pers aan u en ons
allemaal meegedeeld, inwilligen of niet? Of zult u gewoon, zoals het
voor een regering in lopende zaken betaamt, de bevorderingen en
benoemingen van hogere ambtenaren opschorten en er niet op
ingaan?
17.01 Gerolf Annemans (VB): Le
gouvernement
en
affaires
courantes fera-t-il une exception
pour M. Winants, comme il l'a fait
par le passé pour M. Coene, et le
nommera-t-il à nouveau, comme il
semblait le demander dans le
quotidien De Tijd?
17.02 Minister Stefaan De Clerck: Mijnheer Annemans, ja, ik heb het
gelezen. Het mandaat van de heer Alain Winants als administrateur-
generaal bij de Veiligheid van de Staat verloopt op 27 oktober 2011.
We hebben dus nog even de tijd.
Artikel 2 van het koninklijk besluit van 14 januari 1994 houdende het
statuut van de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-
generaal van de Veiligheid van de Staat bepaalt dat het mandaat van
administrateur-generaal hernieuwbaar is. In de huidige stand van het
koninklijk besluit van 14 januari 1994 dient een nieuwe oproep aan de
kandidaten te worden gepubliceerd.
Momenteel voorziet het koninklijk besluit van 14 januari 1994 niet in
een tussentijdse evaluatie en evenmin in een eindbeoordeling, zodat
een hernieuwing van het mandaat niet automatisch aan de huidige
mandaathouder kan worden toegekend.
Uiteraard kan de heer Winants zich opnieuw kandidaat stellen voor de
functie van administrateur-generaal. Het is een open procedure.
Maar alles moet dus nog beginnen. Ik ga ervan uit dat het niet meer in
lopende zaken behandeld zal hoeven te worden.
17.02
Stefaan De Clerck,
ministre: Le mandat de M. Alain
Winants, administrateur général
de la Sûreté de l'État, n'expire que
le 27 octobre 2011 et conformé-
ment à l'article 2 de l'arrêté royal
du 14 janvier 1994, ce mandat est
renouvelable. Il faut lancer un
nouvel appel aux candidats.
L'arrêté royal ne prévoit aucune
évaluation intermédiaire, ni aucune
évaluation finale. M. Winants peut
être candidat à sa succession.
J'espère que cette question ne
devra plus être examinée dans le
cadre des affaires courantes.
17.03 Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de minister, daar moeten we
van uitgaan. Ik neem aan dat uw partijgenoot Beke u op de hoogte
houdt van de snelheid waarmee hij, vóór 27 oktober, zeker in staat zal
zijn om dat aan uw opvolger als taak mee te geven.
17.03 Gerolf Annemans (VB):
Espérons-le; je suppose que
M. Beke informe le ministre de
l'avancement des discussions.
17.04 Minister Stefaan De Clerck: Ik verneem dat via de
inlichtingendiensten.
17.05 Gerolf Annemans (VB): Ik hoop het voor u.
In ieder geval, hij is er wat vroeg bij geweest. Ik heb echter begrepen
17.05 Gerolf Annemans (VB):
J'ai cru comprendre que le
gouvernement n'avait pas l'inten-
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
38
dat de regering niet van plan is om zomaar op dat verzoek in te gaan,
tenzij als kennisneming van zijn kandidaatstelling in een normale
procedure.
tion de répondre favorablement à
la requête de M. Winants.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van de heer Siegfried Bracke aan de minister van Justitie over "een in Brazilië van pedofilie
verdachte pater" (nr. 4420)
18 Question de M. Siegfried Bracke au ministre de la Justice sur "un religieux soupçonné de
pédophilie résidant au Brésil" (n° 4420)
18.01 Siegfried Bracke (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, in de bijzondere commissie seksueel misbruik zijn ons een
tijdje geleden een aantal getuigenissen bezorgd over een Limburgse
pater die ik voor het gemak pater Jan zal noemen.
De zaak tegen die man bleek verjaard maar begin dit jaar werd ze
nog eens onder de aandacht van de Antwerpse procureur gebracht
door een aantal slachtoffers van de betrokken pater. Het was er die
mensen om te doen dat er geen nieuwe slachtoffers zouden worden
gemaakt, want pater Jan week midden jaren negentig uit naar Brazilië
en begon daar een opvangtehuis voor weeskinderen. Op het moment
dat de Antwerpse slachtoffers een klacht neerlegden bij het federaal
parket, dat het overigens doorverwees naar de procureur van
Antwerpen, waren er van de pater nog geen feiten of klachten bekend
in Brazilië. Vandaag lees ik echter dat de Braziliaanse politie een
aantal klachten zou onderzoeken. Ik lees ook dat de betrokken pater
zich in België zou bevinden. Dat betekent dat het federaal parket in
deze rechtsmacht heeft.
Is het federaal parket in deze zaak effectief in actie geschoten?
Zijn er rogatoire commissies gestuurd naar Brazilië of plant men dat
te doen?
18.01 Siegfried Bracke (N-VA):
Lors
des
auditions
de
la
commission spéciale sur les Abus
sexuels, il y a eu des témoignages
relatifs à un père originaire du
Limbourg parti s'établir au Brésil
au milieu des années 90 pour y
fonder un orphelinat. Lorsque des
victimes anversoises ont porté
plainte contre lui auprès du
parquet fédéral, il n'y avait pas
encore de faits connus ni de
plaintes à son égard au Brésil
même. Or j'apprends aujourd'hui
que la police brésilienne serait en
train d'examiner un certain nombre
de plaintes et que le père
concerné se trouve à nouveau en
Belgique. Cela signifie que le
parquet fédéral est habilité à
intervenir.
Le
parquet
fédéral
est-il
effectivement passé à l'action
dans
ce
dossier?
Des
commissions rogatoires ont-elles
été envoyées au Brésil?
18.02 Minister Stefaan De Clerck: Mevrouw de voorzitter, collega, na
bevraging bij het federaal parket en in overleg met de procureur des
Konings kan ik een aantal inlichtingen mededelen.
Sinds eind vorig jaar loopt een opsporingsonderzoek bij het parket te
Antwerpen voor feiten, ten nadele van twee slachtoffers, waarvan de
pater die in uw parlementaire vraag wordt bedoeld, verdacht wordt.
Het betreft zogenaamde feiten van seksueel misbruik in een pastorale
relatie. De feiten vonden plaats in België en hebben zich afgespeeld in
het begin van de jaren 70. Een van de slachtoffers heeft voor dezelfde
feiten, maar tegelijkertijd ook uitgebreid tot feiten van schuldig
verzuim, op 5 april 2011 een klacht met burgerlijke partijstelling
ingediend bij onderzoeksrechter De Troy.
Een nieuwe aangifte, eveneens voor dergelijke feiten gepleegd in
België, is op 2 mei 2011 op het federaal parket binnengekomen. Die
aangifte zal eerstdaags door het federaal parket aan het parket van
Antwerpen tot beschikking en voor verder nuttig gevolg worden
18.02
Stefaan De Clerck,
ministre: Depuis la fin de 2010,
une information est en cours au
parquet d'Anvers. Elle concerne
des faits d'abus sexuel dans une
relation pastorale qui ont eu lieu
en Belgique au début des
années 70. Le 5 avril 2011, une
des victimes a déposé une plainte
avec constitution de partie civile
entre
les
mains
du
juge
d'instruction De Troy. Le 2 mai
2011, le parquet fédéral a reçu
une nouvelle déclaration qui va
être
transmise
au
parquet
d'Anvers. C'est le parquet fédéral
qui
coordonne
toutes
ces
enquêtes. Ni le parquet fédéral ni
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
39
toegezonden. Het federaal parket staat in voor de coördinatie tussen
al die onderzoeken.
Noch het federaal parket, noch het parket van Antwerpen heeft
officieel kennis van een klacht van slachtoffers van feiten die zouden
zijn gepleegd door die pater in Brazilië, noch ontvingen zij daartoe een
officieel bericht van de Braziliaanse overheid. Het federaal parket gaat
momenteel via de federale politie na of er inderdaad een
strafonderzoek ter zake lopende is in Brazilië.
In voorkomend geval lijkt het de voorkeur te verdienen dat de feiten in
Brazilië aldaar zouden worden onderzocht en desgevallend worden
vervolgd, mede gelet op het feit dat de pater in kwestie reeds sinds
1989 afgeschreven staat voor Brazilië en slechts sporadisch en voor
een korte termijn terug in België is geweest. Het is evenwel voorbarig
hierover nu al een standpunt in te nemen. Er wordt gewacht op
informatie uit Brazilië. Men heeft dus contact opgenomen en men
wacht op de informatie, wat natuurlijk belangrijk is bij de beoordeling.
le
parquet
d'Anvers
n'ont
officiellement connaissance d'une
plainte émanant de victimes au
sujet de faits qui auraient été
commis au Brésil. Ces deux
parquets n'ont pas non plus reçu
d'avis
officiel
des
autorités
brésiliennes. En ce moment, le
parquet
fédéral
vérifie,
par
l'entremise de la police fédérale, si
une
enquête
pénale
est
effectivement en cours au Brésil.
Dans ce cas, il paraît opportun
que les faits concernés soient
l'objet d'une enquête au Brésil et
que le religieux soupçonné d'en
être l'auteur y soit poursuivi étant
donné qu'il n'est revenu en
Belgique que sporadiquement.
Nous ne pouvons encore prendre
position concernant ce dernier
élément. Nous préférons attendre
des informations plus précises en
provenance du Brésil.
18.03 Siegfried Bracke (N-VA): Ik kan daaraan niets toevoegen,
behalve dat ­ daarop hebt u niet geantwoord, tenzij waarschijnlijk
impliciet ­ het dus niet klopt dat de betrokken pater zich in België
zouden bevinden. U zegt dat hij af en toe eens naar hier komt. Ik
begrijp dat hij op dit moment niet hier is.
18.04 Minister Stefaan De Clerck: Zo heb ik het ook begrepen. Ik
heb niet expliciet gezegd dat hij hier vandaag niet is, maar zo heb ik
het ook begrepen.
18.05 Siegfried Bracke (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19 Vraag van de heer Siegfried Bracke aan de minister van Justitie over "de opsporing per sms"
(nr. 4422)
19 Question de M. Siegfried Bracke au ministre de la Justice sur "les opérations de recherche via
SMS" (n° 4422)
19.01 Siegfried Bracke (N-VA): Mijnheer de minister, het gaat om
een heel specifiek soort sms, genoemd stealth sms. Het is een nieuw
opsporingsmiddel dat in Nederland frequent zou worden gebruikt in de
strijd tegen criminaliteit en zelfs terrorisme. Het zou een lege sms zijn,
een zogeheten pingsignaal ­ de minister heeft daar gisteren nog een
toelichting over gekregen in een televisiestudio ­ waarbij met
toepassing van de stelling van Pythagoras en de driehoeksmeting via
de masten van het gsm-netwerk zou worden opgevraagd waar de
betrokkene zich bevindt. Deze methode lijkt mij een stuk verder te
gaan dan wat wij kennen, namelijk het opsporen van mensen op basis
van het laatste gsm-signaal, wat in een aantal verdwijningszaken is
gebeurd. Ik lees dat de Nederlandse politie dat stealth sms-systeem
19.01 Siegfried Bracke (N-VA):
Le SMS stealth ou texto furtif est
une
nouvelle
méthode
de
recherche qui est employée
fréquemment aux Pays-Bas dans
la lutte contre la criminalité et le
terrorisme.
Cette
méthode
consisterait à envoyer un texto
vide ou signal ping, ce qui
permettrait
de
localiser
précisément une personne grâce
aux antennes-relais du réseau de
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
40
frequent gebruikt. Het heeft succes in de strijd tegen drugs,
mensensmokkel en zelfs in de strijd tegen terroristen. Ik heb dan ook
enkele vragen.
Wordt het systeem ook in België gebruikt? Kent u dat systeem? Hebt
u het laten bestuderen? Bent u van plan dat ook bij ons te laten
toepassen? Denkt u dat deze techniek effectief een toegevoegde
waarde kan betekenen in het arsenaal van de bijzondere
opsporingsmethoden? Is uitgerekend in het kader van het BOM-
onderzoek dit te sporen met de wetgeving inzake privacy? Op dat
punt zijn dat soort dingen immers zeer gevoelig.
téléphonie mobile.
Ce système est-il également utilisé
en Belgique? Le ministre a-t-il déjà
chargé ses services de l'étudier?
Croit-il que ce système pourrait
apporter une valeur ajoutée à
l'arsenal des MPR? Ce système
est-il conforme à la législation
relative à la protection de la vie
privée?
19.02 Minister Stefaan De Clerck: De techniek van de zogenaamde
stealth-sms is geen bijzondere opsporingsmethode. De bijzondere
opsporingsmethoden zijn de informantenwerking, de observatie en de
infiltratie. Zij vinden hun rechtsbasis in artikel 47ter en volgende van
het Wetboek van strafvordering.
De techniek die u beschrijft heeft te maken met het lokaliseren van de
oorsprong of de bestemming van telecommunicatie. Die
onderzoeksmethode valt onder artikel 88bis van het Wetboek van
strafvordering
en
noodzaakt
de
tussenkomst
van
een
onderzoeksrechter. De onderzoeksrechter moet dus beslissen of die
methode al dan niet gebruikt mag worden.
Zonder mij daarover in concreto te willen uitspreken, zal de
toepassing van die techniek moeten gebeuren overeenkomstig de
wettelijke omstandigheden die vermeld zijn in artikel 88bis van het
Wetboek van strafvordering, met name in het kader van een concreet
strafonderzoek en onder de leiding en het gezag van de
onderzoeksrechter.
Het is u bekend dat de aanpak van de georganiseerde criminaliteit en
het terrorisme steeds moeilijker en complexer wordt. Steeds vaker
wordt vastgesteld dat criminele of terroristische organisaties hun
toevlucht nemen tot zeer verregaande contrastrategieën en zich
wapenen om de door de rechthandhavingsdiensten gebruikte
technieken, tactieken en bronnen te kunnen counteren. De wetgever
is zich daarvan bewust geweest. Zo heeft hij uitdrukkelijk en bij
herhaling in de wetgeving rond de bijzondere opsporingsmethodes
ingeschreven dat in de processen-verbaal geen melding gemaakt
mag worden van enig element dat de gebruikte technische
hulpmiddelen in het gedrang kan brengen. Voorbeelden ter zake
kunnen gevonden worden in de artikelen 47septies en 47novies van
het Wetboek van strafvordering. Hetzelfde geldt in het kader van
rechterlijke uitspraken van de kamer van inbeschuldigingstelling,
zoals gelezen kan worden in de artikelen 235ter en 235quater van het
Wetboek van strafvordering. Met die gegevens moet dus op een
discrete manier omgegaan worden.
Ook
al
bevinden
we
ons
in
het
domein
van
de
telefoniebewakingsmaatregelen en niet in dat van de bijzondere
opsporingsmethodes, dan nog is het om redenen van afscherming
van de technische hulpmiddelen natuurlijk niet wenselijk om bekend
te
maken
welke
hulpmiddelen
precies
door
onze
rechthandhavingsdiensten werden gebruikt. Ik kan hier moeilijk
uitleggen wat we allemaal doen en hoe dat allemaal gebeurt. Dat lijkt
me niet onze opdracht. Over de rechtmatigheid van de technieken
19.02
Stefaan De Clerck,
ministre: La technique du SMS
stealth
n'est pas une méthode
particulière de recherche. Elle
concerne la localisation de l'origine
ou
de
la
destination
de
télécommunications
et
cette
méthode de recherche relève de
l'article 88bis du Code d'instruction
criminelle. L'utilisation de cette
technique est donc exclusivement
autorisée dans le cadre d'une
instruction pénale concrète et sous
la direction et l'autorité du juge
d'instruction.
La lutte contre la criminalité
organisée et le terrorisme devient
sans cesse plus difficile et plus
complexe. Le législateur en est
parfaitement conscient et a dès
lors inscrit dans la loi sur les
méthodes
particulières
de
recherche que le procès-verbal ne
peut comporter aucune mention
susceptible
de
menacer
le
dispositif technique utilisé.
Il n'est pas davantage opportun de
révéler les dispositifs employés
par les services de maintien de
l'ordre dans le cadre de mesures
d'écoute téléphonique. Seuls le
législateur et le juge d'instruction
sont habilités à juger de la
régularité des techniques. En cas
de problème, le Comité P et
d'autres instances de contrôle
peuvent éventuellement aussi se
prononcer sur la question.
Tout moyen doit évidemment être
utilisé dans les limites du cadre
légal existant et il appartient au
procureur du Roi et au juge
d'instruction d'y veiller. Enfin, la
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
41
kunnen enkel de wetgever en de onderzoeksrechter oordelen. In de
mate dat er problemen zijn met de politie en het gebruik van bepaalde
technieken kunnen eventueel ook het Comité P en anderen toeziende
instanties daarover oordelen.
Ik onderstreep tegelijkertijd dat om het even welk middel dat wordt
aangewend uiteraard binnen het bestaande wettelijke kader moet
worden aangewend. Daarover dienen zowel de procureur des
Konings als de onderzoeksrechter te waken overeenkomstig het
toezicht dat hen daartoe door de wetgever uitdrukkelijk is toegekend.
Beiden dienen krachtens de wet te waken over de wettigheid van de
bewijsmiddelen en de loyauteit waarmee ze worden ingezameld.
Ten slotte zullen ook de onderzoeksgerechten, met name de
raadkamer, de kamer van inbeschuldigingstelling en de rechter ten
gronde, corrigerend kunnen optreden mocht dat noodzakelijk blijken
en mocht men technieken gebruiken die werkelijk niet toegelaten zijn.
chambre du conseil, la chambre
des mises en accusation et le juge
peuvent, si nécessaire, corriger
d'éventuels manquements.
19.03 Siegfried Bracke (N-VA): Mijnheer de minister, ik apprecieer
dat u mijn juridische kennis probeert bij te spijkeren. Dat is overigens
een niet-geringe opdracht, dat geef ik grif toe. Eigenlijk was mijn
vraag: "Doet men dat hier of doet men dat niet?" Als ik uw antwoord
goed begrijp, zegt u: "Ik mag dat niet zeggen." Daar komt het op neer.
Ik vind dat een heel vreemde toestand, omdat er in Nederland ­ ik
weet het, niet iedereen is Orangist in het diepst van zijn gedachten ­
gewoon vrij en transparant over gecommuniceerd wordt. Ik neem akte
van uw antwoord, maar ik begrijp eigenlijk niet waarom dat bij ons niet
het geval is.
19.03 Siegfried Bracke (N-VA):
Si je comprends bien le ministre, il
dit qu'il ne peut pas répondre à ma
question. Je trouve cela d'autant
plus étrange qu'aux Pays-Bas, on
en parle librement et en toute
transparence.
19.04 Minister Stefaan De Clerck: U bent slim genoeg om het
antwoord te begrijpen.
19.05 Siegfried Bracke (N-VA): (...)
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Kristien Van Vaerenbergh aan de minister van Justitie over "een adviescommissie voor
Phenix" (nr. 4523)
- de heer Renaat Landuyt aan de minister van Justitie over "het adviescomité voor de informatisering
van Justitie" (nr. 4560)
- de heer Renaat Landuyt aan de minister van Justitie over "de informatisering van Justitie" (nr. 4566)
20 Questions jointes de
- Mme Kristien Van Vaerenbergh au ministre de la Justice sur "une commission consultative pour
Phenix" (n° 4523)
- M. Renaat Landuyt au ministre de la Justice sur "le comité consultatif chargé de l'informatisation de
la Justice" (n° 4560)
- M. Renaat Landuyt au ministre de la Justice sur "l'informatisation de la Justice" (n° 4566)
De voorzitter: De heer Landuyt heeft al zijn vragen laten uitstellen en verontschuldigt zich voor deze
vergadering. Omdat het hier om samengevoegde vragen gaat, vervallen zij.
20.01 Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, vorige week hebben wij in de pers kunnen lezen
dat rechter Troch afscheid heeft genomen. Hij heeft daarbij ook
samen met u een dubbelinterview gegeven.
20.01 Kristien Van Vaerenbergh
(N-VA): Dans l'interview accordée
à l'occasion de son départ à la
retraite, le juge Troch a épinglé un
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
42
Hij heeft daarbij een aantal problemen in Justitie aangeklaagd en in
de verf gezet. Hij heeft eigenlijk veel problemen aangekaart. Een
probleem sprong mij echter in het oog, namelijk het feit dat er
blijkbaar nog een adviescommissie voor Phenix actief is. De directeur
hiervan zou ook nog steeds worden betaald.
Phenix bestaat nochtans niet meer sinds 2007. Het werd
opzijgeschoven voor een nieuw informatieproject. In hetzelfde
interview bevestigde u deze informatie. Niet alleen heeft Phenix ons in
het verleden al zeer veel geld en tijd gekost, nu zouden die kosten
ook nog steeds oplopen. Dat doet de vraag rijzen naar de kosten van
Phenix die wij vandaag nog moeten betalen.
In de wet van 10 augustus 2005 tot oprichting van het
informatiesysteem Phenix heb ik geconstateerd dat er destijds een
beheerscomité, een toezichtcomité en een comité van gebruikers
werd opgericht.
Ik kom dan tot mijn vragen, mijnheer de minister. Bestaan deze
comités vandaag nog? Zo ja, hebben zij met de afschaffing van
Phenix in 2007 een nieuwe functie gekregen? Zijn er nog andere
comités opgericht voor het Phenixproject? Als er nog steeds een
directeur is voor Phenix wat is dan vandaag de taak van deze
persoon. Worden er naast de directeur nog andere personen betaald?
Wat is hun functie?
certain nombre de problèmes. L'un
d'eux est qu'il existe apparemment
toujours
une
commission
consultative pour le projet Phenix,
alors que ce projet n'existe plus
depuis 2007. De plus, le directeur
du projet serait toujours payé. Le
projet Phenix a déjà coûté très
cher au contribuable, et bien qu'il
ait été supprimé, il continue
apparemment à nous coûter de
l'argent.
Par ailleurs, en 2005, un comité de
gestion, un comité de contrôle et
un comité d'utilisateurs ont été
créés.
Ces comités existent-ils toujours?
Leur a-t-on confié de nouvelles
missions après 2007? A-t-on créé
encore d'autres comités en rapport
avec le projet Phenix? S'il est vrai
qu'il y a toujours un directeur à
l'heure actuelle, que fait-il? Y a-t-il
encore d'autres personnes payées
dans le cadre de ce projet, et si
oui, que font-elles?
20.02 Minister Stefaan De Clerck: Mevrouw de voorzitter, collega, er
is inderdaad gesproken over het Phenixdossier. De commissie is de
facto niet meer operationeel, gewoon wegens het stopzetten van het
Phenixproject. De commissie moet dus worden afgeschaft. Zij is
eigenlijk al afgeschaft. Dit is gradueel gebeurd, door de toewijzing van
personen naar andere diensten, waar hun opgedane ervaring
maximaal kan renderen. Zo is bijvoorbeeld de juriste die zich
bezighield met het opstellen van de codetabellen nu werkzaam op de
stafdienst ICT, waar zij een gelijkaardige opdracht uitvoert en waar
haar ervaring van groot nut is in het Cheopsproject, het nieuw project.
De hele staf is reeds geruime tijd actief op andere plaatsen. De
commissie en het hele organisatorische kader van het project wettelijk
afschaffen ­ u zegt terecht dat de commissie bij wet werd opgericht ­
vergt een wetswijziging. In de komende dagen wil ik u graag een
ontwerp van wettekst bezorgen om ze af te schaffen. Dat is geen
probleem, maar wij zullen selectief te werk moeten gaan. Niet de
gehele wet mag worden afgeschaft. Er zijn immers bepaalde andere
inhoudelijke
artikelen
opgenomen
in
de
Phenixwet,
die
materieelrechtelijk van belang zijn. Een totale afschaffing zou niet
zinvol zijn, omdat enkele artikelen die de overstap naar een
elektronische omgeving mogelijk maken wel zinvol zijn, en het beste
blijven bestaan om elektronisch verkeer mogelijk te maken.
De invulling van de openstaande functies is in deze zinloos, daar de
commissie moet worden afgeschaft. Eigenlijk was het de bedoeling
om met het oog op de hervorming van het hele landschap ook dit
instrument uit te zuiveren. Er zijn immers tal van commissies en die
moeten worden uitgezuiverd. Ik was van plan in één groot debat alle
20.02
Stefaan De Clerck,
ministre: La commission n'est de
facto
plus active parce qu'il a été
mis fin au projet Phenix. La
commission a été supprimée
graduellement en affectant le
personnel à d'autres services.
L'ensemble du personnel est actif
depuis quelque temps déjà dans
d'autres lieux.
Il faut modifier la loi pour
supprimer la commission ainsi que
tout le cadre organisationnel du
projet. Je suis disposé à trans-
mettre à Mme Van Vaerenbergh
un projet de loi visant à supprimer
les parties de la loi qui doivent être
supprimées. Certains articles sont
importants sur le plan du droit
matériel et doivent être maintenus.
Cette commission n'est pas la
seule qui doit être épurée. J'avais
l'intention de réorganiser au cours
d'un grand débat tous les organes
d'avis et les autres instances dans
le cadre de la réorganisation de
l'administration. Ce grand projet de
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
43
adviesorganen en andere instanties te herschikken in de context van
de herschikking van de administratie, zoals het College van de zetel,
het
College
van
het
openbaar
ministerie.
Dat
grote
hervormingsproject is evenwel wat blijven haperen na de val van de
regering.
Kortom, de invulling van de openstaande functies is zinloos
geworden. Ik heb laten nagaan of de personen die het mandaat van
ondervoorzitter invullen nog andere taken inzake de informatisering
kunnen verrichten. Er is nu nog één persoon daar. Ik heb laten
opvragen wat hij precies doet. Ik ga ervan uit dat hij zo nuttig mogelijk
verder zal worden ingezet. De commissie is formeel gereduceerd tot
die ene persoon, maar zijn ervaring en competentie moet uiteraard ter
beschikking worden gesteld van het geheel van de administratie.
U vraagt wanneer iedere pc of laptop omgeturnd zal zijn? Het gaat om
verschillende complexe en omvangrijke projecten. Ik ga niet alle ICT-
hervormingen schetsen, maar er wordt gewerkt aan de creatie van
één globale active directory voor Justitie, het platform voor alle
informaticagebruikers van Justitie, met hun verschillende profielen en
toegangsrechten. Dit project, dat met veel zorg gedurende anderhalf
jaar is voorbereid, is dezer dagen in volle realisatie. Daaraan is de
mailmigratie gekoppeld van vijf totaal verouderde mailsystemen. Al
die mailmodellen binnen Justitie worden omgeturnd tot één
hedendaags mailsysteem. Dit systeem zal voor ongeveer
20 000 gebruikers voor de vakantie afgerond zijn. Vanaf dan zal de
standaardisering en de opwaardering van de pc-omgeving van deze
gebruikers kunnen starten.
Dit tweede project dat reeds meer dan een jaar is voorbereid, zal
afgerond zijn tegen einde 2013. Nu werken wij dus eerst aan het
mailsysteem en op datzelfde platform kan men dan tegen 2013 veel
meer applicaties toevoegen. Ik heb gevraagd te onderzoeken of door
inzet van bijkomende capaciteit wij deze termijn niet kunnen
terugbrengen tot 2012. Dat zal nu worden onderzocht. Wanneer dit
project afgerond zal zijn, zullen wij een situatie hebben gecreëerd
waarbij wij vanuit een zeer moeilijke pc-omgeving met een chaos
inzake mailinfrastructuur geëvolueerd zijn naar een betere, een
excellente situatie met een gestandaardiseerd en uniek mailsysteem
en dito pc-systeem op basis van Windows 7 en Office 2010. Op dit
domein zouden wij dan werkelijk een heel grote inhaalsprong maken.
Dit is nu volop aan de gang.
Bijzonder veel voor de gebruiker irriterende problemen zullen dan
verdwenen zijn. De alsdan gerealiseerde basis zal veel verdere
vernieuwingen toelaten in kwaliteitsvol beheer, wat nu niet mogelijk is,
en tegelijk veel klachten die er nu nog zijn, volledig opvangen.
Ondertussen lopen ook de normale programma's van vernieuwing,
van standaardisering voor de hardware, de pc's, ook voor de
magistraten en enkele andere mensen die laptops krijgen. Dat
vernieuwingstraject van de pc's en de laptops vertoont natuurlijk veel
technische interferenties met de genoemde programma's. Dat een en
ander niet altijd doorzichtig is voor de gebruiker die zich soms
ogenschijnlijk eenvoudige vragen stelt, kan ik begrijpen, maar dat is
altijd zo met dergelijke complexe vernieuwingstrajecten.
Dat is een onderdeel van de modernisering van heel ons ICT-
réforme est au point mort depuis la
chute du gouvernement.
La commission est actuellement
réduite à une personne. Son
expérience et sa compétence
doivent évidemment être mises au
service
de
l'ensemble
de
l'administration.
On s'attèle à la mise en place d'un
active directory global pour la
Justice, qui constituera la plate-
forme pour tous les utilisateurs de
l'informatique de la Justice. La
mise en oeuvre de ce projet, qui a
été
préparé
minutieusement
pendant 18 mois, est actuellement
en cours. La migration de cinq
systèmes de courrier électronique
totalement vétustes y est liée.
L'implémentation de ce système
pour quelque 20 000 utilisateurs
sera terminée avant les vacances.
La
standardisation
et
le
revalorisation de l'environnement
pc de ces utilisateurs pourra alors
débuter.
Quand tout sera opérationnel,
nous aurons comblé une bonne
partie de notre retard. Beaucoup
de problèmes qui nous démangent
aujourd'hui auront alors disparu.
La nouvelle plate-forme permettra
de nombreuses innovations qui
contribueront
à
une gestion
adéquate des plaintes et à une
réduction du nombre de celles-ci.
Entre-temps,
un
projet
de
rénovation
des
ordinateurs
personnels et des ordinateurs
portables qui interfère évidemment
avec ce projet Phenix est
également en cours.
Vingt mille personnes utiliseront
les mêmes logiciels: Windows 7 et
Office 2010.
Ainsi,
les
communications
tant
internes
qu'externes seront nettement plus
efficaces.
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
44
systeem. Van cruciaal belang is 20 000 mensen op dezelfde software
krijgen, op Windows 7 en Office 2010. Zodra dit is gerealiseerd,
kunnen wij veel beter intern en extern verkeer organiseren. Dit zal een
enorme sprong voorwaarts zijn voor onze Justitie.
20.03 Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de minister, ik
dank u voor uw antwoord. Vermits het een wetgevend initiatief vereist,
kunnen wij erop toekijken, ermee rekening houdend dat wij natuurlijk
geen comités opheffen die nog nodig zijn.
20.03 Kristien Van Vaerenbergh
(N-VA): Nous avons un droit de
regard sur ce dossier étant donné
qu'il requiert une modification
légale.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
21 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister van Justitie over "het voornemen van de minister
om de wetgeving inzake de administratieve procedures aan te passen" (nr. 4524)
21 Question de M. Bert Schoofs au ministre de la Justice sur "la volonté du ministre d'adapter la
législation en matière de procédures administratives" (n° 4524)
21.01 Bert Schoofs (VB): Mijnheer de minister, ik wou u even aan
de tand voelen over de uitspraken die u gedaan hebt in verband met
de administratieve rechtbanken. Dit gebeurde naar aanleiding van een
arrest van de Raad van State waarbij een tramlijn in Wijnegem die na
ettelijke jaren van aanlegperikelen klaar is nu niet in gebruik zou
mogen worden genomen als gevolg van dat arrest. Dat arrest kwam
er als gevolg van de klacht van een omwonende.
U hebt in de media verklaard dat u voorstander bent van het oprichten
van administratieve rechtbanken alsook van het beperken van de
mogelijkheid van het voeren van administratieve procedures tegen de
overheid. De vraag is waarom u daarvoor pleit. Waarom moeten de
procedures beperkt worden?
Wil u met die beperking alleen overheidsinstellingen uitsluiten van
bepaalde procedures of kunnen andere daar ook gebruik van maken?
Behoort deze materie ook tot de voorstellen die u ons per brief wil
meedelen?
Tot slot, dit is uiteraard voor een groot deel een gewest- en
gemeenschapsmaterie waarmee het federaal niveau zich niet kan
inlaten. Voorziet u op dat vlak overleg met de Gewesten en de
Gemeenschappen?
21.01 Bert Schoofs (VB): À la
suite d'un arrêt du Conseil d'État
relatif à une ligne de tram à
Wijnegem, le ministre a déclaré
qu'il était favorable aux tribunaux
administratifs et à la limitation de
la possibilité d'introduire des
procédures administratives contre
l'État.
Pourquoi? Cette matière fait-elle
partie des propositions dont le
ministre souhaite faire part à cette
commission?
En
effet,
ces
questions concernent également
des
matières
régionales
et
communautaires dans lesquelles
le niveau fédéral n'a pas à
s'immiscer. Une concertation sera-
t-elle engagée à cet égard avec
les Régions et les Communautés?
21.02 Minister Stefaan De Clerck: Mevrouw de voorzitter, collega's,
hetgeen ik voorstel, is niet nieuw. Ik heb in mijn nota over de
hervorming van het gerechtelijke landschap gezegd dat ik eigenlijk
voorstander ben van een eenheidsrechtbank en dat daarin diverse
gespecialiseerde kamers mogelijk moeten zijn. Dat is altijd mijn
overtuiging geweest. Men kan dan, op basis van specialiteiten of
hyperspecialiteiten, bepaalde materies verder uitbouwen.
Als de Gewesten en Gemeenschappen dan zouden zeggen dat zij
voor bijvoorbeeld een milieu- of een tuchtrechtbank ­ een materie die
ik wel in de tekst heb voorgelegd ­ ook een kamer willen, dan zou het
de logica zijn dat binnen de eenheidsrechtbank, binnen de rechtbank
van eerste aanleg, ook een administratieve kamer zou bestaan.
Waarom? Omdat de complexiteit van het administratieve recht en de
21.02
Stefaan De Clerck,
ministre: Ma proposition n'est pas
neuve et figurait déjà dans ma
note sur la réforme du paysage
judiciaire. Je suis favorable à la
création d'un tribunal unique
comportant plusieurs chambres
spécialisées. Dans l'hypothèse où
les Communautés et Régions
demanderaient la mise en place
d'un tribunal environnemental ou
disciplinaire, il serait logique de
créer également une chambre
administrative au sein de ce
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
45
veelheid aan regelgeving van die aard is dat het veel logischer zou
zijn om een eerste aanleg te hebben en een beroepsinstantie,
namelijk de Raad van State.
Dat is mijn overtuiging. Ik heb die altijd verdedigd. Het staat ook in de
hervorming. Ik heb daarvoor geen tekst klaar. Er zijn in het verleden
wetsvoorstellen ingediend waarin dergelijke zaken werden
opgenomen.
Ik
denk
dat
er
een
wetsvoorstel
door
Hugo Vandenberghe werd ingediend. Ik denk dat ook Johan
Vande Lanotte ooit een tekst heeft ingediend. Er zijn dus op dat vlak
al initiatieven genomen. Ik steun die en ik vond het de moeite om, in
het kader van het debat dat per toeval werd geopend, naar aanleiding
van de Antwerpse tramlijn, te herinneren aan het brede debat over
administratief recht, administratieve rechtbanken en de Raad van
State. Dat debat moet verder maatschappelijk gevoerd worden.
Tegelijkertijd heb ik ook gezegd dat op een bepaald moment ook de
afweging mogelijk moet zijn tussen het algemene belang en het
particuliere belang. Ik heb daarmee helemaal niet willen zeggen dat
de burgers geen mogelijkheid meer zouden hebben om naar de
rechtbank en de Raad van State te gaan, integendeel. Ik heb wel
willen aangeven dat op een bepaald ogenblik het debat afgesloten
moet worden, nadat het uitgelegd werd, nadat er een debat met
mogelijke reacties en correcties is geweest en nadat men alle
afwegingen heeft gemaakt. Daarna moet het kunnen doorgaan. Het
effect van schorsingsprocedures en andere procedures die worden
afgewezen, maar dan plotseling, jaren later, toch alles onderuithalen,
is problematisch voor iedereen, zelfs voor de klagers.
Vandaar heb ik gezegd dat er op een bepaald ogenblik een zekere
immuniteit moet zijn. Ik waardeer dat de Raad van State ondertussen
ook wel positief gereageerd heeft, in die zin dat de wetgeving
misschien eens bekeken moet worden. Ik denk dat het debat moet
kunnen worden voorgezet. Ik heb daarover ook contact gehad met
mijn collega van Binnenlandse Zaken, want de Raad van State valt
uiteraard onder Binnenlandse Zaken en niet onder Justitie. Ik denk
dat dit een gelegenheid is om het debat verder te zetten.
Ik heb daarover ook met de Vlaamse minister-president van
gedachten gewisseld, omdat het dossier, in het bijzonder ruimtelijke
ordening, ook hen aanbelangt.
Zij zijn ook vragende partij om bepaalde procedures te
vereenvoudigen en op een bepaalde manier tot een oplossing te
komen voor die grote werken. Zij bestuderen ook op welke manier dat
zou kunnen. Er is dus een soort federale verantwoordelijkheid en een
regionale verantwoordelijkheid. Er is de procedure an sich en
daarnaast de materie, bijvoorbeeld de regelgeving voor ruimtelijke
ordening. Wij hebben afgesproken nog contact op te nemen met
elkaar om te kijken hoe wij vooruitgang kunnen boeken in het belang
van iedereen, met name de burger, de overheid en de Raad van
State.
De Raad van State beseft immers ook dat zij soms sancties of
vernietigingen uitspreekt waarvan zij zelf zegt dat het spijtig is, maar
de enige mogelijkheid is. Als er iets verkeerd is, is dat de enige
consequentie. De Raad van State begrijpt zelf dat het soms
gemakkelijker zou zijn, zoals het Grondwettelijk Hof of het Hof van
tribunal unique étant donné la
complexité du droit administratif et
la
multiplicité
des
textes
réglementaires. Il serait également
logique de disposer d'une instance
d'appel
après
la
première
instance, à savoir le Conseil
d'État. Aucun texte spécifique en
la matière n'est prêt, mais diverses
propositions de loi ont déjà été
déposées à ce sujet, notamment
par MM. Hugo Vandenberghe et
Johan Vande Lanotte.
En ce qui concerne la ligne de
tram dont il est question à Anvers,
je voudrais rappeler qu'il convient
véritablement de mener un débat
sur le droit et les tribunaux
administratifs ainsi que sur le
Conseil d'État. Par ailleurs, je
pense qu'il doit être possible de
trouver un équilibre entre l'intérêt
général et l'intérêt particulier. Ce
principe signifie non pas que les
citoyens se verraient privés du
droit d'intenter un procès à l'État,
mais bien que les dossiers doivent
pouvoir avancer une fois qu'un
débat
a
eu
lieu
et
que
d'éventuelles corrections ont été
apportées. Venir attaquer une
décision après plusieurs années
pose un problème à tout un
chacun, y compris aux plaignants.
Il convient dès lors de prévoir une
certaine immunité. J'apprécie que
le Conseil d'État, qui dépend de
l'Intérieur, ait réagi positivement et
ait affirmé que la législation devait
être reconsidérée. J'ai également
déjà abordé ce sujet avec le
ministre-président flamand étant
donné que l'aménagement du
territoire concerne la Région.
Les Régions sont également
demandeuses d'une simplification
de certaines procédures et d'une
solution permettant de faire face à
des chantiers d'une telle ampleur.
Les niveaux de pouvoir fédéral et
régional se partagent donc les
responsabilités. Nous poursui-
vrons la concertation. Le Conseil
d'État se rend compte, lui aussi,
qu'il n'est pas rare que des
sanctions ou annulations qui sont
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
46
Cassatie, tot een meer genuanceerde eindconclusie te komen. Dat
zou in het belang van iedereen zijn.
au
fond
regrettables
soient
prononcées mais il estime qu'elles
constituent pourtant la seule
possibilité. Le Conseil comprend
en outre qu'il serait quelquefois
préférable,
dans
l'intérêt
de
chacun, d'aboutir à une conclusion
finale plus nuancée.
21.03 Bert Schoofs (VB): Mijnheer de minister, u bent begonnen
met te verwijzen naar de herinrichting van het gerechtelijk landschap
en de nota die u destijds hebt voorgelegd. Natuurlijk zijn wij het
daarmee niet helemaal eens. Wij volgen de andere redenering. Wij
zeggen dat Justitie best eerst wordt gesplitst, omdat wij zien dat het in
dit land toch niet meer werkt. Zij kunnen dan zelf aan de inrichting of
de vorming van een gerechtelijk landschap beginnen. Ik begrijp wel
dat u in lopende zaken nog een bepaalde visie wil doordrukken en wil
laten zien dat u iets probeert. Meer dan een tricolore lintje zal er
daarvoor niet inzitten, als ik zie wat er de voorbije drie of vier jaar
gebeurt in het Parlement en in dit land.
Wat de meer technische kant van de overheid betreft, is het
misschien zelfs geen slecht idee. Ik ben zelf ook jurist, weliswaar niet
meer praktiserend, en weet dat het een zeer moeilijke
aangelegenheid is. De voorbije decennia, sinds het arrest-Neerpede,
is de burger alsmaar mondiger geworden, ook voor het gerecht
tegenover de overheid. Het zal moeilijk zijn de klok nog terug te
draaien.
Ook nu stuit men weer op bepaalde beperkingen van een bepaalde
maatschappelijke evolutie in het gerecht die zegt dat elke burger
eender wat kan eisen tegen eender welke overheid. Daar moeten we
ons over bezinnen. De klok terugdraaien of die koerswijziging inzetten
is echter een werk van lange adem. Het zal misschien nog langer
duren dan het splitsen van Justitie en het vormen van een gerechtelijk
landschap aan beide zijden van de taalgrens.
21.03 Bert Schoofs (VB): Nous
ne sommes pas d'accord avec
votre proposition de réaménage-
ment du paysage judiciaire. Nous
réclamons d'abord la scission de
la Justice. Ce dossier est
effectivement très complexe. Au
cours des années écoulées, le
citoyen s'est affranchi de plus en
plus de la justice et de l'autorité
publique. Il sera difficile de revenir
en arrière.
Nous
sommes
à
nouveau
confrontés aux limitations d'une
certaine évolution sociale en
matière de justice selon laquelle
tout citoyen peut exiger n'importe
quoi de n'importe quelle autorité.
Nous devons y réfléchir. Revenir
en arrière ou ouvrir la voie à ce
changement est toutefois un
travail de longue haleine. Il faudra
peut-être encore plus de temps
que pour scinder la Justice et
construire un paysage judiciaire
des deux côtés de la frontière
linguistique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
22 Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de minister van Justitie over "de aanpak van de
grensoverschrijdende criminaliteit aan de Frans-Belgische grens" (nr. 4529)
22 Question de M. Gerolf Annemans au ministre de la Justice sur "les mesures de lutte contre la
criminalité transfrontalière à la frontière franco-belge" (n° 4529)
22.01 Gerolf Annemans (VB): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, het zal niet aan de burgemeester van Kortrijk zijn dat ik moet
uitleggen wat het probleem en het fenomeen is.
Bij de laatste incidenten is er ook door de winkeliers en de
slachtoffers van de overvallen min of meer onderstreept dat de
samenwerking met de politie en tussen de verschillende
politiediensten onderling een sterke verbetering heeft gekend.
Hetzelfde geldt voor de slachtofferzorg.
Het grote hiaat blijft de kordate aanpak door Justitie. Mijn vragen zijn
dan ook de volgende. Hebt u een duiding in verband met de aanpak
22.01 Gerolf Annemans (VB):
Lors des derniers incidents, les
victimes des attaques ont souligné
l'amélioration
notable
de
la
coopération avec la police et entre
les différents services de police. Il
en va de même pour l'aide aux
victimes.
L'absence
d'une
approche résolue de la part de la
Justice demeure la principale
lacune.
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
47
door het Belgische parket van deze specifieke vorm van criminaliteit?
Geniet die grensoverschrijdende criminaliteit overal en door iedereen
binnen het gerecht dezelfde prioriteit? Welke afspraken bestaan er
met het Franse parket? Worden die nageleefd? Zijn er stappen die de
minister heeft gezet of zal zetten om de grensoverschrijdende
criminaliteit efficiënter te bestrijden?
Le ministre peut-il commenter
l'approche de la Belgique en ce qui
concerne cette criminalité trans-
frontalière? Ce type de criminalité
bénéficie-t-il partout de la même
priorité? Quels sont les accords
avec le parquet français? Sont-ils
respectés? Le ministre a-t-il ou va-
t-il prendre des mesures pour
lutter plus efficacement contre la
criminalité transfrontalière?
22.02 Minister Stefaan De Clerck: Mevrouw de voorzitter, deze
problematiek is mij relatief goed bekend vanuit mijn lokale ervaring,
maar nu natuurlijk ook vanuit mijn nationale ervaring. Wij weten dat
grenzen criminaliteit enigszins aantrekken en dat de grens gebruikt
wordt om sneller te verdwijnen en zich te onttrekken aan
vaststellingen van criminaliteit. De grensstreek tussen België en
Frankrijk ontsnapt jammer genoeg ook niet aan dat fenomeen. Dat is
dus geen louter Belgische fenomeen, maar veeleer een algemene
internationale problematiek. Het doet zich voor in alle landen.
Om die reden werden in heel Europa vierendertig politionele
samenwerkingsverbanden opgericht, de zogenaamde CCPD's. Door
die nauwe samenwerking zijn de politiediensten in staat om
grenscriminaliteit coherenter en efficiënter aan te pakken.
Ook op gerechtelijk niveau wordt samengewerkt. Wegens
verschillende redenen verloopt de gerechtelijke samenwerking op een
minder structurele manier dan bij de politie. Het succesvolle Bureau
voor Euregionale Samenwerking te Maastricht vormt daarop een
uitzondering. Mijns inziens is dat het beste werkende model inzake
politionele en gerechtelijke samenwerking.
Tussen België en Frankrijk bestaan er ook verschillende politionele en
justitiële samenwerkingen. Het akkoord van Doornik vormt de
essentie van de aanpak van grensoverschrijdende criminaliteit. Die
overeenkomst tussen België en Frankrijk is ondertekend in 2001 en is
in werking getreden in 2004. De overeenkomst voorziet voor de
grensgebieden in een samenwerking met de diensten die belast zijn
met politie- en douaneopdrachten. In dat kader komt in principe ook
een gemeenschappelijke groep jaarlijks samen om de samenwerking
na te gaan en te optimaliseren. Aan die samenkomsten nemen de
politiediensten, de douane, de administratieve overheden en de
procureurs-generaal van Douai, Bergen en Gent deel.
Naast dat zogenaamde Comité Stratégique zijn er ook drie
operationele gerechtelijke werkgroepen waarin de parketten en de
politiediensten samenwerken. Het gaat om de groep Lille, bestaande
uit Kortrijk, Tournai en Rijsel, de groep Flandre, bestaande uit Veurne,
Ieper, Haesebrouck en Duinkerken, en de groep Hainaut, bestaande
uit Mons, Charleroi, Avennes en Valenciennes. Binnen die
werkgroepen worden ook subgroepen opgestart die zich concentreren
op gelijkaardige criminaliteitsfenomenen aan weerszijden van de
grens. Zij gaan in dat kader een rechtstreekse samenwerking aan,
zoals
inzake
de
uitvoering
van
rogatoire
commissies,
aanhoudingsmandaten en denunciaties.
22.02
Stefaan De Clerck,
ministre: Nous savons que les
auteurs de faits criminels se
servent de la frontière pour
disparaître plus rapidement et
pour se soustraire aux constata-
tions relatives aux infractions qu'ils
ont commises de l'autre côté de
cette
frontière.
La
région
frontalière entre la Belgique et la
France n'échappe malheureuse-
ment pas à ce phénomène. C'est
pour cette raison que 34 accords
de coopération policière (il s'agit
des CCPD) ont été mis en place
sur l'ensemble du territoire de
l'Union européenne. Grâce à cette
collaboration étroite, les services
de police sont désormais en
mesure de lutter contre la
criminalité frontalière de façon plus
cohérente et efficace.
Une coopération est également
organisée à l'échelon judiciaire
mais de façon moins structurelle
qu'à l'échelon policier. Le Bureau
de la Coopération eurégionale à
Maastricht, qui est une franche
réussite,
est
l'exception
qui
confirme la règle.
La
Belgique
et
la
France
coopèrent sur les plans policier et
judiciaire. L'accord de Tournai a
été signé en 2001 et est entré en
vigueur en 2004. Il prévoit une
coopération entre les services
chargés de missions policières et
douanières dans les régions
frontalières. Dans ce cadre, un
groupe
commun
se
réunit
annuellement afin d'optimiser cette
coopération. Participent à ces
réunions les services de police, la
douane,
les
autorités
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
48
Er is ten tweede het akkoord van Luxemburg. Luxemburg, België en
Frankrijk hebben dit ondertekend in 2008. Dit akkoord voorziet in een
CCPD te Luxemburg. Voor de magistraten biedt dit de mogelijkheid
van een analyse van de criminele fenomenen in de
gemeenschappelijke grenszone. In dit verband neemt de Belgische
coördinator deel aan alle overlegplatformen, voorgezeten door de
procureurs des Konings in de gerechtelijke arrondissementen.
Wij hebben ook de samenwerkingsverbanden Meuse-Lorraine en
Reims-Namur-Dinant. Er is ook het Hazeldonkoverleg, specifiek
inzake drugs. Het federaal parket neemt deel aan het strategisch
overlegplatform Hazeldonk waarin België, Nederland, Frankrijk en
Luxemburg
jaarlijks
verschillende
ontradende
politieacties
organiseren ter bestrijding van het drugstoerisme.
Naast deze samenwerkingsverbanden heb ik tijdens het Belgische
voorzitterschap ook een seminarie georganiseerd over de
grensoverschrijdende samenwerking. Dit was een primeur op
Europees niveau. Magistraten uit de zevenentwintig lidstaten waren
aanwezig en benadrukten het belang van de gerechtelijke
samenwerking in de grensregio's. Er werden ervaringen uitgewisseld.
De conclusies waren de volgende. Meer nood aan informele
samenwerking die bottom-up wordt georganiseerd in plaats van
topdown, ontwikkelen van gemeenschappelijke prioriteiten, opstellen
van een vademecum met contactpunten en praktische informatie
teneinde de contacten te faciliteren en ook het gebruik van de
bestaande overlegplatformen te stimuleren. Ondertussen bestaat er
een Europees justitieel netwerk van parketmagistraten. Ook Eurojust
bestaat. Daarmee is volgens mij een aanzet gegeven tot een betere
samenwerking over alle grenzen heen.
Ik ben vanuit mijn lokale ervaringen hiervoor zeer gevoelig. Ik denk
dat het parket hierin meer moet investeren. In de Maasregio gebeurt
dit nu reeds. Vanuit de parketten moeten mensen systematisch
geheel of gedeeltelijk worden vrijgesteld om specifiek de
grensoverschrijdende contacten te behouden. Een zeer groot deel
van de criminaliteit is eigenlijk gebaseerd op grenseffecten. Ik denk
dat dit een onderdeel moet vormen van de algemene strategie en de
prioriteiten die verder moeten worden uitgebouwd.
administratives et les procureurs
généraux locaux.
Outre ce "Comité Stratégique", il y
a
trois
groupes
de
travail
judiciaires opérationnels dans le
giron desquels coopèrent les
parquets et les services de police.
Il s'agit du groupe Lille, du groupe
Flandre et du groupe Hainaut. Au
sein de ces groupes ont été créés
des sous-groupes qui se focalisent
sur des phénomènes criminels
analogues de part et d'autre de la
frontière. Dans ce cadre, ces
sous-groupes nouent des liens de
coopération directe en matière de
commissions
rogatoires,
de
mandats
d'arrêt
et
de
dénonciations.
Citons également à cet égard
l'accord du Luxembourg, signé en
2008 par le Luxembourg, la
Belgique et la France. Ce
document prévoit la mise en place
d'un CCPD à Luxembourg. Dans
ce cadre, le coordinateur belge
participe à toutes les plates-
formes de concertation sous la
présidence du procureur du Roi
dans
les
arrondissements
judiciaires.
Nous
avons
également
les
coopérations Meuse-Lorraine et
Reims-Namur-Dinant.
Citons
également
la
concertation
Hazeldonk, au sein de laquelle la
Belgique, les Pays-Bas, la France
et le Luxembourg organisent
plusieurs
actions
policières
dissuasives en vue de lutter contre
le tourisme de la drogue.
Outre ces collaborations, j'ai
également organisé, durant la
présidence belge, un séminaire
sur cette coopération trans-
frontalière. Les conclusions de
cette initiative étaient qu'il était
nécessaire
d'organiser
une
coopération partant du terrain
plutôt qu'un système imposé "d'en-
haut" et qu'il fallait développer des
priorités communes, rédiger un
vade-mecum reprenant des points
de contact et des informations
CRIV 53
COM 226
11/05/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
49
pratiques et stimuler l'utilisation
des plates-formes de concertation
préexistantes. Dans l'intervalle, un
réseau judiciaire de magistrats du
parquet existe sur le plan
européen. Eurojust a donné le
coup d'envoi d'une meilleure
coopération au-delà des frontières.
Je pense que le parquet doit
investir
davantage
dans
ce
domaine, à l'image de la situation
qui prévaut actuellement dans la
région
mosane.
Dans
les
parquets, certaines personnes
doivent
systématiquement
bénéficier de dispenses partielles
ou
totales
leur
permettant
d'entretenir
des
contacts
transfrontaliers spécifiques.
22.03 Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de minister, ik zal uw
antwoord met nadruk en met zeer veel aandacht lezen, om te zien of
het allemaal niet te veel is gebaseerd op de politionele samenwerking
waarbij het gerechtelijk luik zou ontbreken. Ik zal de problematiek net
als u blijven volgen.
22.04 Minister Stefaan De Clerck: (...). Het is de gelegenheid om alle
instrumenten opnieuw wat scherp te stellen. Er zijn klachten aan de
grens, zeker in tabakswinkels en dergelijke, die ongelooflijk veel het
slachtoffer zijn van criminaliteit.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 4541 van de heer Van Hecke wordt uitgesteld.
De heer Landuyt heeft zich verontschuldigd. Hij had de vragen nrs. 4559, 4561, 4562, 4563,4564 en 4565
ingediend.
23 Question de M. Rachid Madrane au ministre de la Justice sur "le budget consacré à l'Institut de
formation judiciaire" (n° 4570)
23 Vraag van de heer Rachid Madrane aan de minister van Justitie over "de op de begroting
uitgetrokken middelen voor het Instituut voor gerechtelijke opleiding" (nr. 4570)
23.01 Rachid Madrane (PS): Madame la présidente, monsieur le
ministre, suite à quelques vérifications, il semble qu'une incohérence
apparaisse dans le budget dont nous avons parlé la semaine
dernière, concernant le poste de l'Institut de formation judiciaire.
Comme vous le savez, la loi du 31 janvier 2007 créant l'Institut de
formation judiciaire prévoyait que ce budget devait être indexé sur une
période de quatre ans. Il en découle que les budgets 2010 et 2011
auraient dû être adaptés; or après vérification, je me suis rendu
compte que cela n'avait pas été fait. Le budget 2010 et les prévisions
budgétaires de 2011 ne sont donc pas ­ ou ne semblent pas ­
conformes à la loi.
23.01 Rachid Madrane (PS): De
wet van 31 januari 2007 inzake de
gerechtelijke opleiding bepaalde
dat de begroting over een periode
van
vier
jaar
zou
worden
geïndexeerd. De begrotingen 2010
en 2011 zouden dus moeten zijn
aangepast, wat niet gebeurde.
Hoe komt het dat de verhoging
waarin de wet voorziet nog steeds
niet opgenomen is in de begroting
2011? Wanneer en hoe kan dit
11/05/2011
CRIV 53
COM 226
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
50
Monsieur le ministre, comment expliquez-vous que l'augmentation
prévue dans la loi n'ait toujours pas été inscrite dans le budget de
2011? Comment peut-on rectifier le tir et mettre le budget en
conformité avec la loi? Quand pensez-vous que l'Institut de formation
judiciaire pourra espérer obtenir le surplus de financement auquel il a
légitimement droit?
verholpen worden?
23.02 Stefaan De Clerck, ministre: Madame la présidente, cher
collègue, une augmentation des crédits de la dotation allouée à
l'Institut de la formation judiciaire n'a effectivement pas été prise en
considération dans le budget 2011. Cependant, je finalise un projet de
loi qui prévoit non seulement que l'augmentation automatique des
moyens entrera en vigueur en 2012, au lieu de 2011, mais aussi que
les budgets non utilisés de 2009 et de 2010 pourront être utilisés
librement par ledit institut.
Lors de la phase de démarrage de ce dernier, une réserve a été
créée dont la destination des crédits non utilisés n'est pas claire. Par
conséquent, j'ai opté pour une affectation de cette réserve, via une
disposition légale, au développement de l'institut concerné. Je tiens ici
à souligner qu'à ce sujet, j'ai reçu le soutien du Conseil des ministres.
Dans ce contexte, la dotation 2011 ne doit pas être augmentée.
23.02 Minister Stefaan De Clerck:
Ik leg de laatste hand aan een
wetsontwerp
dat
niet
alleen
bepaalt dat de automatische
verhoging van de middelen in
2012 in plaats van 2011 in werking
zal treden maar tevens dat het
instituut
de
niet-opgebruikte
begrotingen van 2009 en 2010 vrij
zal kunnen aanwenden. In de
beginfase
is
een
reserve
aangelegd maar wat met de niet-
opgebruikte
middelen
moet
gebeuren is niet duidelijk. Daarom
heb ik besloten dat die reserve zal
dienen voor de ontwikkeling van
het instituut.
23.03 Rachid Madrane (PS): Madame la présidente, monsieur le
ministre, je me réjouis que cette décision ait été prise de manière
collégiale.
Je suis maintenant rassuré. Cette erreur qui a été ­ reconnaissons-
le ­ commise collectivement ne met pas en péril le fonctionnement de
l'Institut.
Enfin, je vous remercie pour les initiatives que vous avez prises en
espérant que ce genre de situation ne se reproduira plus.
23.03 Rachid Madrane (PS): Ik
ben gerustgesteld.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.19 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17.19 heures.