Commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique

Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt

 

du

 

Mardi 26 avril 2011

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 26 april 2011

 

Namiddag

 

______

 

 


De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 15.50 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Ben Weyts.

Le développement des questions et interpellations commence à 15.50 heures. La réunion est présidée par M. Ben Weyts.

 

01 Vraag van de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de terugkeervlucht naar Kosovo en de coördinatie van het terugkeerbeleid" (nr. 3941)

01 Question de M. Theo Francken au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "le vol retour vers le Kosovo et la coordination de la politique de retour" (n° 3941)

 

01.01  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik heb een vraag ingediend over de terugkeervlucht naar Kosovo, die u enkele weken geleden hebt aangekondigd, en over de coördinatie van het terugkeerbeleid.

 

U hebt met het nodige mediagedruis aangekondigd dat er een terugkeervlucht naar Kosovo zou komen, omdat de instroom blijft toenemen en het erkenningspercentage van asielzoekers uit Kosovo erg laag is.

 

Mijnheer de staatssecretaris, ik heb ter zake een aantal vragen.

 

Ten eerste, wanneer vertrekt voornoemde vlucht? Wat is het vluchtschema? Hoeveel passagiers zullen op het vliegtuig zitten? Hoeveel uitgeprocedeerde en hoeveel in procedure zijnde asielzoekers zullen op het vliegtuig zitten?

 

Welke luchtvaartmaatschappij zal de vlucht verzorgen of betreft het een legertoestel? Ik heb ondertussen begrepen dat het met een Airbus zou zijn.

 

Ten tweede, onder welke bevoegdheid valt de operatie, onder de bevoegdheid van Fedasil of van de DVZ? Was er overleg tussen beide instanties? Waarom niet of waarom wel?

 

Ten derde, klopt het dat sinds enige maanden zoiets bestaat als een coördinatiegroep Terugkeer onder leiding van de eerste minister? Hoe verloopt de werking van voornoemde groep? Wie maakt deel uit van de groep? Wat zijn de resultaten?

 

U zal dit wel weten, maar ik verwijs ter zake vooral naar mijn voorstel tot het oprichten van een taskforce Terugkeer. Mevrouw Lanjri verklaarde op een bepaald moment dat een dergelijke taskforce niet nodig is, omdat iets dergelijks bestaat.

 

Wat bestaat er dan juist? Hoe vaak komt de taskforce samen? Wie maakt er deel van uit?

 

Ten vierde en ten slotte, plant u nog dergelijke vluchten naar de Balkan? Zo ja, waarheen gaan de bedoelde vluchten en wanneer gaan ze door? Zo neen, waarom plant u geen dergelijke vluchten?

 

Ik dank u voor uw antwoord.

 

01.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Francken, ik zal u de volgende informatie niet geven.

 

Het is waar dat een collectieve vlucht met als bestemming de Balkan wordt voorbereid. Ik zal u natuurlijk na de vlucht de nodige informatie geven. Ik zal u een verslag geven over het aantal passagiers, over de procedure en over de manier waarop wij de vlucht hebben georganiseerd. Ik zal zulks echter pas na de vlucht doen.

 

Ik wil alle kansen geven aan die vlucht. Daarom zal ik zeker de datum, noch de personen, noch de aantallen, van tevoren melden.

 

Voor het grootste deel wordt dat door mijn administratie georganiseerd, vooral bij DVZ.

 

Het klopt dat er een coördinatie bestaat voor de terugkeer, maar ook voor alle andere elementen inzake migratie en de opvangbevoegdheid van de premier. Wij hebben redelijk veel vergaderingen, die georganiseerd worden door de premier, om al die elementen te coördineren qua verwijdering, maar dus ook inzake al die andere elementen van de procedure. Er is daarvoor geen precies moment; het gaat niet om één vergadering per maand, bijvoorbeeld, maar we vergaderen wel redelijk vaak.

 

Plan ik nog dergelijke vluchten? Dienaangaande hebt u nog een andere vraag ingediend.

 

01.03  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, enerzijds kan ik begrijpen dat u daar niet veel over wil melden, omdat u niemand wakker wil schudden zodat die daarover vragen zou stellen. Anderzijds, ik heb daarover niet gecommuniceerd. U hebt zelf gecommuniceerd dat u een terugkeervlucht naar Kosovo zou organiseren. Nu begrijp ik dat die vlucht naar de Balkan gaat, dus hij zal misschien niet alleen in Kosovo stoppen, maar naar ik aanneem ook in andere Balkanlanden. U zegt dat u dat allemaal niet wil melden om die vlucht niet in het gedrang te brengen, maar dan had u daarover misschien beter ook niet gecommuniceerd voordat die vlucht vertrok. In die zin heb ik daar toch mijn bedenkingen bij.

 

Van de andere kant: geen probleem. Ik ben elke week paraat. Ik zal daarover nog wel een vraag stellen als de vlucht heeft plaatsgevonden, maak u daarover geen zorgen. Ik zal er zeker op terugkomen.

 

Dan kom ik tot de coördinatiegroep Terugkeer. U zegt dat er geregeld samengekomen wordt. Mijn vraag was toch net iets concreter. Wie zit daar juist in? Wie neemt eraan deel? Kent die groep een vaste samenstelling? Hoe vaak komt die groep samen?

 

Ik vraag u dat om de volgende reden. Ik ben niet zozeer geïnteresseerd in de agenda van uw kabinetsleden, maar wel in de vraag of het klopt wat mevrouw Lanjri beweert, namelijk dat die taskforce Terugkeer eigenlijk niet opgericht moet worden omdat die al zou bestaan. Ik vraag mij af of dat klopt, of die inderdaad al bestaat. Graag zou ik een vergelijking kunnen maken tussen het ene en het andere, wat ik in mijn voorstel van resolutie heb geschreven en ingediend, samen met heel wat collega’s uit het Parlement. Ik wil nagaan of zoiets al bestaat, waardoor hetgeen wij vragen, misschien minder urgent is.

 

01.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Klopt het dat er zoiets bestaat als een coördinatiegroep Terugkeer onder de begeleiding van de premier? Ja. Hoe verloopt dit? Het is de premier die uitnodigt en soms vragen wij om samen te komen. Wie zit hierin? Dat hangt van de materie af. Wanneer het gaat over de verwijdering van gedetineerden, dan wordt Justitie erbij geroepen. Wanneer het gaat over een escorte, dan hebben wij een vergadering met Binnenlandse Zaken. Soms hebben wij ook contact met Buitenlandse Zaken inzake identificatie en readmissieakkoorden. Het hangt dus een beetje af van het thema van de vergadering.

 

Wat zijn de resultaten? Bijvoorbeeld voor de escortes hebben wij reeds resultaten geboekt. Over de gedetineerden zullen wij heel vlug een akkoord hebben. Over de terugkeerrichtlijn hebben wij ook verschillende kabinetten samengeroepen. Het readmissieakkoord met Kosovo zal in mei eindelijk worden getekend. Soms hebben wij er Defensie bijgeroepen voor de vluchten en de vliegtuigen. Het hangt dus af van de thema’s.

 

Ik vond het ook belangrijk dat ik, wanneer ik in Kosovo was, ook daar kon zeggen dat er een vlucht zou worden georganiseerd. Daarom heb ik het op dat moment gezegd.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

02 Question de Mme Zoé Genot au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "la collaboration entre Fedasil et l'Office des Étrangers" (n° 3969)

02 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de samenwerking tussen Fedasil en de Dienst Vreemdelingenzaken" (nr. 3969)

 

02.01  Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Monsieur le secrétaire d'État, dans l'entretien avec La Libre Belgique qui a été publié le 5 avril, je lis que vous allez identifier en Belgique le plus possible de Kosovars afin de les expulser et que pour ce faire, vous comptez sur la collaboration avec Fedasil qui, depuis la mi-mars, vous transmet des listes des personnes déboutées hébergées dans les centres d'accueil.

 

Vous précisez que Fedasil a tendance à être réticente à transmettre ces listes pour des raisons de respect de la vie privée, mais que l'état d'esprit est en train d'évoluer.

 

Monsieur le secrétaire d'État, quelles données précises sont-elles transférées par Fedasil à l'Office des étrangers?

 

Quelle est la base juridique de ces transferts de données? L'Office des étrangers a-t-il obtenu l'autorisation de la Commission de protection de la vie privée pour la transmission de telles données privées?

 

Sont-elles transférées par les centres ouverts directement vers l'Office des étrangers ou bien via le siège central de Fedasil?

 

Les résidents sont-ils prévenus de l'usage qui est fait des données les concernant? Ont-ils pu donner leur accord?

 

Qu'est-ce qui justifie que "l'état d'esprit est en train d'évoluer" vis-à-vis de garanties concernant la vie privée des résidents?

 

02.02  Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Madame Genot, nous travaillons activement à une meilleure collaboration entre l'Office des étrangers et Fedasil. On vient encore d'en parler lors de l'analyse du budget.

 

Ces deux administrations ont des compétences distinctes et complémentaires qui interviennent à différentes périodes du trajet du demandeur d'asile en Belgique.

 

J'ai dans mes compétences l'examen des demandes de protection et de séjour mais aussi l'éloignement. Mon collègue Courard a dans ses compétences l'accueil des demandeurs d'asile. À cet égard, nous nous sommes engagés à traiter en priorité les demandes de séjour des personnes qui sont accueillies au sein des centres d'accueil de Fedasil afin qu'elles soient rapidement informées et que l'accueil ne se prolonge pas trop longtemps.

 

Fedasil nous transmet, via le siège central ou via des partenaires, des listes de personnes qui ont une demande pendante auprès de l'Office des étrangers. Les personnes concernées ont dû marquer leur accord pour que leur nom soit transmis à l'Office des étrangers.

 

Il est également important que nous puissions collaborer, dans le cadre du retour, puisque environ 75 % des demandeurs d'asile accueillis par Fedasil reçoivent une décision négative et doivent quitter le territoire.

 

Comme déjà dit précédemment, je souhaite renforcer la politique du retour en Belgique. Pour ce faire, je souhaite mettre l'accent sur le retour volontaire, mais également sur le retour forcé si les personnes ne s'inscrivent pas pour ce retour volontaire. C'est pourquoi nous avons conclu un protocole d'accord avec Fedasil relatif au retour des familles avec mineur. Les personnes sont invitées à se présenter au dispatching où elles rencontrent quelqu'un de l'Office des étrangers pour que l'information sur l'identification et le lieu de séjour soit transmise directement à l'intéressé.

 

Nous travaillons également à un trajet de retour pour les autres publics accueillis par Fedasil.

 

Pour l'instant, les informations sont transmises directement par les personnes concernées à l'Office des étrangers ou avec leur consentement. Nous souhaitons avoir accès à la banque de données de Fedasil puisque les informations reprises dans nos registres d'attente ne sont pas suffisamment actualisées pour nous permettre de mener nos missions correctement, dont notamment délivrer personnellement aux demandeurs les décisions concernant leurs demandes.

 

Les résidents seront bien entendu informés que les données les concernant qu'ils communiquent à Fedasil pourront également être consultées par l'Office des étrangers.

 

Par ailleurs, fin 2010, nous avons demandé l'avis de la Commission de protection de la vie privée. Nous espérons recevoir une réponse positive à cet égard. Ce point a également été discuté en kern le 8 avril dernier et un consensus s'est dégagé pour que cet accès puisse être accordé le plus rapidement possible.

 

J'insiste: il s'agit de demander que l'Office des étrangers communique, le plus rapidement possible, les résultats d'une procédure que les personnes ont elles-mêmes introduite. Ils sollicitent un droit de séjour ou une reconnaissance de statut de réfugié en Belgique; nous désirons leur communiquer la décision. Il ne me semble pas anormal que les instances belges veuillent s'adresser directement à la personne pour lui communiquer la décision pour laquelle elle a personnellement introduit une demande.

 

02.03  Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, je suis un peu étonnée: dans l'article, vous dites que vous commencez à recevoir des données depuis la mi-mars, mais vous venez de nous dire attendre l'avis de la Commission de protection de la vie privée.

 

02.04  Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Ces sont deux choses différentes. Nous recevons des listes concernant les personnes en centres ouverts. Nous avons besoin de savoir qui elles sont pour pouvoir traiter leur 9bis ou 9ter plus rapidement. Nous devons également savoir où nous devons communiquer les ordres de quitter le territoire. Si des personnes sont en centre, en ILA ou dans une commune, nous avons besoin de leur adresse pour pouvoir leur communiquer l'ordre de quitter le territoire. C'est sur ce deuxième élément que nous avons demandé l'avis de la Commission de protection de la vie privée.

 

02.05  Zoé Genot (Ecolo-Groen!): La grande crainte est que la confiance entre Fedasil et les accueillis soit cassée, que les gens aient peur de Fedasil et s'enfuient.

 

Il y a eu des tentatives d'expulser directement les gens à partir des centres et la confiance a été cassée.

 

Il faut faire attention au fait que les informations circulent pour que les personnes soient informées et puissent suivre l'évolution de leur procédure. Je pense que c'est déjà le cas mais si on veut faire de Fedasil le bras de l'Office, cela me paraît nettement plus problématique.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van de heer Siegfried Bracke aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de overbelasting van de sociale bijstand door EU-burgers in Gent" (nr. 3922)

03 Question de M. Siegfried Bracke au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "la surcharge de travail pour les services d'assistance sociale à Gand en raison de l'afflux de citoyens de l'UE" (n° 3922)

 

03.01  Siegfried Bracke (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik wil u een aantal vragen stellen met als aanleiding een uitzending op Canvas, geconcentreerd in Gent, mij zoals u weet niet ongenegen. De sprekende titel was “Bulgarije aan de Leie”. De boodschap van die uitzending was dat volgens de burgemeester van Gent, de heer Termont, het water de sociale hulpverlening bij wijze van spreken aan de lippen staat, omdat ze de instroom van EU-burgers uit het voormalige Oostblok, vooral Bulgarije en Tsjechië, niet meer kan bolwerken. Het gaat dan vooral om Roma, die daar eigenlijk door mensenhandelaars en koppelbazen naartoe worden gezonden voor schijnbetrekkingen. Daarbij gokken ze eigenlijk op een deel van de OCMW-uitkeringen. Dat is natuurlijk deels een lokaal probleem. Lokaal beslist men immers wie op basis van bijlage 8 verblijfsrecht krijgt, en wie daaraan gekoppeld conform bijlage 19 OCMW-steun geniet. Nu blijkt ook dat er een verschil is tussen Antwerpen en Gent wat dat betreft. Dat is het lokale deel.

 

De burgemeester van Gent zei voorts in de reportage – daarom heb ik u aangesproken – dat hij het slachtoffer is van een te sociaal beleid en stelde ook voor om een spreidingsplan over het gehele land in werking te laten treden om op die manier vanzelfsprekend de druk in Gent wat weg te nemen.

 

Ten eerste, bent u of uw collega Courard daarover al gecontacteerd? Hebt u oren naar dat plan en die verzuchting?

 

Ik heb ook begrepen dat volgens artikel 40ter van de vreemdelingenwet de mogelijkheid bestaat om het verblijfsrecht van EU-burgers in te trekken. Het gaat dan om EU-burgers die “een onredelijke belasting vormen voor het socialebijstandstelsel van het Rijk”. Wat constateert men? Ondanks die mogelijkheid noteren we amper intrekkingen. Bovendien heeft men ook geen zicht op de personen over wie het gaat, omdat er in feite sprake is van manke informatiedoorstroming. Ik verklaar mij nader. Blijkbaar is er een akkoord tussen uw diensten enerzijds en de POD Maatschappelijke Integratie anderzijds. Daarmee heeft men beslist om de Dienst Vreemdelingenzaken toegang te geven tot de sociale kruispuntbank, maar alleen voor studenten. Vanzelfsprekend zijn de grootste groep leefloonmigranten, als ik ze zo mag noemen, geen studenten. Doordat die informatie niet doorstroomt, kunnen ze bijgevolg niet getraceerd worden.

 

Ten tweede, erkent u het probleem dat er sprake is van een onredelijke belasting volgens artikel 40ter?

 

Ten derde, kan de Dienst Vreemdelingenzaken dat probleem aanpakken door een betere informatiedoorstroming tussen de dienst en de OCMW’s?

 

Zo ja, kunt u mij dan uitleggen waarom er van dat artikel zo weinig gebruik wordt gemaakt en waarom er dus zo weinig sprake is van intrekkingen?

 

Ik lees dat in 2009 – ik verwijs ter zake n            aar het jaarverslag – van amper 61 gevallen sprake is geweest.

 

Hoe kan de informatiedoorstroming worden verbeterd? Ik heb alle begrip voor het beroepsgeheim, maar moet er in voorliggend geval geen sprake zijn van een gedeeld beroepsgeheim?

 

Waarom wordt de toegang tot de sociale kruispuntbank niet uitgebreid naar EU’ers die als werkzoekende, werknemer of zelfstandige worden ingeschreven? Bent u met andere woorden bereid een ruimere toegang tot de sociale kruispuntbank te overwegen?

 

Ik dank u nu alvast voor uw antwoord.

 

03.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Het is alvast interessant dat de heer Termont heeft gepleit voor een spreidingsplan, maar dat stond niet in de vraag die u hebt ingediend.

 

De vreemdelingenwet bepaalt in artikel 42bis dat DVZ het verblijf kan beëindigen indien de EU-burger een onredelijke belasting vormt voor het socialezekerheidsstelsel. Dat geldt echter enkel voor EU-burgers die naar België komen als bezitter van voldoende bestaansmiddelen.

 

De categorie van EU-burgers waarnaar u verwijst en die naar België komen om te werken als werknemer, zelfstandige of werkzoekende kunnen hun verblijfsrecht alleen verliezen wanneer zij niet meer voldoen aan de voorwaarden van hun eigen statuut. Het ontvangen van OCMW-steun betekent voor hen niet automatisch dat het verblijf zal worden ingetrokken. EU-burgers worden immers beschermd door de EU-richtlijnen en DVZ heeft slechts weinig manoeuvreerruimte achteraf. Zo behouden EU-werknemers bijvoorbeeld tijdelijk hun statuut bij OCMW-steun in geval van onvrijwillige werkloosheid.

 

Ik benadruk dat er voor de toekenning van het verblijfsrecht wel streng kan worden opgetreden op lokaal niveau. Zo kan de gemeente, die autonoom het verblijfsrecht van meer dan drie maanden toekent, bij twijfel over de voorgelegde documenten, bijvoorbeeld een werkgeversattest, DVZ contacteren om eventueel in overleg met de sociale-inspectiediensten de echtheid te controleren.

 

Het OCMW is bovendien niet zomaar verplicht om steun te geven, maar kan volgens de criteria van de OCMW-wetgeving controleren of de aanvrager bijvoorbeeld wel werkbereid en behoeftig is. Dat gebeurt steeds meer in verschillende OCMW’s die een fraudecel hebben opgericht.

 

Bovendien kunnen EU-burgers, zoals in onze buurlanden, gedurende de eerste drie maanden van hun verblijf worden uitgesloten van OCMW-steun. Dat vereist weliswaar een wijziging van de OCMW-wet, waarvoor mijn collega Courard bevoegd is.

 

DVZ heeft in 2010 meer dan 300 verblijfsvergunningen van EU-burgers ingetrokken dankzij een betere opvolging van de dossiers en een betere samenwerking met de lokale besturen. In 2009 waren dat er maar 59.

 

Voor een efficiënte informatiedoorstroming is DVZ echter afhankelijk van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Het beroepsgeheim van de OCMW’s verhindert immers dat zij die gegevens rechtstreeks meedelen aan DVZ.

 

Het gedeelde beroepsgeheim biedt hier geen oplossing, omdat de cliënt hiervan op de hoogte moet zijn en zijn toestemming moet geven. Momenteel heeft DVZ effectief toegang tot de gegevens over OCMW-steun aan EU-studenten en over de registratie van werknemers. De Privacycommissie heeft aan DVZ toestemming gegeven om de gegevens over OCMW-steun te consulteren voor alle EU-onderdanen die voldoende bestaansmiddelen dienen aan te tonen, alsook om de gegevens uit het algemeen repertorium voor de zelfstandigen te raadplegen.

 

Daarnaast werd zeer recentelijk, op 5 april 2011, de toestemming verkregen om de gegevens over OCMW-steun te consulteren voor alle EU-burgers die zelfstandige werknemers en werkzoekend zijn. Zodra de ICT-applicatie volledig ontwikkeld is, zal DVZ dan ook achteraf een veel efficiëntere controle kunnen uitvoeren.

 

03.03  Siegfried Bracke (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord, al moet ik zeggen dat het mij voor een deel een vicieus antwoord lijkt, in die zin dat het een voortdurende herhaling is van dezelfde redenering, waarbij u natuurlijk noodgedwongen voortdurend in cirkels draait. U zegt dat het artikel 40ter effectief kan worden toegepast, maar het kan alleen worden toegepast – zo heb ik u begrepen – op personen die voldoende bestaansmiddelen hebben.

 

De discussie gaat er natuurlijk om dat die mensen hier aankomen, zogezegd met voldoende bestaansmiddelen, hier heel tijdelijk tewerkgesteld worden en vervolgens natuurlijk zogezegd ontslagen worden. Dan ontstaat het probleem. U zegt dat het verblijfsrecht alleen kan worden ingetrokken als zij niet voldoen aan de voorwaarden. Dit is de kern van het probleem: na een heel korte tijd voldoen zij niet meer aan de voorwaarden waarmee zij zijn binnengekomen. Dat is net het probleem. U beantwoordt dus eigenlijk het probleem door het probleem nog eens op te halen.

 

U zegt dat men streng kan zijn op lokaal niveau. Begrijp ik dan goed dat uw impliciete les voor Gent is dat men op lokaal niveau wel een beetje strenger had moeten zijn en dat men bijgevolg dan niet met de problemen zou zitten waarmee men vandaag te maken krijgt? U zegt ook dat men de echtheid van de papieren kan controleren. Het OCMW kan strenger zijn. Ik heb de indruk dat men daar in Gent mee begonnen is, maar het heeft natuurlijk veel minder met papieren te maken en veel meer met de werkelijkheid.

 

Het beroepsgeheim is nog zoiets. Dat kan alleen met toestemming van de cliënten. Ik neem aan dat het systeem zo is, maar u zult natuurlijk begrijpen dat dat echt de wereld op zijn kop is. Aan personen vragen die een kans maken om als misbruiker te worden gekwalificeerd of zij gecontroleerd mogen worden, dat is natuurlijk de wereld op zijn kop.

 

Maar goed, ik neem akte van uw antwoord. Het is niet onbelangrijk dat men dat ook in Gent weet.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van de heer Tanguy Veys aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de ondersteuning van een infonamiddag omtrent regularisatie" (nr. 4035)

04 Question de M. Tanguy Veys à la ministre de l'Intérieur sur "le soutien apporté à une après-midi d'information consacrée au thème des régularisations" (n° 4035)

 

04.01  Tanguy Veys (VB): Mijnheer de staatssecretaris, de aanleiding van mijn vraag is een activiteit die recent heeft plaatsgevonden. Ik toon u de Nederlandstalige versie van de affiche met als titel “Regularisatie, aanbevelingen en rechten”. Deze actie werd op zondag 24 april 2011 in Brussel georganiseerd door de vzw Abraço die zich vooral richt tot de Portugese migranten in België, zoals zij zelf omschrijven “in een onregelmatige of precaire situatie”. Dit sluit aan bij de problematiek die hier net is aangehaald in verband met het verblijf van EU-burgers. De infosessie werd zowel in het Portugees als in het Frans gegeven, gelet op het publiek waarop de vzw Abraço zich richt.

 

In het middenveld zijn nog verenigingen actief die zich richten tot de helaas nog groeiende groep illegalen en mensen die zich bevinden op het traject van de uitgeprocedeerde asielzoekers, die in de illegaliteit zijn verzeild geraakt of hopen op een regularisatie. Vzw Abraço is een van de organisaties die zich tot hen richten. Men kan daarbij al dan niet zijn persoonlijke appreciatie hebben, ter zake is het duidelijk waarvoor Abraço staat. Op hun Franstalige website staat voldoende duidelijk dat zij de nodige ondersteuning bieden aan mensen van wie wij als overheid van oordeel zijn dat hun aanvraag afgerond is en zij geen verblijfsvergunning krijgen. Tot daar hun activiteit.

 

Ik stel tegelijk ook vast dat de overheid hand- en spandiensten verleent door duidelijk aanwezig te zijn. Dat zorgt voor een legitimatie. Ik heb het dan nog niet over de ondersteuning door de Koning Boudewijnstichting. Van de Dienst Vreemdelingenzaken was Freddy Roosemont daar aanwezig. Dat is een absurde situatie. Die vzw zorgt ervoor dat de problemen waarmee wij als overheid worden geconfronteerd, nog groter en complexer worden. Nu participeert de overheid actief door mee die situatie te veroorzaken.

 

U houdt mee toezicht op de werking van de Dienst Vreemdelingenzaken. Betekent het feit dat de Dienst Vreemdelingenzaken aan deze infonamiddag heeft meegewerkt, dat hij achter het opzet en de organisatie staat?

 

Wat was de motivatie om daaraan mee te werken?

 

Welke maatregelen werden er vooraf genomen?

 

04.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Veys, in de eerste plaats wil ik bevestigen dat ik de beslissing van DVZ om op deze infosessie aanwezig te zijn ten volle steun.

 

Het doel van de aanwezigheid van de directeur-generaal als gastspreker was niet om tips te geven hoe de vreemdelingenwet te omzeilen, maar was van een heel andere orde. Het eerste doel was namelijk de aanwezige Brazilianen op correcte wijze voor te lichten over de Belgische verblijfsprocedures en de werking van de administratie bij de behandeling van de regularisatiedossiers.

 

Het tweede doel was, gelet op het hoge aantal illegale Brazilianen in België, de noodzakelijke relaties met de Braziliaanse overheden aan te halen, en het derde doel een bijkomende ondersteuning te bieden aan het lopende project om de economische uitbuiting van Braziliaanse bouwvakkers in de bouwsector tegen te gaan.

 

Inzake de eerste en de laatste doelstelling ben ik formeel. Het is precies omdat malafide personen zoals mensenhandelaars, foutieve signalen sturen naar Braziliaanse onderdanen dat velen onder hen in onregelmatige arbeidscircuits terechtkomen en het slachtoffer worden van mensenhandel. Wij moeten hiertegen optreden door de vigerende en correcte verblijfsreglementering uit te leggen.

 

U moet bovendien weten dat er een preventieproject heeft plaatsgehad, gefinancierd met het preventiebudget van DVZ, om potentiële slachtoffers van mensenhandel via informatie weerbaarder te maken.

 

In het verlengde hiervan vindt volgende maand overigens een workshop plaats in Brazilië met als doel de samenwerking tussen de overheidsdiensten van beide landen op te drijven.

 

Inzake de tweede doelstelling kan ik verduidelijken dat er bij een verwijderingsbeleid twee landen betrokken zijn, het land van bestemming en het land van herkomst. Om samenwerking te bevorderen, is een goede relatie, met in dit geval Brazilië, van groot belang.

 

Indien organisaties de Belgische vreemdelingenwet en het Belgisch vreemdelingenbeleid op correcte wijze wensen te verduidelijken, zie ik niet in wat DVZ tegen een dergelijke activiteit kan hebben.

 

04.03  Tanguy Veys (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik wil u erop wijzen dat door de medewerking een onduidelijke situatie ontstaat, waarbij men dergelijke initiatieven legitimeert en waardoor DVZ mee aan de basis ligt van de bestendiging van een situatie waarin mensen via een illegaal circuit naar ons land komen.

 

In deze gaat het vooral om mensen uit Brazilië. Op die wijze liggen wij zelf mee aan de basis van een probleem waartegen het beleid moet optreden. Wij creëren en bestendigen een probleem waartegen wij moeten optreden.

 

Ik ben van oordeel dat het signaal vanuit DVZ niet zozeer moet zijn te waken over misbruiken – de mensensmokkel moet evenzeer worden aangepakt –, maar dat de instroom moet worden gestopt. Ik meen dat het stopzetten van die instroom zeker niet een van de doelstellingen is van de betrokken vzw Abraço.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "eventuele maatregelen tegen de nieuwe asielpiek" (nr. 4067)

05 Question de Mme Nahima Lanjri au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "les mesures éventuelles pour contrer la nouvelle augmentation de demandes d'asile" (n° 4067)

 

05.01  Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb deze vraag enkele weken geleden opgesteld, naar aanleiding van het toenemend aantal vluchtelingen dat werd vastgesteld. Wij weten dat deze toename een zwaardere belasting van de asielinstanties betekent. In de bespreking hebben wij gelukkig van u vernomen dat u het systeem wilt versterken.

 

De toename van het aantal vluchtelingen betekent uiteraard een extra belasting voor het opvangnetwerk. Ik hoor net van collega Francken dat men een aantal mensen een bevel van niet-toewijzing moest geven. Met andere woorden: de opvang is opnieuw vol. Ik hoop, mijnheer de minister, dat men heel dringend bijkomende maatregelen kan treffen om te vermijden dat mensen ofwel op straat terechtkomen, ofwel dwangsommen proberen af te dwingen, of dat er opnieuw hotels in gebruik moeten worden genomen.

 

Mijn vragen zijn de volgende.

 

Wij stellen opnieuw een ernstige stijging vast van de achterstand bij het Commissariaat. Welke maatregelen zult u nemen om het aantal beslissingen door de asielinstanties te verhogen?

 

Worden er nieuwe ontradingscampagnes in het buitenland gepland om vooral aan de instroom te werken en het aantal vluchtelingen naar ons land te beperken?

 

Zijn alle bijkomende krachten waartoe de regering besliste in oktober 2010 reeds aan het werk ter versterking van de asielinstanties, zowel bij het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen als bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen en de Dienst Vreemdelingenzaken?

 

Zijn er mensen die naar aanleiding van die beslissing nog in dienst moeten worden genomen? Wat is het effect van die aanwervingen?

 

Misschien kunt u ook zeggen wanneer de mensen in dienst genomen worden die aangetrokken werden via de bijkomende maatregelen die onlangs genomen zijn door de regering? Ik neem aan dat die mensen op een week of twee niet allemaal in dienst genomen kunnen worden. Op welke termijn zullen de bijkomende mensen wier aanwerving onlangs door de regering beslist is, in dienst worden genomen?

 

05.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Op de Ministerraad van 8 april heb ik een reeks maatregelen voorgesteld die het migratie- en asielbeleid nog efficiënter moet maken. Deze maatregelen moeten een antwoord geven op de structurele stijging van asielaanvragen waarmee de West-Europese landen, waaronder België, geconfronteerd worden.

 

Er is bijvoorbeeld een stijging van 39 % in Duitsland; dat wist ik niet. Voor België is dat 16 % en voor Frankrijk 13 %. De maatregelen in kwestie zijn gebaseerd op preventie, snelle afhandeling van dossiers en efficiënte verwijdering, dat weet u.

 

Preventie. België verleent geen asiel om economische redenen. In bepaalde landen is dit soms de belangrijkste reden die mensen ertoe aanzet om asiel te komen aanvragen in België. Deze procedure is gedoemd te mislukken. Voor bepaalde nationaliteiten geldt dit voor vrijwel 100 % van de dossiers. Het is dan ook noodzakelijk om de preventiecampagne op te voeren, teneinde de bevolking ter plaatse degelijk in te lichten. Het doel is de mensen te ontraden naar België te migreren. Er wordt in een bijkomend budget van 600 000 euro voorzien voor preventie. De in dit kader geplande maatregelen zullen genomen worden in overleg met de minister van Ontwikkelingssamenwerking. Ik heb onlangs een ontradingsmissie uitgevoerd in Kosovo. Momenteel bekijk ik de opportuniteit van een gelijkaardige missie, vooral naar Guinea.

 

Wat de snellere afhandeling van de aanvragen betreft, 125 bijkomende personen worden aangeworven door de asielinstanties – 70 voor RvV en 55 voor CGVS – om de aanvragen sneller te behandelen. Tien artsen zullen op korte termijn worden aangeworven, plus de vijf van oktober 2010, bij DVZ om ook de aanvragen tot verblijfsregularisatie wegens ziekte nog sneller te kunnen behandelen. De snelheid waarmee het dossier wordt afgehandeld, is essentieel, zowel voor de asielzoeker als voor België. Voor de eerste heeft een snelle informatieverstrekking een positief effect op zijn terugkeer op korte termijn. Voor België zorgt een snelle afhandeling voor een vermindering van de werklast voor de administratie en de opvangstructuren.

 

Wat de in 2010 gevraagde aanwervingen betreft: voor DVZ, dienst Asiel en dienst Regularisaties, werden deze aanwervingen uitgevoerd. De aanwerving van personeel met het oog op de verhoogde capaciteit van de gesloten centra is nog niet uitgevoerd omwille van de opgelopen vertraging betreffende de geplande uitbreidingen. De voor het CGVS toegestane aanwervingen, dus de 36 dossierbeheerders en de 5 administratieve assistenten, werden uitgevoerd. Het personeel trad in dienst in januari en februari. De dossierbeheerders volgen een opleiding van drie maanden zodat ze nu geleidelijk aan operationeel worden. Hetzelfde geldt voor de 10 attachés die werden aangenomen door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Helaas zijn die aanwervingen onvoldoende om het hoofd te bieden aan de nieuwe stijging van de aanvragen. Daarom hebben wij de nieuwe maatregelen genomen.

 

Wat de verwijderingen betreft, 12 personen – 6N en 6F – werden aangenomen om de gemeenten te sensibiliseren inzake het belang van de snelle afgifte van bevelen om het grondgebied te verlaten en om de betrokken personen bewust te maken van de opportuniteit van een vrijwillige terugkeer. Het doel is om de betekening van het BGV en de informatie betreffende de vrijwillige terugkeer gelijktijdig te bezorgen, de aanvrager snel in te lichten betreffende de gevolgen van de beslissing en hem bewust te maken van de mogelijkheid om zelf terug te keren naar zijn land van herkomst met, indien gewenst, ondersteuning van de Internationale Organisatie voor Migratie. Vrijwillige terugkeer geniet immers steeds de voorkeur op de gedwongen terugkeer: het is humaner en minder duur.

 

In geval van weigering dient snel te worden overgegaan naar de gedwongen terugkeer onder escorte. Hiertoe zal het aantal politie-escortes voor gedwongen terugkeer worden opgetrokken van 3 naar 5 per dag. Bijkomende plaatsen in gesloten centra zijn voorzien voor juni of juli.

 

Om efficiënt te werk te gaan, dient het asielbeleid te worden gecoördineerd, in het bijzonder voor het terugkeerbeleid, waarin een groot aantal actoren een rol spelen. De samenwerking met Justitie en Binnenlandse Zaken zal worden versterkt, met name voor de rechtstreekse verwijdering vanuit de gevangenis voor Justitie.

 

05.03  Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, ik wil u bedanken voor uw uitgebreid antwoord. Ik wil er ook op aandringen om in samenwerking met uw collega van Buitenlandse Zaken die ontradingscampagnes in het buitenland regelmatig te herhalen. Ik denk dat enkel herhaling op termijn effect heeft.

 

Ik stel vast dat nog niet alle mensen die bij DVZ moesten worden aangeworven in dienst konden treden omwille van de vertraging die is opgetreden in verband met de uitbreiding van de gesloten centra. Ik hoop dat dit zo snel mogelijk kan gebeuren, zodat wij die vertraging kunnen inhalen.

 

Ten slotte hoop ik dat de nieuwe maatregelen die de regering op 8 april heeft genomen, op zeer korte termijn kunnen worden gerealiseerd. Ik hoop dat die mensen in dienst kunnen worden genomen om te vermijden dat wij terug in een vicieuze cirkel terechtkomen. Ik denk dan ook dat er tegelijkertijd moet worden gewerkt aan ontrading, snelle procedures, opvang voor zij die het werkelijk nodig hebben en uiteraard ook uitwijzing, waarvoor ook bijkomende maatregelen zijn genomen door de regering.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Gelet op de onmetelijke goedheid en tolerantie van collega Francken, u welbekend, mogen de samengevoegde vragen van de dames Galant, Temmerman en Dumery voorgaan, als dat voor u goed is, mijnheer de staatssecretaris.

 

06 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Karin Temmerman aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de maatregel van Italië om tijdelijke verblijfsvergunningen uit te reiken" (nr. 4103)

- mevrouw Daphné Dumery aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de geldigheid van het Schengenverdrag voor Tunesiërs met een Italiaans humanitair visum" (nr. 4114)

- mevrouw Jacqueline Galant aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de verscherpte grenscontroles in ons land als gevolg van de Italiaanse beslissing om aan 25 000 in Lampedusa gestrande Tunesiërs een Schengenvisum uit te reiken" (nr. 4128)

06 Questions jointes de

- Mme Karin Temmerman au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "la mesure de délivrance de permis de séjour temporaires prise par les autorités italiennes" (n° 4103)

- Mme Daphné Dumery au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "la validité des accords de Schengen pour les Tunisiens disposant d'un visa humanitaire italien" (n° 4114)

- Mme Jacqueline Galant au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "les contrôles accrus à nos frontières suite à la décision de l'Italie d'accorder un visa Schengen à 25 000 Tunisiens débarqués à Lampedusa" (n° 4128)

 

06.01  Karin Temmerman (sp.a): De vraag is niet nieuw. In onze commissie hebben wij al een paar keer van gedachten gewisseld over het feit dat ons een grote toestroom van vluchtelingen uit Noord-Afrika te wachten staat. Wat nu gebeurt, was te voorspellen. We hebben het in onze commissie al een paar keer besproken. Het land waar vluchtelingen het eerst terechtkomen, is Italië. Volgens de andere Europese landen moet Italië het dan maar oplossen. Dat is een weinig Europese solidariteitsgedachte. Italië heeft onlangs beslist om tijdelijke verblijfsvergunningen uit te reiken. Zij klagen ook het gebrek aan Europese solidariteit aan. Door die tijdelijke verblijfsvergunningen gaan er heel wat vluchtelingen richting Frankrijk. Het valt te verwachten dat zij ook in ons land zullen aankomen.

 

U hebt in de pers verklaard dat u speciale controles zult opzetten en uitvoeren. U zei te controleren op de luchthavens van vooral Zaventem en Charleroi.

 

Wordt er ook op andere plaatsen gecontroleerd of blijft het bij die twee luchthavens? Hoe zullen de controles concreet verlopen?

 

U zei te zullen controleren op de voorwaarden die gekoppeld zijn aan het verkrijgen van de vergunning: geldige papieren, voldoende geld op zak, het doel van de reis enzovoort. Hoe zal men dat doen? Wat gebeurt er als de gecontroleerden niet voldoen aan de voorwaarden?

 

Wordt er vanuit Europa niet gedacht om een gezamenlijk plan op te stellen om de instroom van vluchtelingen vanuit Noord-Afrika onder controle te krijgen?

 

Het is geen Italiaans probleem. Het komt toch naar Europa en dus moet Europa het oplossen.

 

06.02  Daphné Dumery (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, mijn vraag gaat in dezelfde lijn. U hebt in de pers al uiteengezet welke de voorwaarden zijn in onze vreemdelingenwetgeving. Wij kunnen een vreemdeling aan de grens tegenhouden. Hij moet een paspoort en voldoende middelen van bestaan hebben. Hij moet ook een reisdoel hebben.

 

De Italiaanse overheid houdt daarmee natuurlijk geen rekening en heeft tijdelijke verblijfsvergunningen bezorgd.

 

Mijnheer de staatssecretaris, slaat de tijdelijke verblijfsvergunning uitgereikt door Italië, enkel strikt op het grondgebied van Italië?

 

Volgens wat wij vernemen uit de pers, kunnen de vreemdelingen daarmee ook verblijfsrecht verkrijgen, althans voor een kort verblijf, in ons land of in andere landen.

 

Op welke wijze zullen wij die personen dan tegenhouden? Wij hebben geen binnengrenzen. U zegt wel dat we zullen vragen of zij een paspoort hebben, maar wanneer zij aangetroffen worden in het Rijk, dan zijn zij niet meer aan de grens. Hoe zult u die personen dan weigeren of terugsturen, en naar waar stuurt u hen terug?

 

Hebt u al kennis van personen die uit Italië komen zonder die tijdelijke verblijfsvergunning? Zijn die hier aangetroffen? Wat gebeurt er met hen? Wijst u hen terug naar Italië, waar ze binnengekomen zijn, of niet?

 

Zult u ook in de zeehavens en de treinstations controles uitvoeren?

 

06.03  Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, je tiens à remercier le collègue Francken pour sa galanterie.

 

Monsieur le secrétaire d'État, je vous avais déjà interrogé avant le sommet européen. Pour une fois, je partage tout à fait vos déclarations. En effet, comme vous, j'estime qu'un État européen ne peut prendre unilatéralement des mesures au préjudice des autres États membres de l'Union européenne.

 

Mme Temmerman parlait d'une réponse globale de l'Europe. Malheureusement, force est de constater que ce n'est pas le cas pour le moment.

 

Je remarque aussi que la marge de manœuvre de la Belgique est assez restreinte. En effet, avec un visa Schengen valable trois mois, les réfugiés pourraient circuler librement dans tous les pays de la zone Schengen, sauf s'ils sont recherchés par la police.

 

Mes questions rejoignent celles de mes collègues. Ainsi, comment comptez-vous organiser et renforcer les contrôles aux frontières? Autrement dit, comment comptez-vous opérer sur le terrain? Disposez-vous du personnel suffisant pour effectuer ces contrôles?

 

Selon vous, l'organisation des contrôles dépend de votre collègue de l'Intérieur qui a déclaré le contraire en faisant référence à votre département. Pourriez-vous me dire qui en est finalement responsable? Où les contrôles seront-ils effectués? Ma collègue a parlé des aéroports. Mais il me semble que des contrôles doivent également être effectués aux frontières terrestres. Il est facile de venir d'Italie en voiture ou en camion. Tout le monde connaît l'existence des voyages clandestins.

 

Vous nous avez informés de votre intention de rappeler aux communes l'importance de contrôler le respect par les touristes de l'obligation d'annoncer leur présence dans les trois jours de leur arrivée sur notre territoire. Qu'en est-il de cette opération de communication, que vous avez brièvement abordée dans le cadre de la discussion budgétaire?

 

06.04  Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Monsieur le président, chers collègues, la Belgique adopte une approche phasée en ce qui concerne les contrôles. Actuellement, la surveillance est renforcée pour les vols en provenance d'Italie qui atterrissent dans les aéroports de Zaventem et de Charleroi. L'objectif est de pouvoir intervenir immédiatement en cas de menace grave de l'ordre public constatée aux frontières. C'est notamment le cas d'un afflux massif de personnes qui abuseraient d'un titre de séjour déjà obtenu pour séjourner illégalement en Belgique.

 

D'ailleurs, toute personne titulaire d'un document de voyage valable et d'une autorisation de séjour valable doit encore remplir des conditions pour séjourner légalement sur le territoire belge et sur le territoire d'États Schengen autres que celui qui a délivré ce titre de séjour. Ces conditions sont les suivantes. La personne doit être capable d'attester de l'objectif du séjour prévu et des conditions de séjour. Elle doit disposer de ressources suffisantes pour la durée du séjour ainsi que pour son retour. Le montant forfaitaire pour la Belgique est de 38 euros par jour si la personne séjourne chez des particuliers et de 60 euros si elle est à l'hôtel. Elle ne peut pas être considérée comme une menace pour l'ordre public, pour la sécurité nationale ou pour les relations internationales entre la Belgique et d'autres États Schengen. La durée de son séjour sur le territoire de ces États Schengen ne peut excéder trois mois sur une période de six mois.

 

Gelijkaardig verscherpt toezicht via de weg is momenteel minder opportuun. In dit geval hebben de Tunesische onderdanen reeds het grondgebied van andere Schengenstaten doorkruist, waar ook verscherpte controles worden gehouden, alleszins wat Frankrijk aangaat.

 

Het gaat vooralsnog niet om effectieve grenscontroles, maar wel over een gatescontrole. Indien vastgesteld wordt dat België te maken krijgt met een ernstige bedreiging van de openbare orde, is het mogelijk om een grenscontrole aan de binnengrenzen in te voeren. Dat impliceert dan een systematische controle van de binnenkomstvoorwaarden. Er zal dan opnieuw afgewogen worden of systematisch grenstoezicht enkel op de luchthavens of evenzeer aan de landsgrenzen ingevoerd dient te worden.

 

Bij de voorbije controles in de luchthavens van Zaventem en Charleroi zijn nog nooit personen aangetroffen die inzake de binnenkomstvoorwaarden niet in orde waren. Bij intercepties op het grondgebied is er evenmin een stijging vast te stellen van personen met de Tunesische nationaliteit. De situatie wordt evenwel nauwlettend opgevolgd en zal het voorwerp uitmaken van verdere evaluaties.

 

Je rappelle que ce sont les agents de la police fédérale qui sont chargés des contrôles aux frontières de la Belgique. Je ne suis donc pas compétent pour déterminer si la police fédérale dispose de suffisamment de personnel pour assurer ces contrôles. Pour ce point, je vous invite à prendre contact avec ma collègue de l'Intérieur, car cette compétence est en partie partagée. C'est la raison pour laquelle j'ai personnellement écrit à ma collègue Turtelboom lui demandant d'organiser ces contrôles aux portes des différents aéroports. C'est moi qui introduit les demandes de contrôle et c'est elle qui les exécute avec l'aide de la police. Telle est la répartition des tâches!

 

La circulaire relative aux conditions auxquelles les ressortissants des pays tiers doivent répondre pour pouvoir circuler pendant trois mois dans l'espace Schengen a été publiée le 20 avril dernier sur le site GEMCOM, site disponible pour les communes pour l'Office des étrangers. Il s'agit du site internet spécifique destiné aux communes belges. Cette circulaire rappelle notamment la réglementation en matière de déclaration d'arrivée auprès du bourgmestre de la commune du séjour. Cela permet également de vérifier si la personne demeure plus de trois mois sur le territoire belge, puisqu'on connaît le jour d'arrivée exact.

 

De situatie in Noord-Afrika maakt het voorwerp uit van continue inspanningen op Europees niveau. Vooreerst is er de operationele samenwerking tussen de Europese lidstaten, gecoördineerd door Frontex in de Middellandse Zee. Daarnaast hebben de Europese Raad en de Raad van de Europese Unie zich ook al enkele malen over de problematiek gebogen. De volgende buitengewone Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken zal dat op 12 mei 2011 opnieuw doen. In dat kader bereidt de Europese Commissie een reeks van maatregelen voor. Die sluiten aan op de maatregelen op korte termijn die al werden genomen. Dat alles moet passen in een globale aanpak van migratie vanuit het zuiden met hierbij onder meer aandacht voor de grenscontrole, het beheren van migratiestromen, terugkeer en mobiliteit en integratie van vreemdelingen.

 

06.05  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw omstandig antwoord. Ik vrees alleen dat wij het probleem helemaal niet opgelost zullen hebben. Ik hoop dat de mensen in Europa dat ook zullen beseffen en dat er een globaal plan komt, zodat wij de bijkomende stroom – wij hebben nu al problemen – onder controle kunnen krijgen.

 

06.06  Daphné Dumery (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u op mijn beurt voor uw antwoord. Ik heb een tweetal bedenkingen. Er is nog niemand aangetroffen die niet voldeed aan de voorwaarden voor de toegang tot het grondgebied. Misschien ligt het aan het feit dat men een gatecontrole doet en geen grenscontrole. U zult mij niet horen pleiten voor de herinvoering van binnengrenzen, maar wanneer de toevloed er komt – u zegt dat er op dit ogenblik nog geen toevloed is –, dan denk ik dat u zult moeten overwegen om aan de binnengrenzen controles te doen.

 

U legt het probleem nu eigenlijk bij de gemeentes. U zegt dat de betreffende personen drie maanden hier kunnen verblijven, als zij voldoen aan de voorwaarden. Het is aan de burgemeester om dat te controleren, maar doordat er geen binnengrenzen zijn, zijn er ook geen stempels. Hoe zal iemand bewijzen dat zij al drie maanden op het grondgebied verblijven? Iedereen die verklaart dat men net aangekomen is, heeft dan recht op een kort verblijf van drie maanden. Ik heb mijn bedenkingen daarbij.

 

06.07 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Ik geef de last niet door aan de gemeenten. Dat is mijn bedoeling zeker niet. Een manier om wel te weten of iemand al dan niet al drie maanden in België is, is de volgende. Wanneer iemand in België aankomt, moet die persoon ingeschreven worden bij de gemeente, binnen de drie dagen. Op dat moment weten wij dus dat die persoon sinds een bepaalde datum in België is. Als er daarna een controle komt die bewijst dat die persoon meer dan drie maanden in België is gebleven, dan weet men dat er sprake is van een overtreding.

 

Dat is een manier om die drie maanden te kunnen controleren. Dat is wat wij willen. Wij hebben de aandacht van de gemeenten willen vestigen op dat probleem. Wij hebben de regels herhaald. Het kan zijn dat er veel Tunesiërs zullen komen. Wij moeten dat weten. Het is een van de maatregelen als mogelijk antwoord.

 

06.08  Daphné Dumery (N-VA): In theorie moet men zich inderdaad binnen de eerste drie dagen aanbieden, wanneer men niet op hotel verblijft. Er staat echter geen sanctie op wanneer men dat niet doet. Wanneer men dat niet doet of wanneer men dat uiteindelijk vele maanden later doet, dan start de periode van drie maanden zogezegd op het ogenblik dat men zich registreert. De verantwoordelijkheid bij de burgemeesters leggen vind ik niet terecht.

 

06.09  Jacqueline Galant (MR): Merci, monsieur le secrétaire d'État. Je répliquerai très brièvement. Il faut éviter que des filières s'organisent rapidement sur notre territoire. Je sais que les flux ne sont pas aisés à canaliser.

 

Il conviendrait de renforcer la collaboration avec votre collègue de l'Intérieur et de se montrer préventifs. En effet, vous dites que les contrôles actuels n'ont décelé aucun cas problématique. Une solution serait de demander au département de l'Intérieur d'effectuer des contrôles ponctuels aux frontières terrestres dès maintenant, sans attendre un afflux vers notre pays.

 

J'interpellerai donc votre collègue afin de savoir si elle compte engager des actions spécifiques.

 

06.10  Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Le sujet est important: je rappelle notamment la rencontre de ce jour entre le président français et Silvio Berlusconi.

 

Soyons quand même de bon compte: ce que certains pays ont voulu dire, c'est qu'ils n'acceptaient pas la manière d'agir de l'Italie. Voilà le premier message que nous avons voulu adresser. En effet, l'Italie demande à l'Union européenne de se montrer solidaire alors que leur nombre de demandeurs d'asile est inférieur à celui de la Belgique. Dès qu'elle voit arriver 20 000 Tunisiens, elle leur dit de ne pas rester dans le pays, de profiter du titre de séjour accordé pour "utiliser de manière détournée l'espace Schengen"; cette manière d'agir ne va pas.

 

Ces personnes disposent donc d'un titre de séjour, délivré par l'Italie. Les contrôles sont donc rendus nettement plus difficiles. Vous ne m'entendrez jamais ne pas respecter le code Schengen parce qu'un pays l'utilise à mauvais escient. Jamais. Nous essayons d'utiliser tous les éléments en notre possession pour arriver à la meilleure approche possible.

 

Évidemment, comme vous le disiez, l'espace Schengen est en jeu actuellement. Soit nous trouvons la solidarité suffisante entre les pays européens parce que nous sommes dans une époque potentiellement de crise. 20 000 Tunisiens, c'est beaucoup, mais ils pourraient être nettement plus nombreux. Nous pourrions parler d'une tout autre chose.

 

Soit l'Union européenne réussit à passer ce cap, soit certains éléments de l'espace Schengen seront remis en cause. Je privilégie la première option, mais j'ai des craintes: malheureusement, trop souvent, la tentation des pays en situation de crise est de se refermer plutôt que de s'unir.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de effectiviteit van het bevel om het grondgebied te verlaten" (nr. 4078)

07 Question de M. Theo Francken au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "l'exécution effective de l'ordre de quitter le territoire" (n° 4078)

 

07.01  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb enkele vragen ingediend over het terugkeerbeleid. Ik heb net nog een sommetje gemaakt. Opvang kost 415 miljoen euro per jaar, asiel 127 miljoen en gedwongen terugkeer 16 miljoen.

 

Nu gaat het om de effectiviteit van het bevel om het grondgebied te verlaten. Mijnheer de staatssecretaris, ik ontving vorige week het antwoord op een schriftelijke vraag die ik u enkele maanden geleden heb gesteld over het bevel om het grondgebied te verlaten. Het antwoord was zeer volledig. Het stond ook in De Standaard, misschien hebt u dat gelezen. Ik heb echter nog enkele technische vragen ter verduidelijking.

 

Als ik vraag naar de effectiviteit van het bevel, dan krijg ik heel laconiek het antwoord: “Op vragen 4 en 5 geen antwoord of geen cijfergegevens beschikbaar.” Blijkbaar heeft de Dienst Vreemdelingenzaken dus geen zicht op de effectiviteit van het bevel om het grondgebied te verlaten als verwijderingsinstrument. Dat kan ik daaruit concluderen. Er zijn geen cijfers beschikbaar over het effectieve vertrek. In uw antwoord staat echter wel dat de specifieke cel Adrescontrole van de dienst Clandestienen de dossiers opvolgt van vreemdelingen die geen gevolg hebben gegeven aan de termijn van hun bevel om het grondgebied te verlaten. Zo werden in 2010 1 405 aanvragen om adrescontrole behandeld. Het gaat hierbij om 16 % van de in totaal 8 521 aanvragen om adrescontrole. Hoe moet ik dat juist interpreteren? Als we weten dat er vorig jaar 30 000 bevelen om het grondgebied te verlaten zijn uitgeschreven en dat 12 000 van die bevelen zijn uitgeschreven bij het oppakken of aantreffen van illegalen – het gaat dus om iemand die gewoon aangetroffen wordt, niet om iemand die uitgeprocedeerd is in de asielprocedure –, is het dan zo dat in 8 521 gevallen daarvan gevraagd is om een adrescontrole omdat men het vermoeden had dat er geen gevolg zou worden gegeven aan het bevel en dat de dienst slechts personeel en tijd had om 1 400 van die aanvragen te behandelen in 2010? Is het soms zo dat er d’office een adrescontrole gebeurt en dat er bij 1 405 een vermoeden was dat ze geen gevolg hadden gegeven aan het bevel? Dat is gewoon niet duidelijk en dat is een heel belangrijke nuance. Is het zo dat er in 8 500 gevallen een vermoeden was van niet-naleven van het bevel of in 1 400 gevallen?

 

Ten tweede, als het is zoals ik vermoed, dat het in 8 500 gevallen is, maar dat de dienst slechts personeel heeft om 1 405 aanvragen te behandelen, wordt hieraan dan iets gedaan? Waarom werd er slechts 16 % behandeld? Hoe kunnen wij de opvolging van het bevel om het grondgebied te verlaten verhogen? Dat is een heel belangrijke vraag, om er toch voor te zorgen dat wij beter weten wie er effectief vertrekt na zo’n bevel te hebben gekregen.

 

Mijnheer de staatssecretaris, ten derde en ten slotte, maar liefst een op drie van de opgepakte illegalen beweerde uit Algerije te komen, dit terwijl vorig jaar slechts 287 Algerijnen asiel aanvroegen en slechts 2 erkend werden als vluchteling. 3 600 mensen, opgepakte illegalen, beweerden dat ze Algerijn zijn, maar in hetzelfde jaar zijn er slechts 2 mensen uit Algerije erkend als vluchteling. In het milieu weet men dat men moet zeggen dat men uit Algerije komt, omdat er nog steeds geen terugnameovereenkomst met dat land is. Als men Algerijn is, dan kan men blijven.

 

Marokko is reeds even erg, zeker op het consulaat in Brussel is het hard kersen eten, Luik en Antwerpen zijn net iets beter. Ik heb dat zelf niet uitgevonden. Ik heb dat ook niet van personeelsleden van uw dienst. Ik lees dat allemaal gewoon in het tijdschrift voor terugkeerbeleid dat maandelijks verschijnt bij Vluchtelingenwerk Vlaanderen, waarin men alles kan lezen over terugkeer en waaruit men heel veel informatie kan halen.

 

Een op twee illegalen beweert uit Marokko of Algerije te komen, idem dito voor Palestina en Tunesië. Geen laissez passer betekent de facto in België verblijven. U hebt het daarnet nog gezegd tijdens de vorige bespreking, waar u op het einde blijkbaar enigszins gepikeerd was.

 

Welke initiatieven neemt u om dit probleem te verhelpen? Welke rol kan Europa hier vervullen?

 

07.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Francken, ik kan de cijfers alleen maar bevestigen. De 16 % komt overeen met de reeds uitgevoerde adrescontroles.

 

Alle dossiers kunnen niet samen worden behandeld. De politie heeft enige tijd nodig voor de voorbereiding en de uitvoering van deze opdracht.

 

Weldra wordt gestart met het project SEFOR, sensibilisation, follow-up and return, met als doel de sensibilisering van de gemeenten en de politie in het kader van de opvolging van het bevel om het grondgebied te verlaten. Er zal ook een rondzendbrief naar alle burgemeesters worden verstuurd met de te volgen procedure wanneer een vreemdeling een bevel om het grondgebied te verlaten betekend krijgt.

 

In het kader hiervan wordt de cel Adrescontrole bij de dienst Clandestienen een apart bureau om hieraan sturing te kunnen geven. Dit bureau zal worden uitgebreid met sensibliserings- en verbindingsambtenaren die op het terrein zullen worden ingezet. In de toekomst zullen de BGV's nog meer systematisch worden opgevolgd.

 

Er lopen diverse initiatieven om het identificatieproces met de Maghreblanden te verbeteren. DVZ onderhandelt met de Marokkaanse overheden om via digitale weg vingerafdrukken door te geven, teneinde het identificatieproces te versnellen.

 

Europese initiatieven op het niveau van readmissie zitten op dit ogenblik vast, aangezien van Marokkaanse kant ook eisen inzake visumfacilitering worden verwacht.

 

Er zijn ook lopende onderhandelingen tussen de Belgische en Algerijnse overheden om een bilateraal readmissieakkoord te sluiten. Dit akkoord moet het identificatieproces en het terugkeerproces vergemakkelijken.

 

Daarnaast heeft DVZ het initiatief genomen om meer dossiers via een pre-identificatiedossier bij de herkomstlanden aanhangig te maken. Door aan pre-identificatie te werken, probeert DVZ zoveel mogelijk personen voor opsluiting te identificeren teneinde de opsluitingstermijnen in het gesloten centrum zo kort mogelijk te houden en het aantal effectieve verwijderingen te doen stijgen.

 

Ik herinner u eraan dat DVZ voor vreemdelingen, ongeacht hun nationaliteit, steeds nationale documenten nodig heeft om een repatriëring te kunnen organiseren, tenzij er een akkoord bestaat om een EU-laissez passer te gebruiken.

 

DVZ tracht permanent de relatie met de verschillende consulaire verantwoordelijken nog te verbeteren. Ik heb ook al gesprekken gevoerd met een aantal ambassadeurs en zal dit in de toekomst blijven doen.

 

Waar nodig zal ik ook tijdens een missie naar het herkomstland overleg plegen met de regeringsverantwoordelijken van dit herkomstland om de identificatie nog sneller en efficiënter te laten verlopen.

 

07.03  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik begrijp dat er effectief in 8 521 gevallen een vermoeden is van niet-naleving van het BGV en dat daarvan slechts 16 % kon worden behandeld. U zegt dat er een sensibiliseringsteam zal worden opgericht, S-Force of zoiets? Er komt ook een apart bureau Clandestiene Terugkeer.

 

Ik heb nog een vraag, mijnheer de staatssecretaris. U zegt dat het sluiten van een terugnameakkoord met Marokko heel moeilijk verloopt omdat zij “gezinsfacilitering” vragen. Wat betekent dat juist?

 

07.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Visumfacilitering.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de geplande grote terugkeervlucht naar Nigeria en Congo" (nr. 4079)

08 Question de M. Theo Francken au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "l'important vol de rapatriement de demandeurs d'asile vers le Nigeria et le Congo" (n° 4079)

 

08.01  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, volgens mijn informatie plant u eind deze maand een grote terugkeervlucht met de Airbus van Defensie naar Nigeria en Congo. Meer dan 60 illegalen zouden teruggestuurd worden. Meerdere landen zouden samenwerken. Klopt deze informatie? Graag meer uitleg.

 

Wanneer vertrekt deze vlucht? Wat is het vluchtschema? Hoeveel passagiers zullen hierop zitten? Uit welke landen? Hoeveel begeleiders? Uit welke landen? Hoeveel uitgeprocedeerden? Hoeveel in procedure? Met welke luchtvaartmaatschappij? Of is het effectief een legertoestel? Zo ja, welk legertoestel? Het zal hopelijk niet de Airbus van ons leger zijn. Zullen er gezinnen met kinderen op deze vlucht zitten? Zo ja, hoeveel? Worden deze dan voorafgaandelijk opgesloten in een gesloten centrum? Onder welke bevoegdheid valt deze operatie? Is dit ingezet door Frontex? Is er overleg tussen de instanties? Waarom niet of waarom wel? Hoe loopt dit overleg of hoe is het verlopen? Wat is de kostprijs van deze operatie? Wat betaalt Frontex, als ze meedoen? Hoe wordt dit verdeeld met de andere Europese landen die hieraan deelnemen? Plant u nog dergelijke vluchten? Zo ja, naar waar en wanneer? Zo nee, waarom niet?

 

08.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, collega’s, bij een dergelijke vlucht wordt aan de deelnemende lidstaten gevraagd om vooraf niet te communiceren, met het oog op het welslagen van de terugkeervluchten.

 

Ik kan u echter wel volgende informatie geven. België heeft sinds 2004 geen dergelijke vlucht meer georganiseerd. Zullen eveneens deelnemen aan deze missie: een dokter, een verpleger, twee politieagenten en twee inspecteurs. Er worden per maand verschillende van dit soort vluchten georganiseerd, maar telkens door andere lidstaten. Wanneer het organisatorisch mogelijk is voor België, nemen wij natuurlijk hieraan deel. Dit is de eerste keer dat wij dat opnieuw organiseren. Wij zullen uiteraard de gevraagde informatie verschaffen eenmaal de vlucht is uitgevoerd.

 

08.03  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik respecteer dit principe. Ik zal mijn vraag misschien volgende week al opnieuw indienen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de beslissing van de regering met betrekking tot het terugkeerbeleid van 8 april" (nr. 4080)

09 Question de M. Theo Francken au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "la décision du gouvernement du 8 avril en matière de politique de retour" (n° 4080)

 

09.01  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik neem aan dat u wel communiceert over persberichten die u verstuurt.

 

In het persbericht van de regering van 8 april las ik een aantal initiatieven die u aankondigt om het terugkeerbeleid te intensifiëren.

 

Twaalf personen zouden worden aangeworven om de gemeenten te sensibiliseren voor het bevel, zoals u daarnet hebt verklaard. Het zal wel de genoemde personen betreffen.

 

Ik ben vooral geïnteresseerd in het feit dat u de ambitie hebt om het aantal terugkeervluchten met escorte, dus de derde fase van de terugkeer volgens de commissie-Vermeersch, van drie naar vijf per dag te verhogen.

 

U antwoordt dat in de gesloten centra extra plaatsen zullen worden geopend. Zij zijn gepland voor juni.

 

Ten slotte hebt u het over een ander, heel heikel punt in het hele verhaal, zijnde de samenwerking met Justitie. Wanneer vroeger een asielzoeker zijn straf had uitgezeten en hier illegaal verbleef, kon hij net iets langer in de gevangenis blijven, vooraleer hij werd uitgeprocedeerd. Aldus bleven de gesloten centra gespaard van dergelijke zware criminelen die vaak de boel opjutten. Nu is dat niet meer het geval. Blijkbaar is er ter zake een nieuwe afspraak. Het zou niet meer mogen. Ik weet niet wat juist de achterliggende reden is. Echter, de gedetineerden die vrijkomen, omdat hun straf volledig is uitgezeten, worden nu wel naar bijvoorbeeld het gesloten centrum 127bis overgebracht, met alle gevolgen van dien. Het gaat immers niet om lieve jongens. Het zijn zware gevallen, mensen die vaak verschillende jaren in de gevangenis hebben gezeten, die weten op welke manier zij kunnen manipuleren en op welke manier zij de boel op stelten kunnen zetten.

 

Ik weet niet of dit ook uw mening is, maar volgens mij hebben de problemen in het centrum 127bis en de rellen aldaar zeker ook te maken met het feit dat in centrum 127bis een aantal zware gevallen zat. Zij waren, na het uitzitten van een lange gevangenisstraf, net onderweg naar hun thuisland.

 

In die zin is het een goede zaak dat u eindelijk met Justitie ter zake concrete afspraken zal maken. Ik hoop dat het oude systeem opnieuw in voege treedt en dat de betrokkenen dus gewoon in de gevangenis blijven, zolang het kan, en rechtstreeks naar de luchthaven worden gedeporteerd, om er te worden gerepatrieerd. Zoniet zullen wij nog heel wat incidenten in onze gesloten centra meemaken, met stakingen bij het personeel tot gevolg. Ik heb echter al opgemerkt dat u zulks beter weet dan ik.

 

Graag stelde ik over de kwestie nog enkele, bijkomende vragen.

 

Ten eerste, ik kreeg graag een overzicht van de getroffen maatregelen alsook van de kostprijs per onderdeel.

 

Ten tweede, welke extra plaatsen in gesloten centra zijn voor juni gepland? Over hoeveel plaatsen gaat het? Zijn zij voldoende?

 

Ten derde, hoeveel extra middelen worden uitgetrokken om tot vijf vluchten per dag in te richten? Wij hebben het daarover al gehad.

 

Ten vierde, zal er opnieuw onmiddellijk vanuit de gevangenis worden vertrokken of komt er toch nog altijd een periode in een gesloten centrum? Graag kreeg ik ter zake meer uitleg. Komt er ook meer samenwerking op de andere vlakken?

 

Ten slotte, ik heb nog één vraag over de open terugkeercentra, die ik daarjuist heb aangehaald.

 

Ik lees hier niet meteen iets over het feit dat een beslissing zou worden genomen om de open terugkeercentra op te richten. U verklaarde dat u een regering met volheid van bevoegdheid nodig hebt, om zulks te kunnen beslissen. Ik ben het daarmee niet eens. Mijnheer de staatssecretaris, het Parlement kan een parlementaire meerderheid leveren. De N-VA zal u absoluut, kritisch maar constructief, steunen, om de parlementaire meerderheid te leveren en de open terugkeercentra zodoende op te richten.

 

Is over de kwestie niet gesproken? De DVZ en Fedasil zijn bezig met een gezamenlijk terugkeertraject. Moeten wij uw plannen op een dergelijke manier begrijpen? Is hun project al klaar? Het project zou een dezer dagen klaar zijn. Wat zit er nog in de pijplijn? Kunt u ter zake al een tip van de sluier oplichten?

 

09.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, inzake de gemeenten is het doel de gemeenten te wijzen op het belang van de procedure tot betekening van het bevel om het grondgebied te verlaten. De gemeentelijke ambtenaren moeten van de gelegenheid gebruikmaken om de vreemdeling te wijzen op zijn verplichting om het grondgebied te verlaten en op de mogelijkheid om vrijwillig terug te keren.

 

Een team, samengesteld uit ambtenaren van de DVZ, zal zich in een eerste fase naar de grootste gemeenten begeven.

 

Dat zijn de gemeenten met het grootste aantal uitwijzingsbevelen. De bedoeling is om de gemeentelijke ambtenaren die met die opdrachten zijn belast, te sensibiliseren.

 

In het kader van de opleiding zullen zij beschikken over onder meer een dvd en informatie betreffende de vrijwillige terugkeer. De gemeenteambtenaren zullen ook alle vragen kunnen stellen. Het doel is dat zij zich gesteund voelen door mijn administratie. De kostprijs van het personeel is 258 K.

 

Aangezien een geloofwaardige politiek van gedwongen terugkeer nog het meest aanzet tot een vrijwillige terugkeer, is het belangrijk ervoor te zorgen dat er geen knelpunten zijn op het vlak van de politie-escortes. DVZ en het detachement van de federale politie in Zaventem hebben nu hun operationele samenwerking in aanzienlijke mate verhoogd. Toch heb ik kunnen vaststellen dat het potentieel van repatriëringen onder escorte de bestaande politiemiddelen ruimschoots overschrijdt. Daarom werd in overleg met minister Turtelboom voorgesteld om het aantal dagelijkse escortes te verhogen, momenteel van 3 naar 5, om het totale aantal terugkeerders te verhogen.

 

Om die doelstelling te bereiken, is een verhoging van 45 VTI’s nodig bij de luchtvaartpolitie. Daarbij dient te worden opgemerkt dat de capaciteitsverhoging in progressieve zin gezien moet worden, aangezien het gaat om bijzondere missies die bijgevolg een gepaste opleiding van het personeel vereisen. De kostprijs van de 45 bijkomende VTI's kan misschien gecompenseerd worden via andere posten bij de politie, maar als er bijkomende middelen nodig zijn, dan zullen die beschikbaar zijn voor de politie.

 

Voorts is er een betere samenwerking tussen DVZ en het DG EPI voor de verwijdering van de ex-gedetineerden in een onregelmatige verblijfssituatie. Immers, in 2008 werden 415 personen verwijderd wegens het plegen van criminele feiten.

 

In 2009 waren het er 443. In 2010 daarentegen daalde het cijfer tot 356, omdat bepaalde directeurs van penitentiaire instellingen niet hebben samengewerkt met DVZ om de ex-gedetineerden rechtstreeks van de gevangenis naar de luchthaven of een gesloten centrum te brengen op de dag zelf van de invrijheidstelling om direct verwijderd te worden.

 

Ik pleit er momenteel voor bij het DG EPI opdat inlichtingen betreffende onrechtmatig verblijf van gedetineerden aan DVZ worden bezorgd en opdat er automatisch een verwijdering of transfer naar een gesloten centrum plaatsgrijpt op de dag van de invrijheidstelling. Daarnaast stel ik voor om in het kader van de omzetting van de terugkeerrichtlijn de wet van 15 december 1980 te wijzigen om de samenwerking verplicht te maken.

 

De verwijdering van de ex-gedetineerde is op de dag zelf van zijn invrijheidstelling niet altijd mogelijk om verschillende redenen, zoals de onvoorspelbaarheid van het effectieve einde van de gevangenschap, de onbeschikbaarheid van het veiligheidskorps of van vluchten. Indien verwijdering op de dag van de invrijheidstelling onmogelijk is, is het dus van belang om de betrokkene te kunnen overbrengen naar een gesloten centrum. Ik zeg het opnieuw, als het niet kan aan het einde van de straf zelf, kan de terugbrenging misschien enkele dagen voor het einde van de straf gebeuren, als ze niet verlengd wordt. Het is hoe dan ook niet wenselijk dat ex-gedetineerden langer in de gevangenis of in een gesloten centrum blijven. Het beste is natuurlijk dat ze zo vlug mogelijk verwijderd worden. Daarom is de uitwisseling van informatie met Justitie meer dan noodzakelijk.

 

Wij hebben echt de wil om een en ander goed te organiseren. Hoe vlugger we over de informatie beschikken, hoe beter wij die persoon kunnen verwijderen voor het einde van de straf of op de dag van het beëindigen van de straf zelf.

 

Het nieuwe centrum Caricole zal in juni of juli worden geopend en biedt 90 plaatsen. Centrum 127bis zal binnenkort 14 nieuwe plaatsen voor alleenstaanden en 34 nieuwe plaatsen voor gezinnen ter beschikking hebben.

 

09.03  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, over het laatste deel, over open terugkeercentra, zal ik dan een aparte vraag indienen, als u dat liever hebt; geen probleem.

 

Mijnheer de staatssecretaris, ik ben als Parlementslid blij om mijn verantwoordelijkheid te mogen nemen in deze assemblee en ervoor te zorgen dat de regering wakker blijft. Wij hebben met een aantal mensen hier in de Kamer de regering heel duidelijk kunnen maken dat terugkeer echt een prioriteit moet zijn of moet worden. Ik ben blij dat er op 8 april een aantal stappen in de goede richting zijn genomen.

 

Ik vertrouw ook op u als staatssecretaris bevoegd voor de Dienst Vreemdelingenzaken en dus eigenlijk ook voor de gedwongen terugkeer. Ik ben er zeker van dat u daarvan verder werk zult maken. U zult in mij een bondgenoot vinden. U kunt het misschien niet geloven, maar u zult in mij inderdaad een kritische bondgenoot vinden, maar wel een bondgenoot, in die zin dat ik mij ook wel bewust ben van het feit dat identificatie moeilijk is, dat die readmissieakkoorden diplomatiek heel moeilijk liggen. Dat weet ik ook wel allemaal.

 

Als wij morgen of ooit dit land mee mogen of moeten besturen, dan kan ik u zeggen dat het inderdaad niet van de ene dag op de andere zal opgelost zijn. Het is echter wel zo – dat zult u mij moeten nageven – dat door effectief in te zetten op gedwongen terugkeer en heel duidelijk te maken vanuit het beleid, vanuit de politiek, dat het voor ons een topprioriteit is, dat men ook een imago creëert voor het land, een imago dat voordien een imago was van hotelopvang, van dwangsommen en vrijheid-blijheid. Ik zal er alleszins aan werken, hopelijk met u en met andere collega’s, om dat imago weg te krijgen en een imago te krijgen dat er in België een aantal wetten, een aantal regels zijn, maar dat als het niet kan en men geen mogelijkheid heeft om hier te blijven, men zal moeten terugkeren en dat dit desnoods gedwongen zal zijn.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "het gesloten asielcentrum 127 bis te Steenokkerzeel" (nr. 4081)

10 Question de M. Theo Francken au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "le centre fermé pour demandeurs d'asile 127 bis à Steenokkerzeel" (n° 4081)

 

10.01  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, wij hebben hier al over het asielcentrum 127bis te Steenokkerzeel gediscussieerd. Mijn vragen zijn de volgende.

 

Zijn de herstellingswerken ondertussen uitgevoerd? Wanneer worden de plaatsen opnieuw geopend of zijn ze al geopend? Ik heb gehoord dat er in Steenokkerzeel een probleem is met de lokale politiek. De burgemeester zou zich blijkbaar tegen de heropening verzetten. Hij eist meer personeel voor de politie. Er zou ook op de gemeenteraad al heel wat discussie over geweest zijn. Klopt dat? Zijn er engagementen genomen?

 

Ik hoorde in de vorige vraag dat er blijkbaar 14 plus 34 nieuwe plaatsen komen. Zijn dat plaatsen die vernield werden en nu opnieuw in gebruik worden genomen of zijn dat nieuwe, extra plaatsen? Als ik mij niet vergis, gaat de totale capaciteit van 127bis tot boven de 140. Het zou 160 à 170 worden. Kunt u daarover meer toelichting geven? Wat is de juiste stand van zaken in het centrum 127bis?

 

10.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: In de linkerbovenvleugel van het repatriëringscentrum 127bis, waar brand werd gesticht, is de schade bijna volledig hersteld. Aangezien die vleugel bijna volledig hersteld is, werd door DVZ, met een schrijven van 14 april 2011, aan de burgemeester officieel gevraagd om de vleugel in gebruik te mogen nemen. In de rechterbovenvleugel werd de meeste schade aangebracht. Die herstellingswerken worden door de Regie opgevolgd.

 

Gezien de omvang van de werken is de Regie der Gebouwen gebonden aan de wettelijke termijnen om deze aan te besteden en te gunnen. Volgens een laatste schatting van de Regie zal deze vleugel tegen het einde van 2011 hersteld zijn.

 

De kostprijs bedraagt op heden iets meer dan 30 000 euro wat betreft de directe herstellingen. Deze wordt door de Regie gedragen. De overige schade werd door de Regie initieel geschat op 137 000 euro. De kosten voor de inboedel bedragen 8 282 euro.

 

Er werd reeds 30 390 euro door DVZ geïnvesteerd via het Vandalismefonds. Wat de uiteindelijke kostprijs van de werken betreft, verwijs ik naar de Regie.

 

Momenteel wordt de maximumcapaciteit door het burgemeesterbesluit van 17 maart 2011 op 62 bewoners vastgesteld, zonder die twee vrijwilligers.

 

De volgende maatregelen werden genomen: infrastructurele aanpassingen ter verhoging van de veiligheid, zowel binnen als buiten het centrum, oprichting van een interne meldgroep rond crisiscommunicatie, starten van een multidisciplinair overleg in het kader van het burgemeesterbesluit, waarbij alle facetten van interne veiligheid en risicoanalyse met de partners worden besproken.

 

Naar aanleiding van het burgemeesterbesluit van 17 maart 2011 werd beslist om een multidisciplinair overleg te voeren. Hierbij zijn de politie, de brandweer, de gemeentediensten van Steenokkerzeel, de Regie, de DVZ, de preventieadviseur van de FOD Binnenlandse Zaken en de luchthavenuitbater betrokken.

 

Betreffende de vandalen werd een proces-verbaal van opzettelijke brandstichting en vernieling opgemaakt. Tevens werd klacht neergelegd door de centrumdirecteur.

 

10.03  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, hartelijk dank voor uw antwoord. Ik kan maar hopen, samen met u. Wij zullen zeker ook in de gemeenteraad van Steenokkerzeel onze verantwoordelijkheid opnemen om ervoor te zorgen dat die vleugel zo snel mogelijk geopend wordt, of heropend wordt, om de capaciteit te verhogen. Wanneer men van 3 naar 5 vluchten wil gaan, moeten er natuurlijk mensen kunnen worden aangeleverd om te vertrekken. Er zullen dus meer plaatsen nodig zijn in de gesloten instellingen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.19 uur.

La réunion publique de commission est levée à 17.19 heures.