Commission des Affaires sociales

Commissie voor de Sociale Zaken

 

du

 

Mardi 3 mai 2011

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 3 mei 2011

 

Voormiddag

 

______

 

 


Le développement des questions et interpellations commence à 11.06 heures. La réunion est présidée par M. Yvan Mayeur.

De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 11.06 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Yvan Mayeur.

 

01 Vraag van mevrouw Nadia Sminate aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, over "het charter van Brugge" (nr. 4225)

01 Question de Mme Nadia Sminate à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "la charte de Bruges" (n° 4225)

 

01.01  Nadia Sminate (N-VA): Mevrouw de minister, ik heb vandaag alvast geen marathon aan vragen voor u.

 

Op 18 december van vorig jaar werd in Brugge door 12 Europese landen een charter ondertekend om sociale fraude tegen te gaan. De conclusies uit die samenwerkingsverbanden moeten wel nog daadwerkelijk geïmplementeerd worden.

 

Welke conclusies van het ICENUW-project zult u in ons land implementeren? Hebt u hierop een tijdschema geplakt?

 

01.02 Minister Laurette Onkelinx: Het Europees Netwerk tegen Zwartwerk of ICENUW werd gerealiseerd in het kader van het Europese programma Progress, dat financiële ondersteuning biedt aan innovatieve projecten met een Europese dimensie.

 

De projectdoelstellingen sloegen op het activeren van de Europese samenwerking tussen de inspectie- en controlediensten die zwartwerk bestrijden. Het vernieuwende project steunt vooral op een multidisciplinaire aanpak, door er zowel de sociale als de fiscale inspectiediensten bij te betrekken.

 

Het project reikt instrumenten aan die de samenwerking concreet kunnen ondersteunen. De instrumenten zijn echter in het project beperkt tot een proefproject en/of demoversies van de vooropgestelde applicaties. Het vervolg moet verzekerd worden door het opstarten van nieuwe initiatieven, het liefst in de Europese instellingen zelf. Het Charter van Brugge moet worden beschouwd als een uitdrukkelijke vraag van de betrokken diensten uit 12 lidstaten om de projectresultaten daadwerkelijk om te zetten. De FOD Sociale Zekerheid zal in de komende maanden bekijken hoe het initiatief voort ondersteund kan worden. Het is uiteraard niet de bedoeling dat het dode letter blijft.

 

Ik wacht op een voorstel van de FOD om verder te gaan.

 

01.03  Nadia Sminate (N-VA): Dank u, mevrouw de minister. Ik meen dat het een mooi project kan zijn. Ik kijk uit naar de resultaten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van mevrouw Nadia Sminate aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, over "de weigering van uitkeringen ten gevolge van een door de gerechtigde opzettelijk gepleegde fout" (nr. 4226)

02 Question de Mme Nadia Sminate à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "le refus des indemnités à la suite d'une faute provoquée délibérément par le titulaire" (n° 4226)

 

02.01  Nadia Sminate (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, wanneer een verzekerde arbeidsongeschikt wordt door een opzettelijk gepleegde fout kan het recht op uitkeringen worden geweigerd aan die persoon.

 

Gebeurt dat in de praktijk? Wordt de uitkering effectief geweigerd bij het plegen van een misdrijf?

 

Zijn er instructies bepaald voor de ziekenfondsen om dit reglement uit te voeren? Weten zij wat een opzettelijk gepleegde fout betekent? Hoever kan dat gaan?

 

02.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Sminate, zowel in de uitkeringsverzekering voor de loontrekkenden als in die voor de zelfstandigen is bepaald dat de toekenning van de uitkeringen moet worden geweigerd indien de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van een door de gerechtigde opzettelijk gepleegde fout.

 

De ratio legis is dat deze eventuele uitsluiting slechts in uitzonderlijke gevallen kan worden toegepast en dat deze strikt moet worden geïnterpreteerd.

 

Volgens een constante rechtspraak van het Hof van Cassatie heeft de wetgever met het begrip ‘opzettelijk gepleegde fout’ niet bedoeld dat de schade opzettelijk moet zijn veroorzaakt met de intentie om uitkeringen te ontvangen. De uitkeringen moeten wel worden geweigerd wanneer de fout waardoor de arbeidsongeschiktheid is veroorzaakt, door de gerechtigde opzettelijk is gepleegd, ook al heeft hij de gevolgen ervan niet gewild.

 

In de situatie waarnaar u verwijst, moeten de uitkeringen dus worden geweigerd indien het misdrijf opzettelijk werd gepleegd. Er worden met andere woorden geen uitkeringen uitbetaald aan degene die bij het plegen van een misdrijf gewond geraakt indien hij dit misdrijf wetens en willens heeft veroorzaakt.

 

Het is hierbij niet van belang of hij de eruit voortvloeiende arbeidsongeschiktheid al of niet heeft gewild, bijvoorbeeld met het oog op het verkrijgen van ziekte-uitkeringen.

 

Er bestaan voor de ziekenfondsen geen bijzondere richtlijnen over de toepassingsmodaliteiten van de wettelijke bepalingen in kwestie.

 

02.03  Nadia Sminate (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Betekent dit dan dat er een communicatie is tussen Justitie en de ziekenfondsen? Ik vraag mij immers af hoe de ziekenfondsen hiervan op de hoogte worden gebracht?

 

02.04 Minister Laurette Onkelinx: Ik denk dat dit niet gebeurt, zeker niet in de huidige omstandigheden, maar het zou wel goed zijn mocht het gebeuren.

 

02.05  Nadia Sminate (N-VA): Weet u of dit dikwijls gebeurt, mevrouw de minister? Hebt u daar cijfers over?

 

02.06 Minister Laurette Onkelinx: Ik zal dat aan mijn administratie vragen, maar hier heb ik geen cijfers.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, over "de tussenkomst in de stijgende bijdragevoeten van publieke ziekenhuizen aan de RSZPPO via het budget financiële middelen" (nr. 4287)

03 Question de Mme Maggie De Block à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "l'intervention dans les taux croissants de cotisation des hôpitaux publics à l'ONSSAPL par le biais du budget des moyens financiers" (n° 4287)

 

De voorzitter: Dit is ook voor mij een belangrijke vraag.

 

03.01  Maggie De Block (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, u zult het met mij eens zijn dat dit een zeer belangrijk en moeilijk probleem is voor de komende maanden en jaren.

 

Mevrouw de minister, ik heb u er al over aangesproken. De betaalbaarheid van de ambtenarenpensioenen van ondergeschikte besturen via pool 1 en pool 2 staat zwaar onder druk. Jaarlijks dienen de bijdragepercentages ten laste van de openbare besturen te worden verhoogd en moet er zwaar ingeteerd worden op de reserves.

 

Ook voor 2011 heeft dat scenario zich herhaald. Het bijdragepercentage voor pool 1 en 2 werd tot 38,5 % en 40 % verhoogd.

 

De betaalbaarheid voor de ondergeschikte besturen is een groot probleem voor de openbare ziekenhuizen die daaraan onderworpen zijn. De komende 27 jaar zal voor de pensioenen van de voormalige medewerkers van Vlaamse en Brusselse openbare ziekenhuizen zowat 2,7 miljard euro nodig zijn. ICURO, de koepel van ziekenhuizen met publieke partners, rekende uit dat de meerkosten in 2012 geraamd worden op 9,1 miljoen euro, voor de periode 2013-2017 op 170 miljoen euro en voor de periode 2018-2022 op 418 miljoen euro. Eén fusieziekenhuis zou zo geconfronteerd worden met de kosten van omstreeks 25 miljoen euro per jaar.

 

Voor 2011 voorziet u in begrotingsfiches voor het mini-akkoord 2011 naar verluidt in een verhoging van B4 van de ziekenhuisfinanciering in het budget financiële middelen in zowat 7 miljoen euro. Evenwel is daaraan de voorwaarde gekoppeld dat de ziekenhuizen meer statutairen zouden moeten benoemen, terwijl de trend net het omgekeerde is, want de ziekenhuizen hebben hun aantal statutairen teruggedrongen, juist met het idee hun hoofd boven water te kunnen houden en de personeelskosten een beetje naar beneden te krijgen. Die voorwaarde is dus een omgekeerde beweging van wat zich op het terrein voordoet. Slechts 7,5 % van het personeel zou nog vastbenoemd zijn in het OZ.

 

Het is duidelijk dat de situatie voor de openbare ziekenhuizen op termijn onhoudbaar wordt. Daar waar zij in Vlaanderen nog een kleine maar toch belangrijke minderheid uitmaken, dreigen zij volledig te verdwijnen. De middelen die nu moeten worden gereserveerd voor de betaling van de pensioenbijdragen zullen verloren zijn voor nieuwe investeringen en daardoor zullen deze ziekenhuizen, op het vlak van technologische vernieuwing, volledig achterop raken. Het is onnodig te zeggen, mevrouw de minister, dat dit op termijn dodelijk is voor de openbare ziekenhuizen.

 

Het zal u misschien verwonderen dat een liberaal daarover tussenbeide komt, maar vanuit ethisch en menselijk standpunt vind ik dit zeer belangrijk. Die mensen maken geen selectie. Zij verzorgen iedereen die daar wordt binnengedragen, op elk moment van de dag en de nacht. De mensen worden met respect voor hun eigenheid, hun cultuur en hun sociaal statuut behandeld. Er wordt daar niemand geweigerd. Ik vind het als mens en als arts zeer belangrijk dat zij kunnen blijven bestaan. Dit zal u misschien verwonderen vanuit liberale hoek, maar ik denk…

 

03.02 Minister Laurette Onkelinx: Ik pleit voor de toekomst van mevrouw De Block als minister van Begroting.

 

03.03  Maggie De Block (Open Vld): Ik vind het altijd grappig dat de voorstellen wie wel en wie niet minister mag worden vanuit een andere partij komen. Bij ons zijn er ook een aantal mensen die zo hun gedacht hebben over de ministers die uw partij naar de regering stuurt. Dit laatste is echter een opmerking between brackets. Ik heb het dan niet over u, maar wel over een aantal collega’s van u.

 

Mijn vragen zijn de volgende. Hoeveel middelen voorziet u precies voor openbare ziekenhuizen of fusieziekenhuizen als dekking voor deze stijgende kosten in afwachting van het debat dat enkel met een regering in volle bevoegdheid kan worden gevoerd? U kunt in lopende zaken niet alles. De mensen willen toch weten of zij volgend jaar en het daaropvolgende jaar nog hun personeel zullen kunnen betalen. Wat is uw houding met betrekking tot een onderhandeling voor de volgende jaren? Wat is voor de openbare ziekenhuizen de werkelijke kostprijs? Ik wil dit ook in een schriftelijke vraag herhalen.

 

Ik heb dit ook al aan minister Daerden gevraagd, maar ik krijg daarop geen antwoord, misschien ben ik niet meer in het bezit van de juiste lijn naar zijn kabinet.

 

Ik wou ook weten wat de kosten zijn – voor Vlaanderen weet ik het, via ICURO – voor Brussel en Wallonië, want daar zijn ook nog een aantal openbare ziekenhuizen. Hoe kunt u daaraan remediëren?

 

Mevrouw de minister, u hebt reeds in februari een hele bundel ontvangen op uw kabinet. Dezelfde bundel werd ook naar minister Daerden gestuurd. Die mensen zouden graag eens een afspraak maken over de problematiek, met u en uw kabinet.

 

03.04 Minister Laurette Onkelinx: Ten eerste, opdat de verhoogde werkgeversbijdragevoeten voor pensioenen voor statutair personeel in de openbare en private ziekenhuizen zouden kunnen worden gefinancierd, is, buiten het sociaal akkoord, een budgettaire fiche voor 2011 ingediend, om een bijkomend budget te verkrijgen, via het onderdeel B4 van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen. Die budgetaanvraag werd echter in het budgetconclaaf van oktober 2010 betreffende de nieuwe beleidsmaatregelen 2011 niet aangehouden. Bijgevolg is er niet in een budget voorzien.

 

Binnen het sociaal akkoord 2011 werd echter wel ongeveer 16 miljoen euro ter beschikking gehouden voor de openbare sector, waarvan ongeveer 7,5 miljoen euro voor de statutarisering, dat niet via een verhoging van onderdeel B4 van het budget van financiële middelen zal worden toegekend, maar wel via het Sociale Maribelfonds RSZPPO.

 

Ten tweede, voor 2012 zal opnieuw een aanvraag tot budgetverhoging worden opgesteld, met uw steun.

 

Ten derde, in de onderhandelingen betreffende het sociaal akkoord 2011 ligt het accent voor de openbare sector op de tewerkstellingsmaatregelen en op het handhaven van het aantal statutaire personeelsleden in de openbare ziekenhuizen.

 

Ten vierde, op basis van de gegevens van de RSZPPO betreffende de loonmassa 2010 en pensioenbijdragen voor 2010 naar rato van 37 % kan ik u volgende verdeling geven: Vlaanderen 88 140 132 euro, Wallonië 38 874 664 euro en Brussel 17 335 578 euro. Voor 2011 beschik ik niet over cijfergegevens betreffende de werkelijke kosten en zou ik u adviseren de vraag te richten aan mijn collega Daerden.

 

03.05  Maggie De Block (Open Vld): Mevrouw de minister, dank u voor uw antwoord.

 

Ik vrees dat het too little zal zijn. Ik zeg niet dat het too late is. Een en ander moet zeker zo snel mogelijk worden bekeken.

 

Ik vrees ook dat de visie om het aantal statutairen absoluut te behouden, essentieel verkeerd is en de toekomstmogelijkheden van de openbare ziekenhuizen ten zeerste hypothekeert.

 

Ik pleit er echt voor dat openbare ziekenhuizen blijven bestaan; zij hebben hun rol te spelen. Ikzelf heb als student gedurende drie jaar in Brusselse openbare ziekenhuizen zoals het Brugmann-, Sint-Pieter- en Bracopsziekenhuis stage gelopen en ken die ziekenhuizen goed. Daar is heel gemotiveerd personeel aan het werk. Daar moet u toch op het terrein misschien meer voeling mee krijgen, eventueel via uw partijgenoten.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Question de Mme Zoé Genot à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances, chargée de la Politique de migration et d'asile, sur "le travail illégal de nettoyage dans la restauration rapide" (n° 4345)

04 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, over "illegale tewerkstelling van schoonmaakpersoneel in de fastfoodsector" (nr. 4345)

 

Le président: Cette question était initialement adressée à Mme Milquet, mais les cabinets des deux ministres se sont entendus pour que Mme Onkelinx réponde.

 

04.01  Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, madame la ministre, le 28 avril 2011, divers médias ont relayé des contrôles des services d'inspection durant la nuit dans 15 Quick et McDonald's. Douze personnes auraient finalement été appréhendées parce qu'elles n'étaient pas déclarées par leur employeur, de même que cinq étrangers en séjour illégal.

 

Un long travail d'enquête a donc été réalisé. On s'est rendu compte que, même s'il s'agissait de sous-traitance, toutes ces entreprises utilisaient les mêmes sociétés de nettoyage. Le résultat est donc très positif.

 

Madame la ministre, quel est le bilan précis de cette opération?

Quels sont les services qui y ont participé?

 

Ces inspections auraient été amorcées à l'initiative de l'auditorat du travail de Bruxelles. Divers médias notent que "selon l'auditorat, ces franchisés devaient bien se rendre compte que le prix payé ne correspondait pas à la charge de travail réalisée." Cela nous renvoie au débat souvent abordé avec votre collègue de la responsabilité du donneur d'ordres. Quelle responsabilité pour ces franchisés?

 

Des infractions à la législation sociale auraient été constatées depuis 2007.

Quels contrôles ont-ils été effectués dans le passé? Avec quel suivi?

Pourquoi des entreprises en infraction continuaient-elles à sévir?

 

Le Conseil des ministres aurait discuté ce vendredi du plan d'action 2011 du Service d'information et de recherche sociale (SIRS), l'organisation coupole des services d'inspection sociale. Quels sont les grands objectifs de ce plan? Et les objectifs ponctuels?

 

Le SIRS entendrait également s'attaquer fermement à la fraude sociale organisée. Plusieurs cellules de soutien seraient créées à cet effet. Quels moyens humains et financiers supplémentaires sont-ils dégagés à cette fin? Comment sont-ils répartis?

 

L'inspection sociale aurait rapporté 78 millions en 2010. Une partie de ces moyens a-t-elle été affectée à ces services d'inspection, indispensables pour augmenter leurs effectifs?

 

04.02  Laurette Onkelinx, ministre: Chère collègue, l'opération de contrôle menée dans la nuit du 28 avril trouve son origine dans une enquête menée il y a plus de cinq ans par l'Inspection sociale du SPF Sécurité sociale auprès d'une société de nettoyage opérant dans de grandes chaînes de fast food dont les sièges d'exploitation étaient situés dans différents lieux du Nord du pays. Les très nombreuses infractions relevées à cette époque ont été transmises à l'auditorat du travail de Bruxelles étant donné que le siège social de l'entreprise de nettoyage en question était situé dans l'arrondissement judiciaire de Bruxelles. Entre-temps, cette entreprise a fait faillite.

 

L'auditorat de Bruxelles a demandé que de nouveaux contrôles soient effectués dans les fast foods, toujours dans l'optique de contrôler les entreprises de nettoyage qui y sont occupées, mais cette fois-ci dans l'arrondissement de Bruxelles. Plusieurs services d'inspection ont participé au contrôle du 28 avril 2011: l'Inspection sociale du SPF Sécurité sociale, l'Inspection régionale de l'Emploi de Bruxelles-capitale ainsi que l'Office des étrangers et la police locale et fédérale.

 

Au total, 15 fast foods ont été contrôlés afin d'interpeller le personnel de nettoyage, 36 travailleurs de trois entreprises de nettoyage ont été identifiés; 12 travailleurs n'avaient pas fait l'objet d'une Dimona, six travailleurs étaient occupés sans permis de travail dont cinq sans permis de séjour valable depuis plus de trois mois. Un travailleur a été considéré comme étant victime de traite d'êtres humains.

 

Par ailleurs, la responsabilité civile et pénale des sociétés de fast food franchisées ainsi que de la maison-mère fait actuellement l'objet d'une enquête.

 

Le plan stratégique du SIRS validé par le Conseil des ministres le 29 avril prévoit des actions pour renforcer la lutte contre le travail non déclaré, notamment dans des secteurs à risque comme le nettoyage, la construction ou l'horeca, contre la fraude transfrontalière et la fraude sociale organisée qu'on retrouve également dans le secteur du nettoyage, plus particulièrement sous la forme de faux assujettissements en vue d'obtenir indûment des allocations sociales telles qu'en matière de chômage, maladie-invalidité ou allocations familiales.

 

Ce plan stratégique veut aussi organiser un meilleur suivi des informations communiquées par la cellule de traitement des informations financières et recherche également un renforcement de la collaboration internationale entre les services d'inspection.

 

Le plan stratégique du SIRS est exécuté en fonction des moyens disponibles existant au sein des différents services d'inspection. Aucun moyen humain ou financier supplémentaire n'est prévu actuellement.

 

Enfin, les régularisations effectuées par les services d'inspection sont recouvrées par les institutions publiques de sécu compétentes et, de ce fait, entrent dans la gestion globale de la sécurité sociale.

 

Le financement des services d'inspection n'est pas assuré par tout ou partie des 78 millions d'euros évoqués.

 

04.03  Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, madame la ministre, il me semble intéressant de constater des suivis à long terme, malgré les tentatives de certaines sociétés de provoquer des faillites ou autres systèmes pour les éviter. C'est du beau travail!

 

Le travail de collaboration entamé me paraît également intéressant. De telles collaborations et de tels partenariats nécessitent pourtant des moyens sans lesquels il est impossible de se trouver sur le terrain et d'établir des collaborations ou échanges d'informations. Il serait donc intéressant d'identifier des moyens supplémentaires affectés à la gestion globale de la sécu dans ce domaine.

 

Dans quelques mois, je reviendrai donc avec une question plus précise sur cet aspect.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La réunion publique de commission est levée à 11.30 heures.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.30 uur.